g(r)o(w)ing
slow |
index |
|
(Groei van) zonnestroom in Nederland¹Voor meest recente overzicht van de cijfers zie de actuele pagina! CBS - PV in Nederland status: tot en met 2010* Grafieken: Introductie
tot CBS update 21 juli 2010 hier *Voorlopige resultaten (status: CBS H.E. rapport 2010, 8 sep. 2011) Gecertificeerde productie (CertiQ) status: eind januari 2012 Grafieken
Certiq data >>>
Zie ook: Jaaroverzicht 2009
volledige update/revisie! <<< Voor
vergelijking met de hard groeiende Belgische/Vlaamse markt zie de aparte
pagina ¹Ook te lezen als: "Een ongemakkelijke waarheid"... CBS - PV in Nederland update 2010 - voorlopige resultaten Results from the preliminary data from the Central Bureau for Statistics (CBS) for PV market development in the Netherlands (2010, data published June 30, 2011). Note also the "discrepancy subject". The new Dutch-language report for the year 2010 can be downloaded from the CBS site via their website (report here). Direct access of actual PV statistics data on the CBS website via this link. According to the latest - preliminary - CBS data, Netherlands accumulated 87,7 MWp of PV-installations end of 2010 (82,7 MWp connected to the grid, 5,0 MWp off-grid), 20,7 MWp of which has been added in 2010 (only 0,3 MWp off-grid). Only 11 MWp of new capacity appears to have been realized under the heavily capped new incentive regime SDE in that year (certified installations registered by CertiQ), 53% of new grid-connected PV-systems. The rest may have received only communal or provincial subsidies for buying PV-systems (no fixed prices, sometimes with absurd incentives), almost all installations are eligible for net metering (poorly regulated in Law). Data © Centraal Bureau voor de Statistiek, 2011 (see contact page) Op 8 september 2011 verscheen het rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2010" van het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS (downloaden via deze web-pagina). De - nog steeds voorlopige - resultaten voor zonnestroom zijn nauwelijks verschillend van die reeds eerder, op 30 juni 2011 door CBS waren bekend gemaakt in een overzicht van de voorlopige cijfers (actuele statistieken te raadplegen via de Statline website van het CBS, oudere gegevens zijn ook opvraagbaar). Definitieve cijfers zouden volgens de omschrijving in de StatLine link pas in november 2011 beschikbaar komen. Polder PV maakte al grafieken van de belangrijkste data uit eerdere rapporten. De huidige presentatie is aangevuld met de laatst bekende data, indien deze zijn gewijzigd. Helaas zijn er geen frequenter verschijnende gegevens voor zonnestroom beschikbaar in Nederland en wordt er door Polder PV getwijfeld aan de representativiteit van de gegevens m.b.t. de werkelijke markt realisatie. Fig. CBS 1. Het "Bijgeplaatst vermogen" zoals de marktgroei geformuleerd staat in het CBS overzicht voor 2010 (tabel 5.2.1.), met in bovenstaande grafiek aanvullende beschikbare gegevens uit oudere rapporten). Geformuleerd als "Afzet binnenland aan eindgebruikers" in tabel 5.2.3 (met nauwkeurige data in kWp) in dezelfde publicatie. Of als "Afzet aan installateurs & eindgebruikers" in de actuele Stat-Line link (cijfers vanaf 1991 op te halen voor deze data). Nieuwe "afzet" dan wel "realisatie" per jaar, onderverdeeld in drie "categorieën", in deze grafiek gestapeld. In blauw de autonome, niet netgekoppelde PV-systemen die voor de daadwerkelijke marktgroei mondiaal gezien slechts een zeer ondergeschikte, tot inmiddels marginale rol spelen (wel in de derde wereld, maar deze grafiek gaat over Nederland). De bulk is en blijft de netgekoppelde markt, die hier is onderverdeeld in installaties gerealiseerd door "E-bedrijven" (de energieholdings, oranje segmenten die staan voor PV-installaties "in beheer bij een energiebedrijf"), en de particuliere cq. bedrijfsmatige systemen (gele segmenten). Voor deze laatste - belangrijkste - categorie zijn ook de bijbehorende getallen getoond (in gele kolom segmenten), evenals het totaal van alle installaties, weergegeven boven de kolommen (vetdruk). Het grote oranje segment voor 2001 is mogelijk het resultaat van het vroeg "inboeken" van de realisatie (oplevering 2002) van het hoge impact op de oude cijfers hebbende Floriade dak van 2,3 MWp (pdf op Siemens site) door de NUON-holding bij Hoofddorp/Vijfhuizen. Het kleinere opvallende oranje stukje voor 2004 is mogelijk het gevolg van het inboeken van het door Eneco gerealiseerde, eind december 2004 opgeleverde 674 kWp PV deel van het Ecopark Waalwijk, de tweede grote "enkelvoudige" installatie in Nederland. Uiteraard de grootste hoeveelheid systemen zijn - en blijven - de particuliere installaties, met een groeiend aantal systemen op bedrijven, in geel weergegeven. Helaas geeft het CBS nergens op wat het aantal nieuwe of geaccumuleerde installaties is of zou zijn. Statements daarover dienen dan ook altijd met een zeer grote pot zout worden genomen omdat hierover bij mijn weten geen enkele objectief toetsbare statistiek is - of wordt - bijgehouden (zie o.a. claim van Niels Schoorlemmer van ZPV in bericht op Energeia van 12 mei 2011, pdf). De - relatieve - hausse eind 2003 is kristalhelder. 19,5 MWp in zeer korte tijd "afgezet aan installateurs", gekkenwerk en dodelijk voor de toen nog zeer jonge sector. Er werd destijds ook frauduleus handelen vastgesteld bij sommige dubieuze partijen. Daarna was het lange tijd janken met de pet op, door het dichtgooien van de EPR/EPA regeling door destijds VROM staatssecretaris van Geel (die er later dolgraag kerncentrales bij wilde, uitsluitend te realiseren door grote, kapitaalkrachtige ondernemingen...). SDE
een nieuwe (valse?) start Grootste
verrassing van EurObserv'ER
Volgens p. 21 van het rapport pdf zou ECN Nederland de partij kunnen zijn waarvan deze opvallend van CBS verschillende cijfers afkomstig zijn, omdat ze deel uitmaken van het Europese EurObserv'ER project (samen met Observ’ER (Frankrijk), Institute for Renewable Energy (EC BREC I.E.O, Polen), Jozef Stefan Institute (Slowakijke), Renac (Duitsland) en EA Energy Analyses (Denemarken). Polder PV heeft inmiddels achterhaald waarom in een toonaangevende internationale publicatie van een Europees samenwerkingsverband er fors van het Nationale Nederlandse Statistiek Bureau afwijkende getallen worden genoemd, die bijna gelijktijdig zijn verschenen, zie dit bericht en het nog onthullender tweede bericht van 12 sep. 2011. Voorlopig zullen de door het CBS gepubliceerde cijfers dus worden aangehouden worden totdat duidelijk is welke cijfers het dichtst bij de "ultieme waarheid" zullen blijken te liggen (en: welke harde bewijzen daarvoor worden getoond). * Tot en met 2010 is er onder de SDE condities voor nog maar 69 MWp aan capaciteit in de vorm van "beschikkingen" door SenterNovem overgebleven, waarvan voor de jaren 2008, 2009 en 2010 achtereenvolgens 15, 29 resp. 25 MWp. Zie tabel n.a.v. analyse van het Agentschap NL rapport, status 1 maart 2011)... ** EurObserv'ER Photovoltaic Barometer voor 2010 stelt 10,578 MWp netgekoppeld nieuw voor 2009, waarbij in de voorgaande "barometer" (voor 2009) slechts een - voorlopig - nieuw volume van 6,433 MWp werd toegekend voor dat jaar, wat hoogstwaarschijnlijk uitsluitend de bij CertiQ bekende "SDE hoeveelheid" moet hebben betroffen... Fig. CBS 2. Figuur met de "nieuwe capaciteit geïnstalleerd per jaar" zoals die door Polder PV is berekend uit tabel 5.2.2 van het laatste CBS rapport met de data tot en met 2010, en eerdere versies. Daarbij is uitgegaan van het helaas grof (een cijfer achter de komma, in MWp) weergegeven geaccumuleerde vermogen zoals dat aan het eind van elk jaar aanwezig zou zijn geweest in Nederland (volgens CBS). De meest opvallende verschillen tussen Figuren 1 en 2: 1995 resp. 2000, waarbij de eerste grote hoeveelheid PV modules in de vorm van kleine pakketjes van 4-6 panelen door de energiebedrijven (destijds met name NUON resp. Eneco) aan hun klanten (Polder PV incluis), en door een bijvoorbeeld een grotere partij als Econcern/BeldeZon werden afgezet. De pijlen in Fig. 2 geven weer dat het CBS voor de periodes 1990-1995 en 1996-2000 de cumulatieve resultaten in het laatste jaar van die periodes heeft gelumpt. Pas vanaf 2001 zijn de individuele jaarcijfers bekend gemaakt. Blijkbaar werden in de periode 1995-2000 "officieel geregistreerde" onafhankelijke (PV) installateurs grotendeels omzeild via het personeel van de infra afdelingen van de betreffende energiebedrijven (verschil van 8,2 - 3,2 = 5 MWp), die blijkbaar niet officieel als PV-installateur bekend stonden of als zodanig werden gedefinieerd. Mogelijk is het gedeelte reeds afgezet in 1999 (eerste Solaris pakketten a.g.v. actie van Greenpeace) ondergebracht in de cijfers voor 2000. Waarschijnlijk is een aanzienlijk deel van die eerste, marktgroei gevende acties via directe aanvoer vanaf de module productie van destijds feitelijk monopolist Shell Solar in Helmond gerealiseerd (de fabriek werd in 2002 gesloten en de kristallijne sectie van Shell Solar in 2006 aan het Duitse SolarWorld verkocht). Het uiteindelijke lot van de autonome systemen is onbekend, alsmede de werkelijke toepassing van die installaties/modules. Voor zover ik weet wordt er in het geheel niets gemonitord op dit vlak. Aangezien het een ondergeschikt marktsegment blijft, tenzij er een revolutie in accu's voor eilandbedrijf van woningen zal geschieden (revolutie met name op het gebied van kosten, levensduur, milieuaspecten en veiligheids-eisen), zijn "omissies" of "foute schattingen" op dit gebied ook niet zo belangrijk. Veel erger is het natuurlijk als er foutieve aannames worden gemaakt in het alles overheersende netgekoppelde markt segment. Ondanks de per 1 april 2008 gestarte SDE is pas in 2010 het "record" niveau van de nieuwbouw in 2003 bereikt/marginaal overschreden met iets meer dan 20 MWp (inclusief een verwaarloosbaar aandeel aan nieuwe autonome systeempjes). Als men tenminste "afzet aan installateurs" beschouwt als een betrouwbare indicatie van "feitelijke nieuwbouw" in dat jaar. De verwachting is uiteraard dat bij de extreme, en opvallende prijsdalingen bij PV-modules 2011 voor het eerst hogere marktvolumes zal laten zien dan in het "historische" record jaar 2003. Echter: een (zeer) significant deel daarvan zal buiten de SDE regeling om blijven worden gerealiseerd en zal in de jarenlange blinde vlek van Haagse politici blijven verdwijnen als "onbestaanbaar". Wat natuurlijk klinkklare kolder is. Maar politici leven dan ook in een onrealistische sprookjeswereld waar de waan van de dag domineert. De in de jaren 2005-2008 vrijwel compleet afwezige E-bedrijven (tja, geen subsidie te incasseren, dus hoor je d'r nooit meer wat van...) lieten plotsklaps weer een beetje activiteit op dit gebied zien in de "SDE subsidie jaren" 2009 en 2010. Al stellen de door CBS genoemde 802 kWp (2009) resp. 768 kWp (2010) "afzet aan E-bedrijven" voor die jaren natuurlijk eigenlijk niets voor (daar kun je je imago nog niet eens van in de groene grondverf zetten). We moeten het in Nederland echt van moedige burgers en van vooruitstrevende boeren, het MKB, en enkele gemeentes hebben, anders gebeurt er vrijwel niks op het gebied van zonnestroom. Dat natuurlijk even de initiatieven WWZ [10-14 MWp?] resp. het 1,15 MWp project met gratis zonnepanelen" bij het Zonnefabriek/Greenchoice ZonVast initiatief van 2011 daargelaten. De markt mag dan wel nokkie-vol met interesse in PV zitten, die heeft zich tot nu toe beslist niet in "vele tientallen tot een paar 100 MWp afzet/jaar op de Nederlandse markt" vertaald. En dat niveau is eigenlijk het minimaal noodzakelijke om de zaak weer vlot te trekken... Fig. CBS 3. Als Figuur 1, maar nu de accumulatie van de door CBS gerapporteerde totale "afzet" cijfers sinds 1990, verkocht aan de eindgebruikers en/of installateurs in Nederland (netgekoppelde installaties dominerend, zie Fig. 1). Data tm. 2010: CBS rapport 2010 (8 sep. 2011, voorlopige cijfers). De huidige status is dat in 2010 nog steeds maar 20,7 MWp aan nieuwe PV-systemen er bij gekomen zouden kunnen zijn (vergelijk met alleen al Vlaanderen: ongeveer 269 MWac nieuw in 2010, plm. 296 MWp, een factor 14 verschil...). Waarschijnlijk iets minder dan de helft van dat volume werd geïnstalleerd buiten het destijds geldende (SDE) "stimulerings" regime om. Deze grafiek, en de accumulatie van de afzetcijfers in 2010 (89,4 MWp) geven niet de "CBS realiteit" weer, omdat er van de in de loop van de jaren afgezette volumes in Nederland ook capaciteit verdwijnt/wordt afgebroken. Al wordt ook dat niet "gemeten", maar wordt er een - hoogst onwaarschijnlijke - "aanname" gedaan. CBS rekent met een idiote aanname van een "levensduur van zonnestroom systemen van 15 jaar" (jaar rapport 2010), terwijl de fysieke levensduur van zonnepanelen minimaal het dubbele kan zijn (met nog steeds hoge productie). Zie verder Figuren 4-5 voor de volgens CBS geldende op het eind van het jaar geïnstalleerde cq. aanwezige capaciteit, en het verschil tussen de "afzet accumulatie" en het hiervoor genoemde volume. Fig. CBS 4A. Eindejaars opgesteld vermogen aan PV capaciteit in Nederland gebaseerd op het CBS jaarrapport hernieuwbare energie 2010 (status 8 sep. 2011, data opgegeven in een cijfer achter de komma). Gestapelde resultaten van de drie verschillende categorieën (blauw autonoom/off-grid, oranje netgekoppeld in beheer bij E-bedrijven, geel netgekoppeld rest). Het hierboven getoonde eindresultaat (vetgedrukt, bovenaan de stapel kolommen) kan afwijken van de "markt afzet accumulatie" (in MWp, geen cijfers achter de komma) in de separate capaciteit tabel op StatLine (deze link). In laatstgenoemde tabel staat weliswaar een kolom "Uit gebruik genomen MW-elektrisch", maar daar is tot nu toe voor zonnestroom nog niets ingevuld (de vraag is sowieso of "uit gebruik genomen" zonnestroom systemen ooit spontaan zullen worden aangemeld bij die instantie...). Voor de hypothetische "impact" op de wereldmarkt is de beste indicator voor "goed" of "slecht" stimulerend politiek beleid uiteraard de combinatie van de onderste twee kolom segmenten (uitsluitend netgekoppeld), met het oog op de implementatie van "effectieve, goed werkende" versus "gebrekkige, magere resultaten opleverende" feed-in regimes (autonome systemen hebben daar niets te zoeken, omdat ze uiteraard niets op het net invoeden). Ook al lijkt de groei in Nederland de laatste twee jaar aardig in dit grafiekje, internationaal bakken we d'r al jaren achtereen niks van, wat er ook uit Den Haag voor achterlijke leugens over worden rondgestrooid. Het heeft allemaal te maken met een bereslechte en zwaar gecapte, extreem bureaucratische marginale "invoedingsregeling" genaamd de SDE. Die feitelijk voor PV alweer door Verhagen in de klem is gezet voor 2011, met hoogst fragenswürdige projecten die slechts kunnen gaan "scoren" als ze het voor elkaar krijgen om voor minder dan 4 Eurocent/kWh SDE "plus" subsidie gedurende 15 jaar een economische "business-case" te maken. Alleen extra incentives kunnen die projecten - mogelijk pas over een paar jaar - "haalbaar" gaan maken. Daar kan nooit een florerende, hard groeiende PV-markt door ontstaan, en dat is uiteraard uitdrukkelijk de bedoeling niet van Den Haag. De grafiek toont bescheiden groei van 2000-2002, een - relatieve - explosie in 2003 (waarschijnlijk het grootste deel in de laatste maanden, door het aankondigen van afschaffing van de EPR/EPA/MAP subsidie stapel kermis door staatssecretaris [CDA] van Geel). Daarna: afvlakkende microscopische "groei" tot ver in 2008. Het beetje wat er in 2008 is bijgekomen is - deels - het gevolg van het eerste, feitelijk mislukte SDE jaar (ingegaan officieel per 1 april 2008). Maar alleen al de "beschikkingen" voor de oorspronkelijk 8.000 aanvragen werden pas na 26 weken verstuurd, dus is er in 2008 sowieso slechts weinig fysiek gerealiseerd. Omdat weinig mensen het aandurfden om daadwerkelijk (vanaf 1 april 2008) reeds een systeem te kopen zonder dat ze een beschikking in huis hadden. De verwachting is zelfs dat slechts een gering deel van het totaal aantal uitgegeven beschikkingen voor dat jaar daadwerkelijk zal worden ingevuld (NB: stand eind augustus 2011 voor SDE 2008 tm. SDE 2010: nog slechts 44,1% gerealiseerd van het in mei 2011 overgebleven beschikte vermogen, en in de database van de "garanties van oorsprong" verstrekkende instantie CertiQ opgetekend...). Pas in het derde SDE jaar, 2010, is er sprake van "significante" groei, al moet daarbij direct worden gesteld dat die reeds voor bijna de helft door niet SDE PV-installaties werd veroorzaakt, net als in het voorgaande jaar. Accumulatie totaal: 87,7 MWp eind 2010 volgens CBS 2010 rapport van 8 sep. 2011. Dat volume is onderverdeeld in 5,0 MWp autonoom, 5,1 MWp netgekoppeld e-bedrijven, en 77,6 MWp netgekoppeld "overig". Dat belangrijkste, laatstgenoemde marktsegment (zeg maar: "de burgers", en vooralsnog weinig bedrijven), maakte in 2010 dus al 88,5% van het totale volume uit. Voor 2009 wordt in totaal aan accumulatie 67,5 MWp opgegeven. Noot: veel zwaar gesubsidieerde PV-modules uit de beginjaren (aanschafsubsidies stapeling) werden en worden nog steeds op Internet (door)verkocht met onbekende bestemming - CBS zwijgt in alle talen over die soms levendige "handel". Bovendien wordt al jaren in toenemende mate buiten de hele SDE kermis om geplaatst, waarvan onbekend is of dat wel ergens centraal wordt geregistreerd (volgens gegevens Polder PV: zeer waarschijnlijk niet, veel mensen plaatsen gewoon en melden nergens). De eenmalige "enquête" lijsten die CBS aan leveranciers zouden sturen is bij een toenemend aantal bedrijfjes die ik daarover vraag onbekend: hun afzet wordt dus niet bekend bij CBS, wat nogal wat vraagtekens zet bij die eenmalig in het jaar gepubliceerde cijfers. Daarbij s.v.p. ook goed in de oren knopen dat een zeer bescheiden aantal van de PV-systeem leveranciers in Nederland bij de branche organisatie Holland Solar blijkt te zijn aangesloten (waar CBS mee zou samenwerken bij het boven tafel krijgen van met vraagtekens omgeven marktdata). Sommige van die "niet aangeslotenen" zetten redelijke tot - voor Nederlandse begrippen - forse volumes af, al is de hoogte ervan een goed bewaard geheim. Niemand weet de actuele bijbouw of de exacte geaccumuleerde netgekoppelde capaciteit in ons land (en dus al helemaal niet de opbrengst van al die installaties, het gros van de destijds en zelfs heden ten dage verkochte installaties wordt nooit extern bemeten en is dus ook helemaal niet bekend bij CertiQ). Bovendien is onzeker wat de niet bij Holland Solar/CBS bekende parallel import van modules voor impact heeft in Nederland. Er wordt door steeds meer bedrijven en zelfs soms particulieren en/of collectieven uit Azië geïmporteerd. Betwijfeld wordt of die volumes wel worden meegenomen in de CBS statistieken. In ieder geval hangt er ook al een dikke mist over de verhouding import/export, zoals de vrijwel waardeloze Figuur 7 laat zien (allemaal curieuze geheimzinnigheid die een objectief inzicht in de eigen markt permanent vertroebelt) ... Fig. CBS 4B. Figuur vergelijkbaar met Fig. 4A, maar met slechts twee categorieën en naast elkaar per jaar i.p.v. op elkaar gestapeld. Gele kolommen: alle netgekoppelde PV-installaties geaccumuleerd per jaar (CBS jaarrapport HE 2010, 8 sep. 2011). Blauwe kolommen: alle PV-systemen geaccumuleerd per jaar (netgekoppeld en autonoom/off-grid). De autonome categorie blijft klein en verwaarloosbaar (in 2010 voorlopige nieuwe volume volgens CBS vastgesteld op slechts 291 kWp). De markt wordt zoals bijna overal elders (in landen met uitgebreide elektriciteitsnetten) gedreven door de netgekoppelde categorie. De - voorlopige - accumulatie van netgekoppelde systemen in Nederland in 2010: 82,7 MWp. Alle systemen bij elkaar (data echter met vraagtekens volgens Polder PV): 87,7 MWp. Aandeel netgekoppeld in totaal dus 94,3%. De verwachting is dat het volume vanaf 2011 - voor Nederlandse begrippen - "sterk" verder zal groeien door een combinatie van enkele factoren:
Fig. CBS 5. Grafiek waarin wordt afgebeeld het verschil tussen de CBS gegevens "Afzet aan installateurs" minus het "nieuwe vermogen" per jaar. De laatste is afgeleid uit de eindejaars accumulatie gegevens in separate tabellen in de CBS rapporten. Let op dat de Y-schaal ditmaal in kWp is weergegeven. De resterende "overschotten boven de 0" kunnen beschouwd worden als (combinaties van): (a) "magazijn opslag groothandel" dan wel (b) "magazijn opslag bij installatiebedrijven", (c) volgens CBS te beschouwen "verwijderde bestaande capaciteit" (NB: niet gemeten maar "aangenomen"). In 2010 is er een "behoorlijk" positief verschil van zo'n 225 kWp tussen de twee opgegeven data sets. Er is in dat jaar ook een aanzienlijke hoeveelheid modules geëxporteerd (en dus beslist nog meer geïmporteerd, zie Fig. 7), dus bij de opgegeven afzet hoeveelheden cq. de uit het verschil te vermoeden "magazijn voorraden" kan er beslist een hoop "ruis" ontstaan.
In grafiek CBS 5 zouden "tekorten onder de 0" een indicatie kunnen zijn dat geïnstalleerde modules niet zijn verkregen via installateurs, systeemhuizen of groothandels bekend bij het CBS of hun data verstrekkers. Noot: lang niet alle aanbieders op de Nederlandse markt (inmiddels al over de 130 meestal kleine bedrijfjes die vechten om marktaandeel) zijn lid van de branche organisatie Holland Solar. In 2003 en in 2008 is er op basis van dit aftrek sommetje een fors verschil van rond de 50 kWp in de min zichtbaar voor de belangrijkste categorie ("netgekoppeld overig"). Dit kan het gevolg zijn van parallelle module import door eindverbruikers, onwaarschijnlijk omdat hun activiteiten (voorzover bekend bij Polder PV) niet bekend kunnen zijn bij of getraceerd worden door H.S./CBS. Of door installateurs die handelen in "grijze" producten. Zelfs energiebedrijven (oranje kolommen) leken soms meer capaciteit te installeren dan er daadwerkelijk aan hen was "afgezet", met name in 2007. Dit kan ook het gevolg zijn van een netto effect van het installeren van nog in het magazijn liggende module voorraden in een periode dat de nationale markt vrijwel dood was en de enige activiteit in de branche zo'n beetje het inkopen en weer verkopen van/naar het buitenland leek te zijn (2004 tot de tweede helft van 2008, daarna echter in verhevigde mate gecontinueerd en uitgebreid). Let verder op de ogenschijnlijk grote positieve surplus (magazijn voorraden?) van autonome PV capaciteit (blauwe kolommen). Een verklaring kan niet worden gegeven voor deze - voor de kleine Nederlandse markt - opvallend hoge cijfers. Fig. CBS 6. Misschien wel een van de meest "schandalige" grafieken in deze sectie. CBS noemt ook nog vier andere data voor PV in Nederland, waarvoor slechts een hierboven is getoond (omdat de vier data "sets" direct van elkaar afhangen): elektriciteitsproductie van de geaccumuleerde PV capaciteit weergegeven in de eerdere grafieken (in Gigawattuur, GWh, zie grafiek), "vermeden" gebruik van fossiele (feitelijk ook nucleaire) primaire energie (in TeraJoules), en de vermeden CO2 emissies, vooral komend van de kolen- en gasgestookte centrales in Nederland (in kiloton). Deze data zijn te vinden in tabel 5.2.1 in het CBS 2010 rapport (p. 55). Hierbij werd een vierde categorie toegevoegd die nog niet in het CBS 2009 rapport was opgenomen, namelijk de kolom "Bruto eindverbruik". In Fig. 6 geef ik de vermeende "productie" van de geaccumuleerde capaciteit weer zoals CBS dat opgeeft. Dit zijn echter hoogst dubieuze data, omdat de productie voor de meeste installaties*** niet wordt gemeten, maar juist wordt "berekend" (u mag ook stellen: geschat...)! En voor deze berekeningen gebruikt CBS (zoals het al vele jaren doet) absurde basis data, genoemd op p. 57 van het CBS rapport voor 2010. Data die komen uit een zogenaamd "Protocol Monitoring Duurzame Energie" uit 2006 (verouderde SenterNovem publicatie, gecontinueerd en fors gewijzigd in het "nieuwe" Protocol uit 2010, met echter ongewijzigde gegevens voor PV). Deze data zijn: (1) netgekoppelde PV systemen zouden slechts "700 kWh per kW vermogen" per jaar produceren, en (2) autonome PV installaties "400 kWh per kW vermogen" per jaar. *** Eind 2010 zou er volgens TenneT dochter CertiQ zo'n 29,4 MWp aan gecertificeerde - netgekoppelde - PV installaties zijn geaccumuleerd (waarvan trouwens slechts 1 meterstand per jaar wordt doorgegeven, op een willekeurig, door de netbeheerder vastgesteld tijdstip...). De totale accumulatie van aan het net hangende zonnestroom systemen was volgens CBS aan het eind van dat jaar 82,7 MWp. Dat betekent, bij aanname van "correcte" cijfers van beide instanties, dat van een capaciteit van 53,3 MWp (ruim 64% van het totaal) niets bekend is van de fysieke productie en dat er (dus???) maar een slag naar wordt geslagen door CBS... Ik heb serieuze bezwaren tegen deze bij elkaar gefantaseerde "fundamentele" data. Zelfs al zou je ze niet als "serieuze productie data" beschouwen, deze aannames horen niet thuis in een "harde cijfers rapporterend" statistisch overzicht - zeker niet in een zogenaamd "serieus" nationaal rapport! Ik kan dat aannemelijk maken omdat mijn oude, suboptimale netgekoppelde multikristallijne PV systeem gemiddeld genomen tussen de 900 en 950 kWh/kWp per jaar produceert, en er veel andere systemen in Nederland zijn die minstens 800-900 kWh/kWp opleveren, in de kustgebieden en in regio als Friesland zelfs bij optimale systemen zo veel als (of incidenteel meer dan) 1.000 kWh/kWp per jaar. Een netgekoppeld dunnelaag amorf silicium systeem in het "zon-arme" oosten van het land zal mogelijkerwijs ook een relatief hoge output behalen omdat het zeer effectief blijkt te zijn in de wat mindere lichtcondities ter plekke. Zoals aannemelijk gemaakt door Rob de Bree van Siderea.nl, die een opmerkelijk accuraat simulatiemodel voor PV heeft ontwikkeld, en die regelmatig specifieke jaaropbrengsten van minstens 900 kWh/kWp.jaar voorspelt. Het oude "SenterNovem" getal van 700 voor "netgekoppelde systemen" is absoluut fout, volkomen achterhaald, en veel te laag, waarmee elke aanname van "berekende opbrengst" tot een farce wordt en de productie "resultaten" van het CBS zeer fragenswürdig (lees: stelselmatig, structureel, en al jaren lang veel te laag). Zeker voor PV-installaties die in de laatste jaren zijn - of nog worden opgeleverd. En zeker niet te gebruiken als een "betrouwbare" maat in vergelijkingen met de harde, fysiek geijkt gemeten zonnestroom productie data van andere landen...
Autonoom
met vraagtekens Dit alles in aanmerking nemend, uiteindelijk komt er uit dit natte vinger sprookje een veronderstelde geaccumuleerde productie van 60 GWh zonnestroom voor het jaar 2010. Voor 2009 zou het "nog maar" 46 GWh zijn geweest, een "geschatte stijging" van dik 30%. En, daarmee samenhangend: voor vermeden primaire "fossiele energie" wordt voorlopig voor 2010 een hoeveelheid van 517 TeraJoule gegeven. Opgemerkt moet trouwens worden dat door "herziene conversie berekeningen" er drie eerdere data onder dat hoofdje licht zijn aangepast door CBS in vergelijking met het jaarrapport 2009. Voor de jaren 2007 tm. 2009 werd het vermeden verbruik van fossiele primaire energie gewijzigd in, achtereenvolgens, 307 (was 309), 340 (was 339), en 398 (was 397) Terajoule. De hoeveelheid vermeden CO2 uitstoot die uit voornoemde (deels licht gewijzigde) data werden berekend geven voor 2010 opgeteld een volume van 35 kiloton (dat is 35.000 ton = 35 miljoen kilogram). Zelfs als je die "veronderstelde" 60 GWh als veel te laag beschouwt vanwege hier boven genoemde redenen, is dat natuurlijk vrijwel niets op de totale als "hernieuwbaar" beschouwde energieproductie - een equivalent van 10.354 GWh (tabel 2.2.1, p. 26 van het rapport). Het aandeel van "berekende" zonnestroom zou dan slechts 0,58% zijn in die "hernieuwbare" mix (waarschijnlijk is het iets meer). In tabel 2.2.2 van het CBS rapport wordt dan ook nog eens "volgens EU normen" gerekend met een "normalisatie voor wind- en waterkracht", wat de totale berekende (lees: fictieve) "genormaliseerde" totale hernieuwbare output op 11.610 GWh doet komen, en het aandeel zonnestroom in het geheel nog verder (kunstmatig) doet "slinken". Over een "normalisatie voor zonkracht" heb ik nog niets vernomen... We mogen ons, afgezien van bovenstaande geknutsel en gefrutsel met cijfertjes, voor de werkelijke "realisatie" van PV-capaciteit in Nederland absoluut niet op de borst kloppen. We moeten zelfs met het schaamrood op de kaken in de hoek gaan staan. Zeker als we daarbij in aanmerking nemen dat Nederland al lange tijd aan het "experimenteren" is met deze fascinerende techniek. Volgens het door accountants goedgekeurde BDEW jaar rapport voor 2009 (gepubliceerd op 26 juli 2010), had Duitsland in 2009 reeds 6.578,3 GWh zonnestroom geproduceerd met hun destijds ongeveer driekwart miljoen - vaak dakvullende - PV-installaties. 110 maal zoveel als de schatting van CBS, uitsluitend voor netgekoppelde ("EEG"-fähige) systemen. En allemaal maandelijks bemeten (of zelfs frequenter) als bewijs voor het recht op de Einspeise Vergütung vastgelegd in de EEG wetsteksten. NB! EurObserv'ER claimt in hun - voorlopige - cijfers voor 2010 dat Nederland 70 GWh aan zonnestroom geproduceerd zou kunnen hebben (17% meer dan de CBS schatting). De bijgeplaatste capaciteit in 2010 werd echter ook veel hoger ingeschat (29,4 MWp EurObserv'ER in vergelijking met 20,7 MWp CBS, maar liefst 42% meer dan de CBS opgave). Volgens het CBS zou die schatting zijn gebaseerd op destijds nog onvoldoende beschikbare informatie over de marktafzet. In tweede instantie moest ECN Beleidsstudies op navraag van Polder PV echter toegeven dat er een blunder was gemaakt: de geaccumuleerde capaciteit bij CertiQ was doorgegeven als "nieuwbouw in 2010", en bovendien werd de toen ook nog niet bekende (bijna 50% van marktvolume) niet gecertificeerde capaciteit als gebruikelijk verzwegen (zie bericht van Polder PV van 12/13 sep. 2011). Voor de meest recente Photovoltaic Barometer van EurObserv'ER, zie hun download pagina. Zuiderburen
(dik) tien maal zo grote markt Fig. CBS 7. Een tale-telling grafiek. Waar Nederland extreem slecht blijkt te zijn in het degelijk, betrouwbaar, op de lange termijn gefocust, en hartverwarmend "stimuleren" van de eigen PV-markt, is het slecht toeven voor systeemleveranciers en installateurs. Ze konden zich na het 2003/2004 debâcle uitsluitend overeind houden door dan maar de ogen op het zéér lucratieve buitenland te richten. En wat voor oerhollandse "kwaliteit" kwam daar al ras bovendrijven? Juist ja, de VOC mentaliteit, handel drijven. Import en export van modules werd de business-case voor veel bedrijven in Nederland. En dat blijkt, gezien de aanzienlijke groei van de blauwe kolommen, de export van PV-modules, in 2010 al ver over het geaccumuleerde, volgens CBS in eigen land geplaatste volume (Fig. 4), een zeer smakelijke (lees: goede omzet genererende) bron van inkomsten te zijn. Er was nog steeds maar in totaal (autonoom inclusief) 87,7 MWp geaccumuleerd eind vorig jaar volgens CBS (sinds de eerste schreden in de vorige eeuw). Maar er werd alleen al in dat lucratieve jaar 2010 een volume van 117,7 MWp aan modules geëxporteerd (!). En die kwamen natuurlijk niet van Solar Modules Nederland in Kerkrade (NB: Solland Solar op het Avantis terrein was toen feitelijk alleen nog maar een zonnecellen producent, Scheuten Solar's standaard modules, hun core-business, worden in het Duitse Gelsenkirchen gemaakt). Ook tekenend is dat het gros van de ongetwijfeld rode oortjes genererende cijfers niet bekend zijn (gemaakt) door het CBS. Want u kunt op uw klompen aanvoelen dat de onherroepelijk en nauw aan de exportcijfers te relateren, fors toegenomen "import" (groene kolommen, slechts bekend gemaakt tm. 2006) bedrijfsgevoelige informatie betreft. Die gegarandeerd dezelfde trend zal vertonen als wel bekend (gemaakt) in die eerste jaren. Het is ook niet voor niets dat de kolom "tussenhandel" (grijs) vanaf 2006 leeg is gelaten. Den Haag zou eens te weten komen hoeveel er aan dat spul wordt verdiend, na aftrek van alle kosten export minus import. Het verschil tussen "groen" en "blauw" is het restantje wat, na nog wat onderling geschuif met containers met modules (mogelijk deels nog uit bestaande voorraden), afgezet "kon" worden op de eigen, microscopische Nederlandse markt. CBS verklaart de "kruisjes" ("x") in de originele datavelden in de uitleg als "x : geheim; het CBS heeft hier wel cijfers over maar kan deze om geheimhoudingsredenen niet publiceren". Als we voor de enige bekende "import" cijfers, van 2004-2006 uit zouden gaan, en een "gemiddelde import/export ratio" berekenen, komen we uit op een factor van ongeveer 1,2 (zeg maar: tegenover 12 modules import staan 10 modules export). Passen we dat toe op het 2010 export cijfer van 117,7 MWp, zou dat kunnen betekenen dat er al een fors volume van maar liefst 142 MWp geïmporteerd zou kunnen zijn in 2010. Dat zou een factor zeven maal het in Nederland zelf afgezette volume zijn geweest (als alle cijfers zouden kloppen)... Forse
wijzigingen
Vermoedelijk werden daarbij dus aanvankelijk opgaves gedaan voor - mogelijk tot waarschijnlijk - in het buitenland te realiseren PV-projecten. Die daar de hernieuwbare stroom mix zullen opkrikken en de nationale CO2 balans positief zullen beïnvloeden, op kosten van de buitenlandse - niet de Nederlandse - stroom afnemers. Waarbij de mogelijkerwijs wel degelijk geïmporteerde PV modules (in theorie zelfs voor Scheuten Solar, aangezien hun meest gebruikte, standaard kristallijne Multisol® modules in het Duitse Gelsenkirchen worden geproduceerd, en dus mogelijk via het hoofdkantoor in Venlo, NL geïmporteerd...) blijkbaar al in de boeken als (weer) "geëxporteerd" stonden genoteerd. Het is duidelijk dat hier grote fouten mee kunnen worden gemaakt als er niet grondig door accountants wordt gecontroleerd en dubbeltellingen worden uitgesloten. NB: Solland Solar, zeker toen Nederlands enige zonnecellen producent, produceerde volgens Photon (4/2011) slechts een fysiek volume van 80 MWp in 2009, en 110 MWp in 2010 aan zonnecellen. Onbekend is hoeveel van dat volume in de handen van Nederlandse "module fabrikanten" terecht is gekomen. Zoals Solar Modules Nederland in Kerkrade, pas serieus in 2010 gestart. Ubbink in Doesburg, SMN-van Laarhoven's oude werkgever voor het Econcern/Centrosolar debâcle, zal hoogstens een marginaal volume hebben afgenomen in hun "doorstart" als kleine module producent. Solland zelf produceerde toen nog helemaal geen panelen (alleen maar kristallijne cellen). Vooral het - voorlopige - resultaat voor 2010 laat zien hoe hard de export lijkt te zijn toegenomen (en dus ongetwijfeld ook de helaas niet getoonde import): een toename van 62% t.o.v. 2009, tot een fors volume van bijna 118 MWp. Omdat slechts in de orde grootte van 21 MWp daadwerkelijk in het eigen, arme land is "geplaatst" in 2010 volgens het CBS (Fig. 1), is het duidelijk dat het handelskanaal import/export, wat 5,6 maal zo groot is volgens deze cijfers, veel lucratiever is voor de betrokken ondernemingen. Helaas uit noodzaak, vanwege het feit dat Nederland nooit een volwaardig, robuust, en stabiel incentive regime voor de eigen markt ontwikkeling heeft gekend, en van de ene prutsregeling in de ander is vervallen door Haags geneuzel, en grootschalige sabotage en hartverscheurend ontmoedigingsbeleid van/door fossiele lobbies, energie holdings, en, vergeet die vooral niet, EZ/EL&I, de netbeheerders en NMa. De vrij matige toename van de export in 2009 (t.o.v. 2008) zou doen vermoeden dat de meeste Nederlandse bedrijven die het vaderland er hoogstens "bij" doen, maar die al in dat jaar zeer actief waren op de Belgische (met name Vlaamse) markt (waar de roomboter en de hagelslag op de oudbakken 'ollandse boterham feitelijk werden verdiend), de door hen getrokken projecten daar mogelijk zelfs direct vanuit het buitenland hebben laten beleveren met modules zonder dat die zonnepanelen een Nederlandse grens hebben gezien. Indien dat inderdaad het geval zou zijn (geweest), zou dat betekenen dat ze zelfs helemaal niet in de CBS statistieken zouden "mogen" voorkomen. Hier is nog wel het e.e.a. aan opheldering te verwachten hoe die "export" cijfers precies tot stand komen. Daarom is het ook zo'n fundamenteel gemis dat de "import" en "tussenhandel" cijfers (en de toelichting daarbij) totaal ontbreken, wat de door mij gemaakte grafiek eigenlijk grotendeels waardeloos maakt. Het is ook mogelijk dat bijvoorbeeld grote zonnestroomparken en dak projecten die het Nederlandse Scheuten Solar voortvarend in bijvoorbeeld het zuid-Italiaanse Puglia installeert, tot dit "handelskanaal" behoren: "import" van hun Multisol® module fabriek in het Duitse Gelsenkirchen via hun hoofdkantoor in Venlo, en "export" van die modules naar (bijvoorbeeld) Italië. Helaas geeft het CBS geen helder uitsluitsel over de ongetwijfeld zeer interessante details van die handelsstromen, en blijven hier dus zoals gebruikelijk op de van slechte en twijfelachtige data voorziene Nederlandse "markt" veel vragen onbeantwoord. Fig. CBS 8. Net als Figuur 7 een tale-telling grafiek. De fors toegenomen omzet (blauwe kolommen in miljoenen Euro) bij de Nederlandse PV bedrijven kan slechts voor een beperkt deel aan de eigen "markt" afzet worden toegeschreven. Die omzetten zijn voor het grootste deel te wijten aan de lucratieve handel met, en project ontwikkeling in het buitenland. Wie de eigen afzetmarkt "klein" blijft houden (EZ/EL&I), genereert dit soort bizarre gevolgen. De externe afhankelijkheid van geïmporteerde fossiele energie in de afzetmarkten (PV module kopers/plaatsers) wordt minder, met een wenkend middellange termijn perspectief. De NL handelaars mogen daar een centje van bijverdienen. Maar Slochteren krimpt, en krimpt, en krimpt. Elke dag weer de nodige kostbare gaskuubjes die voor eeuwig verdwijnen. En wat ervoor in de plaats "mag" komen? U mag het zelf verzinnen. Een zéér onrustbarend toekomstperspectief voor de Lage Landers. Ook in deze grafiek, waarschijnlijk nauw gerelateerd aan de forse wijzigingen in de data voor 2009 in Fig. 7, een aanzienlijke verandering. Want waar het CBS jaar overzicht over 2009 nog over een omzet van 484 miljoen Euro voor 2009 rept, is dat in de StatLine update van juni 2011 en het CBS 2010 jaaroverzicht HE alweer aanzienlijk omlaag bijgesteld naar slechts 332 miljoen Euro, een daling van dik 31%. De wijziging voor 2008 was minder groot: van de oorspronkelijke 413 omlaag naar 408 miljoen Euro. In een keer is daarmee een eerder gesignaleerde jaarlijkse omzet groei (jaar rapport CBS 2009: 413 naar 484 miljoen tussen 2008 en 2009, positieve groei 71 miljoen Euro, 17% t.o.v. 2008) omgezet in een heftige daling van 408 naar 332 miljoen, 76 miljoen Euro minder omzet (18,5%) in het crisisjaar 2009, dan in 2008. "Gelukkig" lijkt die negatieve trend wederom gekeerd in het jaar van de spotgoedkope (en dus interessante, met marges door te verlopen) modules, 2010. Met, als de cijfers nu wel blijken te kloppen, een omzet groei van 159 miljoen Euro (naar € 491 miljoen), een spectaculaire stijging t.o.v. de bijgestelde resultaten van 2009 van maar liefst 48%. Uiteraard blijft dit alles nog steeds weinig zeggen over de eigen (slakkentraag groeiende) PV-markt, wel over de lucratieve handel in zonnepanelen die al bijna een half miljard Euro oplevert... De jaarlijkse (YOY) groeicijfers zijn in de grafiek tussen de jaarkolommen in, in donkerblauw weergegeven. Opvallend is in ieder geval dat na enkele jaren behoorlijke groei (mind you: in een zeer kleine PV markt!), deze fors is ingestort in 2009. En dat in het tweede jaar van het lopende "SDE stimulerings-regime". Ook uit deze grafiek wordt derhalve duidelijk dat de SDE totaal niet effectief is om de PV sector (ook in financiële zin) een flinke duw in de rug te geven, en dat het niet vreemd is dat al enige tijd in de wandelgangen volmondig richting Polder PV wordt toegegeven dat het meeste geld in de sector in het buitenland wordt verdiend... Dit wordt bevestigd in het CBS jaaroverzicht 2010, op pagina 56. Daar staat zelfs gemeld dat "ongeveer 85 procent van de afzet van 2010 naar het buitenland gaat". Daarbij wordt klaarblijkelijk het importeren van modules (of: "zonnestroom systemen", dus incl. omvormers, bekabeling en opbouw materialen) en 85% van het volume daarvan "verkopen aan" dan wel "plaatsen in" het buitenland als "afzet" gezien. Het is alleen al uit dit cijfer kristalhelder: de PV-sector in Nederland kan alleen overleven met buitenlandse opdrachten, en de nationale markt was zelfs in 2010 voor hen nauwelijks van betekenis. En de geïnformeerde lezer weet echt wel waarom dat zo is: u hoeft alleen maar wat Haagse papierwaren tot u te nemen om dat te begrijpen. Of Polder PV lezen, dat kan ook. Research
budget Het CBS zegt trouwens niets over die budgetten in hun hernieuwbare energie jaarrapporten. Wel staan die cijfers in het StatLine overzicht "Zonnestroomsystemen; handel in panelen, werkgelegenheid en omzet". Uit alle magere resultaten blijft een helder beeld naar voren komen: zonnestroom heeft in het geheel geen prioriteit in de Residentie. Sterker nog: de potentiële groei van de nationale afzetmarkt blijft uit alle macht en op alle fronten massaal tegengewerkt worden. Tegen de uitdrukkelijke wil van een groeiend deel van de bevolking en het bedrijfsleven in. Tijd voor revolutie, dus. Fig. CBS 9. Tot slot de "werkgelegenheid" (zie ook de opmerkingen verder naar onderen onder het hoofdje "Pikant"). Geen gegevens vóór 2004. Het aantal medewerkers bij de research (ik neem aan vooral ECN in Petten, TU Eindhoven/Solliance samenwerking en Universiteit van Nijmegen) is, ondanks de blijvend beroerde marktomstandigheden, gegroeid naar 56 fte in 2009 (witte kolommen, groei 37% t.o.v. 2008). In 2010 kwamen er echter nauwelijks onderzoekers bij volgens CBS (slechts 3 FTE's). In de "productie" (lichtblauw) is er in 2008 263 FTE gerealiseerd. Dat zal voor een fors deel mogelijk de helft (?) van het op de NL-Duitse grens gelegen Solland Solar zijn geweest. Wat al direct voer voor discussie oplevert, want eigenlijk dient de helft van die workforce aan Duitsland te worden toegerekend. Het aller grootste gedeelte van het Avantis terrein ligt sowieso op Duits grondgebied... Solland Solar, nog steeds Neer'lands enige commercieel werkende zonnecellen fabrikant (medio 2011 alleen nog maar SunWeb® cellen, in veel lagere volumes dan hun niet meer geproduceerde "standaard" kristallijne cellen), had in 2007 in totaal 210 medewerkers**** (NB: correspondeert niet helemaal met de lagere CBS uitkomst "totaal werkzaam in productie" voor dat jaar, cijfers worden betwist). De enige andere "producent van betekenis" was tot voor kort Ubbink Solar Modules (de andere tak van Ubbink is inmiddels omgedoopt in Renusol GmbH) in Doesburg die modules maakte voor o.a. de moeder holding Centrosolar, en die deels werden afgezet aan Ecostream (o.a. verhandeld via het Nederlandse verkoopkanaal BeldeZon). In de aanloop van de verbijsterende aftakeling van de aanvankelijk in "financiële problemen" verkerende, en al snel failliet verklaarde moederholding Econcern (faillissement officieel op 12 juni 2009) werd al een voorschot door Centrosolar genomen: 65 personeelsleden van de moduleproductie in Doesburg werden naar huis gestuurd, daarbij het aantal werkenden in de PV-branche in Nederland nogmaals heftig uitdunnend en de enige (standaard) moduleproductie van betekenis in ons land alweer snel de nek omdraaiend. Intussen is directeur van Laarhoven in Kerkrade met een nieuwe module productie gestart onder de naam Solar Modules Nederland. Solland Solar, waarvan het personeelsbestand met onduidelijkheden bleef omgeven, heeft in augustus 2009 alweer 89 werknemers (het gros "tijdelijke" krachten) op straat moeten zetten wegens extreem zware concurrentie uit Azië, crisis, onwil bij groot aandeelhouder Delta, en tegenvallende productie op een tot 170 MWp uitgebouwde capaciteit. Voormalig eigenaar en atoomboer Delta heeft het bedrijf in de zomer van 2011 "verkocht" voor een onbekende prijs aan het management nadat het al fors had afgeschreven op de jaarrekening. In het persbericht werd daarbij gemeld dat Solland Solar 280 medewerkers zou hebben. In oktober 2011 werden echter alweer 90 mensen op straat gezet. De "standaard" (Multisol®) module productie van Scheuten Solar, een andere grote speler, vindt geheel in Gelsenkirchen (Ruhrgebied NRW, BRD) plaats en dient derhalve ook op het vlak van personele inzet aan Duitsland te worden toegerekend. Twee andere "structurele" spelers met aantoonbaar fysieke productie van eindproducten voor de PV-markt, die echter voor het allergrootste deel in de lucratieve afzetmarkten in het buitenland worden verkocht zijn Mastervolt en ClickFit. Succesvol omvormer fabrikant Mastervolt (Amsterdam) zou in de solar tak van het bedrijf de meeste werknemers hebben. Door Lako en Beurskens (2010)***** wordt geschat dat er 150 werknemers voor het bedrijf zouden werken waarvan 75 in Nederland. ClickFit, die de bekende TÜV gecertificeerde dakrails in toenemende mate verkoopt en grotendeels in sociale werkplaatsen laat vervaardigen in eigen land, is onderdeel van de bekende systeemleverancier Esdec in Deventer. Of deze werknemers van het voor de Nederlandse PV-markt beslist zeer belangrijke en veel verkochte ClickFit wel worden meegenomen in de CBS statistieken is onduidelijk. Het bekende bedrijf OTB Solar is vorig jaar aan de Duitse hardware producent Roth & Rau verkocht (die vervolgens weer door het van oorsprong Zwitserse conglomeraat Meyer Burger Group wordt opgeslokt), het al met een kwart gereduceerde personeel van OTB Solar blijft in Eindhoven werken en "mag" dus nog steeds aan de Nederlandse "markt" worden toegerekend. Of dat ook gebeurt is de vraag (? Research & development ?). Er zijn in de loop van 2010 nog wat kleine bedrijven in de productie ("maakindustrie") bij gekomen, maar daar zijn na wat eerste persberichten nog weinig structurele activiteiten van vernomen (zie o.a. recent voorbeeld SolarExcel, die inmiddels begonnen schijnt te zijn). Voor een aardig complete lijst met dit soort bedrijven, zie het hieronder genoemde rapport van Lako & Beurskens van eind 2010, tabel 4.1 op p. 23. De bulk van de activiteit in Nederland blijft "handel": import en verkoop of doorverkoop cq. export van PV-eindproducten. Helaas werden er door CBS géén detail cijfers bekendgemaakt voor de PV-gerelateerde werkgelegenheid in de "productie van complete panelen en onderdelen" in 2009 en 2010, i.t.t. voor 2008. Ik vermoed dat dit te maken heeft met de precaire, zenuwslopende positie van met name Solland Solar. Wat het publiceren van deze statistiek tot een weinig zinvolle bezigheid lijkt te maken. CBS beroept zich daarbij met het "x" teken in de tabellen (zowel voor "productie", als voor "overig") op geheimhoudings-clausules. Allemaal leuk en aardig, maar met alleen een "totaal aantal" FTE's in PV (zwarte kolommen in mijn grafiek) blijft de informatievoorziening over deze nog steeds (via SDE en "innovatiefondsen") met belastinggeld ondersteunde sector natuurlijk byzonder pover. Omrekentruuk In ieder geval is ook bij deze cijfers weer een hoop troebelheid te verwachten. Alleen al het feit dat zelfs bij een geconstateerde stijging van FTE's in de "verkoop", van 96 (2009) naar 132 (2010) er waarschijnlijk tientallen nieuwe bedrijven met zonnestroom systemen in de aanbieding (beslist niet allemaal met maar 1 werknemer) in 2010 mogelijk niet zijn opgenomen (zie Top50Solar voor een niet uitputtend overzicht), moeten ook bij deze cijfers vraagtekens blijven worden gezet. In de grafiek heb ik trouwens alleen "productie" en "research" uitgesplitst. De categorie "overig" bevat het verschil tussen "totaal" minus genoemde twee uitsplitsingen, en is dus ook voor 2009 en 2010 "niet zeker". Pikant***** Bij mijn weten is SolarTotal echter uitsluitend in het buitenland actief, ondanks vestiging van het hoofdkantoor in Nederland. Het "Gelderse" bedrijf is wel snoeihard gegroeid en zou volgens het Financieele Dagblad van 19 maart 2011 in 2010 de omzet t.o.v. 2009 verdubbeld hebben tot 180 miljoen Euro, en zou het in het voorjaar van 2011 al 450 medewerkers hebben. Waarschijnlijk het overgrote merendeel in het buitenland, waar het zeer actief is. Wat van die heftige cijfers voor SolarTotal in de CBS zonnestroom statistieken is terug te vinden is niet traceerbaar. Het bedrijf wordt ondersteund door SET Venture Partners, wat weer beleggingen van atoomboeren Delta en RWE/Essent (beiden 25 miljoen Euro) heeft geïncasseerd: feitelijk politiek afgedwongen bloedgeld voor het langer open houden van EPZ's kernsplijter Borssele. Verder is ook het rapport van Lako en Beurskens een schrijnende en volslagen onterechte onderwaardering van de met zeer actieve bedrijven gevulde markt (zeker 100, mogelijk zelfs inmiddels al tegen de 200 bedrijfjes die zonnepanelen en systemen leveren, voor een fors deel opgenomen in de reeds genoemde Nederlandse Top50Solar). Die niet door hen worden opgevoerd als "werkgelegenheid creatoren". Dus het blijft ook met de cijfers in dit rapport gissen geblazen met mistige aannames. De meest "pikante" bevindingen van de auteurs zijn, naast een geschatte omzet van 1,025 miljard Euro voor 2009 in de PV-business (NB: fors hoger dan de omzet in de windenergie in windnatie bij uitstek, Nederland, 820 miljoen Euro...!), dat hun onderzoek een totale "workforce" van maar liefst 1.240 werknemers in de PV-business zou onthullen voor 2009. Dat is geen 20 procent, maar zelfs het dubbele van de hoeveelheid waarmee CBS in hun laatste rapport voor 2010 rekent (622 FTE's)... De auteurs verklaren het verschil (m.b.t. de 588 gegeven in het CBS 2009 jaar rapport) met "The datasets differ with respect to the coverage of the PV industry" en mogelijk verschil van opvatting wat onder "persoon" dan wel "FTE" moet worden verstaan... ***** Lako, P. & Beurskens, L.W.M. (2010). Socio-economic indicators of renewable energy in 2009. Update of data of turnover and employment of renewable energy companies in the Netherlands. - ECN-E--10-089, dec. 2010 (volgens toelichting/abstract in publications sectie ECN gepubliceerd op 24-01-2011). "Overig"
resp. "totaal" In zwart tot slot het totaal aantal FTE's wat - door CBS - tot de PV business wordt gerekend, 552 FTE in 2008 (alweer lager dan het cijfer in het CBS rapport voor 2009, 566), slechts 545 in crisis jaar 2009 (was in een eerder CBS rapport nog 588; negatieve groei t.o.v. het nieuwe 2008 cijfer: 1,3%). Het voorlopige cijfer voor 2010 laat weer groei zien: 622 FTE's, een groei van 14,1% t.o.v. 2009. Zoals gezegd is met name de sectie "verkoop" flink gestegen, van 96 naar 132 FTE's. Dat is 21% van het totaal. Verkopen, daar zijn Hollanders goed in... In Duitsland waren er volgens een recente eerste schatting in het EEG-Erfahrungsbericht 2011 (pdf) als gevolg van de uitvoering van de EEG wet, in 2010 reeds 107.800 mensen werkzaam in alleen de zonnestroom branche ("Stromerzeugung aus solarer Strahlungsenergie" - wordt ook CSP toe gerekend, maar dat is vooralsnog een zeer klein, ondergeschikt segment). In een eerdere schatting van brancheorganisatie BSW zouden in 2009 "nog maar" rond de 63.000 mensen in de zonnestroom sector werkzaam zijn geweest, waarvan ongeveer 51% in de PV-industrie en bij de toeleveranciers (BSW juni 2010 update). Verschil (factor 173 met CBS schatting Nederland) moet er wezen. **** Stond in 2009 nog op website Solland Solar, is echter niet meer te vinden. Lako & Beurskens (2010)**** schatten dat eind 2009 er 135 mensen werkzaam waren bij het bedrijf, wat ver af ligt van het door Delta opgegeven aantal van 280. Van de oorspronkelijke plannen (bij overname groot deel aandelen door Delta in 2007 nog: 1.000 medewerkers in 2010, zie persbericht van 24 januari 2008) is helemaal niets terecht gekomen, het bedrijf dreigt gesloten te worden als het management geen nieuwe eigenaar of partner/financier vindt. Zie o.a. "Uur U nadert voor zonnetak Delta", Financieele Dagblad 25 juni 2011, persbericht Delta 8 juli 2011. Solland Solar heeft in ieder geval hun website een frisse face-lift gegeven nu ze eindelijk onder het juk van Delta zijn vrij gekomen, dat is al een hele verbetering. Het IEC certificaat voor de SunWeb® back-contact modules werd eind november 2011 eindelijk toegekend, samen met partner Schott Solar kan nu eindelijk vol ingezet gaan worden op de marketing en verkoop. Bronnen: Discrepantie CBS en CertiQ cijfers - vorobeeld 2008 Er is een fors verschil in de bijgeplaatste capaciteit voor 2008 (althans: "afzet aan installateurs") volgens het CBS en de als "geaccepteerd producent van gecertificeerde zonnestroom" gerekende toename zoals geregistreerd door CertiQ (die "garanties van oorsprong", GVO's, uitgeeft). CBS had het over totaal 4,445 MWp toename in 2008, maar daar moet het aantal "niet met GVO's te certificeren" autonome systemen (0,229 MWp nieuw) nog vanaf, zodat we 4,216 MWp nieuw netgekoppeld voor 2008 overhouden. CertiQ daarentegen publiceerde in hun maandrapporten voor eind december 2007 resp. 2008 een geaccumuleerd aantal "gecertificeerde" PV producenten van 617 resp. 718. Dat laatste getal is echter in een bericht van 11 januari 2010 aan de webmaster van Duurzameenergiethuis.nl opgehoogd tot alweer 745 stuks (zie ook nagekomen mededeling verderop). Wat zou inhouden dat er in 2008 maar 128 nieuwe "officieel erkende" zonnestroom producenten bijgekomen zouden zijn. Die met een gemiddelde te verwachten installatiegrootte van (rekenend met 8.000 door Agentschap NL (tot en met 2009: SenterNovem) "beschikte" aantal installaties en de blijkbaar toegekende 18 MWp) 2,25 kWp/installatie ingestapt zouden kunnen zijn. En dus met die 128 nieuwe installaties slechts iets van 288 kWp nieuw bijgeplaatst kunnen hebben! In de onduidelijke "vermogens-groei" grafiek voor PV (voorbeeld: april 2009 rapport, pdf) leek er echter vrijwel niets met de groeilijn te gebeuren, dus ook hier bleek duidelijk iets in de registraties te "wringen". Stel dat we van die puur speculatieve 288 kWp ("nieuw voor 2008", heel erg veel meer kan het niet zijn geweest op basis van de bijgestelde aantallen nieuwkomers voor dat jaar) voor CertiQ uitgaan, en we houden de 4,216 MWp netgekoppeld (idem) van CBS er naast: dan komen we dik 3,9 MWp "tekort". Waar ligt dat mogelijk aan?
Het zal een hele klus worden om te proberen te achterhalen waar de discrepantie nu precies aan blijkt te liggen. 3,9 MWp staat toch gelijk aan dik 22.000 modules van 175 Wp (of het zijn twee forse windturbines...). Voor Nederland in die tijd toch niet niks. Ach, wat is 3,9 MWp tegenwoordig nu nog? Dat plaatst Duitsland er in een ochtend bij. Peanuts en niets om je druk over te maken... De geschetste "trend" is toegenomen in 2009 toen grote hoeveelheden SDE subsidie aanvragen werden afgewezen a.g.v. de almaar voortdurende budget beperkingen (de trend nam alarmerend verder toe in 2010, waarbij enkele tienduizenden aanvragen werden afgewezen a.g.v. de aanvraag loterij...). Dit is wederom best te illustreren aan de hand van het verschil tussen de CertiQ data en degene gepubliceerd door het CBS. Voor 2009 kon uit de volledig herziene CertiQ data ongeveer 6,7 MWp nieuwe "gecertificeerde" (netgekoppelde) installaties worden genoteerd. CBS echter rapporteerde voor dat jaar 10,6 MWp netgekoppeld als "verkocht aan installateurs in Nederland". Het verschil, ongeveer 3,9 MWp (37% van het CBS getal) zou het aantal netgekoppelde PV-installaties moeten zijn zonder SDE beschikking of zelfs aanvraag, en is mogelijk nergens geregistreerd. Het is zeer waarschijnlijk dat, als er meer en meer mensen gefrustreerd worden door de SDE loterij, tezamen met een groeiende acceptatie van PV als een levensvatbaar alternatief, dat het gat tussen de CBS en CertiQ cijfers verder zal gaan groeien de komende jaren. In 2010 lijkt dat al te zijn toegenomen tot iets minder dan de helft van de totale markt afzet. Nagekomen http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/industrie-energie/publicaties/artikelen/archief/2009/2009-tk-18.htm (kort verklarend artikel met ook beschouwing van resultaten Eur'ObservER rapport, reeds door mij besproken; article not available in English)
Gecertificeerde productie (CertiQ) status: eind januari 2012 (MEP en SDE installaties, alle andere PV-systemen die niet bij CertiQ zijn aangemeld vallen hierbuiten!) Introductie Dat alles daargelaten blijven ondanks toenemende groei in de markt de totale volumes (zoals CBS die helaas slechts eenmalig per jaar rapporteert, met vraagtekens over de "zuiverheid" van die getallen) zeer bescheiden, zeker als we het internationale perspectief en de ontwikkelingen in de buurlanden op het netvlies blijven houden. SDE
- matige groei Beschikkingen voor de tweede SDE ronde (2009) zijn pas eind juli van dat jaar door SenterNovem verstuurd, die voor de derde ronde (2010) voor de categorie "klein" pas ongeveer in april-juni (door Agentschap NL, opvolger van SenterNovem). De verwachting is dat pas in de late nazomer cq. de herfst van 2009 de eerste daadwerkelijk gecertificeerde systemen voor SDE 2009 in de CertiQ gegevens "zichtbaar" kunnen zijn geworden in het cijfermateriaal van deze TenneT dochter (zonder dat die cijfers als zodanig zijn geoormerkt). De eerste "realisaties" voor 2010 zouden wellicht bij CertiQ binnen kunnen zijn gekomen vanaf de late zomer van dat jaar, als alles heeft mee gezeten. De wachttijden voor de plaatsing van de (verplichte) bruto productiemeter door de netbeheerders en de "administratieve verwerking" van het vervolgproces zijn hier veel extra tijd, energie en goodwill vretende remmende factoren, ook al is het in latere stadia, mede door publieke en politieke verontwaardiging, beter geworden. Daarnaast is het mogelijk dat mensen zich eerst uitgebreid zijn gaan informeren over het hoe en wat, en is het zelfs zeer waarschijnlijk dat er nog een tijd lang is gewacht wordt om te kijken of de moduleprijzen - en dus ook systeemprijzen - nog wat verder zullen gaan zakken. En, die mensen hebben geluk gehad: die zijn absurd hard onderuit gegaan in 2010-2011... Vanaf het moment dat die installaties daadwerkelijk werden gerealiseerd, er een bruto productiemeter in (of bij) de meterkast werd bijgeplaatst, en de installaties bij CertiQ zijn ingeboekt, zijn er al snel drie SDE regelingen (met oorspronkelijk in totaal maximaal ongeveer 75 MWp aan "beschikkingen", later bijgesteld tot 69 MWp vlg. Agentschap NL in april 2011) volkomen door elkaar heen gaan lopen. En werd het "volgen van het effect van de SDE voor zonnestroom" een grote chaos via de CertiQ cijfers. Alleen de lumpsum van alle systemen bij elkaar kon nog enigzins grof worden gemonitord voor iedereen die niet bij Agentschap NL (opvolger van SenterNovem) of EL&I (opvolger van EZ) werkt. Details van de ontwikkeling cq. status "per regeling" hebben lang ontbroken, pas in een nieuw "MEP/SDE" jaaroverzicht met status 1 maart 2011, werden de eerste - deplorabel slechte - cijfers gepubliceerd. Zie de uitgebreide grafische analyse van Polder PV van dat rapport. Later volgden dan eindelijk regelmatiger updates - alleen van de nieuw bijgeplaatste capaciteiten. SDE
"plus" (= SDE 2011) Actuelere
SDE cijfers De kans om uit SDE 2011 daadwerkelijk een serie kwalitatief hoogstaande en economisch levensvatbare PV-projecten binnen zeer afzienbare tijd te peuren is klein (tenzij er via allerlei slimme "constructies" extra geld kan worden binnen geharkt zonder dat de overstimulering watchers van Agentschap NL het in de gaten hebben...). Mogelijk wordt de daadwerkelijke realisatie van PV-projecten tot ver in 2014 uitgesteld, als de zonnepanelen uit Azië echt voor een grijpstuiver zijn te bekomen en er nog iets te "redden" is van de business-case voor de aangevraagde projecten... De tussenliggende periode zou er wel eens erg weinig kunnen gebeuren met al die PV-aanvragen voor SDE "+". En liggen de vele gereserveerde miljoenen dus wellicht voor de zoveelste maal alweer een jaar of drie in 's Rijks Kluizen weg te schimmelen. Crisis? WHAT crisis? We gaan het zien. Van 2012 hoeft u zich helemaal niets meer voor te stellen. EL&I heeft alle kleinverbruik aansluitingen (max. 3x 80 Ampère, dus ook voor talloze boeren bedrijven en andere MKB-ers) uit de regeling gegooid, en installaties die achter een grootverbruikers aansluiting zouden worden aangesloten kunnen waarschijnlijk nog maar op een miezerige fooi van iets van 2 eurocent/kWh gaan rekenen (let wel: uiteraard tegelijkertijd zonder recht op "salderen", zoals al sinds juli 2004 in Wet is voorgeschreven...). Daar gaat zelfs de meest progressieve projectontwikkelaar met duurzame instelling hoogstwaarschijnlijk geen gigantisch industriedak van vol gooien. En dus zou het wel eens heel erg vies tegen kunnen gaan vallen wat er daadwerkelijk gerealiseerd zal gaan worden onder die zoveelste prutsregeling die absoluut niet is bedoeld om ook maar iets te betekenen voor de ondersteuning van een volwaardige PV-markt. Het blijft immers allemaal van EL&I af komen, en de ambtenaren daar haten zonnestroom, als u dat nog niet had begrepen. Stand
van zaken CertiQ Het aantal door CertiQ verstrekte GVO's (garanties van oorsprong) wordt per maand bijgehouden, en deze worden vanaf maart 2009 ook nog gesplitst in GVO's voor "eigen verbruik" resp. "netinvoeding". Uit deze cijfers, die ik sinds het eerste maandrapport van januari 2003 in een overzicht in Excel heb gezet, zijn alle hieronder weergegeven grafieken afgeleid. Daartoe zijn - en worden - alle maandrapporten van CertiQ door Polder PV doorgelicht. Aan het begin van de maand worden, indien mogelijk en als er tijd voor is, z.s.m. na publicatie van het meest recente maandoverzicht van CertiQ deze grafieken ververst. Een zoveelste onbetaalde service aan de burgers in Nederland die geen ambtelijk bolwerk, noch een branche organisatie, of enig bedrijf verleent. Voorbehoud
bij de cijfers Novum
per 2010 Data: CertiQ; bewerking, alle grafieken: Polder PV. Toelichting onderaan de grafieken. Grafieken (update maand januari 2012, download datum 7 februari 2012) 1 Figuur 1. Het aantal in de tijd accumulerende zonnestroom producenten zoals geregistreerd bij CertiQ ("gecertificeerd ontvanger van Garanties van Oorsprong voor bewezen productie van duurzame elektriciteit"), gele curve (linker Y-as), resp. de middels Excel berekende toename van dat aantal producenten per maand, rode curve (rechter Y-as). Links van de vertikale lijn: MEP installaties, rechts ervan met zeer hoge mate van zekerheid waarschijnlijk uitsluitend toevoeging van SDE installaties met een bruto productie meter. Alle andere PV-systemen die nooit een expliciete staatssubsidie voor de "geijkt te bemeten" fysieke kWh productie hebben ontvangen (de meerderheid in Nederland!) komen NIET in deze grafiek voor! Hier onder heb ik een oudere versie van deze grafiek weergegeven om enkele opvallende zaken extra te kunnen benadrukken, hij loopt tot eind 2008, toen pas de eerste SDE 2008 systeempjes begonnen door te sijpelen in de cijfers van CertiQ: Figuur 1A (detail van Figuur 1). In deze grafiek valt meteen de bizarre dip op, begin 2005 (fors "negatieve groei"). Deze werd als volgt verklaard door een CertiQ medewerker na mijn schriftelijke vraag hierover: "De scherpe daling per januari 2005 is veroorzaakt doordat een marktpartij er destijds voor heeft gekozen om 199 zonne-installaties uit te schrijven uit het systeem voor garanties van oorsprong". Op mijn vraag wat dan wel de "reden" daarvan geweest kan zijn, kreeg ik het antwoord "Wij weten niet waarom de genoemde marktpartij ervoor heeft gekozen de desbetreffende inschrijvingen te beëindigen". Mochten er mensen zijn die me hierover meer kunnen vertellen, houd ik mij aanbevolen. In ieder geval lijkt direct na die forse "dip" het effect al snel weggeebd, ogenschijnlijk omdat de individuele (?) projecten alsnog weer snel in de GVO regeling lijken te zijn opgenomen. Het lijkt er op dat aanvankelijk ergens een groot project is geweest waarvoor eerst een "gebundelde aanvraag" is goedgekeurd, die later is opgesplitst in de individuele deelprojecten??? Verder is er sinds begin 2004 een "lichte" groei geweest van nieuw in de regeling opgenomen PV-producenten, wat hoogstwaarschijnlijk uitsluitend "MEP" aanvragers zijn geweest die een scharrige 9,7 eurocent/kWh "bonus" kregen bovenop hun saldering. Dat zijn er vanaf de start van de MEP (1 juli 2003) tot en met de beruchte "black friday", 18 augustus 2006 (nekschot voor de MEP-regeling door Joop Wijn) namelijk maar 384 geweest (volgens aantallen vermeld in maandrapportages). Gemiddeld ongeveer 123 per jaar over die "MEP-periode". Tot en met september 2008 (nadat de eerste beschikkingen van de per 1 april 2008 gestarte SDE daadwerkelijk met veel moeite werden omgezet in fysieke plaatsing van bruto productiemeters bij early movers, en de hele administratieve trein tot en met CertiQ was ingevuld) is er niets meer bij CertiQ bijgekomen. Wat echter beslist niet betekent dat er geen zonnestroomsystemen werden geplaatst in Nederland! Ze worden echter niet "gezien" noch geregistreerd door de autoriteiten. "Genegeerd" is wellicht een juistere benaming, al zal het beter nog neerkomen op "het graf in genegeerd"... Pas vanaf oktober 2008 begon er weer "beweging" te komen in het aantal goedgekeurde producenten bij CertiQ, al is de toename nog lang niet zo groot als het aantal van 8.033 oorspronkelijk door - destijds nog - SenterNovem "beschikte" aanvragen voor die eerste SDE ronde zou suggereren (beschikkingenlijst SDE 2008; later is het aantal beschikte aanvragen in het Agentschap NL overzicht fors terug geschroefd naar nog maar 6.884 stuks voor dat jaar). Ook dient goed de "schaal" van de grafieken (met name Figuur 1) in aanmerking genomen te worden, die een typisch "Nederlandse" kruideniers-schaal voorstelt. Een steile curve betekent ab-so-luut nog niet dat er opeens duizenden nieuwe "CertiQ producenten" per maand bijkomen, zoals in de buurlanden. Integendeel. Eind maart 2009 waren er bijvoorbeeld nog maar 750 nieuwe zonnestroomproducenten bijgekomen t.o.v. maart 2008, de maand voorafgaand aan de start van de SDE 2008. Dat was nog maar 9,4% van het totaal aantal beschikte installaties voor dat jaar. Daarbij logischerwijze er van uitgaand dat alle nieuwe producenten bij CertiQ ingeschreven uitsluitend de route via de SDE hebben "gekozen". Het is hoogst onwaarschijnlijk dat er mensen of bedrijven zullen zijn die buiten de SDE om zich ingeschreven zullen hebben bij CertiQ, omdat ze daar in het geheel geen "voordeel" bij behalen zolang groencertificaten (GVO's) waardeloos zijn (en ook nog eens gratis weggegeven moeten worden...). Pas in het tweede kwartaal van 2009, ruim een jaar na de officiële start van de SDE, begint het aantal in de CertiQ database gearriveerde nieuwe installaties (in de nazomer en mogelijk tot laat in de herfst van 2009 nog steeds uitsluitend "2008 beschikten"!) eindelijk goed op gang te komen en ligt het niveau grofweg rond de 150-350 nieuwe installaties per maand. Met enkele uitschieters naar onder en naar boven. Dat zijn voor de SDE 2008 ronde installaties die de 3,5 kWp niet te boven komen en die in de praktijk ook nog eens vaak veel kleiner blijken te zijn. Zie daarvoor de tale-telling grafiek in mijn bespreking van het CertiQ 2009 jaar rapport om een indruk te krijgen van de gerealiseerde installatiegroottes in de "ruimere" 2009 regeling. Eind februari 2010 zullen er zeer waarschijnlijk de nodige installaties uit de SDE 2009 ronde in de CertiQ database bijgeschreven kunnen zijn, daar de beschikkingen voor de oorspronkelijk 3.521 (later nog maar 3.135) "kleine" resp. 128 (later: 139) "grotere" installatie aanvragen voor die tweede ronde (beschikkingenlijst SDE 2009) medio augustus werden verstuurd door - destijds nog - SenterNovem. Omdat er echter vele weken (soms maanden) kunnen verlopen voordat er überhaupt een bruto productiemeter geïnstalleerd zal zijn in opdracht van de netbeheerders, en ook de administratieve afwikkeling daarna extreem moeizaam is, zullen er nog niet echt veel installaties uit de SDE beschikkingen zijn voortgekomen. Ook de nog immer dalende module- en systeemprijzen zouden reeds "beschikte" aanvragers kunnen doen besluiten om zo lang mogelijk te wachten met het aanschaffen van hun geplande installatie. De nieuwe registraties per maand blijven aanzienlijke schommelingen vertonen, en van een harde progressieve lijn is nauwelijks sprake. Eerder van een grove stabilisatie tussen ongeveer 200 en 300 nieuwe installaties per maand - met enkele kleine uitschieters, en helaas alweer een neerwaartse trend aan het eind van 2011 (uitkomend op ongeveer 150 nieuwe gecertificeerde PV-systemen per maand). Dat is geen niveau waarbij het woord "revolutie", noch het schone schijn construct "green deal" in de mond genomen mag worden. Status
blijvend mistig, progressie niveau "slak" De SDE 2008 beschikten hebben echter nog een riante wachttijd tot hun beschikking die voortduurt tot in de herfst van 2012. Wie weet, zitten bij die nieuwe SDE plaatsers wel veel systemen die dubbel gaan profiteren van zowel de SDE beschikking (met een leuke bonus bovenop wettelijk verplichte saldering), als een nagelneu systeempje gekocht bij prijsdumpers als Wijwillenzon.nl, of in de herfst van 2012 de aanschaf van een spotgoedkoop geworden PV systeem met Chinese dump modules... Al met al zal het mogelijk niet om grote extra volumes gaan (ook niet om een forse hoeveelheid extra MWp-en, daarvoor zijn die max. 3,5 kWp beschikkingen veel te klein). En zal er heel wat van SDE 2008 in de bureauladen liggen te verstoffen en waardeloos gaan worden. Het daarvoor gereserveerde Staatsbudget is dan jarenlang nutteloos geweest. Een kruidenier kan daar nog wat van leren...
In totaal stonden er eind december 2011 nog steeds maar 9.054 "participanten zonnestroom" bij CertiQ genoteerd, waarvan nog de in april 2011 herziene resterende aantal ingeschreven 564 "MEP" klanten (revisie Agentschap NL) moeten worden afgetrokken (NB: volgens CertiQ maandrapport voor eind maart 2008 was dat destijds nog 616 MEP beschikten). Zodat je slechts 8.490 pure "SDE" klanten overhoud (gemiddeld 188 stuks per maand sinds de officiële start van de SDE op 1 april 2008). Realisaties
SDE beschikkingen Het geaccumuleerde aantal in de CertiQ database ingeschreven "uiteindelijk tot realisatie gekomen SDE-beschikten" tot en met december 2011 komt met die berekening, met de fors naar beneden bijgestelde "overgebleven" beschikkingen voor SDE 2008 + 2009 nog steeds maar op (8.490/10.158 =) 83,6%. Dat zou suggereren dat nog steeds 16% van alle reeds beschikte aanvragen voor die twee eerste SDE jaren nog totaal niet "in zicht is" en/of de realisatie status onduidelijk. Echter, we moeten natuurlijk ook al lang steeds meer "SDE 2010 beschikten" in aanmerking gaan nemen die in de laatste CertiQ cijfers zullen zijn opgenomen als ze daadwerkelijk een PV-systeem hebben geïnstalleerd (ze kregen hun beschikkingen in de zomer van 2010, en hebben nog tot eind 2011 probleemloos hun projecten zonder verlenging kunnen realiseren). Hierdoor zal het realisatie percentage voor die eerste drie jaar nog een stuk lager liggen. Als we, momenteel het meest realistisch, het aantal beschikte aanvragen voor 2010 meenemen in de berekening, totaal (bijgesteld) 4.349 stuks (zie hier onder), komen we nog maar op een "CertiQ realisatie" van 58,5% in 3,8 jaar tijd voor de hele SDE (2008-2010) voor zonnestroom. NB: dit betreft uitsluitend het "aantal" aanvragen, niet "gerealiseerde capaciteit" t.o.v. de beschikte hoeveelheid, zie feiten update voor actuele berekeningen. En dat voor een regeling die van meet af aan al bedoeld leek om de PV-sector op droog brood te houden met marginale "toegestane" uitbouw volumes. EL&I kan zeer tevreden zijn: dat is "goed gelukt"! ... NB: we gaan er bij de bovenstaande beschouwingen van uit dat er nog nauwelijks SDE 2011 installaties zullen zijn gerealiseerd (er zijn er slechts 676 "beschikt", echter onder wurgend slechte subsidie voorwaarden). SDE
2010 Het over-all "scoringspercentage" van alle SDE beschikkingen voor zonnestroom installaties in 2010 was een deplorabele 8,4% (met nog onduidelijk perspectief op daadwerkelijke realisatie). Het is duidelijk dat na drie jaar fel door EZ/EL&I "verdedigde", in eigen huis ontworpen SDE gepruts, deze regeling alweer definitief als "failliet" en totaal niet "stimulerend" beschouwd zal moeten worden voor een ieder die zijn/haar hersens gebruikt (en die met openvallende mond van verbazing naar de gigantische realisatie in de buurlanden kijkt, zoals in het zonnige oosten). Het museum voor failliet verklaarde "Hollandse incentive" regimes kan weer wat schappen gaan vrijmaken. Verhagen (EL&I) heeft daar met zijn rampzaligste aller SDE brieven aan de ingeslapen Tweede Kamer, het broddelwerk van 30 november 2010, voor de zoveelste gewijzigde regeling, "SDE +", en een jaar later, idem met SDE 2012, definitief de aanzet toe gegeven. Zij het wederom op geheel eigen (typische CDA-) wijze die de schuldvraag ver van de aanstichter van alle ellende werpt. En dat is en blijft EZ, nu EL&I geheten... 2 Figuur 2. In deze grafiek staat naast het geaccumuleerde aantal "gecertificeerde" zonnestroom producenten (geel, linker Y-as), in donkergroen het accumulerende aantal door CertiQ uitgegeven (lees: daadwerkelijk geproduceerde) "Garanties van Oorsprong" (vroeger: "groencertificaten"). Waarbij rekening gehouden moet worden met het feit dat elk certificaat staat voor de fysiek bemeten productie van 1 MWh. De bijbehorende Y-as voor de groene curve bevindt zich aan de rechterzijde. Aangezien de eerste SDE aanvragers pas laat in de herfst van 2008 in staat waren om de bruto productiemeter door de netbeheerder geplaatst te krijgen, en er nog steeds onduidelijkheden zijn rond de "bijschrijving" van de (vooralsnog waardeloze) GVO's voor deze producenten, is er lange tijd (zo'n twee jaar) nauwelijks impact van de SDE te zien geweest (1 certificaat staat gelijk aan 1.000 kWh, wat met een - voor SDE 2008 beschikten - gemaximeerde systeemgrootte van 3,5 kWp onder gunstige omstandigheden slechts na grofweg een derde jaar bereikt kan zijn). Dit, ondanks het "behoorlijk" toegenomen aantal geregistreerde nieuwe - kleine - zonnestroom producenten (gele curve). Let op de tale-telling afvlakking van de certificaten curve rond de jaarwisseling 2009/2010. Deze wordt in maart opeens gevolgd door een snelle stijging (plm. 4,6%). Hetgeen niet zozeer te wijten zal zijn aan "reële snelle marktgroei" (laat staan een "explosieve fysieke groei van zonnestroom"), maar eerder aan sterk discontinue "release politiek" van de administratieve gegevens (per maand geschatte productie!) bij de netbeheerders (waar de producenten geen enkele controle over hebben). Dat proces blijft erg mistig en ondoorgrondelijk. De certificaten curve stijgt weliswaar iets sneller in 2010, maar om van het begin van een zonnestroom opwek revolutie te spreken is met deze blijvend teleurstellende resultaten wat "gecertificeerde" productie betreft natuurlijk een volslagen illusie. Op deze schaal bezien zou die curve daartoe nagenoeg vertikaal omhoog moeten ombuigen, en dat zie ik beslist niet gebeuren. Dat gaat ook niet geschieden met een al in de kiem gemuteerde "SDE plus" regeling. Daar kunt u vergif op innemen. Zolang GVO's niets waard zijn, heeft het geen enkele zin om je als donkergroene zonnestroom opwekker "aan te melden" bij CertiQ, want je verdient er niks aan. Ik verwijs u ter vergelijking naar mijn uitvoerige doorlopende marktanalyse voor Vlaanderen voor "echt relevante" aantallen groencertificaten, die daar eind 2010 al waren geaccumuleerd tot een volume van bijna 600 GWh (schaalgrootte moet daar in honderden GWh worden afgebeeld i.p.v. de "tientallen" in de Nederlandse grafiek). Vlaanderen heeft een bevolking die een factor 2,7 maal zo klein is als die van Nederland. En dat zegt alles over hun in geen enkel opzicht met ons land te vergelijken, grote zonnestroom markt. Dat laat onverlet dat er natuurlijk met name in 2010-2011 enkele "grote" projecten aan het net zijn gekomen (met name die van inmiddels onder HVC vallende Horizon Energy, meestal 100 kWp per beschikking "groot", of 2 of drie van dat soort beschikkingen per project lokatie). Het resultaat daarvan begint in 2011 zichtbaar te worden: in juli 2011 werd een zogenaamde "record" hoeveelheid GVO's bijgeschreven bij CertiQ. Goed voor 2.897 MWh zonnestroom. In augustus was dat echter alweer terug gezakt naar 1.832 MWh aan GVO's, in september was het 50 MWh hoger dan in de voorgaande maand. Opvallend is dat het "record" inmiddels met de hakken over de sloot is verbeterd. En wel in de zon-armste maand van het jaar, december 2011, toen 2,901 GWh nieuwe gecertificeerde zonnestroom productie werd gemeld door CertiQ... De verwachting is dat in de zomer van 2012 er pas weer een nieuw maand"record" zal worden gevestigd vanwege nieuwe installatie productie die bovenop de nu "gevestigde" productievolumes zal worden opgeteld. Met de december 2011 "opbrengst" (lees: opname van certificaten in de CertiQ administratie) zou je in theorie 829 huishoudens met een gemiddeld verbruik van 3.500 kWh/jaar een jaartje op kunnen laten "draaien". Of 53 scholen zoals De Hoeksteen in Bussum (55.000 kWh/jaar) voordat die zelf een ongeneeslijke vorm van zonnestroom koorts kreeg en zelf het kostbare spullie begon te bakken... 3 Figuur 3. Als figuur 2, maar nu i.p.v. de accumulatie van GVO's de per maand nieuw bijgeschreven (of: "uitgegeven") aantallen GVO's door CertiQ (berekend via Excel, blauwe curve, rechter Y-as). Vanwege de record toevoegingen aan GVO's in juli en december 2011, is de Y-as voor de blauwe curve flink aangepast. In het begin (de "MEP-periode") is goed de seizoens-afhankelijkheid te zien (meer GVO's in de zomer dan in de winter), maar later wordt het beeld steeds onduidelijker. Mogelijk omdat de uitgave van GVO's meer "gelumpt" wordt in de loop van de tijd, en er niet meer direct volgend op de fysieke productie GVO's worden "uitgeschreven"*. De onverwacht hoge piek van de najaarsmaand oktober 2007 (2.135 MWh) blijft dus onverklaard. Het was nu niet bepaald een recordmaand qua opbrengst, net zo min de sombere juli 2011, laat staan de wintermaand december 2011 dat waren (zie verder het overzicht van Ton Peters in Spijkenisse). Ook uit figuur 3 blijkt dat er lange tijd slechts een geringe invloed is geweest van het groeiend aantal (met hoge mate van zekerheid: SDE) producenten op de verstrekking van GVO's: als er al kWh zijn geproduceerd, is dat voornamelijk in de hoog-productieve zomerperiodes van 2009 en 2010 geweest. Veel (vaak relatief kleine) nieuwe installaties zullen sowieso langdurig nog geen 1 MWh op het bruto productiemeter telwerk hebben geproduceerd, laat staan dat die dan "administratief verwerkt" zou zijn door de netbeheerder of door CertiQ zijn ingeboekt (een hoogst mistig proces waar slechts moeizaam een vinger achter is te krijgen). Er is in de grafiek slechts een zeer zwakke seizoens-gerelateerde verhoging te zien (zomerperiodes met hoge productie, echter mede veroorzaakt door de al in de regeling zittende oude MEP systemen - waar bijvoorbeeld ook het enorme 2,3 MWp Floriade dak nog bij hoort), het beeld is absoluut niet helder. De 2009 "tussen-high" viel weer terug in augustus 2009 wat niet spoort met de (o.a. via Sonnenertrag gepubliceerde) record opbrengsten voor die zeer zonnige maand. Erna bleef de certificaat productie hangen rond de 500 MWh/maand en stortte deze in november weer helemaal omlaag, om eind 2009 in december een nieuw dieptepunt te bereiken van slechts 245 MWh en in januari 2010 zelfs nog maar een scharrige 133 MWh. Na de lichte "revival" in februari was er opeens een ware "boost" van nieuwe certificaten in maart (op-een-na-hoogste "piek" in een maand tijd voor zonnestroom), die echter weer geen enkele relatie had met de werkelijke groei van het aantal nieuwe geregistreerde (gecertificeerde) PV-systemen, noch van te verwachten zomerproductie. Ook in april 2010 was de "issue" van certificaten aan de - relatief - hoge kant. Dit alles kan alleen maar verklaard worden doordat er opeens een hoop meetdata door de netbeheerders naar CertiQ zijn verstuurd, die volledig asynchroon met de werkelijke marktgroei wat certificaten uit is gaan geven. Het mag dan ook niet verbazen dat mei en juni 2010 alweer flink minder certificaten lieten zien. Pas in de latere zomermaanden van 2010 begon eindelijk eens een positieve trendmatige ontwikkeling zichtbaar te worden en is er juist aan het eind van het jaar 2010, ondanks de veel lagere fysieke productie van alle zonnestroom installaties, een volslagen "kunstmatige" opleving in de uitgifte van de GVO's te zien (november: 1.544 MWh nieuwe GVO's, in juni 2010 was dat nog maar 590 MWh). December 2010 sloot echter weer af met een geringe afgifte van slechts 971 MWh aan GVO's door CertiQ, terwijl de sombere januari 2011 weer een abrupte stijging van 1.496 MWh liet zien en de er op volgende maand weer minder, 957 MWh, gevolgd door een lichte toename in maart, verder groeiend in april 2011 (1.130 MWh). Een nieuw "post SDE start recordje" werd gevestigd in mei, en direct weer iets verbeterd in juni 2011 (1.719 MWh), wat echter nog steeds onder het record van oktober 2007 lag. De boodschap: geen peil op te trekken, behalve dan dat sinds 2010 de GVO uitgifte structureel op een hoger niveau is komen te liggen - en verder fors toe lijkt te nemen - dan in de eerste 2 SDE jaren. Een boodschap die met name in juli 2011 zijn beslag kreeg, toen er een record hoeveelheid GVO's in de registers van CertiQ werd bijgeschreven. Dat kan alleen maar te maken hebben met de eerste resultaten van een serie aan het net gekoppelde - en dus daadwerkelijk producerende - "grote" SDE projecten die direct een forse impact op de blauwe curve laten zien. Noot: men dient zich goed te realiseren dat eind 2010 volgens de voorlopige CBS en CertiQ cijfers voor dat jaar ongeveer 54 MWp aan wel degelijk geplaatste zonnestroom capaciteit (meestal kleine installaties in de orde grootte van 0,4-3 kWp, al komen daar steeds grotere, niet gecertificeerde installaties bij, voorbeeld) niet in deze grafieken voorkomen. Omdat ze niet gecertificeerd worden bemeterd of anderszins aan de voorwaarden van CertiQ voldoen (zie ook uitleg bij Fig. 7; eind 2009 lag deze hoeveelheid nog ongeveer rond de 44 MWp, eind 2008 rond de 34 MWp). Deze trend is in 2010 toegenomen: van de totale afzet lijkt in dat jaar zo'n 46-47% buiten de SDE om te zijn gerealiseerd (op basis van voorlopige cijfers van CBS en CertiQ). 54 MWp is maar liefst 65% van de totale netgekoppelde capaciteit die eind 2010 in ons land - volgens het CBS - aanwezig zou zijn (voor 2011 is er nog in het geheel niets bekend van totale afzet cijfers)... * Feitelijk wordt de productie waarop de verstrekking van GVO's wordt gebaseerd door de netbeheerders evenredig verdeeld over de 12 maanden van het jaar (hetgeen uiteraard in het geheel niets heeft te maken met de fysieke productie realiteit - hoge productie in de zomer, weinig in de winter). Pas als het "niveau" van 1 MWh wordt bereikt wordt er blijkbaar 1 certificaat gevalideerd door CertiQ - en wellicht dan pas opgenomen in de productie statistieken zoals weergegeven op deze pagina. Het hele proces is uitermate mistig en in de meeste gevallen volledig gebaseerd op slechts een meting in het jaar, die op een volstrekt willekeurig moment door de netbeheerder kan worden uitgevoerd zonder dat de beheerder van de productie installatie daar op enige wijze invloed op lijkt te hebben. Lees daartoe ook dit bericht over de mogelijk wenselijke "timing" van die meter opname (gezien de SDE condities), en het daarop volgende exemplaar. In Duitsland kun je als PV-systeem eigenaar volledig zelfstandig - met een eigen productiemeter (Einspeise Meter, direct aan het laagspanningsnet gekoppeld) - de netbeheerder maandelijks of minder frequent (naar verkiezing) een nota voor voorschotten sturen op basis van de (behoorlijk goed voorspelbare) te verwachten productie, en die moet deze uitbetalen (en mag daar geen administratiekosten voor in rekening brengen). De fysieke maandelijkse productie is in Duitsland bij alle - inmiddels naar verluidt een miljoen - PV-installaties bekend. Duitsland ligt dan ook op een andere planeet (en is onder geen enkel beding met het voortkruipende Nederland te vergelijken, hoe graag u dat ook zou willen doen)... 4 Figuur 4. In deze figuur zijn naast elkaar gezet het aantal nieuwe zonnestroom producenten per maand (Excel berekening van de CertiQ maandgegevens), in rood (linker Y-as), resp. het nieuw aantal uitgegeven GVO's voor (bij CertiQ ingeschreven) zonnestroom producenten in blauw (idem, rechter Y-as). Pas vanaf de tweede jaarhelft van 2010 begint de impact op het aantal uitgegeven GVO's voor het sinds eind 2008 traag groeiende aantal nieuwe (SDE) producenten "substantieel" zichtbaar te worden. De getoonde maandelijkse schommelingen worden mogelijk nog versterkt door eigenaardigheden van het - ondoorzichtige - toekenningsbeleid van de groencertificaten dan wel uiteindelijke "garanties van oorsprong". De trend in het tweede "stimulerings"jaar SDE (2009) is een tijdje negatief geweest, maar wordt in maart 2010 opeens door een verrassende "spike" weer in opwaartse richting bijgesteld. Een "spike" die bepaald niet (direct) correleert met de ontwikkeling bij het maandelijkse aantal nieuwkomers, en die in april enigzins werd gecontinueerd, maar in mei-juni weer werd gelogenstraft met een flinke nieuwe dip. Bij een niet spectaculair certificaten niveau in augustus werd juist een opvallend nieuw "installatie" record geregistreerd. En in de zonnestraling arme maand november 2010 werd juist weer een hoog GVO uitgifte niveau bereikt, wat lijnrecht ingaat tegen de daadwerkelijke, fysieke productie van zonnestroom systemen. Er lijkt door de bank genomen dus geen enkele dan wel nauwelijks aantoonbare, hoogstens zeer zwakke correlatie te zijn tussen het nieuwe aantal registraties bij CertiQ (lees: extra fysieke productie verwacht) en het aantal GVO's uitgegeven per maand. Dat heeft een nieuwe "culminatie" gekregen bij de cijfers voor juli 2011: een wederom zwaar tegenvallend aantal nieuwe installaties bijgeschreven in die maand. Maar wel een - destijds - "record" hoeveelheid bijgeschreven GVO's in diezelfde periode van 31 dagen. Die discrepantie werd herhaald in december van dat jaar: slechts een marginale hoeveelheid van 159 nieuwe PV-installaties ingeschreven bij CertiQ, maar een - nieuwe - record hoeveelheid gecertificeerde zonnestroom ingeboekt... Uitleg over het grillige en onvoorspelbare verloop van uitgegeven GVO's wordt niet gegeven, niet door CertiQ, noch door moederbedrijf (volledige EL&I dochter) TenneT. Polder PV doet onder figuur 3 een poging tot verklaring. 5 Figuur 5. Als in figuur 4, maar nu de volledige focus op de accumulatie (groene curve, linker Y-as), resp. de per maand nieuw bijgekomen uitgifte van GVO's voor zonnestroom. Ook deze laatste wordt uitgedrukt in GWh (1 GWh = 1.000 MWh = 1.000 certificaten; blauwe curve, rechter Y-as). De groene curve heeft lange tijd geen structurele cq. opvallende stijging van de helling getoond in de SDE periode vanaf 1 april 2008 tm. 2009 (zelfs een duidelijke afvlakking van de "groei"curve eind 2009/begin 2010). Dit ondanks reeds 2 volle jaren "nieuw stimuleringsregime" [SDE 2008/2009]. Vooral maart en april 2010 toonden een forse toename van toegekende certificaten, die ook in de accumulerende curve is terug te zien als een "knik" in de groene lijn. Die piek (blauwe lijn) is echter kleiner dan het exemplaar van oktober 2007, die nota bene verscheen in het midden van een feitelijke "stimulerings-loze" periode voor zonnestroom in Nederland (sinds het vorige geflopte regime, de "MEP", door Joop Wijn op vrijdag 18 augustus 2006 om zeep werd geholpen). Een tweede piek, in zonnestraling-arm november 2010, lijkt net zo kunstmatig qua uitgifte beleid van de GVO's, en doet de accumulatie curve nog iets sneller stijgen. Een trend die zich voortzet in 2010-2011 (met name door cumulatie van veel "eerste MWhtjes" bij kleine projecten, maar vooral de eerste resultaten van de zogenaamd "grote" projecten, die een veel hogere impact op het totaal hebben). Al blijft het niveau van de progressie in Nederland blijvend slakkentraag. Echt significante "productie" kan alleen maar verwacht worden als er jaarlijks een paar 100 MWp wordt bijgeplaatst, zoals bij de zuiderburen, of een paar duizend MWp zoals bij de oosterburen. Met een - gecertificeerde - marktgroei van slechts een paar MWp/jaar (plm. 11 MWp bijbouw voorlopig geregistreerd door CertiQ in 2010, in april rapport 2011 van Agentschap NL totale realisatie vermogen voor SDE 2008-2010 toen bekend slechts 18 MWp, wat schandalig slecht is) gaat dat allemaal niet opschieten uiteraard. 2011 heeft tot en met december volgens de CertiQ maandrapporten slechts 21,4 MWp aan nieuwe gecertificeerde capaciteit opgeleverd. In tijden dat zonnepanelen nooit zo goedkoop zijn geweest. En dat bij uitsluitend salderen exclusief SDE subsidie je - als het vlekkeloos geschiedt, zoals zou moeten - al zo'n 21-22 eurocent/kWh zou kunnen opleveren: een deplorabel en bizar slecht resultaat! Zelfs als je buiten de SDE om gerealiseerde bijbouw bij de magere SDE resultaten optelt (uitgaande van zeker de helft van totale nieuwbouw gerealiseerd buiten de SDE en dus ook CertiQ om) komt je met een gemiddelde maandgroei van 1,79 MWp (CertiQ) in 2011 uit op genoemde 21,4 MWp in 2011. En met de niet gecertificeerde capaciteit daarbij opgeteld wellicht op zo'n 43 MWp nieuw PV-vermogen all-in voor dit jaar. Een blijvend povere prestatie voor een rijk land in een tijd van almaar goedkoper wordende zonnestroom modules. NB: ook enkele WWZ (Urgenda) cq. Zonvast (Greenchoice), e.d. acties per jaar gaan aan dat beeld weinig veranderen. Ook niet met het al lang geleden aangekondigde ASN/Natuur en Milieu Zonzoektdak.nl initiatief, waarbij er uitgegaan wordt van "haalbaar duizend daken"* met collectief ingekochte zonnepanelen. Want dat zou met de geringe gemiddelde systeemgrootte van zo'n 3-4 kWp (voor het "bedoelde" particuliere marktsegment) in ons land maar tot 3-4 MWp extra kunnen gaan leiden. Het is allemaal hartstikke leuk natuurlijk, en het "mag gaan gebeuren". Maar het is ook nog steeds allemaal veel te weinig. Om u weer even met beide benen in de Hollandse Polderklei te krijgen: Vlaanderen meldde in het november 2011 rapport van VREG alweer 58,3 MWac nieuw zonnestroom vermogen voor die ene maand aan, wat neer zou kunnen komen op een - voorlopige - toename van alweer zo'n 64 MWp. Nogmaals: in een maand tijd. In hun 1 december update voor het jaar 2011 had VREG al 402 MWac nieuw vermogen in de boeken staan, mogelijk zo'n 442 MWp. Daar verzuipt de Nederlandse groei nog steeds in, en dat zal niet gaan veranderen. * Wilma Berends, projectleider zonne-energie bij Natuur & Milieu, in interview in Spaarmotief van ASN, december 2011: "Ik hoop op duizend daken, hoe meer hoe beter". 6 Figuur 6. Een iets duidelijker aanwijzing voor "toenemende groei" van het aantal uitgegeven GVO's voor zonnestroom zou zichtbaar moeten zijn in de relatieve toename van de uitgifte ten opzichte van de vorige maand. Daartoe staan in deze laatste grafiek wederom de oorspronkelijke, "per maand nieuw uitgegeven GVO's" in donker-blauw (linker Y-as), alsmede een daar uit berekende curve in lichtgeel die de relatieve procentuele toename van het aantal uitgegeven GVO's t.o.v. de vorige maand weergeeft (rechter Y-as, met in donker geel de er bij horende trendlijn). Als er significante toename van daadwerkelijk regelmatig ingeboekte "geregistreerde productie" van zonnestroom zou zijn, zou dat direct in een toename van dit procentuele verschil moeten zijn te zien. In de eerste SDE jaren was kristalhelder dat daar lange tijd geen sprake van was (enige structurele toename van mei >>> juni 2009, daarna kort stabilisatie, waarna een dramatische trend bergafwaarts zichtbaar werd, pas herstel in feb.-apr. 2010 gevolgd door een iets hoger niveau dan in het begin van de SDE tijd). Er was - en is - continu forse fluctuatie en van enige "over langere periode gemiddelde opgaande trend" was lange tijd niets te bespeuren. Integendeel: de groei was in die periode zelfs marginaler dan in de jaren 2003-2006 en lange tijd zelfs negatief. Let op de twee - onverklaarde - hoge pieken in mei 2003 (15,1% groei t.o.v. april 2003) resp. oktober 2007 (11,2% groei t.o.v. september 2007). De trendlijn voor de "maandelijkse groei" in uitgifte van GVO's is eind april 2011 iets boven de 2% per maand komen te liggen en is in de zomer van dat jaar gaan stijgen in de richting van een positieve, ruim 3% per maand, om aan het eind van het jaar zelfs aan een maandelijkse groei van zo'n 4% te geraken. Dat er überhaupt positieve groei was gedurende lange tijd werd voor een groot deel veroorzaakt door groei in subsidieloze periodes voor de SDE regeling, of is het resultaat van de - voor NL begrippen - absurde boom van zo'n 20 MWp in 2003-2004 (die snel door nuke-minnende van Geel van - uiteraard - het CDA de kop in werd gedrukt). Pas eind 2011 lijkt eindelijk een structurele groei van de - NB: gecertificeerde - zonnestroom productie te zijn ingezet. Het zou na al die jaren wel eens tijd gaan worden... Ter verduidelijking zijn trendlijnen voor de "nieuwe GVO's per maand" curve toegevoegd in licht-blauw (Excel 3e graads polynoom), en voor de "procentuele groei t.o.v. de vorige maand in donker-geel (idem). De eerste toonde vele maanden lang tijdens de "SDE periode" een zeer opvallende tale-telling neerwaartse i.p.v. opwaartse trend in de periode waarin een nieuw "stimulerings-regime" van kracht was, zelfs nog met de nieuwe "spike" in uitgegeven certificaten in maart 2010. Pas in de lente-zomer van 2010, meer dan twee jaar na de start van het nieuwe SDE regime, begon de neergaande curve af te vlakken. Pas in de eerste helft van 2011 is de curve een zeer duidelijke positieve groei gaan vertonen. Die met toenemende realisatie van SDE projecten (met name een serie grotere exemplaren van max. 100 kWp) natuurlijk in versterkte mate zal doorzetten. Qua hoeveelheden blijft de "indirect berekende" productie van die paar SDE installaties echter nog steeds niet veel voorstellen. Vergeet daarbij niet dat alleen al in 2009 meer dan 40% van het totaal aantal (volgens CBS) aan eindgebruikers afgezette PV-systemen buiten de CertiQ cijfers vallen, evenals al minimaal 40 MWp aan vaak al vele jaren oude, bestaande installaties. Deze worden echter allemaal zoals meermalen op deze pagina benadrukt, niet in deze curves opgenomen, want ze worden niet gecertificeerd bemeten en de fysieke productie van al die andere installaties is compleet onbekend. Deze trend heeft in verhevigde mate in 2010 en het "2e zonnepanelen prijs dump jaar" 2011 doorgezet: de door mij geconstrueerde CertiQ grafieken zullen mogelijk op termijn een steeds minder significant deel van de werkelijk gerealiseerde marktvolumes in ons land kunnen gaan weergeven (zeker als realisatie van de inmiddels paar honderd beschikte "SDE +" projecten slecht op gang gaat komen of zelfs jaren wordt uitgesteld, van SDE 2012 hoeven we al helemaal weinig te verwachten). Dat maakt deze curves dan ook vrij nietszeggend voor het monitoren van de totale marktontwikkeling van zonnestroom in ons land. Daarvoor zal de beuk er in moeten. Op naar het zoveelste nieuwe kabinet, op hoop van zegen... Geaccumuleerd gecertificeerd PV vermogen Let op dat de X-as en Y-as verschillende schalen hebben, afhankelijk van het rapport/plaatje!
Figuur 7. X-as lopend vanaf begin 2004 tot en met eind 2009 in de oorspronkelijke grafiek, onderaan, resp. vanaf februari 2007 (Jan. 2010 rapport, grafiek er boven), en vanaf januari 2009 (december 2011 rapport, bovenste grafiek) in het laatste exemplaar. De startdatum van de SDE (1 april 2008) is reeds geruime tijd van de meest recente CertiQ grafieken verdwenen - op die datum was er ongeveer iets van 12,2 MWp aan capaciteit onder de nauwelijks stimulerende "MEP" regeling gerealiseerd (zie onderste grafiek). Op de CertiQ site stond sinds het overzicht van februari 2009 een aparte, slecht leesbare grafiek met het geaccumuleerde PV vermogen van door CertiQ gecertificeerde installaties (dus exclusief de duizenden andere, niet gecertificeerde PV-systemen!). Pas eind 2009 is voor het eerst een daadwerkelijk getal voor het geaccumuleerde vermogen gepubliceerd (persvoorlichter van TenneT), en werd sinds het begin van 2010, op uitdrukkelijk verzoek van de webmaster van Polder PV, daadwerkelijk het actuele bij CertiQ aangemelde vermogen (MWp) van gecertificeerde zonnestroom installaties in de maandrapporten (later ook: in de jaaroverzichten vanaf 2010) vermeld. Helemaal bovenaan de laatste update, van het overzicht voor december 2011, onderaan het laatste "oude" exemplaar van december 2009. In deze laatste heb ik ter verduidelijking een (horizontaal) grid toegevoegd en enkele rode lijnen om beter zicht te krijgen op de daadwerkelijke bijplaatsing**. De bovenste horizontale (gestippelde) lijnen geven het "geaccumuleerde" nominale STC vermogen weer zoals dat vanaf januari 2010 in de CertiQ maandrapporten expliciet staat vermeld. Uit de vorige grafiek van december 2009 kon worden gedestilleerd dat er sinds de jarenlange stagnatie (in dit marktsegment, niet gecertificeerde systemen zijn wel, zei het marginaal gegroeid in die tijd), en sedert de SDE regeling op 1 april 2008 open ging, er nog slechts zo'n 6,3 MWp aan nieuwe gecertificeerde netgekoppelde capaciteit leek te zijn bijgekomen tot een geaccumuleerd totaal van zo'n 18,6 MWp (oudere "MEP" installaties incluis) - niet ver van de latere opgave van 18,446 MWp van de persvoorlichter van TenneT. Groei van gecertificeerde PV-capaciteit per maand sinds december 2009. In de officiële SDE subsidieperiode (vanaf 1 april 2008) zijn er tot en met eind december 2011 volgens CertiQ slechts 9.054 nieuwe zonnestroom producenten geregistreerd/geaccepteerd door CertiQ volgens hun maandelijkse rapporten. Naar verwachting zijn daarvan slechts 8.490 stuks uitsluitend SDE klanten (gebaseerd op bijstelling Agentschap NL die in hun laatste jaaroverzicht [MEP/SDE] 564 overgebleven MEP klanten opvoerde). Zoals uit onderstaande tabel blijkt fluctueerde de opgegeven "accumulerende capaciteit" ("Vermogen") wat in de gepubliceerde grafieken staat weergegeven en in het CertiQ maandrapport sinds begin 2010 staat afgedrukt, in het begin van 2010 op een bizarre wijze:
*
Getal genoemd door de persvoorlichter van TenneT (CertiQ is een volle
dochter van TenneT), januari 2010. Als de data in de CertiQ rapporten correct zouden zijn (waar we gevoeglijk van uitgaan), moeten we concluderen dat in maart 2010 er 0,13 MWp (130 kWp) aan nieuwe PV-capaciteit zoals gerapporteerd aan/vastgesteld door CertiQ (via mistige protocollen) verdwenen lijkt te zijn sinds eind december 2009 (en zelfs minus 2,468 MWp gerelateerd aan het gepubliceerde cijfer voor februari 2010...). En dat terwijl eind januari 2010 er juist opeens 3,511 MWp bijgekomen zou zijn t.o.v. december 2009, een onwaarschijnlijk "scenario". Ook in april tot en met december 2010 was er weer "positieve groei" (0,6 tot bijna 2 MWp per maand, gemiddeld ruim 1,2 MWp) t.o.v. de voorgaande maand. Eind december 2010 was er 10,97 MWp aan nieuwe installaties gerapporteerd door CertiQ t.o.v. het eind december 2009 cijfer, en in december werd voor 2010 na de curieuze (en onwaarschijnlijk te achten) "3,5 MWp" voor januari van dat jaar, de - lange tijd - "grootste" stijging per maand geregistreerd: 1,946 MWp toename. Dat record werd pas in oktober 2011 verbroken met een nieuw bij CertiQ ingeschreven vermogen van 2,589 MWp. Nog steeds bizar weinig (neerkomend op ongeveer 84 kWp per dag in die maand), maar wel "een record". Er wordt verder geen verklaring gegeven door CertiQ voor de soms curieuze accumulatie cijfers die i.p.v. groei soms juist een neerwaartse trend laten zien. Zie ook onderstaande grafieken. In de laatste kolom van de tabel wordt de jaargroei voor 2011 weergegeven (nieuwe capaciteit sinds eindstand december 2010). 21,446 MWp in 365 dagen betekent een zeer matige gemiddelde groei van slechts 59 kWp/dag aan gecertificeerde PV-installaties, in heel Nederland. Echt beschamend, tenenkrullend weinig en blijvend "microscopisch" dus. Al wordt er buiten de SDE om al sinds 2009 fors meer geplaatst, wat in 2010 een nog hogere vlucht heeft genomen en naar het zich laat aanzien (talloze met veel mist omgeven initiatieven) in 2011 zich nogmaals verder versterkt heeft doorgezet (diverse georganiseerde acties zoals Wijwillenzon.nl, die naar verluidt ergens tussen de 6 en 14 MWp "afgezet zou kunnen hebben" in 2011. NB: harde cijfers nog steeds onbekend). Echter: al die niet gecertificeerde bijbouw is niet "zichtbaar" voor de groene certicaat verstrekkers bij CertiQ, want er wordt daarvan helemaal niets aangemeld (omdat er geen enkel financieel belang bij is)...
De 3,5 MWp aan installaties die toegevoegd werden in het januari 2010 rapport (36% van totale accumulatie in 20 maanden tijd), en de ogenschijnlijke "negatieve groei" (?) in de maanden februari en maart 2010 waren zelfs nog merkwaardiger in het licht van het feit dat in deze maanden het aantal nieuwe gecertificeerde installaties is gegroeid, zei het in een zeer bescheiden tempo (zie Fig. 1)! Als men de nieuwe getallen in het april 2011 "MEP/SDE 2010" rapport van Agentschap NL als "correct" beschouwt (analyse PPV), zouden de 6.666 daar genoemde nieuwe SDE installaties (ongeveer 22,7 MWp zoals geïnterpoleerd van grafieken en data gepubliceerd door CertiQ) een gemiddeld nominaal (STC) vermogen van slechts ongeveer 3,4 kWp hebben gehad. Waarbij opgemerkt moet worden dat een toenemend aantal grotere PV-installaties een forse invloed op deze uitkomst zal hebben/krijgen, als het er tenminste flink meer dan enkele handen vol worden. Ondanks de politieke retoriek m.b.t. de SDE subsidies, zijn er nog steeds slechts een mager aantal PV installaties nieuw gerealiseerd (of: bekend gemaakt) onder dit "stimulerings"regime, slechts zo'n 188 nieuwe (kleine) systemen gemiddeld per maand in 3,8 jaar tijd. Vanwege het nog steeds magere aantal nieuwe installaties, zal elk groter nieuw PV-systeem (max. 100 kWp onder de SDE condities) een serieuze impact hebben op de gemiddelde berekende installatie grootte. SDE levert
mogelijk niet veel schokkends (meer) op Een bekend bedrijf als Scheuten Solar heeft al in 2010 een 100 kWp (SDE) installatie op het dak van hun hoofdkwartier in Venlo laten zetten (zonder daar veel ruchtbaarheid aan te geven). SolarNRG heeft in dat jaar in het Westland een 100 kWp dunnelaag amorf/microkristallijn Si project met Sharp modules gerealiseerd bij van Geest International. En een installatie van 264 kWp is gerealiseerd in Sleen (Drenthe) op een nieuw gebouw op het terrein van een waterzuiverings-installatie. Echter, daar kon slechts 100 kWp worden gebruikt voor de enige verkregen beschikking uit het SDE 2009 regime, de rest van 164 kWp werd "gered" door een eenmalige project subsidie vanuit provincie Drenthe... Zie uitgebreide project beschrijving. Hoeveel van dat soort projecten in de komende tijd daadwerkelijk nog, met veel moeite, gerealiseerd zal gaan worden staat in de sterren geschreven, opschieten doet het in ieder geval niet. De SDE 2009 beschikten zullen nu echt haast moeten gaan maken. Alleen als ze hun beschikking hebben weten te verlengen kunnen ze waarschijnlijk daadwerkelijk tot actie over gaan, anders is deze begin 2011 waarschijnlijk zelfs al komen te vervallen. Een ontwikkelaar als Horizon Energy BV, waarin HVC een meerderheidsbelang heeft genomen, heeft in 2011 rap het grootste deel van hun - voor Nederlandse begrippen - forse SDE portfolio verzilverd na een lange tijd van voorbereidingen, maar of alle beschikte projecten ook daadwerkelijk zullen worden opgeleverd moeten we nog gaan zien. Stand van zaken medio december: bijna 3,4 MWp gerealiseerd, een paar projecten nog niet, 3 beschikkingen op andere naam gekomen, 1 project niet meer terug te vinden in de SDE update van Agentschap van juli 2011.
Let op dat in deze grafieken de niet door CertiQ gecertificeerde PV-systemen in Nederland (Polder PV: in 2010 mogelijk zo'n 47 procent van alle afzet) niet zijn weergeven. CBS geeft voor eind 2010 voor Nederland een voorlopige netgekoppelde PV-capaciteit van 83,0 MWp op (StatLine 30 juni 2011 en jaarrapport 2010; zie grafiek elders op deze pagina). Als je de toen "gerealiseerde", ruim 29 MWp accumulatie aan gecertificeerde PV-capaciteit in de CertiQ database voor dat jaar daar van aftrekt houd je ongeveer 54 MWp aan niet-gecertificeerde netgekoppelde PV-systemen over in Nederland (eind 2010, een factor 1,9 maal zoveel niet-gecertificeerd dan wel gecertificeerd). Hieronder valt ook de bescheiden 1,34 kWp installatie van de webmaster van Polder PV. De enige "marktprikkel" voor deze grote hoeveelheid installaties is de wettelijk verplichte (doch in Wet uitzonderlijk slecht en ontoereikend geformuleerde, beslist ook niet als "standvastig" te beschouwen) saldering. Bovenop reeds in de beginjaren van dit millennium vergeven - eenmalige - aanschaf subsidies voor de zonnepanelen zelf. Er zijn ook de nodige systemen waar nooit expliciet subsidies voor zijn vergeven, en die uitsluitend salderen (wat je trouwens feitelijk ook indirect als "subsidie" zou kunnen zien, het gros van de vermeden inkoop kosten zou immers normaal gesproken volautomatisch naar de Staat zijn gevloeid, bij Polder PV momenteel, eerste jaarhelft 2012, 67,4%...). Voorbeelden: Niels Thijssen uit noord Limburg, Jeroen Haringman uit Hilversum met deels tweedehands modules, Michael Stegen's 5,4 kWp Sunpower installatie, diverse projecten van soms een paar tiental kWp per stuk uitgevoerd door het relatief jonge bedrijf SunshineCompany (die echter heftig gebruik maakt van weer andere subsidie potjes, EIA, vervroegde afschrijving, belasting voordelen), etc. Steeds meer PV-systeem kopers (aantallen onbekend) lieten de afgelopen jaren al de verstikkende, gigantisch veel tijd vretende en talloze ergernissen genererende SDE bureaucratie links liggen. Met de de facto afschaffing ("kleine" PV-systemen) dan wel "economisch onhaalbaar of fragenswürdig" te achten ("grote" installaties) mes in de rug van Verhagen, zal er hoogstwaarschijnlijk vooral nog "niet gecertificeerd bemeten" PV-capaciteit worden bijgebouwd in NEEderland (tenzij grote projecten extreem veel EIA, MIA, VAMIL e.d. belastingvoordelen toegeschoven zullen gaan krijgen, wat ik nog moet zien). Uiteindelijk zal de CertiQ registratie mogelijk volledig gaan opdrogen tot het maximale niveau van alle nog in te vullen oude SDE beschikkingen plus het beetje wat in de periode ervoor werd geplaatst in ons arme land. Nogmaals, het kan niet vaak genoeg worden gezegd (al is dat permanent aan Haagse dovemansoren gericht): Alle brave burgers en bedrijven die niet gecertificeerd bemeten PV-installaties hebben of nog laten plaatsen zijn dus niet in de grafieken of databanken van CertiQ terug te vinden. Erger nog: hun duurzame productie telt ook niet mee bij het "vervullen van de nationale klimaatdoelstellingen", wat volslagen bezopen is, gezien de schrikbarend povere status van hernieuwbare stroom productie in Nederland. Er wordt uitsluitend volslagen uit de natte duim gezogen "gerekend" met het bij CBS bekende (doch feitelijk totaal onbemeten en absoluut niet bij CBS gekende!) "totale volume", waarbij de output (van netgekoppelde installaties) fictief wordt gesteld op de uit prehistorische tijden stammende specifieke (veronderstelde) opbrengst van "700 kWh/kWp per jaar". Dat is volslagen krankzinnig. We leven op dit vlak in een zwaar gestoord land, wat zich onder een neoliberaal-conservatief stalinistisch bewind met bruin randje, zich steeds meer als het nieuwe "Albanië van Europa" gaat gedragen. Dat mag duidelijk zijn. Groei van PV in Nederland in relatieve termen, vraagtekens rond CertiQ cijfers: Indien correct, betekent de maximaal grofweg 38,7 MWp groei in de SDE periode april 2008 tot en met december 2011 (45 maanden) dat gemiddeld genomen tot nu toe ongeveer 859 kWp/maand zou zijn gerealiseerd (zoals geregistreerd door CertiQ). Dat blijft een absurde lage capaciteitsgroei voor een zeer rijk (en zonnig) westers land als Nederland met - inmiddels - 16,7 miljoen inwoners en ruim 7 miljoen huishoudens. Het vergelijkbare Vlaamse Gewest in België (bevolking 2,7 maal zo klein dan de Nederlandse) voegde vanaf begin 2006 (26 MWac accumulatie) tot en met eind 2010 (voorlopige accumulatie VREG: 843 MWac) ongeveer 817 MWac in 36 maanden tijd toe (laatst bij mij bekende nieuwe cijfers). Dat zou bij een conservatieve rekenfactor van 1,1 (AC vermogen omvormers >>> DC vermogen generator) op ongeveer 899 MWp aan module capaciteit kunnen neerkomen, dus gemiddeld zo'n 25,0 MWp/maand in die periode. Een factor 29 maal zo hoge groei dan de toename van (geregistreerde) gecertificeerde capaciteit van PV in Nederland. Alhoewel er een lagere groei in Vlaanderen wordt verwacht (alhoewel in het 1 december 2011 rapport alweer gerept wordt van 70 MWac nieuw bijgeschreven vermogen), uit alle harde cijfers blijkt dat de verhoudingen tussen de twee aan elkaar grenzende Nederlandstalige regio nog steeds onoverbrugbaar zijn en zullen blijven. Daar gaan geen drie Wijwillenzon.nl, Greenchoice en/of Natuur & Milieu acties per jaar en wat voor groene heroïne dealtjes dan ook maar iets aan veranderen. Om het zeer grote verschil in marktontwikkeling van twee aanpalende landen/gewesten te illustreren hierbij de bijgewerkte, al lange tijd hier gepubliceerde grafiek. Een tale-telling vergelijking van de registraties van bijplaatsing van volumes in MWp tussen Vlaanderen en Nederland in dezelfde maanden van 2010-2011 (CertiQ update 1 jan. 2012, VREG update 1 december 2011). Hierbij is voor Vlaanderen een conservatieve rekenfactor van 1,1 maal het door VREG opgegeven AC (omvormer) vermogen genomen om het daar aan gekoppelde opgestelde MWp (zonnepaneel) vermogen te kunnen afschatten vanuit de al jaren door VREG gepubliceerde AC cijfers:
Nieuwe data in CertiQ rapport: geaccumuleerd vermogen * Ik heb CertiQ eind 2009 per e-mail verzocht om de daadwerkelijke accumulatie van de ingeschreven PV-systemen in de vorm van bijgeplaatste dan wel geaccumuleerde MWp cijfermatig weer te geven in hun maandrapporten. De reply was aanvankelijk dat het "in overweging zou worden genomen". Na nieuwe mail wisseling is er inmiddels aan mijn verzoek voldaan (waarvoor hartelijke dank!), en wel met ingang van het januari rapport voor 2010, zie afbeelding hieronder:
In het februari 2010 rapport werd vreemd genoeg een veel lager cijfer gegeven:
Januari 2010
rapport Het mag uit bovenstaande pogingen om "groeicijfers" te berekenen duidelijk zijn dat met de 1,2 MWp die in het februari 2010 rapport opeens weggestreept lijkt te zijn de chaos bij CertiQ nu inmiddels ook compleet is. De exacte status van de totale capaciteit aan zonnestroom in Nederland was altijd al een zooitje (CBS statistieken), omdat vrijwel niets werd gemeten en er geen enkel zinnige conclusie aan het dubieuze gepubliceerde cijfermateriaal verbonden kon worden. En nu via bruto productiemeters alle nieuwe PV-spul aangemeld bij CertiQ (alleen SDE installaties!) wordt bemeten, blijken de statistieken heftige schommelingen te vertonen die geen enkele [fysieke] realiteit kunnen weerspiegelen. Conclusie: het wordt de hoogste tijd dat Europa eens ging ingrijpen op de extreem shaky blijvende basis van onze "duurzame energie statistieken". Dat zijn overigens niet de enige statistieken rond het wit-hete thema "energie" in Nederland, want tot aan de Verenigde Naties aan toe wordt ons land op steeds nadrukkelijker wijze op de vingers getikt over het uitblijven van snoeiharde, verifieerbare en correcte data over de emissies in onze bomvol fossiele industrieën staande, jaarlijks miljoenen tonnen aan CO2 en andere broeikasgassen uitbrakende landje. En blijken volgens zeer goed ingelichte bronnen onze emissie rapportages 25% of mogelijk veel meer onder de werkelijk "gerealiseerde" emissies te liggen**... Duidelijk blijft in ieder geval in deze blijvend kronkelige analyses dat het exacte monitoren van de "marktgroei van PV" in Nederland vergeven blijft van mysteries en constante vraagtekens. En dat is een zeer slechte zaak die de politici in Den Haag hoog op zouden dienen te nemen, gezien hun extreem gevoelige en ambitieuze, doch nog nauwelijks verzilverde duurzaamheidsclaims. Maar misschien is dit alles nog veel erger, en hebben onze eigen Regenten er wel baat bij dat die mist zo dik mogelijk blijft. Omdat de waarheid wellicht te afschuwelijk is om in uw hersenpan te mogen doordringen... ** 182,2 miljoen ton CO2 equivalenten per jaar, wat ruim een factor ZEVEN maal zo hoog is per oppervlakte eenheid land als bij de wijdvebreid als zodanig bekende "smeerkezen U.S.A. en China", volgens de voortdurend grondige berichtgeving van Paul Cohn van Opgewekt.nu (waarvoor blijvend grote dank!). Jaarlijkse CertiQ data (uit jaaroverzichten) Figuur
8. Volledig bijgewerkt tm. Certiq jaaroverzicht
2011. De data per jaar zijn in gekleurde kolommen weergegeven. In gearceerde kolommen helemaal rechts in de figuur zijn de gemiddeldes per jaar gegeven over de geanalyseerde periode (2003-2011). Status van de data: begin januari 2012 (voorlopig). Op de linker Y-as het aantal nieuw gecertificeerde PV-installaties per jaar, blauwe kolommen. Op de rechter Y-as de hoeveelheid gecertificeerde stroom productie in MWh (groene kolommen). Let op de "vele" nieuwe PV-installaties in 2009 en 2010, het resultaat van de invoering van een nieuw, bureaucratisch subsidiesysteem per 1 april 2008. Die "groei" van maximaal 3.077 nieuwe PV-systemen (2009) dient direct flink te worden gerelativeerd: Vlaanderen zette er in dat jaar met 2,7 maal zo weinig inwoners dik 50.000 nieuwe installaties bij die ook nog eens per stuk fors groter qua opgesteld vermogen waren... De Nederlandse installaties zijn meestal vrij klein, rond de 2-3 kWp/systeem (particuliere systemen). In 2010 werden volgens de laatste stand van zaken zelfs 8,4% minder nieuwe SDE installaties bijgeschreven bij CertiQ dan in 2009 (2.817 in 2010 versus 3.077 in 2009). En in 2011 zijn er tot en met het einde van het jaar nog minder nieuwe installaties gemeld, terwijl de SDE regeling(en) "op volle sterkte" aan het draaien zou(den) zijn... Gaarne ook in deze figuur aandacht voor het feit dat ondanks de enorme "boom" van nieuwe PV installaties in het topjaar 2003 (bijna 20 MWp nieuwe capaciteit, zie CBS data elders op deze webpagina), vrijwel geen enkele installatie daarvan als "gecertificeerd" is opgenomen in de CertiQ database, en de fysieke productie daarvan dus ook niet wordt geregistreerd... In 2011 zou er volgens de voorlopige CertiQ cijfers slechts 13,5 GWh aan zonnestroom productie zijn gecertificeerd door CertiQ. Dat is, gezien het feit dat er eind van dat jaar bijna 51 MWp aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit stond ingeschreven (waarvan al bijna 30 MWp begin van het jaar aan het net gekoppeld stond) bizar weinig! Met een in Nederland volstrekt haalbare specifieke opbrengst van 900 kWh/kWp.jaar zouden 15 installaties van elk 1 MWp al die 13,5 GWh kunnen produceren. In het laatst bekende spreadsheet van het Duitse Bundesnetzagentur, september 2011, werden al 46 nieuwe PV-installaties van minimaal 1 MWp per stuk, met een gezamenlijk vermogen van 141 MWp opgetekend (die het negenvoudige volume aan zonnestroom zouden kunnen gaan maken, mogelijk nog veel meer)... Feiten update maandrapport 1-12-2011 (overzicht december 2011, download van CertiQ site dd. 4 januari 2012)
Deze typische, grillige, glibberige, en blijvend belabberde Nederlandse cijfers altijd in gedachten houden als u de recente, volledig gedocumenteerde marktgroei van de oosterburen in beschouwing neemt: 2008 >1,9 GWp; 2009 4,4 GWp; 2010 inclusief record maand juni (2,1 GWp) voorlopig alweer 7,0 GWp (voorlopige data Bundesnetzagentur). En de eerste 9 maanden van 2011 nog eens 3,4 GWp erbij. In 2010 (volgens voorlopige cijfers BDEW) al goed voor een fysieke productie van 11.683 GWh op jaarbasis, wat neerkomt op ongeveer 974 GWh gemiddeld per maand opwek aan zonnestroom in Duitsland. Dat is een factor 989 maal zoveel als het beetje (ongeveer 985 MWh/maand gemiddeld) wat in de vorm van groene certificaten in Nederland voor PV door CertiQ werd uitgegeven in de SDE periode (sinds april 2008). NB: de feitelijke totale zonnestroom productie in Nederland, inclusief de talloze niet gecertificeerde installaties, is een groot mysterie, ondanks extreem speculatieve cijfers van het CBS daarover (natte vinger werk, een exacte benadering is vrijwel onmogelijk). Zie daarvoor mijn kritische kanttekeningen bij de CBS cijfers elders op deze pagina. *** Berekend door het aantal geaccumuleerde GVO producenten door CertiQ geregistreerd aan het eind van de besproken maand af te trekken van het aantal geaccumuleerde producenten geregistreerd eind maart 2008 (vlak voor start SDE 2008 op 1 april van dat jaar). Deze berekening kon alleen maar redelijk "safe" gedaan worden totdat de impact van de SDE 2009 daadwerkelijk bij CertiQ gestalte ging krijgen. Aangezien pas eind juli 2009 de (oorspronkelijk 3.274) beschikkingen voor in 2009 gedane aanvragen uitgegeven zijn, en er nog steeds lange wachttijden zijn bij de netbeheerders voor het plaatsen van bruto productiemeters, zouden zelfs de reeds na 6 april aan het net gekoppelde nieuwe systemen onder die regeling nog minimaal een maand hebben moeten wachten voordat ze waarschijnlijk een in werking gezette bruto productiemeter hebben. Vanaf dat moment is het natuurlijk een warboel geworden met de cijfers, want toen gingen verschillende SDE beschikkingen (met elk weer onvergelijkbare categorieën) volledig door elkaar heen lopen, ook bij CertiQ. Vanaf dat moment (??? augustus-september 2009 ???) kan er dan ook alleen maar gekeken worden naar de "accumulerende impact" van de SDE regeling, niet meer naar het effect van elk jaar, omdat de cijfers daarvan lange tijd niet bekend waren (werden pas veel later rapportages van vrijgegeven). Op 1 maart 2010 is de derde SDE ronde (vertraagd) ingaan en direct massaal overtekend op de eerste dag, te beginnen met de "categorie klein" (qua output voor maximale installatie grootte feitelijk gecapt op het traject 1,0 tm. 7,5 kWp). Voor de "grotere" projecten kon pas vanaf 31 mei 2010 worden ingetekend, en dat werd - alweer op de eerste dag - op gigantische schaal gedaan met 35.000 aanvragen, waarvan er slechts 131 stuks "mogen" doorgaan (en een slim ondernemers-koppel afkomstig van energie tycoon Eneco er 66 heeft ingepikt)... Vanaf eind april 2010 (eerste beschikkingen verstuurd door Agentschap NL) gaan er drie SDE regelingen compleet door elkaar heen lopen. Zowel m.b.t. de administratieve afhandeling, als m.b.t. de realisatie... Bovendien moet rekening gehouden worden met - om niet verklaarde reden - uit de GVO regeling "verdwenen" capaciteit. Voorbeelden: (1) mogelijke dip in mei 2009, ondanks de 244 nieuwe SDE intreders, zie ook toelichting over een eerdere bizarre, diepe "dip" onder figuur 1); (2) de "weer ingetrokken" (???) installaties tussen de januari, februari en maart 2010 rapportages van CertiQ... **** Voor het eerst is door CertiQ een splitsing in deze twee categorieën gemaakt in het overzicht voor maart 2009. SDE klanten die om wat voor (wettelijk legitieme) redenen dan ook hebben geweigerd de automatisch salderende Ferrarismeter in hun meterkast tegen betaling te laten omruilen voor een viertelwerk meter (die invoeding en afname op aparte telwerken kan registreren), worden door CertiQ behandeld "als zouden ze al hun zonnestroom opwek in eigen huis hebben geconsumeerd". De typisch ambtelijke formulering die het gevolg is van het door de knieën gaan van van der Hoeven (EZ) voor druk uit de samenleving om de prima werkende Ferrarismeter te laten hangen, vindt u in de tekst van een zoveelste "ministeriële regeling". Gepubliceerd in de Staatscourant van 3 november 2008 (zie elektronisch exemplaar). De meest pregnante frase daar vindt u in de vorm van een nieuw "lid" (5) van artikel 4, in een prachtige, uit maar liefst 67 woorden bestaande zin die eindigt met de veelzeggende (...) frase: "... wordt, in afwijking van het vierde lid, de hoeveelheid duurzaam opgewekte elektriciteit die door de betreffende productie-installaties op een net wordt ingevoed steeds gesteld op nul kWh." Hier wordt dus gesteld "dat er niets op het laagspanningsnet zou worden ingevoed ten bate van de verstrekking van groencertificaten", terwijl dat fysiek gesproken uiteraard wel degelijk het geval is bij overschot van zonnestroom (bij alle netgekoppelde zonnestroom producenten, maakt niet uit welke meter je hebt). Dit is dan ook Nederland, waar continu aan compleet waanzinnige regelgeving wordt gevingerd, om weer eventjes wat opgeflakkerde parlementaire paniek de kop in te drukken. De "wetgeving" in Nederland is dan ook een grote ramp van bij elkaar geschraapte gelegenheids-regelgeving waar absoluut geen gezond en doordacht in en in duurzaam beleid van valt te verwachten... Basisinformatie: CBS data en maandrapporten website CertiQ http://www.cbs.nl Voor bespreking van het jaarrapport 2009 van CertiQ, zie aparte pagina. Idem voor de eerste resultaten voor 2010 een aparte pagina. Wijziging
in berekening systematiek "vermeden inzet primaire energie",
ook bij zonnestroom (effect marginaal, 9 TeraJoule meer "vermeden"
na dan voor wijziging in het protocol) per mei 2010 (verkorte link CBS
publicatie): Andere referenties http://www.solarbuzz.com/EUE09.htm (in de abstract voor het marktoverzicht voor Europa staat onder "small emerging markets" Nederland slechts als een voetnoot zonder verdere byzonderheden vermeld in de inhoudsopgave op de website van Solarbuzz...) Berekeningen en grafieken: Polder PV (geen juridische status, gaarne eerst bericht als u grafieken wilt gebruiken). Correcties, aanvullingen en verhelderingen worden op prijs gesteld. Via mijn mail adres, s.v.p. Disclaimer. Graphs and data presented on this page and the website Polder PV do not have a legal status. Please refer to the original sources for clarification. This information page is part of a non-commercial private undertaking to enhance public awareness of national and global development in the solar energy industry. Please contact the webmaster if you want to use the graphs made by him from the raw data. Waar "SenterNovem" is gebruikt op deze pagina gelieve vanaf januari 2010 s.v.p. "Agentschap NL" te lezen (hierin zijn drie EZ organisaties ondergebracht). EZ werd later omgevormd tot een super machtig ministerie ("EL&I") door het oude EZ en Landbouw bij elkaar te vegen. webpagina voor het eerst opgemaakt dd. 6 april 2009, daarna indien mogelijk maandelijkse updates: 7 mei 2009; 12 mei 2009 (incl. voorlopige CBS cijfers 2008); 5 juni 2009; 6 juli 2009; 5 augustus 2009; 3 september 2009; 18 september 2009 (definitieve CBS cijfers 2008); 25 september 2009 (foutje hersteld); 7 oktober 2009; 5 november 2009; 4 december 2009; 6 januari 2010; 15 januari 2010; 3 februari 2010; 9 maart 2010; 27 april 2010; 21 mei 2010; 26 juni 2010; 8 juli 2010; 21 juli 2010 (update CBS data sectie 1 op deze pagina, stand 2009 "voorlopig"); 9 augustus 2010 (CertiQ update juli); 6 september 2010 (CertiQ augustus); 28 oktober 2010 (CertiQ september); 5 november 2010 (CertiQ oktober); 5 december 2010 (CertiQ november); 17 januari 2011 (CertiQ december 2010); 4 februari 2011 (CertiQ januari 2011); 11 maart 2011 (CertiQ februari 2011); 6 april 2011 (CertiQ maart 2011); 8 mei 2011 (CertiQ april 2011); 27 juni 2011 (CertiQ mei 2011); 3 juli 2011 (volledige update en revisie voorlopige CBS/StatLine gegevens tot en met 2010); 4 juli 2011 (verklaring anomalie CBS vs. EurObserv'ER data voor 2010); 12 juli 2011 (CertiQ juni 2011); 3 augustus 2011 (CertiQ juli 2011); 6 september 2011 (CertiQ augustus 2011); 14 september 2011 (update CBS data n.a.v. hernieuwbare energie 2010 rapport van 8 sep. 2011); 12 oktober 2011 (CertiQ september 2011); 4 november 2011 (CertiQ oktober 2011); 7 december 2011 (CertiQ november 2011); 22 december 2011 ("lots of fog" foto Zonnewende project); 5 januari 2012 (CertiQ december 2011).
|
|