starting up our own green power production unit: 4 solar panels, March 2000
g(r)o(w)ing slow
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index

 

SOLARENERGY

(Groei van) zonnestroom in Nederland¹

Voor meest recente overzicht van de cijfers zie de actuele pagina!

CBS - PV in Nederland status: tot en met 2010*

Grafieken:
1. Nieuwe afzet aan eindgebruikers per jaar
2. Nieuw PV-vermogen per jaar
3. Accumulatie afzet aan eindgebruikers
4. Opgesteld geccumuleerd PV vermogen (2 graphs)
5. Verschil afzet minus bijgeplaatst nieuw vermogen per jaar
6. Geschatte accumulatie van stroomproductie
7. Handel in PV modules
8. Omzet en Research budget in miljoenen Euro
9. PV en werkgelegenheid

Discrepantie CBS en CertiQ cijfers?

Introductie tot CBS update 21 juli 2010 hier
Herziening uitgebreide DE statistieken CBS (tot en met 2010) hier

*Voorlopige resultaten (status: CBS H.E. rapport 2010, 8 sep. 2011)


Gecertificeerde productie (CertiQ) status: eind januari 2012

Grafieken Certiq data
Geaccumuleerd gecertificeerd PV vermogen
Maandelijkse groei gecertificeerde PV capaciteit

Vergelijking Vlaanderen <<>> Nederland maandelijkse bijbouw
Jaarlijkse CertiQ data (uit maandrapporten)
Feiten update

>>> Zie ook: Jaaroverzicht 2009 volledige update/revisie! <<<
>>> Zie ook: Jaaroverzicht 2010 <<<
(aparte pagina's met grafieken, meer data en tabellen)

Voor vergelijking met de hard groeiende Belgische/Vlaamse markt zie de aparte pagina
Voor vergelijking met de EU27 markt, zie de aparte pagina

¹Ook te lezen als: "Een ongemakkelijke waarheid"...


CBS - PV in Nederland update 2010 - voorlopige resultaten

Results from the preliminary data from the Central Bureau for Statistics (CBS) for PV market development in the Netherlands (2010, data published June 30, 2011). Note also the "discrepancy subject". The new Dutch-language report for the year 2010 can be downloaded from the CBS site via their website (report here). Direct access of actual PV statistics data on the CBS website via this link.

According to the latest - preliminary - CBS data, Netherlands accumulated 87,7 MWp of PV-installations end of 2010 (82,7 MWp connected to the grid, 5,0 MWp off-grid), 20,7 MWp of which has been added in 2010 (only 0,3 MWp off-grid). Only 11 MWp of new capacity appears to have been realized under the heavily capped new incentive regime SDE in that year (certified installations registered by CertiQ), 53% of new grid-connected PV-systems. The rest may have received only communal or provincial subsidies for buying PV-systems (no fixed prices, sometimes with absurd incentives), almost all installations are eligible for net metering (poorly regulated in Law).

Data © Centraal Bureau voor de Statistiek, 2011 (see contact page)

Op 8 september 2011 verscheen het rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2010" van het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS (downloaden via deze web-pagina). De - nog steeds voorlopige - resultaten voor zonnestroom zijn nauwelijks verschillend van die reeds eerder, op 30 juni 2011 door CBS waren bekend gemaakt in een overzicht van de voorlopige cijfers (actuele statistieken te raadplegen via de Statline website van het CBS, oudere gegevens zijn ook opvraagbaar). Definitieve cijfers zouden volgens de omschrijving in de StatLine link pas in november 2011 beschikbaar komen. Polder PV maakte al grafieken van de belangrijkste data uit eerdere rapporten. De huidige presentatie is aangevuld met de laatst bekende data, indien deze zijn gewijzigd. Helaas zijn er geen frequenter verschijnende gegevens voor zonnestroom beschikbaar in Nederland en wordt er door Polder PV getwijfeld aan de representativiteit van de gegevens m.b.t. de werkelijke markt realisatie.

1

Fig. CBS 1. Het "Bijgeplaatst vermogen" zoals de marktgroei geformuleerd staat in het CBS overzicht voor 2010 (tabel 5.2.1.), met in bovenstaande grafiek aanvullende beschikbare gegevens uit oudere rapporten). Geformuleerd als "Afzet binnenland aan eindgebruikers" in tabel 5.2.3 (met nauwkeurige data in kWp) in dezelfde publicatie. Of als "Afzet aan installateurs & eindgebruikers" in de actuele Stat-Line link (cijfers vanaf 1991 op te halen voor deze data). Nieuwe "afzet" dan wel "realisatie" per jaar, onderverdeeld in drie "categorieën", in deze grafiek gestapeld. In blauw de autonome, niet netgekoppelde PV-systemen die voor de daadwerkelijke marktgroei mondiaal gezien slechts een zeer ondergeschikte, tot inmiddels marginale rol spelen (wel in de derde wereld, maar deze grafiek gaat over Nederland). De bulk is en blijft de netgekoppelde markt, die hier is onderverdeeld in installaties gerealiseerd door "E-bedrijven" (de energieholdings, oranje segmenten die staan voor PV-installaties "in beheer bij een energiebedrijf"), en de particuliere cq. bedrijfsmatige systemen (gele segmenten).

Voor deze laatste - belangrijkste - categorie zijn ook de bijbehorende getallen getoond (in gele kolom segmenten), evenals het totaal van alle installaties, weergegeven boven de kolommen (vetdruk). Het grote oranje segment voor 2001 is mogelijk het resultaat van het vroeg "inboeken" van de realisatie (oplevering 2002) van het hoge impact op de oude cijfers hebbende Floriade dak van 2,3 MWp (pdf op Siemens site) door de NUON-holding bij Hoofddorp/Vijfhuizen. Het kleinere opvallende oranje stukje voor 2004 is mogelijk het gevolg van het inboeken van het door Eneco gerealiseerde, eind december 2004 opgeleverde 674 kWp PV deel van het Ecopark Waalwijk, de tweede grote "enkelvoudige" installatie in Nederland. Uiteraard de grootste hoeveelheid systemen zijn - en blijven - de particuliere installaties, met een groeiend aantal systemen op bedrijven, in geel weergegeven. Helaas geeft het CBS nergens op wat het aantal nieuwe of geaccumuleerde installaties is of zou zijn. Statements daarover dienen dan ook altijd met een zeer grote pot zout worden genomen omdat hierover bij mijn weten geen enkele objectief toetsbare statistiek is - of wordt - bijgehouden (zie o.a. claim van Niels Schoorlemmer van ZPV in bericht op Energeia van 12 mei 2011, pdf).

De - relatieve - hausse eind 2003 is kristalhelder. 19,5 MWp in zeer korte tijd "afgezet aan installateurs", gekkenwerk en dodelijk voor de toen nog zeer jonge sector. Er werd destijds ook frauduleus handelen vastgesteld bij sommige dubieuze partijen. Daarna was het lange tijd janken met de pet op, door het dichtgooien van de EPR/EPA regeling door destijds VROM staatssecretaris van Geel (die er later dolgraag kerncentrales bij wilde, uitsluitend te realiseren door grote, kapitaalkrachtige ondernemingen...).

SDE een nieuwe (valse?) start
Zelfs in het eerste SDE jaar, 2008, was de impact van de nieuwe "stimulerings"regeling SDE nog zeer bescheiden. 4,065 MWp zou er volgens het CBS jaar rapport nieuw zijn bijgeplaatst (particulier, 0,151 "E-bedrijven", totaal 4,2 MWp), als dat de correcte interpretatie is. Hetgeen echter - uiteraard - niet overeenkomt met het CertiQ cijfer voor 2008. Zie verderop voor een korte beschouwing over die ogenschijnlijke discrepantie. Ook in 2009 lijkt er vooralsnog weinig van beide datasets te kloppen als je niet beter zou weten. CBS rapporteert slechts een nog steeds teleurstellende 10,6 MWp* ** netgekoppeld nieuw voor 2009 (9,8 MWp installaties niet in handen van e-bedrijven, 92%). CertiQ echter maakte via de persvoorlichter van eigenaar TenneT bekend dat er nog geen 6 MWp aan gecertificeerde installaties zou zijn gerealiseerd (PV-systemen met een geijkte bruto productiemeter/SDE). Dit moet onherroepelijk betekenen dat zo'n 40% niet onder de SDE condities zou kunnen zijn gerealiseerd (zonder BPM, en mogelijk ook nog eens nergens officieel als zodanig geregistreerd). Het is inmiddels, met het verschijnen van de CertiQ data, voorlopige CBS data, en EurObserv'ER gegevens over 2010, kristalhelder geworden dat dit inderdaad het geval is zoals ik al bevroedde. De marktrealisatie buiten de gruwelijke loterij genaamd de SDE om is in 2010 weer gestegen en zal in 2011 mogelijk weer k groter kunnen gaan worden dan de met extreem veel moeite tot stand gekomen bekrompen groei veroorzaakt door die zogenaamde "innovatieve" subsidie regeling (die feitelijk door Verhagen van EL&I voor nieuwe systemen weer in 2011 koppie kleiner is gemaakt, al zal hij dat nooit zo toegeven). Mensen hebben hoogstens beroep kunnen doen op eventueel aanwezige kleine subsidie potjes voor de aanschaf van zonnepanelen bij gemeentes en/of provincies, hebben aan inkoop acties met dumpprijzen mee kunnen doen (WWZ), of er is helemaal geen subsidie verleend. Salderen is dan de enig overgebleven "incentive" voor die laatste groep mensen geweest, maar dat was blijkbaar voldoende om een behoorlijke marktgroei in Nederland te bewerkstelligen. Zeker in 2010. Ook in 2011 zijn de signalen onherroepelijk: steeds meer mensen gaan zonnepanelen kopen, subsidie of niet. Uiteraard zal de te realiseren marktgroei daardoor veel kleiner blijven dan met een nationale - vaste - incentive als een redelijk invoedingstarief. Economische Zaken (EL&I) haat dat succesvolle principe echter, en heeft dat al dik een decennium te vuur en te zwaard bestreden. Den Haag blijft doorslapen en doet vrijwel niets om de situatie grondig aan te pakken. Er wordt hoogstens in de absolute marge af en toe iets "gedoogd" (experiment met "salderen buiten de aansluting om", uitsluitend voor Verenigingen van Eigenaren), en dat is het dan.

Grootste verrassing van EurObserv'ER
De grootste verrassing werd gepubliceerd vlak voordat ik de e-mail van CBS kreeg met verwijzing naar de 30 juni 2011 StatLine updates. Toen was namelijk het EurObserv'ER Photovoltaic Barometer rapport voor de PV-markt in EU27 tm. 2010 net gepubliceerd (zie download pagina daar). Weliswaar staan ook daarin voorlopige cijfers die later kunnen (en deels zullen) worden bijgesteld. Maar ik wil u deze screendump van de geclaimde marktgroei in 2010 toch niet onthouden:

^^^
Screendump van Photovoltaic Barometer april 2011 (SYSTÈMES SOLAIRES le journal du photovoltaïque N° 5 – 2011), pagina 147 van dat tijdschrift (pdf bladzijde 4), met in de door mij lichtgeel gemarkeerde regel voor Nederland het zeer verrassende bijbouw volume wat ons land voor 2010 wordt toebedeeld. Blauw omcirkeld: 29,393 MWp totaal (waarbij er in het geheel niets is ingevuld voor "autonome" systemen, dus alles netgekoppeld).

Dit verrassend hoge volume ligt maar liefst 8,7 MWp boven de in de broodtekst op deze webpagina besproken CBS / StatLine opgave van 30 juni 2011 (20,682 MWp), een verschil van ruim 42%! A.g.v. deze hoge "nieuwbouw" volgens EurObserv'ER zou volgens hen het geaccumuleerde volume voor Nederland zelfs al het niveau van 96,9 MWp hebben bereikt (tabel 2 in dezelfde publicatie)...

De cruciale vraag hier is natuurlijk: waarom dit grote verschil, en wie heeft/krijgt er gelijk? En wat is de diepere oorzaak van dit fundamentele en zeer forse verschil? Vrij snel nadat de webmaster van Polder PV hierover een e-mail had verstuurd kreeg hij een verhelderend antwoord van de persdienst van het CBS: dat volume van EurObserv'ER zou zijn gebaseerd op een ruwe schatting toen er nog te weinig data beschikbaar waren, en zou derhalve voorlopig als "onwaarschijnlijk"dienen te worden geclassificeerd. Zie deze post op de nieuwspagina van Polder PV. Nog later werd de werkelijke reden van het bovengenoemde hoge cijfer bekend gemaakt aan Polder PV: het was helemaal geen "schatting", het was een blunder van ECN Beleidsstudies (dit bericht). I.p.v. de jaarlijkse bijbouw is namelijk het bij CertiQ sinds 2003 geaccumuleerde gecertificeerde volume als "nieuw" voor 2010 gemeld bij EurObserv'ER. Ergo: dat getal in de blauwe ovaal slaat helemaal nergens op...

Bron: © EurObserv'ER rapport, downloaden van deze pagina.

Volgens p. 21 van het rapport pdf zou ECN Nederland de partij kunnen zijn waarvan deze opvallend van CBS verschillende cijfers afkomstig zijn, omdat ze deel uitmaken van het Europese EurObserv'ER project (samen met Observ’ER (Frankrijk), Institute for Renewable Energy (EC BREC I.E.O, Polen), Jozef Stefan Institute (Slowakijke), Renac (Duitsland) en EA Energy Analyses (Denemarken). Polder PV heeft inmiddels achterhaald waarom in een toonaangevende internationale publicatie van een Europees samenwerkingsverband er fors van het Nationale Nederlandse Statistiek Bureau afwijkende getallen worden genoemd, die bijna gelijktijdig zijn verschenen, zie dit bericht en het nog onthullender tweede bericht van 12 sep. 2011.

Voorlopig zullen de door het CBS gepubliceerde cijfers dus worden aangehouden worden totdat duidelijk is welke cijfers het dichtst bij de "ultieme waarheid" zullen blijken te liggen (en: welke harde bewijzen daarvoor worden getoond).

* Tot en met 2010 is er onder de SDE condities voor nog maar 69 MWp aan capaciteit in de vorm van "beschikkingen" door SenterNovem overgebleven, waarvan voor de jaren 2008, 2009 en 2010 achtereenvolgens 15, 29 resp. 25 MWp. Zie tabel n.a.v. analyse van het Agentschap NL rapport, status 1 maart 2011)...

** EurObserv'ER Photovoltaic Barometer voor 2010 stelt 10,578 MWp netgekoppeld nieuw voor 2009, waarbij in de voorgaande "barometer" (voor 2009) slechts een - voorlopig - nieuw volume van 6,433 MWp werd toegekend voor dat jaar, wat hoogstwaarschijnlijk uitsluitend de bij CertiQ bekende "SDE hoeveelheid" moet hebben betroffen...


2

Fig. CBS 2. Figuur met de "nieuwe capaciteit geïnstalleerd per jaar" zoals die door Polder PV is berekend uit tabel 5.2.2 van het laatste CBS rapport met de data tot en met 2010, en eerdere versies. Daarbij is uitgegaan van het helaas grof (een cijfer achter de komma, in MWp) weergegeven geaccumuleerde vermogen zoals dat aan het eind van elk jaar aanwezig zou zijn geweest in Nederland (volgens CBS). De meest opvallende verschillen tussen Figuren 1 en 2: 1995 resp. 2000, waarbij de eerste grote hoeveelheid PV modules in de vorm van kleine pakketjes van 4-6 panelen door de energiebedrijven (destijds met name NUON resp. Eneco) aan hun klanten (Polder PV incluis), en door een bijvoorbeeld een grotere partij als Econcern/BeldeZon werden afgezet. De pijlen in Fig. 2 geven weer dat het CBS voor de periodes 1990-1995 en 1996-2000 de cumulatieve resultaten in het laatste jaar van die periodes heeft gelumpt. Pas vanaf 2001 zijn de individuele jaarcijfers bekend gemaakt.

Blijkbaar werden in de periode 1995-2000 "officieel geregistreerde" onafhankelijke (PV) installateurs grotendeels omzeild via het personeel van de infra afdelingen van de betreffende energiebedrijven (verschil van 8,2 - 3,2 = 5 MWp), die blijkbaar niet officieel als PV-installateur bekend stonden of als zodanig werden gedefinieerd. Mogelijk is het gedeelte reeds afgezet in 1999 (eerste Solaris pakketten a.g.v. actie van Greenpeace) ondergebracht in de cijfers voor 2000. Waarschijnlijk is een aanzienlijk deel van die eerste, marktgroei gevende acties via directe aanvoer vanaf de module productie van destijds feitelijk monopolist Shell Solar in Helmond gerealiseerd (de fabriek werd in 2002 gesloten en de kristallijne sectie van Shell Solar in 2006 aan het Duitse SolarWorld verkocht).

Het uiteindelijke lot van de autonome systemen is onbekend, alsmede de werkelijke toepassing van die installaties/modules. Voor zover ik weet wordt er in het geheel niets gemonitord op dit vlak. Aangezien het een ondergeschikt marktsegment blijft, tenzij er een revolutie in accu's voor eilandbedrijf van woningen zal geschieden (revolutie met name op het gebied van kosten, levensduur, milieuaspecten en veiligheids-eisen), zijn "omissies" of "foute schattingen" op dit gebied ook niet zo belangrijk. Veel erger is het natuurlijk als er foutieve aannames worden gemaakt in het alles overheersende netgekoppelde markt segment.

Ondanks de per 1 april 2008 gestarte SDE is pas in 2010 het "record" niveau van de nieuwbouw in 2003 bereikt/marginaal overschreden met iets meer dan 20 MWp (inclusief een verwaarloosbaar aandeel aan nieuwe autonome systeempjes). Als men tenminste "afzet aan installateurs" beschouwt als een betrouwbare indicatie van "feitelijke nieuwbouw" in dat jaar. De verwachting is uiteraard dat bij de extreme, en opvallende prijsdalingen bij PV-modules 2011 voor het eerst hogere marktvolumes zal laten zien dan in het "historische" record jaar 2003. Echter: een (zeer) significant deel daarvan zal buiten de SDE regeling om blijven worden gerealiseerd en zal in de jarenlange blinde vlek van Haagse politici blijven verdwijnen als "onbestaanbaar". Wat natuurlijk klinkklare kolder is. Maar politici leven dan ook in een onrealistische sprookjeswereld waar de waan van de dag domineert.

De in de jaren 2005-2008 vrijwel compleet afwezige E-bedrijven (tja, geen subsidie te incasseren, dus hoor je d'r nooit meer wat van...) lieten plotsklaps weer een beetje activiteit op dit gebied zien in de "SDE subsidie jaren" 2009 en 2010. Al stellen de door CBS genoemde 802 kWp (2009) resp. 768 kWp (2010) "afzet aan E-bedrijven" voor die jaren natuurlijk eigenlijk niets voor (daar kun je je imago nog niet eens van in de groene grondverf zetten). We moeten het in Nederland echt van moedige burgers en van vooruitstrevende boeren, het MKB, en enkele gemeentes hebben, anders gebeurt er vrijwel niks op het gebied van zonnestroom. Dat natuurlijk even de initiatieven WWZ [10-14 MWp?] resp. het 1,15 MWp project met gratis zonnepanelen" bij het Zonnefabriek/Greenchoice ZonVast initiatief van 2011 daargelaten. De markt mag dan wel nokkie-vol met interesse in PV zitten, die heeft zich tot nu toe beslist niet in "vele tientallen tot een paar 100 MWp afzet/jaar op de Nederlandse markt" vertaald. En dat niveau is eigenlijk het minimaal noodzakelijke om de zaak weer vlot te trekken...


3

Fig. CBS 3. Als Figuur 1, maar nu de accumulatie van de door CBS gerapporteerde totale "afzet" cijfers sinds 1990, verkocht aan de eindgebruikers en/of installateurs in Nederland (netgekoppelde installaties dominerend, zie Fig. 1). Data tm. 2010: CBS rapport 2010 (8 sep. 2011, voorlopige cijfers). De huidige status is dat in 2010 nog steeds maar 20,7 MWp aan nieuwe PV-systemen er bij gekomen zouden kunnen zijn (vergelijk met alleen al Vlaanderen: ongeveer 269 MWac nieuw in 2010, plm. 296 MWp, een factor 14 verschil...). Waarschijnlijk iets minder dan de helft van dat volume werd geïnstalleerd buiten het destijds geldende (SDE) "stimulerings" regime om. Deze grafiek, en de accumulatie van de afzetcijfers in 2010 (89,4 MWp) geven niet de "CBS realiteit" weer, omdat er van de in de loop van de jaren afgezette volumes in Nederland ook capaciteit verdwijnt/wordt afgebroken. Al wordt ook dat niet "gemeten", maar wordt er een - hoogst onwaarschijnlijke - "aanname" gedaan. CBS rekent met een idiote aanname van een "levensduur van zonnestroom systemen van 15 jaar" (jaar rapport 2010), terwijl de fysieke levensduur van zonnepanelen minimaal het dubbele kan zijn (met nog steeds hoge productie). Zie verder Figuren 4-5 voor de volgens CBS geldende op het eind van het jaar geïnstalleerde cq. aanwezige capaciteit, en het verschil tussen de "afzet accumulatie" en het hiervoor genoemde volume.


4

Fig. CBS 4A. Eindejaars opgesteld vermogen aan PV capaciteit in Nederland gebaseerd op het CBS jaarrapport hernieuwbare energie 2010 (status 8 sep. 2011, data opgegeven in een cijfer achter de komma). Gestapelde resultaten van de drie verschillende categorieën (blauw autonoom/off-grid, oranje netgekoppeld in beheer bij E-bedrijven, geel netgekoppeld rest). Het hierboven getoonde eindresultaat (vetgedrukt, bovenaan de stapel kolommen) kan afwijken van de "markt afzet accumulatie" (in MWp, geen cijfers achter de komma) in de separate capaciteit tabel op StatLine (deze link). In laatstgenoemde tabel staat weliswaar een kolom "Uit gebruik genomen MW-elektrisch", maar daar is tot nu toe voor zonnestroom nog niets ingevuld (de vraag is sowieso of "uit gebruik genomen" zonnestroom systemen ooit spontaan zullen worden aangemeld bij die instantie...). Voor de hypothetische "impact" op de wereldmarkt is de beste indicator voor "goed" of "slecht" stimulerend politiek beleid uiteraard de combinatie van de onderste twee kolom segmenten (uitsluitend netgekoppeld), met het oog op de implementatie van "effectieve, goed werkende" versus "gebrekkige, magere resultaten opleverende" feed-in regimes (autonome systemen hebben daar niets te zoeken, omdat ze uiteraard niets op het net invoeden).

Ook al lijkt de groei in Nederland de laatste twee jaar aardig in dit grafiekje, internationaal bakken we d'r al jaren achtereen niks van, wat er ook uit Den Haag voor achterlijke leugens over worden rondgestrooid. Het heeft allemaal te maken met een bereslechte en zwaar gecapte, extreem bureaucratische marginale "invoedingsregeling" genaamd de SDE. Die feitelijk voor PV alweer door Verhagen in de klem is gezet voor 2011, met hoogst fragenswürdige projecten die slechts kunnen gaan "scoren" als ze het voor elkaar krijgen om voor minder dan 4 Eurocent/kWh SDE "plus" subsidie gedurende 15 jaar een economische "business-case" te maken. Alleen extra incentives kunnen die projecten - mogelijk pas over een paar jaar - "haalbaar" gaan maken. Daar kan nooit een florerende, hard groeiende PV-markt door ontstaan, en dat is uiteraard uitdrukkelijk de bedoeling niet van Den Haag.

De grafiek toont bescheiden groei van 2000-2002, een - relatieve - explosie in 2003 (waarschijnlijk het grootste deel in de laatste maanden, door het aankondigen van afschaffing van de EPR/EPA/MAP subsidie stapel kermis door staatssecretaris [CDA] van Geel). Daarna: afvlakkende microscopische "groei" tot ver in 2008. Het beetje wat er in 2008 is bijgekomen is - deels - het gevolg van het eerste, feitelijk mislukte SDE jaar (ingegaan officieel per 1 april 2008). Maar alleen al de "beschikkingen" voor de oorspronkelijk 8.000 aanvragen werden pas na 26 weken verstuurd, dus is er in 2008 sowieso slechts weinig fysiek gerealiseerd. Omdat weinig mensen het aandurfden om daadwerkelijk (vanaf 1 april 2008) reeds een systeem te kopen zonder dat ze een beschikking in huis hadden. De verwachting is zelfs dat slechts een gering deel van het totaal aantal uitgegeven beschikkingen voor dat jaar daadwerkelijk zal worden ingevuld (NB: stand eind augustus 2011 voor SDE 2008 tm. SDE 2010: nog slechts 44,1% gerealiseerd van het in mei 2011 overgebleven beschikte vermogen, en in de database van de "garanties van oorsprong" verstrekkende instantie CertiQ opgetekend...).

Pas in het derde SDE jaar, 2010, is er sprake van "significante" groei, al moet daarbij direct worden gesteld dat die reeds voor bijna de helft door niet SDE PV-installaties werd veroorzaakt, net als in het voorgaande jaar. Accumulatie totaal: 87,7 MWp eind 2010 volgens CBS 2010 rapport van 8 sep. 2011. Dat volume is onderverdeeld in 5,0 MWp autonoom, 5,1 MWp netgekoppeld e-bedrijven, en 77,6 MWp netgekoppeld "overig". Dat belangrijkste, laatstgenoemde marktsegment (zeg maar: "de burgers", en vooralsnog weinig bedrijven), maakte in 2010 dus al 88,5% van het totale volume uit. Voor 2009 wordt in totaal aan accumulatie 67,5 MWp opgegeven.

Noot: veel zwaar gesubsidieerde PV-modules uit de beginjaren (aanschafsubsidies stapeling) werden en worden nog steeds op Internet (door)verkocht met onbekende bestemming - CBS zwijgt in alle talen over die soms levendige "handel". Bovendien wordt al jaren in toenemende mate buiten de hele SDE kermis om geplaatst, waarvan onbekend is of dat wel ergens centraal wordt geregistreerd (volgens gegevens Polder PV: zeer waarschijnlijk niet, veel mensen plaatsen gewoon en melden nergens). De eenmalige "enquête" lijsten die CBS aan leveranciers zouden sturen is bij een toenemend aantal bedrijfjes die ik daarover vraag onbekend: hun afzet wordt dus niet bekend bij CBS, wat nogal wat vraagtekens zet bij die eenmalig in het jaar gepubliceerde cijfers. Daarbij s.v.p. ook goed in de oren knopen dat een zeer bescheiden aantal van de PV-systeem leveranciers in Nederland bij de branche organisatie Holland Solar blijkt te zijn aangesloten (waar CBS mee zou samenwerken bij het boven tafel krijgen van met vraagtekens omgeven marktdata). Sommige van die "niet aangeslotenen" zetten redelijke tot - voor Nederlandse begrippen - forse volumes af, al is de hoogte ervan een goed bewaard geheim.

Niemand weet de actuele bijbouw of de exacte geaccumuleerde netgekoppelde capaciteit in ons land (en dus al helemaal niet de opbrengst van al die installaties, het gros van de destijds en zelfs heden ten dage verkochte installaties wordt nooit extern bemeten en is dus ook helemaal niet bekend bij CertiQ). Bovendien is onzeker wat de niet bij Holland Solar/CBS bekende parallel import van modules voor impact heeft in Nederland. Er wordt door steeds meer bedrijven en zelfs soms particulieren en/of collectieven uit Azië geïmporteerd. Betwijfeld wordt of die volumes wel worden meegenomen in de CBS statistieken. In ieder geval hangt er ook al een dikke mist over de verhouding import/export, zoals de vrijwel waardeloze Figuur 7 laat zien (allemaal curieuze geheimzinnigheid die een objectief inzicht in de eigen markt permanent vertroebelt) ...

Fig. CBS 4B. Figuur vergelijkbaar met Fig. 4A, maar met slechts twee categorieën en naast elkaar per jaar i.p.v. op elkaar gestapeld. Gele kolommen: alle netgekoppelde PV-installaties geaccumuleerd per jaar (CBS jaarrapport HE 2010, 8 sep. 2011). Blauwe kolommen: alle PV-systemen geaccumuleerd per jaar (netgekoppeld en autonoom/off-grid). De autonome categorie blijft klein en verwaarloosbaar (in 2010 voorlopige nieuwe volume volgens CBS vastgesteld op slechts 291 kWp). De markt wordt zoals bijna overal elders (in landen met uitgebreide elektriciteitsnetten) gedreven door de netgekoppelde categorie. De - voorlopige - accumulatie van netgekoppelde systemen in Nederland in 2010: 82,7 MWp. Alle systemen bij elkaar (data echter met vraagtekens volgens Polder PV): 87,7 MWp. Aandeel netgekoppeld in totaal dus 94,3%. De verwachting is dat het volume vanaf 2011 - voor Nederlandse begrippen - "sterk" verder zal groeien door een combinatie van enkele factoren:

  1. SDE 2009 beschikkingen komen in 2011 te vervallen, er moet dus, waarschijnlijk, zelfs met eenmalig verleend uitstel, in de meeste gevallen in 2011 worden gerealiseerd anders vervalt de beschikking;

  2. SDE 2009 en SDE 2010 hadden beide een categorie "groot", met 11 resp. 5 MWp aan beschikkingen. Het totaal aan beschikkingen (incl. de "kleine" categorie) was 29 resp. 25 MWp voor die jaren (zie tabel in de jaarrapport analyse MEP/SDE regeling door Polder PV). Dit bij de 15 MWp aan (overgebleven) beschikkingen voor 2008 - waar nog steeds veel van gerealiseerd moet worden, wat tot najaar 2012 kan voor die regeling - geeft een voor Nederlandse begrippen potentieel fors volume wat nog gerealiseerd zou kunnen gaan worden. Tot en met 1 maart 2011 was van de totale SDE regeling (beschikt: 69 MWp) nog slechts 18 MWp gerealiseerd, dus er staat in theorie nog erg veel aan te komen. Vermoedelijke markt realisatie (oplevering): deels in 2011, deels in 2012. Lukt dat niet, vervalt een hoop "potentiële capaciteit", en is een groot deel van het gereserveerde, met moeite bij elkaar geharkte SDE budget voor PV voor niets geweest.

  3. De zonnestroom panelen blijven rap goedkoper worden, er komt sowieso steeds meer vraag uit cq. afzet aan de markt, SDE of niet. En ondanks moord en brand schreeuwende Haagse politici en energiebedrijven. Steeds meer actoren gaan met PV aan de slag omdat de "business-case" steeds interessanter wordt, met name op micro-niveau (salderen, kleinverbruikers-aansluiting tm. 3x 80 Ampère). De module prijs daling van de afgelopen twee jaar is zonder meer "schokkend" of "verbazingwekkend" te noemen: in 2010 ongeveer 30 procent, in 2011 tot en met augustus weer zo'n 20 procent (Aziatische modules), en tijdens PVSEC 2011 in Hamburg werd er door de Chinese Reuzen nog eens 15% omlaag gedrukt voor afname in het laatste kwartaal in 2011 om het marktaandeel verder te vergroten en de concurrentie op de knieën te krijgen (zie PPV bericht van 13 sep. 2011).

  4. Er is een "groene golf" door de samenleving aan het waaien ondanks alle fossiel-nucleaire stalinistische terreur vanuit Den Haag. Er is een verpletterend spectrum aan - vaak goedbedoelde - initiatieven rond duurzame energie, met een sterke focus op "zelfopwekking", vaak gestimuleerd door gemeentes, provincies, en andere "lokale partijen". Ook hiervan zal de nodige spin-off bij de te realiseren afzet van PV komen, al is absoluut niet te voorspellen om wat voor nieuwe cq. extra "volumes" het dan wel zal gaan. Eventueel succes of falen wordt door talloze factoren bepaald, de markt is "vloeibaar, ongrijpbaar en hoogst onvoorspelbaar". Een cruciale factor in deze nieuwe golf zal de status van het beruchte salderingsartikel (Art. 31-c Elektriciteitswet) worden, wat de energie leveranciers en de netbeheerders (off-record) haten.

  5. Er is steeds meer publiekelijk ongenoegen over het functioneren van de compleet ondoorzichtige energie "markt", en de rol van de steeds machtiger wordende energie molochs daar in. De trend is meer onafhankelijkheid, zelf opwekken, en energie besparen. Om een "tikkie trug" te (kunnen) geven.

5

Fig. CBS 5. Grafiek waarin wordt afgebeeld het verschil tussen de CBS gegevens "Afzet aan installateurs" minus het "nieuwe vermogen" per jaar. De laatste is afgeleid uit de eindejaars accumulatie gegevens in separate tabellen in de CBS rapporten. Let op dat de Y-schaal ditmaal in kWp is weergegeven. De resterende "overschotten boven de 0" kunnen beschouwd worden als (combinaties van): (a) "magazijn opslag groothandel" dan wel (b) "magazijn opslag bij installatiebedrijven", (c) volgens CBS te beschouwen "verwijderde bestaande capaciteit" (NB: niet gemeten maar "aangenomen"). In 2010 is er een "behoorlijk" positief verschil van zo'n 225 kWp tussen de twee opgegeven data sets. Er is in dat jaar ook een aanzienlijke hoeveelheid modules geëxporteerd (en dus beslist nog meer geïmporteerd, zie Fig. 7), dus bij de opgegeven afzet hoeveelheden cq. de uit het verschil te vermoeden "magazijn voorraden" kan er beslist een hoop "ruis" ontstaan.

^^^
Hoeveel PV-modules er op enig moment in Nederlandse magazijnen staan opgeslagen, en wat de impact daarvan is op de nationale CBS statistieken over de "afzet aan installateurs danwel eindverbruikers" blijft een raadsel en een zaak van veel natte vinger werk. Zolang niet keihard middels een degelijk kWh incentive regime voor alle zonnepanelen eigenaren (dus ook de geschatte 87,7 MWp totaal CBS - 29,4 gecertificeerd CertiQ = 58,3 MWp "niet gecertificeerde" PV-installaties, eind 2010) nauwkeurige, goed gedocumenteerde capaciteit cijfers beschikbaar zijn, blijft het gedesoriënteerd zwemmen in mist met de marktontwikkeling in Nederland.

Foto genomen tijdens bezoek bij een actief installatiebedrijf van zonnepanelen door Polder PV, voorjaar 2011.

In grafiek CBS 5 zouden "tekorten onder de 0" een indicatie kunnen zijn dat geïnstalleerde modules niet zijn verkregen via installateurs, systeemhuizen of groothandels bekend bij het CBS of hun data verstrekkers. Noot: lang niet alle aanbieders op de Nederlandse markt (inmiddels al over de 130 meestal kleine bedrijfjes die vechten om marktaandeel) zijn lid van de branche organisatie Holland Solar. In 2003 en in 2008 is er op basis van dit aftrek sommetje een fors verschil van rond de 50 kWp in de min zichtbaar voor de belangrijkste categorie ("netgekoppeld overig"). Dit kan het gevolg zijn van parallelle module import door eindverbruikers, onwaarschijnlijk omdat hun activiteiten (voorzover bekend bij Polder PV) niet bekend kunnen zijn bij of getraceerd worden door H.S./CBS. Of door installateurs die handelen in "grijze" producten. Zelfs energiebedrijven (oranje kolommen) leken soms meer capaciteit te installeren dan er daadwerkelijk aan hen was "afgezet", met name in 2007. Dit kan ook het gevolg zijn van een netto effect van het installeren van nog in het magazijn liggende module voorraden in een periode dat de nationale markt vrijwel dood was en de enige activiteit in de branche zo'n beetje het inkopen en weer verkopen van/naar het buitenland leek te zijn (2004 tot de tweede helft van 2008, daarna echter in verhevigde mate gecontinueerd en uitgebreid).

Let verder op de ogenschijnlijk grote positieve surplus (magazijn voorraden?) van autonome PV capaciteit (blauwe kolommen). Een verklaring kan niet worden gegeven voor deze - voor de kleine Nederlandse markt - opvallend hoge cijfers.


6

Fig. CBS 6. Misschien wel een van de meest "schandalige" grafieken in deze sectie. CBS noemt ook nog vier andere data voor PV in Nederland, waarvoor slechts een hierboven is getoond (omdat de vier data "sets" direct van elkaar afhangen): elektriciteitsproductie van de geaccumuleerde PV capaciteit weergegeven in de eerdere grafieken (in Gigawattuur, GWh, zie grafiek), "vermeden" gebruik van fossiele (feitelijk ook nucleaire) primaire energie (in TeraJoules), en de vermeden CO2 emissies, vooral komend van de kolen- en gasgestookte centrales in Nederland (in kiloton). Deze data zijn te vinden in tabel 5.2.1 in het CBS 2010 rapport (p. 55). Hierbij werd een vierde categorie toegevoegd die nog niet in het CBS 2009 rapport was opgenomen, namelijk de kolom "Bruto eindverbruik". In Fig. 6 geef ik de vermeende "productie" van de geaccumuleerde capaciteit weer zoals CBS dat opgeeft.

Dit zijn echter hoogst dubieuze data, omdat de productie voor de meeste installaties*** niet wordt gemeten, maar juist wordt "berekend" (u mag ook stellen: geschat...)! En voor deze berekeningen gebruikt CBS (zoals het al vele jaren doet) absurde basis data, genoemd op p. 57 van het CBS rapport voor 2010. Data die komen uit een zogenaamd "Protocol Monitoring Duurzame Energie" uit 2006 (verouderde SenterNovem publicatie, gecontinueerd en fors gewijzigd in het "nieuwe" Protocol uit 2010, met echter ongewijzigde gegevens voor PV). Deze data zijn: (1) netgekoppelde PV systemen zouden slechts "700 kWh per kW vermogen" per jaar produceren, en (2) autonome PV installaties "400 kWh per kW vermogen" per jaar.

*** Eind 2010 zou er volgens TenneT dochter CertiQ zo'n 29,4 MWp aan gecertificeerde - netgekoppelde - PV installaties zijn geaccumuleerd (waarvan trouwens slechts 1 meterstand per jaar wordt doorgegeven, op een willekeurig, door de netbeheerder vastgesteld tijdstip...). De totale accumulatie van aan het net hangende zonnestroom systemen was volgens CBS aan het eind van dat jaar 82,7 MWp. Dat betekent, bij aanname van "correcte" cijfers van beide instanties, dat van een capaciteit van 53,3 MWp (ruim 64% van het totaal) niets bekend is van de fysieke productie en dat er (dus???) maar een slag naar wordt geslagen door CBS...

Ik heb serieuze bezwaren tegen deze bij elkaar gefantaseerde "fundamentele" data. Zelfs al zou je ze niet als "serieuze productie data" beschouwen, deze aannames horen niet thuis in een "harde cijfers rapporterend" statistisch overzicht - zeker niet in een zogenaamd "serieus" nationaal rapport! Ik kan dat aannemelijk maken omdat mijn oude, suboptimale netgekoppelde multikristallijne PV systeem gemiddeld genomen tussen de 900 en 950 kWh/kWp per jaar produceert, en er veel andere systemen in Nederland zijn die minstens 800-900 kWh/kWp opleveren, in de kustgebieden en in regio als Friesland zelfs bij optimale systemen zo veel als (of incidenteel meer dan) 1.000 kWh/kWp per jaar. Een netgekoppeld dunnelaag amorf silicium systeem in het "zon-arme" oosten van het land zal mogelijkerwijs ook een relatief hoge output behalen omdat het zeer effectief blijkt te zijn in de wat mindere lichtcondities ter plekke. Zoals aannemelijk gemaakt door Rob de Bree van Siderea.nl, die een opmerkelijk accuraat simulatiemodel voor PV heeft ontwikkeld, en die regelmatig specifieke jaaropbrengsten van minstens 900 kWh/kWp.jaar voorspelt. Het oude "SenterNovem" getal van 700 voor "netgekoppelde systemen" is absoluut fout, volkomen achterhaald, en veel te laag, waarmee elke aanname van "berekende opbrengst" tot een farce wordt en de productie "resultaten" van het CBS zeer fragenswürdig (lees: stelselmatig, structureel, en al jaren lang veel te laag). Zeker voor PV-installaties die in de laatste jaren zijn - of nog worden opgeleverd. En zeker niet te gebruiken als een "betrouwbare" maat in vergelijkingen met de harde, fysiek geijkt gemeten zonnestroom productie data van andere landen...

^^^
"Murky waters and lots of fog". Zo zou je de "nationale statistieken" van de geaccumuleerde capaciteit (laat staan de vermeende "energie opbrengst") van de zonnestroom installaties in Nederland kunnen typeren. Onze statistieken blijven vage, oncontroleerbare, en met talloze vraagtekens omgeven bagger waar geen enkel betrouwbaar beleid aan ontleend kan noch mag worden. Betrouwbaar beleid rond PV is in Nederland sowieso nooit aanwezig geweest.

Mistflarden boven De Zijl voor het beroemde, en al zo'n beetje tot de prehistorie (bouw: 1977!) behorende Zonnewende PV project op het Zonlichtpad in de Merenwijk van mijn woonplaats Leiden. Dat was ooit gestart als een blok huizen met een grote thermisch zonne-energie installatie (voor zowel tapwater als ruimteverwarming, een van de eerste in Nederland), heeft talloze problemen met lekkages gekend, en is begin negentiger jaren tijdens een omvangrijke renovatie omgebouwd tot een BIPV systeem met geïntegreerde PV-modules op de ZZO gerichte façades.

Een onschuldig voorbijganger zou hier 6 woningen tot de nationale statistieken kunnen rekenen, niet wetend van de fysieke realiteit daar. Mis! Een van de woningen heeft (volgens projectbureau Ecofys vanwege "kostprijs redenen") een compleet vervangen façade met louter DUMMY panelen die natuurlijk niets opbrengen aan hernieuwbare elektriciteit. Het PV project - met de bekende Shell Solar producten - zou volgens Ecofys 11,5 kWp omvatten. Per woning (5 van 6 stuks) dus slechts 2,3 kWp.

NB: op een van de dakkapellen is (later?) een dubbele plaat hebbende (landscape) thermische zonncollector aangebracht die pal voor de PV-installatie staat en mogelijk nogal wat beschaduwings-effecten veroorzaakt die dramatisch kunnen uitpakken als het betreffende module veld in serie is geschakeld en de zon over het hoogtepunt heen is (de BIPV gevel heeft een nogal ongunstige, steile hellingshoek).

Foto © 2011 Peter J. Segaar / www.polderpv.nl
Genomen vlak voor een dagje wilgen knotten in de Boterhuispolder op 19 november 2011.

Autonoom met vraagtekens
Met betrekking tot autonome systemen: vrijwel niemand weet wat er daadwerkelijk wordt geproduceerd door deze kleine eiland installaties, omdat de fysieke energie productie van dat soort kleine systeempjes zelden een aankoop argument is en monitoring bijna altijd achterwege wordt gelaten. Bovendien: deze systemen worden vaak toegepast omdat ze op de markt verkrijgbaar zijn, en zullen in veel gevallen beslist geen fossiel-gebaseerde stroomproductie "vermijden" noch vervangen. Er zal een zeer gedetailleerde specificatie van de verkochte autonome systemen moeten komen, voordat enige "fossiel-vermijdende" kWh productie kan worden geclaimd voor deze systemen. M.a.w., voor autonome systemen zou ik al helemaal geen "productie" data willen geven in een "nationaal rapport over hernieuwbaar geachte energie". Impact heeft dit markt segment verder nauwelijks, dus het mee of niet meerekenen in nationale energie cijfers is sowieso fragenswürdig. De uitgangspunten sowieso.

Dit alles in aanmerking nemend, uiteindelijk komt er uit dit natte vinger sprookje een veronderstelde geaccumuleerde productie van 60 GWh zonnestroom voor het jaar 2010. Voor 2009 zou het "nog maar" 46 GWh zijn geweest, een "geschatte stijging" van dik 30%. En, daarmee samenhangend: voor vermeden primaire "fossiele energie" wordt voorlopig voor 2010 een hoeveelheid van 517 TeraJoule gegeven. Opgemerkt moet trouwens worden dat door "herziene conversie berekeningen" er drie eerdere data onder dat hoofdje licht zijn aangepast door CBS in vergelijking met het jaarrapport 2009. Voor de jaren 2007 tm. 2009 werd het vermeden verbruik van fossiele primaire energie gewijzigd in, achtereenvolgens, 307 (was 309), 340 (was 339), en 398 (was 397) Terajoule.

De hoeveelheid vermeden CO2 uitstoot die uit voornoemde (deels licht gewijzigde) data werden berekend geven voor 2010 opgeteld een volume van 35 kiloton (dat is 35.000 ton = 35 miljoen kilogram). Zelfs als je die "veronderstelde" 60 GWh als veel te laag beschouwt vanwege hier boven genoemde redenen, is dat natuurlijk vrijwel niets op de totale als "hernieuwbaar" beschouwde energieproductie - een equivalent van 10.354 GWh (tabel 2.2.1, p. 26 van het rapport). Het aandeel van "berekende" zonnestroom zou dan slechts 0,58% zijn in die "hernieuwbare" mix (waarschijnlijk is het iets meer). In tabel 2.2.2 van het CBS rapport wordt dan ook nog eens "volgens EU normen" gerekend met een "normalisatie voor wind- en waterkracht", wat de totale berekende (lees: fictieve) "genormaliseerde" totale hernieuwbare output op 11.610 GWh doet komen, en het aandeel zonnestroom in het geheel nog verder (kunstmatig) doet "slinken". Over een "normalisatie voor zonkracht" heb ik nog niets vernomen...

We mogen ons, afgezien van bovenstaande geknutsel en gefrutsel met cijfertjes, voor de werkelijke "realisatie" van PV-capaciteit in Nederland absoluut niet op de borst kloppen. We moeten zelfs met het schaamrood op de kaken in de hoek gaan staan. Zeker als we daarbij in aanmerking nemen dat Nederland al lange tijd aan het "experimenteren" is met deze fascinerende techniek. Volgens het door accountants goedgekeurde BDEW jaar rapport voor 2009 (gepubliceerd op 26 juli 2010), had Duitsland in 2009 reeds 6.578,3 GWh zonnestroom geproduceerd met hun destijds ongeveer driekwart miljoen - vaak dakvullende - PV-installaties. 110 maal zoveel als de schatting van CBS, uitsluitend voor netgekoppelde ("EEG"-fähige) systemen. En allemaal maandelijks bemeten (of zelfs frequenter) als bewijs voor het recht op de Einspeise Vergütung vastgelegd in de EEG wetsteksten.

NB! EurObserv'ER claimt in hun - voorlopige - cijfers voor 2010 dat Nederland 70 GWh aan zonnestroom geproduceerd zou kunnen hebben (17% meer dan de CBS schatting). De bijgeplaatste capaciteit in 2010 werd echter ook veel hoger ingeschat (29,4 MWp EurObserv'ER in vergelijking met 20,7 MWp CBS, maar liefst 42% meer dan de CBS opgave). Volgens het CBS zou die schatting zijn gebaseerd op destijds nog onvoldoende beschikbare informatie over de marktafzet. In tweede instantie moest ECN Beleidsstudies op navraag van Polder PV echter toegeven dat er een blunder was gemaakt: de geaccumuleerde capaciteit bij CertiQ was doorgegeven als "nieuwbouw in 2010", en bovendien werd de toen ook nog niet bekende (bijna 50% van marktvolume) niet gecertificeerde capaciteit als gebruikelijk verzwegen (zie bericht van Polder PV van 12/13 sep. 2011). Voor de meest recente Photovoltaic Barometer van EurObserv'ER, zie hun download pagina.

Zuiderburen (dik) tien maal zo grote markt
In Vlaanderen, met een bevolking die 2,7 maal zo klein is dan de Nederlandse, en waar men pas serieus met PV is begonnen in 2006, had in het (VREG) status rapport van 1 aug. 2011 reeds 487,8 GWh aan gecertificeerde "Garanties van Oorsprong" (GVO's, 1 GVO staat gelijk aan 1 MWh) voor 2010 ingeboekt (PV, wederom uitsluitend netgekoppeld). Waarbij er toen nog een backlog aan groencertificaten van 105,9 GWh klaar stond om ingevuld te worden voor dat jaar. Waarmee het totale productie volume al op zo'n 594 GWh zou komen te liggen. Bijna tien maal het geschatte volume in Nederland (per hoofd van de bevolking grofweg een factor dertig maal zo veel). Vlaanderen had per 1 januari 2011 ook al bijna 11 maal de netgekoppelde capaciteit gerealiseerd die met veel pijn en moeite in Nederland tot en met eind 2010 is opgebouwd (met ook nog eens twijfels over de uiteindelijk geclaimde 83 MWp netgekoppeld voor ons land). De zuiderburen blijven - zij het in een wat rustiger tempo dan in 2009-2010 - nog steeds gezonde groei vertonen met de daadwerkelijke realisatie van met name kleinschalige toepassing van PV (grote installaties worden daar vanaf 1 juli vrijwel niet meer gerealiseerd vanwege forse reductie van de invoedingstarieven voor dat soort systemen).


7

Fig. CBS 7. Een tale-telling grafiek. Waar Nederland extreem slecht blijkt te zijn in het degelijk, betrouwbaar, op de lange termijn gefocust, en hartverwarmend "stimuleren" van de eigen PV-markt, is het slecht toeven voor systeemleveranciers en installateurs. Ze konden zich na het 2003/2004 debâcle uitsluitend overeind houden door dan maar de ogen op het zéér lucratieve buitenland te richten. En wat voor oerhollandse "kwaliteit" kwam daar al ras bovendrijven? Juist ja, de VOC mentaliteit, handel drijven. Import en export van modules werd de business-case voor veel bedrijven in Nederland. En dat blijkt, gezien de aanzienlijke groei van de blauwe kolommen, de export van PV-modules, in 2010 al ver over het geaccumuleerde, volgens CBS in eigen land geplaatste volume (Fig. 4), een zeer smakelijke (lees: goede omzet genererende) bron van inkomsten te zijn. Er was nog steeds maar in totaal (autonoom inclusief) 87,7 MWp geaccumuleerd eind vorig jaar volgens CBS (sinds de eerste schreden in de vorige eeuw). Maar er werd alleen al in dat lucratieve jaar 2010 een volume van 117,7 MWp aan modules geëxporteerd (!). En die kwamen natuurlijk niet van Solar Modules Nederland in Kerkrade (NB: Solland Solar op het Avantis terrein was toen feitelijk alleen nog maar een zonnecellen producent, Scheuten Solar's standaard modules, hun core-business, worden in het Duitse Gelsenkirchen gemaakt).

Ook tekenend is dat het gros van de ongetwijfeld rode oortjes genererende cijfers niet bekend zijn (gemaakt) door het CBS. Want u kunt op uw klompen aanvoelen dat de onherroepelijk en nauw aan de exportcijfers te relateren, fors toegenomen "import" (groene kolommen, slechts bekend gemaakt tm. 2006) bedrijfsgevoelige informatie betreft. Die gegarandeerd dezelfde trend zal vertonen als wel bekend (gemaakt) in die eerste jaren. Het is ook niet voor niets dat de kolom "tussenhandel" (grijs) vanaf 2006 leeg is gelaten. Den Haag zou eens te weten komen hoeveel er aan dat spul wordt verdiend, na aftrek van alle kosten export minus import. Het verschil tussen "groen" en "blauw" is het restantje wat, na nog wat onderling geschuif met containers met modules (mogelijk deels nog uit bestaande voorraden), afgezet "kon" worden op de eigen, microscopische Nederlandse markt. CBS verklaart de "kruisjes" ("x") in de originele datavelden in de uitleg als "x : geheim; het CBS heeft hier wel cijfers over maar kan deze om geheimhoudingsredenen niet publiceren".

Als we voor de enige bekende "import" cijfers, van 2004-2006 uit zouden gaan, en een "gemiddelde import/export ratio" berekenen, komen we uit op een factor van ongeveer 1,2 (zeg maar: tegenover 12 modules import staan 10 modules export). Passen we dat toe op het 2010 export cijfer van 117,7 MWp, zou dat kunnen betekenen dat er al een fors volume van maar liefst 142 MWp geïmporteerd zou kunnen zijn in 2010. Dat zou een factor zeven maal het in Nederland zelf afgezette volume zijn geweest (als alle cijfers zouden kloppen)...

Forse wijzigingen
De opgegeven volumes kunnen blijkbaar ook nog eens fors worden bijgesteld. Zo werd in het 12 mei 2009 CBS rapport 58 MWp export voor het jaar 2008 gepubliceerd; later werd het 65 MWp (CBS jaar rapport 2009: 64,898 MWp export). 7 MWp (12%) meer. De StatLine update van 30 juni 2011, en het CBS 2010 jaaroverzicht vermeldden echter 64,089 MWp voor 2008, dat is weer 809 kWp minder. De grootste wijziging betreft echter de export voor het jaar 2009. Stond in het CBS jaar rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2009" nog een spectaculair uitvoer volume van 127.419 kWp vermeld, is dat in de 30 juni 2011 update van StatLine en het CBS 2010 jaaroverzicht opeens dramatisch omlaag bijgesteld naar slechts 72.493 kWp. Dat is 54,9 MWp of 43% minder dan oorspronkelijk opgegeven! Daarbij staat letterlijk in het toelichtingen blad bij de StatLine update van eind juni 2011:

"Er zijn in 2008 en 2009 correcties doorgevoerd met betrekking tot de export van zonnepanelen. Een gedeelte van de eerder gerapporteerde export bleek wel in eigendom te zijn geweest van Nederlandse bedrijven, maar niet de landsgrenzen gepasseerd.

Ook de omzet en werkgelegenheid zijn gecorrigeerd. De afzet van panelen op de binnenlandse markt is niet veranderd."

Bron: Omschrijving bij CBS/StatLine publicatie "Zonnestroomsystemen; handel in panelen, werkgelegenheid en omzet" van 30 juni 2011.

Vermoedelijk werden daarbij dus aanvankelijk opgaves gedaan voor - mogelijk tot waarschijnlijk - in het buitenland te realiseren PV-projecten. Die daar de hernieuwbare stroom mix zullen opkrikken en de nationale CO2 balans positief zullen beïnvloeden, op kosten van de buitenlandse - niet de Nederlandse - stroom afnemers. Waarbij de mogelijkerwijs wel degelijk geïmporteerde PV modules (in theorie zelfs voor Scheuten Solar, aangezien hun meest gebruikte, standaard kristallijne Multisol® modules in het Duitse Gelsenkirchen worden geproduceerd, en dus mogelijk via het hoofdkantoor in Venlo, NL geïmporteerd...) blijkbaar al in de boeken als (weer) "geëxporteerd" stonden genoteerd. Het is duidelijk dat hier grote fouten mee kunnen worden gemaakt als er niet grondig door accountants wordt gecontroleerd en dubbeltellingen worden uitgesloten.

NB: Solland Solar, zeker toen Nederlands enige zonnecellen producent, produceerde volgens Photon (4/2011) slechts een fysiek volume van 80 MWp in 2009, en 110 MWp in 2010 aan zonnecellen. Onbekend is hoeveel van dat volume in de handen van Nederlandse "module fabrikanten" terecht is gekomen. Zoals Solar Modules Nederland in Kerkrade, pas serieus in 2010 gestart. Ubbink in Doesburg, SMN-van Laarhoven's oude werkgever voor het Econcern/Centrosolar debâcle, zal hoogstens een marginaal volume hebben afgenomen in hun "doorstart" als kleine module producent. Solland zelf produceerde toen nog helemaal geen panelen (alleen maar kristallijne cellen).

Vooral het - voorlopige - resultaat voor 2010 laat zien hoe hard de export lijkt te zijn toegenomen (en dus ongetwijfeld ook de helaas niet getoonde import): een toename van 62% t.o.v. 2009, tot een fors volume van bijna 118 MWp. Omdat slechts in de orde grootte van 21 MWp daadwerkelijk in het eigen, arme land is "geplaatst" in 2010 volgens het CBS (Fig. 1), is het duidelijk dat het handelskanaal import/export, wat 5,6 maal zo groot is volgens deze cijfers, veel lucratiever is voor de betrokken ondernemingen. Helaas uit noodzaak, vanwege het feit dat Nederland nooit een volwaardig, robuust, en stabiel incentive regime voor de eigen markt ontwikkeling heeft gekend, en van de ene prutsregeling in de ander is vervallen door Haags geneuzel, en grootschalige sabotage en hartverscheurend ontmoedigingsbeleid van/door fossiele lobbies, energie holdings, en, vergeet die vooral niet, EZ/EL&I, de netbeheerders en NMa.

De vrij matige toename van de export in 2009 (t.o.v. 2008) zou doen vermoeden dat de meeste Nederlandse bedrijven die het vaderland er hoogstens "bij" doen, maar die al in dat jaar zeer actief waren op de Belgische (met name Vlaamse) markt (waar de roomboter en de hagelslag op de oudbakken 'ollandse boterham feitelijk werden verdiend), de door hen getrokken projecten daar mogelijk zelfs direct vanuit het buitenland hebben laten beleveren met modules zonder dat die zonnepanelen een Nederlandse grens hebben gezien. Indien dat inderdaad het geval zou zijn (geweest), zou dat betekenen dat ze zelfs helemaal niet in de CBS statistieken zouden "mogen" voorkomen. Hier is nog wel het e.e.a. aan opheldering te verwachten hoe die "export" cijfers precies tot stand komen. Daarom is het ook zo'n fundamenteel gemis dat de "import" en "tussenhandel" cijfers (en de toelichting daarbij) totaal ontbreken, wat de door mij gemaakte grafiek eigenlijk grotendeels waardeloos maakt.

Het is ook mogelijk dat bijvoorbeeld grote zonnestroomparken en dak projecten die het Nederlandse Scheuten Solar voortvarend in bijvoorbeeld het zuid-Italiaanse Puglia installeert, tot dit "handelskanaal" behoren: "import" van hun Multisol® module fabriek in het Duitse Gelsenkirchen via hun hoofdkantoor in Venlo, en "export" van die modules naar (bijvoorbeeld) Italië. Helaas geeft het CBS geen helder uitsluitsel over de ongetwijfeld zeer interessante details van die handelsstromen, en blijven hier dus zoals gebruikelijk op de van slechte en twijfelachtige data voorziene Nederlandse "markt" veel vragen onbeantwoord.


8

Fig. CBS 8. Net als Figuur 7 een tale-telling grafiek. De fors toegenomen omzet (blauwe kolommen in miljoenen Euro) bij de Nederlandse PV bedrijven kan slechts voor een beperkt deel aan de eigen "markt" afzet worden toegeschreven. Die omzetten zijn voor het grootste deel te wijten aan de lucratieve handel met, en project ontwikkeling in het buitenland. Wie de eigen afzetmarkt "klein" blijft houden (EZ/EL&I), genereert dit soort bizarre gevolgen. De externe afhankelijkheid van geïmporteerde fossiele energie in de afzetmarkten (PV module kopers/plaatsers) wordt minder, met een wenkend middellange termijn perspectief. De NL handelaars mogen daar een centje van bijverdienen. Maar Slochteren krimpt, en krimpt, en krimpt. Elke dag weer de nodige kostbare gaskuubjes die voor eeuwig verdwijnen. En wat ervoor in de plaats "mag" komen? U mag het zelf verzinnen. Een zéér onrustbarend toekomstperspectief voor de Lage Landers.

Ook in deze grafiek, waarschijnlijk nauw gerelateerd aan de forse wijzigingen in de data voor 2009 in Fig. 7, een aanzienlijke verandering. Want waar het CBS jaar overzicht over 2009 nog over een omzet van 484 miljoen Euro voor 2009 rept, is dat in de StatLine update van juni 2011 en het CBS 2010 jaaroverzicht HE alweer aanzienlijk omlaag bijgesteld naar slechts 332 miljoen Euro, een daling van dik 31%. De wijziging voor 2008 was minder groot: van de oorspronkelijke 413 omlaag naar 408 miljoen Euro. In een keer is daarmee een eerder gesignaleerde jaarlijkse omzet groei (jaar rapport CBS 2009: 413 naar 484 miljoen tussen 2008 en 2009, positieve groei 71 miljoen Euro, 17% t.o.v. 2008) omgezet in een heftige daling van 408 naar 332 miljoen, 76 miljoen Euro minder omzet (18,5%) in het crisisjaar 2009, dan in 2008. "Gelukkig" lijkt die negatieve trend wederom gekeerd in het jaar van de spotgoedkope (en dus interessante, met marges door te verlopen) modules, 2010. Met, als de cijfers nu wel blijken te kloppen, een omzet groei van 159 miljoen Euro (naar € 491 miljoen), een spectaculaire stijging t.o.v. de bijgestelde resultaten van 2009 van maar liefst 48%. Uiteraard blijft dit alles nog steeds weinig zeggen over de eigen (slakkentraag groeiende) PV-markt, wel over de lucratieve handel in zonnepanelen die al bijna een half miljard Euro oplevert...

De jaarlijkse (YOY) groeicijfers zijn in de grafiek tussen de jaarkolommen in, in donkerblauw weergegeven. Opvallend is in ieder geval dat na enkele jaren behoorlijke groei (mind you: in een zeer kleine PV markt!), deze fors is ingestort in 2009. En dat in het tweede jaar van het lopende "SDE stimulerings-regime". Ook uit deze grafiek wordt derhalve duidelijk dat de SDE totaal niet effectief is om de PV sector (ook in financiële zin) een flinke duw in de rug te geven, en dat het niet vreemd is dat al enige tijd in de wandelgangen volmondig richting Polder PV wordt toegegeven dat het meeste geld in de sector in het buitenland wordt verdiend...

Dit wordt bevestigd in het CBS jaaroverzicht 2010, op pagina 56. Daar staat zelfs gemeld dat "ongeveer 85 procent van de afzet van 2010 naar het buitenland gaat". Daarbij wordt klaarblijkelijk het importeren van modules (of: "zonnestroom systemen", dus incl. omvormers, bekabeling en opbouw materialen) en 85% van het volume daarvan "verkopen aan" dan wel "plaatsen in" het buitenland als "afzet" gezien. Het is alleen al uit dit cijfer kristalhelder: de PV-sector in Nederland kan alleen overleven met buitenlandse opdrachten, en de nationale markt was zelfs in 2010 voor hen nauwelijks van betekenis. En de geïnformeerde lezer weet echt wel waarom dat zo is: u hoeft alleen maar wat Haagse papierwaren tot u te nemen om dat te begrijpen. Of Polder PV lezen, dat kan ook.

Research budget
Tegenover de forse omzetten m.b.t. de handel in modules, steken de nationale research budgetten van 3,5 miljoen Euro in 2008, 67% gestegen (geel gekleurde percentages) tot 5,9 miljoen Euro in 2009, maar weer gezakt naar het 2008 niveau in 2010, schril af. Ondanks het feit dat de wonderboys op de research afdeling van ECN fantastisch werk afleveren (ze mochten gelukkig blijven, er zijn echter veel banen verdwenen bij ECN door de samenleving op droog brood zettende elites in Den Haag). Ze doen het - nog steeds - met een fooi, dat mag duidelijk zijn.

Het CBS zegt trouwens niets over die budgetten in hun hernieuwbare energie jaarrapporten. Wel staan die cijfers in het StatLine overzicht "Zonnestroomsystemen; handel in panelen, werkgelegenheid en omzet".

Uit alle magere resultaten blijft een helder beeld naar voren komen: zonnestroom heeft in het geheel geen prioriteit in de Residentie. Sterker nog: de potentiële groei van de nationale afzetmarkt blijft uit alle macht en op alle fronten massaal tegengewerkt worden. Tegen de uitdrukkelijke wil van een groeiend deel van de bevolking en het bedrijfsleven in. Tijd voor revolutie, dus.


9

Fig. CBS 9. Tot slot de "werkgelegenheid" (zie ook de opmerkingen verder naar onderen onder het hoofdje "Pikant"). Geen gegevens vóór 2004. Het aantal medewerkers bij de research (ik neem aan vooral ECN in Petten, TU Eindhoven/Solliance samenwerking en Universiteit van Nijmegen) is, ondanks de blijvend beroerde marktomstandigheden, gegroeid naar 56 fte in 2009 (witte kolommen, groei 37% t.o.v. 2008). In 2010 kwamen er echter nauwelijks onderzoekers bij volgens CBS (slechts 3 FTE's).

In de "productie" (lichtblauw) is er in 2008 263 FTE gerealiseerd. Dat zal voor een fors deel mogelijk de helft (?) van het op de NL-Duitse grens gelegen Solland Solar zijn geweest. Wat al direct voer voor discussie oplevert, want eigenlijk dient de helft van die workforce aan Duitsland te worden toegerekend. Het aller grootste gedeelte van het Avantis terrein ligt sowieso op Duits grondgebied... Solland Solar, nog steeds Neer'lands enige commercieel werkende zonnecellen fabrikant (medio 2011 alleen nog maar SunWeb® cellen, in veel lagere volumes dan hun niet meer geproduceerde "standaard" kristallijne cellen), had in 2007 in totaal 210 medewerkers**** (NB: correspondeert niet helemaal met de lagere CBS uitkomst "totaal werkzaam in productie" voor dat jaar, cijfers worden betwist). De enige andere "producent van betekenis" was tot voor kort Ubbink Solar Modules (de andere tak van Ubbink is inmiddels omgedoopt in Renusol GmbH) in Doesburg die modules maakte voor o.a. de moeder holding Centrosolar, en die deels werden afgezet aan Ecostream (o.a. verhandeld via het Nederlandse verkoopkanaal BeldeZon). In de aanloop van de verbijsterende aftakeling van de aanvankelijk in "financiële problemen" verkerende, en al snel failliet verklaarde moederholding Econcern (faillissement officieel op 12 juni 2009) werd al een voorschot door Centrosolar genomen: 65 personeelsleden van de moduleproductie in Doesburg werden naar huis gestuurd, daarbij het aantal werkenden in de PV-branche in Nederland nogmaals heftig uitdunnend en de enige (standaard) moduleproductie van betekenis in ons land alweer snel de nek omdraaiend.

Intussen is directeur van Laarhoven in Kerkrade met een nieuwe module productie gestart onder de naam Solar Modules Nederland. Solland Solar, waarvan het personeelsbestand met onduidelijkheden bleef omgeven, heeft in augustus 2009 alweer 89 werknemers (het gros "tijdelijke" krachten) op straat moeten zetten wegens extreem zware concurrentie uit Azië, crisis, onwil bij groot aandeelhouder Delta, en tegenvallende productie op een tot 170 MWp uitgebouwde capaciteit. Voormalig eigenaar en atoomboer Delta heeft het bedrijf in de zomer van 2011 "verkocht" voor een onbekende prijs aan het management nadat het al fors had afgeschreven op de jaarrekening. In het persbericht werd daarbij gemeld dat Solland Solar 280 medewerkers zou hebben. In oktober 2011 werden echter alweer 90 mensen op straat gezet.

De "standaard" (Multisol®) module productie van Scheuten Solar, een andere grote speler, vindt geheel in Gelsenkirchen (Ruhrgebied NRW, BRD) plaats en dient derhalve ook op het vlak van personele inzet aan Duitsland te worden toegerekend. Twee andere "structurele" spelers met aantoonbaar fysieke productie van eindproducten voor de PV-markt, die echter voor het allergrootste deel in de lucratieve afzetmarkten in het buitenland worden verkocht zijn Mastervolt en ClickFit. Succesvol omvormer fabrikant Mastervolt (Amsterdam) zou in de solar tak van het bedrijf de meeste werknemers hebben. Door Lako en Beurskens (2010)***** wordt geschat dat er 150 werknemers voor het bedrijf zouden werken waarvan 75 in Nederland. ClickFit, die de bekende TÜV gecertificeerde dakrails in toenemende mate verkoopt en grotendeels in sociale werkplaatsen laat vervaardigen in eigen land, is onderdeel van de bekende systeemleverancier Esdec in Deventer. Of deze werknemers van het voor de Nederlandse PV-markt beslist zeer belangrijke en veel verkochte ClickFit wel worden meegenomen in de CBS statistieken is onduidelijk.

Het bekende bedrijf OTB Solar is vorig jaar aan de Duitse hardware producent Roth & Rau verkocht (die vervolgens weer door het van oorsprong Zwitserse conglomeraat Meyer Burger Group wordt opgeslokt), het al met een kwart gereduceerde personeel van OTB Solar blijft in Eindhoven werken en "mag" dus nog steeds aan de Nederlandse "markt" worden toegerekend. Of dat ook gebeurt is de vraag (? Research & development ?).

Er zijn in de loop van 2010 nog wat kleine bedrijven in de productie ("maakindustrie") bij gekomen, maar daar zijn na wat eerste persberichten nog weinig structurele activiteiten van vernomen (zie o.a. recent voorbeeld SolarExcel, die inmiddels begonnen schijnt te zijn). Voor een aardig complete lijst met dit soort bedrijven, zie het hieronder genoemde rapport van Lako & Beurskens van eind 2010, tabel 4.1 op p. 23.

De bulk van de activiteit in Nederland blijft "handel": import en verkoop of doorverkoop cq. export van PV-eindproducten.

Helaas werden er door CBS géén detail cijfers bekendgemaakt voor de PV-gerelateerde werkgelegenheid in de "productie van complete panelen en onderdelen" in 2009 en 2010, i.t.t. voor 2008. Ik vermoed dat dit te maken heeft met de precaire, zenuwslopende positie van met name Solland Solar. Wat het publiceren van deze statistiek tot een weinig zinvolle bezigheid lijkt te maken. CBS beroept zich daarbij met het "x" teken in de tabellen (zowel voor "productie", als voor "overig") op geheimhoudings-clausules. Allemaal leuk en aardig, maar met alleen een "totaal aantal" FTE's in PV (zwarte kolommen in mijn grafiek) blijft de informatievoorziening over deze nog steeds (via SDE en "innovatiefondsen") met belastinggeld ondersteunde sector natuurlijk byzonder pover.

Omrekentruuk
Gelukkig blijkt dat geheimzinnige gedoe met een rekentruuk te omzeilen. Ik heb voor zowel 2009 als voor 2010 de wel weergegeven aantallen FTE's voor "research & development", "verkoop", "installatie", en "engineering en project management bij installatie" (de laatste: zeg maar bedrijven als Siemens en, als dat is uit te splitsen, mensen die vergelijkbaar werk doen bij Oskomera Solar Power Solutions) afgetrokken van het "Totaal" aan werkgelegenheid. En dan houd je voor de som van de met geheimzinnige kruisjes weergegeven categorieën "productie complete panelen en onderdelen" en "overig" de volgende getallen over. Voor 2009 303 FTE's, voor 2010 ... 302 FTE's, dus: stabilisatie, of zo u wilt, stagnatie. Wat natuurlijk niet vreemd is. Het is zeer waarschijnlijk dat de in het persbericht van Delta genoemde 280 mensen bij Solland Solar daar het belangrijkste gedeelte van zijn geweest. Maar als het door Lako & Beurskens voor Mastervolt geschatte contingent van 75 mensen daar bij zou worden opgeteld, zit je al op 355 (als de banen bij Mastervolt voltijds FTE's zouden zijn), wat niet kan kloppen. Wat er dan nog voor de categorie "overig" zou moeten vallen (wat niet binnen de overige 5 categorieën zou horen) is onduidelijk. Ik ga er voorlopig van uit dat de meerderheid van die 302-303 FTE's voornamelijk bij Solland Solar tewerk gesteld moeten zijn geweest in 2009-2010. Hun toekomst is zeer onzeker, als SunWeb® geen succes gaat worden.

In ieder geval is ook bij deze cijfers weer een hoop troebelheid te verwachten. Alleen al het feit dat zelfs bij een geconstateerde stijging van FTE's in de "verkoop", van 96 (2009) naar 132 (2010) er waarschijnlijk tientallen nieuwe bedrijven met zonnestroom systemen in de aanbieding (beslist niet allemaal met maar 1 werknemer) in 2010 mogelijk niet zijn opgenomen (zie Top50Solar voor een niet uitputtend overzicht), moeten ook bij deze cijfers vraagtekens blijven worden gezet. In de grafiek heb ik trouwens alleen "productie" en "research" uitgesplitst. De categorie "overig" bevat het verschil tussen "totaal" minus genoemde twee uitsplitsingen, en is dus ook voor 2009 en 2010 "niet zeker".

Pikant*****
Lako en Beurskens hebben eind 2010 voor het eerst een serieuze poging gedaan om te inventariseren hoeveel mensen er in de PV-sector werk (zouden) hebben. Ook die ECN studie (ECN-E--10-089) staat echter bomvol gissingen. De auteurs stellen in het abstract zelfs "The data presented is inevitably incomplete and reflects the view of the authors". En er wordt een onzekerheid van wel plm. 20% genoemd. De tientallen nieuwe - vaak eenmans - bedrijfjes in de handel met PV modules, andere hardware en installatie worden daar zelfs in het geheel niet genoemd, de enige "systeem leveranciers" die worden opgevoerd zijn IBC Solar (Amstenrade, Limburg), Oskomera Solar Power Solutions (Deurne, NB), Siemens Netherlands (Den Haag, ZH; levert helemaal niet aan particulieren en heeft slechts een paar grote projecten gedaan in NL), en SolarTotal (Elst, Gld.).

Bij mijn weten is SolarTotal echter uitsluitend in het buitenland actief, ondanks vestiging van het hoofdkantoor in Nederland. Het "Gelderse" bedrijf is wel snoeihard gegroeid en zou volgens het Financieele Dagblad van 19 maart 2011 in 2010 de omzet t.o.v. 2009 verdubbeld hebben tot 180 miljoen Euro, en zou het in het voorjaar van 2011 al 450 medewerkers hebben. Waarschijnlijk het overgrote merendeel in het buitenland, waar het zeer actief is. Wat van die heftige cijfers voor SolarTotal in de CBS zonnestroom statistieken is terug te vinden is niet traceerbaar. Het bedrijf wordt ondersteund door SET Venture Partners, wat weer beleggingen van atoomboeren Delta en RWE/Essent (beiden 25 miljoen Euro) heeft geïncasseerd: feitelijk politiek afgedwongen bloedgeld voor het langer open houden van EPZ's kernsplijter Borssele.

Verder is ook het rapport van Lako en Beurskens een schrijnende en volslagen onterechte onderwaardering van de met zeer actieve bedrijven gevulde markt (zeker 100, mogelijk zelfs inmiddels al tegen de 200 bedrijfjes die zonnepanelen en systemen leveren, voor een fors deel opgenomen in de reeds genoemde Nederlandse Top50Solar). Die niet door hen worden opgevoerd als "werkgelegenheid creatoren". Dus het blijft ook met de cijfers in dit rapport gissen geblazen met mistige aannames.

De meest "pikante" bevindingen van de auteurs zijn, naast een geschatte omzet van 1,025 miljard Euro voor 2009 in de PV-business (NB: fors hoger dan de omzet in de windenergie in windnatie bij uitstek, Nederland, 820 miljoen Euro...!), dat hun onderzoek een totale "workforce" van maar liefst 1.240 werknemers in de PV-business zou onthullen voor 2009. Dat is geen 20 procent, maar zelfs het dubbele van de hoeveelheid waarmee CBS in hun laatste rapport voor 2010 rekent (622 FTE's)... De auteurs verklaren het verschil (m.b.t. de 588 gegeven in het CBS 2009 jaar rapport) met "The datasets differ with respect to the coverage of the PV industry" en mogelijk verschil van opvatting wat onder "persoon" dan wel "FTE" moet worden verstaan...

***** Lako, P. & Beurskens, L.W.M. (2010). Socio-economic indicators of renewable energy in 2009. Update of data of turnover and employment of renewable energy companies in the Netherlands. - ECN-E--10-089, dec. 2010 (volgens toelichting/abstract in publications sectie ECN gepubliceerd op 24-01-2011).

"Overig" resp. "totaal"
De relatief opvallende stijging in de categorie "overig" tot en met 2008 (paarse kolommen, verdere gegevens ook helaas weer niet gegeven door CBS) is zeer waarschijnlijk vooral toe te rekenen zijn aan een verbazingwekkend aantal nieuwe "aanbieders" van PV-systemen of attributen die de laatste tijd (vaak uitsluitend of als hoofdactiviteit met webwinkels) de Nederlandse markt hebben betreden. Er is slechts weinig bekend over de meeste nieuwe initiatieven, er komen er bovendien nog steeds nieuwkomers bij. Afgewacht moet worden hoe sterk hun business case zal zijn in een slechts matig groeiende afzetmarkt en toenemende competitie met gevestigde spelers (zeker wat betreft kwaliteit van de dienstverlening). Spelers die de Nederlandse "markt" jarenlang tijdens de "Grote Brinkhorst Droogte" overeind hebben gehouden en die nu eindelijk een beetje van hun jarenlange geduld in harde bestellingen zien verzilverd.

In zwart tot slot het totaal aantal FTE's wat - door CBS - tot de PV business wordt gerekend, 552 FTE in 2008 (alweer lager dan het cijfer in het CBS rapport voor 2009, 566), slechts 545 in crisis jaar 2009 (was in een eerder CBS rapport nog 588; negatieve groei t.o.v. het nieuwe 2008 cijfer: 1,3%). Het voorlopige cijfer voor 2010 laat weer groei zien: 622 FTE's, een groei van 14,1% t.o.v. 2009. Zoals gezegd is met name de sectie "verkoop" flink gestegen, van 96 naar 132 FTE's. Dat is 21% van het totaal. Verkopen, daar zijn Hollanders goed in...

In Duitsland waren er volgens een recente eerste schatting in het EEG-Erfahrungsbericht 2011 (pdf) als gevolg van de uitvoering van de EEG wet, in 2010 reeds 107.800 mensen werkzaam in alleen de zonnestroom branche ("Stromerzeugung aus solarer Strahlungsenergie" - wordt ook CSP toe gerekend, maar dat is vooralsnog een zeer klein, ondergeschikt segment). In een eerdere schatting van brancheorganisatie BSW zouden in 2009 "nog maar" rond de 63.000 mensen in de zonnestroom sector werkzaam zijn geweest, waarvan ongeveer 51% in de PV-industrie en bij de toeleveranciers (BSW juni 2010 update). Verschil (factor 173 met CBS schatting Nederland) moet er wezen.

**** Stond in 2009 nog op website Solland Solar, is echter niet meer te vinden. Lako & Beurskens (2010)**** schatten dat eind 2009 er 135 mensen werkzaam waren bij het bedrijf, wat ver af ligt van het door Delta opgegeven aantal van 280. Van de oorspronkelijke plannen (bij overname groot deel aandelen door Delta in 2007 nog: 1.000 medewerkers in 2010, zie persbericht van 24 januari 2008) is helemaal niets terecht gekomen, het bedrijf dreigt gesloten te worden als het management geen nieuwe eigenaar of partner/financier vindt. Zie o.a. "Uur U nadert voor zonnetak Delta", Financieele Dagblad 25 juni 2011, persbericht Delta 8 juli 2011. Solland Solar heeft in ieder geval hun website een frisse face-lift gegeven nu ze eindelijk onder het juk van Delta zijn vrij gekomen, dat is al een hele verbetering. Het IEC certificaat voor de SunWeb® back-contact modules werd eind november 2011 eindelijk toegekend, samen met partner Schott Solar kan nu eindelijk vol ingezet gaan worden op de marketing en verkoop.


Bronnen:
Zonnestroomsystemen; handel in panelen, werkgelegenheid en omzet (30 juni 2011; CBS / StatLine link met de meeste cijfers die in bovenstaande analyse zijn gebruikt)
Hernieuwbare energie; capaciteit, binnenlandse productie en verbruik (30 juni 2011; CBS / StatLine link met o.a. accumulatie resp. bijbouw drie zonnestroom capaciteit categorieën, afgerond op MWp, e.a. DE modaliteiten)
Hernieuwbare elektriciteit; binnenlandse productie, import en export (30 juni 2011; CBS / StatLine link met o.a. geschatte - niet gemeten - jaarproductie van zonnestroom en productie van andere DE modaliteiten)

CBS jaarrapport 2010 (8 sep. 2011)
CBS jaarrapport 2009 (aug. 2010; CBS publicatie Hernieuwbare energie in Nederland 2009, bomvol data incl. zonnestroom. Rapport over 2010 wordt eind augustus 2011 verwacht; "definitieve" cijfers over 2010 pas in november 2011)


Discrepantie CBS en CertiQ cijfers - vorobeeld 2008

Er is een fors verschil in de bijgeplaatste capaciteit voor 2008 (althans: "afzet aan installateurs") volgens het CBS en de als "geaccepteerd producent van gecertificeerde zonnestroom" gerekende toename zoals geregistreerd door CertiQ (die "garanties van oorsprong", GVO's, uitgeeft). CBS had het over totaal 4,445 MWp toename in 2008, maar daar moet het aantal "niet met GVO's te certificeren" autonome systemen (0,229 MWp nieuw) nog vanaf, zodat we 4,216 MWp nieuw netgekoppeld voor 2008 overhouden.

CertiQ daarentegen publiceerde in hun maandrapporten voor eind december 2007 resp. 2008 een geaccumuleerd aantal "gecertificeerde" PV producenten van 617 resp. 718. Dat laatste getal is echter in een bericht van 11 januari 2010 aan de webmaster van Duurzameenergiethuis.nl opgehoogd tot alweer 745 stuks (zie ook nagekomen mededeling verderop). Wat zou inhouden dat er in 2008 maar 128 nieuwe "officieel erkende" zonnestroom producenten bijgekomen zouden zijn. Die met een gemiddelde te verwachten installatiegrootte van (rekenend met 8.000 door Agentschap NL (tot en met 2009: SenterNovem) "beschikte" aantal installaties en de blijkbaar toegekende 18 MWp) 2,25 kWp/installatie ingestapt zouden kunnen zijn. En dus met die 128 nieuwe installaties slechts iets van 288 kWp nieuw bijgeplaatst kunnen hebben! In de onduidelijke "vermogens-groei" grafiek voor PV (voorbeeld: april 2009 rapport, pdf) leek er echter vrijwel niets met de groeilijn te gebeuren, dus ook hier bleek duidelijk iets in de registraties te "wringen".

Stel dat we van die puur speculatieve 288 kWp ("nieuw voor 2008", heel erg veel meer kan het niet zijn geweest op basis van de bijgestelde aantallen nieuwkomers voor dat jaar) voor CertiQ uitgaan, en we houden de 4,216 MWp netgekoppeld (idem) van CBS er naast: dan komen we dik 3,9 MWp "tekort". Waar ligt dat mogelijk aan?

  • Niet alle SDE klanten die wel "onder de CBS voorwaarden" (geplaatst systeem?) zijn geregistreerd, zijn al door de verschrikkingen van de SDE bureaucratie heen en hebben het "terminale stadium" nog niet bereikt (CertiQ);

  • Er zijn SDE klanten die wel een beschikking hebben ontvangen, ook al een PV-systeem hebben geplaatst of laten plaatsen, maar met de "beschikking" (nog) niets hebben gedaan;

  • Er is een fors aantal zonnestroom minnende particulieren die de SDE van meet af aan al links hebben laten liggen en buiten alle subsidie- en certificatie onzin om gewoon direct voor een eigen PV-systeem zijn gegaan, zonder tijd vretende bureaucratie voor een bomvol onzekerheden zittende subsidieregeling;

  • Er zijn bedrijven die hetzelfde hebben gedaan en de SDE verder de SDE laten.

Het zal een hele klus worden om te proberen te achterhalen waar de discrepantie nu precies aan blijkt te liggen. 3,9 MWp staat toch gelijk aan dik 22.000 modules van 175 Wp (of het zijn twee forse windturbines...). Voor Nederland in die tijd toch niet niks. Ach, wat is 3,9 MWp tegenwoordig nu nog? Dat plaatst Duitsland er in een ochtend bij. Peanuts en niets om je druk over te maken...

De geschetste "trend" is toegenomen in 2009 toen grote hoeveelheden SDE subsidie aanvragen werden afgewezen a.g.v. de almaar voortdurende budget beperkingen (de trend nam alarmerend verder toe in 2010, waarbij enkele tienduizenden aanvragen werden afgewezen a.g.v. de aanvraag loterij...). Dit is wederom best te illustreren aan de hand van het verschil tussen de CertiQ data en degene gepubliceerd door het CBS. Voor 2009 kon uit de volledig herziene CertiQ data ongeveer 6,7 MWp nieuwe "gecertificeerde" (netgekoppelde) installaties worden genoteerd. CBS echter rapporteerde voor dat jaar 10,6 MWp netgekoppeld als "verkocht aan installateurs in Nederland". Het verschil, ongeveer 3,9 MWp (37% van het CBS getal) zou het aantal netgekoppelde PV-installaties moeten zijn zonder SDE beschikking of zelfs aanvraag, en is mogelijk nergens geregistreerd. Het is zeer waarschijnlijk dat, als er meer en meer mensen gefrustreerd worden door de SDE loterij, tezamen met een groeiende acceptatie van PV als een levensvatbaar alternatief, dat het gat tussen de CBS en CertiQ cijfers verder zal gaan groeien de komende jaren. In 2010 lijkt dat al te zijn toegenomen tot iets minder dan de helft van de totale markt afzet.

Nagekomen
Op 19 januari 2010 publiceerde ik de e-mail die ik van de persvoorlichter van TenneT (eigenaar van CertiQ) kreeg met een nadere toelichting over de complicaties rond de "vaststelling" van de groeicijfers van gecertificeerde zonnestroom (en andere duurzame energie) capaciteit. En de "vloeibaarheid" van de blijkbaar continu bijgestelde vermogensdata en aantallen geregistreerde installaties. Zie het bericht elders op Polder PV.

http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/industrie-energie/publicaties/artikelen/archief/2009/2009-tk-18.htm (kort verklarend artikel met ook beschouwing van resultaten Eur'ObservER rapport, reeds door mij besproken; article not available in English)


 
^
TOP

Gecertificeerde productie (CertiQ) status: eind januari 2012

(MEP en SDE installaties, alle andere PV-systemen die niet bij CertiQ zijn aangemeld vallen hierbuiten!)

Introductie
De productie die via de zogenaamde "Garanties van Oorsprong" (GVO's, eerder "groencertificaten" geheten) aan zonnestroom wordt gemeten door CertiQ stelt nog steeds relatief weinig voor in Nederland. Sinds de paar honderd installaties die binnen de extreem slecht doordachte MEP regeling werden gerealiseerd (status CertiQ eind maart 2008, vlak voor de start van de SDE regeling: 616 installaties volgens het destijds verschenen maandrapport) is het aantal onder de absurd bureaucratische SDE regelingen vallende PV-systemen weliswaar behoorlijk gegroeid, maar de totale aantallen zoals geregistreerd bij Certiq zijn niet bepaald om over naar huis te schrijven. Daar bovenop weerspiegelt die "CertiQ registratie" bij lange na niet de daadwerkelijke (totale) capaciteit noch productie in Nederland, omdat (a) Er al vele jaren lang reeds, zeer grof geschat, zo'n 30.000 zonnestroom (kleine) producenten zijn met meestal bescheiden PV-installaties (vaak 4-6 modules, soms in de loop der jaren uitgebreid) die buiten alle statistieken vallen en waarvan de productie compleet onbekend is (behalve soms bij de schaars metende eigenaren zoals Polder PV - zie grafiek sectie). (b) Sinds 2008 werden en worden er een toenemend aantal PV-installaties gekocht buiten de CertiQ registraties om - in 2009 lag de totale afzet "niet SDE" rond de veertig procent. Ook die hoeveelheid is totaal onbekend bij de autoriteiten en de fysieke productie daarvan wordt compleet genegeerd, wat eigenlijk tot een internationaal schandaal zou moeten leiden. (c) Per 2011 is voor particulieren de SDE ook nog eens feitelijk om zeep geholpen voor zonnestroom door EL&I Minister Verhagen (alleen nog maar subsidie voor installaties >15 kWp), en binnen het raamwerk van de SDE 2012 heeft dezelfde Prins Kernafval ook alle installaties achter een kleinverbruik aansluiting tm. 3x 80 Ampère uit de (een microscopische "subsidie" genererende) regeling laten trappen door zijn ambtenaren. Dit alles zal tot gevolg hebben dat, gezien de absurd sterk gedaalde prijs voor PV-modules (in 15 maanden tijd halvering, und noch lange keine Ende), er dus een verder groeiend aandeel van de nieuwe realisatie aan zonnestroom productie buiten alle "gecertificeerde opwek" zal gaan vallen (inclusief de geschatte 10-14 MWp aan nieuwe capaciteit die Wijwillenzon.nl begin 2011 claimde te zullen gaan afzetten (exacte realisatie cijfers daarvan blijven daarvan echter duister, WWZ blijft erg geheimzinnig doen over hun feitelijke "realisatie") en waar monitoring van de opbrengsten een non-issue is bij de verkoop. Wat echt te bezopen voor woorden is. In 2010 zou volgens de eerste berichten al bijna de helft van het totaal afgezette nieuwe marktvolume buiten de SDE om zijn gerealiseerd, wat de ontwerpers van dat monstrum, EZ/EL&I, publiekelijk te schande zet (al zullen ze er nooit op worden afgerekend door het parlement).

Dat alles daargelaten blijven ondanks toenemende groei in de markt de totale volumes (zoals CBS die helaas slechts eenmalig per jaar rapporteert, met vraagtekens over de "zuiverheid" van die getallen) zeer bescheiden, zeker als we het internationale perspectief en de ontwikkelingen in de buurlanden op het netvlies blijven houden.

SDE - matige groei
Met de SDE is er zoals gezegd uiteraard wel degelijk "groei" van enige orde ontstaan, maar vooralsnog vooral in aantal ingeschreven "groencertificaten beschikte" producenten, die meestal slechts relatief kleine installaties blijken te hebben aangemeld (zie grafieken in besprekingen van de CertiQ 2009 en 2010 rapportages). Producenten waarvan de eersten pas kWh op hun met veel moeite verkregen bruto productiemeter te zien kregen in het najaar van 2008, als ze geluk hadden (de SDE 2008 instappers, dus). Ergo: de "GVO's", 1 MWh per stuk "waard", zijn langdurig nauwelijks gegroeid (pas medio 2010 begint er eindelijk schwung in te komen) en worden bovendien ook niet op een heldere, begrijpelijke wijze "uitgegeven".

Beschikkingen voor de tweede SDE ronde (2009) zijn pas eind juli van dat jaar door SenterNovem verstuurd, die voor de derde ronde (2010) voor de categorie "klein" pas ongeveer in april-juni (door Agentschap NL, opvolger van SenterNovem). De verwachting is dat pas in de late nazomer cq. de herfst van 2009 de eerste daadwerkelijk gecertificeerde systemen voor SDE 2009 in de CertiQ gegevens "zichtbaar" kunnen zijn geworden in het cijfermateriaal van deze TenneT dochter (zonder dat die cijfers als zodanig zijn geoormerkt). De eerste "realisaties" voor 2010 zouden wellicht bij CertiQ binnen kunnen zijn gekomen vanaf de late zomer van dat jaar, als alles heeft mee gezeten. De wachttijden voor de plaatsing van de (verplichte) bruto productiemeter door de netbeheerders en de "administratieve verwerking" van het vervolgproces zijn hier veel extra tijd, energie en goodwill vretende remmende factoren, ook al is het in latere stadia, mede door publieke en politieke verontwaardiging, beter geworden. Daarnaast is het mogelijk dat mensen zich eerst uitgebreid zijn gaan informeren over het hoe en wat, en is het zelfs zeer waarschijnlijk dat er nog een tijd lang is gewacht wordt om te kijken of de moduleprijzen - en dus ook systeemprijzen - nog wat verder zullen gaan zakken. En, die mensen hebben geluk gehad: die zijn absurd hard onderuit gegaan in 2010-2011...

Vanaf het moment dat die installaties daadwerkelijk werden gerealiseerd, er een bruto productiemeter in (of bij) de meterkast werd bijgeplaatst, en de installaties bij CertiQ zijn ingeboekt, zijn er al snel drie SDE regelingen (met oorspronkelijk in totaal maximaal ongeveer 75 MWp aan "beschikkingen", later bijgesteld tot 69 MWp vlg. Agentschap NL in april 2011) volkomen door elkaar heen gaan lopen. En werd het "volgen van het effect van de SDE voor zonnestroom" een grote chaos via de CertiQ cijfers. Alleen de lumpsum van alle systemen bij elkaar kon nog enigzins grof worden gemonitord voor iedereen die niet bij Agentschap NL (opvolger van SenterNovem) of EL&I (opvolger van EZ) werkt. Details van de ontwikkeling cq. status "per regeling" hebben lang ontbroken, pas in een nieuw "MEP/SDE" jaaroverzicht met status 1 maart 2011, werden de eerste - deplorabel slechte - cijfers gepubliceerd. Zie de uitgebreide grafische analyse van Polder PV van dat rapport. Later volgden dan eindelijk regelmatiger updates - alleen van de nieuw bijgeplaatste capaciteiten.

SDE "plus" (= SDE 2011)
Over de met wederom veel bombarie aangekondigde "SDE plus" regeling (eigenlijk gewoon "SDE 2011", stelt u zich van die merkwaardige "plus" s.v.p. niet veel voor) hoeft u zich verder geen zorgen te maken. De voorwaarden daarvoor zijn voor zogenaamde "grote" PV installaties (vanaf 15,000 kWp) dermate slecht dat we daar geen al te schokkende dingen van hoeven te verwachten. Het basisbedrag (zogenaamde "kosten van zonnestroom over een periode van 15 jaar") was immers maximaal 15 Eurocent/kWh in de laatste van de 4 geplande fases. Maar de eerste fase van die zoveelste "regeling", met zelfs maar een basisbedrag van 9 Eurocent/kWh, werd desondanks al binnen anderhalve week overtekend (vooral met een massieve hoeveelheid aangevraagde "groen gas" capaciteit voor grootschalige "groen gas hubs" in Noord Nederland, die vele miljoenen aan SDE "plus" subsidies weg gaan vreten - als ze worden gerealiseerd). Dus ook de noodgedwongen in de "vrije" categorie meeliftende (vooralsnog zeer mysterieuze) PV-projecten (uiteindelijk beschikt: 50 MWp, dat zet Vlaanderen er binnen twee maanden bij) zullen het moeten doen met niet meer dan 9 Eurocent minus correctiebedrag. Blijft mogelijk over nog geen 4 Eurocent/kWh subsidie... Een eerste "beschikte" aanvrager voor SDE 2011, die hoogstwaarschijnlijk, vanwege die absurd lage subsidie/kWh, en de talloze andere drempels en valkuilen van die regeling, gaat afzien van invulling van die beschikking, had zich eind november 2011 reeds gemeld bij Polder PV... Een eerste actieveling die daadwerkelijk een "SDE plus installatie" realiseerde, meldde zich begin december 2011 bij Polder PV. Maar wat al was voorspeld door de webmaster van PPV, kon er op uitgebreide schaal uit andere "subsidiepotjes" worden gegraaid, anders had die installatie nooit gerealiseerd geweest... (bericht 8 december 2011)

Actuelere SDE cijfers
Agentschap NL, mogelijk gealarmeerd over geluiden uit de "markt" dat de realisatie van de SDE zo ontzettend slecht werd gevolgd (Polder PV als een van de grootste toeteraars die daarnaast ook nog eens als enige met keiharde cijfers kwam), heeft blijkbaar haar lesje geleerd en begon tweemaandelijks de stand van zaken bij te houden voor die SDE 2011 regeling. Tot de laatste update blijken er nu "toezeggingen" (= beschikkingen) voor nog eens 678 (van 872 aanvragen) PV-projecten te zijn gedaan in het document van 27 januari 2012, voor een totaal volume aan zo'n 50 MWp. Polder PV berekende voor een eerder overzicht (oktober 2011) dat het toen aangevraagde volume maximaal zo'n 69 MWp groot kon zijn in zijn uitgebreide analyse van de SDE n.a.v. het uitkomen van alweer de volgende regeling, SDE 2012. Daar is dus heel wat van weg geschrapt in de definitieve versie (die bij de aanvragen in de laatste fase nog wat verrassingen in petto had). Ook zo'n 50 MWp, indien inderdaad gerealiseerd (wat we ons af kunnen vragen), gaat uiteraard geen revolutie veroorzaken in ons land. Daarvoor zijn minstens een paar honderd MWp nodig per jaar. Dat gaat niet gebeuren, zo lijkt me wel duidelijk. Want daarvoor zijn keiharde garanties voor investeerders nodig die maximaal willen gaan uitpakken. In NEEderland een blijvende illusie. Garanties krijg je hier nooit, wegens blijvende politieke corruptie en struisvogel gedrag.

De kans om uit SDE 2011 daadwerkelijk een serie kwalitatief hoogstaande en economisch levensvatbare PV-projecten binnen zeer afzienbare tijd te peuren is klein (tenzij er via allerlei slimme "constructies" extra geld kan worden binnen geharkt zonder dat de overstimulering watchers van Agentschap NL het in de gaten hebben...). Mogelijk wordt de daadwerkelijke realisatie van PV-projecten tot ver in 2014 uitgesteld, als de zonnepanelen uit Azië echt voor een grijpstuiver zijn te bekomen en er nog iets te "redden" is van de business-case voor de aangevraagde projecten... De tussenliggende periode zou er wel eens erg weinig kunnen gebeuren met al die PV-aanvragen voor SDE "+". En liggen de vele gereserveerde miljoenen dus wellicht voor de zoveelste maal alweer een jaar of drie in 's Rijks Kluizen weg te schimmelen. Crisis? WHAT crisis? We gaan het zien.

Van 2012 hoeft u zich helemaal niets meer voor te stellen. EL&I heeft alle kleinverbruik aansluitingen (max. 3x 80 Ampère, dus ook voor talloze boeren bedrijven en andere MKB-ers) uit de regeling gegooid, en installaties die achter een grootverbruikers aansluiting zouden worden aangesloten kunnen waarschijnlijk nog maar op een miezerige fooi van iets van 2 eurocent/kWh gaan rekenen (let wel: uiteraard tegelijkertijd zonder recht op "salderen", zoals al sinds juli 2004 in Wet is voorgeschreven...). Daar gaat zelfs de meest progressieve projectontwikkelaar met duurzame instelling hoogstwaarschijnlijk geen gigantisch industriedak van vol gooien. En dus zou het wel eens heel erg vies tegen kunnen gaan vallen wat er daadwerkelijk gerealiseerd zal gaan worden onder die zoveelste prutsregeling die absoluut niet is bedoeld om ook maar iets te betekenen voor de ondersteuning van een volwaardige PV-markt. Het blijft immers allemaal van EL&I af komen, en de ambtenaren daar haten zonnestroom, als u dat nog niet had begrepen.


Stand van zaken CertiQ
In onderstaande grafieken geef ik de stand van zaken per maand weer, gebaseerd op de openbare maandelijkse rapporten van CertiQ. Hierin zijn in ieder geval altijd het totaal aantal tijdens de publicatie van het rapport bekende, onder de certificatie condities vallende zonnestroom producenten te vinden. Eigenlijk dient u i.p.v. "producenten" het aantal "installaties" te lezen. Het kan namelijk voorkomen dat een eigenaar verschillende installaties heeft, die een aparte "beschikking" krijgen. Al zal dat in ieder geval bij particulieren een zeer beperkt verschijnsel blijven onder de weinig "stimulerende" huidige SDE regelingen (Polder PV kent er slechts een paar, die mensen hebben nota bene twee bruto productie meters in de meterkast...). Wel is uit de circulerende "beschikkingen lijsten" voor bedrijven (met name voor SDE 2008 en 2009) gebleken dat grote hoeveelheden beschikkingen in handen blijken te zijn van enkele grote corporaties, aannemers-combinaties, projectontwikkelaars, e.d. Deze grote partijen hebben een hoge impact op het daadwerkelijk aantal "eigenaren met SDE beschikkingen voor zonnestroom". Alleen al voor SDE 2008 waren 45% van het aantal beschikkingen voor niet particulieren partijen en werd maar liefst 15% van het totaal aantal beschikkingen door de tien bedrijven met het grootste aantal geclaimd (zie bespreking). In de wandelgangen heeft Polder PV meermalen berichten gehoord over projecten met SDE beschikkingen die helemaal niet zullen worden gerealiseerd, de bouw is namelijk een grote beerput van zwarte toekomst perspectieven in crisistijd. Dus al die beschikkingen gaan gewoon niet ingevuld worden. Ik heb er diverse malen voor gewaarschuwd, to no avail. De realiteit haalt me rechts in. En Den Haag zwijgt als het graf over Mega Stupiditeit numero zoveel.

Het aantal door CertiQ verstrekte GVO's (garanties van oorsprong) wordt per maand bijgehouden, en deze worden vanaf maart 2009 ook nog gesplitst in GVO's voor "eigen verbruik" resp. "netinvoeding". Uit deze cijfers, die ik sinds het eerste maandrapport van januari 2003 in een overzicht in Excel heb gezet, zijn alle hieronder weergegeven grafieken afgeleid. Daartoe zijn - en worden - alle maandrapporten van CertiQ door Polder PV doorgelicht. Aan het begin van de maand worden, indien mogelijk en als er tijd voor is, z.s.m. na publicatie van het meest recente maandoverzicht van CertiQ deze grafieken ververst. Een zoveelste onbetaalde service aan de burgers in Nederland die geen ambtelijk bolwerk, noch een branche organisatie, of enig bedrijf verleent.

Voorbehoud bij de cijfers
Men dient dus goed te beseffen dat de gepubliceerde cijfers in de maandrapporten geen definitieve cijfers zijn: naderhand kunnen namelijk nog installaties worden bijgeschreven (zelfs in schaarse gevallen worden uitgeschreven, er is al een paar maal ogenschijnlijke "negatieve groei" geconstateerd!), die dus niet in de gepubliceerde maandrapport data voor zullen komen. Omdat die latere bijschrijvingen vooralsnog niet voor Polder PV zijn te volgen, wordt dus uitgegaan van de data in de maandrapporten, tenzij latere jaarrapporten die "achterhaalde" data recht gaan zetten. Een van de belangrijkste is het jaarraport SDE 2008-2010 & MEP van Agentschap NL (is apart besproken, zie intro 9 mei 2011 en link aldaar naar uitgebreide grafische analyse). Het is trouwens ook mogelijk dat eerder bij CertiQ ingeschreven installaties ook weer op enig moment worden "uitgeschreven", zodat het erg lastig blijft om een vinger aan de pols te houden van daadwerkelijke marktgroei cijfers. Voor 2009 is inmiddels een "gereviseerd jaarrapport" gepubliceerd door CertiQ, waarvan de resultaten door Polder PV reeds zijn overgenomen. Hetzelfde, met lichte wijzigingen, is voor het 2010 jaaroverzicht gebeurd. Ik hoop daar nog op terug te komen.

Novum per 2010
Waarschijnlijk als gevolg van de al genoemde mailwisseling tussen mij en TenneT, met o.a. mijn vraag om ook de actuele geaccumuleerde vermogens van in ieder geval de door CertiQ gecertificeerde zonnestroom capaciteit in de maandrapporten op te nemen, is met de publicatie van het januari rapport voor 2010 eindelijk aan dit verzoek voldaan. Van alle "hernieuwbare" opties wordt nu per maand dat geaccumuleerde vermogen in de tabel "participanten" opgenomen (zie screenshot elders op deze pagina). Eindelijk weer een beter handvat om de marktontwikkeling op de voet te kunnen volgen - al gebeuren ook daar weer bizarre dingen mee (zie grafiek onder "Very strange things happening"...).

Data: CertiQ; bewerking, alle grafieken: Polder PV. Toelichting onderaan de grafieken.


Grafieken (update maand januari 2012, download datum 7 februari 2012)

1

Figuur 1. Het aantal in de tijd accumulerende zonnestroom producenten zoals geregistreerd bij CertiQ ("gecertificeerd ontvanger van Garanties van Oorsprong voor bewezen productie van duurzame elektriciteit"), gele curve (linker Y-as), resp. de middels Excel berekende toename van dat aantal producenten per maand, rode curve (rechter Y-as). Links van de vertikale lijn: MEP installaties, rechts ervan met zeer hoge mate van zekerheid waarschijnlijk uitsluitend toevoeging van SDE installaties met een bruto productie meter. Alle andere PV-systemen die nooit een expliciete staatssubsidie voor de "geijkt te bemeten" fysieke kWh productie hebben ontvangen (de meerderheid in Nederland!) komen NIET in deze grafiek voor!

Hier onder heb ik een oudere versie van deze grafiek weergegeven om enkele opvallende zaken extra te kunnen benadrukken, hij loopt tot eind 2008, toen pas de eerste SDE 2008 systeempjes begonnen door te sijpelen in de cijfers van CertiQ:

Figuur 1A (detail van Figuur 1). In deze grafiek valt meteen de bizarre dip op, begin 2005 (fors "negatieve groei"). Deze werd als volgt verklaard door een CertiQ medewerker na mijn schriftelijke vraag hierover: "De scherpe daling per januari 2005 is veroorzaakt doordat een marktpartij er destijds voor heeft gekozen om 199 zonne-installaties uit te schrijven uit het systeem voor garanties van oorsprong". Op mijn vraag wat dan wel de "reden" daarvan geweest kan zijn, kreeg ik het antwoord "Wij weten niet waarom de genoemde marktpartij ervoor heeft gekozen de desbetreffende inschrijvingen te beëindigen". Mochten er mensen zijn die me hierover meer kunnen vertellen, houd ik mij aanbevolen. In ieder geval lijkt direct na die forse "dip" het effect al snel weggeebd, ogenschijnlijk omdat de individuele (?) projecten alsnog weer snel in de GVO regeling lijken te zijn opgenomen. Het lijkt er op dat aanvankelijk ergens een groot project is geweest waarvoor eerst een "gebundelde aanvraag" is goedgekeurd, die later is opgesplitst in de individuele deelprojecten???

Verder is er sinds begin 2004 een "lichte" groei geweest van nieuw in de regeling opgenomen PV-producenten, wat hoogstwaarschijnlijk uitsluitend "MEP" aanvragers zijn geweest die een scharrige 9,7 eurocent/kWh "bonus" kregen bovenop hun saldering. Dat zijn er vanaf de start van de MEP (1 juli 2003) tot en met de beruchte "black friday", 18 augustus 2006 (nekschot voor de MEP-regeling door Joop Wijn) namelijk maar 384 geweest (volgens aantallen vermeld in maandrapportages). Gemiddeld ongeveer 123 per jaar over die "MEP-periode". Tot en met september 2008 (nadat de eerste beschikkingen van de per 1 april 2008 gestarte SDE daadwerkelijk met veel moeite werden omgezet in fysieke plaatsing van bruto productiemeters bij early movers, en de hele administratieve trein tot en met CertiQ was ingevuld) is er niets meer bij CertiQ bijgekomen. Wat echter beslist niet betekent dat er geen zonnestroomsystemen werden geplaatst in Nederland! Ze worden echter niet "gezien" noch geregistreerd door de autoriteiten. "Genegeerd" is wellicht een juistere benaming, al zal het beter nog neerkomen op "het graf in genegeerd"...

Pas vanaf oktober 2008 begon er weer "beweging" te komen in het aantal goedgekeurde producenten bij CertiQ, al is de toename nog lang niet zo groot als het aantal van 8.033 oorspronkelijk door - destijds nog - SenterNovem "beschikte" aanvragen voor die eerste SDE ronde zou suggereren (beschikkingenlijst SDE 2008; later is het aantal beschikte aanvragen in het Agentschap NL overzicht fors terug geschroefd naar nog maar 6.884 stuks voor dat jaar). Ook dient goed de "schaal" van de grafieken (met name Figuur 1) in aanmerking genomen te worden, die een typisch "Nederlandse" kruideniers-schaal voorstelt. Een steile curve betekent ab-so-luut nog niet dat er opeens duizenden nieuwe "CertiQ producenten" per maand bijkomen, zoals in de buurlanden. Integendeel. Eind maart 2009 waren er bijvoorbeeld nog maar 750 nieuwe zonnestroomproducenten bijgekomen t.o.v. maart 2008, de maand voorafgaand aan de start van de SDE 2008. Dat was nog maar 9,4% van het totaal aantal beschikte installaties voor dat jaar. Daarbij logischerwijze er van uitgaand dat alle nieuwe producenten bij CertiQ ingeschreven uitsluitend de route via de SDE hebben "gekozen". Het is hoogst onwaarschijnlijk dat er mensen of bedrijven zullen zijn die buiten de SDE om zich ingeschreven zullen hebben bij CertiQ, omdat ze daar in het geheel geen "voordeel" bij behalen zolang groencertificaten (GVO's) waardeloos zijn (en ook nog eens gratis weggegeven moeten worden...).

Pas in het tweede kwartaal van 2009, ruim een jaar na de officiële start van de SDE, begint het aantal in de CertiQ database gearriveerde nieuwe installaties (in de nazomer en mogelijk tot laat in de herfst van 2009 nog steeds uitsluitend "2008 beschikten"!) eindelijk goed op gang te komen en ligt het niveau grofweg rond de 150-350 nieuwe installaties per maand. Met enkele uitschieters naar onder en naar boven. Dat zijn voor de SDE 2008 ronde installaties die de 3,5 kWp niet te boven komen en die in de praktijk ook nog eens vaak veel kleiner blijken te zijn. Zie daarvoor de tale-telling grafiek in mijn bespreking van het CertiQ 2009 jaar rapport om een indruk te krijgen van de gerealiseerde installatiegroottes in de "ruimere" 2009 regeling. Eind februari 2010 zullen er zeer waarschijnlijk de nodige installaties uit de SDE 2009 ronde in de CertiQ database bijgeschreven kunnen zijn, daar de beschikkingen voor de oorspronkelijk 3.521 (later nog maar 3.135) "kleine" resp. 128 (later: 139) "grotere" installatie aanvragen voor die tweede ronde (beschikkingenlijst SDE 2009) medio augustus werden verstuurd door - destijds nog - SenterNovem. Omdat er echter vele weken (soms maanden) kunnen verlopen voordat er überhaupt een bruto productiemeter geïnstalleerd zal zijn in opdracht van de netbeheerders, en ook de administratieve afwikkeling daarna extreem moeizaam is, zullen er nog niet echt veel installaties uit de SDE beschikkingen zijn voortgekomen. Ook de nog immer dalende module- en systeemprijzen zouden reeds "beschikte" aanvragers kunnen doen besluiten om zo lang mogelijk te wachten met het aanschaffen van hun geplande installatie. De nieuwe registraties per maand blijven aanzienlijke schommelingen vertonen, en van een harde progressieve lijn is nauwelijks sprake. Eerder van een grove stabilisatie tussen ongeveer 200 en 300 nieuwe installaties per maand - met enkele kleine uitschieters, en helaas alweer een neerwaartse trend aan het eind van 2011 (uitkomend op ongeveer 150 nieuwe gecertificeerde PV-systemen per maand). Dat is geen niveau waarbij het woord "revolutie", noch het schone schijn construct "green deal" in de mond genomen mag worden.

Status blijvend mistig, progressie niveau "slak"
De status van de SDE 2009 (en SDE 2008) beschikten blijft volgens de CertiQ data anno 2011 nog ongewis, en informatie over de voortgang vooralsnog met mysteries omgeven. Zie daarvoor een eerste analyse van het meest recente Agentschap NL detail overzicht, status 1 maart 2011. Waaruit blijkt dat toen nog slechts 8 van de 29 MWp beschikte aanvragen daadwerkelijk was gerealiseerd (slechts 28%)... De SDE 2009 beschikten zouden, als ze in september van dat jaar hun beschikking hebben gekregen, uiterlijk februari 2011 hun project hebben moeten realiseren tenzij ze hun realisatie datum hebben kunnen cq. "mogen" verlengen. Ik schat dat dat er behoorlijk wat geweest moeten zijn, hoeveel is echter compleet onduidelijk.
Slechts een van talloze absurde bureaucratische valkuilen die de SDE tot zo'n verschrikkelijke, slecht "stimulerende", zelfs vooruitgang remmende regeling maken. Het zou dus in de lijn van de verwachting liggen dat in 2011 er een kleine hausse zou moeten zijn gekomen van nieuwe installaties als er veel "SDE 2009 verlengers" zijn geweest. Een eerste duidelijke indicatie daarvan lijkt het nieuwe "recordje" van mei 2011, waarbij 412 nieuwe SDE klanten bij CertiQ werden geregistreerd (6 stuks boven het vorige "record" van augustus 2010, de opwaartse trend werd echter alweer rap omgebogen in een neerwaartse). Het was dus waarschijnlijk in 2011 voor veel "beschikte" aanvragers erop of eronder, al liet het "tempo" op het eind van 2011 een heel ander beeld zien (neerwaarts).

De SDE 2008 beschikten hebben echter nog een riante wachttijd tot hun beschikking die voortduurt tot in de herfst van 2012. Wie weet, zitten bij die nieuwe SDE plaatsers wel veel systemen die dubbel gaan profiteren van zowel de SDE beschikking (met een leuke bonus bovenop wettelijk verplichte saldering), als een nagelneu systeempje gekocht bij prijsdumpers als Wijwillenzon.nl, of in de herfst van 2012 de aanschaf van een spotgoedkoop geworden PV systeem met Chinese dump modules... Al met al zal het mogelijk niet om grote extra volumes gaan (ook niet om een forse hoeveelheid extra MWp-en, daarvoor zijn die max. 3,5 kWp beschikkingen veel te klein). En zal er heel wat van SDE 2008 in de bureauladen liggen te verstoffen en waardeloos gaan worden. Het daarvoor gereserveerde Staatsbudget is dan jarenlang nutteloos geweest. Een kruidenier kan daar nog wat van leren...

Verloop nieuwkomer aantallen
Na een relatief gunstige zomerperiode in 2009 viel in augustus van dat jaar de maandelijkse toename fors terug (slechts 160 stuks). Dit trok in september weer bij, maar viel weer terug naar 203 nieuwkomers in oktober, alweer verder omlaag naar slechts 164 stuks in november, met als sluitstuk van het trage jaar 2009 200 nieuwkomers in december.

Januari 2010 begon alweer "down" met slechts 186 nieuwe projecten en februari bracht een nieuw dieptepunt tot stand met slechts 125 nieuwe PV-systemen. Maart 2010 was nog steeds bitter teleurstellend met een pover aantal van 141 nieuwe installaties, in april gevolgd door een nog steeds magere 154 stuks. Pas in mei kwamen er meer dan 200 nieuwe installaties bij, 212 om precies te zijn. Juni volgde met 301 nieuwe systemen, doch kon daarmee nog niet tippen aan het vorige "record" van juli 2009 (338 stuks). In juli stortte het aantal echter weer fors in naar een laag niveau van slechts de helft van dat in de voorgaande maand: 151 stuks. Eindelijk toonde augustus 2010 een nieuw (inmiddels achterhaald) "maandrecord": 406 nieuwe installaties (op "globaal" niveau bekeken echter in het geheel geen "prestatie" om trots op te zijn, integendeel). September stortte echter weer in naar een niveau wat minder dan de helft zo hoog lag, 193 stuks, wederom deels gecompenseerd in oktober met 300 exemplaren. Nov. 2010 lag daar met 17 stuks meer (317) nog iets boven. De laatste maand van het jaar, december 2010, liet een aanwas van slechts 253 nieuwe registraties zien. Daarmee het gemiddelde voor dat jaar op slechts 226 stuks per maand brengend. Met geringe gemiddelde systeem groottes.

2011 trapte ook alweer in mineur af, met slechts 172 nieuwe installaties in januari. Februari bracht daarin slechts matig verbetering in met 215 exemplaren, nauwelijks verbeterd met de 219 stuks in maart. Ook de extreem zonnige maand april liet slechts trage voortgang zien met 310 nieuwe CertiQ inschrijvingen. Echter, de tijd dringt ook al voor met name de SDE 2010 beschikten: mei 2011 gaf een voorlopig nieuw "record" van 412 nieuw ingeschreven productie installaties te zien, gevolgd door weer een matige juni met 253 stuks. De zeer sombere (record) juli en de opvolgende sombere augustus maanden weerspiegelden het weer met maar 192 resp. 195 nieuwe installaties. September lag alweer lager met maar 184 stuks. Ondanks een "record" nieuw vermogen in oktober, was het aantal nieuwe installaties niet om over naar huis te schrijven: 258 exemplaren. November volgde met weer een relatief mager aantal van 171 stuks, en december sloot het jaar treurig af met maar 159 nieuwe (wel "relatief grote") installaties...

In totaal stonden er eind december 2011 nog steeds maar 9.054 "participanten zonnestroom" bij CertiQ genoteerd, waarvan nog de in april 2011 herziene resterende aantal ingeschreven 564 "MEP" klanten (revisie Agentschap NL) moeten worden afgetrokken (NB: volgens CertiQ maandrapport voor eind maart 2008 was dat destijds nog 616 MEP beschikten). Zodat je slechts 8.490 pure "SDE" klanten overhoud (gemiddeld 188 stuks per maand sinds de officiële start van de SDE op 1 april 2008).

Realisaties SDE beschikkingen
Als we alle reeds door Agentschap NL (overgebleven) beschikte SDE aanvragers voor 2008 en 2009 (exclusief mogelijk nog niet tot CertiQ registratie gevoerd hebbende SDE 2010 beschikkingen) in beschouwing nemen, komen we tot de volgende "realisatie" cijfers. 6.884 maal SDE 2008 (gemaximeerd op 3,5 kWp/installatie), plus 3.135 "klein" en 139 "groot" (totaal 3.274) voor de SDE 2009 (oorspronkelijk 31,8 MWp die in november 2009 uiteindelijk werd toegekend voor PV na weer de nodige parlementaire debatten en wat geschuif met niet-ingevuld budget voor wind op land, overgebleven: 28,9 MWp), geeft in totaal voor SDE 2008 + SDE 2009 10.158 "beschikte" PV-systemen (nog steeds voor een fors deel niet gerealiseerd).

Het geaccumuleerde aantal in de CertiQ database ingeschreven "uiteindelijk tot realisatie gekomen SDE-beschikten" tot en met december 2011 komt met die berekening, met de fors naar beneden bijgestelde "overgebleven" beschikkingen voor SDE 2008 + 2009 nog steeds maar op (8.490/10.158 =) 83,6%. Dat zou suggereren dat nog steeds 16% van alle reeds beschikte aanvragen voor die twee eerste SDE jaren nog totaal niet "in zicht is" en/of de realisatie status onduidelijk. Echter, we moeten natuurlijk ook al lang steeds meer "SDE 2010 beschikten" in aanmerking gaan nemen die in de laatste CertiQ cijfers zullen zijn opgenomen als ze daadwerkelijk een PV-systeem hebben geïnstalleerd (ze kregen hun beschikkingen in de zomer van 2010, en hebben nog tot eind 2011 probleemloos hun projecten zonder verlenging kunnen realiseren). Hierdoor zal het realisatie percentage voor die eerste drie jaar nog een stuk lager liggen. Als we, momenteel het meest realistisch, het aantal beschikte aanvragen voor 2010 meenemen in de berekening, totaal (bijgesteld) 4.349 stuks (zie hier onder), komen we nog maar op een "CertiQ realisatie" van 58,5% in 3,8 jaar tijd voor de hele SDE (2008-2010) voor zonnestroom. NB: dit betreft uitsluitend het "aantal" aanvragen, niet "gerealiseerde capaciteit" t.o.v. de beschikte hoeveelheid, zie feiten update voor actuele berekeningen. En dat voor een regeling die van meet af aan al bedoeld leek om de PV-sector op droog brood te houden met marginale "toegestane" uitbouw volumes. EL&I kan zeer tevreden zijn: dat is "goed gelukt"! ...

NB: we gaan er bij de bovenstaande beschouwingen van uit dat er nog nauwelijks SDE 2011 installaties zullen zijn gerealiseerd (er zijn er slechts 676 "beschikt", echter onder wurgend slechte subsidie voorwaarden).

SDE 2010
Op 1 maart 2010 is de derde SDE ronde "klein" reeds op de allereerste dag compleet overtekend voor de "kleine" categorie (1,0 tot en met - effectief qua subsidie - 7,5 kWp), en werden volgens een ultrakort berichtje van Agentschap NL (medio september 2010) van de 17.000 binnengekomen aanvragen uiteindelijk slechts 4.200 aanvragen "beschikt". Dat is in het april 2011 rapport voor MEP/SDE bijgesteld tot 4.218 stuks (24,8% van totaal aantal aanvragen, de rest mocht direct worden afgevoerd richting Armageddon). Op 31 mei 2010 kwamen zo'n 35.000 aanvragen voor in totaal maar 5 MWp voor de "categorie groot" (installaties van 15,001 tm. 100,000 kWp) binnen, en daarvan werden slechts - volgens hetzelfde korte berichtje, en de later beschikbaar gekomen beschikkingen lijst - 131 stuks beschikt (slagingskans op het verkrijgen van zo'n kostbare beschikking: 0,4%). Waarvan zelfs (oorspronkelijk) 66 stuks naar slechts één aanvrager zijn gegaan... Op de ververste lijst van 12 juli 2011 stonden echter nog maar 62 stuks onder die naam genoteerd, zie bericht van 18 aug. 2011). De rest van de 47.669 aanvragen mocht ook weer direct door de gretige ambtelijke papiershredder. Hoe frustreer ik het volk op maximaal haalbare wijze. Het gevolg van dat onfrisse ambtelijke gedoe was o.a. het optuigen van de beroemde, breeduit de media in getoeterde Wijwillenzon.nl actie. Die puur uit frustratie over de duizenden SDE 2010 afwijzingen werd gestart, en die nogal wat stevige hobbels moest nemen om een onbekend volume aan Chinese modules en een compleet onbekend type omvormers richting Nederland te krijgen...

Het over-all "scoringspercentage" van alle SDE beschikkingen voor zonnestroom installaties in 2010 was een deplorabele 8,4% (met nog onduidelijk perspectief op daadwerkelijke realisatie). Het is duidelijk dat na drie jaar fel door EZ/EL&I "verdedigde", in eigen huis ontworpen SDE gepruts, deze regeling alweer definitief als "failliet" en totaal niet "stimulerend" beschouwd zal moeten worden voor een ieder die zijn/haar hersens gebruikt (en die met openvallende mond van verbazing naar de gigantische realisatie in de buurlanden kijkt, zoals in het zonnige oosten). Het museum voor failliet verklaarde "Hollandse incentive" regimes kan weer wat schappen gaan vrijmaken.

Verhagen (EL&I) heeft daar met zijn rampzaligste aller SDE brieven aan de ingeslapen Tweede Kamer, het broddelwerk van 30 november 2010, voor de zoveelste gewijzigde regeling, "SDE +", en een jaar later, idem met SDE 2012, definitief de aanzet toe gegeven. Zij het wederom op geheel eigen (typische CDA-) wijze die de schuldvraag ver van de aanstichter van alle ellende werpt. En dat is en blijft EZ, nu EL&I geheten...

2

Figuur 2. In deze grafiek staat naast het geaccumuleerde aantal "gecertificeerde" zonnestroom producenten (geel, linker Y-as), in donkergroen het accumulerende aantal door CertiQ uitgegeven (lees: daadwerkelijk geproduceerde) "Garanties van Oorsprong" (vroeger: "groencertificaten"). Waarbij rekening gehouden moet worden met het feit dat elk certificaat staat voor de fysiek bemeten productie van 1 MWh. De bijbehorende Y-as voor de groene curve bevindt zich aan de rechterzijde. Aangezien de eerste SDE aanvragers pas laat in de herfst van 2008 in staat waren om de bruto productiemeter door de netbeheerder geplaatst te krijgen, en er nog steeds onduidelijkheden zijn rond de "bijschrijving" van de (vooralsnog waardeloze) GVO's voor deze producenten, is er lange tijd (zo'n twee jaar) nauwelijks impact van de SDE te zien geweest (1 certificaat staat gelijk aan 1.000 kWh, wat met een - voor SDE 2008 beschikten - gemaximeerde systeemgrootte van 3,5 kWp onder gunstige omstandigheden slechts na grofweg een derde jaar bereikt kan zijn). Dit, ondanks het "behoorlijk" toegenomen aantal geregistreerde nieuwe - kleine - zonnestroom producenten (gele curve). Let op de tale-telling afvlakking van de certificaten curve rond de jaarwisseling 2009/2010. Deze wordt in maart opeens gevolgd door een snelle stijging (plm. 4,6%). Hetgeen niet zozeer te wijten zal zijn aan "reële snelle marktgroei" (laat staan een "explosieve fysieke groei van zonnestroom"), maar eerder aan sterk discontinue "release politiek" van de administratieve gegevens (per maand geschatte productie!) bij de netbeheerders (waar de producenten geen enkele controle over hebben). Dat proces blijft erg mistig en ondoorgrondelijk.

De certificaten curve stijgt weliswaar iets sneller in 2010, maar om van het begin van een zonnestroom opwek revolutie te spreken is met deze blijvend teleurstellende resultaten wat "gecertificeerde" productie betreft natuurlijk een volslagen illusie. Op deze schaal bezien zou die curve daartoe nagenoeg vertikaal omhoog moeten ombuigen, en dat zie ik beslist niet gebeuren. Dat gaat ook niet geschieden met een al in de kiem gemuteerde "SDE plus" regeling. Daar kunt u vergif op innemen. Zolang GVO's niets waard zijn, heeft het geen enkele zin om je als donkergroene zonnestroom opwekker "aan te melden" bij CertiQ, want je verdient er niks aan. Ik verwijs u ter vergelijking naar mijn uitvoerige doorlopende marktanalyse voor Vlaanderen voor "echt relevante" aantallen groencertificaten, die daar eind 2010 al waren geaccumuleerd tot een volume van bijna 600 GWh (schaalgrootte moet daar in honderden GWh worden afgebeeld i.p.v. de "tientallen" in de Nederlandse grafiek). Vlaanderen heeft een bevolking die een factor 2,7 maal zo klein is als die van Nederland. En dat zegt alles over hun in geen enkel opzicht met ons land te vergelijken, grote zonnestroom markt.

Dat laat onverlet dat er natuurlijk met name in 2010-2011 enkele "grote" projecten aan het net zijn gekomen (met name die van inmiddels onder HVC vallende Horizon Energy, meestal 100 kWp per beschikking "groot", of 2 of drie van dat soort beschikkingen per project lokatie). Het resultaat daarvan begint in 2011 zichtbaar te worden: in juli 2011 werd een zogenaamde "record" hoeveelheid GVO's bijgeschreven bij CertiQ. Goed voor 2.897 MWh zonnestroom. In augustus was dat echter alweer terug gezakt naar 1.832 MWh aan GVO's, in september was het 50 MWh hoger dan in de voorgaande maand. Opvallend is dat het "record" inmiddels met de hakken over de sloot is verbeterd. En wel in de zon-armste maand van het jaar, december 2011, toen 2,901 GWh nieuwe gecertificeerde zonnestroom productie werd gemeld door CertiQ...

De verwachting is dat in de zomer van 2012 er pas weer een nieuw maand"record" zal worden gevestigd vanwege nieuwe installatie productie die bovenop de nu "gevestigde" productievolumes zal worden opgeteld. Met de december 2011 "opbrengst" (lees: opname van certificaten in de CertiQ administratie) zou je in theorie 829 huishoudens met een gemiddeld verbruik van 3.500 kWh/jaar een jaartje op kunnen laten "draaien". Of 53 scholen zoals De Hoeksteen in Bussum (55.000 kWh/jaar) voordat die zelf een ongeneeslijke vorm van zonnestroom koorts kreeg en zelf het kostbare spullie begon te bakken...

3

Figuur 3. Als figuur 2, maar nu i.p.v. de accumulatie van GVO's de per maand nieuw bijgeschreven (of: "uitgegeven") aantallen GVO's door CertiQ (berekend via Excel, blauwe curve, rechter Y-as). Vanwege de record toevoegingen aan GVO's in juli en december 2011, is de Y-as voor de blauwe curve flink aangepast. In het begin (de "MEP-periode") is goed de seizoens-afhankelijkheid te zien (meer GVO's in de zomer dan in de winter), maar later wordt het beeld steeds onduidelijker. Mogelijk omdat de uitgave van GVO's meer "gelumpt" wordt in de loop van de tijd, en er niet meer direct volgend op de fysieke productie GVO's worden "uitgeschreven"*. De onverwacht hoge piek van de najaarsmaand oktober 2007 (2.135 MWh) blijft dus onverklaard. Het was nu niet bepaald een recordmaand qua opbrengst, net zo min de sombere juli 2011, laat staan de wintermaand december 2011 dat waren (zie verder het overzicht van Ton Peters in Spijkenisse). Ook uit figuur 3 blijkt dat er lange tijd slechts een geringe invloed is geweest van het groeiend aantal (met hoge mate van zekerheid: SDE) producenten op de verstrekking van GVO's: als er al kWh zijn geproduceerd, is dat voornamelijk in de hoog-productieve zomerperiodes van 2009 en 2010 geweest. Veel (vaak relatief kleine) nieuwe installaties zullen sowieso langdurig nog geen 1 MWh op het bruto productiemeter telwerk hebben geproduceerd, laat staan dat die dan "administratief verwerkt" zou zijn door de netbeheerder of door CertiQ zijn ingeboekt (een hoogst mistig proces waar slechts moeizaam een vinger achter is te krijgen).

Er is in de grafiek slechts een zeer zwakke seizoens-gerelateerde verhoging te zien (zomerperiodes met hoge productie, echter mede veroorzaakt door de al in de regeling zittende oude MEP systemen - waar bijvoorbeeld ook het enorme 2,3 MWp Floriade dak nog bij hoort), het beeld is absoluut niet helder. De 2009 "tussen-high" viel weer terug in augustus 2009 wat niet spoort met de (o.a. via Sonnenertrag gepubliceerde) record opbrengsten voor die zeer zonnige maand. Erna bleef de certificaat productie hangen rond de 500 MWh/maand en stortte deze in november weer helemaal omlaag, om eind 2009 in december een nieuw dieptepunt te bereiken van slechts 245 MWh en in januari 2010 zelfs nog maar een scharrige 133 MWh. Na de lichte "revival" in februari was er opeens een ware "boost" van nieuwe certificaten in maart (op-een-na-hoogste "piek" in een maand tijd voor zonnestroom), die echter weer geen enkele relatie had met de werkelijke groei van het aantal nieuwe geregistreerde (gecertificeerde) PV-systemen, noch van te verwachten zomerproductie. Ook in april 2010 was de "issue" van certificaten aan de - relatief - hoge kant. Dit alles kan alleen maar verklaard worden doordat er opeens een hoop meetdata door de netbeheerders naar CertiQ zijn verstuurd, die volledig asynchroon met de werkelijke marktgroei wat certificaten uit is gaan geven. Het mag dan ook niet verbazen dat mei en juni 2010 alweer flink minder certificaten lieten zien.

Pas in de latere zomermaanden van 2010 begon eindelijk eens een positieve trendmatige ontwikkeling zichtbaar te worden en is er juist aan het eind van het jaar 2010, ondanks de veel lagere fysieke productie van alle zonnestroom installaties, een volslagen "kunstmatige" opleving in de uitgifte van de GVO's te zien (november: 1.544 MWh nieuwe GVO's, in juni 2010 was dat nog maar 590 MWh). December 2010 sloot echter weer af met een geringe afgifte van slechts 971 MWh aan GVO's door CertiQ, terwijl de sombere januari 2011 weer een abrupte stijging van 1.496 MWh liet zien en de er op volgende maand weer minder, 957 MWh, gevolgd door een lichte toename in maart, verder groeiend in april 2011 (1.130 MWh). Een nieuw "post SDE start recordje" werd gevestigd in mei, en direct weer iets verbeterd in juni 2011 (1.719 MWh), wat echter nog steeds onder het record van oktober 2007 lag. De boodschap: geen peil op te trekken, behalve dan dat sinds 2010 de GVO uitgifte structureel op een hoger niveau is komen te liggen - en verder fors toe lijkt te nemen - dan in de eerste 2 SDE jaren. Een boodschap die met name in juli 2011 zijn beslag kreeg, toen er een record hoeveelheid GVO's in de registers van CertiQ werd bijgeschreven. Dat kan alleen maar te maken hebben met de eerste resultaten van een serie aan het net gekoppelde - en dus daadwerkelijk producerende - "grote" SDE projecten die direct een forse impact op de blauwe curve laten zien.

Noot: men dient zich goed te realiseren dat eind 2010 volgens de voorlopige CBS en CertiQ cijfers voor dat jaar ongeveer 54 MWp aan wel degelijk geplaatste zonnestroom capaciteit (meestal kleine installaties in de orde grootte van 0,4-3 kWp, al komen daar steeds grotere, niet gecertificeerde installaties bij, voorbeeld) niet in deze grafieken voorkomen. Omdat ze niet gecertificeerd worden bemeterd of anderszins aan de voorwaarden van CertiQ voldoen (zie ook uitleg bij Fig. 7; eind 2009 lag deze hoeveelheid nog ongeveer rond de 44 MWp, eind 2008 rond de 34 MWp). Deze trend is in 2010 toegenomen: van de totale afzet lijkt in dat jaar zo'n 46-47% buiten de SDE om te zijn gerealiseerd (op basis van voorlopige cijfers van CBS en CertiQ). 54 MWp is maar liefst 65% van de totale netgekoppelde capaciteit die eind 2010 in ons land - volgens het CBS - aanwezig zou zijn (voor 2011 is er nog in het geheel niets bekend van totale afzet cijfers)...

* Feitelijk wordt de productie waarop de verstrekking van GVO's wordt gebaseerd door de netbeheerders evenredig verdeeld over de 12 maanden van het jaar (hetgeen uiteraard in het geheel niets heeft te maken met de fysieke productie realiteit - hoge productie in de zomer, weinig in de winter). Pas als het "niveau" van 1 MWh wordt bereikt wordt er blijkbaar 1 certificaat gevalideerd door CertiQ - en wellicht dan pas opgenomen in de productie statistieken zoals weergegeven op deze pagina. Het hele proces is uitermate mistig en in de meeste gevallen volledig gebaseerd op slechts een meting in het jaar, die op een volstrekt willekeurig moment door de netbeheerder kan worden uitgevoerd zonder dat de beheerder van de productie installatie daar op enige wijze invloed op lijkt te hebben. Lees daartoe ook dit bericht over de mogelijk wenselijke "timing" van die meter opname (gezien de SDE condities), en het daarop volgende exemplaar.

In Duitsland kun je als PV-systeem eigenaar volledig zelfstandig - met een eigen productiemeter (Einspeise Meter, direct aan het laagspanningsnet gekoppeld) - de netbeheerder maandelijks of minder frequent (naar verkiezing) een nota voor voorschotten sturen op basis van de (behoorlijk goed voorspelbare) te verwachten productie, en die moet deze uitbetalen (en mag daar geen administratiekosten voor in rekening brengen). De fysieke maandelijkse productie is in Duitsland bij alle - inmiddels naar verluidt een miljoen - PV-installaties bekend. Duitsland ligt dan ook op een andere planeet (en is onder geen enkel beding met het voortkruipende Nederland te vergelijken, hoe graag u dat ook zou willen doen)...

4

Figuur 4. In deze figuur zijn naast elkaar gezet het aantal nieuwe zonnestroom producenten per maand (Excel berekening van de CertiQ maandgegevens), in rood (linker Y-as), resp. het nieuw aantal uitgegeven GVO's voor (bij CertiQ ingeschreven) zonnestroom producenten in blauw (idem, rechter Y-as). Pas vanaf de tweede jaarhelft van 2010 begint de impact op het aantal uitgegeven GVO's voor het sinds eind 2008 traag groeiende aantal nieuwe (SDE) producenten "substantieel" zichtbaar te worden. De getoonde maandelijkse schommelingen worden mogelijk nog versterkt door eigenaardigheden van het - ondoorzichtige - toekenningsbeleid van de groencertificaten dan wel uiteindelijke "garanties van oorsprong". De trend in het tweede "stimulerings"jaar SDE (2009) is een tijdje negatief geweest, maar wordt in maart 2010 opeens door een verrassende "spike" weer in opwaartse richting bijgesteld. Een "spike" die bepaald niet (direct) correleert met de ontwikkeling bij het maandelijkse aantal nieuwkomers, en die in april enigzins werd gecontinueerd, maar in mei-juni weer werd gelogenstraft met een flinke nieuwe dip. Bij een niet spectaculair certificaten niveau in augustus werd juist een opvallend nieuw "installatie" record geregistreerd. En in de zonnestraling arme maand november 2010 werd juist weer een hoog GVO uitgifte niveau bereikt, wat lijnrecht ingaat tegen de daadwerkelijke, fysieke productie van zonnestroom systemen.

Er lijkt door de bank genomen dus geen enkele dan wel nauwelijks aantoonbare, hoogstens zeer zwakke correlatie te zijn tussen het nieuwe aantal registraties bij CertiQ (lees: extra fysieke productie verwacht) en het aantal GVO's uitgegeven per maand. Dat heeft een nieuwe "culminatie" gekregen bij de cijfers voor juli 2011: een wederom zwaar tegenvallend aantal nieuwe installaties bijgeschreven in die maand. Maar wel een - destijds - "record" hoeveelheid bijgeschreven GVO's in diezelfde periode van 31 dagen. Die discrepantie werd herhaald in december van dat jaar: slechts een marginale hoeveelheid van 159 nieuwe PV-installaties ingeschreven bij CertiQ, maar een - nieuwe - record hoeveelheid gecertificeerde zonnestroom ingeboekt... Uitleg over het grillige en onvoorspelbare verloop van uitgegeven GVO's wordt niet gegeven, niet door CertiQ, noch door moederbedrijf (volledige EL&I dochter) TenneT. Polder PV doet onder figuur 3 een poging tot verklaring.

5

Figuur 5. Als in figuur 4, maar nu de volledige focus op de accumulatie (groene curve, linker Y-as), resp. de per maand nieuw bijgekomen uitgifte van GVO's voor zonnestroom. Ook deze laatste wordt uitgedrukt in GWh (1 GWh = 1.000 MWh = 1.000 certificaten; blauwe curve, rechter Y-as). De groene curve heeft lange tijd geen structurele cq. opvallende stijging van de helling getoond in de SDE periode vanaf 1 april 2008 tm. 2009 (zelfs een duidelijke afvlakking van de "groei"curve eind 2009/begin 2010). Dit ondanks reeds 2 volle jaren "nieuw stimuleringsregime" [SDE 2008/2009]. Vooral maart en april 2010 toonden een forse toename van toegekende certificaten, die ook in de accumulerende curve is terug te zien als een "knik" in de groene lijn. Die piek (blauwe lijn) is echter kleiner dan het exemplaar van oktober 2007, die nota bene verscheen in het midden van een feitelijke "stimulerings-loze" periode voor zonnestroom in Nederland (sinds het vorige geflopte regime, de "MEP", door Joop Wijn op vrijdag 18 augustus 2006 om zeep werd geholpen).

Een tweede piek, in zonnestraling-arm november 2010, lijkt net zo kunstmatig qua uitgifte beleid van de GVO's, en doet de accumulatie curve nog iets sneller stijgen. Een trend die zich voortzet in 2010-2011 (met name door cumulatie van veel "eerste MWhtjes" bij kleine projecten, maar vooral de eerste resultaten van de zogenaamd "grote" projecten, die een veel hogere impact op het totaal hebben). Al blijft het niveau van de progressie in Nederland blijvend slakkentraag. Echt significante "productie" kan alleen maar verwacht worden als er jaarlijks een paar 100 MWp wordt bijgeplaatst, zoals bij de zuiderburen, of een paar duizend MWp zoals bij de oosterburen. Met een - gecertificeerde - marktgroei van slechts een paar MWp/jaar (plm. 11 MWp bijbouw voorlopig geregistreerd door CertiQ in 2010, in april rapport 2011 van Agentschap NL totale realisatie vermogen voor SDE 2008-2010 toen bekend slechts 18 MWp, wat schandalig slecht is) gaat dat allemaal niet opschieten uiteraard. 2011 heeft tot en met december volgens de CertiQ maandrapporten slechts 21,4 MWp aan nieuwe gecertificeerde capaciteit opgeleverd. In tijden dat zonnepanelen nooit zo goedkoop zijn geweest. En dat bij uitsluitend salderen exclusief SDE subsidie je - als het vlekkeloos geschiedt, zoals zou moeten - al zo'n 21-22 eurocent/kWh zou kunnen opleveren: een deplorabel en bizar slecht resultaat!

Zelfs als je buiten de SDE om gerealiseerde bijbouw bij de magere SDE resultaten optelt (uitgaande van zeker de helft van totale nieuwbouw gerealiseerd buiten de SDE en dus ook CertiQ om) komt je met een gemiddelde maandgroei van 1,79 MWp (CertiQ) in 2011 uit op genoemde 21,4 MWp in 2011. En met de niet gecertificeerde capaciteit daarbij opgeteld wellicht op zo'n 43 MWp nieuw PV-vermogen all-in voor dit jaar. Een blijvend povere prestatie voor een rijk land in een tijd van almaar goedkoper wordende zonnestroom modules.

NB: ook enkele WWZ (Urgenda) cq. Zonvast (Greenchoice), e.d. acties per jaar gaan aan dat beeld weinig veranderen. Ook niet met het al lang geleden aangekondigde ASN/Natuur en Milieu Zonzoektdak.nl initiatief, waarbij er uitgegaan wordt van "haalbaar duizend daken"* met collectief ingekochte zonnepanelen. Want dat zou met de geringe gemiddelde systeemgrootte van zo'n 3-4 kWp (voor het "bedoelde" particuliere marktsegment) in ons land maar tot 3-4 MWp extra kunnen gaan leiden. Het is allemaal hartstikke leuk natuurlijk, en het "mag gaan gebeuren". Maar het is ook nog steeds allemaal veel te weinig. Om u weer even met beide benen in de Hollandse Polderklei te krijgen: Vlaanderen meldde in het november 2011 rapport van VREG alweer 58,3 MWac nieuw zonnestroom vermogen voor die ene maand aan, wat neer zou kunnen komen op een - voorlopige - toename van alweer zo'n 64 MWp. Nogmaals: in een maand tijd. In hun 1 december update voor het jaar 2011 had VREG al 402 MWac nieuw vermogen in de boeken staan, mogelijk zo'n 442 MWp. Daar verzuipt de Nederlandse groei nog steeds in, en dat zal niet gaan veranderen.

* Wilma Berends, projectleider zonne-energie bij Natuur & Milieu, in interview in Spaarmotief van ASN, december 2011: "Ik hoop op duizend daken, hoe meer hoe beter".

6

Figuur 6. Een iets duidelijker aanwijzing voor "toenemende groei" van het aantal uitgegeven GVO's voor zonnestroom zou zichtbaar moeten zijn in de relatieve toename van de uitgifte ten opzichte van de vorige maand. Daartoe staan in deze laatste grafiek wederom de oorspronkelijke, "per maand nieuw uitgegeven GVO's" in donker-blauw (linker Y-as), alsmede een daar uit berekende curve in lichtgeel die de relatieve procentuele toename van het aantal uitgegeven GVO's t.o.v. de vorige maand weergeeft (rechter Y-as, met in donker geel de er bij horende trendlijn). Als er significante toename van daadwerkelijk regelmatig ingeboekte "geregistreerde productie" van zonnestroom zou zijn, zou dat direct in een toename van dit procentuele verschil moeten zijn te zien. In de eerste SDE jaren was kristalhelder dat daar lange tijd geen sprake van was (enige structurele toename van mei >>> juni 2009, daarna kort stabilisatie, waarna een dramatische trend bergafwaarts zichtbaar werd, pas herstel in feb.-apr. 2010 gevolgd door een iets hoger niveau dan in het begin van de SDE tijd). Er was - en is - continu forse fluctuatie en van enige "over langere periode gemiddelde opgaande trend" was lange tijd niets te bespeuren. Integendeel: de groei was in die periode zelfs marginaler dan in de jaren 2003-2006 en lange tijd zelfs negatief. Let op de twee - onverklaarde - hoge pieken in mei 2003 (15,1% groei t.o.v. april 2003) resp. oktober 2007 (11,2% groei t.o.v. september 2007).

De trendlijn voor de "maandelijkse groei" in uitgifte van GVO's is eind april 2011 iets boven de 2% per maand komen te liggen en is in de zomer van dat jaar gaan stijgen in de richting van een positieve, ruim 3% per maand, om aan het eind van het jaar zelfs aan een maandelijkse groei van zo'n 4% te geraken. Dat er überhaupt positieve groei was gedurende lange tijd werd voor een groot deel veroorzaakt door groei in subsidieloze periodes voor de SDE regeling, of is het resultaat van de - voor NL begrippen - absurde boom van zo'n 20 MWp in 2003-2004 (die snel door nuke-minnende van Geel van - uiteraard - het CDA de kop in werd gedrukt). Pas eind 2011 lijkt eindelijk een structurele groei van de - NB: gecertificeerde - zonnestroom productie te zijn ingezet. Het zou na al die jaren wel eens tijd gaan worden...

Ter verduidelijking zijn trendlijnen voor de "nieuwe GVO's per maand" curve toegevoegd in licht-blauw (Excel 3e graads polynoom), en voor de "procentuele groei t.o.v. de vorige maand in donker-geel (idem). De eerste toonde vele maanden lang tijdens de "SDE periode" een zeer opvallende tale-telling neerwaartse i.p.v. opwaartse trend in de periode waarin een nieuw "stimulerings-regime" van kracht was, zelfs nog met de nieuwe "spike" in uitgegeven certificaten in maart 2010. Pas in de lente-zomer van 2010, meer dan twee jaar na de start van het nieuwe SDE regime, begon de neergaande curve af te vlakken. Pas in de eerste helft van 2011 is de curve een zeer duidelijke positieve groei gaan vertonen. Die met toenemende realisatie van SDE projecten (met name een serie grotere exemplaren van max. 100 kWp) natuurlijk in versterkte mate zal doorzetten. Qua hoeveelheden blijft de "indirect berekende" productie van die paar SDE installaties echter nog steeds niet veel voorstellen.

Vergeet daarbij niet dat alleen al in 2009 meer dan 40% van het totaal aantal (volgens CBS) aan eindgebruikers afgezette PV-systemen buiten de CertiQ cijfers vallen, evenals al minimaal 40 MWp aan vaak al vele jaren oude, bestaande installaties. Deze worden echter allemaal zoals meermalen op deze pagina benadrukt, niet in deze curves opgenomen, want ze worden niet gecertificeerd bemeten en de fysieke productie van al die andere installaties is compleet onbekend. Deze trend heeft in verhevigde mate in 2010 en het "2e zonnepanelen prijs dump jaar" 2011 doorgezet: de door mij geconstrueerde CertiQ grafieken zullen mogelijk op termijn een steeds minder significant deel van de werkelijk gerealiseerde marktvolumes in ons land kunnen gaan weergeven (zeker als realisatie van de inmiddels paar honderd beschikte "SDE +" projecten slecht op gang gaat komen of zelfs jaren wordt uitgesteld, van SDE 2012 hoeven we al helemaal weinig te verwachten). Dat maakt deze curves dan ook vrij nietszeggend voor het monitoren van de totale marktontwikkeling van zonnestroom in ons land. Daarvoor zal de beuk er in moeten. Op naar het zoveelste nieuwe kabinet, op hoop van zegen...


Geaccumuleerd gecertificeerd PV vermogen

Let op dat de X-as en Y-as verschillende schalen hebben, afhankelijk van het rapport/plaatje!


© CertiQ, rapport (eind) December 2011, nieuwe stijl
[50,862 MWp; 9.054 participanten; vermoedelijk plm. 8.490 daarvan SDE]

2011
2010


© CertiQ, rapport (eind) Januari 2010, nieuwe stijl
[21,957 MWp, 3.760 participanten]


© CertiQ, rapport (eind) December 2009
[18,446 MWp, 3.574 participanten]

Figuur 7. X-as lopend vanaf begin 2004 tot en met eind 2009 in de oorspronkelijke grafiek, onderaan, resp. vanaf februari 2007 (Jan. 2010 rapport, grafiek er boven), en vanaf januari 2009 (december 2011 rapport, bovenste grafiek) in het laatste exemplaar. De startdatum van de SDE (1 april 2008) is reeds geruime tijd van de meest recente CertiQ grafieken verdwenen - op die datum was er ongeveer iets van 12,2 MWp aan capaciteit onder de nauwelijks stimulerende "MEP" regeling gerealiseerd (zie onderste grafiek). Op de CertiQ site stond sinds het overzicht van februari 2009 een aparte, slecht leesbare grafiek met het geaccumuleerde PV vermogen van door CertiQ gecertificeerde installaties (dus exclusief de duizenden andere, niet gecertificeerde PV-systemen!). Pas eind 2009 is voor het eerst een daadwerkelijk getal voor het geaccumuleerde vermogen gepubliceerd (persvoorlichter van TenneT), en werd sinds het begin van 2010, op uitdrukkelijk verzoek van de webmaster van Polder PV, daadwerkelijk het actuele bij CertiQ aangemelde vermogen (MWp) van gecertificeerde zonnestroom installaties in de maandrapporten (later ook: in de jaaroverzichten vanaf 2010) vermeld.

Helemaal bovenaan de laatste update, van het overzicht voor december 2011, onderaan het laatste "oude" exemplaar van december 2009. In deze laatste heb ik ter verduidelijking een (horizontaal) grid toegevoegd en enkele rode lijnen om beter zicht te krijgen op de daadwerkelijke bijplaatsing**. De bovenste horizontale (gestippelde) lijnen geven het "geaccumuleerde" nominale STC vermogen weer zoals dat vanaf januari 2010 in de CertiQ maandrapporten expliciet staat vermeld. Uit de vorige grafiek van december 2009 kon worden gedestilleerd dat er sinds de jarenlange stagnatie (in dit marktsegment, niet gecertificeerde systemen zijn wel, zei het marginaal gegroeid in die tijd), en sedert de SDE regeling op 1 april 2008 open ging, er nog slechts zo'n 6,3 MWp aan nieuwe gecertificeerde netgekoppelde capaciteit leek te zijn bijgekomen tot een geaccumuleerd totaal van zo'n 18,6 MWp (oudere "MEP" installaties incluis) - niet ver van de latere opgave van 18,446 MWp van de persvoorlichter van TenneT.

Groei van gecertificeerde PV-capaciteit per maand sinds december 2009. In de officiële SDE subsidieperiode (vanaf 1 april 2008) zijn er tot en met eind december 2011 volgens CertiQ slechts 9.054 nieuwe zonnestroom producenten geregistreerd/geaccepteerd door CertiQ volgens hun maandelijkse rapporten. Naar verwachting zijn daarvan slechts 8.490 stuks uitsluitend SDE klanten (gebaseerd op bijstelling Agentschap NL die in hun laatste jaaroverzicht [MEP/SDE] 564 overgebleven MEP klanten opvoerde). Zoals uit onderstaande tabel blijkt fluctueerde de opgegeven "accumulerende capaciteit" ("Vermogen") wat in de gepubliceerde grafieken staat weergegeven en in het CertiQ maandrapport sinds begin 2010 staat afgedrukt, in het begin van 2010 op een bizarre wijze:

Maand
MWp accumulatie
Verschil in MWp accumulatie t.o.v. de vorige maand
Verschil in MWp accumulatie t.o.v. eind december 2009
Verschil in MWp accumulatie t.o.v. eind december 2010
Dec '09
18,446 *
data niet beschikbaar
---
---
Jan '10
21,957
+ 3,511
+3,511
---
Feb '10
20,784
- 1,173
+2,338
---
Mrt '10
18,316
- 2,468
- 0,130
---
Apr '10
18,947
+ 0,631
+ 0,501
---
Mei '10
20,013
+ 1,066
+ 1,567
---
Jun '10
21,129
+ 1,116
+ 2,683
---
Jul '10
21,947
+ 0,818
+ 3,501
---
Aug '10
23,447
+ 1,500
+ 5,001
---
Sep '10
24,123
+ 0,676
+ 5,677
---
Okt '10
25,644
+ 1,521
+ 7,198
---
Nov '10
27,470
+ 1,826
+ 9,024
---
Dec '10
29,416
+ 1,946
+ 10,970
---
Jan '11
30,962
+ 1,546
+ 12,516
+ 1,546
Feb '11
32,418
+ 1,456
+ 13,972
+ 3,002
Mrt '11
33,168
+ 0,750
+ 14,722
+ 3,752
Apr '11
34,931
+ 1,763
+ 16,485
+ 5,515
Mei '11
36,825
+ 1,894
+ 18,379
+ 7,409
Jun '11
38,739
+ 1,914
+ 20,293
+ 9,323
Jul '11
40,654
+ 1,915
+ 22,208
+ 11,238
Aug. '11
42,374
+ 1,720
+ 23,928
+ 12,958
Sep. '11
43,458
+ 1,084
+ 25,012
+ 14,042
Okt. '11
46,047
+ 2,589
+ 27,601
+ 16,631
Nov. '11
48,312
+ 2,265
+ 29,866
+ 18,896
Dec '11
50,862
+ 2,550
+ 32,416
+ 21,446

Gemiddelde nieuwe capaciteit per maand 2011
1,787 MWp
Gemiddelde nieuwe capaciteit per maand 2010
0,914 MWp
Gemiddelde nieuwe capaciteit per maand 2009
0,499 MWp

* Getal genoemd door de persvoorlichter van TenneT (CertiQ is een volle dochter van TenneT), januari 2010.
Andere data in deze kolom komen uit de maandrapporten van 2010-2011. Getallen geven MWp accumulatie aan het eind van de maand weer. In rood: maximale maandgroei sinds start SDE in april 2008 (afgezien van onwaarschijnlijke groei voor januari 2010), in oktober 2011 (daarmee voor het eerst het vorige maand record van december 2010 verbeterend). Onderaan apart vermeld de gemiddelde door CertiQ gerapporteerde nieuwbouw aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit per maand in 2011, 2010, en 2009, zoals volgt uit de data in de verschenen maandrapporten (voor het actuele jaar voorzover gegevens bekend). Houdt er rekening mee dat getallen naderhand nog - waarschijnlijk marginaal - kunnen zijn bijgesteld door allerlei administratieve vertragingen bij de verwerking van het cijfermateriaal.

Als de data in de CertiQ rapporten correct zouden zijn (waar we gevoeglijk van uitgaan), moeten we concluderen dat in maart 2010 er 0,13 MWp (130 kWp) aan nieuwe PV-capaciteit zoals gerapporteerd aan/vastgesteld door CertiQ (via mistige protocollen) verdwenen lijkt te zijn sinds eind december 2009 (en zelfs minus 2,468 MWp gerelateerd aan het gepubliceerde cijfer voor februari 2010...). En dat terwijl eind januari 2010 er juist opeens 3,511 MWp bijgekomen zou zijn t.o.v. december 2009, een onwaarschijnlijk "scenario". Ook in april tot en met december 2010 was er weer "positieve groei" (0,6 tot bijna 2 MWp per maand, gemiddeld ruim 1,2 MWp) t.o.v. de voorgaande maand. Eind december 2010 was er 10,97 MWp aan nieuwe installaties gerapporteerd door CertiQ t.o.v. het eind december 2009 cijfer, en in december werd voor 2010 na de curieuze (en onwaarschijnlijk te achten) "3,5 MWp" voor januari van dat jaar, de - lange tijd - "grootste" stijging per maand geregistreerd: 1,946 MWp toename. Dat record werd pas in oktober 2011 verbroken met een nieuw bij CertiQ ingeschreven vermogen van 2,589 MWp. Nog steeds bizar weinig (neerkomend op ongeveer 84 kWp per dag in die maand), maar wel "een record". Er wordt verder geen verklaring gegeven door CertiQ voor de soms curieuze accumulatie cijfers die i.p.v. groei soms juist een neerwaartse trend laten zien. Zie ook onderstaande grafieken.

In de laatste kolom van de tabel wordt de jaargroei voor 2011 weergegeven (nieuwe capaciteit sinds eindstand december 2010). 21,446 MWp in 365 dagen betekent een zeer matige gemiddelde groei van slechts 59 kWp/dag aan gecertificeerde PV-installaties, in heel Nederland. Echt beschamend, tenenkrullend weinig en blijvend "microscopisch" dus. Al wordt er buiten de SDE om al sinds 2009 fors meer geplaatst, wat in 2010 een nog hogere vlucht heeft genomen en naar het zich laat aanzien (talloze met veel mist omgeven initiatieven) in 2011 zich nogmaals verder versterkt heeft doorgezet (diverse georganiseerde acties zoals Wijwillenzon.nl, die naar verluidt ergens tussen de 6 en 14 MWp "afgezet zou kunnen hebben" in 2011. NB: harde cijfers nog steeds onbekend). Echter: al die niet gecertificeerde bijbouw is niet "zichtbaar" voor de groene certicaat verstrekkers bij CertiQ, want er wordt daarvan helemaal niets aangemeld (omdat er geen enkel financieel belang bij is)...

^^^
Grafieken ontleend aan de maandelijkse "accumulatie" (in MWp) van gecertificeerde PV-installaties in de maandrapporten van CertiQ (januari 2010: eerste vermelding). Het cijfer van december 2009 (gearceerd) is ontleend aan een mededeling van de persvoorlichter van TenneT. I.p.v. groei van capaciteit lijken de CertiQ cijfers in de maanden feb.-mrt. 2010 juist een (forse) afname daarvan weer te geven, wat niet "kan" of "zou mogen" kloppen (tenzij er om een niet bekende reden gecertificeerde capaciteit is "onttrokken" aan het certificaten systeem, wat trouwens wel al eerder is geschied, in januari 2005, zie Fig. 1).

Als we het totale "effekt" van de eerste 3 maanden van 2010 bij elkaar nemen, zou er in dat eerste kwartaal 0,13 MWp negatieve groei zijn geweest... (volgend uit de CertiQ maandrapportages). TenneT noch CertiQ geven verklaringen voor deze merkwaardige gang van zaken.

Eind december 2010 was de accumulatie 29,416 MWp, bijna 11 MWp hoger dan die van eind december 2009. Ondanks de lichte groei, ook wederom in december 2010, een blijvend povere prestatie voor het rijke Nederland. Onvergelijkbaar met de buurlanden die als PV-kometen voort blijven scheuren met tientallen tot honderden MWp per maand met vaak vele duizenden nieuwe (tot zeer grote) PV-systemen. De blijvend gezapige groeicijfers in 2011, stemmen ondanks het kleine "recordje" in oktober 2011, en een bijna even hoge bijbouw in december, mede ook met het oog op het zwaar tegenvallende resultaat voor maart, en de tijdelijke terugval in september, dan ook nog steeds niet tot een begin van tevredenheid met deze ingeslapen marktsituatie (NB: uitsluitend de "gecertificeerde" markt...)..

Voor de eerste grafiek is in rood een tweedegraads polynoom trendlijn toegevoegd.

De 3,5 MWp aan installaties die toegevoegd werden in het januari 2010 rapport (36% van totale accumulatie in 20 maanden tijd), en de ogenschijnlijke "negatieve groei" (?) in de maanden februari en maart 2010 waren zelfs nog merkwaardiger in het licht van het feit dat in deze maanden het aantal nieuwe gecertificeerde installaties is gegroeid, zei het in een zeer bescheiden tempo (zie Fig. 1)!

Als men de nieuwe getallen in het april 2011 "MEP/SDE 2010" rapport van Agentschap NL als "correct" beschouwt (analyse PPV), zouden de 6.666 daar genoemde nieuwe SDE installaties (ongeveer 22,7 MWp zoals geïnterpoleerd van grafieken en data gepubliceerd door CertiQ) een gemiddeld nominaal (STC) vermogen van slechts ongeveer 3,4 kWp hebben gehad. Waarbij opgemerkt moet worden dat een toenemend aantal grotere PV-installaties een forse invloed op deze uitkomst zal hebben/krijgen, als het er tenminste flink meer dan enkele handen vol worden. Ondanks de politieke retoriek m.b.t. de SDE subsidies, zijn er nog steeds slechts een mager aantal PV installaties nieuw gerealiseerd (of: bekend gemaakt) onder dit "stimulerings"regime, slechts zo'n 188 nieuwe (kleine) systemen gemiddeld per maand in 3,8 jaar tijd. Vanwege het nog steeds magere aantal nieuwe installaties, zal elk groter nieuw PV-systeem (max. 100 kWp onder de SDE condities) een serieuze impact hebben op de gemiddelde berekende installatie grootte.

SDE levert mogelijk niet veel schokkends (meer) op
Polder PV verwacht dat, na de schaarse meldingen/CertiQ registraties in 2010, er verschillende grotere installaties (15-100 kWp) on-line zullen zijn gekomen in 2011. Het tempo lijkt echter zelfs voor die categorie tegen te vallen. Er kunnen maximaal 139 (SDE 2009, nieuw cijfer van Agentschap NL) + 131 (SDE 2010) voor deze categorie aan beschikkingen worden ingevuld. SDE 2011 is een groot mysterie en zal wellicht zeker in den beginne (realisatie tot in 2014 mogelijk) nauwelijks iets extra's opleveren, omdat er - in 2012 (voorschot bedrag) - voor slechts 3,5 Eurocent/kWh aan SDE incentive "gescoord" mag worden in de reeds snel overtekende eerste fase van de droog brood over datum verschaffende schraalhanzen in Den Haag. De drie SDE 2009 beschikkingen die voor maatschap Boon zijn gebruikt laat al zien dat het "aantal grote projecten" zelfs nog kleiner zal kunnen zijn dan die maximaal 270 stuks voor SDE 2009-2010 als soortgelijke constructies zouden zijn/worden toegepast. Die zijn verboden in SDE 2011 en 2012: "slechts 1 aanvraag mogelijk per adres". Al is de fysieke capaciteitscap van 100 kWp gelukkig wel weer overboord gegooid. Maar voor zeer grote installaties zal er diep in de buidel getast moeten gaan worden, terwijl het return on investment perspectief vergeven is van onzekerheden...

Een bekend bedrijf als Scheuten Solar heeft al in 2010 een 100 kWp (SDE) installatie op het dak van hun hoofdkwartier in Venlo laten zetten (zonder daar veel ruchtbaarheid aan te geven). SolarNRG heeft in dat jaar in het Westland een 100 kWp dunnelaag amorf/microkristallijn Si project met Sharp modules gerealiseerd bij van Geest International. En een installatie van 264 kWp is gerealiseerd in Sleen (Drenthe) op een nieuw gebouw op het terrein van een waterzuiverings-installatie. Echter, daar kon slechts 100 kWp worden gebruikt voor de enige verkregen beschikking uit het SDE 2009 regime, de rest van 164 kWp werd "gered" door een eenmalige project subsidie vanuit provincie Drenthe... Zie uitgebreide project beschrijving. Hoeveel van dat soort projecten in de komende tijd daadwerkelijk nog, met veel moeite, gerealiseerd zal gaan worden staat in de sterren geschreven, opschieten doet het in ieder geval niet. De SDE 2009 beschikten zullen nu echt haast moeten gaan maken. Alleen als ze hun beschikking hebben weten te verlengen kunnen ze waarschijnlijk daadwerkelijk tot actie over gaan, anders is deze begin 2011 waarschijnlijk zelfs al komen te vervallen. Een ontwikkelaar als Horizon Energy BV, waarin HVC een meerderheidsbelang heeft genomen, heeft in 2011 rap het grootste deel van hun - voor Nederlandse begrippen - forse SDE portfolio verzilverd na een lange tijd van voorbereidingen, maar of alle beschikte projecten ook daadwerkelijk zullen worden opgeleverd moeten we nog gaan zien. Stand van zaken medio december: bijna 3,4 MWp gerealiseerd, een paar projecten nog niet, 3 beschikkingen op andere naam gekomen, 1 project niet meer terug te vinden in de SDE update van Agentschap van juli 2011.

Meer merkwaardige fenomenen. In mei 2009 is er (weer) een bizarre "dip" in de totaal in de certificering meegerekende capaciteit ontstaan (zie CertiQ grafiek) en lijkt er wederom (net als aan het begin van 2005: 199 installaties) PV-capaciteit uit de garanties van oorsprong regeling te zijn gehaald. De reden daarvan is niet bekend en mogelijk was het een artefact of een fout van CertiQ, want vanaf de juni 2009 grafiek komt die afwijking niet (meer) voor.

Let op dat in deze grafieken de niet door CertiQ gecertificeerde PV-systemen in Nederland (Polder PV: in 2010 mogelijk zo'n 47 procent van alle afzet) niet zijn weergeven. CBS geeft voor eind 2010 voor Nederland een voorlopige netgekoppelde PV-capaciteit van 83,0 MWp op (StatLine 30 juni 2011 en jaarrapport 2010; zie grafiek elders op deze pagina). Als je de toen "gerealiseerde", ruim 29 MWp accumulatie aan gecertificeerde PV-capaciteit in de CertiQ database voor dat jaar daar van aftrekt houd je ongeveer 54 MWp aan niet-gecertificeerde netgekoppelde PV-systemen over in Nederland (eind 2010, een factor 1,9 maal zoveel niet-gecertificeerd dan wel gecertificeerd). Hieronder valt ook de bescheiden 1,34 kWp installatie van de webmaster van Polder PV. De enige "marktprikkel" voor deze grote hoeveelheid installaties is de wettelijk verplichte (doch in Wet uitzonderlijk slecht en ontoereikend geformuleerde, beslist ook niet als "standvastig" te beschouwen) saldering. Bovenop reeds in de beginjaren van dit millennium vergeven - eenmalige - aanschaf subsidies voor de zonnepanelen zelf. Er zijn ook de nodige systemen waar nooit expliciet subsidies voor zijn vergeven, en die uitsluitend salderen (wat je trouwens feitelijk ook indirect als "subsidie" zou kunnen zien, het gros van de vermeden inkoop kosten zou immers normaal gesproken volautomatisch naar de Staat zijn gevloeid, bij Polder PV momenteel, eerste jaarhelft 2012, 67,4%...). Voorbeelden: Niels Thijssen uit noord Limburg, Jeroen Haringman uit Hilversum met deels tweedehands modules, Michael Stegen's 5,4 kWp Sunpower installatie, diverse projecten van soms een paar tiental kWp per stuk uitgevoerd door het relatief jonge bedrijf SunshineCompany (die echter heftig gebruik maakt van weer andere subsidie potjes, EIA, vervroegde afschrijving, belasting voordelen), etc.

Steeds meer PV-systeem kopers (aantallen onbekend) lieten de afgelopen jaren al de verstikkende, gigantisch veel tijd vretende en talloze ergernissen genererende SDE bureaucratie links liggen. Met de de facto afschaffing ("kleine" PV-systemen) dan wel "economisch onhaalbaar of fragenswürdig" te achten ("grote" installaties) mes in de rug van Verhagen, zal er hoogstwaarschijnlijk vooral nog "niet gecertificeerd bemeten" PV-capaciteit worden bijgebouwd in NEEderland (tenzij grote projecten extreem veel EIA, MIA, VAMIL e.d. belastingvoordelen toegeschoven zullen gaan krijgen, wat ik nog moet zien). Uiteindelijk zal de CertiQ registratie mogelijk volledig gaan opdrogen tot het maximale niveau van alle nog in te vullen oude SDE beschikkingen plus het beetje wat in de periode ervoor werd geplaatst in ons arme land.

Nogmaals, het kan niet vaak genoeg worden gezegd (al is dat permanent aan Haagse dovemansoren gericht): Alle brave burgers en bedrijven die niet gecertificeerd bemeten PV-installaties hebben of nog laten plaatsen zijn dus niet in de grafieken of databanken van CertiQ terug te vinden. Erger nog: hun duurzame productie telt ook niet mee bij het "vervullen van de nationale klimaatdoelstellingen", wat volslagen bezopen is, gezien de schrikbarend povere status van hernieuwbare stroom productie in Nederland. Er wordt uitsluitend volslagen uit de natte duim gezogen "gerekend" met het bij CBS bekende (doch feitelijk totaal onbemeten en absoluut niet bij CBS gekende!) "totale volume", waarbij de output (van netgekoppelde installaties) fictief wordt gesteld op de uit prehistorische tijden stammende specifieke (veronderstelde) opbrengst van "700 kWh/kWp per jaar". Dat is volslagen krankzinnig. We leven op dit vlak in een zwaar gestoord land, wat zich onder een neoliberaal-conservatief stalinistisch bewind met bruin randje, zich steeds meer als het nieuwe "Albanië van Europa" gaat gedragen. Dat mag duidelijk zijn.

Groei van PV in Nederland in relatieve termen, vraagtekens rond CertiQ cijfers: Indien correct, betekent de maximaal grofweg 38,7 MWp groei in de SDE periode april 2008 tot en met december 2011 (45 maanden) dat gemiddeld genomen tot nu toe ongeveer 859 kWp/maand zou zijn gerealiseerd (zoals geregistreerd door CertiQ). Dat blijft een absurde lage capaciteitsgroei voor een zeer rijk (en zonnig) westers land als Nederland met - inmiddels - 16,7 miljoen inwoners en ruim 7 miljoen huishoudens. Het vergelijkbare Vlaamse Gewest in België (bevolking 2,7 maal zo klein dan de Nederlandse) voegde vanaf begin 2006 (26 MWac accumulatie) tot en met eind 2010 (voorlopige accumulatie VREG: 843 MWac) ongeveer 817 MWac in 36 maanden tijd toe (laatst bij mij bekende nieuwe cijfers). Dat zou bij een conservatieve rekenfactor van 1,1 (AC vermogen omvormers >>> DC vermogen generator) op ongeveer 899 MWp aan module capaciteit kunnen neerkomen, dus gemiddeld zo'n 25,0 MWp/maand in die periode. Een factor 29 maal zo hoge groei dan de toename van (geregistreerde) gecertificeerde capaciteit van PV in Nederland. Alhoewel er een lagere groei in Vlaanderen wordt verwacht (alhoewel in het 1 december 2011 rapport alweer gerept wordt van 70 MWac nieuw bijgeschreven vermogen), uit alle harde cijfers blijkt dat de verhoudingen tussen de twee aan elkaar grenzende Nederlandstalige regio nog steeds onoverbrugbaar zijn en zullen blijven. Daar gaan geen drie Wijwillenzon.nl, Greenchoice en/of Natuur & Milieu acties per jaar en wat voor groene heroïne dealtjes dan ook maar iets aan veranderen.

Om het zeer grote verschil in marktontwikkeling van twee aanpalende landen/gewesten te illustreren hierbij de bijgewerkte, al lange tijd hier gepubliceerde grafiek. Een tale-telling vergelijking van de registraties van bijplaatsing van volumes in MWp tussen Vlaanderen en Nederland in dezelfde maanden van 2010-2011 (CertiQ update 1 jan. 2012, VREG update 1 december 2011). Hierbij is voor Vlaanderen een conservatieve rekenfactor van 1,1 maal het door VREG opgegeven AC (omvormer) vermogen genomen om het daar aan gekoppelde opgestelde MWp (zonnepaneel) vermogen te kunnen afschatten vanuit de al jaren door VREG gepubliceerde AC cijfers:

^^^
De open kolommen met blauw gestreepte randen zijn interpolaties van de betreffende maandwaarden voor Vlaanderen vanwege het feit dat VREG niet in staat blijkt (of: bleek) om elke maand een rapport uit te brengen (er is lange tijd een structureel gebrek aan medewerkers geweest bij deze instantie). De resultaten voor Vlaanderen zijn met een conservatieve factor van 1,1 uit de opgegeven MW waarden voor de AC capaciteit (omvormer output) berekend door Polder PV (uitgaand van MWp = MWac maal factor 1,1). Let op de zeer aanzienlijke verschillen in maandelijkse bijbouw (MWp) tussen deze twee aan elkaar grenzende PV-markten.

NB: Vlaanderen heeft daarbij ook nog eens een bevolking die een factor 2,7 maal zo klein is dan die van Nederland. De onwaarschijnlijke "negatieve groeicijfers" voor Nederland in februari en maart 2010 zijn niet door TenneT of dochter CertiQ verklaard. Het verschil tussen de gerapporteerde "gecertificeerde" bijbouw per maand was in juli 2010 opgelopen tot een factor 92 in het voordeel van Vlaanderen, daarna weer afgenomen, in mei-augustus weer fors toenemend, om in september 2011 weer een nieuwe culminatie van een factor met een verhouding 96:1 te bereiken.

In het 1 december rapport 2011 van de VREG waren voor Vlaanderen van de ongeveer 77 MWp aan bijschrijvingen zo'n 54 MWp nieuw aan 2011 toe te schrijven (70% van het nieuw ingeschreven volume; de rest voor eerdere jaren).

Mogelijk dat de forse hoeveelheid bijschrijvingen in mei/juni 2011 bij VREG te maken hebben met de geplande degressies die 1 juli in zijn gegaan in Vlaanderen, en het vermoeden bij Polder PV dat alle betrokkenen voor de zomervakantie de zekerheid wilden hebben dat ze nog zeker voor het "oude" (hogere) tarief konden gaan invoeden. De verwachting dat in de tweede helft van het jaar er aanzienlijk minder geplaatst zou gaan worden blijkt bepaald niet uit de later gepubliceerde cijfers: er wordt ontzettend veel nieuwe capaciteit ingeschreven! PV-modules blijven ondertussen natuurlijk almaar goedkoper worden, er liggen enorme magazijnen vol te wachten op de verkoop, dus zeker de kleinere afzetmarkten kunnen beslist nog verder groeien.

Mogelijk kan die groei de klappen die in het >10 kWac segment naar verwachting zullen gaan vallen niet opvangen, maar dat moet nog afgewacht worden. Duidelijk lijkt in ieder geval ook dat door het zwaar verslechterde politieke klimaat in Vlaanderen, en de zoveelste zware crisis in the making, veel Vlamingen en bedrijven wellicht hebben gedacht "nu of nooit met PV". Wat een extra verklaring zou kunnen zijn voor de forse hoeveelheid nieuw bij VREG ingeschreven zonnestroom capaciteit in de tweede jaarhelft van 2011. Een trend die in de Nederlandse "gecertificeerde" cijfers afwezig blijkt te zijn (maar die waren toch al marginaal)...

In het laatste kolommen paar, in een afwijkende kleurstelling weergegeven, is het gemiddelde voor de maandelijkse groei getoond voor het jaar 2010 tot en met de laatst getoonde cq. bekende maand. Het voordeel voor Vlaanderen t.o.v. Nederland was in dat geval (status 1 december 2011 resp. 1 januari 2012) nog steeds een gigantische factor 35 voor uitsluitend gecertificeerde PV-capaciteit. 47,82 MWp voor Vlaanderen berekend, i.p.v. 1,35 MWp vastgesteld gemiddeld per maand voor NL. Let wel: dit betreft voor Nederland uitsluitend "gecertificeerde" PV-installaties. In 2010 is ongeveer 47% van de totale afzet aan eindgebruikers buiten de SDE om gerealiseerd in Nederland (NB: voorlopige cijfers CBS). De groei staat in Vlaanderen echter wel onder druk gezien de degressies voor de waarde van de groencertificaten. Al zal deze nog lang veel en veel groter zijn dan bij de slakkentraag voortkruipende noorderburen...



Nieuwe data in CertiQ rapport: geaccumuleerd vermogen

* Ik heb CertiQ eind 2009 per e-mail verzocht om de daadwerkelijke accumulatie van de ingeschreven PV-systemen in de vorm van bijgeplaatste dan wel geaccumuleerde MWp cijfermatig weer te geven in hun maandrapporten. De reply was aanvankelijk dat het "in overweging zou worden genomen". Na nieuwe mail wisseling is er inmiddels aan mijn verzoek voldaan (waarvoor hartelijke dank!), en wel met ingang van het januari rapport voor 2010, zie afbeelding hieronder:

^^^
Screenshot van CertiQ januari 2010 maandrapport. Voor het eerst in de "geschiedenis" worden nu van de 4 "hernieuwbare" categorieën ook de in de database van CertiQ opgenomen geaccumuleerde nominale vermogens van de bij hen bekende productie installaties opgenomen (rode pijlkop). Voor zonnestroom staat er nu per 1 februari 2010 21,957 MWp aan gecertificeerde installaties in de boeken. Dit is opvallend veel meer dan wat er op basis van het vorige maandrapport (dec. 2009) en recente uitlatingen door de persvoorlichter van TenneT werd verwacht. Zie ook de screendump voor het februari 2010 rapport verderop!

De gemiddelde systeemgrootte van de in dit maandrapport weergegeven 3.760 certificaathouders voor zonnestroom (let wel: oude MEP klanten als het 2,3 MWp Floriade dak, NUON/Vattenfall), en 674 kWp Ecopark Waalwijk, Eneco, incluis!) bedraagt 5,8 kWp.

In het februari 2010 rapport werd vreemd genoeg een veel lager cijfer gegeven:

^^^
Screenshot van het februari 2010 rapport van CertiQ. Wederom volkomen onverwacht is het geaccumuleerde nominale vermogen t.o.v. het januari rapport gedaald van de 21,957 naar de 20,784 MWp (rode pijlkop) die nu op "de teller" staat (met een toename van het aantal gecertificeerde installaties van 3.760 naar 3.885 stuks...). Er is hiervoor geen verklaring gegeven... Gemiddelde installatiegrootte op basis van de februari cijfers komt voor alle oude en nieuwe (SDE) gecertificeerde systemen neer op 5,3 kWp/installatie.

Januari 2010 rapport
Er is uiteraard iets vreemds met die bijna 22 MWp die opeens in de CertiQ gegevens blijken te zijn geaccumuleerd in het januari rapport voor 2010. Want de persvoorlichter van TenneT gaf eerder in januari 2010 als groei voor 2009 op: "Het ingeschreven vermogen is toegenomen van 12,462 naar 18,446 MW." Neerkomend op 5,984 MWp in een jaar tijd, of ongeveer 499 kWp gemiddeld per maand. Dat zou betekenen dat, indien alle CertiQ data correct zijn, er in januari 2010 opeens maar liefst 3,5 MWp aan nieuwe PV-installaties bij CertiQ zou zijn bijgeschreven. Gezien het trage aanmeldings-tempo van de afgelopen twee jaar lijkt die plotsklapse groei uitermate onwaarschijnlijk, en het matcht bovendien slecht met de vastgestelde toename in aantal installaties (vooralsnog uitgaand van allemaal SDE systemen). Tussen 31 december 2009 en 1 februari 2010 zijn er namelijk slechts 186 nieuwe PV-installaties bijgekomen volgens het januari 2010 rapport. Die zouden dan een gemiddelde installatiegrootte van (21.957-18.446)/186 = 18,9 kWp per stuk moeten hebben gehad als alle cijfers blijken te kloppen. Het is in theorie mogelijk dat een netbeheerder opeens een pak "toestemmingen" voor "grote" PV-systemen (groter dan 15 kWp voor SDE 2009) in een keer aan CertiQ heeft doorgegeven in de eerste maand van 2010 (ervan uitgaand dat de betreffende PV-installaties vervolgens direct werden ingeschreven). Maar het blijft op zijn zachtst gezegd vreemd dat er gemiddeld genomen in 2009 per maand zo'n 236 nieuwe installaties zijn bijgekomen bij CertiQ, en er in januari 2010 opeens "maar" 186 (21% minder) zijn bijgekomen. Ter vergelijking: januari 2009 zou 255 nieuwe installaties hebben gezien (uitgaande van maandrapport cijfers en het nieuwe getal van 745 participanten totaal voor 1 jan. 2009). En dat zouden dan in januari 2010 "dus" vooral "grote" PV-systemen geweest moeten zijn? Waar zijn dan alle "kleinere" PV-installaties gebleven bij CertiQ, die ook gewoon zouden moeten blijven aangroeien???

Het mag uit bovenstaande pogingen om "groeicijfers" te berekenen duidelijk zijn dat met de 1,2 MWp die in het februari 2010 rapport opeens weggestreept lijkt te zijn de chaos bij CertiQ nu inmiddels ook compleet is. De exacte status van de totale capaciteit aan zonnestroom in Nederland was altijd al een zooitje (CBS statistieken), omdat vrijwel niets werd gemeten en er geen enkel zinnige conclusie aan het dubieuze gepubliceerde cijfermateriaal verbonden kon worden. En nu via bruto productiemeters alle nieuwe PV-spul aangemeld bij CertiQ (alleen SDE installaties!) wordt bemeten, blijken de statistieken heftige schommelingen te vertonen die geen enkele [fysieke] realiteit kunnen weerspiegelen. Conclusie: het wordt de hoogste tijd dat Europa eens ging ingrijpen op de extreem shaky blijvende basis van onze "duurzame energie statistieken". Dat zijn overigens niet de enige statistieken rond het wit-hete thema "energie" in Nederland, want tot aan de Verenigde Naties aan toe wordt ons land op steeds nadrukkelijker wijze op de vingers getikt over het uitblijven van snoeiharde, verifieerbare en correcte data over de emissies in onze bomvol fossiele industrieën staande, jaarlijks miljoenen tonnen aan CO2 en andere broeikasgassen uitbrakende landje. En blijken volgens zeer goed ingelichte bronnen onze emissie rapportages 25% of mogelijk veel meer onder de werkelijk "gerealiseerde" emissies te liggen**...

Duidelijk blijft in ieder geval in deze blijvend kronkelige analyses dat het exacte monitoren van de "marktgroei van PV" in Nederland vergeven blijft van mysteries en constante vraagtekens. En dat is een zeer slechte zaak die de politici in Den Haag hoog op zouden dienen te nemen, gezien hun extreem gevoelige en ambitieuze, doch nog nauwelijks verzilverde duurzaamheidsclaims. Maar misschien is dit alles nog veel erger, en hebben onze eigen Regenten er wel baat bij dat die mist zo dik mogelijk blijft. Omdat de waarheid wellicht te afschuwelijk is om in uw hersenpan te mogen doordringen...

** 182,2 miljoen ton CO2 equivalenten per jaar, wat ruim een factor ZEVEN maal zo hoog is per oppervlakte eenheid land als bij de wijdvebreid als zodanig bekende "smeerkezen U.S.A. en China", volgens de voortdurend grondige berichtgeving van Paul Cohn van Opgewekt.nu (waarvoor blijvend grote dank!).


Jaarlijkse CertiQ data (uit jaaroverzichten)

Figuur 8. Volledig bijgewerkt tm. Certiq jaaroverzicht 2011.
Resultaten van data uit de tot nu toe verschenen (gereviseerde) jaaroverzichten (zeg maar: samenvattingen van de maandelijkse rapportages door CertiQ), en het begin 2012 gepubliceerde voorlopige overzicht voor 2011 (revisies verschijnen meestal halverwege het jaar). Kolommen voor 2011 zijn met gestippelde rand aangegeven (data worden nog waarschijnlijk bijgesteld). Dit alles voor zover de gegevens beschikbaar zijn. CertiQ heeft in het verleden in jaaroverzichten slechts vanaf 2007 gerapporteerd volgens mijn gegevens. Op de nieuwe website zijn geen oudere gegevens dan die voor 2010 te vinden. Tot en met 2006 zijn de gegevens voor de aantallen installaties aan het eind van het jaar uit de betreffende december maandrapporten gehaald. In dat laatste kan een geringe onnauwkeurigheid in zitten, maar de verwachting is dat het eindresultaat weinig zal verschillen van de getoonde CertiQ cijfers.

De data per jaar zijn in gekleurde kolommen weergegeven. In gearceerde kolommen helemaal rechts in de figuur zijn de gemiddeldes per jaar gegeven over de geanalyseerde periode (2003-2011). Status van de data: begin januari 2012 (voorlopig). Op de linker Y-as het aantal nieuw gecertificeerde PV-installaties per jaar, blauwe kolommen. Op de rechter Y-as de hoeveelheid gecertificeerde stroom productie in MWh (groene kolommen). Let op de "vele" nieuwe PV-installaties in 2009 en 2010, het resultaat van de invoering van een nieuw, bureaucratisch subsidiesysteem per 1 april 2008. Die "groei" van maximaal 3.077 nieuwe PV-systemen (2009) dient direct flink te worden gerelativeerd: Vlaanderen zette er in dat jaar met 2,7 maal zo weinig inwoners dik 50.000 nieuwe installaties bij die ook nog eens per stuk fors groter qua opgesteld vermogen waren... De Nederlandse installaties zijn meestal vrij klein, rond de 2-3 kWp/systeem (particuliere systemen). In 2010 werden volgens de laatste stand van zaken zelfs 8,4% minder nieuwe SDE installaties bijgeschreven bij CertiQ dan in 2009 (2.817 in 2010 versus 3.077 in 2009). En in 2011 zijn er tot en met het einde van het jaar nog minder nieuwe installaties gemeld, terwijl de SDE regeling(en) "op volle sterkte" aan het draaien zou(den) zijn...

Gaarne ook in deze figuur aandacht voor het feit dat ondanks de enorme "boom" van nieuwe PV installaties in het topjaar 2003 (bijna 20 MWp nieuwe capaciteit, zie CBS data elders op deze webpagina), vrijwel geen enkele installatie daarvan als "gecertificeerd" is opgenomen in de CertiQ database, en de fysieke productie daarvan dus ook niet wordt geregistreerd...

In 2011 zou er volgens de voorlopige CertiQ cijfers slechts 13,5 GWh aan zonnestroom productie zijn gecertificeerd door CertiQ. Dat is, gezien het feit dat er eind van dat jaar bijna 51 MWp aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit stond ingeschreven (waarvan al bijna 30 MWp begin van het jaar aan het net gekoppeld stond) bizar weinig! Met een in Nederland volstrekt haalbare specifieke opbrengst van 900 kWh/kWp.jaar zouden 15 installaties van elk 1 MWp al die 13,5 GWh kunnen produceren. In het laatst bekende spreadsheet van het Duitse Bundesnetzagentur, september 2011, werden al 46 nieuwe PV-installaties van minimaal 1 MWp per stuk, met een gezamenlijk vermogen van 141 MWp opgetekend (die het negenvoudige volume aan zonnestroom zouden kunnen gaan maken, mogelijk nog veel meer)...


Feiten update maandrapport 1-12-2011 (overzicht december 2011, download van CertiQ site dd. 4 januari 2012)

  • Aantal zonnestroom producenten geregistreerd bij CertiQ: 9.054 (eind november 2011: 8.895).

  • Vermoedelijk aantal SDE klanten: 9.054 - 564 (door Agentschap in april 2011 bijgesteld aantal bij CertiQ ingeschreven [overgebleven] MEP installaties, dat was in maandrapport CertiQ van maart 2008 nog 616 stuks) = 8.490 (93,8% van totaal; november 2011: 8.331)***.

  • Bijgekomen t.o.v. vorige maand: 159 stuks (november 2011: 171). Let wel, in Vlaanderen ligt die volumegroei aan nieuwe registraties per maand gemiddeld over een lange periode rond de 3.500/maand...

  • Groei t.o.v. accumulatie vorige maand: 1,8% (november 2011: 2,0%).

  • Capaciteit groei SDE: Aanname start capaciteit gecertificeerd PV-vermogen 1 april 2008 (officiële startdatum van eerste SDE regeling), ontleend aan grafiek december 2009: 12,2 MWp. Capaciteit gecertificeerd vermogen eind december 2011 (volgens opgave CertiQ zelf): 50,9 MWp. Hoogstwaarschijnlijk sinds 1 april 2008 bijgeplaatst, bij CertiQ geregistreerd "SDE vermogen": 38,7 MWp (in 45 maanden tijd).

  • Realisatie SDE volgens cijfers Agentschap NL
    Totaal "gecommitteerd", oorspronkelijk beschikt SDE vermogen zonnestroom:
    SDE 2008 18,8 MWp; SDE 2009 (15 + 5 + 5,9 + 5,9 =) 31,8 MWp; SDE 2010 (20 + 5 =) 25 MWp
    . Voor de 3 SDE regelingen: 75,6 MWp. Gebaseerd op data in een eerder gepubliceerd bericht van het Planbureau voor de Leefomgeving (13 september 2010) en mijn eerdere bevindingen in een uitgebreid artikel over de cijfers in de "Klimaat Monitor" van Agentschap NL van 31 juli 2010 kwam ik nog op een overgebleven vermogen van 73,147 MWp uit voor de eerste drie SDE jaren, lager dan aanvankelijk voorzien. Volgens door Agentschap NL gepubliceerde beschikkingen lijsten voor SDE 2010 (kopieën opgevraagd door PPV) zouden er 131 beschikkingen voor categorie "groot" zijn uitgegeven, en 4.234 voor categorie "klein" (peildatum 1 juni 2010). Helaas werden aanvankelijk in die lijsten geen beschikte vermogens genoemd. Volgens het meest recente jaaroverzicht van Agentschap NL in april 2011 (MEP/SDE jaargegevens, PPV analyse, en recente gedetailleerder gegevens uit de "Klimaat Monitor"), waar die data wel zijn gepubliceerd, zijn die beschikte vermogens alweer lager geworden: SDE 2008 14,931 MWp, SDE 2009 28,943 MWp, SDE 2010 24,671 MWp. Totaal dus 68,545 MWp beschikt (status 5 jan. 2012 cf. Klimaat Monitor). Van het oorspronkelijk gecommitteerde volume van 75,6 MWp is er dus volgens die laatste stand alweer 7,055 MWp van af gegaan (dus 9,3% minder aan capaciteit beschikbaar, de redenen van de forse uitval zijn niet bekend gemaakt).

    Agentschap publiceert in de tweede helft van 2011 eindelijk nu ook regelmatig bijgewerkte overzichten van de realisaties binnen de SDE regelingen, de hete kern waar alles om zou moeten draaien. Het laatst mij bekende exemplaar met ijkdatum 1 december 2011 geeft de volgende realisaties voor zonnestroom in de SDE 2008-2011 regelingen: 8,1 (2008) + 9,7 (2009 klein) + 5,4 (2009 groot) + 8,0 (2010 klein) + 1,5 MWp (2010 groot). Bij elkaar opgeteld komt dit voor de SDE 2008-2010 op slechts totaal 32,7 MWp uit (was in 1 okt. 2011 overzicht nog 25,9 MWp, dus 26% meer). Van 68,545 MWp aan beschikkingen actueel in de Klimaat Monitor van Agentschap NL. Dat zou dus nog steeds maar een "realisatie" (volgens cijfers Agentschap NL) van slechts 47,7% zijn voor de drie eerste SDE rondes. Uitgesplitst naar SDE regeling: 2008 54,2%, 2009 52,2%, en 2010 nog maar 38,5%. Diep, diep treurig, als de basiscijfers correct / actueel zouden zijn. Zie echter ook de meer actuele (totaal) cijfers volgens data CertiQ, hier onder.

  • Realisatie SDE volgens cijfers CertiQ
    De vraag dringt zich op of de door Agentschap NL gepubliceerde cijfers wel "actueel genoeg zijn". Die vraag is legitiem, want het Agentschap is volkomen afhankelijk van de cijfers die het van CertiQ krijgt over de realisatie (lees: inschrijving na goedkeuring PV-installatie door netbeheerder cq. plaatsing bruto productiemeter). Hier zit uiteraard vertraging in, ambtelijke molens draaien zelfs/ook in Nederland niet snel. CertiQ publiceert maandelijkse updates, en zal dus recentere, versere data hebben. Vandaar dat de meest actuele berekening hier onder uit de meest recente CertiQ cijfers volgt.

    Uit de eerder in dit overzicht rood weergegeven getallen
    volgt de "realisatie" van het (laatst bij Agentschap bekende) beschikte SDE vermogen tot en met december 2011 in de vorm van het "bij CertiQ bekende gecertificeerde, in bedrijf genomen SDE vermogen" (NB: SDE regelingen 2008-2010): slechts 38,7/68,545 = 56,5%. In augustus 2011 was dat nog 45,2%. Omdat er op output (door genoemde opgestelde capaciteit te genereren kWh, echter ook slechts eenmaal per jaar fysiek bemeten) wordt gesubsidieerd, en slechts traag toenemend vanwege de tergend langzaam groeiende SDE "capaciteit" realisaties, ligt er dus al lange tijd een aanzienlijke hoeveelheid gereserveerd geld volledig werkeloos te wezen in de Staatskas, nog steeds dik 43% van het "te beschikken" kapitaal. Wat voor de zoveelste maal de ineffectiviteit van het door EZ/EL&I op de "markt" gegooide (ook beslist geen "innovaties" genererende) incentive beleid op dramatische wijze weergeeft. Voor berekening van realisatie percentage van de "aantallen" beschikkingen, zie verderop.

  • De cumulatieve hoeveelheid door CertiQ uitgegeven Garanties van Oorsprong (GVO's) zonnestroom sinds 1 juli 2001: 68,322 GWh (in november 2011 was dat nog: 65,421 GWh). Dat komt neer op gemiddeld slechts 542 MWh per maand in die periode van 126 maanden. Dat zou het equivalent zijn van het stroomverbruik van slechts zo'n 1.857 huishoudens (die verondersteld 3.500/12 = 292 kWh/maand gemiddeld zouden verbruiken).

  • Daarvan is 23,255 GWh voor "eigen gebruik" toegekend en 45,067 GWh is "bewezen" (bemeten) ingevoed op het distributienet (verhouding 34,0% resp. 66,0%). NB: het door CertiQ vastgestelde percentage "eigen gebruik" groeit al sinds de start van deze specifieke sub-registratie in maart 2009: toen was het aandeel "eigen verbruik" nog slechts 17,0%. Dit heeft mogelijk deels te maken met het feit dat bij mensen met Ferrarismeters (nog steeds de meerderheid) alle geregistreerde opwek (op de aparte bruto productie meter) fictief als "eigen verbruik" wordt gezien (wat natuurlijk absoluut niet de realiteit is) cq. als zodanig wordt "toegekend"****. Een andere, belangrijkere reden kan zijn dat steeds grotere - bedrijfsmatige - "spelers" met overdag een continu fors eigenverbruik achter een kleinverbruik (max. 3x 80 Ampère) aansluiting bij CertiQ geregistreerd worden, die natuurlijk een veel groter deel van de opwek van de nog steeds bescheiden PV-installaties consumeren dan eenvoudige burgers (met hun gemiddeld genomen zeker in de productieve zomer periode lage consumptie) dat kunnen doen.

  • Gemiddeld zijn er vanaf 1 januari 2003 tot 1 april 2008 (start SDE) 6 nieuwe zonnestroom producenten/maand geregistreerd bij CertiQ (gemiddeld groeipercentage 2,1%/maand).

  • Gemiddeld zijn er vanaf 1 april 2008 (officiële start SDE) 188 nieuwe zonnestroom producenten/maand geregistreerd bij CertiQ (gemiddeld groeipercentage 6,3%/maand).

  • Bovenstaande getallen waren voor oktober 2011 nog 188 resp. 6,5%/maand.

  • Eind december 2011 was de totale geaccumuleerde gecertificeerde zonnestroom capaciteit in Nederland volgens het op 2 januari 2012 gedateerde voorlopige jaarrapport 2011 van CertiQ 50,862 MWp. Eind december 2010 was die PV-capaciteit in Nederland volgens het op 1 juli 2011 gedateerde gereviseerde CertiQ jaarrapport 31,613 MWp (NB: in het op 10 mei 2011 gedateerde CertiQ jaarverslag over 2010 staat "29 MW" vermeld, wat dus achterhaald lijkt te zijn gezien de recentere gegevens). Op basis van een mededeling van de persvoorlichter van TenneT zou de status eind december van 2009 18,446 MWp zijn geweest.

  • Met bovenstaande getallen worden de voorlopige nieuwbouw cijfers van (uitsluitend) gecertificeerde SDE installaties voor het hele kalenderjaar 2010: 13,167 MWp. En voor het kalenderjaar 2011 zou het nieuwbouw volume voorlopig neerkomen op 19,249 MWp, in afwachting van latere correcties in een gereviseerd jaarrapport voor 2011. Dat laatste getal komt per maand gemiddeld neer op slechts 1,604 MWp gecertificeerde nieuwbouw (totaal, dus inclusief alle niet bij CertiQ bekend geworden niet SDE installaties zou het best neer kunnen gaan komen op meer dan het dubbele volume).

  • In 2009 bedroegen deze marktgroei cijfers 5,984 MWp (hele jaar) resp. 499 kWp/maand. Let wel: uitsluitend bij CertiQ ingeschreven, gecertificeerde installaties. In de betreffende periode ook: hoogstwaarschijnlijk uitsluitend SDE systemen.

  • In 2009 lijkt de genoemde 5,984 MWp aan bij CertiQ ingeschreven capaciteit zo'n 57% van de totale "afzet van netgekoppelde capaciteit aan eindgebruikers" (CBS cijfers: 10,578 MWp) buiten de SDE om, en dus ook buiten de CertiQ registraties om gerealiseerd. Voor een analyse met oudere cijfers van CBS en CertiQ, zie het bericht van 21 juli 2010. De donkergroene opwek van al die nieuwe (en oude) PV-installaties wordt nergens centraal als zodanig geregistreerd. Voor 2010 zijn eindelijk voorlopige data gepubliceerd door CBS / StatLine (30 juni 2011), herbevestigd in het later geopenbaarde jaar rapport "Hernieuwbare" energie in Nederland 2010, van CBS: Marktafzet 20,682 MWp, waarvan 20,391 MWp netgekoppeld. Met het hierboven voorlopig vastgestelde CertiQ cijfer voor 2010 (13,167 MWp) zou er dan zo'n 7,224 MWp buiten de SDE om zijn gerealiseerd, dat was ongeveer 35% van de netgekoppelde jaar afzet. Dat aandeel kan in 2011 beslist weer richting de 50% gaan (daarvoor moeten de CBS resultaten worden afgewacht). Verder houdt geen enkele instantie in Nederland de niet gecertificeerde PV-installaties bij (let wel: er zijn vele tientallen leveranciers in Nederland, hun afzet is voor een groot deel compleet onbekend). Zowel de daadwerkelijke markt afzet, en vooral ook de fysieke zonnestroom productie is in ons land een groot mysterie en wordt permanent het graf in genegeerd door politiek Den Haag.

  • Nieuw geregistreerde capaciteit in december 2011: 50,862 - 48,312 = 2,55 MWp. Dit is iets lager dan het "record" aan nieuw gemeld vermogen bij CertiQ, in oktober 2011 (2,589 MWp), als we het ongeloofwaardige getal van 3,511 MWp voor januari 2010 negeren (erna zouden twee maanden met negatieve groeicijfers zijn gevolgd volgens CertiQ cijfers). De bijschrijving in december 2011 komt neer op een gemiddelde hoeveelheid van 82 kWp/dag, of grofweg 411 modules van 200 Wp per stuk. Het nieuw gemelde volume kwam in oktober 2011 neer op gemiddeld 84 kWp/dag. Ondanks het "oktober 2011 recordje" een blijvend pover resultaat, zeker m.b.t. het met veel meel in de mond rond getoeterde SDE "incentive" regime wat daar de basis van is.

  • Uit groei van de aantallen installaties en groei van de nieuwe capaciteit in december 2011 volgt een gemiddelde nieuw bijgeplaatste systeemgrootte van 2.550 (kWp) gedeeld door 159 (nieuwe PV-systemen) = 16,0 kWp/installatie, wat alweer een nieuw "record" is (hiervoor hadden de maanden juli en oktober, en november 2011 de hoogste "gemiddelde nieuwe installatie grootte" van 10 tot 13,2 kWp). NB: dat is dus inclusief "grote" systemen. De toename van dat installatie gemiddelde is waarschijnlijk te wijten aan diverse "grote" SDE systemen die inmiddels zullen zijn ingeschreven (die tm. 2010 per SDE beschikking slechts maximaal 100 kWp konden bevatten, vooral Horizon Energy / HVC heeft flink relatief grote installaties gerealiseerd in 2011). De tijd begint namelijk echt te dringen voor de beschikte "grote" installaties uit de SDE 2009 regeling, die moeten nu snel opgeleverd gaan worden als ze verlenging hebben gekregen, anders verliezen ze hun beschikking. Het is in dit specifieke geval uitermate zorgwekkend dat van het oorspronkelijk beschikte vermogen van 11,8 MWp voor "SDE 2009 groot" er in de 1 december 2011 update van Agentschap NL nog slechts 5,4 MWp als "gerealiseerd" genoteerd bleek te staan! Dat is nog maar 46% van de aanvankelijk beschikte hoeveelheid, ruim 2 jaar nadat de aanvragers zo'n beetje hun beschikking moeten hebben gekregen!

  • Volgens de gegevens in de CertiQ maandrapporten was de gemiddelde nieuwe systeemgrootte in het kalenderjaar 2011 7,8 kWp/installatie. Dat was in 2010 nog 4,0 kWp, en in 2009 gemiddeld 2,1 kWp per nieuw bij CertiQ ingeschreven PV-systeem. Ergo: in een jaar tijd ongeveer (weer) een verdubbeling van de nieuw ingeschreven gemiddelde over-all systeemgrootte, wat natuurlijk logisch is omdat de eerste SDE 2009 installaties "groot" voor het eerst in de cijfers voor 2010 zullen zijn verwerkt. In het eerste kwartaal van 2011 lag het gemiddelde niveau al op 6,2 kWp per systeem (NB: alle SDE installaties, dus inclusief de systemen cq. ingevulde beschikkingen van max. 100 kWp).

  • Gemiddeld zijn er vanaf 1 januari 2003 tot 1 april 2008 (start SDE) 347 nieuwe GVO's/maand geregistreerd bij CertiQ (gemiddeld groeipercentage 3,8%/maand).

  • Gemiddeld zijn er vanaf 1 april 2008 (start SDE) tot en met december 2011 985 nieuwe GVO's/maand [NB: 985 MWh] geregistreerd bij CertiQ (gemiddeld groeipercentage 2,4%/maand). Die maandelijkse groei is procentueel dus nog steeds slechts 63% van de periode voordat de SDE werd geïmplementeerd, al neemt het tempo langzaam toe.

  • Bovenstaande getallen waren voor de periode tot en met oktober 2011 nog 942 resp. 2,3%/maand.

  • Nieuwe berekening impact SDE / aantallen. Door totstandkoming van de nieuwe populatie "SDE 2009 beschikten" (aanpassing van bericht medio augustus in bespreking beschikkingen lijsten SDE 2008/2009 en latere revisies): SDE 2008 6.884 beschikkingen, SDE 2009 3.274 exemplaren toegekend. In totaal zijn er nu volgens de laatste cijfers 10.158 zonnestroom aanvragen (SDE 2008 + 2009) "beschikt". Van deze hoeveelheid beschikkingen zou met de CertiQ cijfers voor december 2011 voor de SDE 2008-2009 zuiver theoretisch nog steeds slechts 83,6% van de aantallen beschikkingen zijn ingevuld (8.490 realisatie CertiQ waarbij het gereviseerde aantal van 564 MEP beschikkingen is uitgesloten). De verwachting was dat dit percentage in 2011 sterk zou gaan stijgen zodra de eerste grotere aantallen SDE 2009 beschikten daadwerkelijk werkende bruto productiemeters in de meterkast gekregen zullen hebben, het hele administratieve circus tussen netbeheerder, CertiQ en SenterNovem Agentschap NL hebben doorlopen, en uiteindelijk als "geaccepteerd" in de database van CertiQ zouden zijn of worden opgenomen. Vooralsnog blijft zelfs die groei nog steeds aan de lage kant en begint de tijd voor realisatie van de nog niet gestarte projecten te dringen, zelfs als er eenmalig verlenging voor de realisatie datum is aangevraagd bij Agentschap NL.

    SDE 2010 included
    Er moet echter steeds serieuzer rekening gehouden gaan worden met in de aantallen op te nemen installaties die reeds eerder zijn beschikt voor SDE 2010, en die in toenemende getale ook al bij CertiQ zijn dan wel worden geregistreerd. Een zo'n installatie, een fraai monokristallijn 8,14 kWp systeem, werd al rap, eind augustus 2010 openbaar gemaakt. Als de netbeheerder een beetje heeft voortgemaakt met de bruto productiemeter, zou dat systeem niet heel erg lang daarna bij CertiQ aangemeld moeten kunnen zijn. Gaan we uit van alle tot nu toe uitgegeven beschikkingen, voor SDE 2008 tm. 2010 (gereviseerd: 14.507 stuks), is de invulling van de realisatie qua (alweer naar beneden bijgestelde beschikte) aantallen tot nu toe nog steeds maar een magere 58,5%, 3 jaar en 9 maanden na de start van de SDE regeling (vergelijk dit met het realisatie percentage voor de beschikte capaciteit [MWp], eerder berekend uitgaande van de CertiQ data: 56,5%). Bij Agentschap NL werd niet gerept over "aantallen gerealiseerd" in hun jaaroverzicht MEP/SDE tm. 2010, ook in hun SDE updates wordt helaas niet ingegaan op de evolutie van de gerealiseerde aantallen beschikkingen (alleen het gerealiseerde vermogen).

    De vraag is ook of de SDE 2008 verder nog fors zal groeien qua daadwerkelijk ingevulde aanvragen. De inschatting van Polder PV is: die overgebleven 6.884 beschikkingen (bijna 15 MWp) gaan zeker nooit allemaal worden ingevuld, zelfs al melden zich af en toe nog steeds sommige "beschikten" die alsnog hebben laten installeren (of het zelf hebben gedaan). Zie voor een recent "exemplaar", PV-newbee Roest uit Noordwijkerhout. In de laatste Agentschap NL update is nog slechts 8,1 MWp daarvan gerealiseerd. Mogelijk gaan er dus een paar duizend van die met absurd veel moeite tot stand gekomen beschikkingen verworden tot een waardeloos vod papier waar niet meer naar wordt omgekeken en ergens in een bureaulade liggen te verstoffen. Formeel hebben de indieners voor SDE 2008 4 jaar tijd voor invulling na toekenning van de beschikking (dus ongeveer tot oktober 2012), voor SDE 2009 en 2010 aanvragers/beschikten is dat terug gebracht naar anderhalf jaar. SDE 2009 aanvragers hebben dan tot ongeveer februari 2011 de tijd gehad voor daadwerkelijke realisatie (afhankelijk van exacte datum van de beschikking). En hadden dus inmiddels al moeten hebben "gerealiseerd", of, waarschijnlijker, ze hebben bij Agentschap NL de realisatie datum eenmalig kunnen opschuiven. Het gaat juist voor deze groep beschikten de hoogste tijd worden om actie te ondernemen en Polder PV verwachtte in 2011 dan ook een kleine "hausse" aan daadwerkelijk ingevulde SDE 2009 projecten te gaan zien. Zelfs dat lijkt met de immer voortkruipende realisatie cijfers gepubliceerd door CertiQ en Agentschap NL vooralsnog een illusie te zijn, en mogelijk gaat dus ook al van de SDE 2009 regeling een hoop "potentiële realisatie" (beschikt en wel) voor eeuwig verloren, en heeft er een grote hoeveelheid geld niets liggen doen in 's Rijks goed gevulde kluizen...

    Gezien het feit dat SDE 2010 beschikkingen vanaf ongeveer eind april van dat jaar uitgegeven bleken te worden (categorie "klein"), zouden de eigenaren daarvan tot ongeveer eind oktober 2011 tot invulling hebben moeten overgaan om nog binnen de formele realisatie periode te blijven (het grootste deel zou volgens zeggen van Agentschap NL in juni 2010 uitgegeven moeten zijn). De paar beschikkingen (131 stuks uit de stortvloed van op 31 mei 2010 binnengekomen 35.000 aanvragen) voor categorie SDE 2010 "groot" zouden mogelijk op zijn vroegst ongeveer begin augustus uitgegeven kunnen zijn, etcetera: Het wordt allemaal een ongelofelijk complexe warboel om de "invulling" van de beschikkingen uit verschillende jaren nauwgezet te volgen, ook al vanwege de mogelijkheid om de installatie datum te kunnen verschuiven (waar Polder PV geen inzicht in heeft).

  • Voor verdere info over het SDE jaar 2009, zie ook de aparte pagina met o.a. uitvoerige bespreking van de oorspronkelijke en gereviseerde CertiQ jaarrapporten en de jaarverslagen. En artikelen op de website Duurzameenergiethuis.nl met enkele destijds nog niet bekende marktdata. Het bij CertiQ ingeschreven gecertificeerde vermogen was volgens de persvoorlichter van CertiQ eigenaar TenneT in 2009 gegroeid van 12,462 naar 18,446 MW, dus 5,984 MWp in een jaar tijd. Dit zal waarschijnlijk nog steeds niet het fysiek netgekoppelde (SDE) vermogen blijken te zijn in dat jaar, gezien de lange administratieve weg tussen plaatsing van de bruto productiemeter en het felbegeerde (?) vinkje in de CertiQ database. Er kunnen dus met terugwerkende kracht nog steeds systemen bij zijn gekomen, al is niet te voorzien hoeveel, en wanneer die bijschrijving dan wel officieel "beeindigd" zou gaan worden. Het is ook nog steeds mogelijk dat het geaccumuleerde vermogen van 2008 aangepast wordt, waardoor het totale volume voor 2009 nog steeds niet definitief is vastgesteld (zie de aparte pagina voor detail analyse).

    Uiteraard geldt hetzelfde voor 2010, waarvoor reeds een eerste bespreking van de voorlopige CertiQ cijfers met markt"segmentatie" door Polder PV is gepubliceerd op de desbetreffende webpagina.

Deze typische, grillige, glibberige, en blijvend belabberde Nederlandse cijfers altijd in gedachten houden als u de recente, volledig gedocumenteerde marktgroei van de oosterburen in beschouwing neemt: 2008 >1,9 GWp; 2009 4,4 GWp; 2010 inclusief record maand juni (2,1 GWp) voorlopig alweer 7,0 GWp (voorlopige data Bundesnetzagentur). En de eerste 9 maanden van 2011 nog eens 3,4 GWp erbij. In 2010 (volgens voorlopige cijfers BDEW) al goed voor een fysieke productie van 11.683 GWh op jaarbasis, wat neerkomt op ongeveer 974 GWh gemiddeld per maand opwek aan zonnestroom in Duitsland. Dat is een factor 989 maal zoveel als het beetje (ongeveer 985 MWh/maand gemiddeld) wat in de vorm van groene certificaten in Nederland voor PV door CertiQ werd uitgegeven in de SDE periode (sinds april 2008).

NB: de feitelijke totale zonnestroom productie in Nederland, inclusief de talloze niet gecertificeerde installaties, is een groot mysterie, ondanks extreem speculatieve cijfers van het CBS daarover (natte vinger werk, een exacte benadering is vrijwel onmogelijk). Zie daarvoor mijn kritische kanttekeningen bij de CBS cijfers elders op deze pagina.

*** Berekend door het aantal geaccumuleerde GVO producenten door CertiQ geregistreerd aan het eind van de besproken maand af te trekken van het aantal geaccumuleerde producenten geregistreerd eind maart 2008 (vlak voor start SDE 2008 op 1 april van dat jaar). Deze berekening kon alleen maar redelijk "safe" gedaan worden totdat de impact van de SDE 2009 daadwerkelijk bij CertiQ gestalte ging krijgen. Aangezien pas eind juli 2009 de (oorspronkelijk 3.274) beschikkingen voor in 2009 gedane aanvragen uitgegeven zijn, en er nog steeds lange wachttijden zijn bij de netbeheerders voor het plaatsen van bruto productiemeters, zouden zelfs de reeds na 6 april aan het net gekoppelde nieuwe systemen onder die regeling nog minimaal een maand hebben moeten wachten voordat ze waarschijnlijk een in werking gezette bruto productiemeter hebben. Vanaf dat moment is het natuurlijk een warboel geworden met de cijfers, want toen gingen verschillende SDE beschikkingen (met elk weer onvergelijkbare categorieën) volledig door elkaar heen lopen, ook bij CertiQ. Vanaf dat moment (??? augustus-september 2009 ???) kan er dan ook alleen maar gekeken worden naar de "accumulerende impact" van de SDE regeling, niet meer naar het effect van elk jaar, omdat de cijfers daarvan lange tijd niet bekend waren (werden pas veel later rapportages van vrijgegeven).

Op 1 maart 2010 is de derde SDE ronde (vertraagd) ingaan en direct massaal overtekend op de eerste dag, te beginnen met de "categorie klein" (qua output voor maximale installatie grootte feitelijk gecapt op het traject 1,0 tm. 7,5 kWp). Voor de "grotere" projecten kon pas vanaf 31 mei 2010 worden ingetekend, en dat werd - alweer op de eerste dag - op gigantische schaal gedaan met 35.000 aanvragen, waarvan er slechts 131 stuks "mogen" doorgaan (en een slim ondernemers-koppel afkomstig van energie tycoon Eneco er 66 heeft ingepikt)... Vanaf eind april 2010 (eerste beschikkingen verstuurd door Agentschap NL) gaan er drie SDE regelingen compleet door elkaar heen lopen. Zowel m.b.t. de administratieve afhandeling, als m.b.t. de realisatie... Bovendien moet rekening gehouden worden met - om niet verklaarde reden - uit de GVO regeling "verdwenen" capaciteit. Voorbeelden: (1) mogelijke dip in mei 2009, ondanks de 244 nieuwe SDE intreders, zie ook toelichting over een eerdere bizarre, diepe "dip" onder figuur 1); (2) de "weer ingetrokken" (???) installaties tussen de januari, februari en maart 2010 rapportages van CertiQ...

**** Voor het eerst is door CertiQ een splitsing in deze twee categorieën gemaakt in het overzicht voor maart 2009. SDE klanten die om wat voor (wettelijk legitieme) redenen dan ook hebben geweigerd de automatisch salderende Ferrarismeter in hun meterkast tegen betaling te laten omruilen voor een viertelwerk meter (die invoeding en afname op aparte telwerken kan registreren), worden door CertiQ behandeld "als zouden ze al hun zonnestroom opwek in eigen huis hebben geconsumeerd". De typisch ambtelijke formulering die het gevolg is van het door de knieën gaan van van der Hoeven (EZ) voor druk uit de samenleving om de prima werkende Ferrarismeter te laten hangen, vindt u in de tekst van een zoveelste "ministeriële regeling". Gepubliceerd in de Staatscourant van 3 november 2008 (zie elektronisch exemplaar). De meest pregnante frase daar vindt u in de vorm van een nieuw "lid" (5) van artikel 4, in een prachtige, uit maar liefst 67 woorden bestaande zin die eindigt met de veelzeggende (...) frase: "... wordt, in afwijking van het vierde lid, de hoeveelheid duurzaam opgewekte elektriciteit die door de betreffende productie-installaties op een net wordt ingevoed steeds gesteld op nul kWh." Hier wordt dus gesteld "dat er niets op het laagspanningsnet zou worden ingevoed ten bate van de verstrekking van groencertificaten", terwijl dat fysiek gesproken uiteraard wel degelijk het geval is bij overschot van zonnestroom (bij alle netgekoppelde zonnestroom producenten, maakt niet uit welke meter je hebt). Dit is dan ook Nederland, waar continu aan compleet waanzinnige regelgeving wordt gevingerd, om weer eventjes wat opgeflakkerde parlementaire paniek de kop in te drukken. De "wetgeving" in Nederland is dan ook een grote ramp van bij elkaar geschraapte gelegenheids-regelgeving waar absoluut geen gezond en doordacht in en in duurzaam beleid van valt te verwachten...


Basisinformatie: CBS data en maandrapporten website CertiQ

http://www.cbs.nl
http://www.certiq.nl/ (Cijfers en overzichten >>> Statistisch overzicht CertiQ)

Voor bespreking van het jaarrapport 2009 van CertiQ, zie aparte pagina. Idem voor de eerste resultaten voor 2010 een aparte pagina.

Wijziging in berekening systematiek "vermeden inzet primaire energie", ook bij zonnestroom (effect marginaal, 9 TeraJoule meer "vermeden" na dan voor wijziging in het protocol) per mei 2010 (verkorte link CBS publicatie):
http://tinyurl.com/29yqmou


Andere referenties

http://www.solarbuzz.com/EUE09.htm (in de abstract voor het marktoverzicht voor Europa staat onder "small emerging markets" Nederland slechts als een voetnoot zonder verdere byzonderheden vermeld in de inhoudsopgave op de website van Solarbuzz...)


Berekeningen en grafieken: Polder PV (geen juridische status, gaarne eerst bericht als u grafieken wilt gebruiken). Correcties, aanvullingen en verhelderingen worden op prijs gesteld. Via mijn mail adres, s.v.p.

Disclaimer. Graphs and data presented on this page and the website Polder PV do not have a legal status. Please refer to the original sources for clarification. This information page is part of a non-commercial private undertaking to enhance public awareness of national and global development in the solar energy industry. Please contact the webmaster if you want to use the graphs made by him from the raw data.

Waar "SenterNovem" is gebruikt op deze pagina gelieve vanaf januari 2010 s.v.p. "Agentschap NL" te lezen (hierin zijn drie EZ organisaties ondergebracht). EZ werd later omgevormd tot een super machtig ministerie ("EL&I") door het oude EZ en Landbouw bij elkaar te vegen.


webpagina voor het eerst opgemaakt dd. 6 april 2009, daarna indien mogelijk maandelijkse updates:

7 mei 2009; 12 mei 2009 (incl. voorlopige CBS cijfers 2008); 5 juni 2009; 6 juli 2009; 5 augustus 2009; 3 september 2009; 18 september 2009 (definitieve CBS cijfers 2008); 25 september 2009 (foutje hersteld); 7 oktober 2009; 5 november 2009; 4 december 2009; 6 januari 2010; 15 januari 2010; 3 februari 2010; 9 maart 2010; 27 april 2010; 21 mei 2010; 26 juni 2010; 8 juli 2010; 21 juli 2010 (update CBS data sectie 1 op deze pagina, stand 2009 "voorlopig"); 9 augustus 2010 (CertiQ update juli); 6 september 2010 (CertiQ augustus); 28 oktober 2010 (CertiQ september); 5 november 2010 (CertiQ oktober); 5 december 2010 (CertiQ november); 17 januari 2011 (CertiQ december 2010); 4 februari 2011 (CertiQ januari 2011); 11 maart 2011 (CertiQ februari 2011); 6 april 2011 (CertiQ maart 2011); 8 mei 2011 (CertiQ april 2011); 27 juni 2011 (CertiQ mei 2011); 3 juli 2011 (volledige update en revisie voorlopige CBS/StatLine gegevens tot en met 2010); 4 juli 2011 (verklaring anomalie CBS vs. EurObserv'ER data voor 2010); 12 juli 2011 (CertiQ juni 2011); 3 augustus 2011 (CertiQ juli 2011); 6 september 2011 (CertiQ augustus 2011); 14 september 2011 (update CBS data n.a.v. hernieuwbare energie 2010 rapport van 8 sep. 2011); 12 oktober 2011 (CertiQ september 2011); 4 november 2011 (CertiQ oktober 2011); 7 december 2011 (CertiQ november 2011); 22 december 2011 ("lots of fog" foto Zonnewende project); 5 januari 2012 (CertiQ december 2011).

 


© 2009-2012 Peter J. Segaar/Polder PV, Leiden (NL)