Nieuws zonnestroom actueel
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index
 

SOLARENERGYERGY

Nieuws & analyses P.V. pagina actueel

meest recente bericht boven

Specials:
Historisch hoogtepunt voor Polder PV - eerste vier Shell panelen kwart eeuw succesvol in bedrijf!
CBS 2. Zonnestroom producties per jaar, per maand, relatie met andere elektra modaliteiten, tm. 2024
CBS 1. Eerste marktcijfers zonnestroom markt 2024
Energieleveren.nl status sub 1 MWac markt eind februari 2025
VertiCer februari 2025 - gecertificeerde zonnestroom capaciteit groei 2.798 MWp in 2023, 2.017 MWp in 2024

vanaf 3 maart 2025

<<< recenter

actueel 198 197 196 195 194 193 192 191 190-181 180-171 170-161 160-151 150-141 140-131
130-121
120-111 110-101 100-91 90-81 80-71 70-61 60-51 50-41>>> highlights


 
^
TOP

13 maart 2025: Historisch hoogtepunt voor Polder PV - eerste vier Shell Solar panelen kwart eeuw succesvol in bedrijf! Vandaag was een byzondere dag voor Polder PV. 25 jaar, resp. 9.131 dagen geleden ging, op 13 maart 2000, het eerste setje Shell Solar panelen, elk met een bescheiden vermogen van 93 Wp per stuk (!), on-line. Na heel wat voorwerk, en een bereidwillig stel medewerkers van de voorloper van onze huidige huurcorporatie, Portaal, werden toen door een voorloper van Nuon, wat later opging in Vattenfall, de eerste vier zonnepanelen, die een paar dagen eerder al op het dak van ons appartementen complex waren geplaatst, officieel "aan het net gekoppeld". En mochten we onderstaande getallenreeks ontvangen, waarmee die netkoppeling formeel werd vastgelegd. Een print van de digitaal vastgelegde output van het toen bij velen onbekende OK4 interface, wat wij, als een van de weinigen direct hadden gekocht, omdat we exact wilden weten wat er geproduceerd zou gaan worden.

proof of successful delivery of PV-system with 4 93 Wp AC-modules mounted with OK4E 100 Watt inverters
^^^
NB: datering van deze print klopt niet, die was op de logging computer van de installateur
(nog) niet correct ingesteld. De data zijn van 13 maart 2000.

Het ging toen nog om zogenaamde "AC modules", gekocht onder de "Sunpower" paraplu waar meerdere bedrijven aan meededen, soms onder andere benamingen, om voor het eerst op grotere schaal PV systemen aan particulieren te verkopen, nadat Greenpeace ze via de Solaris actie onder druk had gezet.

Logo of (Dutch) Solaris project by Greenpeace and several (energy) companies to make photovoltaic solar energy available to the public. Goal at that time: ƒ 1.000,-- or EURO 453,78 for a solar panel of 1 m2. © Greenpeace 1998.

Er is sedertdien heel erg veel water door de Rijn (en dus ook door de dreef die voor ons appartementencomplex loopt, die in open verbinding staat met de naar Katwijk stromende oude Rijn streng) gevloeid. Wat een solar avonturen hebben we inmiddels beleefd ! Dat is eigenlijk met geen pen te beschrijven, maar u kunt de ronduit stormachtig evolutie van zonnestroom in Nederland sinds die spannende pionier periode in het begin van dit millennium inmiddels op bijna 200 bomvolle pagina's op Polder PV er op nalezen, als u wat uurtjes over heeft ...

Hickups overkomen

Uiteraard is alles niet zonder slag of stoot gegaan. De destijds nog onder de zonnepanelen hangende beroemde (bij sommigen beruchte) OK4E-100 micro-inverters begonnen na 2 jaar ernstige uitval te vertonen. Na de nodige wisselingen van omvormers, werden Nuon en andere participerende partijen bij de trajecten waarbij deze micro-inverters werden gebruikt onder druk gezet, met medewerking van diverse hard werkende personen. Waarbij Jos Koks (Weesp), Jadranka Cace (Sectie Zon, ODE), en Floris Wouterlood (Z.P.V.) die zich ook, net als ondergetekende, uit de naad hebben gewerkt om het zover te krijgen, in ieder geval moeten worden genoemd. Het resultaat van de inspanningen was een massale inruil actie voor de ook beroemde Soladin600 omvormer van Mastervolt, bij duizenden particulieren, een actie waarmee ook alweer een boek gevuld kan worden (meer vindt u op de Sunpower pagina's).

Polder PV koos er als een van de weinige consumenten, eigenwijs, voor, om bij de fraai uitleesbare OK4 inverters te blijven, en kreeg het voor elkaar dat Nuon bij hen de hele systeem opzet wijzigde, waarbij met lange VMVK grondkabels, de stroom van de panelen op het dak via plus en min DC aders helemaal naar beneden werden geleid, naar alle verplaatste OK4 omvormers, die binnen in huis werden opgehangen, beschermd tegen de elementen.

Sedertdien werd het ondertussen ook al uitgebreide PV systeem, uiteindelijk 14 PV modules tellend, inclusief een fraaie set kleine Kyocera panelen (2x 50 Wp, in serie op 1 OK4 omvormer), maandelijks gemonitord en ge-exploiteerd door Polder PV, 4 verdiepingen lager dan het dak van de corporatie, waar de panelen op staan (Polder PV heeft immers, op de begane grond wonend, geen "eigen dak"). De monitoring resultaten worden al jaren maandelijks door Polder PV gepubliceerd en in bredere context besproken (februari 2025 update alhier).

Latere incidenten relatief makkelijk afgevangen

Ook later zijn er enkele uitvallen van micro-inverters geweest, of werden tegenvallende productie resultaten van enkele andere exemplaren bemerkt. Deze exemplaren konden in huis eenvoudig worden vervangen door exemplaren uit een opgebouwde reserve, die naderhand nog werd aangevuld door giften van lieden die naar een nieuw systeem overstapten. We moeten hierbij niet vergeten, dat het OK4 concept voor die begintijd nogal revolutionair was, en dat kinderziekten bij dergelijke innovaties normaal zijn. De branche heeft in ieder geval zeer veel geleerd van deze lastige beginperiode. En heeft zich sedertdien explosief, en zeer professioneel ontwikkeld.

Zeer fraaie productie historie 1e 4 panelen

De eerste vier zonnepanelen van Polder PV hebben het al die tijd, op enkele omvormer verwisselingen na, verbazingwekkend goed gedaan, en vertonen, gezien de output resultaten nauwelijks een verslechtering. Ik heb daartoe de complete productie historie per maand voor deze eerste, nu een kwart eeuw oude set panelen, in twee grafieken op een rij gezet.


^^^
KLIK op plaatje voor uitvergroting

Ten eerste de maandelijkse productie resultaten in 1 lange serie, vanaf maart 2000 tm februari 2025 (eerste resultaten maart 2025 niet getoond). De seizoensvariatie is prachtig zichtbaar. De minimale productie "ooit" van deze eerste set van 4 panelen was 4 kWh in december van 2002, die deels werd veroorzaakt door een toen defect geraakte micro-inverter (toen nog onder de panelen op het dak hangend). De maximale maandproductie werd gegenereerd in de zeer zonnige maand mei 2020, waar een uitgebreid, geïllustreerd monitoring bericht over werd gepubliceerd door Polder PV. Zeer opvallend aan deze grafiek is ook de lineaire trendlijn door Excel bepaald (rood): deze loopt niet néérwaarts, zoals je zou verwachten als je uitsluitend van (theoretische) systeemdegradatie zou uitgaan. Maar heeft zelfs een licht ópwaartse helling. Vermoedelijk wordt dit veroorzaakt door een toenemende jaarlijkse lichtinval als gevolg van schonere lucht, die eventuele "degradatie" effecten van deze deelinstallatie overvleugelt. Zie daartoe ook de uitgebreide analyse van historische instralingsdata van het KNMI tm. 2019, in de special van Polder PV (met name paragraaf 8).

In deze tweede grafiek heb ik de langjarige accumulatie van de maandelijkse productie resultaten voor dezelfde oudste set van vier zonnepanelen weergegeven. Goed is de jaarlijkse seizoensvariatie te zien (curve buigt omhoog in de zomerperiode, en neerwaarts in de winterperiode), waardoor een golfbeweging ontstaat. Trekken we een lineaire trendlijn door de resultaten (blauw gestippeld), is er sprake van een bijna perfecte match met de productie curve. Waar geen structurele afwijking van die rechte lijn in valt waar te nemen.

In al die jaren heeft deze set van 372 Wp, op de kop af, eind 13 maart 2025, 8.400 kWh geproduceerd. Rekenen we alleen de "volledige maanden met productie", al die tijd 299 maanden, is er in die periode 8,37 MWh geproduceerd. Per maand komt dat op gemiddeld bijna 28 kWh. Op jaarbasis zou dat gemiddeld op ongeveer 336 kWh komen. Dat resulteert, voor deze oudste set, in een zeer respectabele specifieke opbrengst van maar liefst 903 kWh/kWp per jaar over deze zeer lange periode. De laatst verschenen versie van het door RVO/CBS opgestelde "Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie" van 2022, gaat nog steeds uit van een gemiddelde specifieke opbrengst van slechts 875 kWh/kWp.jr. Zelfs voor nieuwe installaties ...

Problemen vermoedelijk hersteld

In de maandelijkse productie besprekingen op Polder PV heeft u kunnen lezen dat sommige delen van de installatie afgelopen jaar niet goed functioneerden, in 2024 is als gevolg daarvan, voor het kernsysteem, bestaand uit 10 zonnepanelen, de laagste opbrengst ooit gerealiseerd. Polder PV heeft na lang wikken en wegen de koe bij de horens gevat, en vorige week, in een zeer lastige, complexe operatie, de verbindingsdozen van het totale PV-systeem compleet vervangen, en heeft hij daarbij alle verbindingen stuk voor stuk zorgvuldig nagelopen en hersteld, met nagelneue interconnectoren in de nieuwe, waterdichte dozen.


^^^
1 van de nieuwe kabel verbindingsdozen. Een hoop puzzelwerk, was dat ...

Na controle, en opnieuw "zoeken" naar de omvormers via het data interface, bleek 1 van de OK4E-100 omvormers toch 1 van de schuldigen van de malaise te zijn, de productie bleef op een zeer laag niveau hangen. Ook die inverter is inmiddels vervangen. Het was, helaas, de omvormer met de hoogste meterstand ooit gehaald op zo'n apparaat, 2.066 kWh. Daar staat tegenover, dat eind februari inmiddels weer een derde OK4 de magische 2 MWh grens is gepasseerd, daarvan zijn er nu 2 functioneel actief in het huidige systeem. Polder PV hoopt nu dat ook de rest van de installatie, naast de perfect functionerende eerste vier exemplaren, er weer lange tijd "tegenaan kan".


^^^
Na lange tijd met gedeeltelijk sterk verminderde productie van sommige omvormers (in 2024 regelmatig met "zwarte paneeltjes" in dit display),
zijn na het aanbrengen van nieuwe verbindingen in de infra voor het Polder PV systeem alle 13 omvormers weer driftig op toeren geraakt
("gele" / licht gekleurde paneeltjes bij mooi weer).

Hoogste tijd, dus, om deze heuglijke gebeurtenissen te vieren. Met de spreekwoordelijke "solar taart".


^^^
Parafernalia rond 25 jaar productie geschiedenis van zonnestroom bij Polder PV. Links gedeelte van een oud Greenpeace T-shirt,
rechts de "info map" die we bij aankoop van het eerste PV-systeem van 4 zonnepanelen à duizend gulden per stuk kregen ("Sunpower systeem").
Midden boven een welverdiend "solar taartje" met een rap gemaakte versiering (edel handwerk) er in geprikt.


^^^
De polderknaap liet het eerste taartpuntje, net als zijn partner, na 25 jaar Harte Arbeit, goed smaken. Op naar de volgende 25 ?

Zie ook: hoogtepunten in de zonnestroom historie bij Polder PV


 
^
TOP

13 maart 2025: CBS update deel 2. Berekende zonnestroom productie, verhouding met data Energieopwek.nl, en verhouding tot generaties bij andere hernieuwbare stroom bronnen. In het vorige artikel behandelde ik de nog prille, en enigszins "verkapt" gepubliceerde capaciteit cijfers voor zonnestroom, als gevolg van de eerste 2024 cijfer update van het CBS. In dit vervolg worden de stroom producties onder de loep genomen, wordt weer een uitgebreide vergelijking gedaan met de bekende data van het Energieopwek.nl portal, en wordt de verhouding van de jaarproducties t.o.v. andere hernieuwbare, en niet hernieuwbare energie bronnen in Nederland gepresenteerd. Dit, uiteraard, geïllustreerd met verduidelijkende grafieken, zoals u van Polder PV gewend bent.

Jaarlijkse productie zonnestroom

In dezelfde tabel als waar uit het eerste, nog zeer voorlopige nieuwe capaciteit cijfer voor EOY 2024 is gehaald, houdt het CBS de stroom productie cijfers voor hernieuwbare en niet hernieuwbare bronnen bij in de Nederlandse elektriciteits-markt. In vergelijking met de grafiek in de update van 15 november 2024, blijken er (nog) geen aanpassingen te zijn gedaan aan de data voor 2023. Wel is er een aller-eerste afschatting voor 2024 toegevoegd. De productie data voor 2023 en 2024 zijn rechts in de grafiek zichtbaar in een iets afwijkende kleurstelling: die data zijn nog nader voorlopig (2023) en (zeer) voorlopig (2024).

De door het CBS berekende jaarlijkse zonnestroom productie, van 1998 tm. 2024. Data tm. 2023 zijn ongewijzigd, rechts zijn de eerste productie resultaten voor het hele jaar 2024 toegevoegd. De productie van zonnestroom nam van 2019 tm. 2024 enorm toe, van 5.399 GWh (2019), via 8.568 GWh (2020), 11.304 GWh in 2021, 16.657 GWh (2022, definitief cijfer), en 19.578 GWh (nader voorlopig cijfer), naar alweer een volume van 21.645 GWh, in 2024 (nog een zeer voorlopige, later flink bij te stellen afschatting). Daarmee is het relatieve aandeel van de "niet-genormaliseerde" zonnestroom productie in het binnenlandse bruto stroomverbruik alweer gestegen, van 4,42% in 2019, via 7,10% in 2020, 9,23% in 2021, 14,20% in 2022, en 16,93% in 2023, naar alweer 18,20% in 2024. Relateren we de productie aan de totale netto elektriciteitsproductie (exclusief eigenverbruik van o.a. gas en kolencentrales), zouden we in 2024 al op een aandeel zonnestroom van 18,67% van totaal zitten. De afschatting voor 2024 kan beslist nog fors verder worden aangepast in latere CBS updates, het genoemde cijfer, afgerond 21,6 terawattuur (1 TWh = 1 miljard kilowattuur), is nog een allereerste afschatting.

5,9x Borssele

Om een beeld te krijgen bij die enorme hoeveelheid aan zonnestroom productie, kunnen we de gemiddelde jaar productie van kernsplijter Borssele erbij halen. Gemiddeld produceerde deze enige werkende kerncentrale in Nederland in de periode 2015 tm. 2024, volgens de aparte sectie stroomproductie uit kernenergie van het CBS, 3.643 GWh, waarbij in 2024 zelf 7,2% minder geproduceerd werd dan dat langjarige gemiddelde (zie post op BlueSky). De nationale zonnestroom productie lag eind 2024 dus al minimaal op een factor 5,9 maal de gemiddelde jaarproductie van Borssele.


Maandelijkse producties (meestal) stapsgewijs hoger

CBS houdt ook per maand de berekende zonnestroom producties bij. De laatste keer dat ik dit grafisch zichtbaar had gemaakt was in een update gepubliceerd op 8 maart 2024, tot en met de resultaten voor heel 2023. Inmiddels is, in een recent gepubliceerde CBS tabel (eind februari 2025), het laatste maandproductie cijfer voor 2024 ook bekend geworden, dus het werd weer tijd voor een flinke update op dit gebied.

Hier onder geef ik de bijgewerkte grafiek met alle maandcijfers weer, tm. december 2024. Ten opzichte van de vorige update gepubliceerd op Polder PV zijn alle maandvolumes vanaf januari 2022, en alle maand volumes in 2023 weer bijgesteld en in deze grafiek verwerkt. Maandproductie cijfers wijzigen regelmatig bij het CBS. De wijze van berekenen wordt bij het CBS steeds verfijnder. Ze hebben hier in december 2023 zelfs een long-read aan gewijd, zie link naar dat interessante artikel.

De volledige maandreeks voor 2024 is nu beschikbaar, weergegeven in de bovenste lichtbruine curve. Alle berekende maandproducties zijn hoger dan de equivalenten in 2023, behalve voor februari en juni. Februari 2024 was volgens het KNMI zeer somber, met landelijk slechts 52 (t.o.v. "normaal" 92) zonuren. Februari 2023 was juist zonnig, met ruim het dubbele aantal, 111, zonuren. Dat verklaart waarom, ondanks tussentijdse uitbouw van de participerende PV capaciteit in deze grafiek, het volume in februari 2024 onder de output van februari 2023 ligt. Er zijn nog wel bijstellingen mogelijk in latere CBS updates, maar dat geldt voor beide maanden.

Voor juni geldt iets vergelijkbaars. Juni 2023 was "de zonnigste junimaand sinds het begin van de waarnemingen" volgens het KNMI, met maar liefst 328 zonuren (t.o.v. gemiddeld 214 uren zon). Juni 2024 was "vrij zonnig", maar haalde landelijk slechts 227 zonuren. Het is daarom ook voor deze normaliter meest productieve maand niet vreemd, dat in 2023 een (veel) hogere output werd berekend door het CBS, voor juni.

Ook is al langer duidelijk, dat juni 2023, vanwege de zeer zonnige condities, voorlopig de nieuwe record maand is geworden, met een (bijgesteld) berekende productie van 3.492 GWh (bijna de gemiddelde jaar productie van kernsplijter Borssele). Dat ligt een spectaculaire 41% hoger dan de 2.468 GWh voor de voorgaande recordhouder, juni 2022.

Met de resultaten voor 2024 zijn er nog eens drie maanden toegevoegd aan het erepodium. De berekende producties voor mei, juli en augustus 2024, liggen namelijk allen boven het (bijgestelde) volume van de vorige "2e" maand, mei 2023.

Aan het verloop van de curves per kalenderjaar, zien we dat de output pieken niet altijd in juni hebben gelegen, wat met generieke weer verschillen heeft te maken tussen de maanden onderling. In 2020 was op het gebied van zonnestroom mei de meest productieve maand, in 2018 en 2024 juli, en in 2017 augustus.

In de winter is de productie het laagst, meer specifiek de december maand. Toch nemen ook in die maand de producties toe, vanwege de voortdurende capaciteits-uitbouw van het PV-park. Het verschil tussen december 2015 en december 2024 is, met de huidige beschikbare cijfers al opgelopen tot een factor 10 (26, resp. 261 GWh). In de zomer is het verschil wel een stuk groter, tussen juni 2015 en juni 2023 is dat een factor 29,1. Er wordt op alle fronten naarstig gezocht naar methodieken, om die forse seizoensverschillen te gaan opvangen, en om de pieken in de zomermaanden zo goed als mogelijk "af te vangen". Hetzij via peak-shaving en/of curtailing (weggooien van piek productie), tijdeljke opslag (vooralsnog alleen in korte termijnen haalbaar), hetzij via omzetting in "moleculen" (bijv. H2), om de netten zo goed als mogelijk te ontzien. Dit is een proces van lange adem, we hopen op spoedig commercieel succes van zoveel mogelijk oplossingsrichtingen. Die elkaar ook weer "scherp" zouden moeten houden, om kosten reductie in gang te zetten voor alle succesvolle techieken.

Maandelijkse producties voortschrijdend in de loop van de tijd

Deze grafiek heb ik ook vaker getoond, en deze is nu ook tm. december 2024 bijgewerkt.

In deze grafiek zijn de maanden achter elkaar weergegeven, in een lange reeks van januari 2015 tot en met (de voorlopige resultaten voor) december 2024. Goed is te zien dat de maandproductie pieken in de zomermaanden bijna continu hoger worden, tot het voorlopige record van 3.492 GWh in juni 2023. Dat ligt, zoals reeds gezegd, ruim 41% boven de maximale productie in juni 2022, en is zelfs een factor 23 maal de productie piek in 2015 (mei, 152 GWh). In 2024 vond de tot nog toe berekende maximale productie ditmaal in juli plaats, maar die piek is, met 3.278 GWh, 6,1% láger dan voorlopig kampioen, juni 2023.

Kijken we naar de jaarlijkse maandgemiddelde opbrengsten, apart door horizontale streepjeslijnen weergegeven in de grafiek, is het verschil tussen 2023 en 2015 een stuk lager, maar nog steeds zeer hoog, een factor van bijna 18 (92 GWh/mnd in 2015, 1.631 GWh/mnd in 2023). Hier haalt 2024 echter 2023 reeds in, door gemiddeld genomen hogere productie in alle maanden van het jaar. Met gemiddeld 1.804 GWh/maand, heeft 2024 inmiddels al bijna een factor 20 maal zoveel gemiddelde productie dan in 2015. Met daarbij de gebruikelijke disclaimer, dat de definitieve cijfers voor 2024 nog lang niet bekend zijn, en dus nog kunnen wijzigen.


Hoogste kwartaal productie tm. 2024

Wat de kwartaal producties betreft, zijn, door de fors gewijzigde, en inmiddels toegevoegde maandcijfers, inmiddels ook weer wat zaken veranderd. Tot en met eind 2024 is inmiddels het tweede kwartaal van dat jaar recordhouder, met een berekende productie van 8.692 GWh (nieuwe cijfers). Dit is een factor 4,4 maal zo veel productie dan in het laatste kwartaal (1.984 GWh), wat logisch is, omdat daar 2 winterse maanden met korte dagen in zitten. QII 2024 had tot nog toe 2% meer berekende productie dan het tweede kwartaal van 2023 (8.521 GWh, gereviseerd cijfer), maar dat had dan ook de record opbrengst in juni bij dat al hoge resultaat zitten. Het derde kwartaal van 2024 deed het zelfs 17% beter dan QIII in het voorgaande jaar.

Maand producties 2019-2024 op een rij (tabel)


^^^
Klik op plaatje voor uitvergroting in apart venster

In deze tabel staan per maand, voor de jaren 2019 - 2024, de door het CBS (her)berekende zonnestroom producties (in GWh per maand). Links van de zwarte balk de absolute producties, met onderaan de jaar volumes. Toenemend van 5,4 TWh in 2019, via 8,6 TWh in 2020, 11,3 TWh in 2021, 16,7 TWh in 2022, en 19,6 TWh in 2023** (nader voorlopig), tot alweer 21,6 TWh in 2024* (voorlopig). Cijfers voor 2023, en, vooral, voor 2024, kunnen nog wijzigen in een later stadium.

Rechts van de zwarte balk zijn de verschillen in de afzonderlijke maandproducties tussen, achtereenvolgens 2019-2020, 2020-2021, 2021-2022, 2022-2023, en 2023-2024 weergegeven. Met telkens in de linker kolom het absolute verschil in berekende productie, en rechts ernaast, het relatieve verschil t.o.v. de productie in de betreffende maand van het eerstgenoemde jaar, in procent.

De extremen bij de relatieve verschillen vinden we voor 2020 t.o.v. 2019 tussen 11% voor februari, resp. 114% voor maart. In de vergelijking van 2020-2021 zijn de extremen terug te vinden bij mei (9% verschil t.o.v. mei 2020), resp. februari (107% meer productie in 2021 dan in 2020). Voor de verschillen tussen 2021 en 2022 is dit het laagst in januari (19%), en het hoogst in maart (76% meer productie in deze exceptioneel zonnige maand in 2022 t.o.v. maart 2021).

Bij de verschillen tussen 2023 en 2022 is er een opmerkelijke -18% voor maart (vanwege de extreem zonnige maart 2022), versus een maximale plus van 41% voor juni. Vergelijken we 2023 met 2024, vallen zelfs twee negatieve percentages op, voor februari (-11%), resp. juni (-6%). De max. is daar een stevige 46% meeropbrengst in relatief zonnig januari 2024 t.o.v. de berekende output in somber januari 2023.

Aan de relatieve verschillen voor de jaren 2023 en, vooral, 2024, zal ongetwijfeld nog wel e.e.a. gaan wijzigen, in komende cijfer updates van het CBS.

Onderaan zien we de relatieve toenames op jaarbasis, met de meest recente data: 59% productie groei tussen 2019 en 2020, 32% toename tussen 2020 en 2021, en weer een hoge 47% tussen 2021 naar 2022. Daarna nemen de groeicijfers van de berekende producties tussen de jaren duidelijk af. Tussen 2022 en 2023 is dit nog 18%, maar tussen 2023 en 2024 is het nog maar 11% (voorlopige cijfers).

Helemaal achteraan volgt ook nog een vergelijking tussen de maand producties in 2024 t.o.v. de situatie in 2019. De relatieve verschillen in 5 jaar tijd zijn opmerkelijk, tussen de 139% in december, en zelfs 480% in januari. In de zomerse juni maand is het relatieve verschil moderaat, 280%.

Kijken we naar de vergelijking van volledige kalenderjaar producties, was er over het hele jaar genomen 301% meer zonnestroom productie in 2024 dan in 2019.

In het vierde kwartaal van 2022 werd 48% meer zonnestroom geproduceerd dan in de laatste drie maanden van 2021 (1.655 GWh t.o.v. 1.116 GWh).

Bij de vergelijking van de half-jaar producties tussen de jaren onderling, valt het volgende op: de ratio in de berekende opbrengsten van het 1e half jaar heeft t.o.v. de productie in de tweede jaarhelft z'n extremen tussen een factor 0,96 in 2018 (2e jaarhelft, byzonder, iets productiever dan de 1e), en een factor 1,21 in het voordeel van de eerste jaarhelft in 2023. Het gemiddelde van deze ratio in de jaren 2015 tm. 2024 is een factor 1,09 in het voordeel van de 1e jaarhelft. Dat is, tot nog toe, ook de verhouding, in kalenderjaar 2024.


Vergelijking berekende maandopbrengsten CBS versus energieopwek.nl

De laatste keer dat ik een vergelijking maakte tussen de berekende maandproducties van het CBS, en die van de onafhankelijk opererende website energieopwek.nl, tegenwoordig onder de paraplu van het Nationaal Energie Dashboard, was 17 november 2023, met producties tm. augustus van dat jaar. In onderstaande grafiek vindt u de meest recente update, tm. (minimaal) eind 2024.

In deze grafiek worden de maandproducties zoals berekend door het CBS (blauwe curve) vergeleken met de producties die berekend zijn uit opgaves van "het gemiddelde etmaal vermogen" voor zonnestroom in het Energieopwek.nl data portal (oranje curve). Dit laatste werd opgezet in opdracht van, en gebruikt voor de communicaties vanuit het Klimaatakkoord. Dat is begin 2023 overgenomen door de opvolger organisatie, het Nationaal Klimaat Platform, en vervolgens weer door het reeds genoemde Nationaal Energie Dashboard. Brein achter het Energieopwek.nl portal is Martien Visser van de Hanzehogeschool / En-Tran-Ce te Groningen. Die ook prominent aanwezig is op zowel "X", als Bluesky. En die veelvuldig de "grafiek van de dag", over een keur aan energie statistieken, publiceert op deze sociale platforms.

Alle maandelijkse productie data op het Energieopwek.nl portal zijn wederom door Polder PV nagelopen en gecheckt, omdat er soms wijzigingen in de reken systematiek worden doorgevoerd, die uiteraard ook doorwerken in de historische resultaten. Derhalve, zijn alle nu actuele data getoond in de grafiek.

De curves komen grofweg genomen redelijk met elkaar overeen, terwijl er andere methodieken cq. fine-tuning worden gebruikt bij de berekeningen, wat de relatieve betrouwbaarheid van de gedeelde resultaten versterkt. Wel zijn er ook duidelijke verschillen waar te nemen, met name bij de berekeningen voor de zomerse maanden. Daarbij lagen de CBS data aanvankelijk onder die van Energieopwek.nl (2016 - 2017), maar kwamen ze er in 2018 - 2019 weer iets bovenuit. Vanaf 2022 zijn de zomerse CBS berekeningen weer structureel onder de calculaties van energieopwek.nl komen te liggen.

Bij de wintermaanden is de trend vanaf 2019/2020 ook duidelijk: CBS rekent hier structureel wat lagere opbrengsten dan energieopwek.nl doet. Mogelijk worden hier schaduweffecten meegenomen, of rekent energieopwek.nl een lagere temperatuur in die maanden als "bonus" mee. Kristallijn silicium heeft een negatieve temperatuurcoëfficiënt, bij lage temperaturen is het rendement hoger dan bij de standaard test temperatuur van zonnepanelen bij 25 graden Celsius. Omdat beide modelberekeningen niet in detail bekend zijn, is het slechts gissen naar de oorzaak van de gesignaleerde verschillen. Hierbij moet ook worden gemeld, dat de CBS cijfers nog lang niet zijn afgerond voor 2023 en 2024, met name voor laatstgenoemd jaar. Het kan zijn dat de verschillen later weer wat zullen bijtrekken.

Wijzigingen rekenmethodiek Energieopwek.nl

Een deel van de verschillen tussen de 2 platforms heeft waarschijnlijk te maken met enkele wijzigingen die bij Energieopwek.nl sedert begin 2023 zijn doorgevoerd, en die vooral voor 2022 met terugwerkende kracht het nodige effect hebben. Visser had al aangekondigd dat hun modellering ge-finetuned zou gaan worden, waarbij er rekening gehouden zou gaan worden met productie "remmende" effecten, zoals oost-west opstellingen die nog niet als zodanig waren verdisconteerd, tijdelijke uitval door peak-shaving ingrepen, en nieuwe eisen aan projecten om de omvormer capaciteit nog maar op zo'n 50% van de generator capaciteit te mogen installeren (binnen de nieuwe SDE regelingen). U ziet hierdoor met name in de zomermaanden van 2022 tm. 2024 een behoorlijk verschil ontstaan tussen de berekeningen van het CBS en die van het Energieopwek.nl portal.

Visser is ook al langere tijd bezig met een zeer lastige extra, "nieuwe" fysieke productie remmende component. Het afschakelen van met name grote zonneparken in uren met met negatieve marktprijzen. Dat is echter moeilijk te modelleren, de omvang van de afschakelingen is uiteraard een streng bewaard bedrijfsgeheim, wat projectontwikkelaars niet zomaar zullen prijsgeven. Rob Jetten moest n.a.v. kamervragen zelfs toegeven, dat dergelijke cijfers niet publiekelijk beschikbaar zijn voor zijn toenmalige (EZK) ministerie. Een extra complicerende factor is, dat er in toenemende mate grote batterijsystemen bij dergelijke zonneparken worden neergezet, die grote hoeveelheden van de berekende / potentiële "afschakel volumes" tijdelijk kunnen opslaan, waarna alsnog productie op het net gezet kan worden. Ook zijn er al meer GDS netten, die direct op het hoogspanningsnet invoeden, waarmee eventuele lokale problemen (en via modelberekeningen gepercipieerde afschakeling) voorkomen kan worden. Dit alles maakt dergelijke berekeningen een ware sisyfus arbeid, waarvan de uitkomsten zeer onzeker zijn...

Het grootste absolute verschil is tot nog toe te vinden in augustus 2024, met 449 GWh meer productie bij Energieopwek.nl, t.o.v. het resultaat bij het CBS, wat neerkomt op een 15% hoger niveau dan berekend door het CBS in die maand. Dat is echter in relatieve zin beslist niet het grootste verschil, want dat zien we terug in december 2022, toen Energieopwek.nl zelfs 58% hoger zat dan de berekening van het CBS.

Energieopwek.nl zat in eerdere jaargangen echter ook vaak lager in de boom dan het CBS bij hun berekeningen. Het grootste negatieve verschil was, afgezien van januari 2016 (eerste data, mogelijk niet compleet geweest), 22% minder berekende productie dan het CBS, in oktober 2017. De negatieve relatieve percentages drogen echter op in 2019, vanaf augustus dat jaar vinden we dergelijke negatieve percentages niet meer terug.

Energieopwek.nl heeft altijd sneller data dan het CBS. Daar staat tegenover, dat het CBS een langere data historie kent. In 2015 waren er bijvoorbeeld al data, net als in voorliggende jaren, Energieopwek.nl heeft pas cijfers vanaf 2016. Beide reeksen worden naderhand vaak weer bijgesteld, op basis van nieuwe inzichten, en fijnere modelleringen. Bovenstaande gesignaleerde verschillen berusten op de huidige, meest actuele cijfer reeksen.

Jaarproducties Energieopwek.nl vs. CBS

Bij de (her)berekende kalenderjaar producties komen we in de jaar-reeks 2017 tm. 2024 op de volgende bevindingen. Hieronder zijn de door het CBS opgegeven kalenderjaar producties getoond, gevolgd door de berekende maandopbrengsten gecumuleerd per jaar voor de data van Energieopwek.nl. De afwijkingen zijn op diverse punten gewijzigd t.o.v. de berekeningen in de voorlaatste update. Eerder al waren 2017 en 2018 toegevoegd, ditmaal zijn ook kalenderjaren 2023 en 2024 onderaan bij geplaatst. Cursief gedrukt zijn wijzigingen in de primaire data sinds de vorige update.

  • 2017 CBS 2.204 GWh; Energieopwek.nl 2.218 GWh. 0,6% meer bij laatstgenoemde.
  • 2018 CBS 3.708 GWh; Energieopwek.nl 3.512 GWh. 5,3% minder bij laatstgenoemde.
  • 2019 CBS 5.399 GWh; Energieopwek.nl 5.626 GWh. 4,2% meer bij laatstgenoemde.
  • 2020 CBS 8.567 GWh; Energieopwek.nl 9.217 GWh. 7,6% meer bij laatstgenoemde.
  • 2021 CBS 11.304 GWh; Energieopwek.nl 12.307 GWh. 8,9% meer bij laatstgenoemde.
  • 2022 CBS 16.657 GWh; Energieopwek.nl 18.384 GWh. 10,4% meer bij laatstgenoemde.
  • 2023 CBS 19.578 GWh; Energieopwek.nl 21.987 GWh. 11,3% meer bij laatstgenoemde.
  • 2024 CBS 21.645 GWh; Energieopwek.nl 24.852 GWh. 14,8% meer bij laatstgenoemde.

Aangezien het zeker bij 2023-2024 nog om voorlopige resultaten gaat, kunnen de verhoudingen tussen de 2 data leveranciers beslist nog wijzigen in die jaren. Het verschil is, vanaf vrijwel nihil in 2019, fors toegenomen, wat mogelijk te wijten lijkt is aan de aangepaste reken methodiek van Energieopwek.nl.

2018 is een duidelijke "outlier" in deze reeks, met beduidend minder berekende productie volgens Energieopwek.nl, dan het CBS voor dat jaar heeft berekend. In de overige jaren is dat beduidend meer dan bij het CBS.


Zonnestroom productie in relatie tot andere hernieuwbare energie bronnen

Ook deze grafiek betreft een update van een eerder gepubliceerd exemplaar. De vorige is op Polder PV gepubliceerd n.a.v. de CBS update van 15 november 2024. Deze grafische verbeelding geeft de berekende zonnestroom productie weer in relatie tot de andere grote platforms van elektriciteit generatie uit hernieuwbare bronnen. Inclusief de laatst bekende (soms herberekende) data voor de laatste jaren, waarbij de data tm. 2022 definitief zijn, die voor 2023 nog nader voorlopig. De volledige, doch nog zeer voorlopige jaaropbrengsten voor 2024 zijn achteraan toegevoegd.

De totale stroom productie uit hernieuwbare bronnen (groene curve) is toegenomen van 13,01 TWh in 2015, tot, inmiddels, alweer 60,80 TWh in 2024. Vanaf 2020 was er een duidelijke versnelling van de productie zichtbaar, met de eerste resultaten voor 2024 lijkt het tempo van de toename wat te zijn afgenomen. Dit zijn echter nog voorlopige resultaten, die later kunnen worden bijgesteld. De Compound Annual Growth Rate (CAGR) in de getoonde periode was gemiddeld 18,7% per jaar, een forse groei. Over de langere periode van 1998 tm. 2024 was het nog steeds een respectabele 14,0%/jaar gemiddeld.

De berekende zonnestroom productie nam toe, van een volume van 1,11 TWh in 2015, naar al een spectaculaire hoeveelheid van 21,65 TWh in 2024. Dit levert een CAGR op van maar liefst 39,1% gemiddeld per jaar over de lange periode 2015 tm. 2024, en zelfs nog marginaal hoger, 39,2%, vanaf 1998. In het zeer zonnige jaar 2022 kwam de productie zelfs behoorlijk dicht in de buurt van de windstroom productie.

Het aandeel van de zonnestroom productie op het totaal van de vier getoonde bronnen is in de loop van de jaren continu toegenomen, van 8,5% in 2015, 24,5% in 2019, tot een maximum van 35,8% in 2022. In 2023 en 2024 lag dat aandeel weer iets lager, maar was nog steeds hoog (35,4 resp. 35,6%). De hoogste relatieve toename van de productie t.o.v. de groei in het voorgaande jaar was in 2018 (68% toename). Daarna schommelde die relatieve toename van jaar tot jaar. Vanaf 2022 (47% toename) is duidelijk een dalende lijn ingezet, met bijna 18% toename in 2023, tot nog maar een aanwas van bijna 11% t.o.v. het voorgaande jaar, in 2024. Dit is ook niet verbazingwekkend. Na vele gouden jaren, begint de markt verzadigd te raken, en gaat potentiële verdere groei gepaard met de nodige forse problemen (netcongestie, aanname wet stop salderen per 1 jan. 2027, etc.).

Windenergie (cumulatie van on-shore en off-shore) groeide van 7,55 TWh (2015) naar 32,7 TWh (2024), en had daarmee een CAGR van gemiddeld 17,7%/jaar (en over 1998-2024 gemiddeld 16,3%/jaar). Dus wezenlijk lager qua gemiddelde groei, dan bij zonnestroom. De ratio tussen de productie op land en op zee is sterk afgenomen, van factor 5,7 (2015), naar 1,5 (2023), en zelfs nog maar 1,2 in 2024. Op land zijn grote problemen met de aanleg van nieuwe windparken, op de Noordzee worden "zeer forse" windparken gebouwd. Het zal niet lang meer duren, of de productie off-shore gaat de output van de turbines op land (en/of "in meer") overvleugelen.

De verhouding tussen de wind- en zonnestroom producties is sterk afgenomen in de loop van de jaren, van een factor 160 in 1998, via 6,8 (2015), naar nog maar 1,3 in 2022. In 2023 en 2024 nam het weer iets toe, naar een factor 1,5. Voor een "betere, gebalanceerdere stroommix" is het wel wenselijk dat windenergie fors wordt uitgebouwd, en er cable-pooling met PV projecten wordt opgetuigd. Dit zijn echter zeer lastige projecten, waar veel tijd en energie in gestoken dient te worden. Een mooi voorbeeld project zijn de zonnestroom "dijk" veldprojecten aan de westrand van de Noordoostpolder. Daar begint nu eindelijk schot in te gaan komen, met name het Noordermeerdijk project, waarvan al delen zichtbaar zijn geworden op recente luchtfoto's. Uiteindelijk moet zo'n beetje de hele westrand van de Noordoostpolder zo'n lang "lint" van zonneparkjes naast de grote windturbine arrays gaan krijgen, aan te sluiten op het "windpark trafostation" Westermeerdijk, waar HVC sowieso een extensie aan laat bouwen, en waar ook nog een BESS opslag project bij zou komen. Eigenlijk betreft het hier ook geen formele "cable pooling", omdat voor de zonnepark delen apart kabels naar het hoogspanningsstation worden gelegd. De "elektra-hub" die daar ontstaat, bevat echter wel grote hoeveelheden wind- en zonnestroom, die in combinatie met opslag, zo efficiënt mogelijk zal worden ingezet.

Biomassa is al jaren een flink onderwerp van kritiek, al is die deels niet terecht. De productie was in 2015 nog 4,26 TWh, en daalde licht naar 3,91 TWh in 2018. Daarna steeg de productie flink, o.a. door de veelbesproken bijstook van biomassa in steenkolen centrales, naar een maximum van 9,82 TWh in 2021. Vanwege alle maatschappelijke commotie, strenger wordende eisen om "als hernieuwbaar mee te mogen tellen", vermoedelijk ook (bijkomende) kosten, en sluiting van enkele centrales, is de totale output van biomassa vervolgens weer stapsgewijs gedaald, van 8,73 TWh in 2022, 6,75 TWh in 2023, tot nog maar 6,37 TWh in 2024 (voorlopige resultaten). Dit alles heeft als resultaat, dat de CAGR over de periode 2015 - 2024 relatief beperkt is, gemiddeld slechts 4,6%/jaar. Over de langere periode 1998 - 2023 is de CAGR hoger, 6,4%/jaar.

Als vanouds blijft het stiefkindje bij deze vier waterkracht, waarvoor gewoon erg weinig potentie is in ons platte land. De productie nam in het begin iets toe, van 93 naar 100 GWh (2015 - 2016), maar viel daarna terug, naar een minimum van 46 GWh in 2020, waarna het schommelde tussen 88 en 50 GWh/jaar, om in 2023 op slechts 69 GWh te blijven steken. 2024 leefde weer enigszins op, naar 85 GWh, hoogstwaarschijnlijk vanwege de hoge neerslag hoeveelheden. De beekjes bij ons vakantiehuisje op de stuwwal in oost Twente stroomden rijkelijk, het hele jaar. Ondanks die tijdelijke opleving, t.o.v. de grote contribuanten wind en zon, niet bepaald "van betekenis", dus. Al is elke kilowattuur duurzame opwek natuurlijk meegenomen.

Meer CBS cijfers elektriciteit

De meest recente productie cijfers voor de totaal volumes voor alle hernieuwbare bronnen vindt u in onderstaand staatje† terug, grotendeels uit de tabel HE productie en vermogen van het CBS, voor de jaren 2020/2021 tot en met 2024. De verwachting is dat voor 2023 en, vooral, 2024, nog wel het een en ander zal gaan wijzigen (vooral voor biomassa komen cijfers voor de ingewikkelde rapportages pas laat beschikbaar).

  • Bruto elektra productie alle HE bronnen (niet genormaliseerd) 2022 48.093 GWh; 2023** 56.779 GWh; 2024* 61.911 GWh
  • Netto elektra productie alle HE bronnen (niet genormaliseerd) 2022 46.510 GWh; 2023** 55.322 GWh; 2024* 60.796 GWh
  • Aandeel bruto productie HE bronnen in binnenlands verbruik (n.g.) 2022 41,00%; 2023** 49,09%; 2024* 52,06%
  • Aandeel netto productie HE bronnen in binnenlands verbruik (n.g.) 2022 41,16%; 2023** 49,45%; 2024* 52,45%
  • Genormaliseerde bruto productie alle HE bronnen 2021 40.706 GWh; 2022 46.512 GWh; 2023** 53.671 GWh; 2024* nog niet bekend
  • Aandeel genormaliseerde bruto productie in binnenlands verbruik 2021 33,25%; 2022** 39,65%; 2023** 46,40%; 2024* n.n.b.
  • Het netto totale stroomverbruik in Nederland was in de afgelopen 5 jaren, volgens de Elektriciteitsbalans tabel van het CBS, 112,4 TWh (2020), 113,4 TWh (2021), 108,1 TWh (2022), 106,8 TWh (2023**), resp. 110,9 TWh (2024*, voorlopig). De totale bruto stroomproductie was in die jaren 123,3 TWh, 122,2 TWh, 121,6 TWh, 121,3 TWh, resp. 123,2 TWh (2024*). Vanwege de - door diverse crisissen noodgedwongen - besparingen in o.a. de industrie, en de lagere stroomvraag, is het relatieve aandeel van de hernieuwbare bronnen mede gestegen, bovenop de autonome ontwikkeling van de oplevering van nieuwe installaties.
  • Het aandeel van zonnestroom in het bruto eindverbruik nam, volgens de Energiebalans tabel van het CBS (laatste update 15 nov. 2024), toe van 30,8 PJ (2020), via 40,7 PJ (2021) en 60,0 PJ (2020), naar 70,5 PJ (2023**). Voor 2024* zijn nog geen data voorhanden.
  • In de deels ook nog niet aangepaste CBS tabel "Hernieuwbare energie; verbruik naar energiebron, techniek en toepassing" (status 31 januari 2025) vinden we de relatieve aandelen van zonnestroom bij het bruto eindverbruik terug. Dat aandeel steeg van 1,62% (2020), via 2,03% (2021) en 3,23% (2022), naar 3,94% (2023**). Ook hier is voor 2024* nog geen aandeel bepaald. De verwachting is dat in november 2025 het definitieve percentage voor 2023 bekend zal worden, voor 2024 zal dat pas eind 2026 definitief worden vastgesteld.

† Kleine discrepanties kunnen voorkomen t.o.v. cijfers in andere CBS tabellen, en zijn meestal terug te voeren op afrondings-verschillen
GWh = Gigawattuur (1 miljoen kWh); PJ = petajoule (1 PJ is ongeveer het equivalent van 278 GWh).


Evolutie netto stroom productie mix Nederland >50% hernieuwbaar in 2024

Tot slot presenteer hier ik de nieuwe versie van een in het vierde deel van de CBS serie van november 2023 voor het eerst gepresenteerde grafiek. Hierin de netto stroom producties voor 6 modaliteiten, in de getoonde periode van 2015 tm. 2024 (voorlopige data). Voor achtergrond info, zie de broodtekst in dat artikel.

Met het toegevoegde (eerste) resultaat voor 2024, is duidelijk zichtbaar dat het aandeel van de fossiele bronnen bij de netto stroom productie weer iets verder is teruggedrongen t.o.v. 2023, al mag het tempo van mij wel wat hoger worden. De teruggang ging van totaal 57,9 TWh (2023), naar nog maar 55,4 TWh in 2024. De inzet van het strategische aardgas, verminderde verder, van 44,8 TWh (2023), naar 42,9 TWh. Vooral windenergie en zonnestroom namen fors toe, het aandeel van biomassa nam beduidend af. De "restpost" overige bronnen totaal* lijkt in eerdere jaren opwaarts te zijn bijgesteld, vermoedelijk een verschuiving binnen de grote post "niet hernieuwbare bronnen". Zonnestroom heeft inmiddels een behoorlijk deel van de totale productie voor rekening genomen, 21,6 TWh, bijna 18% van de totale netto stroom productie in 2024.

Historische piketpaal

Als we de vier hernieuwbare modaliteiten bij elkaar optellen, en dat volume relateren aan de totale getoonde netto stroomproducties, is het aandeel hernieuwbaar ge-evolueerd van 12,4% in 2015, naar 50,6% van de totale netto productie. In 2024 is daarmee voor het eerst in de Nederlandse historie een aandeel van meer dan de helft van de nationale stroom productie behaald, waarvoor we ons, mede gezien een vrij schokkende, slechte start in ons land, best wel op de rug mogen kloppen. De inhaalrace was heftig, geschiedde in relatief korte tijd, en ging met een "steile leercurve" gepaard.

De groei van de stroomproductie door deze 4 HE bronnen was vorig jaar 9,9% t.o.v. het eindejaars-volume in 2023. Dat is beslist niet de hoogste relatieve groei, die vond plaats in Corona jaar 2020, toen zelfs 44,1% meer volume werd geproduceerd dan eind 2019. De windstroom productie nam met 13,0% toe sinds 2023. In 2023 zelf was de hoogste toename sinds het eindejaarsvolume van het voorgaande jaar (37,3%). Het windturbine park had eind 2024 een opgesteld vermogen van 11,70 GW (6,95 GW op land, 4,75 GW op zee).

Zonnestroom output groeide met 10,6% in 2024, t.o.v. het eindejaars-volume van 2023, maar in eerdere jaren waren die groeipercentages een stuk hoger. In 2018 was dat zelfs 68,2% t.o.v. het eindejaars-volume in 2017. Kijken we naar de relatieve groei t.o.v. de jaarlijkse aanwas in het voorgaande jaar, is een wisselend beeld zichtbaar voor zonnestroom. Met relatieve groei van 22,1% in 2017 t.o.v. de aanwas in 2016, 149,8% in 2018, slechts 12,4% in 2019, weer een forse toename naar 87,3% in 2020. In 2021 was de jaargroei 13,6% negatief t.o.v. de aanwas in 2020, en in 2022 was er weer een tijdelijke positieve groei van 95,6%. Vanaf 2023 komt de klad er in. Zowel in 2023 als in 2024 zijn de jaarlijkse groeicijfers van de zonnestroom productie 45,4% resp. 29,2% negatief t.o.v. de aanwas in het voorgaande jaar. Al kunnen laatstgenoemde percentages nog gaan wijzigen in komende CBS updates.

De vier HE bronnen bij elkaar genomen, kwamen voorlopig tot een productie volume van 60,8 TWh in 2024.

In het CBS artikel van 10 maart wordt nog gemeld, dat "De elektriciteitsproductie uit zonne-energie piekte in 2024 in de periode mei tot en met augustus en was goed voor ongeveer een derde van de totale elektriciteitsproductie in die maanden". In april was een zeer hoog aandeel van 63% stroomproductie uit hernieuwbare bronnen doordat het flink waaide, én het zonnig was. In de winterperiode piekt windproductie, in 2024 kwam in de wintermaanden ruim een derde van de stroomproductie uit windturbines volgens het CBS. De productie uit biomassa nam in 2024 met 6% af, omdat er minder in de nog overgebleven steenkolencentrales wordt bijgestookt. Bij de fossiele productie varianten namen de contributies ook verder af, met 5% bij steenkool, en met 4% bij aardgas. De reden: overvloedige hoeveelheden goedkope zonne- en windstroom bij het generieke aanbod. Het dalende aandeel van fossiele bronnen wordt door het CBS in een grafiek getoond, in het artikel van 10 maart jl.

Zouden we kernenergie als "CO2 neutrale modaliteit" meetellen, komt het gezamenlijke aandeel van "hernieuwbaar plus Borssele" in 2024, met de nog voorlopige cijfers, al uit op 53,4%.

De totale netto stroomproductie (in de grafiek in vetgedrukte cijfers bovenaan de kolommen) nam in de eerdere jaren toe, van 105,8 TWh (2015) naar 113,5 TWh (2017), nam even af in 2018, bereikte een maximaal niveau van 119,8 TWh in Corona jaar 2020, zakte vervolgens weer in tot 117,3 TWh in 2022, en begon toen weer toe te nemen. Tot 117,5 TWh in 2023, naar een nieuw record volume van 120,1 TWh, in 2024 (voorlopig cijfer, 2,2% hoger dan in 2023).

* Door het CBS gekwalificeerd als "bijvoorbeeld expansieturbines (waarin gassen onder hoge druk uitzetten, waardoor de turbine elektriciteit produceert), (rest)stoom, voedingwater".


Uitvoer / invoer van elektriciteit

CBS besluit haar bericht, als vanouds, met de uitvoer- en invoer van elektra. In 2023 werd een record volume van 25 TWh elektriciteit ge-exporteerd, tien procent meer dan in 2022. Maar in 2024 was dat iets minder geworden, 24 TWh, al was het nog steeds 20% meer dan het import volume. Opvallend was de verschuiving van Duitsland, naar België als top export land (8,79 resp. 9,84 TWh in 2024, in 2023 lagen de verhoudingen andersom). Ook de export naar het Verenigd Koninkrijk nam af, van 4,36 naar 3,30 TWh.

De import van elektriciteit nam juist toe, en wel met 2%, met een volume van 20 TWh. Uit Duitsland en Noorwegen kwamen extra volumes van 9 resp. 19% onze kant op, de laatste via de bekende NorNed kabel onderzee. Denemarken en België deden het met wat minder, dan in 2023. CBS illustreert de verschillen met 2023 wederom in een aparte grafiek in hun nieuwsbericht.

Het netto export/import saldo is voor het 2e jaar op rij in het voordeel van de export gekomen, met een balans van 4 TWh.

Bronnen

Intern

Voor deel 1 in dit doublet, en andere verwijzingen, zie het artikel van 11 maart 2025

Extern

Helft elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen (nieuwsbericht CBS, 10 maart 2025)

Bericht op BlueSky van Polder PV n.a.v. nieuwe CBS cijfers (11 maart 2025)

Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen (CBS tabel, status 10 maart 2025)

Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik (CBS tabel, status 28 februari 2025)



11 maart 2025: CBS geeft eerste hint naar mogelijke marktgroei 2024, weliswaar "verkapt". Deel 1. Op 10 maart jl. publiceerde het CBS een heuglijk bericht, dat in Nederland inmiddels ongeveer de helft van de stroomproductie uit hernieuwbare bronnen afkomstig is. Daar kom ik later nog even op terug. In het bericht staat de gebruikelijke reeks links naar een serie tabellen die CBS al jaren bijhoudt. Een van die tabellen heeft als titel "Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen". Hierin staat voor het eerst een jaarcijfer voor het geaccumuleerde PV vermogen in, nadat op 15 november 2024 een eerste cijfer voor het eerste half-jaar was benoemd. De data van 15 november 2024 heb ik in een reeks van 3 artikelen op Polder PV nader uitgelicht en geduid. In het huidige bericht ga ik in op het eerst bekende cijfer voor heel 2024.

Voorbehoud

Bij de overwegingen in dit artikel moet meteen een zeer hard voorbehoud. Het CBS publiceert al jaren het generator (DC) vermogen van PV capaciteit in Nederland. Helaas heeft ze, in de geciteerde tabel, een harde data breuk met het verleden geïntroduceerd, wat kennelijk naar aanleiding is van "internationale afspraken". Vanaf jaargang 2022 staat in die tabel namelijk niet meer het nominale (DC) generator vermogen in MWp vermeld, maar, het "systeem vermogen" in MWac, de maximaal haalbare, op het net in te voeden AC capaciteit, dus. Die twee "eenheden" zijn onvergelijkbaar, en mogen beslist niet, zoals het CBS helaas wel doet, in 1 tijdlijn in 1 kolom worden gezet. Die eenheden moeten worden gesplitst, zoals Polder PV in de vorige en deze bijdrage ook doet.

Daartoe heeft Polder PV zijn al jarenlang bijgehouden marktcijfers tabel gebaseerd op de CBS data uitgebreid. Het CBS heeft op 10 maart uitsluitend het AC vermogen gepubliceerd voor eind 2024, en, helaas, nog niet het DC generator vermogen. Dit wordt wel in een andere tabel gepubliceerd, maar die is nog niet van een update voorzien op 10 maart jl. Om enig zicht te krijgen op de verhoudingen, heb ik daarom het onafhankelijk geschatte eindejaars-accumulatie cijfer van het Nationaal Solar Trendrapport 2025 van Dutch New Energy voor EOY 2024 gebruikt in deze aangepaste tabel. Dat cijfer zal t.z.t. vervangen worden, zodra het CBS dat publiceert. Er zitten immers regelmatig behoorlijke verschillen tussen de cijfers in deze bronnen. Het CBS wordt daarbij door Polder PV als "leidend" gezien, ook omdat alleen die data t.z.t. ook zullen verschijnen in internationale gremia als IEA en IRENA, en de landelijke PVPS rapportages onder de vlag van het IEA ontleend worden aan de officiële CBS cijfers.

Aantallen nog geen nieuws

Een tweede punt betreft de beperking van de huidige update: er zijn nog géén nieuwe cijfers voor de aantallen door CBS vastgestelde PV installaties gepubliceerd. De officiële stand van zaken is dus nog steeds de tabel met de aantallen uit de update van 15 november 2024 (zie aldaar). Meer zicht op "aantallen installaties" vinden we in het grote energieleveren.nl dossier, waar de meeste exemplaren voor zonnestroom productie zullen zijn opgenomen, maar waarin helaas weer het segment installaties vanaf 1 MWac per stuk ontbreekt. Zie de recente revisie tm. februari 2025 alhier.

Na deze lange inleiding volgen dan de meest recent bekende capaciteit cijfers van de Nederlandse zonnestroom markt.

Van links naar rechts worden de volgende data getoond:

Kolom 1. Jaargang

Kolom 2. De allereerste afschatting voor het nominale generator vermogen eind van het jaar, volgens de CBS data, in MWp, van 2011 tm. 2023. Voor 2024 is dit helaas nog niet gepubliceerd (wel het systeemvermogen in MWac, zie verder). Daarvoor heb ik nu voorlopig het door het Nationaal Solar Trendrapport 2025 geschatte eindejaars-volume genomen, 27,7 GWp (blauw), ontleend aan de hier te downloaden publicatie. Dit zal t.z.t. worden vervangen door het eerst beschikbare CBS cijfer. 2023 is nog "nader voorlopig", en kan ook nog wijzigen.

Kolom 3. Idem, maar ditmaal het meest recente, soms meermalen aangepaste cijfer voor hetzelfde jaar, in MWp. De "definitieve" afschatting, derhalve, door het CBS. Er is nog géén cijfer bekend voor generator vermogen, eind 2024, van het statistiek instituut.

Kolom 4a en 4b. In dit kolommen-paar geef ik het absolute verschil (links) en het procentuele verschil (rechts), van de laatst bekende t.o.v. de eerste afschatting van de generator capaciteit van het CBS (kolommen 2 en 3). Bijstellingen kunnen negatief zijn (2012-2014), of, fors positief. Het hoogste absolute gecorrigeerde volume was voor 2020, een jaar wat in latere updates 895 MWp bijgeschreven zag worden t.o.v. de allereerste markt afschatting door het CBS. Ook de jaren 2021 en 2022 zagen forse correctie volumes.

In relatieve zin is ook 2020 weer opvallend, met maar liefst 8,8% van de oorspronkelijke afschatting hoger volume. Met de nader voorlopige, nog niet definitieve cijfers voor 2023, werd er 398 MWp toegevoegd, een toename van 1,7%. Uiteraard is er voor 2024 nog niets bekend, want CBS heeft nog geen generator volume voor eind dat jaar gepubliceerd, dit zal later geschieden.

Kolom 5 geeft de uit de meest recente eindejaars-volumes voor de generator capaciteit (kolom 3) berekende jaargroei volumes weer, de "meest recent bekende" marktcijfers dus. Voor 2011 en 2012 zijn deze grijs weergegeven, omdat in 2012 het CBS haar reken systematiek compleet overhoop heeft gegooid (van leveranciers verkoop cijfers naar extractie van data uit veel verschillende andere bronnen). "Kloppende" jaargroei cijfers volgen vanaf 2013, waarbij een forse toename is te zien, tot een voorlopig maximum van 4.766 MWp in 2023 (kan nog worden herzien, vermoedelijk op bescheiden niveau). Het jaargroei volume voor 2024 is nog niet bekend. Nemen we, als surrogaat voor EOY 2024, het NSTR 2025 cijfer (27,7 GWp), komen we op een vooralsnog speculatief volume uit van 3.398 MWp uit. Totdat het CBS haar eerste EOY generator cijfer voor 2024 publiceert. Gaan we van het NSTR cijfer uit, zou het jaarvolume meer dan het dubbele van de groei in het eerste half-jaar zijn geweest, genoemde 3.398 MWp zou bijna 8% hoger liggen dan 2x de groei in het eerste half jaar.

Eerste nieuwe CBS cijfer

In kolom 6 zijn, voor uitsluitend de jaren 2022 tm. 2024, de wel door het CBS opgegeven eindejaars "systeem vermogens" in MWac opgegeven. Toenemend van 17.356 MWac, via 21.275 MWac (al vastgesteld in de update van november 2024), naar, ditmaal compleet nieuw, 24.359 MWac, volgens de huidige, nieuwe CBS tabel. In het al genoemde nieuwsbericht van 10 maart, rondt CBS dit grof af, tot "24 GW". Wat betreft het AC vermogen is in 2023 de groei 22,6% geweest t.o.v. EOY 2022. In 2024 nam het, t.o.v. EOY 2023, met 14,5% toe.

In de laatste kolom, 7, heb ik berekend, wat het verschil is van de gerapporteerde AC systeem capaciteit t.o.v. het ook gepubliceerde DC generator vermogen. Uiteraard is dit feitelijk appels met peren vergelijken, omdat het om verschillende "eenheden" gaat, maar het geeft een indruk van de zogenaamde "onderdimensionering" van omvormer t.o.v. generator capaciteit in Nederland. In 2022 was dit 11,2% minder AC dan DC, in 2023 nam het toe naar 12,5%, volgens de officiële CBS data. Voor 2024 heb ik weer terug gegrepen op het DC volume volgens het NSTR 2025 rapport, waarmee AC t.o.v. DC op 12,1% minder komt. Uiteraard gaat dat laatstgenoemde percentage wijzigen, als er een eerste officieel cijfer van het CBS voor DC generator capaciteit wordt geopenbaard. En ook daarna, zal dit nog meermalen kunnen wijzigen, gezien de historische cijfer ontwikkeling bij het statistiek instituut.

In bovenstaande grafiek heb ik de nu actuele CBS cijfers weer bij elkaar gezet voor het DC generator vermogen, waarbij in de laatste kolom het voorlopige volume volgens het NSTR 2025 rapport is weergegeven (pending latere publicatie van het CBS volume).

De blauwe kolommen geven de evolutie van de eindejaars-accumulatie van de generator capaciteit weer, in MWp. Evoluerend van 287 MWp, EOY 2012, tot 24.302 MWp, EOY 2023. Eind 2024 zou volgens het NSTR rapport 27,7 GWp zijn geaccumuleerd, pending latere wijziging bij eerst-publicatie van het CBS cijfer.

Uit de blauwe kolommen zijn de jaargroei cijfers berekend van het nominaal generator vermogen, en weergegeven in oranje kolommen. Voor beide kolommen series geldt de rechter Y-as. De jaarlijkse groei nam spectaculair toe, van 138 MWp nieuw in 2012, tot 3.883 MWp in 2020. In 2021 was er een bescheiden dip van 3.714 MWp, maar daarna namen de jaarlijkse aanwas cijfers weer flink toe, tot het voorlopige record van 4.766 MWp in 2023. Wat nog kan wijzigen in de laatste CBS update(s). Zoals al lang werd verwacht, mede vanwege het instorten van de residentiële markt, nam voor het eerst in langere tijd, het jaargroei volume in 2024 weer flink af, als we tenminste het NSTR EOY cijfer voor 2024 als surrogaat voor de CBS serie gebruiken. Dan komt de jaargroei nog maar op 3.398 MWp uit. Maar ook dat getal zal gaan wijzigen. Lager dan het record jaar 2023 zal het in ieder geval zeker gaan worden, hoeveel lager is echter nog niet zeker.

Uit de jaargroei cijfers heb ik ook de toenames van jaar toe jaar berekend, en in de grijze stippellijn weergegeven, met als referentie de linker Y-as. Er zijn 2 duidelijke pieken zichtbaar, 163% groei t.o.v. het jaarvolume van 2012, in 2013, resp. 119% groei t.o.v. het jaarvolume van 2017, in 2018. Sindsdien is dit percentage flink afgenomen, naar minus 4% in 2021, leefde het weer even op in record jaar 2022 (+27%), bleef het steken op slechts 1% groei t.o.v. de jaargroei van 2022, in 2023. Met het NSTR cijfer voor 2024 als uitgangspunt, is de voorlopige aanwas in dat jaar 29% lager uitgevallen dan de jaargroei in 2023. Hetgeen, uiteraard, ook later weer zal wijzigen.

AC data toegevoegd

In de huidige versie van deze vaak ververste grafiek heb ik ditmaal ook de einde-jaars AC volumes ("systeem vermogen" volgens de aangepaste CBS policy) weergegeven, met drie horizontale groene balken (referentie weer rechter Y-as, in MWac). Alleen voor 2022 tm. 2024 zijn deze cijfers gepubliceerd door het CBS. Ze liggen alle drie fors onder de generator capaciteit getoond in de blauwe kolommen, en evolueren van 17.356 MWac, eind 2022, via 21.275 MWac, eind 2022, tot inmiddels 24.359 MWac, aan het eind van 2024. Vermoedelijk zal het vermogen voor 2022 niet meer wijzigen, maar voor 2023, en, vooral, voor 2024, zullen deze cijfers nog aangepast gaan worden.

Hoge impact residentieel medio 2024

CBS stipt in hun nieuwsbericht ook nog even de status van het residentiële (DC) generator vermogen aan, halverwege 2024. Kennelijk hadden ze nog geen segmentaties voor het eind van het jaar. Ze claimen dat een spectaculaire 42% van het totale toen bekende DC vermogen bij particulieren op de daken lag. Ik heb de exacte data even uit de toepasselijke tabel gevist: het betrof toen 10.944,3 MWp bekend op woningen, op een totaal volume van 26.065,1 MWp. Aangezien de door residentiële installaties gedomineerde "sub 1 MWac" markt het in de tweede helft van 2024 beduidend slechter heeft gedaan dan de ook al matige eerste jaarhelft (energieleveren.nl statistieken), zal die verhouding wel lager zijn geworden eind van het jaar. Hoeveel lager, zullen we pas later gaan vernemen.

Bronnen:

Eerdere CBS data analyses van Polder PV:

CBS update 15 november 2024 (tm. medio 2024), delen 1, 2 en 3 (voor eerdere referenties, zie bronnen onder eerste bijdrage)

Extern:

Helft elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen (nieuwsbericht CBS, 10 maart 2025)

Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen (Open Data tabel CBS, gewijzigd 10 maart 2025)

Vermogen (definitie / omschrijving van het CBS van "vermogen" bij wind- en zonne-energie installaties)

Conversatie over nieuwe CBS data gestart door Martien Visser (Hanzehogeschool / energieopwek.nl), draadje op "X"



6 maart 2025: Energieleveren.nl - sub 1 MWac PV markt februari 2025: marginaal herstel. Op de website energieleveren.nl zijn vandaag de nieuwe cijfers voor de maand februari 2025, gepubliceerd, voor het marktsegment van de daar gemelde / geregistreerde PV installaties per stuk kleiner dan 1 MW omvormer capaciteit. In een eerdere rapportage werd het jaar 2024 afgesloten, met 53% minder nieuwe capaciteit in dit marktsegment, dan in record jaar 2023. Januari 2025 startte met de laagste capaciteits-aanwas sinds het begin van de publicatie van deze cijfers. Februari deed het slechts marginaal beter, met een nieuw volume van 85 MWac in dit door residentiële installaties gedomineerde marktsegment, verdeeld over 16.225 nieuwe registraties. Daarmee kwam het geaccumuleerde volume, eind februari, uit op totaal 18,55 GWac, verdeeld over 3,16 miljoen installaties.

In de eerste analyse van de energieleveren.nl cijfers, medio september 2024, maakte ik gewag van de "instorting" van het kleine PV marktsegment in Nederland, op basis van de dit jaar voor het eerst daar gepubliceerde marktcijfers van de "sub 1 MWac markt". In augustus 2024 werd een voorlopig dieptepunt bereikt, met slechts 14 duizend nieuwe installaties, met een toegevoegd omvormer vermogen van 82 MWac. Een tweet van Polder PV (toen nog op "X") over deze markt "instorting" werd zeer vaak bekeken (laatste stand van zaken: 16.400 maal).

September en oktober 2024 deden het iets beter, november liet weer een lager groeicijfer zien, en in december en in januari van het nieuwe jaar is er wederom een lichte terugval te zien. In januari, met 14.982 nieuwe geregistreerde PV installaties per stuk kleiner dan 1 MWac, slechts iets boven het dieptepunt in augustus blijvend. Echter, wat de nieuw toegevoegde capaciteit betreft dook januari onder dat van augustus in het voorgaande jaar, met een gezamenlijk vermogen van ruim 81,0 MWac.

Februari deed het marginaal beter, met 16.225 nieuwe installaties, met een gezamenlijke AC capaciteit van 84,8 MWac. Resulterend in een gemiddeld vermogen van 5,31 kWac per nieuwe installatie. Het niveau lag daarmee grofweg op de helft van de hoeveelheden in februari 2024 (bijna 31 duizend nieuwe installaties, bijna 164 MWac toegevoegd).

Grafiek met, per maand, de nieuwe aantallen registraties per maand, opgetekend door energieleveren.nl, tm. februari 2025.
2024 in magenta gekleurde kolommen, die de forse terugval in nieuwe installaties in het <1 MWac segment goed laat zien.
Januari en februari 2025 begonnen weer op een zeer laag niveau.

Met deze toevoeging in februari zijn er begin maart 2025 in totaal nu bijna 3,16 miljoen PV installaties per stuk < 1 MWac bekend bij energieleveren.nl. Hierbij nogmaals de bekende disclaimer: dat is niet het aantal woningen, of dergelijke claims. Er worden immers zeer regelmatig uitbreidingen (= "installaties") aan bestaande projecten toegevoegd, zowel residentieel, als in de projecten markt, een endemisch verschijnsel in Nederland. Het aantal "objecten", "erven", "project sites", is, derhalve, altijd (veel) lager, dan bovengenoemd getal. Wat, desondanks, natuurlijk zonder meer een spectaculair volume blijft weergeven.

Het is nog onduidelijk of, en hoe, deze "sub 1 MWac" zich zal herstellen. Voorlopig zullen de nieuwbouw cijfers vermoedelijk erg laag blijven, wat vooral ligt aan de "schrik" in de residentiële markt, over het ook door de Senaat aangenomen wetsvoorstel van het huidige kabinet, om de salderingsregeling per 1 januari 2027 definitief af te schaffen.

Bijna 18,6 GWac capaciteit in cumulatie - en langzaam verder groeiend

In de september 2024 rapportage werd het passeren van de piketpaal 18 MWac gemeld. Inmiddels is er, eind februari 2025, in alleen het sub 1 MWac segment 18.553 MWac vermogen geaccumuleerd. 37% daarvan (bijna 6,9 GWac), is bijna exclusief residentieel (installaties kleiner dan 5 kWac). In heel Nederland stond eind 2023, wat nominaal generator capaciteit betreft (altijd hoger dan het daar achter aangesloten omvormer vermogen), met de laatste aanpassing van het CBS, 24.302 MWp. Het nog zéér voorlopige eerste cijfer voor medio (eind juni) 2024 is ook in dezelfde rapportage gepubliceerd: 26.065 MWp.

Groei capaciteit per maand slechts marginaal beter dan januari

In bovenstaande grafiek wordt de maandelijkse groei van de drie categorieën sub 1 MWac installaties getoond, afgeleid uit de accumulatie cijfers voor het eind van de maand, getoond in het vorige exemplaar. Hierin is goed te zien dat het nieuwbouw niveau voor de capaciteit in januari 2025 iets onder dat van augustus 2024 is komen te liggen, en dus een nieuw dieptepunt heeft bereikt. Februari deed het marginaal beter, met bijna 4 MWac meer. De horizontale streepjeslijnen geven de jaargemiddelde maandgroei cijfers weer. Meer specifiek, de 2e jaarhelft 2021 tm. kalenderjaar 2024. Achteraan is het gemiddelde voor de 1e 2 maanden van 2025 toegevoegd.


Ik heb in een vorige update 1 nieuwe grafiek toegevoegd, met de nu bekende jaarvolumes, voor de accumulatie aan het eind van het jaar, en de jaarlijkse aanwas cijfers, voor zowel de capaciteit (grote grafiek), als voor de aantallen installaties (inset linksboven), tussen 2021 en 2024. Die wordt hier onder nogmaals weergegeven. Een volgend exemplaar komt pas als het eerste kwartaal van 2025 is afgerond, met die data geïncorporeerd.

Toevoeging Netbeheer Nederland

Netbeheer Nederland publiceerde op 18 februari jl. een artikel getiteld "Groei aantal huishoudens met zonnepanelen flink afgenomen", wat in het hier geschetste beeld past. Ze openbaarden daarbij ook een tabel met de groei van het aantal huishoudens met zonnepanelen, per regionale netbeheerder:

Tabel van © Netbeheer Nederland, met de aanwas van het aantal huishoudens met zonnepanelen in 2024 per regionale netbeheerder, de accumulatie aan het eind van dat jaar, en de wijziging t.o.v. de eindstand van 2023, in procent.

In totaal is het aantal huishoudens met een nieuw PV systeem in 2024 met bijna 10% gegroeid, fors lager dan de 30% groei in recordjaar 2023. Er waren eind 2024 bijna 3 miljoen huishoudens met een (of meer) PV-syste(e)m(en), wat volgens Netbeheer Nederland zou betekenen dat eind dat jaar ruim 35% van de Nederlandse huishoudens zonnestroom zou opwekken.

Zie voor de mogelijke impact, andere grafieken, waaronder ook de update van het recent nieuw toegevoegde exemplaar met segmentatie in klein- en grootverbruik aansluiting, en duiding van dat alles, de bespreking van de meest recente cijfers in mijn update, hier onder gelinkt:

Bron

Hoeveel zon opwekinstallaties zijn er in Nederland? (website energieleveren.nl, "inzicht")



4 maart 2025: Update gecertificeerde PV markt februari 2025. Jaargroei 2023 verder richting 3 GWp nieuwbouw (2022 +41%), aanwas 2024 naar 2.017 MWp. Voor uitgebreide toelichting van de voorliggende historie van de CertiQ data voor gecertificeerde zonnestroom in Nederland, zie de bespreking van 7 maart 2023 (februari rapportage). Voor de transitie van CertiQ naar de nieuwe organisatie VertiCer, zie introductie in de analyse, van 19 juli 2023.

In de huidige rapportage brengt Polder PV de nieuwe resultaten uit de data rapportage van VertiCer, voor februari 2025, waarmee de jaargroei in kalenderjaar 2023, voor de zoveelste maal, verder blijkt te zijn uitgelopen op het volume in 2022, na eerder al het voormalige topjaar 2020 al ver achter zich te hebben gelaten, m.b.t. de gerealiseerde, gecertificeerde PV capaciteit. Het nog zeer voorlopige aanwas volume voor heel 2024 is ook flink opwaarts bijgesteld, maar dat zal nog vele malen gaan geschieden in latere updates, als meer actuele cijfers beschikbaar komen.

Wederom worden de verstrekte Garanties van Oorsprong voor gecertificeerde PV projecten gereconstrueerd en grafisch verbeeld over de afgelopen periode. Weliswaar is de onwaarschijnlijke december 2023 opgave in de afgegeven GvO's in een vorige rapportage reeds glad-gestreken, maar zowel de februari als de in de vorige update gemelde, en inmiddels door VertiCer erkende grote augustus 2024 anomalie zijn nog steeds niet in de publiek toegankelijke data hersteld.

Opvallend in de huidige update is, dat de geaccumuleerde gecertificeerde zonnestroom capaciteit in de database van VertiCer weer flink neerwaarts is bijgesteld, naar, inmiddels, 13,6 GWp. Wat met name aan een flinke neerwaartse bijstelling van de capaciteit van de grootste project categorie is te wijten, wat nu nog maar een geaccumuleerd volume van 9,1 GWp zou hebben. De in de vorige update gemelde ruim 1 GWp capaciteit toevoeging in QII 2024 is gehandhaafd, er zou in de huidige update een record netto volume van al 1.106 MWp zijn toegevoegd in dat kwartaal.

Bijstellingen - niets nieuws onder de zon

Benadrukt zal hier blijven worden, dat de voor sommigen (zelfs specialisten uit de zonnestroom sector) wellicht verwarrende, continu wijzigende maand-cijfers bij VertiCer, en haar rechtsvoorganger CertiQ, beslist géén "nieuw fenomeen" betreffen, ook al wordt regelmatig het tegendeel beweerd. Dit is altijd al staande praktijk geweest bij CertiQ, en wordt gecontinueerd onder VertiCer. Niet alleen werd dat zichtbaar in de soms fors gewijzigde cijfers in de herziene jaar rapportages tot en met het exemplaar voor 2019. Vanaf dat jaar zijn er echter helaas geen jaarlijkse revisies meer verschenen. In een tussentijdse analyse van oorspronkelijk gepubliceerde, en toen actuele, bijgestelde cijfers, werd al duidelijk, dat de databank van de destijds alleen onder TenneT vallende dochter continu wijzigingen ondergaat, zoals geïllustreerd in de Polder PV analyse van 4 november 2020. In dit opzicht, is er dan ook niets nieuws onder de zon. De wijzigingen zijn er altijd al geweest, alleen zijn ze inmiddels, met weliswaar de nodige moeite, regelmatig zichtbaar te maken, door de nieuwe wijze van rapporteren van VertiCer. De cijfermatige consequenties daarvan worden weer besproken in de huidige analyse.

Voordat we de huidige resultaten bespreken, blijft de belangrijke, al lang geleden door Polder PV geïntroduceerde, en tussentijds verder aangepaste disclaimer bij alle (zonnestroom) data van VertiCer / CertiQ recht overeind:

* Disclaimer & verduidelijking: Status officiële VertiCer (ex CertiQ) cijfers
volgens maandelijkse rapportages !


I.v.m. omvangrijke toevoegingen sedert 2018 aan dit dossier (vrijwel exclusief gedreven door grote hoeveelheden, SDE gesubsidieerde, en gemiddeld genomen steeds groter wordende PV projecten), in combinatie met inmiddels al 3 ernstige data "incidenten" bij CertiQ (september 2017, juni 2019, resp. april 2020), die Polder PV meldde aan het bedrijf (waarna deels substantiële correcties werden gepubliceerd), sluit de beheerder van Polder PV niet uit, dat de huidige status bij rechts-opvolger VertiCer niet (volledig) correct zal kunnen zijn. Een vierde casus diende zich aan n.a.v. het februari rapport in 2021. Een volgende incident deed zich voor in de december rapportage van 2022. De grootste cijfer anomalie werd door Polder PV ontdekt in de rapportage over augustus 2024. Hieruit blijkt inmiddels kristalhelder, dat (eventuele) data uitgangs-controles bij de netbeheerders richting VertiCer non-existent zijn, en/of onwerkzaam.

Met betrekking tot afgegeven Garanties van Oorsprong (GvO's), werd in de maart 2024 rapportage ook al een anomalie gevonden, die, bij navraag, wederom, op een ingave fout van een netbeheerder bleek te berusten (zie voetnoot in de april 2024 update). In de update van 4 november 2024 is helaas een nieuwe anomalie ontdekt, voor het uitgifte niveau in december 2023. Deze is kort daarna hersteld, maar voor augustus 2024 is wederom het uitgifte niveau voor de GvO's veel te hoog.

Met name foute capaciteit opgaves van netbeheerders voor "kleinere" projecten kunnen, ondanks aangescherpte controles bij VertiCer, aan de aandacht blijven ontsnappen en over het hoofd worden gezien. Maar ook cijfermatige incidenten met opgaves van volumes van grotere projecten kunnen nog steeds niet uitgesloten worden. Deze laatsten zullen, indien onverhoopt optredend, hoge impact hebben op het volume aan maandelijkse toevoegingen, en ook, zei het in relatieve zin beperkter, invloed hebben op de totale accumulatie van gecertificeerde PV capaciteit aan het eind van de betreffende maand rapportage.

Hierbij komt ook nog het feit, dat ooit gepubliceerde volumes in de maandrapportages, al snel bijgesteld kunnen worden door continue toevoegingen en correcties voor de betreffende maanden, bij VertiCer. Wat de directe gevolgen daarvan zijn, vindt u grafisch geïllustreerd in het artikel gepubliceerd op 4 november 2020.

Voor 2020 en 2021 zijn de consequenties van deze continu optredende bijstellingen opnieuw berekend - in de rapportage voor december 2021. Deze bijstellingen werden in analyses van de maand rapportages tot en met 2022 bijgehouden door Polder PV, waaruit o.a. de meest actuele jaargroei volumes werden berekend.

Vanaf januari 2023 is er een complete revisie van de publicatie systematiek van CertiQ in gang gezet, later gecontinueerd onder de regie van rechtsopvolger VertiCer.

CertiQ heeft op basis van diverse opmerkingen van Polder PV over deze problematiek destijds stelling genomen met belangrijke achtergrond informatie over de totstandkoming van hun cijfers. Een nadere onderbouwing van de wijze waarop met correcties op data anomalieën wordt omgegaan, vindt u in het betreffende intermezzo in de rapportage voor november 2024.

Zie ook aangescherpte voorwaarden voor correcte invoer van installaties voor de VertiCer databank, gericht aan netbeheerders en meetbedrijven (bericht 6 september 2023). Hierbij is, voor meetprotocol-verplichte installaties achter grootverbruik aansluitingen (incl. alle SDE gesubsidieerde installaties), de datum van ondertekening van het meetprotocol door de producent gelijk aan de ingangsdatum van zijn productie-installatie, volgens de documentatie van VertiCer.

Het overzicht met de eerste, resp. gewijzigde cijfers voor februari 2025 verscheen in de nieuwe, drastisch gewijzigde vorm op de website van VertiCer, op 3 maart 2025. Referenties naar eerder verschenen historische data zijn uiteraard impliciet als CertiQ gegevens geanalyseerd, in oudere analyses.


2. Evoluties basis parameters

2a. Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties VertiCer juli 2021 - februari 2025

(Herziene) status tm. februari 2025

In deze grafiek, met de meest recente actuele en gewijzigde data uit de februari 2025 rapportage van VertiCer, en deels oudere data uit de CertiQ updates, de stand van zaken vanaf juli 2021 tm. februari 2025. De blauwe kolommen geven de ontwikkeling van de aantallen installaties weer (ref.: rechter Y-as), voorlopig culminerend in 34.641 exemplaren, begin maart 2025. Wat, wederom, een netto negatieve groei weergeeft van 227 projecten** t.o.v. de status, eind januari 2025 (gereviseerd, 34.868 exemplaren), en zelfs al 1.473 exemplaren minder is dan het tot nog toe hoogste niveau (36.114 in, inmiddels, juli, gereviseerd).

Er vindt dus, zo blijkt al een tijdje kristalhelder, in toenemende mate, een netto uitstroom van projecten plaats uit de VertiCer databank (meer uitgeschreven dan ingeschreven). Wel is er, t.o.v. het ook weer herziene eindejaars volume van 2022, netto bezien in kalenderjaar 2023 een groei geweest van 1.409 projecten in het VertiCer bestand. Wat bijna 46% minder is dan de groei in 2022 (stabiel op 2.591 nieuwe projecten; voor de half-jaar volumes, zie ook nieuwe half-jaar grafiek verderop). Diverse historische data zijn wederom (licht) gewijzigd t.o.v. de december update. De status voor eind 2022 is inmiddels gestabiliseerd, 34.027 projecten in accumulatie.

In de gele kolommen (ref. rechter Y-as, in MWp) de bijbehorende geaccumuleerde gecertificeerde PV-capaciteit, die begin augustus 2024 weer verder is toegenomen, van 14.082 MWp in de vorige update, naar, inmiddels, 14.219 MWp. Wat sinds de update van november 2024 al duidelijk hoger ligt dan de status van, inmiddels, 14.001 MWp in februari dat jaar. Dit kan uiteraard nog steeds / wederom verder gaan wijzigen in komende updates, zoals ook in alle vorige exemplaren is geschied. Afhankelijk van komende revisies van historische cijfers, lijkt de 10 GWp in dit grote PV dossier, in ieder geval inmiddels begin januari 2023 te zijn gepasseerd.

Deze ronduit opmerkelijke, forse wisselingen in de netto (overgebleven) volumes aan het eind van de laatste maanden, heeft uiteraard ook gevolgen gehad voor de systeemgemiddelde capaciteit, die eind maart 2024 weer flink lager is geworden, waar dit begin dat jaar nog een opvallende tóename was (groene curve). Na deze terugval, is in mei - juli het gemiddelde weer duidelijk, zei het tijdelijk, toegenomen.

Capaciteit verschillen lopen flink op

Eind 2022 is de geaccumuleerde capaciteit op een inmiddels stabiel niveau gekomen van 9.838,1 MWp. In het eerste flink gewijzigde januari rapport voor 2023 was dat nog 9.409,3 MWp. Voor EOY 2022 is sindsdien dus alweer bijna 429 MWp / 4,6% meer volume bijgeschreven dan oorspronkelijk gerapporteerd.

In nog extremere mate is het verschil bij de opgegeven EOY capaciteit voor kalenderjaar 2023. In de eerste rapportage voor eind december 2023 was er sprake van een cumulatie van 11.106,2 MWp. Dat is inmiddels alweer opgelopen naar 12.635,9 MWp, een verschil van 1.530 MWp / 13,8%. Het is goed om deze flink opgelopen verschillen voor reeds "lang" verstreken jaren op het netvlies te blijven houden, want dit gaat natuurlijk ook geschieden met de cijfers voor 2024. Huidige status updates geven altijd een zeer voorlopige stand van zaken weer. De cijfers daarin gepubliceerd, kunnen nog flink gaan wijzigen in latere rapportages.

Groei 2023 t.o.v. 2022 volume, nieuw jaargroei record houder bouwt positie verder uit

Met de huidige, gereviseerde cijfers van de jaar volumes, is de voorlopige groei in het hele kalenderjaar 2023 2.798 MWp geweest, al een aardig eind op weg richting de 3 GWp. Dat geeft, in grote tegenstelling tot eerdere maandrapportages door Polder PV (in december 2023 rapportage nog slechts een jaar-aanwas van 1.298 MWp!), inmiddels een forse marktgroei t.o.v. de jaarlijkse aanwas in 2022, zelfs al weten we dat alle cijfers nog steeds regelmatig zullen worden bijgesteld. In dezelfde periode in 2022 was het inmiddels geconsolideerde groei volume namelijk 1.991 MWp. De toename in 2023 is tot nog toe dus alweer bijna 41% hóger dan het nu bekende nieuwe volume in 2022 (in de update van december 2023 was het nog 34% láger!). Bij de aantallen nieuwe projecten was juist een zeer hoge netto negatieve groei vast te stellen uit de huidige cijfers (minus 46%). Deze combinatie is op zijn zachtst gezegd, "hoogst curieus", als je niet beter zou weten hoe deze cijfers tot stand komen. Want dat laatste heeft vooral te maken met een forse uitstroom van oudere projecten, die al een tijdje bij VertiCer de nieuwe instroom overvleugelt.

In ieder geval kan óók geconstateerd worden, dat 2023 al een tijdje onbetwist kampioen is geworden, en het nieuwe jaargroei record heeft. Het is voormalig kampioen 2020 (voorlopig laatst bekend groeicijfer: 2.436,9 MWp) inmiddels met een volume van alweer 361 MWp voorbijgestreefd, pending latere updates.

In de groene curve is de uit voorgaande parameters berekende systeemgemiddelde capaciteit voor de gehele, overgebleven gecertificeerde populatie PV-projecten bij VertiCer, in kWp (referentie linker Y-as) weergegeven. Dit blijft door de bank genomen almaar toenemen, en is sedert eind 2022 verder gegroeid, van 289 naar 357 kWp, eind 2023. In januari - februari 2024 nam dit flink toe, naar 389 resp. ruim 392 kWp. Eind april nam dit echt weer stevig af, vanwege de toen doorgevoerde, forse neerwaartse capaciteits-bijstelling, en eindigde voorlopig op 359 kWp gemiddeld. Vanaf mei steeg het weer naar 394 kWp in juli 2024. Ook dit niveau kan bij latere data bijstellingen weer wijzigen, zowel in negatieve, als in positieve zin.

Links in de grafiek vindt u ook de meest recent bekende EOY cijfers voor 2021 weergegeven. Die zijn net als in de vorige updates stabiel gebleven, inmiddels 31.436 projecten, respectievelijk, 7.847,1 MWp. Deze data zijn belangrijk voor de vaststelling van de aangepaste jaargroei cijfers voor 2022, zie paragraaf 3d. Het ziet er niet naar uit dat er nog substantiële wijzigingen in die eindejaars-cijfers zullen komen, op zijn hoogst nog marginale aanpassingen.

... (gigantische) anomalie in augustus - september rapportages inmiddels, in 2 grote stappen, in publiek toegankelijke data hersteld; meest recente cijfers

In augustus 2024 werd helaas weer een ronduit verbijsterend cijfer gemeld door VertiCer, wat met geen mogelijkheid verklaard kon worden, en wat als het grootste data incident in de lange historie (incl. rechtsvoorganger CertiQ) beschouwd kan worden in de solar statistieken. Hierover is uitvoerig gerapporteerd in een vorige maand update, en is commentaar van VertiCer weergegeven in het intermezzo in deel II van die analyse. Met inmiddels alweer verder opgehoogde, en dus nog steeds ongeloofwaardige cijfers volgens de VertiCer tabel, een ongelofelijk volume van 18.483 MWp, wat een onwaarschijnlijke maandgroei van bijna 4,3 GWp in augustus zou geven. Uit de reactie van VertiCer blijkt, dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en accuraatheid van de aangeleverde cijfers bij de netbeheerders ligt, en moet Polder PV derhalve helaas vaststellen, dat er géén (effectieve) uitgangscontrole bij de netbeheerders is voor deze zeer belangrijke data. En dat, bovendien, een lang geleden beloofde ingangscontrole bij VertiCer moet ontbreken, anders had deze enorme anomalie al snel opgemerkt geweest. Niets van dit alles, (enorm) foute ingaves van netbeheerders blijven kennelijk nog altijd "ongeschonden" de publiek toegankelijke data van VertiCer in ernstige mate vervuilen. En van de daaruit volgende statistieken een puinhoop genereren.

In het september rapport was deze enorme anomalie helaas nog niet hersteld (met inmiddels weer bijgestelde gegevens nu 18.450 MWp). Vanwege deze onmogelijke waarden, heb ik destijds beide kolommen doorzichtig gemaakt en met een rood kader weergegeven. Kennelijk ook door aandrang van collegae bij Solar Magazine, is echter in de oktober rapportage eindelijk een eerste flinke correctie doorgevoerd. Begin november wordt nu nog "maar" een volume van 16.199 MWp (vorige rapportage 15.890 MWp) in accumulatie gerapporteerd, maar ik vond het niveau in de vorige rapportages nog steeds "verdacht hoog". Het is dan ook niet verbazingwekkend, dat begin december de accumulatie verder neerwaarts werd bijgesteld, naar, inmiddels, nog maar 14.197 MWp, wat een "logisch volume" lijkt. Het ligt inmiddels 22 MWp onder het volume, eind juli 2024. Vermoedelijk is er tussentijds een tweede forse wijziging geweest, en was het volume ook voor eind oktober nog veel te hoog. Vandaar dat ik drie kolommen, met waarschijnlijk veel te hoge waarden, rood heb gemarkeerd in de grafiek (augustus tm. oktober). Of die tweede wijziging hetzelfde "project" is geweest wat kennelijk destijds foutief door een netbeheerder is aangemeld, of mogelijk zelfs een tweede (of nog meer) project(en), vertelt het verhaal verder niet. En is slechts voer voor puur giswerk, waar we verder niets mee kunnen. Eind 2024 belanden we inmiddels voorlopig op een volume van 14.653 MWp, wat natuurlijk later gewijzigd zal gaan worden.

In januari 2025 nam het niveau nog toe, naar netto 15.281 MWp, maar eind februari is het volume wederom onderuit gegaan, en zitten we inmiddels op een niveau van 13.565 MWp. Dat is, curieus, lager dan het niveau in mei 2024 (!). De vreemde wijzigingen blijven dus terugkeren, het is zeer lastig om hier het hoofd koel bij te houden.

De grootste wijzigingen m.b.t. de "augustus anomalie" worden vooral veroorzaakt door flinke neerwaartse bijstellingen voor de grootste project categorie (projecten groter dan 1 MWp), zie ook verderop bij segmentaties in paragraaf 4b).

Als gevolg van de veel te hoge capaciteiten in augustus tm. oktober, en de wél "logische" aantallen netto overgebleven geregistreerde projecten in die maanden, is de daar uit berekende systeemgemiddelde capaciteit natuurlijk ook véél te hoog (groene curve, incorrecte volumes van 513 resp. 453 kWp gemiddeld per project weergevend in die maanden). In de november rapportage zijn we eindelijk weer teruggekeerd naar "normale" verhoudingen. Het project gemiddelde kwam toen op een "geloofwaardig" niveau van 400 kWp. Vanaf december lijkt "de normale routine" weer een paar maanden te zijn teruggekeerd, met een normaal aanwas volume, en eind van die maand een netto project gemiddelde capaciteit van 416 kWp. Eind januari 2025 is dat weer verder gestegen, naar 438 kWp. Maar door de flinke neerwaartse bijstelling van de geaccumuleerde capaciteit is eind februari 2025 dat gemiddelde weer flink onderuit gegaan, om voorlopig te eindigen op 392 kWp.

Dat gemiddelde staat wel steeds duidelijker onder invloed van de fors lagere aantallen netto geregistreerde projecten. Hoe meer (kleine) installaties uitgeschreven zullen worden, hoe hoger de te verwachten gemiddelde capaciteit van de overgebleven populatie zal worden. Zeker met de blijvende schaalvergroting bij nieuwe projecten, zal dat het gemiddelde op termijn vermoedelijk omhoog drijven.

** Beter: "het netto overblijvende nieuwe volume, wat het verschil is tussen de (niet qua volume geopenbaarde) uitschrijvingen en de volumes aan nieuwe inschrijvingen".

2b. Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties VertiCer EOY 2009 - 2024

Ik geef hieronder de volledig gereviseerde grafiek met de evolutie van de eindejaars-accumulaties weer. Hierbij is gebruik gemaakt van een separaat verschenen historische update (24 augustus 2024), van de oudere jaargangen, destijds gepubliceerd in CertiQ rapportages, waarin alleen zeer marginale wijzigingen zijn te vinden, en die dus nauwelijks effect hebben gehad op de hoogte van de kolommen. En waarbij de nu bekende, inmiddels deels weer gewijzigde cijfers in het februari 2025 rapport van VertiCer, voor de jaren 2021 tm. 2024, zijn opgenomen. De cijfers voor 2023 en later zijn uiteraard nog zeer voorlopig en kunnen nog behoorlijk gaan wijzigen in komende updates (gearceerde kolommen). Het capaciteits-cijfer voor 2024 heeft inmiddels een veel realistischer niveau bereikt in vergelijking met de evident foutieve waardes in de augustus-oktober rapportages in dat jaar, vandaar dat ik de laatste kolom voor de capaciteit, weliswaar gearceerd (voorlopige cijfers), weer in normale kleurstelling heb weergegeven.

De tweede grafiek in deze sectie geeft niet de maandelijkse progressie (paragraaf 2a), maar de evolutie van de eindejaars-accumulaties van 2009 tm., achteraan, 2024 weer, met alle ondertussen weer gewijzigde data in de huidige VertiCer update. De opbouw van de grafiek is vergelijkbaar met die voor de laatste maand-cijfers, maar om alle data in 1 grafiek te krijgen zonder extreme verschillen, is de Y-as voor alle drie de parameters hier logarithmisch gekozen. Het aantal installaties is fors toegenomen, van 3.767 exemplaren, eind 2009, naar, inmiddels, 34.027, eind 2022, resulterend in een Compound Annual Growth Rate (CAGR) van gemiddeld 18,4% per jaar in 2009-2022. Eind december 2023 staat de teller alweer op 35.436 projecten; de CAGR voor de periode 2009-2023 heeft, met de nog voorlopige data voor met name 2023, een gemiddelde van 17,4% per jaar.

Bij de capaciteits-ontwikkeling is het echter nog veel harder gegaan. Deze nam toe van 18,7 MWp, eind 2009, tot alweer 9.838,1 MWp, eind 2022. Resulterend in een byzonder hoge CAGR, van gemiddeld 61,9% per jaar (!). Wel begint er, voorstelbaar, na zo'n langdurige, spectaculaire groei periode, een afvlakking zichtbaar te worden in de expansie. Wat veel te maken heeft met overal optredende problemen met beschikbare netcapaciteit, gestegen project kosten, forse competitie met andere CO2 besparende opties binnen de nieuwste SDE regelingen, diverse verzwarende omstandigheden voor planning en realisatie van nieuwe projecten (verzekeringen, participatie trajecten, ecologische eisen), beschikbaar personeel, etc. Eind december 2023 is de capaciteit fors doorgegroeid naar een voorlopig volume van 12.636,0 MWp, resulterend in een voorlopige CAGR van gemiddeld 59,2% per jaar, in de periode 2009-2023. Hierbij moet ook worden vermeld, dat het eindejaars-cijfer voor 2023 fors is bijgesteld in eerdere updates van VertiCer. Vermoedelijk is er toen veel capaciteit bijgeschreven na de nodige vertragingen in de administratieve verwerking ervan.

Historische bijstellingen

Dat de cijfers in de databank behoorlijk worden bijgesteld, bezien over een langere periode, laten de nu actuele eindejaars-cijfers voor 2021 weer goed zien. Die zijn al enkele maanden vrijwel ongewijzigd, namelijk 31.436 installaties, en een verzamelde capaciteit van 7.847,1 MWp. In het "klassieke" maandrapport voor (eind) december 2021, alsmede in het gelijktijdig verschenen eerste jaaroverzicht, waren die volumes nog maar 30.549 installaties, resp. 7.417,8 MWp. In de laatste cijfer updates zijn de verschillen t.o.v. de oorspronkelijke, "klassieke" maandrapport opgaves van, destijds, CertiQ, derhalve, opgelopen tot 2,9% (aantallen), resp. bijna 5,8% (capaciteit). Uiteraard hebben deze continu voorkomende bijstellingen ook gevolgen voor de uit de EOY cijfers te berekenen jaargroei volumes (YOY).

Uit voorgaande twee parameters werd door Polder PV weer de gemiddelde systeem-capaciteit aan het eind van elk kalenderjaar berekend (groene curve in bovenstaande grafiek). Ook deze nam spectaculair toe, van slechts 5,0 kWp, eind 2009 (bijna uitsluitend kleinere residentiële installaties), tot alweer 356,6 kWp, eind 2023 (bestand VertiCer inmiddels gedomineerd door duizenden middelgrote tot zeer grote projecten incl. zonneparken). Een factor 72 maal zo groot, in 14 jaar tijd. Wat de enorme schaalvergroting in de projecten sector goed weergeeft.

2024

Helemaal rechts in de grafiek zijn ook de, nog premature, cijfers voor eind december 2024 getoond, met een waarschijnlijk "logisch", doch beslist nog niet definitief aantal van 35.215 installaties. Resulterend in een voorlopig netto verlies van 221 projecten sedert eind 2023 (meer projecten uit- dan ingeschreven bij VertiCer). En met een volume van 14.653 MWp voor de capaciteit, waaraan flinke correcties zijn voorafgegaan, na de al eerder gememoreerde "augustus anomalie". Het voorlopig resulterende systeemgemiddelde komt daarmee uit op 416 kWp, beduidend hoger dan de 357 kWp eind 2023.

Voor de nog zeer voorlopige eindstand van 2024 resulteert de CAGR over de periode 2009-2024 inmiddels in een nog steeds respectabele gemiddelde toename van 16,1% per jaar voor de aantallen projecten. Een percentage, wat echter onder druk komt te staan door de netto uitstroom verliezen bij VertiCer. Voor de capaciteit komt de CAGR in de periode 2009-2024 inmiddels uit op een eerste, nog steeds spectaculaire, gemiddelde groei van 55,9%/jaar.

Sowieso zal er voor kalenderjaar 2024 nog veel volume bijgeschreven worden in de vervolg rapportages in het nieuwe jaar. En ook de data voor de eerste maanden van 2024 zullen daarbij nog flink worden bijgesteld. Waar dat alles zal "eindigen", inclusief potentiële andere correcties, is nog een niet te beantwoorden vraag. Er komen in ieder geval nog flink wat aanvullingen en wijzigingen aan voor dat jaar.


3. Maandelijkse, kwartaal-, half-jaar- en jaarlijkse toenames aantallen en capaciteiten bij VertiCer

3a. Maandelijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer augustus 2021 - februari 2025

Ook al moet ook bij deze grafiek de blijvende waarschuwing, dat de cijfers nog lang niet zijn uitgekristalliseerd, en we nog de nodige bijstellingen kunnen verwachten, de trend bij de nieuwe (netto) aantallen projecten door VertiCer, en rechtsvoorganger CertiQ, geregistreerd van maand tot maand, laten, ook in de huidige versie van februari 2025, een zeer duidelijke afkoeling van de PV-projectenmarkt zien sedert de zomer van 2021. Dit heeft deels te maken met het feit, dat er netto bezien steeds meer (oudere) projecten uitstromen bij VertiCer, dan er nieuw worden gerapporteerd en opgenomen in de databank.

Werden er in januari 2022 nog netto 385 nieuwe gecertificeerde PV-projecten bijgeschreven, is dat in de rest van het jaar al zeer duidelijk minder geworden, en vanaf augustus dat jaar zelfs zeer sterk "afgekoeld". Met wat ups en downs, is het laagste volume in dat jaar voorlopig bereikt in november 2022, met, inmiddels, 107 (netto) nieuwe installaties. Daarna veerde het weer even op, daalde stapsgewijs, leidde tijdelijk tot een inmiddels licht positieve groei van netto 21 nieuwe projecten in augustus 2023 en verdere positieve groei in september tm. december. In 2024 zijn de aanwas cijfers per maand tm. mei tm. juli voor het eerst netto, in de eerste updates ook vaak negatief, al in de plus geraakt, al liggen ze op een zeer "bescheiden" niveau. Juni is de laatste maand waar de wijziging van netto negatieve naar positieve aanwas plaatsvond, in de huidige update. De aanwas cijfers voor de resterende maanden in 2024 zijn nu nog negatief, maar wel weer minder sterk dan in de vorige update. Januari en februari 2025 startten met de eerste waarde ook flink onder de nullijn, met, inmiddels, netto minus 347 resp. -227 projecten. Ook dat kan / zal waarschijnlijk in latere updates omslaan in positieve, doch relatief lage groei.

Eerder getoonde negatieve groeicijfers voor 2023 zijn inmiddels, zoals gebruikelijk, omgezet in positieve aanwas, a.g.v. de voortdurend wijzigende historische cijfers in de VertiCer bestanden. In een vorige update had augustus 2023 nog een licht negatieve groei, die inmiddels in een zeer bescheiden positieve aanwas is omgeslagen. Dit zal zeer waarschijnlijk ook volgen voor de resterende maanden waar op dit moment nog negatieve groeicijfers van bekend zijn. In de huidige, februari 2025, update zijn in totaal voor 18 maanden de waarden inmiddels weer aangepast sinds het exemplaar tm. januari. De oudste wijziging was voor januari 2023 (3 projecten toegevoegd). In 2023 zijn voor in totaal 5 maanden weer nieuwe cijfers vastgesteld, voor 2024 zijn alle 12 maand data bijgesteld, en ook het volume voor januari 2025 is gewijzigd (minder negatieve groei).

Al zullen de meeste maandwaarden in positieve zin ombuigen in latere updates, zoals in het recente verleden is geschied, de trend is bij de aantallen onmiskenbaar: er worden, netto bezien, nog maar relatief weinig netgekoppelde projecten bijgeschreven bij VertiCer, per maand. Een van de belangrijkste redenen zal zijn, dat er een toenemend aantal uitschrijvingen uit de databank van de Gasunie/TenneT dochter is begonnen, die de instroom (tijdelijk) afremt of zelfs overvleugelt. Waarschijnlijk is de oorzaak de beginnende uitval van de oudste onder SDE 2008 resp. 2009 gesubsidieerde kleine projectjes, die immers 15 jaar subsidie konden genieten. Eenzelfde lot gaat vanaf het huidige jaar de overgebleven beschikkingen uit de uit twee grootte categorieën bestaande SDE 2010 overkomen. We moeten gaan zien hoe het verloop bij de aantallen zich ontwikkelt, nu de subsidie termijn voor de eerste projecten reeds is verstreken, of aan het aflopen is. Uiteraard betekent uitschrijving uit de VertiCer databank verder beslist niet dat de betreffende projecten fysiek zijn, of worden verwijderd. Ze kunnen nog vele jaren lang met een aardig rendement worden ge-exploiteerd door de eigenaren, zonder SDE-gerelateerde inkomsten. Hier is byzonder weinig zicht op, cijfers over het al of niet verder exploiteren van deze oudere projecten ontbreken in het geheel in statistiek moeras Nederland.


Een vergelijkbare grafiek als voor de aantallen (vorige exemplaar), maar ditmaal de ermee gepaard gaande netto maandelijkse toename (of zelfs tijdelijke afname) van de capaciteit van gecertificeerde PV-projecten, in MWp. De evolutie laat een nogal afwijkend, zo u wilt, zeer chaotisch beeld t.o.v. dat bij de aantallen zien, met sterk fluctuerende verschillen tussen de maanden onderling. Ook deze kunnen uiteraard naderhand nog worden bijgesteld. Als voorbeeld: de "netto negatieve groei" in september 2022, al gesignaleerd in het januari 2023 rapport, is uiteindelijk in latere updates in ieder geval omgeslagen in "normale, positieve groei", van, inmiddels, 74,1 MWp.

Bizarre nieuwe pieken voor eerste maand in jaren 2023 en 2024

Wel is er, zoals al bij de eerst-rapportage gemeld (jan. 2024 rapport), een exceptioneel "verschijnsel" zichtbaar voor de maand januari 2023. Die maand had al lang de hoogste "piekwaarde" ooit meegekregen, en is in veel latere maandrapportages continu bijgeplust, tot het in het december 2023 rapport een al zeer hoog volume bereikte van 432,6 MWp. In het "klassieke" CertiQ december rapport van 2022 was nog een zeer hoge november piek zichtbaar bij de capaciteit. Het lijkt er op, dat een groot volume daarvan naar het begin van het nieuwe jaar is geschoven (de vermoedelijke feitelijke datum van netkoppeling). Ook in januari 2022 zagen we eerder al een "nieuw-jaars-piek", maar die is duidelijk kleiner, inmiddels neerkomend op 306,7 MWp nieuw volume (ongewijzigd in de laatste updates).

In de rapportage van januari 2024 is dat al hoge volume opeens extreem opgehoogd naar 770,2 MWp, en is dat momenteel zelfs nog verder gegroeid, naar 802,4 MWp in de huidige februari 2025 update (ver buiten de hier weergegeven Y-as vallend).

Tweede en derde groei piek & "negatieve pieken"

En dat is nog niet alles, want hetzelfde is geschied met het nieuwe volume voor januari 2024. Dat was in de update voor die maand nog een negatieve groei van -84,6 MWp. In de februari 2024 rapportage sloeg dat in een keer om in een "record positieve aanwas" van 973,2 MWp, wat inmiddels in de huidige update nog verder is opgehoogd, naar alweer 1.190,4 MWp. Een onwaarschijnlijk hoog volume waar Polder PV, net als bij de vorige piek voor januari 2023, geen plausibele verklaring voor heeft. Ik heb in een eerste rood omkaderd venster aangegeven dat het bij beide maandgroei pieken om "uitzonderlijke", vooralsnog onverklaarbare volumes gaat.

Voor februari 2023 was er aanvankelijk een magere positieve groei van 28,1 MWp positief. Deze sloeg echter in de maart rapportage in dat jaar om in een enorme negatieve bijstelling van 316,1 MWp negatief (!), bij een netto aanwas van 65 nieuwe projecten. In de april 2023 update was er een marginale opwaartse correctie naar -312,3 MWp. In de rapportages voor mei 2023 tm. februari 2025 is de negatieve "groei" verder fors geslonken naar, inmiddels, minus 202,8 MWp.

In een vorige rapportage (maart 2024) heeft dit proces zich herhaald, voor het eerste groeicijfer voor die maand. Terwijl de groei in februari 2024 evolueerde van een "bescheiden" negatieve 11,7 MWp naar een inmiddels "normale" positieve 171,0 MWp, kwam maart opeens met een record negatief groei volume van -1.140,9 MWp (!). Dat is in de huidige, februari 2025 update, weliswaar verminderd, maar is nog steeds sterk negatief (-1.007,3 MWp). Ook deze extreme netto negatieve groei is zeer slecht verklaarbaar, of er moeten weer dramatische wijzigingen in de status van de administratie bij VertiCer hebben plaatsgevonden.

Het eerste beschikbare "groei" cijfer voor april 2024 was ook negatief, maar niet zo extreem als in de voorgaande maand, -218,5 MWp. Dit is inmiddels weer minder sterk negatief geworden, in het februari 2025 rapport neerkomend op een negatieve aanwas van -106,5 MWp. De verwachting is dat dit volume nog behoorlijk "opwaarts" aangepast zal gaan worden.

Mei 2024 verraste weer in twee opzichten. Ten eerste, was het eerst gepubliceerde aanwas volume meteen al fors positief was, netto 198,4 MWp, wat tot de oktober update langzaam doorgroeide naar 207,6 MWp. In de november 2024 update, echter, is er een enorm volume bijgeplust, en zou met nog wat extra volume in de huidige, laatste rapportage, de netto aanwas inmiddels zelfs neerkomen op 955,4 MWp, meer dan het viervoudige van het niveau in de oktober update. Ook dit is weer een raadselachtige wijziging, zonder plausibele verklaring.

Juni en juli 2024 begonnen weer op een negatief niveau, maar hebben inmiddels ook positieve aanwas cijfers (257,4, resp. 118,9 MWp).

Zoals al vaker gemeld, kunnen de redenen voor zulke, soms aanzienlijke bijstellingen, en, meestal tijdelijk, zelfs fors negatieve, of positieve netto groei cijfers, zeer divers zijn, zoals destijds gerapporteerd door CertiQ na vragen van Polder PV daar over (artikel 16 januari 2023). Mogelijk zijn er, daar bovenop, deels forse correcties doorgevoerd van foutieve opgaves, al zullen we nooit weten wat precies de oorzaken zijn geweest van deze, hoge impact hebbende, merkwaardige data updates.

Augustus anomalie met gigantische impact - waarschijnlijk in twee stappen hersteld

De eerder al vermelde anomalie in het augustus 2024 rapport van VertiCer heeft natuurlijk een enorme impact bij de afgeleide maandgroei cijfers. Volgens de huidige data, in het februari 2025 rapport, zou namelijk in augustus een groei opgetreden zijn van 4.263 MWp. Dat is, hoe je het ook wendt of keert, een volslagen onmogelijk groeicijfer en moet op een zeer ernstige fout bij VertiCer ( en/of (een) data aanleverende netbeheerder(s) ) berusten†. Deze enorme fout is zichtbaar gebleven in de september en oktober updates. Kennelijk is of zijn de fout(en) in twee stappen hersteld, in de oktober update ging er zeer veel volume van af, en ook in de update van november is er weer een substantieel volume verwijderd, waardoor de accumulatie op een "meer normaal" niveau is gekomen. U vindt die aanzienlijke bijstellingen onder de betreffende maand aanwas cijfers, als negatieve volumes van -2.251 resp. -2.002 MWp. Maar het aanwas volume voor augustus staat nog steeds op de onwaarschijnlijk hoge omvang, de betreffende kolom is dan ook doorzichtig gemaakt en rood omlijnd, met een extra commentaar venstertje.

Na augustus blijvend verrassingen

September begon met minus 86 MWp, wat inmiddels minder negatief is geworden, -32,9 MWp. De verwachting is, dat dit in komende updates fors opwaarts zal worden aangepast, en vermoedelijk zelfs positief zal gaan worden, zoals in de "normale historie" van de VertiCer records.

December 2024 en januari 2025 verrasten weer in positieve zin, met een direct al hoog "start" volume van, inmiddels, 455,5 MWp, resp. 628,5 MWp in de plus (de laatste buiten de huidige Y-as vallend).

En, tot slot, kwam in februari de laatste grote verrassing: het eerste volume voor die maand is wederom zeer sterk negatief, een netto groei van -1.716 MWp. Inmiddels kijkt Polder PV nergens meer van op, en moeten we dergelijke extreme wisselingen in de maandgroei cijfers bij VertiCer "voor lief" gaan nemen ...

Het beknopte antwoord van VertiCer, met vérstrekkende consequenties voor de betrouwbaarheid van hun (actuele) statistieken, is besproken in een apart intermezzo in het vervolg artikel van een vorige analyse, door Polder PV

Zeer forse wijzigingen in VertiCer data

In het tabelletje hier onder heb ik, voor 2023 en 2024, en voor de eerste 2 maanden van 2025, de wijzigingen tussen de oorspronkelijk gepubliceerde groeicijfers per maand en de huidige, meest recent bekende weergegeven, waar duidelijk de, soms zeer forse, continue veranderingen uit blijken die in het VertiCer dossier worden doorgevoerd, in de loop van de tijd. Achteraan cursief weergegeven = wijziging sedert de update van januari 2025:

  • januari 2023 354,4 MWp >>> 802,4 MWp
  • februari 2023 28,1 MWp >>> -202,8 MWp
  • maart 2023 197,4 MWp >>> 342,8 MWp
  • april 2023 -15,4 MWp >>> 206,7 MWp
  • mei 2023 -0,2 MWp >>> 182,0 MWp
  • juni 2023 -0,7 MWp >>> 156,5 MWp
  • juli 2023 -14,6 MWp >>> 128,7 MWp
  • augustus 2023 -25,5 MWp >>> 177,1 MWp
  • september 2023 -41,6 MWp >>> 226,5 MWp
  • oktober 2023 82,7 MWp >>> 219,2 MWp
  • november 2023 -60,2 MWp >>> 173,5 MWp
  • december 2023 -52,5 MWp >>> 385,2 MWp

  • januari 2024 -84,6 MWp >>> 1.190,4 MWp
  • februari 2024 -11,7 MWp >>> 175,0 MWp
  • maart 2024 -1.140,9 MWp (!) >>> -1.007,3 MWp
  • april 2023 -218,5 MWp >>> -106,5 MWp
  • mei 2024 198,4 MWp >>> 955,4 MWp
  • juni 2024 -20,0 MWp >>> 257,4 MWp
  • juli 2024 -55,9 MWp >>> 118,9 MWp
  • augustus 2024 4.175,7 MWp >>> 4.263,4 MWp (volstrekt onmogelijke opgaves !)
  • september 2024 -86,0 MWp >>> -32,9 MWp
  • oktober 2024 -2.655,0 MWp >>> -2.250,9 MWp
  • november 2024 -2.058,3 MWp >>> -2.001,5 MWp (okt. & nov. vermoedelijk forse correcties op foute augustus ingave)
  • december 2024 450,9 MWp >>> 455,5 MWp

  • januari 2025 557,7 MWp >>> 628,5 MWp
  • februari 2025 eerste opgave -1.716,3 MWp

In de huidige update zijn voor in totaal 18 maanden de nieuwe capaciteit volumes inmiddels weer, allemaal opwaarts, aangepast sinds het exemplaar tm. januari 2025, voor 5 maanden in 2023, alle maanden in 2024, en voor januari 2025. De augustus opgave is en blijft onmogelijk, en berust op (een) enorme blunder(s) bij de data verstrekkende netbeheerder(s). De negatieve groei in september is al wat minder geworden. Oktober en november beginnen met de grootste netto negatieve groei cijfers ooit gedocumenteerd, ook al zijn ze later wat bijgesteld, en zijn vermoedelijk forse correcties voor de evident foute opgave in het augustus rapport. December 2024, en januari 2025 starten weer, verrassend, met een netto hoog positief volume, februari van het nieuwe jaar echter weer, "extreem negatief".

Als we de nieuwe maandvolumes voor 2022 optellen, komen we inmiddels op een groei uit van 1.991 MWp. Voor 2023 was de groei in een recente update nog maar 1.298 MWp (en daarmee fors lager dan 2022), maar mede door de bizarre toename in januari, en de daar op volgende extra wijzigingen, is de jaargroei voor 2023 inmiddels stevig bijgesteld, naar een record jaarvolume van momenteel 2.798 MWp. Wat inmiddels 40,5% hóger is, dan in 2022. Bij de aantallen was er een groot negatief verschil, 45,6% minder netto nieuwe projecten in 2023 (1.409), dan de 2.591 exemplaren in 2022.

Deze twee trends bij elkaar nemend, en accepterend dat er ook een flinke wegval van waarschijnlijk met name kleine oude installaties uit het VertiCer register is geweest, lijkt de hogere jaargroei bij de capaciteit in 2023 nog steeds slecht te rijmen, met het gering aantal overgebleven nieuwe aantal projecten, in vergelijking tot de situatie in 2022. We zullen moeten afwachten, of toekomstige cijfers over deze 2 kalenderjaren meer klaarheid in deze vreemde situatie zullen gaan geven. En anders moeten we, als meest waarschijnlijke oorzaak, accepteren, dat de flinke terugval in aanwas cijfers bij de aantallen, grotendeels veroorzaakt wordt door wegval van (SDE gesubsidieerde) kleine installaties, en dat alleen nog maar grote(re), inclusief nieuw toegevoegde, projecten overblijven, die een zwaar stempel op de nieuwe, en de geaccumuleerde capaciteit zijn gaan zetten.

3b. Kwartaal groeicijfers QIV 2021 - QI* 2025

In een eerdere update heb ik de kwartaal cijfers weer van stal gehaald en in grafiek weergegeven tm. de toen net "volledig", geworden cijfers voor de kwartalen QIV 2021 tot en met QI 2023. In het huidige exemplaar heb ik de soms weer licht gewijzigde data gebruikt, en nog lang niet definitief vastgestelde, ook aangepaste resultaten voor QII 2023 - QI 2025 rechts toegevoegd. Met name de volumes van de meest recente kwartalen zullen nog flink wijzigen, gezien de continue wijzigingen in door Polder PV bijgehouden data historie van VertiCer en haar rechts-voorganger CertiQ. De anomalie voor de capaciteit in augustus 2024 heeft ook hier een enorme impact, en is dan ook wederom in een aparte kleurstelling in de betreffende kolom weergegeven ("kan niet" / geeft absoluut niet de feitelijke marktontwikkeling weer).

Wederom met bovengenoemde disclaimer in het achterhoofd, waardoor de verhoudingen tussen kwartalen onderling dus ook nog lang niet vaststaan (deze zijn sowieso al fors gewijzigd in recente updates), lijkt een conclusie wel al duidelijk getrokken te kunnen worden: Met name de aantallen netto nieuw geregistreerde PV projecten per kwartaal, zijn sinds het laatste kwartaal van 2021 in globale zin stapsgewijs beduidend verminderd. Het aantal nieuwe projecten per kwartaal is afgenomen van, momenteel, 902 exemplaren in QIV 2021, tot nog maar 452, met de nu bekende cijfers, voor QIV 2022, toegenomen naar 590 exemplaren in het eerste kwartaal van 2023, waarna het een bodem bereikte in QIII 2023 (150 netto nieuwe exemplaren). QIV 2023 zit momenteel op een plus van 339 nieuwe projecten. QI 2024 vertoont, mede door de bizarre negatieve groei in maart, en de later komende correcties, inmiddels, na een periode van netto negatieve aanwas, een positieve groei van netto 365 projecten. QII 2024 had in een vorige update nog een netto negatieve groei van 37 projecten, maar dat is in de december 2024 tm. februari 2025 updates inmiddels omgeslagen in een netto positieve groei van 291 stuks. Wat ongetwijfeld nog fors verder bijgesteld zal gaan worden, in positieve zin.

Hetzelfde geldt voor QIII 2024, met tot nog toe een netto negatieve aanwas van 149 projecten. Het inmiddels ook weer aangepaste volume voor QIV, is ook flink negatief, -728 projecten. En de eerste 2 maand resultaten voor QI in 2025 starten ook onder de nullijn, met 574 projecten netto negatief. We zullen later zien of voor de laatste 3 kwartalen uiteindelijk ook nog een "positief" resultaat gehaald zal worden, al zal dat resultaat dan bescheiden blijven t.o.v. de netto aanwas in die kwartalen in eerdere jaargangen.

Capaciteit wijzigingen per kwartaal

Bij de nieuwe gerapporteerde netto capaciteit is het verhaal compleet anders, wat vooral is veroorzaakt door de eerder gesignaleerde "excessieve" extra netto groei voor januari 2023 en 2024, en alle tussentijdse, soms bizarre cijfer wisselingen.

Het netto volume per kwartaal nam even toe, van, momenteel, 557 MWp in QIV 2021, naar 627 MWp, in QI 2022, maar is daarna ook, gemiddeld genomen, enkele kwartalen minder geworden. Om een voorlopig dieptepunt te bereiken in QIV 2022, met 375 MWp netto nieuw gerapporteerd volume, gebaseerd op de huidige, meest recente cijfers.

En toen kwam de "grote verrassing", QI 2023 telde in een vorige update nog 449 MWp nieuw volume, maar dat is, met name door de zeer hoge toevoeging in januari 2023, en de daar op volgende wijzigingen in de maandrapportages, nu alweer een record volume van 942 MWp. Wat nu alweer de helft hoger zou zijn dan de groei in QI in 2022 (627 MWp). Voor de aanwas in QII 2023 geldt momenteel een netto groei van 545 MWp, waar later waarschijnlijk nog wat volume aan toegevoegd zal gaan worden. Het niveau is daarmee, zoals eerder al voorspeld door Polder PV, gestegen, naar bijna 11% boven het niveau van 492 MWp in QII 2022. De nog premature aanwas in QIII 2023 is inmiddels 532 MWp in de plus. Zoals was te verwachten, is dat inmiddels 7,0% méér dan het nieuwe netto volume in QIII 2022 (497 MWp). Tm. de november 2024 update lag dat nog iets lager.

Voor het laatste kwartaal van 2023 is het totale volume, al flink toegenomen in de januari 2024 update, in de versies van mei 2024 tm. februari 2025 verder gegroeid, naar momenteel 778 MWp. Dit is al ruim het dubbele volume, t.o.v. de 375 MWp in QIV 2022, en met mogelijk nog komende toevoegingen te verwachten.

2024

De tweede grote verrassing zien we bij de eerste, nog zeer voorlopige resultaten voor QI 2024. Januari was in een vorige rapportage extreem in positieve zin bijgesteld, maart vertoonde een record negatieve groei, en ook in april was de groei negatief. Met de opvolgende extra bijstellingen, is het voorlopige tussen-resultaat voor het hele kwartaal na even "negatieve aanwas" te hebben gekend, inmiddels op een positieve groei van 358 MWp beland. Dat is nog steeds wel een dramatisch verschil met de inmiddels flink verder toegenomen 942 MWp netto groei in QI 2023.

Het tweede kwartaal van 2024 gaf de derde verrassing. Het startte met een negatieve aanwas, maar groeide al rap in positieve zin in de vorige updates. Door de enorme toename voor de maand mei (zie capaciteit grafiek voor de wijzigingen van maand tot maand), is dit volume abrupt toegenomen naar een record niveau van 1.106 MWp groei. Dat is al 17,4% hoger dan de groei bij de vorige recordhouder, QI 2023. En het zou het eerst kwartaal zijn, met een netto groei van meer dan 1 GWp bij de capaciteit.

Het derde kwartaal van 2024 is, met de extreme anomalie voor augustus, vooralsnog een enigma, waar natuurlijk de hoge negatieve correcties op zijn gevolgd in het laatste kwartaal. De rood gemarkeerde kolom voor dit kwartaal heeft een onverklaarbare en onwaarschijnlijke toename van, momenteel, 4.349 MWp.

Het vierde kwartaal van 2024 start, met toevoeging van de laatste, voorlopige maand rapportage voor december, en tussentijdse, zeer forse correcties, met een resulterende "historisch negatieve groei" van maar liefst 3.797 MWp in de min. Als we de nu bekende cijfers voor QIII en QIV middelen, komen we op een gemiddelde groei van 276 MWp per kwartaal. Uiteraard moeten we gaan afwachten wat voor wijzigingen in de latere updates zullen gaan komen, voordat we hier meer klaarheid in kunnen brengen.

Het eerste resultaat voor QI 2025, 1.088 MWp in de min (negatief volume februari overcompenseerde het positieve volume voor januari), is nu ook bekend, maar zal zoals te doen gebruikelijk, nog fors gaan wijzigen.

Hoe eventuele verdere wijzigingen bij de capaciteit van gecertificeerde projecten zal gaan verlopen blijft gezien bovenstaande, soms extreme wisselingen, elke keer weer spannend.

Voor de evolutie van de gemiddelde systeem omvang (per maand), zie ook de grafiek onder paragraaf 2a.

3c. Halfjaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer 2022-2025 HI

Omdat een tijdje geleden de eerste resultaten voor het 1e half-jaar van 2023 beschikbaar waren gekomen, en alweer gewijzigd, heb ik in een vorige analyse ook weer de "half-jaar grafiek" van stal gehaald. Die had ik voor het laatst gepubliceerd op basis van de oude CertiQ data in het bericht van 9 januari 2023. Het huidige exemplaar bevat echter alleen de laatst bekende resultaten gebaseerd op de compleet gereviseerde publicatie systematiek bij VertiCer. In deze grafiek worden alleen de resultaten vanaf de 1e jaarhelft van 2022 getoond, tm. de eerste "complete" cijfers voor HII 2023 (tm. december), de voorlopige eerste resultaten voor HI en HII 2024, en het nog zéér incomplete volume voor HI 2025, waarvoor we ongetwijfeld nog de nodige aanvullingen, en forse bijstellingen kunnen verwachten (gearceerde kolommen).

Ook uit deze nog zeer voorlopige halfjaarlijkse groei cijfers blijkt een duidelijke afname van het aantal (overgebleven) projecten in het VertiCer dossier, wat waarschijnlijk heeft te maken met verwijderde kleine projectjes waarvan de oudste SDE beschikkingen zijn vervallen, danwel actief uitgeschreven bij VertiCer. Bij de aantallen projecten nam de bij VertiCer geregistreerde half-jaarlijkse netto aanwas af, van 1.524 nieuwe projecten in HI 2022, via 1.067 stuks in HII 2022 (30% minder), naar nog maar een (voorlopige) groei van slechts 920 nieuw in HI 2023. Wederom 13,8% minder. De tweede jaarhelft van 2023 heeft nog maar 489 netto nieuwe projecten (-47%), maar daar zal waarschijnlijk nog wel het nodige aan gaan wijzigen. In HI 2024 is tot nog toe netto weer een duidelijk hoger volume bekend, 656 nieuwe installaties, maar vanaf HII 2024 zien we nu nog netto negatieve groeicijfers (-877 voor HII 2024, -574 voor de eerste 2 maanden van HI 2025).

Bij de capaciteit is het beeld compleet anders (geworden, in de meest recente updates), en is er zelfs een behoorlijke opleving te zien in beide jaarhelften van 2023 en het eerste van 2024. Met de huidige bekende cijfers 1.119 MWp nieuw in HI 2022, 872 MWp in HII 2022 (22% minder), en, vanwege de bizarre, eerder al besproken toename in 1 maand (januari 2023), nu alweer een record bij de half-jaar aanwas, nog eens flink toegenomen naar 1.488 MWp nieuwe capaciteit in HI 2023. Dat is 33% meer dan in HI 2022, en zelfs al bijna 71% meer dan in HII 2022. In de update van december 2023 was het netto aanwas volume voor HI 2023 nog maar 923 MWp.

De tweede jaarhelft van 2023 geeft, met de netto groei van, momenteel 1.310 MWp, al een fors hoger volume te zien dan in eerdere recente updates, en laat momenteel dan ook alweer een 50% hoger volume zien, dan de aanwas in HII 2022. Voor het eerste half-jaar van 2024 zijn de data uiteraard nog zeer fluïde. Het voorlopige resultaat voor het eerste half-jaar is, van een licht negatieve aanwas tm. mei (-12 MWp), inmiddels omgeslagen in een hoge positieve groei van al 1.464 MWp. Al bijna even hoog als in de eerste jaarhelft van 2023. Het niveau in HI 2024 is al 11,8% groter dan de netto aanwas in HII 2023, het netto volume in HII 2024, 552 MWp, is nog maar 42% daarvan. De eerste 2 maanden van 2025 brachten, door het flink negatieve aandeel van februari, een netto negatieve groei van -1.088 MWp met zich mee.

Het zal nog wel even gaan duren voordat er beter zicht komt op de (definitieve) groeicijfers voor de half-jaren, met name voor de recente jaargangen. Uiteraard gaat met name voor de periode vanaf 2024 nog wel flink wat wijzigen in deze cijfers.

Mogelijk wordt de trend van véél minder netto overgebleven (want: deels bij VertiCer uitgeschreven) aantallen installaties, en nog steeds relatief hoge groeicijfers voor de capaciteit, nog verder versterkt, doordat er regelmatig kleinere projecten worden uitgeschreven bij VertiCer (zie tabellen onder paragraaf 5), terwijl de overblijvende (en nieuwe) projecten in de bestanden gemiddeld genomen zelfs al veel groter zijn dan de oude (deels zelfs residentiële) kleine installaties.

3d. Jaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer YOY 2009 - 2024*

Wederom naar analogie van de grafiek voor de eindejaars-volumes, ditmaal de daar uit afgeleide jaargroei cijfers volgens de laatste data update van VertiCer, in bovenstaande grafiek (alle drie parameters met referentie de rechter schaal, logarithmisch weergegeven). Tot en met kalenderjaar 2020 zijn de data gebruikt uit de medio vorig jaar beschikbaar gestelde update (24 aug. 2024), waarin echter nauwelijks wijzigingen zijn opgenomen. De meest recente cijfers voor 2021**, 2022**, 2023*, en, voor alleen de capaciteit in 2024*, rechts toegevoegd, komen uit de huidige update van de data tm. februari 2025, zoals geopenbaard door VertiCer. De grafiek toont dus de meest recente situatie, met de laatst beschikbare bron-cijfers. Mochten toekomstige "historische" jaarcijfers alsnog wijzigen, en wereldkundig worden gemaakt, zullen die in latere updates worden toegevoegd aan deze grafiek. Het is waarschijnlijk, dat eventuele nagekomen correcties, met name voor de oudere jaargangen, marginaal zullen zijn.

Omdat het hier om een logarithmische schaal gaat, zijn de nu nog negatieve groeicijfers voor de aantallen projecten in 2024 niet zichtbaar.

Goed is te zien dat er een duidelijk verschil is in de trend bij de nieuwe jaarlijkse aantallen installaties (blauwe kolommen) en bij de nieuwe capaciteit per jaar (gele kolommen). Bij de aantallen beginnen we op een hoog niveau van 3.765 [overgebleven †† !] nieuwe installaties in 2009, het gevolg van de enkele duizenden grotendeels particuliere kleine SDE beschikkingen die in de eerste jaren van de SDE (2008 tm. 2010) werden opgeleverd. Die bron droogde al snel op omdat particuliere installaties de facto uit de opvolger regelingen werden gedwongen (eis minimaal 15 kWp, later ook nog verplicht grootverbruik aansluiting), en zakte de hoeveelheid nieuwe installaties dan ook stapsgewijs naar het dieptepunt van 259 nieuwe projecten in 2014. Daarna zwol het jaarlijkse volume weer aan door een lange reeks van (deels) succesvol geïmplementeerde SDE "+" beschikkingen, tot een voorlopig maximum van 5.503 nieuwe projecten in Corona jaar 2020.

Daarna is, zelfs met grote hoeveelheden nieuw beschikte projecten onder de SDE "++" regimes, het tempo weer fors afgenomen, ook vanwege massieve wegval van beschikte projecten, waar met name de wijdverspreide netcongestie problemen een belangrijke (maar niet de enige) oorzaak van zijn. In 2021 en 2022 zijn met de recentste cijfers nu netto 3.887, resp. 2.591 nieuwe projecten toegevoegd. Dat laatst bekende volume voor 2022 is 47,1% van het record niveau in 2020.

In 2023 is nog maar een beperkt volume van 1.409 (netto) nieuwe projecten bekend (gearceerde blauwe kolom achteraan). Hier kan nog het nodige aan wijzigen, in de te verwachten maandelijkse cijfer updates, later in 2025. Duidelijk is, dat er netto bezien steeds minder aantallen projecten bijkomen. Zoals al vaker gememoreerd, komt dit grotendeels door een toenemende uitstroom van projecten, waarvan grotendeels de subsidie termijn is verlopen. Er komen daarvoor in de plaats slechts relatief weinig nieuwe projecten bij (grotendeels met SDE beschikking), waardoor de netto groei per jaar sterk afneemt, bij de aantallen projecten.

Capaciteit andersoortige trend, met een nieuw record jaar (2023)

Bij de capaciteit is de jaarlijkse aanwas in de beginjaren relatief "stabiel" geweest, met wat kleine op- en neerwaartse bewegingen, van 18,7 MWp nieuw in 2009, tijdelijk zakkend naar 13,0 MWp nieuw volume in 2010, nog eens 4 jaar iets boven dat niveau blijvend, om vanaf 2015 sterk te stijgen. Dat was in het begin vooral vanwege de implementatie van de toen succesvolle SDE 2014 regeling. Er werd elk jaar weer meer capaciteit toegevoegd, tot een voorlopig maximum van 2.436,9 MWp, wederom in het Corona jaar 2020. Maar ook de nieuwe capaciteit begon in de jaren 2021-2022 af te nemen, al was het op een veel minder dramatisch niveau dan bij de aantallen projecten.

In 2021 was het nieuwe netto volume nog 2.007,4 MWp, dat is in 2022 momenteel nog maar 1.991,0 MWp met de bekende cijfers in de huidige update. Dat is voor 2022, met 81,7% van het maximale nieuwbouw volume in 2020, in ieder geval beduidend beter dan de flinke terugval bij de (netto) aantallen nieuwe projecten (47,1%). Met, uiteraard, de blijvende disclaimer, dat ook deze jaargroei cijfers nog niet "in beton zijn gegoten", en nog verder licht kunnen wijzigen. Opvallend blijft in ieder geval, dat met de laatste updates, het jaargroei volume voor de capaciteit in 2022 continu, maar traag, dichter is toegekropen naar dat van het voorgaande jaar. Het verschil is nog maar 16,4 MWp.

In 2023 is inmiddels, vooral vanwege de eerder besproken, bizar hoge toevoeging in januari dat jaar, en de nodige toevoegingen in de meest recente updates, een netto volume bijbouw van 2.797,8 MWp geconstateerd (enkele updates hiervoor was dat nog slechts 1.223 MWp!). Dat is nu dus al hoger dan de nu bekende groei in zowel 2021 en 2022, en heeft de eerder vastgestelde record groei in Corona jaar 2020 al met 361 MWp overtroefd. 2023 is dus een nieuw recordjaar, wat de groei van gecertificeerde capaciteit betreft. Met de huidige stand van zaken zou de jaargroei in 2023 dus al bijna 41% hoger hebben gelegen dan de aanwas in 2022, en 14,8% meer dan in vorig record jaar 2020. We hebben echter ook gezien dat data regelmatig (flink) worden bijgesteld, dus de relatieve verhouding van de jaargroeicijfers in deze laatste jaren ligt beslist nog niet vast.

In de huidige update heb ik ook voor het eerst de capaciteits-aanwas in 2024 weergegeven achteraan in de grafiek. Met 2.017 MWp is die jaargroei nu al groter dan de aanwas in 2021 en 2022, al moet dat jaar 2020 en 2023 voorlopig nog voor zich dulden. Hier is beslist nog niet alles mee gezegd, de finale data voor 2024 zijn immers nog lang niet bekend!

Gemiddelde project omvang

Wederom heb ik, uit deze uit de eindejaars-data afgeleide jaargroei cijfers, uiteraard ook weer de gemiddelde systeemcapaciteit van de nieuwe aanwinsten per jaar berekend, en getoond in de groene curve in bovenstaande grafiek (vermogen in kWp gemiddeld per nieuwe installatie). Deze vertoont, na een lichte inzinking tussen 2009 en 2010, een zeer sterke progressie, van 5,0 kWp bij de nieuwe projecten in 2009, tot alweer ruim 768 kWp gemiddeld per nieuw project in 2022. Een factor 155 maal zo groot, in 13 jaar tijd. Deze enorme schaalvergroting, sterk gedreven door de oplevering van honderden zonneparken en enorme distributiecentra bomvol zonnepanelen op de uitgestrekte platte daken, is een van de belangrijkste oorzaken, van de nieuwe realiteit bij de stroomvoorziening in Nederland: de overal zichtbaar geworden netcongestie, met name op de middenspannings-netten. Voor de bijna actuele situatie, met details, zie de nieuwe gedetailleerde capaciteitskaart van Netbeheer Nederland (gescheiden in netafname resp. -invoeding, in de kaarten is reeds al lang van tevoren gereserveerde capaciteit voor nieuwe, nog te bouwen projecten, ingesloten). Wat uiteraard ook zijn weerslag heeft gekregen op de progressie van de uitbouw van de gecertificeerde nieuwe volumes in de VertiCer databank: die is sterk aan het vertragen. En slechts met veel moeite, onder anderen, door schaalvergroting van de individuele projecten, "op niveau" te houden.

Voor 2023 is een sterke toename van de gemiddelde capaciteit zichtbaar, naar inmiddels 1.986 kWp per project (!). Echter, omdat deze maatvoering van 2 input variabelen afhankelijk is (die beiden netto volumes betreffen, verschillen tussen instroom en uitstroom bij VertiCer), die beiden nog flink, in beide richtingen, kunnen gaan afwijken van de huidige waarden, is er nog niet veel te zeggen over wat dit uiteindelijk op kalenderjaar basis zal gaan opleveren. Het is echter wel waarschijnlijk, dat die gemiddelde nieuwe project capaciteit op een hoog niveau zal komen te liggen, vanweg de sterk neerwaartse trend bij het aantal nieuwe projecten, bij een blijvend hoog niveau voor de nieuwe totale capaciteiten.

†† Met name uit de oudere SDE regelingen, vallen regelmatig lang geleden bij VertiCer voorganger CertiQ ingeschreven projecten weg. Hier zijn verschillende redenen voor. In de uitgebreide SDE project analyses van Polder PV wordt hier regelmatig, en gedetailleerd over gerapporteerd (exemplaar 1 januari 2025, zie hier).


4. 100 procents-grafieken en segmentatie naar grootteklasse

Een van de nieuwe mogelijkheden van de compleet herziene presentaties bij VertiCer, is de segmentatie naar grootteklasse. Daar kon tot enkele jaren geleden uitsluitend iets over gezegd worden op basis van de jaaroverzichten, waar, al lang geleden op basis van een verzoek in die richting door Polder PV, inderdaad werk van gemaakt is door rechtsvoorganger CertiQ. Zoals in de eerste analyses al duidelijk werd, is dit nu ook op maandelijkse basis mogelijk. Met, we blijven dit herhalen, de waarschuwing, dat alle cijfers bijgesteld kunnen worden in latere updates, met name m.b.t. de meest recente data. Bij de al wat oudere periodes vinden wijzingen minder vaak plaats, en zijn ze meestal van een bescheiden omvang.

In het 3e artikel over de eerste resultaten van januari 2023 heb ik al meer-jaarlijkse trends laten zien bij de evolutie van de diverse grootte klasses. Inclusief een toen nog in de bestanden van CertiQ voorkomende enorme anomalie, die niet bleek te zijn hersteld (artikel 14 februari 2023). Van dat historische overzicht is medio 2024 een recente update verschenen, maar daar blijkt nauwelijks iets in te zijn gewijzigd (marginale bijstellingen). De huidige grafiek geeft voor de kortere termijn de nieuwe data tot en met februari 2025, en de aangepaste waarden voor de maanden in de meest recente periode daar aan voorafgaand.

4a. 100 procents-grafiek aantallen per categorie

Een zogenaamde "100-procents-grafiek" voor de evolutie trends van de 8 door VertiCer en haar rechtsvoorganger onderscheiden grootteklassen van de gecertificeerde PV-populatie die zij bijhouden, dit exemplaar voor de aantallen projecten aan het eind van elke maand. Voor eind februari / begin maart 2025 zijn de absolute waarden per grootteklasse rechts weergegeven. Globaal genomen namen de kleinste categorieën (1-5 kWp, 5-10 kWp, en 10-50 kWp) in betekenis af sedert juli 2021, de impact van de grotere categorieën werd groter. Vervolgens kwam er een stabilisatie, omdat het tempo bij de aantallen nieuw netgekoppelde (danwel netto overgebleven) projecten onder de SDE regimes weer flink is afgenomen. In de laatste maand cijfers zien we het aandeel van de kleinste project categorie weer toenemen t.o.v. de overige categorieën, waarschijnlijk omdat de uitval vooral wat grotere projecten betreft.

In de februari 2025 update, is het totale aantal installaties groter of gelijk aan 50 kWp, medio 2021 al meer dan de helft, met het gezamenlijke volume al 57,5% van het totaal gekomen (19.918 van, in totaal, 34.641 netto overgebleven projecten). De categorie 100-250 kWp omvat het grootste aantal projecten, 7.439 exemplaren, afgezien van de kleinste installaties tot 5 kWp (overgebleven 8.597 stuks, eind februari 2025). Uiteraard hebben de grotere project categorieën, vanaf 250 kWp, relatief weinig tot bescheiden aantallen. Maar schijn bedriegt: ze omvatten de allergrootste volumes bij de capaciteit, en hebben dus een zéér grote impact op de totale populatie, en dus ook op de te verwachten stroomproductie. Zie de volgende grafiek, in paragraaf 4b.

Plussen en minnen

Een klein deel van de afnemende betekenis van de kleinste project categorieën wordt veroorzaakt door continue uitval uit het databestand van VertiCer (diverse redenen mogelijk, ook al heel lang waargenomen bij de SDE portfolio's, analyse status 1 januari 2025). Daar staat ook weer tegenover dat volledig buiten de populaire SDE regelingen om gerealiseerde kleinschalige projecten bijgeschreven kunnen worden in de registers van VertiCer. Een fenomeen wat compleet onbekend lijkt in de PV sector in ons land, er wordt in ieder geval nooit over gerept, behalve dan bij Polder PV. In 2023 werden er bijvoorbeeld, met de meest recente data, netto 38 installaties in de kleinste project categorie uitgeschreven, maar kwam er tegelijkertijd een verrassende hoeveelheid van 143 exemplaren bij in de categorie 5 tm. 10 kWp, waarvoor normaliter beslist géén (nieuwe) SDE beschikking afgegeven kan zijn sedert SDE 2011 (zie ook tabel paragraaf 5b). Tot nog toe waren het netto 47 uitgeschreven projecten voor de kleinste categorie, resp. netto 19 nieuw ingeschreven projecten voor categorie 5-10 kWp, in 2024.

Dat soort kleine projecten zijn mogelijk afkomstig uit portfolio's van bedrijven zoals Powerpeers, Vandebron, en Allinpower, en het in België al actieve EnergySwap, die geoormerkt garanties van oorsprong (GvO's) van door de afnemer aangewezen projecten afboeken, ter "vergroening" van de stroomconsumptie van de klant. Daar kunnen ook (zeer) kleine residentiële projecten, of bijvoorbeeld kleine installaties op scholen, gymzalen e.d. bij zitten. Om dat soort transacties in Nederland te kunnen / mogen doen, moeten de betrokken projectjes ook verplicht geregistreerd worden bij VertiCer. En die zien we hier dus tevoorschijn komen.

Bijstellingen aantallen per categorie

De grootste categorie, projecten (of eigenlijk: "registraties") groter dan 1 MWp per stuk, omvat eind februari 2025 1.738 installaties. In de update van januari waren er, zeer byzonder in de VertiCer cijfer historie, 13 exemplaren mínder dan in de voorgaande update, in deze grootste categorie. Netto bezien, is de totale wijziging dan maar 1 exemplaar minder geweest, sinds de eind 2024 opgetekende 1.739 exemplaren. Daarmee lijkt deze vreemde statistiek aberratie voorlopig weer "opgelost" ...

Hoe het ook zij, het huidige volume van 1.738 installaties in deze grootste categorie, is slechts 5,0% van het totale aantal op dit moment. Op herhaalde verzoeken van Polder PV, om deze grote "verzamelbak" verder op te splitsen, gezien de dominante hoeveelheid capaciteit in deze categorie (zie grafiek onder paragraaf 4b), is, destijds, CertiQ, helaas niet ingegaan.

4b. 100 procents-grafiek capaciteit per categorie - augustus 2024 anomalie lijkt hersteld, maar weer een vreemde neergaande beweging

Een vergelijkbare "100 procents-grafiek" als voor de aantallen projecten, maar nu voor de periode juli 2021 tm. februari 2025, voor de daarmee gepaard gaande capaciteiten in MWp. Voor begin maart 2025 zijn wederom de absolute volumes rechts weergegeven, alsmede, voor de grootste categorie, voor enkele andere peildata voor en na "De Grote Augustus Anomalie". Een totaal ander beeld is hier te zien, met "überdominant" de grootste project categorie (installaties groter dan 1 MWp). Ook is direct te zien, waar de enorme capaciteits-anomalie voor augustus, eerder reeds beschreven, zijn grondslag heeft. Eind juli was het volume in die categorie, met projecten per stuk groter dan 1 MWp, namelijk "nog maar" 9.536 MWp groot (wel alweer, door voortdurende bijstellingen / nagekomen volume, 15,8% meer dan de eind van die maand gerapporteerde 8.238 MWp). Wat in lijn is met de historie van de voorgaande evolutie.

In augustus tm. september zou, volgens de oorspronkelijke cijfers van VertiCer, er al een absurd hoog volume van 13,8 GWp zijn geaccumuleerd in die categorie. Dit is terug te voeren op de toen nog niet publiekelijk gecorrigeerde grote anomalie voor augustus dit jaar, en heeft een enorme impact op de kwaliteit van deze 100-procents-grafiek. In de augustus update ben ik kort ingegaan op de onmogelijkheid van deze accumulatie cijfers (paragraaf "29 Dorhoutmeessen"). Omdat de cijfers voor deze 2 maanden onwaarschijnlijk hoog zijn, heb ik deze gearceerd weergegeven, met rode kolom rand. Ook voor oktober zien we een nog steeds onwaarschijnlijk hoge status van, inmiddels, bijna 11,6 GWp, waarbij er kennelijk al een eerste "correctie ronde" over de data heen is gegaan bij VertiCer. In november lijken de data weer "genormaliseerd", en is het volume op een voorstelbaar niveau van 9.591 MWp uitgekomen, zoals in een vorige update al was voorspeld door Polder PV. Vandaar dat ik ook oktober hier gearceerd heb weergegeven, toen was er waarschijnlijk nog steeds sprake van gedeeltelijk incorrecte (veel te hoge) data. De sterk verstorende invloed op de evolutie van alle data in deze 100% grafiek is duidelijk zichtbaar bij de maandcijfers voor augustus tm. oktober.

Status eind februari 2025

De toegevoegde, alweer gewijzigde cijfers voor december 2024 en januari 2025 laten weer een "natuurlijke" groei zien, tot 10.776 MWp. Waarmee dus voor het eerst in de (CertiQ / ) VertiCer historie, er meer dan 10 GWp zou zijn geaccumuleerd, in de grootste categorie. In de februari rapportage is er echter weer een slecht verklaarbare neergang van 16% te zien, naar, momenteel 9.090 MWp. Dat volume is 67% van het ook flink neerwaarts bijgestelde totale volume (13,6 GWp). Eind juli 2021 was dat aandeel van de grootste categorie nog 51%, het relatieve verschil is dus, ondanks de soms vreemde cijfer bijstellingen, behoorlijk groot geworden, in ruim 3 en een half jaar tijd. De neerwaartse capaciteit bijstelling is slecht verklaarbaar, mogelijk is een van de oorzaken genoemd door, destijds, CertiQ, hier debet aan.

De grootste categorie heeft tegelijkertijd een relatief bescheiden aantal projecten, de hierboven al genoemde 1.738 exemplaren. Dit resulteert in een steeds hoger wordende systeemgemiddelde capaciteit. In juli 2021 was dat nog 4.024 kWp gemiddeld, begin maart 2025 is dat alweer toegenomen naar 5.230 kWp, een toename van 30% in 43 maanden tijd.

Voor de overige categorieën blijft er dan niet zeer veel "ruimte" meer over op het totaal. Nemen we ook nog de drie opvolgende categorieën mee (flinke projecten van een halve - 1 MWp, 250 - 500 kWp, resp. 100 - 250 kWp), claimen de grootste vier project categorieën het allergrootste geregistreerde volume in de totale markt. Dit was in juli 2021 al 93,3%, eind februari 2025 is dat, met de meest recente data in de huidige update, 96,2% geworden. De kleinste 2 categorieën zijn op deze schaal al vrijwel niet meer zichtbaar. Hun aandeel is begin maart 2025 geslonken naar nog maar 0,12% van totaal volume (15,6 MWp, projecten van elk 5 - 10 kWp), resp. 0,16% (21,9 MWp, projecten van elk 1 - 5 kWp).

Dan resteren, begin maart 2025, nog relatief bescheiden volumes voor de categorieën projecten van 50-100 kWp (totaal volume gedaald naar 360 MWp, 2,7%), resp. 10-50 kWp (nog maar 121 MWp, 0,9%).


5. Jaarvolume segmentaties 2022 - 2023

5a. 2022 revisited - status update publicatie 3 maart 2025

In de maandrapport analyse voor januari 2023 publiceerde ik ook een tabel met de nieuw gereconstrueerde cijfers voor de jaargroei voor kalenderjaar 2022. Daar zijn natuurlijk in de tussenliggende rapportages weer veel wijzigingen in gekomen, waarbij ik de laatste stand van zaken in de februari 2025 update hier onder weergeef in tabelvorm. Voor nadere toelichting, zie de analyse bij het januari 2023 rapport. Het is voor het 2e achtereenvolgende rapport, dat in deze tabel geen wijzigingen meer zijn doorgevoerd, de tabel is dus identiek aan die van eind 2024. Dit sluit echter niet uit dat er later nog (marginale) wijzigingen voor 2022 kunnen worden doorgevoerd. Als dat gebeurt, wordt op deze plek in komende updates daar melding van gemaakt, met een aangepaste tabel.

Nieuwe jaarvolumes 2022 (YOY)
Aantallen
aandeel op totaal (%)
Capaciteit (MWp)
aandeel op totaal (%)
Gemiddelde capaciteit per nieuwe installatie (kWp)
1-5 kWp
-53
-2,0%
-0,058
-0,003%
1,1
5-10 kWp
50
1,9%
0,406
0,02%
8,1
10-50 kWp
228
8,8%
7,145
0,36%
31,3
50-100 kWp
438
16,9%
33,606
1,7%
76,7
100-250 kWp
800
30,9%
138,143
6,9%
172,7
250-500 kWp
528
20,4%
182,497
9,2%
345,6
500-1.000 kWp
270
10,4%
193,087
9,7%
715,1
> 1 MWp
330
12,7%
1.436,174
72,1%
4.352,0
Totaal
2.591
100%
1.991,000
100%
768,4

Aantallen nieuw "totaal": 2.591; capaciteit: 1.991,000 MWp. De systeemgemiddelde capaciteit van de toevoegingen in 2022 is 768,4 kWp bij de totale volumes. Zie de tabel voor de overige details bij alle segmentaties.

Overduidelijk blijft, dat de grootste groei bij de aantallen nieuwe projecten in 2022 lag bij de installaties van 100 tm. 250 kWp (inmiddels 800 nieuwe exemplaren bekend, 30,9% van totale jaarvolume), met categorie 250 tm. 500 kWp als goede tweede (528 nieuwe projecten, 20,4%). Dat zijn beide populaire categorieën PV projecten op boerderijen, kleinere industriële daken en -complexen, en bij het midden- en kleinbedrijf.

Opvallend blijft het forse volume van, inmiddels, 330 nieuwe installaties in de grootste projecten categorie >1 MWp (12,7%), waar de meeste grondgebonden zonneparken en grote rooftop installaties op distributiecentra e.d. onder vallen. Ook valt de negatieve groei van de kleinste project categorie op, er zijn in totaal netto 53 projecten uit de databank van VertiCer "uitgeschreven" in 2022. Daarvoor zijn diverse redenen mogelijk, waar onder mogelijk eerste oude projecten met een SDE 2008 of 2009 beschikking, die door hun subsidie termijn heen zijn, en waarvan de eigenaren actief de registratie bij VertiCer hebben be-eindigd.

Bij de capaciteit is het verhaal compleet anders. Hier blijft de categorie projecten groter dan 1 MWp alles veruit domineren, met maar liefst 1.436,2 MWp van het totale 2022 jaarvolume (72,1%) op haar conto, een zoveelste illustratie van de schaalvergroting in de projecten markt. De drie opvolgende categorieën kunnen nog enigszins - op grote afstand - meekomen, met aandelen van 9,7, 9,2, resp. 6,9% van het totale toegevoegde project volume (capaciteit). De kleinste 3 categorieën doen uitsluitend voor spek en bonen mee bij dit grote projecten-geweld (aandelen 0,36% of veel minder bij de capaciteit).

5b. Groei in 2023 (voorlopig) - status update publicatie 3 maart 2025

Naar analogie van de cijfers voor de nieuwe aanwas in heel 2022 (vorige tabel), geef ik hier onder de uiteraard nog voorlopige data voor de 12 maanden van 2023 (cumulatie januari tm. december), volgens de cijfers in het laatste maandrapport verschenen op de VertiCer website. Ondanks de hier al weergegeven aanpassingen, gaat er waarschijnlijk nog wel meer veranderen aan deze data, het zijn dus nog voorlopige cijfers voor dat jaar (cursief: wijziging t.o.v. rapportage van januari 2025). Diverse primaire data zijn in de februari 2025 update gewijzigd t.o.v. die in het voorlaatste maandrapport, sommige data zijn echter niet veranderd.

Nieuwe jaarvolumes 2023 (YOY)
Aantallen
aandeel op totaal (%)
Capaciteit (MWp)
aandeel op totaal (%)
Gemiddelde capaciteit per nieuwe installatie (kWp)
1-5 kWp
-38
-2,7%
-0,040
-0,001%
1,1
5-10 kWp
143
10,1%
1,255
0,05%
8,8
10-50 kWp
75
5,3%
2,376
0,09%
31,7
50-100 kWp
261
18,5%
19,872
0,7%
76,1
100-250 kWp
329
23,3%
54,611
2,0%
166,0
250-500 kWp
216
15,3%
71,269
2,5%
329,9
500-1.000 kWp
167
11,9%
123,249
4,4%
738,0
> 1 MWp
256
18,2%
2.525,232
90,3%
9.864,2
Totaal
1.409
100%
2.797,824
100%
1.985,7

Uit dit overzicht blijken 2 zaken kristalhelder: de groei is in 2023, wat de toegevoegde capaciteit betreft, in bijna alle kleinere categorieën "niet van betekenis" geweest, en/of, vanwege de vele wijzigingen in de actuele databestanden bij VertiCer, hebben deze zelfs (tijdelijk ?) tot negatieve groeicijfers geleid t.o.v. de herziene status aan het begin van het jaar (= status EOY 2022, vorige tabel). Er zijn vanaf begin 2023 nogal wat wijzigingen geweest in de updates van dat jaar. Sommige voorheen "negatieve groeicijfers" zijn inmiddels omgeturnd in positieve exemplaren, en vice versa. De categorie 10-50 kWp had eerst negatieve groeicijfers, kwam bij de aantallen op precies nul uit in de update van juli 2024, en laat nu al een positieve groei zien van 75 exemplaren. Nogmaals wijs ik op het oorspronkelijke, uitgebreide commentaar van CertiQ, hoe dergelijke (tijdelijke) negatieve groeicijfers en wijzigingen daarin tot stand kunnen komen in hun databestanden.

Negatieve groei cijfers zijn er nu alleen nog maar voor zowel aantallen als bij de capaciteit bij de categorie 1-5 kWp (-38, resp. -0,040 MWp). Het gemiddelde van die "netto afvoer" geeft een project gemiddelde van 1,1 kWp.

In totaal zijn er netto bezien in 2023 nog maar 1.409 nieuwe projecten bijgekomen, dat zijn er slechts 6 meer dan in de voorgaande update. Dat zal echter nog steeds bijgesteld kunnen gaan worden in komende updates, al verwacht ik hier niet al te grote bijstellingn meer. Het blijft in ieder geval een zeer laag niveau, dat is al een tijdje duidelijk. Een neergaande trend bij de netto bijkomende projecten was al veel langer zichtbaar in de klassieke maand rapportages. Zie de eerste grafiek in de analyse van het laatste "gangbare" maandrapport van rechtsvoorganger CertiQ (december 2022). Deze trend lijkt zich te hebben versterkt, vooral bij de netto aantallen nieuwkomers (netto = nieuwe aanwas minus bij VertiCer uitgeschreven projecten per maand).

Flinke wijziging bij groei capaciteit in 2023

Wat overblijft, is het enige positieve punt, namelijk de groei van de capaciteit, ondanks de vele, structurele problemen in de markt (met name voorhanden actuele netcapaciteit en hogere project kosten). De facto is die vrijwel exclusief neergekomen op een toename in, het wordt eentonig, de grootste project categorie (registraties per stuk groter dan 1 MWp). Want daar werd tussen januari en eind december 2023 een aanzienlijk volume van 2.525,2 MWp aan toegevoegd, ruim 90% van het totale nieuwe record jaar volume van bijna 2.798 MWp. Inmiddels dus al duidelijk hoger dan de niet meer formeel gewijzigde jaargroei van voorgaand record jaar 2020 (bijna 2.437 MWp). Dit was in de update van eind 2023 nog maar 1.298 MWp, de bizarre toename van het bij VertiCer geregistreerde vermogen in januari 2023, gevolgd door de vele verdere wijzigingen in de volgende updates, is hier grotendeels debet aan. Er wordt dus heel veel volume later bijgeschreven voor reeds verstreken jaren, het is goed dat men dit beseft. Met bovengenoemd volume is 2023 bovendien het nieuwe record jaar geworden bij de aanwas cijfers voor capaciteit in de gecertificeerde projecten markt.

Schaalvergroting nochmals

De schaalvergroting in de projecten sector wordt duidelijk geïllustreerd, door het feit dat de capaciteits-aanwas voor de grootste PV installatie categorie (projecten per stuk groter dan 1 MWp), in 2023 nu al 76% groter is dan in 2022 (2.525 MWp voor 2023, tabel 5b, versus 1.436 MWp voor 2022, tabel 5a). Dit zien we ook terug bij de gemiddelde capaciteit voor die categorie. Die was in 2022 nog, netto, 4.352 MWp per project. In 2023 is dat gemiddeld 9.864 MWp geworden, een factor 2,3 maal zo groot in 1 jaar tijd!

Ook vanwege de hoge project gemiddelde capaciteit in deze grootste categorie blijft deze een zeer dominant stempel op het totale gerealiseerde volume zetten.

De enige categorieën die nog enigszins iets voorstellen zijn de 3 op een na grootsten, met projecten tussen de 500 en 1.000 kWp, resp. 250-500 kWp, en 100-250 kWp, die momenteel cumulatief in 2023 een verzameling van 123 MWp, resp. 71 MWp en 55 MWp nieuw toegevoegde capaciteit tellen. De overige categorieën stellen weinig voor bij de nieuw opgeleverde capaciteit in deze periode.

2024 pending

In een volgende update zal ik ook de nog zéér voorlopige cijfers voor 2024 gaan toevoegen. Deze zullen in komende updates sowieso nog dramatisch gaan wijzigen en verder aangevuld worden. Vooralsnog is de nu bekende kalender jaargroei 2.017 MWp in 2024, zie ook de optelling van de twee half-jaren in de grafiek in paragraaf 3c. 1.464,3 MWp toename in het eerste half-jaar, en nog eens 552,4 MWp in de tweede jaarhelft. Maar die cijfers zullen nog dramatisch gewijzigd gaan worden. Pro memori, dus.


6. Evolutie van gecertificeerde zonnestroom productie / uitgifte van GvO's tm. januari 2025

Ook voor deze parameter, afgegeven hoeveelheid Garanties van Oorsprong (GvO's), geldt, dat er op 24 augustus een update van de historische cijfers is gegeven. Deze zijn weergegeven in de tweede VertiCer revisie naast het voorgaande maandrapport. In het huidige bijgestelde overzicht geef ik weer alleen de meest recente cijfers weer, vanaf mei 2021. Voor een fraaie, bijgewerkte grafiek die verder terug gaat in de tijd, zie de update in de bespreking van het augustus 2024 rapport, en het commentaar daarbij. Nadat in een recente update voor het eerst een nog zéér voorlopige, totale jaarproductie bekend is geworden voor 2023, zijn inmiddels de eerste resultaten voor januari tot en met december in het nieuwe jaar, 2024, én het eerste volume voor januari 2025 gepubliceerd. Met, het wordt saai, de anomalieën in februari en augustus, die ook nog steeds niet officieel zijn "gerepareerd" in de publiek beschikbare VertiCer data.***

De anomalie die Polder PV ontdekte voor december 2023, en die hij uiteraard direct aan VertiCer rapporteerde, is inmiddels wél gerepareerd.

De extractie van een continue reeks van zonnestroom productie data uit de nieuwe spreadsheets van VertiCer is niet eenvoudig omdat de zonnestroom data tussen alle overige GvO cijfers in staan (diverse energie productie platforms), sterk verspreid over meerdere locaties, er terug gerekend moet worden naar maand van productie, er continu wijzigingen / bijstellingen zijn, en alle over verschillende periodes uitgegeven garanties van oorsprong (GvO's) voor gecertificeerde zonnestroom uiteindelijk per maand opgeteld moeten worden. Bovenstaande grafiek is het uiteindelijke resultaat, met de meest recent beschikbare reeks van mei 2021 tm. de eerste cijfers voor januari 2025. In de maand rapportages lopen de productie resultaten normaliter altijd 1 maand achter op die van de opgestelde generator capaciteit. De productie is weergegeven in de blauwe curve (rechter Y-as als referentie, eenheid GWh = 1 miljoen kWh).

De curves geven het netto resultaat weer van: garanties van oorsprong uitgegeven voor zonnestroom geleverd aan het net (grootste hoeveelheden) + GvO's uitgegeven voor "niet-netlevering" (directe eigen consumptie), minus het aantal om wat voor reden dan ook in de betreffende maand teruggetrokken GvO's. Dat laatste is meestal een relatief bescheiden aftrekpost. In een vorige update was mei 2023 de maand met het hoogste volume wat ooit was ingetrokken (15,3 GWh), netto werd toen voor 1,36 TWh aan GvO's aangemaakt. Daar zijn inmiddels echter alweer 3 maanden overheen gekomen. Ten eerste, maart 2024, met inmiddels 41,3 GWh aan terug getrokken GvO's, en een netto aanmaak (dus minus teruggetrokken) van 770 GWh. December 2023 kwam daar overheen, met inmiddels 89,5 GWh teruggetrokken GvO's (zie ook verderop). In de huidige update heeft november 2024 haar kampioens-positie inmiddels bestendigd. In die maand werd voor maar liefst 142,5 GWh aan GvO's teruggetrokken, ten opzichte van een netto uitgave niveau van slechts 304 GWh ...

Drijvende krachten GvO uitgifte

Er zijn twee "drijvende krachten" achter het verloop van deze curve. Ten eerste natuurlijk de seizoens-variabiliteit, die zich uit in hoge producties in de zomermaanden ("toppen"), resp. lage output in de wintermaanden ("dalen"). Meestal is december de minst producerende maand. Eerder zagen we al dat, sterk afhankelijk van de gemiddelde instralings-condities in de betreffende maand, in de zomerperiodes hetzij mei (2020), juni (2019, 2021, 2022), of juli (2017, 2018) de best performer waren bij de productie. Voor de hier getoonde recentere periode zijn de waargenomen "zomer pieken" langere tijd alle 4 in juni gevallen. De huidige piek waarden voor juni 2021 en juni 2023 zijn verder verhoogd, die voor juni 2022 is gestabiliseerd. Voor 2024 heeft juni echter al in een voorgaande update plaats moeten maken voor een hogere GvO uitgifte in de opvolgende zomermaand, juli. Die nu 1.378 GWh in de boeken heeft staan, tegenover 1.367 GWh voor juni. Of dat in komende updates ook de nieuwe verhouding zal blijven weergeven, is echter de nog niet te beantwoorden vraag. Dat hangt volledig af van de nog onbekende, nakomende toewijzingen van GvO's voor beide maanden. De vier piekwaarden zijn in bovenstaande grafiek weergegeven.

De tot nog toe gecertificeerde productie in juni 2023 heeft een nieuw record niveau van, inmiddels 1.566 GWh bereikt. Dat is 25,6% hoger dan in juni 2022, waarvoor tot nog toe 1.247 GWh aan zonnestroom GvO's zijn uitgegeven. Anton Boonstra had voor heel Nederland, voor juni 2023, 11% meer instraling vastgesteld dan in juni 2022, de maand was dan ook "record zonnig" volgens het KNMI. Dit opmerkelijke resultaat voor juni is dus niet verbazingwekkend. Dat, in combinatie met de continu voortschrijdende nieuwbouw van PV projecten (al dan niet met SDE subsidie), maakt dat we eind juni 2023 al een (gecertificeerd) productie record te pakken hebben. Deze piek kan in theorie nog steeds iets hoger kan gaan worden in komende updates, zoals reeds in eerdere exemplaren is geschied.

Ook de piek volumes uit met name 2021 en 2022 kunnen later nog, zij het marginaal, worden bijgeplust. Zeker van de kleinere projecten, die niet maandelijks door een meetbedrijf worden gemeten, komen productiecijfers namelijk heel erg laat pas beschikbaar, en worden ze dan pas aan de databestanden van VertiCer toegevoegd. En worden ze "zichtbaar" in de hier getoonde productie historie. Als dit al geschiedt, zal de impact ervan echter zeer bescheiden zijn.

Juli 2023 duidelijk minder productie dan juni

Het resultaat voor juli 2023 laat een scherpe neerwaartse knik in de grafiek zien, en komt, voorlopig, uit op een productie van 1.227 GWh in die maand, inmiddels 1,0% hoger dan de 1.215 GWh in de zeer zonnige juli maand van 2022. Ten eerste was juli 2023, i.t.t. juni, een historisch bezien "normale" maand wat het aantal zonne-uren betreft. Boonstra meldde dat er in die maand 11,3% minder instraling was dan in juli 2022, en productie is altijd direct gerelateerd aan de hoeveelheid instraling. Dat er nu toch iets meer is geproduceerd, ligt uiteraard aan de ondertussen gegroeide gecertificeerde capaciteit die, ondanks lagere zoninstraling, in totaal dus een hogere output gaf te zien.

Voor meer commentaar op het verloop van de GvO curve in 2023, zie de bespreking in de update van januari 2025.

6a Casussen anomalieën bij GvO uitgifte volumes

(1) Nog niet herstelde nieuwe anomalie GvO uitgiftes februari 2024***; december 2023 wel gecorrigeerd

Februari 2024 heeft een volstrekt onwaarschijnlijk niveau van, inmiddels zelfs 2.136 GWh (!) aan "kennelijk" afgegeven volume van GvO's (dunne blauwe stippellijn). Vooral voor de categorie "Aantal uitgegeven GvO's (niet-netlevering)" was de uitgifte in die maand extreem hoog, 1.937 GWh (91% van totale uitgifte niveau, verminderd met een marginaal niveau van teruggetrokken GvO's voor zonnestroom, 3.592 MWh). Dit is volstrekt onbestaanbaar, en leek toen op een grote fout in het VertiCer systeem te wijzen, waarover ik destijds al een e-mail had verstuurd. Het antwoord kwam op 15 april 2024 binnen bij Polder PV:

*** Naar aanleiding van mijn e-mail aan VertiCer ter opheldering van de hoogst merkwaardige anomalie m.b.t. de gerapporteerde afgegeven hoeveelheid GvO's in de februari rapportage, kreeg ik op 15 april een kort, maar zeer duidelijk antwoord: "De oorzaak ligt in een foutieve meetwaarde die de netbeheerder heeft ingestuurd en geaccordeerd. De netbeheerder heeft na onze constatering een gecorrigeerde meetwaarde ingestuurd". We zouden dus een herstel van deze grote fout kunnen gaan verwachten in een van de komende updates, maar helaas is deze nog steeds niet doorgevoerd in de updates van april tm december 2024. In ieder geval, met dank aan VertiCer voor deze verklaring. Zie verder ook het intermezzo in de vorige analyse, waarin Verticer ingaat op het waarom van uitblijvende data wijzigingen.

Vanwege de nog steeds niet herstelde anomalie, is het betreffende gedeelte in de grafiek gestippeld weergegeven. Het "logische verloop" is in de grafiek weergegeven middels de streepjeslijn tussen de punten januari en maart 2024.

(2) GvO anomalie II - december 2023, is hersteld

Helaas had Polder PV in de data van de oktober update alwéér een nieuwe fout ontdekt. Het nieuwe volume voor december 2023 was opeens veel te hoog. Dat was in de update van september namelijk nog maar 142,9 GWh, een "logisch volume" gezien de historische context. Echter, in de update van oktober was opeens een netto (netlevering + niet netlevering - teruggetrokken) hoeveelheid van maar liefst 224,9 GWh te zien. Dit was weliswaar in de november update iets bijgesteld tot 224,8 GWh, wat slechts marginaal lager lag dan het niveau in november. Maar, overduidelijk incorrect, véél hoger dan het huidige volume voor zeer zonnige januari 2024 (213,6 GWh) zou zijn. Ik stelde toen al vast dat dit onmogelijk was, zelfs als we zouden aannemen, dat er nog het nodige aan GvO's bijgeschreven zou moeten gaan worden voor al deze maanden. Volgens de definitieve KNMI rapportages voor de maanden november 2023, december 2023, en januari 2024, zou de globale instraling op het horizontale vlak achtereenvolgens 8.798 J/cm², 4.942 J/cm², resp. 8.824 J/cm² te zijn geweest. Waarbij december 2023 van het drietal dus by far de láágste instraling had, en opvolgend januari 2024 veruit de hoogste instraling, hoger nog dan in november 2023.

Geconcludeerd moet worden, dat er iets goed misgegaan moet zijn bij de ingave van de december 2023 volumes. Het enige wat namelijk blijkt te zijn gewijzigd, is een nieuwe entry voor december 2023, toegevoegd in de maand van melding, oktober 2024, waarin een extra volume van maar liefst 82,3 GWh is weergegeven. Wat gewoon niet kan kloppen. Hierover is direct door Polder PV contact opgenomen met VertiCer. Naar aanleiding van enkele vragen hierover kwam een medewerker met een reply, die in het hierboven al gelinkte intermezzo is weergegeven, omdat die belangrijk is voor een beter begrip over de "fouten correctie policy" bij dit dochterbedrijf van TenneT / Gasunie.

Inmiddels lijkt de betreffende netbeheerder haar data te hebben gecorrigeerd. In de huidige, februari 2025 rapportage, is namelijk een record hoeveelheid GvO's (89,5 GWh) teruggetrokken, waardoor de optelling van netlevering, niet-netlevering, en (negatief) de teruggetrokken hoeveelheid uitkomt op een "normale" maandsom van 142,8 GWh voor december 2023. In bovenstaande grafiek is daarom ook het eerder geplotte rode cirkeltje verwijderd, we hebben voor die maand weer met een "normaal", cq. "logisch verloop" te maken.

(3) En alwéér een forse anomalie - augustus 2024

Het zal u in het licht van bovenstaande missers wellicht niet verbazen, dat in de januari 2025 update alwéér een nieuwe, grote afwijking, is ontdekt door Polder PV. En wel, voor de nieuwste data voor augustus 2024. Deze laten inmiddels, in de update met resultaten tm. januari 2025, een nieuw, "record" volume aan GvO's geleverd aan het net zien, van 2.805,1 GWh. In de update van december 2024 was dit nog slechts 1.036,4 GWh. Dat volume zou dus in 2 nieuwe rapportages met een factor 2,7 groter zijn geworden, hoogst onwaarschijnlijk. Mede gezien het hoogste "normale" volume wat ooit is uitgegeven, voor juni 2023, 1.302,3 GWh voor netinvoeding.

Met de optelling van eigenconsumptie (219,1 GWh), en onder aftrek van weer ingetrokken GvO's (bijna 5,2 GWh), komt augustus 2024 netto bezien op een hoogst onwaarschijnlijk niveau uit van 3.019 GWh. Dat is sowieso al veel hoger dan de 2.136 GWh voor februari dat jaar, wat ook al een grote fout blijkt te zijn, die nog niet publiekelijk is hersteld. En het ligt op bijna het dubbele niveau van de "normale" record waarde voor juni 2023, bijna 1.566 GWh.

Ergo: alwéér een grove fout, dus. Die ik in de grafieken wederom met een lichte stippellijn heb weergegeven, en het "waarschijnlijke verloop van de curve", met een dikke streepjeslijn.

VertiCer is uiteraard van deze zoveelste anomalie wederom op de hoogte worden gesteld door Polder PV. Hun beknopte reactie was een bedankje, voor het vaststellen van "deze opvallende data". Ze zouden wederom "contact opnemen met de desbetreffende netbeheerder, om te beoordelen of de data welke zij hebben ingestuurd correct is en/of deze, wanneer nodig, gecorrigeerd kan worden".

Duidelijk blijft, uit bovenstaande 3 voorbeelden, dat zelfs bij gecertificeerde meetwaarden opgaves, dus (grote) fouten kunnen arriveren op de VertiCer burelen. Dit is, wat Polder PV betreft, een zeer zorgwekkende constatering. Alleen zeer stricte, continue controles op die aangeleverde waarden, kunnen garanderen dat het GvO systeem 100 procent waterdicht blijft.

2024 - 2025: alle / andere maandcijfers

In onderstaand lijstje laat ik de verschillen zien tussen de huidige opgave van netto verstrekte GvO's per maand in 2024, en voor januari 2025, de opgave voor dezelfde maand in het voorgaande jaar, en het procentuele verschil.

Maand / nieuwe netto uitgifte / idem zelfde maand voorgaande jaar / procent verschil

  • januari 2024 / 213,6 GWh / 159,2 GWh / 34%
  • februari 2024 (anomalie 2.136,4 GWh, nog niet publiekelijk hersteld) / 341,2 GWh / ?
  • maart 2024 / 770,3 GWh / 603,1 GWh / 28%
  • april 2024 / 1.097,6 GWh / 997,7 GWh / 10%
  • mei 2024 / 1.313,8 GWh / 1.361,9 GWh / -3,5%
  • juni 2024 / 1.366,6 GWh / 1.566,0 GWh / -12,7%
  • juli 2024 / 1.377,6 GWh / 1.226,5 GWh / 12,3%
  • augustus 2024 (anomalie 3.019,1 GWh, nog niet publiekelijk hersteld) / 1.087,5 GWh / ?
  • september 2024 / 920,4 GWh / 929,3 GWh / -1,0%
  • oktober 2024 / 555,4 GWh / 457,4 GWh / 21%
  • november 2024 / 303,6 GWh / 227,1 GWh / 34%
  • december 2024 / 124,6 GWh / 142,8 GWh / -13%

  • januari 2025 (t.o.v. jan. 2024) / 184,5 GWh / 213,6 GWh / 29%

Met name voor de laatst gerapporteerde maanden zullen er sowieso nog het nodige aan uitgegeven GvO's bij gaan komen. Standaard bij de GvO data van VertiCer is, dat de eerstpublicatie voor een willekeurige maand al het veruit grootste volume GvO's voor die maand oplevert. Afgiftes die later worden gepubliceerd, zijn al veel geringer van omvang, en worden stapsgewijs kleiner qua volume. Het "doorsijpelen" van later afgegeven GvO's, die met terugwerkende kracht voor de betreffende maand worden bijgeschreven, kan echter zeer lang doorgaan. Dat kan langer dan een jaar duren in veel gevallen.

Meer capaciteit, meer GvO's, maar ook keerzijde

De tweede drijvende kracht achter de curve in bovenstaande grafiek is uiteraard de in het recente verleden zeer onstuimige groei van de projecten markt, met telkens flink meer, gemiddeld genomen steeds grotere PV projecten, wier nieuwe productie volumes in de loop van het kalenderjaar toegevoegd worden aan de output van het eerder al bestaande productie "park". Dat is dé drijvende kracht achter de steeds hoger wordende pieken (bovenop de verschillen in instraling van jaar tot jaar). Alle nieuwe capaciteit zal bijdragen aan het verhogen van de pieken, zelfs al hebben ze in sterk toenemende mate oost-west opstellingen om de voor netbeheerders zeer vervelende "middag-output-piek" te verlagen. Ook het steeds meer om zich heen grijpende fenomeen van afschakelingen bij negatieve marktprijzen, zal in de projecten markt al te sterke stijgingen bij de afgifte van GvO's onder druk zetten. De potentiële zonnestroom productie wordt dus in toenemende mate uitgehold.

Nog niet is bekend, hoe er bij VertiCer omgegaan zal gaan worden met certificaten voor, bijvoorbeeld, door grote zonnestroom projecten tijdelijk in accu's opgeslagen elektra. Mijn vermoeden is, dat zo'n accu dan als "afnemer" gezien zal worden, en dat daarna het recht op "groenheid" bij gebruik verloren is gegaan. Er is immers al bij de productie een certificaat afgegeven, dat kan niet "verdubbeld" worden. Er is veel interesse voor accu systemen ("BESS"), en ik zie meer projecten met realisaties van opslag van elektra.

Progressie in winter"dips"

In de productie curve was tot aan een vorige update goed te zien dat de zogenaamde "winter-dips" in de periode 2021 - 2023 ook op een steeds hoger niveau komen te liggen, a.g.v. de almaar toenemende productie capaciteiten, die ook in de winter aan een toenemende hoeveelheid zonnestroom output bijdragen. In deze laatste update blijkt december 2022 weer, achter de komma, een marginaal hoger volume te zijn toegerekend, het blijft echter steken op 137,6 GWh. Dat is wel al 13,6% hoger dan in december 2021 (121,1 GWh), en is zelfs al een factor 4,6 maal het niveau van de "dip" in het winterseizoen van 2017/18 (jan. 2018 29,8 GWh, zie eerder gepubliceerde historische grafiek).

Het gecorrigeerde volume voor december 2023, inmiddels 142,8 GWh aan netto afgegeven GvO's is nu 3,8% hoger dan in die wintermaand in het voorgaande jaar. En het is al een factor 4,8 maal het niveau van januari 2018.

December 2024 heeft inmiddels 124,6 GWh aan netto afgegeven GvO's. Dat ligt nu nog bijna 13% lager dan het volume in december 2023, maar de verwachting is, mede gezien de historische ontwikkeling van de VertiCer cijfers, dat dit nog fors bijgesteld zal gaan worden. En uiteindelijk mogelijk zelfs kan omslaan in een positief verschil.


7. Jaarproducties volgens Garanties van Oorsprong

Een herziene versie van de grafiek met de jaarlijkse uitgifte van Garanties van Oorsprong (GvO's) werd door Polder PV gegeven in de analyse van de augustus cijfers van 2024 (link).

Integreren we de data uit dat overzicht, met de meest recente toevoegingen (ook uit eerdere jaren) van de update van 3 maart 2025, krijgen we de volgende grafiek met de totaal uitgegeven hoeveelheden GvO's (lees: zonnestroom producties) in de kalenderjaren 2006 tm. 2024, en het eerste, bescheiden volume, voor (januari) 2025. Aangezien voor 2024 er nog steeds twee zeer grote anomalieën in de cijfers aanwezig zijn, voor februari, en, nieuw toegevoegd in de vorige update, voor augustus, zal het uiteindelijke uitgifte niveau zeer waarschijnlijk fors lager gaan worden. Tenminste, als die grote fouten ook daadwerkelijk publiekelijk zullen worden hersteld in de cijfers van VertiCer. Vandaar dat ik de kolom voor 2024 gearceerd heb weergegeven, en ook voor 2025.

De tot nog toe bekende zonnestroom productie van uitsluitend de gecertificeerde zonnestroom markt (dus exclusief vrijwel alle residentiële en andere niet bij VertiCer bekende capaciteit) groeide razendsnel. Van nog bijna onmeetbare hoeveelheden in 2006, tot een volume van 219 GWh in 2015. Vervolgens zette de groei stevig in, vooral veroorzaakt door een toenemende hoeveelheid, en steeds grotere, via de SDE regelingen gesubsidieerde projecten. Van 556 GWh in 2016, 1,6 TWh in 2018, 2,9 TWh in 2019, 5,1 TWh in toenmalig record jaar 2020, naar 6,2 TWh in 2021. Aangezien 2022 zeer zonnig was (Anton Boonstra: 13% meer horizontale instraling dan in 2021), volgt meteen een grote sprong naar bijna 8,6 TWh in 2022.

Vervolgens werden er voorlopig al 9,1 TWh aan GvO's afgegeven voor 2023. Hierbij komt ook nog, dat de nodige nakomende volumes van eerdere maanden worden bijgeplust. Het zal daarbij interessant zijn, te zien, wat de balans zal gaan worden tussen de méér productie van de (record) toegevoegde nieuwe gecertificeerde capaciteit in 2023, in relatie tot het feit, dat de cumulatieve instraling in dat jaar, 7,2% láger lag, dan in het relatief zonnige jaar 2022, aldus de data-extracten en waarnemingen van Anton Boonstra.

Verrassend is, dat 2024, met nog veel updates te verwachten, nu al flink boven het kalenderjaar totaal voor 2023 uitkomt, met netto bijna 13,2 TWh aan reeds uitgegeven GvO's. Hiermee is voor het eerst in de historie de 10 terawattuur gecertificeerde stroomproductie in een kalenderjaar al vroegtijdig "geboekt". Echter, omdat er twee zeer grote anomalieën in deze cijfers zitten (feb. en aug.), zal het uiteindelijke niveau veel lager gaan worden. Hoeveel lager is echter nog niet duidelijk.

Achteraan is het nog zeer bescheiden volume voor (januari) 2025 toegevoegd. Waar uiteraard nog zeer veel, hoogstwaarschijnlijk, nieuw record volume aan toegevoegd zal gaan worden.

Reken we de nog te corrigeren fouten voor februari en augustus 2024 mee, zouden er vanaf 2006 tot en met 2024 door VertiCer en haar rechts-voorgangers, inmiddels 48,8 TWh aan garanties van oorsprong zijn uitgegeven voor gecertificeerde PV capaciteit (netto resultaat van netlevering, niet netlevering, minus terug getrokken GvO's).


8. Bronnen

Intern - eerdere rapportages CertiQ / VertiCer

Vorige maandrapportage: zie januari 2025, gepubliceerd op 7 januari 2025

Voor 2024: zie de lijst gepubliceerd in de update van 6 januari 2025

Voor 2023: zie de lijst gepubliceerd in de update van 1 februari 2024

Voor 2022 en 2021, zie overzichtje onderaan analyse van 9 januari 2023

CertiQ herziet cijfer presentatie methodiek - een nieuw tijdperk ? (8 februari 2023)

Meer licht in de duisternis (?) omtrent ontwikkeling gecertificeerde zonnestroom portfolio in (2019-) 2020 bij CertiQ. (4 november 2020; vroege signalering van sterk wijzigende historische CertiQ data door Polder PV)

Extern

Data overzichten website VertiCer (vooralsnog alleen rapportages over 2023 tm. 2025, en 1 gereviseerd overzicht met data tot juni 2021)

Wijziging correctie meetwaarden (nieuwsbericht voor handelaren op site VertiCer, 6 januari 2025)

NB: de oude website van CertiQ is niet meer actief, de url verwijst door naar de site van rechtsopvolger VertiCer !

<<< recenter

actueel 198 197 196 195 194 193 192 191 190-181 180-171 170-161 160-151 150-141 140-131
130-121
120-111 110-101 100-91 90-81 80-71 70-61 60-51 50-41>>> highlights

 
 
 
© 2025 Peter J. Segaar / Polder PV, Leiden (NL)
^
TOP