starting up our own green power production unit: 4 solar panels, March 2000
cijferfetisjisme?
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index

 

SOLARENERGY

CBS cijfers "Hernieuwbare" Elektriciteit en Energie in Nederland 1990 - 2010 in grafieken*

CBS data "renewable" electricity and energy in Netherlands 1990 - 2010 illustrated in graphs*

* Alle basisgegevens © CBS, status september 2011;
grafieken © 2011 Peter J. Segaar/www.polderpv.nl

Voor gegevens uit eerdere CBS rapporten:
2009 ... 2005

Introductie
1. Productie "hernieuwbare" elektriciteit per jaar en per kwartaal per marktsegment
1A. Per jaar
1B. Per kwartaal

2. Totale elektriciteitsproductie uit "hernieuwbare" bronnen per jaar, gestapeld
3. Aandeel van "elektra uit hernieuwbare bronnen" in totaal elektriciteitsverbruik
per jaar per marktsegment uitgesplitst

4. Aandeel in totaal elektriciteitsverbruik per kwartaal vanaf 2008
5. Aandeel van "hernieuwbare bronnen elektra" en impact van bijstook biomassa
in fossiele centrales, per kwartaal sinds 2002

6. Wat gaat 2011 brengen? Een vooruitblik/vergelijking met 2010
7. Vermeden inzet primaire energie en niet gerealiseerde CO2 uitstoot
7A. Vermeden PE totaal
7B. Vermeden PE zonne-energie
7C. Vermeden PE windenergie
7D. Vermeden PE per categorie
7E. Vermeden PE per "hernieuwbare" energie optie
7F. Vermeden CO2 emissies "hernieuwbare" energie
8. Ontwikkeling capaciteit en productie zonnestroom per jaar
9. Capaciteit en productie thermische zonne-energie per jaar (12 grafieken)
10. Capaciteit windenergie per jaar (3 grafieken)
11. Capaciteit alle opties per jaar
Links

Intermezzo: opmerkelijk citaat van CBS over zonnestroom
Intermezzo: Thermische zonne-energie in Duitsland


Introductie
Op deze pagina enkele grafieken op basis van data uit het rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2010", wat op 8 september 2011 is verschenen op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bij eventuele verdere updates van het CBS zullen deze, waar mogelijk, ververst worden. De gegevens tonen de productie data van zogenaamd "duurzame" elektriciteit, die sinds 2009 "hernieuwbare" elektriciteit is gaan heten bij CBS. Over biomassa bijstook in grote kolen- en gascentrales en opties zoals "de biogene component van afvalverbranding" heeft de webmaster van Polder PV zo zijn gedachten. En die gaan er, net als in Duitsland, vanuit dat zeker de eerste pertinent niet "duurzaam" is (wordt bij de oosterburen dan ook terecht buiten de EEG steun condities gehouden). En de tweede (ook elders massaal gepraktizeerd) beslist als "fragenswürdig" gezien kan en mag worden. Want een samenleving die er voor kiest om massale en zeer kostbare, met inzet van enorm veel fossiele energie tot stand gekomen "verspilling genererende" afvalstromen in de fik te steken (thermisch te vernietigen), is op een dood spoor beland.

Maar dat zijn slechts "boze gedachten" van ondergetekende. Wel betekent het, dat als je het met de webmaster eens bent, en die "opties" vallen weg uit onderstaande grafieken, u weet dat het met NEEderland inderdaad nog extreem veel slechter is gesteld op het vlak van de "duurzame" stroomopwekking dan u wellicht had gedacht...

Uw duurzame dienaar

Polder PV

Nota Bene: let op dat met deze update de data voor 2010 nog niet definitief zijn vastgesteld door het CBS (sterretjes achter de tijdvakken op de X-schaal, in het ambtelijke CBS jargon "voorlopig" ** dan wel "nader voorlopig" * geheten...). Waarschijnlijk komen die definitieve cijfers later in het jaar.


Alle cijfers waarop de hier getoonde grafieken zijn gebaseerd komen van diverse Statline statistiek pagina's van het CBS, en zijn in de vorm van o.a. Excel data te downloaden. Het CBS jaar rapport is een soort van "leesbare samenvatting" van de enorme hoeveelheid getallen op StatLine, ingedeeld in talloze deelonderwerpen. Polder PV maakte van enkele van de belangrijkste pagina's de grafieken op deze webpagina (er zijn er natuurlijk veel meer te maken). Helaas zijn van verschillende opwekkingsvormen géén gedetailleerde kwartaalcijfers, maar uitsluitend jaarcijfers bekend (CBS tabellen: "gegevens ontbreken"). Daartoe horen helaas ook de data over zonnestroom, die slechts eenmaal in het jaar via een nogal mistige procedure (vragenlijsten aan bij het CBS bekende "leveranciers") worden geïnventariseerd. Polder PV zet vraagtekens bij de representativiteit van die gegevens, en ook bij de werkelijk belachelijke "rekentruuks" die worden toegepast om de productie van het (onbekende!) opgestelde PV-vermogen in ons land "te berekenen" i.p.v., zoals dat zou moeten, te (laten) meten...

Dit voor de zoveelste maal in schrijnend contrast tot Duitsland, waar maandelijks alle onder het EEG vallende productie en ook het totale elektriciteitsverbruik zeer nauwgezet wordt bijgehouden (omdat sowieso alles fysiek wordt bemeten en maandelijks wordt uitbetaald...). Na het verschijnen van een CBS jaarrapport, zoals begin september 2011 voor het kalenderjaar 2010 is verschenen, moet u dus helaas een jaar lang wachten voordat het CBS uitsluitsel geeft over de "door hen bevonden" marktgroei. Weliswaar worden door CertiQ maandelijkse data voor de gecertificeerde installaties vrijgegeven (ook nog voorlopige data), maar aangezien al bijna de helft van alle afzet buiten de CertiQ cijfers viel in 2009-2010, is op dat zeer belangrijke marktsegment dus helemaal geen zicht gedurende lange tijd. Geen politicus lijkt zich er druk om te maken...

Een ander voorbeeld van een continue "kennislacune": voor de nieuw benoemde categorie "co-vergisting van mest" (vallend onder biogas; vorig jaar nog "Biogas op landbouwbedrijven" geheten), zijn er wel kwartaalcijfers beschikbaar, voor de overige biogas categorieën echter niet. Omdat daardoor de "lumpsom biogas, totaal" niet berekend kan worden per kwartaal, zijn deze cijfers niet terug te vinden in de kwartaalcijfer grafieken. Biogas op landbouwbedrijven maakte ongeveer de helft uit van het totaal aan biogas productie (bijv. in 2008: 341 van in totaal 693 GWh). De naamsverandering is door CBS ingezet vanwege het feit dat steeds meer vergistingsprojecten "buiten" de landbouwbedrijven worden gerealiseerd, maar vaak met gebruikmaking van dierlijke mest, door samenwerkingsverbanden (bijv. vergisters op bedrijventerreinen die ook van diverse andere biomassa stromen gebruik maken). Voor een beeld van de ontwikkeling van deze categorie, zie de jaargrafieken.

Ik heb soms diverse deelcategorieën "gelumpt" om een niet al te druk beeld te krijgen (het gaat daarbij meestal om kleine deelmarkt segmenten).

Sommige plaatjes vertonen zoveel detail dat ik ze wat groter heb gemaakt. Voor het volledige plaatje, klik op het betreffende omlijnde kleinere exemplaar voor uitvergroting.

For some pictures, click on delineated small example to view the full image.


1. Productie "hernieuwbare" elektriciteit per jaar en per kwartaal per marktsegment

Electricity production from "renewable" sources per year and per quarter per market segment


Per year

1a. Producties per jaar
Voor de drie grootste contributoren aan de "hernieuwbare" stroom productie (wind, biomassa bijstook fossiele centrales resp. afvalverbranding) zijn de individuele jaarproducties getalsmatig weergegeven. De rest van de (meeste) getallen is weggelaten voor de duidelijkheid. De hoogst behaalde producties zijn vetgedrukt voor de 5 grootste categorieën: 3,31 TWh voor bijstook van biomassa in fossiele centrales in 2005 (met waarschijnlijk een fors aandeel absoluut niet duurzaam gecertificeerde palmolie...). 4,58 TWh blijft de hoogste individuele bijdrage voor "echt duurzaam" cq. "hernieuwbaar" in windnatie Nederland. Dit jaar record werd voor windenergie gehaald in het winderige jaar 2009 (waarvan trouwens 735 GWh wind off-shore). Windenergie haalde toen dus voor het eerst de maximale jaarproductie van kernsplijter Borssele (4 TWh) in. Een combinatie van een zeer windarm jaar, vrijwel stilstaande nieuwbouw van windturbines, en een behoorlijke hoeveelheid van het net gehaalde/afgebroken oudere exemplaren maakte dat 2010 fors tegenviel qua productie, met zelfs 13,1% minder jaar opbrengst dan in het voorafgaande record jaar 2009.

Voor 2010 is 1,35 TWh voor de "biogene component uit afvalverbranding" de boeken in gegaan bij het CBS. NB: die "opbrengst" is berekend, niet gemeten. Er wordt slechts steeksproefsgewijs naar de samenstelling van het afval gekeken om te kijken of de aannames nog kloppen... Verder is biogas sterk in opkomst, met een voorlopig kalenderjaar record van 0,55 TWh. Steeds meer boeren beginnen met het vergisten van mest, mais, en andere producten van eigen bedrijf die als "afval" kunnen (en "mogen") worden beschouwd (moet worden bijgehouden in een grondstoffen boekhouding). Van het geproduceerde biogas wordt elektriciteit gemaakt. Biovergisters worden beslist niet alleen maar op of bij boerderijen gebouwd, zie ook opmerking hierboven.

Ook "overige" biomassa verbranding is in opkomst, volgens het CBS: "Verbranden van papierslib, biomassa in cementovens en decentrale houtverbranding voor elektriciteitsproductie". Met het laatste worden bijvoorbeeld houtkachels bedoeld van divers pluimage. 2009 vestigde een record van 0,90 TWh. Volgens hernieuwde onderzoekingen door CBS zou het aandeel daarvan fors hoger zijn dan eerder gedacht, dus zou dit tot een "kunstmatige aanpassing" hebben kunnen leiden.

Het aandeel van waterkracht blijft in ons vlakke land vooralsnog gering (lees: bestaande kleine centrales), met een voorlopig record van 142 GWh in 2000. Zonnestroom blijft nog steeds betreurenswaardig weinig voorstellen, maximaal 60 GWh volgens CBS, in 2010. Echter: de productie wordt berekend met compleet achterhaalde en aanwijsbaar foutieve "kengetallen" (niet gemeten!), dus dat zegt sowieso erg weinig. T.o.v. de omringende landen stelt het natuurlijk helemaal niets voor. Duitsland produceerde in 2010 een ontzagwekkende hoeveelheid van ... 11,7 Terawattuur, alleen al aan zonnestroom (zie artikel 23 sep. 2011)...

De enorme terugval van biomassa bijstook in fossiele kolen- en gascentrales na de tussenpiek in 2005 heeft alles te maken met het verbod op de bijstook van voor de energie holdings (met name het zichzelf graag groen vervende Essent, alweer een tijd onder een zeer bruine paraplu van RWE), uitermate lucratieve palmolie, die echter niet was "gecertificeerd". Bijstook die leidde tot de zoveelste rel in de Tweede Kamer omdat er maagdelijke regenwouden voor tegen de vlakte gingen en laagliggende veengebieden die voor de palmolie teelt werden "klaargestoomd" door fysieke degradatie meer methaan de lucht in bliezen (veel "potenter" broeikasgas dan CO2...) dan er - vermeend - aan winst door palmolie bijstook in het ver van Zuid-Oost Azië gelegen Nederland gerealiseerd kon worden... Echter, na die korte terugval, is de bijstook in fossiele centrales door de grote monopoloïde energie holdings weer volop in opkomst. En wordt bijvoorbeeld Canada leeg geroofd om houtpellets etc. in onze kolencentrales bij te stoken "om maar aan onze belachelijke doelstellingen te kunnen voldoen". Bijstook in fossiele centrales is absoluut verboden onder de EEG condities in Duitsland, het heeft immers niets met "Erneuerbare Energien" van doen (een centrale moet daar 100 procent hernieuwbare bronnen leveren, alle andere schaamoplossingen zijn volledig uitgesloten). Het NL parlement knijpt uiteraard alle ogen dicht, anders zijn de door EU opgelegde "duurzame energie verplichtingen" (lees: een schaamrood op de wangen brengend miezerig minimum van "14% duurzame energie in 2020" als absolute bottom-line) compleet onhaalbaar...


1b. Producties per kwartaal
In de volgende vergelijkbare grafiek wordt de productie per kwartaal weergegeven in de periode 2002 tot en met het tweede kwartaal van 2011. Gegevens tot en met 2009 zijn definitief. Let op: kwartaalcijfers voor de deelsegmenten zonnestroom en voor drie van de biogas componenten zijn niet bij CBS of bij StatLine voorhanden!


Per quarter

In deze grafiek met de door CBS / StatLine opgegeven kwartaal opbrengsten per optie zijn de volgende maximale kwartaal producties weergegeven: 1,57 TWh voor windenergie in het vierde kwartaal van 2009. 1,14 TWh voor biomassa bijstook in fossiele centrales in het tweede kwartaal van 2006 (vlak voordat Joop Wijn van EZ de MEP van een nekschot voorzag). Pas vanaf 2008 worden ook kwartaalcijfers voor AVI's (biogene fractie van afval verbranding) en "overige" biomassa verbranding bijgehouden. Voor de eerste was het - voorlopige - record tot nu toe het derde kwartaal van 2010 (357 GWh). "Overige verbranding" had in het eerste kwartaal van dat jaar het voorlopige record, 247 GWh. Nederland is een land waar zaken in de fik gestoken moeten worden, "anders tel je blijkbaar niet mee". Vandaar dat het, afgezien van de magere vooruitgang bij windenergie, zo vreselijk slecht gaat in ons land: geen vuurtje nodig bij zonne-energie, wind-energie, omgevings-warmte, en geothermie.

In de grafiek zijn nog 2 andere "recordjes" aangegeven: 140 GWh voor co-vergisting van mest in het eerste kwartaal van 2010, resp. 40 GWh voor waterkracht in het eerste kwartaal van 2005.

De eerste twee kwartalen van 2011 ("nader voorlopige" resultaten) hebben nog geen schokkende nieuwe resultaten laten zien.


Per quarter: average

In deze grafiek is de gemiddelde elektriciteit productie per kwartaal per jaar weergegeven, ontleend aan de dataset die ook voor de vorige grafiek werd gebruikt. Voor 2011 is het gemiddelde voor de voorlopige resultaten voor de eerste twee kwartalen weergegeven (dus beslist niet representatief voor het hele jaar, kolommen gearceerd). Resultaten vanaf 2010 kunnen nog worden bijgesteld door CBS. Uit deze gemiddelde resultaten wordt direct al duidelijk dat de component "biomassa bijstook in fossiele kolencentrales" (bruine kolommen) in 2010 al angstwekkend dicht bij de puur hernieuwbare component in windnatie bij uitstek Nederland, windenergie, is gekomen, na een zeer sterke terugval in 2007 (a.g.v. de palmolie bijstook affaire). Die hernieuwde, krachtige "opleving" van bijstook van massale van elders hierheen gesleepte biomassa voorspelt niet veel goeds voor de "duurzaamheid" van de toekomstige "hernieuwbare" stroommix in ons land. Laat staan voor de toekomst van decentrale opwekking, want bijstook kan uiteraard uitsluitend plaatsvinden in gigantische centrales, in vaste hand van de alles verpletterende monopolisten in ons land. Die onder een heel erg comfortabel, warm dekentje blijven liggen, gezellig in de armen van de (r)overheid, hoe je het ook wendt of keert...


Vergelijkbare grafiek als die met resultaten per jaar, maar in dit geval voor elk kwartaal vanaf 2009, voorzover de cijfers voorhanden zijn (niet voor zonnestroom en niet voor 3 van de biogas componenten). Per jaar zijn de vier afzonderlijke kwartalen kolomsgewijs gestapeld weergegeven, met direct er achter het gemiddelde van die kwartalen in een kolom met open segmenten (omlijning in zelfde kleur als kwartaal kolommen invulling). Geaccumuleerde zomer producties (2e en 3e kwartalen) liggen lager door minder "aanbod" van wind. Het laatste kwartaal van het jaar lijkt het meest windrijke, wat de totale accumulatie kolom omhoog stuwt. Voor 2011 is in deze grafiek alleen de productie bekend voor de eerste 2 kwartalen. Het gemiddelde (laatste kolom met gestippelde omlijning) is natuurlijk niet representatief voor het hele jaar, maar is hier als reminder weergegeven. Ook door de in volume toegenomen componenten "bijstook in fossiele kolencentrales" en, in iets mindere mate, de ook al niet als "duurzaam" te beschouwen optie "afvalverbranding", groeit het gemiddelde. Een onrustbarende trend.

Voor een vergelijkbare detail grafiek met kwartaal resultaten voor de aandelen van elke optie in de totale stroom consumptie, zie onder sectie 4.


2. Totale elektriciteitsproductie uit "hernieuwbare" bronnen per jaar, gestapeld

Total electricity production from "renewable" sources per year, stacked

De elektriciteitsproductie van alle opties "uit hernieuwbare bronnen" is hier op elkaar gestapeld, en de totale productie van al deze opties opgeteld is weergegeven aan de bovenzijde van de kolommen. Let wel dat een optie als zonnestroom ("photovoltaics"), maar ook de veel hogere impact hebbende "biogene component uit afvalverbranding" niet gemeten is, maar "berekend". Wat dit soort statistieken het niveau "drijfzand" doet aankleven. Zeker als om wat voor reden dan ook zonnestroom ooit (in de grijze toekomst) "een succes" zou gaan worden.

In 2007 was vooral de fors ingestorte bijstook van biomassa de oorzaak van een zwaar tegenvallende "totaal" opbrengst. Dit had alles te maken met het feit dat Essent (nu: RWE) gestopt was met de bijstook van de oerwoud vernietiger palmolie nadat daar de nodige maatschappelijke reuring over was ontstaan. Daarna stapten ze over op koffieboonschillen en, vooral: Canadese houtsnippers. Zelfde idee, iets minder "omstreden", dus in de hens maar weer dat spul, op het zwarte kolenbedje in de centrale...

De zwaar tegenvallende "opbrengst" voor 2010 is evident, net als de duidelijke oorzaak ervan: een fors lagere windenergie opbrengst door met name een zeer slecht windjaar. Dat hakt er meteen in, in het totaal, wat meteen de hoeveelheid biomassa bijstook in kolencentrales in een angstwekkend perspectief plaatst: die hoogst fragenswürdige "hernieuwbaar" beschouwde optie moet namelijk "van elders" hierheen worden gesleept (met op zeer gore fossielen lopende schepen) om hier "thermisch vernietigd" te worden. Probeer u zich even voor te stellen wat er zou gaan gebeuren als meer landen dat op grote schaal zouden gaan doen. Dan kunnen we d'r een paar beboste planeten bij gaan zoeken om "aan onze duurzame doelstellingen te gaan voldoen" als we niet onmiddelijk onze onbeschrijfelijke elektrische obesitas met harde hand gaan bestrijden...


3. Aandeel van "elektra uit hernieuwbare bronnen" in totaal elektriciteitsverbruik per jaar per marktsegment uitgesplitst

Share of "electricity from renewable sources" in total elektricity consumption per year per market segment


Procentuele aandelen van de productie per "stroom genererende" (hernieuwbaar geachte) optie op het totale binnenlandse elektriciteitsverbruik, en de aandelen van alle opties vervolgens op elkaar gestapeld. Het effect van de - tijdelijke - terugval in biomassa bijstook in fossiele centrales in 2007 is wederom evident. De oranje lijn geeft de "reden" weer die door destijds EZ minister Joop Wijn werd aangevoerd voor het afschaffen van incentive regime numero zoveel, de MEP, in augustus 2006: "we gaan die 9% "duurzame" elektriciteit in 2010 makkelijk halen" (later door Diederik Samsom van de PvdA vertaalt als "met de vingers in de neus"...). De echte reden was natuurlijk een andere (o.a. extreem lucratieve centrales op ongecertificeerde, spotgoedkope palmolie gaan stoken en krankzinnige hoeveelheden subsidies daarvoor vangen). Maar dat kon hij blijkbaar niet over zijn lippen krijgen, er moest weer eens een typische "gelegenheids-smoes" worden verzonnen. Via een u-bocht krijgen de grote energie holdings alsnog hun zin: ze stoken nu lekker goedkope buitenlandse hout pellets, "koffieboonschillen" en Gaia weet wat al niet meer bij in hun fossiele centrales, mogen dat van EZ/EL&I "duurzaam" of "hernieuwbaar" noemen, en krijgen er alsnog goud belastinggeld voor uitgekeerd. Dit is Nederland, wat immers het bedrijfsleven massaal blijft faciliteren, en niet de burger... Let op het onooglijk kleine, nauwelijks zichtbare (berekende!!!) "aandeel" van door EZ al die jaren kort gehouden zonnestroom, de microscopisch dunne gele streepjes "photovoltaics".

Dat die "9%" met de hakken over de sloot (en de vingers beslist niet in de neusgaten) met pijn en moeite gehaald werd in 2010, is dat vooral vanwege de zeer sterke groei van bijstook in kolencentrales gekomen, zie de laatste kolom. Het was immers een windarm jaar, met productie uit windturbines van "slechts" 3.981 GWh i.p.v. de in 2009 in die periode gescoorde 4.581 GWh. Dat is maar liefst 15,1% minder (!). Bovendien zijn er nogal wat "oude" windturbines afgebroken, er stond een met veel problemen geplaagd windpark in de Flevopolder op de nominatie om gesloopt te worden door Vattenfall/NUON... En dan nog: het blijft een extreem pover resultaat, met de 17% hernieuwbare stroom zonder biomassa bijfik in kolencentrales en een veel lager aandeel afval verbranding in het zwaar geïndustrialiseerde Duitsland voor dat jaar op het netvlies (en bijna 21% voor het eerste half jaar in 2011)...


In de tweede grafiek in dit onderdeel een weergave die de verhoudingen tussen de opties onderling goed weergeeft: totale productie (2010 voorlopig: 10.354 GWh) voor elk jaar gesteld op 100%, en alle opties met hun specifieke jaar producties vermeld:

Overduidelijk blijken twee opties dominant in de "hernieuwbare" stroom mix in Nederland. De enige echt hernieuwbare optie windstroom, met 3.981 GWh productie in 2010 en een aandeel van 38,4% (2009: 45,1%) in de "hernieuwbare stroom-mix". Met biomassa bijstook in fossiele centrales, 3.043 GWh productie, en een aandeel van 29,4% (2009: 24,4%) op de tweede plaats. De "biogene component in de afvalverbranding" neemt reeds een eveneens hoogst verontrustende derde plaats in met 1.349 GWh en een aandeel van maar liefst 13,0% (2009: 11,9%). Noem dat maar allemaal "hernieuwbaar", en de Europese verplichting komt met rasse schreden dichterbij ... voor wie d'r in stinkt tenminste.

Als enige heb ik, mede voor de duidelijkheid van de grafiek, de data voor zonnestroom niet bij de flinterdunne gele streepjes gezet (die je nauwelijks "kolom segmenten" mag noemen). Het maximale aandeel werd in 2003 gehaald: bijna 0,9% van de totale consumptie van elektriciteit in dat extreem zonnige jaar (al werd die productie nog steeds "geschat" met achterhaalde kengetallen, en niet gemeten...).


4. Aandeel in totaal elektriciteitsverbruik per kwartaal vanaf 2008

Share in total electricity consumption per quarter as of 2009

Note: not all data for all options are available per quarter!

Vergelijkbare grafiek als die met de absolute stroom productie volume resultaten per kwartaal, maar in deze grafiek met de procentuele aandelen van elke deeloptie in de totale stroom consumptie voor elk kwartaal vanaf 2009, zoals opgegeven in de CBS StatLine tabel "Hernieuwbare elektriciteit; binnenlandse productie, import en export".

Per jaar zijn de vier afzonderlijke kwartalen kolomsgewijs weergegeven, met direct erachter het gemiddelde van die kwartalen in een kolom met open segmenten (omlijning in zelfde kleur als kwartaal kolommen invulling). Vervolgens is in een vijfde kolom (voor de jaren 2009 en 2010, 4e kolom voor voorlopige resultaten 2011) het aandeel voor het gehele jaar aangegeven (inhoud kolommen gestippeld weergegeven). Voor de gemiddeldes konden alleen de waarden voor de opties weergegeven worden waarvan daadwerkelijk kwartaal resultaten bekend zijn bij CBS. De jaarcijfers vermelden ook de resultaten van de vier opties waarvoor geen kwartaalcijfers bekend zijn.

In 2009 blijkt het totale volume van "hernieuwbaar geachte" elektriciteit slechts een aandeel te hebben bereikt van in totaal 8,91%, vlak onder het beruchte, in de grafiek weergegeven "9% niveau". Eigenlijk zou Joop Wijn (CDA, ex-EZ minister, nu werkzaam bij de "Staatsbank" ABN-Amro) daarvoor ter verantwoording geroepen dienen te worden, omdat hij stelde dat de MEP in augustus 2006 afgeschaft kon worden "omdat in 2009 de 9 procent zou worden gehaald". Maar politici zijn zo glad als een aal, en die zullen die 8,91% gewoon "naar boven afronden". En dan is dat bezopen lage "doel voor 2009 bereikt". Al kon dat alleen maar worden ingevuld door bijvoorbeeld de Amer kolencentrale van RWE/Essent nog even een stuk harder te laten stoken op Canadese houtsnippers of Zuid-Amerikaanse koffieboon schillen...

Zelfs voor 2010 blijkt de jaar cumulatie (gestippelde kolom) slechts marginaal boven die matige 9% uit te komen met in totaal, voor alle opties geaccumuleerd, maar 9,11%. Als je daar de aandelen "biomassa bijstook in kolencentrales" (2,68%) en het ook al zeer dubieuze "afvalverbranding" (1,19%) van af haalt, houd je nog maar een absurd lage bijdrage van slechts 5,24% over voor 2010 (voorlopige cijfers). Het zwaar geïndustrialiseerde Duitsland had eind van dat jaar al 16,62% echt hernieuwbare elektriciteit aandeel onder de EEG condities, zonder bijfik in fossiele centrales, en met een marginaal aandeel afvalverbranding. En nog zonder het aandeel wat "direct" werd vermarkt, of het forse aandeel wat geen bonus ontvangt (grootschalige waterkracht; zie verder analyse productie data)...

Tot nu toe geeft ook het gemiddelde van de twee eerste kwartalen van 2011 (exclusief de nog lang niet bekende onderdelen) nog niet bepaald het beeld te zien "we gaan voor de volle driehonderd procent voor honderd procent duurzaam", al wordt in de StatLine data geclaimd dat genoemde aandeel gestegen zou zijn naar 9,37 resp. 9,67% in de eerste twee kwartalen. Hoe dat dan wel is "gemeten", bij afwezigheid van enkele cruciale kwartaal data, is onbekend. De groei is en blijft traag, en de groei die er is bevat een onrustbarend aandeel "hernieuwbaar" van zeer dubieuze oorsprong. Er zijn bananenrepublieken die het beter lijken te doen dan ons schatrijke, welvarende, en zich in alles vernietigende vraatzucht en energie obesitas wentelende, blijvend matig duurzaam producerende NEEderlandje.


5. Aandeel van "hernieuwbare bronnen elektra" en impact van bijstook biomassa in fossiele centrales, per kwartaal sinds 2002

Share of "renewables" (electricity) and impact of co-firing biomass in fossil power plants, per quarter, since 2002

In deze grafiek staat per kwartaal vanaf het jaar 2002 het totale aandeel van elektriciteit productie uit "hernieuwbare" bronnen in de totale stroom consumptie in dat tijdvak uitgezet in donkergroene kolommen, met erboven de erbij horende waarde (uitkomend op een voorlopige, nog niet vast staande 9,67% in het tweede kwartaal van 2011). Goed is te zien dat het voortdurende knipperlicht beleid in Den Haag zijn "sporen" heeft getrokken in de ontwikkeling. Van een "rustig stijgende" curve is geen sprake, zeker niet na het afschieten van de "MEP" in augustus 2006 (ook al een waardeloze regeling, zoals vele andere). Voor details m.b.t. het stukje vanaf 2008, zie de grafiek onder paragraaf 6. Ik heb als voorbeeld van een van de meest onrustbarende componenten in de totale "mix" tevens het aandeel van "biomassa bijstook in fossiele centrales" in de grafiek opgenomen (kolommen onderaan in olijf kleur) om te laten zien hoe onheilspellend groot die component zijn vieze stempel drukt op onze zogenaamde "hernieuwbare stroom mix", met de laatste jaren weer een verder gaande, stijgende trend...

In een oranje lijn is de beruchte "9% duurzame elektra in 2009" weergegeven, op basis waarvan Joop Wijn de MEP in augustus 2006 de keel doorsneed. Die drempel kon alleen maar bereikt worden door extra veel Canadese houtsnippers in fossiele kolencentrales op te stoken op een steenkolen bedje, anders hadden we dat schandalig lage niveau niet eens gehaald.

Goed is te zien dat na een absurde piek "bijstook" in het tweede kwartaal van 2006 (4,10%, dat was maar liefst 53% van het totale "aandeel duurzaam" in dat kwartaal...) die optie "opeens" op een zeer laag niveau (2006-III: 1,73%) is teruggevallen gedurende langere tijd. Dit had alles te maken met de parlementaire consternatie over de explosief toegenomen palmolie bijstook in de grote kolenstokers, die dan ook terecht als oerwoud vernietigers werden gezien, naast hun al langer dubieuze "milieu" reputatie op CO2, NOx, kwik uitstoot, en fijnstof gebied. En, gezien de trendbreuk met het derde kwartaal (Joop Wijn sneed in augustus 2006 de MEP de strot door), zou het me niet verbazen als dat de enige ware reden was waarom de MEP "direct op slot" moest. En beslist niet "omdat we in 2009 die 9% aandeel wel zouden gaan halen"...


6. Wat gaat 2011 brengen? Een vooruitblik/vergelijking met 2010

What will 2011 bring? Outlook/comparison with 2010

Omdat de voorlopige resultaten voor de eerste 2 kwartalen van 2011 reeds bekend zijn, kunnen we deze gestapeld en wel alvast vergelijken met de resulaten voor de eerste 2 kwartalen van enkele voorafgaande jaren (definitieve cijfers tm. 2009, "nader voorlopig" voor 2010), en voor de verschillende "hernieuwbare" opties:

Voor zonnestroom en voor drie van de vier soorten biogas zijn geen kwartaal gegevens bekend bij CBS. Van deze opties zijn alleen jaar data beschikbaar tm. 2010; wel is de enige biogas component waarvoor kwartaalgegevens beschikbaar zijn getoond (laatste kolommen set), te weten co-vergisting van mest. Deze grafiek toont duidelijk dat de waterkracht optie stabiel is en een lage impact heeft, en windenergie (nog) de grootste contribuant is, en sterk afhankelijk is van de atmosferische condities (2009 en 2010 waren zwakke windjaren in de eerste jaarhelft, herstel in 2011). "Rest" biomassa verbranding, in NL vooral onder MEP gestimuleerd voor productie van elektra, maar gezien de gegevens van CBS weer op zijn retour in 2011 is een ondergeschikte component, evenals co-vergisting van mest.

De "grote klappers", waarvan de duurzaamheids-waarde echter beslist in twijfel mogen worden gebracht, zijn de bijstook van uitheemse biomassa in kolencentrales, die een zeer sterke groei meemaakt in de eerste twee kwartalen. En ook afvalverbranding neemt nog steeds toe in de totale mix, al is het op een wat lager niveau. Ergo: een aanzienlijk deel van wat de hypocriete beleidsmakers in ons land "hernieuwbaar" noemen, is van zeer fragenswürdige oorsprong, als we windenergie terzijde schuiven...

De totale impact voor de eerste 2 kwartalen is voor 2011 al hoger dan in 2010, maar die wordt zoals gezegd vooral veroorzaakt door bijstook in kolencentrales. Als de tweede jaarhelft een slecht windjaar gaat worden, en de bijstook wordt voortvarend opgeschroefd, wordt onze "hernieuwbaar" geachte stroommix nog viezer dan die al was...


7. Vermeden inzet primaire energie en niet gerealiseerde CO2 uitstoot

Avoided use of primary energy and CO2 emissions not materialized

Door energie uit al dan niet als "hernieuwbaar" te bestempelen bronnen te gebruiken, wordt op gegeven moment geen gebruik gemaakt van energie uit fossiele en nucleaire bronnen. Bronnen die eindig zijn, gedolven moeten worden (vaak onder erbarmelijke omstandigheden ten koste van vele mensenlevens en met steeds omvangrijker verwoesting van de winningsgebieden), en over onwaarschijnlijke afstanden in op fossielen aangedreven gigantische zeeschepen. Vaak zijn er dan ook nog absurd ingewikkelde procesketens nodig (de meest omvangrijke, meest slecht begrepen, en meest riskante van al: kernsplijting) die allemaal inzet van "primaire energie" vergen. Die zaken worden allemaal echter niet meegerekend in de CBS tovenarij als het gaat om de "vermeden primaire energie" zoals die in onderstaande grafieken worden getoond. CBS stelt dat aldus in hun StatLine tabel over "vermeden verbruik fossiele energie en vermeden CO2" (vetdruk webmaster Polder PV):

"Bij de berekening van het vermeden gebruik van fossiele primaire energie wordt alleen gekeken naar het vermeden verbruik bij de productie van hernieuwbare elektriciteit, warmte en gas en bij het verbruik van biobrandstoffen in het wegverkeer. Er wordt niet gekeken naar de verschillen tussen hernieuwbare en fossiele energie bij de winning en conversie van brandstoffen en bij het maken van installaties voor de productie van elektriciteit, warmte en gas."

Ergo: het unlevel playing field tussen "fossiele en nucleaire" bronnen versus "hernieuwbare" bronnen blijft gewoon bestaan in de berekeningen van het CBS, en wordt gecontinueerd. Windenergie en zonnestroom hoeven helemaal niet door mensen te worden "gewonnen", met veel geweld uit de aardkorst van Moeder Aarde te worden gerukt, en/of naar Nederland te worden gesleept in tankers: we krijgen het gratis en zonder rampzalige extra uitputting van fossiele transport brandstoffen op ons dak. Het volledig doorrekenen van de procesketens (van conceptie tot en met het graf), maar ook alle maatschappelijke gevolgen en onvergelijkbare sociale impact van de verschillende opwekmethodes van energie (incl. elektriciteit) worden allemaal niet meegenomen. Het is goed dat u dat indringend beseft, want getallen en leuke grafiekjes, hoe mooi ze ook worden gepresenteerd, zeggen slechts een (klein) deel van de volledige waarheid.


7A. Er zijn diverse methoden om het "effect" van de productie van hernieuwbare energie te berekenen, CBS doet uitgebreid verslag van wat die methodes inhouden. Er wordt ook nog steeds af en toe "gesleuteld" aan harmonisatie van berekenings-methodieken, vooral op Europees niveau. Zo is recent nog een zogenaamde correctie voorgesteld voor de impact van waterkracht en windenergie bij elektriciteit, om zo "jaren gemiddeld met elkaar te kunnen vergelijken". Dat zijn uiteraard trukendozen die niet de realiteit weerspiegelen: je hebt immers wind, of je hebt het niet, en daar kan geen rekenmethodiek ook maar een jota aan veranderen. Hoe meer er "gerekend" wordt aan eindresultaten, hoe ondoorzichtiger de waarheid wordt voor Jan Modaal (die waarschijnlijk al afhaakt bij de eerste de beste tabel met cijfers).

Uiteraard is elektriciteit beslist niet de enige component die bijdraagt aan het totale energieverbruik, voor Nederland echter de meest significante. Warmte en motorbrandstoffen zijn beslist belangrijke factoren, al is progressie op die niveaus lastiger te realiseren dan bij elektra (wat uit zeer veel verschillende bronnen kan komen, en wat makkelijk is "in te voeden in een net", dan wel on-site te gebruiken). Alle verschillende opwekkingstechnieken worden meegenomen in de grote "nationale" berekeningen, via ingewikkelde omreken operaties.

In de eerste grafiek in deze sectie wordt het "kale" totale vermeden primaire energie verbruik getoond bij "productie", zoals berekend door CBS voor de verschillende door hen en talloze beleidsmakers als "hernieuwbaar" beschouwde opwekkingstechnieken. Dat is inclusief de op deze pagina dominant behandelde optie elektriciteit, die ongeveer 72% van het totale vermeden verbruik uitmaakt bij deze methode (zie ook Fig. 7D). De hier weergegeven dataset berust op berekeningen die bekend staan als de "substitutie methode" (CBS rapport pagina 35, tabel 2.6.2). Tale-telling is de boodschap die het CBS hierbij weergeeft in hun rapport:

"De substitutiemethode berekent hoeveel verbruik van fossiele energie wordt vermeden door het verbruik van hernieuwbare energie. Deze methode werd sinds de jaren ’90 gebruikt voor nationale beleidsdoelstellingen. De nieuwe regering heeft de nationale beleidsdoelstelling voor hernieuwbare energie losgelaten. Daarmee is het politieke belang van deze methode afgenomen. De methode blijft echter wel van belang omdat ze inzicht geeft in hoeveel verbruik van fossiele energie en hoeveel emissies van CO2 worden vermeden. Deze effecten zijn belangrijke motieven om het verbruik van hernieuwbare energie te bevorderen."

CBS rapport Hernieuwbare energie in Nederland 2010, hoofdstuk 2.6, pagina 33.

Aangezien Polder PV zich niets aantrekt van het humeur van de in fossielen gedrenkte parlementariërs in Den Haag, maar op zoek is naar de harde waarheid van de Nederlandse prestatie op het gebied van hernieuwbare energie, duurzaamheid en "reële impact" op het vermijden van CO2 emissies, geeft hij dan ook onverbloemd deze belangrijkste grafiek weer (in de tweede grafiek volgt daaruit het "aandeel hernieuwbaar in procent"). Want de waarheid zult u kennen, of die u bevalt of niet:

Uiteraard toont deze grafiek een stijgende trend, anders had Nederland wel direct afgeschaft kunnen worden. Onrustbarend is echter dat de groei in 2010 lijkt te zijn afgevlakt, waar het in voorgaande jaren nog enigszins vooruit ging. Er werd slechts een groei van 1,2% t.o.v. het "vermeden volume primaire energie" van 2009 gehaald in 2010 (nota bene: na bijna 3 jaar "stimulering" onder de vreselijke SDE regeling, en ook nog eens een aparte stimulering voor "duurzame warmte"...). In het inmiddels administratief voor CBS bijna afgesloten jaar 2010* werd in totaal door de inzet van "hernieuwbare" bronnen bij de energie opwekking een hoeveelheid primaire energie vermeden van 127,5 petajoule (1 PJ = 1.000 TJ = 1 miljoen GJ, etc.).


De gevolgen voor het "aandeel" van de vermeden primaire energie verbruik in het totale verbruik zijn nog erger dan bevroed. Want Nederland lijdt al lange tijd aan een zeer ernstige mate van energie obesitas, en blijft energie vreten dat het een lust is. En die energie vraat heeft een dramatisch effect op het procentuele aandeel van hernieuwbare energie in het "Grote Plaatje". Volgens het rapport van CBS (pdf hier te downloaden, pagina 35 tabel 2.6.2) zou Nederland in totaal in 2010 namelijk maar liefst 3.477 petajoule (PJ) aan "primaire" energie hebben verbruikt. Het aandeel [ook nog eens deels discutabel] "hernieuwbaar" in dat jaar was dus: 127,5/3.477 = 3,67%. In 2009 was dat percentage echter nog 3,89%. We zijn er dus 6% (t.o.v. aandeel 2009) op achteruit gegaan in een jaar tijd, qua "prestatie vermeden verbruik". Voorwaar een schandalig slecht resultaat, zelfs al gebruiken we als excuus truzen de steekwoorden "2009 crisisjaar" en "minder bijmenging van biobrandstoffen" (voor de miljoenen benzine vreters in ons land). Voor diegenen die de energiemarkt in NEEderland op de voet volgen echter geen verrassing. Nederland is het "vieze jongetje" van de Europese klas geworden. Door continu politiek wanbeleid waarbij geld verdienen (door de hypocriete Staat) het hoogste goed was, en zal blijven, en voortdurend cliëntelisme t.o.v. de monopoloïde energiebedrijven en de energie vretende leden van VNO-NCW. In sommige landen wordt zo'n doodzieke vermenging van belangen tussen Staat en bedrijfsleven ook wel "maffia" genoemd.

Voor details van de deelcomponenten, zie ook onder sectie 7E.

* Definitieve cijfers verwacht in november 2011.


7B.Terug naar de "core-business" van Polder PV, duurzame, decentraal opgewekte energie. Daartoe in eerste instantie een grafiek voor de vermeden inzet van primaire energie zoals door CBS berekend uit de uit de duim gezogen vermeende "productie" van zonnestroom en thermische zonnecollectoren.

Grafiek met "vermeden primair energie verbruik" van zonnestroom (gele kolommen) en van thermische zonnecollectoren (oranje kolommen), zoals berekend door CBS uit de (vermeende cq. met dubieuze kengetallen berekende) "productie" van genoemde opties die gebruikmaken van de meest hernieuwbare en decentraal toe te passen bron van allemaal: direct (dan wel verstrooid) zonlicht. Opvallend daarbij is dat met de vaak nogal "vergeten" thermische collector capaciteit al lang veel meer primaire energie wordt vermeden dan met het veelbesproken en (terecht) door velen "gewilde" item zonnestroom van eigen dak. Daarbij moet natuurlijk ook wel worden aangetekend dat CBS voor PV een volslagen belachelijke "specifieke productie" van slechts 700 kWh/kWp.jaar (netgekoppeld) neemt als totaal archaïsche reken eenheid om van het veronderstelde (niet bewezen) opgestelde vermogen de (vermeende, veel te laag geschatte) "productie" te berekenen. En voor het compleet ondergeschikte onderdeel "autonome PV" wordt genattevingerd met een gemiddelde opwek van 400 kWh/kWp.jaar, waarvan beslist niet bewezen is dat het fossiele opwek zou vermijden gezien de toepassingen...

In 2010 zou PV 517 Terajoule aan primaire energie hebben "vermeden", zonnecollector systemen al 966 TJ. Totaal vermeden verbruik primaire energie door inzet van zonne-energie: 1.483 TJ = 1,5 PJ. Dat is nog slechts 1,2 procent van het totaal aan "hernieuwbare bronnen" in Nederland in dat jaar. En zelfs maar 4,3 promille van het totale primaire energie verbruik in 2010. De boodschap luidt, alle forse misschattingen ten spijt: we moeten keihard aan de bak met zonne-energie, want dit lijkt natuurlijk helemaal nergens op!


7C. Ter vergelijking met de tegenvallende component "zonne-energie" de relatief hoge impact van windenergie in het totaal aan "hernieuwbare bronnen", van de volledig bemeten windturbine installaties in Nederland:

Windstroom: een relatief hoge impact op vermeden primair energie verbruik van ruim 37 PJ, ongeveer 29 procent van het totaal aan inzet van technologie drijvend op als "hernieuwbaar" beschouwde bronnen. Windenergie is snel gegroeid aan het begin van deze eeuw, maar stagneert op land helaas de laatste jaren door een combinatie van volslagen belachelijke wipkip politiek en door schrijnend verzet van lieden die elke seconde weer gebruik maken van het van windstroom doortrokken hoogspanningsnet en die blijkbaar niet zijn geïnteresseerd in een duurzame energie voorziening. Lieden die nooit tegen de hoogspanningsmasten in het volkomen kunstmatige, in de geschiedenis vele malen op de schop genomen Nederlandse landschap te hoop lopen. Ook een vorm van "horizonvervuiling", maar blijkbaar inmiddels al lang "maatschappelijk geaccepteerd". De fysieke productie van windenergie is zelfs teruggelopen in 2010 (met name vanwege de slechte wind condities), de impact op het aandeel t.o.v. het primaire verbruik vrijwel gestabiliseerd. Er moet dus ook op dit vlak heel veel gebeuren (met name energie besparing, en tegelijkertijd voortvarende uitbouw van de windturbine capaciteit), anders maakt "windnatie" Nederland zich onsterfelijk belachelijk op Europese en internationale schaal. Wel veel wind hebben (het is potjandorie nog gratis ook, dat spul!), maar er veel te weinig gebruik van maken. Het moet niet nog veel gekker gaan worden in ons bizarre landje.

Let op de factor 25 verschil tussen de impact van windenergie t.o.v. de categorie zonne-energie (totaal, zie Fig. 7B). Er moet dus ook nog verschrikkelijk veel gebeuren op het front van de laatste, maar verwacht geen "wonderen". Daarvoor moet echt gigantisch veel op zeer fundamenteel niveau gebeuren in ons land en moeten volkomen verkalkte "instituties" en ambtelijke bolwerken door voortvarend politiek beleid op de schop worden genomen. Eerst moet de complete wet overhoop worden gehaald. We hebben namelijk helemaal geen wetgeving die is gericht op maximale duurzaamheid. Onze regelgeving stelt op dat gebied niets voor.


7D. Een andere interessante zienswijze op de prestaties op het vlak van de hernieuwbare energie voorziening in Nederland is de uitsplitsing naar "type energie sector" die wordt bekeken. Die drie sectoren zijn elektriciteit, warmte, respectievelijk motorbrandstoffen. Als we het cijfermateriaal voor die drie grote sectoren bij elkaar nemen en die gestapeld weergeven, krijgen we deze grafiek:

Uit deze grafische weergave wordt kristalhelder dat de sector "elektriciteit" in Nederland de dominante factor is in het totale "hernieuwbare" (of: "als hernieuwbaar geachte") energie verhaal. In 2010 was die impact gestegen tot 2,64% van de totale primaire energie consumptie, en was het 72% van de (uitermate povere, het schaamrood op de kaken brengende) "prestatie" van 3,67% op de totale consumptie. Hernieuwbare warmte volgde op een bescheiden 2e plaats met 0,76% van de totale consumptie en bijna 21% van de "hernieuwbare productie". Motorbrandstoffen waren hekkensluiter met slechts 0,28% van totaal verbruik, en nog geen 8% van de totale hernieuwbare productie. Sterker nog, zowel de aandelen "hernieuwbare warmte", als "motorbrandstoffen" zijn gedaald t.o.v. de aandelen in 2009 (toen die aandelen nog op een niveau van 0,79% resp. 0,48% lagen). Nederland verdient (zo veel) beter...


7E. Tot slot de twee "belangrijkste" grafieken waar het om de "impact van de hernieuwbare bronnen" gaat. Althans: die van zwaarwegend belang zijn in de "prestatie" die Nederland zou moeten neerzetten m.b.t. de klimaat- cq. duurzame energie verplichtingen als EU natie ("14 procent duurzame [primaire] energie in 2020"). Die grafieken betreffen in eerste instantie die van het aandeel van hernieuwbaar in het totale primaire energie verbruik in ons land, opgesplitst in de deel componenten (voor grafiek met totale impact, zie sectie 7A). Ten tweede, die van het aandeel van hernieuwbare bronnen in de totale CO2 uitstoot die ons diep in fossielen gedrenkte land elk jaar weer de atmosfeer in blaast. First things first:

In deze grafiek zijn per jaar gestapelde kolommen uitgezet met de belangrijkste opties die worden onderscheiden op het gebied van "vermeden inzet van primaire energie", volgens de CBS rapportages. Ik heb lang niet alle zaken uitgesplitst. Zo is in het container begrip biomassa een heel spectrum aan deel-"technieken" ondergebracht. Een van die bestanddelen is bijvoorbeeld het aandeel "biodiesel resp. biobenzine": inzet van biobrandstoffen voor het wegverkeer, dus. Dat is trouwens wel al fors als je naar de vermijding van inzet van primaire energie (lees: oliederivaten als benzine) kijkt. Althans: in 2009. In dat jaar was het vermeden volume volgens het CBS/StatLine al 15,6 PJ, 18,6% van het totale biomassa aandeel voor dat jaar (83,8 PJ). En 12,4% (!) van het totale vermeden primaire energieverbruik uit "hernieuwbare bronnen".

Het aandeel van biobrandstoffen is in 2010 echter wel weer flink ingezakt, wat volgens het CBS te maken heeft met het feit dat olieboeren zelf zouden mogen kiezen wanneer ze (binnen een bepaald tijd frame) aan hun uit Europees beleid voortvloeiende verplichtingen (bijmenging van biobrandstoffen) voldoen.

Hoge impact vervanging primaire bron
Dit resulteerde in 2010 in ieder geval tot een vermeden volume van slechts 9,6 PJ (38,6% minder dan in 2009!), wat nog maar 11,3% van het totale biomassa aandeel was in dat jaar (84,5 PJ). En nog maar 7,5% van het totale vermeden primaire energieverbruik uit alle "hernieuwbare bronnen" (127,5 PJ)... Het is aan de ene kant opvallend hoe sterk de impact op het totaal (vermeden primair eindverbruik) is van die bijmenging, maar aan de andere kant ook weer niet zo heel erg gek: biobrandstoffen vervangen immers een van de meest geconcentreerde energie "goedjes" die we kennen op deze planeet: dat oh zo verslavende spul genaamd olie en de daarvan afgeleide derivaten zoals benzine. De impact op het vermeden primaire energieverbruik door hernieuwbare bronnen is natuurlijk enorm als je zo'n krachtpatser als olie direct (deels) kunt vervangen. Olie is immers een "primaire" energiebron.

Veel "bronnen" die we kennen zijn secundair dan wel afgeleid: elektriciteit word bijvoorbeeld in ons land grotendeels geproduceerd door het op ontzagwekkend inefficiënte wijze verbranden van die primaire bronnen (vnl. kolen en gas in Nederland), waarbij vaak tientallen procenten aan energie inhoud in de vorm van "restwarmte" verloren gaant en in de zee of de rivieren wordt geloosd of de atmosfeer in worden geblazen. Elektriciteit is dan ook geen "bron", maar een energie "drager", die ontstaat na nogal wat energie kostende omzettingsprocessen (restwarmte wordt vaak niet "benut"), en die vervolgens dan ook nog eens met nog meer verliezen uiteindelijk bij de eindverbruikers wordt omgezet in "bruikbare" vormen van energie (transport verliezen, transformator verliezen, vaak ook nog eens omzettingen in apparaten, of extreem inefficiënte elektrische stralingswarmte, etc.). Als je een elektra bron "vervangt", heeft dat veel minder impact op het primaire energie gebeuren wat helemaal vooraan in de lange procesketen plaatsvindt, dan als je direct zo'n primaire "bron" (olie, steenkool, gas) vervangt. Goed om dit soort aspecten in de oren te knopen.

De vraag blijft uiteraard hoe "duurzaam" het vervangende product van die "primaire bron" dan eigenlijk wel is, als je alle maatschappelijke effecten mee zou rekenen, zoals bij de vaak met vraagtekens omgeven biobrandstoffen. Een rekenpartij voor wiskundige whizzkids, in ieder geval - met daarbij de aantekening dat lang niet alle maatschappelijke effecten in "cijfers" zijn te vangen...

Als er dit of volgend jaar alsnog extra veel biobrandstof door de grote olieboeren "bijgemengd" zal gaan worden om aan de aangegane verplichtingen te voldoen, kan een actueel sterk op biomassa gefocust bedrijf als olieboer Shell voor de zoveelste maal een zeer hoge impact op de totale "primaire energie vermijding" doelstelling gaan krijgen, door gewoon meer bio-ethanol en bio-ETBE te gaan bijmengen in de in excessieve mate verbruikte hoeveelheden benzine. Er blijven uiteraard nog steeds veel zeer nauwe banden tussen deze multi-national en onze regering, dus dat is en blijft al onrustbarend genoeg. Want dan kunnen de hypocrieten in Den Haag "het" gewoon aan Shell cs. overlaten, en hoeft er verder nauwelijks meer iets te gebeuren "om aan de doelstellingen" (lees: EU verplichting!) te geraken. Het blijven immers ouderwetse VOC handelaren in de Residentie, die het Grote Werk liever aan enkele goed bevriende bedrijven overlaten, dan de bevolking bij de energie revolutie te betrekken. Want Henk en Ingrid, en Ahmed en Natasja mogen alleen maar zoveel mogelijk energie af blijven nemen, daarvoor een zo hoog mogelijke prijs betalen (waarvan een aanzienlijk tot het grootste deel linea recta richting de Staatskas afvloeit), en moeten vooral de grote mond dichthouden...

Intermezzo: opmerkelijk citaat van CBS over zonnestroom

"Voorbeeld voor de berekening van het vermeden verbruik van fossiele primaire energie:

Een zonnepaneel produceert 3 miljard joule elektriciteit per jaar. Indien dit paneel er niet was geweest, dan zou dezelfde hoeveelheid elektriciteit zijn opgewekt met conventionele elektriciteitscentrales met een (gemiddeld) rendement van 43 procent. Voor deze 3 miljard joule elektriciteit zouden deze centrales dan 7 miljard joule fossiele brandstoffen nodig gehad hebben. Het vermeden verbruik van fossiele energie is dan dus 7 miljard joule."

Omschrijving bij StatLine (CBS) tabel "Hernieuwbare energie; eindverbruik en vermeden verbruik fossiele energie".

Commentaar PPV: 3 miljard joule = 3.000 Megajoule. 1 MJ =0,278 kWh, dus 3.000 MJ = 834 kWh/jaar. Dat gaat, hoe graag het CBS dat ook zou zien, geen enkel "zonnepaneel" redden, zelfs niet de grootste krachtpatsers op deze aardkloot. Wel kan een installatie van 5 zonnepanelen van 185 Wp per stuk (totaal 0,925 kWp) bij een in de kuststrook van Nederland vaak makkelijk haalbare specifieke opbrengst van 900 kWh/kWp.jaar een productie halen van 833 kWh in een kalenderjaar.

Uit de hierboven getoonde grafiek blijkt ook dat naast de alles verpletterende multimediale component biomassa uiteraard windenergie nog steeds de hoogste impact op het vermeden primaire energie verbruik heeft. De rest is en blijft eigenlijk bijzaak in Nederland. Alleen de diverse opkomende "omgevingswarmte" bronnen, met name de bodem-afhankelijke varianten als warmtepompen, seizoensopslag e.d., hebben een zichtbaar stijgende impact (in grafiek onder "geothermal", rode kolom segmentjes). Wat mogelijk te maken heeft met het feit dat die vooral de "primaire" energiebron aardgas vervangen (nl.: ruimteverwarming, dus hoge impact), al wordt er wel elektra verbruikt om het systeem in werking te houden (lagere impact omdat elektra uit heel veel verschillende "bronnen" kan komen, waarvan "echt duurzame" zoals windenergie).

Wel weer relatief geruststellend is het feit dat zonne-energie in zijn geheel al waterkracht is voorbij gestreefd, maar de potentie is uiteraard zo gigantisch veel groter (dat voor waterkracht in Nederland blijft vooralsnog zeer bescheiden), dat die dunne gele plakjes in de hierboven getoonde grafiek het schaamrood op de kaken zouden dienen te veroorzaken bij elk nadenkend 'ollander...

De in de Tweede Kamer op 6 december 2010 als "innovatief" beschouwde inzet van de reeds sinds 1994 in de StatLine tabellen opgenomen optie "teruggewonnen warmte uit pas gemolken melk" (322 TJ in 2009, 347 TJ in 2010, stijging van 7,8%) is natuurlijk slechts een schaamlap en bedoeld om de CDA achterban te paaien. Innovatief qua "denkbeeld" is het zeker, maar ik denk niet dat we "het" daarmee gaan redden, in ons land, waar de boerderijen bovendien meestal ver van de bewoonde wereld zijn verwijderd, en dat beetje warmte uitsluitend op het eigen bedrijf kan worden ingezet. NB: rond open stallen met de nodige koeien daarin was alle sneeuw in de "barre" winter van 2010-2011 al snel weer weggesmolten...

"Het resultaat"
In de laatste kolom in de grafiek het belangrijkste "getal" voor 2010: slechts 3,67 procent van de vermeden primaire energie in de totale consumptie komt in ons land van "hernieuwbare" bronnen (verbijsterend, maar waar: 5,7% lager dan de "record" 3,89% in 2009). Waarvan ook nog eens een groot deel (onder elektra) van zeer dubieuze oorsprong, bijstook in fossiele centrales, en afvalverbranding. Het zwaar geïndustrialiseerde Duitsland** had in dat jaar reeds 9,4% aandeel hernieuwbare energie in het primaire energie verbruik en 10,9% in het totale energieverbruik. Waarbij biomassa bijfik in kolencentrales geen relevante issue is (verboden onder EEG condities), en afvalverbranding een ondergeschikte component van de echt hernieuwbare "mix", die door windenergie en biomassa vergisting wordt gedomineerd, met zonnestroom als hardst groeiende optie bij elektriciteit. De stroomverzorging had al een aandeel van bijna 17% "echt hernieuwbaar", Duitsland is het enige land in Europa wat al vet over de "doelstelling voor 2010" heen is gegaan (die "doelstelling" was slechts 12,5%!). Nederland had in 2010 slechts een hoogst discutabel, en met zeer veel moeite bij elkaar geschraapt aandeel van 9,11%, met reeds onrustbarend hoge aandelen van biomassa bijstook in fossiele centrales en afval verbranding.

Omdat Duitsland "slechts" een verplichting van 18% duurzame energie (alle bronnen) in het totale nationale verbruik ("Brutto Endenergieverbrauch") had voor 2020, en dat in het huidige tempo waarschijnlijk met gemak zal kunnen gaan halen, mag ons NEEderland met de absurd lage 3,7% van 2010 en een verplichting van 14% voor 2020 (slechts 4% onder dat van Duitsland) wel heel erg op de tellen gaan passen dat we niet met gruwelijke boetes vanuit de Europese Commissie zullen worden geconfronteerd omdat dat magere doel bij lange na niet gehaald zal gaan worden als we op de bekende knipperlicht toer verder gaan. Niet gek staan te kijken dat Verhagen cs. dan overal op de wereld de goedkoopste schaamgroene certificaatjes op moeten gaan kopen om aan onze scharrige "doelstelling" te kunnen gaan voldoen. Als er dan tenminste nog garanties van oorsprong voor een "betaalbare" prijs zijn te bekomen.

** Voor een uitgebreid, met talloze tabellen en grafieken ondersteund overzicht van de stand van zaken tm. 2010 voor Duitsland, zie het uitstekende rapport van het milieu ministerie, BMU (stand juli 2011):

http://www.erneuerbare-energien.de/inhalt/2720/4590/


7F. Afsluitend: de "CO2 grafiek". Een bizar, sterk "gemankeerd" exemplaar, en dat heeft alles te maken met het feit dat voor "biomassa totaal" de gegevens vanaf het jaar 2003 nog steeds ontbreken in de StatLine tabel! Onduidelijk blijft waar dit aan ligt, en het is uitermate curieus dat van zo lang geleden nog steeds geen harde "CO2 data" voor de hoogste "impact" hebbende biomassa component in de "mix" bekend zijn. In het licht van toenemende rapportages over gelogen Nederlandse emissie cijfers aan de Verenigde Naties is dit extreem onrustbarend! De trend voor de overige belangrijke categorieën is wel te zien:

Ook daarin blijkt de impact van windenergie - uiteraard - hoog, en is bodemwarmte ("geothermal") een factor geworden om in de gaten te houden. Verder valt, gezien het elementaire gebrek aan de "harde data" voor biomassa, er nauwelijks iets zinnigs te zeggen over die "berekende CO2 emissie vermijding" cijfers. De totale impact in 2002 was 1,9% van de totale (veronderstelde!!!) emissies in Nederland, en dat was al absurd laag. Dat het ronduit schandalig is dat Nederland ook op dit internationaal gevoelige front volledig verstek laat gaan, met ontbrekende gegevens vanaf het prehistorische jaar 2003, mag als open deur worden gezien. Maar dat hier op politiek niveau alles aan moet worden gedaan lijkt me kristalhelder. Heel wat "helderder" in ieder geval, dan de regelmatig rammelende CBS cijfers laten zien...


8. Ontwikkeling capaciteit en productie zonnestroom per jaar

Development of capacity and production of photovoltaics per year

For many more details of photovoltaic development in the Netherlands, please see this section.

In deze sectie slechts de ruwe gegevens voor zonnestroom installaties zoals te vinden in de twee geraadpleegde StatLine overzichten met daarin ook de gegevens van alle andere opties. Voor veel meer details voor zonnestroom, ontleend aan de jaarverslagen van het CBS (laatste: "hernieuwbare energie" in Nederland 2010), gelieve te kijken naar de uitgewerkte grafieken in de sectie "(Groei van) zonnestroom in Nederland" op de aparte web pagina (marktcijfers PV Nederland). De gegevens in de StatLine database blijken fors afgerond (geen komma posities weergegeven), waardoor detail verschillen niet goed kunnen worden weergegeven.

Bijplaatsing van jaarlijkse PV-capaciteit (gele kolommen, linker Y-as), volgend uit fragenswürdige, verre van volledige "enquêtes" door het CBS bij handelaren in zonnepanelen. Een shaky basis voor degelijk "marktonderzoek". In 2009 zijn slechts 59 bedrijven bevraagd, in 2010 nog steeds maar 64, er wordt heel wat "bijgeschat" waarbij geclaimd wordt dat dit maar "enkele procenten" zou zijn van het bijgeplaatste vermogen in 2010. 2003 was 6 jaar lang het "record jaar" voor zonnestroom in Nederland, door een belachelijke stapeling mogelijkheid van aanschaf subsidies die al zeer snel door destijds staatssecretaris van Geel (jawel, CDA) koud werd gemaakt wegens chronische budget overschrijdingen door de stormloop (veroorzaakt door het Nederlandse kabinet zelf). Daarna is het hele kaartenhuis weer in elkaar gesodemieterd, en kon ook de in 2008 gestarte SDE regeling (2009 volgens jaarverslag CBS slechts 10,7 MWp totaal bijgeplaatst waarvan slechts zo'n 6 MWp netgekoppeld uit SDE afkomstig kan zijn) daar aanvankelijk weinig aan veranderen. Pas in 2010 werd met de hakken over de sloot dat "historische" volume van 2003 net iets overboden, met 20,7 MWp (waarvan trouwens maar liefst 47% buiten de SDE om gerealiseerd zou zijn gebaseerd op het jaar rapport van CertiQ). Conclusie: de groei blijft marginaal, zeker in verhouding tot omliggende landen. "We moeten met elk megawattje blij zijn".

Levensduur???
Ook goed om hier te vermelden dat CBS een volslagen bezopen "levensduur" van slechts 15 jaar voor zonnestroom systemen hanteert (zelfde vermeende levensduur als thermische zonnecollector installaties!!!), en schrijft dit ambtelijke bolwerk wat niet weet wat de werkelijke levensduur van zonnepanelen is volgens het jaarverslag 2010 (p. 57) een in 1995 geplaatst systeem in 2010 af, en wordt zo'n systeem blijkbaar "virtueel afgevoerd" van de opgestelde capacteit in NEEderland... Totaal onzinnig natuurlijk, want dan zou in 2015 al mijn perfect werkende PV-installatie van het dak moeten volgens de teveel op het kantoor zittende rekenmeesters van het CBS...

In de grafiek is ook de "accumulatie zoals geldend aan het eind van elk jaar" zoals geregistreerd door CBS te zien (gearceerde donker oranje kolommen, rechter Y-as). Er wordt echter niet gerept van regelmatig gesignaleerde verkopen van oudere PV-installaties op Marktplaats e.d., waardoor het totale beeld beslist nogal "geflatteerd" kan zijn. Ook zal veel toenemende "grijs import" mogelijk niet bij CBS bekend zijn, steeds meer mensen importeren zelf uit bijvoorbeeld China, en slechts een zeer beperkt deel van alle "leveranciers van zonnepanelen" is lid van Holland Solar (die met CBS samenwerkt voor het opstellen van de statistische gegevens van de marktafzet). Vandaar deze grafiek - voor wat die waard is. De bizarre "versnellingsfases" en er tussenin abrupte afvlakking van de "groeicurve" zijn karakteristiek voor een continu falende, hoogst onzekere "markt". Uiteraard voor de volle honderd procent de schuld van het continue wip-kip beleid in Den Haag. Eind 2009 zouden we rond de 68 MWp aan zonnestroom capaciteit (all-in) hebben gezeten (het grootste deel is netgekoppeld), met het verstrijken van 31 december 2010 zou er volgens het CBS ongeveer 88 MWp in Nederland opgesteld moeten zijn geweest. Een magere prestatie voor een land wat al zo lang bezig is met zonnestroom, en wat de rijkdom heeft om er stevig voor te gaan (en daken zat heeft). Mits er een decent incentive systeem is, en stabiele, gunstige perspectieven voor alle soorte investeerders wordt geboden. Vooral voor de burgers die een dragende zuil zouden moeten zijn van zo'n ontwikkeling. Jammer dus, dat onze met fossiele hagelslag groot gebrachte EL&I minister Verhagen de burgers uit "zijn" SDE plus regeling heeft getrapt, dus "mogen" die door hem gehate 16 en een half miljoen mensen het blijkbaar verder zelf uit gaan zoeken. Veel lager onder de gordel kun je de burgers niet treffen, maar blijkbaar interesseert dat niemand in Den Haag. Tegenspel wordt vrijwel niet geboden op het Binnenhof...


Niet alleen de basis voor het opgestelde nominale vermogen aan zonnestroom installaties is op slappe grond gebouwd in de CBS cijfers. Als het om de productie aan kWh uit die installaties gaat, is het helemaal drijfzand wat de klok slaat. En dan druk ik mij netjes uit. Want CBS meet niks en heeft ook helemaal geen metingen beschikbaar. De CBS ambtenaren "berekenen" alleen maar. En gebruiken daarvoor al jaren lang volslagen bezopen cijfers van 700 kWh/kWp.jaar voor netgekoppelde installaties. En het nog onwaarschijnlijker getal van 400 kWh/kWp.jaar voor autonome installaties (die niks "invoeden", en die in veel gevallen nooit het verbruik van "fossiele bronnen" zullen vermijden, gezien het karakter van veel van de toepassingen...). Beide rekenfactoren slaan echt helemaal nergens op en horen in de Middeleeuwen thuis. CBS doet alsof haar neus bloedt, en blijft er gewoon mee rekenen, met die achterlijke "kengetallen". Aldus wordt er "gerapporteerd" en worden de speurders van de Verenigde Naties nog verder in het doolhof van emissie leugens in Nederland gestuurd...

Een grafiek van het kaliber "for whatever it is worth", of "duimzuigen kan iedereen". De berekende "productie" (geel/oranje kolommen, linker Y-as) op basis van het onzekere volume opgesteld vermogen is natuurlijk een giller als je van zulke slechte kengetallen als "700 kWh/kWp.jaar" (voor netgekoppelde installaties, het gros van de systemen) uitgaat. Polder PV produceert al sinds het jaar 2000 op veel hoger niveau (900 tot ver over de 950 kWh/kWp.jaar), en de meeste sindsdien opgeleverde, weinig last van schaduw hebbende systemen beslist ook. Ook het uit deze duimzuigerij afgeleide "aandeel van totale elektriciteitsconsumptie" (blauwe kolommen, rechter Y-as) moet met een dikke pot zeezout worden genomen. Alleen al het totaal onwaarschijnlijke "geblokte" verloop van die blauwe kolommen t.o.v. de veronderstelde "basisgegevens" (gele kolommen), doet het ergste vermoeden bij het CBS (er worden geen cijfers achter de komma van de minimale eenheid "promille" gegeven)...

Voor de (veronderstelde) impact op de vermijding van primair energie verbruik door alle door CBS opgevoerde PV-installaties, zie grafiek in de betreffende sectie 7B.


9. Capaciteit en productie thermische zonne-energie per jaar

Capacity and production of solar thermal installations per year

Daar had ik tot voor vorig jaar nog niet zo veel aandacht aan besteed, maar dat wordt in deze sectie uitgebreid goedgemaakt. Polder PV ploos er twee StatLine tabellen op na, en maakte grafieken van de beschikbare data. Deze worden hieronder weergegeven. Eerst een paar grafieken voor alle thermische collector systemen, daarna een uitgebreidere sectie voor de meest gebruikte "afgedekte" systemen ("zonnecollectors", "zonneboiler systemen").

Alle thermische zonnecollector systemen (verzamel grafieken)

Oppervlakte van nieuwe en geaccumuleerde thermische zonnecollector systemen (alle installaties types).

9A. Eerst de nieuw bijgeplaatste over-all thermische zonne-energie capaciteit in duizenden vierkante meters, met tevens een categorie (fictief) "verwijderd volume" aan installaties:

Let op dat het CBS uitgaat van een "scenario" van een slechts 15 jarige levensduur van "zonneboilers" (grootste aandeel van afgedekte thermische zonnecollectoren, meestal voor particulieren). Dat betekent dat systemen in 1995 geïnstalleerd vanaf 2010 niet meer worden "meegenomen" in berekeningen in hun bijdrage aan "hernieuwbare energie in Nederland". Het zal u duidelijk zijn dat i.t.t. de nogal simpel als "onzekerheidsmarge" opgevoerde claim van CBS, hier mogelijk een zeer forse onderwaardering van de bijdrage van zonnecollectoren wordt gegeven, want volgens mij gaan die dingen in de praktijk van alledag veel langer mee dan die zeer krappe "15 jaar". Onder de "nul-as" staat door CBS "afgeschreven" capaciteit (gearceerde kolommen) die niet meer in hun berekeningen voor het vaststellen van "hernieuwbare productie" wordt meegenomen...

De enorme terugval in 2005-2006 was zoals gebruikelijk te wijten aan een zoveelste wipkip periode van totale desinteresse in Den Haag en de afwezigheid van een incentive systeem. Pas met de invoering van de ingewikkelde, vaak met de SDE regeling verwarde "Subsidie regeling Duurzame Warmte" (feitelijk "tijdelijke energieregeling markt en innovatie, Staatscourant 8 september 2008, hoofdstuk 2), kwam er weer een prikkel die tot de nodige marktgroei heeft geleid, vooral bij particulieren: 80.000 vierkante meter groei in een jaar tijd, hoger dan in eerdere jaren in het begin van het millennium. Echter, in 2010 is dat niveau alweer teruggevallen naar zo'n 69.000 m² nieuwe oppervlakte, een daling van het jaarlijkse groeivolume van bijna 14%. Verhagen heeft ook nog eens per brief van 4 juli 2011 de hele regeling weer van het bekende politieke mes in de rug voorzien (met terugwerkende kracht tot 17 februari 2011..). Want hij vond dat de sector niet waarmaakte wat ze beloofd zouden hebben, namelijk kostenreductie (voor geschokte reactie van Holland Solar zie hier). En daarmee zet Verhagen voor de zoveelste maal Nederland te kijk als piratenstaat met een totaal onbetrouwbare overheid die er op duurzaam vlak gewoon met de pet naar blijft gooien (en bovendien haar "vertegenwoordigde" burgers het graf in minacht). Er is nog niets aan ondersteuning toegezegd, en met de aankomende zoveelste crisis en zoveelste schraalhans bezuinigings-pakket zie ik dat ook niet snel gebeuren.


9B. In de volgende grafiek de volgens het CBS aan het eind van elk jaar opgestelde capaciteit (collector oppervlakte, blijkbaar met de "fictief afgeschreven" installaties verwijderd uit de cijfers) voor drie deelcategorieën (gestapeld) en de totalen:

"Onafgedekte" systemen worden meestal in zwembaden e.d. gebruikt, ze bestaan vaak uit dunne kunststof "matten" van met elkaar in verbinding staande buisjes, die snel opwarmen in de zon (rose bovenste kolom segmenten). De (met een glasplaat) afgedekte en/of vacuümbuis installaties zijn in systemen kleiner of gelijk aan 6 m² (licht oranje, onderste kolom segment) of grotere systemen (donker oranje, middelste kolom segment) onderverdeeld. Eind 2009 was er volgens CBS zo'n 761.000 vierkante meter aan totale "collector" oppervlakte opgesteld, wat in 2010 met 5,7% gegroeid zou zijn naar 804.000 m². Door de aard van de "onafgedekte" systemen, hebben deze een onevenredig groot aandeel in het "oppervlakte" plaatje. Concentreren we ons uitsluitend op de meest relevante afgedekte systemen, nemen de kleinere installaties een dominante positie in: 42% van het totaal aan oppervlakte, en zelfs bijna 84% van alle afgedekte systemen.

Intermezzo: thermische zonne-energie in Duitsland
Om met de voeten weer even stevig in de Hollandse polderklei terug te keren: BSW Solar, de Duitse branche organisatie op het gebied van zonne-energie, rapporteerde in hun marktoverzicht van juni 2011 (downloaden van deze pagina) dat er in 2010 in Duitsland een bijbouw aan collector oppervlak is geweest van maar liefst 1,15 miljoen vierkante meter (bijna anderhalf maal zo veel nieuwbouw in een jaar tijd dan Nederland in al die jaren bij elkaar heeft geschraapt). Geaccumuleerd zou er in Duitsland volgens BSW Solar al een thermische zonnecollector oppervlakte zijn van 14 miljoen vierkante meter (wat gelijk zou staan aan 9,8 Gigawatt aan thermisch vermogen oogstend uit gratis "bron", zonlicht). Een factor 17,5 maal de hoeveelheid in Nederland volgens het CBS. De Duitse bevolking is minder dan een factor 5 maal zo groot, dus ook op dat vlak doen de oosterburen het alweer minstens 3 tot 4 maal zo voortvarend als in ons land. Daarbij goed beseffen dat een aanzienlijk deel van de capaciteit in Nederland in Vinex lokaties reeds tijdens de bouw is aangebracht (bijv. Apeldoorn is daarin zeer actief geweest, op forse schaal). In Duitsland is meestal de particulier de drijvende kracht, en die doet het op eigen initiatief...


9C. In de laatste grafiek van dit drietal de veranderingen in de geaccumuleerde oppervlakte aan collector systemen:

In deze grafiek is de jaarlijkse groei in percentage t.o.v. het opgestelde collector oppervlak van het voorafgaande jaar weergegeven. Duidelijk is dat die groei gezond was in de negentiger jaren van de twintigste eeuw, maar dat er in het begin van het millennium fors de klad in is gekomen. Met als dieptepunt de jaren 2006-2008 toen het percentage was terug gezakt tot een niveau van iets meer dan 4%. Pas in 2009 is er weer sprake van een korte opleving in de "netto geaccumuleerde" collector oppervlakte die door het CBS wordt gebruikt voor de bijdrage aan de hernieuwbare energie productie. Maar 2010 viel alweer terug naar 5,7% groei t.o.v. de capaciteit in 2009, met een slecht perspectief op verbetering...


Afgedekte zonnecollector systemen - het kloppende hart van de thermische zonne-energie markt

In deze sectie meer licht op de ontwikkeling van de aantallen nieuwe en geaccumuleerde thermische zonnecollector systemen per jaar. Type "met glasplaat afgedekte installaties" en/of vacuümbuis collectoren (die helaas niet door CBS worden uitgesplitst, vacuümbuizen hebben in Duitsland zo'n 10% van de markt, maar zijn hier nog relatief dun gezaaid). Dus zonder de typische "zwembad" toepassingen e.d., die wel in de eerste drie figuren in deze paragraaf zijn opgenomen (Figs. 9A-C). Thermische zonnecollectoren sensu stricto, zoals de meeste mensen die kennen. NB: in Nederland voor het overgrote merendeel uitsluitend voor de bereiding van warm tapwater gebruikt. De ondersteuning van de ruimteverwarming m.b.v. grote afgedekte zonnecollector systemen staat in ons land helaas nog in de kinderschoenen, en daar komt in GASland NEEderland slechts ontzettend langzaam verandering in. Terwijl de energiewinst die daarmee behaald kan worden zeer hoog kan zijn. Want ruimteverwarming veroorzaakt de grootste variabel gebruik-gerelateerde kostenpost op de totale energie nota. Tja: in een land wat chronisch verslaafd is geworden aan het eigen Slochteren gas, en er niet voor terugdeinst om daar straks Putin-gas voor in de plaats in de "eigen" reservoirs te gaan pompen, is het moeilijk om doorbraken op dat gebied te forceren. Totdat het te laat is.


Sectie I - 9D.
Nieuwe en geaccumuleerde aantallen afgedekte collector installaties en de procentuele groei daarin. De eerste grafiek toont de jaarlijkse toename van het aantal afgedekte zonnecollectoren:

Ook weer in deze grafiek opgenomen het door CBS als "afgeschreven" beschouwde, uit de productie berekeningen te verwijderen aantallen installaties, in 2009 al opgelopen tot 2.501 stuks, en in 2010 zelfs maar liefst 3.300 "virtueel verwijderde" installaties. In 2009 werd een record aantal van 11.522 nieuwe afgedekte collector systemen geplaatst, maar in het opvolgende jaar was dat alweer terug gevallen naar een niveau van 10.397 stuks. Op basis van die cijfers volgt: netto "veronderstelde" (niet "gemeten") groei: 11.522 - 2.501 = 9.021 stuks voor 2009. En 10.397 - 3.300 = 7.097 stuks, een "netto daling" t.o.v. het aantal overgebleven "nieuwe" installaties in 2009 van dik 21%.


9E. Uit de voorgaande (berekende) bijbouw cijfers volgen de aantallen "aan het eind van elk jaar" in de volgende accumulatie grafiek:

Accumulatie van "netto" aantallen afgedekte thermische zonnecollector installaties met de hoeveelheden aan het eind van elk jaar. In 2010 zouden er "netto" volgens het CBS 119.808 installaties "over" zijn inclusief bijbouw en veronderstelde "afbraak" cq. "einde levensduur" in 2010.


9F. In de laatste grafieken in deze sectie de procentuele groei van de toename t.o.v. de accumulatie van het voorlaatste jaar, voor de opgestelde oppervlakte resp. voor de aantallen nieuwe installaties. Eerst de wijzigingen in bijgeplaatste oppervlakte voor de afzonderlijke drie typen collector families:

Uit deze grafiek wordt duidelijk dat de groei van het "niet afgedekte" marktsegment redelijk stabiel is geweest in de negentiger jaren van de vorige eeuw, maar dat de klad er goed in zat tussen 2005 en 2008 (en, opnieuw, in 2010). Het belangrijke marktsegment van de kleinschalige afgedekte collectoren (heel vaak een dubbele collectorplaat) liet hoge groeicijfers zien begin negentiger jaren, en zakte gestaag naar zeer lage groei niveau's in 2006-2007. Pas met de stimuleringsregeling warmte kwam er met name in 2009 een interessante opleving, die echter in 2010 alweer ongedaan lijkt te zijn gemaakt. Grote collector systemen met collector oppervlaktes groter dan 6 vierkante meter leefden de laatste twee jaar ook weer op, na zelfs met een negatieve "groei" in 2008 te zijn geconfronteerd (eindejaars accumulatie 2007-2008 tijdelijk dalend van 50.000 naar 49.000 m²). Volgens grafiek 9G zou er ongeveer evenveel nieuw oppervlakte voor deze categorie zijn verkocht als in 2009. Of die opleving bestendigd zal worden lijkt de vraag, als er geen incentive systeem meer wordt opgetuigd. De eerste resultaten voor het 1e half jaar van 2011 laten wat dat betreft een tale-telling, teleurstellend afzet cijfer zien (grafiek 9G), al moet daar wel worden bij gezegd dat met name de verkopen later in het jaar bepalend (zullen) zijn voor het eindejaars-resultaat).

Tot slot de groei van de aantallen van alle afgedekte collector systemen bij elkaar opgeteld, van jaar tot jaar:

Deze grafiek toont nog pregnanter dan in de vergelijkbare grafiek voor de opgestelde oppervlakte van alle collector systemen de dramatische teruggang in marktgroei bij de aantallen verkochte/geplaatste nieuwe afgedekte collector systemen: de fundamentele zuil waarop de thermische zonne-energie markt drijft (of: zou moeten drijven). De jaarlijkse groei in aantallen was fenomenaal aan het eind van de vorige eeuw, met dik 30% groei in aantallen per jaar, zelfs na enkele jaren deze groei te hebben vertoond. Dat is echter rap tot een zeer laag niveau van 4-5% per jaar teruggezakt in 2006-2008, met een licht herstel in 2009, en weer een neergaande trend in 2010.


Sectie II - 9G.
In deze tweede sectie de door CBS toegepaste onderverdeling in afgedekte collectoren (of vacuümbuis systemen) met een oppervlakte kleiner of gelijk aan 6 vierkante meter, en collectoren met een grotere totaal oppervlakte (in dat geval meestal ingezet voor zonnige hulp bij de ruimteverwarming). Groei in collector oppervlakte per jaar per categorie:

In deze grafiek is ook de accumulatie voor de eerste 2 bekende kwartalen voor 2011 reeds meegenomen (StatLine update 22 sep. 2011, gearceerde laatste kolommen). Data vanaf 2010 kunnen nog gewijzigd worden. Gezien het volume voor die eerste 2 kwartalen van 2011, lijkt die groei verder te zijn afgezwakt t.o.v. die in 2010 (eerste jaarhelft 2011 45,5% van totale oppervlakte voor kleine collectoren in heel 2010, zelfs maar 21,7% voor de grote systemen). 2009 was zonder meer een record jaar, met 22% meer oppervlakte voor kleine collectoren dan in 2002. In 2010 was dat zelfs 84% meer voor de grote systemen. Dit werd gestimuleerd door (de uitloop van) een aardige pot uit de eind 2008 ingestelde Duurzame Warmte regeling (aanvankelijk bij SenterNovem, nu bij Agentschap NL). Die inmiddels alweer is dichtgegooid door Verhagen. Blijkbaar begint het "pijn" te doen bij het Ministerie van Financiën (een rimpeltje minder belasting inkomsten via de gasbaten trein), en dus wipkipt de Staat er weer op los: desastreus en destructief beleid gecontinueerd, dus.


9H. Een nog veel nauwkeuriger "markt" beeld krijgen we uit de beschikbare groeicijfers per kwartaal. Wederom met onderscheid tussen kleine en grotere afgedekte collector systemen:

Per kwartaal zijn de variaties natuurlijk nog wat groter - in de "slechte" periode 2005-2008 was er in het vierde kwartaal van 2007 een lichte opleving te zien. De hoeveelheid nieuwe oppervlakte was met name in alle vier kwartalen van 2009 spectaculair (met het eerste kwartaal de "zwakste" voor de kleinste systemen). Het record voor de kleine systemen werd gevestigd in het vierde kwartaal van 2009, met een nieuwe oppervlakte van 9.440 m². 2010 gaf nog steeds goede groeivolumes te zien, maar moet duidelijk een veer laten t.o.v. het voorgaande jaar. Met als grote uitzondering het tweede kwartaal, toen een spectaculaire groei van de grote categorie werd geregistreerd, in totaal 5.975 m². Dit heeft ongetwijfeld te maken met de installatie van grote installaties zoals de 720 vierkante meter Viesmann vacuümbuizen bevattende grote installatie voor het zwembad Overbosch in Den Haag (nieuwsbericht van 13 augustus 2010). 2011 trapte aardig af in de eerste 2 kwartalen, al is met name het niveau voor de grotere collector systemen alweer verder gedaald. De vraag is of de afzet op peil zal blijven nu Verhagen de stimuleringsregeling voor duurzame warmte weer een koppie kleiner heeft gemaakt. De gemiddelde Hollander kennende, kon dat wel eens tegen gaan vallen ("geen subsidie, dan ook niks kopen"...).


Sectie III - 9I.
Tot slot wederom het aantal afgedekte zonnecollector installaties en de veranderingen daar in. Ditmaal tot in groot detail: per kwartaal.

Eerste grafiek geeft nieuwe aantallen per jaar, waarbij in de jaarkolom onderscheid wordt gemaakt naar de contributie van alle 4 de kwartalen in het betreffende jaar:

Er is bij het aantal afgedekte zonnecollector systemen variatie van jaar tot jaar en een echte "trend" is in de kwartaalcijfers niet echt te ontdekken. Behalve dan dat het laatste kwartaal in de meeste jaren de hoogste aantallen geeft te zien, en het eerste kwartaal vanaf 2007 3 van de 4 jaar de laagste. Vanaf 2010 zijn de getallen nog niet definitief. Het verschil tussen 2006 en 2009 is gemiddeld genomen ongeveer een factor 2. In 2010 zijn de aantallen weer ingezakt. Het eerste kwartaal van 2011 deed het tot nu toe verrassend wel het best in de hele reeks (echter niet voor de totale oppervlakte, zie Fig. 9H), terwijl het beste kwartaal vanaf 2002 het vierde kwartaal van dat jaar was, met in totaal 3.315 nieuwe installaties. Dat is verrassend beter dan in hetzelfde laatste kwartaal van 2009, toen er een stimuleringsregeling was. Ook het tweede kwartaal van 2011 kon goed meekomen wat de aantallen betreft: het sloot (voorlopig) af op een 2e positie in de getoonde tijdreeks.

Interessant zal zijn wat de stopzetting van de regeling "duurzame warmte" voor impact zal hebben op de latere kwartaal cijfers bij het CBS, ook wat de aantallen nieuwe installaties betreft.


9J. Nieuwe aantallen afgedekte collectoren per kwartaal geeft de meest gedetailleerde markt afzet ontwikkeling te zien als je deze achter elkaar uitzet in een grafiek:

Ook hier weer een gemengd beeld: redelijk wat variatie tussen de kwartalen, een algemene neerwaartse trend in de jaren 2005-2007, en pas vanaf het vierde kwartaal van 2008 (na inwerking treden regeling "Duurzame Warmte") eindelijk weer wat groei. In 2010 toch weer een lichte terugval, terwijl de eerste jaarhelft van 2011 nog steeds een behoorlijk hoog niveau laat zien. Het kwartaal met de meeste nieuwe installaties ligt echter alweer ver terug in het geheugen, want dat was het vierde kwartaal van 2002, met maar liefst 3.315 nieuwe afgedekte collector systemen.


9K. In de laatste grafiek de veranderingen in het aantal nieuwe installaties van kwartaal tot kwartaal, met de groei of afname in procenten van de accumulatie van aantallen in het voorlaatste kwartaal:

Ook uit deze procentuele verandering grafiek blijkt dat er "geen peil" is te trekken op de trend tussen de kwartalen onderling: een sterk gemengd beeld. Weliswaar waren de grootste uitschieters tweemaal in het laatste kwartaal (winter seizoen in 2002 en 2008), maar dat effect was in hetzelfde kwartaal in andere jaren veel zwakker tot zelfs licht negatief (2003).


10. Capaciteit windenergie per jaar / Capacity windpower per year

De belangrijkste hernieuwbare energiebron in Nederland behoeft hier natuurlijk ook nog enige aandacht.

10A. In bovenstaande grafiek worden achtereenvolgens de volgende variabelen getoond:

Nieuwe capaciteit (MWe) aan nominaal windturbine vermogen op land (donkerblauwe kolommen, linker Y-as), idem op zee (off-shore, lichtblauwe kolommen sinds de bouw van het eerste, uit 36 turbines bestaande Offshore Windpark Egmond aan Zee in 2006, linker Y-as), per jaar verwijderde capaciteit (lege, met donkerblauw gestreepte kolommen weergegeven kolommen onder de X-as voor wind op land, linker Y-as), geaccumuleerde capaciteit aan het eind van het jaar voor wind op land (dus inclusief aftrek van verwijderde capaciteit, gearceerde gele kolommen, rechter Y-as), en, tot slot, de geaccumuleerde capaciteit voor wind op zee (rood gearceerde kolommen, rechter Y-as).

De maximale bijbouw volumes vonden plaats in 2008 voor wind op land (296 MW) resp. op zee (120 MW, Prinses Amalia windpark met 60 turbines). De accumulatie maxima bereikten hun top in 2010 voor zowel wind op land (2.002 MW) als wind op zee (228 MW), al is het laatste getal al sinds de oplevering van het tweede off-shore windpark sinds 2008 ongewijzigd.

10B. Accumulatie van nominaal vermogen aan windturbines op het eind van het jaar, gestapeld. Lichte groei in de jaren rond de eeuwwisseling, versnelde groei in de eerste jaren van de nieuwe eeuw, maar stagnatie in een periode (2008-2010) waarin al drie jaar een nieuwe "stimulerings"regeling van Rijkswege geldt (wat alles zegt over de kwaliteit ervan). Wind off-shore zorgt met twee gerealiseerde windparkjes voor nog wat sjeu, maar trots mag wind natie NEEderland absoluut niet zijn op het tot dusver bereikte "resultaat": 2.230 MW aan geaccumuleerd wind turbine vermogen.

10C. Grafiek vergelijkbaar met het exemplaar getoond onder 10A, maar nu het aantal wind turbines weergevend. Hierin verschuiven de accenten. Wat bijgeplaatst aantal turbines betreft ligt namelijk het record in het in de grijze historie liggende jaar 1995, toen er een enorm aantal van maar liefst 336 nieuwe turbines werden bijgeplaatst. Voor off-shore was het - uiteraard - wederom het jaar 2008 toen er in het Prinses Amalia windpark 60 nieuwe turbines werden opgeleverd. Ook de accumulatie cijfers vertellen een iets ander verhaal wat de aantallen betreft in vergelijking tot het opgestelde vermogen. Ondanks het feit dat het eindejaars record voor het vermogen tot nu toe in 2010 lag (Fig. 10A), ligt dat voor de aantallen turbines in 2008, en is dat aantal zelfs in twee jaar tijd gedaald naar slechts 1.867 exemplaren op land. Het bleef uiteraard stabiel op 96 exemplaren in de Noordzee, er is ondanks problemen met funderingen, verder niets veranderd aan de status quo rond de enige 2 off-shore windparkjes die in de internationale wateren zijn gerealiseerd voor onze kust.

Opmerkelijk zijn verder beslist de - volgens het CBS - "uit gebruik genomen" wind turbines (lege, blauw gestippelde kolommen onder de X-as, alleen geldig voor wind op land): In 2009 werd een record aantal van 118 stuks afgebroken.


11. Capaciteit alle opties per jaar / Capacity all options per year

Tot slot, in deze grafiek, alle als "hernieuwbaar" beschouwde opties bij elkaar, geaccumuleerd vermogen van de eindejaars capaciteit per optie.

In deze grafiek worden "slechts" de opties windenergie (donkerblauwe kolommen; zowel on- als off-shore), vuilverbranding (donkerpaarse kolommen; ongeveer de helft "organische fractie"), biogas (olijfkleurige kolommen; vreemd genoeg cijfer voor 2010 nog niet bekend gemaakt), zonnestroom (gele kolommen), en waterkracht (lichtblauwe kolommen) getoond. De bereikte accumulaties aan opgestelde capaciteit aan het eind van 2010 staan in de grafiek vermeld. Let op dat het totale wind vermogen nauwelijks is toegenomen: vrijwel geen bijbouw, en een behoorlijk aantal kleinere installaties wat is afgebroken.

CBS geeft geen "vermogen voor bijstook in fossiele centrales" op, omdat slechts een beperkt deel van de totale fossiele capaciteit van die centrales wordt gebruikt "in het geval er wordt bijgestookt". En ook nog op niet van tevoren voorspellen momenten. Wel is het aandeel van de bijstook zorgwekkend groeiend, en dreigt het zeker in windarme jaren het aandeel windstroom in te gaan halen op niet al te lange termijn. In dat geval is het grootste deel van de door belanghebbenden als "hernieuwbaar" gekwalificeerde stroomvoorziening alweer volledig gemonopoliseerd (burgers zullen nooit in staat zijn om biomassa op een kolenbedje "bij te fikken" en daar ook nog eens "groene subsidie" voor te beuren), en is de decentralisatie van de hernieuwbare energievoorziening vanaf dat moment al een regelrechte aanfluiting geworden.


Links

CBS rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2010":
http://tinyurl.com/6e9amll

CBS rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2009":
http://tinyurl.com/37xsh69

Revisie "duurzame energie" wordt "hernieuwbare energie" plus (grotendeels marginale) cijfermatige correcties bij CBS (juli 2010; pdf 4 pagina's):
http://tinyurl.com/29yqmou

StatLine tabellen - cijfers voor 2010 "nader voorlopig" (updates van 30 juni 2011 resp. 15 sep. 2011):

"Hernieuwbare elektriciteit; binnenlandse productie, import en export" (alle jaren; laatste wijziging hier gebruikt 15 september 2011):
http://tinyurl.com/2waxeq3

"Hernieuwbare energie; capaciteit, binnenlandse productie en verbruik" (alleen 2005-2010, via knop "pas gegevens aan" meer jaren en/of meer gegevens opvragen; laatste wijziging hier gebruikt 30 juni 2011):
http://tinyurl.com/44l5vw6

"Zonnestroomsystemen; handel in panelen, werkgelegenheid en omzet" (alle jaren; laatste wijziging hier gebruikt 30 juni 2011):
http://tinyurl.com/2ba5rq6

"Zonnewarmte; in gebruik genomen afgedekte zonnecollectoren in Nederland" (alle jaren vanaf 2002, per kwartaal; laatste wijziging hier gebruikt 22 september 2011):
http://tinyurl.com/23edrq2

"Hernieuwbare energie; vermeden verbruik fossiele energie en vermeden CO2" (alle jaren; laatste wijziging hier gebruikt 30 juni 2011):
http://tinyurl.com/6bkylln


Referentie

StatLine link in de CBS database, "Duurzame elektriciteit; binnenlandse productie, import en export"


Pagina voor het eerst gepubliceerd op 26 september 2011 (CBS StatLine updates op 30 juni 2011 resp. 15 en 23 september 2011 & CBS jaarrapport 2010)

 


© 2011 Peter J. Segaar/Polder PV, Leiden (NL)