starting up our own green power production unit: 4 solar panels, March 2000
coming of age?
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index

 

SOLARENERGY

(Groei van) zonnestroom in Nederland¹

CBS - PV in Nederland status: 2011, met updates 2012*

2011 cijfers update zie bericht 20 december 2012!

>> Meest recente cijfers CBS tm. 2018 & evolutie alhier

Grafieken:
1. Nieuwe afzet aan eindgebruikers per jaar
2. Nieuw PV-vermogen per jaar
3. Accumulatie afzet aan eindgebruikers
4. Opgesteld geccumuleerd PV vermogen
(2 graphs)
5. Verschil afzet minus bijgeplaatst nieuw vermogen per jaar
6. Geschatte accumulatie van stroomproductie
7. Marktsegmentatie (nieuw per 20-12-2012)
8. Handel in PV modules
9. Omzet en Research budget in miljoenen Euro
10. PV en werkgelegenheid

Discrepantie CBS en CertiQ cijfers?

Uitgebreide introductie tot CBS update 23 augustus 2012 hier
Introductie update 21 juli 2010 hier
Context HE: Herziening uitgebreide SDE statistieken CBS (tot en met 2010) hier

*Definitieve resultaten volgens updates StatLine tabellen en berichtgeving CBS op 20 december 2012. Zonnestroom: forse update 20 dec. 2012 op basis van informatie verstrekt door Polder PV aan CBS (+15 MWp in 2011, 35% hoger volume dan gedacht). Eerste nieuwe cijfers voor 2012 publ. op 23 mei 2013, ongewijzigd in update StatLine van 27 juni 2013, revisie op 18 november 2013 (25 MWp 2012 bijgeplust).

Historie 2010-2011: Voorlopige resultaten 2010 (status: CBS H.E. rapport 2010, 8 sep. 2011), bevestigd in het definitieve (Engelstalige) rapport over 2010 gepubliceerd op 27 jan. 2012. Vervolgens updates in StatLine publicaties van 31 mei en 29 juni 2012, en (1e versie van) het CBS H.E. rapport 2011, van 23 augustus 2012. Herberekening capaciteitsbouw 2011 door PPV op basis van energie productie update CBS dd. 29 nov. 2012.

Voor een gedetailleerde marktgroei analyse van Polder PV (afzet potentieel PV in 2012), zie het artikel van 9 juli 2012 (voortbordurend op de resutaten gepresenteerd tijdens een voordracht op The Solar Future in Haarlem, mei 2012). Eerste prognose voor 2013 verschijnt in Solar Trendrapport, januari 2014.


Gecertificeerde productie (CertiQ) status: eind november 2013

Opgelet !!

Tot april 2014 geen nieuwe updates i.v.m. revisies van de registraties bij CertiQ en - daardoor - weggevallen installaties en vermogen in de cijfers!

Zie artikel over december rapportage CertiQ, van 30-1-2014!

Grafieken Certiq data
Geaccumuleerd en maandelijks nieuw gecertificeerd PV vermogen
Maandelijkse groei gecertificeerde PV capaciteit

Vergelijking Vlaanderen <<>> Nederland maandelijkse bijbouw
Jaarlijkse CertiQ data (uit maandrapporten)
Feiten update

NIEUW! Primeur voor Nederland (status 1 mei 2013):
Meest recente CertiQ cijfers & prognoses PV marktcijfers tot en met 2012

Zie ook: Jaaroverzicht 2009 volledige update/revisie
Zie ook: Jaaroverzicht 2010
(aparte pagina's met grafieken, meer data en tabellen)
Oudere maandcijfers tm. 2011

Voor vergelijking met de hard groeiende Belgische/Vlaamse markt zie de aparte pagina
Voor vergelijking met de EU27 markt, zie de aparte pagina

¹Ook te lezen als: "Een ongemakkelijke waarheid"...

"... misschien is het voor de gehele markt ook maar beter als alles in het ongewisse blijft de komende jaren. Dan kan de markt flink doorgroeien zonder dat de energiebedrijven en het ministerie door hebben hoeveel er wordt bijgeplaatst..."

Uit een e-mail van een bekende uit de PV-sector medio december 2012, gericht aan Polder PV.

"The Dutch are not exactly moving ahead with renewables..."

Uit een e-mail van een extreem goed geïnformeerde "spin in het web" van Duurzaam Duitsland, gericht aan Polder PV, 7 feb. 2013. Het begint steeds harder door te dringen in het buitenland dat we definitief onze milieu-reputatie te grabbel hebben gegooid, cq. hebben laten gooien.


CBS - PV in Nederland resultaten 2011 (definitief vlg. CBS)

English summary
Results from data from the Central Bureau for Statistics (CBS) for PV market development in the Netherlands (2011, final data published December 20, 2012 based on information provided by Polder PV). First 2012 data published May 23, 2013: 195 MWp growth in 2012 (3,3 times growth in 2011), end-of-year volume 340 MWp (134% of volume 2011 added).

Not all data are available (yet), some data remain secret (e.g. import and intertrade of PV modules). Note also the "discrepancy subject". The new Dutch-language report for the year 2011 can be downloaded from the CBS site via their website (report here), but most recent data can only be found in the StatLine publications. Direct access of those data on the CBS StatLine website via this link. Note that volumes in the StatLine publications may be rounded (renewable energy report gives more precise data, if available).

According to the "final" CBS data, Netherlands accumulated 145 MWp of PV-installations end of 2011 (141 MWp connected to the grid, 5 MWp off-grid, 1 MWp supposed to be "disabled"), 53 MWp of which would have been added in 2011 (only 86 kWp, 0,2%, off-grid). Only 22 MWp of this new capacity appears to have been realized under the heavily capped "new" incentive regime SDE in that year (certified installations registered by CertiQ, new data as of April 23, 2012, SDE regime started April 1, 2008). That is only 42% of new grid-connected PV-systems realized in 2011 (almost identical with respect to total new capacity and only 35% with respect to accumulated end-of-year capacity). The rest of the systems sold may have received only communal or provincial subsidies for buying PV-systems (no fixed prices, sometimes with absurd incentives for "a happy few"), incentives via taxation regimes (businesses claiming EIA, VAMIL, VIA, and the like), or no direct subsidy at all.

However, almost all new installations were, and still are eligible for net metering (up till grid connections of 3x 80 Amperes), which remains, however, poorly regulated in Law (and capped in volume per year). In 2012 the end-consumer kWh price to be "net-metered" on average has been 22,3 Eurocent/kWh in the variable price ("gray") contracts of a large player like Vattenfall/NUON. €ct 15,0 of that amount (65%) has been energy tax and VAT that in "normal" consumer situations (when a PV-installation would be absent) would have to be paid to the State. Hence: the party with most problems if net metering will reach large scale volumes, and a growing liability in the near future...

Data © Centraal Bureau voor de Statistiek, 2012-2013 (see contact page)

Introductie
Op 23 augustus 2012 verscheen het rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2011" van het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS (downloaden via deze web-pagina). De resultaten voor zonnestroom zijn nauwelijks verschillend van die reeds in eerste instantie, op 31 mei 2012 door CBS waren bekend gemaakt in een overzicht van de voorlopige cijfers (actuele statistieken te raadplegen via de Statline website van het CBS, gegevens zijn naar believen op te vragen). Polder PV maakte al twee grafieken van de belangrijkste data, en publiceerde die met een aangepaste marktafzet prognose (2012) op diezelfde dag. Echter, op 20 december kwam er een forse aanpassing in die oude statistiek n.a.v. informatie die het CBS vroeg - en kreeg - van de webmaster van Polder PV (een leverancierslijst met - in de gebruikte versie van 3 oktober 2012 - 351 bedrijven) waarna de statistici genoemde bedrijven gingen nabellen. En tot het onthutsende resultaat kwamen minimaal 15 MWp (26% van het uiteindelijke volume) te hebben gemist.

Voor 2012 werden de eerste ruwe, voorlopige cijfers, gepubliceerd in de vroege ochtend van 23 mei 2013 (vlak voor mijn presentatie voor The Solar Future in Eindhoven): Een fors boven bijna alle marktschattingen liggend volume van 195 MWp nieuwbouw, en een eindejaars-volume van 340 MWp. Er zou ongeveer 600 kWp aan autonome installaties zijn bijgekomen in dat jaar, volgens die voorlopige cijfers. Voor gedetailleerde artikelen over de wijzigingen, zie stuk van 26 mei 2013, en het daar gelinkte eerdere exemplaar. De huidige presentatie is aangevuld met de laatst bekende data.

NB1: mijn huidige lijst (eind mei 2013) telt alweer 815 bedrijven die panelen en/of PV-systemen aanbieden.

NB2: werkgelegenheids-cijfers en omzet data worden helaas niet meer in deze CBS publicatie gegeven (slechte zaak voor continuïteit). Daarvoor moet u - deels - weer een andere publicatie uit de elektronische archiefkast gaan trekken: Economic Radar of the Sustainable Energy Sector in the Netherlands (2012, met echter oude detail gegevens voor 2009-2010!). Waarbij uitdrukkelijk deze frase in de inleiding van dat rapport op het hersenvlies van alle waarnemers moet worden gebrand: "This study is still in the learning phase. Caution is recommended in interpreting year-to-year developments."

Bovendien zijn er (nog steeds) geen frequenter verschijnende publiek beschikbare over-all gegevens voor zonnestroom beschikbaar in Nederland en wordt er door Polder PV getwijfeld aan de representativiteit van de gegevens m.b.t. de werkelijke markt realisatie.

In de hier op volgende sectie een uitgebreide bespreking van nieuwe grafieken gemaakt met de meest recent beschikbare cijfers van CBS, StatLine tabellen, en details van een recente CBS publicatie in opdracht van Ministerie EL&I, de "Radar".


Grafieken CBS data zonnestroom in Nederland

"Het kan in 2011 best wel 60 MWp zijn geweest."

Medewerker van een al lang in de PV-business opererend bedrijf in Nederland, over de mogelijke marktafzet van zonnepanelen, tijdens gesprek met Polder PV tijdens de Energiebeurs in Den Bosch, 9 oktober 2012.

... die twee maanden later nog gelijk kreeg ook. Het werden er - volgens de "definitieve" cijfers van CBS - uiteindelijk 58 MWp voor 2011.

1

Fig. CBS 1. "Markt segmentatie" 2011 eindelijk bekend, eerste cijfers 2012.

2012 nieuw (per 23 mei 2013)
Eerste ruwe, voorlopige cijfers voor kalenderjaar 2012: 195 MWp nieuwbouw (3,3x volume in 2011), waarvan 600 kWp autonoom. Segmentatie netgekoppelde volume nog niet bekend. Markt zeer sterk gegroeid, zelfs nog harder dan eerder voorspeld. Analyse hier.

2011 definitief (?)
De "afzet aan installateurs & eindgebruikers" zoals de marktgroei geformuleerd staat in het fors gereviseerde CBS StatLine overzicht voor 2011 ("Zonnestroomsystemen; handel in panelen, werkgelegenheid en omzet", per 20-12-2012), met in bovenstaande grafiek aanvullende beschikbare gegevens uit oudere CBS rapportages. Tot 20 december 2012 was er nog geen segmentatie voor 2011 bekend gemaakt (zie vorige grafiek versie op basis van incomplete data in mijn uitgebreide artikel van 30 aug. 2012)

De nieuwe "afzet" dan wel "bijgeplaatst vermogen" per jaar, is onderverdeeld in drie "categorieën", in deze grafiek gestapeld. In blauw de autonome, niet netgekoppelde PV-systemen die voor de daadwerkelijke marktgroei mondiaal gezien slechts een zeer ondergeschikte, tot inmiddels marginale rol spelen. Wel in de derde wereld, maar deze grafiek gaat over Nederland. Het is het minst goed begrepen en gekende markt segment. Volgens CBS zou er in 2011 slechts een microscopisch volume van 86 kWp zijn afgezet. Wat me onwaarschijnlijk laag lijkt, het probleem is om dat "te bewijzen". De bulk is en blijft de netgekoppelde markt, die in deze grafiek is onderverdeeld in installaties gerealiseerd door "E-bedrijven" (de energieholdings, oranje segmenten die staan voor PV-installaties "in beheer bij een energiebedrijf"), en de particuliere cq. bedrijfsmatige systemen (gele segmenten).

Voor deze laatste, belangrijkste categorie zijn ook de bijbehorende getallen getoond (in gele kolom segmenten), evenals het totaal van alle installaties, weergegeven boven de kolommen (vetdruk). Het grote oranje segment voor 2001 is mogelijk het resultaat van het vroeg "inboeken" van de realisatie (oplevering 2002) van het hoge impact op de oude cijfers hebbende Floriade dak van 2,3 MWp (pdf op Siemens site) door de NUON-holding bij Hoofddorp/Vijfhuizen. Het kleinere opvallende oranje stukje voor 2004 is mogelijk het gevolg van het inboeken van het door Eneco gerealiseerde, eind december 2004 opgeleverde 674 kWp PV deel van het Ecopark Waalwijk, de tweede grote "enkelvoudige" installatie in Nederland in die jaren.

Pas op 20 december 2012 werd bekend gemaakt wat volgens CBS de nieuwe capaciteit "van energiebedrijven" zou zijn geweest. Die is nooit eerder zo hoog geweest, namelijk 5,8 MWp (10% van totale nieuwbouw in 2011). Wat waarschijnlijk voor een groot deel te maken heeft met de projecten die de actieve energieleverancier Greenchoice in de markt heeft gerealiseerd, deels samen met International Solar (Yellow Step Solar, wat tegenwoordig schuil gaat onder het label KiesZon®), die ruim 3,1 MWp zouden moeten hebben opgeleverd. Daarvan >2 MWp met YSS (waaronder een groot project van 591 kWp op scholen in Amsterdam), en 1,15 MWp via de eerste ZonVast actie samen met De Stroomfabriek (pdf, kritische analyse PPV op 21 januari 2012, panelen eerste twintig jaar eigendom Greenchoice). Mogelijk ook nog deels vervolg projecten.

Ook de uit meerdere delen bestaande PV-generator op het nieuwe hoofdkantoor van Eneco (opgeleverd september 2011) zal onder de cijfers voor dat jaar zijn gevallen. Dat zou een installatie van in totaal 193 kWp moeten zijn volgens mijn gegevens. Van de vijf SDE 2010 "groot" projecten zijn er van Eneco 2 stuks van elk 100 kWp afgevinkt in de beschikkingen lijsten van Agentschap NL, waarvan er een in 2011 gerealiseerd zou kunnen zijn (het project bij Tata in Velsen werd pas medio 2012 opgeleverd).

Uiteraard de grootste hoeveelheid systemen zijn - en blijven - de particuliere installaties, met een groeiend aantal systemen op bedrijven, in geel weergegeven. De meesten ervan zullen een max. 3x 80 ampère aansluiting hebben, omdat er dan "gesaldeerd" mag worden, net als bij de kleinverbruikers. Helaas geeft het CBS nergens op wat het aantal nieuwe of geaccumuleerde installaties is of zou zijn (is ook geen onderdeel van de enquêtes). Statements daarover dienen dan ook altijd met een grote pot zout worden genomen omdat hierover bij mijn weten geen enkele objectief toetsbare statistiek is - of wordt - bijgehouden. Zie o.a. claim van Niels Schoorlemmer van ZPV in bericht op Energeia van 12 mei 2011, pdf, en de suggesties van netbeheerder Enexis besproken in mijn artikel over de website Energieleveren.nl (27 juli 2012). Het zullen er inmiddels vele tienduizenden zijn, "ergens in het traject tussen 50.000 en 100.000" installaties, maar dan wel met een zeer grote foutmarge. Niemand weet het zelfs bij benadering, ook al omdat er ontzettend veel kleinere systeempjes zijn van een paar modules, en er ook tussentijds zonder registraties wordt uitgebreid.

Volume groei nader beschouwd
De - relatieve - hausse eind 2003 is kristalhelder. 19,5 MWp in zeer korte tijd "afgezet aan installateurs", vanwege totaal absurde stapeling van subsidies. Gekkenwerk en dodelijk voor de toen nog zeer jonge sector. Er werd destijds ook frauduleus handelen vastgesteld bij sommige dubieuze partijen. Daarna was het lange tijd janken met de pet op, door het dichtgooien van de EPR/EPA regeling door destijds VROM staatssecretaris van Geel (die er later dolgraag kerncentrales bij wilde, uitsluitend te realiseren door grote, kapitaalkrachtige ondernemingen...). De MEP regeling heeft nooit structureel iets betekend voor de ontwikkeling van de zonnestroom markt, al hebben enkele grote energiebedrijven er zwaar van geprofiteerd in enkele spraakmakende projecten (o.a. 2,3 MWp Floriade dak Vijfhuizen NUON, met voor de helft een beroerde oriëntatie, 674 kWp Ecopark Waalwijk Eneco).

SDE een nieuwe (valse?) start
Zelfs in het eerste SDE jaar, 2008, was de impact van de nieuwe "stimulerings"regeling SDE nog zeer bescheiden. 4,065 MWp zou er volgens het CBS jaar rapport nieuw zijn bijgeplaatst (particulier, 0,151 "E-bedrijven", totaal 4,2 MWp), als dat de correcte interpretatie is. Hetgeen echter - uiteraard - niet overeenkwam met het destijds gepubliceerde CertiQ cijfer voor 2008. Zie verderop voor een korte beschouwing over die ogenschijnlijke discrepantie. Ook in 2009 lijkt er vooralsnog weinig van beide datasets te kloppen als je niet beter zou weten. CBS rapporteerde slechts een nog steeds teleurstellende 10,6 MWp* ** netgekoppeld nieuw voor 2009 (9,8 MWp installaties niet in handen van e-bedrijven, 92%). CertiQ echter maakte aanvankelijk via de persvoorlichter van eigenaar TenneT bekend dat er nog geen 6 MWp aan gecertificeerde installaties zou zijn gerealiseerd (PV-systemen met een geijkte bruto productiemeter/SDE). Met de meest recente, bijgewerkte historische data van CertiQ, die Polder PV in april 2012 heeft ontvangen, kan worden gereconstrueerd dat in dat jaar er 6,7 MWp moet zijn bijgekomen onder het SDE regime. Dit moet onherroepelijk betekenen dat er toen al zo'n 37% niet onder de SDE condities zou kunnen zijn gerealiseerd (zonder bruto productie meting, en mogelijk ook nog eens nergens officieel als zodanig geregistreerd).

In 2010 waren de verhoudingen: CertiQ 13,0 MWp, CBS 20,4 MWp, aandeel niet SDE 36% (vooral vanwege realisatie veel projecten SDE 2009 "groot" door het later door HVC overgenomen Horizon Energy / SunFarmers). In 2011 wordt, met de eerste cijfers, duidelijk dat de kloof aanzienlijk is vergroot: CertiQ (= SDE) realisatie 22,0 MWp (revisie cijfers april 2012), CBS (bijgesteld) 58,5 MWp, dus in dat jaar lijkt al ruim 62% van het totaal buiten de SDE om te zijn gerealiseerd. De verwachting is derhalve, dat het aandeel "niet SDE" in 2012, zeker gezien de enorme hoeveelheid nu full-speed lopende inkoop acties EN de nieuwe nationale subsidie regeling bovenop de al vastgestelde historische trend, er nog veel meer buiten de SDE om gerealiseerd zal gaan worden (ondanks zo'n 50 MWp aan "beschikkingen" binnen SDE 2011, waarvan de haalbaarheid met vraagtekens is omgeven). En dat de CertiQ (lees: SDE) cijfers een steeds kleiner deel van de totale afzetmarkt zullen gaan belichten. U kunt dat ook lezen als: een steeds groter deel van de afgezette volumes zal niet meer "zichtbaar" zijn voor de autoriteiten. Wat natuurlijk, zacht gezegd, een uitermate curieus verschijnsel is waar vast wel de nodige discussie over gevoerd zal gaan worden als dit eindelijk begint door te dringen bij de gevestigde orde...

Verrassing van EurObserv'ER
Voor het jaar 2010 was de grootste verrassing een publicatie vlak voordat ik de e-mail van CBS kreeg met verwijzing naar de 30 juni 2011 StatLine updates. Toen was namelijk het EurObserv'ER Photovoltaic Barometer rapport voor de PV-markt in EU27 tm. 2010 net openbaar gemaakt cijfers die later kunnen (en deels zullen) worden bijgesteld. Maar ik wil u deze screendump van de geclaimde marktgroei in 2010 toch niet onthouden:

^^^
Screendump van Photovoltaic Barometer april 2011 (SYSTÈMES SOLAIRES le journal du photovoltaïque N° 5 – 2011), pagina 147 van dat tijdschrift (pdf bladzijde 4), met in de door mij lichtgeel gemarkeerde regel voor Nederland het zeer verrassende bijbouw volume wat ons land voor 2010 wordt toebedeeld. Blauw omcirkeld: 29,393 MWp totaal (waarbij er in het geheel niets is ingevuld voor "autonome" systemen, dus alles netgekoppeld).

Dit verrassend hoge volume ligt maar liefst 8,7 MWp boven de in de broodtekst op deze webpagina besproken CBS / StatLine opgave van 30 juni 2011 (20,682 MWp), een verschil van ruim 42%! A.g.v. deze hoge "nieuwbouw" volgens EurObserv'ER zou volgens hen het geaccumuleerde volume voor Nederland zelfs al het niveau van 96,9 MWp hebben bereikt (tabel 2 in dezelfde publicatie)...

De cruciale vraag hier is natuurlijk: waarom dit grote verschil, en wie heeft/krijgt er gelijk? En wat is de diepere oorzaak van dit fundamentele en zeer forse verschil? Vrij snel nadat de webmaster van Polder PV hierover een e-mail had verstuurd kreeg hij een verhelderend antwoord van de persdienst van het CBS: dat volume van EurObserv'ER zou zijn gebaseerd op een ruwe schatting toen er nog te weinig data beschikbaar waren, en zou derhalve voorlopig als "onwaarschijnlijk"dienen te worden geclassificeerd. Zie deze post op de nieuwspagina van Polder PV. Nog later werd de werkelijke reden van het bovengenoemde hoge cijfer bekend gemaakt aan Polder PV: het was helemaal geen "schatting", het was een blunder van ECN Beleidsstudies (dit bericht). I.p.v. de jaarlijkse bijbouw is namelijk het bij CertiQ sinds 2003 geaccumuleerde gecertificeerde volume als "nieuw" voor 2010 gemeld bij EurObserv'ER. Ergo: dat getal in de blauw gemarkeerde ovaal slaat gewoon helemaal nergens op...

Bron: © EurObserv'ER rapport, downloaden van deze pagina.

Volgens p. 21 van het rapport pdf zou ECN Nederland de partij kunnen zijn waarvan deze opvallend van CBS verschillende cijfers afkomstig zijn, omdat ze deel uitmaken van het Europese EurObserv'ER project (samen met Observ’ER (Frankrijk), Institute for Renewable Energy (EC BREC I.E.O, Polen), Jozef Stefan Institute (Slowakije), Renac (Duitsland) en EA Energy Analyses (Denemarken). Polder PV heeft achterhaald waarom in een toonaangevende internationale publicatie van een Europees samenwerkingsverband er fors van het Nationale Nederlandse Statistiek Bureau afwijkende getallen worden genoemd, die bijna gelijktijdig zijn verschenen, zie dit bericht en het nog onthullender tweede bericht van 12 sep. 2011.

EurObserv'ER 2011
Ook in het EurObserv'ER rapport over 2011 (april 2012; download van deze pagina) was alweer een curieus getal te vinden voor de veronderstelde marktgroei in dat jaar. ECN Beleidsstudies schatte die groei op slechts 30 MWp (met deels twijfelachtige aannames, e-mail reply op mijn vragen, 9 mei 2012), terwijl Polder PV al lang op een niveau van 36-37 MWp zat op basis van de toen meest recent bekende CertiQ data en een afschatting van mogelijk bijgeplaatst "niet SDE volume". 31 mei 2012 kwam het eerste "verlossende woord" van CBS. We zaten allebei te laag, maar ECN Beleidsstudies het ergst (ruim 30%...). CBS schatte de marktgroei namelijk op ruim 43 MWp (zie eerste bericht op PPV). Daar zat mijn voorspelling toen het dichtst bij. En nog was het niet genoeg, want op basis van door mij aan het CBS geleverde leverancierslijsten, werd op 20 december 2012 alweer een niew getal gegeven voor 2011: 58,5 MWp groei. Dat was dus bijna het dubbele als het door ECN Beleidsstudies aan Eur'ObservER doorgegeven volume...

* Tot en met 2010 is er onder de SDE condities voor nog maar 69 MWp aan capaciteit in de vorm van "beschikkingen" door SenterNovem overgebleven, waarvan voor de jaren 2008, 2009 en 2010 achtereenvolgens 15, 29 resp. 25 MWp. Zie tabel n.a.v. analyse van het Agentschap NL rapport, status 1 maart 2011)...

** EurObserv'ER Photovoltaic Barometer voor 2010 stelt 10,578 MWp netgekoppeld nieuw voor 2009, waarbij in de voorgaande "barometer" (voor 2009) slechts een - voorlopig - nieuw volume van 6,433 MWp werd toegekend voor dat jaar, wat hoogstwaarschijnlijk uitsluitend de bij CertiQ bekende "SDE hoeveelheid" moet hebben betroffen...


2

Fig. CBS 2. Figuur met de "nieuwe PV-capaciteit geïnstalleerd per jaar" zoals die door Polder PV is berekend uit de tabel "opgesteld vermogen..." van CBS HE rapport 2011, en eerdere versies. Waarbij het volume voor 2011 is ontleend aan de StatLine tabel dd. 20 december 2012. Daarbij is uitgegaan van het helaas meestal grof (een cijfer achter de komma, in MWp) weergegeven geaccumuleerde vermogen zoals dat aan het eind van elk jaar aanwezig zou zijn geweest in Nederland (volgens CBS). De meest opvallende verschillen tussen Figuren 1 en 2: 1995 resp. 2000, waarbij de eerste grote hoeveelheid PV modules in de vorm van kleine pakketjes van 4-6 panelen door de energiebedrijven (destijds met name NUON resp. Eneco) aan hun klanten (Polder PV incluis), en door een bijvoorbeeld een grotere partij als Econcern/BeldeZon (later overgenomen door Eneco) werden afgezet. De pijlen in Fig. 2 geven weer dat het CBS voor de periodes 1990-1995 en 1996-2000 de cumulatieve resultaten in het laatste jaar van die periodes heeft gelumpt. Pas vanaf 2001 zijn de individuele jaarcijfers bekend gemaakt.

Blijkbaar werden in de periode 1995-2000 "officieel geregistreerde" onafhankelijke (PV) installateurs grotendeels omzeild via het personeel van de infra afdelingen van de betreffende energiebedrijven (verschil van 8,2 - 3,2 = 5 MWp), die blijkbaar niet officieel als PV-installateur bekend stonden of als zodanig werden gedefinieerd. Mogelijk is het gedeelte reeds afgezet in 1999 (eerste Solaris pakketten a.g.v. actie van Greenpeace) ondergebracht in de cijfers voor 2000. Waarschijnlijk is een aanzienlijk deel van die eerste, marktgroei gevende acties via directe aanvoer vanaf de module productie van destijds feitelijk monopolist Shell Solar in Helmond gerealiseerd (de fabriek werd in 2002 gesloten en de kristallijne sectie van Shell Solar in 2006 aan het Duitse SolarWorld verkocht).

Het uiteindelijke lot van de autonome systemen is onbekend, alsmede de werkelijke toepassing van die installaties/modules. Voor zover ik weet wordt er in het geheel niets gemonitord op dit vlak. Aangezien het een ondergeschikt marktsegment blijft, tenzij er een revolutie in accu's voor eilandbedrijf van woningen zal geschieden (revolutie met name op het gebied van kosten, levensduur, milieuaspecten en veiligheids-eisen), zijn "omissies" of "foute schattingen" op dit gebied ook niet zo belangrijk. Veel erger is het natuurlijk als er foutieve aannames worden gemaakt in het alles overheersende netgekoppelde markt segment.

Ondanks de per 1 april 2008 gestarte SDE is pas in 2010 het "record" niveau van de nieuwbouw in 2003 bereikt/marginaal overschreden met iets meer dan 20 MWp (inclusief een verwaarloosbaar aandeel aan nieuwe autonome systeempjes), waarna de markt pas echt een goede doorstart heeft gemaakt. Als men tenminste "afzet aan installateurs" beschouwt als een betrouwbare indicatie van "feitelijke nieuwbouw" in dat jaar. De eerder door Polder PV uitgesproken verwachting dat bij de extreme, en opvallende prijsdalingen bij PV-modules 2011 voor het eerst (fors) hogere marktvolumes zouden laten zien dan in het "historische" record jaar 2003, zijn natuurlijk gewoon uitgekomen, zoals de grafieken laten zien (ruime verdubbeling van volume in 2010, ditto in 2011). Een (zeer) significant deel daarvan is al buiten de SDE regeling om gerealiseerd en zal in de jarenlange blinde vlek van Haagse politici desondanks blijven verdwijnen als "onbestaanbaar". Wat natuurlijk klinkklare kolder is. Maar politici leven dan ook in een onrealistische sprookjeswereld waar de waan van de dag domineert.

De in de jaren 2005-2008 vrijwel compleet afwezige E-bedrijven (tja, geen subsidie te incasseren, dus hoor je d'r nooit meer wat van...) lieten plotsklaps weer een beetje activiteit op dit gebied zien in de "SDE subsidie jaren" 2009 en 2010. Al stelden de door CBS genoemde 802 kWp (2009) resp. 768 kWp (2010) "afzet aan E-bedrijven" voor die jaren natuurlijk eigenlijk niets voor (daar kun je je imago nog niet eens van in de groene grondverf zetten). Pas in 2011 is voornamelijk door initiatieven van Greenchoice de "sector" energiebedrijven weer van betekenis geworden. Dat alles daargelaten: de Nederlandse markt mag dan wel nokkie-vol met interesse in PV zitten, die heeft zich tot nu toe beslist nog niet in een paar 100 MWp afzet per jaar vertaald. En dat niveau is eigenlijk het minimaal noodzakelijke om de zaak weer echt vlot te trekken...


3

Fig. CBS 3. Als Figuur 1, maar nu de accumulatie van de door CBS gerapporteerde totale "afzet" cijfers sinds 1990, verkocht aan de eindgebruikers en/of installateurs in Nederland (netgekoppelde installaties dominerend, zie Fig. 1). Data tm. 2011: CBS StatLine, status update 20 december 2012, "definitieve" cijfers. De huidige status is dat in 2011 er 58,5 MWp aan nieuwe PV-systemen er bij gekomen zou zijn (vergelijk met alleen al Vlaanderen: volgens update 4 maart 2013: ongeveer 831 MWac nieuw in 2011, mogelijk zo'n 914 MWp, bijna een factor 16 verschil...). Zo'n 62% van dat Nederlandse volume werd geïnstalleerd buiten het destijds geldende (SDE) "stimulerings" regime om (cumulatie effecten van drie oudere regelingen SDE 2008-2010, met SDE 2011 heeft toen nog nauwelijks effect gehad).

Deze grafiek, en de accumulatie van de afzetcijfers in 2011 (147,9 MWp) geven niet de apart weergegeven "CBS realiteit" weer, omdat er van de in de loop van de jaren afgezette volumes in Nederland ook - althans, in theorie - capaciteit verdwijnt/wordt afgebroken. Al wordt ook dat niet "gemeten", maar wordt er een - hoogst onwaarschijnlijke - "aanname" gedaan. CBS rekent met een hoogst merkwaardige aanname van een "levensduur van zonnestroom systemen van 15 jaar" (jaar rapport 2011, ongewijzigd "beleid"), terwijl de fysieke levensduur van zonnepanelen minimaal het dubbele kan zijn (met nog steeds hoge productie en nauwelijks degradatie). In de StatLine publicatie van 29 juni 2012 is voor het eerst voor 2011 een post "1 MW[p] uit gebruik genomen" (capaciteit) weergegeven, waar het jaar rapport van CBS verder met geen woord (inhoudelijk) over rept. Dit curieuze getal staat ook gewoon in de update van 20 december 2012 voor dat jaar vermeld. Zie verder Figuren 4-5 voor de volgens CBS geldende op het eind van het jaar geïnstalleerde cq. aanwezige capaciteit (dus inclusief reeds "verrekende, verondersteld uit gebruik genomen" capaciteit), en het verschil tussen de "afzet accumulatie" en het hiervoor genoemde volume.


4

Fig. CBS 4A. Eindejaars opgesteld vermogen aan PV capaciteit in Nederland, gebaseerd op de laatste CBS / StatLine updates van 20 december 2012, 23 mei 2013, en eerdere cijfers uit oudere HE rapportages. NB: In het HE rapport voor 2011 was door CBS helaas géén tabel "Opgesteld vermogen van zonnestroomsystemen, uitsplitsing naar type systeem" meer opgenomen. Die tabel stond nog wel in het 2010 rapport.

2012 nieuw (per 23 mei 2013)
De vlak voor The Solar Future NL V gepubliceerde update in 2 StatLine tabellen geven voorlopige cijfers voor eindejaars-accumulatie in 2012 (340 MWp), en een "uit gebruik genomen" capaciteit van 1 MWp in dat jaar (rekenkundige truuk, roodbruine streepjes onder de X-as). Op basis van de bestaande tabellen heb ik de totale capaciteit opgeteld bij die van vorig jaar, wat het eindejaarsvolume doet toenemen naar 342 MWp (onder voorbehoud "die 2 MWp in voorgaande twee jaar zijn niet verdwenen als voor hun verscheiden geen bewijzen worden geleverd"). Segmentatie van het netgekoppelde volume is nog niet bekend.

2011 en ouder
Gestapelde resultaten van de drie verschillende categorieën (blauw autonoom/off-grid, oranje netgekoppeld in beheer bij E-bedrijven, geel netgekoppeld rest). Het hierboven getoonde eindresultaat (vetgedrukt, bovenaan de stapel kolommen) kan afwijken van de "markt afzet accumulatie" (in MWp, geen cijfers achter de komma) in de separate capaciteit tabel op StatLine (deze link). In laatstgenoemde tabel staat weliswaar een kolom "Uit gebruik genomen MW-elektrisch", maar daar is pas voor het eerst in 2011 een - volstrekt hypothetische - 1 MWp ingevuld (de vraag is sowieso of "uit gebruik genomen" zonnestroom systemen ooit spontaan zullen worden aangemeld bij enige instantie...). Die "1 MWp" is zichtbaar als een minuscuul dun roodbruin streepje onder de X-as, onderaan de 2011 kolom, die ik heb verduidelijkt met een pijltje. Het is zeer de vraag of bijvoorbeeld het gesloopte deel (kennelijk ruim de helft) van het "robotgarage project" in Zwolle (helft van plm. 27 kWp) ooit ter ore zal zijn gekomen van de CBS statistici, en of ze met dat soort gegevens überhaupt iets zullen doen (zie laatste bijdrage van 10 december 2012 over de reddingsoperatie, en links daar).

Voor de hypothetische "impact" op de wereldmarkt blijft uiteraard de beste indicator voor "goed" of "slecht" stimulerend politiek beleid de combinatie van de onderste twee kolom segmenten (uitsluitend netgekoppeld, geel plus oranje), met het oog op de implementatie van "effectieve, goed werkende" versus "gebrekkige, magere resultaten opleverende" feed-in regimes (autonome systemen hebben daar niets te zoeken, omdat ze uiteraard geen stroom op het net invoeden).

Ook al lijkt de groei in Nederland de laatste drie jaar beslist aardig in dit grafiekje, internationaal bakken we d'r al jaren achtereen niks van, wat er ook uit Den Haag voor achterlijke leugens over worden rondgestrooid. Het heeft allemaal te maken met een bereslechte en zwaar gecapte, extreem bureaucratische marginale "invoedingsregeling" genaamd de SDE. Die feitelijk voor PV alweer door Verhagen in de klem is gezet voor 2011, met hoogst fragenswürdige projecten die slechts kunnen gaan "scoren" als ze het voor elkaar krijgen om voor minder dan 4 Eurocent/kWh SDE "plus" subsidie gedurende 15 jaar een economische "business-case" te maken. Alleen extra incentives kunnen die projecten - mogelijk pas over een paar jaar - "haalbaar" gaan maken. Daar kan nooit een florerende, hard groeiende PV-markt door ontstaan, en dat is uiteraard uitdrukkelijk de bedoeling niet van Den Haag. Voor SDE 2012 is het nog treuriger gesteld, met een hondenfooi van 1,3 cent/kWh in fase 1, en nog steeds maar 3,3 cent/kWh in fase 2...

De grafiek toont bescheiden groei van 2000-2002, een - relatieve - explosie in 2003 (waarschijnlijk het grootste deel in de laatste maanden, door het aankondigen van afschaffing van de EPR/EPA/MAP subsidie stapel kermis door staatssecretaris [CDA] van Geel). Daarna: afvlakkende microscopische "groei" tot ver in 2008. Het beetje wat er in 2008 is bijgekomen is - deels - het gevolg van het eerste, feitelijk mislukte SDE jaar (ingegaan officieel per 1 april 2008). Maar alleen al de "beschikkingen" voor de oorspronkelijk 8.000 aanvragen werden pas na 26 weken verstuurd, dus is er in 2008 sowieso slechts weinig fysiek gerealiseerd. Omdat weinig mensen het aandurfden om daadwerkelijk (vanaf 1 april 2008) reeds een systeem te kopen zonder dat ze een beschikking in huis hadden. De verwachting is zelfs dat slechts een relatief gering deel van het totaal aantal uitgegeven beschikkingen voor dat jaar daadwerkelijk zal worden ingevuld. Agentschap NL kwam in een update voor 1 juli 2012 op slechts 55% realisatie van het beschikte vermogen...

NB: stand 1 juli 2012 volgens CertiQ cijfers SDE 2008 tm. SDE 2010: mogelijk zo'n 72,5% gerealiseerd van het in mei 2011 volgens Agentschap NL overgebleven beschikte vermogen, en in de database van de "garanties van oorsprong" verstrekkende instantie CertiQ opgetekend.

Pas in het derde SDE jaar, 2010, is er sprake van "significante" groei, al moet daarbij direct worden gesteld dat die reeds voor zo'n 36% door niet SDE PV-installaties werd veroorzaakt, vergelijkbaar aan dat in het voorgaande jaar (37%). Accumulatie totaal: 87,7 MWp eind 2010 volgens CBS 2010 rapport van 8 sep. 2011. Dat volume is onderverdeeld in 5,0 MWp autonoom, 5,1 MWp netgekoppeld e-bedrijven, en 77,6 MWp netgekoppeld "overig". Dat belangrijkste, laatstgenoemde marktsegment (zeg maar: "de burgers", en vooralsnog weinig bedrijven), maakte in 2010 dus al 88,5% van het totale volume uit. Voor 2009 werd in totaal aan accumulatie 67,5 MWp opgegeven. In 2011 was het al rap toegenomen tot 146,1 MWp (bijgesteld).

Noot: veel zwaar gesubsidieerde PV-modules uit de beginjaren (aanschafsubsidies stapeling) werden en worden nog steeds op Internet (door)verkocht met onbekende bestemming - CBS zwijgt in alle talen over die soms levendige "handel". Bovendien wordt al jaren in zeer sterk toenemende mate buiten de hele SDE kermis om geplaatst, waarvan onbekend is of dat wel ergens centraal wordt geregistreerd (volgens gegevens Polder PV: zeer waarschijnlijk niet, veel mensen plaatsen gewoon en melden nergens). De eenmalige "enquête" lijsten die CBS aan leveranciers zouden sturen is bij een toenemend aantal bedrijfjes die ik daarover vraag onbekend: hun afzet wordt dus niet bekend bij CBS, wat nogal wat vraagtekens zet bij die eenmalig in het jaar gepubliceerde cijfers. Dit is voor het eerst "bijgesteld" met de 20 december 2012 update op basis van mijn leverancierslijsten, maar de vraag is of dan alles wel is afgedekt (waarschijnlijk niet, onbekend wat er dan nog "mist").

Daarbij s.v.p. ook goed in de oren knopen dat een zeer bescheiden aantal van de PV-systeem leveranciers in Nederland bij de branche organisatie Holland Solar blijkt te zijn aangesloten (waar CBS mee zou samenwerken bij het boven tafel krijgen van met vraagtekens omgeven marktdata). Eind augustus 2012 had ik al een lijst met 352 leveranciers, waarvan slechts ruim 15% lid van Holland Solar bleek te zijn... CBS rept in hun jaar rapport voor 2011 dat er in dat jaar slechts 75 bedrijven zouden zijn geweest die zonnepanelen verkochten. Sommige van die "niet aangeslotenen" zetten redelijke tot - voor Nederlandse begrippen - forse volumes af, al is de hoogte ervan een goed bewaard geheim. Eind december 2012 bevatte mijn lijst al meer dan 400 leveranciers, eind mei al 815 aanbieders. Minder dan tien procent van die bedrijven bleken lid te zijn van Holland Solar.

Niemand weet de actuele bijbouw of de exacte geaccumuleerde netgekoppelde capaciteit in ons land (en dus al helemaal niet de opbrengst van al die installaties, het gros van de destijds en zelfs heden ten dage verkochte installaties wordt nooit extern bemeten en is dus ook helemaal niet bekend bij CertiQ). Bovendien is onzeker wat de niet bij Holland Solar/CBS bekende parallel import van modules voor impact heeft in Nederland. Er is de laatste jaren door steeds meer bedrijven en zelfs soms particulieren en/of collectieven direct uit Azië geïmporteerd, of "af-haven" gehaald. Betwijfeld wordt of die volumes wel (geheel/grotendeels) worden meegenomen in de CBS statistieken. In ieder geval hangt er ook al een dikke mist over de verhouding import/export, zoals de vrijwel waardeloze Figuur 7 laat zien. De import en wordt al dik vijf jaar geheim gehouden, de tussenhandel al 6 jaar... Allemaal curieuze geheimzinnigheid die een objectief inzicht in de eigen markt permanent vertroebelt...

Fig. CBS 4B. Update 23 mei 2013.

2012: 336 MWp netgekoppeld, alle systemen 342 MWp. Dit nog zonder rekening te houden met 2 MWp, door CBS "rekenkundig als verwijderd beschouwd" in de jaren 2011-2012.

Figuur vergelijkbaar met Fig. 4A, maar met slechts twee categorieën en naast elkaar per jaar i.p.v. op elkaar gestapeld. Gele kolommen: alle netgekoppelde PV-installaties geaccumuleerd per jaar (StatLine en CBS updates 20 dec. 2012, 23 mei 2013, en eerdere versies). Blauwe kolommen: alle PV-systemen geaccumuleerd per jaar (netgekoppeld en autonoom/off-grid). De autonome categorie blijft klein en verwaarloosbaar, en zal op termijn een microscopisch aandeel gaan krijgen in het totaal. In 2010 is het nieuwe volume volgens CBS vastgesteld op slechts 291 kWp, in 2011 zelfs nog maar op een armetierige - en onwaarschijnlijke 86 kWp. Voor 2012 werd door CBS een voorlopig nieuw volume van 600 kWp gerapporteerd. De markt wordt zoals bijna overal elders (in landen met uitgebreide elektriciteitsnetten) gedreven door de netgekoppelde categorie.

De "definitieve" accumulatie van netgekoppelde systemen in Nederland in 2011, op basis van de 20 dec. '12 update: alle systemen bij elkaar 145 MWp, excl. autonoom 141,1 MWp. Aandeel netgekoppeld in totaal dus ruim 97%. De verwachting is dat het volume "zeer sterk" verder zal groeien door een combinatie van enkele factoren:

  1. SDE realisaties. Moeizaam en slepend, het tempo is gezien de CertiQ cijfers slechts een halve tot zo'n 2½ MWp per maand. Dat schiet niet op.

  2. De zonnestroom panelen blijven rap goedkoper worden, er komt sowieso steeds meer vraag uit cq. afzet aan de markt, SDE of niet. En ondanks moord en brand schreeuwende Haagse politici en energiebedrijven. Steeds meer actoren gaan met PV aan de slag omdat de "business-case" steeds interessanter wordt, met name op micro-niveau (salderen, kleinverbruikers-aansluiting tm. 3x 80 ampère). De module prijs daling van de afgelopen drie jaar is zonder meer "schokkend" of "verbazingwekkend" te noemen: in 2010 ongeveer 30 procent, in 2011 tot en met augustus weer zo'n 20 procent (Aziatische modules), en tijdens PVSEC 2011 in Hamburg werd er door de Chinese Reuzen nog eens 15% omlaag gedrukt voor afname in het laatste kwartaal in 2011 om het marktaandeel verder te vergroten en de concurrentie op de knieën te krijgen (zie PPV bericht van 13 sep. 2011). De prijsdaling zet weliswaar in een lager tempo gewoon door. Alleen anti-dump import heffingen aan de EU grenzen kunnen die trend (tijdelijk) stoppen.

  3. Een zeer significante factor zijn de talloze inkoop acties voor zonnepanelen geworden, waarvan het potentieel voor de jaren 2011-2012 zeker zo'n 50 MWp kan zijn geworden. Voor een overzicht (mei 2013 al 116 gevonden acties), zie de aparte webpagina.

  4. De Staat der Nederlanden heeft, onder druk van de stoomketel genaamd het "Lente Akkoord" (2012), een niet door de branche gewilde aanschaf subsidie regeling in de markt gesodemieterd van 21,55 miljoen Euro in 2012 (per 2 juli 2012) en 29,33 miljoen Euro voor 2013. In de eerste, op 29 nov. 2012 overtekende regeling zou volgens Agentschap NL zo'n 105 MWp gerealiseerd kunnen gaan worden.

  5. Er is een "groene golf" door de samenleving aan het waaien ondanks alle fossiel-nucleaire stalinistische terreur vanuit Den Haag. Er is een verpletterend spectrum aan - vaak goedbedoelde - initiatieven rond duurzame energie, met een sterke focus op "zelfopwekking", vaak gestimuleerd door gemeentes, provincies, en andere "lokale partijen". Ook hiervan zal de nodige spin-off bij de te realiseren afzet van PV komen, al is absoluut niet te voorspellen om wat voor nieuwe cq. extra "volumes" het dan wel zal gaan. Eventueel succes of falen wordt door talloze factoren bepaald, de markt is "vloeibaar, ongrijpbaar en hoogst onvoorspelbaar". Een cruciale factor in deze nieuwe golf zal de status van het beruchte salderingsartikel (Art. 31-c Elektriciteitswet) worden, wat de energie leveranciers en de netbeheerders (off-record, natuurlijk) haten. Zelflevering "buiten de eigen aansluiting om" wordt sterk gepusht en "gewild". Als het wordt toegestaan, gaan enorm veel partijen hier mee aan de slag, en schrikt Ministerie van Financiën zich binnen no-time een hoedje van de zeer sterk groeiende, misgelopen hoeveelheid energiebelasting (en, afhankelijk van de vorm waarin "zelfleveren" zou worden gegoten, evt. gedorven BTW over de niet gerealiseerde energie verkopen via leveranciers).

  6. Er is steeds meer publiekelijk ongenoegen over het functioneren van de compleet ondoorzichtige energie "markt", en de rol van de steeds machtiger wordende energie molochs daar in. De trend is meer onafhankelijkheid, meer zelf opwekken, en zoveel mogelijk energie besparen. Om een "tikkie trug" te (kunnen) geven.

5

Fig. CBS 5. Oude grafiek (niet meer ververst) waarin wordt afgebeeld het verschil tussen de CBS gegevens "Afzet aan installateurs" minus het "nieuwe vermogen" per jaar. Het "nieuwe vermogen" is afgeleid uit de eindejaars accumulatie gegevens in separate tabellen in de CBS rapporten. Let op dat de Y-schaal ditmaal in kWp is weergegeven. De resterende "overschotten boven de 0" kunnen beschouwd worden als (combinaties van): (a) "magazijn opslag groothandel" dan wel (b) "magazijn opslag bij installatiebedrijven", (c) volgens CBS te beschouwen "verwijderde bestaande capaciteit" (NB: niet gemeten maar "aangenomen"). In 2010 is er een "behoorlijk" positief verschil van zo'n 225 kWp tussen de twee opgegeven data sets. Er is in dat jaar ook een aanzienlijke hoeveelheid modules geëxporteerd (en dus beslist nog meer geïmporteerd, zie Fig. 7), dus bij de opgegeven afzet hoeveelheden cq. de uit het verschil te vermoeden "magazijn voorraden" kan er beslist een hoop "ruis" ontstaan.

^^^
Hoeveel PV-modules er op enig moment in Nederlandse magazijnen staan opgeslagen, en wat de impact daarvan is op de nationale CBS statistieken over de "afzet aan installateurs danwel eindverbruikers" blijft een raadsel en een zaak van veel natte vinger werk. Zolang niet keihard middels een degelijk kWh incentive regime voor alle zonnepanelen eigenaren (dus ook de geschatte 87,7 MWp totaal CBS - 29,4 gecertificeerd CertiQ = 58,3 MWp "niet gecertificeerde" PV-installaties, eind 2010) nauwkeurige, goed gedocumenteerde capaciteit cijfers beschikbaar zijn, blijft het gedesoriënteerd zwemmen in mist met de marktontwikkeling in Nederland.

Foto genomen tijdens bezoek bij een actief installatiebedrijf van zonnepanelen door Polder PV, voorjaar 2011.

In grafiek CBS 5 zouden "tekorten onder de 0" een indicatie kunnen zijn dat geïnstalleerde modules niet zijn verkregen via installateurs, systeemhuizen of groothandels bekend bij het CBS of hun data verstrekkers. Noot: lang niet alle aanbieders op de Nederlandse markt (inmiddels al tegen de 350, vaak kleine bedrijfjes die vechten om marktaandeel) zijn lid van de branche organisatie Holland Solar. In 2003 en in 2008 is er op basis van dit aftrek sommetje een fors verschil van rond de 50 kWp in de min zichtbaar voor de belangrijkste categorie ("netgekoppeld overig"). Dit kan het gevolg zijn van parallelle module import door eindverbruikers, onwaarschijnlijk omdat hun activiteiten (voorzover bekend bij Polder PV) niet bekend kunnen zijn bij of getraceerd worden door H.S./CBS. Of door installateurs die handelen in "grijze" producten. Zelfs energiebedrijven (oranje kolommen) leken soms meer capaciteit te installeren dan er daadwerkelijk aan hen was "afgezet", met name in 2007. Dit kan ook het gevolg zijn van een netto effect van het installeren van nog in het magazijn liggende module voorraden in een periode dat de nationale markt vrijwel dood was en de enige activiteit in de branche zo'n beetje het inkopen en weer verkopen van/naar het buitenland leek te zijn (2004 tot de tweede helft van 2008, daarna echter in verhevigde mate gecontinueerd en uitgebreid).

Let verder op de ogenschijnlijk grote positieve surplus (magazijn voorraden?) van autonome PV capaciteit (blauwe kolommen). Een verklaring kan niet worden gegeven voor deze - voor de kleine Nederlandse markt - opvallend hoge cijfers.


6

Fig. CBS 6. "Productie". Misschien wel een van de meest "schandalige" grafieken in deze sectie. CBS noemt ook nog vier andere data voor PV in Nederland, waarvoor slechts een hierboven is getoond (omdat de vier data "sets" direct van elkaar afhangen): elektriciteitsproductie van de geaccumuleerde PV capaciteit weergegeven in de eerdere grafieken (in Gigawattuur, GWh = 1.000 MWh = 1 mln kWh, zie grafiek = schatting, geen meting), het daar uit afgeleide (veronderstelde) "bruto eindverbruik" in terajoule (1 TJ = 1.000 GJ = 1 mln MJ; 1 kWh = 3,6 MJ), idem, het "vermeden" verbruik van fossiele (feitelijk ook nucleaire) primaire energie (wederom in terajoule), en, idem, de "vermeden" CO2 (eq.) emissies, vooral komend van de gas- en kolen-gestookte centrales in Nederland (in kiloton). De laatste data voor 2012 (vermeend definitieve cijfers) zijn gewijzigd t.o.v. die in tabel 5.1.1 "Zonnestroom" in het CBS HE rapport over 2012 (p. 48, rapport van augustus 2013). De productie data zijn te vinden in deze StatLine tabel (update 25 februari 2014). Er is ook nog een andere tabel met cijfers "achter de komma", maar dat is een schijn-nauwkeurigheid, omdat er niks wordt gemeten, maar slechts "berekend". In Fig. 6 geef ik de vermeende (u mag ook lezen: uit de duim gezogen) "productie" van de geaccumuleerde capaciteit weer zoals CBS dat opgeeft.

254 GWh (was vóór de capaciteit update van 18 nov. 2014 nog 236 GWh) veronderstelde productie van zonnestroom in 2012 in Nederland zou het equivalent zijn van het verbruik van 78.154 huishoudens die op jaarbasis een gemiddeld stroomverbruik zouden hebben van 3.250 kWh (StatLine data, laatst beschikbaar voor het jaar 2011))

Dit zijn echter hoogst dubieuze data, omdat de productie voor de meeste installaties*** niet wordt gemeten, maar juist wordt "berekend". Lees: geschat...! En voor deze berekeningen gebruikte CBS (zoals het al vele jaren doet) absurde basis data, genoemd op p. 50 van het CBS rapport voor 2012. Data die komen uit het "Protocol Monitoring Duurzame Energie" uit 2010 (wordt inmiddels herzien). Deze data zijn: (1) netgekoppelde PV systemen zouden slechts "700 kWh per kW vermogen aan het eind van het jaar geaccumueerd" per jaar produceren, en (2) autonome PV installaties "400 kWh per kW vermogen" per jaar. Daarbij wordt nergens rekening gehouden met grote fluctuaties van afzet tussen maanden onderling, en er is niets bekend over de dynamiek van de afzet gedurende het hele jaar.

*** Eind 2012 zou er volgens het gereviseerde jaaroverzicht van TenneT dochter CertiQ zo'n 75,8 MWp aan gecertificeerde - netgekoppelde - PV installaties zijn geaccumuleerd (waarvan trouwens slechts 1 meterstand per jaar wordt doorgegeven, op een willekeurig, door de netbeheerder vastgesteld tijdstip...). De totale accumulatie van PV-systeem capaciteit was volgens de laatste CBS cijfers het eind van dat jaar 340 MWp, waarvan ruim 5 MWp autonoom / niet aan het net gekoppeld zou zijn. Dat betekent, bij aanname van "correcte" cijfers van beide instanties voor de opgestelde capaciteit, dat van een volume van 264 MWp (ongeveer 78% van het totaal aan PV-installaties) niets (centraal/bij CBS) bekend was van de fysieke productie. In 2013 is die situatie nog dramatisch veel slechter geworden, omdat een zeer groot volume extra is gerealiseerd in dat jaar, waarvan slechts een zeer bescheiden aandeel nieuwe SDE installaties bekend bij CertiQ.

Ik heb in ieder geval al jaren serieuze bezwaren tegen de door het CBS bij elkaar gefantaseerde "fundamentele" productie data (die in de pers blind en volslagen kritiekloos worden overgenomen!), en dat is de reden dat de "waarden" van het CBS in bovenstaande fantasie grafiek grijs gearceerd zijn weergegeven. Zelfs al zou je ze niet als "serieuze productie data" beschouwen, deze aannames horen gewoon niet thuis in een "harde cijfers rapporterend" statistisch overzicht - zeker niet in een zogenaamd "serieus" nationaal rapport! Ik kan dat - al vele jaren lang - aannemelijk maken omdat mijn compleet achterhaalde, antieke, suboptimale netgekoppelde multikristallijne PV systeem gemiddeld genomen al vanaf de start van de productie begin deze eeuw tussen de 900 en 950 kWh/kWp per jaar produceert (in de zonnige kuststrook). En er veel andere systemen in Nederland zijn die minstens 800-900 kWh/kWp opleveren, in de kustgebieden en in regio als Friesland zelfs bij optimale systemen zo veel als (of incidenteel meer dan) 1.000 kWh/kWp per jaar. Daar hoeft je zelfs niet eens een pal zuid georiënteerde installatie voor te hebben; het ZO gerichte SDE 2009 systeem van Heida bij Lelystad (bepaald niet de hoogste instralingszone) produceerde in 2011 ook 1.000 kWh/kWp.jaar. Over de jaren 2008-2011 is er in België fysiek gemiddeld genomen tussen de 950-1.000 kWh/kWp.jaar gemeten. Een reden waarom Apere hun referentie opbrengst voor optimaal opgestelde zonnestroom installaties in België op 950 heeft gezet, waar hij lang tijd slechts 850 is geweest ("achterhaald", referentie opbrengst dus 12% hoger)...

Een ondubbelzinnige methodiek om van "niet het hele jaar aan het net gekoppelde installaties" plus de wel dat hele jaar productie draaiende systemen een "totaalplaatje" te maken is er niet. En bij afwezigheid van nauwkeurige marktdata is dat ook helemaal niet te geven. Van de totaal geaccumueerde (deels slechts een deel van het jaar producerende) eindejaarscapaciteit" een kWh/kWp opbrengst weergeven is dubieus, en kan op flinke kritiek stuiten.

In Duitsland rekenen de ÜNB's voor hun korte termijn prognoses al jaren met hoge specifieke opbrengsten voor individuele systemen (die ook gemiddeld genomen worden gehaald, en dat met alle, inclusief de suboptimaal opgestelde systemen). In het verslag ter bepaling van de EEG Umlage voor 2013 (PPV analyse) was dat voor Duitsland gemiddeld 966 kWh/kWp.jaar (is afhankelijk van de regionale instraling - het hoogste in Bayern en Baden-Württemberg, het laagste in west-centraal Duitsland). Nederland heeft gemiddeld genomen een instraling vergelijkbaar aan de buurlanden, met bovendien een zeer brede kuststrook met een hoge bevolkingsdichtheid (Randstad - met hoog potentieel aan toepassing PV) als "hoge instralingszone". Maar CBS, waar bij mijn weten geen instralingsmeters staan, blijft nog steeds met een volslagen bezopen 700 kWh/kWp.jaar afschatten voor alle capaciteit in ons land, anno het Jaar des Heeren 2012...

Het al antieke SenterNovem "ken"getal van 700 voor netgekoppelde systemen is volkomen achterhaald om dat "van toepassing te laten verklaren op de gehele PV populatie in Nederland". Waarvan een aanzienlijk gedeelte, minimaal 86%, van begin 2007 tm. einde 2012 is gebouwd, en 84% van het totale volume van begin 2009 tm. einde 2012. Ergo: nog geen 4 jaar oud. Het is veel te laag, waarmee elke aanname van "berekende opbrengst" tot een farce wordt en de productie "resultaten" van het CBS hoogst fragenswürdig (lees: stelselmatig, structureel, en al jaren lang veel te laag). Zeker voor PV-installaties die in de laatste jaren zijn - of nog worden opgeleverd. En zeker niet te gebruiken als een "betrouwbare" maat in vergelijkingen met de harde, fysiek geijkt en gecertificeerd gemeten zonnestroom productie data van andere landen... In november heb ik een verzoek gedaan aan Agentschap NL om realistischer (veel hogere) specifieke opbrengsten te gaan hanteren voor netgekoppelde installaties in Nederland, n.a.v. een update van het Protocol Monitoring "Hernieuwbare" Energie.

^^^
"Murky waters and lots of fog". Zo zou je de "nationale statistieken" van de geaccumuleerde capaciteit (laat staan de vermeende "energie opbrengst") van de zonnestroom installaties in Nederland kunnen typeren. Onze statistieken blijven vage, oncontroleerbare, en met talloze vraagtekens omgeven bagger waar geen enkel betrouwbaar beleid aan ontleend kan noch mag worden. Betrouwbaar beleid rond PV is in Nederland sowieso nooit aanwezig geweest (dus in dat opzicht passen onze nationale "statistieken" dus wel goed...).

Mistflarden boven De Zijl voor het beroemde, en al zo'n beetje tot de prehistorie (bouw: 1977!) behorende Zonnewende PV project op het Zonlichtpad in de Merenwijk van mijn woonplaats Leiden. Dat was ooit gestart als een blok huizen met een grote thermisch zonne-energie installatie (voor zowel tapwater als ruimteverwarming, een van de eerste in Nederland), heeft talloze problemen met lekkages gekend, en is begin negentiger jaren tijdens een omvangrijke renovatie omgebouwd tot een BIPV systeem met geïntegreerde PV-modules op de ZZO gerichte façades.

Een onschuldig voorbijganger zou hier 6 woningen tot de nationale statistieken kunnen rekenen, niet wetend van de fysieke realiteit daar. Mis! Een van de woningen heeft (volgens projectbureau Ecofys vanwege "kostprijs redenen") een compleet vervangen façade met louter DUMMY panelen die natuurlijk niets opbrengen aan hernieuwbare elektriciteit. Het PV project - met de bekende Shell Solar producten - zou volgens Ecofys 11,5 kWp omvatten. Per woning (5 van 6 stuks) dus slechts 2,3 kWp.

NB: op een van de dakkapellen is (later?) een dubbele plaat hebbende (landscape) thermische zonncollector aangebracht die pal voor de PV-installatie staat en mogelijk nogal wat beschaduwings-effecten veroorzaakt die dramatisch kunnen uitpakken als het betreffende module veld in serie is geschakeld en de zon over het hoogtepunt heen is (de BIPV gevel heeft een nogal ongunstige, steile hellingshoek).

Foto © 2011 Peter J. Segaar / www.polderpv.nl
Genomen vlak voor een dagje wilgen knotten in de Boterhuispolder op 19 november 2011.

Autonoom met vraagtekens
Met betrekking tot autonome systemen: vrijwel niemand weet wat er daadwerkelijk wordt geproduceerd door deze kleine eiland installaties (bijv. voor het vullen van drinkwater bakken voor vee in weilanden), omdat de fysieke energie productie van dat soort kleine systeempjes zelden een aankoop argument is en monitoring bijna altijd achterwege wordt gelaten. Bovendien: deze systemen worden vaak toegepast omdat ze op de markt verkrijgbaar zijn, en zullen in veel gevallen beslist geen fossiel-gebaseerde stroomproductie "vermijden" noch vervangen. Er zal een zeer gedetailleerde specificatie van de verkochte autonome systemen moeten komen, voordat enige "fossiel-vermijdende" kWh productie kan worden geclaimd voor deze systemen. M.a.w., voor de vaak ook zeer kleine autonome PV-installaties zou ik al helemaal geen (met de tong in de wang geschatte) "productie" data willen geven in een "nationaal rapport over hernieuwbaar geachte energie".

"Gelukkig" is autonoom een totaal ondergeschikt segment aan het worden (normaal, in alle netgekoppelde markten), dus de impact van op basis van twijfelachtige aannames aangenomen kengetallen voor die categorie wordt gelukkig ook steeds minder. In het Duitse EEG worden autonome installaties nooit meegenomen in de energie productie cijfers (die daar wel degelijk 100% geldig zijn, omdat voor de vaststelling daarvan alles gecertificeerd wordt bemeten!). Want die productie van autonome systemen wordt daar ook niet (vrijwel nooit) gemeten en is dus door de autoriteiten derhalve dan ook te beschouwen als "non-existent"...

Conclusie "productie" grafiek
Dit alles in aanmerking nemend, uiteindelijk komt er uit dit natte vinger sprookje een veronderstelde geaccumuleerde productie van "100 GWh zonnestroom" voor het jaar 2011 (ook toen "het" nog slechts 90 GWh was, in het jaarrapport, blind overgepend door zo'n beetje alle media die het CBS bericht van 23 augustus 2012 kopieerden). En in het wasdom rijke jaar 2012 zou dat alweer 254 GWh zijn geweest. 154% meer dan in het voorgaande jaar.

Voor 2010 was dat "nog maar" 60 GWh. Daarmee samenhangend: voor vermeden primaire "fossiele energie" wordt voor 2012 een hoeveelheid van 2.170 terajoule gegeven (StatLine). Daarbij moet ook worden opgemerkt dat vanwege "herziene conversie berekeningen" er drie eerdere data onder dat hoofdje licht zijn aangepast door CBS in vergelijking met het jaarrapport 2009. Voor de jaren 2007 tm. 2009 werd het vermeden verbruik van fossiele primaire energie gewijzigd, en dat voor 2007 later nogmaals in de StatLine tabel. De nieuwste "standen" zijn, achtereenvolgens, 309 (2007), 340 (2008), 398 (2009), resp. 508 terajoule (2010). En in 2011 829 TJ. Toename "vermeden primair verbruik" 2011-2012 vanwege zonnestroom productie: 162%.

Het (vermeende) CO2 reductie potentieel voor 2011 zou 56 kiloton zijn (dat is 56.000 ton = 56 miljoen kilogram), gebaseerd op de genoemde geschatte energie productie cijfers, volgens CBS. De 154 kiloton voor 2012 is alweer 175% hoger.

Impact
Zelfs als je die "veronderstelde" 254 GWh voor 2012 als veel te laag beschouwt vanwege hier boven genoemde redenen (uitgangspunt van Polder PV), is dat natuurlijk vrijwel niets op de totale door CBS als "hernieuwbaar" beschouwde energieproductie - een equivalent van 12.579 GWh (nieuwste data in deze StatLine tabel, "genormaliseerd"). Het aandeel van "berekende" zonnestroom is daarin slechts 2% in 2012 (2010: 0,53%; 2011: 0,81%) in die "hernieuwbare" mix. Voor 2013 is er nog niets ingevuld bij CBS. Waarschijnlijk lag de feitelijke totale zonnestroom productie in NL minimaal op een 10 tot mogelijk 20% hoger niveau dan genoemde 254 GWh in 2012, op basis van optimistischer kengetallen en meetdata uit het veld.

Volgens richtlijnen van de EU moet de totale "hernieuwbare" stroomproductie waarde (NL 2012: 12.579 GWh) "genormaliseerd" worden om tijdelijke opvallende fluctuaties in bijvoorbeeld jaarlijkse weersomstandigheden zo goed mogelijk uit te filteren. In een droog jaar is bijvoorbeeld de impact van fors terugvallende hydropower productie (gezien het grote aandeel binnen Europa) hoog. Een windrijk dan wel windarm jaar kan ook forse impact hebben bij hoge penetratie van windturbine vermogen in een land, zoals in Duitsland (33,2 GW vermogen, hoogste aandeel in productie van alle EEG opties in dat land). Dat soort effecten wordt dus op deze wijze geëlimineerd.

In 2010 was het effect op het aandeel zonnestroom daardoor negatief, omdat het genormaliseerde hernieuwbare productie volume daardoor 4,5% hoger kwam te liggen (11.721 i.p.v. 11.216 GWh). Echter, in 2011 was de trend andersom, en werd de 12.340 GWh genormaliseerd omgezet in de berekende waarde 12.008 GWh (2,7% minder). Het aandeel zonnestroom, "100 GWh in Nederland" (volgens CBS), zou daarbinnen nog steeds een uitermate povere 0,83% bedragen. Over een "normalisatie voor zonkracht" heb ik trouwens nog niets vernomen, wat op termijn wel zou moeten als de volumes in de belangrijkste PV-landen echt fors beginnen te worden. Daar kwam de productie in het eerste halfjaar 2012 in Duitsland al in de buurt van de 15 TWh, op jaarbasis (mogelijk al 28,5 TWh) zo'n 285 maal zoveel productie dan "verondersteld" in Nederland...

We mogen ons, afgezien van bovenstaande geknutsel en gefrutsel met detail cijfertjes, voor de werkelijke "realisatie" van PV-capaciteit in Nederland absoluut niet op de borst kloppen. We moeten zelfs met het schaamrood op de kaken in de hoek gaan staan, met een theedoek over ons hoofd. Zeker als we daarbij in aanmerking nemen dat Nederland al lange tijd aan het "experimenteren" is met deze fascinerende techniek.

Voetnoot EurObserv'ER
NB! EurObserv'ER claimde in hun - voorlopige - cijfers voor 2010 dat Nederland destijds 70 GWh aan zonnestroom geproduceerd zou kunnen hebben (17% meer dan de CBS schatting). De bijgeplaatste capaciteit in 2010 werd echter ook veel hoger ingeschat (29,4 MWp EurObserv'ER in vergelijking met 20,7 MWp CBS, maar liefst 42% meer dan de CBS opgave). Volgens het CBS zou die schatting zijn gebaseerd op destijds nog onvoldoende beschikbare informatie over de marktafzet. In tweede instantie moest ECN Beleidsstudies op navraag van Polder PV echter toegeven dat er een blunder was gemaakt: de geaccumuleerde capaciteit bij CertiQ was doorgegeven als "nieuwbouw in 2010", en bovendien werd de toen ook nog niet bekende (bijna 50% van marktvolume) niet gecertificeerde capaciteit als gebruikelijk verzwegen (zie bericht van Polder PV van 12/13 sep. 2011). Voor de meest recente Photovoltaic Barometer van EurObserv'ER, zie hun download pagina.

Zuiderburen bijna vijftien maal zo grote afzet
In Vlaanderen, met een bevolking die 2,7 maal zo klein is dan de Nederlandse, en waar men pas serieus met PV is begonnen in 2006, had in het (VREG) status rapport van 3 december 2012 reeds 992 GWh aan gecertificeerde "Garanties van Oorsprong" (GVO's, 1 GVO staat gelijk aan 1 MWh) voor 2011 ingeboekt (PV, wederom uitsluitend netgekoppeld). Een ruime verdubbeling t.o.v. het voorafgaande jaar (489 GWh in 2010). En een factor 10 maal het geschatte (uit de duim gezogen) volume in Nederland (per hoofd van de bevolking grofweg een factor 27 maal zo veel). Vlaanderen had per 1 januari 2012 ook al ruim 12 maal de netgekoppelde capaciteit gerealiseerd (1,7 GWac, mogelijk zo'n 1,8 GWp DC capacieit) die met veel pijn en moeite in Nederland tot en met eind 2011 is opgebouwd (met ook nog eens twijfels over de uiteindelijk geclaimde plm. 145 MWp netgekoppeld voor ons land). De vraag is of Nederland die achterstand snel zal gaan inhalen nu de Vlaamse markt door heftige ingrepen van overheidswege op een laag brandend pitje is gebracht.


7

Update: 18 november 2013 (CBS op basis van mijn leverancierslijst updates)

Fig. CBS 7. Markt segmentatie. Pas in de update van 20 december 2012 verscheen voor het eerst in de NL geschiedenis een kleine tabel met "marktsegmentatie data" voor de fors bijgestelde geaccumuleerde capaciteit van 145 MWp, eind 2011. Voor 2012 verscheen de eerste segmentatie in de update, door CBS gepubliceerd op 18 november 2013, op basis van mijn (toen alweer verouderde) leverancierslijst. Totalen komen niet standaard uit met de deelcijfer opgaves, vermoedelijk door afrondings-verschillen. Uit de gepresenteerde deel-getallen blijkt kristalhelder dat toepassing van PV bij particulieren, natuurlijk mede "verheftigd" door de per 2 juli 2012 gestarte (op 7 augustus 2013 overtekende) nationale subsidieregeling, dominant is. 2013: 255 van 365 MWp = 70%. Alweer aanzienlijk hoger dan de 59% in 2012. Vervolgens is de "dienstensector" met 45 MWp (12%, was in 2012 nog 18%) een groot segment (denk aan talloze scholen en gemeentelijke gebouwen, zoals in Deventer en Amsterdam). Gevolgd door de agrarische sector / landbouw (40 MWp, 11%, ongeveer even hoog als in 2012), waar vele boerenschuren met grote daken met smart wachten op bedekking met zonnepanelen. Pas in vierde instantie komen de energiebedrijven die voor een fors gedeelte nog op oude lauweren berusten (Floriade dak Vijfhuizen, Ecopark Waalwijk, WLD Delft, etc., met slechts 15 MWp - nog geen 4%, relatief qua aandeel bezien een halvering t.o.v. de 8% in 2012). Hekkensluiters zijn de industrie (6 MWp, weliswaar in absolute zin een verdubbeling t.o.v. 2012, maar slechts 1,6% van totaal in 2013) resp. de - oerconservatieve? - bouwwereld (4 MWp, ook "verdubbeling" t.o.v. 2012 in absolute termen, maar slechts 1,1% van totaal in 2013).

N.a.v. de uitleg bij de daartoe gepubliceerde "maatwerk tabel" en een telefoongesprek met CBS in 2012 blijken deze gegevens te zijn ontleend aan de volgende informatiebronnen:

  • CertiQ m.b.t. gecertificeerde zonnestroom capaciteit. NB, met de laatst mij bekende cijfers komt dat neer op het volgende. 54,354 MWp, dat is slechts ruim 37% van totale accumulatie, 145 MWp, eind 2011. Met de laatst bekende CertiQ cijfers voor eind 2012, 75,772 MWp, is dat zelfs nog maar minder dan 21% van de totale accumulatie, 365 MWp ("voorlopig eindcijfer CBS") geworden. 2013 zal een nog veel sterker negatief effect op dat al bleekjes wordende CertiQ aandeel gaan geven. Eind november van dat jaar stond er nog maar 88,2 MWp bij CertiQ in de boeken. Het schiet dus bepaald niet op...

  • Agentschap NL over "gesubsidieerde zonnestroom". Daarbij is gebruik gemaakt van "micro-informatie" over de MEP regeling (Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie), de SDE regeling (Stimuleringsregeling Duurzame Energie), en de EIA regeling (Energie-investeringsaftrek, alleen voor bedrijven).

CBS waarschuwt bij deze opzet wel dat er dubbelingen kunnen ontstaan (bijv. zowel MEP of SDE subsidie ontvangen als EIA voor een en hetzelfde project). Dit is deels afgevangen door lijsten te vergelijken op postcode en aldus opgespoorde dubbelingen te elimineren. Daarbij wordt ook aangenomen dat alle panelen die niet terug te vinden zijn bij Agentschap NL of CertiQ bij huishoudens zouden staan. CBS geeft direct toe dat die aanname niet "helemaal klopt" omdat er ook bedrijven zijn die subsidieloos PV-systemen op hun daken laten schroeven (die komen er steeds meer). Dit resulteert in een onderschatting van het aandeel PV-installaties bij bedrijven.

Ook zal het voorkomen dat niet alle dubbelingen m.b.t. de EIA en MEP/SDE lijsten eruit zijn gehaald, wat weer resulteert in een overschatting van het aandeel PV-capaciteit bij bedrijven.

Bovenstaande in overweging nemend, concludeert CBS dat de verdeling naar sectoren "niet heel exact" is. Maar dat deze wel "voldoende nauwkeurig" zou zijn "voor een beeld op hoofdlijnen".

Voor de eerste 2 pogingen (2011-2012) lijkt deze geslaagd. De toekomst zal mogelijk uitwijzen of de verdeling ook "correct" blijkt te zijn dan wel of het een goede benadering is.

Voor verdere inhoudelijke besprekingen van de "maatwerktabel" die CBS heeft gemaakt, zie mijn bericht van 23 december 2012 voor 2011. Voor meer details over het jaar 2012, zie het artikel van 18 november 2013.


8

Fig. CBS 8. Mysterieuze handel. Een tale-telling grafiek. Waar Nederland extreem slecht blijkt te zijn in het degelijk, betrouwbaar, op de lange termijn gefocust, hartverwarmend, en constructief "stimuleren" van de eigen PV-markt, is het slecht toeven voor systeemleveranciers en installateurs. Ze konden zich na het 2003/2004 debâcle uitsluitend overeind houden door dan maar de ogen op het zéér lucratieve buitenland te richten. En wat voor oerhollandse "kwaliteit" kwam daar al ras bovendrijven? Juist ja, de VOC mentaliteit, handel drijven. Import en export van modules werd de business-case voor veel bedrijven in Nederland. En dat blijkt, gezien de aanzienlijke groei van de blauwe kolommen, de export van PV-modules, volgens CBS in 2011 ver boven het totale in eigen land geplaatste volume (Fig. 4), een zeer smakelijke (lees: goede omzet genererende) bron van inkomsten te zijn. Er was volgens CBS in totaal (autonoom inclusief) slechts 145 MWp geaccumuleerd eind vorig jaar (sinds de eerste schreden in de vorige eeuw). Maar er werd alleen al in dat lucratieve jaar 2011 een volume van 187,9 MWp aan modules geëxporteerd (!). Een stijging van 60% t.o.v. de geëxporteerde capaciteit in het ook al opvallende jaar 2010...

Hoogst curieus is dat het in het HE rapport gemelde export cijfer van 187,872 MWp, niet meer is opgenomen in de StatLine update met de handelsgegevens m.b.t. zonnestroom van 20 december 2012. In die tabel staat nu een "punt" onder 2011, wat betekent dat de "gegevens ontbreken"... Polder PV vermoedt dat dit te maken heeft met de verpletterende lijst met ruim 300 leveranciers die hij op 3 oktober 2012 naar het CBS heeft gestuurd, die mogelijk ook nog niet uitgewerkte impact zou kunnen gaan hebben op die exportcijfers voor dat jaar...

De geëxporteerde modules waren natuurlijk niet in betekenisvolle volumes afkomstig van het in het voorjaar van 2012 failliet gegane Solar Modules Nederland in Kerkrade (restanten zouden zijn ondergebracht zijn bij Alinement), of van Scheuten Solar (standaard module productie in het Duitse Gelsenkirchen, bedrijf na dreigend faillissement inmiddels grotendeels in Chinese handen, Aiko Solar). Of van de kleine producent Ubbink in het Gelderse Doesburg. De grootste hoeveelheid zonnepanelen kwam natuurlijk ook, toen al spotgoedkoop, uit China, en gingen na aftrek van leuke marges weer voor het grootste deel naar afnemers of projecten in het lucratieve buitenland toe, zoals België, Italië, Frankrijk, Engeland...

Ook tekenend is dat het gros van de ongetwijfeld rode oortjes genererende cijfers niet (meer) bekend worden gemaakt door het CBS. Want u kunt op uw klompen aanvoelen dat de onherroepelijk en nauw aan de exportcijfers te relateren, fors toegenomen "import" (groene kolommen, slechts bekend gemaakt tm. 2006, daarna een mysterie) bedrijfsgevoelige informatie betreft. Die gegarandeerd dezelfde, inmiddels zeer sterk toegenomen trend zal vertonen als wel bekend (gemaakt) in die eerste jaren. Het is ook niet voor niets dat de kolom "tussenhandel" (grijs) vanaf 2006 leeg is gelaten. Den Haag zou eens te weten komen hoeveel er aan dat spul wordt verdiend, na aftrek van alle kosten export minus import. Het verschil tussen "groen" en "blauw" is het restantje wat, na nog wat onderling geschuif met containers met modules (mogelijk deels nog uit bestaande voorraden), afgezet "kon" worden op de eigen, microscopische Nederlandse markt. CBS verklaart de "kruisjes" ("x") in de originele datavelden in de uitleg als "x : geheim; het CBS heeft hier wel cijfers over maar kan deze om geheimhoudingsredenen niet publiceren".

Als we voor de enige bekende "import" cijfers, van 2004-2006 uit zouden gaan, en een "gemiddelde import/export ratio" berekenen, komen we uit op een factor van ongeveer 1,2 (zeg maar: tegenover 12 modules import staan 10 modules export, waarbij u niet gek moet staan te kijken dat het grotendeels dezelfde zonnepanelen betreft). Passen we die "oude" ratio toe op het 2011 export cijfer van 187,9 MWp (volgens HE rapport in augustus 2012), zou dat kunnen betekenen dat er al een fors volume van zo'n 225 MWp geïmporteerd zou kunnen zijn geweest in 2011. Dat zou al bijna een factor vier maal het in Nederland zelf afgezette volume (58,5 MWp) zijn geweest (als alle cijfers zouden kloppen)... En het zou maximaal een factor 23 en minimaal een factor 16 zijn geweest t.o.v. de gesuggereerde, uit China geïmporteerde afzet voor Wijwillenzon in dat jaar (Minnesma in Energeia begin dat jaar: 10 tot zelfs 13-14 MWp). Zelfs meer als die 10 MWp niet is gehaald, waar enkele aanwijzingen voor zijn.

U moet ook niet verbaasd zijn als zou blijken dat de import volumes nog veel hoger zijn geweest, want ook toen al werd mijn mailbox regelmatig "geplaagd" door aanbiedingen van een hele reeks van zonnepanelen verkopers die al lang in Rotterdam (en Antwerpen, en Hamburg, en Felixstowe, ...) containers vol PV-modules klaar hadden staan die zo konden worden afgehaald "voor een prikkie". Of er waren alweer de nodige scheepsladingen onderweg...

"Radar" licht klein puntje van sluier op?
In de "Radar" rapportage van CBS (juni 2012) zijn er wel een paar getallen te vinden die iets meer zeggen over de omvang van de import en export. In tabel 3.6 staat dat in 2009 door de hele "solar" sector er voor 225 miljoen Euro aan hardware zou zijn geïmporteerd (175 mln gespecialiseerde bedrijven, 50 mln niet-gespecialiseerde bedrijven). Daarvan zal het merendeel zonnestroom apparatuur (met name zonnepanelen en omvormers) moeten hebben betroffen, gezien de verhoudingen op de afzetmarkt. Hoeveel is echter erg lastig te bepalen, als er geen verdere details worden gegeven.

Voor de goede orde: op basis van de internationaal vastgestelde PVX prijsontwikkeling (groothandel inkoop prijs van Sologico bij Solarserver.de) wordt duidelijk dat de gemiddelde prijs in de laatste drie kwartalen van 2009 (beschikbare data: mei-dec. 2009) voor kristallijne Chinese modules, toen al razend populair, EUR 1,84/Wp was. Als we van het hierboven vermelde theoretisch veronderstelde volume van 225 MWp import zouden uitgaan in dat jaar, zou dat grofweg, zonder kortingen, met deze groothandelsprijs zo'n 414 miljoen Euro hebben gekost. Zelfs met een aardige groothandels-korting wringt daar dus een hele grote schoen, want dan wordt er verder geen rekening gehouden met import van omvormers (beslist niet alle omvormers zullen van het Nederlandse Mastervolt zijn betrokken, verre van, zelfs), zonnecollectoren, (ook al Chinese) vacuumbuizen, etc. Hier moeten dus veel meer harde getallen van op tafel gaan komen om daar duidelijkheid in te krijgen...

Wat de export betreft voor "solar": daarvoor wordt 313 miljoen Euro opgegeven (213 mln gespecialiseerde, 100 mln niet gespecialiseerde bedrijven). CBS gaf voor 2009 voor "export zonnepanelen" uiteindelijk ruim 72 miljoen Euro op (zie verder). De "Radar" studie claimt dat met name "re-exports" van groothandelaren rond Rotterdam verantwoordelijk zouden zijn voor het feit dat de export van "solar" harder lijkt te groeien dan de import. Ergo: handel / doorvoer als primaire driver, en, in die jaren, beslist geen zeer significante afzet in Nederland zelf. Er wordt zelfs expliciet gesteld: "Trade is thus an important feature of the SES in the Netherlands". Er is sinds de Gouden Eeuw helemaal niets veranderd in onze kruideniers-natie...

Als dat specifieke getal van 72 mln Euro export ook in dat "Radar" bedrag van 313 mln Euro zit, is er verder heel wat andere "solar" hardware naar het buitenland gegaan. Het is bekend dat Nederlands meest significante omvormer producent Mastervolt een fors deel van hun omzet in het buitenland heeft, dus daar zou een aardig deel van de rest van het bedrag in kunnen zitten. Maar omdat in de "Radar" studie ook bedrijven als Tempress, Smit-Ovens, OTB Solar, e.d. zijn opgenomen, is het waarschijnlijker dat een aanzienlijk deel van de dure hardware die dat soort basis-spelers levert, een substantieel deel van de rest van het export volume heeft geclaimd (met name het deel voor "gespecialiseerde" bedrijven in de zonne-energie sector).

Forse wijzigingen
De opgegeven volumes kunnen blijkbaar ook nog eens later fors worden bijgesteld. Zo werd in het 12 mei 2009 CBS rapport voor alleen PV 58 MWp export voor het jaar 2008 gepubliceerd; later werd het 65 MWp (CBS jaar rapport 2009: 64,898 MWp export). 7 MWp (12%) meer dan het oorspronkelijk gemelde volume. De StatLine update van 30 juni 2011, en het CBS 2010 jaaroverzicht vermeldden echter 64,089 MWp voor 2008, dat is weer 809 kWp minder. De grootste wijziging betreft echter de export voor het jaar 2009. Stond in het CBS jaar rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2009" nog een spectaculair uitvoer volume van 127.419 kWp vermeld, is dat in de 30 juni 2011 update van StatLine en het CBS 2010 jaaroverzicht opeens dramatisch omlaag bijgesteld naar slechts 72.493 kWp. Dat is 54,9 MWp of 43% minder dan oorspronkelijk opgegeven! Daarbij staat letterlijk in het toelichtingen blad bij de StatLine update van eind juni 2011:

"Er zijn in 2008 en 2009 correcties doorgevoerd met betrekking tot de export van zonnepanelen. Een gedeelte van de eerder gerapporteerde export bleek wel in eigendom te zijn geweest van Nederlandse bedrijven, maar niet de landsgrenzen gepasseerd.

Ook de omzet en werkgelegenheid zijn gecorrigeerd. De afzet van panelen op de binnenlandse markt is niet veranderd."

Bron: Omschrijving bij CBS/StatLine publicatie "Zonnestroomsystemen; handel in panelen, werkgelegenheid en omzet" van 30 juni 2011.

Vermoedelijk werden daarbij dus aanvankelijk opgaves gedaan voor - mogelijk tot waarschijnlijk - in het buitenland te realiseren PV-projecten. Die daar de hernieuwbare stroom mix zullen opkrikken en de nationale CO2 balans positief zullen beïnvloeden, op kosten van de buitenlandse - niet de Nederlandse - stroom afnemers. Waarbij de mogelijkerwijs wel degelijk geïmporteerde PV modules (in theorie zelfs voor een relatief belangrijke speler als Scheuten Solar, aangezien hun meest gebruikte, standaard kristallijne Multisol® modules in het Duitse Gelsenkirchen werden geproduceerd, en dus mogelijk via het hoofdkantoor in Venlo, NL geïmporteerd...) blijkbaar al in de boeken als (weer) "geëxporteerd" stonden genoteerd. Het is duidelijk dat hier grote fouten mee kunnen worden gemaakt als er niet grondig door accountants wordt gecontroleerd en dubbeltellingen worden uitgesloten.

Vooral de resultaten voor 2010 en 2011 laten zien hoe hard de export lijkt te zijn toegenomen (en dus ongetwijfeld ook de helaas niet getoonde of betrouwbaar cijfermatig te reconstrueren import): YOY groeipercentages van 62 resp. 60%. Omdat slechts in de orde grootte van 58 MWp daadwerkelijk in het eigen, arme land zou zijn "geplaatst" in 2011 volgens het CBS (Fig. 1), is het duidelijk dat het handelskanaal import/export veel lucratiever is voor de betrokken ondernemingen. Helaas uit noodzaak, vanwege het feit dat Nederland nooit een volwaardig, robuust, en stabiel incentive regime voor de eigen markt ontwikkeling- en afzet heeft gekend. En van de ene prutsregeling in de ander is vervallen door Haags geneuzel, voortdurend amateurisme, en grootschalige sabotage en hartverscheurend ontmoedigingsbeleid van/door fossiele lobbies, energie holdings, en, vergeet die vooral niet, EZ/EL&I, de netbeheerders en NMa.

De vrij matige toename van de export in 2009 (t.o.v. 2008) zou doen vermoeden dat de meeste Nederlandse bedrijven die het vaderland er hoogstens "bij" deden, maar die al in dat jaar zeer actief waren op de Belgische (met name Vlaamse) markt (waar de roomboter en de hagelslag op de oudbakken 'ollandse boterham feitelijk werden verdiend), de door hen getrokken projecten daar mogelijk zelfs direct vanuit het buitenland hebben laten beleveren met modules zonder dat die zonnepanelen (ooit) een Nederlandse grens hebben gezien. Indien dat inderdaad het geval zou zijn (geweest), zou dat betekenen dat ze zelfs helemaal niet in de CBS statistieken zouden "mogen" voorkomen. Hier is nog wel het e.e.a. aan opheldering te verwachten hoe die "export" cijfers precies tot stand komen. Daarom is het ook zo'n fundamenteel gemis dat de "import" en "tussenhandel" cijfers (en de toelichting daarbij) totaal ontbreken, wat de door mij gemaakte grafiek eigenlijk grotendeels waardeloos maakt, behalve dan voor het mogelijk onterecht op de borst kloppende export volume.

Het is ook mogelijk dat bijvoorbeeld grote zonnestroomparken en dak projecten die het Nederlandse Scheuten Solar voortvarend in bijvoorbeeld het zuid-Italiaanse Puglia installeerde, tot dit "handelskanaal" behoren: "import" van hun Multisol® module fabriek in het Duitse Gelsenkirchen via hun hoofdkantoor in Venlo, en "export" van die modules naar (bijvoorbeeld) Italië. Helaas geeft het CBS geen helder uitsluitsel over de ongetwijfeld zeer interessante details van die handelsstromen, en blijven hier dus zoals gebruikelijk op de van slechte en twijfelachtige data voorziene Nederlandse "markt" veel vragen onbeantwoord.


9

NB: nog geen data voor 2011 beschikbaar!

Fig. CBS 9. Omzet & research budget. Net als Figuur 7 een tale-telling grafiek. Helaas ook hier nog geen data voor 2011 beschikbaar (nog steeds niet in de StatLine updates van 20 dec. 2012). De fors toegenomen omzet (blauwe kolommen in miljoenen Euro) bij de Nederlandse PV bedrijven kan slechts voor een beperkt deel aan de eigen "markt" afzet worden toegeschreven. Die omzetten zijn voor het grootste deel te wijten aan de lucratieve handel met, en project ontwikkeling in het buitenland. Wie de eigen afzetmarkt "klein" blijft houden (EZ/EL&I), genereert dit soort bizarre gevolgen. De externe afhankelijkheid van geïmporteerde fossiele energie in de afzetmarkten (PV module kopers/plaatsers) wordt minder, met een wenkend middellange termijn perspectief. De NL handelaars mogen daar een centje van bijverdienen. Maar Slochteren krimpt, en krimpt, en krimpt. Elke dag weer de nodige kostbare gaskuubjes die voor eeuwig verdwijnen. En wat ervoor in de plaats "mag" komen? U mag het zelf verzinnen. Een zéér onrustbarend toekomstperspectief voor de Lage Landers.

Ook in deze grafiek, waarschijnlijk nauw gerelateerd aan de forse wijzigingen in de data voor 2009 in Fig. 7, een aanzienlijke verandering. Want waar het CBS jaar overzicht over 2009 nog over een omzet van 484 miljoen Euro voor 2009 rept, is dat in de StatLine update van juni 2011 en het CBS 2010 jaaroverzicht HE alweer aanzienlijk omlaag bijgesteld naar slechts 332 miljoen Euro, een daling van dik 31%. De wijziging voor 2008 was minder groot: van de oorspronkelijke 413 omlaag naar 408 miljoen Euro. In een keer is daarmee een eerder gesignaleerde jaarlijkse omzet groei (jaar rapport CBS 2009: 413 naar 484 miljoen tussen 2008 en 2009, positieve groei 71 miljoen Euro, 17% t.o.v. 2008) omgezet in een heftige daling van 408 naar 332 miljoen, 76 miljoen Euro minder omzet (18,5%) in het crisisjaar 2009, dan in 2008. "Gelukkig" lijkt die negatieve trend wederom gekeerd in het jaar van de spotgoedkope (en dus interessante, met marges door te verlopen) modules, 2010. Met, als de cijfers nu wel blijken te kloppen, een omzet groei van 159 miljoen Euro (naar € 491 miljoen), een spectaculaire stijging t.o.v. de bijgestelde resultaten van 2009 van maar liefst 48%. Uiteraard blijft dit alles nog steeds weinig zeggen over de eigen (slakkentraag groeiende) PV-markt, wel over de lucratieve handel in zonnepanelen die in 2010 al bijna een half miljard Euro aan omzet opleverde...

De jaarlijkse (YOY) groeicijfers zijn in de grafiek tussen de jaarkolommen in, in donkerblauw weergegeven. Opvallend is in ieder geval dat na enkele jaren behoorlijke groei (mind you: in een relatief zeer kleine PV markt!), deze fors is ingestort in 2009. En dat in het tweede jaar van het lopende "SDE stimulerings-regime". Ook uit deze grafiek wordt derhalve duidelijk dat de SDE totaal niet effectief is om de PV sector (ook in financiële zin) snel en krachtdadig een flinke duw in de rug te geven, en dat het niet vreemd is dat al enige tijd in de wandelgangen volmondig richting Polder PV werd toegegeven dat het meeste geld in de sector in het buitenland werd verdiend (zeker tot en met 2011)...

Dit wordt bevestigd in het CBS jaaroverzicht 2010, op pagina 56. Daar staat zelfs gemeld dat "ongeveer 85 procent van de afzet van 2010 naar het buitenland gaat". Daarbij wordt klaarblijkelijk het importeren van modules (of: "zonnestroom systemen", dus incl. omvormers, bekabeling en opbouw materialen) en 85% van het volume daarvan "verkopen aan" dan wel "plaatsen in" het buitenland als "afzet" gezien. Het is alleen al uit dit cijfer kristalhelder: de PV-sector in Nederland kon jarenlang alleen overleven met buitenlandse opdrachten, en de nationale markt was zeker tot en met 2010 voor het bedrijfsleven nauwelijks van betekenis. En de geïnformeerde lezer weet echt wel waarom dat zo is: u hoeft alleen maar wat Haagse papierwaren tot u te nemen om dat te begrijpen. Of Polder PV lezen, dat kan ook.

"Radar" gegevens
Uitermate vervelend is dat voor 2011 er nog steeds geen cijfers door CBS zijn gepubliceerd, voor diverse data voor de bedrijfstak. Er wordt verwezen naar de in juni 2012 geopenbaarde "Radar" publicatie van CBS in opdracht van EL&I, die echter enkele magere cijfers over 2009 en - nog minder duidelijk - over 2010 bevat. Helaas wordt, o.a. vanwege vertrouwelijkheids-principes, de omzet niet meer specifiek voor zonnestroom vermeld, maar voor "de gehele" zonne-energie sector ("solar"). Dat wordt tegenwoordig door EL&I als een zogenaamde "Topsector Energie" gezien die ondersteund "mag" worden.

Daarbij wordt onderscheid gemaakt in een "pre-exploitatie fase" (P-SES), en een "exploitatie fase" (E-SES). Gezien de vrijwel onderhoudsvrije aard van zonnestroom, is het niet verbazingwekkend dat in de tabel met die "monitoring en onderhoud" ("exploitatie fase") gegevens voor "solar energy" allemaal nullen staan vermeld... Waarmee deze "Radar" studie impliciet lijkt vast te stellen, dat bij zonne-energie systemen na plaatsing er vrijwel niet meer naar omgekeken wordt cq. "hoeft te worden". Althans: er wordt niet vastgesteld dat daar "arbeid" of "omzet" uit wordt gehaald die ten bate zou mogen komen aan "economische groei". Op zich is dat natuurlijk verder vanuit milieu- en sociaal oogpunt een prettige vaststelling, al zal hij niet helemaal kloppen. Er moet af en toe een omvormer worden uitgewisseld, of een lekkende kraan bij een thermische collector installatie worden gedicht. En er zijn bedrijven die beslist "zonnestroom monitoren bij klanten" (thermisch gebeurt dat zelden, mogelijk alleen bij industriële installaties, die zeer zeldzaam zijn in Nederland). Dat heeft natuurlijk alles met "exploitatie" te maken. Maar klaarblijkelijk zijn die activiteiten niet in die E-SES cijfers terug te vinden...

P-SES zou in 2009 620 miljoen Euro hebben omgezet in 2009 (400 mln door "gespecialiseerde" en 220 mln door "niet-gespecialiseerde" bedrijven), waarbij CBS/StatLine data laten zien dat er in dat jaar slechts 332 mln Euro aan (alleen) de PV-sector (primaire producenten zoals Solland Solar plus alle handelaren, installatiebedrijven, etc.) toegerekend zou zijn (laatste gereviseerde cijfer). Opvallend hoog is het aandeel van de door velen als "klein" beschouwde "solar" sector in de totale omzet in het P-SES segment van de "hernieuwbare energie industrie" in 2009 (3,88 miljard Euro): 16%.

Wat de netto toegevoegde waarde ("gross value added") in 2009 betreft: dat was voor P-SES/"solar" 140 miljoen Euro (12% van totaal P-SES/"hernieuwbaar"). Pikant daarbij is dat daarvan 60 mln aan de "gespecialiseerde" bedrijven werd toegerekend, en 70 mln aan "niet gespecialiseerde" bedrijven. Ten eerste klopt de optelling niet, en het is een teken aan de wand dat de specialisten zo'n beetje de helft van de waardetoevoeging moeten delen met de "niet-specialisten"...

Investeringen
Tot slot, bij de investeringen nog een opvallend punt: "One solar panel producer is responsible for a large part of this growth". Dit kan haast niet anders als Helianthos van Vattenfall/NUON zijn geweest? Want die kondigden op 24 juni 2009 de opening van de (peperdure) proeffabriek voor dunnelaag (amorf Si en mikrokristallijn amorf Si) in Arnhem aan. Waarover echter alweer op 8 september 2011 door hetzelfde NUON doodsklokken werden gebeierd, begin 2012 een openbare veiling werd georganiseerd, waarna op het allerlaatste nippertje, als een duveltje uit een doosje het investeringsvehikel HyET het opnieuw (voor max. 3 jaar, en gekocht voor een prikkie) mocht gaan proberen (bericht 7 mei 2012). Overigens werd die investering "gelumpt" met windenergie in het "Radar" rapport (gespecialiseerde bedrijven: 87 mln Euro geïnvesteerd), klaarblijkelijk om de investeringssom van die "solar panel producer" te verhullen. Die investering van Vattenfall/NUON is gewoon publiekelijk bekend, in totaal werd er 85 miljoen Euro geïnvesteerd, waarvan waarschijnlijk het grootste deel in dat "openings"jaar 2009. Dus waartoe die geheimzinnigheid allemaal dient is me onduidelijk...

Ook werd kort ingegaan op investeringen in de "exploitatie fase", met voorlopige cijfers voor 2009-2010, die waren te relateren aan de ook bij PV-verkopers populaire EIA regeling: 21 resp. 40 miljoen Euro voor "solar panels". Een verdubbeling, wat goed in pas loopt met de gesignaleerde jaarlijkse verdubbeling van de afzetmarkten in talloze landen voor PV. Overigens werd de algemene groei-trend ook als "inhaalrace" gezien na de diepste dip van de economische crisis in 2009.

Research budget
Tegenover de forse omzetten m.b.t. de handel in modules, steken de nationale research budgetten van 3,5 miljoen Euro in 2008, 67% gestegen (geel gekleurde percentages) tot 5,9 miljoen Euro in 2009, maar weer gezakt naar het 2008 niveau in 2010, schril af. Ondanks het feit dat de wonderboys op de research afdeling van ECN fantastisch werk afleveren (ze mochten gelukkig blijven, er zijn echter veel banen verdwenen bij ECN door de samenleving op droog brood zettende elites in Den Haag). Ze doen het - nog steeds - met een fooi, dat mag duidelijk zijn.

Het CBS zegt trouwens niets over die budgetten in hun hernieuwbare energie jaarrapporten. Wel staan die cijfers in het StatLine overzicht "Zonnestroomsystemen; handel in panelen, werkgelegenheid en omzet". Althans: tot en met 2010. In het 2011 rapport nog geen spoor van die data, en ook op de actuele StatLine links niets te zien.

Uit alle magere resultaten blijft een helder beeld naar voren komen: zonnestroom heeft, ondanks een recente opleving (nieuwste speeltje bij EL&I: "Topsector Energie" - Solar) in het geheel geen prioriteit in de Residentie. Sterker nog: de groei van de nationale afzetmarkt blijft tegelijkertijd uit alle macht en op alle fronten massaal tegengewerkt worden. Tegen de uitdrukkelijke wil van een groeiend deel van de bevolking en het bedrijfsleven in. Tijd voor revolutie, dus. Anno 2012 wordt Den Haag bestookt met een spervuur aan eisen om de decentrale revolutie nu eindelijk eens te gaan faciliteren i.p.v. te blijven saboteren. De uitkomsten van dat chaotische proces zijn ongewis.*

* De webmaster van Polder PV denkt niet dat de verkiezingen in september 2012 daartoe de definitieve doorslag zullen geven, het moet immers een systeembreuk gaan worden, en grote partijen (in Nederland) houden daar helemaal niet van, die willen aan de macht blijven. Delen van (energie)macht is voor de gevestigde orde een onverteerbaar concept. Laten we hopen dat PPV ongelijk gaat krijgen, en dat de revolutie in 2012 mag gaan beginnen...

"Radar"
In de op deze pagina genoemde "Radar" studie wordt verder nog een stuk gewijd aan de ontwikkeling van de Research & Development investeringen door het bedrijfsleven zelf. Ook al gezien geheimhoudings-problemen is die informatie vrij summier. Er wordt ook een patent aanvraag grafiek gegeven, waaruit blijkt dat het aantal aanvragen voor de "solar" sectie het hardst is gegroeid (in 2008 zo'n 33 patentaanvragen/jaar, recentere info ontbreekt). Wat niet onlogisch is gezien de zeer snelle ontwikkelingen op het vlak van basistechnologie binnen de PV-industrie bij o.a. ECN, en de solar cluster in Brabant (Solliance). Over de hele linie genomen blijft duurzame energie research in Nederland echter ver achter bij de niveaus in Europa en de wereld, wat ook wordt weerspiegeld in de schrikbarend lage investeringen in technisch onderwijs in ons land. Geen kennis >> geen technische ontwikkeling >> basis van de industrie erodeert >> concurrentie positie verzwakt. En dat nog verergerd door zeer matige marktafzet ondersteuning van overheidswege (om het netjes uit te drukken, u mag het ook extremer stellen, wat dichter bij de waarheid komt).


10

Fig. CBS 10. Tot slot de "werkgelegenheid" (zie ook de opmerkingen verder naar onderen onder het hoofdje "Pikant", en de bespreking van enkele zaken uit het "Radar" rapport). Geen gegevens vóór 2004. En geen harde data voor PV na 2010 (zie "Radar", waar werkgelegenheid cijfers voor 2009 worden besproken, maar binnen een totale "solar cluster" worden verstopt...). StatLine van CBS (updates 20 dec. 2012) geeft (nog) geen cijfers voor 2011...

Het aantal medewerkers bij de research (ik neem aan vooral ECN in Petten, TU Eindhoven/Solliance samenwerking en Universiteit van Nijmegen) is, ondanks de blijvend beroerde marktomstandigheden, gegroeid naar 56 fte in 2009 (witte kolommen, groei 37% t.o.v. 2008). In 2010 kwamen er echter nauwelijks onderzoekers bij volgens CBS (slechts 3 FTE's). Dat kan gaan veranderen nu er een "Topsector Energie" sectie "solar" is opgericht, en er heel wat beweging bij o.a. Solliance in Noord Brabant is te bespeuren (de Belgen doen daar inmiddels ook mee). De verwachting is dat dus ook de research qua fte's zal gaan toenemen.

In de "productie" (lichtblauw) is er in 2008 263 FTE gerealiseerd. Dat zal voor een fors deel mogelijk de helft (?) van het op de NL-Duitse grens gelegen Solland Solar zijn geweest. Wat al direct voer voor discussie oplevert, want eigenlijk dient de helft van die workforce aan Duitsland te worden toegerekend. Het aller grootste gedeelte van het Avantis terrein ligt sowieso op Duits grondgebied... Solland Solar, een paar jaar lang Neer'lands enige commercieel werkende zonnecellen fabrikant, had in 2007 in totaal 210 medewerkers****. Het bedrijf, waarvan het personeelsbestand met onduidelijkheden bleef omgeven, had in augustus 2009 alweer 89 werknemers (het gros "tijdelijke" krachten) op straat moeten zetten wegens extreem zware concurrentie uit Azië, crisis, onwil bij groot aandeelhouder Delta, en tegenvallende productie op een tot 170 MWp uitgebouwde capaciteit. Voormalig eigenaar en atoomboer Delta heeft het bedrijf in de zomer van 2011 "verkocht" voor een onbekende prijs aan het management nadat het al fors had afgeschreven op de jaarrekening. In het persbericht werd daarbij gemeld dat Solland Solar 280 medewerkers zou hebben. In oktober 2011 werden echter alweer 90 mensen op straat gezet.

Begin 2012 werd de standaard productie van H-type zonnecellen van Solland Solar op Avantis verkocht aan een van de grootste afnemers (Pufin Group), waar vervolgens helemaal geen nieuws meer van is vernomen. Er zouden 70 werknemers op Avantis zijn achtergebleven (status anno 2012 onduidelijk). Het SunWeb® platform omvat nog maar een paar mensen die proberen de back-contact cel/module technologie te slijten aan een investeerder. In ieder geval zal de "shake-out" van Solland Solar de allergrootste deuk in de "productie" lijn in bovenstaande grafiek gaan geven.

De enige andere "producent van betekenis" was tot na het Econcern debâcle enige jaren lang Ubbink Solar Modules (de andere tak van Ubbink is omgedoopt in Renusol GmbH) in Doesburg die modules maakte voor o.a. de moeder holding Centrosolar, en die deels werden afgezet aan Ecostream (o.a. verhandeld via het Nederlandse verkoopkanaal BeldeZon). In de aanloop van de verbijsterende aftakeling van de aanvankelijk in "financiële problemen" verkerende, en al snel failliet verklaarde moederholding Econcern (faillissement officieel op 12 juni 2009) werd al een voorschot door Centrosolar genomen: 65 personeelsleden van de moduleproductie in Doesburg werden naar huis gestuurd, daarbij het aantal werkenden in de PV-branche in Nederland nogmaals heftig uitdunnend en de enige (standaard) moduleproductie van betekenis in ons land alweer snel de nek omdraaiend.

Vervolgens is directeur van Laarhoven in Kerkrade met een nieuwe eigen module productie gestart onder de naam Solar Modules Nederland in Kerkrade. Dit initiatief lijkt echter inmiddels ondergebracht te zijn bij de wafer/cellen producent in oprichting Alliance in Limburg.

Ubbink is echter zelfstandig doorgestart en heeft nog steeds een bescheiden productie draaien, waar enkele medewerkers aan productie mogen worden toegerekend (status 2012, nog niet in grafiek zichtbaar). Een deel van de module productie apparatuur erfenis werd te koop aangeboden op een openbare veiling in 2012. Het bedrijf heeft wel in 2011 een opvallende productie lokatie in Kenya geopend, wat hopelijk een belangrijke katalisator zal zijn voor een echte energie revolutie op het Afrikaanse continent. Uiteraard wordt die productie niet aan Nederland toegerekend.

De "standaard" (Multisol®) module productie van Scheuten Solar, een andere grote Nederlandse speler, vond al die jaren niet in Nederland zelf, maar in zijn geheel in Gelsenkirchen (Ruhrgebied NRW, BRD) plaats en dient derhalve ook op het vlak van personele inzet aan Duitsland te worden toegerekend. Die Duitse tak van het bedrijf is (ook) insolvent verklaard, en, net als het hele project gebeuren, uiteindelijk aan het Chinese Aiko Solar verkocht, waarbij de bedoeling schijnt te zijn dat er nog emplooi blijft voor zo'n 40 medewerkers (voor 130 personen is een soort overgangsregeling getroffen). Aiko Solar heeft in Venlo de bestaande kantoorruimte gehuurd. Optisol modules voor in façades worden nog steeds gemaakt in Venlo. Deze tak van het uiteengerafelde Scheuten Solar is overgenomen door het moederbedrijf, Scheuten Groep (evenals de dunnelaag research afdeling voor het Sunrise project).

Verder is er kleinschalige productie van speciale modules zoals Movares ze ontwerpt (koudgebogen glas, o.a. perronkappen Utrecht C.S.). Er zijn voorts nog wat kleine start-ups bezig, waarvan het ambitieuze SunCycle met hun roterende concentrator modules (voor NL toepassing!) beslist in de gaten gehouden moet worden (maar nog geen productie). Maar betekenisvolle volumes zijn verder nog niet gesignaleerd. Ook zijn er enkele leveranciers van zonnestroom systemen in Nederland die eigen stickers op in het buitenland (China) geproduceerde modules plakken, maar dat kun je natuurlijk beslist geen "productie in eigen land" noemen, zelfs al zou je hier bij wijze van spreken een zelf geselecteerde junction box op de achterzijde van een prefab module lijmen... Dit wordt verder nergens in CBS cijfers "benoemd", en de cijfers voor 2011 ontbreken.

Omvormers
Twee andere relevante, structurele "niet-zonnepanelen" spelers met aantoonbaar fysieke productie van eindproducten voor de PV-markt, die echter voor het allergrootste deel in de lucratieve afzetmarkten in het buitenland worden verkocht zijn Mastervolt en ClickFit. Succesvol omvormer fabrikant Mastervolt (Amsterdam) zou in de solar tak van het bedrijf de meeste werknemers hebben.
Door Lako en Beurskens (2010)***** wordt geschat dat er 150 werknemers voor het bedrijf zouden werken waarvan 75 in Nederland.

Daarnaast moet minstens Nedap in Groenlo worden genoemd als omvormer fabrikant (eigenlijk: autonoom systeem concept, met accu opslag). Een nieuw "kid on the block" is Femtogrid (micro-omvormers). Productie medewerker aantallen zijn onbekend. Vaak wordt fysieke productie in Azië uitbesteed, en hoogstens een klein deel van assemblage in Nederland gedaan.

Siemens is, tenslotte, een zeer sterk internationaal gerichte onderneming die grote omvormer stations (meestal voor grote PV-projecten) verkoopt. Maar of daarvoor "productie" in Nederland kan worden toerekend waag ik te betwijfelen.

Andere hardware spelers
ClickFit, die de bekende TÜV gecertificeerde dakrails in toenemende mate verkoopt en grotendeels in sociale werkplaatsen laat vervaardigen in eigen land, is onderdeel van de bekende systeemleverancier Esdec in Deventer. Of deze werknemers van het voor de Nederlandse PV-markt beslist zeer belangrijke en veel verkochte ClickFit wel worden meegenomen in de CBS statistieken is onduidelijk. Er zijn meerdere frame en ondersteunings-constructie bouwers, zoals Energy Holland / Arrowsol, Van der Valk Solar Systems, en kleinere spelers als Aluminiumshop.nl. Daar zal het verder niet om grote aantallen productie medewerkers gaan. En ook daarvan is niet bekend of er productiewerk in het buitenland is uitbesteed.

Het bekende bedrijf OTB Solar is in 2009 aan de Duitse hardware producent Roth & Rau verkocht (die vervolgens weer door het van oorsprong Zwitserse conglomeraat Meyer Burger Group zou worden opgeslokt), het al met een kwart gereduceerde personeel van OTB Solar blijft in Eindhoven werken en "mag" dus nog steeds aan de Nederlandse "markt" worden toegerekend. Of dat ook gebeurt is de vraag (? Research & development in de grafiek ?). Roth & Rau verkeert zoals veel andere producenten in de "basis" industrie in financieel zware omstandigheden.

Er zijn in de loop van 2010 en 2011 nog wat kleine bedrijven in de productie ("maakindustrie") bij gekomen, maar daar zijn na wat eerste persberichten nog weinig structurele activiteiten van vernomen (zie o.a. voorbeeld SolarExcel, die inmiddels begonnen schijnt te zijn). Voor een lijst met dit soort bedrijven, zie het hieronder genoemde rapport van Lako & Beurskens van eind 2010, tabel 4.1 op p. 23.

De bulk van de activiteit in Nederland blijft "handel": import en verkoop of doorverkoop cq. export van PV-eindproducten.

Helaas werden er door CBS géén detail cijfers bekendgemaakt voor de PV-gerelateerde werkgelegenheid in de "productie van complete panelen en onderdelen" in 2009 en 2010, i.t.t. voor 2008. Ik vermoed dat dit te maken heeft met de destijds precaire, zenuwslopende positie van met name "Hollands trots" Solland Solar. Wat het publiceren van deze statistiek tot een weinig zinvolle bezigheid lijkt te maken. CBS beroept zich daarbij met het "x" teken in de tabellen (zowel voor "productie", als voor "overig") op geheimhoudings-clausules. Allemaal leuk en aardig, maar met alleen een "totaal aantal" FTE's in PV (zwarte kolommen in mijn grafiek) blijft de informatievoorziening over deze nog steeds (via SDE en "innovatiefondsen") met belastinggeld ondersteunde sector natuurlijk byzonder pover.

Omrekentruuk
Gelukkig blijkt dat geheimzinnige gedoe met een rekentruuk te omzeilen. Ik heb voor zowel 2009 als voor 2010 de wel weergegeven aantallen FTE's voor "research & development", "verkoop", "installatie", en "engineering en project management bij installatie" (de laatste: zeg maar bedrijven als Siemens en, als dat is uit te splitsen, mensen die vergelijkbaar werk doen bij Oskomera Solar Power Solutions) afgetrokken van het "Totaal" aan werkgelegenheid. En dan houd je voor de som van de met geheimzinnige kruisjes weergegeven categorieën "productie complete panelen en onderdelen" en "overig" de volgende getallen over. Voor 2009 303 FTE's, voor 2010 ... 302 FTE's, dus: stabilisatie, of zo u wilt, stagnatie. Wat natuurlijk niet vreemd is. Het is zeer waarschijnlijk dat de destijds in het persbericht van Delta genoemde 280 mensen bij Solland Solar daar het belangrijkste gedeelte van zijn geweest. Maar als het door Lako & Beurskens voor Mastervolt geschatte contingent van 75 mensen daar bij zou worden opgeteld, zit je al op 355 (als de banen bij Mastervolt voltijds FTE's zouden zijn), wat niet kan kloppen. Wat er dan nog voor de categorie "overig" zou moeten vallen (wat niet binnen de overige 5 categorieën zou horen) is onduidelijk. Ik ga er voorlopig van uit dat de meerderheid van die 302-303 FTE's voornamelijk bij Solland Solar tewerk gesteld moeten zijn geweest in 2009-2010. Maar dat is allemaal historie.

In ieder geval is ook bij deze cijfers weer een hoop troebelheid te verwachten. Alleen al het feit dat zelfs bij een geconstateerde stijging van FTE's in de "verkoop", van 96 (2009) naar 132 (2010) er waarschijnlijk tientallen nieuwe bedrijven met zonnestroom systemen in de aanbieding (beslist niet allemaal met maar 1 werknemer) in 2010 mogelijk niet zijn opgenomen (zie Top50Solar voor een niet uitputtend overzicht), moeten ook bij deze cijfers vraagtekens blijven worden gezet. Polder PV heeft begin 2013 al ruim 400 leveranciers van zonnepanelen en -systemen staan (die functionele websites hebben). Een aanzienlijk gedeelte daarvan zou al in 2010 actief kunnen zijn geweest.

In de grafiek heb ik trouwens alleen "productie" en "research" uitgesplitst. De categorie "overig" bevat het verschil tussen "totaal" minus genoemde twee uitsplitsingen, en is dus ook voor 2009 en 2010 "niet zeker".

Pikant - ECN rapport Lako & Beurskens*****
Lako en Beurskens hebben eind 2010 voor het eerst een serieuze poging gedaan om te inventariseren hoeveel mensen er in de PV-sector werk (zouden) hebben. Ook die ECN studie (ECN-E--10-089) staat echter bomvol gissingen. De auteurs stellen in het abstract zelfs "The data presented is inevitably incomplete and reflects the view of the authors" (hetzelfde geldt trouwens voor de op deze pagina meermaals geciteerde "Radar" studie van CBS). En er wordt een onzekerheid van wel plm. 20% genoemd. De tientallen nieuwe - vaak eenmans - bedrijfjes in de handel met PV modules, andere hardware en installatie worden daar zelfs in het geheel niet genoemd, de enige "systeem leveranciers" die worden opgevoerd zijn IBC Solar (Amstenrade, Limburg), Oskomera Solar Power Solutions (Deurne, NB), Siemens Netherlands (Den Haag, ZH; NB: levert helemaal niet aan particulieren en heeft slechts een paar grote projecten gedaan in NL¤), en SolarTotal (Elst, Gld.).

¤ Siemens kondigde eind oktober 2012 aan dat ze al hun "solar" activiteiten zouden gaan "discontinueren", zoals dat zo mooi heet (bericht 23 okt. 2013).

Bij mijn weten was SolarTotal echter tot dat jaar uitsluitend in het buitenland actief, ondanks vestiging van het hoofdkantoor in Nederland. Het "Gelderse" bedrijf was wel snoeihard gegroeid en zou volgens het Financieele Dagblad van 19 maart 2011 in 2010 de omzet t.o.v. 2009 verdubbeld hebben tot 180 miljoen Euro, en zou het in het voorjaar van 2011 al 450 medewerkers hebben gehad. Waarschijnlijk het overgrote merendeel in het buitenland, waar het zeer actief was. Wat van die heftige cijfers voor SolarTotal in de CBS zonnestroom statistieken is terug te vinden is niet traceerbaar. Het bedrijf werd ondersteund door SET Venture Partners, wat weer beleggingen van atoomboeren Delta en RWE/Essent (beiden 25 miljoen Euro) heeft geïncasseerd: feitelijk politiek afgedwongen bloedgeld voor het langer open houden van EPZ's kernsplijter Borssele. Eind 2011 ging het bedrijf bijna failliet door ernstige missers bij de inschatting van de haalbare afzet in Frankrijk en U.K., werd het door Rabobank gered (70% aandeel verworven), en is het bedrijf door Natuur & Milieu geselecteerd voor hun ZonZoektDak actie (onder het gelegenheids-label Solar Living). Waarbij mogelijk de Yingli Solar modules worden verkocht die tijdens een reisje met Verhagen aan het hoofd in China waren aangekocht en die het bedrijf bijna de kop kostten...¤¤

¤¤ SolarTotal werd in 2012 omgedoopt in Solar Living, nadat Rabobank het bedrijf eind 2011 van een dreigend faillissement redde. Het mocht niet baten. Ondanks 2.200 verkochte PV-installaties via de eerste ZZD actie van Natuur & Milieu, zakte het bedrijf definitief door de poten en werden alle 13 dochters van de holding op 4 december 2012 failliet verklaard in een met talloze onopgeloste vraagtekens omgeven, veelbesproken affaire (bericht 10 december 2012 en andere artikelen op die pagina).

Verder is ook het rapport van Lako en Beurskens een schrijnende en volslagen onterechte onderwaardering van de met zeer actieve bedrijven gevulde markt (zeker 100, mogelijk in 2011 al tegen de 200, medio 2012 zeker 350 bedrijfjes die zonnepanelen en systemen leveren, voor slechts een deel opgenomen in de reeds genoemde Nederlandse Top50Solar). Die niet door hen worden opgevoerd als "werkgelegenheid creatoren". Dus het blijft ook met de cijfers in dit rapport gissen geblazen met mistige aannames.

De meest "pikante" bevindingen van de auteurs zijn, naast een geschatte omzet van 1,025 miljard Euro voor 2009 in de PV-business (NB: fors hoger dan de omzet in de windenergie in windnatie bij uitstek, Nederland, 820 miljoen Euro...!), dat hun onderzoek een totale "workforce" van maar liefst 1.240 werknemers in de PV-business zou onthullen voor 2009. Dat is geen 20 procent, maar zelfs het dubbele van de hoeveelheid waarmee CBS in hun laatste rapportage voor 2010 rekent (622 FTE's)... De auteurs verklaren het verschil (m.b.t. de 588 gegeven in het CBS 2009 jaar rapport) met "The datasets differ with respect to the coverage of the PV industry" en mogelijk verschil van opvatting wat onder "persoon" dan wel "FTE" moet worden verstaan...

In de "Radar" publicatie van CBS (2012) lijkt het er op (1.300 fte's voor PV, 200 extra bij toerekening tijdelijk ingehuurde fte's), dat de opvattingen van Lako & Beurskens worden gedeeld. Al is dat nog niet in harde cijfers op de eigen site cq. de StatLine tabellen zichtbaar gemaakt...

***** Lako, P. & Beurskens, L.W.M. (2010). Socio-economic indicators of renewable energy in 2009. Update of data of turnover and employment of renewable energy companies in the Netherlands. - ECN-E--10-089, dec. 2010 (volgens toelichting/abstract in publications sectie ECN gepubliceerd op 24-01-2011).

"Overig" resp. "totaal"
De relatief opvallende stijging in de categorie "overig" tot en met 2008 (paarse kolommen, verdere gegevens ook helaas weer niet gegeven door CBS) is zeer waarschijnlijk vooral toe te rekenen aan een verbazingwekkend aantal nieuwe "aanbieders" van PV-modules, -systemen en/of attributen die de laatste jaren (vaak uitsluitend of als hoofdactiviteit met webwinkels) de Nederlandse markt hebben betreden. Er is slechts weinig bekend over de meeste nieuwe initiatieven, er komen er bovendien nog steeds erg veel bij. Polder PV duikelt regelmatig nieuwe namen en websites op van leveranciers die zich expliciet op de Nederlandse markt richten (en voert die direct in zijn eigen overzicht toe).

Afgewacht moet worden hoe sterk de business case zal zijn van vele kleine spelers in een weliswaar sterk groeiende, maar nog steeds in veel opzichten beperkte afzetmarkt en toenemende competitie met gevestigde spelers (zeker wat betreft kwaliteit van de dienstverlening, garanties, hardware). Spelers die de Nederlandse "markt" jarenlang tijdens de "Grote Brinkhorst Droogte" overeind hebben gehouden en die nu eindelijk een beetje van hun jarenlange geduld in harde bestellingen zien verzilverd. Tijdens mijn voordracht voor The Solar Future (24 mei 2012) heb ik kort aangestipt dat met de verwachte afzet volumes en het (toen bekende) aantal aanbieders, de omzet marge voor veel kleinere spelers totaal niet interessant zal zijn. En dat in een dynamische bedrijfstak waarin tegelijkertijd hoge inkoop risico's worden gelopen (video bij New Energy.tv).

In zwart tot slot het totaal aantal FTE's wat - door CBS tm. 2010 - tot de PV business werd gerekend, 552 FTE in 2008 (alweer lager dan het cijfer in het CBS rapport voor 2009, 566), slechts 545 in crisis jaar 2009 (was in een eerder CBS rapport nog 588; negatieve groei t.o.v. het nieuwe 2008 cijfer: 1,3%). Het cijfer voor 2010 laat weer groei zien: 622 FTE's, een groei van 14,1% t.o.v. 2009. Zoals gezegd is met name de sectie "verkoop" flink gestegen, van 96 naar 132 FTE's. Dat is 21% van het totaal. Verkopen, daar zijn Hollanders goed in...

In Duitsland waren er volgens een eerste schatting in het EEG-Erfahrungsbericht 2011 (pdf) als gevolg van de uitvoering van de EEG wet, in 2010 reeds 107.800 mensen werkzaam in alleen de zonnestroom branche ("Stromerzeugung aus solarer Strahlungsenergie" - wordt ook CSP toe gerekend, maar dat is vooralsnog een zeer klein, ondergeschikt segment). In een eerdere schatting van brancheorganisatie BSW zouden in 2009 "nog maar" rond de 63.000 mensen in de zonnestroom sector werkzaam zijn geweest, waarvan ongeveer 51% in de PV-industrie en bij de toeleveranciers (BSW juni 2010 update). Verschil (factor 173 met CBS schatting Nederland voor de PV-sector tm. 2010) moet er wezen. Maar ook in Duitsland vallen inmiddels zeer harde klappen, valt het ene na het andere bedrijf om, en worden er met regelmaat honderden werknemers ontslagen...

"Radar" studie CBS (link naar rapport)
In deze studie wordt werkgelegenheid anders gedefinieerd als voorheen bij CBS (de producenten van hardware voor zonnecellen, zoals Tempress, Smit Ovens, e.d. worden ook meegenomen). Voor de gehele "pre-exploitatie" fase wordt voor PV een werkgelegenheid van 1.300 fte's gecalculeerd ("1.100 gespecialiseerde, 300 niet gespecialiseerde bedrijven", optelling klopt niet). Als er ook nog tijdelijk ingehuurde krachten zouden worden meegerekend, telt dat rapport er nog eens 200 FTE's bij op voor 2009 (maar de twee componenten staan er onveranderd bij vermeld). Inclusief ingehuurde krachten worden er voor CSP technologie 100, en voor thermische zonne-energie (alle andere, meer "conventionele" zonnewarmte toepassingen) in het Radar rapport met 600 fte's gerekend (totaal zonne-energie 2.200 fte's in 2009). Uiteraard zal daar in 2010-2012 verder fors de klad in zijn gekomen, omdat bijna iedereen bij PV-cellen producent Solland Solar is ontslagen, en er (maximaal?) nog zo'n 70 man bij rechtsopvolger Pufin group zouden zijn achtergebleven op het Avantis terrein. Daarnaast vielen er natuurlijk ontslagen bij het Helianthos project (doorstart bij HyET), en bij het in insolventie geraakte Scheuten Solar (de laatste is in delen gesplitst en deels door een Chinees bedrijf, deels door de moederholding overgenomen). Maar dat geschiedde allemaal in 2012.

**** Stond in 2009 nog op website Solland Solar, website is gesloten. Lako & Beurskens (2010)***** schatten dat eind 2009 er 135 mensen werkzaam waren bij het bedrijf, wat ver af ligt van het door Delta opgegeven aantal van 280. Van de oorspronkelijke plannen (bij overname groot deel aandelen door Delta in 2007 nog: 1.000 medewerkers in 2010, zie persbericht van 24 januari 2008) is helemaal niets terecht gekomen.

Zie o.a. "Uur U nadert voor zonnetak Delta", Financieele Dagblad 25 juni 2011, persbericht Delta 8 juli 2011. Solland Solar heeft kort na die management buy-out hun website een frisse face-lift gegeven nu ze eindelijk onder het juk van Delta zijn vrij gekomen, dat was al een hele verbetering. Het IEC certificaat voor de SunWeb® back-contact modules werd eind november 2011 eindelijk toegekend. Het was allemaal tevergeefs: de conventionele productietak werd in 2011 verkocht aan het Italiaans/Franse bedrijf Pufin, en er bleven slechts een paar mensen over van het ooit trotse Solland (verder als SunWeb Solar) om te proberen een investeerder zo ver te krijgen dat de technologie eindelijk commercieel in productie kan worden genomen (laatste bericht: 14 feb. 2012).


Bronnen:
Zonnestroomsystemen; handel in panelen, werkgelegenheid en omzet (3 dec. 2013; CBS / StatLine link met de meest recente cijfers die in bovenstaande analyse zijn gebruikt)
Hernieuwbare energie; capaciteit, binnenlandse productie en verbruik (18 nov. 2013; CBS / StatLine link met o.a. accumulatie resp. bijbouw drie zonnestroom capaciteit categorieën, afgerond op MWp, e.a. DE modaliteiten, vanaf 2004. Voor eerdere jaren zelf selectie maken vanwege omvang spreadsheet)
Hernieuwbare elektriciteit; binnenlandse productie, import en export (26 nov. 2013; CBS / StatLine link met o.a. geschatte - niet gemeten - jaarproductie van zonnestroom en productie van andere DE modaliteiten. Geen kwartaalcijfers beschikbaar...)

CBS jaarrapport 2012 (30 aug. 2013, voor zonnestroom achterhaalde cijfers, zie update 18 nov. 2013)
CBS jaarrapport 2011 (23 aug. 2012, voor zonnestroom achterhaalde cijfers, zie updates 20 dec. 2012)
CBS jaarrapport 2010 (8 sep. 2011)
CBS jaarrapport 2009 (aug. 2010; CBS publicatie Hernieuwbare energie in Nederland 2009, bomvol data incl. zonnestroom)

CBS rapport Economic Radar of the Sustainable Energy Sector in the Netherlands (4 jun. 2012)


Discrepantie CBS en CertiQ cijfers - voorbeeld 2008

NB: artikel is deels verouderd. CertiQ cijfers ("realisatie volume") worden namelijk ook voor oudere jaren met terugwerkende kracht bijgesteld. Voor update met status datum 1 mei 2013 (cijfers vanaf 2003) zie aparte bespreking!

Er is een fors verschil in de bijgeplaatste capaciteit voor 2008 (althans: "afzet aan installateurs") volgens het CBS en de als "geaccepteerd producent van gecertificeerde zonnestroom" gerekende toename zoals geregistreerd door CertiQ (die "garanties van oorsprong", GVO's, uitgeeft). CBS had het over totaal 4,445 MWp toename in 2008, maar daar moest het aantal "niet met GVO's te certificeren" autonome systemen (0,229 MWp nieuw) nog vanaf, zodat we 4,216 MWp nieuw netgekoppeld voor 2008 overhouden.

CertiQ daarentegen publiceerde in hun maandrapporten voor eind december 2007 resp. 2008 een geaccumuleerd aantal "gecertificeerde" PV producenten van 617 resp. 718. Dat laatste getal is echter in een bericht van 11 januari 2010 aan de webmaster van Duurzameenergiethuis.nl opgehoogd tot alweer 745 stuks (zie ook nagekomen mededeling verderop). Wat zou inhouden dat er in 2008 maar 128 nieuwe "officieel erkende" zonnestroom producenten bijgekomen zouden zijn. Die met een gemiddelde te verwachten installatiegrootte van (rekenend met 8.000 door Agentschap NL (tot en met 2009: SenterNovem) "beschikte" aantal installaties en de blijkbaar toegekende 18 MWp) 2,25 kWp/installatie ingestapt zouden kunnen zijn. En dus met die 128 nieuwe installaties slechts iets van 288 kWp nieuw bijgeplaatst kunnen hebben! In de onduidelijke "vermogens-groei" grafiek voor PV (voorbeeld: april 2009 rapport, pdf) leek er echter vrijwel niets met de groeilijn te gebeuren, dus ook hier bleek duidelijk iets in de registraties te "wringen".

Stel dat we van die puur speculatieve 288 kWp ("nieuw voor 2008", heel erg veel meer kan het niet zijn geweest op basis van de bijgestelde aantallen nieuwkomers voor dat jaar) voor CertiQ uitgaan, en we houden de 4,216 MWp netgekoppeld (idem) van CBS er naast: dan komen we dik 3,9 MWp "tekort". Waar ligt dat mogelijk aan?

  • Niet alle SDE klanten die wel "onder de CBS voorwaarden" (geplaatst systeem?) zijn geregistreerd, zijn al door de verschrikkingen van de SDE bureaucratie heen en hebben het "terminale stadium" nog niet bereikt (CertiQ);

  • Er zijn SDE klanten die wel een beschikking hebben ontvangen, ook al een PV-systeem hebben geplaatst of laten plaatsen, maar met de "beschikking" (nog) niets hebben gedaan;

  • Er is een fors aantal zonnestroom minnende particulieren die de SDE van meet af aan al links hebben laten liggen en buiten alle subsidie- en certificatie onzin om gewoon direct voor een eigen PV-systeem zijn gegaan, zonder tijd vretende bureaucratie voor een bomvol onzekerheden zittende subsidieregeling. Dit wordt door Polder PV als de meest waarschijnlijke oorzaak van de toen al gesignaleerde trend gezien, waar later de bewijzen voor uit de lucht kwamen vallen;

  • Er zijn bedrijven die hetzelfde hebben gedaan en de SDE verder de SDE laten.

3,9 MWp staat toch gelijk aan dik 22.000 modules van 175 Wp (of het is vergelijkbaar met de capaciteit van twee forse windturbines...). Voor Nederland in die tijd toch niet niks. Ach, wat is 3,9 MWp tegenwoordig nu nog? Dat plaatst Duitsland er in een ochtend bij. Peanuts en niets om je druk over te maken...

De geschetste "trend" is toegenomen in 2009 toen grote hoeveelheden SDE subsidie aanvragen werden afgewezen a.g.v. de almaar voortdurende budget beperkingen (de trend nam alarmerend verder toe in 2010, waarbij enkele tienduizenden aanvragen werden afgewezen a.g.v. de aanvraag loterij...). Dit is wederom best te illustreren aan de hand van het verschil tussen de CertiQ data en degene gepubliceerd door het CBS. Voor 2009 kon op basis van de destijds herziene CertiQ data ongeveer 6,7 MWp nieuwe "gecertificeerde" (netgekoppelde) installaties worden genoteerd. CBS echter rapporteerde voor dat jaar 10,6 MWp netgekoppeld als "verkocht aan installateurs in Nederland". Het verschil, ongeveer 3,9 MWp (37% van het CBS getal) zou het aantal netgekoppelde PV-installaties moeten zijn zonder SDE beschikking of zelfs aanvraag, en is hoogst waarschijnlijk nergens geregistreerd. Het was toen al zeer aannemelijk dat, als er meer en meer mensen gefrustreerd zouden gaan worden door een voor hen negatief uitpakkende SDE loterij, tezamen met een groeiende acceptatie van PV als een levensvatbaar alternatief, dat het gat tussen de CBS en CertiQ cijfers verder zou gaan groeien in de komende jaren. Dat bleek dan ook gemiddeld genomen te geschieden.

Nagekomen
Op 19 januari 2010 publiceerde ik de e-mail die ik van de persvoorlichter van TenneT (eigenaar van CertiQ) kreeg met een nadere toelichting over de complicaties rond de "vaststelling" van de groeicijfers van gecertificeerde zonnestroom (en andere duurzame energie) capaciteit. En de "vloeibaarheid" van de blijkbaar continu bijgestelde vermogensdata en aantallen geregistreerde installaties. Zie het bericht elders op Polder PV.

http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/industrie-energie/publicaties/artikelen/archief/2009/2009-tk-18.htm (kort verklarend artikel met ook beschouwing van resultaten Eur'ObservER rapport, reeds door mij besproken; article not available in English)


 
^
TOP

Gecertificeerde productie (CertiQ) status: eind november 2013

Opgelet !!

Tot april 2014 geen nieuwe updates i.v.m. revisies van de registraties bij CertiQ en - daardoor - weggevallen installaties en vermogen in de cijfers!

Zie artikel over december rapportage CertiQ, van 30-1-2014!

Nota Bene: MEP en SDE installaties, alle andere PV-systemen die niet bij CertiQ zijn aangemeld vallen hier buiten. Dat is de overgrote meerderheid van de opgestelde capaciteit in Nederland! CertiQ is echter het enige portal waarin maandelijkse progressie wordt gemeld (cijfers worden later vaak wel - in geringe mate - nog bijgesteld).

Opgelet: NIEUWSTE cijfers vervangen de data uit de oude maandrapportages (die hier onder uitgebreid verder worden besproken, updates volgen waar mogelijk elke maand). Voor de "nieuwere" cijfers van eerdere maanden, bekend tot en met april 2013, zie uitgebreide analyse met uniek cijfermateriaal op de aparte webpagina (status update 1 mei 2013). Voor eerdere prognoses voor de marktafzet in 2012 in Nederland zie presentatie The Solar Future NL V, 23 mei 2013.

Introductie
De productie die via de zogenaamde "Garanties van Oorsprong" (GVO's, eerder "groencertificaten" geheten) aan zonnestroom wordt gemeten door CertiQ stelt nog steeds relatief weinig voor in Nederland. Sinds de paar honderd installaties die binnen de extreem slecht doordachte MEP regeling werden gerealiseerd (status CertiQ eind maart 2008, vlak voor de start van de SDE regeling: 616 installaties volgens het destijds verschenen maandrapport, later stasgewijs verder omlaag bijgesteld naar - inmiddels - 521 in MEP/SDE rapport 2012 van Agentschap NL) is het aantal onder de absurd bureaucratische SDE regelingen vallende PV-systemen weliswaar behoorlijk gegroeid, maar de totale aantallen zoals geregistreerd bij Certiq zijn niet bepaald om over naar huis te schrijven. Daar bovenop weerspiegelt die "CertiQ registratie" bij lange na niet de daadwerkelijke (totale) capaciteit noch productie in Nederland, omdat (a) Er al vele jaren lang reeds, zeer grof geschat, zo'n 30.000 (kleine) zonnestroom producenten bestaan met meestal bescheiden PV-installaties (vaak 4-6 modules, soms in de loop der jaren uitgebreid). Die buiten alle statistieken vallen en waarvan de productie compleet onbekend is (behalve soms bij de schaars metende eigenaren zoals Polder PV - zie grafiek sectie). (b) Sinds 2008 werden en worden er een (in volume zeer sterk) toenemend aantal PV-installaties gekocht buiten de CertiQ registraties om - in 2009 lag de totale afzet "niet SDE" mogelijk rond de veertig procent, en dat volume is zeer rap gestegen. Ook die hoeveelheid is lange tijd in zijn geheel onbekend geweest bij de autoriteiten en de fysieke productie daarvan wordt compleet genegeerd cq. met volslagen achterhaalde getallen door CBS "afgeschat". Wat eigenlijk tot een internationaal schandaal zou moeten leiden. (c) Per 2011 is voor particulieren de SDE ook nog eens feitelijk om zeep geholpen voor zonnestroom door EL&I Minister Verhagen (alleen nog maar subsidie voor installaties >15 kWp), en binnen het raamwerk van de SDE 2012 heeft dezelfde Prins Kernafval ook alle installaties achter een kleinverbruik aansluiting tm. 3x 80 ampère uit de (een microscopische "subsidie" genererende) regeling laten trappen door zijn ambtenaren. Dit alles heeft tot gevolg gehad dat, gezien de absurd sterk gedaalde prijs voor PV-modules (in 15 maanden tijd halvering, und noch lange keine Ende), er dus een verder groeiend aandeel van de nieuwe realisatie aan zonnestroom productie buiten alle "gecertificeerde opwek" om is komen te vallen. Inclusief de geschatte 6 tot, heel misschien, zelfs 14 MWp (???) aan nieuwe capaciteit die Wijwillenzon.nl begin 2011 claimde te zullen gaan afzetten. Exacte realisatie cijfers daarvan bleven lange tijd duister, waarbij soms werd gerefereerd aan "50.000 panelen verkocht, en/of 10 MW". WWZ heeft lange tijd geheimzinnig gedaan over hun feitelijke "realisatie" (mails in die richting werden niet beantwoord). In een artikel in Solar Magazine van december 2012 wordt door Private-Energy, de speler op de achtergrond van WWZ (link naar Chinese bedrijven), voor het eerst een "harde" claim gedaan dat de actie (pas rond die tijd) "een geïnstalleerd vermogen van ruim tien megawatt" zou hebben opgeleverd. Dat is dus nog steeds niet de in een artikel in Energeia van 18 februari 2011 geclaimde 13-14 MWp. Bovendien wordt zelfs die claim door een ingewijde in de markt betwijfeld (bekend bij PPV).

In 2010 zou volgens de laatst bekende marktcijfers al 36% van het totaal afgezette nieuwe netgekoppelde marktvolume (CBS, 20,391 MWp), buiten de SDE om zijn gerealiseerd (7,377 MWp). In 2011 was de verhouding SDE (CertiQ) 36,476 MWp t.o.v. CBS netgekoppeld nieuw volume 58,387 MWp (update 20 dec. 2012). Met de eerste cijfers van CBS voor 2012 (voorlopig nieuw: 195 MWp), de CBS 2012 revisie van 18 november 2013 (nieuwbouw 2012 verhoogd naar 220 MWp), de nieuwe historische update van de CertiQ cijfers die ik heb ontvangen incl. data voor dat jaar, en data uit het herziene jaaroverzicht van CertiQ (resulterend in 21,4 MWp nieuw gecertificeerd SDE vermogen in 2012) was de verhouding CertiQ : totaal CBS nog maar minder dan 10%. Tenzij er "andere" redenen zouden zijn geweeest om PV-projecten voortijdig af te melden, is het vrij onwaarschijnlijk dat al in 2012 eerste MEP projecten uit de cijfers van CertiQ zouden zijn verdwenen, omdat die regeling in 2003 startte en voor 10 jaar zou gelden. Dit kan, mede gezien reeds vastgestelde "negatieve groeicijfers" in augustus 2013, wel een issue gaan worden in 2013.

In ieder geval kunnen we uit bovenstaande voor 2012 redelijk veilig aannemen dat in dat jaar dus al ruim 90% van de marktafzet buiten de SDE om lijkt te zijn gerealiseerd (volgens de laatst bekende "officiële" cijfers)... Wat de ontwerpers van dat monstrum, EZ/EL&I, publiekelijk te schande zet (al zullen ze er nooit op worden afgerekend door het parlement).

Dat alles daargelaten blijven ondanks fors toegenomen groei in de markt de totale volumes (zoals CBS die helaas slechts eenmalig per jaar rapporteert, met zeker in eerdere jaren vraagtekens over de "betrouwbaarheid" van die getallen) zeer bescheiden. Zeker als we het internationale perspectief en de ontwikkelingen in de buurlanden op het netvlies blijven houden.

SDE - matige groei
Met de SDE is er zoals gezegd uiteraard wel degelijk "groei" van enige orde ontstaan, maar in de eerste jaren vooral in aantal ingeschreven "groencertificaten beschikte" producenten, die meestal slechts relatief kleine installaties blijken te hebben aangemeld (zie grafieken in besprekingen van de CertiQ 2009 en 2010 rapportages). Producenten waarvan de eersten pas kWh op hun met veel moeite verkregen bruto productiemeter te zien kregen in het najaar van 2008, als ze geluk hadden (de SDE 2008 instappers, dus). Ergo: de "GVO's", 1 MWh per stuk "waard", zijn langdurig nauwelijks gegroeid (pas medio 2010 begint er eindelijk schwung in te komen) en worden bovendien ook niet op een heldere, begrijpelijke wijze "uitgegeven".

Beschikkingen voor de tweede SDE ronde (2009) zijn pas eind juli van dat jaar door - destijds nog - SenterNovem verstuurd, die voor de derde ronde (2010) voor de categorie "klein" pas ongeveer in april-juni (door Agentschap NL, opvolger van SenterNovem). De verwachting is dat pas in de late nazomer cq. de herfst van 2009 de eerste daadwerkelijk gecertificeerde systemen voor SDE 2009 in de CertiQ gegevens "zichtbaar" kunnen zijn geworden in het cijfermateriaal van deze TenneT dochter (zonder dat die cijfers als zodanig zijn geoormerkt). De eerste "realisaties" voor 2010 zouden wellicht bij CertiQ binnen kunnen zijn gekomen vanaf de late zomer van dat jaar, als alles heeft mee gezeten. De wachttijden voor de plaatsing van de (verplichte) bruto productiemeter door de netbeheerders en de "administratieve verwerking" van het vervolgproces zijn hier veel extra tijd, energie en goodwill vretende remmende factoren geweest, ook al is het in latere stadia, mede door publieke en politieke verontwaardiging, beter geworden. Daarnaast is het mogelijk dat mensen zich eerst uitgebreid zijn gaan informeren over het hoe en wat, en is het zelfs zeer waarschijnlijk dat er nog een tijd lang is gewacht wordt om te kijken of de moduleprijzen - en dus ook systeemprijzen - nog wat verder zullen gaan zakken. En, die mensen hebben geluk gehad: die zijn absurd hard onderuit gegaan in 2010-2011...

Vanaf het moment dat die installaties daadwerkelijk werden gerealiseerd, er een bruto productiemeter in (of bij) de meterkast werd bijgeplaatst, en de installaties bij CertiQ zijn ingeboekt, zijn er al snel drie SDE regelingen (2008-2010, met oorspronkelijk in totaal maximaal ongeveer 75 MWp aan "beschikkingen", later bijgesteld tot 69 MWp vlg. Agentschap NL in april 2011, tot 61 MWp in Klimaatmonitor van 18 dec. 2012, en begin juni 2013 zelfs nog maar 50 MWp!) volkomen door elkaar heen gaan lopen. En werd het "volgen van het effect van de SDE voor zonnestroom" een grote chaos via de CertiQ cijfers. Verder "verergerd" door later toegevoegde SDE 2011 (etc.) installaties. Alleen de lumpsum van alle systemen bij elkaar kon nog enigzins grof worden gemonitord voor iedereen die niet bij Agentschap NL (opvolger van SenterNovem) of (EL&I)/EZ werkt. Details van de ontwikkeling cq. status "per regeling" hebben lang ontbroken, pas in een nieuw "MEP/SDE" jaaroverzicht met status 1 maart 2011, werden de eerste - deplorabel slechte - cijfers gepubliceerd. Zie de uitgebreide grafische analyse van Polder PV van dat rapport. Later volgden dan eindelijk regelmatiger updates - alleen van de nieuw bijgeplaatste capaciteiten. In juni 2012 verscheen weer een uitgebreid SDE/MEP jaarverslag over 2011, in juni 2013 dat voor 2012.

SDE "plus" (= SDE 2011 ff.)
Over de destijds met wederom veel bombarie aangekondigde "SDE plus" regeling (eigenlijk gewoon "SDE 2011", stelt u zich van die merkwaardige "plus" s.v.p. niet veel voor) hoeft u zich verder geen zorgen te maken. De voorwaarden daarvoor zijn voor zogenaamde "grote" PV installaties (vanaf 15,000 kWp) dermate slecht dat we daar geen al te schokkende dingen van hoeven te verwachten. Het basisbedrag (zogenaamde "kosten van zonnestroom over een periode van 15 jaar") was immers maximaal 15 Eurocent/kWh in de laatste van de 4 geplande fases. Maar de eerste fase van die zoveelste "regeling", met zelfs maar een basisbedrag van 9 Eurocent/kWh, werd desondanks al binnen anderhalve week overtekend (vooral met een massieve hoeveelheid aangevraagde "groen gas" capaciteit voor grootschalige "groen gas hubs" in Noord Nederland, die vele miljoenen aan SDE "plus" subsidies weg gaan vreten - als ze worden gerealiseerd).

Dus ook de noodgedwongen in de "vrije" categorie meeliftende, vooralsnog mysterieuze PV-projecten (uiteindelijk beschikt: 50 MWp, dat zette Vlaanderen er in 2011 binnen twee maanden bij) zullen het moeten doen met niet meer dan 9 Eurocent minus correctiebedrag. Blijft mogelijk over 3,6 Eurocent/kWh subsidie in het voorschot bedrag voor 2012 (fase 1, zie tabel)... Een eerste "beschikte" aanvrager voor SDE 2011, die hoogstwaarschijnlijk, vanwege die absurd lage subsidie/kWh, en de talloze andere drempels en valkuilen van die regeling, gaat afzien van invulling van die beschikking, had zich eind november 2011 reeds gemeld bij Polder PV... Een eerste actieveling die daadwerkelijk een "SDE plus installatie" realiseerde, meldde zich begin december 2011 bij Polder PV. Maar wat al was voorspeld door de webmaster van PPV, kon er op uitgebreide schaal uit andere "subsidiepotjes" worden gegraaid, anders had die installatie nooit gerealiseerd geweest... (bericht 8 december 2011). Het zou me niets verbazen als vergelijkbare potjes extra zijn "genoten" voor het 100 kWp project van Maatschap Wilhelminapolder noordelijk van Goes in Zeeland, wat een SDE 2011 beschikking heeft, en wat door het Vlissingse bedrijf MarEtec in juli/augustus 2012 opgeleverd zou zijn geworden (bericht website).

In het MEP/SDE jaarverslag over 2012 (3 juni 2013) werd een volume van 46 MWp als "beschikt" opgegeven voor SDE 2011, waarvan tot dan toe nog maar 8 MWp was gerealiseerd (ruim 17%). Klimaatmonitor kwam begin juni 2013 nog op ruim 47 MWp beschikt, en 7,6 MWp gerealiseerd (ruim 16%).

Van 2012 (en later) hoeft u zich ook niet veel meer voor te stellen. EZ heeft destijds (toen nog als EL&I) alle kleinverbruik aansluitingen (max. 3x 80 ampère, dus ook voor talloze boeren bedrijven en andere MKB-ers) uit de regeling gegooid, en installaties die achter een grootverbruikers aansluiting zouden worden aangesloten kunnen, als ze het in hun hoofd halen om in 2012 "al" te gaan realiseren, nog maar op een miezerige fooi van 1,3 eurocent/kWh in het voorschotbedrag gaan rekenen (fase 1, zie tabel; let wel: uiteraard tegelijkertijd zonder recht op "salderen", zoals al sinds juli 2004 in Wet is voorgeschreven...). Daar gaat zelfs de meest progressieve projectontwikkelaar met duurzame instelling hoogstwaarschijnlijk geen gigantisch industriedak van vol gooien. En dus zou het tegen kunnen gaan vallen wat er daadwerkelijk gerealiseerd zal gaan worden onder die zoveelste prutsregeling die absoluut niet is bedoeld om ook maar iets te betekenen voor de ondersteuning van een volwaardige PV-markt. Het blijft immers allemaal van EL&I (later weer EZ geheten) af komen, en de ambtenaren daar zijn niet geïnteresseerd in zonnestroom, als u dat nog niet had begrepen.

SDE 2012 was al op de eerste dag van de opening zwaar overtekend (l'Histoire se répête toutes les temps), al zouden er ongetwijfeld de nodige projecten gaan afvallen vanwege zware screening door Agentschap NL. Voor zonnestroom was er in het eerste aanvragen overzicht van 19 maart 2012 zo'n 75 MWp aan (480) aanvragen opgevoerd. In het definitieve overzicht van 20 dec. 2012 stond er in de Agentschap NL tabel voor zonnestroom gemaximeerd nog maar 256 GWh (NB: dat was in juni zelfs nog 1.163 GWh...) aan te subsidiëren productie voor 15 jaar lang. Bij een "subsidie opbrengst maximering" van 1.000 kWh/kWp.jaar komt dat neer op een minimaal aangevraagd volume van 17,1 MWp aan nominaal vermogen. Dat komt aardig overeen met de 17.005 kWp die begin juni 2013 in Klimaatmonitor stond opgegeven, waarvan toen slechts 191 kWp zou zijn gerealiseerd: 1,1% (het SDE/MEP jaar rapport 2012 met ijkdatum 1 maart 2013 had nog een "nul" staan onder "gerealiseerd vermogen").

Dat betreft 107 overgebleven beschikkingen, die dus ongeveer een gemiddelde grootte hebben van 159 kWp per aanvraag (NB: voor NL fors, zo'n 636 modules van elk 250 Wp gemiddeld, grofweg zo'n 1.030 m² module oppervlakte). Daarvoor zou een bescheiden bedrag van slechts 3 miljoen Euro klaar staan als ze daadwerkelijk zullen worden gebouwd. Dat komt neer op een (gemiddelde) maximale "subsidie" van 1,18 Eurocent/kWh (!). A.g.v. de extreme stapel op elkaar volgende degressies is bij de oosterburen inmiddels voor een installatie van 1-10 MWp aan het net gekoppeld in december 2013 een vast invoedingstarief van 9,61 Eurocent/kWh voor twintig jaar lang te beuren (voor installaties tm. 10 kWp 13,88 €ct/kWh).

Als u in Nederland onder de absurde SDE 2012 condities een rendabel systeem wilt gaan bouwen met de hier berekende hondenfooi moet u dus forse sommen geld "elders" vandaan gaan schrapen. Dat mag u allemaal "extra subsidie" noemen, al zullen weinig ondernemers het vast niet zo gaan benoemen. "Innovatief", zoals Verhagen destijds claimde, is het allemaal beslist. Maar niet zoals velen het dooddoenertje "innovatie" graag ingevuld zouden zien...


Stand van zaken CertiQ
In onderstaande grafieken geef ik de stand van zaken per maand weer, gebaseerd op de openbare maandelijkse rapporten van CertiQ (nota bene: de meeste maand rapportages zijn na een website renovatie NIET meer beschikbaar, ik heb ze wel allemaal). Hierin zijn in ieder geval altijd het totaal aantal tijdens de publicatie van het rapport bekende, onder de certificatie condities vallende zonnestroom producenten te vinden. Eigenlijk dient u i.p.v. "producenten" het aantal "installaties" te lezen. Het kan namelijk voorkomen dat een eigenaar verschillende installaties heeft, die een aparte "beschikking" krijgen. Al zal dat in ieder geval bij particulieren een zeer beperkt verschijnsel blijven onder de weinig "stimulerende" huidige SDE regelingen (Polder PV kent er slechts een paar, die mensen hebben nota bene twee bruto productie meters in de meterkast...). Wel is uit de circulerende "beschikkingen lijsten" voor bedrijven (met name voor SDE 2008 en 2009) gebleken dat grote hoeveelheden beschikkingen in handen blijken te zijn van enkele grote corporaties, aannemers-combinaties, projectontwikkelaars, e.d. Deze grote partijen hebben een hoge impact op het daadwerkelijk aantal "eigenaren met SDE beschikkingen voor zonnestroom". Alleen al voor SDE 2008 waren 45% van het aantal beschikkingen voor niet particulieren partijen en werd maar liefst 15% van het totaal aantal beschikkingen door de tien bedrijven met het grootste aantal geclaimd (zie bespreking). In de wandelgangen heeft Polder PV meermalen berichten gehoord over projecten met SDE beschikkingen die helemaal niet zullen worden gerealiseerd, de bouw is namelijk een grote beerput van zwarte toekomst perspectieven in crisistijd. Diverse nieuwbouw projecten zullen niet gerealiseerd gaan worden, en voor de SDE 2008-2009 projecten is het al veel te laat: die beschikkingen zijn dus allemaal waardeloos geworden. Ik heb er diverse malen voor gewaarschuwd, to no avail. De realiteit haalt me rechts in. En Den Haag zwijgt als het graf over Mega Stupiditeit numero zoveel.

Het aantal door CertiQ verstrekte GVO's (garanties van oorsprong) wordt in principe per maand bijgehouden, en deze worden vanaf maart 2009 ook nog gesplitst in GVO's voor "eigen verbruik" resp. "netinvoeding". Uit deze cijfers, die ik sinds het eerste maandrapport van januari 2003 in een overzicht in Excel heb gezet, zijn alle hieronder weergegeven grafieken afgeleid. Daartoe zijn - en worden - alle maandrapporten van CertiQ door Polder PV doorgelicht. Aan het begin van de maand worden, indien mogelijk en als er tijd voor is, z.s.m. na publicatie van het meest recente maandoverzicht van CertiQ deze grafieken ververst. Een zoveelste onbetaalde service aan de burgers in Nederland die geen ambtelijk bolwerk, noch een branche organisatie, of enig bedrijf verleent.

Bij bovenstaande moet beslist ook worden gemeld dat bij CertiQ er vanaf 4 september 2012 bijna drie en een halve maand lang geen maandrapport is verschenen. Pas na herhaalde oproepen door Polder PV, en door dreigend parlementair ingrijpen, werden een dag voor het Kerstreces, op 20 december 2012, in een keer de drie missende maandrapporten gepubliceerd (sep., okt., en nov. 2012 overzichten). Het december rapport en de daar op volgende kwamen weer keurig op tijd, (dec. 2012 in de eerste week van januari 2013).

Voorbehoud bij de cijfers
Men dient goed te beseffen dat de gepubliceerde cijfers in de maandrapporten geen definitieve cijfers zijn: naderhand kunnen namelijk nog installaties worden bijgeschreven (zelfs in schaarse gevallen worden uitgeschreven, er is al een paar maal ogenschijnlijke "negatieve groei" geconstateerd!), die dus niet in de gepubliceerde maandrapport data voor zullen komen. Omdat die latere bijschrijvingen aanvankelijk niet voor Polder PV waren te volgen, is dus lange tijd uitgegaan van de data in de maandrapporten, tenzij latere jaarrapporten die "achterhaalde" data recht gaan zetten. Een van de belangrijkste eerste bijstellingen betrof het jaarraport SDE 2008-2010 & MEP van Agentschap NL over het jaar 2010 (is apart besproken, zie intro 9 mei 2011 en link aldaar naar uitgebreide grafische analyse). De tweede "grote bijstelling" (vooral voor de laatste maanden) volgde in een door Polder PV aan CertiQ gevraagde update met datumstempel 1 mei 2013. Voor analyse, zie aparte webpagina.

Het is trouwens ook mogelijk dat eerder bij CertiQ ingeschreven installaties ook weer op enig moment worden "uitgeschreven", zodat het erg lastig blijft om een vinger aan de pols te houden van daadwerkelijke marktgroei cijfers. Voor 2009-2012 zijn bijvoorbeeld "gereviseerde jaarrapporten" gepubliceerd door CertiQ. De resultaten daarvan zijn door Polder PV overgenomen in zijn analyses. Uitschrijvingen gaan vooral in 2013 hun beslag krijgen: de subsidietermijn voor de eerste "MEP" projecten loopt af, en gelijktijdig met inschrijvingen voor nieuwe SDE installaties verdwijnen steeds meer oude MEP installaties uit dat register, wat de zaken extra compliceert. Er zit helaas geen "tag" aan de cijfers voor de verschillende regelingen bij CertiQ, dus moeten we voor cijfers het MEP/SDE jaarrapport gaan afwachten, in de hoop dat daar een tip van de sluier zal worden gelicht. Overigens hoeft het beslist NIET zo te zijn dat PV-installaties (al) na tien jaar of veel langer zelfs worden afgebroken. Het grootste NL project staat er sinds 2002 nog steeds, er is voor 20 jaar een natuurstroomcontract met de gemeente Haarlemmermeer: Floriade dak 2,3 MWp bij Vijfhuizen.

Novum per 2010
Waarschijnlijk als gevolg van de al genoemde mailwisseling tussen mij en TenneT, met o.a. mijn vraag om ook de actuele geaccumuleerde vermogens van in ieder geval de door CertiQ gecertificeerde zonnestroom capaciteit in de maandrapporten op te nemen, is met de publicatie van het januari rapport voor 2010 eindelijk aan dit verzoek voldaan (tot op de kWp nauwkeurig!), waarvoor natuurlijk hartelijk dank. Van alle "hernieuwbare" opties wordt nu per maand dat geaccumuleerde vermogen in de tabel "participanten" opgenomen (zie screenshot elders op deze pagina). Eindelijk weer een beter handvat om de marktontwikkeling op de voet te kunnen volgen - al gebeuren ook daar weer bizarre dingen mee (zie grafiek onder "Very strange things happening"...). Voor ondersteuning van mijn bijdrage voor The Solar Future NL '12 en '13 heb ik CertiQ om de meest recente gegevens gevraagd. De meest recente uitgewerkte resultaten vindt u hier (deels ook besproken tijdens TSF, als novum voor de branche).

Data: CertiQ; bewerking, alle grafieken: Polder PV. Toelichting onderaan de grafieken.


Grafieken (update november 2013, beschikbaar bij CertiQ: 2 december 2013).

1

Figuur 1. Het aantal in de tijd accumulerende zonnestroom producenten zoals geregistreerd in de maandrapporten door CertiQ ("gecertificeerd ontvanger van Garanties van Oorsprong voor bewezen productie van duurzame elektriciteit"), gele curve (linker Y-as), resp. de middels Excel berekende toename van dat aantal producenten per maand, rode curve (rechter Y-as). Links van de vertikale lijn: MEP installaties, rechts ervan met zeer hoge mate van zekerheid (bevestigd door medewerker van ECN Beleidsstudies, mei 2012) waarschijnlijk uitsluitend toevoeging van SDE installaties met een bruto productie meter. Alle andere PV-systemen die nooit een expliciete staatssubsidie voor de "geijkt te bemeten" fysieke kWh productie hebben ontvangen (de absolute meerderheid in Nederland!) komen NIET in deze grafiek en de volgende voor, wat zeer belangrijk is om in uw oren te knopen!

Het bijschrijvings-record was 411 nieuwe PV-installaties (SDE) in mei 2011. Rond de jaarwisseling 2011/2012 begon er flink de klad te komen in de bijschrijvingen, met als gevolg een sterk neergaande lijn van wat toch al niet veel soeps was. Het SDE drama begint zich af te tekenen helemaal rechts in de grafiek: die duikt daar gemiddeld genomen op tale-telling wijze naar beneden, tot een niveau wat gemiddeld genomen ver onder de 100 "stuks" per maand dreigt te belanden, en de laatste tijd zelfs slechts de helft daar van... Dat is en blijft dus een extreem pover resultaat voor een "incentive" regime, wat verbleekt bij het buitenland (soms vele duizenden nieuwe, volledig geijkt bemeten en gecertificeerde installaties in een maand tijd, van klein tot zeer groot). In de accumulatie curve (geel) is goed te zien dat de groei zeer sterk afvlakt wat het aantal bij CertiQ gemelde (SDE) systemen betreft: het hoogtepunt van "de SDE" is voor zonnestroom op dat gebied alweer voorbij.

Het nieuwe dieptepunt aan (netto) bijschrijvingen per maand is tot nog toe bereikt in november 2013: toen werd er slechts 1 - u leest het goed: EEN! - nieuwe installatie toegevoegd in het register van CertiQ... Dit heeft zeer waarschijnlijk te maken met een combinatie van (povere) bijschrijvingen van nieuwe SDE installaties verminderd met uitschrijvingen van subsidie verliezende MEP installaties uit het CertiQ register. Omdat er niet heel veel MEP systemen zijn, blijven de "groeicijfers" voor de SDE zwaar tegenvallen, want kennelijk kunnen die het "verlies" van de paar MEP-systemen nauwelijks bijbenen...

Unicum
In augustus was er zelfs een unicum: toen bleek uit het aantal geregistreerde gecertificeerde systemen eind van die maand, dat er in totaal 6 stuks minder waren dan in de voorgaande maand. Gezien SDE nog steeds installaties "oplevert" bij CertiQ, zei het op een zeer laag niveau, kunnen we dus niet anders concluderen dat er in die maand waarschijnlijk voor het eerst een "significant aantal" installaties (definitief) uit het CertiQ register zijn uitgeschreven. Waarvan het waarschijnlijk is dat hun oude MEP subsidie is verlopen. Het is zeer belangrijk om daarbij te beseffen dat die installaties zeer waarschijnlijk (voor het grootste deel) gewoon zijn blijven liggen, en dat ze nog steeds functioneren. Als deze trend zich doorzet, en er enkele honderden "MEP-gesubsidieerde" installaties mogelijk de komende jaren uit de CertiQ registraties zullen worden geschrapt, zal nog duidelijker worden, dat het "restant" (SDE subsidies hebbende PV-systemen) slechts een marginaal deel van het totale geplaatste volume in ons land zal weergeven. En dat de "waarde" van het CertiQ register dus sterk verder zal afnemen voor het bepalen van "totale volumes".

Hier onder heb ik een oudere versie van bovenstaande grafiek weergegeven (basis nog steeds de gepubliceerde maandrapporten), om enkele opvallende zaken extra te kunnen benadrukken. Deze grafiek is weergegeven tot eind 2008, toen pas de eerste SDE 2008 systeempjes begonnen door te sijpelen in de cijfers van CertiQ:



Figuur 1A (detail van Figuur 1). In deze grafiek valt meteen de bizarre dip op, begin 2005 (fors "negatieve groei"). Deze werd als volgt verklaard door een CertiQ medewerker na mijn schriftelijke vraag hierover: "De scherpe daling per januari 2005 is veroorzaakt doordat een marktpartij er destijds voor heeft gekozen om 199 zonne-installaties uit te schrijven uit het systeem voor garanties van oorsprong". Op mijn vraag wat dan wel de "reden" daarvan geweest kan zijn, kreeg ik het antwoord "Wij weten niet waarom de genoemde marktpartij ervoor heeft gekozen de desbetreffende inschrijvingen te beëindigen". Mochten er mensen zijn die me hierover meer kunnen vertellen, houd ik mij aanbevolen. In ieder geval lijkt direct na die forse "dip" het effect al snel weggeebd, ogenschijnlijk omdat de individuele (?) projecten alsnog weer snel in de GVO regeling lijken te zijn opgenomen. Het lijkt er op dat aanvankelijk ergens een groot project is geweest waarvoor eerst een "gebundelde aanvraag" is goedgekeurd, die later is opgesplitst in de individuele deelprojecten???

Verder is er sinds begin 2004 een "lichte" groei geweest van nieuw in de regeling opgenomen PV-producenten, wat hoogstwaarschijnlijk uitsluitend "MEP" aanvragers zijn geweest die een scharrige 9,7 eurocent/kWh "bonus" kregen bovenop hun saldering. Dat zijn er vanaf de start van de MEP (1 juli 2003) tot en met de beruchte "black friday", 18 augustus 2006 (nekschot voor de MEP-regeling door Joop Wijn) namelijk maar 384 geweest (volgens aantallen vermeld in maandrapportages). Gemiddeld ongeveer 123 per jaar over die "MEP-periode". Tot en met september 2008 (nadat de eerste beschikkingen van de per 1 april 2008 gestarte SDE daadwerkelijk met veel moeite werden omgezet in fysieke plaatsing van bruto productiemeters bij early movers, en de hele administratieve trein tot en met CertiQ was ingevuld) is er niets meer bij CertiQ bijgekomen. Wat echter beslist niet betekent dat er geen zonnestroomsystemen werden geplaatst in Nederland! Ze worden echter niet "gezien" noch geregistreerd door de autoriteiten. "Genegeerd" is wellicht een juistere benaming, al zal het beter nog neerkomen op "het graf in genegeerd"...

Dramatische uitval aanvragen en beschikkingen
Pas vanaf oktober 2008 begon er weer "beweging" te komen in het aantal goedgekeurde producenten bij CertiQ, al is de toename nog lang niet zo groot als het aantal van 8.033 oorspronkelijk door - destijds nog - SenterNovem "beschikte" aanvragen voor die eerste SDE 2008 ronde zou suggereren (beschikkingenlijst SDE 2008). Later is het "overgebleven" aantal beschikte aanvragen in de Agentschap NL overzichten zeer fors terug geschroefd naar aanvankelijk nog 6.865 stuks (update 20-12-2012). In het SDE/MEP jaarrapport over 2012 (ijkdatum 1 maart 2013) staat echter zelfs nog maar een miezerig aantal van slechts 4.762 stuks opgevoerd voor SDE 2008. Dat is een verlies van 41% van het oorspronkelijke aantal (!). Daar hoor je het Ministerie van Economische Zaken, die de SDE in elkaar heeft geflanst, of uitvoerder Agentschap NL natuurlijk nooit over...

Verder dient goed de "schaal" van de grafieken (met name Figuur 1) in aanmerking genomen te worden, die een typisch "Nederlandse" kruideniers-schaal voorstelt. Een steile curve betekent ab-so-luut nog niet dat er opeens duizenden nieuwe "CertiQ producenten" per maand bijkomen, zoals in de buurlanden. Integendeel. Eind maart 2009 waren er bijvoorbeeld nog maar 750 nieuwe zonnestroomproducenten bijgekomen t.o.v. maart 2008, de maand voorafgaand aan de start van de SDE 2008. Dat was nog maar 9,4% van het totaal aantal oorspronkelijk beschikte installaties voor dat jaar. Daarbij logischerwijze er van uitgaand dat alle nieuwe producenten bij CertiQ ingeschreven uitsluitend de route via de SDE hebben "gekozen". Het is hoogst onwaarschijnlijk dat er mensen of bedrijven zullen zijn die buiten de SDE om zich ingeschreven zullen hebben bij CertiQ, omdat ze daar in het geheel geen "voordeel" bij behalen zolang groencertificaten (GVO's) waardeloos zijn (en ook nog eens gratis weggegeven moeten worden...).

Pas in het tweede kwartaal van 2009, ruim een jaar na de officiële start van de SDE, begint het aantal in de CertiQ database gearriveerde nieuwe installaties (in de nazomer en mogelijk tot laat in de herfst van 2009 nog steeds uitsluitend "2008 beschikten"!) eindelijk goed op gang te komen en ligt het niveau grofweg rond de 150-350 nieuwe installaties per maand. Met enkele uitschieters naar onder en naar boven. Dat zijn voor de SDE 2008 ronde installaties die de 3,5 kWp niet te boven komen en die in de praktijk ook nog eens vaak veel kleiner blijken te zijn. Zie daarvoor de tale-telling grafiek in mijn bespreking van het CertiQ 2009 jaar rapport om een indruk te krijgen van de gerealiseerde installatiegroottes in de "ruimere" 2009 regeling. Eind februari 2010 zullen er zeer waarschijnlijk de nodige installaties uit de SDE 2009 ronde in de CertiQ database bijgeschreven kunnen zijn, daar de beschikkingen voor de oorspronkelijk 3.521 "kleine" resp. 128 (juni 2012: 124) "grotere" installatie aanvragen voor die tweede ronde (beschikkingenlijst SDE 2009) medio augustus werden verstuurd door - destijds nog - SenterNovem. NB: in het SDE/MEP jaarverslag 2012 waren van de oorspronkelijke 3.521 + 128 = 3.649 beschikkingen voor SDE 2009 nog maar 2.459 stuks over, dus minus 33%.

SDE 2010 leverde aanvankelijk een stortvloed aan aanvragen op, zo'n 52.000 stuks in totaal (!). Daarvan werden er oorspronkelijk slechts een bizar gering aantal van ongeveer 4.330 stuks beschikt (4.200 "categorie klein" + 131 "categorie groot"), een uitval van aanvragen van 92%. In het SDE/MEP jaarverslag van 2012 zijn daar nog maar 2.958 van over: alweer een uitval van 32%. En t.o.v. de stortvloed aan aanvragen zelfs een verlies van een spectaculaire 94%. Allemaal aanvragen, behandeling, administratieve verwerking, postzegels, telefoonkosten, arbeidsloon SenterNovem medewerkers, etc., voor niks geweest voor (alleen al) SDE 2010.

Voor SDE 2011 zijn er oorspronkelijk 678 beschikkingen verstuurd voor PV-project aanvragen (dat waren er op 9 jan. 2012 nog 872). Daarvan zijn er in het SDE/MEP jaarverslag 2012 nog 623 over, een verlies van alweer ruim 8%. SDE 2012 telde op 3 september 2012 nog 569 aanvragen, maar er werden slechts 110 stuks geaccepteerd met een beschikking. Daarvan zijn in het SDE/MEP jaarverslag 2012 3 stuks weggevallen, een verlies van bijna 3%.

Tellen we alle oorspronkelijke aanvragen bij elkaar op komen we op een totaal van bijna 69.000 stuks voor SDE 2008-2012. Daarvan zijn er uiteindelijk "oorspronkelijk" slechts bijna 16.700 beschikt. En in het SDE/MEP jaarrapport 2012 zijn daarvan nog maar 10.909 over. Een verlies van een ronduit catastrofale hoeveelheid van 84% van het oorspronkelijke aantal aanvragen, en ook al 35% van het oorspronkelijke aantal door SenterNovem / Agentschap NL uitgestuurde beschikkingen!

Progressie?
Omdat er vele weken (soms maanden) konden verlopen voordat er überhaupt een bruto productiemeter geïnstalleerd zal zijn in opdracht van de netbeheerders, en ook de administratieve afwikkeling daarna extreem moeizaam is, zullen er in de beginperiode nog niet echt veel installaties uit de SDE beschikkingen zijn voortgekomen. In de er op volgende jaren (tm. "price undertaking EC", zomer 2013) zouden de nog immer dalende module- en systeemprijzen reeds "beschikte" aanvragers hebben kunnen doen besluiten om zo lang mogelijk te wachten met het aanschaffen van hun geplande installatie. De nieuwe registraties per maand bleven in die tijd aanzienlijke schommelingen vertonen, en van een harde progressieve lijn was nauwelijks sprake. Eerder van een aanvankelijke grove stabilisatie tussen ongeveer 200 en 300 nieuwe installaties per maand - met enkele kleine uitschieters. Eind 2011 kwam er helaas alweer een neerwaartse trend, uitkomend op ongeveer 150 nieuwe gecertificeerde PV-systemen per maand, en in december 2012 een absoluut dieptepunt met maar 14 (!) nieuw bij CertiQ ingeschreven installaties). Zelfs met de lichte opvering in de eerste maand van 2013, met 123 nieuwe installaties, was dat geen niveau waarbij het woord "revolutie", noch het schone schijn construct "green deal" in de mond genomen mag worden. Verre van dat. Daarna is het perspectief alleen maar verslechterd.

Status blijvend mistig, progressie niveau "ontwakende slak"
De status van de SDE 2009 (en SDE 2008) beschikten bleef volgens de CertiQ data anno 2011 lange tijd ongewis, en informatie over de voortgang vooralsnog met mysteries omgeven. Zie daarvoor een eerste analyse van het meest recente Agentschap NL detail overzicht, status 1 maart 2011. Waaruit bleek dat toen nog slechts 8 van de 29 MWp beschikte aanvragen daadwerkelijk was gerealiseerd (slechts 28%)... De SDE 2009 beschikten zouden, als ze in september van dat jaar hun beschikking hebben gekregen, uiterlijk februari 2011 hun project hebben moeten realiseren tenzij ze hun realisatie datum hebben kunnen cq. "mogen" verlengen. Van de oorspronkelijke beschikkingen voor SDE 2008 en 2009 (15 resp. 32 MWp) zijn er volgens Klimaatmonitor (status juni 2013) slechts 10 resp. slechts ruim 22 MWp overgebleven, en is van het oorspronkelijke beschikte volume per juni 2013 64% (9,6 MWp) resp. 69% (22,1 MWp) gerealiseerd (bijna 100% van overgebleven beschikte volumes, zie ook eerdere analyse 4 feb. 2013 met iets oudere cijfers).
Het lag eerder al in de lijn van de verwachting liggen dat in 2011 er een kleine hausse "had moeten zijn gekomen" van nieuwe installaties als er veel "SDE 2009 verlengers" zijn geweest. Een eerste duidelijke indicatie daarvan lijkt het nieuwe "recordje" van mei 2011, waarbij 412 nieuwe SDE klanten bij CertiQ werden geregistreerd (6 stuks boven het vorige "record" van augustus 2010, de opwaartse trend werd echter alweer rap omgebogen in een neerwaartse). Het was dus waarschijnlijk in 2011 voor veel "beschikte" aanvragers erop of eronder, al liet het "tempo" op het eind van 2011 een heel ander beeld zien (neerwaarts).

De SDE 2008 beschikten hebben een riante wachttijd gehad tot hun beschikking die voortduurde tot in de herfst van 2011. Als slimmerikken op tijd hebben weten te verlengen, zouden ze uiterlijk in de herfst van 2012 nog hebben kunnen realiseren, tenzij er noodgrepen zijn toegepast door Agentschap NL. Wie weet, zaten er bij die "late" SDE 2008 plaatsers wel de nodige systemen die dubbel zijn gaan profiteren van zowel de SDE beschikking (met een leuke bonus bovenop wettelijk verplichte saldering), als een nagelneu systeempje gekocht bij prijsdumpers als Wijwillenzon.nl, of een van de andere acties waarbij schaamteloos "mag" worden gestapeld met andere subsidies. Of, in de herfst van 2012 middels een compleet ongesubsidieerde aanschaf van een spotgoedkoop geworden PV systeem met Chinese dump modules bij een van de vele honderden aanbieders in ons land... Al met al zal het waarschijnlijk slechts om zeer beperkte volumes gaan (daarvoor zijn die max. 3,5 kWp beschikkingen sowieso veel te klein). En zal er heel wat van SDE 2008 in de bureauladen liggen te verstoffen. Het daarvoor gereserveerde Staatsbudget is dan jarenlang nutteloos geweest. Een kruidenier kan daar nog wat van leren...

Verloop nieuwkomer aantallen

2012 trapte in mineur af, met slechts 147 nieuw bij CertiQ ingeschreven PV-installaties in januari. Alleen de nieuw gemelde capaciteit was aardig, totaal 2.509 kWp. Dat betekent dat er een hoog systeemgemiddelde is ingevoerd, wel 17,1 kWp gemiddeld per installatie. Ook daaruit blijkt wederom dat de SDE voor burgers ("kleine installaties") al vrijwel betekenisloos is geworden, maar dat de "grote jongens" op hun kosten sexy "grote" PV-systemen mogen neervleien op - vaak grote - boerenschuren. Een decentrale "gesubsidieerde" revolutie is hier al in de kiem gesmoord... Zie de nieuwe grafieken hier onder.

Februari 2012 gaf een nog "slechter" beeld te zien, met maar 119 nieuwe PV-systemen ingeschreven bij CertiQ. De "grootte" trend zette op een lager pitje door: een gemiddelde van 11,7 kWp per nieuwe installatie in deze maand, bij een nieuwbouw volume van slechts 1.391 kWp.

Maart 2012 liet een nieuw maand record aan nieuw bijgeschreven capaciteit zien, 3,086 MWp met 227 nieuwe installaties en een gemiddelde van 13,6 kWp per systeem (geen record).

April 2012 viel weer tegen t.o.v. maart, met maar 1,734 MWp en 150 nieuwe installaties. Gemiddeld slechts 6,7 kWp per nieuw gemeld PV-systeem.

Mei 2012 liet een vergelijkbaar aantal van 141 nieuwe installaties zien, en alweer een lagere capaciteit, 1,501 MWp. Nieuw systeem gemiddelde deze maand: 10,6 kWp.

Juni 2012 gaf getalsmatig een byzonder slechte uitkomst met maar 66 (!!) nieuwe PV-systemen bij CertiQ, met slechts 1,271 MWp. Daarmee kwam het systeemgemiddelde voor die paar tientallen nieuwe installaties op een "record" hoge waarde van 19,3 kWp uit. Wat alles zegt over het feit dat het aantal kleine, particuliere SDE installaties vrijwel aan het opdrogen is. Een uitzonderlijk slechte zaak, illustratief voor een alweer geflopte subsidieregeling...

Juli 2012 liet weer een bescheiden "opleving" zien, met 127 nieuwe installaties, en 1,804 MWp aan nieuw vermogen. Leidend tot een systeemgemiddelde voor nieuw in deze maand bijgeschreven installaties van 14,2 kWp.

Augustus 2012 zette ook een tandje bij - het was per slot van rekening behoorlijk zonnig weer. 158 nieuwe installaties "maar liefst", met echter maar 1,594 MWp nieuw vermogen, dus een bescheiden systeem gemiddelde van 10,1 kWp.

September 2012 deed het ook nog aardig met 196 nieuwe installaties, met nota bene een "bijna record" van 3,064 MWp nieuw vermogen, wat resulteert in een systeem gemiddelde van 15,6 kWp.

Oktober 2012 was een nieuw bijplaatsings-drama voor SDE, met slechts 52 nieuwe installaties, een nieuw dieptepunt sinds 2009 (toen SDE eigenlijk pas op gang begon te komen). Er kwam slechts 977 kWp nieuw vermogen bij, wat het systeem gemiddelde van die paar tientallen installaties op 18,8 kWp bracht.

November 2012 bracht er ook niet veel nieuwe installaties bij, 93 stuks, met zelfs maar 796 kWp (tot deze maand laagste groeipercentage sinds april 2010, 1,1% in een maand). Het systeem gemiddelde in die maand is terug gevallen naar van 8,6 kWp.

December 2012. Het drama voor de SDE voor zonnestroom is gecompleteerd: in deze maand is een voorlopig absoluut nieuw dieptepunt gevestigd met slechts 14 (!) nieuwe gecertificeerde installaties, waarbij slecht 44 kWp (!) werd toegevoegd. Een systeemgemiddelde van ... 3,1 kWp. Nog wat restant "relicten" uit oude SDE regelingen, kennelijk.


Januari 2013. Lichte opleving: 123 nieuwe gecertificeerde installaties, 1,137 MWp toegevoegd. Systeemgemiddelde nieuwe installaties 9,2 kWp.

Februari 2013. Bestendiging met 106 nieuwe gecertificeerde installaties. Wel opvallend was het "forse" toegevoegde volume van 2,986 MWp. Dit resulteerde in een nieuw record systeemgemiddelde voor de nieuwe installaties, 28,2 kWp. Mogelijk is dit veroorzaakt door bijschrijving van slechts 1 of een paar "zeer grote" installaties.

Maart 2013. Weer een dip naar slechts 50 nieuwe (gecertificeerde) installaties. Doordat de ermee gepaard gaande capaciteitstoename redelijk "hoog" was, 1,63 MWp, is er alweer een nieuw gemiddeld installatiegrootte record behaald, wat dat van de voorgaande maand verbrak: 32,6 kWp. De trend naar steeds minder, maar wel gemiddeld grotere installaties zet dus door.

April 2013. Een nog lager aantal nieuwe "exemplaren", maar 41 stuks in deze maand nieuw gerapporteerd. De trend van vorige maand werd echter extreem versterkt, er werd een RECORD niveau van maar liefst 4,08 MWp in 30 dagen bijgeschreven (latere analyse van de "gecorrigeerde" cijfers liet echter zien dat dit een "kunstmatig record" was). Het gemiddelde per installatie was er dan ook naar, dat schoot door alle "plafonds": Gemiddeld 99,4 kWp voor de in dat maandrapport nieuw gemelde installatie, hetgeen betekent dat er enkele "Grote Kneiters" bij hebben moeten zitten.

Mei 2013. 107 nieuwe installatie meldingen met 1,344 MWp capaciteit en een gemiddelde installatie grootte van 12,6 kWp geeft duidelijk aan, dat het record van vorige maand als een "incident" moet worden gezien, waarschijnlijk door toevoeging van een (of een paar) "hele grote" installatie(s) in het CertiQ register.

Juni 2013. Een "record" maand waar Nederland zich de kop voor van de romp moet schamen. Slechts 4 (VIER!) nieuwe installatie meldingen met slechts 230 kWp capaciteit en een gemiddelde installatie grootte van 57,5 kWp: een tragisch slechte maand die we maar heel snel weer moeten vergeten. Of zouden de CertiQ ambtenaren nog een stapel af te werken projecten hebben liggen wegens andere activiteiten?

Juli 2013. 40 nieuwe installaties gemeld met een vermogen van 2,042 MWp geeft een gemiddelde nieuwe installatiegrootte van 51,1 kWp. Behoorlijk grote installaties dus. Gemiddeld zo'n 204 modules van elk 250 Wp.

Augustus 2013. Unicum: 6 installaties minder dan eind vorige maand, waarschijnlijk door verwijdering van installaties waarvan de tien-jarige MEP subsidie termijn is verstreken (wat beslist niet hetzelfde is als economische dan wel fysiek levensduur!). Wel is er een "positief vermogen"van slechts 125 kWp als nieuw aangemeld in augustus. Een "gemiddelde" nieuwe installatie grootte is niet te geven met een "negatief" aantal nieuwe installaties.

September 2013. 43 nieuwe installaties gemeld met een vermogen van 1,951 MWp en dus een gemiddelde nieuwe installatiegrootte van 45,4 kWp. Behoorlijk grote installaties dus weer. Gemiddeld zo'n 182 modules van elk 250 Wp.

Oktober 2013. 35 nieuwe installaties gemeld met een vermogen van 937 kWp en dus een gemiddelde nieuwe installatiegrootte van 26,8 kWp. Gemiddeld zo'n 107 modules van elk 250 Wp.


NB: de effecten van uit het register verwijderde oude MEP installaties worden steeds duidelijker. Vandaar dat bewoordingen over de vastgestelde, van maandrapport tot maandrapport optredende wijzigingen in het CertiQ register anders zijn geformuleerd! Zie hier onder.

November 2013. Netto slecht één (!!) nieuwe installatie toegevoegd aan het register, wat waarschijnlijk te maken heeft met een effect van "een aantal" toegevoegde (nieuwe) SDE installaties verminderd met "een aantal" (beide getallen: onbekend) oude MEP-systemen. Het "netto effect" bij het toegevoegde vermogen in het register is maar liefst 1,149 MWp geweest. Dat betekent echter beslist niet dat er "1 installatie met een vermogen van 1.149 kWp" zou zijn toegevoegd.

Eind juli 2012 werd er volgens deze cijfers eindelijk meer dan 10.000 participanten zonnestroom" bij CertiQ genoteerd (precies: 10.031), wat eind november verder was gestegen naar 10.530 stuks. Waarvan echter nog de in het 1 juli 2012 SDE/MEP rapport herziene resterende aantal ingeschreven 554 "MEP" klanten (revisie Agentschap NL) moesten worden afgetrokken (NB: volgens CertiQ maandrapport voor eind maart 2008 was dat destijds nog 616 MEP beschikten). Zodat je nog steeds slechts 9.976 pure "SDE" klanten overhield (gemiddeld slechts 177 stuks per maand sinds de officiële start van de SDE op 1 april 2008). Mijn verwachting dat in december 2012 dan eindelijk de moeizame passage van de "10.000 SDE systemen" zou worden gepasseerd kwam echter niet uit. Door de dramatisch slechte bijplaatsing (beter: rapportage) van 14 nieuwe installaties in die maand is 2012 blijven steken op 9.990 stuks "SDE" (volgens laatste cijfers).

Eindelijk kwam dan in het januari 2013 het "goede" nieuws: totaal bij SDE geregistreerd 10.667 PV-installaties, aftrekken (toen nog bekende aantal van) 554 MEP "klanten" geeft: 10.051 "zuivere" SDE systemen. 4 jaar en 9 maanden na de start van de eerste SDE regeling op 1 april 2008 eindelijk de "10.000" systemen gepasseerd. Dat is (a) véél te lang, als je weet dat alleen al Duitsland er in die ene wintermaand december 11.434 nieuwe PV-installaties bij knalde (totaal nieuw vermogen: >330 MWp, 4,5 maal het totale volume moeizaam bij elkaar geschraapt bij CertiQ). En (b) illustreert het onoverkomelijke feit dat de SDE voor PV nauwelijks iets heeft betekend tot zover. Zeker ook als je kijkt naar wat voor soort installaties het betreft. Grote zonnestroom projecten zijn in Nederland zeer spaarzaam, op enkele tientallen installaties van 100-300 kWp (laatste met 3 beschikkingen...) na, die vooral op het tijdelijke stormloopje van SDE 2009 "groot" is terug te voeren.

Status 1 december 2013: 11.088 PV-installaties geregistreerd bij CertiQ, waarvan waarschijnlijk minimaal (gezien steeds meer uit register geschreven MEP installaties) 10.567 met SDE beschikking, vanwege het nieuwe cijfer voor overgebleven MEP installaties in het jaarrapport MEP/SDE 2012: 521 stuks (getallen kunnen later met updates wijzigen, waarschijnlijk niet in hoge mate).

Figuur 1B. Aantal PV-installaties ingeschreven bij CertiQ (accumulatie, blauwe kolommen, met vertikaal weergegeven de bijbehorende getallen), volgens de gepubliceerde maandrapportages. Dit betreft uitsluitend gecertificeerde MEP en SDE installaties. Alle andere PV-systemen zonder bruto productie meting, die niet bekend zijn bij CertiQ (de overgrote meerderheid in ons land, en ook procentueel t.o.v. de SDE installaties zeer rap toegenomen in 2011-2013), de installatie van Polder PV en vele tienduizenden anderen incluis, vallen buiten deze grafiek! In gearceerde kolommen heb ik het minimum aandeel SDE systemen weergegeven. Omdat er steeds meer MEP installaties worden uitgeschreven (niet als zodanig "geïdentificeerd" in CertiQ register), is dat een minimum, en ligt het werkelijk aantal SDE installaties bij CertiQ momentaan dus hoger. Hoeveel hoger is onbekend, maar het kan natuurlijk nooit hoger zijn dan het totale aantal CertiQ registraties.

Rechts naast de grafiek de getallen (horizontaal schrift) voor de voorlopige accumulatie van alle bij CertiQ ingeschreven PV-installaties (zwart: 11.088 installaties). Respectievelijk voor het minimum aantal SDE systemen (rood) op basis van de laatst bekende cijfers voor het aantal (overgebleven) MEP projecten (521 stuks eind maart 2008 volgens het SDE/MEP 2012 rapport van 3 juni 2013, was tijdens begin SDE, 1 april 2008, nog 616 stuks). Voor SDE overblijvend: minimaal 10.567 stuks. Aangezien er bijvoorbeeld in augustus "netto" bezien installaties uit het CertiQ register zijn verdwenen (zie ook volgende figuur 1C), en dat waarschijnlijk MEP-gesubsidieerde systemen betreft, kan het resultaat voor SDE positiever gaan uitpakken de komende tijd. In donkerblauw een 2e graads polynoom trendlijn voor het totaal.


Figuur 1C. Aantal nieuwe (grotendeels gecertificeerde SDE) PV-installaties per maand gerapporteerd door CertiQ. De trendlijn (4e graads polynoom) toont vanaf de tweede helft van 2011 een hoogst verontrustende, tale-telling, en dramatische trend omlaag: een mogelijk zoveelste doodlopende subsidie regeling met een veel te mager effect (voor PV). En particulieren die niet "mee mogen doen met de energie [stroom] revolutie" treffend in beeld gebracht. Begin 2013 leek er een lichte opleving te zijn, maar grote aantallen zullen we met de vreselijke SDE regeling nooit gaan krijgen, zoals de "instorting" van het aantal nieuwe systemen in maart/april, in juni, en vooral in augustus ("netto negatieve groei aantallen") liet zien. De extremen in de periode vanaf januari 2010 waren, "netto" bezien (onbekend aantal SDE installaties minus uit CertiQ register "geschreven" oude MEP-systemen) 412 stuks nieuw gerapporteerd in mei 2011 en een ronduit beschamend, tranen trekkend, 1 "exemplaar" (NB: netto) in november 2013. Augustus liet 6 gecertificeerde installaties (eigenlijk: participanten) minder zien dan in de cumulatie van SDE + MEP systemen in het register van de voorafgaande maand.

Figuur 1D. Grafiek resulterend uit de vorig twee (1B en 1C). Trendlijn: zwevend gemiddelde (8 mnd). De gemiddelde systeemgrootte van het "netto aantal" nieuwe installaties (in kWp) per maand (resulterend uit de in de maandrapporten gepubliceerde CertiQ data) nam langere tijd gemiddeld genomen fors toe, tot een voorlopig record voor juni 2012 (19,3 kWp). In de tweede helft van 2012 leek de trend gemiddeld genomen weer sterk omlaag te gaan, al lieten september en oktober relatief hoge gemiddelde systeemgroottes zien. Dieptepunt in de weergegeven periode was, wederom, december 2012, met een systeemgemiddelde van slechts 3,1 kWp per nieuwe installatie in die maand ("grote" systemen inclusief!). Eind januari 2013 lag het weer op een "niet voor gemiddelde NL particulieren passend" niveau van 9,2 kWp. De grote verrassing kwam in de opvolgende maanden.

Februari en maart, met twee nieuw record gemiddelde installatiegroottes van 28,2 resp. 32,6 kWp. Maar die werden aan diggelen geslagen door het verbazingwekkende maand record van april 2013, met een 3 maal zo hoge gemiddelde systeem grootte (voor "netto nieuw geregistreerde" installaties, beslist NIET representatief voor de totale bijplaatsing...): Duitse toestanden! 99,4 kWp gemiddeld in april komt neer op zo'n 398 modules van elk 250 Wp, die grofweg een oppervlakte van zo'n 636 m² bezetten (schuin dak). NB: gemiddeld die maand: er zijn dus mogelijk nog (veel) grotere projecten aangemeld (waarvan we de identiteit niet weten). Kennelijk betrof dit een "unieke" maand, want in het mei rapport lag het systeem-gemiddelde alweer veel lager op 12,6 kWp, bijna 8x zo laag.

Ook in juni en juli werden weer hoge gemiddeldes behaald, in juni met slechts 4, in juli met 40 installaties. Met de laatste SDE regelingen zal de systeemgrootte beslist op een (relatief) hoog niveau gaan blijven omdat het uitsluitend voor "grote" projecten interessant zou kunnen zijn als er nog extra incentives gescoord kunnen gaan worden (hoog eigen verbruik bij een relatief hoge stroomprijs, belasting incentivesj, EIA, etc.). "Kleine" beschikkingen zijn zo'n beetje opgedroogd, en de aantallen die onder het keurslijf van "SDE+" worden gerealiseerd zijn niet om trots op te zijn.

Uitzondering was augustus 2013, toen een "negatieve groei" van het aantal installaties werd vastgesteld t.o.v. het volume in september (6 stuks minder). Een "negatief systeemgemiddelde" daaruit bepalen heeft natuurlijk geen zin, dus dat is ook niet getoond. Vanwege het netto effect dat er maar 1 installatie in het november rapport bleek te zijn toegevoegd, en er die maand ook als netto resultaat 1.149 kWp werd bijgeschreven, kunnen we niet de conclusie trekken dat er "een SDE systeem met een grootte van 1,149 MWp" zou zijn toegevoegd (zoals gesuggereerd wordt uit de buiten de schaal schietende kolom voor die maand die ik daarom heb gearceerd). Omdat we niet weten hoeveel oude MEP installaties cq. vermogen er in die maand zijn uitgeschreven en/of nieuwe SDE systemen zijn ingeschreven.

We moeten dus oppassen om niet te harde conclusies aan het resultaat van die twee "bewegingen" (MEP weg, SDE toetredend tot register) te verbinden. Maar dat de projectgrootte bij SDE toeneemt staat als een paal boven water, alleen al vanwege de minimum eis van 15 kWp sinds het systeem werd "omgetoverd" in de "SDE+" in 2011...

2

Figuur 2. In deze grafiek staat naast het geaccumuleerde aantal "gecertificeerde" zonnestroom producenten (geel, linker Y-as), in donkergroen het accumulerende aantal door CertiQ uitgegeven (lees: daadwerkelijk geproduceerde) "Garanties van Oorsprong" (GVO's, vroeger: "groencertificaten"). Waarbij rekening gehouden moet worden met het feit dat elk certificaat staat voor de fysiek - en geijkt - bemeten productie van 1 MWh. De bijbehorende Y-as voor de groene curve bevindt zich aan de rechterzijde. Aangezien de eerste SDE aanvragers pas laat in de herfst van 2008 in staat waren om de bruto productiemeter door de netbeheerder geplaatst te krijgen, en er nog steeds onduidelijkheden zijn rond de "bijschrijving" van de (vooralsnog waardeloze) GVO's voor deze producenten, is er lange tijd (zo'n twee jaar) nauwelijks impact van de SDE te zien geweest (1 certificaat staat gelijk aan 1.000 kWh, wat met een - voor SDE 2008 beschikten - gemaximeerde systeemgrootte van 3,5 kWp onder gunstige omstandigheden slechts na grofweg een derde jaar bereikt kan zijn). Dit, ondanks het "behoorlijk" toegenomen aantal geregistreerde nieuwe - kleine - zonnestroom producenten (gele curve).

Let op de tale-telling afvlakking van de certificaten curve rond de jaarwisseling 2009/2010. Deze wordt in maart opeens gevolgd door een snelle stijging (plm. 4,6%). Hetgeen niet zozeer te wijten zal zijn aan "reële snelle marktgroei" (laat staan een "explosieve fysieke groei van zonnestroom"), maar vermoedelijk aan sterk discontinue "release politiek" van de administratieve gegevens (per maand geschatte productie!) bij de netbeheerders (waar de producenten geen enkele controle over hebben). Dat proces blijft erg mistig en ondoorgrondelijk.

De certificaten curve stijgt weliswaar steeds sneller sinds 2010, maar om van het begin van een zonnestroom opwek revolutie te spreken is met deze blijvend teleurstellende resultaten wat "gecertificeerde" productie betreft natuurlijk een volslagen illusie. Op deze schaal bezien zou die curve daartoe nagenoeg vertikaal omhoog moeten ombuigen, en dat zie ik beslist niet gebeuren. Dat gaat ook niet geschieden met een al in de kiem gemuteerde "SDE plus" regeling. Daar kunt u vergif op innemen. Zolang GVO's niets waard zijn, heeft het geen enkele zin om je als donkergroene zonnestroom opwekker "aan te melden" bij CertiQ, want je verdient er niks aan (maar loopt wel "risico's" omdat je dan "geregistreerd" zult staan zonder enig zicht op "rechten" die aan die registratie zouden kunnen worden ontleend).

Hoogst curieus: CertiQ roept sinds eind 2011 met een vernieuwde website in mensen met zonnepanelen op om zich te komen inschrijven, terwijl ze zonder SDE subsidie daar geen ene drol aan hebben omdat ze niks voor hun "groene" kwaliteiten zullen krijgen. Maar CertiQ doet gewoon alsof hun neus bloedt, en negeert waarschijnlijk (inmiddels) rond de 85% van de zonnestroom producenten in ons land (geen MEP of SDE subsidie)...

Ik verwijs u ter vergelijking met de blijvend deplorabele situatie in NEEderland naar mijn uitvoerige doorlopende marktanalyse voor Vlaanderen voor "echt relevante" aantallen groencertificaten, die daar eind 2010 al waren geaccumuleerd tot een volume van bijna 489 GWh (schaalgrootte moet daar in honderden GWh worden afgebeeld i.p.v. de "tientallen" in de Nederlandse grafiek). Vlaanderen heeft een bevolking die een factor 2,7 maal zo klein is dan die van Nederland. En dat zegt alles over hun in geen enkel opzicht met ons land te vergelijken, zeker in die jaren (in 2013 ingestorte) grote zonnestroom markt.

Dat alles laat onverlet dat er natuurlijk met name in 2010-2011 een serie "grotere" projecten aan het net zijn gekomen in Nederland (met name die van het inmiddels onder HVC vallende Horizon Energy, meestal 100 kWp per beschikking "groot", of 2 of zelfs drie van dat soort beschikkingen per project lokatie). Het resultaat daarvan begon in 2011 duidelijk zichtbaar te worden: in juli 2011 werd een eerste "record" hoeveelheid GVO's bijgeschreven bij CertiQ (zie Fig. 3). Goed voor 2.897 MWh zonnestroom. In augustus was dat echter alweer terug gezakt naar 1.832 MWh aan GVO's, in september was het 50 MWh hoger dan in de voorgaande maand. Opvallend is dat het "record" niet veel later met de hakken over de sloot werd verbeterd. En wel in de zon-armste maand van het jaar, december 2011, toen 2,901 GWh nieuwe gecertificeerde zonnestroom productie werd gemeld door CertiQ. Ook in de bepaald niet zonrijke januari van 2012 werd bijna dat niveau gehaald (2,874 GWh). En, het was te verwachten, omdat er natuurlijk steeds meer certificaten "gevuld" worden van de eerste paar jaar accumulerende SDE zonnestroom installaties, was februari 2012 kort kampioen, met 3,853 GWh, waarna er weer een forse terugval optrad. Mei 2012 brak weer een tussenrecord, met ruim 4 GWh, de er op volgende records werden bijgeschreven in november 2012, januari 2013, en in juni 2013. In de laatstgenoemde maand werd 6,9 GWh aan GVO's bijgeschreven (wat echter ook in eerdere maanden gerealiseerde productie zal hebben betroffen...).

Met genoemde 6,9 GWh bijschrijving in juni 2013 zou je in theorie 1.971 huishoudens met een gemiddeld verbruik van 3.500 kWh/jaar een jaartje "groen" kunnen laten "draaien" (gesaldeerd op jaarbasis). Of 125 schoolgebouwen zoals - destijds - De Hoeksteen in Bussum (55.000 kWh/jaar) voordat die zelf een ongeneeslijke vorm van zonnestroom koorts kreeg en zelf het kostbare spullie begon te bakken.

3

Figuur 3. Als figuur 2, maar nu i.p.v. de accumulatie van GVO's de per maand nieuw bijgeschreven (of: "uitgegeven") aantallen GVO's door CertiQ (berekend via Excel, blauwe curve, rechter Y-as). Vanwege de record toevoegingen aan GVO's in opeenvolgende maanden in 2011-2013 (voor laatstgenoemde, juni 2013 rood gemarkeerd), is de Y-as voor de blauwe curve diverse malen flink aangepast. In het begin (de "MEP-periode") is goed de seizoens-afhankelijkheid te zien (meer GVO's in de zomer dan in de winter), maar later wordt het beeld steeds onduidelijker. Waarschijnlijk omdat de uitgave van GVO's meer "gelumpt" werd in de loop van de tijd, en er niet meer direct volgend op de fysieke productie GVO's worden "uitgeschreven"*. De onverwacht hoge piek van de najaarsmaand oktober 2007 (2.135 MWh) blijft dus onverklaard. Het was nu niet bepaald een recordmaand qua opbrengst, net zo min de sombere juli 2011, laat staan de wintermaand december 2011 dat waren (zie verder het overzicht van Ton Peters in Spijkenisse).

Ook uit figuur 3 blijkt dat er lange tijd slechts een geringe invloed is geweest van het groeiend aantal (met hoge mate van zekerheid: SDE) producenten op de verstrekking van GVO's: als er al kWh zijn geproduceerd, is dat voornamelijk in de hoog-productieve zomerperiodes van 2009 en 2010 geweest. Veel (vaak relatief kleine) nieuwe installaties zullen sowieso langdurig nog geen 1 MWh op het bruto productiemeter telwerk hebben geproduceerd, laat staan dat die dan "administratief verwerkt" zou zijn door de netbeheerder of door CertiQ zijn ingeboekt (een hoogst mistig proces waar slechts moeizaam een vinger achter is te krijgen). De groei van de blauwe curve is dus sterk vertraagd t.o.v. de gele die "slechts" de (geregistreerde, gecertificeerde) capaciteits-uitbouw weergeeft.

Er is in de grafiek slechts in de beginperiode een zeer zwakke, en ook nog discontinue seizoens-gerelateerde verhoging te zien (zomerperiodes met hoge productie, echter mede veroorzaakt door de al in de regeling zittende oude MEP systemen - waar bijvoorbeeld ook het enorme 2,3 MWp Floriade dak nog bij hoort), het beeld is absoluut niet helder. De 2009 "tussen-high" viel weer terug in augustus 2009 wat niet spoort met de (o.a. via Sonnenertrag gepubliceerde) record opbrengsten voor die zeer zonnige maand. Erna bleef de certificaat productie hangen rond de 500 MWh/maand en stortte deze in november weer helemaal omlaag, om eind 2009 in december een nieuw dieptepunt te bereiken van slechts 245 MWh en in januari 2010 zelfs nog maar een scharrige 133 MWh.

Pas in de latere zomermaanden van 2010 begon eindelijk eens een positieve trendmatige ontwikkeling zichtbaar te worden en is er juist aan het eind van het jaar 2010, ondanks de veel lagere fysieke productie van alle zonnestroom installaties, een volslagen "kunstmatige" opleving in de uitgifte van de GVO's te zien (november: 1.544 MWh nieuwe GVO's, in juni 2010 was dat nog maar 590 MWh). De voorlopige culminatie van de GVO bijschrijvingen is door CertiQ genoteerd in de maand juni 2013: 6.909 MWh. Maar ook lijken de fluctuaties in het aantal uitgegeven GVO's sterk te zijn toegenomen gezien het sterke zaagtand karakter van de grafiek (let op de diepe dip in maart 2013).

Boodschap en bijgesteld beeld
De boodschap: geen peil op te trekken, behalve dan dat sinds 2010 de GVO uitgifte structureel op een veel hoger niveau is komen te liggen - en verder fors toe lijkt te nemen - dan in de eerste 2 SDE jaren. Die sterk "verhevigde uitgifte trend" in 2011 kan alleen maar te maken hebben met de eerste resultaten van een serie aan het net gekoppelde - en dus daadwerkelijk producerende - "grote" SDE projecten die direct een forse impact op de blauwe curve laten zien. Vaak hebben dat soort grote installaties ook meters die frequent de meetdata draadloos doorsturen, dus de fysieke producties van die grote systemen zijn veel eerder bekend dan het "kleine grut", en ze kunnen veel sneller fysiek worden geregistreerd bij CertiQ.

Een compleet ander, veel realistischer beeld van de "per maand toegewezen uitgegeven GVO's" geeft het nieuwe, volledig herziene overzicht van CertiQ wat ik voor de tweede maal kreeg n.a.v. mijn voorbereidingen voor The Solar Future conferentie op 23 mei 2013. Voor de daar uit resulterende, compleet gewijzigde, en "logischer" verlopende, mooi seizoensmatig gerelateerde curve (voor de jaren waarvoor alle data reeds [bijna] compleet door CertiQ zijn verwerkt), zie de aparte webpagina met een gedetailleerde analyse door Polder PV (publ. datum 18 mei 2013, introductie hier).

Noot 1 Niet gecertificeerd grootste deel
Men dient zich goed te realiseren dat eind 2012 volgens de laatst bekende officiële CBS (365 MWp) en CertiQ cijfers (75,8 MWp vlg. gereviseerd jaaroverzicht van 2 juli 2013) ongeveer 289 MWp (79% van totaal) aan wel degelijk geplaatste en functionerende zonnestroom capaciteit (meestal kleine installaties in de orde grootte van 0,4-3 kWp, al komen daar steeds grotere, niet gecertificeerde installaties bij, voorbeeld) niet in deze grafieken voorkomt. Daar onder vallen ook de steeds minder impact hebbende autonome installaties, ruim 5 MWp in totaal. Omdat ze niet gecertificeerd worden bemeten of anderszins aan de voorwaarden van CertiQ voldoen (zie ook uitleg bij Fig. 7). Van de totale nieuwe afzet in 2012 lijkt op basis van de meest recent beschikbare cijfers (CBS 220 MWp, CertiQ 21,4 MWp volgend uit revisie jaaroverzicht, zie compilatie) zelfs 90% buiten de (MEP en) SDE om te zijn gerealiseerd (plm. 199 van totaal 220 MWp).

* Noot 2 Werkwijze CertiQ GVO's
Feitelijk wordt de productie waarop de verstrekking van GVO's wordt gebaseerd door de netbeheerders evenredig verdeeld over de 12 maanden van het jaar (hetgeen uiteraard in het geheel niets heeft te maken met de fysieke productie realiteit - hoge productie in de zomer, weinig in de winter). Pas als het "niveau" van 1 MWh wordt bereikt wordt er blijkbaar 1 certificaat gevalideerd door CertiQ - en wellicht dan pas opgenomen in de productie statistieken zoals weergegeven op deze pagina. Het probleem is dat ook certificaten uit eerdere maanden worden gevalideerd en pas later toegevoegd aan de totale cijfers. Het hele proces is uitermate mistig en in de meeste gevallen volledig gebaseerd op slechts een meting in het jaar, die op een volstrekt willekeurig moment door de netbeheerder kan worden uitgevoerd zonder dat de beheerder van de productie installatie daar op enige wijze invloed op lijkt te hebben. Lees daartoe ook dit bericht over de mogelijk wenselijke "timing" van die meter opname (gezien de SDE condities), en het daarop volgende exemplaar.

In Duitsland kun je als PV-systeem eigenaar volledig zelfstandig - met een in eigen beheer te nemen productiemeter (Einspeise Meter, direct aan het laagspanningsnet gekoppeld) - de regionale netbeheerder maandelijks of minder frequent (naar verkiezing) een nota voor voorschotten sturen op basis van de (behoorlijk goed voorspelbare) te verwachten productie, en die moet deze uitbetalen (en mag daar geen administratie- of andere kosten voor in rekening brengen). De fysieke maandelijkse productie is in Duitsland bij alle - inmiddels naar verluidt zo'n 1,3 miljoen - PV-installaties bekend. Duitsland ligt dan ook op een andere planeet (en is onder geen enkel beding met het voortkruipende Nederland te vergelijken, hoe graag u dat ook zou willen doen)...

4

Figuur 4. In deze figuur zijn naast elkaar gezet het aantal bij CertiQ bekende nieuwe gecertificeerde zonnestroom producenten per maand (Excel berekening van de CertiQ maandgegevens), in rood (linker Y-as), resp. het nieuw aantal uitgegeven GVO's voor deze producenten in blauw (idem, rechter Y-as). Pas vanaf de tweede jaarhelft van 2010 begint de impact op het aantal uitgegeven GVO's voor het sinds eind 2008 traag groeiende aantal nieuwe (SDE) producenten "substantieel" zichtbaar te worden en flink door te groeien in 2011-2012. De getoonde - soms heftige - maandelijkse schommelingen worden mogelijk nog versterkt door eigenaardigheden van het - ondoorzichtige - toekenningsbeleid van de groencertificaten dan wel uiteindelijke "garanties van oorsprong". De trend in het tweede "stimulerings"jaar SDE (2009) is een tijdje negatief geweest, maar wordt in maart 2010 opeens door een verrassende "spike" weer in opwaartse richting bijgesteld. Een "spike" die bepaald niet (direct) correleert met de ontwikkeling bij het maandelijkse aantal nieuwkomers, en die in april enigzins werd gecontinueerd, maar in mei-juni weer werd gelogenstraft met een flinke nieuwe dip. Bij een niet spectaculair certificaten niveau in augustus werd juist een opvallend nieuw "installatie" record geregistreerd. En in de zonnestraling arme maand november 2010 werd juist weer een hoog GVO uitgifte niveau bereikt, wat lijnrecht ingaat tegen de daadwerkelijke, fysieke productie van zonnestroom systemen.

Er lijkt door de bank genomen dus geen enkele dan wel nauwelijks aantoonbare, hoogstens zeer zwakke correlatie te zijn tussen het nieuwe aantal maandelijks gerapporteerde registraties bij CertiQ (lees: extra fysieke productie verwacht) en het aantal GVO's uitgegeven per maand. Dat kreeg een nieuwe "culminatie" bij de cijfers voor juli 2011: een wederom zwaar tegenvallend aantal nieuwe installaties bijgeschreven in die maand. Maar wel een - destijds - "record" hoeveelheid bijgeschreven GVO's in diezelfde periode van 31 dagen. Die discrepantie werd herhaald in december van dat jaar: slechts een marginale hoeveelheid van 159 nieuwe PV-installaties ingeschreven bij CertiQ, maar een - nieuwe - record hoeveelheid gecertificeerde zonnestroom ingeboekt. Sterker nog, bij een duidelijk neergaande lijn bij het aantal nieuwe maandelijkse registraties... Uitleg over het grillige en onvoorspelbare verloop van uitgegeven GVO's wordt niet gegeven, niet door CertiQ, noch door moederbedrijf (onder verantwoordelijkheid Min. Fin. vallende) TenneT. Polder PV doet onder figuur 3 een poging tot verklaring.

Let op de hoogst verontrustend gemiddeld neergaande lijn bij het aantal nieuwe producenten per maand (rode curve): de SDE lijkt langzaam, stapsgewijs, met af en toe een bescheiden positief maandresultaat, aan het uitsterven voor PV. Ook al moeten we sinds 2013 rekening gaan houden met het feit dat een "deel" van de neergaande trend te maken heeft met uit het CertiQ register geschreven oude MEP installaties. Het aantal overblijvende "gecertificeerde participanten" valt - voor een met veel trompetgeschal omgeven nationale subsidieregeling - sowieso bitter tegen... Vooral omdat het hier de meest decentrale optie van al gaat, zonnestroom. Waarvan je er honderdduizenden van zou verwachten in een "normaal" dichtbevolkt, en rijk land...

5

Figuur 5. Als in figuur 4, maar nu de volledige focus op de accumulatie (groene curve, linker Y-as), resp. de per maand nieuw bijgekomen uitgifte van GVO's voor zonnestroom. Ook deze laatste wordt uitgedrukt in GWh (1 GWh = 1.000 MWh = 1.000 certificaten; blauwe curve, rechter Y-as). De groene curve heeft lange tijd geen structurele cq. opvallende stijging van de helling getoond in de SDE periode vanaf 1 april 2008 tm. 2009 (zelfs een duidelijke afvlakking van de "groei"curve eind 2009/begin 2010). Dit ondanks reeds 2 volle jaren "nieuw stimuleringsregime" [SDE 2008/2009]. Vooral maart en april 2010 toonden een forse toename van toegekende certificaten, die ook in de accumulerende curve is terug te zien als een "knik" in de groene lijn. Die piek (blauwe lijn) is echter kleiner dan het exemplaar van oktober 2007, die nota bene verscheen in het midden van een feitelijke "stimulerings-loze" periode voor zonnestroom in Nederland (sinds het vorige geflopte regime, de "MEP", door Joop Wijn op vrijdag 18 augustus 2006 om zeep werd geholpen).

Een tweede piek, in zonnestraling-arm november 2010, lijkt net zo kunstmatig qua uitgifte beleid van de GVO's, en doet de accumulatie curve nog iets sneller stijgen. Een trend die zich voortzet in 2010-2011 (met name door cumulatie van veel "eerste MWhtjes" bij kleine projecten, maar vooral de eerste resultaten van de zogenaamd "grote" projecten, die een veel hogere impact op het totaal hebben).

Het jaar 2011 heeft tot en met december volgens de laatst beschikbare cijfers slechts 22,2 MWp aan nieuwe gecertificeerde capaciteit opgeleverd. Wat dus uitsluitend aan de SDE regeling toegeschreven moet worden. In tijden dat zonnepanelen al zeer goedkoop zijn geweest. En dat bij uitsluitend salderen exclusief SDE subsidie je - als het vlekkeloos geschiedt, zoals zou moeten - in dat jaar al zo'n 21-22 eurocent/kWh zou kunnen opleveren: een deplorabel en bizar slecht resultaat, wat in 2012 nog minder lijkt te zijn geworden: voorlopig resultaat slechts 21,4 MWp...

NB: ook de inmiddels talloze WWZ (Urgenda) cq. Zonvast (Greenchoice), 1.2.3 Zonne-energie (VEH) e.d. acties per jaar gaan aan dat beeld structureel bezien weinig veranderen. Ook niet met het al lang geleden aangekondigde ASN/Natuur en Milieu Zonzoektdak.nl initiatief, waarbij er oorspronkelijk uitgegaan werd van "haalbaar duizend daken"* met collectief ingekochte zonnepanelen. Dat werd gaande de eerste actie fors opgeschroefd, en zouden er na de beeindiging op 16 maart 2012 er 7.150 reserveringen zijn geplaatst, wat puur theoretisch zelfs meer dan 12 MWp had kunnen gaan opleveren. Uiteindelijk is er maar ruim een derde van overgebleven, en een bitter, met talloze vraagtekens omgeven faillissement van de (eerste) leverancier. Zelfs als het goed afloopt met dat soort acties (ZZD deel 3 werd in april 2013 opgetuigd, VEH 3 liep al een tijdje), is het ook nog steeds allemaal (veel) te weinig, en extreem markt verstorend, net als de nieuwste nationale aanschaf subsidie regeling die er eenmalig zo'n 105 MWp er bij zou kunnen gaan gooien in 2012 (deels overlopend in 2013), en in 2013 nog eenmaal een nog groter volume (totaal verwacht: 260 MWp).

Om u weer even met beide benen in de Hollandse Polderklei te krijgen: In 2012 is er ondanks de dramatische ingrepen in de waarde van de groencertificaten en dreiging van een "injectietarief" door het Vlaamse parlement, tot en met de rapportage van 6 juni 2013 alweer ruim 333 MWac (mogelijk zo'n 367 MWp DC vermogen, bijna een factor 2 maal het - voorlopige - nieuwbouw volume in NL in 2012 (195 MWp) bijgeschreven door VREG. En 85 maal zoveel als Zon Zoekt Dak nr. 1 heeft opgeleverd). Met 2,7 maal zo weinig inwoners in Vlaanderen dan er in NL wonen. Daar verdrinkt de Nederlandse groei dus nog steeds in, wat "naar bewonersaantal" toe gerekende groei betreft. En we hebben nog zoveel "gemiste" capaciteit van vele "verloren jaren" in te halen. "Gelukkig" voor Nederland is de Vlaamse markt in 2013 ingestort (melding 2.594 nieuwe systemen tm. 1 november 2013, slechts 29,0 MWp nieuw vermogen, kan later nog worden bijgesteld)...

* Wilma Berends, projectleider zonne-energie bij Natuur & Milieu, in interview in Spaarmotief van ASN, december 2011: "Ik hoop op duizend daken, hoe meer hoe beter".

6

Figuur 6. Een iets duidelijker aanwijzing voor "toenemende groei" van het aantal uitgegeven GVO's voor zonnestroom zou zichtbaar moeten zijn in de relatieve toename van de uitgifte ten opzichte van de vorige maand. Daartoe staan in deze laatste grafiek wederom de oorspronkelijke, "per maand nieuw uitgegeven GVO's" in donker-blauw (linker Y-as), alsmede een daar uit berekende curve in lichtgeel die de relatieve procentuele toename van het aantal uitgegeven GVO's t.o.v. de vorige maand weergeeft (rechter Y-as, met in donker geel de er bij horende trendlijn). Als er significante toename van daadwerkelijk regelmatig ingeboekte "geregistreerde productie" van zonnestroom zou zijn, zou dat direct in een toename van dit procentuele verschil moeten zijn te zien. In de eerste SDE jaren was kristalhelder dat daar lange tijd geen sprake van was (enige structurele toename van mei >>> juni 2009, daarna kort stabilisatie, waarna een dramatische trend bergafwaarts zichtbaar werd, pas herstel in feb.-apr. 2010 gevolgd door een continu hoger niveau dan in het begin van de SDE tijd). Er was - en is - continu forse fluctuatie en van enige "over langere periode gemiddelde opgaande trend" was lange tijd niets te bespeuren. Integendeel: de groei was in die periode zelfs marginaler dan in de jaren 2003-2006 en lange tijd zelfs negatief. Let op de twee - onverklaarde - hoge pieken in mei 2003 (15,1% groei t.o.v. april 2003) resp. oktober 2007 (11,2% groei t.o.v. september 2007).

De trendlijn voor de "maandelijkse groei" in uitgifte van GVO's is eind april 2011 iets boven de 2% per maand komen te liggen en is in de zomer van dat jaar gaan stijgen in de richting van een positieve, ruim 3% per maand, om in het tweede kwartaal van 2012 zelfs in de buurt van een maandelijkse groei van zo'n 5% te geraken. Dat er überhaupt positieve groei was gedurende lange tijd werd voor een groot deel veroorzaakt door groei in subsidieloze periodes voor de SDE regeling, of is het resultaat van de - voor NL begrippen - absurde boom van zo'n 20 MWp in 2003-2004 (die snel door nuke-minnende van Geel van - uiteraard - het CDA de kop in werd gedrukt). Pas eind 2011 lijkt eindelijk een structurele groei van de - NB: gecertificeerde - zonnestroom productie te zijn ingezet. Het zou na al die jaren wel eens tijd gaan worden... In februari 2012 werd een nieuw "certificaten groei record" sinds de opening van de eerste SDE regeling, bijna 4 jaar eerder (...) getoond, van 5,4% t.o.v. het geaccumuleerde volume in de voorgaande maand. Daarna kakte het niveau echter weer in, om eind november 2013 rond de 3% uit te komen.

Ter verduidelijking zijn trendlijnen voor de "nieuwe GVO's per maand" curve toegevoegd in licht-blauw (Excel 3e graads polynoom), en voor de "procentuele groei t.o.v. de vorige maand in donker-geel (idem). De eerste toonde vele maanden lang tijdens de "SDE periode" een zeer opvallende tale-telling neerwaartse i.p.v. opwaartse trend in de periode waarin een nieuw "stimulerings-regime" van kracht was, zelfs nog met de nieuwe "spike" in uitgegeven certificaten in maart 2010. In de lente-zomer van 2010, meer dan twee jaar na de start van het nieuwe SDE regime, begon de neergaande curve af te vlakken. Pas in de eerste helft van 2011 is de curve een zeer duidelijke positieve groei gaan vertonen. Die met toenemende realisatie van SDE projecten (met name een serie grotere exemplaren van max. 100 kWp) natuurlijk in versterkte mate zal doorzetten. Qua hoeveelheden blijft de "indirect berekende" productie van die paar SDE installaties echter nog steeds niet veel voorstellen.

De niet gecertificeerde installaties worden zoals eerder al gemeld niet in deze curves opgenomen, want ze worden niet centraal bemeten en de fysieke productie van al die andere installaties is compleet onbekend. Deze trend heeft in verhevigde mate in 2010-2013 doorgezet: de door mij geconstrueerde CertiQ grafieken zullen waarschijnlijk op termijn een steeds minder significant deel van de werkelijk gerealiseerde marktvolumes in ons land gaan weergeven. Zie daarvoor al een zeer duidelijk "relativerend" beeld m.b.t. deze flop-regeling (voor PV) in de marktgrafieken in mijn artikel van 31 augustus 2013. Vooral als realisatie van de inmiddels paar honderd beschikte "SDE +" projecten slecht op gang gaat komen of zelfs jaren wordt uitgesteld, van SDE 2012 hoeven we al helemaal weinig te verwachten met nog geen 20 MWp beschikt. SDE 2013 zou tot en met medio november zo'n 110 MWp aan aanvragen hebben opgeleverd voor PV-projecten, waarvan toen echter nog maar 50 MWp is "beschikt", minder dan de helft. Die ronduit bescheiden volumes die uit de SDE regeling voortkomen (en die uiteindelijk in de vorm van registraties bij CertiQ "zichtbaar" worden), maakt deze curves dan ook vrij nietszeggend voor het monitoren van de totale marktontwikkeling van zonnestroom in ons land. Uiteraard moeten "ze" wel gemaakt blijven worden. Want het gaat om de "enige officiële regeling van Staatswege" die we in de tweede jaarhelft van 2013 nog hebben, waar monumentale hoeveelheden parlementaire tijd en papier in is gestoken...


Geaccumuleerd en maandelijks nieuw gecertificeerd PV vermogen

Let op dat de X-as en Y-as verschillende schalen hebben, afhankelijk van het rapport/plaatje!


© CertiQ, rapport (eind) november 2013, nieuwe stijl
[88,241 MWp; 11.088 installaties; vermoedelijk minimaal 10.567 daarvan SDE]

2013
 
2012
2011
2010


© CertiQ, rapport (eind) Januari 2010, nieuwe stijl
[21,957 MWp, 3.760 participanten]


© CertiQ, rapport (eind) December 2009
[18,446 MWp, 3.574 participanten]

Figuur 7. X-as lopend vanaf begin 2004 tot en met eind 2009 in de oorspronkelijke grafiek, onderaan, resp. vanaf februari 2007 (Jan. 2010 rapport, grafiek er boven), en vanaf december 2010 (november 2013 rapport, bovenste grafiek) in het laatste exemplaar. De startdatum van de SDE (1 april 2008) is al lang van de maandelijkse CertiQ grafieken verdwenen - op die datum was er ruim 12,3 MWp aan capaciteit onder de nauwelijks stimulerende "MEP" regeling gerealiseerd (zie onderste grafiek, plus recentere data gekregen van CertiQ). Op de CertiQ site stond sinds het overzicht van februari 2009 een aparte, slecht leesbare grafiek met het geaccumuleerde PV vermogen van door CertiQ gecertificeerde installaties (dus exclusief de vele duizenden andere, niet gecertificeerde PV-systemen!). Pas eind 2009 is voor het eerst een daadwerkelijk getal voor het geaccumuleerde vermogen gepubliceerd (persvoorlichter van TenneT), en werd sinds het begin van 2010, op uitdrukkelijk verzoek van de webmaster van Polder PV, daadwerkelijk het actuele bij CertiQ aangemelde vermogen (MWp) van gecertificeerde zonnestroom installaties in de maandrapporten (later ook: in de jaaroverzichten vanaf 2010) vermeld. Waar later nog een vervolg op is gekomen.

Helemaal bovenaan de laatste update, van het overzicht voor november 2013, onderaan het laatste "oude" exemplaar van december 2009. In deze laatste heb ik in eerdere versies ter verduidelijking een (horizontaal) grid toegevoegd en enkele rode lijnen om beter zicht te krijgen op de daadwerkelijke bijplaatsing**. De bovenste horizontale (gestippelde) lijnen geven in die eerdere grafieken het "geaccumuleerde" nominale STC vermogen weer zoals dat vanaf januari 2010 in de CertiQ maandrapporten expliciet staat vermeld. Uit de vorige grafiek van december 2009 kon worden gedestilleerd dat er sinds de jarenlange stagnatie (in dit marktsegment, niet gecertificeerde systemen zijn wel, zei het marginaal gegroeid in die tijd), en sedert de SDE regeling op 1 april 2008 open ging, er nog slechts zo'n 6,3 MWp aan nieuwe gecertificeerde netgekoppelde capaciteit leek te zijn bijgekomen tot een geaccumuleerd totaal van zo'n 18,6 MWp (oudere "MEP" installaties incluis) - niet ver van de latere opgave van 18,446 MWp van de persvoorlichter van TenneT. In het laatste, aan Polder PV gestuurde overzicht is dat getal door CertiQ op status datum 1 mei 2013 alweer iets opgehoogd naar 19,154 MWp (stand eind dec. 2009, zie ook laatste overzichtstabel CertiQ).

Groei van gecertificeerde PV-capaciteit per maand sinds december 2009. In de officiële SDE subsidieperiode (vanaf 1 april 2008) zijn er tot en met eind november 2013 volgens CertiQ "netto" (SDE ingeschreven minus - zeker sinds 2013 - MEP uitgeschreven) slechts 11.088 nieuwe zonnestroom producenten geregistreerd / geaccepteerd door CertiQ volgens hun maandelijkse rapporten. Naar verwachting zijn daarvan slechts minimaal 10.567 stuks uitsluitend SDE klanten (gebaseerd op bijstelling Agentschap NL die in hun laatste jaaroverzicht [MEP/SDE 2012] 521 overgebleven MEP installaties opvoerde, exclusief effect dat steeds meer van die oude MEP systemen uit CertiQ "records" zullen verdwijnen). Zoals uit onderstaande tabel blijkt fluctueerde de opgegeven "accumulerende capaciteit" ("Vermogen") wat in de gepubliceerde grafieken staat weergegeven en in het CertiQ maandrapport sinds begin 2010 staat afgedrukt, in het begin van 2010 op een bizarre wijze (waarschijnlijk een administratieve "anomalie"):

Maand
MWp accumulatie
Verschil in MWp accumulatie t.o.v. de vorige maand
Verschil in MWp accumulatie t.o.v. eind december 2012
Verschil in MWp accumulatie t.o.v. eind december 2011
Verschil in MWp accumulatie t.o.v. eind december 2010
Verschil in MWp accumulatie t.o.v. eind december 2009
Dec '09
18,446 *
niet beschikbaar
---
---
---
---
Jan '10
21,957
+ 3,511
---
---
---
+3,511
Feb '10
20,784
- 1,173
---
---
---
+2,338
Mrt '10
18,316
- 2,468
---
---
---
- 0,130
Apr '10
18,947
+ 0,631
---
---
---
+ 0,501
Mei '10
20,013
+ 1,066
---
---
---
+ 1,567
Jun '10
21,129
+ 1,116
---
---
---
+ 2,683
Jul '10
21,947
+ 0,818
---
---
---
+ 3,501
Aug '10
23,447
+ 1,500
---
---
---
+ 5,001
Sep '10
24,123
+ 0,676
---
---
---
+ 5,677
Okt '10
25,644
+ 1,521
---
---
---
+ 7,198
Nov '10
27,470
+ 1,826
---
---
---
+ 9,024
Dec '10
29,416
+ 1,946
---
---
---
+ 10,970
Jan '11
30,962
+ 1,546
---
---
+ 1,546
+ 12,516
Feb '11
32,418
+ 1,456
---
---
+ 3,002
+ 13,972
Mrt '11
33,168
+ 0,750
---
---
+ 3,752
+ 14,722
Apr '11
34,931
+ 1,763
---
---
+ 5,515
+ 16,485
Mei '11
36,825
+ 1,894
---
---
+ 7,409
+ 18,379
Jun '11
38,739
+ 1,914
---
---
+ 9,323
+ 20,293
Jul '11
40,654
+ 1,915
---
---
+ 11,238
+ 22,208
Aug '11
42,374
+ 1,720
---
---
+ 12,958
+ 23,928
Sep '11
43,458
+ 1,084
---
---
+ 14,042
+ 25,012
Okt '11
46,047
+ 2,589
---
---
+ 16,631
+ 27,601
Nov '11
48,312
+ 2,265
---
---
+ 18,896
+ 29,866
Dec '11
50,862
+ 2,550
---
---
+ 21,446
+ 32,416
Jan '12
53,371
+ 2,509
---
+ 2,509
+ 23,955
+ 34,925
Feb '12
54,762
+ 1,391
---
+ 3,900
+ 25,346
+ 36,316
Mrt '12
57,848
+ 3,086
---
+ 6,986
+ 28,432
+ 39,402
Apr '12
59,582
+ 1,734
---
+ 8,720
+ 30,166
+ 41,136
Mei '12
61,083
+ 1,501
---
+ 10,221
+ 31,667
+ 42,637
Jun '12
62,354
+ 1,271
---
+ 11,492
+ 32,938
+ 43,908
Jul '12
64,158
+ 1,804
---
+ 13,296
+ 34,742
+ 45,712
Aug '12
65,752
+ 1,594
---
+ 14,890
+ 36,336
+ 47,306
Sep '12
68,816
+ 3,064
---
+ 17,954
+ 39,400
+ 50,370
Okt '12
69,793
+ 0,977
---
+ 18,931
+ 40,377
+ 51,347
Nov '12
70,589
+ 0,796
---
+ 19,727
+ 41,173
+ 52,143
Dec '12
70,633
+ 0,044
---
+ 19,771
+ 41,217
+ 52,187
Jan '13
71,770
+ 1,137
+ 1,137
+ 20,908
+ 42,354
+ 53,324
Feb '13
74,756
+ 2,986
+ 4,123
+ 23,894
+ 45,340
+ 56,310
Mrt '13
76,386
+ 1,630
+ 5,753
+ 25,524
+ 46,970
+ 57,940
Apr '13
80,463
+ 4,077
+ 9,830
+ 29,601
+ 51,047
+ 62,017
Mei '13
81,807
+ 1,344
+ 11,174
+ 30,945
+ 52,391
+ 63,361
Jun '13
82,037
+ 0,230
+ 11,404
+ 31,175
+ 52,621
+ 63,591
Jul '13
84,079
+ 2,042
+ 13,446
+ 33,217
+ 54,663
+ 65,633
Aug '13
84,204
+ 0,125
+ 13,571
+ 33,342
+ 54,788
+ 65,758
Sep '13
86,155
+ 1,951
+ 15,522
+ 35,293
+ 56,739
+ 67,709
Okt '13
87,092
+ 0,937
+ 16,459
+ 36,230
+ 57,676
+ 68,646
Nov '13
88,241
+ 1,149
+ 17,608
+ 37,379
+ 58,825
+ 69,795

Gemiddelde nieuwe capaciteit per maand 2013
1,601 MWp
Gemiddelde nieuwe capaciteit per maand 2012
1,648 MWp
Gemiddelde nieuwe capaciteit per maand 2011
1,787 MWp
Gemiddelde nieuwe capaciteit per maand 2010
0,914 MWp
Gemiddelde nieuwe capaciteit per maand 2009
0,499 MWp

* Getal genoemd door de persvoorlichter van TenneT (CertiQ is een volle dochter van TenneT), januari 2010.
Andere data in deze kolom komen uit de maandrapporten van 2010-2013. Getallen geven MWp accumulatie aan het eind van de maand weer volgens de maandrapporten. In donker rood: maximale maandgroei sinds start SDE in april 2008 (afgezien van onwaarschijnlijke groei voor januari 2010, waarschijnlijk een administratieve "glitch" bij CertiQ), in oktober 2011 (daarmee voor het eerst het vorige maand record van december 2010 verbeterend). Onderaan apart vermeld de gemiddelde door CertiQ gerapporteerde nieuwbouw aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit per maand in 2013, 2012, 2011, 2010, en 2009, zoals volgt uit de data in de verschenen maandrapporten (voor het meest actueel gerapporteerde jaar voorzover gegevens bekend).

Houdt er rekening mee dat getallen naderhand nog - gering - kunnen zijn bijgesteld door allerlei administratieve vertragingen bij de verwerking van het cijfermateriaal. Voor complete grafische update tot en met april 2013, zie de aparte webpagina (gegevens CertiQ verstuurd aan Polder PV in mei 2013). Later bijgestelde gegevens zijn in het gereviseerde jaaroverzicht (2 juli 2013) verschenen. De resultaten daarvan zijn in een aparte grafische analyse doorgelicht.

Tot slot: genoemde verschillen tussen maandrapportages van CertiQ moeten zeker vanaf 2013, 10 jaar na het openen van de MEP regeling, in het licht worden gezien van netto resultaten van bijschrijvingen van nieuwe SDE installaties verminderd met uitschrijvingen van oude MEP systemen. M.a.w.: "nieuwe capaciteit per maand" is het verschil tussen SDE "bij" en MEP "af"! In maanden dat er meer MEP capaciteit is uitgeschreven dan SDE vermogen is bijgeschreven, kan dus in theorie een negatieve maandgroei ontstaan (dat is in augustus 2013 met de "aantallen" installaties" ook daadwerkelijk geschied, zie grafiek).

Als de data in de CertiQ rapporten correct zouden zijn zouden we "moeten" concluderen dat in maart 2010 er 0,13 MWp (130 kWp) aan nieuwe PV-capaciteit zoals gerapporteerd aan/vastgesteld door CertiQ (via mistige protocollen) verdwenen lijkt te zijn sinds eind december 2009 (en zelfs minus 2,468 MWp gerelateerd aan het gepubliceerde cijfer voor februari 2010...). En dat terwijl eind januari 2010 er juist opeens 3,511 MWp bijgekomen zou zijn t.o.v. december 2009, een onwaarschijnlijk "scenario" (zie ook de genoemde update, grafiek onder (3), waarin die blijkbaar administratieve "glitch" is recht gestreken...).

Ook in april tot en met december 2010 was er weer "positieve groei" (0,6 tot bijna 2 MWp per maand, gemiddeld ruim 1,2 MWp) t.o.v. de voorgaande maand. Eind december 2010 was er 10,97 MWp aan nieuwe installaties gerapporteerd door CertiQ t.o.v. het eind december 2009 cijfer, en in december werd voor 2010 na de curieuze (en onwaarschijnlijk te achten) "3,5 MWp" voor januari van dat jaar, de - lange tijd - "grootste" stijging per maand geregistreerd: 1,946 MWp toename. Dat record werd pas in oktober 2011 weer verbroken met een nieuw bij CertiQ ingeschreven vermogen van 2,589 MWp, wat in maart 2012 op een peil van 3,086 MWp werd gebracht en in april 2013 naar een nog nog hoger niveau van 4,077 MWp. Nog steeds bizar weinig (neerkomend op ongeveer 136 kWp per dag in die maand), maar wel "een record in de CertiQ maandrapport data".

In de zesde kolom van de tabel wordt de jaargroei voor 2011 weergegeven (nieuwe capaciteit sinds eindstand december 2010). 21,446 MWp in 365 dagen in 2011 (volgens maandrapportages). In de vijfde kolom de (voorlopige) resultaten voor 2012, wat nog minder volume lijkt te hebben gerealiseerd, voorlopig op 19,771 MWp komend in 366 dagen tijd. Ook al is dat inmiddels bijgesteld naar 20,894 MWp (CertiQ revisie), en nog iets verder opgehoogd tot 21,418 MWp, rekening houdende met de opgegeven accumulatie in het gereviseerde jaar rapport 2012.

Dat laatste zou betekenen dat in dat jaar een zeer matige gemiddelde groei van slechts 58,5 kWp/dag zou zijn vastgesteld aan gecertificeerde PV-installaties, in heel Nederland. Echt beschamend, tenenkrullend weinig en blijvend "microscopisch" dus. Al wordt er buiten de SDE om al sinds 2009 fors meer geplaatst, wat in 2010-2011 nogmaals verder versterkt heeft doorgezet (incl. diverse georganiseerde acties zoals Wijwillenzon.nl, die volgens de laatste berichten pas eind 2012 10 MWp afgezet zou hebben).

In 2012 is het al een groot gekkenhuis geworden in Nederland, met (inmiddels) al ongeveer 132 door mij geregistreerde "inkoop collectieven" en soortgelijke acties (soms met meer dan 10 MWp potentieel aan te verkopen systemen, zoals de tweede LTO Vraagbundeling actie, tot eind mei 2013 was er echter voor de 1e 2 acties nog maar ruim 7 MWp gerealiseerd). Echter: al die niet gecertificeerde bijbouw is niet "zichtbaar" voor de groene certicaat verstrekkers bij CertiQ, want er wordt daarvan helemaal niets bij hen aangemeld (omdat er geen enkel financieel belang bij is)...

De (voorlopige) resultaten voor 2013 zijn in de vierde kolom te zien.


8A


8B

Figuur 8A en 8B. Accumulatie resp. nieuw toegevoegde maandelijkse gecertificeerde capaciteit volgens CertiQ maandrapporten - chronologisch.

Grafieken ontleend aan de maandelijkse "accumulatie" (in MWp) van gecertificeerde PV-installaties in de maandrapporten van CertiQ (januari 2010: eerste vermelding). Het cijfer van december 2009 (gearceerd) is ontleend aan een mededeling van de persvoorlichter van TenneT. I.p.v. groei van capaciteit lijken de CertiQ cijfers in de maanden feb.-mrt. 2010 juist een (forse) afname daarvan weer te geven, wat niet "kan" of "zou mogen" kloppen (tenzij er om een niet bekende reden gecertificeerde capaciteit is "onttrokken" aan het certificaten systeem, wat trouwens wel al eerder is geschied, in januari 2005, zie Fig. 1).

Als we het totale "effekt" van de eerste 3 maanden van 2010 bij elkaar nemen, zou er in dat eerste kwartaal 0,13 MWp negatieve groei zijn geweest... (volgend uit de CertiQ maandrapportages). TenneT noch CertiQ geven verklaringen voor deze merkwaardige gang van zaken. De klaarblijkelijke "glitch" is rechtgetrokken in niet door henzelf geopenbaarde CertiQ cijfer revisies opgevraagd door Polder PV (voor de meest recente, zie deze pagina).

Eind december 2010 was de accumulatie volgens de maandrapportages 29,416 MWp, bijna 11 MWp hoger dan die van eind december 2009. Ondanks de lichte groei, ook wederom in december 2010, een blijvend povere prestatie voor het rijke Nederland. Onvergelijkbaar met de buurlanden die als PV-kometen voort blijven scheuren met tientallen tot honderden MWp per maand met vaak vele duizenden nieuwe (tot zeer grote) PV-systemen. De blijvend gezapige groeicijfers in 2011-2012, stemden ondanks het kleine "recordje" in maart 2012 (verbetering van vorige record in oktober 2011), nog steeds niet tot een begin van tevredenheid met deze ingeslapen marktsituatie (NB: uitsluitend de "gecertificeerde" markt...).

Voor de eerste grafiek is in rood een tweedegraads polynoom trendlijn toegevoegd.

De 3,5 MWp aan installaties die toegevoegd werden in het januari 2010 rapport (36% van totale accumulatie in 20 maanden tijd), en de ogenschijnlijke "negatieve groei" (?) in de maanden februari en maart 2010 waren zelfs nog merkwaardiger in het licht van het feit dat in deze maanden het aantal nieuwe gecertificeerde installaties is gegroeid, zei het in een zeer bescheiden tempo (zie Fig. 1)!

Als men de getallen in het april 2011 "MEP/SDE 2010" rapport van Agentschap NL als "correct" beschouwt (analyse PPV), zouden de 6.666 daar genoemde nieuwe SDE installaties (ongeveer 22,7 MWp zoals geïnterpoleerd van grafieken en data gepubliceerd door CertiQ) een gemiddeld nominaal (STC) vermogen van slechts ongeveer 3,4 kWp hebben gehad. Waarbij opgemerkt moet worden dat een toenemend aantal grotere PV-installaties een forse invloed op deze uitkomst zal hebben/krijgen, als het er tenminste flink meer dan enkele handen vol worden. Ondanks de politieke retoriek m.b.t. de SDE subsidies, zijn er nog steeds slechts een mager aantal PV installaties nieuw gerealiseerd (of: bekend gemaakt) onder dit "stimulerings"-regime, slechts zo'n 154 nieuwe (meestal relatief kleine) systemen gemiddeld per maand in een lange periode van 5 jaar (NB: netto effect van SDE bijschrijvingen en MEP uitschrijvingen). Vanwege het nog steeds magere, en zelfs verder kleinere aantal nieuwe installaties, zal elk groter nieuw PV-systeem (max. 100 kWp onder de SDE condities tm. SDE 2010, daarna maximering losgelaten) een serieuze impact hebben op de gemiddelde berekende installatie grootte.

Dit manifesteerde zich in april 2013 in extreme mate: slechts een gering netto aantal van 41 nieuwe installaties voegden dik 4 MWp aan nieuwe capaciteit in de CertiQ boekhouding toe, een nieuw record...


9A



9B


9C

Figuur 9A-9C. Nieuw gerapporteerde installaties ("netto effect" SDE bijschrijvingen en MEP uitschrijvingen, met name sinds 2013), capaciteit, en systeemgemiddelde per maand in officieel gepubliceerde CertiQ maandrapportages, gerangschikt per jaargang.

In deze drie figuren zijn de nieuwe aantallen installaties (Fig. 9A), de nieuw gerapporteerde capaciteit (Fig. 9B, in MWp), en de daaruit volgende gemiddelde capaciteit per "nieuwe installatie" per maand (Fig. 9C, in kWp/installatie) weergegeven met de resultaten per jaargang naast elkaar voor elke maand. In de maandrapportages van CertiQ zijn geen vermogens opgegeven tot en met 2009. Voor een historische update van die gegevens (nieuwe data vanaf 2003 tot en met april 2013), zie mijn aparte analyse op basis van een Excel sheet die op aanvraag door CertiQ in mei 2013 aan Polder PV werd verstuurd.

De gegevens voor de laatste 2 grafieken voor januari tm. maart 2010 (vermogen/gemiddeld vermogen per installatie) zijn zeer waarschijnlijk een artefact omdat voor februari en maart negatieve uitkomsten resulteren uit de accumulatie cijfers. Dit is zeer waarschijnlijk een artefact in de CertiQ (maandrapport) data geweest (negatieve waarden alleen in cijfervorm weergegeven, januari 2009 gearceerd weergegeven bij de vermogens). Dit is in de hierboven genoemde later bijgestelde cijfers weer glad getrokken.

In de eerste grafiek (nieuwe installaties per maand) is goed te zien dat in de jaarreeks 2008-2013 voor alle maanden al een (heftig) dalende lijn is ingezet. En dat de overall resultaten voor 2013 aan de matige kant zijn in vergelijking tot de voorgaande jaren: de SDE lijkt wat aantallen installaties per maand betreft langzaam dood te bloeden voor PV.

In de grafiek 9A gelieve ook te letten op de "negatieve groei" in augustus 2013. Dit is waarschijnlijk een effect van "weinig nieuwe SDE installaties" in het laatste jaar (cq. in de betreffende maand), in combinatie met "versnelde uitschrijving van systemen met verlopen MEP subsidie beschikkingen" uit het CertiQ register. Hoe die twee trends cijfermatig bezien in verhouding staan tot elkaar is niet bekend, en zal mogelijk pas in het komende MEP/SDE jaarrapport duidelijk worden gemaakt. Het heeft wel consequenties voor het begrip "nieuwe installatie", "nieuw vermogen", cq. "systeemgemiddelde" per maand. Want zeker vanaf 2013, waarin verwacht wordt dat er steeds meer MEP systemen uit het CertiQ register zullen verdwijnen, kan alleen maar uit de CertiQ cijfers het "netto effect" (SDE bijschrijving minus MEP uitschrijving) worden vastgesteld. Althans: totdat alle MEP systemen zullen zijn "verdwenen". Pas dan kan naar een "zuivere SDE capaciteit evolutie" worden gekeken. Tenzij politieke ingrepen dat beeld voor de zoveelste maal weer zouden kunnen gaan vertroebelen, wat beslist géén ondenkbaar scenario is in ons land...

Let in de laatste grafiek, 9C, met name op het aanzienlijk toegenomen gemiddelde vermogen per geregistreerde nieuwe installatie in 2012, en vooral in 2013: een gevolg van het "uitsterven" van de kleine residentiële markt in de CertiQ cijfers, waardoor het gemiddelde steeds meer richting de - spaarzame - vermogensklasse van installaties op bedrijven e.d. verschuift (en dus absoluut géén representatief beeld van de hele afzet markt kan geven, die blijft immers voorlopig nog gedomineerd worden door een grote hoeveelheid - duizenden - kleine particuliere installaties!). In 2010 waren er nog relatief veel kleine installaties nieuw ingeschreven bij CertiQ, waardoor het systeemgemiddelde laag ligt in dat jaar. Let op het zeer lage gemiddelde in december 2012: er waren slechts zeer weinig nieuwe installaties gemeld, met een laag vermogen. Kennelijk een "relict" uit oudere SDE regelingen (SDE 2008-2010), en waarschijnlijk uitsluitend particuliere installaties betreffend...

Februari 2013 gaf een hoog gemiddeld vermogen per installatie te zien, 28,2 kWp, maar dat werd in maart zelfs alweer verbroken, en vervolgens in april verpletterd met 99,4 kWp. Zeer waarschijnlijk omdat er in die maanden een of een paar (zeer) grote SDE projecten waren vertegenwoordigd in het schaarse aantal bij CertiQ geregistreerde systemen. De ook hoge piek voor juni 2013 laat zich vooral verklaren door het dieptepunt aan nieuwe registraties: slechts 4 "overgebleven netto" systemen met een totaal vermogen van 230 kWp werden in die maand door CertiQ gerapporteerd. Maar ook de daar op volgende maand had een hoog systeemgemiddelde, met het tienvoudige aan nieuwe installaties. November liet netto bezien slechts één nieuwe installatie zien, gelijktijdig met een nieuw vermogen van 1,149 MWp. Het is onwaarschijnlijk dat er 1 SDE installatie met zo'n groot vermogen is bijgekomen in die maand. Derhalve moet zeker voor die maand rekening gehouden worden met zowel "forse" groei van SDE vermogen, als van "forse" uitschrijvingen van MEP vermogen. Vandaar dat ik de onwaarschijnlijke kolommen voor die maand heb gearceerd ("gemiddelde" valt ver van de schaal af).

Wat vermogen betreft een overzichtje van de nieuw gerapporteerde capaciteit per kalenderjaar vanaf januari tot en met de maand november, volgens de maandrapportages. Tussen haken de gemiddelde gerapporteerde capaciteit per maand in die periode.

  • 2010: 9,02 MWp (820 kWp/mnd)
  • 2011: 18,90 MWp (1,72 MWp/mnd)
  • 2012: 19,73 MWp (1,79 MWp/mnd)
  • 2013: 17,61 MWp (1,60 MWp/mnd)

Hieruit blijkt, dat op basis van de maandrapportages, het capaciteit plaatsings-niveau in 2013 alweer lijkt te zijn gezakt naar (onder) het niveau van 2011. Wel moeten we daarbij rekening houden met een "eerste uitschrijvingen van oude MEP-installaties effect" in 2013. Echter, aangezien er eind 2008 nog geen 12,5 MWp vermogen stond geregistreerd bij CertiQ (uitsluitend MEP installaties), kan er nog niet heel erg veel capaciteit zijn "uitgeschreven", volgens mij. Wat betekent dat de SDE in 2013 op zijn hoogst "een beetje meer" vermogen zal laten zien dan in de voorgaande jaren is geregistreerd bij CertiQ. Geen best nieuws voor de toepasselijkheid van "SDE plus" (sinds 2011) voor PV. Maar zeer waarschijnlijk was dat de bedoeling ook helemaal niet...

SDE levert mogelijk niet veel schokkends (meer) op
Polder PV verwachtte dat, na de schaarse meldingen/CertiQ registraties in 2010, er verschillende grotere installaties (15-100 kWp) on-line zouden zijn gekomen in 2011. Het tempo lijkt echter zelfs voor die categorie tegen te vallen. Er konden maximaal 124 (SDE 2009, nieuw cijfer van Agentschap NL) + 131 (SDE 2010) voor deze categorie aan beschikkingen worden ingevuld. SDE 2011 is vooralsnog met de "beschikte" hoeveelheid van 50 MWp met 678 beschikkingen (zie bericht PPV) een mysterie en heeft zeker in den beginne weinig opgeleverd. In 2012 (voorschot bedrag) kon voor slechts 3,5 Eurocent/kWh aan SDE incentive "gescoord" worden in de reeds snel overtekende eerste fase van de droog brood over datum verschaffende schraalhanzen in Den Haag. Volgens een status update van 1 januari 2013 zou er 6,4 MWp zijn gerealiseerd binnen SDE 2011. Klimaatmonitor repte begin augustus 2013 over een licht gegroeid volume van ruim 7,6 MWp met 205 installaties voor die jaarlichting (gemiddeld 37 kWp per PV-systeem). In de AgNL update van 1 juli 2013 was het volume verder gegroeid naar 13,4 MWp. Nog steeds maar 27% van het beschikte vermogen. Realisatie is tot in 2014 mogelijk, dus de aanvrager moeten tempo gaan maken met de invulling van hun beschikking. Ook waren er bij Klimaatmonitor "al" 2 installaties uit de SDE 2012 regeling bekend daar (gezamenlijk 191 kWp).

De drie SDE 2009 beschikkingen die voor maatschap Boon (later omgedoopt in Zon Zeewolde B.V.) zijn gebruikt laten al zien dat het "aantal grote projecten" zelfs nog kleiner zal kunnen zijn dan die maximaal overgebleven 255 stuks voor SDE 2009-2010 als soortgelijke constructies zouden zijn/worden toegepast. Die zijn verboden in SDE 2011 en 2012: "slechts 1 aanvraag mogelijk per adres". Al is de fysieke capaciteits-cap van 100 kWp gelukkig wel weer overboord gegooid. Maar voor zeer grote installaties zal er diep in de buidel getast moeten gaan worden, terwijl het return on investment perspectief vergeven is van de onzekerheden (en voor 2012 er een schofterig laag subsidie bedrag van grofweg anderhalve Eurocent/kWh stond, waar de honden geen brood van lusten)...

Vroege "grote" SDE projecten - blijvend schaars
Een bekend bedrijf als (het begin 2012 failliet verklaarde, later met kunstgrepen weer met Chinese ondersteuning - Aiko Solar - opgekrabbelde, doch een jaar later alweer gefailleerde) Scheuten Solar had al in 2010 een 100 kWp (SDE) installatie op het dak van hun hoofdkwartier in Venlo laten zetten (zonder daar veel ruchtbaarheid aan te geven). SolarNRG heeft in dat jaar in het Westland een 100 kWp dunnelaag amorf/microkristallijn Si project met Sharp modules gerealiseerd bij van Geest International. En een installatie van 264 kWp is gerealiseerd in Sleen (Drenthe) op een nieuw gebouw op het terrein van een waterzuiverings-installatie. Echter, daar kon slechts 100 kWp worden gebruikt voor de enige verkregen beschikking uit het SDE 2009 regime, de rest van 164 kWp werd "gered" door een eenmalige project subsidie vanuit provincie Drenthe... Zie uitgebreide project beschrijving. In de overzichten van 1 januari 2013 bij Agentschap NL stonden nog als niet gerealiseerde grote projecten 2 van de overgebleven 110 beschikkingen (<2%) voor 2009 en 2 van de - overgebleven - 107 (<2%) voor SDE 2010. Voor SDE 2011 waren nog talloze projecten niet gerealiseerd.

"Grote" ontwikkelaars
Een ontwikkelaar als Horizon Energy B.V., waarin HVC een meerderheidsbelang heeft genomen, heeft in 2011 rap het grootste deel van hun - voor Nederlandse begrippen - forse SDE portfolio verzilverd na een lange tijd van voorbereidingen. Stand van zaken 1 januari 2013: 30 van 31 beschikkingen SDE 2009 groot (op naam Horizon) gerealiseerd (3 MWp), van 4 beschikkingen SDE 2010 groot 2 gerealiseerd (82 kWp), 2 nog niet (120 kWp). Verder zijn zeker 3 beschikkingen op een andere naam gekomen (SDE 2009 Maatschap Boon 300 kWp project >> Zon Zeewolde B.V.), 1 project was niet meer terug te vinden in de SDE update van Agentschap van januari 2013. Een andere "grote" speler, de "SDE 2010 gelegenheids-ontwikkelaar" SunUnited, heeft van hun in juli 2012 nog bij ANL genoteerde 59 projecten (oorspronkelijk 66 stuks beschikt op hun naam) met, op 1 na, allemaal 23 kWp beschikt, er nog 54 over op hun naam, die allemaal zijn gerealiseerd.

Andere "project" ontwikkelaars blijken in 2011 (en zelfs al soms in 2010) vaak in alle stilte hun "grote" installatie te hebben opgeleverd. Een voorbeeld is het op zuidoost gerichte Heida 99,33 kWp project bij Lelystad, wat trouwens hoge specifieke opbrengsten van gemiddeld 970 kWh/kWp.jaar bij ZO oriëntatie wist te bereiken in 2011 en 2012 (systeem al opgeleverd in 2010, de eerste logdata zijn van juli dat jaar). Maar wat slechts maximaal voor 850 kWh/kWp, dus max. 85.000 kWh/jaar, SDE subsidie krijgt, als in de SDE 2009 beschikking "groot" tenminste [maximaal] "100 kWp" is geformuleerd als capaciteit...

Meer merkwaardige fenomenen. In mei 2009 is er (weer) een bizarre "dip" in de totaal in de certificering meegerekende capaciteit ontstaan (zie CertiQ grafiek) en lijkt er wederom (net als aan het begin van 2005: 199 installaties) PV-capaciteit uit de garanties van oorsprong regeling te zijn gehaald. De reden daarvan is niet bekend en mogelijk was het een artefact of een fout van CertiQ, want vanaf de juni 2009 grafiek komt die afwijking niet (meer) voor.

Let op dat in deze grafieken de niet door CertiQ gecertificeerde PV-systemen in Nederland niet zijn weergeven. Hieronder valt ook de bescheiden, in fasen opgebouwde 1,34 kWp installatie van de webmaster van Polder PV. De enige "marktprikkel" voor de grote hoeveelheid oudere installaties is de wettelijk verplichte (doch in Wet uitzonderlijk slecht en ontoereikend geformuleerde, beslist ook niet als "politiek standvastig" te beschouwen) saldering. Bovenop reeds in de beginjaren van dit millennium vergeven - eenmalige - aanschaf subsidies voor de zonnepanelen zelf.

Nog meer installaties
Er zijn ook de nodige systemen waar nooit expliciet subsidies voor zijn vergeven, en die uitsluitend salderen (wat je trouwens feitelijk ook indirect als "subsidie" zou kunnen zien, het gros van de vermeden inkoop kosten zou immers normaal gesproken volautomatisch naar de Staat zijn gevloeid, bij Polder PV, tweede jaarhelft 2012, 67,4%...). Voorbeelden: Niels Thijssen uit noord Limburg, Jeroen Haringman uit Hilversum met deels tweedehands modules, Michael Stegen's 5,4 kWp Sunpower installatie, diverse projecten van soms een paar tiental kWp per stuk uitgevoerd door het relatief jonge bedrijf The Sunshine Company (die echter heftig gebruik maakt van weer andere "subsidie" potjes, EIA, vervroegde afschrijving, belasting voordelen), etc. Er komen steeds meer installaties zonder directe subsidies, of er zijn andersoortige prikkels gekomen, zoals de grote hoeveelheid inkoop acties (2011-2013) die kortingen kunnen bedingen (in veel gevallen via provinciale en/of gemeentelijke aanschaf subsidies opgezet). Daar bovenop nog het nieuwste gekkenhuis van een nationale subsidie van 15% korting op de hardware zonder enige prestatie verplichting per 2 juli 2012 (eindigt officieel op 28 december 2013, echter al op 7 augustus 2013 overtekend). En ook nog eens 6% i.p.v. 21% BTW op arbeidskosten per 1 maart 2013...

Een groot deel van al die nieuwe installaties saldeert hun stroom opwek in de hoogste energiebelasting staffel (2013 vanaf 1 januari 14,10 €ct/kWh incl. BTW, verder verhoogd met een SDE heffing van 0,13 €ct/kWh incl. BTW). Normaal gesproken (bij alleen afname) vloeit bij de meeste contracten van elke verkochte kWh inmiddels alweer bijna 70% richting de Staat. Dus eigenlijk zijn al die installaties nog steeds tot over de oren "gesubsidieerd", met uw permissie, al willen velen in de sector daar niet van weten (of ze hebben een blind oog voor die ook voor hen "ongemakkelijke waarheid")...

Steeds meer PV-systeem kopers (aantallen onbekend) lieten de afgelopen jaren al de verstikkende, gigantisch veel tijd vretende en talloze ergernissen genererende SDE bureaucratie links liggen. Met de de facto afschaffing ("kleine" PV-systemen) dan wel "economisch onhaalbaar of fragenswürdig" te achten ("grote" installaties) mes in de rug van Verhagen, zal er hoogstwaarschijnlijk vooral nog "niet gecertificeerd bemeten" PV-capaciteit worden bijgebouwd in NEEderland (tenzij grote projecten extreem veel EIA, MIA, VAMIL e.d. belastingvoordelen toegeschoven zullen gaan krijgen, wat ik nog moet zien). Uiteindelijk zal de CertiQ registratie mogelijk volledig gaan opdrogen tot het maximale niveau van alle nog in te vullen oude SDE beschikkingen plus slechts enkele tientallen projecten per jaar voor kapitaalkrachtige ondernemingen in ons arme land.

Nogmaals, het kan niet vaak genoeg worden gezegd (al is dat permanent aan Haagse dovemansoren gericht): Alle brave burgers en bedrijven die niet gecertificeerd bemeten PV-installaties hebben of nog laten plaatsen zijn dus niet in de grafieken of databanken van CertiQ terug te vinden. Erger nog: hun duurzame productie telt ook niet mee bij het "vervullen van de nationale klimaatdoelstellingen", wat volslagen bezopen is, gezien de schrikbarend povere status van hernieuwbare stroom productie in Nederland. Er wordt uitsluitend volslagen uit de natte duim gezogen "gerekend" met het bij CBS bekende (doch feitelijk totaal onbemeten en absoluut niet bij CBS gekende!) "totale volume", waarbij de output (van netgekoppelde installaties) fictief wordt gesteld op de uit prehistorische tijden stammende specifieke (veronderstelde) opbrengst van "700 kWh/kWp per jaar".

Dat getal staat letterlijk zo afgedrukt in het ook al als onwezenlijk te beschouwen "Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie Update 2010" van Agentschap NL (pdf), wat als compleet achterhaald moet worden beschouwd. Dat is volslagen krankzinnig. We leven op dit vlak in een zwaar gestoord land, wat zich onder een neoliberaal-conservatief stalinistisch bewind met bruin randje, zich steeds meer als het nieuwe "Albanië van Europa" gaat gedragen. Dat mag duidelijk zijn.

Groei van PV in Nederland in relatieve termen, vraagtekens rond CertiQ cijfers: Indien correct, betekent de maximaal ruim 75,9 MWp groei in de SDE periode april 2008 tot en met november 2013 (68 maanden) dat gemiddeld genomen tot nu toe ongeveer 1.117 kWp/maand zou zijn gerealiseerd (zoals geregistreerd door CertiQ). Dat blijft een absurde lage capaciteitsgroei voor een zeer rijk (en zonnig) westers land als Nederland met - inmiddels - 16,7 miljoen inwoners en bijna 7,5 miljoen huishoudens. Het vergelijkbare Vlaamse Gewest in België (bevolking 2,7 maal zo klein dan de Nederlandse) voegde vanaf begin 2008 (22 MWac accumulatie) tot en met december 2012 (voorlopige bijgestelde accumulatie VREG: 2.042 MWac) ongeveer 2.020 MWac in 60 maanden tijd toe (laatst bij mij bekende nieuwe accumulatie cijfers van 6 juni 2013). Dat zou bij een conservatieve rekenfactor van 1,1 (AC vermogen omvormers >>> DC vermogen generator) op ongeveer 2.222 MWp aan module capaciteit kunnen neerkomen, dus gemiddeld zo'n 37,0 MWp/maand in die lange periode (NB: in 2006 en 2007 werd nog relatief weinig geplaatst, de grote groei vond in 2009-2011 plaats, in 2012 is er een sterke terugval door aggressieve bijstellingen van de waarde van de te verdienen groencertificaten en het elimineren van extra belasting voordelen). Een factor van een dik 33 maal zo hoge (absolute) groei dan de toename van (geregistreerde) gecertificeerde capaciteit van PV in Nederland.

Alhoewel de groei in Vlaanderen rap is afgenomen in 2012, en dat ook de residentiële marktafzet per 1 augustus van dat jaar zeer flink in de remmen is gegaan (groencertificaat waarde voor nieuwe installaties nog maar 9 Eurocent/kWh), zelfs leidend tot vrijwel stagnatie, uit alle harde cijfers blijkt dat de accumulatie verhoudingen tussen de twee aan elkaar grenzende Nederlandstalige regio nog steeds onoverbrugbaar zijn en voorlopig zo zullen blijven. Daar gaan geen tien Wijwillenzon.nl, Greenchoice/ZonVast, Vereniging Eigen Huis, en/of Natuur & Milieu acties per jaar en wat voor groene verhaegiaense heroïne dealtjes dan ook fundamenteel iets aan veranderen. En ook de per 7 augustus stop gezette aanschaf-subsidie regeling niet, die elke participant zonder tegenprestatie gemiddeld zo'n 566 Euro gratis in het handje heeft gegeven.

Om het enorm grote verschil in marktontwikkeling van twee aanpalende landen/gewesten te illustreren hierbij wederom de bijgewerkte grafiek met de laatst beschikbare gegevens. Een tale-telling vergelijking van de registraties van bijplaatsing van volumes in MWp tussen Vlaanderen en Nederland in dezelfde maanden van 2010-begin 2013 (tm. november 2013 voor NL, tm. juni voor Vlaanderen, laatste i.v.m. nog steeds voortdurende, grootschalige revisie groencertificaten systeem). Hierbij is voor Vlaanderen een conservatieve rekenfactor van 1,1 maal het door VREG opgegeven AC (omvormer) vermogen genomen om het daar aan gekoppelde opgestelde MWp (zonnepaneel) vermogen te kunnen afschatten vanuit de al jaren door VREG gepubliceerde AC cijfers:

^^^
KLIK
op plaatje voor uitvergroting

De open kolommen met blauw gestreepte randen zijn interpolaties van de betreffende maandwaarden voor Vlaanderen vanwege het feit dat VREG niet in staat blijkt (of: bleek) om elke maand een rapport uit te brengen (er is lange tijd een structureel gebrek aan medewerkers geweest bij deze instantie). In juni en juli 2012 lijkt er een forse hoeveelheid capaciteit (rond de 36,5 MWac!) te zijn verdwenen uit de VREG statistieken. Dit herhaalde zich in de rapportages rond het eind van het jaar. Van PV Vlaanderen heb ik vernomen dat de cumulatie in het VREG rapport van 3 december 2012 niet correct zou zijn geweest, waardoor die merkwaardige "paal" onder de X-as is ontstaan ("correctie" van accumulatie in het volgende maandrapport).

Sinds de zomer van 2013 zijn er, mede vanwege een (wederom) overbelaste dienst bij VREG, en het compleet omgooien van het groencertificaten systeem in Vlaanderen, geen reguliere maandrapporten meer verschenen. Wel onregelmatig updates van de "stand van zaken" rond geplaatste PV capaciteit. Die is, zoals was te verwachten, compleet ingestort in 2013. De laatste update heb ik weergegeven in de magenta kolom, die de bijplaatsing voor héél het jaar 2013 weergeeft (dus niet "per maand")! De meest actuele status daarvan (32,4 MWp nieuwbouw in 2013, berekend uit opgegeven AC vermogen) is van 14 november 2013.

De resultaten voor Vlaanderen zijn met een conservatieve factor van 1,1 uit de opgegeven MW waarden voor de AC capaciteit (omvormer output, zoals geregistreerd door VREG) berekend door Polder PV. Let op de nog steeds aanzienlijke tot zelfs soms extreem grote verschillen in maandelijks in de respectievelijke nationale databases gerapporteerde bijbouw volumes tussen deze twee aan elkaar grenzende Nederlands-talige PV-markten.

NB: Vlaanderen heeft daarbij ook nog eens een bevolking die een factor 2,7 maal zo klein is dan die van Nederland. De onwaarschijnlijke "negatieve groeicijfers" voor Nederland in februari en maart 2010 zijn niet door TenneT of dochter CertiQ verklaard, de geconstateerde negatieve "groei" voor Vlaanderen in de rapportages van 3 juli en 1 augustus 2012 ook niet door VREG (bijstellingen zijn echter doodnormaal in Vlaanderen, al had ik nooit eerder dan in 2012 negatieve bijstellingen gezien). Het verschil tussen de gerapporteerde "gecertificeerde" bijbouw per maand was in juli 2010 opgelopen tot een factor 92 in het voordeel van Vlaanderen, daarna weer afgenomen, in mei-augustus weer fors toenemend, om eerst in september 2011 weer een nieuwe culminatie van een factor met een verhouding 96:1 te bereiken.

Waarschijnlijk is dat de forse hoeveelheid bijschrijvingen in mei/juni 2011 bij VREG (later nog veel meer bijgekomen, de grafiek toont de stand gerapporteerd in die maanden) te maken hebben met de geplande degressies die 1 juli in zijn gegaan in Vlaanderen. Het vermoeden bij Polder PV is dat alle betrokkenen voor de zomervakantie de zekerheid wilden hebben dat ze nog zeker voor het "oude" (hogere) tarief konden gaan invoeden.

Houdt s.v.p. wel rekening met het feit dat het met name bij de Vlaamse cijfers kan gaan om nieuw gerapporteerde volumes van langer in het verleden geaccepteerde netgekoppelde capaciteit (volgens VREG: datum van de "indienstname" meestal die van de officiële AREI keuring), die vertraagd in de VREG rapportages terecht komt. De enorme toename voor Vlaanderen in maart 2012 (verhouding VL/NL 68:1) werd duidelijk veroorzaakt door een grote inhaalslag voor het jaar 2011: van de nieuw gerapporteerde 190 MWac capaciteit was bijna 168 MWac (88%) door VREG toegewezen aan het voorgaande jaar. Mogelijk dat er hier iets fout is gegaan met een overschatting, die in de rapportages van 3 juli en 1 augustus 2012 weer deels ongedaan is gemaakt. Dat alles in overweging nemende, is het nog steeds zo dat gedurende lange tijd de gemiddelde nieuw gerapporteerde volumes tussen NL en Vlaanderen van een compleet andere "grootte orde" zijn geweest tot en met 2011, en feitelijk "onvergelijkbaar".

De eerste bekende resultaten voor 2012 waren voor Vlaanderen wat de grotere installaties betreft sowieso zwaar teleurstellend (groencertificaten waarde voor installaties >250 kWac nog maar 9 Eurocent/kWh; voor kleinere installaties 25 Eurocent/kWh, per 1 april 2012 omlaag naar €ct 23/kWh, per 1 augustus 2012 een extreem magere €ct 9/kWh geworden. Duidelijk lijkt in ieder geval ook dat door het zwaar verslechterde politieke klimaat in Vlaanderen, en de zoveelste zware crisis in the making, veel Vlamingen en bedrijven wellicht in 2011 hebben gedacht "nu of nooit met PV", gezien het enorme marktvolume voor dat jaar. Wat een extra verklaring zou kunnen zijn voor de aanzienlijke hoeveelheden nieuw bij VREG ingeschreven zonnestroom capaciteit in de tweede jaarhelft. Een trend die in de Nederlandse "gecertificeerde" cijfers afwezig blijkt te zijn - ons land moet "echte substantiële groei gedurende lange tijd" nog gaan meemaken en heeft een gigantische achterstand in te halen.

In het laatste kolommen paar, in een afwijkende kleurstelling weergegeven, is het gemiddelde voor de maandelijkse groei getoond voor het jaar 2010 tot en met de laatst getoonde cq. bekende cijfers. Het voordeel voor Vlaanderen t.o.v. Nederland was in dat geval (status eind november 2013 voor NL, 14 november 2013 voor Vlaanderen, inclusief de "negatieve groei maanden") nog steeds een gigantische (wel al een tijdje afnemende) factor 33 voor uitsluitend gecertificeerde PV-capaciteit. 48,8 MWp voor Vlaanderen berekend, i.p.v. 1,485 MWp vastgesteld gemiddeld per maand voor NL. Let wel: dit betreft voor Nederland uitsluitend "gecertificeerde" PV-installaties. In het jaar 2012 zou al ruim 90% van de totale afzet aan eindgebruikers buiten de bij CertiQ geregistreerde capaciteit om (21,4 MWp nieuw in 2012, er van uitgaand dat dit allemaal nieuwe SDE capaciteit is geweest) gerealiseerd kunnen zijn in Nederland. Dit op basis van het bijgestelde nieuwe totaal volume van 220 MWp voor 2012 van CBS, 220 MWp.



Nieuwe data in CertiQ rapport: geaccumuleerd vermogen

* Ik heb CertiQ eind 2009 per e-mail verzocht om de daadwerkelijke accumulatie van de ingeschreven PV-systemen in de vorm van bijgeplaatste dan wel geaccumuleerde MWp cijfermatig weer te geven in hun maandrapporten. De reply was aanvankelijk dat het "in overweging zou worden genomen". Na nieuwe mail wisseling is er inmiddels aan mijn verzoek voldaan (waarvoor hartelijke dank!), en wel met ingang van het januari rapport voor 2010, zie afbeelding hieronder:

^^^
Screenshot van CertiQ januari 2010 maandrapport. Voor het eerst in de "geschiedenis" worden nu van de 4 "hernieuwbare" categorieën ook de in de database van CertiQ opgenomen geaccumuleerde nominale vermogens van de bij hen bekende productie installaties opgenomen (rode pijlkop). Voor zonnestroom staat er nu per 1 februari 2010 21,957 MWp aan gecertificeerde installaties in de boeken. Dit is opvallend veel meer dan wat er op basis van het vorige maandrapport (dec. 2009) en recente uitlatingen door de persvoorlichter van TenneT werd verwacht. Zie ook de screendump voor het februari 2010 rapport verderop!

De gemiddelde systeemgrootte van de in dit maandrapport weergegeven 3.760 certificaathouders voor zonnestroom (let wel: oude MEP klanten als het 2,3 MWp Floriade dak, NUON/Vattenfall), en 674 kWp Ecopark Waalwijk, Eneco, incluis!) bedraagt 5,8 kWp.

In het februari 2010 rapport werd vreemd genoeg een veel lager cijfer gegeven:

^^^
Screenshot van het februari 2010 rapport van CertiQ. Wederom volkomen onverwacht is het geaccumuleerde nominale vermogen t.o.v. het januari rapport gedaald van de 21,957 naar de 20,784 MWp (rode pijlkop) die nu op "de teller" staat (met een toename van het aantal gecertificeerde installaties van 3.760 naar 3.885 stuks...). Er is hiervoor geen verklaring gegeven... Gemiddelde installatiegrootte op basis van de februari cijfers komt voor alle oude en nieuwe (SDE) gecertificeerde systemen neer op 5,3 kWp/installatie.

Januari 2010 rapport
Er is uiteraard iets vreemds met die bijna 22 MWp die opeens in de CertiQ gegevens blijken te zijn geaccumuleerd in het januari rapport voor 2010. Want de persvoorlichter van TenneT gaf eerder in januari 2010 als groei voor 2009 op: "Het ingeschreven vermogen is toegenomen van 12,462 naar 18,446 MW." Neerkomend op 5,984 MWp in een jaar tijd, of ongeveer 499 kWp gemiddeld per maand. Dat zou betekenen dat, indien alle CertiQ data correct zijn, er in januari 2010 opeens maar liefst 3,5 MWp aan nieuwe PV-installaties bij CertiQ zou zijn bijgeschreven. Gezien het trage aanmeldings-tempo van de afgelopen twee jaar lijkt die plotsklapse groei uitermate onwaarschijnlijk, en het matcht bovendien slecht met de vastgestelde toename in aantal installaties (vooralsnog uitgaand van allemaal SDE systemen). Tussen 31 december 2009 en 1 februari 2010 zijn er namelijk slechts 186 nieuwe PV-installaties bijgekomen volgens het januari 2010 rapport. Die zouden dan een gemiddelde installatiegrootte van (21.957-18.446)/186 = 18,9 kWp per stuk moeten hebben gehad als alle cijfers blijken te kloppen. Het is in theorie mogelijk dat een netbeheerder opeens een pak "toestemmingen" voor "grote" PV-systemen (groter dan 15 kWp voor SDE 2009) in een keer aan CertiQ heeft doorgegeven in de eerste maand van 2010 (ervan uitgaand dat de betreffende PV-installaties vervolgens direct werden ingeschreven). Maar het blijft op zijn zachtst gezegd vreemd dat er gemiddeld genomen in 2009 per maand zo'n 236 nieuwe installaties zijn bijgekomen bij CertiQ, en er in januari 2010 opeens "maar" 186 (21% minder) zijn bijgekomen. Ter vergelijking: januari 2009 zou 255 nieuwe installaties hebben gezien (uitgaande van maandrapport cijfers en het nieuwe getal van 745 participanten totaal voor 1 jan. 2009). En dat zouden dan in januari 2010 "dus" vooral "grote" PV-systemen geweest moeten zijn? Waar zijn dan alle "kleinere" PV-installaties gebleven bij CertiQ, die ook gewoon zouden moeten blijven aangroeien???

Het mag uit bovenstaande pogingen om "groeicijfers" te berekenen duidelijk zijn dat met de 1,2 MWp die in het februari 2010 rapport opeens weggestreept lijkt te zijn de chaos bij CertiQ nu inmiddels ook compleet is. De exacte status van de totale capaciteit aan zonnestroom in Nederland was altijd al een zooitje (CBS statistieken), omdat vrijwel niets werd gemeten en er geen enkel zinnige conclusie aan het dubieuze gepubliceerde cijfermateriaal verbonden kon worden. En nu via bruto productiemeters alle nieuwe PV-spul aangemeld bij CertiQ (alleen SDE installaties!) wordt bemeten, blijken de statistieken heftige schommelingen te vertonen die geen enkele [fysieke] realiteit kunnen weerspiegelen. Conclusie: het wordt de hoogste tijd dat Europa eens ging ingrijpen op de extreem shaky blijvende basis van onze "duurzame energie statistieken". Dat zijn overigens niet de enige statistieken rond het wit-hete thema "energie" in Nederland, want tot aan de Verenigde Naties aan toe wordt ons land op steeds nadrukkelijker wijze op de vingers getikt over het uitblijven van snoeiharde, verifieerbare en correcte data over de emissies in onze bomvol fossiele industrieën staande, jaarlijks miljoenen tonnen aan CO2 en andere broeikasgassen uitbrakende landje. En blijken volgens zeer goed ingelichte bronnen onze emissie rapportages 25% of mogelijk veel meer onder de werkelijk "gerealiseerde" emissies te liggen**...

Duidelijk blijft in ieder geval in deze blijvend kronkelige analyses dat het exacte monitoren van de "marktgroei van PV" in Nederland vergeven blijft van mysteries en constante vraagtekens. En dat is een zeer slechte zaak die de politici in Den Haag hoog op zouden dienen te nemen, gezien hun extreem gevoelige en ambitieuze, doch nog nauwelijks verzilverde duurzaamheidsclaims. Maar misschien is dit alles nog veel erger, en hebben onze eigen Regenten er wel baat bij dat die mist zo dik mogelijk blijft. Omdat de waarheid wellicht te afschuwelijk is om in uw hersenpan te mogen doordringen...

** 182,2 miljoen ton CO2 equivalenten per jaar, wat ruim een factor ZEVEN maal zo hoog is per oppervlakte eenheid land als bij de wijdvebreid als zodanig bekende "smeerkezen U.S.A. en China", volgens de voortdurend grondige berichtgeving van Paul Cohn van het inmiddels ook weer opgedoekte Opgewekt.nu (waarvoor blijvend grote dank!).


Jaarlijkse CertiQ data (uit jaaroverzichten)

Figuur 8. Volledig bijgewerkt tot en met gereviseerde jaaroverzicht 2012 CertiQ (publ. datum: 2 juli 2013).
Resultaten van data uit de door mij opgevraagde historische revisie van CertiQ (status 1 mei 2013), aangevuld met de resultaten uit het recenter gepubliceerde gereviseerde - officieel gepubliceerde - jaaroverzicht 2012. Op de vernieuwde website zijn geen oudere gegevens dan die vóór dat jaar te vinden.

De data per jaar zijn in gekleurde kolommen weergegeven. In gearceerde kolommen helemaal rechts in de figuur zijn de gemiddeldes per jaar gegeven over de getoonde periode (2003-2012). Status van de meest recente data: 2 juli 2013. Op de linker Y-as de geaccumuleerde hoeveelheid vermogen van gecertificeerde PV-installaties aan het eind van elk jaar, blauwe kolommen. Op de rechter Y-as de hoeveelheid gecertificeerde stroom productie in de vorm van "uitgegeven garanties van oorsprong", in MWh (groene kolommen). Daar kan in een later stadium met name voor de laatste jaren nog wat (niet veel) bij komen.

Sinds 2009-2010 groeit het geaccumuleerde vermogen weer significant, het resultaat van de invoering van een nieuw, bureaucratisch subsidiesysteem, de SDE regeling, per 1 april 2008. Die "groei" dient flink te worden gerelativeerd: Vlaanderen zette er in 2009 met 2,7 maal zo weinig inwoners bijvoorbeeld bijna 50.000 nieuwe, volledig geijkt bemeten installaties bij met een geaccumuleerd vermogen van 454 MWac. Afgezien van het beetje "gecertificeerde" nieuwbouw in NL in dat jaar, plm. 6,7 MWp, is de rest ook niet veel geweest in 2009 (3,6 MWp)... De Nederlandse installaties zijn jarenlang ook nog vrij klein geweest, rond de 2-3 kWp/systeem voor particuliere systemen, de gemiddelde installatie grootte in Vlaanderen lag fors hoger, want er was de facto geen enkele beperking op installatiegrootte.

Gaarne ook in deze figuur aandacht voor het feit dat ondanks de enorme "boom" van nieuwe PV installaties in het topjaar 2003 (bijna 20 MWp nieuwe capaciteit, zie CBS data elders op deze webpagina), minder dan 4 MWp daarvan als "gecertificeerd" is opgenomen in de CertiQ database (verschil eindejaars-accumulaties 2003-2004), de fysieke productie van de rest dus ook niet wordt geregistreerd ... en die onbekende productie dan ook niet in deze belangrijke grafiek is of kan worden opgenomen ...

In 2012 zou er volgens de meest recente CertiQ cijfers (gereviseerd jaaroverzicht) slechts 41,0 GWh aan zonnestroom productie zijn gecertificeerd in de vorm van GVO's door CertiQ. Dat is, gezien het feit dat er eind van dat jaar bijna 76 MWp aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit stond ingeschreven (waarvan al ruim 54 MWp begin van het jaar aan het net stond gekoppeld) bizar weinig! Met een in Nederland vaak haalbare specifieke opbrengst van 900 kWh/kWp.jaar (zuid plaatsing, geen schaduw) zouden 15.200 installaties van elk 3 kWp (totaal bijna 46 MWp) al die 41 GWh makkelijk kunnen produceren. Waarschijnlijk ligt dat deels aan het feit dat natuurlijk het hele jaar door nieuwe zonnestroom installaties zijn geplaatst (incl. SDE installlaties bekend wordend bij CertiQ). En aan het feit dat nog met terugwerkende kracht productie zal moeten worden bijgeschreven door de TenneT dochter.

Ter vergelijking: In het laatst bekende spreadsheet van het Duitse Bundesnetzagentur, voor (alleen) juni 2013, werden, naast de 404 kleine installaties van max. 3 kWp (volume 936 kWp) alweer 11.223 nieuwe PV-installaties van meer dan 3 kWp per stuk, met een gezamenlijk vermogen van ruim 308 MWp opgetekend. Die met elkaar bijna het zeven-voudige volume aan zonnestroom zouden kunnen gaan maken dan genoemde 41 GWh, mogelijk nog veel meer...


Feiten update gecertificeerd PV-vermogen NL. Maandrapport 1 december 2013 (overzicht november 2013). Gepubliceerd op CertiQ site dd. 2 december 2013.

  • Aantal zonnestroom producenten geregistreerd bij CertiQ: 11.088 (begin 2012: 9.265 volgens revisie).

  • Vermoedelijk aantal SDE klanten ("minimum"): 11.088 - 521 (door Agentschap op ijkdatum 1 maart 2013 bijgesteld aantal bij CertiQ ingeschreven [overgebleven] MEP installaties, dat was in maandrapport CertiQ van maart 2008 nog 616 stuks) = 10.567 (95,3% van totaal)***.

  • Bijgekomen t.o.v. oktober 2013: "netto" 1 installatie! (vanaf begin 2013: 421). Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een netto effect van nieuwe inschrijving van SDE systemen verminderd met uitschrijving van oude MEP installaties. NB: in aug. netto 6 systemen minder! Let wel, in Vlaanderen lag die volumegroei aan nieuwe registraties gemiddeld over een lange periode rond de 3.500/maand (met gemiddeld genomen fors grotere installaties)...

  • Groei t.o.v. accumulatie vorige maand: 0,01%.

  • Vermogens in SDE regelingen volgens cijfers Agentschap NL
    Totaal "gecommitteerd", oorspronkelijk beschikt SDE vermogen zonnestroom:
    SDE 2008 18,8 MWp; SDE 2009 (15 + 5 + 5,9 + 5,9 =) 31,8 MWp; SDE 2010 (20 + 5 =) 25 MWp. Voor de 3 SDE regelingen: 75,6 MWp. Gebaseerd op data in een eerder gepubliceerd bericht van het Planbureau voor de Leefomgeving (13 september 2010) en mijn eerdere bevindingen in een uitgebreid artikel over de cijfers in de "Klimaatmonitor" van Agentschap NL van 31 juli 2010 kwam ik nog op een overgebleven vermogen van 73,147 MWp uit voor de eerste drie SDE jaren, lager dan aanvankelijk voorzien. Volgens door Agentschap NL gepubliceerde beschikkingen lijsten voor SDE 2010 (kopieën opgevraagd door PPV, werden later publiekelijk op de website van Agentschap NL geopenbaard) zouden er oorspronkelijk 131 beschikkingen voor categorie "groot" zijn uitgegeven, en 4.234 voor categorie "klein", totaal dus 4.365 stuks (peildatum 1 juni 2010). Helaas werden aanvankelijk in die lijsten geen beschikte vermogens genoemd. Volgens de Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat, waar die data wel zijn gepubliceerd, zijn die beschikte vermogens inmiddels alweer een fors stuk lager geworden*. Die trend zette later verder door. Het jaaroverzicht van Agentschap NL per 1 maart 2013 (MEP/SDE jaargegevens 2012) claimt voor SDE 2010 nog maar 2.958 stuks in de boeken te hebben staan, een verlies van 32% van het aantal beschikkingen (NB: en een verlies van 92% van de oorspronkelijke stortvloed van plm. 52.000 aanvragen...). Waar AgNL claimt "xx" aantal beschikkingen op enig moment te hebben, moet men dus terdege beseffen dat het exclusief uit het databestand gegooide, vaak omvangrijke volumes betreft!

    * NB: in een versie die ik in januari 2012 bekeek (versie met volumes per gemeente) was dat nog inclusief een onbegrijpelijke categorie "Gemeente onbekend" met in totaal 116,5 kWp wat Agentschap NL blijkbaar niet kon traceren naar gemeente... (SDE jaren 2008-2010).

    Begin maart 2013 was het beschikte volume voor SDE 2008-2010 volgens de reeds genoemde Klimaatmonitor alweer fors geslonken naar slechts 50,143 MWp (begin december 2013 nog ongewijzigd). Maar liefst 25,5 MWp (bijna 34%!) minder dan er oorspronkelijk binnen die 3 regelingen met heel veel ambtelijke energie en man/vrouwuren was beschikt (75,6 MWp). Er zijn in de loop van de jaren dus forse volumes uit de regeling(en) geknikkerd, waarschijnlijk omdat de beschikkingen waren verlopen voor de oudste regelingen, en/of omdat de projecten niet door konden gaan, te laat waren met implementatie, of onuitvoerbaar om verschillende redenen. Per regeling waren er op ijkdatum 1 maart 2013 volgens Klimaatmonitor slechts nog beschikkingen over met de volgende geaccumuleerde vermogens: SDE 2008 10,042 MWp, SDE 2009 22,413 MWp, SDE 2010 17,689 MWp (zie ook een oudere analyse van 26 december 2012). Totaal dus voor die drie regelingen de hierboven genoemde 50,1 MWp.

    In de Klimaatmonitor zijn ook beschikte vermogens voor de jaren 2011 en 2012 toegevoegd. 47,198 MWp voor SDE 2011 (NB: dat was bij de start nog 50,353 MWp, dus alweer 3,155 MWp, 6,3%, verloren gegaan bij de beschikkingen). SDE 2008-2011 oorspronkelijk dus: bijna 126 MWp. Overgebleven: 97,341 MWp beschikt (23% verloren gegaan voor eerste 4 jaren). Daarbij nog eens 17,005 MWp voor SDE 2012 (stand eind 2012). Totaal (overgebleven) beschikt SDE volume 2008-2012: 114,346 MWp. Status ongewijzigd begin dec. 2013.

    In het later verschenen SDE/MEP jaarrapport 2012 van AgNL, met onnauwkeuriger (afgeronde) cijfers, is het totale overgebleven beschikte volume voor de SDE 2008 tm. 2012 113 MWp, alweer iets lager, wellicht worden de KM data nog bijgesteld.

    Details. In de AgNL beschikkingen lijsten met peildatum 1 juli 2012 was de laatste stand van zaken m.b.t. de overgebleven beschikkingen voor zonnestroom achtereenvolgens:

    SDE 2008 "klein": 4,618 MWp over (6.856 beschikkingen, 1.693 voor organisaties)
    SDE 2009 klein: 8,061 MWp over (2.350 beschikkingen, 1.146 voor organisaties)
    SDE 2009 groot: 8,788 MWp over (123 beschikkingen, 110 voor organisaties)
    SDE 2010 klein: 7,901 MWp over (3.290 beschikkingen, 1.254 voor organisaties)
    SDE 2010 groot: 4,519 MWp over (127 beschikkingen, 117 voor organisaties)
    SDE 2011 "groot": 50,353 MWp over (675 beschikkingen, 501 voor organisaties)

    Totaal beschikkingen
    SDE 2008 - 2010: 33,887 MWp, met SDE 2011 erbij: 84,24 MWp
    Aantal beschikkingen: 12.746 stuks, met SDE 2011 erbij: 13.241 stuks
    Daarvan waren er voor organisaties: 4.320, met SDE 2011 erbij: 4.821 (36,4% van het totaal aantal beschikkingen).

    In de later gepubliceerde detail overzichten staan de vermogens helaas niet meer in de lijsten* (!). Alleen de aantallen beschikkingen (eerst vermelde cijfers: status per 1-1-2013):

    SDE 2008 "klein" 4.914 (1.942 stuks minder! dan in juli 2012 update).
    In SDE jaar rapport 2012 verder geslonken naar 4.762 beschikkingen.

    SDE 2009 klein 2.337 (13 stuks minder)
    SDE 2009 groot: 123 (gelijk gebleven).
    Totaal SDE 2009: 2.460, in SDE jaar rapport 2012 een beschikking minder (2.459).

    SDE 2010 klein: 2.841 (449 stuks minder)
    SDE 2010 groot: 117 (10 stuks minder).
    Totaal SDE 2010: 2.958, identiek in SDE jaar rapport 2012.

    SDE 2011 groot: 652 (23 stuks minder).
    In SDE jaar rapport 2012 geslonken naar 623 stuks.

    SDE 2012 groot: 108. Een exemplaar minder in SDE jaar rapport 2012.

    Voor SDE 2013 stonden er in de update van 14 november 2013 (82% van 3 miljard Euro budget beschikt) alweer 492 aanvragen voor zonnestroom projecten [NB: bij 622 miljoen Euro budget overschrijding voor de hele regeling!]. Waarvan er 301 zijn "beschikt", en waarvan verwacht wordt dat er nog het nodige gaat uitvallen zonder beschikking.

    *Opmerking AgNL in lijst 1-1-2013: "Vanwege voortschrijdend inzicht zal het individueel beschikte vermogen niet meer worden openbaar gemaakt. Het vermogen van een project kan van strategisch belang en concurrentiegevoelig zijn en bij openbaarmaking ervan de contractbesprekingen met toeleveranciers beïnvloeden."
  • Realisatie SDE vermogen volgens cijfers CertiQ: nauwkeuriger en actueler
    Op basis van bovenstaande zou kunnen worden geconcludeerd dat voor SDE 2008-2012 er oorspronkelijk bijna 143 MWp was beschikt, en dat er in Klimaatmonitor van dat "beschikte" volume nog 114 MWp van is overgebleven. Voor genoemde regelingen staat voor "realisatie" tm. begin december 2013 een volume van slechts ruim 56 MWp gemeld in Klimaatmonitor. Een povere 49% van het volume van overgebleven beschikkingen. En slechts 39% van het oorspronkelijke volume.

    De vraag dringt zich op of de door Agentschap NL of de uiteindelijk in Klimaat Monitor gepubliceerde cijfers wel "actueel genoeg zijn". Die vraag is legitiem, want het Agentschap is volkomen afhankelijk van de cijfers die het van CertiQ krijgt over de realisatie (lees: inschrijving na goedkeuring PV-installatie door netbeheerder cq. plaatsing bruto productiemeter). Hier zit uiteraard vertraging in, ambtelijke molens draaien zelfs/ook in Nederland niet snel. CertiQ publiceert normaal gesproken maandelijkse updates, en zal dus recentere, versere data hebben. De laatste "historische" detail gegevens (met daarin updates van cijfers in oudere maandrapporten) kreeg ik op verzoek op 15 mei 2013 (data zie deze pagina). Daarbij ga ik er van uit dat de in die spreadsheet gemelde nieuwe capaciteit sinds 1 april 2008 uitsluitend SDE installaties heeft betroffen. Ik heb een schriftelijke bevestiging van een medewerker van ECN Beleidsstudies dat ze er daar ook van uitgaan dat CertiQ uitsluitend (MEP en) SDE installaties registreert.

    Het laatste CertiQ maandrapport, van 1 december 2013, meldde een geaccumuleerd gecertificeerd vermogen van 88,2 MWp. Trekken we daar het vermogen van 1 april 2008 (start SDE) voor MEP installaties van af, 12,3 MWp (laatste revisie), houden we (minimaal) 75,9 MWp SDE vermogen over. Dat zou betekenen dat wat de meest recente stand van zaken bij CertiQ betreft, van het per begin december 2013 in Klimaatmonitor overgebleven beschikte vermogen van 114 MWp, er minimaal 67% van de SDE 2008-2012 beschikkingen zou kunnen zijn ingevuld. Maar dat van het oorspronkelijk beschikte vermogen (143 MWp) er nog slechts ruim 53% zou zijn gerealiseerd.


  • Nieuwe berekening impact SDE / aantallen. Klimaatmonitor van Agentschap NL blijkt ook een tijdje aantallen "beschikte" installaties (aantallen) te bevatten, maar de iets actuelere cijfers lijken in het SDE/MEP jaar rapport 2012 te staan (status datum 1 maart 2013). Rekenend met de in de laatste bron genoemde aantallen installaties komen we op de volgende berekening voor SDE 2008-2010. SDE 2008 beschikt overgebleven 4.762 stuks, SDE 2009 2.459, SDE 2010 2.958, SDE 2011 623, SDE 2012 107. Totaal 10.909 positieve beschikkingen over. NB: er waren oorspronkelijk zo'n 69.000 aanvragen en 16.672 verstuurde beschikkingen!

    Wat realisaties betreft zijn de meest recente Klimaatmonitor data als volgt (SDE/MEP jaar rapport geeft géén realisaties van aantallen): SDE 2008 4.553 (95,6% van overgebleven beschikt), SDE 2009 2.444 (99,4%), SDE 2010 2.776 (93,8%), SDE 2011 205 (32,9%), en SDE 2012 2 (1,9%). Totaal alle realisaties 9.980 (= 91,5% van "overgebleven" beschikt).

    Realisaties volgens CertiQ maandrapporten (geen onderscheid mogelijk tussen de SDE regelingen, dus slechts de lumpsum), totaal geaccumuleerd eind novemober 2013 11.088 minus overgebleven MEP beschikkingen (Agentschap SDE/MEP rapport 2012) 521 = 10.567 gerealiseerde projecten. Dat is behoorlijk wat meer dan de in Klimaatmonitor "bijgestelde" aantallen voor SDE 2008-2012. Wat het percentage is van de oorspronkelijke stortvloed aan aanvragen bij Agentschap NL (tegen de 70.000 stuks) mag u zelf uitrekenen...

    Voor SDE 2011 kan slechts moeizaam van eerder gepubliceerde beschikkingen lijst (pdf bij Agentschap NL) worden geëxtraheerd hoeveel van de (overgebleven) beschikte aanvragen er daadwerkelijk zijn omgezet in realisatie. Van het aantal van 675 stuks in de 1 juli 2012 update (oorspronkelijk beschikt: 50,373 MWp) waren er nog 652 over (vermogen helaas niet meer geopenbaard) in de 1 jan. 2013 versie. Daar staat bij 175 stuks (27% van aantal, snel geteld), wat waarschijnlijk grotendeels installaties betreft die probleemloos hun opwek kunnen "wegsalderen" (energiebelasting en BTW inclusief), dat ze waren opgeleverd. In de vorige lijst versie was de grootste reeds gerealiseerde installatie in SDE 2011 75 kWp groot, bij een magazijn van Ad Dollevoet B.V. in Rosmalen. Er is al een foto met een groot dunnelaag project op BingMaps te vinden in het industriegebiedje Kruisstraat, maar dit zou het al in juli 2010 opgeleverde SDE project kunnen zijn wat al een tijd op de site van dit logistieke bedrijf (en op dat van leverancier WeKa Daksystemen B.V.) staat beschreven cq. afgebeeld. Er zijn meer lokaties daar waarop een nieuw SDE 2011 project gerealiseerd zou kunnen zijn... Mogelijk dat het interne stroomverbruik in dat soort gebouwen zo hoog is, dat zo'n SDE 2011 installatie met een vergoeding van slechts 3,5 cent/kWh "uit" kan. Het gaat daar mogelijk om dunnelaag rollen met cellen van de al lang failliet verklaarde Amerikaanse producent UniSolar.

    Oudere nog openstaande beschikkingen uit de oudste regelingen maken niet veel kans meer. De inschatting van Polder PV is: de overgebleven beschikkingen gaan niet allemaal worden ingevuld, zelfs al hebben zich in 2011-2012 heel af en toe nog sommige "beschikten" gemeld die alsnog hebben laten installeren (of het zelf hebben gedaan). Zie voor een exemplaar uit voorjaar 2011, PV-newbee Roest uit Noordwijkerhout. Formeel hadden de indieners voor SDE 2008 3 jaar tijd voor invulling na toekenning van de beschikking, en nog max. 1 jaar uitloop mits ze op tijd hebben weten te verlengen (dus ongeveer tot uiterlijk herfst 2012).

    Voor SDE 2009 en 2010 aanvragers/beschikten is dat terug gebracht naar anderhalf jaar. SDE 2009 aanvragers hebben dan tot ongeveer februari 2011 de tijd gehad voor daadwerkelijke realisatie (afhankelijk van exacte datum van de beschikking). En hadden dus al lang moeten hebben "gerealiseerd", of, waarschijnlijker, ze hebben bij Agentschap NL de realisatie datum eenmalig kunnen opschuiven. Het werd voor deze groep beschikten al eind 2011 de hoogste tijd worden om actie te ondernemen en Polder PV verwachtte in dat jaar dan ook een kleine "hausse" aan daadwerkelijk ingevulde SDE 2009 projecten te gaan zien. Zelfs dat lijkt met de immer voortkruipende realisatie cijfers gepubliceerd door CertiQ en Agentschap NL vooralsnog een illusie te zijn geweest. Waarschijnlijk is ook van de SDE 2009 regeling (22,0 van oorspronkelijk 31,8 MWp beschikt gerealiseerd) een hoop "potentiële realisatie" (beschikt en wel) verloren gegaan omdat aanvragen zijn ingetrokken of wegens "niet-realisatie" afgevoerd.

    Gezien het feit dat SDE 2010 beschikkingen vanaf ongeveer eind april van dat jaar uitgegeven bleken te worden (categorie "klein"), zouden de eigenaren daarvan tot ongeveer eind oktober 2011 tot invulling hebben moeten overgaan om nog binnen de formele realisatie periode te blijven (het grootste deel zou volgens zeggen van Agentschap NL in juni 2010 uitgegeven moeten zijn). De paar beschikkingen (oorspronkelijk 131 stuks uit de stortvloed van op 31 mei 2010 binnengekomen 35.000 aanvragen) voor categorie SDE 2010 "groot" zouden mogelijk op zijn vroegst ongeveer begin augustus uitgegeven kunnen zijn. In de laatste versie van de AgNL updates (1 juli 2013), blijken alle nog resterende beschikkingen inmiddels te zijn gerealiseerd: 118 SDE 2010 "groot" (alweer 13 projecten afgevallen), resp. 2.838 SDE 2010 "klein". Oorspronkelijk waren er zelfs 4.218 aanvragen in die categorie. Verloren gegaan: 33% van de beschikte aanvragen SDE 2010 "klein"...

  • Ook voor de volgende "SDE jaren" geldt: Het wordt allemaal een ongelofelijk complexe warboel om de "invulling" van de beschikkingen uit verschillende jaren nauwgezet te volgen, ook al vanwege de mogelijkheid om de installatie datum te kunnen verschuiven (waar Polder PV geen inzicht in heeft).

  • Gemiddeld zijn er vanaf 1 januari 2003 tot 1 april 2008 (start SDE) 6 nieuwe zonnestroom producenten/maand geregistreerd bij CertiQ (gemiddeld groeipercentage 2,1%/maand).

  • Gemiddeld zijn er vanaf 1 april 2008 (officiële start SDE) 154 nieuwe zonnestroom "participanten"/maand geregistreerd bij CertiQ. Gemiddeld groeipercentage 4,5%/maand. Trend, vanwege vrijwel opgedroogde voorraad "particuliere" beschikkingen, is al enige tijd: dalend.

  • Dat aantal was gemiddeld voor het kalenderjaar 2012 slechts 124 per maand, in de eerste elf maanden van 2013 gemiddeld nog maar 49. Een zeer duidelijke afname van de "activiteit" binnen de SDE, dus. Zelfs als je rekening houdt met de start van "uittreding van eerste MEP projecten uit de CertiQ database". Per maand in ieder geval "overgebleven oude en nieuwe projecten": een ruime halvering in een jaar tijd, wat "aantallen" betreft...

  • Eind december 2012 was de totale geaccumuleerde gecertificeerde zonnestroom capaciteit in Nederland volgens de laatste revisie van CertiQ 75,248 MWp. Het begin juli 2013 verschenen herziene jaar rapport 2012 van CertiQ heeft dat inmiddels bijgesteld tot 75,772 MWp. Eind dec. 2011 was dat 54,354 MWp. Eind december 2010 32,188 MWp. En de status voor eind december van 2009 zou inmiddels zijn opgelopen naar 19,154 MWp. Zie ook tabel laatste revisie CertiQ data.

  • Met bovenstaande getallen worden de voorlopige nieuwbouw cijfers van (uitsluitend) gecertificeerde SDE installaties voor het hele kalenderjaar 2010: 13,034 MWp. Voor het kalenderjaar 2011 zou het nieuwbouw volume (beter: "gerapporteerde" volume) neerkomen op 22,166 MWp. 2012 zou voorlopig uitkomen op een volume van 20,894 MWp, in afwachting van latere correcties. Op basis van het begin juli verschenen herziene jaaroverzicht van CertiQ, moet dat laatste getal worden bijgesteld tot 21,418 MWp. Dat komt per maand gemiddeld neer op slechts 1,785 MWp gecertificeerde nieuwbouw (gemiddeld 7.139 modules van elk 250 Wp per maand).

  • Nieuw geregistreerde gecertificeerde capaciteit in april 2013: 4,077 MWp, een nieuw maandrecord in een maandrapport van CertiQ. In maart 2012 was het vorige "record" aan nieuwe registraties van 3,086 MWp. De voor NL forse bijschrijving in april 2013 komt neer op een gemiddelde hoeveelheid van 135,9 kWp/dag. Of grofweg 544 modules van 250 Wp per stuk (plm. 870 vierkante meter paneel oppervlak). Echter: het blijkt gezien later gekregen gecorrigeerde data een "vals" record te zijn geweest omdat niet al dat volume aan die maand toebehoort, maar deels eerder al is geplaatst. Hieruit komt dan ook een herhaalde waarschuwing, dat gerapporteerde voortgangs-cijfers altijd met prudentie dienen te worden bekeken.
  • Volgens de gegevens in de CertiQ maandrapporten was de gemiddelde nieuwe systeemgrootte in het kalenderjaar 2009 gemiddeld 2,1 kWp per nieuw bij CertiQ ingeschreven PV-systeem. Dat werd in 2010 4,0 kWp, en in 2011 7,8 kWp/installatie. Ergo: per jaar ongeveer een verdubbeling van de nieuw ingeschreven gemiddelde over-all systeemgrootte. Wat natuurlijk logisch is omdat de eerste SDE 2009 installaties "groot" voor het eerst in de cijfers voor 2010 zullen zijn verwerkt, en versterkt in de cijfers voor 2011 zullen zijn doorgedrongen (meeste grote installaties in dat jaar aangemeld). In 2012 lag het gemiddelde niveau volgens de maandrapportages alweer fors hoger, doch niet meer op een dubbel zo groot volume: 13,3 kWp per systeem (NB: alle SDE installaties, dus inclusief de systemen cq. ingevulde beschikkingen van max. 100 kWp). In de eerste elf maanden van 2013 is dat aanzienlijk verder gestegen naar gemiddeld 37,9 kWp. Oorzaak: steeds minder maar wel fors grotere SDE installaties, vaak op daken van boerderijen. Daarbij in 2013 wel rekenen op verstorende effecten van het "uittreden" van oude MEP-installaties uit het CertiQ register. Zijn "cumulatie" belevend in november 2013 toen er slechts "netto" 1 installatie bleek te zijn toegevoegd bij CertiQ, en het vermogen 1,149 MWp bleek te zijn gegroeid...

  • Energie productie. De cumulatieve hoeveelheid door CertiQ uitgegeven Garanties van Oorsprong (GVO's) zonnestroom was sinds 1 juli 2001 tm. 1 december 2013 rapportage: 166,872 GWh (eind maart 2008, vlak voordat de eerste SDE regeling startte, was dat nog: 23,979 GWh). Weliswaar is de uitgegeven hoeveelheid GVO's rap aan het stijgen omdat steeds meer en/of (laatste tijd) grotere installaties in het register zijn opgenomen, en bij elkaar genomen flinke hoeveelheden kilowatturen produceren. Maar bovenstaand volume komt neer op gemiddeld slechts 2,5 GWh per maand in die periode van 68 maanden. Dat zou het equivalent zijn van het stroomverbruik van slechts zo'n 8.404 huishoudens (die verondersteld gemiddeld zo'n 3.500/12 = 292 kWh/maand zouden verbruiken). Of het equivalent van 589 boerderijen die op jaarbasis 50.000 kWh zouden consumeren (gem. 4.167 kWh/mnd.). In oktober 2012 werd de "100 GWh drempel" (accumulatie GVO's voor zonnestroom sinds 1 juli 2001) overschreden. Alleen op dit gebied lijkt er duidelijk "progressie" zichtbaar: met elke nieuwe aangemelde SDE installatie, wordt de aanmaak van GVO's bij CertiQ natuurlijk sneller groter, omdat steeds meer installaties een vol jaar gaan draaien, nieuwe installaties fors van grootte zijn (voor NL begrippen), en er steeds omvangrijkere, actuele meetdata beschikbaar worden gesteld door de netbeheerders.

  • Van bovengenoemde hoeveelheid "groene gecertificeerde kilowatturen" is 81,509 GWh voor "eigen gebruik" toegekend en 85,363 GWh is "bewezen" (bemeten) ingevoed op het distributienet (verhouding 48,8% resp. 51,2%). NB: het door CertiQ vastgestelde percentage "eigen gebruik" groeit al sinds de start van deze specifieke sub-registratie in maart 2009: toen was het aandeel "eigen verbruik" nog slechts 17,0%. Dit heeft mogelijk deels te maken met het feit dat bij mensen met Ferrarismeters (nog steeds de meerderheid) alle geregistreerde opwek (op de aparte bruto productie meter) fictief als "eigen verbruik" wordt gezien (wat natuurlijk absoluut niet de realiteit is, ook Polder PV voedt zeer regelmatig met een bescheiden PV-installatie op het laagspanningsnet in) cq. als zodanig wordt "toegekend"****.

    Een andere, waarschijnlijk gezien het afnemende aandeel van particulieren binnen de SDE regeling belangrijkere reden is dat steeds grotere - bedrijfsmatige - "spelers" met overdag een continu fors eigenverbruik achter een kleinverbruik (max. 3x 80 ampère) aansluiting bij CertiQ geregistreerd worden, die natuurlijk een veel groter deel van de opwek van de nog steeds als "bescheiden" te beschouwen PV-installaties consumeren dan eenvoudige burgers (met hun gemiddeld genomen zeker in de productieve zomer periode lage consumptie) dat kunnen doen. Met het sterk afnemen van het aantal nieuwe geregistreerde SDE projecten, een duidelijke indicatie dat het aantal particuliere klanten opdroogt, zal die trend versterkt door gaan zetten, is de verwachting.

  • Gemiddeld zijn er vanaf 1 januari 2003 tot 1 april 2008 (start SDE) 347 nieuwe GVO's/maand geregistreerd bij CertiQ (gemiddeld groeipercentage 3,8%/maand).

  • Gemiddeld zijn er vanaf 1 april 2008 (start SDE) tot en met november 2013 2.101 nieuwe GVO's/maand [NB: "goed" voor 2.101 MWh elektriciteit] geregistreerd bij CertiQ (gemiddeld groeipercentage 2,9%/maand). Die maandelijkse groei is procentueel dus nog steeds slechts 76% van de periode voordat de SDE werd geïmplementeerd.

  • Bovenstaande was gemiddeld voor heel 2012 3.534 nieuwe GVO's/maand.

Deze typische, grillige, glibberige, en blijvend belabberde Nederlandse cijfers altijd in gedachten houden als u de recente, volledig gedocumenteerde marktgroei van de oosterburen in beschouwing neemt: 2008 >1,9 GWp; 2009 4,4 GWp; 2010 inclusief record maand juni (2,1 GWp) alweer 7,0 GWp (voorlopige data Bundesnetzagentur). De eerste 9 maanden van 2011 nog eens 3,4 GWp erbij, het hele jaar mogelijk zelfs 7,5 GWp, alweer ruim 2 GWp in jan.-apr. 2012, weer 2 GWp in mei-juni 2012, 543 MWp in juli, en, volgens de laatste cijfers, een record volume van ruim 7,6 GWp in heel 2012... Alleen al in 2008-2012 werd er in Duitsland een onvoorstelbaar volume van zo'n 28,4 GWp nieuwe capaciteit bij gezet, gemiddeld 5,7 GWp/jaar in die periode. Eind oktober 2013 stond er in heel Duitsland 35.308 MWp aan PV-capaciteit, en dat groeit nog steeds, zij het op een fors lager niveau dan in de laatste drie jaren.

In 2012 (volgens voorlopige cijfers BDEW) was de toen aanwezige capaciteit in Duitsland al goed voor een fysieke, volledig gecertificeerd bemeten productie van 28 TWh op jaarbasis (7 maal maximale jaarproductie van Borssele), wat neerkomt op ongeveer 2,33 TWh "gemiddeld" per maand opwek aan zonnestroom (uiteraard wordt de meeste zonnestroom in de zomermaanden geproduceerd). Dat is een factor 1.132 maal zoveel dan het huiveringwekkend magere beetje (ongeveer 2.061 MWh/maand gemiddeld) wat in de vorm van groene certificaten in Nederland voor - uitsluitend gecertificeerde! - PV door CertiQ werd uitgegeven in de SDE periode (sinds april 2008). De uiteraard veel grotere productie van niet CertiQ installaties blijft onbekend.

NB: de feitelijke totale zonnestroom productie in Nederland, inclusief de talloze niet gecertificeerde installaties, is een groot mysterie, ondanks extreem speculatieve cijfers van het CBS daarover (natte vinger werk, een "redelijke" benadering is zelfs vrijwel onmogelijk). Zie daarvoor mijn kritische kanttekeningen bij de CBS cijfers elders op deze pagina.

*** Berekend door het aantal geaccumuleerde GVO producenten door CertiQ geregistreerd aan het eind van de besproken maand af te trekken van het aantal geaccumuleerde producenten geregistreerd eind maart 2008 (vlak voor start SDE 2008 op 1 april van dat jaar). Deze berekening kon alleen maar redelijk "safe" gedaan worden totdat de impact van de SDE 2009 daadwerkelijk bij CertiQ gestalte ging krijgen. Aangezien pas eind juli 2009 de (oorspronkelijk 3.274) beschikkingen voor in 2009 gedane aanvragen uitgegeven zijn, en er nog steeds lange wachttijden zijn bij de netbeheerders voor het plaatsen van bruto productiemeters, zouden zelfs de reeds na 6 april aan het net gekoppelde nieuwe systemen onder die regeling nog minimaal een maand hebben moeten wachten voordat ze waarschijnlijk een in werking gezette bruto productiemeter hebben. Vanaf dat moment is het natuurlijk een warboel geworden met de cijfers, want toen gingen verschillende SDE beschikkingen (met elk weer onvergelijkbare categorieën) volledig door elkaar heen lopen, ook bij CertiQ. Vanaf dat moment (??? augustus-september 2009 ???) kan er dan ook alleen maar gekeken worden naar de "accumulerende impact" van de SDE regeling, niet meer naar het effect van elk jaar, omdat de cijfers daarvan lange tijd niet bekend waren (werden pas veel later rapportages van vrijgegeven).

Op 1 maart 2010 is de derde SDE ronde (vertraagd) ingaan en direct massaal overtekend op de eerste dag, te beginnen met de "categorie klein" (qua output voor maximale installatie grootte feitelijk gecapt op het traject 1,0 tm. 7,5 kWp). Voor de "grotere" projecten kon pas vanaf 31 mei 2010 worden ingetekend, en dat werd - alweer op de eerste dag - op gigantische schaal gedaan met 35.000 aanvragen, waarvan er slechts 131 stuks "mogen" doorgaan (en een slim ondernemers-koppel afkomstig van energie tycoon Eneco er 66 heeft ingepikt)... Vanaf eind april 2010 (eerste beschikkingen verstuurd door Agentschap NL) liepen er drie SDE regelingen compleet door elkaar heen. Zowel m.b.t. de administratieve afhandeling, als m.b.t. de realisatie... Bovendien moet rekening gehouden worden met - om niet verklaarde reden - uit de GVO regeling "verdwenen" capaciteit. Voorbeelden: (1) mogelijke dip in mei 2009, ondanks de 244 nieuwe SDE intreders, zie ook toelichting over een eerdere bizarre, diepe "dip" onder figuur 1); (2) de "weer ingetrokken" (???) installaties tussen de januari, februari en maart 2010 rapportages van CertiQ...

**** Voor het eerst is door CertiQ een splitsing in deze twee categorieën gemaakt in het overzicht voor maart 2009. SDE klanten die om wat voor (wettelijk legitieme) redenen dan ook hebben geweigerd de automatisch salderende Ferrarismeter in hun meterkast tegen betaling te laten omruilen voor een viertelwerk meter (die invoeding en afname op aparte telwerken kan registreren), worden door CertiQ behandeld "als zouden ze al hun zonnestroom opwek in eigen huis hebben geconsumeerd". De typisch ambtelijke formulering die het gevolg is van het door de knieën gaan van van der Hoeven (EZ) voor druk uit de samenleving om de prima werkende Ferrarismeter te laten hangen, vindt u in de tekst van een zoveelste "ministeriële regeling". Gepubliceerd in de Staatscourant van 3 november 2008 (zie elektronisch exemplaar). De meest pregnante frase daar vindt u in de vorm van een nieuw "lid" (5) van artikel 4, in een prachtige, uit maar liefst 67 woorden bestaande zin die eindigt met de veelzeggende (...) frase: "... wordt, in afwijking van het vierde lid, de hoeveelheid duurzaam opgewekte elektriciteit die door de betreffende productie-installaties op een net wordt ingevoed steeds gesteld op nul kWh." Hier wordt dus gesteld "dat er niets op het laagspanningsnet zou worden ingevoed ten bate van de verstrekking van groencertificaten", terwijl dat fysiek gesproken uiteraard wel degelijk het geval is bij overschot van zonnestroom (bij alle netgekoppelde zonnestroom producenten, maakt niet uit welke meter je hebt). Dit is dan ook Nederland, waar continu aan compleet waanzinnige regelgeving wordt gevingerd, om weer eventjes wat opgeflakkerde parlementaire paniek de kop in te drukken. De "wetgeving" in Nederland is dan ook een grote ramp van bij elkaar geschraapte gelegenheids-regelgeving waar absoluut geen gezond en doordacht in en in duurzaam beleid van valt te verwachten...


Basisinformatie: CBS data en maandrapporten website CertiQ

http://www.cbs.nl
http://statline.cbs.nl (digitale archief van het CBS, diverse statistieken zonne-energie)
http://www.certiq.nl (Cijfers en overzichten >>> Statistisch overzicht CertiQ)

Economic Radar of the Sustainable Energy Sector in the Netherlands (CBS juni 2012; pdf)

Voor bespreking van het jaarrapport 2009 van CertiQ, zie aparte pagina. Idem voor de eerste resultaten voor 2010 een aparte pagina. Eerste resultaten 2011: zie artikel van 6 januari 2012 en de analyse met de nieuwste CertiQ data, artikel van 31 mei 2012. Met een nagelneue subsidieregeling (per 2 juli 2012) werd een hernieuwde analyse en markt prognose voor 2012 noodzakelijk, gepubliceerd op 9 juli 2012. Tijdens The Solar Future NL V in Eindhoven presenteerde Polder PV de toen nieuwste data van de NL markt. Revisie van de laatstgenoemde data op basis van Klimaatmonitor gegevens en eerste "officiële" PIR registraties netbeheer: zie artikel 2 augustus 2013.

Wijziging in berekening systematiek "vermeden inzet primaire energie", ook bij zonnestroom (effect marginaal, 9 TeraJoule meer "vermeden" na dan voor wijziging in het protocol) per mei 2010 (verkorte link CBS publicatie):
http://tinyurl.com/29yqmou


Andere referenties

http://www.solarbuzz.com/EUE09.htm (in de abstract voor het marktoverzicht voor Europa staat onder "small emerging markets" Nederland slechts als een voetnoot zonder verdere byzonderheden vermeld in de inhoudsopgave op de website van Solarbuzz...)


Berekeningen en grafieken: Polder PV (geen juridische status, gaarne eerst contact met de webmaster als u grafieken wilt gebruiken). Correcties, aanvullingen en verhelderingen worden op prijs gesteld. Via mijn mail adres, s.v.p.

Disclaimer. Graphs and data presented on this page and the website Polder PV do not have a legal status. Please refer to the original sources for clarification. This information page is part of a non-commercial private undertaking to enhance public awareness of national and global development in the solar energy industry. Please contact the webmaster if you want to use the graphs made by him from the raw data. Material may not be used without permission.

Waar "SenterNovem" is gebruikt op deze pagina gelieve vanaf januari 2010 s.v.p. "Agentschap NL" te lezen (hierin zijn drie EZ organisaties ondergebracht). EZ werd later omgevormd tot een super machtig ministerie ("EL&I") door het oude EZ en Landbouw bij elkaar te vegen. In 2012 werd alweer de naam gewijzigd, de "I" verwijderd, en heette het ministerie weer "EZ".


Webpagina voor het eerst opgemaakt dd. 6 april 2009, daarna indien mogelijk maandelijkse updates:

7 mei 2009; 12 mei 2009 (incl. voorlopige CBS cijfers 2008); 5 juni 2009; 6 juli 2009; 5 augustus 2009; 3 september 2009; 18 september 2009 (definitieve CBS cijfers 2008); 25 september 2009 (foutje hersteld); 7 oktober 2009; 5 november 2009; 4 december 2009;

6 januari 2010; 15 januari 2010; 3 februari 2010; 9 maart 2010; 27 april 2010; 21 mei 2010; 26 juni 2010; 8 juli 2010; 21 juli 2010 (update CBS data sectie 1 op deze pagina, stand 2009 "voorlopig"); 9 augustus 2010 (CertiQ update juli); 6 september 2010 (CertiQ augustus); 28 oktober 2010 (CertiQ september); 5 november 2010 (CertiQ oktober); 5 december 2010 (CertiQ november);

17 januari 2011 (CertiQ december 2010); 4 februari 2011 (CertiQ januari 2011); 11 maart 2011 (CertiQ februari 2011); 6 april 2011 (CertiQ maart 2011); 8 mei 2011 (CertiQ april 2011); 27 juni 2011 (CertiQ mei 2011); 3 juli 2011 (volledige update en revisie voorlopige CBS/StatLine gegevens tot en met 2010); 4 juli 2011 (verklaring anomalie CBS vs. EurObserv'ER data voor 2010); 12 juli 2011 (CertiQ juni 2011); 3 augustus 2011 (CertiQ juli 2011); 6 september 2011 (CertiQ augustus 2011); 14 september 2011 (update CBS data n.a.v. hernieuwbare energie 2010 rapport van 8 sep. 2011); 12 oktober 2011 (CertiQ september 2011); 4 november 2011 (CertiQ oktober 2011); 7 december 2011 (CertiQ november 2011); 22 december 2011 ("lots of fog" foto Zonnewende project); 5 januari 2012 (CertiQ december 2011);

8 februari 2012 (CertiQ januari 2012); 18 maart 2012 (CertQ februari 2012); 4 april 2012 (CertiQ maart 2012); 15 mei 2012 (verlaat CertiQ rapport april 2012); 31 mei 2012 (opmerking nieuwe CertiQ cijfers toegevoegd, verwijzing naar aparte analyse); 8 juli 2012 (CertiQ data mei-juni 2012 na vakantie toegevoegd); 9 augustus 2012 (CertiQ juli 2012); 30 augustus 2012 (CBS jaarrapport 2011, StatLine gegevens, details "Radar" rapport); 6 september 2012 (CertiQ augustus 2012); 31 december 2012 (CertiQ rapportages sep., okt., en nov. 2012 pas op 20 december 2012); 9 januari 2013 (CertiQ rapportage dec. 2012).

7 februari 2013 (CertiQ januari 2013); 9 maart 2013 (CertiQ februari 2013); 8 april 2013 (CertiQ maart 2013); 5 mei 2013 (CertiQ april 2013); 8 juni 2013 (CertiQ mei 2013); 4 juli 2013 (CertiQ juni 2013); 5 augustus 2013 (CertiQ juli 2013); 7 oktober 2013 (CertiQ augustust en september 2013); 6 november 2013 (CertiQ oktober 2013); 6 december 2013 (CertiQ november 2013).


© 2009-2013 Peter J. Segaar/Polder PV, Leiden (NL)