starting up our own green power production unit: 4 solar panels, March 2000
CertiQ 2009
links
PV-systeem
meten=weten
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index

 

SOLARENERGY

(Groei van) zonnestroom in Nederland¹

CertiQ 2009:
Tussenstand, jaarverslag & (gereviseerd) jaarrapport

Voor overige marktdata CBS en CertiQ zie de hoofdpagina in deze sectie

Voor CertiQ resultaten 2010 zie deze pagina

Voor vergelijking met de hard groeiende Belgische/Vlaamse markt zie de aparte pagina

¹Ook te lezen als: "Een ongemakkelijke waarheid"...
Also to be read as "An inconvenient truth"...


Tussenstand CertiQ 2009 met:

Grafiek verdeling installatie grootte

Statistische gegevens 2009 t.o.v. 2008 uit CertiQ jaarverslagen
en (gereviseerde) jaarrapporten
met:


Tabel met aantallen productie-installaties
Grafiek gecertificeerde productie
Jaarrapporten Certiq
Tabel met productie en aangemaakte certificaten
Jaarverslagen <-> jaarrapporten
Zonnestroom in grafiek: aantal en vermogen ROLL-OVER IMAGE
Tussenevaluatie impact SDE in het jaar 2009
Productie en import "duurzame" stroom

Meer details SDE 2008 en 2009 via D.E.T.

Links


Tussenstand CertiQ 2009

Uit twee bronnen gepubliceerd in begin januari 2009 eerst wat interessante extra informatie (bovenop de doorgaande rapportage op de hoofdpagina over de maandcijfers van CertiQ) over de "berekende realisatie" van nieuw zonnestroom vermogen en output in het "tweede SDE jaar", 2009. Een soort van tussenrapportage, dus.

Tabel met uitsplitsing installaties per vermogens-staffel
Deze analyse is gebaseerd op het artikel op de actuele, interessante website Duurzame Energie Thuis van Icon Publishers. Daarin staat een interessante tabel die, volgens de webmaster Erik Stevens, die ik daarover vragen stelde, rechtstreeks afkomstig is van TenneT, waar CertiQ onderdeel van is. De tabel toont, voor het eerst, een onderverdeling van het aantal in de database van CertiQ opgenomen zonnestroom installaties die in de cijfers voor 2009 zijn verwerkt, uitgesplitst per deelcategorie ("klasse", of "staffel") in stappen van een kilowattpiek. Ik heb op basis van die tabel de volgende grafiek gemaakt, "voorlopige realisatie CertiQ 2009". Met daarbij de aantekening dat het niet zo hoeft te zijn dat installaties die in dat jaar aan het net zijn gegaan in deze lijst/figuur hoeven te zijn opgenomen (zie ook verderop), en dat er SDE installaties die in 2008 al aan het net zijn gegaan pas in 2009 (kunnen) zijn ingeschreven bij CertiQ. Dit heeft te maken met de soms ellenlange wachttijden op bruto productiemeters en, vooral, de zeer schimmige administratieve procedures die blijkbaar na de "toestemming" van de netbeheerder via CertiQ en SenterNovem doorlopen moeten worden voordat er een "vinkje" in de CertiQ database komt. Dit alles volledig buiten de macht of invloed van de daadwerkelijke producent van zonnestroom. In Duitsland staat iedereen per 1-1-2009 vrijwel direct tot op drie cijfers achter de komma (nominaal vermogen) ingeschreven bij het Bundesnetzagentur na opgave van enkele basisgegevens, en kan direct een maandbedrag op basis van de geprognosticeerde opbrengst en het vaste invoedingstarief voor de hele opwek direct na netkoppeling worden opgeeist van de regionale netbeheerder. Afgezien van de blijvende onduidelijkheden rond de vreselijke SDE procedures in Nederland, allemaal het gevolg van de inherent absurd bureaucratisch opgezette wijze waarop die "regeling" is opgetuigd, geeft onderstaande grafiek goed weer hoe de "verhoudingen" lagen in het tweede SDE jaar wat de verderling van gecertificeerde installaties betreft.

^^^
Number of PV-installations per category (kWp, X-axis) for the year 2009 in database of CertiQ/TenneT, the Dutch provider of "Guarantees of Origin" for solar electricity produced.

Grafiek gemaakt van de data in de tabel op deze webpagina van Duurzame Energie Thuis (punt nl). Op de horizontale as de indeling in vermogensklassen in kWp (lichte aanpassing door Polder PV, zie hieronder), op de vertikale as het aantal PV-systemen wat volgens de destijds gepubliceerde informatie binnen de betreffende klasse is ingeschreven in de CertiQ database voor het jaar 2009. De "6,3 MWp" was een schatting van mij op basis van de gepubliceerde grafiek in het december 2009 maandrapport van CertiQ. Voor commentaar zie verder.

Gegevens © van CertiQ/TenneT via Duurzameenergiethuis.nl;
Grafiek © P.J. Segaar/Polder PV, Leiden (NL)

Categorie afgrenzing
In de oorspronkelijke tabel stond als "laagste" categorie het traject "500 - 1.500 Wp" vermeld, maar dat is een incorrecte opgave van CertiQ en/of TenneT geweest. Want zowel SDE 2008 als SDE 2009 hadden een fysieke ondergrens van "groter dan 0,6 kWp", of, zoals ik het duidelijker gesteld vind gezien het feit dat "Wattpiek" de basiseenheid is bij het STC vermogen van PV-modules, "minimaal 0,601 kWp". Wat inhoudt dat kleine installaties van 500 Wp nooit zullen zijn "beschikt" door SenterNovem, en dus ook nooit in de cijfers van CertiQ "zouden mogen voorkomen"*. Vandaar de aanpassing van de eerste categorie in mijn grafiek. Onduidelijk blijft of een categorie aanduiding van, bijvoorbeeld "3,5-4,5" inhoudt dat 3,500 kWp installaties hierin zijn inbegrepen, of pas vanaf een systeemgrootte van 3,501 kWp. M.a.w.: de exacte definitie van het "streepje" (" - ") is onbekend. In de tabel werden in twee kolommen de "uiterste waarden" opgegeven in de TenneT tabel, wederom zonder uitleg over de hardheid van de grenswaarden voor de onderlinge klassen.

* Er daarbij van uitgaand dat er niemand in Nederland zal zijn die niet aan de MEP of SDE regeling heeft meegedaan, wel een viertal zonnepanelen op het dak heeft liggen, en om een mij onduidelijke reden zich heeft laten inschrijven bij CertiQ. Mogelijk à raison van dertig Euro inschrijfgeld EN dertig Euro per jaar "administratiekosten", die de inkomsten aan zonnestroom waarde van zo'n klein - buiten de SDE voorwaarden vallend! - systeempje volledig teniet zouden doen. Zo'n scenario is hoogst ongeloofwaardig, maar ik hoor gaarne van mensen als zij in zo'n situatie zitten...

Aantal installaties
Het in het web artikel genoemde "uitgangspunt" van 745 installaties op 1 januari 2009/eind december 2008 klopt niet met de destijds of later door CertiQ "officieel" gepubliceerde gegevens. Zowel het maandrapport december 2008, het originele jaarrapport 2008, en zowel de jaarverslagen 2008 als 2009 geven 718 op als "eindstand" voor dat jaar. Het "revisie 2008 rapport" rept echter weer van 740 ... Omdat bij navraag bij Duurzameenergiethuis.nl is gebleken dat die 745 rechtstreeks van de persvoorlichter van TenneT komt, heb ik dat getal voor de berekeningen en grafiek m.b.t. de "tussenrapportage" op deze pagina genomen. Ik heb destijds een e-mail naar TenneT verstuurd met verzoek om opheldering van deze curieuze verschillen. Een verklaring hiervoor is inmiddels gearriveerd bij Polder PV: z
ie uitleg in het bericht van 19 januari 2010. Voor evaluatie n.a.v. de officiële rapportages van CertiQ, zie de tweede sectie verderop.

Zwaartepunt SDE: kleine installaties
Zeer duidelijk uit de grafiek met de tussenevaluatie blijkt dat de (gemiddelde) systeemgrootte in Nederland op het vlak van zonnestroom bedroevend klein blijft en compleet onvergelijkbaar met de situatie in de buurlanden (Sonnenertrag - eind 2009 Vlaanderen gemiddeld al rond de 4,4 kWp/systeem, Duitsland zelfs 12,3 kWp, vrijwel allemaal particuliere installaties). Bijna alle PV-systemen die onder het SDE regime nieuw zijn aangemeld zitten (ver) onder de 5 kWp, meer specifiek:

  • 1.124 stuks tussen 0,601 en 1,5 kWp, 39,7% van het totaal
  • 669 stuks tussen 1,5 en 2,5 kWp, 23,6% van het totaal
  • 755 stuks tussen 2,5 en 3,5 kWp, 26,7% van het totaal
  • 218 stuks tussen 3,5 en 4,5 kWp, 7,7% van het totaal
  • 63 stuks hoger dan 4,5 kWp, 2,2% van het totaal

Mogelijke realisatie SDE 2008 nog erger dan bevroed
Als we de eerste drie klassen bij elkaar nemen, daarbij er van uitgaand dat daar in ieder geval uitsluitend de installaties voor SDE 2008 in kunnen zitten, en niet in hogere categorieën (immers, SDE 2008 was gemaximeerd op 3,5 kWp), komen we voor dat deel op 2.548 installaties, 90% van het totaal. Neemt u hier s.v.p. goed nota van: Als dit allemaal SDE 2008 installaties zouden zijn geweest (wat beslist niet het geval zal zijn omdat er ook niet als zodanig geoormerkte SDE 2009 systemen onder zullen vallen!), moeten we concluderen dat er in 21 maanden tijd sinds de start van de SDE op 1 april 2008 nog steeds maar maximaal 2.548 (installaties tm. 3,5 kWp) gedeeld door 8.000 (beschikkingen SDE 2008 gemaximeerd op 3,5 kWp) = 31,9% van het aantal beschikte aanvragen voor de SDE 2008 ingevuld zou kunnen zijn tot en met december 2009. Op basis van de maandrapporten (laatst gepubliceerde exemplaar tijdens schrijven van deze analyse: december 2009) kwam ik op 37,0% maximaal, met daarbij al het voorbehoud dat er ongetwijfeld al eind december 2009 de nodige SDE 2009 installaties (grotere capaciteit toegelaten) bij die CertiQ getallen zouden moeten zitten. Met deze nieuwe gegevens moeten we dus onherroepelijk concluderen dat de realisatie SDE 2008 tot nu toe nog slechter lijkt te zijn dan al eerder bevroed door Polder PV. Want zelfs in de hierboven genoemde bijna 32% moet er nog steeds een onbekend aantal SDE 2009 installaties zitten. Wat zou betekenen dat de realisatie voor SDE 2008 mogelijk nog steeds onder de 30% zou liggen, eind 2009. Hoe ver daaronder kan alleen door de harde gegevens van SenterNovem en CertiQ bekend worden, en het parlement moet die gegevens gewoon opeisen en laten publiceren.

Als we uit zouden gaan van de "gemiddelde systeemgrootte" per klasse (wat TenneT trouwens lijkt te doen, ze rekenen zelfs in "MW" klassen, wat voor het overgrote merendeel van de vaak zeer kleine Nederlandse PV-installaties natuurlijk volslagen absurd is), komen we voor de tussenevaluatie op de volgende "grof geschatte" getallen uit voor het "gerealiseerde vermogen per klasse", met een "restant":

  • 1,05 kWp (gemiddelde van 0,601 en 1,5) x 1.124 = 1.180 kWp
  • 2,0 kWp x 669 = 1.338 kWp
  • 3,0 kWp x 755 = 2.265 kWp
  • 4,0 kWp x 218 = 872 kWp
  • restant: (7x7) + (4x8) + (4x9) + (3x10) + (3x11) + (5x12) + (1x13) + (1x14) + (4x15) + (1x17) = 344 kWp

Rekenend met deze "gemiddelde" resp. tongue-in-cheek berekende vermogens per klasse zou je in totaal op 5.999 kWp uit komen. Bij navraag bij Duurzame Energie Thuis.nl bleek er zelfs een nauwkeurige opgave van het totaal ingeschreven (niet hetzelfde als "daadwerkelijk in 2009 gerealiseerde"!!!) vermogen voor 2009 gedaan te zijn door de persvoorlichter van TenneT, luidend:

"Het ingeschreven vermogen is toegenomen van 12,462 naar 18,446 MW."

Hetgeen zoveel betekent als: bij CertiQ zou in het jaar 2009 een nieuw PV-vermogen van slechts 5,984 MWp zijn ingeschreven volgens die stand van zaken. Zelfs nog iets minder dan 6 MWp, dus.** En fors minder dan ik met nauwkeurig "meten" uit het slecht afleesbare grafiekje in het december 2009 rapport kon destilleren (6,3 MWp). Het is dus nog dramatischer dan ik al een jaar lang heb gedacht of begin 2010 heb kunnen kwantificeren. Al is hiermee natuurlijk nog steeds onbekend wat er in 2009 al totaal nieuw aan het net was gekoppeld in Nederland. Zowel "binnen de SDE condities" (velen mogelijk nog wachtend op de bruto productiemeter en de bureaucratenmolens, nog niet ingeschreven bij CertiQ), als "buiten de SDE om". Wat de laatsten betreft: mensen die de SDE een verschrikking vinden en gewoon op eigen initiatief en met eigen tijdpad een installatie aan (laten) leggen, zonder lastig gevallen te worden door oeverloos ambtelijk gezever of absurde subsidievoorwaarden. Voor een totaal indruk, zie daarvoor mijn CBS analyse. Er is in 2009 in totaal - volgens het CBS - slechts 10,7 MWp bijgekomen, waarvan 10,6 MWp netgekoppeld, met bovenstaande "TenneT claim" betekent dat 43 procent daarvan buiten de SDE om zou zijn gerealiseerd...

** Dit blijkt n.a.v. een uitgebreide reply van TenneT op vragen van Polder PV een minimum waarde te zijn die nog zoui kunnen worden bijgesteld. Uitleg hierover onder het bericht van 19 januari 2010! De impact hangt echter ook af van eventuele bijstelling voor het (eind) 2008 resultaat. Zie ook de analyse van Polder PV n.a.v. gepubliceerde CertiQ rapporten verderop, met name uitleg bij de vermogensgrafiek uit de jaarrapporten (ROLL-OVER grafiek).

"Grote" systemen en de problemen
Van één (voor Nederland) "grote" nieuwe installatie wist ik al dat die wel aan het net was gekoppeld, begin december 2009. Maar die gezien de niet verder dan 17,5 kWp gaande TenneT/CertiQ tabel, beslist nog niet ingeschreven kon zijn bij CertiQ (later in 2010 natuurlijk wel, gegevens niet bekend): dat was het fraaie 70 kWp systeem in Witmarsum in de nabijheid van de Afsluitdijk in het westen van Friesland waar ik op 8 december 2009 al uitgebreid over had gerapporteerd. Gezien de grootte van dat systeem, wordt meteen duidelijk dat het "niet opnemen" van slechts een zo'n installatie in het jaar van actuele netkoppeling een enorme impact heeft op de mate van "representativiteit" van de nog steeds bitter tegenvallende totale CertiQ cijfers. Die dus, net als trouwens de CBS cijfers, als niet betrouwbare bron beschouwd kunnen worden voor het vaststellen van het werkelijk aan het net gekoppelde zonnestroom vermogen in een kalenderjaar. Ook in dit opzicht loopt Nederland compleet uit de pas met de voortvarende buurlanden, blijven we roeien in compleet dikke zeemist van speculatieve dan wel "beargumenteerde" schattingen, blijft ons land stronteigenwijs met een betonnen plaat voor het hoofd een eigen rampzalige "koers" volgen, en lijkt er vooralsnog geen enkele zekerheid op het vlak van verbetering van keiharde marktgroei monitoring voor duurzame energie in het algemeen, en zonnestroom in het byzonder...

In de hierboven genoemde tabel van TenneT is slechts een installatie die beslist groter is dan 15 kWp opgenomen die in de staffel 16,5 tot (en met?) 17,5 kWp valt (exacte grootte onbekend). Dat moet een SDE 2009 installatie zijn geweest (want onmogelijk in SDE 2008), en die valt dan automatisch in de categorie "groot" (> 15 tm. 100 kWp). De 4 installaties die in de categorie 14,5 tot (en met?) 15,5 kWp vallen zouden in theorie > 15 kWp installaties kunnen zijn. Echter, er zijn al enkele gevallen bekend bij Polder PV waarbij er veel problemen zijn rond het doen van gefundeerde rentabiliteitsberekeningen voor installaties > 15 kWp voor SDE 2009. Die in ieder geval met zowel een apart basisbedrag en basiselektriciteitsprijs (SDE componenten, zie tabel), als een vaak zeer lage afnameprijs voor het specifieke, project, lokatie en leveranciers-gebonden stroomcontract moeten rekenen. Lees: een zeer lage salderingswaarde, als er al "gesaldeerd zou kunnen worden op de betreffende aansluiting". In dat soort - vaak extreem van elkaar verschillende - situaties moeten calculaties van het type (enkel/dubbeltarief) worden gemaakt. Bovendien moet het volume van zowel het bestaande (zonder PV) als het toekomstige (met PV) "eigenverbruik", en de waarschijnlijk optredende fors asynchrone netinvoeding van de stroomopwek (zeer veel in zomer/overdag, mogelijk weinig tot niets in winter, sowieso niets in de nachtelijke uren, afwijkingen in weekend in geval van dubbeltarief/nauwelijks zelfverbruik bij bedrijven) allemaal meegenomen worden in die "berekeningen". Wat het er allemaal niet eenvoudiger op maakt omdat al die variabelen van geval tot geval aanzienlijk kunnen verschillen en er absurd veel kostbare mankracht verloren gaat aan het opstellen van hoogst fragenswürdige, bepaald niet eenvoudig door de klant te doorgronden (en dus makkelijk terzijde gelegde) offertes bomvol onzekerheden. En dat terwijl installatiebedrijven zich uitsluitend met de technische details en de optimalisering van de aan te brengen, hoge kwaliteit hebbende PV-installatie zouden moeten bezighouden.

Ik hoef het u niet te vertellen, maar ik doe het toch: al deze onzin is totaal ondenkbaar in Duitsland, tenzij je er expliciet voor zou kiezen om voor de vrijwillige (niet verplichte!!!) "zelfverbruik optie" te gaan (pas sinds 1-1-2009 realiteit). Het verwondert u wellicht ook niet dat er begin 2010 nog maar 1 installatie groter dan 15 kWp in de database van CertiQ stond bijgeschreven in 2009, een omineus teken aan de wand. Zouden er al weer "bellen gaan rinkelen" in Den Haag, volgens u???

Andere opmerkingen
De inschatting van Polder PV is dat die 4 genoemde binnen de "14,5 tot (en met?) 15,5 kWp" vallende installaties gemaximeerd zijn op 15 kWp of - gezien de beperkingen van het vermogen van aangeboden modules - daar mogelijk zelfs iets onder zitten. Zo zou de 14,52 kWp installatie bij de bekende boer Oude Nijeweme in Beuningen (zie o.a. het bericht van 8 december 2009) in deze staffel kunnen vallen, al is ook hiervan niet duidelijk of dat destijds al was geschied, of dat de installatie pas (veel) later in de CertiQ database is opgenomen.

"Die "18,446" MWp (eind 2009) van CertiQ/TenneT is nog steeds maar een ondergeschikt deel van het totale PV-vermogen in Nederland, want de grofweg 52 MWp netgekoppelde systemen die volgens het CBS eind 2008 in ons land aanwezig zouden zijn (grotendeels niet gemonitord...) vallen voor het overgrote merendeel volledig buiten alle "track records". En het "lot" van die duizenden kleinere maar ook de in het begin van deze eeuw gerealiseerde grotere installaties blijft vooralsnog een goed bewaard geheim in Nederland. De fysieke productie van het zeer ongunstig georiënteerde, maar desondanks hoge impact op het totaal hebbende 2,3 MWp Floriade dak is bijvoorbeeld compleet onbekend... Of de begin 2010 gestarte nieuwe "PV monitoring" besprekingen n.a.v. een eerste bijeenkomst na de "ZON-dag" van SenterNovem (beide bijeenkomsten bezocht door Polder PV) daar op korte dan wel langere termijn verandering in zal gaan brengen blijft vooralsnog een onbeantwoorde vraag.

In ieder geval hebben we met de publicatie van de tabel op Duurzame Energie Thuis.nl tussentijds twee kleine puzzelstukjes (aantal en vermogen van PV-installaties nieuw in CertiQ database in 2009) te pakken die het compleet onnavolgbare, en met vreselijk veel non-productieve bijeenkomsten omgeven circus rond zonnestroom in Nederland tot zo'n blijvende verschrikking maken. Of duurzame energie professor Wubbo Ockels deze twee kleine puzzelstukjes "waardig" zou bevinden in zijn volslagen terechte kritiek op de dikke mistbanken rond de kwantificeerbaarheid van de ontwikkeling van zonnestroom in Nederland (uitzending Buitenhof), laat ik verder in het midden. "Voldoende" is het allemaal beslist niet. Sterker nog: het is en blijft allemaal bitter en schandalig weinig en een rijke natie als Nederland volkomen onwaardig!


Statistische gegevens 2009 t.o.v. 2008 uit CertiQ jaarverslagen en (gereviseerde) jaarrapporten

Na bovengenoemde publicatie en cijfermateriaal van TenneT, zijn nieuwe CertiQ cijfers naar buiten gekomen die weliswaar iets andere "eind"cijfers hebben opgeleverd. Maar die verder geen significante afwijkingen hebben laten zien. Ten eerste de qua harde gegevens nogal summiere, nota bene door externe accountants gecontroleerde en "in orde" bevonden jaarverslagen, die geen detail info bevatten over harde productie capaciteiten, maar uitsluitend "aantal productie installaties". En waar fysieke productie van gecertificeerde "duurzame" elektriciteit slechts in de vorm van een grafiek staat afgebeeld, waarin zonnestroom productie (en productie van stroom uit waterkracht) compleet onduidelijk zijn omdat ze in dezelfde grafiek staan als de qua omvang veel grotere impact hebbende windstroom en biomassa gerelateerde elektriciteit (grotendeels bijfik in fossiele centrales).

Gegevens uit CertiQ jaarverslagen. Aantallen installaties (let op teruggang gecertificeerde windturbines, blauw!):

Tabel 1 Aantallen installaties CertiQ
Type productie-installatie
2006
2007

2008

2009*
toename
2008>2009
%
Biomassa
128
159
190
205
15
7,9%
Wind
944
964
1.054
1.041
- 13
- 1,2%
Zon
609
617
718
3.574
2.856
398%
Waterkracht
14
15
15
17
2
13,3%
Totaal
1.695
1.755
1.977
4.837
2.860
145%

Jaarverslag 2007 gepubliceerd in mei 2008, jaarverslag 2008 in mei 2009; jaarverslag 2009 in juni 2010.
*Cijfers bijgesteld in definitieve cijfers voor 2009, zie Tabel 2 Revisie

Verder geen productiegegevens in tabelvorm bekend in CertiQ jaarverslagen, wel bijvoorbeeld deze voor zonnestroom compleet non-informatieve "productie" grafiek (jaarverslag 2009 CertiQ):


Nietszeggend detail voor 2009, rechts onderaan, uitvergroot:

© CertiQ

Jaarrapporten CertiQ
Iets "informatiever" dan de jaarverslagen, zijn de ook op de website van CertiQ terug te vinden "jaarrapporten", die in grafiekvorm (helaas wederom: geen geactualiseerde detail tabellen) de stand van zaken weergeven. Het is belangrijk te wijzen op het feit dat er aan het eind van het jaar een voorlopig (grafisch) jaarrapport wordt gepubliceerd, maar dat later een definitief ("gereviseerd") jaarrapport wordt gegeven waarin getallen kunnen afwijken. Ook hier is het belangrijk te beseffen, dat de data in deze "definitieve" jaarrapporten weer af kunnen wijken van de getallen genoemd in de jaarverslagen!

Uit het gereviseerde CertiQ jaarrapport 2009 (voor oorspronkelijke rapport zie deze link) de volgende data betreffende "gecertificeerde" zonnestroom en de totalen van "duurzame" productie (gedomineerd door wind en biomassa). Ik relateer deze nieuwe data aan die in het eerder verschenen "gereviseerde 2008 rapport":

Tabel 2 Productie en certificaten PV bij CertiQ
Kenmerk
2008
revisie
2009
revisie ***
toename
%
Productie zonnestroom (MWh)
5.743
6.567 (1)
824
14,3%
Aangemaakte certificaten zonnestroom (MWh)
7.315
6.313 (2)
- 1.002
- 15,9%
Participanten (aantal productie-installaties PV)
740
3.817 (3)
3.077
415,8%
Totaal aantal certificaten "duurzame" elektra NL (MWh)
8.998.980
10.188.939 (4)
1.189.959
13,2%
Productie "duurzaam" totaal (MWh)
8.815.384
9.989.643 (5)
1.174.259
13,3%

*** Data uit het eerder verschenen voorlopige rapport voor 2009 luidden: (1) 3.707 MWh (verschil 2.860 MWh!); (2) identiek als in oorspronkelijke versie; (3) 3.574 participanten (verschil 243 "stuks"); (4) identiek als in oorspronkelijke versie; (5) 8.956.869 MWh totale "duurzame" productie (verschil 1.032.774 MWh). Uit de data van het voorlopige rapport volgde voor "Productie zonnestroom" nog een afname van 2.036 MWh t.o.v. revisie 2008 (-54,9%), voor "Participanten" (PV) 2.834 (toename 383%), en voor "Productie duurzaam totaal" nog maar 141.485 (toename 1,6%). Dit zijn forse verschillen met het uiteindelijke - gereviseerde - rapport, alleen bleven de tegenvallende cijfers voor het aantal fysiek door CertiQ aangemaakte certificaten voor zonnestroom (verder niet door CertiQ verklaard) onveranderd. Als we de grafieken bekijken, lijkt het er op dat het "voorlopige" jaarrapport voor wat betreft de totale gecertificeerde productie was gebaseerd op de resultaten tot en met november van 2009. Het definitieve rapport lijkt echter te zijn gebaseerd op de resultaten tot en met december.

Niet per definitie synchroon met fysieke productie in een jaar en meestal certificatie van "duurzame" stroom geproduceerd in eerdere jaren bevattend, zie ook opmerking verderop.

Jaarverslag <-> jaarrapporten
Een tweede belangrijk verschil aan de hand van de cijfers in de tabel hierboven moet vastgesteld worden in verhouding tot de eerder genoemde jaarverslagen van CertiQ. Waar deze voor 2008 en 2009 nog repten van 718 resp. 3.574 geaccumuleerde PV-installaties, zijn die getallen in de gereviseerde jaarrapporten alweer naar boven bijgesteld: in 2008 740 (+ 3,1%) resp. in 2009 3.817 stuks (+ 6,8%). Als van de jaarverslagen uitgegaan zou worden, zouden er in 2009 (3.574-718=) 2.856 nieuwe gecertificeerde PV-systemen zijn bijgekomen. Gaan we uit van de waarschijnlijk actuelere jaarrapporten in de statistiek overzichten op de website van CertiQ, komen we op een groei van (3.817-740=) 3.077 installaties (lees: "participanten"). Dat is een behoorlijk verschil van 7,7% qua aantallen systemen.

Let verder op dat de "aanmaak van certificaten" flink kan verschillen van de "productie" van zonnestroom of andere opties. Uit het - oorspronkelijke - jaarverslag 2008 van CertiQ de verklaring: "Hierbij is het van belang te weten dat het aanmaakvolume in een maand betrekking kan hebben op zowel recentelijk geproduceerde elektriciteit als op elektriciteit die verder in het verleden is opgewekt". Ook al werd er volgens het definitieve jaarrapport 2009 in dat jaar 14,3% meer gecertificeerd geproduceerd dan in 2008, (een schamele 824 MWh), het aantal aangemaakte certificaten bleek in 2009 juist zelfs te zijn gedaald, wat interpretatie van de cijfers er niet bepaald helder op maakt (een voortdurende plaag van Nederlandse energie statistieken).

Kijken we naar de totale productie van "duurzame" (zeker biomassa componenten hoogst fragenswürdige) stroom, stelt in de totale (gecertificeerde) mix zonnestroom niets voor. 2008 revisie 6,5 promille van de "duurzame" mix werd nog steeds maar een extreem armetierige 6,6 promille in de revisie van 2009 (NB: promille is een honderste van een procent). Wat betreft het aantal aangemaakte certificaten voor zonnestroom, ging de trend echter zelfs in de omgekeerde richting: van 8,1 promille in 2008 omlaag naar 6,2 promille in de revisie van 2009...

Zonnestroom in grafiek
De wellicht meest illustratieve grafiek in de "jaarrapporten" van CertiQ geeft de accumulatie van PV-systemen en opgestelde capaciteit in de database van CertiQ (zie verder ook de grafieken op de CertiQ pagina met detailgegevens uit de maandrapporten). Ik geef die grafiek hieronder weer als een roll-over image met een vergelijking tussen het originele 2009 jaarrapport, en de revisie voor dat jaar. Let op dat de Y-assen van de gegeven grafieken verschillen:

^^^
ROLL-OVER IMAGE. Muiswijzer naast de figuur: versie uit het herziene CertiQ rapport 2009; muiswijzer over figuur heen bewegen geeft de versie uit het oorspronkelijke rapport. Oranje-gele kolommen: accumulatie aantal gecertificeerde PV-systemen ingeschreven bij CertiQ (linker Y-as, eindigend bij 3.817 (oorspr.: 3.574) stuks inclusief MEP en SDE systemen, volgens opgave in de tabel "Participanten"). Rode lijn: accumulatie nominale STC capaciteit van zonnestroom vermogen ingeschreven bij CertiQ (rechter Y-as).

Aangezien er helaas wederom geen harde getallen voor de gerealiseerde capaciteiten werden opgegeven in deze rapporten (alleen: aantal installaties per categorie), moest Polder PV die waarden interpoleren m.b.v. , uitvergrote, door CertiQ gepubliceerde grafieken en daar overheen gelegde, nauwkeurig aan de grafiekgrootte aangepaste Y-as grids (overlay functie in Excel met doorzichtige grafiek functie). Eind december 2009 zou het geaccumuleerde gecertificeerde vermogen 18,446 MWp zijn geweest volgens de persvoorlichter van TenneT (naar buiten gebracht in januari 2010). Het oorspronkelijke 2009 jaaroverzicht kwam volgens de getoonde CertiQ grafiek ook op zo'n 18,4 MWp. De uiteindelijk gepubliceerde gereviseerde versie ("2009 Jaaroverzicht revisie") echter kwam, geëxtrapoleerd op basis van de gewijzigde grafiek, op zo'n 19,1 MWp.

Met de in de gereviseerde versie opgegeven 3.817 totaal aan installaties per 1 jan. 2010 zou de genoemde uit grafiek afgeleide capaciteit neerkomen op een gemiddelde installatie grootte van ongeveer 5 kWp. Let wel dat dit voor alle systemen geldt, en dat hier dus ook 2,3 MWp Floriade dak, Ecopark Waalwijk (674 kWp) en een paar andere grote projecten in zitten die niets met particuliere installaties van doen hebben. Als we enkele van de grootste projecten, grofweg zo'n 6 MWp, en zeer waarschijnlijk aangemeld bij CertiQ, aftrekken van genoemde 19,1 MWp, houden we nog maar zo'n 13 MWp over in accumulatie, en derhalve een gemiddelde overgebleven systeemgrootte van slechts zo'n 3,4 kWp per installatie. Zeer waarschijnlijk ligt de gemiddelde installatiegrootte in de particuliere markt nog lager (3,0 kWp volgens CertiQ maandrapporten januari tot en met augustus 2010).

CertiQ data en de rest
CBS gaf voor het geaccumuleerde netgekoppelde PV-vermogen in Nederland in hun jaarrapport over 2009 62,6 MWp (totaal 67,9 minus autonoom 5,3). Dat betekent dat imiddels slechts 31% van alle netgekoppelde PV-systemen "bekend" zou zijn bij CertiQ. En dat een enorm volume van maar liefst 43,5 MWp aan Nederlandse PV-installaties in het geheel niet in de CertiQ cijfers voorkomt (inclusief de al ruim tien jaar oude installatie van Polder PV). Het bizarre is dat er in de jaarverslagen van CertiQ met geen woord gerept wordt over de inmiddels tot ruim het dubbele vermogen aan niet-gecertificeerde PV-systemen in ons land.

Als we de grafiek in het gereviseerde 2009 jaarrapport van CertiQ als uitgangspunt nemen voor de status van (eind) december 2009, en voor het eindresultaat voor december 2008 de recent geupdate vermogensgrafiek in de augustus update op de CertiQ site (meest "nauwkeurig"), komt Polder PV op interpolaties van 12,4 MWp (eind 2008) resp. 19,1 MWp ( eind 2009). Dat zou betekenen dat in 2009 er volgens de laatste stand van zaken slechts 6,7 MWp aan gecertificeerde installaties zou zijn bijgekomen, iets meer dan op basis van het D.E.T. artikel (hierboven geanalyseerd) werd bevroed (nog geen 6 MWp). CBS gaf in totaal 10,6 MWp aan nieuwbouw voor 2009. Wat zou betekenen dat maar liefst 37 procent van de bijbouw in 2009 (3,9 MWp) volledig buiten de door EZ in het leven geroepen SDE regeling is gerealiseerd. Iets minder "erg" dan berekend op basis van de oorspronkelijke CertiQ data (43%), maar nog steeds significant, doch compleet doodgezwegen door de autoriteiten.

Voor meer details zie ook mijn grafieken van de maandrapporten van CertiQ op de aparte pagina.

© CertiQ 2009-2010 [revisie & origineel]

Tussenevaluatie impact SDE in het jaar 2009
Met de in de toelichting van bovenstaande figuur berekende 6,7 MWp nieuwe capaciteit in de CertiQ database kunnen we de impact van de SDE voor het jaar 2009 berekenen. Het aandeel aan capaciteit van nieuwe gecertificeerde installaties is in dat jaar slechts 13,9 procent van de (bijgestelde) cumulatie aan toegekende/beschikte SDE vermogens voor 2008 en 2009. Oorspronkelijk waren die maximaal te beschikken vermogens voor SDE 2008 18 MWp, en voor SDE 2009 31,8 MWp (de laatste na uitbreiding laat in het jaar), totaal 49,8 MWp. Echter, volgens recente beschikkingen cijfers in de "Klimaatmonitor" van Agentschap NL zou dat in werkelijkheid inmiddels slechts 17,0 (SDE 2008) + 31,2 (SDE 2009) = 48,2 MWp moeten zijn geworden, als de gegevens daar correct zijn weergegeven. Wellicht is er 1,6 MWp "verdwenen" door niet geldig verklaarde cq. weer teruggestuurde beschikkingen die nooit zijn vervangen door wel geldige???

Productie en import "duurzame" stroom
Tot slot: In 2008 werden in totaal 9,0 miljoen certificaten (à 1 MWh) aangemaakt door CertiQ voor "duurzame" stroom. In 2009 was dat gestegen tot 10,2 miljoen stuks (revisie jaarrapport). Een stijging van 13,3%. Tegelijkertijd nam de import van groene certificaten in Nederland (lees: kunstmatige vergroening van de extreem grijze stroommix met certificaten - GVO's - van mogelijk al decennia oude, bestaande waterkracht centrales in Scandinavië, met name Noorwegen...) af van 18,9 miljoen naar nog steeds een staggering 16,9 miljoen MWh (daling 10,6%). Waarschijnlijk vooral veroorzaakt door een behoorlijke toename van de component "biomassa" in Nederland (wat gezien de daarin verstopte hoogst fragenwürdige deelopties een onrustbarende ontwikkeling is), in combinatie met de economische crisis (minder stroomverbruik). Voor de goede orde: die import in 2009 was nog steeds anderhalf maal zo groot als de aanmaak van groene certificaten in eigen land, 1,7 maal zoveel dan de fysieke, door CertiQ vastgestelde totale "eigen duurzame productie", en zelfs een factor 2.579 maal zo veel dan het microscopische beetje zonnestroom wat "gecertificeerd werd opgewekt" op eigen bodem.

In Duitsland werd al in 2008 4,4 miljoen MWh aan zonnestroom geproduceerd. In 2009 was het alweer 6,6 miljoen MWh (stijging van 50%, cijfers van BDEW, zie overzicht). Dat was al een factor 1.002 maal zoveel dan het beetje gecertificeerde zonnestroom in 2009 in Nederland. Gezien de trends in beide landen gaan die verschillen nog hartverscheurend veel groter worden...


Meer details SDE 2008 en 2009 via D.E.T.

Ook van Duurzame Energie Thuis.nl, maar in een separaat bericht over de stiekeme verhoging van de "ondercap" in de SDE 2010, waar ik al eind november 2009 over heb gerapporteerd als enige vroege opmerker van de zoveelste vieze EZ truuk (en die mogelijk uit onverwachte hoek stamt, gezien een tale-telling e-mail aan Polder PV), nog wat leuke extra details over SDE 2008 en SDE 2009, zie ook het eerdere bericht van ODE en mijn commentaar daar op. Van de site van D.E.T.:

"Uit navraag bij SenterNovem blijkt dat in 2008 slechts 67% van de aanvragen gehonoreerd zijn. In totaal waren er voor systemen tussen 600 Wp en 1.000 Wp 2.112 aanvragen. Er zijn door SenterNovem slechts 1.419 beschikkingen afgegeven, oftewel eenderde van de aanvragen is niet gehonoreerd. De beschikkingen tellen op tot ca 1,14 MW, dus ruim 5% van het totale budget. In statistische termen is dat een significante beleidswijziging. Daar is naar ons weten niet over gesproken met de Tweede Kamer. Dat heeft het Ministerie van EZ dus op eigen houtje beslist. Op basis waarvan mag Joost weten.
De cijfers van 2009 zijn wat minder uitgesproken, maar toch gaat het om 653 aanvragen waarvan nog niet de helft, namelijk 312, uitmonden in een beschikking. Geschat gaat het dan om circa 0,25 MW."

Zie onder deze link en lees ook mijn bijdragen daar (deels nader ingaand op het SDE 2009 resultaat).

SDE 2008
1.419 beschikkingen van 2.112 (geaccordeerde) aanvragen voor 0,601 tm. 1 kWp binnen de op 3,5 kWp gemaximeerde SDE 2008 (wat ik toen had afgeraden tot zo'n anderhalve kWp vanwege de oorspronkelijke lastendruk van CertiQ, toen nog verplichte metervervanging die door de netbedrijven werd gepusht - wat onzin bleek te zijn en later "officieel werd gerepareerd" - en de hoge module prijzen) komt neer op die genoemde 67% voor dat "laagste traject".

Die 1,14 MWp komt misschien nog een correctie op, want dat is door de heer Stevens berekend op basis van een gemiddelde van (1.419 x 0,601) en (1.419 x 1) en niet een getal van Agentschap NL/SenterNovem zelf (contact over opgenomen). Het kan natuurlijk best daar op uitdraaien voor dat "eerste traject", al zal het gros van het aangevraagde cq. beschikte vermogen een stuk hoger hebben gelegen (nogmaals: max. 3,5 kWp voor SDE 2008).

Als we van die 1,14 MWp zouden uitgaan als gemiddelde zou dat neerkomen op (1.140.000/1.419 =) slechts 803 Wattpiek per PV-systeempje in het laagste traject. Dat zijn krap 4 modules van 200 Wp, of 5 modules van zo'n 161 Wp!!! Die arme, waarschijnlijk niets van de financiële ramificaties wetende mensen gaan wel een heel "apart" financieel avontuur tegemoet als ze al vroeg hebben laten installeren met forse moduleprijzen, een bruto productiemeter à 30 Euro per jaar, eenmalige plaatsingskosten voor dat ding, en mogelijk absurde extra kosten voor dat minigroepje op een aparte groep in de meterkast (dit valt boven de maximaal 500 Watt AC vermogen wat ingevoed mag worden op een bestaande verbruikersgroep)... 803 Wattpiek kan in Nederland met een beetje geluk zo'n 723 kWh per jaar genereren (uitgaande van 900 kWh/kWp.jaar, voor grote gebieden in Nederland bij goede installatie zonder meer haalbaar).

Over die 5% van het budget - dat lijkt me echter niet te kloppen. Want voor SDE 2008 is uiteindelijk (na twee eerdere bij elkaar schraap rondjes) 17,8 MWp (afgerond 18?) "beschikt", dus die 1,14 MWp zou voor SDE 2008 6,4% van het totaal aantal beschikkingen zijn geweest. Ik deel echter de conclusie dat een behoorlijk percentage aan potentieel geïntesseerden voor de SDE nu dus alweer volslagen onnodig en bikkelhard de deur in het gezicht hebben gekregen van de ambtenaren van EZ. Waarschijnlijk namens een partij die we hier maar niet zullen noemen, en waarvan ik een tale-telling reply heb gekregen op een vraag mijnerzijds over die bizarre nieuwe "ondercap" voor de SDE 2010.

SDE 2009
Op basis van de ODE gegevens (navraag ODE bij SenterNovem) kwam ik, bij 20,9 MWp door - destijds - SenterNovem "te beschikken" voor SDE 2009, en de door ODE nagevraagde 30 MWp (blijkbaar correct bevonden) aanvragen op 69,7% voor de kleine categorie (0,601 tm. 15 kWp) en op 10,9/210 = 5,2% voor de "grote" categorie (15,001 tm. 100 kWp). Als je alles zou optellen kom je op (20,9 + 10,9)/(30 + 210) = 13,3% uit voor de volledige zonnestroom "toekenning" of "beschikking". De feitelijke realisatie blijft echter vooralsnog totaal onduidelijk en schrijdt slechts langzaam vooruit gezien de maandelijkse rapportages van CertiQ. Dat er "slechts" een derde voor de kleine categorie is afgevallen, heeft vooral te maken met het feit dat er nog 5,9 MWp bij werd geharkt door het parlement voor o.a. die categorie, anders had het drama niet te overzien zijn geweest. Ik geef aan een ieder te overpeinzen wat er in 2010 gaat gebeuren met de gegarandeerd volgende schrikbarende overtekening en de mogelijke "reactie" van een door crisissen, schulden, bezuinigingen, en inkomsten dervingen geplaagd kabinet.

Ik schreef dat laatste stukje begin 2010. De praktijk bleek later verwoestend uit te pakken, met slechts 4.200 beschikkingen voor 17.000 aanvragen "klein" (24,7% "beschikt"). En een nog onbekend aantal, maar geschat door Polder PV max. 150 beschikkingen voor 35.000 aanvragen "groot". Met dus een kans op beschikking van grofweg 0,4%...

Volgens het bericht van D.E.T. zou er - ik neem aan voor het deeltraject 0,601-1 kWp - 653 maal zijn aangevraagd (voor of na uitfiltering incorrect bevonden aanvragen onduidelijk), slechts 312 maal "beschikt", en dus slechts 47,8% of grofweg de helft van een papiertje voorzien door toenmalig SenterNovem. Op basis van deze kleinste deelcategorie zou dat op basis van gemiddelde (312 x 0,601) en (312 x 1) op bijna 250 kWp komen. Per installatie zou dat neerkomen op zo'n 801 Wp. Zo'n zeer klein systeempje zou al in 2009, met reeds 25% gedaalde module prijzen in Duitsland, zonder mee volledig subsidievrij en zonder kopzorgen, gekocht en zelf aangelegd (bijvoorbeeld verdeeld over 2 verbruiksgroepen) kunnen zijn. Voor minder dan 3.000 Euro. Buiten het ambtelijke moeras blijvend en direct te realiseren.


Links

http://www.certiq.nl/Images/2009%20Jaaroverzicht_revisie_tcm27-19264.pdf (herzien jaaroverzicht 2009 van CertiQ in pdf format)
http://www.certiq.nl/Images/2009%20Jaaroverzicht_tcm27-18565.pdf (oorspronkelijk jaaroverzicht 2009 van CertiQ in pdf format)
http://www.certiq.nl/wiecertiq/publicaties/Jaarverslag_2009.asp (jaarverslag 2009 van CertiQ)
http://www.duurzameenergiethuis.nl/energie/vooral-kleinere-systemen ... 3998.html (artikel van 12 januari 2010 met interessante tabel met uitsplitsing systeemgrootte van CertiQ, en commentaar van Polder PV)


Webpagina opgemaakt dd. 13-14 januari 2010, gepubliceerd 15 januari 2010.

Volledige update 6 september 2010 n.a.v. later gepubliceerde CertiQ Jaarverslagen en (revisies van) in de statistieken opgenomen Jaaroverzichten. Toegevoegd tussenevaluatie SDE in 2009 dd. 7 september 2010.

 


© 2010 Peter J. Segaar/Polder PV, Leiden (NL)