Nieuws zonnestroom actueel
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index

SOLARENERGYERGY

Nieuws & analyses P.V. pagina actueel

meest recente bericht boven

Specials:
"Onmogelijke" jaargroei 2024 gecertificeerde PV markt VertiCer naar 3.792 MWp
Zonnestroom productie in somber oktober 2025 fors onderuit, 28% lager dan in oktober 2024
RVO dossier SDE - 331 MWp netto toename t.o.v. QII 2025, groei 2024 blijft duidelijk achter op aanwas 2023

Vanaf 8 oktober 2025

<<< recenter

actueel 203 202 201 200-191 190-181 180-171 170-161 160-151 150-141 140-131
130-121
120-111 110-101 100-91 90-81 80-71 70-61 60-51 50-41>>> highlights



7 november 2025: Energieleveren.nl - sub 1 MWac PV markt oktober 2025: wederom lichte groei t.o.v. september, 1e 10 maanden 46% lagere capaciteits-groei dan in 2024. Op de website energieleveren.nl zijn begin deze maand weer de nieuwe cijfers voor de maand oktober 2025 gepubliceerd, voor het marktsegment van de daar gemelde / geregistreerde PV installaties per stuk kleiner dan 1 MW omvormer capaciteit. In een eerdere rapportage werd het jaar 2024 afgesloten, met 53% minder nieuwe capaciteit in dit marktsegment, dan in record jaar 2023. In 2025 volgden door de bank genomen zeer lage maandelijkse groeicijfers, waarbij in augustus zelfs het voorlopige dieptepunt werd bereikt (60 MWac), waarna september en oktober een licht herstel toonden, met 63, resp. 67 MWac nieuw vermogen. Het volume aan nieuwe registraties blijft ook nog steeds beperkt, in dit door residentiële installaties gedomineerde, grote marktsegment. Er werden voor oktober 12.342 nieuwe registraties genoteerd, wat wel 14% meer was dan in september. In cumulatie werd een opgesteld vermogen van 19.162 MWac capaciteit bereikt, verdeeld over bijna 3,27 miljoen installaties.


In de eerste analyse van de energieleveren.nl cijfers, medio september 2024, maakte ik al gewag van de "instorting" van het kleine PV marktsegment in Nederland, op basis van de in dat jaar voor het eerst daar gepubliceerde marktcijfers van de "sub 1 MWac markt". In augustus 2024 werd een voorlopig dieptepunt bereikt, met slechts 14 duizend nieuwe installaties, met een toegevoegd omvormer vermogen van 82 MWac. Een tweet van Polder PV (toen nog op "X") over deze markt "instorting" werd zeer vaak bekeken (laatste stand van zaken: 16.400 maal).

September en oktober 2024 deden het iets beter, november liet weer een lager groeicijfer zien, en in december en in januari van het nieuwe jaar is er wederom een lichte terugval te zien. In januari, met 14.982 nieuwe geregistreerde PV installaties per stuk kleiner dan 1 MWac, slechts iets boven het dieptepunt in augustus blijvend. Echter, wat de nieuw toegevoegde capaciteit betreft dook januari 2025 onder dat van augustus in het voorgaande jaar, met een gezamenlijk vermogen van ruim 81,0 MWac. Daarna was er tijdelijk een zeer lichte stijging van de nieuwe aantallen per maand.

Februari tot en met april 2025 deden het marginaal beter, met 16.225, 17.235, resp. 17.329 nieuwe installaties, met een gezamenlijke AC capaciteit van 84,8, 92,1, resp. 91,9 MWac. Resulterend in gemiddeld vermogens van 5,22, 5,35, resp. 5,30 kWac per nieuwe installatie. In mei werd een nieuw dieptepunt bereikt, met nog maar 12.565 nieuwe registraties, resp. 67,2 MWac, en een gemiddeld vermogen van 5,35 kWac. De daarop volgende vakantie maanden juni tm. augustus voegden 88,2, 78,9, resp. een nieuw dieptepunt, 59,7 MWac toe, en 14.280, 13.565, resp., wederom het laagste niveau, 10.109 nieuwe registraties. Het gemiddelde per nieuwe registratie, opvallend hoog in juni (6,18 kWac), viel in juli tm. oktober weer terug naar 5,82, 5,91, 5,85, resp. 5,42 kWac per nieuwe registratie. Het niveau lag in oktober 2025, wat de aantallen registraties betreft, op een zwaar tegenvallende 55% t.o.v. de hoeveelheid in oktober 2024, wat zelf al 51% minder was dan het nieuwe volume in oktober van het recordjaar 2023.

Een eerder door Polder PV ontdekte, en aan EDSN gemelde discrepantie tussen 2 cijferreeksen lijkt inmiddels te zijn verdwenen uit de beschikbare Open Data cijfers.

Grafiek met, per maand, de nieuwe aantallen registraties per maand, opgetekend door energieleveren.nl, tm. oktober 2025.
2024 in magenta gekleurde kolommen, die de forse terugval in nieuwe installaties in het <1 MWac segment goed laat zien.
2025 begon weer op een zeer laag niveau, al was de trend aanvankelijk zeer licht stijgend; mei belandde op een nieuw dieptepunt,
in juni - juli was er slechts een marginaal herstel te zien. In augustus werd een nieuw historisch "all-time-low" vastgesteld, wat
in september en oktober, stapsgewijs, slechts licht werd verbeterd.

Met de toevoeging in oktober zijn er begin november 2025 in totaal nu bijna 3,27 miljoen PV installaties per stuk < 1 MWac bekend bij energieleveren.nl, volgens de optelling van de drie grootte-categorieën. Hierbij nogmaals de bekende disclaimer: dat is niet het aantal woningen, of dergelijke claims. Er worden immers zeer regelmatig uitbreidingen (= "installaties") aan bestaande projecten toegevoegd, zowel residentieel, als in de projecten markt, een endemisch verschijnsel in Nederland. Het aantal "objecten", "erven", "project sites", is, derhalve, altijd (veel) lager, dan bovengenoemd getal. Wat, desondanks, natuurlijk zonder meer een spectaculair volume blijft weergeven.

Het is nog zeer onzeker of deze "sub 1 MWac" zich in enige mate zal herstellen. Voorlopig zullen de nieuwbouw cijfers waarschijnlijk erg laag blijven. Wat vooral ligt aan de "schrik" in de residentiële markt, over het ook door de Senaat aangenomen wetsvoorstel van het huidige, demissionaire kabinet, om de salderingsregeling per 1 januari 2027 definitief af te schaffen. En dat, in combinatie met de vrijwel bij alle leveranciers ingevoerde invoedings-heffingen voor kleinverbruikers met zonnepanelen, resulterend in forse extra af te dragen bedragen bij, met name, de grotere residentiële installaties. Voorlopig geeft augustus 2025 het nieuwe dieptepunt weer in de markt evolutie, met als enige "verzachtende omstandigheid", dat het een vakantiemaand was. In september en oktober was het slechts iets beter (ruim 7% resp. 14% toenames bij de aantallen nieuwe installaties).

Ruim 19,0 GWac capaciteit in cumulatie - en langzaam verder groeiend

In de september 2024 rapportage werd het passeren van de piketpaal 18 GWac gemeld. Inmiddels is, eind augustus 2025, in alleen het sub 1 MWac segment, de 19 GWac grens gepasseerd. Eind oktober dit jaar staat nu een totaal volume van 19.162 MWac vermogen geaccumuleerd. 37% daarvan, een enorm volume van bijna 7,1 GWac, is bijna exclusief residentieel (installaties kleiner dan 5 kWac, blauwe segmenten in de grafiek).

Als we de - ter discussie te stellen - 5% meer generator vermogen dan AC vermogen volgens energieleveren.nl als uitgangspunt nemen, zou eind september voor het eerst in de geschiedenis alleen al dit sub 1 MWac marktsegment, een generator vermogen omvatten wat de 20 GWp zou zijn gepasseerd. Vermoedelijk is het echter al een stuk meer, omdat uit CBS statistieken blijkt, dat die verhouding DC / AC ver boven de 5% ligt. Eind oktober zou met de 5% conversie, een mogelijk generator vermogen van 20,1 GWp kunnen zijn geaccumuleerd in dit grote marktsegment.

Relatieve aandelen op totaal volumes

Eind 2024 was het volume in dit marktsegment 18.388 MWac, volgens energieleveren.nl. In heel Nederland stond begin 2025, volgens de laatste CBS update, in totaal 25.635 MWac aan PV capaciteit. De "sub 1 MWac" markt zou dus volgens deze laatste gecombineerde cijfers een aandeel hebben van 72% van het totaal volume. De verwachting is, dat het nog neerwaarts aangepast zal worden, omdat de nodige gerealiseerde grotere, meestal SDE gesubsidieerde projecten (incl. grote PV daken en zonneparken), nog niet doorgedrongen zullen zijn tot de CBS data. Daar gaat meestal lange tijd overheen. Maar de CBS data zijn daarbij nog steeds met grote vraagtekens omgeven, omdat er een te hoog jaarvolume voor 2024 uit zou resulteren, wat mogelijk heeft te maken met een veel te hoog jaarvolume wat bekend is bij de continu wijzigende VertiCer cijfers. Dat daargelaten: eind 2023 was het aandeel met de huidige, nog niet gesettelde CBS cijfers, nog ruim 78%, dus daar is reeds een daling zichtbaar in het relatieve aandeel.

Kijken we uitsluitend naar het < 5 kW marktsegment in het energieleveren.nl dossier, zou het aandeel van deze "exclusief residentiële" kleine installaties t.o.v. de totale CBS volumes, gedaald zijn, van 28,8% EOY 2023, naar 26,6%, EOY 2024. In 2022 was het echter nog lager, 27,4%. 2023 was dan ook, zeker in het begin, een "boom-jaar" voor de residentiële sector. Vanaf 2024 is de aanwas in dat segment flink onderuit gegaan.

Groei capaciteit per maand slechts licht herstel van dieptepunt, in september 2025

In bovenstaande grafiek wordt de maandelijkse groei van de AC capaciteit bij de drie categorieën sub 1 MWac installaties getoond, afgeleid uit de accumulatie cijfers voor het eind van de maand, getoond in het vorige exemplaar. Hierin is goed te zien dat het nieuwbouw niveau voor de capaciteit in januari 2025 iets onder dat van augustus 2024 is komen te liggen, en toen een nieuw "all-time-low" had bereikt. Februari deed het marginaal beter, met bijna 4 MWac meer. Maart en april voegden 7 MWac meer toe, wat met wat moeite als "zeer licht herstel" gezien kan worden, al is het volume natuurlijk veel lager dan in 2023.

Mei 2025 gaf een tot dan toe laagst bekend nieuwbouw volume bij energieleveren.nl, slechts 67 MWac. In juni was slechts een licht herstel, tot een niveau van 88 MWac, waar te nemen, maar juli liet alweer een lichte daling zien naar 79 MWac. In augustus werd het historische dieptepunt bereikt, met nog maar 60 MWac nieuw geregistreerd vermogen in dit grote marktsegment, wat in september en oktober slechts licht verbeterde, met aanwas cijfers van 63 resp. 67 MWac (6,3% meer dan in de voorgaande maanden). De horizontale streepjeslijnen geven de jaargemiddelde maandgroei cijfers weer. Meer specifiek, de 2e jaarhelft 2021 tm. kalenderjaar 2024. Achteraan is het gemiddelde voor de eerste 10 maanden van 2025 toegevoegd, wat weer beduidend lager ligt dan het jaargemiddelde van het, t.o.v. record gemiddelde in 2023, al fors tegenvallende jaar 2024. Het ligt momenteel op ruim 57% van het jaar-gemiddelde in 2024.


Ik heb in een vorige update 1 nieuwe grafiek toegevoegd, met de bekende volumes, voor de accumulatie aan het eind van het jaar, en de jaarlijkse aanwas cijfers, voor zowel de capaciteit (grote grafiek), als voor de aantallen installaties (inset linksboven), tussen 2021 en 2024. Hier onder staan de resultaten voor het de eerste drie kwartalen van 2025 weergegeven. Uiteraard moeten hier straks nog de volumes van het laatste kwartaal aan worden toegevoegd. Een volgende update verschijnt als de cijfers voor heel 2025 bekend zijn gemaakt (december rapportage).

Goed is te zien, dat 2023 het jaar met de hoogste toevoeging is geweest in dit grote deel-dossier, met 635 duizend nieuwe installaties en een toegevoegde capaciteit van 3.403 MWac. 2024 ging hard onderuit, met minder dan de helft van de nieuwe volumes in 2023 (298 duizend nieuwe installaties, 1.616 MWac). Het beeld is ook voor 2025 somber, met een capaciteits-volume in de 1e tien maanden, wat 46% lager ligt dan de toevoeging in dezelfde periode in het ook al tegenvallende jaar 2024.

Zie voor de mogelijke impact, andere grafieken, waaronder ook de update van het recent nieuw toegevoegde exemplaar met segmentatie in klein- en grootverbruik aansluiting, en duiding van dat alles, de bespreking van de meest recente cijfers in mijn update, hier onder gelinkt:

Bron

Hoeveel zon opwekinstallaties zijn er in Nederland? (website energieleveren.nl, "inzicht")



5 november 2025: Update gecertificeerde PV markt oktober 2025 volgens VertiCer data. Netto aanwas 2024 naar "onmogelijk" record volume van 3.792 MWp (2023 +35%); september 2025 nu nog 1,1% lagere productie dan sep. 2024. Voor uitgebreide toelichting van de voorliggende historie van de CertiQ data voor gecertificeerde zonnestroom in Nederland, zie de bespreking van 7 maart 2023 (februari rapportage). Voor de transitie van CertiQ naar de nieuwe organisatie VertiCer, zie introductie in de analyse, van 19 juli 2023.

In de huidige rapportage brengt Polder PV de nieuwe resultaten uit de data rapportage van VertiCer, voor oktober 2025, waarbij de jaargroei cijfers in de jaren 2021 tm. 2023 zijn gestabiliseerd. Met de huidige, verder opwaarts bijgestelde cijfers voor 2024 zou dat jaar een nieuw record niveau van inmiddels bijna 3,8 GWp groei hebben bereikt, ruim een derde hoger dan in 2023. Dit blijft, ook gezien andere gepubliceerde marktcijfers schier onmogelijk, en zal in een later stadium zeer waarschijnlijk later fors neerwaarts (moeten) worden bijgesteld. Het is mogelijk dat deze "onmogelijke groei" ook de nationale CBS cijfers heeft beïnvloed, die veel te hoog zijn voor 2024.

Ook zijn de verstrekte Garanties van Oorsprong voor gecertificeerde PV projecten gereconstrueerd en grafisch verbeeld over de afgelopen periode. Zowel de grote februari als de in een vorige update gemelde, en door VertiCer ook erkende grote augustus 2024 anomalie zijn nog steeds niet in de publiek toegankelijke data hersteld. Voor september 2025 zijn momenteel, voor de eerst bekende maandproductie afgegeven garanties van oorsprong geregistreerd van 925 gigawattuur, wat ongetwijfeld nog flink opwaarts bijgesteld zal gaan worden in latere updates. Het is nu nog 1,1% lager dan de tot nog toe bekende productie in september 2024, maar zal daar bij latere toevoegingen beslist overheen (kunnen) gaan.

Terugkerend in de analyses van Polder PV blijft de observatie dat er regelmatig "onwaarschijnlijke", dan wel "inconsistente" cijfers in de actuele data van VertiCer zijn terug te vinden. Dit is deels het gevolg van het feit dat het bij maandelijkse verschillen altijd om netto effecten van zowel instroom als uitstroom van projecten gaat, een toenemend aantal uitschrijvingen van meestal kleinere installaties actueel is, en, tegelijkertijd, steeds groter wordende nieuwe projecten bij de inschrijvingen. Daarnaast kunnen, vanwege wel toegezegde, maar nog steeds ontbrekende uitgangs- en ingangs-controles, al meermalen door Polder PV aangetoonde foute data entries van netbeheerders, ongecorrigeerd in de databank belanden, die pas na een lange periode zouden (kunnen) worden hersteld, etc. Het maakt het er allemaal niet overzichtelijk op. En leidt regelmatig tot zeer verwarrende cijfers.

De geaccumuleerde gecertificeerde zonnestroom capaciteit in de database van VertiCer ligt, bijvoorbeeld, voor eind oktober 2025, flink lager dan voor het momenteel nog veel te hoge niveau voor eind 2024 / begin 2025, op ruim 14,4 GWp, en is daarmee nog steeds iets lager dan de huidig bekende accumulatie voor eind juli 2024, ruim een jaar eerder (!). De grootste project categorie (>1 MWp) zou een geaccumuleerd volume hebben bereikt van ruim 9,8 GWp, wat, by far, het grootste volume van alle grootte categorieën is, en ook zal blijven. De in een vorige update gemelde hoge capaciteits-toevoeging in het tweede kwartaal van 2024 is inmiddels uitgekomen op 982 MWp (pending latere updates), waarmee het record bij de netto kwartaal groeicijfers iets opwaarts is bijgesteld.

De ook in een vorige update gemelde nieuwe "anomalie", voor het nieuwe maand volume voor december 2024, is verder opgelopen, tot een "onmogelijke" netto aanwas van ruim 1.824 MWp in die maand. Dit heeft mede tot gevolg dat de 2e jaarhelft van 2024 een, gezien de markt omstandigheden onwaarschijnlijk, nieuw half-jaar record van, inmiddels, 2.098 MWp netto nieuwbouw zou hebben opgeleverd. Ook deze cijfers zullen zeer waarschijnlijk later aangepast gaan worden, ze zijn veel te hoog, en kunnen de werkelijke marktsituatie niet illustreren.

Sinds 2006 is er voor 59 terawattuur door VertiCer resp. haar voorgangers aan Garanties van Oorsprong (GvO's) uitgegeven aan gecertificeerde zonnestroom installaties. Ook hier worden, met name voor 2024, nog neerwaartse bijstellingen voor verwacht. Byzonder is, dat er weer enkele productie cijfers in de vorm van GvO's nieuw zijn toegevoegd voor oudere jaargangen, de eerste zelfs voor februari 2015.


Bijstellingen - niets nieuws onder de zon

Benadrukt zal hier blijven worden, dat de voor sommigen (zelfs specialisten uit de zonnestroom sector) wellicht verwarrende, continu wijzigende maand-cijfers bij VertiCer, en haar rechtsvoorganger CertiQ, beslist géén "nieuw fenomeen" betreffen, ook al wordt regelmatig het tegendeel beweerd. Dit is altijd al staande praktijk geweest bij CertiQ, en wordt gecontinueerd onder rechtsopvolger VertiCer. Niet alleen werd dat zichtbaar in de soms fors gewijzigde cijfers in de herziene jaar rapportages tot en met het exemplaar voor 2019. Vanaf dat jaar zijn er echter helaas geen jaarlijkse revisies meer verschenen. In een tussentijdse analyse van oorspronkelijk gepubliceerde, en toen actuele, bijgestelde cijfers, werd al duidelijk, dat de databank van de destijds alleen onder TenneT vallende dochter continu wijzigingen ondergaat, zoals geïllustreerd in de Polder PV analyse van 4 november 2020. In dit opzicht, is er dan ook niets nieuws onder de zon. De wijzigingen zijn er altijd al geweest, alleen zijn ze inmiddels, met weliswaar de nodige moeite, regelmatig zichtbaar te maken, door de nieuwe wijze van rapporteren van VertiCer. De cijfermatige consequenties daarvan worden weer besproken in de huidige analyse.

Voordat we de huidige resultaten bespreken, blijft de belangrijke, al lang geleden door Polder PV geïntroduceerde, en tussentijds verder aangepaste disclaimer bij alle (zonnestroom) data van VertiCer / CertiQ recht overeind, en actueel:

* Disclaimer & verduidelijking: Status officiële VertiCer (ex CertiQ) cijfers
volgens maandelijkse rapportages !


I.v.m. omvangrijke toevoegingen sedert 2018 aan dit dossier (vrijwel exclusief gedreven door grote hoeveelheden, SDE gesubsidieerde, en gemiddeld genomen steeds groter wordende PV projecten), in combinatie met 3 ernstige data "incidenten" bij CertiQ (september 2017, juni 2019, resp. april 2020), die Polder PV meldde aan het bedrijf (waarna deels substantiële correcties werden gepubliceerd), sluit de beheerder van Polder PV niet uit, dat de huidige status bij rechts-opvolger VertiCer niet (volledig) correct zal kunnen zijn. Een vierde casus diende zich aan n.a.v. het februari rapport in 2021. Een volgende incident deed zich voor in de december rapportage van 2022. De grootste cijfer anomalie werd door Polder PV ontdekt in de rapportage over augustus 2024. Ook het bijgestelde, zeer hoge groei cijfer voor december 2024 (rapportage 2 juni 2025) lijkt op een zoveelste cijfer anomalie te wijzen. Hieruit blijkt inmiddels kristalhelder, dat (eventuele) data uitgangs-controles bij de netbeheerders richting VertiCer non-existent zijn, en/of onwerkzaam.

Met betrekking tot afgegeven Garanties van Oorsprong (GvO's), werd in de maart 2024 rapportage ook al een anomalie gevonden, die, bij navraag, wederom, op een ingave fout van een netbeheerder bleek te berusten (zie voetnoot in de april 2024 update). In de update van 4 november 2024 is helaas een nieuwe anomalie ontdekt, voor het uitgifte niveau in december 2023. Deze is kort daarna hersteld, maar voor augustus 2024 is wederom het uitgifte niveau voor de GvO's veel te hoog, en nog steeds niet hersteld.

Met name foute capaciteit opgaves van netbeheerders voor "kleinere" projecten kunnen, ondanks aangescherpte controles bij VertiCer, aan de aandacht blijven ontsnappen en over het hoofd worden gezien. Maar ook cijfermatige incidenten met opgaves van volumes van grotere projecten kunnen nog steeds niet uitgesloten worden. Deze laatsten zullen, indien onverhoopt optredend, hoge impact hebben op het volume aan maandelijkse toevoegingen, en ook, zei het in relatieve zin beperkter, invloed hebben op de totale accumulatie van gecertificeerde PV capaciteit aan het eind van de betreffende maand rapportage.

Hierbij komt ook nog het feit, dat ooit gepubliceerde volumes in de maandrapportages, al snel bijgesteld kunnen worden door continue toevoegingen en correcties voor de betreffende maanden, bij VertiCer. Wat de directe gevolgen daarvan zijn, vindt u grafisch geïllustreerd in het artikel gepubliceerd op 4 november 2020.

Voor 2020 en 2021 zijn de consequenties van deze continu optredende bijstellingen opnieuw berekend - in de rapportage voor december 2021. Deze bijstellingen werden in analyses van de maand rapportages tot en met 2022 bijgehouden door Polder PV, waaruit o.a. de meest actuele jaargroei volumes werden berekend.

Vanaf januari 2023 is er een complete revisie van de publicatie systematiek van CertiQ in gang gezet, later gecontinueerd onder de regie van rechtsopvolger VertiCer.

CertiQ heeft op basis van diverse opmerkingen en vragen van Polder PV over deze problematiek destijds stelling genomen met belangrijke achtergrond informatie over de totstandkoming van hun cijfers. Een nadere onderbouwing van de wijze waarop met correcties op data anomalieën wordt omgegaan, vindt u in het betreffende intermezzo in de rapportage voor november 2024.

Zie ook aangescherpte voorwaarden voor correcte invoer van installaties voor de VertiCer databank, gericht aan netbeheerders en meetbedrijven (bericht 6 september 2023). Hierbij is, voor meetprotocol-verplichte installaties achter grootverbruik aansluitingen (incl. alle SDE gesubsidieerde installaties), de datum van ondertekening van het meetprotocol door de producent gelijk aan de ingangsdatum van zijn productie-installatie, volgens de documentatie van VertiCer.

Het overzicht met de eerste, resp. gewijzigde cijfers voor oktober 2025 verscheen in de nieuwe, drastisch gewijzigde vorm op de website van VertiCer, op 3 november 2025. Referenties naar eerder verschenen historische data zijn uiteraard impliciet als CertiQ gegevens geanalyseerd, in oudere analyses.


2. Evoluties basis parameters

2a. Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties VertiCer juli 2021 - oktober 2025

(Herziene) status tm. oktober 2025

In deze grafiek, met de meest recente actuele en gewijzigde data uit de oktober 2025 rapportage van VertiCer, en deels oudere data uit de CertiQ updates, de stand van zaken vanaf juli 2021 tm. oktober 2025. De blauwe kolommen geven de ontwikkeling van de aantallen installaties weer (ref.: rechter Y-as), voorlopig culminerend in 34.993 exemplaren, begin november 2025. Wat, wederom, een netto negatieve groei weergeeft van 240 projecten** t.o.v. de status, eind september 2025 (gereviseerd, 35.233 exemplaren), en wat zelfs al 1.596 exemplaren (4,4%) minder is dan het tot nog toe hoogste niveau (36.589 in, inmiddels, juli 2024, gereviseerd).

Er vindt dus, zo blijkt al een tijdje kristalhelder, in toenemende mate, een netto uitstroom van projecten plaats uit de VertiCer databank (per maand meer projecten uitgeschreven dan ingeschreven). Wel is er, t.o.v. het herziene eindejaars volume van 2022, netto bezien in kalenderjaar 2023 een groei geweest van 1.427 projecten in het VertiCer bestand. Wat 45% minder is dan de groei in 2022 (stabiel op 2.591 nieuwe projecten; voor de half-jaar volumes, zie ook nieuwe half-jaar grafiek verderop).

In de gele kolommen (ref. rechter Y-as, in MWp) de bijbehorende geaccumuleerde gecertificeerde PV-capaciteit, die begin augustus 2024 weer verder is toegenomen, van 14.491 MWp in de vorige update, naar, inmiddels, 14.499 MWp. Dit kan uiteraard nog steeds / wederom verder gaan wijzigen in komende updates, zoals ook in alle vorige exemplaren is geschied. Afhankelijk van komende revisies van historische cijfers, lijkt de 10 GWp in dit grote PV dossier, in ieder geval inmiddels begin januari 2023 te zijn gepasseerd.

De opmerkelijke, forse wisselingen in de netto (overgebleven) volumes aan het eind van de laatste maanden, heeft uiteraard ook gevolgen gehad voor de systeemgemiddelde capaciteit, die eind maart 2024 weer flink lager is geworden, waar dit begin dat jaar nog een opvallende tóename was (groene curve). Na deze terugval, is in mei - juli 2024 het gemiddelde weer wat toegenomen.

Capaciteit verschillen lopen flink op

Eind 2022 is de geaccumuleerde capaciteit op een stabiel niveau gekomen van 9.838,3 MWp. In het eerste flink gewijzigde januari rapport voor 2023 was dat nog 9.409,3 MWp. Voor EOY 2022 is, in de loop van de tijd, dus 429 MWp, 4,6% meer volume bijgeschreven dan oorspronkelijk gerapporteerd.

In nog extremere mate is het verschil bij de opgegeven EOY capaciteit voor kalenderjaar 2023. In de eerste rapportage voor eind december 2023 was er sprake van een cumulatie van 11.106,2 MWp. Dat is inmiddels gearriveerd op een veel hoger niveau, 12.647,8 MWp, een verschil van 1.542 MWp / 13,9%. Het is goed om deze flink opgelopen verschillen voor reeds "lang" verstreken jaren op het netvlies te blijven houden, want dit gaat natuurlijk ook geschieden met de cijfers voor 2024-2025. Als die tenminste een beetje "gesetteld" raken, want zelfs voor 2024 is dat nog volstrekt onduidelijk. Huidige status updates geven altijd een zeer voorlopige stand van zaken weer, en bevatten, zeker in het geval van 2024, ook nog zeer forse data fouten. De cijfers kunnen dan ook nog flink gaan wijzigen in latere rapportages.

Groei 2023 t.o.v. 2022 volume, nieuw jaargroei record houder bouwt positie verder uit

Met de huidige, gestabiliseerde cijfers van de jaar volumes, is de voorlopige groei in het hele kalenderjaar 2023 2.809,5 MWp geweest. Dat geeft, in grote tegenstelling tot eerdere maandrapportages door Polder PV (in december 2023 rapportage nog slechts een jaar-aanwas van 1.298 MWp!), inmiddels een forse marktgroei t.o.v. de jaarlijkse aanwas in 2022, zelfs al weten we dat alle cijfers nog steeds regelmatig kunnen worden bijgesteld. In dezelfde periode in 2022 was het inmiddels geconsolideerde groei volume namelijk 1.991 MWp. De toename in 2023 is tot nog toe dus alweer ruim 41% hóger dan het nu bekende nieuwe volume in 2022 (in de update van december 2023 was het nog 34% láger!). Bij de aantallen nieuwe projecten was juist een zeer hoge netto negatieve groei vast te stellen uit de huidige cijfers (minus 45%). Deze combinatie is op zijn zachtst gezegd, "hoogst curieus", als je niet beter zou weten hoe deze cijfers tot stand komen. Want dat laatste heeft vooral te maken met een forse uitstroom van oudere projecten, die al een tijdje bij VertiCer de nieuwe instroom overvleugelt.

In ieder geval kan óók geconstateerd worden, dat 2023 al een tijdje onbetwist kampioen is geworden, en het nieuwe jaargroei record heeft, tot en met dat jaar. Het is voormalig kampioen 2020 (voorlopig laatst bekend groeicijfer: 2.436,9 MWp) inmiddels met een volume van bijna 373 MWp voorbijgestreefd, pending latere updates, waarvoor hoogstens kleine wijzigingen worden verwacht.

In de groene curve is de uit voorgaande parameters berekende systeemgemiddelde capaciteit voor de gehele, overgebleven gecertificeerde populatie PV-projecten bij VertiCer, in kWp (referentie linker Y-as) weergegeven. Dit blijft door de bank genomen almaar toenemen, en is sedert eind 2022 verder gegroeid, van 289 naar 357 kWp, eind 2023. In januari - februari 2024 nam dit flink toe, naar 394 resp. 398 kWp. Eind april nam dit echt weer stevig af, vanwege de toen doorgevoerde, forse neerwaartse capaciteits-bijstelling, en eindigde voorlopig op ruim 365 kWp gemiddeld. Vanaf mei steeg het weer naar 396 kWp in juli 2024. Ook dit niveau kan bij latere data bijstellingen weer wijzigen, zowel in negatieve, als in positieve zin.

Links in de grafiek vindt u ook de meest recent bekende EOY cijfers voor 2021 weergegeven. Die zijn net als in de vorige updates stabiel gebleven, inmiddels 31.438 projecten, respectievelijk, 7.847,3 MWp. Deze data zijn belangrijk voor de vaststelling van de aangepaste jaargroei cijfers voor 2022, zie paragraaf 3d. Het ziet er niet naar uit dat er nog substantiële wijzigingen in die eindejaars-cijfers zullen komen, op zijn hoogst nog marginale aanpassingen.

... (gigantische) anomalie in augustus - september rapportages inmiddels, in 2 grote stappen, in publiek toegankelijke data hersteld; meest recente cijfers & nieuwe anomalie december 2024

In augustus 2024 werd helaas weer een ronduit verbijsterend cijfer gemeld door VertiCer, wat met geen mogelijkheid verklaard kon worden, en wat als het grootste data incident in de lange historie (incl. rechtsvoorganger CertiQ) beschouwd kan worden in de solar statistieken. Hierover is uitvoerig gerapporteerd in een vorige maand update, en is vervolgens commentaar van VertiCer weergegeven in het intermezzo in deel II van die analyse. Met inmiddels alweer verder opgehoogde, en dus nog steeds ongeloofwaardige cijfers volgens de VertiCer tabel, een ongelofelijk volume van 18.773 MWp, wat een onwaarschijnlijke maandgroei van bijna 4,3 GWp in augustus zou geven. Uit de reactie van VertiCer blijkt, dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en accuraatheid van de aangeleverde cijfers bij de netbeheerders ligt, en moet Polder PV dus helaas vaststellen, dat er géén (effectieve) uitgangscontrole bij de netbeheerders is voor deze zeer belangrijke data. En dat, bovendien, een lang geleden aan Polder PV beloofde ingangscontrole bij VertiCer moet ontbreken, anders had deze enorme anomalie al snel opgemerkt geweest. Niets van dit alles, (enorm) foute ingaves van netbeheerders blijven dus nog altijd "ongeschonden" de publiek toegankelijke data van VertiCer in ernstige mate vervuilen. En van de daaruit volgende statistieken een puinhoop genereren.

In het september 2024 rapport was deze enorme anomalie helaas nog niet hersteld (met inmiddels weer bijgestelde gegevens nu 18.753 MWp). Vanwege deze onmogelijke waarden, heb ik destijds beide kolommen doorzichtig gemaakt en met een rood kader weergegeven. Kennelijk ook door aandrang van collegae bij Solar Magazine, is echter in de oktober rapportage eindelijk een eerste flinke correctie doorgevoerd. Begin november wordt nu nog "maar" een volume van 16.546 MWp in accumulatie gerapporteerd, maar ik vond het niveau in de vorige rapportages nog steeds "verdacht hoog". Het is dan ook niet verbazingwekkend, dat begin december de accumulatie verder neerwaarts werd bijgesteld, naar, inmiddels, nog maar 14.615 MWp, wat een "logisch volume" lijkt. Het ligt inmiddels 116 MWp boven het volume, eind juli 2024. Vermoedelijk is er tussentijds een tweede forse wijziging geweest, en was het volume ook voor eind oktober nog veel te hoog. Vandaar dat ik drie kolommen, met waarschijnlijk veel te hoge waarden, rood heb gemarkeerd in de grafiek (augustus tm. oktober). Of die tweede wijziging hetzelfde "project" is geweest wat kennelijk destijds foutief door een netbeheerder is aangemeld, of mogelijk zelfs een tweede (of nog meer) project(en), vertelt het verhaal verder niet. En is slechts voer voor puur giswerk, waar we verder niets mee kunnen, en wat dus een zinloze excercitie is.

De grootste wijzigingen m.b.t. de "augustus anomalie" worden vooral veroorzaakt door flinke neerwaartse bijstellingen voor de grootste project categorie (projecten groter dan 1 MWp), zie ook verderop bij segmentaties in paragraaf 4b).

Nieuwste anomalie: aanwas capaciteit december 2024

De merkwaardige cijfers blijven helaas terugkomen. Eind 2024 zouden we namelijk, na tussentijdse wijzigingen, in de huidige update een voorlopig eind-volume van 16.440 MWp hebben bereikt. Wat eind januari 2025 voorlopig zelfs op een onwaarschijnlijk niveau van bijna 17,3 GWp terechtkomt, en daarna weer stapsgewijs neerwaarts wordt bijgesteld, met tussentijdse verhogingen. Vreemde wijzigingen en accumulatie cijfers blijven dus, helaas, terugkeren in de cijfers van deze TenneT/Gasunie dochter. Het is zeer lastig om hier het hoofd koel bij te houden, en om "logische trends" in de continu wijzigende cijfers te ontdekken. Dat het cijfer voor eind 2024 weer zo hoog is geworden, is vermoedelijk tevens de reden waarom het CBS in hun voorlopige cijfer materiaal een veel te hoog totaal, nationaal, jaargroei cijfer (en EOY accumulatie cijfer) voor 2024 heeft vastgesteld (zie analyse van Polder PV).

Als gevolg van de veel te hoge capaciteiten in augustus tm. oktober, en de wél "logische" aantallen netto overgebleven geregistreerde projecten in die maanden, is de daar uit berekende systeemgemiddelde capaciteit natuurlijk ook véél te hoog (groene curve, incorrecte volumes van 513 resp. 454 kWp gemiddeld per project weergevend in die maanden). In november 2024 zijn we eindelijk weer teruggekeerd naar "enigszins normale" verhoudingen. Het project gemiddelde kwam toen op een "geloofwaardig" niveau van 401 kWp. Vanaf december 2024 lijkt, ondanks de zeer forse bijstelling voor die maand, voor het project gemiddelde de normale routine weer een paar maanden te zijn teruggekeerd, met aan het eind van die maand een netto project gemiddelde capaciteit van 453 kWp. Eind januari 2025 steeg het naar 477 kWp, viel eind februari terug, nam weer toe tm. eind april (452 kWp), om, in juli 2025 weer flink terug te vallen, en na enkele stabiel gebleven maand updates, eind oktober voorlopig te eindigen op een duidelijk lager niveau, 413 kWp.

Dat gemiddelde staat wel steeds duidelijker onder invloed van de fors lagere aantallen netto geregistreerde projecten. Hoe meer (kleine) installaties uitgeschreven zullen worden, hoe hoger de te verwachten gemiddelde capaciteit van de overgebleven populatie zal worden. Zeker in combinatie met de blijvende schaalvergroting bij nieuwe, de databank van VertiCer instromende projecten, zal dat het gemiddelde op termijn vermoedelijk weer omhoog gaan drijven.

Afnemende capaciteit in VertiCer databank?

De laatste 4 maandrapportages laten duidelijk minder grote capaciteits-cijfers zien dan in de voorgaande maanden. Dit kan natuurlijk gerelateerd zijn aan de al langer zichtbare, zeer duidelijke trend van de netto afnemende aantallen registraties bij VertiCer, waarmee uiteraard ook, de facto, capaciteit uitgeschreven wordt. Omdat er veel problemen zijn met de actuele capaciteits-cijfers, is hier echter nog niets met zekerheid over te zeggen. Pas als er gedurende langere tijd duidelijk lagere capaciteiten resteren, kunnen we (ook) voor het bij VertiCer overgebleven, netto geregistreerde vermogen spreken over een neerwaartse trend.

** Beter: "het netto overblijvende nieuwe volume, wat het verschil is tussen de (niet qua volume geopenbaarde) uitschrijvingen en de volumes aan nieuwe inschrijvingen".

2b. Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties VertiCer EOY 2009 - 2025

Ik geef hieronder de volledig gereviseerde grafiek met de evolutie van de eindejaars-accumulaties weer. Hierbij is gebruik gemaakt van een separaat verschenen historische update (24 augustus 2024), van de oudere jaargangen, destijds gepubliceerd in CertiQ rapportages, waarin alleen zeer marginale wijzigingen zijn te vinden, en die dus nauwelijks effect hebben gehad op de hoogte van de kolommen. En waarbij de nu bekende, inmiddels deels weer gewijzigde cijfers in het oktober 2025 rapport van VertiCer, voor de jaren 2021 tm. 2024, en, voor het eerst sinds de update van augustus, ook voor de groei in de eerste 10 maanden van 2025, zijn opgenomen. De cijfers voor 2023 en later zijn uiteraard nog zeer voorlopig en kunnen nog behoorlijk gaan wijzigen in komende updates (gearceerde kolommen). Het capaciteits-cijfer voor 2024 heeft inmiddels een veel realistischer niveau bereikt in vergelijking met de evident foutieve waardes in de augustus-oktober rapportages in dat jaar, vandaar dat ik de laatste kolom voor de capaciteit, weliswaar gearceerd (zeer voorlopige cijfers), weer in normale kleurstelling heb weergegeven. Echter, vanwege de onwaarschijnlijke hoge actuele opgave voor eind december, zal in ieder geval voor de capaciteit, het huidige cijfer drastisch neerwaarts aangepast gaan worden. De data voor 2025 zijn met open kolommen resp. cirkel weergegeven, omdat ze (a) nog onvolledig zijn, en (b) ze nog fors bijgesteld kunnen gaan worden.

De tweede grafiek in deze sectie geeft niet de maandelijkse progressie (paragraaf 2a), maar de evolutie van de eindejaars-accumulaties van 2009 tm. 2024, en, achteraan, de eerste 10 maanden van 2025 weer, met alle ondertussen weer gewijzigde data in de huidige VertiCer update. De opbouw van de grafiek is vergelijkbaar met die voor de laatste maand-cijfers, maar om alle data in 1 grafiek te krijgen zonder extreme verschillen, is de Y-as voor alle drie de parameters hier logarithmisch gekozen. Het aantal installaties is fors toegenomen, van 3.767 exemplaren, eind 2009, naar 34.029, eind 2022, resulterend in een Compound Annual Growth Rate (CAGR) van gemiddeld 18,4% per jaar in 2009-2022. Eind december 2023 staat de teller alweer op 35.456 projecten; de CAGR voor de periode 2009-2023 heeft, met de nog voorlopige data voor met name 2023, een gemiddelde van 17,4% per jaar.

Bij de capaciteits-ontwikkeling is het echter nog veel harder gegaan. Deze nam toe van 18,7 MWp, eind 2009, tot alweer 9.838,3 MWp, eind 2022. Resulterend in een byzonder hoge CAGR, van gemiddeld 61,9% per jaar (!). Wel begint er, voorstelbaar, na zo'n langdurige, spectaculaire groei periode, een afvlakking zichtbaar te worden in de expansie. Wat veel te maken heeft met overal optredende problemen met beschikbare netcapaciteit, gestegen project kosten, forse competitie met andere CO2 besparende opties binnen de nieuwste SDE regelingen, diverse verzwarende omstandigheden voor planning en realisatie van nieuwe projecten (verzekeringen, participatie trajecten, eisen m.b.t. aansluiting en ecologie), beschikbaar personeel, etc. Eind december 2023 is de capaciteit fors doorgegroeid naar een voorlopig volume van 12.647,8 MWp, resulterend in een voorlopige CAGR van gemiddeld 59,3% per jaar, in de periode 2009-2023. Hierbij moet ook worden vermeld, dat het eindejaars-cijfer voor 2023 fors is bijgesteld in eerdere updates van VertiCer. Vermoedelijk is er toen veel capaciteit bijgeschreven na de nodige vertragingen in de administratieve verwerking ervan.

Historische bijstellingen

Dat de cijfers in de databank behoorlijk worden bijgesteld, bezien over een langere periode, laten de nu actuele eindejaars-cijfers voor 2021 weer goed zien. Die zijn al langere tijd vrijwel ongewijzigd, namelijk 31.438 installaties, en een verzamelde capaciteit van 7.847,3 MWp. In het "klassieke" maandrapport voor (eind) december 2021, alsmede in het gelijktijdig verschenen eerste jaaroverzicht, waren die volumes nog maar 30.549 installaties, resp. 7.417,8 MWp. In de laatste cijfer updates zijn de verschillen t.o.v. de oorspronkelijke, "klassieke" maandrapport opgaves van, destijds, CertiQ, derhalve, opgelopen tot 2,9% (aantallen), resp. bijna 5,8% (capaciteit). Uiteraard hebben deze continu voorkomende bijstellingen ook gevolgen voor de uit de EOY cijfers te berekenen jaargroei volumes (YOY).

Uit voorgaande twee parameters werd door Polder PV weer de gemiddelde systeem-capaciteit aan het eind van elk kalenderjaar berekend (groene curve in bovenstaande grafiek). Ook deze nam spectaculair toe, van slechts 5,0 kWp, eind 2009 (bijna uitsluitend kleinere residentiële installaties), tot alweer 356,7 kWp, eind 2023 (bestand VertiCer inmiddels gedomineerd door duizenden middelgrote tot zeer grote projecten incl. zonneparken). Een factor 72 maal zo groot, in 14 jaar tijd. Wat de enorme schaalvergroting in de projecten sector goed weergeeft.

2024

Rechts in de grafiek zijn ook de, nog premature, cijfers voor eind december 2024 getoond, met een waarschijnlijk "logisch", doch beslist nog niet definitief aantal van, resterend, 36.316 installaties. Inmiddels resulterend in een voorlopige netto toename van 860 projecten in een jaar tijd (in een vorige update was dat nog een netto verlies van 221 projecten) sedert eind 2023. En met een bijgesteld, maar, op basis van andere marktcijfers, zeer waarschijnlijk véél te hoog volume van 16.440 MWp (NB: in een vorige update nog "slechts" 14.929 MWp!) voor de capaciteit, waaraan sowieso al flinke correcties zijn voorafgegaan, na de al eerder gememoreerde "augustus anomalie". Dit resulteert voorlopig in een systeemgemiddelde capaciteit van 453 kWp, beduidend hoger dan de 357 kWp eind 2023.

Voor de nog zeer voorlopige, vermoedelijk foutieve eindstand van 2024 zou de CAGR over de periode 2009-2024 inmiddels in een nog steeds respectabele gemiddelde toename van 16,3% per jaar voor de aantallen projecten. Een percentage, wat echter onder druk komt te staan door de netto uitstroom verliezen bij VertiCer. Voor de capaciteit komt de CAGR in de periode 2009-2024 inmiddels uit op een gemiddelde groei van 57,1%/jaar. Een percentage wat waarschijnlijk neerwaarts bijgesteld zal moeten worden, gezien de reeds vastgestelde, nog niet herstelde "december 2024 anomalie".

Sowieso zal er voor kalenderjaar 2024 nog veel volume bijgeschreven en gewijzigd gaan worden in de vervolg rapportages in het nieuwe jaar. En ook de data voor de eerste maanden van 2024 zullen daarbij nog flink worden bijgesteld.

De eerste, alweer gewijzigde resultaten voor januari tm. oktober 2025 heb ik achteraan in open kolommen weergegeven. Het netto aantal overgebleven projecten zou begin november, met 34.993 exemplaren, onder het niveau van eind 2023 komen te liggen (35.456). Bij de capaciteit, 14.448 MWp, ligt het echter al flink bóven het eindejaarsvolume van 2023.

Waar dat alles zal "eindigen", inclusief nog te verwachten andere correcties, is nog een niet te beantwoorden vraag. Er komen in ieder geval nog flink wat aanvullingen en wijzigingen aan voor zowel 2024 als 2025 aan. Veel vragen kunnen nog niet worden beantwoord op basis van deze vaak grillig verlopende cijfers. Nederland is immers Duitsland niet, waar álle solar statistieken actueel, en grondig worden bijgehouden, geregeld bij Wet.


3. Maandelijkse, kwartaal-, half-jaar- en jaarlijkse toenames aantallen en capaciteiten bij VertiCer

3a. Maandelijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer augustus 2021 - oktober 2025

Ook al moet ook bij deze grafiek de blijvende waarschuwing, dat de cijfers nog lang niet zijn uitgekristalliseerd, en we nog de nodige bijstellingen kunnen verwachten, de trend bij de nieuwe (netto) aantallen projecten door VertiCer, en rechtsvoorganger CertiQ, geregistreerd van maand tot maand, laten, ook in de huidige versie van oktober 2025, een zeer duidelijke afkoeling van de PV-projectenmarkt zien sedert de zomer van 2021. Dit heeft deels te maken met het feit, dat er netto bezien, per maand, steeds meer (oudere) projecten uitstromen bij VertiCer, dan er nieuw worden gerapporteerd en opgenomen in de databank.

In de grafiek is tevens met Excel een voortschrijdend gemiddelde trendlijn (gestippeld) berekend, met een periode van een jaar (12 maanden), die de neerwaartse trend goed weergeeft.

Werden er in januari 2022 nog netto 385 nieuwe gecertificeerde PV-projecten bijgeschreven, is dat in de rest van het jaar al zeer duidelijk minder geworden, en vanaf augustus dat jaar zelfs zeer sterk "afgekoeld". Met wat ups en downs, is het laagste volume in dat jaar voorlopig bereikt in november 2022, met 107 (netto) nieuwe installaties. Daarna veerde het weer even op, daalde stapsgewijs, leidde tijdelijk tot een inmiddels licht positieve groei van netto 25 nieuwe projecten in augustus 2023 en verdere positieve groei in september tm. december. In 2024 zijn de aanwas cijfers per maand tm. juli in de update van maart 2025 voor het eerst netto, in de eerste updates ook vaak negatief, al in de plus geraakt, al liggen ze op een zeer "bescheiden" niveau. De aanwas cijfers voor de resterende maanden in 2024, en de eerste voor 2025, zijn nu nog negatief, maar wel weer minder sterk dan in de vorige update. Januari tm. oktober 2025 startten met de eerste waarde ook flink onder de nullijn, met, inmiddels, netto minus 36, -49, -43, -73, -85, -164, -228, -224, -181, resp. -240 projecten. Ook dat kan / zal waarschijnlijk in latere updates omslaan in positieve, doch relatief lage groei.

Eerder getoonde negatieve groeicijfers voor 2023 zijn inmiddels, zoals gebruikelijk, omgezet in positieve aanwas, a.g.v. de voortdurend wijzigende historische cijfers in de VertiCer bestanden. In de huidige, oktober 2025, update zijn in totaal voor 21 maanden de waarden inmiddels weer aangepast sinds het exemplaar tm. september. Voor de periode 2022 tm. eind 2023 werden nu geen wijzigingen meer geconstateerd. De oudste wijziging was voor januari 2024 (22 projecten toegevoegd). Ook alle recentere maanden hebben gewijzigde cijfers gekregen sedert de vorige update. Het volume voor de maanden januari tm. september 2025 is ook gewijzigd (minder negatieve groeicijfers), oktober is, met een nu nog flink negatief groeicijfer toegevoegd.

Al zullen de meeste maandwaarden in positieve zin ombuigen in latere updates, zoals in het recente verleden is geschied, de trend is bij de aantallen onmiskenbaar: er worden, netto bezien, nog maar relatief weinig netgekoppelde projecten bijgeschreven bij VertiCer, per maand. Dit is goed te zien in de aan de grafiek toegevoegde trendlijn met het voorschrijdend gemiddelde. Een van de belangrijkste redenen zal zijn, dat er een toenemend aantal uitschrijvingen uit de databank van de TenneT / Gasunie dochter is begonnen, die de instroom (tijdelijk) afremt of zelfs overvleugelt. Waarschijnlijk is de oorzaak de beginnende uitval van de oudste onder SDE 2008 tm. 2010 gesubsidieerde kleine projectjes, die immers 15 jaar subsidie konden genieten. Voor de kleinste, residentiële installaties moet die uitschrijving wel actief geschieden, anders blijven ze in het VertiCer bestand aanwezig. Eenzelfde lot gaat volgend jaar de overgebleven beschikkingen uit de SDE 2011 overkomen. We moeten gaan zien hoe het verloop bij de aantallen zich ontwikkelt, nu de subsidie termijn voor de eerste projecten reeds is verstreken, of aan het aflopen is. Uiteraard betekent uitschrijving uit de VertiCer databank verder beslist niet dat de betreffende projecten fysiek zijn, of worden verwijderd. Ze kunnen nog vele jaren lang met een aardig rendement worden ge-exploiteerd door de eigenaren, zonder SDE-gerelateerde inkomsten, gezien de fysieke levensduur van ver over de 25 jaar van de PV generatoren. Hier is byzonder weinig zicht op, cijfers over het al of niet verder exploiteren van deze oudere projecten ontbreken in het geheel in statistiek moeras Nederland.


Een vergelijkbare grafiek als voor de aantallen (vorige exemplaar), maar ditmaal de ermee gepaard gaande netto maandelijkse toename (of tijdelijke, soms zelfs dramatische afname) van de capaciteit van gecertificeerde PV-projecten, in MWp. In een vorige update is de Y-as fors aangepast, al vallen er nog steeds extremen buiten de nieuwe grenzen. En ook ditmaal is een trendlijn met het voortschrijdend gemiddelde (periode 12 maanden), als een rode stippellijn, toegevoegd.

De evolutie laat een nogal afwijkend, zo u wilt, zeer chaotisch beeld t.o.v. dat bij de aantallen zien, met sterk fluctuerende verschillen tussen de maanden onderling. Ik heb dit exemplaar dan ook al langere tijd als koosnaampje de "chaosgrafiek" toebedeeld.

Ook deze vaak al flink aangepaste maand waardes kunnen uiteraard naderhand nog worden bijgesteld. Als voorbeeld: de "netto negatieve groei" in september 2022, al gesignaleerd in het januari 2023 rapport, is uiteindelijk in latere updates in ieder geval omgeslagen in "normale, positieve groei", van, inmiddels, 74,1 MWp. Door de extreem wisselende trend van de maandelijkse aanwas cijfers, is zelfs de trendlijn zeer grillig, en wordt deze ook in bovenmatige zin ernstig verstoord door de augustus 2024 anomalie.

Bizarre nieuwe pieken voor eerste maand in jaren 2023 en 2024

Zoals al bij de eerst-rapportage gemeld (jan. 2024 rapport), is er een exceptioneel verschijnsel zichtbaar voor de maand januari 2023. Die maand had al lang de hoogste piekwaarde ooit meegekregen, en is in veel latere maandrapportages continu bijgeplust, tot het in het december 2023 rapport een al zeer hoog volume bereikte van 432,6 MWp. In het "klassieke" CertiQ december rapport van 2022 was nog een zeer hoge november piek zichtbaar bij de capaciteit. Het lijkt er op, dat een groot volume daarvan naar het begin van het nieuwe jaar is geschoven (de vermoedelijke feitelijke datum van netkoppeling). Ook in januari 2022 zagen we eerder al een "nieuw-jaars-piek", maar die is duidelijk kleiner, inmiddels neerkomend op 306,7 MWp nieuw volume (ongewijzigd in de laatste updates).

In de rapportage van januari 2024 is dat al hoge volume opeens extreem opgehoogd naar 770,2 MWp, en is dat momenteel aanbeland, bij 803,5 MWp in de huidige oktober 2025 update.

Tweede en derde groei piek & "negatieve pieken"

En dat is nog niet alles, want hetzelfde is geschied met het nieuwe volume voor januari 2024. Dat was in de update voor die maand nog een negatieve groei van -84,6 MWp. In de februari 2024 rapportage sloeg dat in een keer om in een "record positieve aanwas" van 973,2 MWp, wat inmiddels in de huidige update nog verder is opgehoogd, naar alweer 1.466,5 MWp (buiten de huidige Y-as vallend). Een onwaarschijnlijk hoog volume waar Polder PV, net als bij de vorige piek voor januari 2023, geen plausibele verklaring voor heeft. Ik heb in een eerste rood omkaderd venster aangegeven dat het bij beide maandgroei pieken om "uitzonderlijke", vooralsnog onverklaarbare volumes gaat.

Voor februari 2023 was er aanvankelijk een magere positieve groei van 28,1 MWp positief. Deze sloeg echter in de maart rapportage in dat jaar om in een enorme negatieve bijstelling van 316,1 MWp negatief (!), bij een netto aanwas van 65 nieuwe projecten. In de april 2023 update was er een marginale opwaartse correctie naar -312,3 MWp. In de rapportages voor mei 2023 tm. oktober 2025 is de negatieve "groei" verder fors geslonken naar minus 202,4 MWp.

In een vorige rapportage (maart 2024) heeft dit proces zich herhaald, voor het eerste groeicijfer voor die maand. Terwijl de groei in februari 2024 evolueerde van een "bescheiden" negatieve 11,7 MWp naar een inmiddels "normale" positieve 179,9 MWp, kwam maart opeens met een record negatief groei volume van -1.140,9 MWp (!). Dat is in de huidige, september 2025 update, weliswaar verminderd, maar is nog steeds sterk negatief (-934,3 MWp). Ook deze extreme netto negatieve groei is zeer slecht verklaarbaar. Of het moet een verder niet door VertiCer toegelichte "correctie" betreffen van het veel te hoge volume in januari dat jaar.

Het eerste beschikbare "groei" cijfer voor april 2024 was ook negatief, maar niet zo extreem als in de voorgaande maand, -218,5 MWp. Dit is inmiddels weer minder sterk negatief geworden, in het oktober 2025 rapport neerkomend op een negatieve aanwas van -118,3 MWp. De verwachting is dat dit volume nog opwaarts aangepast zal gaan worden.

Mei 2024 verraste weer in twee opzichten. Ten eerste, was het eerst gepubliceerde aanwas volume meteen al fors positief was, netto 198,4 MWp, wat tot de oktober update langzaam doorgroeide naar 207,6 MWp. In de november 2024 update, echter, is er een enorm volume bijgeplust, en zou de netto aanwas inmiddels zelfs neerkomen op 944,0 MWp, op een 4,5-voudig niveau t.o.v. de oktober update. Ook dit is weer een raadselachtige wijziging, zonder plausibele verklaring.

Juni en juli 2024 begonnen weer op een negatief niveau, maar hebben inmiddels ook positieve aanwas cijfers (156,3, resp. 156,9 MWp).

Zoals al vaker gemeld, kunnen de redenen voor zulke, soms aanzienlijke bijstellingen, en, meestal tijdelijk, zelfs fors negatieve, of positieve netto groei cijfers, zeer divers zijn, zoals destijds gerapporteerd door CertiQ na vragen van Polder PV daar over (artikel 16 januari 2023). Mogelijk zijn er, daar bovenop, deels forse correcties doorgevoerd van foutieve opgaves, al zullen we nooit weten wat precies de oorzaken zijn geweest van deze, hoge impact hebbende, merkwaardige data updates.

Augustus anomalie met gigantische impact - waarschijnlijk in twee stappen hersteld

De eerder al meermalen vermelde, grote anomalie in het augustus 2024 rapport van VertiCer heeft natuurlijk een enorme impact bij de afgeleide maandgroei cijfers. Volgens de huidige data, in het oktober 2025 rapport, zou namelijk in augustus een groei opgetreden zijn van 4.275 MWp. Dat is, hoe je het ook wendt of keert, een volslagen onmogelijk groeicijfer en moet op een zeer ernstige fout bij VertiCer en/of (een) data aanleverende netbeheerder(s) berusten†. Deze enorme fout is zichtbaar gebleven in de september en oktober updates. Kennelijk is of zijn de fout(en) in twee stappen hersteld, in de oktober update ging er zeer veel volume van af, en ook in de update van november is er weer een substantieel volume verwijderd, waardoor de accumulatie op een "meer normaal" niveau is gekomen. U vindt die aanzienlijke bijstellingen onder de betreffende maand aanwas cijfers, als negatieve volumes van -2.207 resp. -1.931 MWp. Maar het aanwas volume voor augustus staat nog steeds op de onwaarschijnlijk hoge omvang, de betreffende kolom is dan ook doorzichtig gemaakt en rood omlijnd, met een extra commentaar venstertje.

Het beknopte antwoord van VertiCer, met vérstrekkende consequenties voor de betrouwbaarheid van hun (actuele) statistieken, is besproken in een apart intermezzo in het vervolg artikel van een vorige analyse, door Polder PV.

Na augustus blijvend verrassingen

September 2024 begon met minus 86 MWp, wat inmiddels minder negatief is geworden, -20,5 MWp. De verwachting is, dat dit in komende updates opwaarts zal worden aangepast, en mogelijk zelfs positief zal gaan worden, zoals in de "normale historie" van de VertiCer records.

December 2024 verraste weer in positieve zin, met een direct al hoog "start" volume wat in de april 2025 update nog neerkwam op 485,5 MWp. In de mei 2025 update is dat echter plotsklaps ruim ver-drie-voudigd, en komt inmiddels, in de oktober 2025 rapportage, op een zeer onwaarschijnlijk hoge aanwas van 1.824 MWp. Een vrijwel onmogelijk nieuw volume in een maand tijd, in tijden van structurele netcongestie.

2025

Januari 2025 zat van meet af aan al hoog in de boom, en zit momenteel al resp. 855,4 MWp in de plus.

Daarna kwam in februari 2025 de laatste grote verrassing: het inmiddels weer marginaal bijgestelde volume voor die maand is wederom zeer sterk negatief, een netto groei van -1.600,3 MWp. Inmiddels kijkt Polder PV nergens meer van op, en moeten we dergelijke extreme wisselingen in de maandgroei cijfers bij VertiCer dus gewoon "voor lief" gaan nemen. Gelukkig is het eerste maandgroei cijfer voor maart niet al te schokkend, na de eerste entry (-18,5 MWp), is deze recent op een, geringe, positieve groei van, inmiddels, 76,2 MWp beland. April 2025 begon meteen sterk positief, en vertoont inmiddels een groei van 554,0 MWp. Mei en juni 2025 begonnen beiden weer negatief, met in de huidige update een netto aanwas van -168,2 resp. -13,3 MWp. Juli verraste weer, met een start volume van 1.422,3 MWp in de min, inmiddels minder sterk negatief, -1.372 MWp. Mogelijk zit hier al een correctie voor eerdere, veel te hoog opgegeven (positieve) volumes in verwerkt (?). Ook augustus tm. oktober 2025 startten aan de onderzijde van de X-as, met (inmiddels) minus 86,6, -86,2, resp. -150,6 MWp.

Zeer forse wijzigingen in VertiCer data

In het tabelletje hier onder heb ik, voor 2023 en 2024, en voor de eerste 10 maanden van 2025, de wijzigingen tussen de oorspronkelijk gepubliceerde groeicijfers per maand en de huidige, meest recent bekende weergegeven. Waar duidelijk de, soms zeer forse, continue veranderingen uit blijken die in het VertiCer dossier worden doorgevoerd, in de loop van de tijd. Achteraan cursief weergegeven = wijziging sedert de update van september 2025. Voor 2023 is in de huidige update niets veranderd, vanaf januari 2024 is het volume voor alle maanden sedert de vorige update gewijzigd.

  • januari 2023 354,4 MWp >>> 803,5 MWp
  • februari 2023 28,1 MWp >>> -202,4 MWp
  • maart 2023 197,4 MWp >>> 342,8 MWp
  • april 2023 -15,4 MWp >>> 206,7 MWp
  • mei 2023 -0,2 MWp >>> 182,7 MWp
  • juni 2023 -0,7 MWp >>> 157,0 MWp
  • juli 2023 -14,6 MWp >>> 134,1 MWp
  • augustus 2023 -25,5 MWp >>> 177,9 MWp
  • september 2023 -41,6 MWp >>> 227,1 MWp
  • oktober 2023 82,7 MWp >>> 219,2 MWp
  • november 2023 -60,2 MWp >>> 173,6 MWp
  • december 2023 -52,5 MWp >>> 387,4 MWp

  • januari 2024 -84,6 MWp >>> 1.466,5 MWp
  • februari 2024 -11,7 MWp >>> 179,9 MWp
  • maart 2024 -1.140,9 MWp (!) >>> -934,3 MWp
  • april 2023 -218,5 MWp >>> -118,3 MWp
  • mei 2024 198,4 MWp >>> 944,0 MWp
  • juni 2024 -20,0 MWp >>> 156,3 MWp
  • juli 2024 -55,9 MWp >>> 156,9 MWp
  • augustus 2024 4.175,7 MWp >>> 4.274,5 MWp (volstrekt onmogelijke opgaves !)
  • september 2024 -86,0 MWp >>> -20,5 MWp
  • oktober 2024 -2.655,0 MWp >>> -2.206,5 MWp
  • november 2024 -2.058,3 MWp >>> -1.930,9 MWp (okt. & nov. vermoedelijk forse correcties op foute augustus ingave)
  • december 2024 450,9 MWp >>> 1.824,3 MWp (onwaarschijnlijk! NB: in april 2025 update nog slechts 485,5 MWp!)

  • januari 2025 557,7 MWp >>> 855,4 MWp
  • februari 2025 -1.716,3 MWp >>> -1.600,3 MWp
  • maart 2025 -18,5 MWp >>> 76,2 MWp
  • april 2025 414,1 MWp >>> 554,0 MWp
  • mei 2025 -355,7 MWp >>> -168,2 MWp
  • juni 2025 -123,4 MWp >>> -13,3 MWp
  • juli 2025 -1.422,3 MWp >>> -1.372,3 MWp
  • augustus 2025 -114,7 MWp >>> -86,6 MWp
  • september 2025 -101,1 MWp >>> -86,2 MWp
  • oktober 2025 eerste opgave -150,6 MWp

In de huidige update zijn voor in totaal 21 maanden de nieuwe capaciteit volumes inmiddels weer, allemaal opwaarts, aangepast sinds het exemplaar tm. september 2025, voor alle 12 maanden in 2024, en voor januari tm. september 2025. De augustus 2024 opgave is en blijft onmogelijk, en berust op (een) enorme blunder(s) bij de data verstrekkende netbeheerder(s). De negatieve groei in september van dat jaar is al wat minder geworden. Oktober en november beginnen met de grootste netto negatieve groei cijfers ooit gedocumenteerd, ook al zijn ze later wat bijgesteld, en zijn vermoedelijk forse correcties voor de evident foute opgave in het augustus rapport. Ook het nieuwe, hoge volume van ruim 1,8 GWp voor december 2024 is zeer waarschijnlijk incorrect. Althans: kan nooit de marktgroei in die maand weergeven. Januari 2025 startte verrassend met een netto hoog positief volume, februari van het nieuwe jaar echter weer, "extreem negatief". Maart 2025 startte met een relatief lage negatieve groei, wat inmiddels is omgeslagen in bescheiden positieve aanwas. April 2025 begon weer met een hoge positieve aanwas, mei en juni juist met een flinke negatieve groei. Het startvolume voor juli 2025 is weer bizar hoog in negatieve zin, een netto negatieve groei van -1,4 GWp, en ook augustus tm. oktober begonnen met flink negatieve volumes.

Bij de jaargroei volumes komen we inmiddels op een groei uit van 1.991 MWp voor 2022. Voor 2023 was de groei in een recente update nog maar 1.298 MWp (en daarmee fors lager dan 2022), maar mede door de bizarre toename in januari, en de daar op volgende extra wijzigingen, is de jaargroei voor 2023 inmiddels stevig bijgesteld, naar een record jaarvolume van momenteel ruim 2.809 MWp. Wat inmiddels 41,1% hóger is, dan in 2022. Bij de aantallen was er een groot negatief verschil, 44,9% minder netto nieuwe projecten in 2023 (1.427), dan de 2.591 exemplaren in 2022. Deze cijfers zijn niet meer gewijzigd sedert de update van september 2025.

De meest waarschijnlijke oorzaak van de verschillen tussen de aantallen en capaciteiten in deze 2 jaren, is de flinke terugval in aanwas cijfers bij de aantallen, grotendeels veroorzaakt wordt door wegval van (SDE gesubsidieerde) kleine installaties, en dat alleen nog maar grote(re), inclusief nieuw toegevoegde, projecten overblijven, die een zwaar stempel op de nieuwe, en de geaccumuleerde capaciteit zijn gaan zetten.

2024 komt, vooral door de zeer hoge aanpassing voor december, en de daar op volgende wijzigingen, momenteel op een volstrekt onwaarschijnlijk jaargroei volume uit van 3.792 MWp, wat zelfs bijna 35% hoger zou zijn dan het recordjaar 2023. Dit is de facto onmogelijk, en zal vermoedelijk flink aangepast gaan worden in komende updates. Een "nieuwe anomalie" lijkt alweer haar intrede te hebben gedaan, in de solar cijfers van de VertiCer databank.

3b. Kwartaal groeicijfers QIV 2021 - QIV* 2025

In een eerdere update heb ik de kwartaal cijfers weer van stal gehaald en in grafiek weergegeven tm. de toen net "volledig", geworden cijfers voor de kwartalen QIV 2021 tot en met QI 2023. In het huidige exemplaar heb ik de soms weer licht gewijzigde data gebruikt, en nog lang niet definitief vastgestelde, ook aangepaste resultaten voor QII 2023 tot het eerste resultaat voor QIV 2025 rechts toegevoegd. Met name de volumes van de meest recente kwartalen zullen nog flink wijzigen, gezien de continue wijzigingen in door Polder PV bijgehouden data historie van VertiCer en haar rechts-voorganger CertiQ. De grote anomalie voor de capaciteit in augustus 2024 heeft ook hier een enorme impact, en is dan ook wederom in een aparte kleurstelling in de betreffende kolom weergegeven ("kan niet" / geeft absoluut niet de feitelijke marktontwikkeling weer).

Ook voor deze grafiek is de Y-as aangepast, en zijn voor zowel de aantallen (blauwe stippellijn) als voor de capaciteit (rode stippellijn) trendcurves voor de voortschrijdende gemiddeldes ingetekend. Deze hebben ook een periode van 1 jaar (4 kwartalen).

Wederom met bovengenoemde disclaimer in het achterhoofd, waardoor de verhoudingen tussen kwartalen onderling dus ook nog lang niet vaststaan (deze zijn sowieso al aanzienlijk gewijzigd in recente updates), lijkt een conclusie wel al duidelijk getrokken te kunnen worden: Met name de aantallen netto nieuw geregistreerde PV projecten per kwartaal, zijn sinds het laatste kwartaal van 2021 in globale zin stapsgewijs beduidend verminderd. Het aantal nieuwe projecten per kwartaal is afgenomen van, momenteel, 903 exemplaren in QIV 2021, tot nog maar 452, met de nu bekende cijfers, voor QIV 2022, toegenomen naar 596 exemplaren in het eerste kwartaal van 2023, waarna het een bodem bereikte in QIII 2023 (156 netto nieuwe exemplaren). QIV 2023 zit momenteel op een plus van 342 nieuwe projecten. QI 2024 vertoont, mede door de bizarre negatieve groei in maart, en de later komende correcties, inmiddels, na een periode van netto negatieve aanwas, een positieve groei van netto 624 projecten. QII 2024 had in een vorige update nog een netto negatieve groei van 37 projecten, maar dat is in de december 2024 tm. oktober 2025 updates inmiddels omgeslagen in een netto positieve groei van 426 stuks. Wat ongetwijfeld nog verder bijgesteld zal gaan worden, in positieve zin.

Hetzelfde geldt voor QIII 2024, met in de huidige update een lichte, netto positieve aanwas van 48 projecten, in een vorige update was dit nog een licht negatieve netto groei. Het inmiddels ook weer aangepaste volume voor QIV, is nog steeds flink negatief, -238 projecten. En de resultaten voor QI tm. QIII van 2025 starten ook onder de nullijn, met inmiddels 128, 322, resp. 633 projecten netto negatief. Het eerste resultaat voor QIV 2025, voor oktober, is uiteraard ook nog flink negatief, 240 exemplaren netto in de min. We zullen later zien of voor de laatstgenoemde kwartalen uiteindelijk ook nog een "positief" resultaat gehaald zal worden, al zal dat resultaat dan bescheiden blijven t.o.v. de netto aanwas in die kwartalen in eerdere jaargangen. De trendlijn voor de netto aantallen nieuwe projecten per kwartaal spreekt in ieder geval boekdelen, die is sterk neerwaarts gericht.

Capaciteit wijzigingen per kwartaal

Bij de nieuwe gerapporteerde netto capaciteit is het verhaal compleet anders, wat vooral werd veroorzaakt door de eerder gesignaleerde "excessieve" extra netto groei voor januari 2023 en 2024, en alle tussentijdse, soms bizarre cijfer wisselingen bij die belangrijke parameter.

Het netto volume per kwartaal nam even toe, van, momenteel, 557 MWp in QIV 2021, naar 627 MWp, in QI 2022, maar is daarna ook, gemiddeld genomen, enkele kwartalen minder geworden. Om een voorlopig dieptepunt te bereiken in QIV 2022, met 375 MWp netto nieuw gerapporteerd volume, gebaseerd op de huidige, meest recente cijfers.

En toen kwam de "grote verrassing", QI 2023 telde in een vorige update nog 449 MWp nieuw volume, maar dat is, met name door de zeer hoge toevoeging in januari 2023, en de daar op volgende wijzigingen in de maandrapportages, nu alweer een voorlopig record volume van 944 MWp. Wat nu alweer de helft hoger zou zijn dan de groei in QI in 2022 (627 MWp). Voor de aanwas in QII 2023 geldt momenteel een netto groei van 546 MWp. Het niveau is daarmee, zoals eerder al voorspeld door Polder PV, gestegen, naar 11% boven het volume van 492 MWp in QII 2022. De nog premature aanwas in QIII 2023 is inmiddels 539 MWp in de plus. Zoals was te verwachten, is dat inmiddels 8,5% méér dan het nieuwe netto volume in QIII 2022 (497 MWp). Tm. de november 2024 update lag dat nog iets lager.

Voor het laatste kwartaal van 2023 is het totale volume, al flink toegenomen in de januari 2024 update, in de versies van mei 2024 tm. oktober 2025 verder gegroeid, naar momenteel 780 MWp. Dit is al ruim het dubbele volume, t.o.v. de 375 MWp in QIV 2022.

2024

De tweede grote verrassing zien we bij de eerste, nog zeer voorlopige resultaten voor QI 2024. Januari was in een vorige rapportage extreem in positieve zin bijgesteld, maart vertoonde een record negatieve groei, en ook in april was de groei negatief. Met de opvolgende extra bijstellingen, is het voorlopige tussen-resultaat voor het hele kwartaal na even "negatieve aanwas" te hebben gekend, inmiddels op een positieve groei van 712 MWp beland.

Het tweede kwartaal van 2024 gaf de derde verrassing. Het startte met een negatieve aanwas, maar groeide al rap in positieve zin in de vorige updates. Door de enorme toename voor de maand mei (zie capaciteit grafiek voor de wijzigingen van maand tot maand), is dit volume abrupt toegenomen naar, inmiddels een record niveau van 982 MWp groei. Dat is 4,0% hoger dan de groei bij de vorige recordhouder, QI 2023. In een eerdere update lag het niveau voor QII 2024 zelfs nog hoger dan 1 GWp, maar dat is weer wat terug gezakt in de laatste rapportages.

Het derde kwartaal van 2024 is, met de extreme anomalie voor augustus, vooralsnog een enigma, waar natuurlijk de hoge negatieve correcties op zijn gevolgd in het laatste kwartaal. De rood gemarkeerde kolom voor dit kwartaal heeft een onverklaarbare en onwaarschijnlijke toename van, momenteel, 4.411 MWp. Goed is te zien, dat de rood gestippelde voortschrijdend gemiddelde trendlijn in ernstige mate wordt "verstoord" door genoemde, extreme, augustus anomalie.

Het vierde kwartaal van 2024 start, met eerder doorgevoerde, zeer forse negatieve correcties, én het bizarre nieuwe voorlopige aanwas volume voor december, met een resulterende "historisch negatieve groei" van maar liefst 2.313 MWp in de min. Als we de nu bekende cijfers voor QIII en QIV middelen, komen we op een gemiddelde groei van 1.049 MWp per kwartaal, wat op een onwaarschijnlijk, erg hoog niveau is komen te liggen. Uiteraard moeten we gaan afwachten wat voor verdere wijzigingen in de latere updates zullen gaan komen, voordat we hier meer klaarheid in kunnen brengen.

2025

Het eerste resultaat voor QI 2025, 669 MWp in de min (negatief volume februari overcompenseerde het positieve volume voor januari, maart had een bescheiden positieve, april een duidelijk hogere groei), is nu ook bekend.

Voor QII 2025 zijn nog slechts voorlopige eerste resultaten, voor april tm. juni, bekend, die een positieve netto groei van totaal 373 MWp laat zien.

QIII 2025, juli tm. september, laat voorlopig weer een zeer sterk negatieve netto groei zien, van 1.545 MWp.

Voor QIV is alleen het nog zeer premature resultaat voor oktober bekend, voorlopig een netto negatieve aanwas van -151 MWp.

Hoe eventuele verdere wijzigingen bij de capaciteit van gecertificeerde projecten zal gaan verlopen blijft gezien bovenstaande, soms extreme wisselingen, elke keer weer spannend.

Voor de evolutie van de gemiddelde systeem omvang (per maand), zie ook de grafiek onder paragraaf 2a.

3c. Halfjaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer 2022-2025 HII

Omdat een tijdje geleden de eerste resultaten voor het 1e half-jaar van 2023 beschikbaar waren gekomen, en alweer gewijzigd, heb ik in een vorige analyse ook weer de half-jaar grafiek van stal gehaald. Die had ik voor het laatst gepubliceerd op basis van de oude CertiQ data in het bericht van 9 januari 2023. Het huidige exemplaar bevat echter alleen de laatst bekende resultaten gebaseerd op de compleet gereviseerde publicatie systematiek bij VertiCer. In deze grafiek worden alleen de resultaten vanaf de 1e jaarhelft van 2022 getoond, tm. de eerste resultaten voor HI en HII 2024, en de nog zéér voorlopige volumes voor HI, en de eerste resultaten voor HII 2025, waarvoor we ongetwijfeld nog de nodige aanvullingen, en forse bijstellingen kunnen verwachten (gearceerde kolommen).

Ook uit deze nog zeer voorlopige halfjaarlijkse groei cijfers blijkt een duidelijke afname van het aantal (overgebleven) projecten in het VertiCer dossier, wat waarschijnlijk heeft te maken met verwijderde kleine projectjes waarvan de oudste SDE beschikkingen zijn vervallen, danwel actief uitgeschreven bij VertiCer. Bij de aantallen projecten nam de bij VertiCer geregistreerde half-jaarlijkse netto aanwas af, van 1.524 nieuwe projecten in HI 2022, via 1.067 stuks in HII 2022 (30% minder), naar nog maar een (voorlopige) groei van slechts 929 nieuw in HI 2023. Wederom 12,9% minder. De tweede jaarhelft van 2023 heeft nog maar 498 netto nieuwe projecten (-46,4%), maar daar zal mogelijk nog wel e.e.a. aan gaan wijzigen. In HI 2024 is tot nog toe netto weer een duidelijk hoger volume bekend, netto 1.050 nieuwe installaties, maar vanaf HII 2024 zien we nu nog netto negatieve groeicijfers: -190 voor HII 2024, -450 voor HI 2025, resp. -873 voor de eerste vier maanden van HII 2025.

Bij de capaciteit is het beeld compleet anders (geworden, in de meest recente updates), en is er zelfs een behoorlijke opleving te zien in beide jaarhelften van 2023 en het eerste van 2024. Met de huidige bekende cijfers 1.119 MWp nieuw in HI 2022, 872 MWp in HII 2022 (22% minder), en, vanwege de bizarre, eerder al besproken toename in 1 maand (januari 2023), nu alweer een 1.490 MWp nieuwe capaciteit in HI 2023. Dat is 33% meer dan in HI 2022, en zelfs al bijna 71% meer dan in HII 2022. In de update van december 2023 was het netto aanwas volume voor HI 2023 nog maar 923 MWp.

De tweede jaarhelft van 2023 geeft, met de netto groei van, momenteel 1.319 MWp, al een fors hoger volume te zien dan in eerdere recente updates, en laat momenteel dan ook alweer een ruim 51% hoger volume zien, dan de aanwas in HII 2022.

Voor het eerste half-jaar van 2024 zijn de data uiteraard nog zeer fluïde. Het voorlopige resultaat voor het eerste half-jaar is, van een licht negatieve aanwas tm. mei (-12 MWp), inmiddels omgeslagen in een record positieve groei van al 1.694 MWp. Dat is al 13,7% hoger dan het vorige record, in HI 2023. Het nog zeer voorlopige netto volume in HII 2024, 2.098 MWp (in april 2025 update nog maar 706 MWp!), laat een ogenschijnlijk nieuw record volume zien, maar met de waarschuwing dat hier de nieuwe "extreme" anomalie december 2024 bij zit, moeten we daar de nodige korrels zout naast leggen.

Het eerste half-jaar van 2025 bracht, met name door het flink negatieve aandeel van februari, gevolgd door de flinke negatieve aanwas in mei, een netto negatieve groei van -296 MWp met zich mee. De eerste 4 maanden van HII 2025, startte alweer met een sterk negatieve netto groei van -1.696 MWp.

Het zal nog wel even gaan duren voordat er beter zicht komt op de (definitieve) groeicijfers voor de half-jaren, met name voor de recente jaargangen. Uiteraard gaat met name voor de periode vanaf 2024 nog wel flink wat wijzigen in deze cijfers.

Mogelijk wordt de trend van véél minder netto overgebleven (want: deels bij VertiCer uitgeschreven) aantallen installaties, en nog steeds relatief hoge groeicijfers voor de capaciteit, nog verder versterkt, doordat er regelmatig kleinere projecten worden uitgeschreven bij VertiCer (zie tabellen onder paragraaf 5), terwijl de overblijvende (en nieuwe) projecten in de bestanden gemiddeld genomen zelfs al veel groter zijn dan de oude (deels zelfs residentiële) kleine installaties.

3d. Jaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer YOY 2009 - 2024*

Wederom naar analogie van de grafiek voor de eindejaars-volumes, ditmaal de daar uit afgeleide jaargroei cijfers volgens de laatste data update van VertiCer, in bovenstaande grafiek (alle drie parameters met referentie de rechter schaal, logarithmisch weergegeven). Tot en met kalenderjaar 2020 zijn de data gebruikt uit de medio vorig jaar beschikbaar gestelde update (24 aug. 2024), waarin echter nauwelijks wijzigingen zijn opgenomen. De meest recente cijfers voor 2021**, 2022**, 2023*, en 2024*, rechts toegevoegd, komen uit de huidige update van de data tm. oktober 2025, zoals geopenbaard door VertiCer. De grafiek toont dus de meest recente situatie, met de laatst beschikbare bron-cijfers. Mochten toekomstige "historische" jaarcijfers alsnog wijzigen, en wereldkundig worden gemaakt, zullen die in latere updates worden toegevoegd aan deze grafiek. Het is waarschijnlijk, dat eventuele nagekomen correcties, met name voor de oudere jaargangen, marginaal zullen zijn.

Goed is te zien dat er een duidelijk verschil is in de trend bij de nieuwe jaarlijkse aantallen installaties (blauwe kolommen) en bij de nieuwe capaciteit per jaar (gele kolommen). Bij de aantallen beginnen we op een hoog niveau van 3.765 [overgebleven †† !] nieuwe installaties in 2009, het gevolg van de enkele duizenden grotendeels particuliere kleine SDE beschikkingen die in de eerste jaren van de SDE (2008 tm. 2010) werden opgeleverd. Die bron droogde al snel op omdat particuliere installaties de facto uit de opvolger regelingen werden gedwongen (eis minimaal 15 kWp, later ook nog verplicht grootverbruik aansluiting), en zakte de hoeveelheid nieuwe installaties dan ook stapsgewijs naar het dieptepunt van 259 nieuwe projecten in 2014. Daarna zwol het jaarlijkse volume weer aan door een lange reeks van (deels) succesvol geïmplementeerde SDE "+" beschikkingen, tot een voorlopig maximum van 5.503 nieuwe projecten in Corona jaar 2020.

Daarna is, zelfs met grote hoeveelheden nieuw beschikte projecten onder de SDE "++" regimes, het tempo weer fors afgenomen, ook vanwege massieve wegval van beschikte projecten, waar met name de wijdverspreide netcongestie problemen een belangrijke (maar niet de enige) oorzaak van zijn. In 2021 en 2022 zijn met de recentste cijfers nu netto 3.889, resp. 2.591 nieuwe projecten toegevoegd. Dat laatst bekende volume voor 2022 is 47,1% van het record niveau in 2020.

In 2023 is nog maar een beperkt volume van 1.427 (netto) nieuwe projecten bekend (eerste gearceerde blauwe kolom). Het inmiddels positieve volume voor 2024 is snel aan het groeien, naar, inmiddels, netto 860 projecten. Met name voor 2024 ff. kan nog het nodige aan deze data wijzigen, in de te verwachten maandelijkse cijfer updates voor 2025, en, later, in 2026. Duidelijk is, dat er netto bezien steeds minder aantallen projecten bijkomen. Zoals al vaker gememoreerd, komt dit grotendeels door een toenemende uitstroom van projecten, waarvan grotendeels de subsidie termijn is verlopen. Er komen daarvoor in de plaats slechts relatief weinig nieuwe projecten bij (grotendeels met SDE beschikking), waardoor de netto groei per jaar sterk afneemt, bij de aantallen projecten. Deze trend is duidelijk zichtbaar vanaf 2021.

Capaciteit andersoortige trend, met een nieuw record jaar (2023), 2024 nog zeer ongewis

Bij de capaciteit is de jaarlijkse aanwas in de beginjaren relatief "stabiel" geweest, met wat kleine op- en neerwaartse bewegingen, van 18,7 MWp nieuw in 2009, tijdelijk zakkend naar 13,0 MWp nieuw volume in 2010, nog eens 4 jaar iets boven dat niveau blijvend, om vanaf 2015 sterk te stijgen. Dat was in het begin vooral vanwege de implementatie van de toen succesvolle SDE 2014 regeling. Er werd elk jaar weer meer capaciteit toegevoegd, tot een voorlopig maximum van 2.436,9 MWp, wederom in het Corona jaar 2020. Maar ook de nieuwe capaciteit begon in de jaren 2021-2022 af te nemen, al was het op een veel minder dramatisch niveau dan bij de aantallen projecten.

In 2021 was het nieuwe netto volume nog 2.007,6 MWp, dat is in 2022 momenteel nog maar 1.991,0 MWp met de bekende cijfers in de huidige update. Dat is voor 2022, met 81,7% van het maximale nieuwbouw volume in 2020, in ieder geval beduidend beter dan de flinke terugval bij de (netto) aantallen nieuwe projecten (47,1%). Met, uiteraard, de blijvende disclaimer, dat ook deze jaargroei cijfers nog niet "in beton zijn gegoten", en nog verder licht kunnen wijzigen. Opvallend blijft in ieder geval, dat met de laatste updates, het jaargroei volume voor de capaciteit in 2022 continu, maar traag, dichter is toegekropen naar dat van het voorgaande jaar. Het verschil is nog maar 16,6 MWp, en is in recente updates slechts marginaal toegenomen.

In 2023 is inmiddels, vooral vanwege de eerder besproken, bizar hoge toevoeging in januari dat jaar, en de nodige toevoegingen in de meest recente updates, een netto volume bijbouw van 2.809,5 MWp geconstateerd (enkele updates hiervoor was dat nog slechts 1.223 MWp!). Dat is nu dus al hoger dan de nu bekende groei in zowel 2021 en 2022, en heeft de eerder vastgestelde record groei in Corona jaar 2020 al met ruim 372 MWp overtroefd. 2023 is dus een nieuw recordjaar, wat de groei van gecertificeerde capaciteit betreft. Met de huidige stand van zaken zou de jaargroei in 2023 dus al ruim 41% hoger hebben gelegen dan de aanwas in 2022, en 15,3% meer dan in vorig record jaar 2020. We hebben echter ook gezien dat data regelmatig (flink) worden bijgesteld, dus de relatieve verhouding van de jaargroeicijfers in deze laatste jaren ligt beslist nog niet vast.

Achteraan in de grafiek heb ik ook de capaciteits-aanwas in 2024 weergegeven. Daar moeten we helaas nog een zeer groot vraagteken bij zetten, want met de nog zeer voorlopige resultaten voor dat jaar zouden we nu al aan een "nieuw record volume" zitten, van 3.792 MWp (in de april 2025 update was dit nog "maar" 2.282 MWp). Gezien de problematische, extreme, met terugwerkende kracht bekend geworden toevoeging voor, met name, december 2024, in de analyse hierboven uitgebreid becommentarieerd, moeten we hier voorzichtig mee zijn. Want die december groei is uiterst onwaarschijnlijk, en kan nog fors neerwaarts worden bijgesteld, en/of er komen nog hoge "negatieve maandgroei cijfers" in komende maand rapportages overheen. De grote vraag is echter: wanneer kómen die bijstellingen dan wel? Dit kan erg lang duren, gezien eerder commentaar wat ik ontving van VertiCer na vragen daarover ...

Het Nationaal Solar Trendrapport 2025 van Dutch New Energy claimde voor 2024 een verkoop van 2,3 GWp PV vermogen in het zakelijke segment, wat, opvallend, véél lager is dan de afgeleide cijfers van VertiCer tot nog toe laten zien (bijna 3,8 GWp netto nieuw volume in de daar geregistreerde projecten markt). Dat verschil is "kolossaal", liefst 1,5 GWp, en neemt bovendien toe. En is daarmee "onverklaarbaar groot". Hier moeten grote fouten in zitten, met name aan de kant van VertiCer. Hier is dus beslist nog niet alles mee gezegd, de finale data voor 2024 zijn immers nog lang niet bekend!

Gemiddelde project omvang

Wederom heb ik, uit deze uit de eindejaars-data afgeleide jaargroei cijfers, uiteraard ook weer de gemiddelde systeemcapaciteit van de nieuwe aanwinsten per jaar berekend, en getoond in de groene curve in bovenstaande grafiek (vermogen in kWp gemiddeld per nieuwe installatie). Deze vertoont, na een lichte inzinking tussen 2009 en 2010, een zeer sterke progressie, van 5,0 kWp bij de nieuwe projecten in 2009, tot alweer ruim 768 kWp gemiddeld per nieuw project in 2022. Een factor 155 maal zo groot, in 13 jaar tijd. Deze enorme schaalvergroting, sterk gedreven door de oplevering van honderden zonneparken en enorme distributiecentra bomvol zonnepanelen op de uitgestrekte platte daken, is een van de belangrijkste oorzaken, van de nieuwe realiteit bij de stroomvoorziening in Nederland: de overal zichtbaar geworden netcongestie, met name op de middenspannings-netten. Voor de bijna actuele situatie, met details, zie de nieuwe gedetailleerde capaciteitskaart van Netbeheer Nederland (gescheiden in netafname resp. -invoeding, in de kaarten is reeds al lang van tevoren gereserveerde capaciteit voor nieuwe, nog te bouwen projecten, ingesloten). Wat uiteraard ook zijn weerslag heeft gekregen op de progressie van de uitbouw van de gecertificeerde nieuwe volumes in de VertiCer databank: die is sterk aan het vertragen. En slechts met veel moeite, onder anderen, door schaalvergroting van de individuele projecten, "op niveau" te houden.

Voor 2023 is een sterke toename van de gemiddelde capaciteit zichtbaar, naar inmiddels 1.969 kWp per project (!). Echter, omdat deze maatvoering van 2 input variabelen afhankelijk is (die beiden netto volumes betreffen, verschillen tussen instroom en uitstroom bij VertiCer), die beiden nog flink, in beide richtingen, kunnen gaan afwijken van de huidige waarden, is er nog niet veel te zeggen over wat dit uiteindelijk op kalenderjaar basis zal gaan opleveren. Het is echter wel waarschijnlijk, dat die gemiddelde nieuwe project capaciteit op een hoog niveau zal komen te liggen, vanweg de sterk neerwaartse trend bij het netto aantal nieuwe projecten, bij een blijvend hoog niveau voor de nieuwe totale capaciteiten.

Het voorlopige gemiddelde voor 2024 ligt nog op een veel hoger niveau, 4.409 MWp. In een vorige update was dit zelfs extreem hoog, 28,4 MWp (ver buiten het bereik van de getoonde Y-as vallend). Dit lag aan het feit dat in een eerste update een zeer laag netto positief groei volume bij de aantallen was te zien, bij een zeer hoge netto capaciteit toevoeging. De verwachting dat dit zeer stevig bijgesteld zou gaan worden, is reeds uitgekomen. Maar het eindresultaat zal nog lang op zich laten wachten. En zal mogelijk flink afwijken van het huidige niveau, vooral gezien de nog zeer onzekere, nog lang niet vaststaande, met dikke mistflarden omgeven capaciteits-data voor dat jaar.

†† Met name uit de oudere SDE regelingen, vallen regelmatig lang geleden bij VertiCer voorganger CertiQ ingeschreven projecten weg. Hier zijn verschillende redenen voor. In de uitgebreide SDE project analyses van Polder PV wordt hier regelmatig, en gedetailleerd over gerapporteerd (exemplaar 1 oktober 2025, zie hier).


4. 100 procents-grafieken en segmentatie naar grootteklasse

Een van de nieuwe mogelijkheden van de compleet herziene presentaties bij VertiCer, is de segmentatie naar grootteklasse. Daar kon tot enkele jaren geleden uitsluitend iets over gezegd worden op basis van de jaaroverzichten, waar, al lang geleden op basis van een verzoek in die richting door Polder PV, inderdaad werk van gemaakt is door rechtsvoorganger CertiQ. Zoals in de eerste analyses al duidelijk werd, is dit nu ook op maandelijkse basis mogelijk. Met, we blijven dit herhalen, de waarschuwing, dat alle cijfers bijgesteld kunnen worden in latere updates, met name m.b.t. de meest recente data. Bij de al wat oudere periodes vinden wijzingen minder vaak plaats, en zijn ze meestal van een bescheiden omvang.

In het 3e artikel over de eerste resultaten van januari 2023 heb ik al meer-jaarlijkse trends laten zien bij de evolutie van de diverse grootte klasses. Inclusief een toen nog in de bestanden van CertiQ voorkomende enorme anomalie, die niet bleek te zijn hersteld (artikel 14 februari 2023). Van dat historische overzicht is medio 2024 een recente update verschenen, maar daar blijkt nauwelijks iets in te zijn gewijzigd (marginale bijstellingen). De huidige grafiek geeft voor de kortere termijn de nieuwe data tot en met oktober 2025, en de aangepaste waarden voor de maanden in de meest recente periode daar aan voorafgaand.

4a. 100 procents-grafiek aantallen per categorie

Een zogenaamde "100-procents-grafiek" voor de evolutie trends van de 8 door VertiCer en haar rechtsvoorganger onderscheiden grootteklassen van de gecertificeerde PV-populatie die zij bijhouden, dit exemplaar voor de aantallen projecten aan het eind van elke maand. Voor eind oktober / begin november 2025 zijn de absolute waarden per grootteklasse rechts weergegeven. Globaal genomen namen in de loop van de tijd de kleinste categorieën (1-5 kWp, 5-10 kWp, en 10-50 kWp) in betekenis af sedert juli 2021, de impact van de grotere categorieën werd groter. Vervolgens kwam er een stabilisatie, omdat het tempo bij de aantallen nieuw netgekoppelde (danwel netto overgebleven) projecten onder de SDE regimes weer flink is afgenomen. Dit wordt getoond door de in de grafiek opgenomen streepjeslijn, die het "laagste" niveau voor de kleinste categorie weergeeft (derde kwartaal 2024). In de laatste maand cijfers zien we het relatieve aandeel van de kleinste project categorie weer duidelijk toenemen t.o.v. de overige categorieën, waarschijnlijk omdat de uitval (uitschrijving uit het VertiCer register) vooral wat grotere projecten betreft. Hierdoor komt het bovenste blauwe segment voor de kleinste categorie weer onder de streepjeslijn te liggen.

In de oktober 2025 update, is het totale aantal installaties groter of gelijk aan 50 kWp, medio 2021 al meer dan de helft, met het gezamenlijke volume al op 58,3% van het totaal gekomen (20.412 van, in totaal, 34.993 netto overgebleven projecten). De categorie 100-250 kWp omvat het grootste aantal overgebleven projecten, 7.671 exemplaren, afgezien van de kleinste installaties tot 5 kWp (overgebleven 8.555 stuks, eind oktober 2025). Uiteraard hebben de grotere project categorieën, vanaf 250 kWp, relatief weinig tot bescheiden aantallen. Maar schijn bedriegt: ze omvatten, by far, de allergrootste volumes bij de capaciteit, en hebben een zéér grote impact op de totale populatie, en dus ook op de te verwachten stroomproductie. Zie de volgende grafiek, in paragraaf 4b.

Plussen en minnen

Een klein deel van de afnemende betekenis van de kleinste project categorieën wordt veroorzaakt door continue uitval uit het databestand van VertiCer (diverse redenen mogelijk, ook al heel lang waargenomen bij de SDE portfolio's, analyse status 1 oktober 2025). Daar staat ook weer tegenover dat volledig buiten de populaire SDE regelingen om gerealiseerde kleinschalige projecten bijgeschreven kunnen worden in de registers van VertiCer. Een fenomeen wat compleet onbekend lijkt in de PV sector in ons land, er wordt in ieder geval nooit over gerept, behalve dan bij Polder PV. In 2023 werden er bijvoorbeeld, met de meest recente data, netto 38 installaties in de kleinste project categorie uitgeschreven, maar kwam er tegelijkertijd een verrassende hoeveelheid van 143 exemplaren bij in de categorie 5 tm. 10 kWp, waarvoor normaliter beslist géén (nieuwe) SDE beschikking afgegeven kan zijn sedert SDE 2011, vanwege de 15 kWp "onder-cap" bij de afgegeven beschikkingen (zie ook tabel paragraaf 5b). Tot nog toe waren het al netto 36 uitgeschreven projecten voor de kleinste categorie, resp. netto 25 nieuw ingeschreven projecten voor categorie 5-10 kWp, in 2024.

Dat soort kleine projecten zijn mogelijk afkomstig uit portfolio's van bedrijven zoals Powerpeers, Vandebron, en Allinpower, en het in België al actieve EnergySwap, die geoormerkt garanties van oorsprong (GvO's) van door de afnemer aangewezen projecten afboeken, ter "vergroening" van de stroomconsumptie van de klant. Daar kunnen ook (zeer) kleine residentiële projecten, of bijvoorbeeld kleine installaties op scholen, gymzalen e.d. bij zitten. Om dat soort transacties in Nederland te kunnen / mogen doen, moeten de betrokken projectjes ook verplicht geregistreerd worden bij VertiCer. En die zien we hier dus tevoorschijn komen.

Bijstellingen aantallen per categorie

De grootste categorie, projecten (of eigenlijk: "registraties") groter dan 1 MWp per stuk, omvat begin november 2025 1.815 installaties (een opvallend verlies van 18 projecten t.o.v. de vorige update!).

Wat de aantallen projecten in deze grootste project klasse betreft, is dit slechts 5,2% van het totale aantal op dit moment. Op herhaalde verzoeken van Polder PV, om deze grote "verzamelbak" verder op te splitsen, gezien de dominante hoeveelheid capaciteit in deze categorie (zie grafiek onder paragraaf 4b), is, destijds, CertiQ, helaas niet ingegaan.

4b. 100 procents-grafiek capaciteit per categorie - augustus 2024 anomalie lijkt hersteld, maar trend niet stabiel

Een vergelijkbare "100 procents-grafiek" als voor de aantallen projecten, maar nu voor de periode juli 2021 tm. oktober 2025, voor de daarmee gepaard gaande, bij VertiCer geregistreerde capaciteiten in MWp. Voor begin november 2025 zijn wederom de absolute volumes rechts weergegeven, alsmede, voor de grootste categorie, voor de status quo vlak voor "De Grote Augustus Anomalie" (2024). Een totaal ander beeld is hier te zien, met "überdominant" de grootste project categorie (installaties groter dan 1 MWp). Ook is direct te zien, waar de enorme capaciteits-anomalie voor augustus, eerder reeds beschreven, zijn grondslag heeft. Eind juli 2024 was het volume in die categorie, met projecten per stuk groter dan 1 MWp, namelijk "nog maar" 9.742 MWp groot (wel alweer, door voortdurende bijstellingen / nagekomen volume, 18,2% meer dan de eind van die maand gerapporteerde 8.238 MWp). Wat in lijn is met de historie van de voorgaande evolutie.

In augustus tm. september 2024 zou, volgens de oorspronkelijke cijfers van VertiCer, er al een absurd hoog volume van 14,0 GWp zijn geaccumuleerd in die categorie. Dit is terug te voeren op de toen nog niet publiekelijk gecorrigeerde grote anomalie voor augustus dat jaar, en heeft een enorme impact op de kwaliteit van deze 100-procents-grafiek. In de augustus 2024 update ben ik kort ingegaan op de onmogelijkheid van deze accumulatie cijfers (paragraaf "29 Dorhoutmeessen"). Omdat de cijfers voor deze 2 maanden onwaarschijnlijk hoog zijn, heb ik deze gearceerd weergegeven, met rode kolom rand. Ook voor oktober zien we een nog steeds onwaarschijnlijk hoge status van, inmiddels, bijna 11,8 GWp, waarbij er kennelijk al een eerste "correctie ronde" over de data heen is gegaan bij VertiCer. In november lijken de data weer "genormaliseerd", en is het volume op een voorstelbaar niveau van 9.863 MWp uitgekomen, zoals in een vorige update al was voorspeld door Polder PV. Vandaar dat ik ook oktober hier gearceerd heb weergegeven, toen was er waarschijnlijk nog steeds sprake van gedeeltelijk incorrecte (veel te hoge) data. De sterk verstorende invloed op de evolutie van alle data in deze 100% grafiek is duidelijk zichtbaar bij de maandelijkse aandeel-percentages voor augustus tm. oktober.

Status > 1 MW segment eind oktober 2025

De toegevoegde, alweer gewijzigde cijfers voor december 2024 en januari 2025 laten in de huidige update wederom een "onwaarschijnlijk hoog" accumulatie niveau zien voor het > 1 MW segment, van 11,7 tot 12,5 GWp. In een vorige update waren die volumes nog maar 10,3 tot 11,0 GWp, hier is dus direct alweer een verdachte, waarschijnlijk veel te hoge capaciteit in de databank van VertiCer geslopen, zoals we eerder al hebben gezien. In december 2024 zou in 1 keer de 10 GWp accumulatie in de grootste categorie ruimschoots zijn gepasseerd. In de februari rapportage is er echter alweer een duidelijke neergang van 13% te zien, naar, momenteel 10,9 GWp. Zo u wilt een "normalisatie" van de capaciteit accumulatie.

In maart tm. juni 2025 is er weer globaal genomen een lichte groei cq. plateau fase te zien, naar 11,4 GWp, maar in de juli update is er weer een terugval te zien, naar bijna 10,1 GWp, wat in augustus - oktober 2025 nog op een iets lager niveau is komen te liggen, op, uiteindelijk, 9.844 MWp. Dat volume is ruim 68% van de ook flink neerwaarts bijgestelde totale capaciteit (14,4 GWp). Eind juli 2021 was dat aandeel van de grootste categorie nog 51%. Het relatieve verschil is dus, ondanks de soms curieuze cijfer bijstellingen, behoorlijk groot geworden, in ruim 4 jaar tijd. De combinatie forse opwaartse (dec. '24 / jan. '25) / neerwaartse capaciteit bijstelling in februari 2025 is in ieder geval wederom slecht verklaarbaar. Mogelijk is een van de oorzaken genoemd door, destijds, CertiQ, hier debet aan. Het kan zijn, dat de forse neerwaartse bijstelling in de juli 2025 update een van diverse later doorgevoerde correcties voor eerder opgegeven (veel) te hoge capaciteiten is geweest, maar dat blijft speculatie.

"Afwijkingen van de normaal"

Om de "afwijkingen van de normaal" voor de grootste projecten categorie (>1 MW) beter zichtbaar te maken, heb ik vanaf de mei 2025 update een rechtlijnige gele stippellijn in bovenstaande grafiek toegevoegd, interpolerend tussen de eerste en de laatste maand waarde. Daarmee is direct duidelijk waar (te) grote afwijkingen van een normaal verloop van het procentuele aandeel van die categorie opdoemen. In de periode 2023 tm. medio 2025 zijn de accumulaties in ieder geval beduidend hoger dan "normaal", in de laatste maanden van 2025 is er een stagnatie zichtbaar. De beruchte augustus 2024 anomalie, die tot in oktober dat jaar voortduurde, steekt duidelijk boven alles uit, en heeft te maken met een veel te hoge capaciteit accumulatie, die nog steeds niet is hersteld in de publiek beschikbare data van VertiCer.

Meer cijfers project categorieën

De grootste categorie heeft tegelijkertijd een relatief bescheiden aantal projecten, de hierboven al genoemde 1.815 exemplaren. Dit resulteert in een steeds hoger wordende systeemgemiddelde capaciteit binnen deze categorie. In juli 2021 was dat nog 4.024 kWp gemiddeld, begin november 2025 is dat alweer opgehoogd naar 5.424 kWp, een toename van bijna 35% in 51 maanden tijd! De grote projecten gaan een steeds hogere impact op de totale volumes krijgen bij VertiCer, dat is al lang duidelijk.

Voor de overige categorieën blijft er dan niet zeer veel "ruimte" meer over op het totaal. Nemen we ook nog de drie opvolgende categorieën mee (flinke projecten van een halve - 1 MWp, 250 - 500 kWp, resp. 100 - 250 kWp), claimen de grootste vier project categorieën het allergrootste geregistreerde volume in de totale markt. Dit was in juli 2021 al 93,3%, eind oktober 2025 is dat, met de meest recente data in de huidige update, 96,4% geworden. De kleinste 2 categorieën zijn op deze schaal al vrijwel niet meer zichtbaar. Hun aandeel is begin november 2025 geslonken naar nog maar 0,11% van totaal volume (15,7 MWp, projecten van elk 5 - 10 kWp), resp. 0,15% (21,8 MWp, projecten van elk 1 - 5 kWp).

Dan resteren, eind oktober 2025, nog relatief bescheiden volumes voor de categorieën projecten van 50-100 kWp (totaal volume nog maar 361 MWp, 2,5%), resp. 10-50 kWp (bijna 118 MWp, ruim 0,8%).


5. Jaarvolume segmentaties 2022 - 2023 & 2024

5a. 2022 revisited - status update publicatie 1 november 2025

In de maandrapport analyse voor januari 2023 publiceerde ik ook een tabel met de nieuw gereconstrueerde cijfers voor de jaargroei voor kalenderjaar 2022. Daar zijn natuurlijk in de tussenliggende rapportages weer veel wijzigingen in gekomen, waarbij ik de laatste stand van zaken in de september 2025 update hier onder weergeef in tabelvorm. Voor nadere toelichting, zie de analyse bij het januari 2023 rapport. Het is voor het 10e achtereenvolgende rapport, dat in deze tabel geen wijzigingen meer zijn doorgevoerd, de tabel is dus identiek aan die van eind 2024. Dit sluit echter niet uit dat er later nog (marginale) wijzigingen voor 2022 kunnen worden doorgevoerd. Als dat gebeurt, wordt op deze plek in komende updates daar melding van gemaakt, met een aangepaste tabel.

Nieuwe jaarvolumes 2022 (YOY)
Aantallen
aandeel op totaal (%)
Capaciteit (MWp)
aandeel op totaal (%)
Gemiddelde capaciteit per nieuwe / uitgeschreven installatie (kWp)
1-5 kWp
-53
-2,0%
-0,058
-0,003%
1,1
5-10 kWp
50
1,9%
0,406
0,02%
8,1
10-50 kWp
228
8,8%
7,145
0,36%
31,3
50-100 kWp
438
16,9%
33,606
1,7%
76,7
100-250 kWp
800
30,9%
138,143
6,9%
172,7
250-500 kWp
528
20,4%
182,497
9,2%
345,6
500-1.000 kWp
270
10,4%
193,087
9,7%
715,1
> 1 MWp
330
12,7%
1.436,174
72,1%
4.352,0
Totaal
2.591
100%
1.991,000
100%
768,4

Aantallen nieuw "totaal": 2.591; capaciteit: 1.991,000 MWp. De systeemgemiddelde capaciteit van de toevoegingen in 2022 is 768,4 kWp bij de totale volumes. Zie de tabel voor de overige details bij alle segmentaties.

Overduidelijk blijft, dat de grootste groei bij de aantallen nieuwe projecten in 2022 lag bij de installaties van 100 tm. 250 kWp (inmiddels 800 nieuwe exemplaren bekend, 30,9% van totale jaarvolume), met categorie 250 tm. 500 kWp als goede tweede (528 nieuwe projecten, 20,4%). Dat zijn beide populaire categorieën PV projecten op boerderijen, kleinere industriële daken en -complexen, en bij het midden- en kleinbedrijf.

Opvallend blijft het forse volume van 330 nieuwe installaties in de grootste projecten categorie >1 MWp (12,7%), waar de meeste grondgebonden zonneparken en grote rooftop installaties op distributiecentra e.d. onder vallen. Ook valt de negatieve groei van de kleinste project categorie op, er zijn in totaal netto 53 projecten uit de databank van VertiCer "uitgeschreven" in 2022. Daarvoor zijn diverse redenen mogelijk, waar onder mogelijk eerste oude projecten met een SDE 2008 of 2009 beschikking, die door hun subsidie termijn heen zijn, en waarvan de eigenaren actief de registratie bij VertiCer hebben be-eindigd.

Bij de capaciteit is het verhaal compleet anders. Hier blijft de categorie projecten groter dan 1 MWp alles veruit domineren, met maar liefst 1.436,2 MWp van het totale 2022 jaarvolume (72,1%) op haar conto, een zoveelste illustratie van de schaalvergroting in de projecten markt. De drie opvolgende categorieën kunnen nog enigszins - op grote afstand - meekomen, met aandelen van 9,7, 9,2, resp. 6,9% van het totale toegevoegde project volume (capaciteit). De kleinste 3 categorieën doen uitsluitend voor spek en bonen mee bij dit grote projecten-geweld (aandelen 0,36% of veel minder bij de capaciteit).

5b. Groei in 2023 - status update publicatie 1 november 2025

Naar analogie van de cijfers voor de nieuwe aanwas in heel 2022 (vorige tabel), geef ik hier onder de voorlopige data voor de 12 maanden van 2023 (cumulatie januari tm. december), volgens de cijfers in het laatste maandrapport verschenen op de VertiCer website. Ook in deze tabel is t.o.v. de vorige update ditmaal géén wijziging doorgevoerd.

Nieuwe jaarvolumes 2023 (YOY)
Aantallen
aandeel op totaal (%)
Capaciteit (MWp)
aandeel op totaal (%)
Gemiddelde capaciteit per nieuwe / uitgeschreven installatie (kWp)
1-5 kWp
-38
-2,7%
-0,040
-0,001%
1,1
5-10 kWp
143
10,0%
1,255
0,05%
8,8
10-50 kWp
75
5,3%
2,376
0,09%
31,7
50-100 kWp
267
18,7%
20,309
0,7%
76,1
100-250 kWp
332
23,3%
55,077
2,0%
165,9
250-500 kWp
221
15,5%
73,393
2,6%
332,1
500-1.000 kWp
169
11,8%
124,482
4,4%
736,6
> 1 MWp
258
18,1%
2.532,614
90,1%
9.816,3
Totaal
1.427
100%
2.809,466
100%
1.968,8

Uit dit overzicht blijken 2 zaken kristalhelder: de groei is in 2023, wat de toegevoegde capaciteit betreft, in bijna alle kleinere categorieën "niet van betekenis" geweest, en/of, vanwege de vele wijzigingen in de actuele databestanden bij VertiCer, hebben deze zelfs (tijdelijk ?) tot negatieve groeicijfers geleid t.o.v. de herziene status aan het begin van het jaar (= status EOY 2022, vorige tabel). Er zijn vanaf begin 2023 nogal wat wijzigingen geweest in de updates van de jaarcijfers. Sommige voorheen "negatieve groeicijfers" zijn inmiddels gewijzigd in positieve exemplaren, en vice versa. De categorie 10-50 kWp had eerst negatieve groeicijfers, kwam bij de aantallen op precies nul uit in de update van juli 2024, en laat nu al een positieve groei zien van 75 exemplaren. Nogmaals wijs ik op het oorspronkelijke, uitgebreide commentaar van CertiQ, hoe dergelijke (tijdelijke) negatieve groeicijfers en wijzigingen daarin tot stand kunnen komen in hun databestanden.

Negatieve groei cijfers zijn er nu alleen nog maar voor zowel aantallen als bij de capaciteit bij de categorie 1-5 kWp (-38, resp. -0,040 MWp). Het gemiddelde van die "netto afvoer" geeft een project gemiddelde van 1,1 kWp.

In totaal zijn er netto bezien in 2023 nog maar 1.427 nieuwe projecten bijgekomen. Dat kan weliswaar nog steeds bijgesteld worden in komende updates, al verwacht ik hier niet al te grote wijzigingen meer. Het blijft in ieder geval een zeer laag niveau, dat is al een tijdje duidelijk. Een neergaande trend bij de netto bijkomende projecten was al veel langer zichtbaar in de klassieke maand rapportages. Zie de eerste grafiek in de analyse van het laatste "gangbare" maandrapport van rechtsvoorganger CertiQ (december 2022). Deze trend lijkt zich te hebben versterkt, vooral bij de netto aantallen nieuwkomers (netto = nieuwe aanwas minus bij VertiCer uitgeschreven projecten per maand).

Flinke wijziging bij groei capaciteit in 2023

Wat overblijft, is het enige positieve punt, namelijk de groei van de capaciteit, ondanks de vele, structurele problemen in de markt (met name voorhanden actuele netcapaciteit en hogere project kosten). De facto is die vrijwel exclusief neergekomen op een toename in, het wordt eentonig, de grootste project categorie (registraties per stuk groter dan 1 MWp). Want daar werd tussen januari en eind december 2023 een aanzienlijk volume van 2.532,6 MWp aan toegevoegd, ruim 90% van het totale nieuwe record jaar volume van ruim 2.809 MWp. Inmiddels dus al duidelijk hoger dan de niet meer formeel gewijzigde jaargroei van voorgaand record jaar 2020 (bijna 2.437 MWp). Dit was in de update van eind 2023 nog maar 1.298 MWp, de bizarre toename van het bij VertiCer geregistreerde vermogen in januari 2023, gevolgd door de vele verdere wijzigingen in de volgende updates, is hier grotendeels debet aan. Er wordt dus heel veel volume later bijgeschreven voor reeds verstreken jaren. Het is goed dat men dit beseft. Met bovengenoemd volume is 2023 bovendien het nieuwe record jaar geworden bij de aanwas cijfers voor capaciteit in de gecertificeerde projecten markt.

Schaalvergroting nochmals

De schaalvergroting in de projecten sector wordt duidelijk geïllustreerd, door het feit dat de capaciteits-aanwas voor de grootste PV installatie categorie (projecten per stuk groter dan 1 MWp), in 2023 nu al 76% groter is dan in 2022 (2.533 MWp voor 2023, tabel 5b, versus 1.436 MWp voor 2022, tabel 5a). Dit zien we ook terug bij de gemiddelde capaciteit voor die categorie. Die was in 2022 nog, netto, 4.352 MWp per project. In 2023 is dat gemiddeld 9.816 MWp geworden, een factor 2,3 maal zo groot in 1 jaar tijd!

Ook vanwege de hoge project gemiddelde capaciteit in deze grootste categorie blijft deze een zeer dominant stempel op het totale gerealiseerde volume zetten.

De enige categorieën die nog enigszins iets voorstellen zijn de 3 op een na grootsten, met projecten tussen de 500 en 1.000 kWp, resp. 250-500 kWp, en 100-250 kWp, die momenteel cumulatief in 2023 een verzameling van 124 MWp, resp. 73 MWp en 55 MWp nieuw toegevoegde capaciteit tellen. De overige categorieën stellen weinig voor bij de nieuw opgeleverde capaciteit in deze periode.

5c. Groei in 2024 - status update publicatie 1 november 2025

In onderstaande tabel geef ik de nog zéér premature eerste (al enkele malen flink gewijzigde) cijfers voor de groei van de volumes per categorie in kalenderjaar 2024. Cursief (broncijfers) zijn wijzigingen sedert de vorige update (in deze update wederom alle sub-categorieën betreffend).

Nieuwe jaarvolumes 2024 (YOY)
Aantallen
aandeel op totaal (%)
Capaciteit (MWp)
aandeel op totaal (%)
Gemiddelde capaciteit per nieuwe / uitgeschreven installatie (kWp)
1-5 kWp
-36
-4,2%
-0,039
-0,001%
1,1
5-10 kWp
25
2,9%
0,201
0,005%
8,0
10-50 kWp
-50
-5,8%
-1,475
-0,04%
29,5
50-100 kWp
100
11,6%
8,106
0,21%
81,1
100-250 kWp
302
35,1%
47,541
1,3%
157,4
250-500 kWp
193
22,4%
71,181
1,9%
368,8
500-1.000 kWp
117
13,6%
84,108
2,2%
718,9
> 1 MWp
209
24,3%
3.582,196
94,5%
17.139,7
Totaal
860
100%
3.791,819
100%
4.409,1

Nog sterker dan in de tabel voor 2023, blijkt de enorme dominantie van de grootste project categorie, registraties groter dan 1 MWp. Daarvan zijn er tot nog toe 209 geteld, wat bijna een kwart van alle nieuwe installaties is. Maar de capaciteit claimt, met bijna 3,6 GWp, al 95% van het totale volume. De populatie nieuwe projecten in dat jaar bestaat qua capaciteit, en, derhalve, theoretische stroom productie, bijna alleen maar uit zéér grote installaties, met een gemiddelde voor die categorie van zelfs 17,1 MWp per project (!). De volumes aan kleine installaties drogen op waar je bij staat.

Deze cijfers zullen in komende updates uiteraard nog flink gaan wijzigen en verder aangevuld worden. De forse capaciteit anomaliëen in augustus en in december van dat jaar, drukken nu nog een zeer stevig stempel op de nog zeer onzekere cijfers. Die hopelijk in komende rapportages enigszins zullen normaliseren. Al blijven verrassingen endemisch, bij de VertiCer rapportages, zoals we de laatste jaren al vaak hebben gezien.

Vooralsnog is de nu bekende totale kalender jaargroei, volgens de VertiCer broncijfers, een zogenaamd record volume van 3.792 MWp in 2024, zie ook de optelling van de twee half-jaren in de grafiek in paragraaf 3c. 1.694 MWp toename in het eerste half-jaar, en nog eens 2.098 MWp (in een vorige update was dat nog maar 706 MWp!) in de tweede jaarhelft. Wat in beide gevallen hoogst onwaarschijnlijke nieuwbouw volumes in de projecten markt zijn. Maar die cijfers zullen sowieso nog dramatisch gewijzigd gaan worden. Pro memori, dus.


6. Evolutie van gecertificeerde zonnestroom productie / uitgifte van GvO's tm. september 2025

Ook voor deze parameter, afgegeven hoeveelheid Garanties van Oorsprong (GvO's), geldt, dat er op 24 augustus 2024 een update van de historische cijfers is gegeven. Deze zijn weergegeven in de tweede VertiCer revisie naast het voorgaande maandrapport. In het huidige bijgestelde overzicht geef ik weer alleen de meest recente cijfers weer, vanaf mei 2021. Voor een fraaie, bijgewerkte grafiek die verder terug gaat in de tijd, zie de update in de bespreking van het augustus 2024 rapport, en het commentaar daarbij. Inmiddels zijn de al flink geconsolideerde data tm. 2023, de nog voorlopige voor 2024, én de nu al bekende volumes voor de eerste 3 kwartalen van 2025 gepubliceerd. Met, het wordt saai, de anomalieën in februari en augustus, die ook nog steeds niet officieel zijn "gerepareerd" in de publiek beschikbare VertiCer data.***

De anomalie die Polder PV eerder ontdekte voor december 2023, en die hij uiteraard direct aan VertiCer rapporteerde, is recent wél gerepareerd, doordat er een flinke aftrekpost "ingetrokken GvO's" voor die maand is opgenomen (die wordt afgetrokken van de cumulatie netlevering en niet-netlevering). Het volume geeft inmiddels een "waarschijnlijk correct" niveau weer.

De extractie van een continue reeks van zonnestroom productie data uit de nieuwe spreadsheets van VertiCer is niet eenvoudig omdat de zonnestroom data tussen alle overige GvO cijfers in staan (diverse energie productie platforms), sterk verspreid over meerdere locaties, er terug gerekend moet worden naar maand van productie, er continu wijzigingen / bijstellingen zijn, en alle over verschillende periodes uitgegeven garanties van oorsprong (GvO's) voor gecertificeerde zonnestroom uiteindelijk per maand opgeteld moeten worden. Bovenstaande grafiek is het uiteindelijke resultaat van het bij elkaar schrapen van alle gegevens in een ordentelijk overzicht. Met de meest recent beschikbare reeks van mei 2021 tm. de eerste cijfers voor september 2025. In de maand rapportages lopen de productie resultaten normaliter altijd 1 maand achter op die van de opgestelde generator capaciteit. De productie is weergegeven in de blauwe curve (rechter Y-as als referentie, eenheid GWh = 1 miljoen kWh).

Byzonder - oude bijschrijvingen

Opvallend in de huidige update, is, dat er weer "enkele" GvO's zijn bijgeschreven voor oudere jaargangen. De eerste bijschrijving vond plaats voor de productie maand februari 2015 (!), dik tien jaar geleden, evenals diverse andere bijschrijvingen in latere productie maanden en -jaren, die inmiddels zijn opgenomen in de lange datum reeks bij VertiCer. Dit soort verrassingen kunnen dus nog steeds voorkomen, af en toe zie ik zulke nieuwe "prehistorische" productie cijfers langskomen.

De curves geven het netto resultaat weer van: garanties van oorsprong uitgegeven voor zonnestroom geleverd aan het net (grootste hoeveelheden) + GvO's uitgegeven voor "niet-netlevering" (directe eigen consumptie)****, minus het aantal om wat voor reden dan ook in de betreffende maand teruggetrokken GvO's. Dat laatste is meestal een relatief bescheiden aftrekpost. In een vorige update was mei 2023 de maand met het hoogste volume wat ooit was ingetrokken (15,3 GWh), netto werd toen voor 1,36 TWh aan GvO's aangemaakt. Daar zijn inmiddels echter alweer 3 maanden overheen gekomen. Ten eerste, maart 2024, met inmiddels 46,7 GWh aan terug getrokken GvO's, en een netto aanmaak (dus minus teruggetrokken) van 784 GWh. December 2023 kwam daar overheen, met inmiddels 89,5 GWh teruggetrokken GvO's (zie ook verderop). In de huidige update heeft november 2024 haar kampioens-positie inmiddels bestendigd. In die maand werd voor maar liefst 146,3 GWh aan GvO's teruggetrokken, ten opzichte van een netto uitgave niveau van slechts 313 GWh. Mogelijk zijn dit deels correcties voor foute entries in de stam bestanden bij VertiCer, maar daar is verder geen zicht op.

**** Sedert november 2024 is de categorie "niet-netlevering" (lees: eigenverbruik) in de overzichten van VertiCer stelselmatig, voor alle opvolgende maand rapportages, op nul gesteld. Vermoedelijk is dit het gevolg van de beslissing, aangekondigd in de Kamerbrief over de openstelling van SDE 2024, om eigen verbruik bij nieuwe PV projecten niet meer te belonen met Garanties van Oorsprong, om overwinsten te voorkomen (zie bespreking kamerbrief in artikel van 11 maart 2024). Normaliter blijft voor oudere regelingen deze (contractuele) afspraak overeind, maar er zijn sinds genoemde maand in het geheel geen GvO's voor eigenverbruik meer uitgegeven door VertiCer, zoals uit hun eigen administratie blijkt.

Drijvende krachten GvO uitgifte

Er zijn twee "drijvende krachten" achter het verloop van deze curve. Ten eerste natuurlijk de seizoens-variabiliteit, die zich uit in hoge producties in de zomermaanden ("toppen"), resp. lage output in de wintermaanden ("dalen"). Meestal is december de minst producerende maand. Eerder zagen we al dat, sterk afhankelijk van de gemiddelde instralings-condities in de betreffende maand, in de zomerperiodes hetzij mei (2020), juni (2019, 2021, 2022), of juli (2017, 2018) de best performer waren bij de productie. Voor de hier getoonde recentere periode zijn de waargenomen "zomer pieken" langere tijd alle 4 in juni gevallen. Sinds enige tijd is in 2024 juli de (momenteel) beste productie maand in dat jaar geworden. De huidige piek waarde voor juni 2021 is gestabiliseerd, alle piekwaarden voor 2022 tm. 2025 zijn inmiddels weer opwaarts bijgesteld. Juni 2023 is nog steeds recordhouder, met inmiddels 1.570 GWh tot nog toe een 11% hogere productie dan in juli 2024 (momenteel opgeplust naar 1.419 GWh). Omdat de wijzigingen in deze volumes klein zijn, is de verwachting, dat deze verhouding zal blijven bestaan.

Voor 2025 is het tot nog toe hoogste productie niveau nog net aan in de zonnige mei-maand bereikt, met, inmiddels, 1.540 GWh. De verwachting is echter, dat juni én juli 2025, met de nu al opwaarts bijgestelde volumes (1.534 resp. 1.538 GWh), later, met de nodige te verwachten toevoegingen, daar overheen zullen gaan. Juni 2025 ontving, met gemiddeld 179 kWh/m² horizontale instraling, slechts marginaal minder dan de 182 kWh/m² in mei dat jaar, volgens de in detail bijgehouden instralings-data van het KNMI, door Anton Boonstra. Met nieuwbouw van (gecertificeerde) PV capaciteit in mei, die juni grotendeels on-line zou kunnen zijn, zou de totale opbrengst in juni dus beslist wat hoger kunnen liggen dan in de voorgaande maand. Hetzelfde geldt uiteraard voor juli, wat echter een beduidend lagere instraling had (2025 165 kWh/m²; 1,4% meer dan in 2024), en dus waarschijnlijk uiteindelijk op een lager niveau zal gaan eindigen, dan de voorgaande maand juni. We gaan bij latere updates zien of die voorspelling uitkomt.

De vijf piekwaarden in de getoonde periode zijn in bovenstaande grafiek weergegeven.

Het record niveau in juni 2023 is 26% hoger dan in juni 2022, waarvoor tot nog toe 1.250 GWh aan zonnestroom GvO's zijn uitgegeven. Anton Boonstra had voor heel Nederland, voor juni 2023, 11% meer instraling vastgesteld dan in juni 2022, de maand was dan ook "record zonnig" volgens het KNMI. Dit opmerkelijke resultaat voor juni is dus niet verbazingwekkend. Dat, in combinatie met de continu voortschrijdende nieuwbouw van PV projecten (al dan niet met SDE subsidie), maakt dat we eind juni 2023 al een (gecertificeerd) productie record te pakken hebben. Deze piek kan in theorie nog steeds iets hoger kan gaan worden in komende updates, zoals reeds in eerdere exemplaren is geschied. Voor juli 2024 verwachten we ook nog wel wat kleinere aanpassingen, het is echter onwaarschijnlijk dat juni 2023 is in te halen met latere toevoegingen voor die maand. Het verschil is daarvoor al langere tijd te groot.

Juli 2023 duidelijk minder productie dan juni dat jaar

Het resultaat voor juli 2023 laat een scherpe neerwaartse knik in de grafiek zien, en komt, voorlopig, uit op een productie van bijna 1.230 GWh in die maand, inmiddels 1,1% hoger dan de 1.217 GWh in de zeer zonnige juli maand van 2022. Ten eerste was juli 2023, i.t.t. juni, een historisch bezien "normale" maand wat het aantal zonne-uren betreft. Boonstra meldde dat er in die maand 11,3% minder instraling was dan in juli 2022, en productie is altijd direct gerelateerd aan de hoeveelheid instraling. Dat er nu toch iets meer is geproduceerd, ligt uiteraard aan de ondertussen gegroeide gecertificeerde capaciteit die, ondanks lagere zoninstraling, in totaal dus een hogere output gaf te zien.

Voor meer commentaar op het verloop van de GvO curve in 2023, zie de bespreking in de update van januari 2025.

Ook de piek volumes uit met name 2021 en 2022 kunnen later nog, zij het marginaal, worden bijgeplust. Zeker van de kleinere projecten, die niet maandelijks door een meetbedrijf worden gemeten, komen productiecijfers namelijk heel erg laat pas beschikbaar, en worden ze dan pas aan de databestanden van VertiCer toegevoegd. En worden ze "zichtbaar" in de hier getoonde productie historie. Als dit al geschiedt, zal de impact ervan echter zeer bescheiden zijn.

Nieuw record 2025 pending (?)

Bijna achteraan in de grafiek is het voorlopige record niveau voor mei 2025 met de bijbehorende getalwaarde weergegeven, 1.540 GWh, met nog e.e.a. aan later toe te voegen volumes te verwachten. Dit is nu nog het hoogste maand record voor dit jaar, al is de verwachting dat zowel juni als juli daar nog overheen zullen gaan (met juni als beste kanshebber op een record voor dat jaar). De huidige productie in mei is in ieder geval al ruim 14% hoger dan de productie nu bekend in mei 2024.

Voor drie "Casussen anomalieën bij GvO uitgifte volumes", zie de bespreking in de analyse van het juli 2025 rapport van VertiCer.

2024 - 2025: alle / andere maandcijfers

In onderstaand lijstje laat ik de verschillen zien tussen de huidige opgave van netto verstrekte GvO's per maand in 2024, en voor januari tm. september 2025, de opgave voor dezelfde maand in het voorgaande jaar, en het procentuele verschil t.o.v. de laatstgenoemde maand.

Maand / nieuwe netto uitgifte / idem zelfde maand voorgaande jaar / procent verschil

  • januari 2024 (t.o.v. jan. 2023) / 218,1 GWh / 159,5 GWh / 37%
  • februari 2024 (anomalie 2.142,3 GWh, nog niet publiekelijk hersteld) / 341,8 GWh / ?
  • maart 2024 / 783,7 GWh / 604,2 GWh / 30%
  • april 2024 / 1.123,1 GWh / 999,5 GWh / 12%
  • mei 2024 / 1.345,6 GWh / 1.364,5 GWh / -1,4%
  • juni 2024 / 1.385,5 GWh / 1.569,5 GWh / -12%
  • juli 2024 / 1.419,2 GWh / 1.230,3 GWh / 15%
  • augustus 2024 (anomalie 3.048,0 GWh, nog niet publiekelijk hersteld) / 1.091,5 GWh / ?
  • september 2024 / 935,0 GWh / 934,3 GWh / -0,7% (eerder nog licht positief)
  • oktober 2024 / 552,1 GWh / 459,4 GWh / 20%
  • november 2024 / 313,1 GWh / 228,1 GWh / 37%
  • december 2024 / 145,6 GWh / 143,7 GWh / 1,3% (eerder nog licht negatief)

  • januari 2025 (t.o.v. jan. 2024) / 205,3 GWh / 218,1 GWh / -5,9%
  • februari 2025 / 522,7 GWh / (anomalie 2.142,3 GWh) / ?
  • maart 2025 / 1.128,1 GWh / 783,7 GWh / 44%
  • april 2025 / 1.333,3 GWh / 1.123,1 GWh / 19%
  • mei 2025 / 1.540,4 GWh / 1.345,6 GWh / 14%
  • juni 2025 / 1.533,6 GWh / 1.385,5 GWh / 11%
  • juli 2025 / 1.537,8 GWh / 1.419,2 GWh / 8,4%
  • augustus 2025 / 1.388,9 GWh / (anomalie 3.048,0 GWh) / ?
  • september 2025 / 925,1 GWh / 935,0 GWh / -1,1%

Met name voor de laatst gerapporteerde maanden zullen er sowieso nog het nodige aan uitgegeven GvO's bij gaan komen. Standaard bij de GvO data van VertiCer is, dat de eerstpublicatie voor een willekeurige maand al het veruit grootste volume GvO's voor die maand oplevert. Afgiftes die later worden gepubliceerd, zijn al veel geringer van omvang, en worden stapsgewijs kleiner qua volume. Het "doorsijpelen" van later afgegeven GvO's, die met terugwerkende kracht voor de betreffende maand worden bijgeschreven, kan echter zeer lang doorgaan. Dat kan langer dan een jaar duren in veel gevallen.

Opvallend is het hoge positieve verschil voor maart 2025, t.o.v. maart 2024, al 44% meer GvO's afgegeven, zoals al de in een vorige update uitgesproken verwachting was. Maart 2025 was dan ook record zonnig, volgens het KNMI "de zonnigste maart sinds tenminste 1965". Mogelijk kan het verschil met maart 2024 nog verder gaan oplopen, als achterstallige GvO's voor die maand worden toegevoegd.

In 2024 was een groot verschil te bespeuren bij de maand januari, waarvoor al 37% meer GvO's zijn afgegeven, dan voor januari 2023. Januari 2024 had dan ook dik 20% meer instraling dan dezelfde maand in 2023, volgens de KNMI data extracten van Anton Boonstra (interne link). Ook november 2024 zat al een tijdje op 37% meer productie dan in november 2023. Dat is curieus, want de instraling was in november 2024 juist 5,6% láger dan in november 2023 (interne link, resp. bijdrage op Twitter). Mogelijk worden deze op zich tegenstrijdige percentages in latere updates recht getrokken. Het lijkt niet zeer waarschijnlijk dat er in oktober-november 2024 een zeer hoog nieuw, reeds netgekoppeld vermogen is bijgeplaatst wat het verschil zou kunnen verklaren, maar we kunnen dat ook weer niet uitsluiten.

Alleen een forse hoeveelheid afschakeling van veel grote projecten (vanwege negatieve marktprijzen in maart 2025) kan weer roet in het eten gaan gooien. Martien Visser van energieopwek.nl deed recent weer een poging om afschakeling nog beter te modelleren. Voor de ook zeer zonnige maand april schatte hij, dat maar liefst 10% van de potentiële productie uit zon- én wind afgeschakeld zou zijn onder de toen heersende marktcondities (zie zijn Blue Sky bijdrage van 6 mei 2025, met grafiek). In ook zeer zonnig mei, schat Visser zelfs 15% curtailment in bij alleen al de PV populatie ... (Blue Sky bericht van 1 juni 2025). Voor ook zonnig september 2025 schatte hij 15% afschakeling voor zowel wind als zon in (Blue Sky bericht van 16 oktober 2025).

Meer capaciteit, meer GvO's, maar ook keerzijde

De tweede drijvende kracht achter de curve in bovenstaande grafiek is uiteraard de in het recente verleden zeer onstuimige groei van de projecten markt, met telkens flink meer, gemiddeld genomen steeds grotere PV projecten, wier nieuwe productie volumes in de loop van het kalenderjaar toegevoegd worden aan de output van het eerder al bestaande productie "park". Dat is dé drijvende kracht achter de steeds hoger wordende pieken (bovenop de verschillen in instraling van jaar tot jaar). Alle nieuwe capaciteit zal bijdragen aan het verhogen van de pieken, zelfs al hebben ze in sterk toenemende mate oost-west opstellingen om de voor netbeheerders zeer vervelende "middag-output-piek" te verlagen. Ook het steeds meer om zich heen grijpende fenomeen van afschakelingen bij negatieve marktprijzen, zal in de projecten markt al te sterke stijgingen bij de afgifte van GvO's onder druk zetten. De potentiële zonnestroom productie wordt dus in toenemende mate uitgehold.

Nog niet is bekend, hoe er bij VertiCer omgegaan zal gaan worden met certificaten voor, bijvoorbeeld, door grote zonnestroom projecten tijdelijk in accu's opgeslagen elektra. Mijn vermoeden is, dat zo'n accu dan als "afnemer" gezien zal worden, en dat daarna het recht op "groenheid" bij gebruik verloren is gegaan. Er is immers al bij de productie een certificaat afgegeven, dat kan niet "verdubbeld" worden. Er is veel interesse voor accu systemen ("BESS"), en ik zie steeds meer projecten met realisaties van opslag van elektra. Het direct aan het TenneT hoogspanningsnet te koppelen 200 MWh Antares BESS systeem van Return in Waddinxveen is recent de bouw fase ingegaan, veel grotere projecten zijn al gepland, tot een 1,4 GWh BESS installatie in Borsele aan toe. De plannen voor de lang verwachte 300 MW / 1.200 MWh grote Leopard BESS op de hoogspannings-aansluiting van gefailleerd Aldel in Delfzijl worden inmiddels concreet: die installatie zou in de 2e helft van 2027 opgeleverd moeten gaan worden. In de analyse van de beschikte SDE 2024 projecten kom ik bij de zonneparken al de nodige plannen tegen voor gecombineerde aansluiting met een BESS systeem, en ook op kleinere schaal kom ik, bij het midden- en kleinbedrijf, al frequent accu plaatsingen tegen.

Progressie in winter"dips"

In de productie curve was tot aan een vorige update goed te zien dat de zogenaamde "winter-dips" in de periode 2021 - 2023 ook op een steeds hoger niveau komen te liggen, a.g.v. de almaar toenemende productie capaciteiten, die ook in de winter aan een toenemende hoeveelheid zonnestroom output bijdragen. In deze laatste update blijkt december 2022 weer, achter de komma, een marginaal hoger volume te zijn toegerekend, het is inmiddels bijna 137,9 GWh geworden. Dat is al 13,7% hoger dan in december 2021 (121,3 GWh), en is zelfs al een factor 4,6 maal het niveau van de "dip" in het winterseizoen van 2017/18 (jan. 2018 29,8 GWh, zie eerder gepubliceerde historische grafiek).

Het gecorrigeerde volume voor december 2023, inmiddels 143,7 GWh aan netto afgegeven GvO's is nu 4,2% hoger dan in die wintermaand in het voorgaande jaar. En het is al een factor 4,8 maal het niveau van januari 2018.

December 2024 heeft inmiddels 145,6 GWh aan netto afgegeven GvO's. Dat ligt inmiddels, zoals in een vorige update al voorspeld, 1,3% hóger dan het volume in december 2023 (in een eerdere update was dat nog 2,4% láger), en zal waarschijnlijk nog wel verder gaan uitlopen. De tot nog toe uitgegeven, relatief bescheiden hoeveelheid GvO's in deze maand, geeft een extra aanwijzing, dat van de extreem verhoogde capaciteits-toevoeging in dezelfde maand (paragraaf 3a), waarschijnlijk niet veel kan kloppen, want een deel van de productie daarvan zou dan al zichtbaar moeten zijn geworden bij VertiCer. Latere updates zullen deze stellingname kunnen onderbouwen, als meer actuele productie cijfers bekend zullen worden.


7. Jaarproducties volgens Garanties van Oorsprong

Een herziene versie van de grafiek met de jaarlijkse uitgifte van Garanties van Oorsprong (GvO's) werd door Polder PV gegeven in de analyse van de augustus cijfers van 2024 (link).

Integreren we de data uit dat overzicht, met de meest recente toevoegingen (ook uit eerdere jaren) van de update van 1 november 2025, krijgen we de volgende grafiek met de totaal uitgegeven hoeveelheden GvO's (lees: zonnestroom producties) in de kalenderjaren 2006 tm. 2024, en het eerste, bescheiden volume, voor (januari tm. september) 2025. Aangezien voor 2024 er nog steeds twee zeer grote anomalieën in de cijfers aanwezig zijn, voor februari, en, nieuw toegevoegd in een vorige update, voor augustus, zal het uiteindelijke uitgifte niveau zeer waarschijnlijk fors lager gaan worden. Tenminste, als die grote fouten ook daadwerkelijk, vermoedelijk sterk vertraagd, publiekelijk zullen worden hersteld in de cijfers van VertiCer. Vandaar dat ik de kolom voor 2024 gearceerd heb weergegeven, en, uiteraard, ook voor 2025.

De tot nog toe bekende zonnestroom productie van uitsluitend de gecertificeerde zonnestroom markt (dus exclusief vrijwel alle residentiële en andere niet bij VertiCer bekende capaciteit) groeide razendsnel. Van nog bijna onmeetbare hoeveelheden in 2006, tot een volume van 219 GWh in 2015. Vervolgens zette de groei stevig in, vooral veroorzaakt door een toenemende hoeveelheid, en steeds grotere, grotendeels via de SDE regelingen gesubsidieerde projecten. Van 556 GWh in 2016, 832 GWh in 2017, 1,6 TWh in 2018, 2,9 TWh in 2019, 5,1 TWh in toenmalig record jaar 2020, naar 6,2 TWh in 2021. Aangezien 2022 zeer zonnig was (Anton Boonstra: 13% meer horizontale instraling dan in 2021), volgt meteen een grote sprong naar ruim 8,6 TWh in 2022.

Vervolgens werden er voorlopig al 9,1 TWh aan GvO's afgegeven voor 2023. Hierbij komt ook nog, dat de nodige nakomende volumes van eerdere maanden worden bijgeplust. Het zal daarbij interessant zijn, te zien, wat de balans zal gaan worden tussen de méér productie van de (record) toegevoegde nieuwe gecertificeerde capaciteit in 2023, in relatie tot het feit, dat de cumulatieve instraling in dat jaar, 7,2% láger lag, dan in het relatief zonnige jaar 2022, aldus de data-extracten en waarnemingen van Anton Boonstra. Dat 2023 tot nog toe niet zeer veel hoger uitkomt dan 2022, zou deels ook kunnen komen door actieve curtailing van grote projecten a.g.v. lage / negatieve marktprijzen, die toen al regelmatig voorkwamen.

Verrassend is, dat 2024, met nog veel updates te verwachten, nu al vér boven het kalenderjaar totaal voor 2023 uitkomt, met netto 13,4 TWh aan reeds uitgegeven GvO's. Hiermee is voor het eerst in de historie de 10 terawattuur gecertificeerde stroomproductie in een kalenderjaar al vroegtijdig "geboekt". Echter, omdat er twee zeer grote anomalieën in deze cijfers zitten (februari en augustus), zal het uiteindelijke niveau veel lager gaan worden. Hoeveel lager is helaas nog niet duidelijk.

Achteraan is het tot nog toe bekende volume voor de eerste drie kwartalen van 2025 toegevoegd, waarbij de 10 TWh grens al gepasseerd lijkt te zijn, zonder opgetreden "anomalieën" in de beschikbare cijfers. In de eerste 9 maanden werd al 10.115 GWh aan productie geteld. Waar uiteraard nog zeer veel, en, hoogstwaarschijnlijk, een nieuw record volume aan toegevoegd zal gaan worden. Daarmee heeft 2025 nu al 11% meer, dan de hele jaarproductie in 2023 bereikt. Met nog 3 productiemaanden te gaan (plus alle latere toevoegingen).

Reken we de nog te corrigeren fouten voor februari en augustus 2024 mee, zouden er vanaf 2006 tot en met september 2025 door VertiCer en haar rechts-voorgangers, inmiddels 59,0 TWh aan garanties van oorsprong zijn uitgegeven voor gecertificeerde PV capaciteit (netto resultaat van netlevering, niet netlevering, minus terug getrokken GvO's). Hoe ver we boven de 50 TWh piketpaal uit zullen komen, als februari en augustus 2024 volumes (neerwaarts) worden gecorrigeerd, zullen we in komende updates vermoedelijk gaan terugzien.


8. Bronnen

Intern - eerdere rapportages CertiQ / VertiCer

Vorige maandrapportages 2025:

September 2025, gepubliceerd op 3 oktober 2025

Augustus 2025, gepubliceerd op 3 september 2025

Juli 2025, gepubliceerd op 5 augustus 2025

Juni 2025, gepubliceerd op 4 juli 2025

Mei 2025, gepubliceerd op 11 juni 2025

April 2025, gepubliceerd op 7 mei 2025

Maart 2025, gepubliceerd op 3 april 2025

Februari 2025, gepubliceerd op 4 maart 2025

Januari 2025, gepubliceerd op 5 februari 2025

Voor 2024: zie de lijst gepubliceerd in de update van 6 januari 2025

Voor 2023: zie de lijst gepubliceerd in de update van 1 februari 2024

Voor 2022 en 2021, zie overzichtje onderaan analyse van 9 januari 2023

CertiQ herziet cijfer presentatie methodiek - een nieuw tijdperk ? (8 februari 2023)

Meer licht in de duisternis (?) omtrent ontwikkeling gecertificeerde zonnestroom portfolio in (2019-) 2020 bij CertiQ. (4 november 2020; vroege signalering van sterk wijzigende historische CertiQ data door Polder PV)

Extern

Data overzichten website VertiCer (opgelet, tijdens laatste upload blijken alleen nog maar de 2 laatste maandrapportages voor elektra, en 1 voor "groen gas", aanwezig te zijn, alle voormalige rapportages zijn verdwenen van de site!)

Wijziging correctie meetwaarden (nieuwsbericht voor handelaren op site VertiCer, 6 januari 2025)

Vereiste rapportage-datum bij een lopende aanmelding (formele gang van zaken te volgen bij op te geven "rapportage datum", op site VertiCer, 7 juli 2025, pdf)

NB: de oude website van CertiQ is niet meer actief, de url verwijst door naar de site van rechtsopvolger VertiCer !



1 november 2025. Zonnestroom productie PV systeem Polder PV net als bij landelijke trend: flinke dip in oktober wegens somber weer, 31% lager dan langjarige gemiddelde. Na een lange periode van zeer zonnig weer, was oktober 2025 somber, wat landelijk in lage zonnestroom productie cijfers heeft geresulteerd, zo ook bij Polder PV. Wel ligt nog steeds, vanwege de vele zonnige maanden eerder dit jaar, in combinatie met de door de webmaster uitgevoerde systeemrenovatie in maart, de productie van zonnestroom van januari tm. oktober op de derde positie in de "historical record", na de record opbrengsten in dezelfde periode in 2003, en 2022. De balans van alle cijfers vindt u hier onder.

In deze analyse de cijfers voor oktober 2025, voor het referentie systeem bij Polder PV. Wat sedert de netkoppeling van de eerste vier zonnepanelen, op 13 maart 2000, in de basis, begin november 2025, inmiddels 9.364 dagen in bedrijf is. Voor een verslagje van de systeemrevisie op 8 maart, bij het eerste kwart eeuw jubileum, 13 maart jl., zie hier. De in een eerdere rapportage uitgesproken hoop dat "alles weer normaal" zou worden, blijkt met de cijfers voor april tot en met oktober, ondanks de sombere laatste maand, volledig te zijn uitgekomen. En zelfs tot verrassende, hoge productiecijfers te hebben geleid.

In onderstaand verslag de resultaten met het gerenoveerde, deels 25 jaar oude Polder PV systeem.

In eerste instantie de gebruikelijke tabel met de fysiek gemeten maandopbrengsten per deelgroep in het kleine PV systeem van Polder PV, die hier onder zijn weergegeven.

De tabel met de gemeten / deels geïnterpoleerde producties van de verschillende "sets" zonnepanelen van Polder PV, voor oktober 2025, in het 2e kolommen paar de producties in de eerste 10 maanden van 2025. Naast het opgestelde vermogen in Wp wordt de productie per groep in Wattuur (Wh) vermeld, ernaast de belangrijke afgeleide specifieke opbrengst (in kWh/kWp, hetzelfde als Wh/Wp), waarmee de uit verschillende vermogens bestaande deelgroepjes goed vergeleken kunnen worden. Rechts, de vergelijkbare staatjes voor de specifieke opbrengsten in oktober, resp. in januari tm. oktober 2024, ontleend aan het bericht over die maand, op de Polder PV website. Het was toen ook, mede vanwege de forse infra problemen, een zwaar tegenvallende productie maand in de PPV geschiedenis. Die situatie is, net als in april tm. oktober dit jaar, volledig gewijzigd. Alle producie resultaten liggen weer redelijk dicht bij elkaar (kWh/kWp), en al vielen de resultaten voor somber oktober 2025 tegen t.o.v. die in de zonnige oktober maand 2024, de producties in de eerste tien maanden liggen zeer hoog, op de derde positie in de productie historie van Polder PV.

In (somber) oktober 2025 is de vaak in het verleden goed presterende set met 2 Kyocera 50 Wp paneeltjes in serie op 1 micro-inverter ditmaal weer de beste, met een specifieke opbrengst van 39,1 kWh/kWp. Deze bleef daarmee ditmaal weer iets voor onze oudste zonnepanelen set, 4x 93 Wp Shell Solar modules (38,3 kWh/kWp), en de weer volledig correct functionerende set van 2 in de voorste rij staande 108 Wp panelen (ZZO, rode band, 38,2 kWh/kWp). De 4 in de achterste rij staande 108 Wp panelen (oranje band), deden het ditmaal het minst goed, met 36,9 kWh/kWp. Het resultaat voor het uit 10 panelen bestaande basis systeem (felgroene band bijna onderaan) is 37,7 kWh/kWp.

Vergelijk met oktober 2024

De productie verschillen met de beduidend zonniger maand oktober 2024 liggen tussen 2,0% voor de 2 in de voorste rij staande, destijds met dysfunctioneren geconfronteerde panelen (rode band), tot 34,0% in de min bij de 2 Kyocera panelen, die het toen juist prima deden. Alle overige sets deden het beduidend slechter (24-33% in de min), dan oktober 2024, vanwege het fundamenteel andere weertype ("somber" versus "zonnig"). Dat de in de voorste rij staande set er als enige "licht positief" bovenuit steekt, komt omdat dat in oktober 2024 nog zo slecht presteerde, dat zelfs in de sombere maand oktober 2024, deze set het desondanks toch iets beter deed.

Het kern-systeem van 10 panelen / 1,02 kWp (lichtgroene band) had een opbrengst van 38,4 kWh in oktober, wat neerkomt op een specifieke opbrengst van slechts 37,7 kWh/kWp. Dat ligt wederom beduidend lager dan de 87,7 kWh/kWp in september, wat bovendien als een zonnige maand werd bestempeld door het KNMI. In oktober is de daglengte weer een stuk korter dan in september, maar de afnemende gemiddelde hoogte van de zon t.o.v. de horizon heeft in die maand in Nederland een nog sterker effect (uitleg bij KNMI). Het feit dat ook nog het weer veel slechter is uitgepakt in oktober 2025, maakt, dat de productie bijna 28% onder het niveau lag van de duidelijk zonniger maand oktober 2024 (52,0 kWh/kWp), toen het systeem nog enkele structurele infra gebreken had.

Cumulaties eerste tien maanden

Bij de cumulaties (jan. tm. oktober) is bij de specifieke opbrengsten (kWh/kWp) nog zichtbaar, dat het deelsysteem met de grootste problemen tm. begin maart dit jaar (2x 108 Wp ZZO vooraan, rode band), nog wat achterloopt bij de andere deelsystemen, zowel voor de renovatie (2024), als na de renovatie (2025). Vandaar dat ik die waarden van een rood kadertje heb voorzien. De productie in oktober 2025 is goed in lijn met de productie bij de andere deelgroepen, daar heb ik het kadertje dus weggehaald. Voor oktober 2024 blijft dat staan gezien de toen, ondanks het zonnige weer, zwaar tegenvallende opbrengst. De verwachting is, dat in 2026, ook het rode kader voor de cumulatieve opbrengsten zal verdwijnen, en dat het getoonde deelsysteem weer volledig in de pas zal lopen met de rest.

KNMI maandbericht

Oktober 2025 kreeg, na record zonnig maart, en ook al (zeer) zonnige april tot en met september, van het KNMI een beduidend verschillende kwalificatie. Ditmaal kreeg de oogstmaand het stempel "Zacht, zeer nat en somber" toebedeeld (voorlopig overzicht van 31 oktober). Met 85 zonuren t.o.v. het langjarige gemiddelde van 120 voor die maand lag dat dus ruim 29% ónder het historisch gemiddelde. En zelfs bijna 34% onder het aantal zonuren in oktober 2024 (128 zonuren). Ell in de gemeente Leudal, Zuid-Limburg, moest het met slechts 60 zonuren stellen. Ditmaal ontvingen, ondanks de ook overvloedige regen, stations in noord Nederland het meeste aantal zonuren (specifiek, Fryslân, met Stavoren, Leeuwarden en Hoorn op Terschelling, allen plm. 105 zonuren). Centraal gelegen de Bilt kreeg 85 van de normaliter gemiddeld 119 zonuren te zien.

Het resultaat voor het nog steeds prima functionerende 1,02 kWp kernsysteem in oktober 2025 is inmiddels geplot in het welbekende maandproductie diagram, wat Polder PV al vele jaren lang elke maand van een update voorziet.

In deze grafiek alle maandproducties van het kern-systeem van 10 panelen (1,02 kWp) bijeen, met elk kalenderjaar een eigen kleur. 2025 heeft een eigen kleurstelling. Tot oktober 2001 waren er nog maar 4 panelen in het eerste systeem, en de producties daarvan zijn dan ook niet vergelijkbaar met de rest van de datapunten. Oktober 2010 was het hele systeem grotendeels afgekoppeld van het net, vandaar de zeer lage waarde voor die maand. Die wordt dan ook niet meegenomen in de berekening van het langjarige gemiddelde per maand, de dikke zwarte lijn in de grafiek.

Voor een korte bespreking van de maandproducties tm. juli 2025, zie de rapportage over augustus. In augustus 2025 was het productie verschil met de historische normaal 117,3 kWh, 7,1% hoger dan het langjarige gemiddelde voor die maand (109,5 kWh). In september is het verschil verder afgenomen, met een gemeten productie van 89,4 kWh, wat 3,2% hoger is dan het langjarige gemiddelde van 86,6 kWh voor september.

Oktober geeft een zeer duidelijke trendbreuk te zien. Met 38,4 kWh bleef die maand op een "bijna historisch" dieptepunt steken, wel nog iets beter dan oktober 2020, maar 31% minder dan het langjarige gemiddelde voor deze maand. Aan de andere kant van het spectrum vinden we oktober van het memorabele record jaar 2003, wat ook voor die maand een record vestigde van 73,2 kWh, 32% bóven het langjarige gemiddelde.

Opvallend is, dat bij Polder PV, de maand met de gemiddeld hoogste productie over alle jaren, alweer een tijdje de maand mei is geworden. Dit heeft vermoedelijk te maken met de combinatie van hoge instraling, met een nog relatief lage luchttemperatuur. In warme zomermaanden, heeft het PPV systeem te maken met hittestress, met name bij de in-house hangende micro-inverters (die op zeer hete dagen geforceerd worden gekoeld met computer ventilatoren). Ook is de lucht in mei koeler dan in de latere zomermaanden, en minder vochtig, waardoor de instraling gemiddeld genomen intenser is, ook over langere periodes.

In deze vergelijkbare grafiek zijn alleen de maandproducties van de laatste vier jaar getoond. 2021 is verwijderd, en 2025 is in de eerste maandrapportage van dit jaar toegevoegd in deze nieuwe grafiek. Zelfs in zo'n relatief korte periode zijn de verschillen soms groot in de lange zomerse periode. Het relatieve verschil in maart was het hoogst, omdat die maand in 2022 zéér hoog scoorde (zelfs hoger dan de opvolgende maand april). Zeer zonnig maart 2025 heeft ook een hoog resultaat laten zien, al werd dat nog door gebreken in de eerste week deels teniet gedaan. Ook april 2024 steekt vér boven het gemiddelde uit. Mei 2025 is in deze vier jaar ook kampioen, en komt duidelijk uit boven het resultaat voor mei 2022. Juni 2025 is marginaal onder de hoge opbrengst in dezelfde maand in 2023 komen te liggen. In juli gaf alleen 2022 een nog beter resultaat dan in 2025, al blijft de productie nog steeds duidelijk bovengemiddeld t.o.v. de historische trend. Dit heeft zich herhaald in augustus, met een hoger positief verschil t.o.v. het langjarige gemiddelde dan in juli (7,1% t.o.v. 4,0%). In september is het verschil weer wat kleiner geworden, met 3,2% meer productie t.o.v. het maand gemiddelde, maar nog steeds iets onder het resultaat voor 2022.

In oktober, tot slot, zien we een zéér duidelijke kentering van deze mooie trend. Deze sombere maand heeft landelijk tot zeer lage producties geleid (in veel gevallen zelfs "historisch laag"). Bij Polder PV was alleen oktober 2020 nog mindder, maar we zien dat het desondanks "niet veel over houdt", en ver onder het langjarige gemiddelde is komen te liggen voor die maand.

Goed is te zien dat 2024 bijna constant sterk tegenvallende producties heeft laten zien, afgezien van januari. Dat kwam door problemen met sommige aansluitingen en, naar later bleek, ook een slecht presterende micro-inverter, die op 8 maart 2025 is vervangen. Op diezelfde dag werd de complete kabel- en aansluit infra herzien door Polder PV, met opzienbarend resultaat.

In deze grafiek geef ik de cumulatieve opbrengsten per kalenderjaar voor alle maanden per kalenderjaar, tot en met de maand weergegeven in de titel (momenteel: oktober 2025). De eerste twee jaren gelden niet voor het gemiddelde of de mediaan, omdat er toen grotendeels nog maar 4 panelen aanwezig waren en de producties dus veel lager dan met tien panelen. Het gemiddelde voor de productie in januari tm. oktober is in de laatste oranje kolom weergegeven, en door de horizontale zwarte streepjeslijn, en bedraagt (periode 2002-2025) inmiddels 879,9 kWh voor dit deel-systeem. Bij uitsluiting van niet representatief 2010 (deels systeem afgeschakeld), is dat, realistischer, 883,2 kWh.

De spreiding in de cumulatieve opbrengsten is in de eerste tien maanden van 2025 iets minder extreem dan voor het eerste kwartaal (verschillen worden over een langere periode meer uitgemiddeld), maar toch blijven er jaren met duidelijk bovengemiddelde opbrengsten te zien in deze grafiek. Het overall zeer zonnige jaar 2003 had reeds in februari "de macht" gegrepen, met inmiddels 1.024,7 kWh geaccumuleerd tm. oktober (16,0% hoger dan het langjarig gemiddelde excl. 2010). Twee andere jaren steken ook flink boven de rest uit, met 983 - 954 kWh productie in januari tm. oktober, 2022 en 2025. T.o.v. de status van juli, hebben deze 2 jaren stuivertje gewisseld. 2025 is sedertdien het derde hoogste productiejaar in deze periode. Het eerder uitgesproken vermoeden, dat 2025 kampioen 2003 niet meer zou kunnen inhalen, is hierdoor vrijwel definitief geworden.

De productie in de eerste 10 maanden van 2025 is 8,1% (tm. vorige maand 11,2%) hóger dan het langjarige gemiddelde (excl. iets afwijkend jaar 2010), het verschil is dus weer beduidend verder afgenomen, vanwege de sombere oktober maand. Wel is het nog steeds fors verschillend van de situatie tm. februari, toen dit percentage nog 1,3% láger lag dan het toen geldende gemiddelde. De verschillen zullen nog minder extreem kunnen worden, als er nog eens 2 maandproducties aan de vergelijkingsperiode worden toegevoegd (extremen worden daarmee meer gedempt), maar schommelingen blijven voorkomen, sterk afhankelijk van de gemiddele maandelijkse zon-instraling.

Goed is het zwaar tegenvallende voorgaande jaar, 2024 te zien, wat een zeer lage opbrengst in deze periode had, vanwege structurele infra problemen in combinatie met een defecte micro-inverter.

In bovenstaande grafiek is ook weer de mediaan waarde voor de jaren 2002 tm. 2025 weergegeven, in de vorm van de horizontale, magenta streepjeslijn. Deze waarde ligt nog steeds onder het gemiddelde (excl. 2010), op een niveau van 872,8 kWh. De productie in januari tm. oktober 2025 ligt 9,3% (tm. september 12,2%) boven deze mediaan waarde.

In deze vierde grafiek zijn de voortschrijdende cumulaties van de energie (stroom) productie van het 1,02 kWp basis-systeem te zien, met elk jaar een eigen kleur. 2023 (lichtgeel) was, door diverse infra problemen, tot voor kort het slechtste productiejaar in de lange historie van Polder PV geworden, met een jaaropbrengst van slechts 868 kWh voor deze deel-installatie. Dat is 2% lager dan het toen nog laagste productie tonende "normale" jaar, 2012 (885 kWh).

2024 heeft, helaas "met stip", 2023 in negatieve zin overtroefd, en kwam, door een combinatie van structurele problemen met de oude installatie, en het beslist niet meewerkende weer door het jaar heen, tot en met december bij de productie op een nieuw laagte-record, 806 kWh (gemiddelde over alle jaren: 922 kWh).

De cumulatieve jaarproducties van de twee hoogst (2003 en 2022), en 2 slechtst presterende jaargangen (2024, 2023) zijn rechtsboven naast de Y-as weergegeven, om een indruk van de spreiding te geven.

2025 begon met een subgemiddelde opbrengst voor januari, en een licht bovengemiddelde opbrengst voor februari. In maart werd een duidelijke trendbreuk zichtbaar, de curve buigt merkbaar omhoog. Dit kwam sowieso door de record hoeveelheid zonne-uren, en kreeg bovendien een extra "boost", door de systeemrevisie die Polder PV op 8 maart doorvoerde. In april tm. september is duidelijk gebleken dat dit een succesvolle ingreep is geweest, daarbij natuurlijk ook geholpen door het door de bank genomen zeer zonnige weer in deze maanden. De curve is eind september al aardig dicht genaderd richting het exemplaar van het meest productieve jaar (2003), liep enkele maanden zelfs jaar (2022) voorbij, maar is begin oktober krap daar onder op de derde plaats beland. In oktober kwam weer een duidelijke trendbreuk, vanwege zeer somber weer, en viel de curve weer duidelijk terug t.o.v. die voor 2022. Naar een cumulatieve opbrengst van 954 kWh.


Data Anton Boonstra, Siderea.nl, NKP, Energieopwek.nl

Boonstra is al enige tijd naar het platform "Bluesky" gemigreerd. Daar worden de bekende kaartjes getoond die hij eerder in een lange periode, getrouw, op Twitter had gepubliceerd. Voor oktober 2025 had hij tijdens de upload van dit artikel nog geen productie- of instralingskaartjes gepubliceerd. Die voeg ik toe als deze er zijn.

Verschillen instraling vs. productie
De (positieve) verschillen van de gemeten producties zijn normaliter kleiner t.o.v. dezelfde periode in 2024, dan bij de instralings-data. Dit is al langere tijd zo, en is waarschijnlijk deels terug te voeren op extra problemen, zoals veroudering, tijdelijk uitvallende omvormers bij netspannings-problemen in met name laagspanningsnet - gebieden (woonwijken e.d.), en vermoedelijk ook, actieve uitschakeling van PV installaties bij klanten met een dynamisch stroom contract, in periodes met negatieve stroomprijzen. Deze problemen zullen vermoedelijk stapsgewijs gaan toenemen. Tot nog toe is het relatieve verschil bij de producties echter iets groter dan bij de instraling. Het is nog onduidelijk waarom 2025 in dezen afwijkt van de historische trend.

Siderea verwijst al enige tijd voor hun opbrengst prognoses naar de nieuwe, interactieve Landelijke Opbrengst Berekening (LOB), met meer datapunten dan vroeger werden vermeld. De methodiek bij Siderea is verder verfijnd, zie het separate bericht onderaan. Dit werkt ook door in de resultaten op de LOB pagina. Deze resultaten worden ook apart weergegeven in een separaat tabblad. Ook Siderea vond oktober 2025 "een zeer slechte maand", met een ruim 20% lager haalbare productie dan bij het door hen gehanteerde langjarig gemiddelde (periode 2001-2020, afwijkend van "de normaal" bij KNMI). We wordt ook gesteld, dat er in 2025 "al 7% méér geproduceerd [kan zijn] dan in een gemiddeld jaar".

Er zijn diverse toevoegingen geweest op de site van Siderea in oktober, zie de berichten op het blog aldaar. Er wordt o.a. melding gemaakt van vervanging van het Limburgse KNMI meetstation Arcen (gesloten) door Horst (geopend). Zie ook het KNMI bericht van 20 november 2024 over dat nieuwe station. Verder is bij de berekeningen voor de LOB overzichten nu ook rekening gehouden met aparte opbrengst berekeningen voor zonnepanelen gericht op ZW dan wel op ZO. In de nieuwe LOB overzichten wordt daaruit een gemiddelde opbrengst getoond van die 2 gescheiden situaties.

Er wordt op de LOB pagina voor oktober 2025 gerekend met haalbare specifieke opbrengsten van 41 kWh/kWp op diverse locaties, tot 54 kWh/kWp in Stavoren (Fr.), voor goed werkende installaties met "gemiddelde oriëntaties", ZW of ZO. Tot waarden van 44 kWh/kWp (zuidelijk Noord-Holland), tot 60 kWh/kWp voor Stavoren en noordelijk Fryslân, voor installaties met optimale oriëntaties. Eerder gesignaleerde onvolledige data (rood gekleurd op kaartjes) lijken te zijn verdwenen.

Voor de langjarige periode 2001-2020 berekende Siderea voor oktober haalbare gemiddelde opbrengsten, tussen de 55 kWh/kWp (Eelde, N. Drenthe) en 60 kWh/kWp (ZW Nederland), voor "gemiddelde oriëntaties", en 62 kWh/kWp (Eelde), tot 69 kWh/kWp voor Oost Brabant, resp. Zeeland, voor "optimale oriëntaties".

Voor de periode januari tm. oktober zijn inmiddels ook geen (kennelijk) onvolledige data meer bekend, met alle cijfers in zwart weergegeven. De laagste waarden vinden we tot nog toe in centraal Overijssel (895 / 952 kWh/kWp), de hoogste in de Kop van Noord-Holland (998 / 1.064 kWh/kWp in de getoonde periode tm. oktober). Waar ditmaal Zeeland naar de 2e plaats is verwezen.

Zoals vaker gememoreerd, zijn door Siderea finaal berekende cijfers allemaal ideale gevallen. De meeste van de recenter geplaatste installaties halen deze prognoses niet (zoals al jaren blijkt uit de verzamelde data van Boonstra), omdat ze onder suboptimale omstandigheden zijn gerealiseerd. Bovendien komen tijdelijke afschakelingen, gewild (negatieve stroomprijzen bij dynamisch stroom contract), dan wel ongewild (spanningsproblemen op het laagspanningsnet, a.g.v. hoge penetratiegraad van PV op relatief "dun" uitgelegde netten) vaker voor, wat de werkelijk haalbare jaarproductie onder druk zet bij de getroffen installaties. Dit zal sowieso niet gaan verbeteren, maar eerder nog minder gaan worden. In ieder geval in de "zonnige" maanden. Wat de door de Eerste Kamer aangenomen wet afschaffen salderen voor extra negatieve gevolgen zal gaan hebben voor de te verwachten (specifieke) productie volumes is nog afwachten. Dit kan beslist een significante rol gaan spelen. In de op 4 september officeel gepubliceerde "Solar Bible", "Zon in de polder", wordt op pagina's 289-291 dieper ingegaan op de "mogelijke" resp. te verwachten (specifieke) opbrengsten van zonnestroom installaties in Nederland.


Nationaal Klimaat Platform heeft voor het laatst op 1 oktober 2025 weer eens een overzichtje van de producties van hernieuwbare energie bronnen gepubliceerd (zie bericht van september 2025). Voor oktober zelf was nog geen bericht te vinden op hun website.

De actueel berekende data zijn tegenwoordig te raadplegen via het Nationale Energie Dashboard, zie ook het artikel van 21 maart 2024, op Polder PV. Eerder leek te worden gesuggereerd, dat de energieopwek.nl site in de 2e helft van 2024 zou worden opgeheven, en in het NED zal worden ondergebracht. Begin november 2025 is deze echter nog steeds als separate entiteit actief, zie hier onder.


Energieopwek.nl

De brondata voor, achtereenvolgens, Klimaatakkoord, Nationaal Klimaat Platform, en het Nationale Energie Dashboard, worden als vanouds berekend door de computers van En-Tran-Ce van Martien Visser, die met steeds geavanceerder modelleringen worden gevoed (energieopwek.nl website). In oktober 2025 werd het hoogste gemiddelde vermogen voor de berekende zonnestroom productie op de 1e bereikt, met een berekende output van gemiddeld 4,36 GW over dat etmaal. Dit is, uiteraard, duidelijk lager dan het historische record berekend, voor 2025, op 30 juni (8,55 GW). Maar voor oktober beslist respektabel te noemen.

Het hoogste niveau in oktober 2024 lag in ieder geval ook lager, al was het verschil niet zeer groot, met gemiddeld 3,95 GW, op de 5e. De piek in oktober 2025 ligt daarmee een relatief bescheiden 10% hoger. Let wel, dat de producties worden berekend op basis van de verondersteld geaccumuleerde capaciteit per jaar, waarvan de cijfers afkomstig zijn van het CBS. De meest recente cijfers van het CBS geven een totaal onverklaarbare hoge jaargroei voor 2024 te zien, waarvan de verwachting van Polder PV is, dat die fors neerwaarts bijgesteld moet gaan worden. Dit zal onherroepellijk ook implicaties gaan krijgen op de door energieopwek.nl berekende vermogens en producties. Hoe dit zal gaan uitpakken, blijft voorlopig ongewis.

In de voorliggende maanden werden in ieder geval, met de huidige energieopwek.nl cijfers, de gemiddelde record waarden bereikt op 7 september (6,29 GW), 11 augustus (7,28 GW), 1 juli (8,26 GW), 30 juni (8,55 GW, huidige maand record), 13 mei (8,14 GW), 27 april (7,36 GW), 27 maart 2025 (5,65 GW), 17 februari 2025 (3,76 GW), 31 januari 2025 (1,91 GW), 1 december 2024 (1,48 GW), 3 november (2,29 GW), 5 oktober (3,95 GW), 1 september (5,1 GW), 12 augustus (6,4 GW), 29 juli (7,0 GW), resp. voormalig record houder in dat jaar, 26 juni 2024, met 7,33 GW gemiddeld). In 2023 werd het vorige jaar record, ook in juni, op de 13e vastgesteld op 6,23 GW gemiddeld (herhaald aangepaste berekening, bij eerst-publicatie was het namelijk nog maar 5,85 GW). De oude records zijn dus alweer "met stip" verbroken. De nieuwe zullen sowieso weer gaan sneuvelen vanaf de lente van 2026.

Het nieuwe dag-"record" voor de maand oktober 2025, op de 1e die maand, komt neer op een berekende zonnestroom productie van 4,36 (GW) x 24 (uren) = 104,6 GWh. Zoals gezegd, ligt dat ruim 10% hoger dan het hoogste niveau in oktober 2024 (5e: 94,8 GWh).

Voor de maand oktober 2025 werd de hoogste momentane berekende output piek voor zonnestroom, 16,52 GW, ook op de 1e behaald. Die piek ligt uiteraard ook duidelijk lager dan het historische record van 23,0 GW momentaan vermogen berekend voor 12 juni dit jaar. Die pieken zullen uiteraard flink lager worden in de komende herfst / wintermaanden. Op 18 oktober werd er nog een relatief hoge momentane piek van 12,58 GW berekend door het energieopwek.nl portal. De laagste momentane middag piek vinden we op 11 oktober (3,86 GW).

In november worden de dagen nóg korter, én zal de zon weer flink lager komen te staan t.o.v. de horizon. Dit zet het output vermogen en de dagproductie van PV installaties verder onder druk. We zullen geen uiteraard geen (hoogte) records meer krijgen dit jaar, het hoogste niveau op 31 oktober was nog maar 7,3 GW. Voor nóg hogere cijfers dan in juni 2025 zullen we moeten wachten tot het voorjaar van 2026.

Solarcare 2024

Het bekende monitoring platform van Solarcare heeft eerder dit jaar reeds haar bevindingen over het kalenderjaar 2024 gepubliceerd. Zij kwamen met minder hoge gemiddelde opbrengsten dan in het zonniger jaar 2023. De gemiddelde specifieke opbrengst die zij hebben bepaald over hun deel-populatie (22 MWp, 2.500 installaties, dus gemiddeld vrij klein, 8,8 kWp per stuk), is 820 kWh/kWp.jaar. In 2023 was het nog 870 kWh/kWp.jr. Zie de twee links naar de rapportages onder de bronvermeldingen.


Bronnen:

Meetdata Polder PV sedert maart 2000

Extern:

Oktober 2025. Zacht, zeer nat en somber (31 oktober 2025, maandbericht KNMI, voorlopig!)

Oktober in top 10 natste oktobermaanden (31 oktober 2025, nieuwsbericht KNMI)

Zomer 2025. Zeer warm, zonnig en droog (29 augustus 2025, bericht meteorologische seizoenen KNMI, voorlopig!)

Jaar 2024. Extreem warm en zeer nat met vrijwel de normale hoeveelheid zon (definitief jaaroverzicht over 2024, KNMI, 10 januari 2025)

Schonere lucht zorgt voor meer zonneschijn (zeer interessant artikel, KNMI, 18 juni 2025)

De staat van ons klimaat 2024: Weer een recordwarm jaar (31 januari 2025, nieuwsbericht KNMI, met link naar volledige rapportage. Let daarbij vooral ook op het instralingsdiagram op slide 10, en door Nationaal Energie Dashboard berekende zonne- plus windenergie [potentieel] per dag, op slide 11!)

Klimaatstreepjescode vanaf het begin van de jaartelling (nieuwsbericht 8 januari 2025, KNMI, incl. "klimaatstreepjescode" tm. 2024)

En verder:

Anton Boonstra (grafieken met gemiddelde waarden van PVOutput.org, gelumpt per provincie). Vanaf eind 2024 op "Bluesky" platform. Oktober 2025 nog niet voorhanden

Siderea.nl (met name de interactieve LOB berekening pagina)

Update "Siderea PV Simulator". Bericht gedateerd 7 april 2024, over enkele wijzigingen in de berekenings-methodiek bij Siderea

Gemiddelde zonnepanelen opbrengsten in Nederland in 2024: 0,82 kWh/Wp (Solarcare, ongedateerd, januari 2025. Totale jaaropbrengsten 2024 van zo'n 2.500 installaties / ruim 22 MWp, ongeveer 6% lager dan in 2023. Incl. provinciale verdeling).

Gemiddelde zonnepanelen opbrengsten in Nederland in 2023: 0,87 kWh/Wp (Solarcare, ongedateerd, januari 2024)

Martien Visser / En-Tran-Ce, meestal met hoogst interessante weetjes in de "grafiek van de dag", een paar recente voorbeelden / selectie. Productie data zijn veelal berekend, middels steeds fijnere modelleringen, en - voor PV - gebaseerd op voortschrijdende inzichten in combinatie met meest recente capaciteits-data van het CBS (zie ook deze verklarende tweet). Vanaf maart worden hier de Bluesky links geplaatst (equivalent op Twitter blijft voorlopig nog actief). Overigens, "detail", Visser is inmiddels gepensioneerd, maar zet diverse activiteiten zoals onderhavige gewoon door:

Oktober maand met 2 gezichten - veel / weinig / veel windstroom productie. Zonnestroom op retour vanwege kortere dagen / lagere zonnestanden (1 november 2025)

Zonnestroom producties per maand berekend vanaf 2020. 5% minder productie in oktober 2025 t.o.v. oktober 2024 (31 oktober 2025)

Stroomverbruik augustus weer minder dan langjarig gemiddelde (meer efficiëntie / besparing / outsourcing industrie; 31 oktober 2025)

Hogere prijzen voor elektra in 2025. Redenen: hogere CO2 kosten, én hogere gaskosten (waardoor veel stroom wordt gemaakt, 31 oktober 2025)

CO2 intensiteit per uur van NLse stroomproductie, op basis van verzoek (en correcties !) van Anton Boonstra. Very interesting! (30 oktober 2025)

Van Dunkelflaute naar record aandeel hernieuwbaar opgewekte stroom in de mix (30 oktober 2025)

30% van potentiële zonnestroom productie bij day-ahead prijzen van nul of negatief in 2025; afschatting afschakeling 10% (29 oktober 2025)



9 oktober 2025: RVO SDE overzicht derde kwartaal 2025 - 330,7 MWp netto toename PV projecten sedert 1 juli 2025, eerste 9 maanden 35% minder dan in 2024. Nieuwe jaargroei 2023 & 2024 voorlopig 1.766 MWp & 1.358 MWp. SDE 2024 deel 4.

Op 4 oktober 2025 verscheen het derde kwartaal overzicht voor de SDE regelingen in 2025 bij RVO, met peildatum (1) oktober 2025, en alle overgebleven beschikkingen en realisaties voor de regelingen tm. SDE 2023. Hierin is tevens voor het eerst de SDE 2024 regeling opgenomen met eerste - geringe - verliezen en opleveringen. In deze analyse worden de meest recente cijfers getoond. Nieuw toegevoegd† werd, t.o.v. de status op 1 juli 2025, een netto beschikt vermogen van bijna 331 MWp, maar is het totaal aan nieuwe realisaties slechts 319 MWp. Er verdween netto een grote hoeveelheid beschikkingen (verschil tussen realisaties en verdwenen beschikkingen, resp. neerwaarts bijgestelde capaciteit), in dit geval vooral veroorzaakt door een grote hoeveelheid uitschrijvingen uit de oudste SDE regeling, SDE 2008. Sinds de update van 1 juli 2025 zijn er in totaal zelfs 1.157 beschikkingen, "goed" voor 320 MWp aan beschikte capaciteit verdwenen, waarbij SDE 2023 de hoogste capaciteit kwijtraakte (248 MWp). De hoogste realisatie werd ditmaal bij de voorjaars-ronde van SDE 2020 (laatste SDE "+") bereikt, met een toename van bijna 112 MWp verdeeld over slechts 9 beschikkingen. SDE 2021 en SDE 2022 voegden het hoogste aantal toe, beiden 37 gerealiseerde beschikkingen.

De nieuwe realisaties leidden, in cumulatie, begin oktober 2025, tot een volume van 13.224 MWp aan (SDE) beschikt gerealiseerd PV vermogen, verdeeld over inmiddels 29.409 gerealiseerde (overgebleven) aanvragen. Door verliezen / uitschrijvingen van veelal oudere gerealiseerde projecten, is dat aantal weer onder de dertigduizend exemplaren gekomen. De netto realisatie van bijna 331 MWp beschikt vermogen in het derde kwartaal van 2025, is 59% hoger dan de bijna 208 MWp toename in QII 2025. Gerekend naar het door RVO gemelde jaar van oplevering van de afzonderlijke beschikkingen, zou er een voorlopige toename van 1.765 MWp aan beschikte capaciteit zijn geweest in 2023, momenteel bijna 16% minder dan de huidig vastgestelde aanwas in 2022 (2.091 MWp). De jaargroei in 2024, momenteel 1.358 MWp, 23% minder dan de jaargroei in 2023, is weliswaar nog steeds zeer voorlopig maar de verwachting is, dat deze cijfers niet "zeer substantieel" zullen gaan wijzigen. Wat de al langer door Polder PV sterk betwijfelde data van VertiCer, met véél hogere capaciteits-volumes voor de jaren 2023 en 2024, in een extra kritisch daglicht stellen.

De najaars-ronde van SDE 2018 blijft, met 1.751 MWp aan opgeleverde, beschikte capaciteit, realisatie kampioen van alle SDE regelingen, op behoorlijke afstand van de nieuwe numero 2, de najaars-ronde van SDE 2019, waar inmiddels 1.541 MWp van is gerealiseerd, volgens het iets aangepaste, beschikt volume. Opvallend daarbij is, dat de SDE 2019 II regeling al een realisatie percentage van 79% bij de capaciteit heeft bereikt ten opzichte van de oorspronkelijk beschikte hoeveelheid, het hoogste relatieve aandeel van alle SDE regimes. De laatste officiële SDE "+" ronde, SDE 2020 I, de zesde regeling met meer dan 1 GWp, staat momenteel op een, iets opwaarts bijgestelde, beschikte realisatie van bijna 1.126 MWp. Na SDE "++" 2021 (7e regeling met meer dan 1 GWp gerealiseerd), is inmiddels de achtste regeling waarbij meer dan 1.000 MWp is gerealiseerd een feit: De eerste SDE "++" regeling, SDE 2020 II, heeft inmiddels 1.018 MWp in cumulatie staan.

Relateren we de nieuwe volumes aan het opgeleverde (beschikte) vermogen per dag, is er in de huidige versie, voor het totaal van alle SDE regelingen, in het 3e kwartaal van 2025, gemiddeld 3,6 MWp per dag gerealiseerd, 58% meer dan de 2,3 MWp/dag in het tweede kwartaal van 2025. Het gerealiseerde volume is bij de realisaties dus weer flink toegenomen in de SDE gedreven projecten markt. Records (QI 2022, 8,8 MWp/dag gemiddeld) zullen zeer waarschijnlijk niet meer worden gehaald, gezien de blijvende, grote problemen bij met name de actuele elektrische infrastructuur.

In de huidige update staan, onder de overblijvende SDE "+" regimes (SDE 2019 II en SDE 2020 I) nog maar 19 beschikkingen, resp. 110 MWp capaciteit open. Onder de vier oudere SDE "++" regimes is nog het grootste volume voorhanden, 1.290 openstaande beschikkingen, met ruim 4,6 GWp aan capaciteit. In de huidige update zijn daar (overgebleven) 268 beschikkingen onder SDE 2024 aan toegevoegd, met een capaciteit van 1.791 MWp. In totaal resteren 1.587 nog openstaande beschikkingen, met 6,52 GWp aan capaciteit.

De verliezen van talloze eerder beschikte projecten blijven ook in de huidige update aanhouden, op een hoger niveau dan in de voorgaande update. Voor alleen de SDE "+" regelingen is, mede door het enorme, historisch geaccumuleerde verlies onder SDE 2020 I, al 43,6% (8.314 MWp) van het oorspronkelijk toegekende vermogen verloren gegaan. In totaal is er bij alle ooit toegekende SDE beschikkingen (SDE, SDE "+", en de 5 momenteel inhoudelijk bekende SDE "++" regelingen, SDE 2020 II, SDE 2021 tm. SDE 2024) inmiddels al bijna 13,7 GWp aan beschikte PV capaciteit, verdeeld over 31.815 oorspronkelijke beschikkingen verdwenen. Het is hierbij voor het eerst in de SDE geschiedenis, dat meer dan de helft van het ooit afgegeven aantal beschikkingen is verdwenen. Hiermee heeft de omvangrijke PV sector reeds een maximale marktwaarde aan subsidies van 11,2 miljard Euro laten verdampen sedert de start van de eerste SDE regeling, SDE 2008.

Door een blunder van RVO is een beschikking voor een flink zonnepark in Voorst onterecht "gedubbeld" opgenomen. Deze duplo moet weer worden verwijderd, omdat deze de statistieken onterecht verminkt.



Introductie / samenvatting

Dit artikel behandelt in ieder geval de status update voor zonnestroom en, kort, thermische zonne-energie, gedateerd 1 oktober 2025. De vorige analyse, voor de status op 1 juli 2025, vindt u hier. Voor een overzicht van alle oudere detail analyses, vanaf mei 2017, zie de opsomming in de introductie van de update van 1 oktober 2023.

In deze meest recente update is bij de opgeleverde capaciteit, door RVO een "officieel" SDE beschikt zonnestroom volume opgegeven van 13.224 MWp (voor peildatum 1 juli 2025 was dat 12.893 MWp), verdeeld over 29.409 overgebleven project beschikkingen. In het overzicht van 1 juli 2025 lag dat laatste nog op een volume van 30.318 gerealiseerde toekenningen. Wat betekent, dat er netto meer registraties zijn verdwenen bij RVO, dan er zijn ingeschreven, in het laatste kwartaal (vergelijkbaar met de netto uitstroom in het omvangrijke VertiCer dossier). In de update van januari 2024 werd de piketpaal van netto dertigduizend gerealiseerde beschikkingen gepasseerd, maar door de toenemende uitschrijvingen bij RVO, is het overgebleven niveau dus weer onder die piketpaal gezakt. De capaciteit blijft nog steeds doorgroeien, wat betekent dat er een concentratie is van steeds grotere projecten in de RVO bestanden, en dat met name kleinere gerealiseerde projecten het RVO systeem "verlaten". Wat nog niets zegt over hun status, ze kunnen immers nog zeer lang gewoon doordraaien zonder SDE subsidie.

Nadat de laatste SDE 2019 ronde I beschikking in de RVO update van 1 juli jl. was toegevoegd (maar al veel eerder bleek te zijn opgeleverd), staan voor de resterende 2 SDE "+" regelingen (2019 II en 2020 I) nu in totaal nog maar 19 (5 + 14) beschikkingen open (ruim 110 MWp).

In de rating van realisaties zijn er inmiddels 8 regelingen die meer dan 1 GWp aan beschikte capaciteit hebben staan bij RVO. Bovenop de tussentijdse toevoegingen, verdwijnt er soms ook weer een gering volume per regeling, vermoedelijk vanwege de al frequent door Polder PV gememoreerde (continue) bijstellingen van de beschikte capaciteiten door RVO. Daar bovenop komen nog nieuw gerealiseerde projecten met late realisaties van overgebleven beschikkingen per regeling. Van boven naar onder zijn de overgebleven volumes nu actueel, achtereenvolgens, SDE 2018 II (1.751 MWp), SDE 2019 II (1.541 MWp), SDE 2017 I (1.491 MWp), SDE 2019 I (1.334 MWp), SDE 2017 II (1.269 MWp), SDE 2020 I (1.126 MWp), en SDE 2021, de eerste SDE "++" regeling in dit rijtje (1.080 MWp). SDE 2020 II is, tot slot, in de huidige update, de 8e geworden, met 1.018 MWp geaccumuleerd.

Er is, tm. de hier besproken RVO update, die alle resterende beschikkingen omvat inclusief de voor het eerst toegevoegde SDE 2024, in totaal al een enorm volume van 13,7 GWp, aan beschikte SDE capaciteit, verdeeld over 31.815 beschikkingen, voor zonnestroom verloren gegaan (!) om diverse redenen. Hier wordt verderop in dit artikel dieper op ingegaan. In de huidige update staan, gecombineerd met de gecontinueerde verliezen onder oudere project beschikkingen, tot en met de laatst geïncorporeerde SDE 2024 toekenningen, nog resterende volumes open van 1.587 beschikkingen, resp. 6.524 MWp. Vanaf de reeds genoemde exemplaren voor de oudere regelingen, tm. de slechts 14 overgebleven exemplaren voor "grote verliezer" SDE 2020 I (SDE "+"), en de 35 resterende beschikkingen voor SDE 2020 II (SDE "++"). Nog maar 145 overgebleven exemplaren voor SDE 2021, 207 voor SDE 2022, en 903 overgebleven exemplaren van SDE 2023. De in deze update toegevoegde SDE 2024 heeft nog 278 van de oorspronkelijk toegekende 283 beschikkingen, goed voor 1.791 MWp.

In het huidige artikel presenteer ik zoveel mogelijk de harde, actuele, "officiële" cijfers, mijn commentaar, en interpretaties. En geef ik uiteraard ook weer actuele updates van grafieken en tabellen. 2 nieuwe grafieken, toegevoegd in een vorige update, die de verliezen per SDE regeling in de loop van de tijd in beeld brengen, zijn ook weer bijgewerkt. Afgesloten wordt met de kleine update van thermische zonne-energie, waarin slechts weinig is gewijzigd, 1 gerealiseerde beschikking is uit de records van RVO verdwenen.

Voetnoot "negatieve groei"
Zeer veel projecten worden de laatste jaren (soms fors) kleiner gerealiseerd dan waarvoor ze oorspronkelijk zijn beschikt. Wat waarschijnlijk (deels) met de grote problemen met aansluitingen, en overgebleven capaciteit voor grootverbruikers op het net heeft te maken. In ieder geval is het gevolg de al jaren door Polder PV gesignaleerde trend, dat RVO de omvang van de gepubliceerde beschikkingen neerwaarts bijstelt in de meest actuele updates over de SDE regelingen. Als dit geschiedt bij een SDE regeling, waarbinnen weinig "activiteit" (lees: nieuwbouw) is geweest sinds de voorlaatste rapportage, kan het gevolg zijn, dat de totale overgebleven beschikte capaciteit binnen die regeling lager uitpakt dan in de voorgaande update. Iets dergelijks kan ook geschieden met het overgebleven aantal beschikkingen. Bij een aantal uitschrijvingen wat uitstijgt boven het aantal nieuwe inschrijvingen, resulteert negatieve groei in het betreffende tijdvak.


Complete evolutie SDE dossier voor zonnestroom


Update van de grafiek gepresenteerd voor de status van 1 juli 2025, met de nieuwe cijfers voor 1 oktober 2025 toegevoegd (laatste kolom achteraan). Ik heb voor het huidige overzicht wederom de fysieke optelling genomen van de (overgebleven) beschikte volumes van alle gerealiseerde projecten in de recent gepubliceerde spreadsheet van RVO (inclusief "anomalie SDE 2019 I"). In deze update zijn de volumes aan gerealiseerde PV beschikkingen weer op een relatief laag tempo toegenomen, de groei was ditmaal, wat de capaciteit aanwas betreft, het hoogst onder het SDE 2020 II regime, op de voet gevolgd door SDE 2022. De in de huidige update toegevoegde capaciteit van de paar realisaties van de SDE 2024 zijn nu nog nauwelijks zichtbaar, bovenop het laatste kolom segment gestapeld.

De totale groei is in het derde kwartaal van 2025 weer flink hoger geweest dan in het 2e kwartaal , zoals getoond rechtsboven in bovenstaande grafiek. Deze is, met 330,7 MWp, t.o.v. de aanwas in het voorgaande kwartaal, april - juni van 2025, zelfs 59% hoger geweest. T.o.v. QIII 2024 (490,5 MWp groei) was de aanwas echter 33% lager. Voor de details, zie ook de bekende tabel, verderop in deze analyse.

Voor 13 SDE regelingen zijn weer netto neerwaartse correcties van oudere aantallen beschikkingen en voor zelfs 17 bij de capaciteiten doorgevoerd bij de realisaties, waarschijnlijk omdat deze oudere projecten actief zijn uitgeschreven uit de RVO registers (wat iets anders is dan fysiek verwijderd !!). Het hoogste volume van verdwenen beschikkingen vinden we weer bij SDE 2008, ditmaal een zeer hoog volume van maar liefst 828 (!), exemplaren. Waarvan een groot deel residentiële installaties zal zijn geweest. Bij de 1e 3 SDE rondes ging het sowieso om meestal kleine projectjes op woningen, tussen de 2 en 4 kWp per stuk. Bij de capaciteiten gaat het bij de neerwaartse bijstellingen dan ook om relatief geringe aanpassingen, tot minus 1,6 MWp onder SDE 2008.

Bij drie SDE regelingen zijn er geen capaciteit wijzigingen doorgevoerd (SDE 2012, SDE 2015 en SDE 2016 I).

Blunder van RVO

Er is een zeer opvallende uitzondering te bespeuren in de wijzigingen. Er is namelijk 1 "realisatie" bijgekomen in het overzicht van SDE 2019 ronde I, die gepaard gaat met een netto capaciteits-toevoeging van maar liefst 17,6 MWp! Ik vond dit direct te gortig voor woorden, en ben in de bronlijst gaan naspeuren wat hier misgegaan zou kunnen zijn. Ik stuitte daarbij op een enorme blunder van RVO. Dat heeft vermoedelijk te maken met het feit, dat in de huidige lijst naast de plaatsnaam waar het project is gerealiseerd óók de naam van de betreffende overkoepelende gemeente, en de RES regio is toegevoegd. Voor Zonnepark Broekstraat in het Gelderse Voorst, van Prowind, is daarbij iets gruwelijk mis gegaan. Er is naast de oorspronkelijke entry namelijk een bijna 100 procent kopie toegevoegd, met als gemeente niet Voorst, maar, onbegrijpelijk, Apeldoorn. Met exact dezelfde gegevens, incl. SDE nummer, als voor de oorspronkelijke entry. Deze moet uit het systeem gehaald worden, het is een domme fout. Het project is voor 18,86 MWp beschikt. Dat er voor deze specifieke SDE regeling minder netto vermogen is bijgeschreven in de huidige update, ligt aan het feit, dat er bij enkele andere beschikkingen een neerwaartse aanpassing van het vermogen heeft plaatsgevonden, waardoor het "netto resultaat" van alle wijzigingen dus genoemde 17,6 MWp bedraagt. Die dus volstrekt artificieel is, en de statistieken vertroebelt.

Capaciteiten per regeling

Per gewijzigde regeling zijn bij de realisaties de volgende "eind"standen te zien, die ook in de grafiek zichtbaar zijn gemaakt. Alleen regelingen vanaf SDE 2014 worden hier behandeld.

Regelingen met (netto) "nul" danwel negatieve groeicijfers. De gerealiseerde capaciteit bij de ooit succesvolle SDE 2014 is weer iets gekrompen, naar 568 MWp. Onder SDE 2016 I is de status realisaties op ruim 121 MWp gestabiliseerd. De najaarsregeling in dat jaar kwam op bijna 585 MWp uit. SDE 2017 I en II op 1.491 MWp, resp. op 1.269 MWp. SDE 2018 I (voorjaars-regeling) kwam uit op 785 MWp, de najaars-regeling op het al langer bestaande record volume van 1.751 MWp. Bij de najaarsronde van 2019 was ook een kleine negatieve groei zichtbaar, resulterend in een capaciteit van bijna 1.541 MWp.

Blijft over de "anomalie" SDE 2019 I. Vanwege de onterechte dubbele entry voor een groot zonnepark, zou die regeling, in combinatie met enkele kleine negatieve bijstellingen, een flinke positieve groei van 17,6 MWp hebben doorgemaakt, en op de in de grafiek "volgens officiële RVO cijfers" cumulatie van 1.334 MWp terecht zijn gekomen. Halen we echter de "false entry", het beschikte volume van 18,86 MWp voor de dubbelaar er weer uit, resteert slechts een (huidige) capaciteit van bijna 1.315 MWp (en 1 beschikking minder). Dat zou dus "onofficieel" neerkomen op zo'n 1,3 MWp mínder capaciteit dan in de update van 1 juli 2025 ...

Regelingen met (netto) positieve groeicijfers. Vanaf SDE 2020 I hebben de regelingen voor de capaciteiten netto positieve aanwas cijfers sinds het tweede kwartaal van 2025. De voorjaarsronde van SDE 2020, de laatste SDE "+" regeling, kwam, bij netto toevoeging van 1 project, op een accumulatie van bijna 1.126 MWp. SDE 2020 II voegde in deze update, met netto slechts 9 nieuwe realisaties, het hoogste netto nieuwe vermogen toe, bijna 112 MWp, waarmee de cumulatie teller op bijna 1.018 MWp is gekomen. En werd daarmee de achtste SDE regeling met meer dan 1 GWp beschikte gerealiseerde capaciteit. De SDE 2021 (enige jaar ronde) voegde netto bijna 75 MWp aan capaciteit toe (met netto 37 opgeleverde beschikkingen), waarmee deze op bijna 1.080 MWp kwam. Onder SDE 2022 was de toevoeging, bij een netto groei van ook weer 37 nieuwe beschikkingen, de op 1 na hoogste in deze update, bijna 109 MWp. Wat, in cumulatie, is neergekomen op 335 MWp bij de accumulatie. SDE 2023 voegde 21,6 MWp capaciteit toe, met netto 32 nieuwe beschikkingen (derhalve: relatief kleine projectjes). Waarmee het voorlopig gerealiseerde, beschikte volume culmineerde op ruim 91 MWp.

Voor SDE 2024 zijn nu 3 "officiële" realisaties bekend. Het geaccumuleerde vermogen is een nu nog bescheiden 765 kWp (0,8 MWp). Dat vinden we terug onder het nog nauwelijks zichtbare kleine bovenste segment in de laatste kolom.

Systeemgemiddelde capaciteit bij de realisaties

Als we terugrekenen naar gemiddelde capaciteit per beschikking die in het laatste kwartaal is gerealiseerd zien we, zoals is te verwachten, een behoorlijke spreiding tussen de SDE regelingen onderling. Deze varieert, bij de regelingen met netto groeicijfers, tussen de 676 kWp bij SDE 2023, tot zeer grote (gemiddelde) projecten van 12,4 MWp onder SDE 2020 II (netto slechts 9 realisaties). Onder die laatste opleveringen vallen hoogstwaarschijnlijk zonneparken en grote rooftop projecten, die de gemiddeldes per regeling altijd flink kunnen opstuwen.

Totale progressie - realisatie

Omdat er tegelijkertijd ook weer de nodige beschikkingen zijn verdwenen in oudere SDE regelingen, met weer een grote hoeveelheid van 828 exemplaren onder de oudste, SDE 2008 regeling, is het netto effect van alle plussen en minnen, sedert de status in de update van 1 juli 2025, inmiddels weer een negatief volume van -909 oorspronkelijk ingevulde beschikkingen geweest (resultaat van 117 nieuw incl. "blunder van RVO", plus nieuw toegevoegd 3 realisaties onder SDE 2024, minus 1.029 verdwenen). Met uitsluiting van de blunder van RVO zou er dan een negatieve groei van -910 resteren sinds het vorige kwartaal. Bij de capaciteit domineren, als vanouds, de toevoegingen duidelijk de verdwenen hoeveelheden: er is netto 331 MWp toegevoegd sedert de vorige update. Dit is het netto effect van (a) gerealiseerde groei bij meestal recentere SDE regelingen (336,6 MWp, incl. "blunder van RVO"), (b) eerste capaciteit realisatie onder SDE 2024 (0,8 MWp), en (c) de uit de voorgaande bestanden weer verwijderde beschikte capaciteit, 5,8 MWp (diverse redenen mogelijk). Van die 331 MWp moet in ieder geval de onterechte door RVO toegevoegde "dubbelaar" van bijna 19 MWp weer worden afgetrokken, zodat de netto groei t.o.v. QII ongeveer zou neerkomen op plm. 312 MWp.

Het gecorrigeerde resultaat is desondanks beduidend hoger dan in de vorige update: 50% meer dan de netto 207,7 MWp toename in QII 2025.

Toenames afgelopen updates; evolutie MWp realisaties PV projecten per dag

De netto nieuw toegevoegde volumes tussen 2 RVO updates, meestal een tijdsspanne van een kwartaal omvattend, lagen in 2022 tussen 189 MWp (QII) en 790 MWp (QI), in 2023 tussen 317 MWp (QI) en 598 MWp (QII), en in 2024 tussen 161 MWp (laatste kwartaal) en 491 MWp (QIII). De eerste resultaten voor 2025 voegen daar nu bijna 342 MWp (QI), bijna 208 MWp (QII), resp. (gecorrigeerd), 312 MWp (QIII) aan toe.

Als we, voor een eerlijker vergelijking, terug rekenen naar het aantal dagen tussen de peildata (die behoorlijk kunnen verschillen, zie de afstanden tussen de updates in de grafiek), komen we tot een minimale aanwas in de tweede jaarhelft van 2013 (gemiddeld 22 kWp/dag), en een maximale groei in QI 2022 (8,8 MWp/dag !). In QI 2025 lag het gemiddelde weer op een aardig niveau, bijna 3,8 MWp/dag, viel in QII weer terug naar 2,3 MWp/dag, om in QIII weer toe te nemen, naar 3,6 MWp/dag.

Genoemde 3,6 MWp gemiddeld per dag in het SDE dossier komt uiteraard bovenop andere realisaties bij projecten die andere incentives kennen (zoals EIA, SCE - "postcoderoos 2.0", subsidies voor sportinstellingen, VvE's, MIA / Vamil, Dumava, etc.), of zelfs helemaal geen subsidies. Zoals vaak bij nieuwbouw projecten, waarin eventuele PV daken in de bouwsom worden meegenomen. Dit nog exclusief de inmiddels flink afgekoelde residentiële markt, de dominante aandeelhouder van de "sub 1 MW markt" (recent overzicht hier), inclusief de grote portfolio's die bij de huur corporaties werden uitgerold (volumes: qua toegevoegde MWp-en onbekend, maar groot).

Voor de evolutie van deze relatieve maatvoering in uitsluitend het RVO - SDE dossier, heb ik een nieuwe versie van de bekende grafiek hier onder getoond:

Deze grafiek toont de gemiddelde groei van de nieuwe capaciteit per dag tussen twee RVO updates, daarbij rekening houdend met het aantal dagen tussen de peildata van de gepubliceerde rapportages. Tm. 2015 gebeurde er relatief weinig, met de laagste toename eind 2013 (22 kWp gemiddeld per dag nieuw volume gerealiseerd in die periode). Vanaf 2016 zijn de administratieve bijschrijvingen in de SDE gedreven projectenmarkt merkbaar gegroeid, vielen ze in Corona jaar 2020 kort terug, en lieten daarna nog sterkere wisselingen van het tempo te zien. Om te culmineren in het eerste kwartaal van 2022, met een record niveau van gemiddeld 8.776 kWp per dag toegevoegd in die periode. Na sterke wisselingen in het tempo werd 2024, met het laagste niveau in lange tijd afgesloten, 1.747 kWp/dag. In QI 2025 nam dat weer flink toe (3.795 kWp/dag), om het daar op volgende kwartaal weer net zo hard in te zakken, naar een niveau van 2.283 kWp/dag. Het derde kwartaal ging weer in de versnelling, en kwam op een volume van 3.603 kWp/dag uit. Dat was wel slechts 68% van de toename in QIII 2024 (5.332 kWp/dag).

In de grafiek is een voortschrijdend gemiddelde trendlijn (rood gestippeld) toegevoegd, waaruit duidelijk de terugval in realisaties blijkt in de laatste jaren. Wat grotendeels door endemische netcongestie in Nederland wordt veroorzaakt, en enkele andere oorzaken, zoals steeds stringenter wordende voorwaarden in de elkaar opvolgende SDE regelingen.

Alles bij elkaar opgeteld is er inmiddels, binnen het SDE dossier, voor een beschikt volume van 13.224 MWp aan "officieel gerealiseerde" PV-projecten, en dus met "ja vinkje" in de gepubliceerde lijst, bekend bij RVO, die een (of meer) SDE beschikking(en) hebben. Zoals te zien bovenaan de laatste kolom in de eerste grafiek in dit artikel. In werkelijkheid is er echter al meer aan het net gekoppeld, omdat (a) er flinke administratieve vertragingen zijn in de verwerking van data bij RVO, en (b) er ook heel veel projecten zijn die groter uitgevoerd worden dan het gemaximeerde volume in de beschikking, waarvan de "meer-capaciteit" door RVO echter niet wordt geopenbaard. Polder PV heeft hier honderden voorbeelden van in zijn eigen, al een decennium lang bijgehouden project overzichten.


(Nieuwe) afvallers update 1 oktober 2025

Terugkerend naar de eerste grafiek: bij de oudste regelingen, SDE 2008 tm. SDE 2019 I, zal er niets meer bijkomen, er staan geen beschikkingen meer "open" voor die regelingen. Wel zijn er in recentere updates nog steeds, regelmatig, om niet gespecificeerde redenen beschikkingen, soms zelfs voor reeds (lang) gerealiseerde projecten, afgevallen. Redenen zouden kunnen zijn: brand, diefstal, hagel schade, installatie afgebroken, verhuizing / nieuwe eigenaar niet geïnteresseerd in subsidie perikelen, of een onbekende, andere reden. Die verloren gegane volumes zijn hier onder in detail weergegeven t.o.v. de update van 1 juli 2025. Zie ook de bespreking van de uitgebreide update voor de totale volume accumulaties in de tabel verderop.

Let hierbij op, dat het aantal verloren gegane beschikkingen en de capaciteiten beslist niet hoeven te "corresponderen". Zoals eerder in een voetnoot opgemerkt, zie ik al langere tijd, dat RVO zeer regelmatig forse (altijd: neerwaartse) bijstellingen van eerder beschikte capaciteiten doorvoert in haar SDE lijsten, die dus niet gepaard gaan met uitschrijving van de betreffende beschikte projecten. Men dient "projecten" derhalve beter te lezen als "beschikkingen", omdat er regelmatig meer dan 1 beschikking voor een en hetzelfde "PV project" wordt aangevraagd en afgegeven (meestal uit verschillende jaargangen, maar niet noodzakelijkerwijs). RVO besteedde in de "Monitor Zon-pv 2023 in Nederland" ook weer aandacht aan wat zij de "vrijval" van capaciteit noemen, met de nodige cijfers, (22 okt. 2024). Polder PV bericht hier al vele jaren over, en documenteert de volumes op basis van de meest recente RVO data in de bekende SDE lijsten.

Polder PV heeft van projecten met meer dan 1 SDE beschikking honderden voorbeelden in zijn overzichten staan. De grootste projecten, vanaf 500 kWp per stuk, waarvoor SDE beschikkingen zijn uitgegeven in mijn actuele overzicht, momenteel 3.020 stuks, hebben gemiddeld zo'n 1,24 beschikking per project. Ook dat is in de sector kennelijk extreem slecht bekend, want je hoort er verder niemand over, en/of de implicaties worden verzwegen. Zelfs door bekende analisten in de markt. Ook bij RVO wordt hier met geen woord over gerept.

  • SDE 2008 verloor in deze update voor de oudere regelingen een zeer grote hoeveelheid van 828 beschikkingen (wederom een ver-drievoudiging t.o.v. de vorige update), gepaard gaand met 1.630 kWp minder capaciteit (waarschijnlijk grotendeels residentieel, of kleine projecten achter andersoortige kleinverbruik aansluiting; zeer waarschijnlijk verder gaande uitval van oorspronkelijk beschikte eerste SDE projecten bij de afloop van de 15-jarige subsidie periode)
  • SDE 2009 182 beschikkingen minder, 301 kWp minder (bij aantal: 4,4 maal zo veel dan in vorige update)
  • SDE 2010 6 beschikkingen minder, 23 kWp minder
  • SDE 2011 3 beschikkingen minder, 98 kWp minder
  • SDE 2013 1 beschikking minder, 165 kWp minder
  • SDE 2014 4 beschikkingen minder, 571 kWp minder
  • SDE 2016 II aantal beschikkingen constant, 4 kWp minder
  • SDE 2017 I aantal beschikkingen constant, 132 kWp minder
  • SDE 2017 II 1 beschikking minder, 168 kWp minder
  • SDE 2018 I 4 beschikkingen minder, 484 kWp minder
  • SDE 2018 II aantal beschikkingen constant, 438 kWp minder
  • SDE 2019 I 1 beschikking minder, 145 kWp minder
  • SDE 2019 II 1 beschikking méér, 17,6 MWp méér (anomalie ! Blunder RVO !)
  • SDE 2020 I 2 beschikkingen minder, 4,54 MWp minder
  • SDE 2020 II 2 beschikkingen minder, 21,8 MWp minder
  • SDE 2021 25 beschikkingen minder, 22,0 MWp minder
  • SDE 2022 13 beschikkingen minder, 16,1 MWp minder
  • SDE 2023 86 beschikkingen minder, 248,4 MWp minder (hoogste aantal en capaciteit verlies in deze update)
  • SDE 2024 2 beschikkingen, resp. 59,3 MWp minder dan in RVO "eindstand 2024" tabel. Huidige volumes cf status Kamerbrief

In bovenstaand overzicht blijkt de afvoer van aantallen beschikkingen en daarmee gepaard gaande verloren gegane capaciteit wederom als een normale gang van zaken te zijn opgetreden, de meeste regelingen zijn weer beschikkingen en capaciteit kwijtgeraakt. De grootste capaciteit volumes in de recentere regelingen. Record houder voor zowel de aantallen als de capaciteit is bij die recente regelingen ditmaal SDE 2023, die 86 beschikkingen verloor, resp. 248,4 MWp.

De eerste SDE regeling, die in een recente update door de continue verliezen (uitschrijvingen) van overgebleven beschikkingen onder de vierduizend exemplaren was gekomen, is nu een nog veel groter volume van 828 exemplaren kwijtgeraakt, waarmee er nog maar ver onder de drieduizend, momenteel 2.737 exemplaren over zijn voor die regeling. Oorspronkelijk waren er voor die 1e regeling 8.033 beschikkingen afgegeven, dus 66% is alweer verdwenen resp. uitgeschreven bij RVO. Dit hoeft echter nog niets te zeggen over de installaties zelf, die kunnen (deels) prima zonder SDE subsidie blijven doordraaien. Ze zijn wel buiten de waarneming van RVO komen te liggen, door de uitschrijving.

Bij de capaciteit zijn, na SDE 2023, de opvallendste verliezen zichtbaar bij SDE 2021 (minus 22,0 MWp), SDE 2020 II, SDE 2019 II, en SDE 2022 (bijna 22, bijna 18, resp. ruim 16 MWp minder).

De totale, netto uitval t.o.v. de vorige update betreft een volume van 1.157 beschikkingen, met, een netto verlies van 318,6 MWp aan (oorspronkelijk) beschikte capaciteit. Echter, er moet nog gecompenseerd worden voor de blunder van RVO mbt de dubbele SDE 2019 ronde I beschikking. Trekken we de capaciteit van dat zonnepark af van het (positieve) volume bijgeschreven voor die regeling, moet er nog eens 1,25 MWp extra worden afgetrokken, waarmee het eindresultaat bij de uitval op 319,9 MWp komt voor alle regelingen bij elkaar.

In de vorige update lagen deze uitval volumes beduidend lager, 521 stuks, resp. 296 MWp. In de update van 1 april 2022 ging een bizar hoog, historisch volume van 4.062 beschikkingen verloren.

Bij de capaciteit trad in de totale SDE historie het verlies record ook op in de update van april 2022. Toen viel zelfs 1.624 MWp weg, het grootste volume onder SDE 2020 I. In nog oudere updates waren het vooral de twee SDE 2017 rondes die zeer fors moesten incasseren met talloze verdwenen beschikkingen en capaciteiten. De grote klappen werden daarna vooral aan de twee SDE 2018 rondes, SDE 2019 I en SDE 2020 I toebedeeld. Inmiddels begint de wegval ook onder de SDE "++" regelingen significant te worden. De verliezen blijven op een hoog niveau, wat ongetwijfeld te maken heeft met de vele problemen in de oververhitte projecten markt, met de netcapaciteit als permanent etterende zweer die realisaties niet makkelijk maakt. En regelmatig zelfs actueel onmogelijk maakt. Het gevolg is dat een substantieel deel van de vaak met veel moeite gepaard gaande aanvragen, en uiteindelijk zelfs verzilverde SDE beschikkingen, uiteindelijk toch worden teruggetrokken door de ontwikkelaars. En/of langdurig op ijs worden gelegd. Zelfs de nodige zonnepark plannen, waar heel erg veel planning en geld in is gestoken, zijn, met SDE beschikking, de laatste tijd, uit de RVO lijsten verdwenen. Dat was nog niet zo lang geleden een zeldzame gebeurtenis.

Triest lijstje verliezen, impact wel weer iets minder in huidige update

In de historie van het SDE gebeuren zijn grote volumes aan afgegeven beschikkingen, gerelateerd aan capaciteit verloren gegaan, per RVO update. In de oktober 2023 update heb ik die voor het laatst op een rijtje gezet, zie aldaar. Ook zijn daar de percentages verliezen per regeling gememoreerd. Die vindt u verder ook terug in de bijgewerkte, grote SDE tabel verderop. Hier komt nu dus weer 320 MWp nieuw verlies bovenop. Om u een idee te geven van de impact van dat laatste cijfer: gerekend met moderne PV modules van 480 Wp (plm. 2,21 m²) per stuk, hebben we het, wat het verlies in de huidige, laatste update betreft, alweer over een niet gerealiseerd potentieel van ruim 666 duizend zonnepanelen, met een gezamenlijke oppervlakte van zo'n 147 hectare, in een periode van 3 maanden tijd...

Nieuwe grafieken - uitval in beeld

Voor het eerst heeft Polder PV in een vorige update ook de verliezen uit de SDE regelingen in grafische vorm verbeeld. Deze grafieken zijn inmiddels ook weer ververst.


In de hierboven weergegeven eerste grafiek wordt de evolutie van de overgebleven aantallen SDE beschikkingen voor PV projecten in de loop van de tijd vervolgd, per regeling, en met een markering per peildatum, beginnend op 1 april 2020. Toen waren de meeste SDE regelingen al langer "actief". Later actief geworden regelingen zijn, vanaf de peildatum dat er voor het eerst data van bij RVO verschenen, met een eigen kleurstelling opgenomen, vanaf SDE 2019 II.

Sommige SDE regelingen kenden slechts geringe volumes beschikkingen en/of het verloop is zeer gering in de loop van de tijd. Maar er zijn meerdere SDE regelingen waarbij de verliezen groot, tot zelfs catastrofaal zijn geweest. De meest impact hadden de uitschrijvingen onder SDE 2020 II, waarvoor de overgebleven volumes in de getoonde periode onderuit gingen, van 6.882 naar nog maar 2.402 beschikkingen, begin QIV 2025. Er was nog maar 35% over van de beginwaarde in de grafiek. Ook de aantallen in andere "recente" regelingen, eroderen sterk, wat voor een belangrijk deel te maken heeft met de overal optredende netcongestie, die realisatie van veel nieuwe project onmogelijk maakt. Meestal omdat de periode waarin de beschikking verzilverd moet worden te kort is geworden in combinatie met andere factoren.

Let ook op de structurele, voortgaande uitholling van het aantal overgebleven exemplaren onder de oudste regeling, SDE 2008. Waarvan de uitschrijving bij RVO sinds het 2e kwartaal van 2024 al in de versnelling leek te zijn gegaan. En in de huidige update een zeer forse neerwaartse trend laat zien, met talloze nieuwe "uitschrijvingen" uit de RVO databank. Ook SDE 2009 begint al een merkbaar neerwaartse trend te laten zien.

In deze update is ook voor het eerst SDE 2024 opgenomen, die niet zeer veel beschikkingen had verzilverd voor solar, en die in dit diagram dus rechtsonderaan voor het eerst zichtbaar is geworden.


In deze tweede grafiek, die de erosie van de overblijvende capaciteit (in MWp) aangeeft van alle SDE regelingen, is het verval nog duidelijker te zien. Dit heeft deels te maken met de schaalvergroting bij de aanvragen, en dus ook bij de beschikkingen. Komen dergelijke beschikkingen, om wat voor reden dan ook, te vervallen, heeft dit met name bij de overblijvende vermogens een merkbare impact (meestal groter dan bij de aantallen beschikkingen). Daarbij komt óók, dat al jaren een duidelijke trend is bij RVO, dat talloze bestaande beschikkingen, bij uiteindelijke realisatie, bijna altijd neerwaarts worden bijgesteld: de projecten worden meestal kleiner opgeleverd dan waarvoor ze (ooit) zijn beschikt, mede vanwege netcongestie en andere problemen. Vaak zijn de neerwaartse bijstellingen zelfs aanzienlijk, en gaan bij grote geplande projecten als zonneparken en daken op distributiecentra, vele megawattpieken aan oorspronkelijk toegekende capaciteit verloren. In de al gememoreerde SDE 2020 I is het verval in de getoonde periode van 3.440 MWp naar nog maar 1.210 MWp gegaan (35,2% van beginwaarde in grafiek). Ook de nakomende SDE "++" regelingen (SDE 2020 II tm. SDE 2022), kennen al hoge uitval cijfers bij de capaciteit. Zelfs bij de nog niet zo lang geleden opgenomen SDE 2023 is inmiddels een forse erosie van de overgebleven beschikte capaciteit zichtbaar geworden.

SDE 2024 had, bij relatief weinig aantal beschikkingen (vorige grafiek), best wel een fors start vermogen, en is ongeveer halverwege, tussen de overgebleven capaciteit van SDE 2018 II en SDE 2021, zichtbaar geworden. We gaan zien wat daar van over gaat blijven. Het gaat, vanwege de voortdurende schaalvergroting binnen de SDE regimes, om grote projecten, waar al heel veel tijd en geld in is gestoken door de ontwikkelaars.

De dramatische "downfall" bij SDE 2008, goed zichtbaar bij de aantallen overgebleven beschikkingen (vorige grafiek), is hier niet zichtbaar, omdat het sowieso altijd al om byzonder lage capaciteiten is gegaan (grotendeels residentiële projectjes).

Uitval totalen en percentages t.o.v. oorspronkelijke beschikkingen

Wat de totale aantallen verloren gegane beschikkingen betreft, zijn de procentuele verliezen momenteel het hoogst: onder de 3 SDE regelingen SDE 2008 (-65,9% t.o.v. oorspronkelijk beschikt), onder de 14 SDE "+" regelingen SDE 2012 (-72,7%), resp. onder de 5 SDE "++" regelingen SDE 2021, die met 69,0% verlies de vorige "kampioen", SDE 2020 II (-67,5%), in negatieve zin heeft ingehaald. Bij de capaciteit zijn de grootste verliezers voor deze 3 super categorieën te vinden bij 2 van dezelfde regelingen. Dus, wederom SDE 2008 (-60,7%, vorige update nog -50%), en SDE 2012 (-75,0%). De grootste SDE "++" verliezer, SDE 2022, is nog dieper in het rood gekomen, en is inmiddels al 57,0% van het oorspronkelijk beschikte volume kwijtgeraakt. Deze 3 regelingen hebben dus al meer dan de helft van de ooit beschikte capaciteit verloren ...

Het allergrootste deel van de omvangrijke verliezen betreft beschikkingen voor dakgebonden projecten. Toekenningen voor grondgebonden en/of drijvende zonneparken werden in een lange periode zelden terug getrokken, omdat er door ontwikkelaars vaak al veel geld in de plannen was gestoken, er al vroeg netcapaciteit was gecontracteerd met de regionale netbeheerder, en er een grondige (soms zelfs jaren lange) voorbereiding had plaatsgevonden. De meeste grondgebonden projecten met SDE beschikking(en) die in het verleden waren gestaakt, en die Polder PV in een apart overzicht bijhoudt, betreft kleinere projecten, met enkele honderden kWp tot een paar MWp in de oorspronkelijke plannen. Hier is voor het eerst in de update van oktober 2023 verandering in gekomen, toen een behoorlijke hoeveelheid grotere zonnepark beschikkingen waren ingetrokken, en waarvan destijds door Polder PV werd gehoopt, dat ze onder iets minder ongunstige condities, onder SDE 2023 opnieuw konden indienen. Uit een recente analyse van de gepubliceerde SDE 2023 regeling blijkt inderdaad, dat vrijwel het gehele volume aan toen ingetrokken grondgebonden projecten, daadwerkelijk weer een (of meer) beschikkingen onder SDE 2023 hebben weten te verzilveren (analyse PPV).

Desondanks staat er in de "afvoer" map van Polder PV inmiddels ook al een fors volume aan - deels SDE beschikte - zonnepark plannen. In de omvangrijke zonnepark update van eind 2024 is Polder PV daar al kort op ingegaan.

Voor de eerder gesignaleerde forse uitval onder SDE 2017 was al vroeg gewaarschuwd, door Siebe Schootstra op Twitter. Dit in verband met een geclaimd slecht business model voor bedrijven met hoog eigenverbruik van via een SDE beschikking gegenereerde hoeveelheid zonnestroom, waarvoor lagere subsidie bedragen dan voor directe net-invoeding zijn gaan gelden (rooftop projecten). De verliezen zijn voor alle rondes onder SDE 2017 en SDE 2018 weer iets opgelopen, door extra uitgevallen beschikkingen en capaciteit in de huidige update. Er staan voor genoemde regelingen sowieso geen beschikkingen meer open.

De grote gesignaleerde en gedocumenteerde verliezen in de eerdere updates zijn in ieder geval beslist slecht nieuws, ook voor Den Haag. Alle moeite die voor de hier dus definitief afgevoerde projecten is gedaan, honderden miljoenen Euro's aan SDE subsidie toezeggingen, alle duur betaalde ambtelijke tijd (en flinke consultancy uitgaven voor ontwikkelaars) die hiermee zinloos is verspild: dat alles is voor niets geweest...

Ruim 11 miljard Euro misgelopen door de PV sector

Bovendien is het voor de branche organisatie ook zeer slecht nieuws, zeker in de huidige crisis tijd, met de hoge (doch weer afnemende) energie- en grondstof prijzen, flinke problemen bij de uitvoering van - vaak enorme - project portfolio's, grote krapte op de arbeidsmarkt voor gespecialiseerd - en kundig - personeel, en chronische problemen met beschikbare net-capaciteiten. Alle beschikte (overgebleven) PV projecten tm. SDE 2023 hebben een maximale subsidie claim van, inmiddels, ruim 14,6 miljard Euro (over een periode van max. 15 jaar exclusief "banking year"), tm. SDE 2022 is dat momenteel nog ruim 13,7 miljard Euro. In de versie van 1 juli 2025 was het overgebleven maximale subsidie bedrag tm. SDE 2022 nog bijna 13,8 miljard Euro, waarmee inmiddels alweer maximaal 128,4 miljoen Euro in een kwartaal tijd is verdampt voor de sector. Dat is alweer flink hoger dan de 106,5 miljoen Euro verlies in de vorige update. In april 2022 was er een catastrofaal verlies van zelfs 1.284 miljoen Euro vanwege de enorme hoeveelheid beschikkingen die toen met name voor de SDE 2020 I regeling verloren gingen.

Oorspronkelijk is er vanaf SDE 2008 tot en met SDE 2023 voor zonnestroom maximaal voor zo'n 25,9 miljard Euro aan subsidie toekenningen uitgegeven door RVO en haar voorgangers. Gezien bovenstaande cijfers, hebben de zonne-energie branche, en de talloze niet aangesloten binnenlandse en buitenlandse organisaties die ook PV projecten ontwikkelen, nu al voor ruim 11,2 miljard Euro aan (maximaal haalbare) subsidie beschikkingen voor fotovoltaïsche capaciteit laten liggen. Daar hadden mooie dingen mee gedaan kunnen worden, de afgelopen jaren ...


Het goede nieuws - (nieuwe) realisaties update 1 oktober 2025

Uiteraard zijn er ook projecten cq. beschikkingen tussentijds "volgens de administratieve definities" van RVO gerealiseerd. Deze zijn, per regeling, benoemd in de sectie onder de eerste grafiek in dit artikel.

Bij elkaar is er een totaal van 116 nieuwe formeel gerealiseerde beschikkingen, met een beschikt volume van 319 MWp t.o.v. de juli 2025 update toegevoegd tm. de SDE 2024. Daarbij is de hier boven genoemde "RVO blunder" reeds uitgesloten. Tegelijkertijd zijn er echter ook, bij 8 van de oudere regelingen, 1.029 beschikkingen verdwenen (meeste bij de SDE 2008, 828 stuks). En is er in totaal 5,8 MWp aan beschikte capaciteit afgeschreven bij 12 regelingen. Dit betreft zeer waarschijnlijk deels neerwaartse bijstellingen van kleiner dan beschikt opgeleverde projecten, en/of daadwerkelijk fysiek uitgeschreven project beschikkingen. Bij elkaar genomen is het netto resultaat van al deze wijzigingen, t.o.v. de status in juli 2025, dus bij de aantallen een negatieve groei van -913 exemplaren, resp. 313,1 MWp capaciteit toegevoegd. Hierbij is de anomalie "SDE 2019 I" reeds uitgesloten.

Het absolute record bij de capaciteit nieuwbouw was te vinden in de update van 4 januari 2021, toen er netto 891 MWp werd toegevoegd aan de SDE records bij RVO. In eerdere regelingen werden hogere aantallen beschikkingen gerealiseerd, maar die waren per stuk flink kleiner, dan wat er tegenwoordig gemiddeld genomen wordt opgeleverd vanuit de SDE regelingen.

Met alle SDE regelingen bij elkaar, was het in de update van 1 januari 2024 voor het eerst in de geschiedenis, dat er meer dan dertigduizend toekenningen de status "realisatie" hadden bereikt, en die niet om een of andere reden weer waren afgevoerd uit de RVO databank. In de huidige update is dat door de forse netto negatieve groei weer afgenomen, naar inmiddels 29.409 exemplaren. In totaal is er bij de capaciteit inmiddels 13.224 MWp opgeleverd, volgens het door RVO gepubliceerde niveau van de beschikkingen. Dit is echter exclusief niet door RVO vermelde "capaciteit realisatie die boven de beschikking uit gaat".

Disclaimer

Let altijd op, dat de "capaciteit" (deze update, 331 MWp "netto groei" sedert juli 2025, excl. RVO blunder 313 MWp) beslist niet het daadwerkelijke, fysiek gerealiseerde volume is, of hoeft te zijn. RVO geeft dat namelijk in de meeste gevallen niet op. Zoals meermalen gesteld, heb ik van talloze projecten met SDE subsidies fors verschillende opgeleverde capaciteiten in mijn spreadsheet staan, die soms wel tot 30% kunnen afwijken van het capaciteit cijfer getoond in de RVO lijsten. Zowel afwijkend naar boven, als naar onder. RVO stelt de laatste paar jaar wel frequent de opgevoerde toegekende projecten middels (neerwaartse !) correcties bij t.o.v. de eerder beschikte volumes. Ze noemen dat "vrijval", maar ze beperken, erg vreemd, het tellen daarvan tot project beschikkingen waarvan de realisatie minder dan 90% bedraagt t.o.v. de oorspronkelijke beschikking (capaciteit, zie Monitor 2024). Daar staat tegenover, dat voor projecten die groter worden uitgevoerd dan waarvoor staat beschikt, zeker in het verleden vaak gesignaleerd, RVO de beschikte capaciteiten vrijwel nooit aanpast in hun overzichten. Bovendien kunnen we nog heel wat meer neerwaartse bijstellingen gaan verwachten van reeds opgeleverde projecten, omdat informatie over feitelijke realisaties pas (zeer) laat op de RVO burelen kan arriveren. Die correcties verschijnen dan pas achteraf, in toekomstige updates.

Dit alles, nog zonder de nieuwe projecten die géén SDE beschikking(en) hebben, maar die wel degelijk worden gerealiseerd. Ook daarvan heeft Polder PV al een forse, nog immer groeiende hoeveelheid in zijn project overzichten, die dus niet in de RVO records voorkomt.

Voor de details van alle wijzigingen en "overgebleven" aantallen bij de verschillende categorieën, en de diverse SDE regelingen, zie de volgende tabel hier onder.


Progressie bij de deel-dossiers van de SDE regelingen - update 1 oktober 2025

Voor uitgebreide toelichting bij de (inhoud van de) tabel, zie artikel met analyse status 3 april 2017.


^^^
KLIK
op plaatje voor uitvergroting (komt in apart tabblad ter referentie, naast tabblad met tekst artikel)

In deze regelmatig door Polder PV ververste hoofd-tabel alle relevante bijgewerkte zonnestroom cijfers voor de aantallen en Megawatten voor alle (bekende) SDE regelingen, waarbij de vijfde SDE "++" ronde (SDE 2024) in de huidige update is toegevoegd, met inmiddels al enkele realisaties. De tabel bevat verder de actuele cijfers van de update van 1 oktober 2025 voor alle oudere regelingen. Links de oorspronkelijk beschikte volumes, in rood de actuele status van wat RVO met de huidige (detail) update nog in portfolio heeft staan, in blauw de daar uit resulterende, verloren gegane hoeveelheden t.o.v. oorspronkelijk toegekend. In groen volgen de fysieke volumes, volgens administratieve normen van RVO geldende "opgeleverde" (gerealiseerde) project beschikkingen. De laatste vier kolommen betreffen de overgebleven hoeveelheden, nog in te vullen (of t.z.t. af te voeren) beschikkingen van de betreffende SDE regimes. Ook wel: de projecten "pijplijn" genoemd.

Zowel voor de aantallen als voor de beschikte capaciteit waren de oorspronkelijke toevoegingen onder de najaars-ronde van SDE 2018 aanvankelijk wederom record hoeveelheden, die de voorgaande records onder de voorjaars-ronde van 2017 hebben vervangen. Het aantal beschikkingen onder de voorjaars-ronde van SDE 2019 had het stokje op dat punt van die van het voorgaande jaar overgenomen, met een record van 4.738 toekenningen door RVO. SDE 2019-II viel echter weer sterk terug, vanwege zeer hoge uitval als gevolg van de extreme overtekening van het beschikbare budget. En het feit, dat door felle competitie met andere projecten, alleen de beschikkingen overbleven die laag hebben ingezet met het betreffende fase bedrag. Dat zijn grotendeels alleen de grotere projecten geweest, talloze aanvragen voor kleinere rooftop projecten zijn binnen die regeling gesneuveld.

De laatste SDE "+" ronde, SDE 2020 I, verzette wederom alle piketpalen. Onder die ronde zijn zowel bij de aantallen oorspronkelijk goedgekeurde beschikkingen (6.882 exemplaren), als de daarmee gepaard gaande toegekende capaciteit (3.440,1 MWp), destijds nieuwe records gevestigd (dikke rode kader voor aantallen). Waarbij ook rekenschap gehouden moet worden met het feit, dat onder SDE 2017 I tm. SDE 2018 II er telkens 6 miljard Euro was te vergeven, sedert SDE 2019 I echter nog maar 5 miljard Euro per ronde (NB: voor álle projecten, niet alleen voor zonnestroom). Op het gebied van de toegekende capaciteit, werd dat record echter al snel verbroken onder de SDE 2020 II regeling, met 3.602,9 MWp aan toegekende capaciteit. Dat was geen lang leven beschoren, want SDE 2021 heeft dat alweer verbeterd naar 3.790 MWp (rood kader), met slechts ruim de helft van het aantal beschikkingen onder SDE 2020 I. Daarbij de voortdurende schaalvergroting in de projecten markt nogmaals benadrukkend: er worden gemiddeld genomen steeds grotere projecten aangevraagd, en toegekend.

Bij de oudere "SDE" voorgangers waren de oorspronkelijk beschikte aanvragen maximaal bij SDE 2008 (8.033 oorspronkelijke beschikkingen), bij de capaciteit was het SDE 2009, die voor de twee varianten bij elkaar ("klein" resp. "groot" categorie) 29,0 MWp kreeg beschikt (dunne rode kaders).

SDE 2022 - SDE 2024

Zowel de SDE 2022 als SDE 2023 hebben geen records gebroken, mede omdat de competitie met andere CO2 verminderende modaliteiten fel was, er al langer structurele netproblemen zijn waardoor in veel gevallen er geen aanvraag voor grote projecten gedaan kunnen worden in veel locaties, omdat de eisen voor zonnestroom projecten steeds stringenter zijn geworden, én omdat de kostprijzen tijdelijk waren gestegen i.p.v. gedaald.

Volgens de Kamerbrief voor SDE 2022 zouden er oorspronkelijk 1.505 beschikkingen voor PV projecten zijn afgegeven, goed voor 1.913,1 MWp, maar bij RVO bleken oorspronkelijk iets hogere volumes te zijn genoteerd, waar verder niets over is geventileerd op de sites van Min. EZK of RVO (zie update juli 2023). Voor deze regeling zijn vanaf de huidige update de startwaarden bij RVO weergegeven onder de "oorspronkelijk beschikte volumes".

Voor SDE 2023 is er geen verschil tussen de opgaves in de betreffende Kamerbrief, en de eerste publicatie van de beschikkingen lijst door RVO.

Voor SDE 2024 zijn er voor zonnestroom projecten relatief weinig aanvragen binnengekomen, 319 stuks, met een gevraagd vermogen van 2.023 MWp (kamerbrief van Hermans / MinKGG, van 17 december 2024). In een tweede kamerbrief, van 6 juni 2025, ging de inmiddels demissionaire minister in op de status bij de beschikkingen. Voor het domein Elektriciteit was alles al door RVO nagekeken, zonnestroom heeft ondanks de felle concurrentie, en de moeilijke marktomstandigheden, een nog redelijk volume van 281 beschikkingen, resp. 1.792 MWp, toebedeeld gekregen. Waarbij met name de schaalvergroting als opmerkelijk mag worden bestempeld (gemiddeld 6,38 MWp per beschikking, bij de grondgebonden zonneparken zelfs gemiddeld 23,8 MWp per stuk!).

In het document "Eindstand SDE++ 2024" van RVO, uitgewerkt door Polder PV in zijn analyse van 10 september 2025, en verschenen ná de tweede kamerbrief, waren er opeens 2 beschikkingen meer opgetekend door de ambtenaren, en een verzameld vermogen van 1.851,3 MWp, duidelijk meer dan in genoemde kamerbrief. Echter, in het huidige totaal overzicht van 1 oktober van dezelfde ambtelijke organisatie, wordt weer gewag gemaakt van de oorspronkelijke volumes, 281 afgegeven beschikkingen, met 1.792 MWp capaciteit. Het is onduidelijk waar dat tijdelijke verschil aan heeft gelegen. Het zou erg toevallig zijn, dat tussentijdse wegval van beschikkingen op precies de in de Kamerbrief genoemde volumes terecht zou zijn gekomen. Ik houd, naar analogie van de situatie onder SDE 2023, de oorspronkelijke RVO volumes als "startwaarden" aan voor de SDE 2024.

Wegval beschikkingen en capaciteiten - maar ook opvallend positieve correcties in huidige update

In oranje veldjes heb ik in het blok "overgebleven beschikte volumes" bij de primaire data wederom aangegeven dat er negatieve wijzigingen zijn geweest t.o.v. de status in de voorgaande update (juli 2025, alleen wijzigingen t.o.v. de eerste komma plaats bij capaciteit). Negatieve wijzigingen zijn ditmaal weer bij een groot deel van de regelingen voorgekomen. Data in de overige "blanco" veldjes zijn niet meer gewijzigd sedert de vorige update van 1 juli 2025. Dit kan in toekomstige updates echter beslist weer geschieden.

In groene veldjes heb ik de eerder al gememoreerde blunder van RVO weergegeven, die onterecht een duplikaat van een grote zonnepark beschikking heeft opgenomen in de huidige update. Deze dient weer verwijderd te worden, omdat die de statistieken vervuilt.


(a) Verloren gegane beschikkingen t.o.v. de oorspronkelijk toegekende volumes (blauwe sectie in tabel), accumulaties - bijna 13,7 GWp aan capaciteit teloor gegaan

Er is t.o.v. de accumulatie status getoond in de vorige update wederom een fors verlies aan beschikkingen en daarmee gepaard gaande, eerder toegekende capaciteit gesignaleerd. Beschikkingen die, om wat voor reden dan ook, zijn ingetrokken, of die alsnog ongeldig zijn verklaard door RVO, zie ook paragraaf "nieuwe afvallers" hier boven. Voor de langdurig een dominante rol spelende, al langer formeel afgesloten SDE 2014 is na al die jaren in totaal een (theoretische) capaciteit van ruim 314 MWp verspeeld (overgebleven: 2.100 project beschikkingen, weer 4 minder dan in de vorige update, inclusief latere uitval van realisaties). Het capaciteits-verlies is opgelopen tot 35,6% (aantallen: ruim 29%) ten opzichte van oorspronkelijk beschikt. Nog steeds "lekt" er af en toe wat volume weg uit deze, en andere oudere regelingen.

Deze populaire oudere regeling is op het gebied van capaciteit verlies echter in (extreem) negatieve zin overtroefd door meerdere latere regelingen. Cumulatief gingen daarbij met name de volgende grote volumes aan beschikte capaciteiten verloren:

386,2 MWp onder SDE 2016 II, 642,2 MWp onder SDE 2017 II, 863,1 MWp onder SDE 2017 I, 925,0 MWp onder SDE 2018 I, 1.180,9 MWp onder de voorjaars-regeling van SDE 2019, resp. 1.202,7 MWp onder SDE 2018 II, en, bij fast risers met de capaciteits-uitval, SDE 2021, met al een verlies van 1.871,6 MWp, resp. SDE 2020 II, met 1.945,4 MWp uitgeschreven bij RVO. Absoluut record houder blijft de eerder al regelmatig met catastrofale verliezen geconfronteerde laatste SDE "+" regeling, SDE 2020 I, die er in de huidige update nog een kleine schep bovenop heeft gedaan. Inmiddels is deze regeling, waarvoor ooit 3.440 MWp was toegekend voor zonnestroom projecten, al een record volume van 2.229,6 MWp aan beschikte capaciteit kwijtgeraakt, 64,8% van oorspronkelijk toegekend volume (gemarkeerd in de tabel). Bij de aantallen beschikkingen was het nog erger, er is al 65,1% van de beschikkingen verdwenen (4.480 stuks). Een waar slachtveld voor die regeling.

De najaars-regeling van SDE 2019 heeft een relatief beperkt teloorgegaan volume van 388,4 MWp, maar bekend is dat er voornamelijk (zeer) grote beschikkingen zijn overgebleven, na een grote slachtpartij onder de kleinere rooftop aanvragen vanwege de enorme overtekening in die ronde. De verwachting, dat de meeste van dergelijke grote beschikkingen wel gerealiseerd zouden gaan worden, ook omdat er grote (financiële) belangen bij zullen spelen, is grotendeels uitgekomen. Er staat nog een beperkte volume van 25,3 MWp open voor deze ronde, verdeeld over 5 resterende beschikkingen.

De verliezen voor de in juli 2023 toegevoegde SDE 2022 zijn inmiddels al opgelopen naar 1.095,4 MWp, verdeeld over 860 beschikkingen. Waarmee het zich als 6e SDE regeling schaart in het trieste rijtje, waarbij al (ver) over de GWp aan beschikte capaciteit verloren is gegaan.

Van de in een vorige update toegevoegde SDE 2023 zijn inmiddels 127 verloren gegane beschikkingen bekend, met een hoeveelheid van 385,1 MWp aan niet gerealiseerde capaciteit. Ten opzichte van de officiële "Eindstand SDE 2024" lijst zijn er inmiddels 2 beschikkingen voor die laatst opgenomen regeling verdwenen, gepaard gaand met 59,3 MWp capaciteit.

Gezamenlijk verloren alle SDE regelingen bij elkaar, "geholpen" door o.a. de massieve verliezen onder SDE 2020 I, 31.815 project beschikkingen met een geaccumuleerde capaciteit van 13.697 MWp. Al bijna 13,7 GWp aan ooit toegekende capaciteit is dus al verloren gegaan. Voor alleen de regelingen onder het SDE "+" regime waren die hoeveelheden 17.250 stuks, wat al sedert de april 2020 update meer is dan het geaccumuleerde verlies van de oude drie SDE regelingen (inmiddels alweer 8.580 beschikkingen teloor gegaan, en/of niet meer ingeschreven bij RVO). Dat is t.o.v. de enorme hoeveelheid oorspronkelijke beschikkingen (36.470 onder SDE "+", incl. SDE 2020 I) al 53,3%. Kijken we naar de beschikte capaciteit, is het totaal verlies voor SDE "+" 8.314 MWp (hier moet echter weer bijna 19 MWp van af, vanwege de "RVO blunder" gesignaleerd in deze update). T.o.v. het oorspronkelijk beschikte volume (19.082 MWp) is dat in ieder geval al een totaal verlies van 43,6%.

Voor de vijf opvolgende SDE "++" regelingen, inclusief de SDE 2024) is het verlies al opgelopen tot 5.985 beschikkingen (58,1%, dus al een flink hoger relatief verlies dan onder SDE "+", en al ver over de helft van oorspronkelijk beschikt), resp. 5.357 MWp (bijna 38%). Deze cijfers vindt u onderaan in het blauwe veld van de tabel.

Claim Schootstra deels onwaar

Energie specialist Siebe Schootstra plaatste op 5 september 2018 een nogal onrustbarende tweet op Twitter (wegens opheffing account niet meer beschikbaar) waarin hij claimde: "dat van de voorjaarsronde van 2018 nog niet de helft gerealiseerd zal worden. Voor 2017 geldt ook zoiets". Wat de aantallen beschikkingen voor SDE 2017 betreft, heeft hij echter al geruime tijd ongelijk gekregen, het realisatie percentage is daar, na afvoer van de laatst overgebleven beschikking, naar 62,5% voor SDE 2017 I, resp. 55,9% voor SDE 2017 II. Wat de beschikte capaciteit betreft, is dat voor SDE 2017 I op 63,3% gekomen (1.491 MWp). De najaars-ronde van SDE 2017 heeft echter een invulling van 66,4% van de lagere oorspronkelijk beschikte capaciteit bereikt. Dus ook in dat opzicht, heeft Schootstra voor in ieder geval de SDE 2017 regelingen ongelijk gekregen.

SDE 2018 I heeft 50% inderdaad (net) niet gehaald

De voorjaars-ronde van SDE 2018 is de laatste 2 resterende beschikkingen kwijtgeraakt in een vorige update, en is op 49,0% van realisatie t.o.v. oorspronkelijk beschikt volume gekomen bij de aantallen. En is uiteindelijk 54,1% van de ooit toegekende capaciteit kwijtgeraakt (ingetrokken of anderszins). In ieder geval is voor SDE 2018 I Schootstra's claim correct gebleken, zowel wat de aantallen beschikkingen, als de capaciteit betreft. Dit alles verder zonder de aanname van de mogelijk verder optredende uitval van eerder gerealiseerde beschikkingen.

Het totaal verloren gegane volume van 13.697 MWp aan ooit beschikte SDE capaciteit voor zonnestroom (SDE, SDE "+", en al forse verliezen voor SDE "++"), is inmiddels al flink hoger dan de eindejaars-accumulatie in heel Nederland (11.108 MWp), aan het eind van 2020, volgens de meest recente CBS cijfers van 15 juli 2025. Het totale verlies is al 41,0% van de oorspronkelijk beschikte volumes voor al die regelingen tezamen, inclusief de in de huidige update toegevoegde SDE 2024 regeling, die nog eens een volume van 1,9 GWp aan beschikte capaciteit inbracht in het totaal.

Aan dit reeds kolossale verloren volume kan beslist nog het nodige worden toegevoegd, gezien de vele "riskante" grote project beschikkingen van de afgelopen rondes in 2019-2024. M.b.t. de aantallen is het verlies al fors groter, 31.815 projecten, wat voor het eerst in de schokkende SDE historie, al meer dan de helft is van oorspronkelijk toegekend door RVO en haar voorgangers, 50,7%. Dat lag aanvankelijk vooral aan de enorme verliezen bij de oude SDE regelingen, zoals hierboven gemeld. Die staan boven de eerste stippellijn in de tabel. Het betreft veelal beschikkingen voor particulieren, maar ook woningbouw projecten die niet zijn doorgegaan, of die om diverse andere redenen zijn ge-cancelled. In toenemende mate betreft dat echter ook fysieke uitschrijvingen uit de RVO databank (i.v.m. verstreken subsidieperiodes). Helaas is de SDE "+" al langere tijd ook bij de aantallen project beschikkingen massale verliezen aan het lijden, cumulerend in de enorme afschrijvingen onder SDE 2020 I, en de nog steeds optredende behoorlijke verliezen bij andere regelingen. Het SDE "+" regime heeft de hoeveelheden teloor gegane project beschikkingen bij de oude SDE regelingen sedert de update van april 2020 ingehaald. Inmiddels komt dat alweer neer op 17.250 om 8.580 stuks. Onder SDE "++" zien we een vergelijkbare, onrustbarende trend, met al 5.985 afgeschreven beschikkingen, en nog het nodige aan teloor gegaan volume in de verwachting.

Nieuwe grafieken oorspronkelijke versus overgebleven beschikkingen - updates

Om goed zichtbaar te maken wat de volumes aan teloor gegane (beschikte) aantallen en capaciteiten zijn, heb ik in deze analyse wederom de 2 volgende, bijgewerkte grafieken opgenomen.


In bovenstaande grafiek links de stapel kolom met de aantallen oorspronkelijk uitgegeven PV beschikkingen, voor alle SDE (2008-2010), SDE "+" (2011-2020 I), resp. SDE "++" (2020 II-2024) regelingen. Met bovenaan de sommatie van wat ooit is uitgegeven voor solar: 62.811 beschikkingen tm. de in het huidige overzicht nieuw opgenomen SDE 2024. NB: het gaat hierbij niet om "projecten", omdat heel veel project sites meerdere beschikkingen hebben gekregen. In de rechter kolom de hoeveelheden die er in de RVO update van 1 oktober 2025, tot en met SDE 2024, in totaal zijn overgebleven, als gevolg van voortdurende eliminatie van om wat voor reden dan ook weer verwijderde project beschikkingen uit de RVO database. Er zijn nu nog in totaal 30.996 beschikkingen over. Dat laatstgenoemde totaal cijfer is 49,3% van het oorspronkelijke toegekende volume (blauwe pijl). In de vorige update was dit percentage nog 51,0%. Ergo: meer dan de helft, 50,7% van alle oorspronkelijk toegekende project beschikkingen is alweer verdwenen bij RVO.

Vooral de forse verliezen bij de populaire SDE "+" 2017-2018 regelingen vallen hier al op, en, recenter, onder SDE 2020 I, de eerste SDE "++" regeling, SDE 2020 II, en inmiddels ook SDE 2021: De hoeveelheid overgebleven beschikkingen is nog maar 34,9% onder SDE 2020 I. SDE 2020 II heeft haar zelfs in negatieve zin ingehaald, met nog maar 32,5% van oorspronkelijk beschikt volume. SDE 2021, de nieuwe "verlies kampioen", heeft die regeling ook in negatieve zin gevolgd, en zit nog maar op een resterend volume van 31,0%. Onder de oude 3 SDE regelingen zijn destijds ook al grote volumes verloren gegaan, waarvan de nodige op kleinzakelijke projecten, en bij veel particulieren. Nog steeds "lekken" er ook van de oudste, al lang formeel afgeronde regelingen, af en toe beschikkingen weg, in vrijwel elke RVO update. Zo ook in de huidige, met onder SDE 2008 weer een verlies van 828 beschikkingen in huidige update. RVO besteedt vrijwel geen aandacht aan de wegval van die oudere, reeds lang geleden opgeleverde project beschikkingen. Van de oorspronkelijk uitgegeven 16.047 beschikkingen voor genoemde eerste drie SDE regelingen zijn er inmiddels nog maar 7.467 over (46,5%). Hoogstwaarschijnlijk heeft het verdwijnen van met name de oudere beschikkingen te maken met het (bijna) verstrijken van de subsidie termijn (15 jaar vanaf 2008 = 2023), gevolgd door actieve uitschrijving bij zowel VertiCer, als bij RVO.

Voor de feitelijke realisaties t.o.v. de rechts weergegeven overgebleven beschikkingen, zie de nieuwe grafiek onder aantallen in sectie f.


In deze tweede grafiek een vergelijkbaar beeld als bij de aantallen beschikkingen, maar ditmaal met de oorspronkelijk beschikte capaciteit per regeling (in MWp, links), resp. de daarvan overgebleven beschikte volumes in de update van 1 oktober 2025 (ditto, MWp, rechter kolommen stapel). Aan de stapels zijn in de huidige update ook, bovenaan de kolommen, de actuele volumes voor de vijfde SDE "++" regeling, SDE 2024, toegevoegd (met al beperkte wijzigingen in volume).

In totaal is er, tm. SDE 2024, een spectaculair volume van 33.446 MWp (33,4 GWp) ooit beschikt onder SDE en haar opvolger regelingen, onder de noemers SDE "+", resp. SDE "++". Daarvan zou op 1 oktober 2025, een volume van in totaal 19.749 MWp zijn overgebleven volgens de RVO boekhouding, een nog steeds relatief hoge score van 59,0% (blauwe pijl bovenaan). In de vorige update was dit nog 57,8%. Dat het percentage weer hoger is geworden, ondanks de gecontinueerde uitstroom van veel beschikkingen en capaciteit, heeft te maken met de gelijktijdige toevoeging van de volumes uit SDE 2024.

Dat het totale percentage, in verhouding tot de aantallen beschikkingen (49,3%, vorige grafiek), veel hoger ligt, komt vooral doordat de verliezen bij de aantallen zeer groot zijn geweest, aanvankelijk bij de drie oude SDE regelingen, en culminerend onder SDE 2020 I. Terwijl de in de huidige update toegevoegde regeling SDE 2024, met oorspronkelijk beschikt 1.851 MWp, weer een behoorlijke positieve impact op de relatieve verhoudingen heeft gemaakt. Al is er inmiddels ook in de recentere regelingen alweer vrij snel een forse hoeveelheid capaciteit verdwenen.

In het "kader" gevormd door de twee lange zwarte stippellijnen heb ik de volumes voor de vier "historisch succesvolle" SDE 2017 en 2018 regelingen weergegeven. Oorspronkelijk was dat een volume van 8.928 MWp, maar daar is inmiddels nog maar 5.296 MWp van overgebleven. Derhalve, een verhouding van 59,3%. Een nog erger lot gaan de opvolger regelingen SDE 2019 I, SDE 2020 II, SDE 2022 en SDE 2020 I tegemoet, waarvoor nog maar 52,3% (excl. "blunder RVO" in huidige update), 46,0%, 43,0%, resp. 35,2% van de oorspronkelijk beschikte capaciteit van over is.

Voor het feitelijke gerealiseerde volume aan beschikte capaciteit t.o.v. de rechts weergegeven overgebleven beschikkingen, zie de nieuwe grafiek onder capaciteit in sectie f.


(b) Fysieke realisaties per SDE jaar-ronde "volgens de officiële RVO cijfers" (groene sectie in tabel), accumulaties

In totaal is er tot en met de huidige officiële RVO update een volume van 13.224 MWp "SDE beschikt" opgeleverd (ruim 13,2 GWp), verdeeld over 29.409 overgebleven project beschikkingen, waarbij we de forse interne administratieve vertragingen bij RVO voor lief nemen. De volumes zijn derhalve minimale hoeveelheden, er is aan het begin van het 4e kwartaal van 2025 al veel meer netgekoppelde, (grotendeels) SDE gesubsidieerde capaciteit opgeleverd. Wel is het resterende aantal (gerealiseerde) beschikkingen flink afgenomen t.o.v. de vorige update. Een gevolg van de toenemende hoeveelheid uitschrijvingen uit de RVO databank.

De opleverings-sequentie van de beschikte capaciteiten, en de relatieve percentages in de loop van de tijd, volgens berekeningen n.a.v. de RVO updates, kunt u onder paragraaf (b) in de update van 1 oktober 2023 terugvinden.

Genoemde aantal van ruim 29 duizend opgeleverde beschikkingen geaccumuleerd in de huidige update betreft echter beslist veel minder projecten, omdat er veel sites meerdere beschikkingen hebben, een van vele eigenaardigheden van de SDE regelingen die nooit de pers halen, maar die Polder PV al vele jaren signaleert en inhoudelijk toelicht. Aanvankelijk kwam het merendeel van dat "aantal" uit de oude SDE regelingen, toen duizenden particulieren mee konden doen. Dat is echter al in latere updates omgeslagen naar het SDE "+", en de later toegevoegde SDE "++" volumes, die vrijwel exclusief op en door bedrijven, instellingen, gemeentes e.d. wordt gerealiseerd, achter grootverbruik aansluitingen. Veel grote rooftop projecten hebben meerdere beschikkingen, deels onder dezelfde regeling, deels onder verschillende SDE rondes. Een deel betreft uitbreidingen van eerder gerealiseerde projecten, een fors deel is gewoon opsplitsing van projectplannen voor dezelfde lokatie, verdeeld over meerdere tranches. Hetzelfde geldt voor diverse grote veld-installatie projecten. Alle individuele beschikkingen moeten separaat, fysiek gecertificeerd en geijkt bemeten worden (pers. comm. met, destijds, CertiQ), dus dat gaat vaak om technisch-logistiek bezien nogal complexe bedradings-, en, gezien de hoge capaciteiten die daarmee gepaard gaan, ingewikkelde afzekerings-trajecten.

Alle anderszins gefinancierde projecten, inclusief de al vele honderden PCR of, recenter, SCE ("postcoderoos 2.0") gesubsidieerde installaties die geen SDE "component" hebben, recentere installaties met EIA belasting voordelen, diverse andere subsidie regimes, en ook de projecten zonder enige (traceerbare) vorm van directe overheids-subsidie, zult u in de hier geanalyseerde SDE overzichten in het geheel niet terugvinden. Er zullen ook steeds meer niet-gesubsidieerde projecten worden opgeleverd, en daar vindt Polder PV ook steeds meer voorbeelden van in diverse bronnen, die hij uiteraard ook in zijn "Big Sheet" opneemt. Het is goed om dat in de oren te blijven knopen, het RVO dossier geeft niet de totale gerealiseerde (projecten) markt weer!

Aandeel SDE t.o.v. latere SDE "+" en SDE "++" regelingen

Het aandeel van alleen SDE op totaal realisatie SDE + SDE "+" + SDE "++" bedraagt momenteel 7.467 (overgebleven !) beschikkingen = 25,4% bij de aantallen, inclusief de SDE 2024 regeling. Dat aandeel was nog 60% in de augustus 2019 update (zonder de SDE 2019 - SDE 2022 rondes), en dit zal stapsgewijs verder blijven dalen, naarmate er meer SDE "+" en SDE "++" projecten zullen worden opgeleverd. Bovendien verdwijnen er continu eerder afgegeven beschikkingen, maar dat geschiedt zowel bij de oude SDE, als bij de latere SDE "+" en SDE "++" rondes. In de huidige update was de uitschrijving wel zeer hoog voor SDE, met name bij de eerste SDE 2008 regeling.

Het aandeel van alleen opgeleverde (overgebleven) SDE beschikkingen is slechts 43,1 MWp op een totaal van momenteel 13.224 MWp (SDE + SDE "+" + SDE "++") bij de capaciteit, is 0,33%. In juli 2017 was dat aandeel nog ruim 10%. Wezenlijk verschillend, dus, van de situatie bij de aantallen beschikkingen.

Schaalvergroting

Dat heeft alles te maken met de enorme schaalvergroting onder de SDE "+" en opvolgende SDE "++" regimes, waar onder de "bovencap" van, ooit, 100 kWp is ge-elimineerd, en er enorm grote projecten werden beschikt, en inmiddels, in een steeds rapper tempo, zijn, en worden opgeleverd. Zoals Zonnepark Harpel / Vlagtwedde, het daar op volgende nog grotere Zonnepark Vloeivelden Hollandia, het in 2022 opgeleverde, nu nog grootste Dorhout Mees project op de oude golfbaan in Biddinghuizen, en het in de zomer van 2024 afgeronde, flink over de tong gaande, en door Schiphol en KLM in kort geding bestreden, "schitterende" Groene Corridor project bij Zwanenburg. Wat na veel soebatten weer compleet wordt verwijderd, van "schittering beperkende" folie moet worden voorzien, én weer in zijn geheel worden terug geplaatst (Kamerbrief 21 augustus 2025) ... Nog grotere projecten staan al enige tijd op stapel, zoals het inmiddels al 3 SDE beschikkingen hebbende dubbel-project Eekerpolder, op de grens van Groninger gemeentes Midden-Groningen en Oldambt, waarvan een groot deel van het generator veld reeds zichtbaar is op luchtfoto's, en het Energielandgoed Wells Meer (Limburgse gemeente Bergen), waarvoor het bestemmingsplan inmiddels onherroepelijk is. Als alle beschikkingen voor de "zon op dijken" projecten van drie ontwikkelaar groepen voor de westkust van de Noordoostpolder (Fl.) bij elkaar worden geveegd, zou je op mogelijk zelfs op een nog groter project volume komen (beschikt ruim 400 MWp). Inmiddels is van het Noordermeer deelproject (2 ontwikkelaars, 3 eigenaren) al het totaal aan generator velden (24 percelen) te zien op recente luchtfoto's, en is het gedeelte van Ampyr al formeel opgeleverd volgens de ontwikkelaar. Ik houd de aparte delen van dit super-project echter vooralsnog gescheiden, vanwege het gesplitste eigenaarschap van die grote deelprojecten.

Relevant in dit aspect blijft, dat de opgevoerde beschikte capaciteit bij RVO zeker bij de duizenden oudere installaties bijna nooit het daadwerkelijk gerealiseerde vermogen van de installaties weergeeft. Daar kunnen behoorlijke afwijkingen in zitten. Bovendien kunnen beschikkingen door RVO later nog aangepast worden. Zo verloor de beschikking voor het bekende, in 2017 opgeleverde Woldjerspoor project van GroenLeven in Groningen maar liefst 6 MWp (!) t.o.v. de oorspronkelijk beschikte capaciteit. Het resultaat lijkt echter, met de huidige update van 1 oktober 2025, nog steeds niet de daadwerkelijk opgeleverde capaciteit weer te geven, volgens de detail project informatie beschikbaar bij Polder PV, het verschil is dik 20%. Er zijn geen andere (al dan niet anonieme) veldopstelling beschikkingen bekend in dit gebied. Ook van talloze andere (grote) projecten heb ik realisaties die (veel) hoger (zoals het Duurkenakker project), óf véél lager uitvallen dan de beschikking van RVO in de publiek toegangelijke cijfers toont. Veel secundaire bronnen volgen blind de opgave van RVO op in hun artikelen, en zitten dus consequent fout ...

Relatieve recordhouders bij de realisaties

Kijken we bij de realisaties naar de percentages t.o.v. de oorspronkelijke beschikkingen, duiken andere "record houdende SDE jaarrondes" op dan bij de absolute volumes. Voor de "oude SDE" was dat SDE 2009 voor zowel aantallen en capaciteiten tm. de vorige update (62% aantalen / 73% capaciteit). Zoals al eerder verwacht, is dat door voortdurende uitschrijving van projecten iets gewijzigd. Inmiddels is bij de aantallen SDE 2010 record houder (60,5%), SDE 2009 nog steeds het hoogst bij de capaciteit (wel minder: 70,9%). Hierbij moet ook weer expliciet worden gesteld, dat "wegval" of "uitschrijving bij RVO" beslist niet persé hoeft te betekenen, dat het project is afgebroken o.i.d. Het kan gewoon zonder SDE subsidie door produceren. Het kan zijn verhuisd (zonder de beschikking "mee te nemen"), of overgenomen, waarbij de nieuwe eigenaar geen trek had in SDE administratie "gedoe", of er zijn andere redenen waarom de beschikking zou kunnen zijn vervallen. Wie weet hoort "fraude" daar ook bij, al hoor je daar nooit iets over in relatie tot de oude, kleine beschikkingen jaren geleden verstrekt.

Voor het SDE "+" regime zijn de "records" inmiddels voor de aantallen (70,6%) nog steeds de inmiddels afgesloten SDE 2014 regeling, ook al is in absolute zin al in latere updates SDE 2017 I deze ooit populaire regeling voorbij gestreefd, gevolgd door meerdere andere regelingen. Door wijzigingen bij de overgebleven beschikkingen onder SDE 2016 I, heeft deze nu slechts 66,9% t.o.v. oorspronkelijk volume gerealiseerd bij de aantallen. SDE 2015, die SDE 2016 I in een vorige update tijdelijk had ingehaald is, ook door tussentijdse wegval, die positie weer kwijt, en moet het nu nog stellen met 66,7%.

Nieuwe kampioen bij relatief aandeel realisatie capaciteit: SDE 2019 II

Bij de capaciteit is SDE 2015, met nog maar 32 overgebleven realisaties, en 71,5% t.o.v. oorspronkelijk beschikt, in een vorige update door SDE 2019 II van de eerste plaats verdrongen. Laatstgenoemde regeling heeft namelijk al 78,8% van het oorspronkelijke toegekende, overgebleven volume gerealiseerd. Tussentijds is SDE 2014, met 64,4%, ook al voorbijgestreefd door de najaars-ronde van SDE 2017 (66,4%), en SDE 2016 I (67,9%), beiden onder het SDE "+" regime.

Opvallend is de zeer slechte prestatie voor de (ook reeds lang afgeronde) SDE 2012: slechts 27,3% van aantal oorspronkelijke beschikkingen opgeleverd, en zelfs maar 25% van de capaciteit. Uiteraard was er ook maar heel weinig beschikt (oorspronkelijk 17,1 MWp, waarvan er nu echter, na een tussentijdse kleine correctie, maar een bedroevend volume van 4,3 MWp is overgebleven), anders had dat een "ramp-subsidie-jaar" geworden.

De latere regelingen gaan nog spannend worden, mede gezien de enorme verliezen van beschikkingen binnen die rondes, die waarschijnlijk nog verder zullen gaan oplopen. SDE 2017 I is gestrand op 63,3% realisatie t.o.v. oorspronkelijk beschikt, zonder overblijvende beschikkingen. Bij verdere uitval van eerder gerealiseerde beschikkingen kan dat aandeel nog wat uitgehold worden. De najaarsronde van dat jaar zit met de realisaties zelfs al wat hoger, 66,4% bij de capaciteit, en heeft inmiddels ook geen beschikkingen meer openstaan.

De eerder afgeronde SDE 2016 II is op 60,2% uitgekomen. SDE 2018 II zit op 59,3%, de laatste beschikking is al langer geleden ingevuld. SDE 2019 I zit momenteel op 52,3% realisatie, inclusief de in de huidige update ingevulde laatste beschikking. In de tabel zijn echter de "officiële cijfers volgens RVO" weergegeven, waar in de huidige update de RVO blunder met een dubbel geteld zonnepark helaas in zit, en dus niet de werkelijkheid weergeeft (!). Afgezien van de al genoemde nieuwe record houder, SDE 2019 II, zitten alle recente SDE regelingen bij de capaciteits-realisatie nu nog op beperkte realisatie percentages t.o.v. de oorspronkelijk beschikte volumes. En zullen, gezien de al snel optredende, dramatische ontwikkeling bij de uitval, vermoedelijk niet zeer hoog uitkomen bij deze relatieve maatvoering.

Gemiddelde beschikking grootte bij de realisaties

In de kolom realisaties ziet u achteraan de uit de aantallen en beschikte capaciteiten berekende gemiddelde omvang per beschikking, volgens de toekenningen van RVO. Hierin is een duidelijk trend van schaalvergroting herkenbaar, die al jarenlang door Polder PV wordt gesignaleerd, in verschillende grafiek updates. Van zeer klein (gemiddeldes van zo'n 2-10 kWp per overgebleven beschikking onder de 1e 3 SDE regimes), tot fors uit de kluiten gewassen in groeiende tendens onder de "SDE+" regimes vanaf SDE 2011. Groeiend van gemiddeld 49 kWp onder SDE 2011 tot volumes tussen de 218 en 271 kWp gemiddeld in de SDE 2014-2016 I regelingen. Een vorig recordhouder, SDE 2016 II in de april 2020 update nog even op 489 kWp gekomen, is door de nieuwe, gemiddeld genomen kennelijk kleinere realisaties in de latere updates uiteindelijk een stuk lager uitgekomen, op 462 kWp.

In een van de vorige updates is een nieuwe recordhouder opgedoken, de najaars-ronde van SDE 2019, die momenteel op een record van 2.732 kWp gemiddeld per beschikking is gekomen. Dat was ooit slechts 184 kWp, en was in de januari 2024 update nog 2.366 kWp. Dat gemiddelde is dus aanzienlijk gegroeid in de loop van de tijd, er zijn dus zeer forse project realisaties toegevoegd aan dat deel-dossier. Er zijn relatief weinig beschikkingen ingevuld, 564 stuks, maar dat is wel al 57% van de oorspronkelijk beschikte hoeveelheid. Door ook tussentijdse uitval van beschikkingen, staan er nog steeds maar 5 exemplaren open voor die regeling, goed voor maximaal zo'n 25 MWp.

Na het hoge niveau van deze najaars-ronde van SDE 2019, vallen de overige gemiddeldes globaal genomen weer terug naar 719 kWp (SDE 2018 II), 575 kWp (SDE 2017 II), 544 kWp (SDE 2017 I), 462 kWp voor SDE 2016 II, en 425 kWp onder SDE 2018 I. De inmiddels 2.388 overgebleven gerealiseerde beschikkingen van SDE 2020 I, aanvankelijk nog relatief kleinere projecten, hebben inmiddels al een gemiddelde capaciteit van 471 kWp per stuk (volgens beschikking). En zijn dus op dat punt de SDE 2018 I én inmiddels ook SDE 2016 II voorbij. Omdat de verliezen binnen deze regeling kolossaal waren, en er nog maar 14 beschikkingen open staan, zal hier vermoedelijk niet veel verandering in gaan optreden.

Voor SDE "++" gelden de volgende overwegingen. SDE 2020 II heeft nog maar 1.136 gerealiseerde beschikkingen, maar daarvan is het gemiddelde flink toegenomen, naar inmiddels al 896 kWp per realisatie. De SDE 2021 zit zelfs al op gemiddeld 1.073 kWp, voor 1.006 opgeleverde beschikkingen. Onder SDE 2022 zijn tot nog toe 445 beschikkingen gerealiseerd, met gemiddeld 753 kWp per stuk. Onder SDE 2023 zijn de eerste 151 realisaties weliswaar typische "beginner" projectjes, met gemiddeld 603 kWp per project (volgens beschikking), maar ook dat is alweer verder toegenomen. Het gemiddelde vermogen in die regelingen stijgt nog steeds door, de grotere projecten worden meestal pas later ingevuld als er geen problemen aan de horizon rijzen. Onder SDE "++" lijkt het in ieder geval duidelijk naar verdere schaalvergroting te gaan, t.o.v. de gemiddeldes getoond bij de SDE "+" regelingen. De eerste 3 gerealiseerde projecten van de in de huidige update inbegrepen SDE 2024 hebben nog een gemiddeld geringe omvang, van 255 kWp.

Voor alle realisaties bij elkaar heeft het gemiddelde per beschikking inmiddels al een omvang bereikt van 450 kWp. In de vorige updates waren die gemiddeldes achtereenvolgens, van "nieuw" naar "oud": juli 2025 425 kWp, april 2025 414 kWp, januari 2025 404 kWp, oktober 2024 400 kWp, juli 2024 383 kWp, april 2024 371 kWp, januari 2024 359 kWp, oktober 2023 347 kWp, juli 2023 338 kWp, april 2023 321 kWp, januari 2023 314 kWp, oktober 2022 300 kWp, juli 2022 287 kWp, april 2022 286 kWp, januari 2022 266 kWp, oktober 2021 251 kWp, juli 2021 245 kWp, apr. 2021 229 kWp, jan. 2021 215 kWp, sep. 2020 184 kWp, juli 2020 175 kWp, apr. 2020 167 kWp, jan. 2020 150 kWp, nov. 2019 138 kWp, aug. 2019 121 kWp, mei 2019 114 kWp, jan. 2019 90 kWp, daar voor 77 kWp. Ook al groeit dat gemiddelde dus continu door, het wordt nog steeds fors gedrukt door de vele kleine residentiële projecten onder de 3 oudste SDE regimes, zoals ook al lang bekend is uit de maandelijks door Polder PV geanalyseerde VertiCer (ex CertiQ) data over de gecertificeerde zonnestroom capaciteit in ons land.

Splitsen we de inmiddels 3 verschillende regimes uit (onderaan in de tabel), is de oude SDE op de gemiddelde overgebleven beschikking grootte blijven steken van 5,8 kWp (hoger geworden door een flink aantal uitschrijvingen sedert de vorige update). SDE "+" heeft een aanzienlijk groter gemiddelde bij de realisaties, inmiddels 555 kWp. Dat is wel nog steeds wat lager dan het gemiddelde volume van alle overgebleven beschikkingen (rode cijfer veld, 560 kWp).

Onderaan vinden we, tot slot, de gemiddeldes bij de 5 SDE "++" rondes, inclusief de nu toegevoegde SDE 2024. Met 921 kWp is dat wederom flink hoger t.o.v. de 841 kWp in de vorige update, en 66% hoger dan het gemiddelde onder SDE "+" realisaties. Er is nog veel volume (incl. voor veel grotere projecten) te gaan, dus dat kan nog flink verder bijtrekken.

De gemiddelde project groottes bij de overgebleven beschikkingen (rode veld in tabel) zijn, voor de regelingen waarvoor nog (veel) projecten open staan, ook bij de deel regelingen meestal hoger dan die bij de realisaties. Dit komt omdat veel zeer grote projecten nog niet zijn gerealiseerd. Als die worden opgeleverd, zullen ze een opwaartse druk geven aan het systeem gemiddelde van de uiteindelijk gerealiseerde projecten cumulaties.

(c) Realisaties per kalenderjaar - status 1 oktober 2025

RVO geeft bij de opgeleverde beschikkingen ook het jaar van oplevering weer, indien volgens haar administratieve normen aan alle voorwaarden daartoe is voldaan. Ook al strookt dit niet met de oplevering, zoals VertiCer die hanteert (sterker nog, RVO zet zeer vaak pas "ja" vinkjes, vele maanden nadat een project al lang groene stroom levert, vaak pas in het opvolgende jaar, of nóg later), het geeft wel een interessant doorkijkje naar de evolutie van de (beschikte) realisaties per kalenderjaar. Polder PV heeft daartoe in de update van januari 2024 een nieuwe grafiek gemaakt, met, per kalenderjaar van oplevering, de aantallen projecten, de cumulatieve beschikte capaciteit volgens RVO (MWp), en het gemiddelde capaciteit niveau per beschikking (kWp), volgens de publieke informatie van het Agentschap. Hier onder geef ik de meest recente versie van die grafiek, met de data uit de 1 oktober 2025 update.

In dit diagram zijn uiteraard niet de beschikkingen met "nee" vinkje opgenomen. Dat waren in de 1 oktober 2025 update 1.587 overgebleven exemplaren, met een verzamelde capaciteit van 6.524 MWp. Hoger dan in de vorige update, vanwege de opname van de recent gepubliceerde SDE 2024 regeling.

Uit deze grafiek, die uiteraard sterk lijkt op het exemplaar voor de administratie van VertiCer (paragraaf 3d in de meest recente analyse), maar die géén projecten bevat zonder SDE beschikking, resulteren de volgende waarnemingen:

De SDE beschikkingen zijn wat aantallen (blauwe kolommen) betreft eerst explosief gestegen, en stapsgewijs afgenomen, vanaf 2008, met de max. in 2009 (nog maar 1.552 beschikkingen overgebleven gerealiseerd, alweer fors minder dan de 2.369 exemplaren in de update van 1 juli 2025). Dit waren bijna uitsluitend residentiële mini-projectjes, op enkele uitzonderingen na (zoals het met tientallen SDE 2009 beschikkingen "gezegende" Klepperstee veldinstallatie project, opgeleverd in het voorjaar van 2012). De "all-time low" werd bereikt in 2014, met, iets neerwaarts bijgesteld, slechts 218 nieuwe opleveringen dat jaar. Gelukkig was daar de zeer succesvolle SDE 2014, die voor nieuwe energie zorgde, en voor die tijd een record aantal toekenningen. Gaandeweg namen de volumes weer rap toe, uiteraard extra versneld door met name de enorme hoeveelheid beschikkingen voor de SDE 2016 en latere regelingen. De uiteindelijke max. kwam in Corona jaar 2020, met 4.547 opgeleverde, overgebleven beschikkingen dat jaar (2 minder overgebleven t.o.v. de vorige update). Daarna gingen de volumes rap omlaag, grotendeels vanwege landelijk optredende congestie op de netten. Het realisatie tempo nam flink af, om in 2023 haar voorlopige dieptepunt te bereiken, momenteel 1.190 nieuw opgeleverde beschikkingen, althans, volgens de RVO administratie.

In de update van 1 oktober 2025 zijn inmiddels 606 opgeleverde beschikkingen aan kalenderjaar 2024 toegewezen, en ook al 161 exemplaren aan 2025. Waar nog veel volume bij zal gaan komen in latere updates. Deels door grote administratieve vertragingen bij RVO zelf. Deels doordat opleveringen van in dat jaar gerealiseerde projecten waarschijnlijk pas zeer laat, tot eind 2025, en ook veel later nog, doorgegeven zullen gaan worden.

Bij de capaciteit (oranje kolommen) zien we in het begin nauwelijks "waarneembare" volumes op deze schaal, wat natuurlijk te wijten is aan het feit dat het in het begin om uitsluitend (zeer) kleine project beschikkingen is gegaan. Tot en met 2013 was de max. 20 MWp nieuw volume, in 2011 (neerwaarts bijgesteld vanwege tussentijdse uitschrijvingen), waarna het weer even inzakte. In 2014 begon het gerealiseerde (beschikte) niveau weer toe te nemen bij de realisaties. Vanaf 24 MWp in dat jaar, waarna het gaspedaal werd ingedrukt, veroorzaakt door de combinatie van vrijgave van de zogenaamde "ondercap" in de SDE systematiek, vanaf SDE 2011, en de daar op volgende enorme schaalvergroting van aangevraagde, beschikte, en daadwerkelijk gerealiseerde projecten. Veel daarvan bovendien met meer dan 1 beschikking die werd verzilverd.

Ook de (beschikte) capaciteit van de realisaties had haar maximum in 2020, inmiddels 2.431 MWp. Opvallend is dat, bij reeds "instortende" nieuwe aantallen gerealiseerde beschikkingen, de nieuwe capaciteit in de jaren 2021 en 2022 nog redelijk "op niveau" bleef, 2.123 resp. 2.091 MWp. In 2023 was het pleit echter voorlopig beslecht, met een duidelijk lager niveau, 1.765 MWp nieuw beschikt vermogen onder de SDE regelingen, 15,6% lager dan de aanwas in 2022. Dat wil beslist niet zeggen dat dit het "definitieve" cijfer is. Bij RVO worden heel vaak, vele maanden nadat een project daadwerkelijk al netgekoppeld groene stroom staat te produceren, pas een "ja" vinkje gezet. Die administratieve vertraging kan soms oplopen tot langer dan een jaar. Derhalve, kan het volume voor 2023 (en in veel mindere mate mogelijk ook voor 2022 nog) beslist nog enigszins worden bijgeplust. Maar het niveau van de jaren 2021 - 2022 gaat dat jaar niet halen.

Het nog zeer voorlopig geturfde nieuwe vermogen in 2024 bedraagt momenteel 1.358 MWp. Dat is wel al duidelijk meer dan de 1.296 MWp bekend in de vorige update, maar echt hard gaat het nog niet. Hier zal in een later stadium sowieso nog het nodige volume aan toegevoegd gaan worden.

Anomalie CBS 2024 niet terug te vinden in RVO cijfers SDE

Wat wel duidelijk lijkt, is dat in 2024 absoluut nog niet het niveau van 2023 is gehaald. Dit zet extra vraagtekens bij de van de CBS data afgeleide jaargroei cijfers voor 2024, die een zogenaamd historisch record zouden laten zien bij de capaciteit voor de totale, nationale markt. Dat is de facto onmogelijk: de residentiële markt is juist ingestort in dat jaar, en deze is toen in het geheel niet "over-gecompenseerd" door een absurd hard gegroeide projecten markt. De nog steeds niet herstelde, grote anomalie bij het CBS wordt, zeer waarschijnlijk, veroorzaakt door de in extremo afwijkende eindejaars- en afgeleide jaargroei cijfers voor 2023 en 2024 in het ingewikkelde VertiCer dossier (zie verderop).

Uit bovenstaande 2 primaire parameters heb ik, zoals te doen gebruikelijk, het gemiddelde vermogen per beschikking per kalenderjaar berekend, weergegeven in de groene curve. In het begin was de gemiddelde capaciteit van de opgeleverde beschikkingen vrijwel niet waarneembaar, maar de lijn begint vanaf 2013 duidelijk te stijgen: de opgeleverde beschikkingen worden continu groter. De curve stijgt tm. 2018, heeft dan even een kleine dip, maar begint vanaf 2020 zeer opvallend verder te stijgen. Let wel: bij instortende aantallen overgebleven beschikkingen, en stapsgewijs afnemende capaciteiten opgeleverd per jaar. Dit is een perfecte illustratie voor het fenomeen wat ik al jaren signaleer. In recente jaren is er sprake van een enorme schaalvergroting van de daadwerkelijk opgeleverde projecten en beschikkingen, ook in het RVO dossier. Deze bereikte voorlopig haar maximum in 2023, met gemiddeld 1.484 kWp per opgeleverde beschikking. Het relatief geringe aantal projecten tot nog toe opgeleverd in 2024 heeft een al veel hoger gemiddelde omvang (2.241 kWp), maar dat is nog lang niet representatief voor alle nieuwe beschikkingen die opgeleverd zullen blijken te zijn in dat jaar.

Hetzelfde geldt, voor het eerste resultaat voor 2025, waarvoor het gemiddelde verder is doorgestegen, naar 3.307 kWp. Vandaar dat ik de laatste lijnstukken gestippeld heb weergegeven.

Vergelijking aantallen nieuwe beschikkingen RVO / projecten VertiCer per kalenderjaar

Om te kijken hoe de nieuwe opleveringen, zoals RVO die bijhoudt voor het SDE dossier, zich verhouden tot de gecertificeerde PV projecten, die TenneT/Gasunie dochter VertiCer (opvolger van CertiQ) registreert sedert er Garanties van Oorsprong worden uitgegeven in Nederland (2003), heb ik updates voor twee nieuwe grafieken toegevoegd met een vergelijking tussen de meest recent beschikbare data van de twee instanties. Eerst de aantallen beschikkingen / projecten:

In dit diagram worden de uit de oudere CertiQ, en meer recente VertiCer updates ge-extraheerde aantallen nieuwe gecertificeerde PV-projecten per kalenderjaar (groene kolommen) vergeleken met de uit de vorige grafiek overgezette aantallen SDE beschikkingen die per jaar zouden zijn opgeleverd volgens de RVO administratie (oranje kolommen). Direct valt op, dat de aantallen bij de CertiQ/VertiCer data nu stelselmatig een stuk hoger liggen dan die voor de SDE beschikkingen bij RVO. De laatste liggen op niveaus tussen de 41% (2009) en 88% (2011), tot bijna 94% (2022) ten opzichte van die van VertiCer. In een eerdere update was de verhouding voor 2023 nog in het voordeel van de data van RVO, maar ook dat is het inmiddels, met de meeste recente data, in het voordeel van de cijfers van VertiCer omgeslagen, zoals in een voorgaande update al was voorspeld. Voor 2024 was de situatie ongeveer gelijk, maar met de meest recente cijfers is wederom het VertiCer dossier "leading" t.o.v. de huidige status bij de SDE realisaties bij RVO.

Voor 2025 is de situatie nog lang niet duidelijk. Nu is er nog een negatieve groei in de VertiCer cijfers, maar dat trekt in latere updates beslist weer bij, zoals hun continu evoluerende historische cijfers tonen. En kan flink positief gaan worden. Veel volume is nog helemaal niet bekend, bij zowel VertiCer, als het ver achter de feiten aan lopende RVO dossier, dus er is over dit jaar nog niet veel zinnigs te zeggen.

Blijft over de vraag: waar ligt het structurele verschil tussen de RVO en VertiCer data aan?

Bij RVO staan, in dit dossier, uitsluitend SDE beschikkingen geregistreerd. VertiCer verstrekt Garanties van Oorsprong, ook aan projecten zónder SDE subsidie (!). Daar staat dus sowieso meer volume (ook: aantallen projecten), en kennelijk is dat een behoorlijk, doch van jaar tot jaar wisselend volume.

Mogelijk is er, daarnaast, verschil in de wijze van "tellen". In theorie zou er bij RVO dan méér SDE aantallen kunnen staan dan bij VertiCer, als de laatstgenoemde alleen projecten "per aansluiting" of "per adresnummer" telt. Polder PV heeft immers al lang vastgesteld, dat er meer dan 1 SDE beschikking per adres / project locatie afgegeven kan zijn, wat bij verschil in wijze van "tellen" tot flinke discrepanties kan leiden. Het is echter nog het geheel niet duidelijk of zo'n theoretisch verschillende wijze van tellen tot genoemde, soms aanmerkelijke verschillen (2009, 2020) bijdragen.

Ook zouden er, in theorie, verschillen bij zowel de aantallen als de capaciteiten kunnen ontstaan, bij het weer uitschrijven van projecten, uit de (publiek zichtbare) bestanden, zowel bij VertiCer, als bij RVO. We hebben in het huidige dossier van RVO al gezien, dat de uitstroom bij de oudste SDE regelingen nu al een flink tempo heeft gekregen, wat een extra complicerende factor is in de vergelijking tussen deze verschillende datasets. Het hangt maar helemaal af van de wijze van administratie, hoe e.e.a. uit zal pakken bij de (overgebleven) nieuwe volumes per kalenderjaar, bij beide instanties.

Feit blijft, dat VertiCer stelselmatig, structureel meer volume heeft staan bij de nieuwe aanwas per jaar. In ieder geval bij de aantallen.

Vergelijking capaciteit nieuwe beschikkingen RVO / projecten VertiCer per kalenderjaar

Bij de capaciteit toewijzingen per "jaar van oplevering", zoals getoond in bovenstaande nieuwe grafiek, lijkt, wat bovenstaande betreft, er in recente kalenderjaren een onlogische wijziging in de verhouding te ontstaan tussen de meest recente cijfers van VertiCer, en, voor alleen de SDE beschikte projecten, van RVO.

Tot en met 2020 ligt ook bij de nieuwe PV capaciteit per kalenderjaar, het SDE volume toegewezen door RVO onder dat van alle gecertificeerde PV projecten door VertiCer als opgeleverd beschouwd in het betreffende jaar. Wat in ieder geval strookt met de trend bij de aantallen projecten. En logisch, als we er van uitgaan dat bij VertiCer sowieso meer volume geregistreerd moet staan, omdat het niet alleen maar SDE projecten gaat in dat dossier. Die percentages liggen wel verder uit elkaar, tussen de 18% (2009), 69% (2013), en 95% (2017), resp. bijna 100% (2020), een flinke spreiding, dus. In 2021 en 2022 zijn de volumes bij RVO echter iets groter dan bij VertiCer, de omgekeerde wereld, dus. In 2023 is echter de "klassieke verhouding" weer aanwezig in de huidige data, waarbij RVO inmiddels zelfs véél minder nieuw jaarvolume heeft staan dan VertiCer momenteel heeft (37%).

Het kan zijn dat hier deels een andere factor in het spel komt, waar ik regelmatig op heb gewezen. Bij RVO worden namelijk de capaciteiten van SDE beschikkingen waarvan de projecten (veel) kleiner zijn uitgevoerd dan waarvoor oorspronkelijk is beschikt, vooral de laatste jaren neerwaarts bijgesteld. Als een project echter (veel) gróter is uitgevoerd dan waarvoor (oorspronkelijk) is beschikt, wordt dit niet door RVO aangepast. Ergo: capaciteit die wél is gerealiseerd (VertiCer data), maar die niet in de publieke cijfers van RVO is meegenomen, zouden deze verschillen in theorie deels kunnen verklaren, voor 2023. Voor veel projecten uit oudere jaren, zijn capaciteiten vaak niet (meer) aangepast, in de beschikkingen overzichten van RVO. Aangezien er al jaren een schaalvergroting gaande is bij de recent opgeleverde projecten, kan dat de verschillen verder uitvergroten.

Een ander aspect wat benoemd moet blijven worden, is dat de cijfers van beide instanties "nogal vloeibaar" blijken te zijn, en van update tot update flink kunnen wijzigen. Vooral bij VertiCer treden regelmatig forse wijzigingen in historische cijfers op, en kunnen dus vreemde verschillen ontstaan t.o.v. de RVO data. Vooralsnog lijkt met name het VertiCer cijfer voor 2023 een grote outlier te zijn, die niet goed verklaarbaar is gezien de historie in eerdere jaren.

Het kan zijn dat bij latere updates van beide instanties dergelijke nog niet goed begrepen verschillen stapsgewijs zullen verdwijnen, met name voor de jaren 2022-2023. Met dien verstande, dat de algemene trend in ieder geval bij cijfers van eerdere jaren duidelijk is: meer volume (zowel bij de aantallen als bij de capaciteiten) in de VertiCer cijfers, dan bij (alleen) de SDE data van RVO.

Over 2024 is nog veel zinnigs te zeggen, gezien veel informatie die nog helemaal niet bekend is. RVO zit momenteel op een niveau van 1.358 MWp toevoeging aan alleen SDE projecten. Bij VertiCer was er helaas een gigantische anomalie in de augustus rapportage opgetreden, die inmiddels lijkt te zijn hersteld na rapportage door Polder PV (zie laatste maandrapportage van Polder PV). VertiCer komt nu op een (absurd, onwaarschijnlijk) jaarvolume van alweer 3.777 MWp, veel hoger dan RVO. De verhouding na deze wijzigingen blijkt tot nog toe, wederom in extremo in het voordeel van VertiCer te zijn (VertiCer : RVO factor 2,8!). Het is mogelijk dat het extreme volume voor 2024 bij VertiCer aan de basis ligt van de "onwaarschijnlijke record groei" die zou volgen uit de meest recente CBS cijfers voor de hele markt, en waar ik al een tijdje grote vraagtekens bij zet.

Over dit soort forse verschillen tussen de twee datasets zal nog wel water door de Rijn gaan vloeien, ze zijn lastig te duiden. Mogelijk is er aan het eind van 2025 meer duidelijkheid over deze waargenomen, soms fors oplopende verschillen.

Project gemiddelde capaciteit verschillen

Een andere observatie is de trend bij de gemiddelde project dan wel beschikking omvang. Bij RVO ontwikkelde de gemiddelde omvang per beschikking zich, bij de nieuwe installaties per kalenderjaar, tussen 1,83 en 2,14 kWp in 2008-2009 (vrijwel uitsluitend overgebleven residentiële mini projectjes) tot 861 kWp gemiddeld in 2022, en zelfs al 1.484 kWp in 2023. Bij VertiCer is de evolutie vanaf het eerst bekende jaar, 2009, 4,97 kWp, tot 768 kWp in 2022, en alweer 1.969 kWp in 2023 (!). De verwachting is, dat de cijfers in de laatste 2 jaren nog wel behoorlijk kunnen wijzigen, maar de onherroepelijke trend is, en blijft: een enorme schaalvergroting bij de nieuwe PV projecten per kalenderjaar, in beide dossiers.

Mocht u inhoudelijk commentaar hebben op deze observaties, hoor ik die gaarne van u (via het bekende mail-adres).


(d) Actuele portfolio aan overgebleven SDE beschikkingen voor PV (zwarte sectie in tabel), accumulaties

Dit alles (oorspronkelijk beschikt minus verloren gegane beschikkingen cq. realisaties) leidt tot een "overgebleven" pool aan beschikte projecten die nog opgeleverd moet gaan worden. Of, bij pech, tot extra verlies om wat voor reden dan ook. Zie de laatste, zwarte sectie in de tabel. Door de toevoeging van de beschikkingen voor SDE 2024 in de huidige update, in combinatie met tussentijdse realisaties, en wegval, bij andere regelingen, is hier weer e.e.a. in gewijzigd.

Sequentie overgebleven, nog te realiseren beschikte capaciteit

In de 1 oktober 2025 update waren er bij RVO voor SDE 2019 II tm. SDE 2024 nog 1.587 beschikkingen over, resp. 6.524 MWp door RVO toegekende capaciteit. In de update van 1 juli 2025 was dat, voor SDE 2019 II tm. SDE 2023, nog 5.365 MWp, in april 2025, vanaf SDE 2019 I, 5.869 MWp, in januari 2025, vanaf SDE 2017 I, 6.420 MWp, in oktober 2024 6.847 MWp, in juli 2024 8.047 MWp (incl. toen toegevoegde SDE 2023), in april 2024, nog zónder SDE 2023, 5.977 MWp, in januari 2024 7.072 MWp, in oktober 2023 7.973 MWp, juli 2023, met SDE 2022, 9,8 GWp, april 2023, nog zónder SDE 2022, 8,7 GWp, januari 2023 9,2 GWp, oktober 2022 10,4 GWp, juli 2022, mét SDE 2021 11,7 GWp, april 2022, nog zónder SDE 2021, 8,5 GWp, januari 2022 10,9 GWp, oktober 2021, incl. SDE 2020 II, 11,8 GWp, juli 2021, nog zónder SDE 2020 II, bijna 9,0 GWp, april 2021 9,8 GWp, januari 2021 10,9 GWp, sep. 2020, met SDE 2020 I toegevoegd, 12,1 GWp, juli 2020, nog zonder SDE 2020 I 9,4 GWp, apr. 2020, nog zonder SDE 2019 II 8,1 GWp, jan. 2020 nog 9,3 GWp, nov. 2019 10,1 GWp, aug. 2019, nog zonder SDE 2019 I, nog ruim 8,2 GWp.

Deze resterende capaciteit van 6,5 GWp blijft een groot volume, voor een klein land wat, eind 2023, volgens de meest recente CBS update, inclusief de projecten markt, én residentieel, 24,3 GWp generator capaciteit had staan (2024 is nog veel te onzeker, gezien de onwaarschijnlijk hoge jaargroei voor dat jaar). Maar helaas gaat daar natuurlijk nog heel veel capaciteit om diverse redenen van wegvallen. Zoals de soms schokkende cijfer historie bij RVO heeft aangetoond, de laatste jaren.

De kleine resterende volumes voor SDE "+" (SDE 2019 II en SDE 2020 I), 110 MWp, verdeeld over 19 beschikkingen, zal, afhankelijk van realisatie of definitieve "afvoer", niet heel veel meer uitmaken gezien de vrij bescheiden omvang.

Wat de som nog forse resterende volumes voor de opvolgende regelingen betreft, vanaf SDE 2020 II, moet daar deels wel voor worden gevreesd, als ze niet op tijd gebouwd of aan het net kunnen worden gekoppeld. Mede gezien de smaller geworden tijd-vensters voor de oplevering, gecombineerd met de hardnekkige, continu om zich heen grijpende netcapaciteit problemen en tekorten aan personeel bij de netbeheerders. Voorspellingen zullen op dit vlak met prudentie moeten worden genoten (zie tweet over een dergelijke suggestie), want het aantal onzekerheden over de (potentie aan) realisaties neemt alleen maar toe. Zelfs als we er van uitgaan dat verschillende "oplossingsrichtingen" voor de beperkte net capaciteit al lang in gang zijn gezet (voorbeeld bericht TenneT van 8 april 2025), en accu systemen inmiddels rap worden geïmplementeerd bij veel oude en nieuwe projecten. Makkelijk zal het allemaal beslist niet gaan.


(e) Ratio SDE+/SDE

Onderaan twee velden in de grote verzamel-tabel heb ik weer de ratio berekend van de officieel overgebleven beschikte volumes voor alle SDE "+" t.o.v. de oude SDE regelingen (rode veld), en dit herhaald voor de reeds door RVO als opgeleverd beschouwde project beschikkingen (groene veld). Die verhouding ligt, vanwege heftige toevoegingen van beschikkingen onder met name de laatste acht SDE "+" rondes, verminderd met de tussentijdse aanzienlijke hoeveelheden reeds verloren gegane exemplaren, inmiddels rond de 2,6 voor de aantallen overgebleven beschikkingen. In de update van juli 2017 was het slechts een factor 0,6. De SDE werd door duizenden particuliere toekenningen gedomineerd, en die was tot niet zo lang geleden bepalend voor deze inmiddels aardig "recht getrokken" verhouding. Bij de realisaties is die verhouding inmiddels ook op dat niveau beland, een factor 2,6.

Bij de capaciteiten is de verhouding precies andersom, omdat SDE "+" gedomineerd werd door talloze zeer grote projecten. Bij de overgebleven beschikkingen, incl. de zeven toegevoegde SDE 2017-2019 en SDE 2020 I regelingen, is die factor flink gedaald, naar een verhouding 250 : 1 (SDE "+" staat tot SDE; in de update van september 2020 was dat nog 326 : 1).

Bij de realisaties ligt die verhouding nog iets lager, al is ze wel flink toegenomen, inmiddels een factor 247 : 1 (in de update van januari 2024 nog 210 : 1). In de update van juni 2018 update was dat nog 17 : 1, die ratio is dus aanzienlijk opgelopen sinds dat jaar. Nogal wat grote projecten in de resterende verzameling beschikkingen zijn nog niet opgeleverd, inclusief grote volumes uit de recentere regelingen. Als ze worden gebouwd, zal de ratio verder gaan toenemen t.o.v. de SDE volumes.

Tot slot, bij de gemiddelde systeemgrootte vinden we die trend wederom terug. SDE "+" staat tot SDE bij de overgebleven beschikkingen 97 : 1, bij de realisaties iets lager, een factor 96 : 1 (juni 2018 update 43 : 1). Ook deze verhoudingen kunnen wijzigen, naar gelang er een fors aantal grote "SDE + projecten" daadwerkelijk alsnog gerealiseerd zal gaan worden.

Ratio SDE++/SDE+

Helemaal onderaan heb ik ook weer berekeningen gemaakt voor dergelijke verhoudingen tussen de beschikkingen en realisaties van de tot nog toe bekende 4 SDE "++" rondes (SDE 2020 II tm. SDE 2023). Omdat er veel meer volume onder SDE "+" is afgegeven dan tot nog toe onder SDE "++", is die verhouding telkens kleiner dan 1.

Bij de (overgebleven) beschikkingen is die verhouding SDE++/SDE+ bij de aantallen een factor 0,2 : 1, bij de realisaties 0,14 : 1. Bij de capaciteit is die factor 0,8 : 1 bij de beschikkingen, bij de realisaties is het 0,24 : 1. Kijken we naar de gemiddelde omvang per beschikking, is deze ratio veel hoger, 3,7 : 1 bij de overgebleven beschikkingen. Bij de realisaties is deze ook al in het "voordeel" van SDE "++" omgeslagen: 1,7 : 1. De reden: verdere schaalvergroting bij de opgeleverde projecten, met name onder de SDE "++" regimes.


(f) Evolutie systeemgemiddelde capaciteit volgens RVO beschikkingen

In een van de artikelen over de effecten van de beschikkingen van SDE 2019 I, heb ik reeds uitgebreid stil gestaan bij de belangrijke factor "gemiddelde capaciteit" per beschikking, en bij de realisaties. Zie daarvoor het 5e artikel in die reeks (16 november 2019), paragraaf 3.


(g) Verzamel grafieken alle SDE regelingen - Aantallen en capaciteit bij beschikkingen / realisaties

In deze paragraaf toon ik weer de meest recente versies van de 2 bekende "stapel grafieken" met de begin oktober 2025 overgebleven volumes bij de beschikkingen (weergegeven in de grafiek hierboven, onder a), en bij de door RVO opgegeven "realisaties". Die vindt u hier onder.


Stapelgrafiek met links de kolommen stapel met de overgebleven (!!) hoeveelheden beschikkingen van SDE 2008 tm. SDE "++" 2024 (laatstgenoemde in de huidige update bovenaan toegevoegd, azuurblauwe segment bovenaan). In combinatie met de voortgaande uitval bij de oudere SDE regelingen, zien we momenteel een cumulatie in de resterende, overgebleven hoeveelheid van 30.996 toekenningen voor zonnestroom (project beschikkingen, vorige update, nog zonder SDE 2024: 31.871 exx.). Dat waren bij de ooit oorspronkelijk vergeven exemplaren nog 62.811 beschikkingen (zie tabel en eerste grafiek onder a), waarvan dus al een aanzienlijk deel in de (digitale) papiershredder is verdwenen. De rechter stapel kolom geeft de in de update van 1 oktober 2025 door RVO formeel als "gerealiseerd" verklaarde hoeveelheden beschikkingen per regeling weer. Met als voorlopige cumulatie 29.409 beschikkingen gerealiseerd. Dat is wederom een lichte afname t.o.v. de voorgaande update (30.318 exx.), door een toegenomen aantal uitschrijvingen uit de RVO databank. Dit overgebleven volume is 94,9% van het overgebleven aantal "totaal overgebleven beschikt" (linker stapel) is. Weer een kleine afname t.o.v. de 95,1% in de vorige update.

Goed is hier het grote verschil tussen de SDE 2019 II en SDE 2020 I regelingen te zien. De eerste had relatief zeer weinig beschikkingen, die gemiddeld per stuk echter wel "zeer groot" waren. De laatste SDE "+" regeling, 2020 I, had een record aantal aan gemiddeld genomen véél kleinere toekenningen, waar, ondanks de massieve uitval, nog steeds veel volume van over is. Bij de realisaties is de verhouding tussen de 2 regelingen vergelijkbaar met de nu actuele stand van zaken bij de overgebleven beschikkingen.

Daar bovenop zijn links de nieuwe volumes voor SDE 2020 II tm. SDE 2024 gestapeld. Van de laatste 3 regelingen zijn nog maar relatief weinig beschikkingen opgeleverd. "Onderin" de kolommen stapel is er tot en met SDE 2019 vrijwel geen activiteit meer, omdat al die oudere regelingen geen openstaande beschikkingen meer hebben, of nog maar een handvol (SDE 2019 II). Wel blijft er zeer regelmatig uitval bij de oudste SDE regelingen optreden. Die uitvallers zien we druppelsgewijs in deze, en de voorgaande grafiek terug komen, al hebben ze lange tijd relatief weinig impact gehad. Voor SDE 2008 begint deze wegval inmiddels beslist significant te worden, met de 222 + 47 + 84 + 271 + 828 extra weggevallen beschikkingen uit de RVO bestanden in de vorige 4, en de huidige update, zijn de resterende volumes inmiddels ver onder de 3 duizend exemplaren beland. Op momenteel 2.737 exemplaren, om precies te zijn.


Vergelijkbare stapelgrafiek, met nu niet de aantallen (overgebleven) beschikkingen, maar links ditto, de totale capaciteit in MWp die er over is gebleven in de laatste update (met reeds aanzienlijke volumes door RVO virtueel weg gekieperd en dus niet meer zichtbaar). Zie ook de tweede grafiek onder paragraaf (a), voor een vergelijking tussen oorspronkelijk beschikte volumes en op 1 oktober 2025 daarvan overgebleven hoeveelheden.

De in de huidige update nieuw toegevoegde SDE 2024 regeling had oorspronkelijk 1.851 MWp beschikt gekregen in de officiële RVO lijst voor die jaargang, waar inmiddels 1.792 MWp van over is. Het totale volume wat is overgebleven voor alle regelingen inclusief SDE 2024 is momenteel 19.749 MWp. Dat was bij het ooit oorspronkelijk vergeven / beschikte project volume nog 33.446 MWp (zie tabel en grafiek onder paragraaf a), er is dus extreem veel capaciteit al verloren gegaan. Vooral de verliezen bij de SDE 2017 tm. SDE 2020 II regelingen, en onder de drie eerste SDE "++" opvolgers, zijn substantieel. Rechts het nog beperkte "gerealiseerde" volume, althans van de beschikkingen (voor een belangrijk deel niet de werkelijk opgeleverde capaciteit !). Met in totaal nu "officieel" 13.224 MWp gerealiseerd. In de juli 2023 update werd de 10 GWp grens gepasseerd bij deze parameter. Genoemde, ruim 13,2 GWp, is 67,0% van het (overgebleven) beschikte volume (vorige update 70,6%, dat was toen nog zonder toegevoegde SDE 2024 regeling). Er is dus in ieder geval wat het RVO - SDE dossier betreft, op het gebied van te realiseren capaciteit, nog 33% van het nu (overgebleven) beschikte volume te gaan.

VertiCer / RVO

Het VertiCer (voorheen CertiQ) dossier, met fysiek gerealiseerde volumes, blijkt in hun laatste status updates, zoals te doen gebruikelijk, alweer een stuk verder te zijn, t.o.v. de gerealiseerde volumes beschikkingen van RVO, al hoort hier weer een forse waarschuwing bij. Bij VertiCer stond eind september 2025 namelijk alweer 14.415 MWp aan fysieke opleveringen, waarvan het allergrootste deel SDE beschikte projecten betreft (en nog een onbekend, hoogstwaarschijnlijk "zeer beperkt" deel zonder SDE beschikking). Dat volume is wat de realisaties betreft 9% groter dan het totaal aan beschikte capaciteit wat er eind QIII 2025 bij RVO nog over zou zijn voor de SDE projecten. Zouden we het reeds bereikte VertiCer volume afmeten aan het overgebleven beschikte totaal volume bij RVO, begin oktober 2025, zouden we al op een onwaarschijnlijke 73,0% realisatie komen, beduidend hoger dan de status bij RVO zelf (kader in grafiek). Met de voorbehouden die daar bij horen. Een zo'n voorbehoud is, dat het VertiCer volume waarschijnlijk veel te hoog ligt, doordat er nog zeker 2 forse anomalieën in de opgegeven capaciteit cijfers blijken te zitten. Derhalve, moet dat volume later flink neerwaarts worden bijgesteld. Hoeveel, dat is nog de grote vraag.

Normaliter liggen de cijfers bij VertiCer wel altijd (ver) voor op het RVO - SDE dossier. Feit blijft, dat sowieso bij RVO talloze reeds netgekoppelde projecten nog niet met een "ja" vinkje zijn gezegend in de publiek beschikbare data overzichten. Die dus nog niet in hun (actuele) cijfers kunnen zitten. Die projecten staan al lang in de VertiCer databank, omdat er al meteen garanties van oorsprong aangemaakt moeten gaan worden, "zodra de stekker in het betreffende project gaat". Voor de meeste projecten achter grootverbruik aansluitingen worden maandelijks (automatisch) meetgegevens via de meet-gemachtigde ingediend, die direct naar VertiCer worden doorgesluisd na validatie door de betreffende netbeheerder. Registratie bij VertiCer gebeurt in het grootste deel van de gevallen zeer rap na fysieke netkoppeling. Dagelijks worden updates gedraaid met de nieuwste toevoegingen die door de exploitanten worden doorgegeven, en waarvoor de netbeheerders hun formele fiat hebben gegeven (pers. comm. Polder PV met medewerker van VertiCer rechtsvoorganger CertiQ, in 2022). Wat daarna geschiedt in het RVO traject kan echter vele maanden kosten, voordat dit leidt tot een "formeel ja vinkje" in hún databestand. Ik kom soms nieuwe "ja" vinkjes tegen van projecten die vroeg in 2024, of zelfs in de 2 voorgaande jaren netgekoppeld zijn opgeleverd, dus die vertraging kan bij sommige projecten zeer fors oplopen. Het is een van diverse redenen, waarom de nationale statistiek cijfers zo "vloeibaar" zijn, en regelmatig wijzigen.

Het verschil tussen "overgebleven beschikt" volume en "gerealiseerd volume status 1 oktober 2025" bij RVO bedraagt 19.748,6 - 13.224,2 = (in afronding) 6.524 MWp (ruim 6,5 GWp). Dat is de nu nog overeind gebleven "pijplijn" aan PV projecten binnen alle SDE regelingen tm. SDE 2024. Dit is alweer flink meer (1.159 MWp), dan de overgebleven 5.365 MWp pijplijn in de status update van juli 2025, wat deels is veroorzaakt omdat toen de SDE 2024 nog niet was meegenomen, en deels door voortschrijdende negatieve bijstellingen van de beschikte capaciteiten, en uitschrijvingen uit de RVO databank.

Sowieso gaat ook daar weer veel volume van afvallen, gezien de trend van de afgelopen overzichten van RVO. En het is nog steeds niet het "gerealiseerde" volume. Dat kunnen we alleen te weten komen als exacte project informatie beschikbaar komt, zoals in ultimo bij de netbeheerders en VertiCer bekend moet zijn of worden. Polder PV heeft in ieder geval van de "top" in de markt, de grootste projecten, inclusief de inmiddels alweer alhier bekende, 1.115 reeds gerealiseerde, netgekoppelde grondgebonden zonneparken (> 15 kWp per stuk, excl. andere "niet rooftop" projecten zoals drijvende projecten), die de grootste volumes aan MWp-en inbrengen, het meest complete, continu ververste, en gedetailleerde overzicht van Nederland. Voor de uitgebreide analyse van de zonneparken in Nederland (peildatum 17 december 2024), volg deze link.


RES & uitgebreid "klimaat doel elektra"

Voor overwegingen m.b.t. het behalen van de RES doelstellingen voor (aanvankelijk) 35 TWh productie uit hernieuwbare bronnen op land, resp. het vooralsnog onhaalbaar geachte doel van 55 TWh in 2030, zie de aparte paragraaf in de update van 1 juli 2025.


Thermische zonne-energie

Over dit kleine andere zonne-energie dossier was al wat langer niet zeer veel zinnigs te melden, gezien de trage ontwikkeling. In meer recente versies is er echter wel een en ander gewijzigd t.o.v. de update van oktober 2023. In de versie van januari 2024 werden er 7 nieuwe realisaties gemeld, en werd er 1 beschikking afgevoerd uit de RVO databank. In de update van 1 april 2024 zijn er wederom 5 nieuwe realisaties bekendgemaakt. 1 maal een beschikking uit de SDE 2019 II (493 kWth. toegevoegd), 2x SDE 2020 I (841 kWth.), en de eerste SDE 2020 II (350 kWth.), resp. SDE 2021 beschikkingen (232 kWth.), die zijn opgeleverd. Daarnaast is 1 al langer geleden opgeleverde SDE 2016 II beschikking (140 kWth.) afgevoerd, om onbekende reden.

Hier bovenop is een belangrijke nieuwe wijziging gekomen. Of eigenlijk 2. In de update van 1 juli 2024 is een SDE 2019 II beschikking geprullebakkeerd (Nagele Warmte, 322 kWth, in Noordoostpolder). Maar tegelijkertijd is ook de grootste ooit afgegeven beschikking voor thermische zonne-energie, in dezelfde SDE 2019 II regeling als opgeleverd gemarkeerd. Het gaat daarbij, uiteraard, om zonne-energie park Dorkwerd van Novar, in Groningen, wat het lokale stadswarmte net moet gaan beleveren. De beschikking heeft een omvang van 37,4 MWth, wat natuurlijk direct een zeer forse impact heeft op de progressie voor alle regelingen, zoals in onderstaande grafiek getoond. Volgens Novar zou dit het "3e grootste zonthermiepark ter wereld" zijn (geworden), en het project heeft de grootste SDE beschikking ooit die voor deze zonne-energie techniek is afgegeven, in de historie van die reeks subsidie regelingen.

In de update van 1 oktober 2024, is de beschikking voor het Dorkwerd project iets neerwaarts bijgesteld (38,28 MWth), en is een klein rooftop project op een appartementencomplex in Blaricum (NH) als gerealiseerd opgevoerd, met een capaciteit van 186 kWth. Het betreft de laatst overgebleven beschikking uit de SDE 2020 voorjaarsronde. Er verdwenen 2 beschikkingen, 1 uit de SDE 2019 II, en 1 uit de SDE 2021 (vermoedelijk teruggetrokken).

Updates 1 januari tm. 1 oktober 2025

In de update van 1 januari 2025, zijn er geen nieuwe realisaties afgevinkt door RVO. Wel is er 1 kleine beschikking van 168 kWh-th uit de voorjaars-regeling van SDE 2019 afgeschreven (Nassau Staete, Nijmegen). Verder is er toen niets gewijzigd.

In de update van 1 april 2025 verdwenen er weer 2 beschikkingen, uit de SDE 2022 regeling. Dit bracht een extra verlies op van 8,9 MWth aan beschikte capaciteit. Tot slot, werd de capaciteit voor SDE 2019 II iets opwaarts bijgesteld. Er waren geen nieuwe realisaties.

In de update van 1 juli 2025 is 1 SDE 2021 beschikking voor een thermisch project in het Overijsselse Rijssen verzilverd, met een capaciteit van 173 kWth, is het oudste gerealiseerde project met beschikking voor SDE 2012 (102 kWth), te 's-Gravendeel, uit de records van RVO verdwenen (...), en is de laatste overgebleven SDE 2019 I beschikking die nog niet was ingevuld, met een omvang van 168 kWth, ook verwijderd.

In de huidige update van 1 oktober 2025 is de anonieme beschikking voor een klein projectje in Harskamp (Ede, Gld), met een omvang van slechts 70 kWth, verwijderd. Verder is er niets gewijzigd.

Tezamen met voorgaande verliezen van oorspronkelijk toegekende beschikkingen, zijn er inmiddels nog maar 74 beschikkingen voor thermische zonne-energie projecten over, met een geaccumuleerd vermogen van 98,2 MWth. De oudste overblijvende beschikkingen komen uit de SDE 2013 (al lang gerealiseerd), SDE 2015 en SDE 2017 II hebben géén beschikkingen voor dergelijke thermische warmte projecten (meer). Er zijn in totaal 70 SDE (overgebleven) beschikkingen gerealiseerd middels deze zonne-energie techniek, met als gerealiseerd vermogen 96,4 MWth. Opvallend is, dat onder de SDE 2023 en SDE 2024 "++" regelingen, er géén nieuwe beschikte projecten zijn bijgekomen.

Er staan nog maar 4 beschikkingen open. De oudste nog openstaande beschikking is voor een project voor Landgoed Leudal te Haelen (L.), van de SDE 2016 II regeling, waarvan afgevraagd kan worden of die ooit nog wordt opgeleverd. De meest significante overblijvende toekenning is voor 1,2 MWth project op een bedrijfsverzamelgebouw op het terrein van de voormalige, gesloopte, Elektriciteitscentrale Gelderland, pal naast de De Oversteek brug over de Waal in Nijmegen. De 1 MWth veldsysteem installatie bij Marrewijk Amaryllis in de Lier (ZH) is alweer enige tijd geleden opgeleverd.

Naast deze puur thermische zonne-energie installaties ontdekte Polder PV eerder ook nog een "innovatief" project in de groslijst met SDE beschikkingen. Dat is een PVT-project in combinatie met een warmtepomp, met een beschikking voor 3,75 MW thermisch vermogen, die door RVO in de deel-categorie "CO2-arme warmte" van SDE 2021 is ondergebracht. Dat gaat dus deels om een combi-systeem thermische zonnewarmte / fotovoltaïsche omzetting, en deels om genoemd warmtepomp systeem om de opgewekte warmte (ook) direct te gebruiken. Het betreft een project van Escom.nu in een flatgebouw vlakbij metrostation Reigersbos in Amsterdam. Ook deze beschikking staat nog open.

Voor details van de status quo bij eerdere realisaties, zie ook onder de analyse van de 1 april 2022 update (onderaan het artikel).


Bronnen

Frequente updates over de SDE regelingen bij Polder PV, sedert 2008. Huidig exemplaar: status 1 oktober 2025.

Bronnen (extern):

Feiten en cijfers SDE(+)(+) - RVO, status oktober 2025

Monitoring zonne-energie - RVO, status 10 oktober 2024 (cijfers betreffende stand van zaken tm. 2023)

Bronnen (intern):

Status updates SDE bij Polder PV over het jaar 2025

update 1 juli 2025

update 1 april 2025

Status updates SDE bij Polder PV over het jaar 2024

update 1 januari 2025

update 1 oktober 2024

update 1 juli 2024

update 1 april 2024

update 1 januari 2024

Deel dossier SDE 2024 - zie eerste rapportage en vervolgen (bronnen)



 
 
© 2025 Peter J. Segaar / Polder PV, Leiden (NL)
^
TOP