coming
of age? |
index |
|
(Groei van) zonnestroom in Nederland¹CBS - PV in Nederland status: 2011, met updates 2012* 2011 cijfers update zie bericht 20 december 2012! >> Meest recente cijfers CBS tm. 2018 & evolutie alhier Grafieken: Uitgebreide
introductie tot CBS update 23 augustus 2012 hier *Definitieve resultaten volgens updates StatLine tabellen en berichtgeving CBS op 20 december 2012. Zonnestroom: forse update 20 dec. 2012 op basis van informatie verstrekt door Polder PV aan CBS (+15 MWp in 2011, 35% hoger volume dan gedacht). Eerste nieuwe cijfers voor 2012 publ. op 23 mei 2013, ongewijzigd in update StatLine van 27 juni 2013, revisie op 18 november 2013 (25 MWp 2012 bijgeplust). Historie 2010-2011: Voorlopige resultaten 2010 (status: CBS H.E. rapport 2010, 8 sep. 2011), bevestigd in het definitieve (Engelstalige) rapport over 2010 gepubliceerd op 27 jan. 2012. Vervolgens updates in StatLine publicaties van 31 mei en 29 juni 2012, en (1e versie van) het CBS H.E. rapport 2011, van 23 augustus 2012. Herberekening capaciteitsbouw 2011 door PPV op basis van energie productie update CBS dd. 29 nov. 2012. Voor een gedetailleerde marktgroei analyse van Polder PV (afzet potentieel PV in 2012), zie het artikel van 9 juli 2012 (voortbordurend op de resutaten gepresenteerd tijdens een voordracht op The Solar Future in Haarlem, mei 2012). Eerste prognose voor 2013 verschijnt in Solar Trendrapport, januari 2014. Gecertificeerde productie (CertiQ) status: eind november 2013
Grafieken
Certiq data NIEUW!
Primeur voor Nederland (status 1 mei 2013): Zie
ook: Jaaroverzicht 2009 volledige update/revisie Voor
vergelijking met de hard groeiende Belgische/Vlaamse markt zie de aparte
pagina ¹Ook te lezen als: "Een ongemakkelijke waarheid"...
CBS - PV in Nederland resultaten 2011 (definitief vlg. CBS) English
summary Not all data are available (yet), some data remain secret (e.g. import and intertrade of PV modules). Note also the "discrepancy subject". The new Dutch-language report for the year 2011 can be downloaded from the CBS site via their website (report here), but most recent data can only be found in the StatLine publications. Direct access of those data on the CBS StatLine website via this link. Note that volumes in the StatLine publications may be rounded (renewable energy report gives more precise data, if available). According to the "final" CBS data, Netherlands accumulated 145 MWp of PV-installations end of 2011 (141 MWp connected to the grid, 5 MWp off-grid, 1 MWp supposed to be "disabled"), 53 MWp of which would have been added in 2011 (only 86 kWp, 0,2%, off-grid). Only 22 MWp of this new capacity appears to have been realized under the heavily capped "new" incentive regime SDE in that year (certified installations registered by CertiQ, new data as of April 23, 2012, SDE regime started April 1, 2008). That is only 42% of new grid-connected PV-systems realized in 2011 (almost identical with respect to total new capacity and only 35% with respect to accumulated end-of-year capacity). The rest of the systems sold may have received only communal or provincial subsidies for buying PV-systems (no fixed prices, sometimes with absurd incentives for "a happy few"), incentives via taxation regimes (businesses claiming EIA, VAMIL, VIA, and the like), or no direct subsidy at all. However, almost all new installations were, and still are eligible for net metering (up till grid connections of 3x 80 Amperes), which remains, however, poorly regulated in Law (and capped in volume per year). In 2012 the end-consumer kWh price to be "net-metered" on average has been 22,3 Eurocent/kWh in the variable price ("gray") contracts of a large player like Vattenfall/NUON. €ct 15,0 of that amount (65%) has been energy tax and VAT that in "normal" consumer situations (when a PV-installation would be absent) would have to be paid to the State. Hence: the party with most problems if net metering will reach large scale volumes, and a growing liability in the near future... Data © Centraal Bureau voor de Statistiek, 2012-2013 (see contact page) Introductie Voor 2012 werden de eerste ruwe, voorlopige cijfers, gepubliceerd in de vroege ochtend van 23 mei 2013 (vlak voor mijn presentatie voor The Solar Future in Eindhoven): Een fors boven bijna alle marktschattingen liggend volume van 195 MWp nieuwbouw, en een eindejaars-volume van 340 MWp. Er zou ongeveer 600 kWp aan autonome installaties zijn bijgekomen in dat jaar, volgens die voorlopige cijfers. Voor gedetailleerde artikelen over de wijzigingen, zie stuk van 26 mei 2013, en het daar gelinkte eerdere exemplaar. De huidige presentatie is aangevuld met de laatst bekende data. NB1: mijn huidige lijst (eind mei 2013) telt alweer 815 bedrijven die panelen en/of PV-systemen aanbieden. NB2: werkgelegenheids-cijfers en omzet data worden helaas niet meer in deze CBS publicatie gegeven (slechte zaak voor continuïteit). Daarvoor moet u - deels - weer een andere publicatie uit de elektronische archiefkast gaan trekken: Economic Radar of the Sustainable Energy Sector in the Netherlands (2012, met echter oude detail gegevens voor 2009-2010!). Waarbij uitdrukkelijk deze frase in de inleiding van dat rapport op het hersenvlies van alle waarnemers moet worden gebrand: "This study is still in the learning phase. Caution is recommended in interpreting year-to-year developments." Bovendien zijn er (nog steeds) geen frequenter verschijnende publiek beschikbare over-all gegevens voor zonnestroom beschikbaar in Nederland en wordt er door Polder PV getwijfeld aan de representativiteit van de gegevens m.b.t. de werkelijke markt realisatie. In de hier op volgende sectie een uitgebreide bespreking van nieuwe grafieken gemaakt met de meest recent beschikbare cijfers van CBS, StatLine tabellen, en details van een recente CBS publicatie in opdracht van Ministerie EL&I, de "Radar". Grafieken CBS data zonnestroom in Nederland
Fig. CBS 1. "Markt segmentatie" 2011 eindelijk bekend, eerste cijfers 2012. 2012
nieuw (per 23 mei 2013) 2011
definitief (?) De nieuwe "afzet" dan wel "bijgeplaatst vermogen" per jaar, is onderverdeeld in drie "categorieën", in deze grafiek gestapeld. In blauw de autonome, niet netgekoppelde PV-systemen die voor de daadwerkelijke marktgroei mondiaal gezien slechts een zeer ondergeschikte, tot inmiddels marginale rol spelen. Wel in de derde wereld, maar deze grafiek gaat over Nederland. Het is het minst goed begrepen en gekende markt segment. Volgens CBS zou er in 2011 slechts een microscopisch volume van 86 kWp zijn afgezet. Wat me onwaarschijnlijk laag lijkt, het probleem is om dat "te bewijzen". De bulk is en blijft de netgekoppelde markt, die in deze grafiek is onderverdeeld in installaties gerealiseerd door "E-bedrijven" (de energieholdings, oranje segmenten die staan voor PV-installaties "in beheer bij een energiebedrijf"), en de particuliere cq. bedrijfsmatige systemen (gele segmenten). Voor deze laatste, belangrijkste categorie zijn ook de bijbehorende getallen getoond (in gele kolom segmenten), evenals het totaal van alle installaties, weergegeven boven de kolommen (vetdruk). Het grote oranje segment voor 2001 is mogelijk het resultaat van het vroeg "inboeken" van de realisatie (oplevering 2002) van het hoge impact op de oude cijfers hebbende Floriade dak van 2,3 MWp (pdf op Siemens site) door de NUON-holding bij Hoofddorp/Vijfhuizen. Het kleinere opvallende oranje stukje voor 2004 is mogelijk het gevolg van het inboeken van het door Eneco gerealiseerde, eind december 2004 opgeleverde 674 kWp PV deel van het Ecopark Waalwijk, de tweede grote "enkelvoudige" installatie in Nederland in die jaren. Pas op 20 december 2012 werd bekend gemaakt wat volgens CBS de nieuwe capaciteit "van energiebedrijven" zou zijn geweest. Die is nooit eerder zo hoog geweest, namelijk 5,8 MWp (10% van totale nieuwbouw in 2011). Wat waarschijnlijk voor een groot deel te maken heeft met de projecten die de actieve energieleverancier Greenchoice in de markt heeft gerealiseerd, deels samen met International Solar (Yellow Step Solar, wat tegenwoordig schuil gaat onder het label KiesZon®), die ruim 3,1 MWp zouden moeten hebben opgeleverd. Daarvan >2 MWp met YSS (waaronder een groot project van 591 kWp op scholen in Amsterdam), en 1,15 MWp via de eerste ZonVast actie samen met De Stroomfabriek (pdf, kritische analyse PPV op 21 januari 2012, panelen eerste twintig jaar eigendom Greenchoice). Mogelijk ook nog deels vervolg projecten. Ook de uit meerdere delen bestaande PV-generator op het nieuwe hoofdkantoor van Eneco (opgeleverd september 2011) zal onder de cijfers voor dat jaar zijn gevallen. Dat zou een installatie van in totaal 193 kWp moeten zijn volgens mijn gegevens. Van de vijf SDE 2010 "groot" projecten zijn er van Eneco 2 stuks van elk 100 kWp afgevinkt in de beschikkingen lijsten van Agentschap NL, waarvan er een in 2011 gerealiseerd zou kunnen zijn (het project bij Tata in Velsen werd pas medio 2012 opgeleverd). Uiteraard de grootste hoeveelheid systemen zijn - en blijven - de particuliere installaties, met een groeiend aantal systemen op bedrijven, in geel weergegeven. De meesten ervan zullen een max. 3x 80 ampère aansluiting hebben, omdat er dan "gesaldeerd" mag worden, net als bij de kleinverbruikers. Helaas geeft het CBS nergens op wat het aantal nieuwe of geaccumuleerde installaties is of zou zijn (is ook geen onderdeel van de enquêtes). Statements daarover dienen dan ook altijd met een grote pot zout worden genomen omdat hierover bij mijn weten geen enkele objectief toetsbare statistiek is - of wordt - bijgehouden. Zie o.a. claim van Niels Schoorlemmer van ZPV in bericht op Energeia van 12 mei 2011, pdf, en de suggesties van netbeheerder Enexis besproken in mijn artikel over de website Energieleveren.nl (27 juli 2012). Het zullen er inmiddels vele tienduizenden zijn, "ergens in het traject tussen 50.000 en 100.000" installaties, maar dan wel met een zeer grote foutmarge. Niemand weet het zelfs bij benadering, ook al omdat er ontzettend veel kleinere systeempjes zijn van een paar modules, en er ook tussentijds zonder registraties wordt uitgebreid. Volume
groei nader beschouwd SDE
een nieuwe (valse?) start In 2010 waren de verhoudingen: CertiQ 13,0 MWp, CBS 20,4 MWp, aandeel niet SDE 36% (vooral vanwege realisatie veel projecten SDE 2009 "groot" door het later door HVC overgenomen Horizon Energy / SunFarmers). In 2011 wordt, met de eerste cijfers, duidelijk dat de kloof aanzienlijk is vergroot: CertiQ (= SDE) realisatie 22,0 MWp (revisie cijfers april 2012), CBS (bijgesteld) 58,5 MWp, dus in dat jaar lijkt al ruim 62% van het totaal buiten de SDE om te zijn gerealiseerd. De verwachting is derhalve, dat het aandeel "niet SDE" in 2012, zeker gezien de enorme hoeveelheid nu full-speed lopende inkoop acties EN de nieuwe nationale subsidie regeling bovenop de al vastgestelde historische trend, er nog veel meer buiten de SDE om gerealiseerd zal gaan worden (ondanks zo'n 50 MWp aan "beschikkingen" binnen SDE 2011, waarvan de haalbaarheid met vraagtekens is omgeven). En dat de CertiQ (lees: SDE) cijfers een steeds kleiner deel van de totale afzetmarkt zullen gaan belichten. U kunt dat ook lezen als: een steeds groter deel van de afgezette volumes zal niet meer "zichtbaar" zijn voor de autoriteiten. Wat natuurlijk, zacht gezegd, een uitermate curieus verschijnsel is waar vast wel de nodige discussie over gevoerd zal gaan worden als dit eindelijk begint door te dringen bij de gevestigde orde... Verrassing
van EurObserv'ER
Volgens p. 21 van het rapport pdf zou ECN Nederland de partij kunnen zijn waarvan deze opvallend van CBS verschillende cijfers afkomstig zijn, omdat ze deel uitmaken van het Europese EurObserv'ER project (samen met Observ’ER (Frankrijk), Institute for Renewable Energy (EC BREC I.E.O, Polen), Jozef Stefan Institute (Slowakije), Renac (Duitsland) en EA Energy Analyses (Denemarken). Polder PV heeft achterhaald waarom in een toonaangevende internationale publicatie van een Europees samenwerkingsverband er fors van het Nationale Nederlandse Statistiek Bureau afwijkende getallen worden genoemd, die bijna gelijktijdig zijn verschenen, zie dit bericht en het nog onthullender tweede bericht van 12 sep. 2011. EurObserv'ER
2011 * Tot en met 2010 is er onder de SDE condities voor nog maar 69 MWp aan capaciteit in de vorm van "beschikkingen" door SenterNovem overgebleven, waarvan voor de jaren 2008, 2009 en 2010 achtereenvolgens 15, 29 resp. 25 MWp. Zie tabel n.a.v. analyse van het Agentschap NL rapport, status 1 maart 2011)... ** EurObserv'ER Photovoltaic Barometer voor 2010 stelt 10,578 MWp netgekoppeld nieuw voor 2009, waarbij in de voorgaande "barometer" (voor 2009) slechts een - voorlopig - nieuw volume van 6,433 MWp werd toegekend voor dat jaar, wat hoogstwaarschijnlijk uitsluitend de bij CertiQ bekende "SDE hoeveelheid" moet hebben betroffen... Fig. CBS 2. Figuur met de "nieuwe PV-capaciteit geïnstalleerd per jaar" zoals die door Polder PV is berekend uit de tabel "opgesteld vermogen..." van CBS HE rapport 2011, en eerdere versies. Waarbij het volume voor 2011 is ontleend aan de StatLine tabel dd. 20 december 2012. Daarbij is uitgegaan van het helaas meestal grof (een cijfer achter de komma, in MWp) weergegeven geaccumuleerde vermogen zoals dat aan het eind van elk jaar aanwezig zou zijn geweest in Nederland (volgens CBS). De meest opvallende verschillen tussen Figuren 1 en 2: 1995 resp. 2000, waarbij de eerste grote hoeveelheid PV modules in de vorm van kleine pakketjes van 4-6 panelen door de energiebedrijven (destijds met name NUON resp. Eneco) aan hun klanten (Polder PV incluis), en door een bijvoorbeeld een grotere partij als Econcern/BeldeZon (later overgenomen door Eneco) werden afgezet. De pijlen in Fig. 2 geven weer dat het CBS voor de periodes 1990-1995 en 1996-2000 de cumulatieve resultaten in het laatste jaar van die periodes heeft gelumpt. Pas vanaf 2001 zijn de individuele jaarcijfers bekend gemaakt. Blijkbaar werden in de periode 1995-2000 "officieel geregistreerde" onafhankelijke (PV) installateurs grotendeels omzeild via het personeel van de infra afdelingen van de betreffende energiebedrijven (verschil van 8,2 - 3,2 = 5 MWp), die blijkbaar niet officieel als PV-installateur bekend stonden of als zodanig werden gedefinieerd. Mogelijk is het gedeelte reeds afgezet in 1999 (eerste Solaris pakketten a.g.v. actie van Greenpeace) ondergebracht in de cijfers voor 2000. Waarschijnlijk is een aanzienlijk deel van die eerste, marktgroei gevende acties via directe aanvoer vanaf de module productie van destijds feitelijk monopolist Shell Solar in Helmond gerealiseerd (de fabriek werd in 2002 gesloten en de kristallijne sectie van Shell Solar in 2006 aan het Duitse SolarWorld verkocht). Het uiteindelijke lot van de autonome systemen is onbekend, alsmede de werkelijke toepassing van die installaties/modules. Voor zover ik weet wordt er in het geheel niets gemonitord op dit vlak. Aangezien het een ondergeschikt marktsegment blijft, tenzij er een revolutie in accu's voor eilandbedrijf van woningen zal geschieden (revolutie met name op het gebied van kosten, levensduur, milieuaspecten en veiligheids-eisen), zijn "omissies" of "foute schattingen" op dit gebied ook niet zo belangrijk. Veel erger is het natuurlijk als er foutieve aannames worden gemaakt in het alles overheersende netgekoppelde markt segment. Ondanks de per 1 april 2008 gestarte SDE is pas in 2010 het "record" niveau van de nieuwbouw in 2003 bereikt/marginaal overschreden met iets meer dan 20 MWp (inclusief een verwaarloosbaar aandeel aan nieuwe autonome systeempjes), waarna de markt pas echt een goede doorstart heeft gemaakt. Als men tenminste "afzet aan installateurs" beschouwt als een betrouwbare indicatie van "feitelijke nieuwbouw" in dat jaar. De eerder door Polder PV uitgesproken verwachting dat bij de extreme, en opvallende prijsdalingen bij PV-modules 2011 voor het eerst (fors) hogere marktvolumes zouden laten zien dan in het "historische" record jaar 2003, zijn natuurlijk gewoon uitgekomen, zoals de grafieken laten zien (ruime verdubbeling van volume in 2010, ditto in 2011). Een (zeer) significant deel daarvan is al buiten de SDE regeling om gerealiseerd en zal in de jarenlange blinde vlek van Haagse politici desondanks blijven verdwijnen als "onbestaanbaar". Wat natuurlijk klinkklare kolder is. Maar politici leven dan ook in een onrealistische sprookjeswereld waar de waan van de dag domineert. De in de jaren 2005-2008 vrijwel compleet afwezige E-bedrijven (tja, geen subsidie te incasseren, dus hoor je d'r nooit meer wat van...) lieten plotsklaps weer een beetje activiteit op dit gebied zien in de "SDE subsidie jaren" 2009 en 2010. Al stelden de door CBS genoemde 802 kWp (2009) resp. 768 kWp (2010) "afzet aan E-bedrijven" voor die jaren natuurlijk eigenlijk niets voor (daar kun je je imago nog niet eens van in de groene grondverf zetten). Pas in 2011 is voornamelijk door initiatieven van Greenchoice de "sector" energiebedrijven weer van betekenis geworden. Dat alles daargelaten: de Nederlandse markt mag dan wel nokkie-vol met interesse in PV zitten, die heeft zich tot nu toe beslist nog niet in een paar 100 MWp afzet per jaar vertaald. En dat niveau is eigenlijk het minimaal noodzakelijke om de zaak weer echt vlot te trekken... Fig. CBS 3. Als Figuur 1, maar nu de accumulatie van de door CBS gerapporteerde totale "afzet" cijfers sinds 1990, verkocht aan de eindgebruikers en/of installateurs in Nederland (netgekoppelde installaties dominerend, zie Fig. 1). Data tm. 2011: CBS StatLine, status update 20 december 2012, "definitieve" cijfers. De huidige status is dat in 2011 er 58,5 MWp aan nieuwe PV-systemen er bij gekomen zou zijn (vergelijk met alleen al Vlaanderen: volgens update 4 maart 2013: ongeveer 831 MWac nieuw in 2011, mogelijk zo'n 914 MWp, bijna een factor 16 verschil...). Zo'n 62% van dat Nederlandse volume werd geïnstalleerd buiten het destijds geldende (SDE) "stimulerings" regime om (cumulatie effecten van drie oudere regelingen SDE 2008-2010, met SDE 2011 heeft toen nog nauwelijks effect gehad). Deze grafiek, en de accumulatie van de afzetcijfers in 2011 (147,9 MWp) geven niet de apart weergegeven "CBS realiteit" weer, omdat er van de in de loop van de jaren afgezette volumes in Nederland ook - althans, in theorie - capaciteit verdwijnt/wordt afgebroken. Al wordt ook dat niet "gemeten", maar wordt er een - hoogst onwaarschijnlijke - "aanname" gedaan. CBS rekent met een hoogst merkwaardige aanname van een "levensduur van zonnestroom systemen van 15 jaar" (jaar rapport 2011, ongewijzigd "beleid"), terwijl de fysieke levensduur van zonnepanelen minimaal het dubbele kan zijn (met nog steeds hoge productie en nauwelijks degradatie). In de StatLine publicatie van 29 juni 2012 is voor het eerst voor 2011 een post "1 MW[p] uit gebruik genomen" (capaciteit) weergegeven, waar het jaar rapport van CBS verder met geen woord (inhoudelijk) over rept. Dit curieuze getal staat ook gewoon in de update van 20 december 2012 voor dat jaar vermeld. Zie verder Figuren 4-5 voor de volgens CBS geldende op het eind van het jaar geïnstalleerde cq. aanwezige capaciteit (dus inclusief reeds "verrekende, verondersteld uit gebruik genomen" capaciteit), en het verschil tussen de "afzet accumulatie" en het hiervoor genoemde volume. Fig. CBS 4A. Eindejaars opgesteld vermogen aan PV capaciteit in Nederland, gebaseerd op de laatste CBS / StatLine updates van 20 december 2012, 23 mei 2013, en eerdere cijfers uit oudere HE rapportages. NB: In het HE rapport voor 2011 was door CBS helaas géén tabel "Opgesteld vermogen van zonnestroomsystemen, uitsplitsing naar type systeem" meer opgenomen. Die tabel stond nog wel in het 2010 rapport. 2012
nieuw (per 23 mei 2013) 2011
en ouder Voor de hypothetische "impact" op de wereldmarkt blijft uiteraard de beste indicator voor "goed" of "slecht" stimulerend politiek beleid de combinatie van de onderste twee kolom segmenten (uitsluitend netgekoppeld, geel plus oranje), met het oog op de implementatie van "effectieve, goed werkende" versus "gebrekkige, magere resultaten opleverende" feed-in regimes (autonome systemen hebben daar niets te zoeken, omdat ze uiteraard geen stroom op het net invoeden). Ook al lijkt de groei in Nederland de laatste drie jaar beslist aardig in dit grafiekje, internationaal bakken we d'r al jaren achtereen niks van, wat er ook uit Den Haag voor achterlijke leugens over worden rondgestrooid. Het heeft allemaal te maken met een bereslechte en zwaar gecapte, extreem bureaucratische marginale "invoedingsregeling" genaamd de SDE. Die feitelijk voor PV alweer door Verhagen in de klem is gezet voor 2011, met hoogst fragenswürdige projecten die slechts kunnen gaan "scoren" als ze het voor elkaar krijgen om voor minder dan 4 Eurocent/kWh SDE "plus" subsidie gedurende 15 jaar een economische "business-case" te maken. Alleen extra incentives kunnen die projecten - mogelijk pas over een paar jaar - "haalbaar" gaan maken. Daar kan nooit een florerende, hard groeiende PV-markt door ontstaan, en dat is uiteraard uitdrukkelijk de bedoeling niet van Den Haag. Voor SDE 2012 is het nog treuriger gesteld, met een hondenfooi van 1,3 cent/kWh in fase 1, en nog steeds maar 3,3 cent/kWh in fase 2... De grafiek toont bescheiden groei van 2000-2002, een - relatieve - explosie in 2003 (waarschijnlijk het grootste deel in de laatste maanden, door het aankondigen van afschaffing van de EPR/EPA/MAP subsidie stapel kermis door staatssecretaris [CDA] van Geel). Daarna: afvlakkende microscopische "groei" tot ver in 2008. Het beetje wat er in 2008 is bijgekomen is - deels - het gevolg van het eerste, feitelijk mislukte SDE jaar (ingegaan officieel per 1 april 2008). Maar alleen al de "beschikkingen" voor de oorspronkelijk 8.000 aanvragen werden pas na 26 weken verstuurd, dus is er in 2008 sowieso slechts weinig fysiek gerealiseerd. Omdat weinig mensen het aandurfden om daadwerkelijk (vanaf 1 april 2008) reeds een systeem te kopen zonder dat ze een beschikking in huis hadden. De verwachting is zelfs dat slechts een relatief gering deel van het totaal aantal uitgegeven beschikkingen voor dat jaar daadwerkelijk zal worden ingevuld. Agentschap NL kwam in een update voor 1 juli 2012 op slechts 55% realisatie van het beschikte vermogen... NB: stand 1 juli 2012 volgens CertiQ cijfers SDE 2008 tm. SDE 2010: mogelijk zo'n 72,5% gerealiseerd van het in mei 2011 volgens Agentschap NL overgebleven beschikte vermogen, en in de database van de "garanties van oorsprong" verstrekkende instantie CertiQ opgetekend. Pas in het derde SDE jaar, 2010, is er sprake van "significante" groei, al moet daarbij direct worden gesteld dat die reeds voor zo'n 36% door niet SDE PV-installaties werd veroorzaakt, vergelijkbaar aan dat in het voorgaande jaar (37%). Accumulatie totaal: 87,7 MWp eind 2010 volgens CBS 2010 rapport van 8 sep. 2011. Dat volume is onderverdeeld in 5,0 MWp autonoom, 5,1 MWp netgekoppeld e-bedrijven, en 77,6 MWp netgekoppeld "overig". Dat belangrijkste, laatstgenoemde marktsegment (zeg maar: "de burgers", en vooralsnog weinig bedrijven), maakte in 2010 dus al 88,5% van het totale volume uit. Voor 2009 werd in totaal aan accumulatie 67,5 MWp opgegeven. In 2011 was het al rap toegenomen tot 146,1 MWp (bijgesteld). Noot: veel zwaar gesubsidieerde PV-modules uit de beginjaren (aanschafsubsidies stapeling) werden en worden nog steeds op Internet (door)verkocht met onbekende bestemming - CBS zwijgt in alle talen over die soms levendige "handel". Bovendien wordt al jaren in zeer sterk toenemende mate buiten de hele SDE kermis om geplaatst, waarvan onbekend is of dat wel ergens centraal wordt geregistreerd (volgens gegevens Polder PV: zeer waarschijnlijk niet, veel mensen plaatsen gewoon en melden nergens). De eenmalige "enquête" lijsten die CBS aan leveranciers zouden sturen is bij een toenemend aantal bedrijfjes die ik daarover vraag onbekend: hun afzet wordt dus niet bekend bij CBS, wat nogal wat vraagtekens zet bij die eenmalig in het jaar gepubliceerde cijfers. Dit is voor het eerst "bijgesteld" met de 20 december 2012 update op basis van mijn leverancierslijsten, maar de vraag is of dan alles wel is afgedekt (waarschijnlijk niet, onbekend wat er dan nog "mist"). Daarbij s.v.p. ook goed in de oren knopen dat een zeer bescheiden aantal van de PV-systeem leveranciers in Nederland bij de branche organisatie Holland Solar blijkt te zijn aangesloten (waar CBS mee zou samenwerken bij het boven tafel krijgen van met vraagtekens omgeven marktdata). Eind augustus 2012 had ik al een lijst met 352 leveranciers, waarvan slechts ruim 15% lid van Holland Solar bleek te zijn... CBS rept in hun jaar rapport voor 2011 dat er in dat jaar slechts 75 bedrijven zouden zijn geweest die zonnepanelen verkochten. Sommige van die "niet aangeslotenen" zetten redelijke tot - voor Nederlandse begrippen - forse volumes af, al is de hoogte ervan een goed bewaard geheim. Eind december 2012 bevatte mijn lijst al meer dan 400 leveranciers, eind mei al 815 aanbieders. Minder dan tien procent van die bedrijven bleken lid te zijn van Holland Solar. Niemand weet de actuele bijbouw of de exacte geaccumuleerde netgekoppelde capaciteit in ons land (en dus al helemaal niet de opbrengst van al die installaties, het gros van de destijds en zelfs heden ten dage verkochte installaties wordt nooit extern bemeten en is dus ook helemaal niet bekend bij CertiQ). Bovendien is onzeker wat de niet bij Holland Solar/CBS bekende parallel import van modules voor impact heeft in Nederland. Er is de laatste jaren door steeds meer bedrijven en zelfs soms particulieren en/of collectieven direct uit Azië geïmporteerd, of "af-haven" gehaald. Betwijfeld wordt of die volumes wel (geheel/grotendeels) worden meegenomen in de CBS statistieken. In ieder geval hangt er ook al een dikke mist over de verhouding import/export, zoals de vrijwel waardeloze Figuur 7 laat zien. De import en wordt al dik vijf jaar geheim gehouden, de tussenhandel al 6 jaar... Allemaal curieuze geheimzinnigheid die een objectief inzicht in de eigen markt permanent vertroebelt... Fig. CBS 4B. Update 23 mei 2013. 2012: 336 MWp netgekoppeld, alle systemen 342 MWp. Dit nog zonder rekening te houden met 2 MWp, door CBS "rekenkundig als verwijderd beschouwd" in de jaren 2011-2012. Figuur vergelijkbaar met Fig. 4A, maar met slechts twee categorieën en naast elkaar per jaar i.p.v. op elkaar gestapeld. Gele kolommen: alle netgekoppelde PV-installaties geaccumuleerd per jaar (StatLine en CBS updates 20 dec. 2012, 23 mei 2013, en eerdere versies). Blauwe kolommen: alle PV-systemen geaccumuleerd per jaar (netgekoppeld en autonoom/off-grid). De autonome categorie blijft klein en verwaarloosbaar, en zal op termijn een microscopisch aandeel gaan krijgen in het totaal. In 2010 is het nieuwe volume volgens CBS vastgesteld op slechts 291 kWp, in 2011 zelfs nog maar op een armetierige - en onwaarschijnlijke 86 kWp. Voor 2012 werd door CBS een voorlopig nieuw volume van 600 kWp gerapporteerd. De markt wordt zoals bijna overal elders (in landen met uitgebreide elektriciteitsnetten) gedreven door de netgekoppelde categorie. De "definitieve" accumulatie van netgekoppelde systemen in Nederland in 2011, op basis van de 20 dec. '12 update: alle systemen bij elkaar 145 MWp, excl. autonoom 141,1 MWp. Aandeel netgekoppeld in totaal dus ruim 97%. De verwachting is dat het volume "zeer sterk" verder zal groeien door een combinatie van enkele factoren:
Fig. CBS 5. Oude grafiek (niet meer ververst) waarin wordt afgebeeld het verschil tussen de CBS gegevens "Afzet aan installateurs" minus het "nieuwe vermogen" per jaar. Het "nieuwe vermogen" is afgeleid uit de eindejaars accumulatie gegevens in separate tabellen in de CBS rapporten. Let op dat de Y-schaal ditmaal in kWp is weergegeven. De resterende "overschotten boven de 0" kunnen beschouwd worden als (combinaties van): (a) "magazijn opslag groothandel" dan wel (b) "magazijn opslag bij installatiebedrijven", (c) volgens CBS te beschouwen "verwijderde bestaande capaciteit" (NB: niet gemeten maar "aangenomen"). In 2010 is er een "behoorlijk" positief verschil van zo'n 225 kWp tussen de twee opgegeven data sets. Er is in dat jaar ook een aanzienlijke hoeveelheid modules geëxporteerd (en dus beslist nog meer geïmporteerd, zie Fig. 7), dus bij de opgegeven afzet hoeveelheden cq. de uit het verschil te vermoeden "magazijn voorraden" kan er beslist een hoop "ruis" ontstaan.
In grafiek CBS 5 zouden "tekorten onder de 0" een indicatie kunnen zijn dat geïnstalleerde modules niet zijn verkregen via installateurs, systeemhuizen of groothandels bekend bij het CBS of hun data verstrekkers. Noot: lang niet alle aanbieders op de Nederlandse markt (inmiddels al tegen de 350, vaak kleine bedrijfjes die vechten om marktaandeel) zijn lid van de branche organisatie Holland Solar. In 2003 en in 2008 is er op basis van dit aftrek sommetje een fors verschil van rond de 50 kWp in de min zichtbaar voor de belangrijkste categorie ("netgekoppeld overig"). Dit kan het gevolg zijn van parallelle module import door eindverbruikers, onwaarschijnlijk omdat hun activiteiten (voorzover bekend bij Polder PV) niet bekend kunnen zijn bij of getraceerd worden door H.S./CBS. Of door installateurs die handelen in "grijze" producten. Zelfs energiebedrijven (oranje kolommen) leken soms meer capaciteit te installeren dan er daadwerkelijk aan hen was "afgezet", met name in 2007. Dit kan ook het gevolg zijn van een netto effect van het installeren van nog in het magazijn liggende module voorraden in een periode dat de nationale markt vrijwel dood was en de enige activiteit in de branche zo'n beetje het inkopen en weer verkopen van/naar het buitenland leek te zijn (2004 tot de tweede helft van 2008, daarna echter in verhevigde mate gecontinueerd en uitgebreid). Let verder op de ogenschijnlijk grote positieve surplus (magazijn voorraden?) van autonome PV capaciteit (blauwe kolommen). Een verklaring kan niet worden gegeven voor deze - voor de kleine Nederlandse markt - opvallend hoge cijfers. Fig. CBS 6. "Productie". Misschien wel een van de meest "schandalige" grafieken in deze sectie. CBS noemt ook nog vier andere data voor PV in Nederland, waarvoor slechts een hierboven is getoond (omdat de vier data "sets" direct van elkaar afhangen): elektriciteitsproductie van de geaccumuleerde PV capaciteit weergegeven in de eerdere grafieken (in Gigawattuur, GWh = 1.000 MWh = 1 mln kWh, zie grafiek = schatting, geen meting), het daar uit afgeleide (veronderstelde) "bruto eindverbruik" in terajoule (1 TJ = 1.000 GJ = 1 mln MJ; 1 kWh = 3,6 MJ), idem, het "vermeden" verbruik van fossiele (feitelijk ook nucleaire) primaire energie (wederom in terajoule), en, idem, de "vermeden" CO2 (eq.) emissies, vooral komend van de gas- en kolen-gestookte centrales in Nederland (in kiloton). De laatste data voor 2012 (vermeend definitieve cijfers) zijn gewijzigd t.o.v. die in tabel 5.1.1 "Zonnestroom" in het CBS HE rapport over 2012 (p. 48, rapport van augustus 2013). De productie data zijn te vinden in deze StatLine tabel (update 25 februari 2014). Er is ook nog een andere tabel met cijfers "achter de komma", maar dat is een schijn-nauwkeurigheid, omdat er niks wordt gemeten, maar slechts "berekend". In Fig. 6 geef ik de vermeende (u mag ook lezen: uit de duim gezogen) "productie" van de geaccumuleerde capaciteit weer zoals CBS dat opgeeft. 254 GWh (was vóór de capaciteit update van 18 nov. 2014 nog 236 GWh) veronderstelde productie van zonnestroom in 2012 in Nederland zou het equivalent zijn van het verbruik van 78.154 huishoudens die op jaarbasis een gemiddeld stroomverbruik zouden hebben van 3.250 kWh (StatLine data, laatst beschikbaar voor het jaar 2011)) Dit zijn echter hoogst dubieuze data, omdat de productie voor de meeste installaties*** niet wordt gemeten, maar juist wordt "berekend". Lees: geschat...! En voor deze berekeningen gebruikte CBS (zoals het al vele jaren doet) absurde basis data, genoemd op p. 50 van het CBS rapport voor 2012. Data die komen uit het "Protocol Monitoring Duurzame Energie" uit 2010 (wordt inmiddels herzien). Deze data zijn: (1) netgekoppelde PV systemen zouden slechts "700 kWh per kW vermogen aan het eind van het jaar geaccumueerd" per jaar produceren, en (2) autonome PV installaties "400 kWh per kW vermogen" per jaar. Daarbij wordt nergens rekening gehouden met grote fluctuaties van afzet tussen maanden onderling, en er is niets bekend over de dynamiek van de afzet gedurende het hele jaar. *** Eind 2012 zou er volgens het gereviseerde jaaroverzicht van TenneT dochter CertiQ zo'n 75,8 MWp aan gecertificeerde - netgekoppelde - PV installaties zijn geaccumuleerd (waarvan trouwens slechts 1 meterstand per jaar wordt doorgegeven, op een willekeurig, door de netbeheerder vastgesteld tijdstip...). De totale accumulatie van PV-systeem capaciteit was volgens de laatste CBS cijfers het eind van dat jaar 340 MWp, waarvan ruim 5 MWp autonoom / niet aan het net gekoppeld zou zijn. Dat betekent, bij aanname van "correcte" cijfers van beide instanties voor de opgestelde capaciteit, dat van een volume van 264 MWp (ongeveer 78% van het totaal aan PV-installaties) niets (centraal/bij CBS) bekend was van de fysieke productie. In 2013 is die situatie nog dramatisch veel slechter geworden, omdat een zeer groot volume extra is gerealiseerd in dat jaar, waarvan slechts een zeer bescheiden aandeel nieuwe SDE installaties bekend bij CertiQ. Ik heb in ieder geval al jaren serieuze bezwaren tegen de door het CBS bij elkaar gefantaseerde "fundamentele" productie data (die in de pers blind en volslagen kritiekloos worden overgenomen!), en dat is de reden dat de "waarden" van het CBS in bovenstaande fantasie grafiek grijs gearceerd zijn weergegeven. Zelfs al zou je ze niet als "serieuze productie data" beschouwen, deze aannames horen gewoon niet thuis in een "harde cijfers rapporterend" statistisch overzicht - zeker niet in een zogenaamd "serieus" nationaal rapport! Ik kan dat - al vele jaren lang - aannemelijk maken omdat mijn compleet achterhaalde, antieke, suboptimale netgekoppelde multikristallijne PV systeem gemiddeld genomen al vanaf de start van de productie begin deze eeuw tussen de 900 en 950 kWh/kWp per jaar produceert (in de zonnige kuststrook). En er veel andere systemen in Nederland zijn die minstens 800-900 kWh/kWp opleveren, in de kustgebieden en in regio als Friesland zelfs bij optimale systemen zo veel als (of incidenteel meer dan) 1.000 kWh/kWp per jaar. Daar hoeft je zelfs niet eens een pal zuid georiënteerde installatie voor te hebben; het ZO gerichte SDE 2009 systeem van Heida bij Lelystad (bepaald niet de hoogste instralingszone) produceerde in 2011 ook 1.000 kWh/kWp.jaar. Over de jaren 2008-2011 is er in België fysiek gemiddeld genomen tussen de 950-1.000 kWh/kWp.jaar gemeten. Een reden waarom Apere hun referentie opbrengst voor optimaal opgestelde zonnestroom installaties in België op 950 heeft gezet, waar hij lang tijd slechts 850 is geweest ("achterhaald", referentie opbrengst dus 12% hoger)... Een ondubbelzinnige methodiek om van "niet het hele jaar aan het net gekoppelde installaties" plus de wel dat hele jaar productie draaiende systemen een "totaalplaatje" te maken is er niet. En bij afwezigheid van nauwkeurige marktdata is dat ook helemaal niet te geven. Van de totaal geaccumueerde (deels slechts een deel van het jaar producerende) eindejaarscapaciteit" een kWh/kWp opbrengst weergeven is dubieus, en kan op flinke kritiek stuiten. In Duitsland rekenen de ÜNB's voor hun korte termijn prognoses al jaren met hoge specifieke opbrengsten voor individuele systemen (die ook gemiddeld genomen worden gehaald, en dat met alle, inclusief de suboptimaal opgestelde systemen). In het verslag ter bepaling van de EEG Umlage voor 2013 (PPV analyse) was dat voor Duitsland gemiddeld 966 kWh/kWp.jaar (is afhankelijk van de regionale instraling - het hoogste in Bayern en Baden-Württemberg, het laagste in west-centraal Duitsland). Nederland heeft gemiddeld genomen een instraling vergelijkbaar aan de buurlanden, met bovendien een zeer brede kuststrook met een hoge bevolkingsdichtheid (Randstad - met hoog potentieel aan toepassing PV) als "hoge instralingszone". Maar CBS, waar bij mijn weten geen instralingsmeters staan, blijft nog steeds met een volslagen bezopen 700 kWh/kWp.jaar afschatten voor alle capaciteit in ons land, anno het Jaar des Heeren 2012... Het al antieke SenterNovem "ken"getal van 700 voor netgekoppelde systemen is volkomen achterhaald om dat "van toepassing te laten verklaren op de gehele PV populatie in Nederland". Waarvan een aanzienlijk gedeelte, minimaal 86%, van begin 2007 tm. einde 2012 is gebouwd, en 84% van het totale volume van begin 2009 tm. einde 2012. Ergo: nog geen 4 jaar oud. Het is veel te laag, waarmee elke aanname van "berekende opbrengst" tot een farce wordt en de productie "resultaten" van het CBS hoogst fragenswürdig (lees: stelselmatig, structureel, en al jaren lang veel te laag). Zeker voor PV-installaties die in de laatste jaren zijn - of nog worden opgeleverd. En zeker niet te gebruiken als een "betrouwbare" maat in vergelijkingen met de harde, fysiek geijkt en gecertificeerd gemeten zonnestroom productie data van andere landen... In november heb ik een verzoek gedaan aan Agentschap NL om realistischer (veel hogere) specifieke opbrengsten te gaan hanteren voor netgekoppelde installaties in Nederland, n.a.v. een update van het Protocol Monitoring "Hernieuwbare" Energie.
Autonoom
met vraagtekens "Gelukkig" is autonoom een totaal ondergeschikt segment aan het worden (normaal, in alle netgekoppelde markten), dus de impact van op basis van twijfelachtige aannames aangenomen kengetallen voor die categorie wordt gelukkig ook steeds minder. In het Duitse EEG worden autonome installaties nooit meegenomen in de energie productie cijfers (die daar wel degelijk 100% geldig zijn, omdat voor de vaststelling daarvan alles gecertificeerd wordt bemeten!). Want die productie van autonome systemen wordt daar ook niet (vrijwel nooit) gemeten en is dus door de autoriteiten derhalve dan ook te beschouwen als "non-existent"... Conclusie
"productie" grafiek Voor 2010 was dat "nog maar" 60 GWh. Daarmee samenhangend: voor vermeden primaire "fossiele energie" wordt voor 2012 een hoeveelheid van 2.170 terajoule gegeven (StatLine). Daarbij moet ook worden opgemerkt dat vanwege "herziene conversie berekeningen" er drie eerdere data onder dat hoofdje licht zijn aangepast door CBS in vergelijking met het jaarrapport 2009. Voor de jaren 2007 tm. 2009 werd het vermeden verbruik van fossiele primaire energie gewijzigd, en dat voor 2007 later nogmaals in de StatLine tabel. De nieuwste "standen" zijn, achtereenvolgens, 309 (2007), 340 (2008), 398 (2009), resp. 508 terajoule (2010). En in 2011 829 TJ. Toename "vermeden primair verbruik" 2011-2012 vanwege zonnestroom productie: 162%. Het (vermeende) CO2 reductie potentieel voor 2011 zou 56 kiloton zijn (dat is 56.000 ton = 56 miljoen kilogram), gebaseerd op de genoemde geschatte energie productie cijfers, volgens CBS. De 154 kiloton voor 2012 is alweer 175% hoger. Impact Volgens richtlijnen van de EU moet de totale "hernieuwbare" stroomproductie waarde (NL 2012: 12.579 GWh) "genormaliseerd" worden om tijdelijke opvallende fluctuaties in bijvoorbeeld jaarlijkse weersomstandigheden zo goed mogelijk uit te filteren. In een droog jaar is bijvoorbeeld de impact van fors terugvallende hydropower productie (gezien het grote aandeel binnen Europa) hoog. Een windrijk dan wel windarm jaar kan ook forse impact hebben bij hoge penetratie van windturbine vermogen in een land, zoals in Duitsland (33,2 GW vermogen, hoogste aandeel in productie van alle EEG opties in dat land). Dat soort effecten wordt dus op deze wijze geëlimineerd. In 2010 was het effect op het aandeel zonnestroom daardoor negatief, omdat het genormaliseerde hernieuwbare productie volume daardoor 4,5% hoger kwam te liggen (11.721 i.p.v. 11.216 GWh). Echter, in 2011 was de trend andersom, en werd de 12.340 GWh genormaliseerd omgezet in de berekende waarde 12.008 GWh (2,7% minder). Het aandeel zonnestroom, "100 GWh in Nederland" (volgens CBS), zou daarbinnen nog steeds een uitermate povere 0,83% bedragen. Over een "normalisatie voor zonkracht" heb ik trouwens nog niets vernomen, wat op termijn wel zou moeten als de volumes in de belangrijkste PV-landen echt fors beginnen te worden. Daar kwam de productie in het eerste halfjaar 2012 in Duitsland al in de buurt van de 15 TWh, op jaarbasis (mogelijk al 28,5 TWh) zo'n 285 maal zoveel productie dan "verondersteld" in Nederland... We mogen ons, afgezien van bovenstaande geknutsel en gefrutsel met detail cijfertjes, voor de werkelijke "realisatie" van PV-capaciteit in Nederland absoluut niet op de borst kloppen. We moeten zelfs met het schaamrood op de kaken in de hoek gaan staan, met een theedoek over ons hoofd. Zeker als we daarbij in aanmerking nemen dat Nederland al lange tijd aan het "experimenteren" is met deze fascinerende techniek. Voetnoot
EurObserv'ER Zuiderburen
bijna vijftien maal zo grote afzet Update: 18 november 2013 (CBS op basis van mijn leverancierslijst updates) Fig. CBS 7. Markt segmentatie. Pas in de update van 20 december 2012 verscheen voor het eerst in de NL geschiedenis een kleine tabel met "marktsegmentatie data" voor de fors bijgestelde geaccumuleerde capaciteit van 145 MWp, eind 2011. Voor 2012 verscheen de eerste segmentatie in de update, door CBS gepubliceerd op 18 november 2013, op basis van mijn (toen alweer verouderde) leverancierslijst. Totalen komen niet standaard uit met de deelcijfer opgaves, vermoedelijk door afrondings-verschillen. Uit de gepresenteerde deel-getallen blijkt kristalhelder dat toepassing van PV bij particulieren, natuurlijk mede "verheftigd" door de per 2 juli 2012 gestarte (op 7 augustus 2013 overtekende) nationale subsidieregeling, dominant is. 2013: 255 van 365 MWp = 70%. Alweer aanzienlijk hoger dan de 59% in 2012. Vervolgens is de "dienstensector" met 45 MWp (12%, was in 2012 nog 18%) een groot segment (denk aan talloze scholen en gemeentelijke gebouwen, zoals in Deventer en Amsterdam). Gevolgd door de agrarische sector / landbouw (40 MWp, 11%, ongeveer even hoog als in 2012), waar vele boerenschuren met grote daken met smart wachten op bedekking met zonnepanelen. Pas in vierde instantie komen de energiebedrijven die voor een fors gedeelte nog op oude lauweren berusten (Floriade dak Vijfhuizen, Ecopark Waalwijk, WLD Delft, etc., met slechts 15 MWp - nog geen 4%, relatief qua aandeel bezien een halvering t.o.v. de 8% in 2012). Hekkensluiters zijn de industrie (6 MWp, weliswaar in absolute zin een verdubbeling t.o.v. 2012, maar slechts 1,6% van totaal in 2013) resp. de - oerconservatieve? - bouwwereld (4 MWp, ook "verdubbeling" t.o.v. 2012 in absolute termen, maar slechts 1,1% van totaal in 2013). N.a.v. de uitleg bij de daartoe gepubliceerde "maatwerk tabel" en een telefoongesprek met CBS in 2012 blijken deze gegevens te zijn ontleend aan de volgende informatiebronnen:
CBS waarschuwt bij deze opzet wel dat er dubbelingen kunnen ontstaan (bijv. zowel MEP of SDE subsidie ontvangen als EIA voor een en hetzelfde project). Dit is deels afgevangen door lijsten te vergelijken op postcode en aldus opgespoorde dubbelingen te elimineren. Daarbij wordt ook aangenomen dat alle panelen die niet terug te vinden zijn bij Agentschap NL of CertiQ bij huishoudens zouden staan. CBS geeft direct toe dat die aanname niet "helemaal klopt" omdat er ook bedrijven zijn die subsidieloos PV-systemen op hun daken laten schroeven (die komen er steeds meer). Dit resulteert in een onderschatting van het aandeel PV-installaties bij bedrijven. Ook zal het voorkomen dat niet alle dubbelingen m.b.t. de EIA en MEP/SDE lijsten eruit zijn gehaald, wat weer resulteert in een overschatting van het aandeel PV-capaciteit bij bedrijven. Bovenstaande in overweging nemend, concludeert CBS dat de verdeling naar sectoren "niet heel exact" is. Maar dat deze wel "voldoende nauwkeurig" zou zijn "voor een beeld op hoofdlijnen". Voor de eerste 2 pogingen (2011-2012) lijkt deze geslaagd. De toekomst zal mogelijk uitwijzen of de verdeling ook "correct" blijkt te zijn dan wel of het een goede benadering is. Voor verdere inhoudelijke
besprekingen van de "maatwerktabel" die CBS heeft gemaakt, zie
mijn bericht van
23 december 2012 voor 2011. Voor meer details over het jaar 2012,
zie het artikel
van 18 november 2013. Fig. CBS 8. Mysterieuze handel. Een tale-telling grafiek. Waar Nederland extreem slecht blijkt te zijn in het degelijk, betrouwbaar, op de lange termijn gefocust, hartverwarmend, en constructief "stimuleren" van de eigen PV-markt, is het slecht toeven voor systeemleveranciers en installateurs. Ze konden zich na het 2003/2004 debâcle uitsluitend overeind houden door dan maar de ogen op het zéér lucratieve buitenland te richten. En wat voor oerhollandse "kwaliteit" kwam daar al ras bovendrijven? Juist ja, de VOC mentaliteit, handel drijven. Import en export van modules werd de business-case voor veel bedrijven in Nederland. En dat blijkt, gezien de aanzienlijke groei van de blauwe kolommen, de export van PV-modules, volgens CBS in 2011 ver boven het totale in eigen land geplaatste volume (Fig. 4), een zeer smakelijke (lees: goede omzet genererende) bron van inkomsten te zijn. Er was volgens CBS in totaal (autonoom inclusief) slechts 145 MWp geaccumuleerd eind vorig jaar (sinds de eerste schreden in de vorige eeuw). Maar er werd alleen al in dat lucratieve jaar 2011 een volume van 187,9 MWp aan modules geëxporteerd (!). Een stijging van 60% t.o.v. de geëxporteerde capaciteit in het ook al opvallende jaar 2010... Hoogst curieus is dat het in het HE rapport gemelde export cijfer van 187,872 MWp, niet meer is opgenomen in de StatLine update met de handelsgegevens m.b.t. zonnestroom van 20 december 2012. In die tabel staat nu een "punt" onder 2011, wat betekent dat de "gegevens ontbreken"... Polder PV vermoedt dat dit te maken heeft met de verpletterende lijst met ruim 300 leveranciers die hij op 3 oktober 2012 naar het CBS heeft gestuurd, die mogelijk ook nog niet uitgewerkte impact zou kunnen gaan hebben op die exportcijfers voor dat jaar... De geëxporteerde modules waren natuurlijk niet in betekenisvolle volumes afkomstig van het in het voorjaar van 2012 failliet gegane Solar Modules Nederland in Kerkrade (restanten zouden zijn ondergebracht zijn bij Alinement), of van Scheuten Solar (standaard module productie in het Duitse Gelsenkirchen, bedrijf na dreigend faillissement inmiddels grotendeels in Chinese handen, Aiko Solar). Of van de kleine producent Ubbink in het Gelderse Doesburg. De grootste hoeveelheid zonnepanelen kwam natuurlijk ook, toen al spotgoedkoop, uit China, en gingen na aftrek van leuke marges weer voor het grootste deel naar afnemers of projecten in het lucratieve buitenland toe, zoals België, Italië, Frankrijk, Engeland... Ook tekenend is dat het gros van de ongetwijfeld rode oortjes genererende cijfers niet (meer) bekend worden gemaakt door het CBS. Want u kunt op uw klompen aanvoelen dat de onherroepelijk en nauw aan de exportcijfers te relateren, fors toegenomen "import" (groene kolommen, slechts bekend gemaakt tm. 2006, daarna een mysterie) bedrijfsgevoelige informatie betreft. Die gegarandeerd dezelfde, inmiddels zeer sterk toegenomen trend zal vertonen als wel bekend (gemaakt) in die eerste jaren. Het is ook niet voor niets dat de kolom "tussenhandel" (grijs) vanaf 2006 leeg is gelaten. Den Haag zou eens te weten komen hoeveel er aan dat spul wordt verdiend, na aftrek van alle kosten export minus import. Het verschil tussen "groen" en "blauw" is het restantje wat, na nog wat onderling geschuif met containers met modules (mogelijk deels nog uit bestaande voorraden), afgezet "kon" worden op de eigen, microscopische Nederlandse markt. CBS verklaart de "kruisjes" ("x") in de originele datavelden in de uitleg als "x : geheim; het CBS heeft hier wel cijfers over maar kan deze om geheimhoudingsredenen niet publiceren". Als we voor de enige bekende "import" cijfers, van 2004-2006 uit zouden gaan, en een "gemiddelde import/export ratio" berekenen, komen we uit op een factor van ongeveer 1,2 (zeg maar: tegenover 12 modules import staan 10 modules export, waarbij u niet gek moet staan te kijken dat het grotendeels dezelfde zonnepanelen betreft). Passen we die "oude" ratio toe op het 2011 export cijfer van 187,9 MWp (volgens HE rapport in augustus 2012), zou dat kunnen betekenen dat er al een fors volume van zo'n 225 MWp geïmporteerd zou kunnen zijn geweest in 2011. Dat zou al bijna een factor vier maal het in Nederland zelf afgezette volume (58,5 MWp) zijn geweest (als alle cijfers zouden kloppen)... En het zou maximaal een factor 23 en minimaal een factor 16 zijn geweest t.o.v. de gesuggereerde, uit China geïmporteerde afzet voor Wijwillenzon in dat jaar (Minnesma in Energeia begin dat jaar: 10 tot zelfs 13-14 MWp). Zelfs meer als die 10 MWp niet is gehaald, waar enkele aanwijzingen voor zijn. U moet ook niet verbaasd zijn als zou blijken dat de import volumes nog veel hoger zijn geweest, want ook toen al werd mijn mailbox regelmatig "geplaagd" door aanbiedingen van een hele reeks van zonnepanelen verkopers die al lang in Rotterdam (en Antwerpen, en Hamburg, en Felixstowe, ...) containers vol PV-modules klaar hadden staan die zo konden worden afgehaald "voor een prikkie". Of er waren alweer de nodige scheepsladingen onderweg... "Radar"
licht klein puntje van sluier op? Voor de goede orde: op basis van de internationaal vastgestelde PVX prijsontwikkeling (groothandel inkoop prijs van Sologico bij Solarserver.de) wordt duidelijk dat de gemiddelde prijs in de laatste drie kwartalen van 2009 (beschikbare data: mei-dec. 2009) voor kristallijne Chinese modules, toen al razend populair, EUR 1,84/Wp was. Als we van het hierboven vermelde theoretisch veronderstelde volume van 225 MWp import zouden uitgaan in dat jaar, zou dat grofweg, zonder kortingen, met deze groothandelsprijs zo'n 414 miljoen Euro hebben gekost. Zelfs met een aardige groothandels-korting wringt daar dus een hele grote schoen, want dan wordt er verder geen rekening gehouden met import van omvormers (beslist niet alle omvormers zullen van het Nederlandse Mastervolt zijn betrokken, verre van, zelfs), zonnecollectoren, (ook al Chinese) vacuumbuizen, etc. Hier moeten dus veel meer harde getallen van op tafel gaan komen om daar duidelijkheid in te krijgen... Wat de export betreft voor "solar": daarvoor wordt 313 miljoen Euro opgegeven (213 mln gespecialiseerde, 100 mln niet gespecialiseerde bedrijven). CBS gaf voor 2009 voor "export zonnepanelen" uiteindelijk ruim 72 miljoen Euro op (zie verder). De "Radar" studie claimt dat met name "re-exports" van groothandelaren rond Rotterdam verantwoordelijk zouden zijn voor het feit dat de export van "solar" harder lijkt te groeien dan de import. Ergo: handel / doorvoer als primaire driver, en, in die jaren, beslist geen zeer significante afzet in Nederland zelf. Er wordt zelfs expliciet gesteld: "Trade is thus an important feature of the SES in the Netherlands". Er is sinds de Gouden Eeuw helemaal niets veranderd in onze kruideniers-natie... Als dat specifieke getal van 72 mln Euro export ook in dat "Radar" bedrag van 313 mln Euro zit, is er verder heel wat andere "solar" hardware naar het buitenland gegaan. Het is bekend dat Nederlands meest significante omvormer producent Mastervolt een fors deel van hun omzet in het buitenland heeft, dus daar zou een aardig deel van de rest van het bedrag in kunnen zitten. Maar omdat in de "Radar" studie ook bedrijven als Tempress, Smit-Ovens, OTB Solar, e.d. zijn opgenomen, is het waarschijnlijker dat een aanzienlijk deel van de dure hardware die dat soort basis-spelers levert, een substantieel deel van de rest van het export volume heeft geclaimd (met name het deel voor "gespecialiseerde" bedrijven in de zonne-energie sector). Forse
wijzigingen
Vermoedelijk werden daarbij dus aanvankelijk opgaves gedaan voor - mogelijk tot waarschijnlijk - in het buitenland te realiseren PV-projecten. Die daar de hernieuwbare stroom mix zullen opkrikken en de nationale CO2 balans positief zullen beïnvloeden, op kosten van de buitenlandse - niet de Nederlandse - stroom afnemers. Waarbij de mogelijkerwijs wel degelijk geïmporteerde PV modules (in theorie zelfs voor een relatief belangrijke speler als Scheuten Solar, aangezien hun meest gebruikte, standaard kristallijne Multisol® modules in het Duitse Gelsenkirchen werden geproduceerd, en dus mogelijk via het hoofdkantoor in Venlo, NL geïmporteerd...) blijkbaar al in de boeken als (weer) "geëxporteerd" stonden genoteerd. Het is duidelijk dat hier grote fouten mee kunnen worden gemaakt als er niet grondig door accountants wordt gecontroleerd en dubbeltellingen worden uitgesloten. Vooral de resultaten voor 2010 en 2011 laten zien hoe hard de export lijkt te zijn toegenomen (en dus ongetwijfeld ook de helaas niet getoonde of betrouwbaar cijfermatig te reconstrueren import): YOY groeipercentages van 62 resp. 60%. Omdat slechts in de orde grootte van 58 MWp daadwerkelijk in het eigen, arme land zou zijn "geplaatst" in 2011 volgens het CBS (Fig. 1), is het duidelijk dat het handelskanaal import/export veel lucratiever is voor de betrokken ondernemingen. Helaas uit noodzaak, vanwege het feit dat Nederland nooit een volwaardig, robuust, en stabiel incentive regime voor de eigen markt ontwikkeling- en afzet heeft gekend. En van de ene prutsregeling in de ander is vervallen door Haags geneuzel, voortdurend amateurisme, en grootschalige sabotage en hartverscheurend ontmoedigingsbeleid van/door fossiele lobbies, energie holdings, en, vergeet die vooral niet, EZ/EL&I, de netbeheerders en NMa. De vrij matige toename van de export in 2009 (t.o.v. 2008) zou doen vermoeden dat de meeste Nederlandse bedrijven die het vaderland er hoogstens "bij" deden, maar die al in dat jaar zeer actief waren op de Belgische (met name Vlaamse) markt (waar de roomboter en de hagelslag op de oudbakken 'ollandse boterham feitelijk werden verdiend), de door hen getrokken projecten daar mogelijk zelfs direct vanuit het buitenland hebben laten beleveren met modules zonder dat die zonnepanelen (ooit) een Nederlandse grens hebben gezien. Indien dat inderdaad het geval zou zijn (geweest), zou dat betekenen dat ze zelfs helemaal niet in de CBS statistieken zouden "mogen" voorkomen. Hier is nog wel het e.e.a. aan opheldering te verwachten hoe die "export" cijfers precies tot stand komen. Daarom is het ook zo'n fundamenteel gemis dat de "import" en "tussenhandel" cijfers (en de toelichting daarbij) totaal ontbreken, wat de door mij gemaakte grafiek eigenlijk grotendeels waardeloos maakt, behalve dan voor het mogelijk onterecht op de borst kloppende export volume. Het is ook mogelijk dat bijvoorbeeld grote zonnestroomparken en dak projecten die het Nederlandse Scheuten Solar voortvarend in bijvoorbeeld het zuid-Italiaanse Puglia installeerde, tot dit "handelskanaal" behoren: "import" van hun Multisol® module fabriek in het Duitse Gelsenkirchen via hun hoofdkantoor in Venlo, en "export" van die modules naar (bijvoorbeeld) Italië. Helaas geeft het CBS geen helder uitsluitsel over de ongetwijfeld zeer interessante details van die handelsstromen, en blijven hier dus zoals gebruikelijk op de van slechte en twijfelachtige data voorziene Nederlandse "markt" veel vragen onbeantwoord. 9 Fig. CBS 9. Omzet & research budget. Net als Figuur 7 een tale-telling grafiek. Helaas ook hier nog geen data voor 2011 beschikbaar (nog steeds niet in de StatLine updates van 20 dec. 2012). De fors toegenomen omzet (blauwe kolommen in miljoenen Euro) bij de Nederlandse PV bedrijven kan slechts voor een beperkt deel aan de eigen "markt" afzet worden toegeschreven. Die omzetten zijn voor het grootste deel te wijten aan de lucratieve handel met, en project ontwikkeling in het buitenland. Wie de eigen afzetmarkt "klein" blijft houden (EZ/EL&I), genereert dit soort bizarre gevolgen. De externe afhankelijkheid van geïmporteerde fossiele energie in de afzetmarkten (PV module kopers/plaatsers) wordt minder, met een wenkend middellange termijn perspectief. De NL handelaars mogen daar een centje van bijverdienen. Maar Slochteren krimpt, en krimpt, en krimpt. Elke dag weer de nodige kostbare gaskuubjes die voor eeuwig verdwijnen. En wat ervoor in de plaats "mag" komen? U mag het zelf verzinnen. Een zéér onrustbarend toekomstperspectief voor de Lage Landers. Ook in deze grafiek, waarschijnlijk nauw gerelateerd aan de forse wijzigingen in de data voor 2009 in Fig. 7, een aanzienlijke verandering. Want waar het CBS jaar overzicht over 2009 nog over een omzet van 484 miljoen Euro voor 2009 rept, is dat in de StatLine update van juni 2011 en het CBS 2010 jaaroverzicht HE alweer aanzienlijk omlaag bijgesteld naar slechts 332 miljoen Euro, een daling van dik 31%. De wijziging voor 2008 was minder groot: van de oorspronkelijke 413 omlaag naar 408 miljoen Euro. In een keer is daarmee een eerder gesignaleerde jaarlijkse omzet groei (jaar rapport CBS 2009: 413 naar 484 miljoen tussen 2008 en 2009, positieve groei 71 miljoen Euro, 17% t.o.v. 2008) omgezet in een heftige daling van 408 naar 332 miljoen, 76 miljoen Euro minder omzet (18,5%) in het crisisjaar 2009, dan in 2008. "Gelukkig" lijkt die negatieve trend wederom gekeerd in het jaar van de spotgoedkope (en dus interessante, met marges door te verlopen) modules, 2010. Met, als de cijfers nu wel blijken te kloppen, een omzet groei van 159 miljoen Euro (naar € 491 miljoen), een spectaculaire stijging t.o.v. de bijgestelde resultaten van 2009 van maar liefst 48%. Uiteraard blijft dit alles nog steeds weinig zeggen over de eigen (slakkentraag groeiende) PV-markt, wel over de lucratieve handel in zonnepanelen die in 2010 al bijna een half miljard Euro aan omzet opleverde... De jaarlijkse (YOY) groeicijfers zijn in de grafiek tussen de jaarkolommen in, in donkerblauw weergegeven. Opvallend is in ieder geval dat na enkele jaren behoorlijke groei (mind you: in een relatief zeer kleine PV markt!), deze fors is ingestort in 2009. En dat in het tweede jaar van het lopende "SDE stimulerings-regime". Ook uit deze grafiek wordt derhalve duidelijk dat de SDE totaal niet effectief is om de PV sector (ook in financiële zin) snel en krachtdadig een flinke duw in de rug te geven, en dat het niet vreemd is dat al enige tijd in de wandelgangen volmondig richting Polder PV werd toegegeven dat het meeste geld in de sector in het buitenland werd verdiend (zeker tot en met 2011)... Dit wordt bevestigd in het CBS jaaroverzicht 2010, op pagina 56. Daar staat zelfs gemeld dat "ongeveer 85 procent van de afzet van 2010 naar het buitenland gaat". Daarbij wordt klaarblijkelijk het importeren van modules (of: "zonnestroom systemen", dus incl. omvormers, bekabeling en opbouw materialen) en 85% van het volume daarvan "verkopen aan" dan wel "plaatsen in" het buitenland als "afzet" gezien. Het is alleen al uit dit cijfer kristalhelder: de PV-sector in Nederland kon jarenlang alleen overleven met buitenlandse opdrachten, en de nationale markt was zeker tot en met 2010 voor het bedrijfsleven nauwelijks van betekenis. En de geïnformeerde lezer weet echt wel waarom dat zo is: u hoeft alleen maar wat Haagse papierwaren tot u te nemen om dat te begrijpen. Of Polder PV lezen, dat kan ook. "Radar"
gegevens Daarbij wordt onderscheid gemaakt in een "pre-exploitatie fase" (P-SES), en een "exploitatie fase" (E-SES). Gezien de vrijwel onderhoudsvrije aard van zonnestroom, is het niet verbazingwekkend dat in de tabel met die "monitoring en onderhoud" ("exploitatie fase") gegevens voor "solar energy" allemaal nullen staan vermeld... Waarmee deze "Radar" studie impliciet lijkt vast te stellen, dat bij zonne-energie systemen na plaatsing er vrijwel niet meer naar omgekeken wordt cq. "hoeft te worden". Althans: er wordt niet vastgesteld dat daar "arbeid" of "omzet" uit wordt gehaald die ten bate zou mogen komen aan "economische groei". Op zich is dat natuurlijk verder vanuit milieu- en sociaal oogpunt een prettige vaststelling, al zal hij niet helemaal kloppen. Er moet af en toe een omvormer worden uitgewisseld, of een lekkende kraan bij een thermische collector installatie worden gedicht. En er zijn bedrijven die beslist "zonnestroom monitoren bij klanten" (thermisch gebeurt dat zelden, mogelijk alleen bij industriële installaties, die zeer zeldzaam zijn in Nederland). Dat heeft natuurlijk alles met "exploitatie" te maken. Maar klaarblijkelijk zijn die activiteiten niet in die E-SES cijfers terug te vinden... P-SES zou in 2009 620 miljoen Euro hebben omgezet in 2009 (400 mln door "gespecialiseerde" en 220 mln door "niet-gespecialiseerde" bedrijven), waarbij CBS/StatLine data laten zien dat er in dat jaar slechts 332 mln Euro aan (alleen) de PV-sector (primaire producenten zoals Solland Solar plus alle handelaren, installatiebedrijven, etc.) toegerekend zou zijn (laatste gereviseerde cijfer). Opvallend hoog is het aandeel van de door velen als "klein" beschouwde "solar" sector in de totale omzet in het P-SES segment van de "hernieuwbare energie industrie" in 2009 (3,88 miljard Euro): 16%. Wat de netto toegevoegde waarde ("gross value added") in 2009 betreft: dat was voor P-SES/"solar" 140 miljoen Euro (12% van totaal P-SES/"hernieuwbaar"). Pikant daarbij is dat daarvan 60 mln aan de "gespecialiseerde" bedrijven werd toegerekend, en 70 mln aan "niet gespecialiseerde" bedrijven. Ten eerste klopt de optelling niet, en het is een teken aan de wand dat de specialisten zo'n beetje de helft van de waardetoevoeging moeten delen met de "niet-specialisten"... Investeringen Ook werd kort ingegaan op investeringen in de "exploitatie fase", met voorlopige cijfers voor 2009-2010, die waren te relateren aan de ook bij PV-verkopers populaire EIA regeling: 21 resp. 40 miljoen Euro voor "solar panels". Een verdubbeling, wat goed in pas loopt met de gesignaleerde jaarlijkse verdubbeling van de afzetmarkten in talloze landen voor PV. Overigens werd de algemene groei-trend ook als "inhaalrace" gezien na de diepste dip van de economische crisis in 2009. Research
budget Het CBS zegt trouwens niets over die budgetten in hun hernieuwbare energie jaarrapporten. Wel staan die cijfers in het StatLine overzicht "Zonnestroomsystemen; handel in panelen, werkgelegenheid en omzet". Althans: tot en met 2010. In het 2011 rapport nog geen spoor van die data, en ook op de actuele StatLine links niets te zien. Uit alle magere resultaten blijft een helder beeld naar voren komen: zonnestroom heeft, ondanks een recente opleving (nieuwste speeltje bij EL&I: "Topsector Energie" - Solar) in het geheel geen prioriteit in de Residentie. Sterker nog: de groei van de nationale afzetmarkt blijft tegelijkertijd uit alle macht en op alle fronten massaal tegengewerkt worden. Tegen de uitdrukkelijke wil van een groeiend deel van de bevolking en het bedrijfsleven in. Tijd voor revolutie, dus. Anno 2012 wordt Den Haag bestookt met een spervuur aan eisen om de decentrale revolutie nu eindelijk eens te gaan faciliteren i.p.v. te blijven saboteren. De uitkomsten van dat chaotische proces zijn ongewis.* * De webmaster van Polder PV denkt niet dat de verkiezingen in september 2012 daartoe de definitieve doorslag zullen geven, het moet immers een systeembreuk gaan worden, en grote partijen (in Nederland) houden daar helemaal niet van, die willen aan de macht blijven. Delen van (energie)macht is voor de gevestigde orde een onverteerbaar concept. Laten we hopen dat PPV ongelijk gaat krijgen, en dat de revolutie in 2012 mag gaan beginnen... "Radar" Fig. CBS 10. Tot slot de "werkgelegenheid" (zie ook de opmerkingen verder naar onderen onder het hoofdje "Pikant", en de bespreking van enkele zaken uit het "Radar" rapport). Geen gegevens vóór 2004. En geen harde data voor PV na 2010 (zie "Radar", waar werkgelegenheid cijfers voor 2009 worden besproken, maar binnen een totale "solar cluster" worden verstopt...). StatLine van CBS (updates 20 dec. 2012) geeft (nog) geen cijfers voor 2011... Het aantal medewerkers bij de research (ik neem aan vooral ECN in Petten, TU Eindhoven/Solliance samenwerking en Universiteit van Nijmegen) is, ondanks de blijvend beroerde marktomstandigheden, gegroeid naar 56 fte in 2009 (witte kolommen, groei 37% t.o.v. 2008). In 2010 kwamen er echter nauwelijks onderzoekers bij volgens CBS (slechts 3 FTE's). Dat kan gaan veranderen nu er een "Topsector Energie" sectie "solar" is opgericht, en er heel wat beweging bij o.a. Solliance in Noord Brabant is te bespeuren (de Belgen doen daar inmiddels ook mee). De verwachting is dat dus ook de research qua fte's zal gaan toenemen. In de "productie" (lichtblauw) is er in 2008 263 FTE gerealiseerd. Dat zal voor een fors deel mogelijk de helft (?) van het op de NL-Duitse grens gelegen Solland Solar zijn geweest. Wat al direct voer voor discussie oplevert, want eigenlijk dient de helft van die workforce aan Duitsland te worden toegerekend. Het aller grootste gedeelte van het Avantis terrein ligt sowieso op Duits grondgebied... Solland Solar, een paar jaar lang Neer'lands enige commercieel werkende zonnecellen fabrikant, had in 2007 in totaal 210 medewerkers****. Het bedrijf, waarvan het personeelsbestand met onduidelijkheden bleef omgeven, had in augustus 2009 alweer 89 werknemers (het gros "tijdelijke" krachten) op straat moeten zetten wegens extreem zware concurrentie uit Azië, crisis, onwil bij groot aandeelhouder Delta, en tegenvallende productie op een tot 170 MWp uitgebouwde capaciteit. Voormalig eigenaar en atoomboer Delta heeft het bedrijf in de zomer van 2011 "verkocht" voor een onbekende prijs aan het management nadat het al fors had afgeschreven op de jaarrekening. In het persbericht werd daarbij gemeld dat Solland Solar 280 medewerkers zou hebben. In oktober 2011 werden echter alweer 90 mensen op straat gezet. Begin 2012 werd de standaard productie van H-type zonnecellen van Solland Solar op Avantis verkocht aan een van de grootste afnemers (Pufin Group), waar vervolgens helemaal geen nieuws meer van is vernomen. Er zouden 70 werknemers op Avantis zijn achtergebleven (status anno 2012 onduidelijk). Het SunWeb® platform omvat nog maar een paar mensen die proberen de back-contact cel/module technologie te slijten aan een investeerder. In ieder geval zal de "shake-out" van Solland Solar de allergrootste deuk in de "productie" lijn in bovenstaande grafiek gaan geven. De enige andere "producent van betekenis" was tot na het Econcern debâcle enige jaren lang Ubbink Solar Modules (de andere tak van Ubbink is omgedoopt in Renusol GmbH) in Doesburg die modules maakte voor o.a. de moeder holding Centrosolar, en die deels werden afgezet aan Ecostream (o.a. verhandeld via het Nederlandse verkoopkanaal BeldeZon). In de aanloop van de verbijsterende aftakeling van de aanvankelijk in "financiële problemen" verkerende, en al snel failliet verklaarde moederholding Econcern (faillissement officieel op 12 juni 2009) werd al een voorschot door Centrosolar genomen: 65 personeelsleden van de moduleproductie in Doesburg werden naar huis gestuurd, daarbij het aantal werkenden in de PV-branche in Nederland nogmaals heftig uitdunnend en de enige (standaard) moduleproductie van betekenis in ons land alweer snel de nek omdraaiend. Vervolgens is directeur van Laarhoven in Kerkrade met een nieuwe eigen module productie gestart onder de naam Solar Modules Nederland in Kerkrade. Dit initiatief lijkt echter inmiddels ondergebracht te zijn bij de wafer/cellen producent in oprichting Alliance in Limburg. Ubbink is echter zelfstandig doorgestart en heeft nog steeds een bescheiden productie draaien, waar enkele medewerkers aan productie mogen worden toegerekend (status 2012, nog niet in grafiek zichtbaar). Een deel van de module productie apparatuur erfenis werd te koop aangeboden op een openbare veiling in 2012. Het bedrijf heeft wel in 2011 een opvallende productie lokatie in Kenya geopend, wat hopelijk een belangrijke katalisator zal zijn voor een echte energie revolutie op het Afrikaanse continent. Uiteraard wordt die productie niet aan Nederland toegerekend. De "standaard" (Multisol®) module productie van Scheuten Solar, een andere grote Nederlandse speler, vond al die jaren niet in Nederland zelf, maar in zijn geheel in Gelsenkirchen (Ruhrgebied NRW, BRD) plaats en dient derhalve ook op het vlak van personele inzet aan Duitsland te worden toegerekend. Die Duitse tak van het bedrijf is (ook) insolvent verklaard, en, net als het hele project gebeuren, uiteindelijk aan het Chinese Aiko Solar verkocht, waarbij de bedoeling schijnt te zijn dat er nog emplooi blijft voor zo'n 40 medewerkers (voor 130 personen is een soort overgangsregeling getroffen). Aiko Solar heeft in Venlo de bestaande kantoorruimte gehuurd. Optisol modules voor in façades worden nog steeds gemaakt in Venlo. Deze tak van het uiteengerafelde Scheuten Solar is overgenomen door het moederbedrijf, Scheuten Groep (evenals de dunnelaag research afdeling voor het Sunrise project). Verder is er kleinschalige productie van speciale modules zoals Movares ze ontwerpt (koudgebogen glas, o.a. perronkappen Utrecht C.S.). Er zijn voorts nog wat kleine start-ups bezig, waarvan het ambitieuze SunCycle met hun roterende concentrator modules (voor NL toepassing!) beslist in de gaten gehouden moet worden (maar nog geen productie). Maar betekenisvolle volumes zijn verder nog niet gesignaleerd. Ook zijn er enkele leveranciers van zonnestroom systemen in Nederland die eigen stickers op in het buitenland (China) geproduceerde modules plakken, maar dat kun je natuurlijk beslist geen "productie in eigen land" noemen, zelfs al zou je hier bij wijze van spreken een zelf geselecteerde junction box op de achterzijde van een prefab module lijmen... Dit wordt verder nergens in CBS cijfers "benoemd", en de cijfers voor 2011 ontbreken. Omvormers Daarnaast moet minstens Nedap in Groenlo worden genoemd als omvormer fabrikant (eigenlijk: autonoom systeem concept, met accu opslag). Een nieuw "kid on the block" is Femtogrid (micro-omvormers). Productie medewerker aantallen zijn onbekend. Vaak wordt fysieke productie in Azië uitbesteed, en hoogstens een klein deel van assemblage in Nederland gedaan. Siemens is, tenslotte, een zeer sterk internationaal gerichte onderneming die grote omvormer stations (meestal voor grote PV-projecten) verkoopt. Maar of daarvoor "productie" in Nederland kan worden toerekend waag ik te betwijfelen. Andere
hardware spelers Het bekende bedrijf OTB Solar is in 2009 aan de Duitse hardware producent Roth & Rau verkocht (die vervolgens weer door het van oorsprong Zwitserse conglomeraat Meyer Burger Group zou worden opgeslokt), het al met een kwart gereduceerde personeel van OTB Solar blijft in Eindhoven werken en "mag" dus nog steeds aan de Nederlandse "markt" worden toegerekend. Of dat ook gebeurt is de vraag (? Research & development in de grafiek ?). Roth & Rau verkeert zoals veel andere producenten in de "basis" industrie in financieel zware omstandigheden. Er zijn in de loop van 2010 en 2011 nog wat kleine bedrijven in de productie ("maakindustrie") bij gekomen, maar daar zijn na wat eerste persberichten nog weinig structurele activiteiten van vernomen (zie o.a. voorbeeld SolarExcel, die inmiddels begonnen schijnt te zijn). Voor een lijst met dit soort bedrijven, zie het hieronder genoemde rapport van Lako & Beurskens van eind 2010, tabel 4.1 op p. 23. De bulk van de activiteit in Nederland blijft "handel": import en verkoop of doorverkoop cq. export van PV-eindproducten. Helaas werden er door CBS géén detail cijfers bekendgemaakt voor de PV-gerelateerde werkgelegenheid in de "productie van complete panelen en onderdelen" in 2009 en 2010, i.t.t. voor 2008. Ik vermoed dat dit te maken heeft met de destijds precaire, zenuwslopende positie van met name "Hollands trots" Solland Solar. Wat het publiceren van deze statistiek tot een weinig zinvolle bezigheid lijkt te maken. CBS beroept zich daarbij met het "x" teken in de tabellen (zowel voor "productie", als voor "overig") op geheimhoudings-clausules. Allemaal leuk en aardig, maar met alleen een "totaal aantal" FTE's in PV (zwarte kolommen in mijn grafiek) blijft de informatievoorziening over deze nog steeds (via SDE en "innovatiefondsen") met belastinggeld ondersteunde sector natuurlijk byzonder pover. Omrekentruuk In ieder geval is ook bij deze cijfers weer een hoop troebelheid te verwachten. Alleen al het feit dat zelfs bij een geconstateerde stijging van FTE's in de "verkoop", van 96 (2009) naar 132 (2010) er waarschijnlijk tientallen nieuwe bedrijven met zonnestroom systemen in de aanbieding (beslist niet allemaal met maar 1 werknemer) in 2010 mogelijk niet zijn opgenomen (zie Top50Solar voor een niet uitputtend overzicht), moeten ook bij deze cijfers vraagtekens blijven worden gezet. Polder PV heeft begin 2013 al ruim 400 leveranciers van zonnepanelen en -systemen staan (die functionele websites hebben). Een aanzienlijk gedeelte daarvan zou al in 2010 actief kunnen zijn geweest. In de grafiek heb ik trouwens alleen "productie" en "research" uitgesplitst. De categorie "overig" bevat het verschil tussen "totaal" minus genoemde twee uitsplitsingen, en is dus ook voor 2009 en 2010 "niet zeker". Pikant
- ECN rapport Lako & Beurskens***** ¤ Siemens kondigde eind oktober 2012 aan dat ze al hun "solar" activiteiten zouden gaan "discontinueren", zoals dat zo mooi heet (bericht 23 okt. 2013). Bij mijn weten was SolarTotal echter tot dat jaar uitsluitend in het buitenland actief, ondanks vestiging van het hoofdkantoor in Nederland. Het "Gelderse" bedrijf was wel snoeihard gegroeid en zou volgens het Financieele Dagblad van 19 maart 2011 in 2010 de omzet t.o.v. 2009 verdubbeld hebben tot 180 miljoen Euro, en zou het in het voorjaar van 2011 al 450 medewerkers hebben gehad. Waarschijnlijk het overgrote merendeel in het buitenland, waar het zeer actief was. Wat van die heftige cijfers voor SolarTotal in de CBS zonnestroom statistieken is terug te vinden is niet traceerbaar. Het bedrijf werd ondersteund door SET Venture Partners, wat weer beleggingen van atoomboeren Delta en RWE/Essent (beiden 25 miljoen Euro) heeft geïncasseerd: feitelijk politiek afgedwongen bloedgeld voor het langer open houden van EPZ's kernsplijter Borssele. Eind 2011 ging het bedrijf bijna failliet door ernstige missers bij de inschatting van de haalbare afzet in Frankrijk en U.K., werd het door Rabobank gered (70% aandeel verworven), en is het bedrijf door Natuur & Milieu geselecteerd voor hun ZonZoektDak actie (onder het gelegenheids-label Solar Living). Waarbij mogelijk de Yingli Solar modules worden verkocht die tijdens een reisje met Verhagen aan het hoofd in China waren aangekocht en die het bedrijf bijna de kop kostten...¤¤ ¤¤ SolarTotal werd in 2012 omgedoopt in Solar Living, nadat Rabobank het bedrijf eind 2011 van een dreigend faillissement redde. Het mocht niet baten. Ondanks 2.200 verkochte PV-installaties via de eerste ZZD actie van Natuur & Milieu, zakte het bedrijf definitief door de poten en werden alle 13 dochters van de holding op 4 december 2012 failliet verklaard in een met talloze onopgeloste vraagtekens omgeven, veelbesproken affaire (bericht 10 december 2012 en andere artikelen op die pagina). Verder is ook het rapport van Lako en Beurskens een schrijnende en volslagen onterechte onderwaardering van de met zeer actieve bedrijven gevulde markt (zeker 100, mogelijk in 2011 al tegen de 200, medio 2012 zeker 350 bedrijfjes die zonnepanelen en systemen leveren, voor slechts een deel opgenomen in de reeds genoemde Nederlandse Top50Solar). Die niet door hen worden opgevoerd als "werkgelegenheid creatoren". Dus het blijft ook met de cijfers in dit rapport gissen geblazen met mistige aannames. De meest "pikante" bevindingen van de auteurs zijn, naast een geschatte omzet van 1,025 miljard Euro voor 2009 in de PV-business (NB: fors hoger dan de omzet in de windenergie in windnatie bij uitstek, Nederland, 820 miljoen Euro...!), dat hun onderzoek een totale "workforce" van maar liefst 1.240 werknemers in de PV-business zou onthullen voor 2009. Dat is geen 20 procent, maar zelfs het dubbele van de hoeveelheid waarmee CBS in hun laatste rapportage voor 2010 rekent (622 FTE's)... De auteurs verklaren het verschil (m.b.t. de 588 gegeven in het CBS 2009 jaar rapport) met "The datasets differ with respect to the coverage of the PV industry" en mogelijk verschil van opvatting wat onder "persoon" dan wel "FTE" moet worden verstaan... In de "Radar" publicatie van CBS (2012) lijkt het er op (1.300 fte's voor PV, 200 extra bij toerekening tijdelijk ingehuurde fte's), dat de opvattingen van Lako & Beurskens worden gedeeld. Al is dat nog niet in harde cijfers op de eigen site cq. de StatLine tabellen zichtbaar gemaakt... ***** Lako, P. & Beurskens, L.W.M. (2010). Socio-economic indicators of renewable energy in 2009. Update of data of turnover and employment of renewable energy companies in the Netherlands. - ECN-E--10-089, dec. 2010 (volgens toelichting/abstract in publications sectie ECN gepubliceerd op 24-01-2011). "Overig"
resp. "totaal" Afgewacht moet worden hoe sterk de business case zal zijn van vele kleine spelers in een weliswaar sterk groeiende, maar nog steeds in veel opzichten beperkte afzetmarkt en toenemende competitie met gevestigde spelers (zeker wat betreft kwaliteit van de dienstverlening, garanties, hardware). Spelers die de Nederlandse "markt" jarenlang tijdens de "Grote Brinkhorst Droogte" overeind hebben gehouden en die nu eindelijk een beetje van hun jarenlange geduld in harde bestellingen zien verzilverd. Tijdens mijn voordracht voor The Solar Future (24 mei 2012) heb ik kort aangestipt dat met de verwachte afzet volumes en het (toen bekende) aantal aanbieders, de omzet marge voor veel kleinere spelers totaal niet interessant zal zijn. En dat in een dynamische bedrijfstak waarin tegelijkertijd hoge inkoop risico's worden gelopen (video bij New Energy.tv). In zwart tot slot het totaal aantal FTE's wat - door CBS tm. 2010 - tot de PV business werd gerekend, 552 FTE in 2008 (alweer lager dan het cijfer in het CBS rapport voor 2009, 566), slechts 545 in crisis jaar 2009 (was in een eerder CBS rapport nog 588; negatieve groei t.o.v. het nieuwe 2008 cijfer: 1,3%). Het cijfer voor 2010 laat weer groei zien: 622 FTE's, een groei van 14,1% t.o.v. 2009. Zoals gezegd is met name de sectie "verkoop" flink gestegen, van 96 naar 132 FTE's. Dat is 21% van het totaal. Verkopen, daar zijn Hollanders goed in... In Duitsland waren er volgens een eerste schatting in het EEG-Erfahrungsbericht 2011 (pdf) als gevolg van de uitvoering van de EEG wet, in 2010 reeds 107.800 mensen werkzaam in alleen de zonnestroom branche ("Stromerzeugung aus solarer Strahlungsenergie" - wordt ook CSP toe gerekend, maar dat is vooralsnog een zeer klein, ondergeschikt segment). In een eerdere schatting van brancheorganisatie BSW zouden in 2009 "nog maar" rond de 63.000 mensen in de zonnestroom sector werkzaam zijn geweest, waarvan ongeveer 51% in de PV-industrie en bij de toeleveranciers (BSW juni 2010 update). Verschil (factor 173 met CBS schatting Nederland voor de PV-sector tm. 2010) moet er wezen. Maar ook in Duitsland vallen inmiddels zeer harde klappen, valt het ene na het andere bedrijf om, en worden er met regelmaat honderden werknemers ontslagen... "Radar"
studie CBS (link
naar rapport) **** Stond in 2009 nog op website Solland Solar, website is gesloten. Lako & Beurskens (2010)***** schatten dat eind 2009 er 135 mensen werkzaam waren bij het bedrijf, wat ver af ligt van het door Delta opgegeven aantal van 280. Van de oorspronkelijke plannen (bij overname groot deel aandelen door Delta in 2007 nog: 1.000 medewerkers in 2010, zie persbericht van 24 januari 2008) is helemaal niets terecht gekomen. Zie o.a. "Uur U nadert voor zonnetak Delta", Financieele Dagblad 25 juni 2011, persbericht Delta 8 juli 2011. Solland Solar heeft kort na die management buy-out hun website een frisse face-lift gegeven nu ze eindelijk onder het juk van Delta zijn vrij gekomen, dat was al een hele verbetering. Het IEC certificaat voor de SunWeb® back-contact modules werd eind november 2011 eindelijk toegekend. Het was allemaal tevergeefs: de conventionele productietak werd in 2011 verkocht aan het Italiaans/Franse bedrijf Pufin, en er bleven slechts een paar mensen over van het ooit trotse Solland (verder als SunWeb Solar) om te proberen een investeerder zo ver te krijgen dat de technologie eindelijk commercieel in productie kan worden genomen (laatste bericht: 14 feb. 2012). Bronnen: CBS rapport Economic Radar of the Sustainable Energy Sector in the Netherlands (4 jun. 2012) Discrepantie CBS en CertiQ cijfers - voorbeeld 2008 NB: artikel is deels verouderd. CertiQ cijfers ("realisatie volume") worden namelijk ook voor oudere jaren met terugwerkende kracht bijgesteld. Voor update met status datum 1 mei 2013 (cijfers vanaf 2003) zie aparte bespreking! Er is een fors verschil in de bijgeplaatste capaciteit voor 2008 (althans: "afzet aan installateurs") volgens het CBS en de als "geaccepteerd producent van gecertificeerde zonnestroom" gerekende toename zoals geregistreerd door CertiQ (die "garanties van oorsprong", GVO's, uitgeeft). CBS had het over totaal 4,445 MWp toename in 2008, maar daar moest het aantal "niet met GVO's te certificeren" autonome systemen (0,229 MWp nieuw) nog vanaf, zodat we 4,216 MWp nieuw netgekoppeld voor 2008 overhouden. CertiQ daarentegen publiceerde in hun maandrapporten voor eind december 2007 resp. 2008 een geaccumuleerd aantal "gecertificeerde" PV producenten van 617 resp. 718. Dat laatste getal is echter in een bericht van 11 januari 2010 aan de webmaster van Duurzameenergiethuis.nl opgehoogd tot alweer 745 stuks (zie ook nagekomen mededeling verderop). Wat zou inhouden dat er in 2008 maar 128 nieuwe "officieel erkende" zonnestroom producenten bijgekomen zouden zijn. Die met een gemiddelde te verwachten installatiegrootte van (rekenend met 8.000 door Agentschap NL (tot en met 2009: SenterNovem) "beschikte" aantal installaties en de blijkbaar toegekende 18 MWp) 2,25 kWp/installatie ingestapt zouden kunnen zijn. En dus met die 128 nieuwe installaties slechts iets van 288 kWp nieuw bijgeplaatst kunnen hebben! In de onduidelijke "vermogens-groei" grafiek voor PV (voorbeeld: april 2009 rapport, pdf) leek er echter vrijwel niets met de groeilijn te gebeuren, dus ook hier bleek duidelijk iets in de registraties te "wringen". Stel dat we van die puur speculatieve 288 kWp ("nieuw voor 2008", heel erg veel meer kan het niet zijn geweest op basis van de bijgestelde aantallen nieuwkomers voor dat jaar) voor CertiQ uitgaan, en we houden de 4,216 MWp netgekoppeld (idem) van CBS er naast: dan komen we dik 3,9 MWp "tekort". Waar ligt dat mogelijk aan?
3,9 MWp staat toch gelijk aan dik 22.000 modules van 175 Wp (of het is vergelijkbaar met de capaciteit van twee forse windturbines...). Voor Nederland in die tijd toch niet niks. Ach, wat is 3,9 MWp tegenwoordig nu nog? Dat plaatst Duitsland er in een ochtend bij. Peanuts en niets om je druk over te maken... De geschetste "trend" is toegenomen in 2009 toen grote hoeveelheden SDE subsidie aanvragen werden afgewezen a.g.v. de almaar voortdurende budget beperkingen (de trend nam alarmerend verder toe in 2010, waarbij enkele tienduizenden aanvragen werden afgewezen a.g.v. de aanvraag loterij...). Dit is wederom best te illustreren aan de hand van het verschil tussen de CertiQ data en degene gepubliceerd door het CBS. Voor 2009 kon op basis van de destijds herziene CertiQ data ongeveer 6,7 MWp nieuwe "gecertificeerde" (netgekoppelde) installaties worden genoteerd. CBS echter rapporteerde voor dat jaar 10,6 MWp netgekoppeld als "verkocht aan installateurs in Nederland". Het verschil, ongeveer 3,9 MWp (37% van het CBS getal) zou het aantal netgekoppelde PV-installaties moeten zijn zonder SDE beschikking of zelfs aanvraag, en is hoogst waarschijnlijk nergens geregistreerd. Het was toen al zeer aannemelijk dat, als er meer en meer mensen gefrustreerd zouden gaan worden door een voor hen negatief uitpakkende SDE loterij, tezamen met een groeiende acceptatie van PV als een levensvatbaar alternatief, dat het gat tussen de CBS en CertiQ cijfers verder zou gaan groeien in de komende jaren. Dat bleek dan ook gemiddeld genomen te geschieden. Nagekomen http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/industrie-energie/publicaties/artikelen/archief/2009/2009-tk-18.htm (kort verklarend artikel met ook beschouwing van resultaten Eur'ObservER rapport, reeds door mij besproken; article not available in English)
Gecertificeerde productie (CertiQ) status: eind november 2013
Nota Bene: MEP en SDE installaties, alle andere PV-systemen die niet bij CertiQ zijn aangemeld vallen hier buiten. Dat is de overgrote meerderheid van de opgestelde capaciteit in Nederland! CertiQ is echter het enige portal waarin maandelijkse progressie wordt gemeld (cijfers worden later vaak wel - in geringe mate - nog bijgesteld).
Introductie In 2010 zou volgens de laatst bekende marktcijfers al 36% van het totaal afgezette nieuwe netgekoppelde marktvolume (CBS, 20,391 MWp), buiten de SDE om zijn gerealiseerd (7,377 MWp). In 2011 was de verhouding SDE (CertiQ) 36,476 MWp t.o.v. CBS netgekoppeld nieuw volume 58,387 MWp (update 20 dec. 2012). Met de eerste cijfers van CBS voor 2012 (voorlopig nieuw: 195 MWp), de CBS 2012 revisie van 18 november 2013 (nieuwbouw 2012 verhoogd naar 220 MWp), de nieuwe historische update van de CertiQ cijfers die ik heb ontvangen incl. data voor dat jaar, en data uit het herziene jaaroverzicht van CertiQ (resulterend in 21,4 MWp nieuw gecertificeerd SDE vermogen in 2012) was de verhouding CertiQ : totaal CBS nog maar minder dan 10%. Tenzij er "andere" redenen zouden zijn geweeest om PV-projecten voortijdig af te melden, is het vrij onwaarschijnlijk dat al in 2012 eerste MEP projecten uit de cijfers van CertiQ zouden zijn verdwenen, omdat die regeling in 2003 startte en voor 10 jaar zou gelden. Dit kan, mede gezien reeds vastgestelde "negatieve groeicijfers" in augustus 2013, wel een issue gaan worden in 2013. In ieder geval kunnen we uit bovenstaande voor 2012 redelijk veilig aannemen dat in dat jaar dus al ruim 90% van de marktafzet buiten de SDE om lijkt te zijn gerealiseerd (volgens de laatst bekende "officiële" cijfers)... Wat de ontwerpers van dat monstrum, EZ/EL&I, publiekelijk te schande zet (al zullen ze er nooit op worden afgerekend door het parlement). Dat alles daargelaten blijven ondanks fors toegenomen groei in de markt de totale volumes (zoals CBS die helaas slechts eenmalig per jaar rapporteert, met zeker in eerdere jaren vraagtekens over de "betrouwbaarheid" van die getallen) zeer bescheiden. Zeker als we het internationale perspectief en de ontwikkelingen in de buurlanden op het netvlies blijven houden. SDE
- matige groei Beschikkingen voor de tweede SDE ronde (2009) zijn pas eind juli van dat jaar door - destijds nog - SenterNovem verstuurd, die voor de derde ronde (2010) voor de categorie "klein" pas ongeveer in april-juni (door Agentschap NL, opvolger van SenterNovem). De verwachting is dat pas in de late nazomer cq. de herfst van 2009 de eerste daadwerkelijk gecertificeerde systemen voor SDE 2009 in de CertiQ gegevens "zichtbaar" kunnen zijn geworden in het cijfermateriaal van deze TenneT dochter (zonder dat die cijfers als zodanig zijn geoormerkt). De eerste "realisaties" voor 2010 zouden wellicht bij CertiQ binnen kunnen zijn gekomen vanaf de late zomer van dat jaar, als alles heeft mee gezeten. De wachttijden voor de plaatsing van de (verplichte) bruto productiemeter door de netbeheerders en de "administratieve verwerking" van het vervolgproces zijn hier veel extra tijd, energie en goodwill vretende remmende factoren geweest, ook al is het in latere stadia, mede door publieke en politieke verontwaardiging, beter geworden. Daarnaast is het mogelijk dat mensen zich eerst uitgebreid zijn gaan informeren over het hoe en wat, en is het zelfs zeer waarschijnlijk dat er nog een tijd lang is gewacht wordt om te kijken of de moduleprijzen - en dus ook systeemprijzen - nog wat verder zullen gaan zakken. En, die mensen hebben geluk gehad: die zijn absurd hard onderuit gegaan in 2010-2011... Vanaf het moment dat die installaties daadwerkelijk werden gerealiseerd, er een bruto productiemeter in (of bij) de meterkast werd bijgeplaatst, en de installaties bij CertiQ zijn ingeboekt, zijn er al snel drie SDE regelingen (2008-2010, met oorspronkelijk in totaal maximaal ongeveer 75 MWp aan "beschikkingen", later bijgesteld tot 69 MWp vlg. Agentschap NL in april 2011, tot 61 MWp in Klimaatmonitor van 18 dec. 2012, en begin juni 2013 zelfs nog maar 50 MWp!) volkomen door elkaar heen gaan lopen. En werd het "volgen van het effect van de SDE voor zonnestroom" een grote chaos via de CertiQ cijfers. Verder "verergerd" door later toegevoegde SDE 2011 (etc.) installaties. Alleen de lumpsum van alle systemen bij elkaar kon nog enigzins grof worden gemonitord voor iedereen die niet bij Agentschap NL (opvolger van SenterNovem) of (EL&I)/EZ werkt. Details van de ontwikkeling cq. status "per regeling" hebben lang ontbroken, pas in een nieuw "MEP/SDE" jaaroverzicht met status 1 maart 2011, werden de eerste - deplorabel slechte - cijfers gepubliceerd. Zie de uitgebreide grafische analyse van Polder PV van dat rapport. Later volgden dan eindelijk regelmatiger updates - alleen van de nieuw bijgeplaatste capaciteiten. In juni 2012 verscheen weer een uitgebreid SDE/MEP jaarverslag over 2011, in juni 2013 dat voor 2012. SDE
"plus" (= SDE 2011 ff.) Dus ook de noodgedwongen in de "vrije" categorie meeliftende, vooralsnog mysterieuze PV-projecten (uiteindelijk beschikt: 50 MWp, dat zette Vlaanderen er in 2011 binnen twee maanden bij) zullen het moeten doen met niet meer dan 9 Eurocent minus correctiebedrag. Blijft mogelijk over 3,6 Eurocent/kWh subsidie in het voorschot bedrag voor 2012 (fase 1, zie tabel)... Een eerste "beschikte" aanvrager voor SDE 2011, die hoogstwaarschijnlijk, vanwege die absurd lage subsidie/kWh, en de talloze andere drempels en valkuilen van die regeling, gaat afzien van invulling van die beschikking, had zich eind november 2011 reeds gemeld bij Polder PV... Een eerste actieveling die daadwerkelijk een "SDE plus installatie" realiseerde, meldde zich begin december 2011 bij Polder PV. Maar wat al was voorspeld door de webmaster van PPV, kon er op uitgebreide schaal uit andere "subsidiepotjes" worden gegraaid, anders had die installatie nooit gerealiseerd geweest... (bericht 8 december 2011). Het zou me niets verbazen als vergelijkbare potjes extra zijn "genoten" voor het 100 kWp project van Maatschap Wilhelminapolder noordelijk van Goes in Zeeland, wat een SDE 2011 beschikking heeft, en wat door het Vlissingse bedrijf MarEtec in juli/augustus 2012 opgeleverd zou zijn geworden (bericht website). In het MEP/SDE jaarverslag over 2012 (3 juni 2013) werd een volume van 46 MWp als "beschikt" opgegeven voor SDE 2011, waarvan tot dan toe nog maar 8 MWp was gerealiseerd (ruim 17%). Klimaatmonitor kwam begin juni 2013 nog op ruim 47 MWp beschikt, en 7,6 MWp gerealiseerd (ruim 16%). Van 2012 (en later) hoeft u zich ook niet veel meer voor te stellen. EZ heeft destijds (toen nog als EL&I) alle kleinverbruik aansluitingen (max. 3x 80 ampère, dus ook voor talloze boeren bedrijven en andere MKB-ers) uit de regeling gegooid, en installaties die achter een grootverbruikers aansluiting zouden worden aangesloten kunnen, als ze het in hun hoofd halen om in 2012 "al" te gaan realiseren, nog maar op een miezerige fooi van 1,3 eurocent/kWh in het voorschotbedrag gaan rekenen (fase 1, zie tabel; let wel: uiteraard tegelijkertijd zonder recht op "salderen", zoals al sinds juli 2004 in Wet is voorgeschreven...). Daar gaat zelfs de meest progressieve projectontwikkelaar met duurzame instelling hoogstwaarschijnlijk geen gigantisch industriedak van vol gooien. En dus zou het tegen kunnen gaan vallen wat er daadwerkelijk gerealiseerd zal gaan worden onder die zoveelste prutsregeling die absoluut niet is bedoeld om ook maar iets te betekenen voor de ondersteuning van een volwaardige PV-markt. Het blijft immers allemaal van EL&I (later weer EZ geheten) af komen, en de ambtenaren daar zijn niet geïnteresseerd in zonnestroom, als u dat nog niet had begrepen. SDE 2012 was al op de eerste dag van de opening zwaar overtekend (l'Histoire se répête toutes les temps), al zouden er ongetwijfeld de nodige projecten gaan afvallen vanwege zware screening door Agentschap NL. Voor zonnestroom was er in het eerste aanvragen overzicht van 19 maart 2012 zo'n 75 MWp aan (480) aanvragen opgevoerd. In het definitieve overzicht van 20 dec. 2012 stond er in de Agentschap NL tabel voor zonnestroom gemaximeerd nog maar 256 GWh (NB: dat was in juni zelfs nog 1.163 GWh...) aan te subsidiëren productie voor 15 jaar lang. Bij een "subsidie opbrengst maximering" van 1.000 kWh/kWp.jaar komt dat neer op een minimaal aangevraagd volume van 17,1 MWp aan nominaal vermogen. Dat komt aardig overeen met de 17.005 kWp die begin juni 2013 in Klimaatmonitor stond opgegeven, waarvan toen slechts 191 kWp zou zijn gerealiseerd: 1,1% (het SDE/MEP jaar rapport 2012 met ijkdatum 1 maart 2013 had nog een "nul" staan onder "gerealiseerd vermogen"). Dat betreft 107 overgebleven beschikkingen, die dus ongeveer een gemiddelde grootte hebben van 159 kWp per aanvraag (NB: voor NL fors, zo'n 636 modules van elk 250 Wp gemiddeld, grofweg zo'n 1.030 m² module oppervlakte). Daarvoor zou een bescheiden bedrag van slechts 3 miljoen Euro klaar staan als ze daadwerkelijk zullen worden gebouwd. Dat komt neer op een (gemiddelde) maximale "subsidie" van 1,18 Eurocent/kWh (!). A.g.v. de extreme stapel op elkaar volgende degressies is bij de oosterburen inmiddels voor een installatie van 1-10 MWp aan het net gekoppeld in december 2013 een vast invoedingstarief van 9,61 Eurocent/kWh voor twintig jaar lang te beuren (voor installaties tm. 10 kWp 13,88 €ct/kWh). Als u in Nederland onder de absurde SDE 2012 condities een rendabel systeem wilt gaan bouwen met de hier berekende hondenfooi moet u dus forse sommen geld "elders" vandaan gaan schrapen. Dat mag u allemaal "extra subsidie" noemen, al zullen weinig ondernemers het vast niet zo gaan benoemen. "Innovatief", zoals Verhagen destijds claimde, is het allemaal beslist. Maar niet zoals velen het dooddoenertje "innovatie" graag ingevuld zouden zien... Stand
van zaken CertiQ Het aantal door CertiQ verstrekte GVO's (garanties van oorsprong) wordt in principe per maand bijgehouden, en deze worden vanaf maart 2009 ook nog gesplitst in GVO's voor "eigen verbruik" resp. "netinvoeding". Uit deze cijfers, die ik sinds het eerste maandrapport van januari 2003 in een overzicht in Excel heb gezet, zijn alle hieronder weergegeven grafieken afgeleid. Daartoe zijn - en worden - alle maandrapporten van CertiQ door Polder PV doorgelicht. Aan het begin van de maand worden, indien mogelijk en als er tijd voor is, z.s.m. na publicatie van het meest recente maandoverzicht van CertiQ deze grafieken ververst. Een zoveelste onbetaalde service aan de burgers in Nederland die geen ambtelijk bolwerk, noch een branche organisatie, of enig bedrijf verleent. Bij bovenstaande moet beslist ook worden gemeld dat bij CertiQ er vanaf 4 september 2012 bijna drie en een halve maand lang geen maandrapport is verschenen. Pas na herhaalde oproepen door Polder PV, en door dreigend parlementair ingrijpen, werden een dag voor het Kerstreces, op 20 december 2012, in een keer de drie missende maandrapporten gepubliceerd (sep., okt., en nov. 2012 overzichten). Het december rapport en de daar op volgende kwamen weer keurig op tijd, (dec. 2012 in de eerste week van januari 2013). Voorbehoud
bij de cijfers Het is trouwens ook mogelijk dat eerder bij CertiQ ingeschreven installaties ook weer op enig moment worden "uitgeschreven", zodat het erg lastig blijft om een vinger aan de pols te houden van daadwerkelijke marktgroei cijfers. Voor 2009-2012 zijn bijvoorbeeld "gereviseerde jaarrapporten" gepubliceerd door CertiQ. De resultaten daarvan zijn door Polder PV overgenomen in zijn analyses. Uitschrijvingen gaan vooral in 2013 hun beslag krijgen: de subsidietermijn voor de eerste "MEP" projecten loopt af, en gelijktijdig met inschrijvingen voor nieuwe SDE installaties verdwijnen steeds meer oude MEP installaties uit dat register, wat de zaken extra compliceert. Er zit helaas geen "tag" aan de cijfers voor de verschillende regelingen bij CertiQ, dus moeten we voor cijfers het MEP/SDE jaarrapport gaan afwachten, in de hoop dat daar een tip van de sluier zal worden gelicht. Overigens hoeft het beslist NIET zo te zijn dat PV-installaties (al) na tien jaar of veel langer zelfs worden afgebroken. Het grootste NL project staat er sinds 2002 nog steeds, er is voor 20 jaar een natuurstroomcontract met de gemeente Haarlemmermeer: Floriade dak 2,3 MWp bij Vijfhuizen. Novum
per 2010 Data: CertiQ; bewerking, alle grafieken: Polder PV. Toelichting onderaan de grafieken. Grafieken (update november 2013, beschikbaar bij CertiQ: 2 december 2013). 1 Figuur 1. Het aantal in de tijd accumulerende zonnestroom producenten zoals geregistreerd in de maandrapporten door CertiQ ("gecertificeerd ontvanger van Garanties van Oorsprong voor bewezen productie van duurzame elektriciteit"), gele curve (linker Y-as), resp. de middels Excel berekende toename van dat aantal producenten per maand, rode curve (rechter Y-as). Links van de vertikale lijn: MEP installaties, rechts ervan met zeer hoge mate van zekerheid (bevestigd door medewerker van ECN Beleidsstudies, mei 2012) waarschijnlijk uitsluitend toevoeging van SDE installaties met een bruto productie meter. Alle andere PV-systemen die nooit een expliciete staatssubsidie voor de "geijkt te bemeten" fysieke kWh productie hebben ontvangen (de absolute meerderheid in Nederland!) komen NIET in deze grafiek en de volgende voor, wat zeer belangrijk is om in uw oren te knopen! Het bijschrijvings-record was 411 nieuwe PV-installaties (SDE) in mei 2011. Rond de jaarwisseling 2011/2012 begon er flink de klad te komen in de bijschrijvingen, met als gevolg een sterk neergaande lijn van wat toch al niet veel soeps was. Het SDE drama begint zich af te tekenen helemaal rechts in de grafiek: die duikt daar gemiddeld genomen op tale-telling wijze naar beneden, tot een niveau wat gemiddeld genomen ver onder de 100 "stuks" per maand dreigt te belanden, en de laatste tijd zelfs slechts de helft daar van... Dat is en blijft dus een extreem pover resultaat voor een "incentive" regime, wat verbleekt bij het buitenland (soms vele duizenden nieuwe, volledig geijkt bemeten en gecertificeerde installaties in een maand tijd, van klein tot zeer groot). In de accumulatie curve (geel) is goed te zien dat de groei zeer sterk afvlakt wat het aantal bij CertiQ gemelde (SDE) systemen betreft: het hoogtepunt van "de SDE" is voor zonnestroom op dat gebied alweer voorbij. Het nieuwe dieptepunt aan (netto) bijschrijvingen per maand is tot nog toe bereikt in november 2013: toen werd er slechts 1 - u leest het goed: EEN! - nieuwe installatie toegevoegd in het register van CertiQ... Dit heeft zeer waarschijnlijk te maken met een combinatie van (povere) bijschrijvingen van nieuwe SDE installaties verminderd met uitschrijvingen van subsidie verliezende MEP installaties uit het CertiQ register. Omdat er niet heel veel MEP systemen zijn, blijven de "groeicijfers" voor de SDE zwaar tegenvallen, want kennelijk kunnen die het "verlies" van de paar MEP-systemen nauwelijks bijbenen... Unicum Hier onder heb ik een oudere versie van bovenstaande grafiek weergegeven (basis nog steeds de gepubliceerde maandrapporten), om enkele opvallende zaken extra te kunnen benadrukken. Deze grafiek is weergegeven tot eind 2008, toen pas de eerste SDE 2008 systeempjes begonnen door te sijpelen in de cijfers van CertiQ: Figuur 1A (detail van Figuur 1). In deze grafiek valt meteen de bizarre dip op, begin 2005 (fors "negatieve groei"). Deze werd als volgt verklaard door een CertiQ medewerker na mijn schriftelijke vraag hierover: "De scherpe daling per januari 2005 is veroorzaakt doordat een marktpartij er destijds voor heeft gekozen om 199 zonne-installaties uit te schrijven uit het systeem voor garanties van oorsprong". Op mijn vraag wat dan wel de "reden" daarvan geweest kan zijn, kreeg ik het antwoord "Wij weten niet waarom de genoemde marktpartij ervoor heeft gekozen de desbetreffende inschrijvingen te beëindigen". Mochten er mensen zijn die me hierover meer kunnen vertellen, houd ik mij aanbevolen. In ieder geval lijkt direct na die forse "dip" het effect al snel weggeebd, ogenschijnlijk omdat de individuele (?) projecten alsnog weer snel in de GVO regeling lijken te zijn opgenomen. Het lijkt er op dat aanvankelijk ergens een groot project is geweest waarvoor eerst een "gebundelde aanvraag" is goedgekeurd, die later is opgesplitst in de individuele deelprojecten??? Verder is er sinds begin 2004 een "lichte" groei geweest van nieuw in de regeling opgenomen PV-producenten, wat hoogstwaarschijnlijk uitsluitend "MEP" aanvragers zijn geweest die een scharrige 9,7 eurocent/kWh "bonus" kregen bovenop hun saldering. Dat zijn er vanaf de start van de MEP (1 juli 2003) tot en met de beruchte "black friday", 18 augustus 2006 (nekschot voor de MEP-regeling door Joop Wijn) namelijk maar 384 geweest (volgens aantallen vermeld in maandrapportages). Gemiddeld ongeveer 123 per jaar over die "MEP-periode". Tot en met september 2008 (nadat de eerste beschikkingen van de per 1 april 2008 gestarte SDE daadwerkelijk met veel moeite werden omgezet in fysieke plaatsing van bruto productiemeters bij early movers, en de hele administratieve trein tot en met CertiQ was ingevuld) is er niets meer bij CertiQ bijgekomen. Wat echter beslist niet betekent dat er geen zonnestroomsystemen werden geplaatst in Nederland! Ze worden echter niet "gezien" noch geregistreerd door de autoriteiten. "Genegeerd" is wellicht een juistere benaming, al zal het beter nog neerkomen op "het graf in genegeerd"... Dramatische
uitval aanvragen en beschikkingen Verder dient goed de "schaal" van de grafieken (met name Figuur 1) in aanmerking genomen te worden, die een typisch "Nederlandse" kruideniers-schaal voorstelt. Een steile curve betekent ab-so-luut nog niet dat er opeens duizenden nieuwe "CertiQ producenten" per maand bijkomen, zoals in de buurlanden. Integendeel. Eind maart 2009 waren er bijvoorbeeld nog maar 750 nieuwe zonnestroomproducenten bijgekomen t.o.v. maart 2008, de maand voorafgaand aan de start van de SDE 2008. Dat was nog maar 9,4% van het totaal aantal oorspronkelijk beschikte installaties voor dat jaar. Daarbij logischerwijze er van uitgaand dat alle nieuwe producenten bij CertiQ ingeschreven uitsluitend de route via de SDE hebben "gekozen". Het is hoogst onwaarschijnlijk dat er mensen of bedrijven zullen zijn die buiten de SDE om zich ingeschreven zullen hebben bij CertiQ, omdat ze daar in het geheel geen "voordeel" bij behalen zolang groencertificaten (GVO's) waardeloos zijn (en ook nog eens gratis weggegeven moeten worden...). Pas in het tweede kwartaal van 2009, ruim een jaar na de officiële start van de SDE, begint het aantal in de CertiQ database gearriveerde nieuwe installaties (in de nazomer en mogelijk tot laat in de herfst van 2009 nog steeds uitsluitend "2008 beschikten"!) eindelijk goed op gang te komen en ligt het niveau grofweg rond de 150-350 nieuwe installaties per maand. Met enkele uitschieters naar onder en naar boven. Dat zijn voor de SDE 2008 ronde installaties die de 3,5 kWp niet te boven komen en die in de praktijk ook nog eens vaak veel kleiner blijken te zijn. Zie daarvoor de tale-telling grafiek in mijn bespreking van het CertiQ 2009 jaar rapport om een indruk te krijgen van de gerealiseerde installatiegroottes in de "ruimere" 2009 regeling. Eind februari 2010 zullen er zeer waarschijnlijk de nodige installaties uit de SDE 2009 ronde in de CertiQ database bijgeschreven kunnen zijn, daar de beschikkingen voor de oorspronkelijk 3.521 "kleine" resp. 128 (juni 2012: 124) "grotere" installatie aanvragen voor die tweede ronde (beschikkingenlijst SDE 2009) medio augustus werden verstuurd door - destijds nog - SenterNovem. NB: in het SDE/MEP jaarverslag 2012 waren van de oorspronkelijke 3.521 + 128 = 3.649 beschikkingen voor SDE 2009 nog maar 2.459 stuks over, dus minus 33%. SDE 2010 leverde aanvankelijk een stortvloed aan aanvragen op, zo'n 52.000 stuks in totaal (!). Daarvan werden er oorspronkelijk slechts een bizar gering aantal van ongeveer 4.330 stuks beschikt (4.200 "categorie klein" + 131 "categorie groot"), een uitval van aanvragen van 92%. In het SDE/MEP jaarverslag van 2012 zijn daar nog maar 2.958 van over: alweer een uitval van 32%. En t.o.v. de stortvloed aan aanvragen zelfs een verlies van een spectaculaire 94%. Allemaal aanvragen, behandeling, administratieve verwerking, postzegels, telefoonkosten, arbeidsloon SenterNovem medewerkers, etc., voor niks geweest voor (alleen al) SDE 2010. Voor SDE 2011 zijn er oorspronkelijk 678 beschikkingen verstuurd voor PV-project aanvragen (dat waren er op 9 jan. 2012 nog 872). Daarvan zijn er in het SDE/MEP jaarverslag 2012 nog 623 over, een verlies van alweer ruim 8%. SDE 2012 telde op 3 september 2012 nog 569 aanvragen, maar er werden slechts 110 stuks geaccepteerd met een beschikking. Daarvan zijn in het SDE/MEP jaarverslag 2012 3 stuks weggevallen, een verlies van bijna 3%. Tellen we alle oorspronkelijke aanvragen bij elkaar op komen we op een totaal van bijna 69.000 stuks voor SDE 2008-2012. Daarvan zijn er uiteindelijk "oorspronkelijk" slechts bijna 16.700 beschikt. En in het SDE/MEP jaarrapport 2012 zijn daarvan nog maar 10.909 over. Een verlies van een ronduit catastrofale hoeveelheid van 84% van het oorspronkelijke aantal aanvragen, en ook al 35% van het oorspronkelijke aantal door SenterNovem / Agentschap NL uitgestuurde beschikkingen! Progressie? Status
blijvend mistig, progressie niveau "ontwakende slak" De SDE 2008 beschikten hebben een riante wachttijd gehad tot hun beschikking die voortduurde tot in de herfst van 2011. Als slimmerikken op tijd hebben weten te verlengen, zouden ze uiterlijk in de herfst van 2012 nog hebben kunnen realiseren, tenzij er noodgrepen zijn toegepast door Agentschap NL. Wie weet, zaten er bij die "late" SDE 2008 plaatsers wel de nodige systemen die dubbel zijn gaan profiteren van zowel de SDE beschikking (met een leuke bonus bovenop wettelijk verplichte saldering), als een nagelneu systeempje gekocht bij prijsdumpers als Wijwillenzon.nl, of een van de andere acties waarbij schaamteloos "mag" worden gestapeld met andere subsidies. Of, in de herfst van 2012 middels een compleet ongesubsidieerde aanschaf van een spotgoedkoop geworden PV systeem met Chinese dump modules bij een van de vele honderden aanbieders in ons land... Al met al zal het waarschijnlijk slechts om zeer beperkte volumes gaan (daarvoor zijn die max. 3,5 kWp beschikkingen sowieso veel te klein). En zal er heel wat van SDE 2008 in de bureauladen liggen te verstoffen. Het daarvoor gereserveerde Staatsbudget is dan jarenlang nutteloos geweest. Een kruidenier kan daar nog wat van leren...
Eind juli 2012 werd er volgens deze cijfers eindelijk meer dan 10.000 participanten zonnestroom" bij CertiQ genoteerd (precies: 10.031), wat eind november verder was gestegen naar 10.530 stuks. Waarvan echter nog de in het 1 juli 2012 SDE/MEP rapport herziene resterende aantal ingeschreven 554 "MEP" klanten (revisie Agentschap NL) moesten worden afgetrokken (NB: volgens CertiQ maandrapport voor eind maart 2008 was dat destijds nog 616 MEP beschikten). Zodat je nog steeds slechts 9.976 pure "SDE" klanten overhield (gemiddeld slechts 177 stuks per maand sinds de officiële start van de SDE op 1 april 2008). Mijn verwachting dat in december 2012 dan eindelijk de moeizame passage van de "10.000 SDE systemen" zou worden gepasseerd kwam echter niet uit. Door de dramatisch slechte bijplaatsing (beter: rapportage) van 14 nieuwe installaties in die maand is 2012 blijven steken op 9.990 stuks "SDE" (volgens laatste cijfers). Eindelijk kwam dan in het januari 2013 het "goede" nieuws: totaal bij SDE geregistreerd 10.667 PV-installaties, aftrekken (toen nog bekende aantal van) 554 MEP "klanten" geeft: 10.051 "zuivere" SDE systemen. 4 jaar en 9 maanden na de start van de eerste SDE regeling op 1 april 2008 eindelijk de "10.000" systemen gepasseerd. Dat is (a) véél te lang, als je weet dat alleen al Duitsland er in die ene wintermaand december 11.434 nieuwe PV-installaties bij knalde (totaal nieuw vermogen: >330 MWp, 4,5 maal het totale volume moeizaam bij elkaar geschraapt bij CertiQ). En (b) illustreert het onoverkomelijke feit dat de SDE voor PV nauwelijks iets heeft betekend tot zover. Zeker ook als je kijkt naar wat voor soort installaties het betreft. Grote zonnestroom projecten zijn in Nederland zeer spaarzaam, op enkele tientallen installaties van 100-300 kWp (laatste met 3 beschikkingen...) na, die vooral op het tijdelijke stormloopje van SDE 2009 "groot" is terug te voeren. Status 1 december 2013: 11.088 PV-installaties geregistreerd bij CertiQ, waarvan waarschijnlijk minimaal (gezien steeds meer uit register geschreven MEP installaties) 10.567 met SDE beschikking, vanwege het nieuwe cijfer voor overgebleven MEP installaties in het jaarrapport MEP/SDE 2012: 521 stuks (getallen kunnen later met updates wijzigen, waarschijnlijk niet in hoge mate). Figuur 1B. Aantal PV-installaties ingeschreven bij CertiQ (accumulatie, blauwe kolommen, met vertikaal weergegeven de bijbehorende getallen), volgens de gepubliceerde maandrapportages. Dit betreft uitsluitend gecertificeerde MEP en SDE installaties. Alle andere PV-systemen zonder bruto productie meting, die niet bekend zijn bij CertiQ (de overgrote meerderheid in ons land, en ook procentueel t.o.v. de SDE installaties zeer rap toegenomen in 2011-2013), de installatie van Polder PV en vele tienduizenden anderen incluis, vallen buiten deze grafiek! In gearceerde kolommen heb ik het minimum aandeel SDE systemen weergegeven. Omdat er steeds meer MEP installaties worden uitgeschreven (niet als zodanig "geïdentificeerd" in CertiQ register), is dat een minimum, en ligt het werkelijk aantal SDE installaties bij CertiQ momentaan dus hoger. Hoeveel hoger is onbekend, maar het kan natuurlijk nooit hoger zijn dan het totale aantal CertiQ registraties. Rechts naast de grafiek de getallen (horizontaal schrift) voor de voorlopige accumulatie van alle bij CertiQ ingeschreven PV-installaties (zwart: 11.088 installaties). Respectievelijk voor het minimum aantal SDE systemen (rood) op basis van de laatst bekende cijfers voor het aantal (overgebleven) MEP projecten (521 stuks eind maart 2008 volgens het SDE/MEP 2012 rapport van 3 juni 2013, was tijdens begin SDE, 1 april 2008, nog 616 stuks). Voor SDE overblijvend: minimaal 10.567 stuks. Aangezien er bijvoorbeeld in augustus "netto" bezien installaties uit het CertiQ register zijn verdwenen (zie ook volgende figuur 1C), en dat waarschijnlijk MEP-gesubsidieerde systemen betreft, kan het resultaat voor SDE positiever gaan uitpakken de komende tijd. In donkerblauw een 2e graads polynoom trendlijn voor het totaal. Figuur 1C. Aantal nieuwe (grotendeels gecertificeerde SDE) PV-installaties per maand gerapporteerd door CertiQ. De trendlijn (4e graads polynoom) toont vanaf de tweede helft van 2011 een hoogst verontrustende, tale-telling, en dramatische trend omlaag: een mogelijk zoveelste doodlopende subsidie regeling met een veel te mager effect (voor PV). En particulieren die niet "mee mogen doen met de energie [stroom] revolutie" treffend in beeld gebracht. Begin 2013 leek er een lichte opleving te zijn, maar grote aantallen zullen we met de vreselijke SDE regeling nooit gaan krijgen, zoals de "instorting" van het aantal nieuwe systemen in maart/april, in juni, en vooral in augustus ("netto negatieve groei aantallen") liet zien. De extremen in de periode vanaf januari 2010 waren, "netto" bezien (onbekend aantal SDE installaties minus uit CertiQ register "geschreven" oude MEP-systemen) 412 stuks nieuw gerapporteerd in mei 2011 en een ronduit beschamend, tranen trekkend, 1 "exemplaar" (NB: netto) in november 2013. Augustus liet 6 gecertificeerde installaties (eigenlijk: participanten) minder zien dan in de cumulatie van SDE + MEP systemen in het register van de voorafgaande maand. Figuur 1D. Grafiek resulterend uit de vorig twee (1B en 1C). Trendlijn: zwevend gemiddelde (8 mnd). De gemiddelde systeemgrootte van het "netto aantal" nieuwe installaties (in kWp) per maand (resulterend uit de in de maandrapporten gepubliceerde CertiQ data) nam langere tijd gemiddeld genomen fors toe, tot een voorlopig record voor juni 2012 (19,3 kWp). In de tweede helft van 2012 leek de trend gemiddeld genomen weer sterk omlaag te gaan, al lieten september en oktober relatief hoge gemiddelde systeemgroottes zien. Dieptepunt in de weergegeven periode was, wederom, december 2012, met een systeemgemiddelde van slechts 3,1 kWp per nieuwe installatie in die maand ("grote" systemen inclusief!). Eind januari 2013 lag het weer op een "niet voor gemiddelde NL particulieren passend" niveau van 9,2 kWp. De grote verrassing kwam in de opvolgende maanden. Februari en maart, met twee nieuw record gemiddelde installatiegroottes van 28,2 resp. 32,6 kWp. Maar die werden aan diggelen geslagen door het verbazingwekkende maand record van april 2013, met een 3 maal zo hoge gemiddelde systeem grootte (voor "netto nieuw geregistreerde" installaties, beslist NIET representatief voor de totale bijplaatsing...): Duitse toestanden! 99,4 kWp gemiddeld in april komt neer op zo'n 398 modules van elk 250 Wp, die grofweg een oppervlakte van zo'n 636 m² bezetten (schuin dak). NB: gemiddeld die maand: er zijn dus mogelijk nog (veel) grotere projecten aangemeld (waarvan we de identiteit niet weten). Kennelijk betrof dit een "unieke" maand, want in het mei rapport lag het systeem-gemiddelde alweer veel lager op 12,6 kWp, bijna 8x zo laag. Ook in juni en juli werden weer hoge gemiddeldes behaald, in juni met slechts 4, in juli met 40 installaties. Met de laatste SDE regelingen zal de systeemgrootte beslist op een (relatief) hoog niveau gaan blijven omdat het uitsluitend voor "grote" projecten interessant zou kunnen zijn als er nog extra incentives gescoord kunnen gaan worden (hoog eigen verbruik bij een relatief hoge stroomprijs, belasting incentivesj, EIA, etc.). "Kleine" beschikkingen zijn zo'n beetje opgedroogd, en de aantallen die onder het keurslijf van "SDE+" worden gerealiseerd zijn niet om trots op te zijn. Uitzondering was augustus 2013, toen een "negatieve groei" van het aantal installaties werd vastgesteld t.o.v. het volume in september (6 stuks minder). Een "negatief systeemgemiddelde" daaruit bepalen heeft natuurlijk geen zin, dus dat is ook niet getoond. Vanwege het netto effect dat er maar 1 installatie in het november rapport bleek te zijn toegevoegd, en er die maand ook als netto resultaat 1.149 kWp werd bijgeschreven, kunnen we niet de conclusie trekken dat er "een SDE systeem met een grootte van 1,149 MWp" zou zijn toegevoegd (zoals gesuggereerd wordt uit de buiten de schaal schietende kolom voor die maand die ik daarom heb gearceerd). Omdat we niet weten hoeveel oude MEP installaties cq. vermogen er in die maand zijn uitgeschreven en/of nieuwe SDE systemen zijn ingeschreven. We moeten dus oppassen om niet te harde conclusies aan het resultaat van die twee "bewegingen" (MEP weg, SDE toetredend tot register) te verbinden. Maar dat de projectgrootte bij SDE toeneemt staat als een paal boven water, alleen al vanwege de minimum eis van 15 kWp sinds het systeem werd "omgetoverd" in de "SDE+" in 2011... 2 Figuur 2. In deze grafiek staat naast het geaccumuleerde aantal "gecertificeerde" zonnestroom producenten (geel, linker Y-as), in donkergroen het accumulerende aantal door CertiQ uitgegeven (lees: daadwerkelijk geproduceerde) "Garanties van Oorsprong" (GVO's, vroeger: "groencertificaten"). Waarbij rekening gehouden moet worden met het feit dat elk certificaat staat voor de fysiek - en geijkt - bemeten productie van 1 MWh. De bijbehorende Y-as voor de groene curve bevindt zich aan de rechterzijde. Aangezien de eerste SDE aanvragers pas laat in de herfst van 2008 in staat waren om de bruto productiemeter door de netbeheerder geplaatst te krijgen, en er nog steeds onduidelijkheden zijn rond de "bijschrijving" van de (vooralsnog waardeloze) GVO's voor deze producenten, is er lange tijd (zo'n twee jaar) nauwelijks impact van de SDE te zien geweest (1 certificaat staat gelijk aan 1.000 kWh, wat met een - voor SDE 2008 beschikten - gemaximeerde systeemgrootte van 3,5 kWp onder gunstige omstandigheden slechts na grofweg een derde jaar bereikt kan zijn). Dit, ondanks het "behoorlijk" toegenomen aantal geregistreerde nieuwe - kleine - zonnestroom producenten (gele curve). Let op de tale-telling afvlakking van de certificaten curve rond de jaarwisseling 2009/2010. Deze wordt in maart opeens gevolgd door een snelle stijging (plm. 4,6%). Hetgeen niet zozeer te wijten zal zijn aan "reële snelle marktgroei" (laat staan een "explosieve fysieke groei van zonnestroom"), maar vermoedelijk aan sterk discontinue "release politiek" van de administratieve gegevens (per maand geschatte productie!) bij de netbeheerders (waar de producenten geen enkele controle over hebben). Dat proces blijft erg mistig en ondoorgrondelijk. De certificaten curve stijgt weliswaar steeds sneller sinds 2010, maar om van het begin van een zonnestroom opwek revolutie te spreken is met deze blijvend teleurstellende resultaten wat "gecertificeerde" productie betreft natuurlijk een volslagen illusie. Op deze schaal bezien zou die curve daartoe nagenoeg vertikaal omhoog moeten ombuigen, en dat zie ik beslist niet gebeuren. Dat gaat ook niet geschieden met een al in de kiem gemuteerde "SDE plus" regeling. Daar kunt u vergif op innemen. Zolang GVO's niets waard zijn, heeft het geen enkele zin om je als donkergroene zonnestroom opwekker "aan te melden" bij CertiQ, want je verdient er niks aan (maar loopt wel "risico's" omdat je dan "geregistreerd" zult staan zonder enig zicht op "rechten" die aan die registratie zouden kunnen worden ontleend). Hoogst curieus: CertiQ roept sinds eind 2011 met een vernieuwde website in mensen met zonnepanelen op om zich te komen inschrijven, terwijl ze zonder SDE subsidie daar geen ene drol aan hebben omdat ze niks voor hun "groene" kwaliteiten zullen krijgen. Maar CertiQ doet gewoon alsof hun neus bloedt, en negeert waarschijnlijk (inmiddels) rond de 85% van de zonnestroom producenten in ons land (geen MEP of SDE subsidie)... Ik verwijs u ter vergelijking met de blijvend deplorabele situatie in NEEderland naar mijn uitvoerige doorlopende marktanalyse voor Vlaanderen voor "echt relevante" aantallen groencertificaten, die daar eind 2010 al waren geaccumuleerd tot een volume van bijna 489 GWh (schaalgrootte moet daar in honderden GWh worden afgebeeld i.p.v. de "tientallen" in de Nederlandse grafiek). Vlaanderen heeft een bevolking die een factor 2,7 maal zo klein is dan die van Nederland. En dat zegt alles over hun in geen enkel opzicht met ons land te vergelijken, zeker in die jaren (in 2013 ingestorte) grote zonnestroom markt. Dat alles laat onverlet dat er natuurlijk met name in 2010-2011 een serie "grotere" projecten aan het net zijn gekomen in Nederland (met name die van het inmiddels onder HVC vallende Horizon Energy, meestal 100 kWp per beschikking "groot", of 2 of zelfs drie van dat soort beschikkingen per project lokatie). Het resultaat daarvan begon in 2011 duidelijk zichtbaar te worden: in juli 2011 werd een eerste "record" hoeveelheid GVO's bijgeschreven bij CertiQ (zie Fig. 3). Goed voor 2.897 MWh zonnestroom. In augustus was dat echter alweer terug gezakt naar 1.832 MWh aan GVO's, in september was het 50 MWh hoger dan in de voorgaande maand. Opvallend is dat het "record" niet veel later met de hakken over de sloot werd verbeterd. En wel in de zon-armste maand van het jaar, december 2011, toen 2,901 GWh nieuwe gecertificeerde zonnestroom productie werd gemeld door CertiQ. Ook in de bepaald niet zonrijke januari van 2012 werd bijna dat niveau gehaald (2,874 GWh). En, het was te verwachten, omdat er natuurlijk steeds meer certificaten "gevuld" worden van de eerste paar jaar accumulerende SDE zonnestroom installaties, was februari 2012 kort kampioen, met 3,853 GWh, waarna er weer een forse terugval optrad. Mei 2012 brak weer een tussenrecord, met ruim 4 GWh, de er op volgende records werden bijgeschreven in november 2012, januari 2013, en in juni 2013. In de laatstgenoemde maand werd 6,9 GWh aan GVO's bijgeschreven (wat echter ook in eerdere maanden gerealiseerde productie zal hebben betroffen...). Met genoemde 6,9 GWh bijschrijving in juni 2013 zou je in theorie 1.971 huishoudens met een gemiddeld verbruik van 3.500 kWh/jaar een jaartje "groen" kunnen laten "draaien" (gesaldeerd op jaarbasis). Of 125 schoolgebouwen zoals - destijds - De Hoeksteen in Bussum (55.000 kWh/jaar) voordat die zelf een ongeneeslijke vorm van zonnestroom koorts kreeg en zelf het kostbare spullie begon te bakken. Figuur 3. Als figuur 2, maar nu i.p.v. de accumulatie van GVO's de per maand nieuw bijgeschreven (of: "uitgegeven") aantallen GVO's door CertiQ (berekend via Excel, blauwe curve, rechter Y-as). Vanwege de record toevoegingen aan GVO's in opeenvolgende maanden in 2011-2013 (voor laatstgenoemde, juni 2013 rood gemarkeerd), is de Y-as voor de blauwe curve diverse malen flink aangepast. In het begin (de "MEP-periode") is goed de seizoens-afhankelijkheid te zien (meer GVO's in de zomer dan in de winter), maar later wordt het beeld steeds onduidelijker. Waarschijnlijk omdat de uitgave van GVO's meer "gelumpt" werd in de loop van de tijd, en er niet meer direct volgend op de fysieke productie GVO's worden "uitgeschreven"*. De onverwacht hoge piek van de najaarsmaand oktober 2007 (2.135 MWh) blijft dus onverklaard. Het was nu niet bepaald een recordmaand qua opbrengst, net zo min de sombere juli 2011, laat staan de wintermaand december 2011 dat waren (zie verder het overzicht van Ton Peters in Spijkenisse). Ook uit figuur 3 blijkt dat er lange tijd slechts een geringe invloed is geweest van het groeiend aantal (met hoge mate van zekerheid: SDE) producenten op de verstrekking van GVO's: als er al kWh zijn geproduceerd, is dat voornamelijk in de hoog-productieve zomerperiodes van 2009 en 2010 geweest. Veel (vaak relatief kleine) nieuwe installaties zullen sowieso langdurig nog geen 1 MWh op het bruto productiemeter telwerk hebben geproduceerd, laat staan dat die dan "administratief verwerkt" zou zijn door de netbeheerder of door CertiQ zijn ingeboekt (een hoogst mistig proces waar slechts moeizaam een vinger achter is te krijgen). De groei van de blauwe curve is dus sterk vertraagd t.o.v. de gele die "slechts" de (geregistreerde, gecertificeerde) capaciteits-uitbouw weergeeft. Er is in de grafiek slechts in de beginperiode een zeer zwakke, en ook nog discontinue seizoens-gerelateerde verhoging te zien (zomerperiodes met hoge productie, echter mede veroorzaakt door de al in de regeling zittende oude MEP systemen - waar bijvoorbeeld ook het enorme 2,3 MWp Floriade dak nog bij hoort), het beeld is absoluut niet helder. De 2009 "tussen-high" viel weer terug in augustus 2009 wat niet spoort met de (o.a. via Sonnenertrag gepubliceerde) record opbrengsten voor die zeer zonnige maand. Erna bleef de certificaat productie hangen rond de 500 MWh/maand en stortte deze in november weer helemaal omlaag, om eind 2009 in december een nieuw dieptepunt te bereiken van slechts 245 MWh en in januari 2010 zelfs nog maar een scharrige 133 MWh. Pas in de latere zomermaanden van 2010 begon eindelijk eens een positieve trendmatige ontwikkeling zichtbaar te worden en is er juist aan het eind van het jaar 2010, ondanks de veel lagere fysieke productie van alle zonnestroom installaties, een volslagen "kunstmatige" opleving in de uitgifte van de GVO's te zien (november: 1.544 MWh nieuwe GVO's, in juni 2010 was dat nog maar 590 MWh). De voorlopige culminatie van de GVO bijschrijvingen is door CertiQ genoteerd in de maand juni 2013: 6.909 MWh. Maar ook lijken de fluctuaties in het aantal uitgegeven GVO's sterk te zijn toegenomen gezien het sterke zaagtand karakter van de grafiek (let op de diepe dip in maart 2013). Boodschap
en bijgesteld beeld Een compleet ander, veel realistischer beeld van de "per maand toegewezen uitgegeven GVO's" geeft het nieuwe, volledig herziene overzicht van CertiQ wat ik voor de tweede maal kreeg n.a.v. mijn voorbereidingen voor The Solar Future conferentie op 23 mei 2013. Voor de daar uit resulterende, compleet gewijzigde, en "logischer" verlopende, mooi seizoensmatig gerelateerde curve (voor de jaren waarvoor alle data reeds [bijna] compleet door CertiQ zijn verwerkt), zie de aparte webpagina met een gedetailleerde analyse door Polder PV (publ. datum 18 mei 2013, introductie hier). Noot
1 Niet gecertificeerd grootste deel *
Noot 2 Werkwijze CertiQ GVO's In Duitsland kun je als PV-systeem eigenaar volledig zelfstandig - met een in eigen beheer te nemen productiemeter (Einspeise Meter, direct aan het laagspanningsnet gekoppeld) - de regionale netbeheerder maandelijks of minder frequent (naar verkiezing) een nota voor voorschotten sturen op basis van de (behoorlijk goed voorspelbare) te verwachten productie, en die moet deze uitbetalen (en mag daar geen administratie- of andere kosten voor in rekening brengen). De fysieke maandelijkse productie is in Duitsland bij alle - inmiddels naar verluidt zo'n 1,3 miljoen - PV-installaties bekend. Duitsland ligt dan ook op een andere planeet (en is onder geen enkel beding met het voortkruipende Nederland te vergelijken, hoe graag u dat ook zou willen doen)... 4 Figuur 4. In deze figuur zijn naast elkaar gezet het aantal bij CertiQ bekende nieuwe gecertificeerde zonnestroom producenten per maand (Excel berekening van de CertiQ maandgegevens), in rood (linker Y-as), resp. het nieuw aantal uitgegeven GVO's voor deze producenten in blauw (idem, rechter Y-as). Pas vanaf de tweede jaarhelft van 2010 begint de impact op het aantal uitgegeven GVO's voor het sinds eind 2008 traag groeiende aantal nieuwe (SDE) producenten "substantieel" zichtbaar te worden en flink door te groeien in 2011-2012. De getoonde - soms heftige - maandelijkse schommelingen worden mogelijk nog versterkt door eigenaardigheden van het - ondoorzichtige - toekenningsbeleid van de groencertificaten dan wel uiteindelijke "garanties van oorsprong". De trend in het tweede "stimulerings"jaar SDE (2009) is een tijdje negatief geweest, maar wordt in maart 2010 opeens door een verrassende "spike" weer in opwaartse richting bijgesteld. Een "spike" die bepaald niet (direct) correleert met de ontwikkeling bij het maandelijkse aantal nieuwkomers, en die in april enigzins werd gecontinueerd, maar in mei-juni weer werd gelogenstraft met een flinke nieuwe dip. Bij een niet spectaculair certificaten niveau in augustus werd juist een opvallend nieuw "installatie" record geregistreerd. En in de zonnestraling arme maand november 2010 werd juist weer een hoog GVO uitgifte niveau bereikt, wat lijnrecht ingaat tegen de daadwerkelijke, fysieke productie van zonnestroom systemen. Er lijkt door de bank genomen dus geen enkele dan wel nauwelijks aantoonbare, hoogstens zeer zwakke correlatie te zijn tussen het nieuwe aantal maandelijks gerapporteerde registraties bij CertiQ (lees: extra fysieke productie verwacht) en het aantal GVO's uitgegeven per maand. Dat kreeg een nieuwe "culminatie" bij de cijfers voor juli 2011: een wederom zwaar tegenvallend aantal nieuwe installaties bijgeschreven in die maand. Maar wel een - destijds - "record" hoeveelheid bijgeschreven GVO's in diezelfde periode van 31 dagen. Die discrepantie werd herhaald in december van dat jaar: slechts een marginale hoeveelheid van 159 nieuwe PV-installaties ingeschreven bij CertiQ, maar een - nieuwe - record hoeveelheid gecertificeerde zonnestroom ingeboekt. Sterker nog, bij een duidelijk neergaande lijn bij het aantal nieuwe maandelijkse registraties... Uitleg over het grillige en onvoorspelbare verloop van uitgegeven GVO's wordt niet gegeven, niet door CertiQ, noch door moederbedrijf (onder verantwoordelijkheid Min. Fin. vallende) TenneT. Polder PV doet onder figuur 3 een poging tot verklaring. Let op de hoogst verontrustend gemiddeld neergaande lijn bij het aantal nieuwe producenten per maand (rode curve): de SDE lijkt langzaam, stapsgewijs, met af en toe een bescheiden positief maandresultaat, aan het uitsterven voor PV. Ook al moeten we sinds 2013 rekening gaan houden met het feit dat een "deel" van de neergaande trend te maken heeft met uit het CertiQ register geschreven oude MEP installaties. Het aantal overblijvende "gecertificeerde participanten" valt - voor een met veel trompetgeschal omgeven nationale subsidieregeling - sowieso bitter tegen... Vooral omdat het hier de meest decentrale optie van al gaat, zonnestroom. Waarvan je er honderdduizenden van zou verwachten in een "normaal" dichtbevolkt, en rijk land... 5 Figuur 5. Als in figuur 4, maar nu de volledige focus op de accumulatie (groene curve, linker Y-as), resp. de per maand nieuw bijgekomen uitgifte van GVO's voor zonnestroom. Ook deze laatste wordt uitgedrukt in GWh (1 GWh = 1.000 MWh = 1.000 certificaten; blauwe curve, rechter Y-as). De groene curve heeft lange tijd geen structurele cq. opvallende stijging van de helling getoond in de SDE periode vanaf 1 april 2008 tm. 2009 (zelfs een duidelijke afvlakking van de "groei"curve eind 2009/begin 2010). Dit ondanks reeds 2 volle jaren "nieuw stimuleringsregime" [SDE 2008/2009]. Vooral maart en april 2010 toonden een forse toename van toegekende certificaten, die ook in de accumulerende curve is terug te zien als een "knik" in de groene lijn. Die piek (blauwe lijn) is echter kleiner dan het exemplaar van oktober 2007, die nota bene verscheen in het midden van een feitelijke "stimulerings-loze" periode voor zonnestroom in Nederland (sinds het vorige geflopte regime, de "MEP", door Joop Wijn op vrijdag 18 augustus 2006 om zeep werd geholpen). Een tweede piek, in zonnestraling-arm november 2010, lijkt net zo kunstmatig qua uitgifte beleid van de GVO's, en doet de accumulatie curve nog iets sneller stijgen. Een trend die zich voortzet in 2010-2011 (met name door cumulatie van veel "eerste MWhtjes" bij kleine projecten, maar vooral de eerste resultaten van de zogenaamd "grote" projecten, die een veel hogere impact op het totaal hebben). Het jaar 2011 heeft tot en met december volgens de laatst beschikbare cijfers slechts 22,2 MWp aan nieuwe gecertificeerde capaciteit opgeleverd. Wat dus uitsluitend aan de SDE regeling toegeschreven moet worden. In tijden dat zonnepanelen al zeer goedkoop zijn geweest. En dat bij uitsluitend salderen exclusief SDE subsidie je - als het vlekkeloos geschiedt, zoals zou moeten - in dat jaar al zo'n 21-22 eurocent/kWh zou kunnen opleveren: een deplorabel en bizar slecht resultaat, wat in 2012 nog minder lijkt te zijn geworden: voorlopig resultaat slechts 21,4 MWp... NB: ook de inmiddels talloze WWZ (Urgenda) cq. Zonvast (Greenchoice), 1.2.3 Zonne-energie (VEH) e.d. acties per jaar gaan aan dat beeld structureel bezien weinig veranderen. Ook niet met het al lang geleden aangekondigde ASN/Natuur en Milieu Zonzoektdak.nl initiatief, waarbij er oorspronkelijk uitgegaan werd van "haalbaar duizend daken"* met collectief ingekochte zonnepanelen. Dat werd gaande de eerste actie fors opgeschroefd, en zouden er na de beeindiging op 16 maart 2012 er 7.150 reserveringen zijn geplaatst, wat puur theoretisch zelfs meer dan 12 MWp had kunnen gaan opleveren. Uiteindelijk is er maar ruim een derde van overgebleven, en een bitter, met talloze vraagtekens omgeven faillissement van de (eerste) leverancier. Zelfs als het goed afloopt met dat soort acties (ZZD deel 3 werd in april 2013 opgetuigd, VEH 3 liep al een tijdje), is het ook nog steeds allemaal (veel) te weinig, en extreem markt verstorend, net als de nieuwste nationale aanschaf subsidie regeling die er eenmalig zo'n 105 MWp er bij zou kunnen gaan gooien in 2012 (deels overlopend in 2013), en in 2013 nog eenmaal een nog groter volume (totaal verwacht: 260 MWp). Om u weer even met beide benen in de Hollandse Polderklei te krijgen: In 2012 is er ondanks de dramatische ingrepen in de waarde van de groencertificaten en dreiging van een "injectietarief" door het Vlaamse parlement, tot en met de rapportage van 6 juni 2013 alweer ruim 333 MWac (mogelijk zo'n 367 MWp DC vermogen, bijna een factor 2 maal het - voorlopige - nieuwbouw volume in NL in 2012 (195 MWp) bijgeschreven door VREG. En 85 maal zoveel als Zon Zoekt Dak nr. 1 heeft opgeleverd). Met 2,7 maal zo weinig inwoners in Vlaanderen dan er in NL wonen. Daar verdrinkt de Nederlandse groei dus nog steeds in, wat "naar bewonersaantal" toe gerekende groei betreft. En we hebben nog zoveel "gemiste" capaciteit van vele "verloren jaren" in te halen. "Gelukkig" voor Nederland is de Vlaamse markt in 2013 ingestort (melding 2.594 nieuwe systemen tm. 1 november 2013, slechts 29,0 MWp nieuw vermogen, kan later nog worden bijgesteld)... * Wilma Berends, projectleider zonne-energie bij Natuur & Milieu, in interview in Spaarmotief van ASN, december 2011: "Ik hoop op duizend daken, hoe meer hoe beter". 6 Figuur 6. Een iets duidelijker aanwijzing voor "toenemende groei" van het aantal uitgegeven GVO's voor zonnestroom zou zichtbaar moeten zijn in de relatieve toename van de uitgifte ten opzichte van de vorige maand. Daartoe staan in deze laatste grafiek wederom de oorspronkelijke, "per maand nieuw uitgegeven GVO's" in donker-blauw (linker Y-as), alsmede een daar uit berekende curve in lichtgeel die de relatieve procentuele toename van het aantal uitgegeven GVO's t.o.v. de vorige maand weergeeft (rechter Y-as, met in donker geel de er bij horende trendlijn). Als er significante toename van daadwerkelijk regelmatig ingeboekte "geregistreerde productie" van zonnestroom zou zijn, zou dat direct in een toename van dit procentuele verschil moeten zijn te zien. In de eerste SDE jaren was kristalhelder dat daar lange tijd geen sprake van was (enige structurele toename van mei >>> juni 2009, daarna kort stabilisatie, waarna een dramatische trend bergafwaarts zichtbaar werd, pas herstel in feb.-apr. 2010 gevolgd door een continu hoger niveau dan in het begin van de SDE tijd). Er was - en is - continu forse fluctuatie en van enige "over langere periode gemiddelde opgaande trend" was lange tijd niets te bespeuren. Integendeel: de groei was in die periode zelfs marginaler dan in de jaren 2003-2006 en lange tijd zelfs negatief. Let op de twee - onverklaarde - hoge pieken in mei 2003 (15,1% groei t.o.v. april 2003) resp. oktober 2007 (11,2% groei t.o.v. september 2007). De trendlijn voor de "maandelijkse groei" in uitgifte van GVO's is eind april 2011 iets boven de 2% per maand komen te liggen en is in de zomer van dat jaar gaan stijgen in de richting van een positieve, ruim 3% per maand, om in het tweede kwartaal van 2012 zelfs in de buurt van een maandelijkse groei van zo'n 5% te geraken. Dat er überhaupt positieve groei was gedurende lange tijd werd voor een groot deel veroorzaakt door groei in subsidieloze periodes voor de SDE regeling, of is het resultaat van de - voor NL begrippen - absurde boom van zo'n 20 MWp in 2003-2004 (die snel door nuke-minnende van Geel van - uiteraard - het CDA de kop in werd gedrukt). Pas eind 2011 lijkt eindelijk een structurele groei van de - NB: gecertificeerde - zonnestroom productie te zijn ingezet. Het zou na al die jaren wel eens tijd gaan worden... In februari 2012 werd een nieuw "certificaten groei record" sinds de opening van de eerste SDE regeling, bijna 4 jaar eerder (...) getoond, van 5,4% t.o.v. het geaccumuleerde volume in de voorgaande maand. Daarna kakte het niveau echter weer in, om eind november 2013 rond de 3% uit te komen. Ter verduidelijking zijn trendlijnen voor de "nieuwe GVO's per maand" curve toegevoegd in licht-blauw (Excel 3e graads polynoom), en voor de "procentuele groei t.o.v. de vorige maand in donker-geel (idem). De eerste toonde vele maanden lang tijdens de "SDE periode" een zeer opvallende tale-telling neerwaartse i.p.v. opwaartse trend in de periode waarin een nieuw "stimulerings-regime" van kracht was, zelfs nog met de nieuwe "spike" in uitgegeven certificaten in maart 2010. In de lente-zomer van 2010, meer dan twee jaar na de start van het nieuwe SDE regime, begon de neergaande curve af te vlakken. Pas in de eerste helft van 2011 is de curve een zeer duidelijke positieve groei gaan vertonen. Die met toenemende realisatie van SDE projecten (met name een serie grotere exemplaren van max. 100 kWp) natuurlijk in versterkte mate zal doorzetten. Qua hoeveelheden blijft de "indirect berekende" productie van die paar SDE installaties echter nog steeds niet veel voorstellen. De niet gecertificeerde installaties worden zoals eerder al gemeld niet in deze curves opgenomen, want ze worden niet centraal bemeten en de fysieke productie van al die andere installaties is compleet onbekend. Deze trend heeft in verhevigde mate in 2010-2013 doorgezet: de door mij geconstrueerde CertiQ grafieken zullen waarschijnlijk op termijn een steeds minder significant deel van de werkelijk gerealiseerde marktvolumes in ons land gaan weergeven. Zie daarvoor al een zeer duidelijk "relativerend" beeld m.b.t. deze flop-regeling (voor PV) in de marktgrafieken in mijn artikel van 31 augustus 2013. Vooral als realisatie van de inmiddels paar honderd beschikte "SDE +" projecten slecht op gang gaat komen of zelfs jaren wordt uitgesteld, van SDE 2012 hoeven we al helemaal weinig te verwachten met nog geen 20 MWp beschikt. SDE 2013 zou tot en met medio november zo'n 110 MWp aan aanvragen hebben opgeleverd voor PV-projecten, waarvan toen echter nog maar 50 MWp is "beschikt", minder dan de helft. Die ronduit bescheiden volumes die uit de SDE regeling voortkomen (en die uiteindelijk in de vorm van registraties bij CertiQ "zichtbaar" worden), maakt deze curves dan ook vrij nietszeggend voor het monitoren van de totale marktontwikkeling van zonnestroom in ons land. Uiteraard moeten "ze" wel gemaakt blijven worden. Want het gaat om de "enige officiële regeling van Staatswege" die we in de tweede jaarhelft van 2013 nog hebben, waar monumentale hoeveelheden parlementaire tijd en papier in is gestoken... Geaccumuleerd en maandelijks nieuw gecertificeerd PV vermogen Let op dat de X-as en Y-as verschillende schalen hebben, afhankelijk van het rapport/plaatje!
Figuur 7. X-as lopend vanaf begin 2004 tot en met eind 2009 in de oorspronkelijke grafiek, onderaan, resp. vanaf februari 2007 (Jan. 2010 rapport, grafiek er boven), en vanaf december 2010 (november 2013 rapport, bovenste grafiek) in het laatste exemplaar. De startdatum van de SDE (1 april 2008) is al lang van de maandelijkse CertiQ grafieken verdwenen - op die datum was er ruim 12,3 MWp aan capaciteit onder de nauwelijks stimulerende "MEP" regeling gerealiseerd (zie onderste grafiek, plus recentere data gekregen van CertiQ). Op de CertiQ site stond sinds het overzicht van februari 2009 een aparte, slecht leesbare grafiek met het geaccumuleerde PV vermogen van door CertiQ gecertificeerde installaties (dus exclusief de vele duizenden andere, niet gecertificeerde PV-systemen!). Pas eind 2009 is voor het eerst een daadwerkelijk getal voor het geaccumuleerde vermogen gepubliceerd (persvoorlichter van TenneT), en werd sinds het begin van 2010, op uitdrukkelijk verzoek van de webmaster van Polder PV, daadwerkelijk het actuele bij CertiQ aangemelde vermogen (MWp) van gecertificeerde zonnestroom installaties in de maandrapporten (later ook: in de jaaroverzichten vanaf 2010) vermeld. Waar later nog een vervolg op is gekomen. Helemaal bovenaan de laatste update, van het overzicht voor november 2013, onderaan het laatste "oude" exemplaar van december 2009. In deze laatste heb ik in eerdere versies ter verduidelijking een (horizontaal) grid toegevoegd en enkele rode lijnen om beter zicht te krijgen op de daadwerkelijke bijplaatsing**. De bovenste horizontale (gestippelde) lijnen geven in die eerdere grafieken het "geaccumuleerde" nominale STC vermogen weer zoals dat vanaf januari 2010 in de CertiQ maandrapporten expliciet staat vermeld. Uit de vorige grafiek van december 2009 kon worden gedestilleerd dat er sinds de jarenlange stagnatie (in dit marktsegment, niet gecertificeerde systemen zijn wel, zei het marginaal gegroeid in die tijd), en sedert de SDE regeling op 1 april 2008 open ging, er nog slechts zo'n 6,3 MWp aan nieuwe gecertificeerde netgekoppelde capaciteit leek te zijn bijgekomen tot een geaccumuleerd totaal van zo'n 18,6 MWp (oudere "MEP" installaties incluis) - niet ver van de latere opgave van 18,446 MWp van de persvoorlichter van TenneT. In het laatste, aan Polder PV gestuurde overzicht is dat getal door CertiQ op status datum 1 mei 2013 alweer iets opgehoogd naar 19,154 MWp (stand eind dec. 2009, zie ook laatste overzichtstabel CertiQ). Groei van gecertificeerde PV-capaciteit per maand sinds december 2009. In de officiële SDE subsidieperiode (vanaf 1 april 2008) zijn er tot en met eind november 2013 volgens CertiQ "netto" (SDE ingeschreven minus - zeker sinds 2013 - MEP uitgeschreven) slechts 11.088 nieuwe zonnestroom producenten geregistreerd / geaccepteerd door CertiQ volgens hun maandelijkse rapporten. Naar verwachting zijn daarvan slechts minimaal 10.567 stuks uitsluitend SDE klanten (gebaseerd op bijstelling Agentschap NL die in hun laatste jaaroverzicht [MEP/SDE 2012] 521 overgebleven MEP installaties opvoerde, exclusief effect dat steeds meer van die oude MEP systemen uit CertiQ "records" zullen verdwijnen). Zoals uit onderstaande tabel blijkt fluctueerde de opgegeven "accumulerende capaciteit" ("Vermogen") wat in de gepubliceerde grafieken staat weergegeven en in het CertiQ maandrapport sinds begin 2010 staat afgedrukt, in het begin van 2010 op een bizarre wijze (waarschijnlijk een administratieve "anomalie"):
*
Getal genoemd door de persvoorlichter van TenneT (CertiQ is een volle
dochter van TenneT), januari 2010. Houdt er rekening mee dat getallen naderhand nog - gering - kunnen zijn bijgesteld door allerlei administratieve vertragingen bij de verwerking van het cijfermateriaal. Voor complete grafische update tot en met april 2013, zie de aparte webpagina (gegevens CertiQ verstuurd aan Polder PV in mei 2013). Later bijgestelde gegevens zijn in het gereviseerde jaaroverzicht (2 juli 2013) verschenen. De resultaten daarvan zijn in een aparte grafische analyse doorgelicht. Tot slot: genoemde verschillen tussen maandrapportages van CertiQ moeten zeker vanaf 2013, 10 jaar na het openen van de MEP regeling, in het licht worden gezien van netto resultaten van bijschrijvingen van nieuwe SDE installaties verminderd met uitschrijvingen van oude MEP systemen. M.a.w.: "nieuwe capaciteit per maand" is het verschil tussen SDE "bij" en MEP "af"! In maanden dat er meer MEP capaciteit is uitgeschreven dan SDE vermogen is bijgeschreven, kan dus in theorie een negatieve maandgroei ontstaan (dat is in augustus 2013 met de "aantallen" installaties" ook daadwerkelijk geschied, zie grafiek). Als de data in de CertiQ rapporten correct zouden zijn zouden we "moeten" concluderen dat in maart 2010 er 0,13 MWp (130 kWp) aan nieuwe PV-capaciteit zoals gerapporteerd aan/vastgesteld door CertiQ (via mistige protocollen) verdwenen lijkt te zijn sinds eind december 2009 (en zelfs minus 2,468 MWp gerelateerd aan het gepubliceerde cijfer voor februari 2010...). En dat terwijl eind januari 2010 er juist opeens 3,511 MWp bijgekomen zou zijn t.o.v. december 2009, een onwaarschijnlijk "scenario" (zie ook de genoemde update, grafiek onder (3), waarin die blijkbaar administratieve "glitch" is recht gestreken...). Ook in april tot en met december 2010 was er weer "positieve groei" (0,6 tot bijna 2 MWp per maand, gemiddeld ruim 1,2 MWp) t.o.v. de voorgaande maand. Eind december 2010 was er 10,97 MWp aan nieuwe installaties gerapporteerd door CertiQ t.o.v. het eind december 2009 cijfer, en in december werd voor 2010 na de curieuze (en onwaarschijnlijk te achten) "3,5 MWp" voor januari van dat jaar, de - lange tijd - "grootste" stijging per maand geregistreerd: 1,946 MWp toename. Dat record werd pas in oktober 2011 weer verbroken met een nieuw bij CertiQ ingeschreven vermogen van 2,589 MWp, wat in maart 2012 op een peil van 3,086 MWp werd gebracht en in april 2013 naar een nog nog hoger niveau van 4,077 MWp. Nog steeds bizar weinig (neerkomend op ongeveer 136 kWp per dag in die maand), maar wel "een record in de CertiQ maandrapport data". In de zesde kolom van de tabel wordt de jaargroei voor 2011 weergegeven (nieuwe capaciteit sinds eindstand december 2010). 21,446 MWp in 365 dagen in 2011 (volgens maandrapportages). In de vijfde kolom de (voorlopige) resultaten voor 2012, wat nog minder volume lijkt te hebben gerealiseerd, voorlopig op 19,771 MWp komend in 366 dagen tijd. Ook al is dat inmiddels bijgesteld naar 20,894 MWp (CertiQ revisie), en nog iets verder opgehoogd tot 21,418 MWp, rekening houdende met de opgegeven accumulatie in het gereviseerde jaar rapport 2012. Dat laatste zou betekenen dat in dat jaar een zeer matige gemiddelde groei van slechts 58,5 kWp/dag zou zijn vastgesteld aan gecertificeerde PV-installaties, in heel Nederland. Echt beschamend, tenenkrullend weinig en blijvend "microscopisch" dus. Al wordt er buiten de SDE om al sinds 2009 fors meer geplaatst, wat in 2010-2011 nogmaals verder versterkt heeft doorgezet (incl. diverse georganiseerde acties zoals Wijwillenzon.nl, die volgens de laatste berichten pas eind 2012 10 MWp afgezet zou hebben). In 2012 is het al een groot gekkenhuis geworden in Nederland, met (inmiddels) al ongeveer 132 door mij geregistreerde "inkoop collectieven" en soortgelijke acties (soms met meer dan 10 MWp potentieel aan te verkopen systemen, zoals de tweede LTO Vraagbundeling actie, tot eind mei 2013 was er echter voor de 1e 2 acties nog maar ruim 7 MWp gerealiseerd). Echter: al die niet gecertificeerde bijbouw is niet "zichtbaar" voor de groene certicaat verstrekkers bij CertiQ, want er wordt daarvan helemaal niets bij hen aangemeld (omdat er geen enkel financieel belang bij is)... De (voorlopige) resultaten voor 2013 zijn in de vierde kolom te zien.
Figuur 8A en 8B. Accumulatie resp. nieuw toegevoegde maandelijkse gecertificeerde capaciteit volgens CertiQ maandrapporten - chronologisch. Grafieken ontleend aan de maandelijkse "accumulatie" (in MWp) van gecertificeerde PV-installaties in de maandrapporten van CertiQ (januari 2010: eerste vermelding). Het cijfer van december 2009 (gearceerd) is ontleend aan een mededeling van de persvoorlichter van TenneT. I.p.v. groei van capaciteit lijken de CertiQ cijfers in de maanden feb.-mrt. 2010 juist een (forse) afname daarvan weer te geven, wat niet "kan" of "zou mogen" kloppen (tenzij er om een niet bekende reden gecertificeerde capaciteit is "onttrokken" aan het certificaten systeem, wat trouwens wel al eerder is geschied, in januari 2005, zie Fig. 1). Als we het totale "effekt" van de eerste 3 maanden van 2010 bij elkaar nemen, zou er in dat eerste kwartaal 0,13 MWp negatieve groei zijn geweest... (volgend uit de CertiQ maandrapportages). TenneT noch CertiQ geven verklaringen voor deze merkwaardige gang van zaken. De klaarblijkelijke "glitch" is rechtgetrokken in niet door henzelf geopenbaarde CertiQ cijfer revisies opgevraagd door Polder PV (voor de meest recente, zie deze pagina). Eind december 2010 was de accumulatie volgens de maandrapportages 29,416 MWp, bijna 11 MWp hoger dan die van eind december 2009. Ondanks de lichte groei, ook wederom in december 2010, een blijvend povere prestatie voor het rijke Nederland. Onvergelijkbaar met de buurlanden die als PV-kometen voort blijven scheuren met tientallen tot honderden MWp per maand met vaak vele duizenden nieuwe (tot zeer grote) PV-systemen. De blijvend gezapige groeicijfers in 2011-2012, stemden ondanks het kleine "recordje" in maart 2012 (verbetering van vorige record in oktober 2011), nog steeds niet tot een begin van tevredenheid met deze ingeslapen marktsituatie (NB: uitsluitend de "gecertificeerde" markt...). Voor de eerste grafiek is in rood een tweedegraads polynoom trendlijn toegevoegd. De 3,5 MWp aan installaties die toegevoegd werden in het januari 2010 rapport (36% van totale accumulatie in 20 maanden tijd), en de ogenschijnlijke "negatieve groei" (?) in de maanden februari en maart 2010 waren zelfs nog merkwaardiger in het licht van het feit dat in deze maanden het aantal nieuwe gecertificeerde installaties is gegroeid, zei het in een zeer bescheiden tempo (zie Fig. 1)! Als men de getallen in het april 2011 "MEP/SDE 2010" rapport van Agentschap NL als "correct" beschouwt (analyse PPV), zouden de 6.666 daar genoemde nieuwe SDE installaties (ongeveer 22,7 MWp zoals geïnterpoleerd van grafieken en data gepubliceerd door CertiQ) een gemiddeld nominaal (STC) vermogen van slechts ongeveer 3,4 kWp hebben gehad. Waarbij opgemerkt moet worden dat een toenemend aantal grotere PV-installaties een forse invloed op deze uitkomst zal hebben/krijgen, als het er tenminste flink meer dan enkele handen vol worden. Ondanks de politieke retoriek m.b.t. de SDE subsidies, zijn er nog steeds slechts een mager aantal PV installaties nieuw gerealiseerd (of: bekend gemaakt) onder dit "stimulerings"-regime, slechts zo'n 154 nieuwe (meestal relatief kleine) systemen gemiddeld per maand in een lange periode van 5 jaar (NB: netto effect van SDE bijschrijvingen en MEP uitschrijvingen). Vanwege het nog steeds magere, en zelfs verder kleinere aantal nieuwe installaties, zal elk groter nieuw PV-systeem (max. 100 kWp onder de SDE condities tm. SDE 2010, daarna maximering losgelaten) een serieuze impact hebben op de gemiddelde berekende installatie grootte. Dit manifesteerde zich in april 2013 in extreme mate: slechts een gering netto aantal van 41 nieuwe installaties voegden dik 4 MWp aan nieuwe capaciteit in de CertiQ boekhouding toe, een nieuw record...
Figuur 9A-9C. Nieuw gerapporteerde installaties ("netto effect" SDE bijschrijvingen en MEP uitschrijvingen, met name sinds 2013), capaciteit, en systeemgemiddelde per maand in officieel gepubliceerde CertiQ maandrapportages, gerangschikt per jaargang. In deze drie figuren zijn de nieuwe aantallen installaties (Fig. 9A), de nieuw gerapporteerde capaciteit (Fig. 9B, in MWp), en de daaruit volgende gemiddelde capaciteit per "nieuwe installatie" per maand (Fig. 9C, in kWp/installatie) weergegeven met de resultaten per jaargang naast elkaar voor elke maand. In de maandrapportages van CertiQ zijn geen vermogens opgegeven tot en met 2009. Voor een historische update van die gegevens (nieuwe data vanaf 2003 tot en met april 2013), zie mijn aparte analyse op basis van een Excel sheet die op aanvraag door CertiQ in mei 2013 aan Polder PV werd verstuurd. De gegevens voor de laatste 2 grafieken voor januari tm. maart 2010 (vermogen/gemiddeld vermogen per installatie) zijn zeer waarschijnlijk een artefact omdat voor februari en maart negatieve uitkomsten resulteren uit de accumulatie cijfers. Dit is zeer waarschijnlijk een artefact in de CertiQ (maandrapport) data geweest (negatieve waarden alleen in cijfervorm weergegeven, januari 2009 gearceerd weergegeven bij de vermogens). Dit is in de hierboven genoemde later bijgestelde cijfers weer glad getrokken. In de eerste grafiek (nieuwe installaties per maand) is goed te zien dat in de jaarreeks 2008-2013 voor alle maanden al een (heftig) dalende lijn is ingezet. En dat de overall resultaten voor 2013 aan de matige kant zijn in vergelijking tot de voorgaande jaren: de SDE lijkt wat aantallen installaties per maand betreft langzaam dood te bloeden voor PV. In de grafiek 9A gelieve ook te letten op de "negatieve groei" in augustus 2013. Dit is waarschijnlijk een effect van "weinig nieuwe SDE installaties" in het laatste jaar (cq. in de betreffende maand), in combinatie met "versnelde uitschrijving van systemen met verlopen MEP subsidie beschikkingen" uit het CertiQ register. Hoe die twee trends cijfermatig bezien in verhouding staan tot elkaar is niet bekend, en zal mogelijk pas in het komende MEP/SDE jaarrapport duidelijk worden gemaakt. Het heeft wel consequenties voor het begrip "nieuwe installatie", "nieuw vermogen", cq. "systeemgemiddelde" per maand. Want zeker vanaf 2013, waarin verwacht wordt dat er steeds meer MEP systemen uit het CertiQ register zullen verdwijnen, kan alleen maar uit de CertiQ cijfers het "netto effect" (SDE bijschrijving minus MEP uitschrijving) worden vastgesteld. Althans: totdat alle MEP systemen zullen zijn "verdwenen". Pas dan kan naar een "zuivere SDE capaciteit evolutie" worden gekeken. Tenzij politieke ingrepen dat beeld voor de zoveelste maal weer zouden kunnen gaan vertroebelen, wat beslist géén ondenkbaar scenario is in ons land... Let in de laatste grafiek, 9C, met name op het aanzienlijk toegenomen gemiddelde vermogen per geregistreerde nieuwe installatie in 2012, en vooral in 2013: een gevolg van het "uitsterven" van de kleine residentiële markt in de CertiQ cijfers, waardoor het gemiddelde steeds meer richting de - spaarzame - vermogensklasse van installaties op bedrijven e.d. verschuift (en dus absoluut géén representatief beeld van de hele afzet markt kan geven, die blijft immers voorlopig nog gedomineerd worden door een grote hoeveelheid - duizenden - kleine particuliere installaties!). In 2010 waren er nog relatief veel kleine installaties nieuw ingeschreven bij CertiQ, waardoor het systeemgemiddelde laag ligt in dat jaar. Let op het zeer lage gemiddelde in december 2012: er waren slechts zeer weinig nieuwe installaties gemeld, met een laag vermogen. Kennelijk een "relict" uit oudere SDE regelingen (SDE 2008-2010), en waarschijnlijk uitsluitend particuliere installaties betreffend... Februari 2013 gaf een hoog gemiddeld vermogen per installatie te zien, 28,2 kWp, maar dat werd in maart zelfs alweer verbroken, en vervolgens in april verpletterd met 99,4 kWp. Zeer waarschijnlijk omdat er in die maanden een of een paar (zeer) grote SDE projecten waren vertegenwoordigd in het schaarse aantal bij CertiQ geregistreerde systemen. De ook hoge piek voor juni 2013 laat zich vooral verklaren door het dieptepunt aan nieuwe registraties: slechts 4 "overgebleven netto" systemen met een totaal vermogen van 230 kWp werden in die maand door CertiQ gerapporteerd. Maar ook de daar op volgende maand had een hoog systeemgemiddelde, met het tienvoudige aan nieuwe installaties. November liet netto bezien slechts één nieuwe installatie zien, gelijktijdig met een nieuw vermogen van 1,149 MWp. Het is onwaarschijnlijk dat er 1 SDE installatie met zo'n groot vermogen is bijgekomen in die maand. Derhalve moet zeker voor die maand rekening gehouden worden met zowel "forse" groei van SDE vermogen, als van "forse" uitschrijvingen van MEP vermogen. Vandaar dat ik de onwaarschijnlijke kolommen voor die maand heb gearceerd ("gemiddelde" valt ver van de schaal af). Wat vermogen betreft een overzichtje van de nieuw gerapporteerde capaciteit per kalenderjaar vanaf januari tot en met de maand november, volgens de maandrapportages. Tussen haken de gemiddelde gerapporteerde capaciteit per maand in die periode.
Hieruit blijkt, dat op basis van de maandrapportages, het capaciteit plaatsings-niveau in 2013 alweer lijkt te zijn gezakt naar (onder) het niveau van 2011. Wel moeten we daarbij rekening houden met een "eerste uitschrijvingen van oude MEP-installaties effect" in 2013. Echter, aangezien er eind 2008 nog geen 12,5 MWp vermogen stond geregistreerd bij CertiQ (uitsluitend MEP installaties), kan er nog niet heel erg veel capaciteit zijn "uitgeschreven", volgens mij. Wat betekent dat de SDE in 2013 op zijn hoogst "een beetje meer" vermogen zal laten zien dan in de voorgaande jaren is geregistreerd bij CertiQ. Geen best nieuws voor de toepasselijkheid van "SDE plus" (sinds 2011) voor PV. Maar zeer waarschijnlijk was dat de bedoeling ook helemaal niet... SDE levert
mogelijk niet veel schokkends (meer) op De drie SDE 2009 beschikkingen die voor maatschap Boon (later omgedoopt in Zon Zeewolde B.V.) zijn gebruikt laten al zien dat het "aantal grote projecten" zelfs nog kleiner zal kunnen zijn dan die maximaal overgebleven 255 stuks voor SDE 2009-2010 als soortgelijke constructies zouden zijn/worden toegepast. Die zijn verboden in SDE 2011 en 2012: "slechts 1 aanvraag mogelijk per adres". Al is de fysieke capaciteits-cap van 100 kWp gelukkig wel weer overboord gegooid. Maar voor zeer grote installaties zal er diep in de buidel getast moeten gaan worden, terwijl het return on investment perspectief vergeven is van de onzekerheden (en voor 2012 er een schofterig laag subsidie bedrag van grofweg anderhalve Eurocent/kWh stond, waar de honden geen brood van lusten)... Vroege
"grote" SDE projecten - blijvend schaars "Grote"
ontwikkelaars Andere "project" ontwikkelaars blijken in 2011 (en zelfs al soms in 2010) vaak in alle stilte hun "grote" installatie te hebben opgeleverd. Een voorbeeld is het op zuidoost gerichte Heida 99,33 kWp project bij Lelystad, wat trouwens hoge specifieke opbrengsten van gemiddeld 970 kWh/kWp.jaar bij ZO oriëntatie wist te bereiken in 2011 en 2012 (systeem al opgeleverd in 2010, de eerste logdata zijn van juli dat jaar). Maar wat slechts maximaal voor 850 kWh/kWp, dus max. 85.000 kWh/jaar, SDE subsidie krijgt, als in de SDE 2009 beschikking "groot" tenminste [maximaal] "100 kWp" is geformuleerd als capaciteit...
Let op dat in deze grafieken de niet door CertiQ gecertificeerde PV-systemen in Nederland niet zijn weergeven. Hieronder valt ook de bescheiden, in fasen opgebouwde 1,34 kWp installatie van de webmaster van Polder PV. De enige "marktprikkel" voor de grote hoeveelheid oudere installaties is de wettelijk verplichte (doch in Wet uitzonderlijk slecht en ontoereikend geformuleerde, beslist ook niet als "politiek standvastig" te beschouwen) saldering. Bovenop reeds in de beginjaren van dit millennium vergeven - eenmalige - aanschaf subsidies voor de zonnepanelen zelf. Nog
meer installaties Een groot deel van al die nieuwe installaties saldeert hun stroom opwek in de hoogste energiebelasting staffel (2013 vanaf 1 januari 14,10 €ct/kWh incl. BTW, verder verhoogd met een SDE heffing van 0,13 €ct/kWh incl. BTW). Normaal gesproken (bij alleen afname) vloeit bij de meeste contracten van elke verkochte kWh inmiddels alweer bijna 70% richting de Staat. Dus eigenlijk zijn al die installaties nog steeds tot over de oren "gesubsidieerd", met uw permissie, al willen velen in de sector daar niet van weten (of ze hebben een blind oog voor die ook voor hen "ongemakkelijke waarheid")... Steeds meer PV-systeem kopers (aantallen onbekend) lieten de afgelopen jaren al de verstikkende, gigantisch veel tijd vretende en talloze ergernissen genererende SDE bureaucratie links liggen. Met de de facto afschaffing ("kleine" PV-systemen) dan wel "economisch onhaalbaar of fragenswürdig" te achten ("grote" installaties) mes in de rug van Verhagen, zal er hoogstwaarschijnlijk vooral nog "niet gecertificeerd bemeten" PV-capaciteit worden bijgebouwd in NEEderland (tenzij grote projecten extreem veel EIA, MIA, VAMIL e.d. belastingvoordelen toegeschoven zullen gaan krijgen, wat ik nog moet zien). Uiteindelijk zal de CertiQ registratie mogelijk volledig gaan opdrogen tot het maximale niveau van alle nog in te vullen oude SDE beschikkingen plus slechts enkele tientallen projecten per jaar voor kapitaalkrachtige ondernemingen in ons arme land. Nogmaals, het kan niet vaak genoeg worden gezegd (al is dat permanent aan Haagse dovemansoren gericht): Alle brave burgers en bedrijven die niet gecertificeerd bemeten PV-installaties hebben of nog laten plaatsen zijn dus niet in de grafieken of databanken van CertiQ terug te vinden. Erger nog: hun duurzame productie telt ook niet mee bij het "vervullen van de nationale klimaatdoelstellingen", wat volslagen bezopen is, gezien de schrikbarend povere status van hernieuwbare stroom productie in Nederland. Er wordt uitsluitend volslagen uit de natte duim gezogen "gerekend" met het bij CBS bekende (doch feitelijk totaal onbemeten en absoluut niet bij CBS gekende!) "totale volume", waarbij de output (van netgekoppelde installaties) fictief wordt gesteld op de uit prehistorische tijden stammende specifieke (veronderstelde) opbrengst van "700 kWh/kWp per jaar". Dat getal staat letterlijk zo afgedrukt in het ook al als onwezenlijk te beschouwen "Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie Update 2010" van Agentschap NL (pdf), wat als compleet achterhaald moet worden beschouwd. Dat is volslagen krankzinnig. We leven op dit vlak in een zwaar gestoord land, wat zich onder een neoliberaal-conservatief stalinistisch bewind met bruin randje, zich steeds meer als het nieuwe "Albanië van Europa" gaat gedragen. Dat mag duidelijk zijn. Groei van PV in Nederland in relatieve termen, vraagtekens rond CertiQ cijfers: Indien correct, betekent de maximaal ruim 75,9 MWp groei in de SDE periode april 2008 tot en met november 2013 (68 maanden) dat gemiddeld genomen tot nu toe ongeveer 1.117 kWp/maand zou zijn gerealiseerd (zoals geregistreerd door CertiQ). Dat blijft een absurde lage capaciteitsgroei voor een zeer rijk (en zonnig) westers land als Nederland met - inmiddels - 16,7 miljoen inwoners en bijna 7,5 miljoen huishoudens. Het vergelijkbare Vlaamse Gewest in België (bevolking 2,7 maal zo klein dan de Nederlandse) voegde vanaf begin 2008 (22 MWac accumulatie) tot en met december 2012 (voorlopige bijgestelde accumulatie VREG: 2.042 MWac) ongeveer 2.020 MWac in 60 maanden tijd toe (laatst bij mij bekende nieuwe accumulatie cijfers van 6 juni 2013). Dat zou bij een conservatieve rekenfactor van 1,1 (AC vermogen omvormers >>> DC vermogen generator) op ongeveer 2.222 MWp aan module capaciteit kunnen neerkomen, dus gemiddeld zo'n 37,0 MWp/maand in die lange periode (NB: in 2006 en 2007 werd nog relatief weinig geplaatst, de grote groei vond in 2009-2011 plaats, in 2012 is er een sterke terugval door aggressieve bijstellingen van de waarde van de te verdienen groencertificaten en het elimineren van extra belasting voordelen). Een factor van een dik 33 maal zo hoge (absolute) groei dan de toename van (geregistreerde) gecertificeerde capaciteit van PV in Nederland. Alhoewel de groei in Vlaanderen rap is afgenomen in 2012, en dat ook de residentiële marktafzet per 1 augustus van dat jaar zeer flink in de remmen is gegaan (groencertificaat waarde voor nieuwe installaties nog maar 9 Eurocent/kWh), zelfs leidend tot vrijwel stagnatie, uit alle harde cijfers blijkt dat de accumulatie verhoudingen tussen de twee aan elkaar grenzende Nederlandstalige regio nog steeds onoverbrugbaar zijn en voorlopig zo zullen blijven. Daar gaan geen tien Wijwillenzon.nl, Greenchoice/ZonVast, Vereniging Eigen Huis, en/of Natuur & Milieu acties per jaar en wat voor groene verhaegiaense heroïne dealtjes dan ook fundamenteel iets aan veranderen. En ook de per 7 augustus stop gezette aanschaf-subsidie regeling niet, die elke participant zonder tegenprestatie gemiddeld zo'n 566 Euro gratis in het handje heeft gegeven. Om het enorm grote verschil in marktontwikkeling van twee aanpalende landen/gewesten te illustreren hierbij wederom de bijgewerkte grafiek met de laatst beschikbare gegevens. Een tale-telling vergelijking van de registraties van bijplaatsing van volumes in MWp tussen Vlaanderen en Nederland in dezelfde maanden van 2010-begin 2013 (tm. november 2013 voor NL, tm. juni voor Vlaanderen, laatste i.v.m. nog steeds voortdurende, grootschalige revisie groencertificaten systeem). Hierbij is voor Vlaanderen een conservatieve rekenfactor van 1,1 maal het door VREG opgegeven AC (omvormer) vermogen genomen om het daar aan gekoppelde opgestelde MWp (zonnepaneel) vermogen te kunnen afschatten vanuit de al jaren door VREG gepubliceerde AC cijfers:
Nieuwe data in CertiQ rapport: geaccumuleerd vermogen * Ik heb CertiQ eind 2009 per e-mail verzocht om de daadwerkelijke accumulatie van de ingeschreven PV-systemen in de vorm van bijgeplaatste dan wel geaccumuleerde MWp cijfermatig weer te geven in hun maandrapporten. De reply was aanvankelijk dat het "in overweging zou worden genomen". Na nieuwe mail wisseling is er inmiddels aan mijn verzoek voldaan (waarvoor hartelijke dank!), en wel met ingang van het januari rapport voor 2010, zie afbeelding hieronder:
In het februari 2010 rapport werd vreemd genoeg een veel lager cijfer gegeven:
Januari
2010 rapport Het mag uit bovenstaande pogingen om "groeicijfers" te berekenen duidelijk zijn dat met de 1,2 MWp die in het februari 2010 rapport opeens weggestreept lijkt te zijn de chaos bij CertiQ nu inmiddels ook compleet is. De exacte status van de totale capaciteit aan zonnestroom in Nederland was altijd al een zooitje (CBS statistieken), omdat vrijwel niets werd gemeten en er geen enkel zinnige conclusie aan het dubieuze gepubliceerde cijfermateriaal verbonden kon worden. En nu via bruto productiemeters alle nieuwe PV-spul aangemeld bij CertiQ (alleen SDE installaties!) wordt bemeten, blijken de statistieken heftige schommelingen te vertonen die geen enkele [fysieke] realiteit kunnen weerspiegelen. Conclusie: het wordt de hoogste tijd dat Europa eens ging ingrijpen op de extreem shaky blijvende basis van onze "duurzame energie statistieken". Dat zijn overigens niet de enige statistieken rond het wit-hete thema "energie" in Nederland, want tot aan de Verenigde Naties aan toe wordt ons land op steeds nadrukkelijker wijze op de vingers getikt over het uitblijven van snoeiharde, verifieerbare en correcte data over de emissies in onze bomvol fossiele industrieën staande, jaarlijks miljoenen tonnen aan CO2 en andere broeikasgassen uitbrakende landje. En blijken volgens zeer goed ingelichte bronnen onze emissie rapportages 25% of mogelijk veel meer onder de werkelijk "gerealiseerde" emissies te liggen**... Duidelijk blijft in ieder geval in deze blijvend kronkelige analyses dat het exacte monitoren van de "marktgroei van PV" in Nederland vergeven blijft van mysteries en constante vraagtekens. En dat is een zeer slechte zaak die de politici in Den Haag hoog op zouden dienen te nemen, gezien hun extreem gevoelige en ambitieuze, doch nog nauwelijks verzilverde duurzaamheidsclaims. Maar misschien is dit alles nog veel erger, en hebben onze eigen Regenten er wel baat bij dat die mist zo dik mogelijk blijft. Omdat de waarheid wellicht te afschuwelijk is om in uw hersenpan te mogen doordringen... ** 182,2 miljoen ton CO2 equivalenten per jaar, wat ruim een factor ZEVEN maal zo hoog is per oppervlakte eenheid land als bij de wijdvebreid als zodanig bekende "smeerkezen U.S.A. en China", volgens de voortdurend grondige berichtgeving van Paul Cohn van het inmiddels ook weer opgedoekte Opgewekt.nu (waarvoor blijvend grote dank!). Jaarlijkse CertiQ data (uit jaaroverzichten) Figuur
8. Volledig bijgewerkt tot en met gereviseerde
jaaroverzicht 2012 CertiQ (publ. datum: 2 juli 2013). De data per jaar zijn in gekleurde kolommen weergegeven. In gearceerde kolommen helemaal rechts in de figuur zijn de gemiddeldes per jaar gegeven over de getoonde periode (2003-2012). Status van de meest recente data: 2 juli 2013. Op de linker Y-as de geaccumuleerde hoeveelheid vermogen van gecertificeerde PV-installaties aan het eind van elk jaar, blauwe kolommen. Op de rechter Y-as de hoeveelheid gecertificeerde stroom productie in de vorm van "uitgegeven garanties van oorsprong", in MWh (groene kolommen). Daar kan in een later stadium met name voor de laatste jaren nog wat (niet veel) bij komen. Sinds 2009-2010 groeit het geaccumuleerde vermogen weer significant, het resultaat van de invoering van een nieuw, bureaucratisch subsidiesysteem, de SDE regeling, per 1 april 2008. Die "groei" dient flink te worden gerelativeerd: Vlaanderen zette er in 2009 met 2,7 maal zo weinig inwoners bijvoorbeeld bijna 50.000 nieuwe, volledig geijkt bemeten installaties bij met een geaccumuleerd vermogen van 454 MWac. Afgezien van het beetje "gecertificeerde" nieuwbouw in NL in dat jaar, plm. 6,7 MWp, is de rest ook niet veel geweest in 2009 (3,6 MWp)... De Nederlandse installaties zijn jarenlang ook nog vrij klein geweest, rond de 2-3 kWp/systeem voor particuliere systemen, de gemiddelde installatie grootte in Vlaanderen lag fors hoger, want er was de facto geen enkele beperking op installatiegrootte. Gaarne ook in deze figuur aandacht voor het feit dat ondanks de enorme "boom" van nieuwe PV installaties in het topjaar 2003 (bijna 20 MWp nieuwe capaciteit, zie CBS data elders op deze webpagina), minder dan 4 MWp daarvan als "gecertificeerd" is opgenomen in de CertiQ database (verschil eindejaars-accumulaties 2003-2004), de fysieke productie van de rest dus ook niet wordt geregistreerd ... en die onbekende productie dan ook niet in deze belangrijke grafiek is of kan worden opgenomen ... In 2012 zou er volgens de meest recente CertiQ cijfers (gereviseerd jaaroverzicht) slechts 41,0 GWh aan zonnestroom productie zijn gecertificeerd in de vorm van GVO's door CertiQ. Dat is, gezien het feit dat er eind van dat jaar bijna 76 MWp aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit stond ingeschreven (waarvan al ruim 54 MWp begin van het jaar aan het net stond gekoppeld) bizar weinig! Met een in Nederland vaak haalbare specifieke opbrengst van 900 kWh/kWp.jaar (zuid plaatsing, geen schaduw) zouden 15.200 installaties van elk 3 kWp (totaal bijna 46 MWp) al die 41 GWh makkelijk kunnen produceren. Waarschijnlijk ligt dat deels aan het feit dat natuurlijk het hele jaar door nieuwe zonnestroom installaties zijn geplaatst (incl. SDE installlaties bekend wordend bij CertiQ). En aan het feit dat nog met terugwerkende kracht productie zal moeten worden bijgeschreven door de TenneT dochter. Ter vergelijking: In het laatst bekende spreadsheet van het Duitse Bundesnetzagentur, voor (alleen) juni 2013, werden, naast de 404 kleine installaties van max. 3 kWp (volume 936 kWp) alweer 11.223 nieuwe PV-installaties van meer dan 3 kWp per stuk, met een gezamenlijk vermogen van ruim 308 MWp opgetekend. Die met elkaar bijna het zeven-voudige volume aan zonnestroom zouden kunnen gaan maken dan genoemde 41 GWh, mogelijk nog veel meer... Feiten update gecertificeerd PV-vermogen NL. Maandrapport 1 december 2013 (overzicht november 2013). Gepubliceerd op CertiQ site dd. 2 december 2013.
Deze typische, grillige, glibberige, en blijvend belabberde Nederlandse cijfers altijd in gedachten houden als u de recente, volledig gedocumenteerde marktgroei van de oosterburen in beschouwing neemt: 2008 >1,9 GWp; 2009 4,4 GWp; 2010 inclusief record maand juni (2,1 GWp) alweer 7,0 GWp (voorlopige data Bundesnetzagentur). De eerste 9 maanden van 2011 nog eens 3,4 GWp erbij, het hele jaar mogelijk zelfs 7,5 GWp, alweer ruim 2 GWp in jan.-apr. 2012, weer 2 GWp in mei-juni 2012, 543 MWp in juli, en, volgens de laatste cijfers, een record volume van ruim 7,6 GWp in heel 2012... Alleen al in 2008-2012 werd er in Duitsland een onvoorstelbaar volume van zo'n 28,4 GWp nieuwe capaciteit bij gezet, gemiddeld 5,7 GWp/jaar in die periode. Eind oktober 2013 stond er in heel Duitsland 35.308 MWp aan PV-capaciteit, en dat groeit nog steeds, zij het op een fors lager niveau dan in de laatste drie jaren. In 2012 (volgens voorlopige cijfers BDEW) was de toen aanwezige capaciteit in Duitsland al goed voor een fysieke, volledig gecertificeerd bemeten productie van 28 TWh op jaarbasis (7 maal maximale jaarproductie van Borssele), wat neerkomt op ongeveer 2,33 TWh "gemiddeld" per maand opwek aan zonnestroom (uiteraard wordt de meeste zonnestroom in de zomermaanden geproduceerd). Dat is een factor 1.132 maal zoveel dan het huiveringwekkend magere beetje (ongeveer 2.061 MWh/maand gemiddeld) wat in de vorm van groene certificaten in Nederland voor - uitsluitend gecertificeerde! - PV door CertiQ werd uitgegeven in de SDE periode (sinds april 2008). De uiteraard veel grotere productie van niet CertiQ installaties blijft onbekend. NB: de feitelijke totale zonnestroom productie in Nederland, inclusief de talloze niet gecertificeerde installaties, is een groot mysterie, ondanks extreem speculatieve cijfers van het CBS daarover (natte vinger werk, een "redelijke" benadering is zelfs vrijwel onmogelijk). Zie daarvoor mijn kritische kanttekeningen bij de CBS cijfers elders op deze pagina. *** Berekend door het aantal geaccumuleerde GVO producenten door CertiQ geregistreerd aan het eind van de besproken maand af te trekken van het aantal geaccumuleerde producenten geregistreerd eind maart 2008 (vlak voor start SDE 2008 op 1 april van dat jaar). Deze berekening kon alleen maar redelijk "safe" gedaan worden totdat de impact van de SDE 2009 daadwerkelijk bij CertiQ gestalte ging krijgen. Aangezien pas eind juli 2009 de (oorspronkelijk 3.274) beschikkingen voor in 2009 gedane aanvragen uitgegeven zijn, en er nog steeds lange wachttijden zijn bij de netbeheerders voor het plaatsen van bruto productiemeters, zouden zelfs de reeds na 6 april aan het net gekoppelde nieuwe systemen onder die regeling nog minimaal een maand hebben moeten wachten voordat ze waarschijnlijk een in werking gezette bruto productiemeter hebben. Vanaf dat moment is het natuurlijk een warboel geworden met de cijfers, want toen gingen verschillende SDE beschikkingen (met elk weer onvergelijkbare categorieën) volledig door elkaar heen lopen, ook bij CertiQ. Vanaf dat moment (??? augustus-september 2009 ???) kan er dan ook alleen maar gekeken worden naar de "accumulerende impact" van de SDE regeling, niet meer naar het effect van elk jaar, omdat de cijfers daarvan lange tijd niet bekend waren (werden pas veel later rapportages van vrijgegeven). Op 1 maart 2010 is de derde SDE ronde (vertraagd) ingaan en direct massaal overtekend op de eerste dag, te beginnen met de "categorie klein" (qua output voor maximale installatie grootte feitelijk gecapt op het traject 1,0 tm. 7,5 kWp). Voor de "grotere" projecten kon pas vanaf 31 mei 2010 worden ingetekend, en dat werd - alweer op de eerste dag - op gigantische schaal gedaan met 35.000 aanvragen, waarvan er slechts 131 stuks "mogen" doorgaan (en een slim ondernemers-koppel afkomstig van energie tycoon Eneco er 66 heeft ingepikt)... Vanaf eind april 2010 (eerste beschikkingen verstuurd door Agentschap NL) liepen er drie SDE regelingen compleet door elkaar heen. Zowel m.b.t. de administratieve afhandeling, als m.b.t. de realisatie... Bovendien moet rekening gehouden worden met - om niet verklaarde reden - uit de GVO regeling "verdwenen" capaciteit. Voorbeelden: (1) mogelijke dip in mei 2009, ondanks de 244 nieuwe SDE intreders, zie ook toelichting over een eerdere bizarre, diepe "dip" onder figuur 1); (2) de "weer ingetrokken" (???) installaties tussen de januari, februari en maart 2010 rapportages van CertiQ... **** Voor het eerst is door CertiQ een splitsing in deze twee categorieën gemaakt in het overzicht voor maart 2009. SDE klanten die om wat voor (wettelijk legitieme) redenen dan ook hebben geweigerd de automatisch salderende Ferrarismeter in hun meterkast tegen betaling te laten omruilen voor een viertelwerk meter (die invoeding en afname op aparte telwerken kan registreren), worden door CertiQ behandeld "als zouden ze al hun zonnestroom opwek in eigen huis hebben geconsumeerd". De typisch ambtelijke formulering die het gevolg is van het door de knieën gaan van van der Hoeven (EZ) voor druk uit de samenleving om de prima werkende Ferrarismeter te laten hangen, vindt u in de tekst van een zoveelste "ministeriële regeling". Gepubliceerd in de Staatscourant van 3 november 2008 (zie elektronisch exemplaar). De meest pregnante frase daar vindt u in de vorm van een nieuw "lid" (5) van artikel 4, in een prachtige, uit maar liefst 67 woorden bestaande zin die eindigt met de veelzeggende (...) frase: "... wordt, in afwijking van het vierde lid, de hoeveelheid duurzaam opgewekte elektriciteit die door de betreffende productie-installaties op een net wordt ingevoed steeds gesteld op nul kWh." Hier wordt dus gesteld "dat er niets op het laagspanningsnet zou worden ingevoed ten bate van de verstrekking van groencertificaten", terwijl dat fysiek gesproken uiteraard wel degelijk het geval is bij overschot van zonnestroom (bij alle netgekoppelde zonnestroom producenten, maakt niet uit welke meter je hebt). Dit is dan ook Nederland, waar continu aan compleet waanzinnige regelgeving wordt gevingerd, om weer eventjes wat opgeflakkerde parlementaire paniek de kop in te drukken. De "wetgeving" in Nederland is dan ook een grote ramp van bij elkaar geschraapte gelegenheids-regelgeving waar absoluut geen gezond en doordacht in en in duurzaam beleid van valt te verwachten... Basisinformatie: CBS data en maandrapporten website CertiQ http://www.cbs.nl Economic Radar of the Sustainable Energy Sector in the Netherlands (CBS juni 2012; pdf) Voor bespreking van het jaarrapport 2009 van CertiQ, zie aparte pagina. Idem voor de eerste resultaten voor 2010 een aparte pagina. Eerste resultaten 2011: zie artikel van 6 januari 2012 en de analyse met de nieuwste CertiQ data, artikel van 31 mei 2012. Met een nagelneue subsidieregeling (per 2 juli 2012) werd een hernieuwde analyse en markt prognose voor 2012 noodzakelijk, gepubliceerd op 9 juli 2012. Tijdens The Solar Future NL V in Eindhoven presenteerde Polder PV de toen nieuwste data van de NL markt. Revisie van de laatstgenoemde data op basis van Klimaatmonitor gegevens en eerste "officiële" PIR registraties netbeheer: zie artikel 2 augustus 2013. Wijziging
in berekening systematiek "vermeden inzet primaire energie",
ook bij zonnestroom (effect marginaal, 9 TeraJoule meer "vermeden"
na dan voor wijziging in het protocol) per mei 2010 (verkorte link CBS
publicatie): Andere referenties http://www.solarbuzz.com/EUE09.htm (in de abstract voor het marktoverzicht voor Europa staat onder "small emerging markets" Nederland slechts als een voetnoot zonder verdere byzonderheden vermeld in de inhoudsopgave op de website van Solarbuzz...) Berekeningen en grafieken: Polder PV (geen juridische status, gaarne eerst contact met de webmaster als u grafieken wilt gebruiken). Correcties, aanvullingen en verhelderingen worden op prijs gesteld. Via mijn mail adres, s.v.p. Disclaimer. Graphs and data presented on this page and the website Polder PV do not have a legal status. Please refer to the original sources for clarification. This information page is part of a non-commercial private undertaking to enhance public awareness of national and global development in the solar energy industry. Please contact the webmaster if you want to use the graphs made by him from the raw data. Material may not be used without permission. Waar "SenterNovem" is gebruikt op deze pagina gelieve vanaf januari 2010 s.v.p. "Agentschap NL" te lezen (hierin zijn drie EZ organisaties ondergebracht). EZ werd later omgevormd tot een super machtig ministerie ("EL&I") door het oude EZ en Landbouw bij elkaar te vegen. In 2012 werd alweer de naam gewijzigd, de "I" verwijderd, en heette het ministerie weer "EZ". Webpagina voor het eerst opgemaakt dd. 6 april 2009, daarna indien mogelijk maandelijkse updates: 7 mei 2009; 12 mei 2009 (incl. voorlopige CBS cijfers 2008); 5 juni 2009; 6 juli 2009; 5 augustus 2009; 3 september 2009; 18 september 2009 (definitieve CBS cijfers 2008); 25 september 2009 (foutje hersteld); 7 oktober 2009; 5 november 2009; 4 december 2009; 6 januari 2010; 15 januari 2010; 3 februari 2010; 9 maart 2010; 27 april 2010; 21 mei 2010; 26 juni 2010; 8 juli 2010; 21 juli 2010 (update CBS data sectie 1 op deze pagina, stand 2009 "voorlopig"); 9 augustus 2010 (CertiQ update juli); 6 september 2010 (CertiQ augustus); 28 oktober 2010 (CertiQ september); 5 november 2010 (CertiQ oktober); 5 december 2010 (CertiQ november); 17 januari 2011 (CertiQ december 2010); 4 februari 2011 (CertiQ januari 2011); 11 maart 2011 (CertiQ februari 2011); 6 april 2011 (CertiQ maart 2011); 8 mei 2011 (CertiQ april 2011); 27 juni 2011 (CertiQ mei 2011); 3 juli 2011 (volledige update en revisie voorlopige CBS/StatLine gegevens tot en met 2010); 4 juli 2011 (verklaring anomalie CBS vs. EurObserv'ER data voor 2010); 12 juli 2011 (CertiQ juni 2011); 3 augustus 2011 (CertiQ juli 2011); 6 september 2011 (CertiQ augustus 2011); 14 september 2011 (update CBS data n.a.v. hernieuwbare energie 2010 rapport van 8 sep. 2011); 12 oktober 2011 (CertiQ september 2011); 4 november 2011 (CertiQ oktober 2011); 7 december 2011 (CertiQ november 2011); 22 december 2011 ("lots of fog" foto Zonnewende project); 5 januari 2012 (CertiQ december 2011); 8 februari 2012 (CertiQ januari 2012); 18 maart 2012 (CertQ februari 2012); 4 april 2012 (CertiQ maart 2012); 15 mei 2012 (verlaat CertiQ rapport april 2012); 31 mei 2012 (opmerking nieuwe CertiQ cijfers toegevoegd, verwijzing naar aparte analyse); 8 juli 2012 (CertiQ data mei-juni 2012 na vakantie toegevoegd); 9 augustus 2012 (CertiQ juli 2012); 30 augustus 2012 (CBS jaarrapport 2011, StatLine gegevens, details "Radar" rapport); 6 september 2012 (CertiQ augustus 2012); 31 december 2012 (CertiQ rapportages sep., okt., en nov. 2012 pas op 20 december 2012); 9 januari 2013 (CertiQ rapportage dec. 2012). 7
februari 2013 (CertiQ januari 2013); 9 maart 2013 (CertiQ februari 2013);
8 april 2013 (CertiQ maart 2013); 5 mei 2013 (CertiQ april 2013); 8
juni 2013 (CertiQ mei 2013); 4 juli 2013 (CertiQ juni 2013); 5 augustus
2013 (CertiQ juli 2013); 7 oktober 2013 (CertiQ augustust en september
2013); 6 november 2013 (CertiQ oktober 2013); 6 december 2013 (CertiQ
november 2013). |
|