Nieuws
zonnestroom actueel |
Nieuws & analyses P.V. pagina actueelmeest recente bericht boven Specials:
|
<<<
recenter |
actueel
196
195
194
193 192
191
190-181
180-171
170-161 160-151
150-141
140-131
|
2 januari 2025: Enkele gebruiks-cijfers Polder PV in 2024 - Elfde jaar op rij netto surplus zonnestroom van dak huurwoning*. Zoals vanouds presenteert Polder PV enkele jaarlijkse gebruik- cq. opwek cijfers van de belangrijkste "energie" en gerelateerde modaliteiten. Achtereenvolgens elektra, stadswarmte, en drinkwater. Ondanks sterk toegenomen ouderdoms-problemen met de PV installatie, blijft het energiezuinige huishouden van Polder PV, voor het elfde achtereenvolgende jaar op elektra gebied "stroomneggie". Vanwege het tweede volledige kalenderjaar met een net-meter die invoeding en afname "comptabel" meet, is de presentatie voor elektra voor 2024 sterk afwijkend van de situatie toen we nog een volautomatisch "salderende" Ferrarismeter in huis hadden. T.o.v. 2023 is er echter relatief weinig gewijzigd in de verhoudingen, en blijven we op een zéér laag eigenverbruik eindigen bij elektra. Stadswarmte en drinkwater gebruik blijven ook op een zeer laag niveau.
* Dak woningcorporatie, appartement Polder PV op begane grond heeft geen eigen dak ...
(1) Elektra
Voor de "elektriciteitsbalans" in het huishouden van Polder PV moest er jarenlang teruggegrepen worden op het resultaat van de volautomatisch salderende Ferrarismeter, waarmee het (naar verwachting lage) zelfconsumptie aandeel van de opgewekte zonnestroom niet getalsmatig hard gemaakt kon worden, omdat het totale interne verbruik van de aanwezige apparatuur niet separaat bemeten werd / kon worden. O.a. vanwege de aanwezigheid van een mechanisch ventilatie systeem wat niet gemonitord kón worden. De laatste evolutie grafiek van de resultaten van eigen metingen van de zonnestroom productie, en het "netto resultaat" op de enkeltarief meterstand van de Ferrarismeter, kunt u nazien in het eindejaars-bericht van 2022 (artikel 3 januari 2023).
De Ferrarismeter is op 6 oktober 2022, met de nodige weemoed bij de webmaster, door een subcontractor namens netbeheerder Liander vervangen door een (naar verkiezing) "domme" vierkwadranten digitale netmeter, waarvan slechts 2 telwerken worden gebruikt, omdat we al sinds we hier wonen een simpel enkeltarief contract hebben. Een voor netafname, en 1 voor netinvoeding (ook wel ongelukkigerwijs vaak "teruglevering" genoemd). Uit de rond de jaarwisselingen ge-extraheerde begin- en eindmeterstanden op die 2 telwerken, én natuurlijk de eigenhandig gemeten totale zonnestroom productie (via het stok-oude OK485 interface, en een op een prehistorische Windows versie draaiende logging computer, voor de 13 in gebruik zijnde micro-inverters), heb ik weer de volgende 2 grafieken kunnen maken voor kalenderjaar 2024. Die voor het eerst in deze vorm voor kalenderjaar 2023 werden gepresenteerd.
In deze eerste grafiek worden de verschillen tussen de einde-jaars-meterstanden (2024 - 2025) op beide telwerken van de "domme" digitale netmeter getoond, en de resulterende "netto uitwisseling" op dit allocatiepunt. Op het afname telwerk resulteerde een laag verbruik van 588 kWh voor ons zuinige 2-persoons huishouden. Dat is alweer lager dan in 2023 (toen 607 kWh), wat deels heeft te maken met het feit, dat we meermalen lange weekenden en in een vakantie in ons "chaletje" in Overijssel verbleven. Het invoedings-telkwerk vertoonde het grootste volume van onze zonnestroom opwek in dat jaar: slechts weinig zonnestroom werd - bij gebrek aan "geschikte" apparaten om midden op de dag veel stroom op te souperen - direct verbruikt. Het overgrote merendeel, 893 kWh (in 2023: 941 kWh) van de totale opwek, ging volautomatisch het net op (zie ook tweede grafiek). Dat er minder zonnestroom over bleef, heeft deels te maken met het matige productiejaar (minder zoninstraling in jaarreeks), maar is grotendeels te herleiden tot de structureel geworden problemen met de kwaliteit van de installatie.
Resulterend uit deze 2 telwerken, is er dus netto in dit jaar 305 kWh (2024: 334 kWh) op het net ingevoed, de allocatie op dit distributiepunt was "negatief". We zijn en blijven al elf jaar lang netto "stroomneggie". Of, zo u wilt, sociaal producent van duurzame elektriciteit, die we aldus "delen met de buren", ook al hebben ze daar meestal geen weet van ...
Deze tweede grafiek toont wat er is gebeurd met de zonnestroom opwek in ons huishouden in 2024, en wordt ons totale verbruik berekend / getoond.
Gemeten is een totale zonnestroom productie van 1.070 kWh, van de 14 op het dak liggende oude zonnepanelen (in het zonniger jaar 2023 meer, 1.131 kWh). Dit is wel exclusief terraspaneel, wat onregelmatig buiten wordt gezet, maar dus wel invloed heeft op de totale stroom balans in ons zuinige huishouden. Eerder zagen we al, dat van de gemeten zonnestroom opwek, maar liefst 893 kWh (ruim 83%) via het invoedings-telwerk van de netmeter ons pand / allocatiepunt "verliet" in dat jaar. Slechts 177 kWh, 17% van de opwek, is dus direct in eigen huis verbruikt. In 2023 was dat nog 190 kWh, met echter hetzelfde eigenverbruik percentage tot gevolg. Achter de komma was het percentage in 2024 marginaal hoger. Dat zeer lage percentage geeft eens te meer aan dat zuinige huishoudens, met een laag totaal stroomgebruik, en een kleine PV installatie die grofweg de jaarbehoefte kan dekken, zéér ongunstig zitten, bij de eigenverbruik factor. En dat, bij het inmiddels door de Senaat aangenomen wetsvoorstel, "einde salderen per 1-1- 2027", dit soort huishoudens dus geen gunstig afreken scenario te wachten staat. Voor het grootste volume van de netto afgenomen hoeveelheid elektra zal het volle pond betaald moeten gaan worden, inclusief de hoge energiebelasting plus btw.
In de laatste kolom vinden we ons bruto stroomgebruik terug, de optelling van het verbruik op het afname telwerk in grafiek 1 (588 kWh), plus de direct in-house verbruikte eigen opwek van zonnestroom (177 kWh). Resultante: een blijvend, zéér laag stroomverbruik van slechts 765 kWh op jaarbasis, met een 2-persoons huishouden. In 2024 was dat nog 797 kWh.
De blijvende verwachting van Polder PV is, dat er weinig in de reguliere verhoudingen tussen deze cijfers zal gaan komen, gezien het feit dat er geen (e-) auto is (en er niet zal komen), een warmtepomp de facto een waanzin investering met hoge financiële gevolgen zal zijn in ons (ook al extreem zuinige) stadswarmte huishouden in een huurwoning, er geen wasdroger is (noch zal komen), en het elektra gebruik dus langdurig op een laag pitje zal blijven bij gebrek aan (frequent gebruikte) grote verbruikers. Nota bene: zélfs met een elektrisch fornuis, waarvan alleen de "pitten" frequent worden gebruikt, en de oven spaarzaam. Dat zet allemaal natuurlijk geen "elektrische zoden aan de dijk", om het door netbeheerders gewenste "hoge eigenverbruik" te kunnen bereiken. Bij huishoudens als het onze is dat gewoonweg onmogelijk.
(2) Gas
Polder PV is al sedert april 2018 "van het kookgas af", en kookt sindsdien elektrisch. Zie de laatste grafiek met de jaarcijfers van ons historische verbruik. Uiteraard gebruikt de Uniper STEG warmtekracht centrale voor de stadswarmte voorziening in onze wijk gas, maar dat wordt hier niet als zodanig meegerekend. Dat valt onder het verbruik van stadswarmte, afgerekend in Gigajoule (zie verder).
Wel verbruiken we op ons vakantie adres gas (verwarming, kookgas). Als data daarvan beschikbaar komen, voeg ik ze mogelijk nog een keer toe. Dit betreft grotendeels ruimteverwarming in het winterseizoen, áls we daar zijn. Normaliter staat de hoofdkraan daar uit.
(3) Stadswarmte
Ons stadswarmte gebruik in Leiden is, zoals alles bij ons, low profile, en sinds een gestoorde idioot een krankzinnige oorlog in het oosten van Europa is begonnen, doen we het nóg rustiger aan met de (in Leiden op gas gestookte stads-)verwarming. Zo rustig, zelfs, dat in 2023 een nieuw dieptepunt is bereikt bij het "verbruik" ervan, slechts 5,22 GJ, een halve GJ lager dan het al spaarzame voorgaande jaar. 2024 zat er, mede vanwege de grauwe, frisse eindejaars-maanden, wat boven, en kwam uit op 5,89 GJ. Wat nog steeds een "ultra-low" verbruik is in stadswarmte land. Het spul wordt bij ons gebruikt voor ruimteverwarming (bijna uitsluitend in de koudste wintermaanden), en warm tapwater, wat via een geïntegreerde afleverset aan ons appartement wordt geleverd. Door het lage verbruik blijven de beïnvloedbare kosten binnen de perken, al was de gigajoule prijs in 2023 al torenhoog geworden (€ 76,45, echter gemaximeerd op een bedrag van € 47,38, bij het verbruik via het in dat jaar nog geldende prijsplafond, voor een idioot hoog verbruik van 37 GJ/jaar). In 2024 lag het gelukkig wat lager, € 46,69/GJ. En in 2025 zou het tarief weer iets meer richting "normalere" eenheids-prijzen gaan (bericht Vattenfall: € 43,79/GJ incl. 21% btw).
Stadswarmte blijft voor ons echter de hoogste kostenpost, vanwege, met name, het krankzinnig hoge vastrecht, wat iedereen, ongeacht verbruikspatroon, of leefruimte, blijft betalen. In 2024 was dat gestegen naar 583 Euro (de eerder gemelde bijna 619 Euro was vastgesteld op basis van een foutief tarief advies van ACM, en is later neerwaarts bijgesteld). In 2025 zou dat gelukkig ook weer iets lager gaan worden, ruim 577 Euro, al blijft het nog steeds zeer hoog voor met name de weinig verbruikers. Hier overheen komen ook nog de meetkosten van bijna 33 Euro (opwaarts, inflatie- gecorrigeerd), en de huur voor de afleverset, nog eens ruim 150 Euro op jaarbasis (ditto). Een "socialer" systeem, om vastrechten naar rato van woonoppervlak te betalen, zoals in Denemarken, blijft in Nederland een complete illusie. Vooral kleinbehuisde gezinnen in huurwoningen, zijn hier al vele jaren de dupe van. Politici in Den Haag blijven hiervan wegkijken, en doen er niets aan.
De grafiek toont het vaak grillige verloop van het stadswarmte "verbruik", wat uiteraard te maken heeft met het feit dat we eigenlijk alleen in de wintermaanden "enig substantieel gebruik" hebben voor de ruimteverwarming, en dat dus zeer sterk is gecorreleerd aan hoe koud het is in die winters. De laatste jaren streven we naar minimaal gebruik, de knoppen van maximaal 3 radiatoren werden hier pas begin november 2024 voor het eerst gebruikt, en dan ook nog blijvend spaarzaam. Voor 2022 leidde dat al tot een historisch laag verbruik, in 2023 zijn we daar nog net een halve GJ onder kunnen blijven, in 2024 is het iets hoger geworden. Het langjarig gemiddelde is tussen 1997 en 2024 slechts 8,11 GJ/jaar (blauwe stippellijn), met een gele streepjeslijn is een rechtlijnige trendcurve weergegeven die inmiddels iets afloopt. 2010 was voor ons het hoogste jaarverbruik, maar zelfs dat was slechts een derde van het niveau voor het "prijsplafond" in 2023 (37 GJ/jaar).
(4) (Drink)water gebruik
Ook op het vlak van drinkwater zijn we al talloze jaren kritisch, we zitten vér onder het gemiddelde huishoudelijke verbruik. Het wordt sowieso steeds problematischer voor drinkwaterbedrijven om het waanzinnige consumptieniveau in ons land bij te houden, en zeker in de zomer gaat dit grote problemen geven (NOS artikel van 12 mei 2023). De grafiek toont 2 elementen, het comptabel gemeten drinkwater verbruik via de meter van het waterbedrijf (Dunea), en de hoeveelheid regenwater die we uit de regentonnen scheppen en die we voor de toiletspoeling gebruiken.
In deze grafiek twee, voor zuinige huishoudens, "pijnlijke" incidenten, 2 niet lang na elkaar optredende, stiekeme lekkages in onze kruipruimtes, die voor ons een "extreme" verbruikspiek opleverden in de betreffende jaren (2016 en 2019). Deze lekkages zijn na ontdekking verholpen in opdracht van de verhuurder, de verlies kosten zijn ook betaald, maar vervelend blijft het. Verder is ons drinkwaterverbruik extreem laag, en zelfs alweer naar een nieuw dieptepunt gedaald in 2024, 18,9 kubieke meter voor 2 personen. Dat had deels ook te maken met het feit dat we regelmatig in ons nieuwe vakantieverblijf verbleven in Overijssel, maar het is een mooi resultaat. Hier bovenop hebben we in 2024 ook nog een flinke hoeveelheid van 7,0 m³ regenwater gebruikt voor de toiletspoeling. In totaal was het water verbruik dat jaar dus, in Leiden, 25,9 m³ (nog geen 13 m³/persoon per jaar = 35,5 liter/pp.dag). Volgens de branche organisatie Vewin was het verbruik in 2022 gemiddeld bij huishoudens (zie statistiek portal) 124 liter per persoon per dag. Daar zaten wij in 2024 dus met een factor 3,5 onder. Rekenen we uitsluitend de hoeveelheid drinkwater, was het zelfs een factor 4,8 minder. Bij onze waterleverancier Dunea was het gemiddelde zelfs nog iets hoger, 125 liter per persoon per dag, in 2022.
Voor overig commentaar op onze gebruik statistieken, zie het artikel van 3 januari 2023.
2 januari 2025. Zonnestroom productie PV systeem Polder PV - slechtste december en kalenderjaar opbrengst ooit. De zonnestroom productie lag bij Polder PV, onder anderen vanwege diverse ouderdoms-verschijnselen, waaronder hardnekkige problemen bij minstens 1 verbinding (zeker 1 micro-inverter daardoor zeer povere opbrengst genererend), versterkt door de marginale productie in de ook al zeer sombere decembermaand, op een historisch laag niveau. De balans van alle cijfers vindt u hier onder.
In deze analyse de cijfers voor december en voor alle 12 maanden van 2024, voor het referentie systeem bij Polder PV. Wat sedert de netkoppeling van de eerste vier zonnepanelen, op 13 maart 2000, in de basis, eind 2024, inmiddels 9.060 dagen in bedrijf is.
De tabel met de gemeten producties van de verschillende "sets" zonnepanelen van Polder PV. Alleen voor december 2024 in de eerste kolommen, en daarnaast de cumulatie voor alle 12 maanden van 2024 (jan. tm. december). Naast het opgestelde vermogen in Wp wordt de productie per groep in Wattuur (Wh) vermeld, ernaast de belangrijke afgeleide specifieke opbrengst (in kWh/kWp, hetzelfde als Wh/Wp), waarmee de uit verschillende vermogens bestaande deelgroepjes goed vergeleken kunnen worden. Helemaal rechts, de vergelijkbare staatjes voor de specifieke opbrengsten in december, resp. januari tm. december 2023, ontleend aan het bericht over die maand, op de Polder PV website.
In de zeer sombere decembermaand van 2024 was de kleine Kyocera set (2x 50 Wp op 1 OK4E-100 micro-inverter), wederom de best performer, met 8,71 kWh/kWp, gevolgd door een setje van 2 108 Wp panelen wat pal op zuid staat gericht, en de oudste zonnepanelen set, 4x 93 Wp Shell Solar modules (bijna 8,1, resp. 7,7 kWh/kWp). De verschillen met december 2023 zijn zeer hoog, min 36% voor de oudste vier panelen, tot zelfs minus 47% voor de 2 in de voorste rij staande 108 Wp exemplaren waar al lange tijd structureel problemen mee zijn (rode band). De set van 4 in de achterste rij staande 108 Wp modules (oranje band) deed het ditmaal zelfs het slechtst, met 6,5 kWh/kWp, wat mogelijk wordt veroorzaakt door een combinatie van slechte verbindingen en/of schaduw effecten van de in de voorste rij staande modules, die op schaarse zonnige momenten bij de laagstaande decemberzon schaduwen werpen op de achterste rij.
Het "groeps-resultaat" van de eerste set 108 Wp panelen (6 stuks, paarse band) wordt in negatieve zin beïnvloed door de twee slecht functionerende deelsets in die groep (6,6 kWh/kWp). Deze set liet een 43% lagere opbrengst zien dan in december 2023. Bij de andere deel-sets waren de meer-opbrengsten hoger, maar het verschil met december was voor alle setjes dramatisch slechter, tussen de 36 en 47% minder.
Het kern-systeem van 10 panelen / 1,02 kWp (lichtgroene band) had een opbrengst van slechts 7,17 kWh in december, wat neerkomt op een uiterst magere, historisch lage specifieke opbrengst van 7,0 kWh/kWp. Dat ligt maar liefst ruim 40% onder het niveau in december 2023 (11,8 kWh/kWp).
KNMI tale-telling
December 2024 was "zeer zacht en somber" volgens het KNMI, met een byzonder mager aantal van 29 zonuren t.o.v. het langjarige gemiddelde van 58 voor die maand, slechts de helft, dus. Zeer opvallend, in het voorlopige december bericht, wordt geclaimd dat het op Zeeuws Vlaanderen gelegen somberste weerstation werd geïdentificeerd (Westdorpe, 19 zonuren), maar dat zowel Vlissingen als Wilhelminadorp, op het direct noordelijk ervan gelegen Zeeuwse Walcheren, als de 2 "zonnigste" Nederlandse stations hun resultaten zouden hebben gerapporteerd (33 zonuren).
Vergelijken we de specifieke producties in geheel 2024 met die in 2023 (laatste kolom rechts), blijkt 2024 gemiddeld genomen, mede vanwege de al langere tijd spelende, mogelijk stapsgewijs erger wordende structurele problemen bij onze oude PV installatie, beduidend mindere resultaten te laten zien, tussen de -0,8% en -16,6% voor de meest problematische set (rode band). Wederom was echter het Kyocera setje "kampioen", en wist dat er in die 12 maanden 2,7% méér productie uit te persen dan in heel 2023 (!). Alle veertien panelen bij elkaar produceerden 5,4% minder dan vorig jaar. Daarmee is het verschil weer wat toegenomen t.o.v. de vorige update tm. november.
Het resultaat voor het 1,02 kWp kernsysteem in heel 2024 is inmiddels geplot in het welbekende maandproductie diagram, wat Polder PV al vele jaren lang elke maand van een update voorziet.
In deze grafiek alle maandproducties van het kern-systeem van 10 panelen (1,02 kWp) bijeen, met elk kalenderjaar een eigen kleur. 2024 heeft een eigen kleurstelling. Tot oktober 2001 waren er nog maar 4 panelen in het eerste systeem, en de producties daarvan zijn dan ook niet vergelijkbaar met de rest van de datapunten. Oktober 2010 was het hele systeem grotendeels afgekoppeld van het net, vandaar de zeer lage waarde voor die maand. Die wordt dan ook niet meegenomen in de berekening van het langjarige gemiddelde per maand, de dikke zwarte lijn in de grafiek.
Afgezien van januari 2024, wat een record opbrengst toonde, is het daarna alleen maar matig tot slecht geweest met de opbrengsten. Wat deels heeft te maken met het zeer sombere, regenrijke weer in het eerste half jaar, gecombineerd met structurele problemen met de verbindingen van de panelen in onze oude installatie. September en oktober kwamen, mede vanwege de relatief zonnige omstandigheden, weliswaar duidelijk sub-gemiddeld, maar niet record laag uit, met opbrengsten van 77,8 kWh resp. 53,1 kWh. Dat was, voor oktober, bijna 6% onder het langjarige gemiddelde van 56,4 kWh. Oktober 2024 ligt daarmee iets onder het midden van de range voor alle jaren (2010 uitgesloten vanwege deels afgekoppeld systeem in die maand). November is "iets ondergemiddeld" uitgekomen, met 26,3 kWh productie, 3,5% onder het langjarige gemiddelde. December was bar slecht, en kwam op een all-time historische "low" uit van slechts 7,2 kWp, 52% onder het langjarige gemiddelde ...
In deze vergelijkbare grafiek zijn alleen de maandproducties van de laatste vier jaar getoond. Zelfs in zo'n relatief korte periode zijn de verschillen soms groot in de lange zomerse periode. Het relatieve verschil in maart was het hoogst, omdat die maand in 2022 zéér hoog scoorde (zelfs hoger dan de opvolgende maand april). Goed is te zien dat 2024 sterk tegenvallende producties heeft laten zien, afgezien van januari. April en mei bereikten nieuwe laagte records bij de gemeten producties, ook juni en juli vielen flink tegen, al waren het geen laagte records. Augustus kwam iets ondergemiddeld uit, het resultaat van een combinatie van mooi, zonnig weer, met echter een matig functionerende (oude) installatie. September tm. november zaten iets lager dan de langjarig gemiddeld waarden, al was het verschil voor oktober en november marginaal. Over de trieste maand december zullen we, met de historische lage opbrengst op het netvlies, maar niet te veel woorden vuil maken...
In deze grafiek geef ik de cumulatieve opbrengsten per kalenderjaar voor alle maanden per kalenderjaar, tot en met de maand weergegeven in de titel (momenteel: december / afronding voor 2024). De eerste twee jaren gelden niet voor het gemiddelde of de mediaan, omdat er toen grotendeels nog maar 4 panelen aanwezig waren en de producties dus veel lager dan met tien panelen. Het gemiddelde voor de productie in januari tm. december is in de laatste oranje kolom weergegeven, en door de horizontale zwarte streepjeslijn, en bedraagt (periode 2002-2024) inmiddels 928 kWh voor dit deel-systeem.
We zien een grote spreiding in de cumulatieve opbrengst voor het hele jaar, met 4 jaren die behoorlijk tot flink boven het gemiddelde uitsteken, en nogal wat jaren er (ver) onder. Het overall zeer zonnige jaar 2003 had bij Polder PV al in februari de macht gegrepen, en heeft haar positie tot en met het einde van het jaar bestendigd, met een cumulatieve opbrengst van 1.070 kWh in 12 maanden (15,3% meer dan het langjarige gemiddelde), gevolgd door ook hoog scorend 2022, en, een stuk lager, 2018 en 2009.
De opbrengst in januari (hoge productie), februari (zeer lage productie), en maart 2024 (beduidend ondergemiddeld), april en mei (laagste scores ooit), tegenvallend juni en juli, iets ondergemiddeld producerend augustus, en daarna weer flink verder wegzakkend, in accumulatie eind december slechts 806 kWh, geeft, in totaal bezien, voor Polder PV's grootste deel installatie, voor de 10e maand achter elkaar, het slechtste cumulatieve resultaat in de volledige productie periode sedert 2002. Dat is 13,1% lager dan het langjarige gemiddelde. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door (een) slechte verbinding(en) bij (minimaal) een paneel, natuurlijk in combinatie met de niet erg beste weers-omstandigheden in de eerste twee kwartalen, en als "toetje" een zéér sombere december.
In bovenstaande grafiek is ook weer de mediaan waarde voor de jaren 2002 tm. 2024 weergegeven, in de vorm van de horizontale, magenta streepjeslijn. Deze waarde ligt iets onder het gemiddelde, op een niveau van 916 kWh. De jaarproductie in 2024 ligt 12,0% onder deze mediaan waarde.
In deze grafiek zijn de voortschrijdende cumulaties van de energie (stroom) productie van het 1,02 kWp basis-systeem te zien, met elk jaar een eigen kleur. 2023 (lichtgeel) was tot voor kort het slechtste productiejaar in de lange historie van Polder PV geworden, met een jaaropbrengst van slechts 868 kWh voor deze deel-installatie. Dat is 2% lager dan het toen nog laagste productie tonende "normale" jaar, 2012 (885 kWh).
2024 heeft, helaas "met stip", 2023 in negatieve zin overtroefd, en kwam, door een combinatie van structurele problemen met de oude installatie, en het beslist niet meewerkende weer door het jaar heen, tot en met december bij de productie op een nieuw laagte-record, 806 kWh (gemiddelde over alle jaren: 922 kWh).
De cumulatieve jaarproducties van de twee hoogst (2003 en 2022), en 2 slechtst presterende jaargangen (2024, 2023) zijn rechtsboven naast de Y-as weergegeven, om een indruk van de spreiding te geven.
Je zou het ook enigszins positief kunnen insteken. Vanwege de relatief lage opbrengst, heeft Polder PV het laatste jaar een "mager invoed profiel". Weliswaar gaan de meeste opgewekte zonnestroom kilowatturen in het zeer energiezuinige huishouden van Polder PV nog steeds op jaarbasis het net op, het volume is zo laag, dat er geen invoedings-heffing voor dat lage volume geheven wordt door zijn leverancier. "Elk nadeel heeft zijn voordeel", zou een bekende voetballer zeggen ...
Data Anton Boonstra, Siderea.nl, NKP, Energieopwek.nl
Boonstra is inmiddels, zoals velen voor hem, vanwege de stortvloed aan "asociale" berichtgeving, grote hoeveelheden totaal onzinnige wappie tweets, én zeer dubieuze politieke praktijken van de nieuwe eigenaar, van "X" naar het platform "Bluesky" gemigreerd. Omdat hij rond de jaarwisseling afwezig was, heeft hij voor de periode 1 januari tm. 25 december 2024 2 plaatjes laten zien daar, een voor de instraling, en 1 voor de zonnestroom productie gegevens van het PVOutput.org portal, waarvan hij een flinke set data beheert. De volgende korte overzichten betreffen dus voorlopig 6 dagen minder in 2024, die echter ook weer zeer somber waren, en dus weinig extra instraling cq. productie zullen hebben opgeleverd. Mogelijk volgen er later nog completere data, die zal ik hieronder dan opnemen.
De horizontale instraling in de periode 1 januari tm. 25 december 2024 lag in Nederland gemiddeld 6,0% láger, dan in dezelfde periode in 2023. Er was gemiddeld 1.052 kWh/m² aan instraling, met behoorlijke verschillen tussen de provincies. De extremen lagen tussen de 1.018 kWh/m² in Limburg, en 1.086 kWh/m² in Noord-Holland. Fryslân, Zuid-Holland, en Zeeland kwamen op de 2e tm. 4e plaats (1.072 - 1.062 kWh/m²). De relatieve verschillen met 2023 lagen tussen de -8,6% in Limburg, en -4,0% in Drenthe.
De gemiddelde specifieke productie opbrengst (van grotendeels residentiële installaties) lag voor de PVOutput data van de Nederlandse contribuanten op 816,8 kWh/kWp in de periode 1 januari tm. 25 december 2024, wat, volgens Boonstra, 7,7% lager lag dan in dezelfde periode in 2023. Ditmaal was Fryslân de matigste presteerder, met een gemiddelde specifieke productie van 791 kWh/kWp, op de hielen gevolgd door Utrecht (793 kWh/kWp). Langjarig kampioen Zeeland deed het weer het best, met gemiddeld 865 kWh/kWp, op enige afstand gevolgd door Noord-Holland (857 kWh/kWp).
In Polder PV's provincie Zuid-Holland was de gemiddelde specifieke productie 827 kWh/kWp in 2024. Polder PV's oude zonnepanelen systeem deed het, vanwege de structurele problemen met de installatie, met gemiddeld 802 kWh/kWp, duidelijk minder dan het provinciale gemiddelde (eerste tabel aan het begin van dit artikel). Positieve uitzonderingen waren het Kyocera setje (871 kWh/kWp), én, verrassend, de oudste set van 4 93 Wp panelen, met 870 kWh/kWp, die beiden duidelijk boven het provinciale gemiddelde uitkwamen.
De relatieve verschillen met 2023 waren in negatieve zin het grootst in Limburg (-10,1%), en, minder extreem, -4,4%, in Groningen.
Verschillen
instraling vs. productie
De negatieve verschillen van de gemeten producties blijven wederom groter
t.o.v. dezelfde periode in 2023, dan bij de instralings-data. Dit is
al langere tijd zo, en is waarschijnlijk terug te voeren op extra problemen,
zoals tijdelijk uitvallende omvormers bij netspannings-problemen in
met name laagspanningsnet - gebieden (woonwijken e.d.), en vermoedelijk
ook, actieve uitschakeling van PV installaties bij klanten met een dynamisch
stroom contract, in periodes met negatieve stroomprijzen. Deze problemen
zullen vermoedelijk stapsgewijs gaan toenemen.
Siderea verwijst al enige tijd voor hun opbrengst prognoses naar de nieuwe, interactieve Landelijke Opbrengst Berekening, met meer datapunten dan vroeger werden vermeld. De methodiek bij Siderea is verder verfijnd, zie het separate bericht onderaan. Dit werkt ook door in de resultaten op de LOB pagina. Deze resultaten worden ook apart weergegeven in een separaat tabblad.
Er wordt op de LOB pagina, met nog niet volledige data voor december 2024, gerekend met haalbare specifieke opbrengsten van 9 (zuidelijk Drenthe, zuidelijk Noord-Holland en Zuid-Holland) tot 14 kWh/kWp (Zuid-Limburg), voor goed werkende installaties met "gemiddelde oriëntaties", ZW of ZO. Tot waarden van 10 kWh/kWp (ditto, incl. Overijssel), tot 16 kWh/kWp voor Zuid-Limburg, voor installaties met optimale oriëntaties.
Voor de langjarige periode 2001-2020 berekende Siderea voor december haalbare opbrengsten, tussen de 16 kWh/kWp (noord Drenthe en Overijssel) en 20 kWh/kWp in Zeeland, voor "gemiddelde oriëntaties", en 18 kWh/kWp (ditto), tot 22 kWh/kWp, voor Zuid Limburg en Zeeland, voor "optimale oriëntaties".
Voor de periode jan.-dec. 2024 zijn alle data ook nog rood gekleurd, en, kennelijk, nog niet volledig. Dit kan dus nog wijzigen. Tot nog toe zijn in de Kooy (Den Helder) de hoogst haalbare waarden genoteerd (optimale oriëntaties: 1.048 kWh/kWp), in Noord-Limburg de laagste (907 kWh/kWp, optimale oriëntaties).
Zoals eerder al gememoreerd, zijn (finaal berekende cijfers) allemaal ideale gevallen. De meeste van de recenter geplaatste installaties halen deze prognoses niet (zoals al jaren blijkt uit de verzamelde data van Boonstra), omdat ze onder suboptimale omstandigheden zijn gerealiseerd. Bovendien komen tijdelijke afschakelingen, gewild (negatieve stroomprijzen bij dynamisch stroom contract), dan wel ongewild (spanningsproblemen op het laagspanningsnet, a.g.v. hoge penetratiegraad van PV op relatief "dun" uitgelegde netten) vaker voor, wat de werkelijk haalbare jaarproductie onder druk zet bij de getroffen installaties. Dit zal sowieso niet gaan verbeteren, maar eerder nog minder gaan worden. In ieder geval in de "zonnige" maanden. Wat de inmiddels door de Eerste Kamer aangenomen wet afschaffen salderen voor extra negatieve gevolgen zal gaan hebben voor de te verwachten (specifieke) productie volumes is nog afwachten. Dit kan beslist een significante rol gaan spelen.
Nationaal Klimaat Platform had op 1 januari 2025 nog geen maandbericht klaar staan over december. Wel werd al een voorlopige tussenstand gerapporteerd op 30 december van 2024.
De productie van energie uit hernieuwbare bronnen zou met 11% zijn gestegen in 2024. Overschotten van "groene stroom" zouden, indien die op een goede wijze opgeslagen hadden geweest, en later effectief gebruikt, een enorme hoeveelheid van 250 miljoen m³ gas hebben kunnen besparen. Windenergie en zonnestroom producties namen toe met 14 resp. 15%, volgens de berekeningen van Martien Visser's data platform. Voor wind was een belangrijke rol weggelegd voor de ingebruikname van 2 off-shore windparken, zonnestroom groeide overal door, al was er een significante dip in de residentiële markt, vanwege alle gedoe rond "einde salderen", en "invoedingskosten" die door de meeste energieleveranciers inmiddels in rekening worden gebracht bij de veroorzakers van de onbalans- en profielkosten, in het "ongereguleerde" kleinverbruikers-segment, waar tm. november al ruim 3 miljoen aansluitingen onder vallen (data energieleveren.nl).
Ondanks een toename van afschakelingen van grotere zon- en windprojecten a.g.v. een stijgend aantal uren met negatieve marktprijzen, was de toename van het totaal aan als hernieuwbaar beschouwde bronnen, voor 2/3e deel aan de groei van wind- en zonneenergie vermogen te danken. Warmtepompen zouden ongeveer een kwart van de toename voor hun rekening nemen.
Het is in 2024 voor het eerst dat meer dan de helft van het aandeel van de stroomvraag op jaarbasis uit hernieuwbare bronnen is gekomen, de eerste afschatting is zelfs 54%. Het had zelfs 56,5% kunnen zijn geweest, als grote PV en wind projecten niet actief waren uitgeschakeld vanwege negatieve marktprijzen. Topmaand was april, toen ruim 68% van de stroom als "hernieuwbaar" kon worden gekwalificeerd, in november was het het laagst, 38%, vooral veroorzaakt door langere periodes van grauw, windstil weer ("dunkelflaute"). Zie ook het artikel bij Nu.nl, van 30 december 2024.
Visser's "virtuele elektrolyser" had een record aantal van 1.510 uren (bijna 17% van het hele jaar) kunnen draaien in 2024, a.g.v. het stilzetten van windturbine parken en grote zonnestroom projecten bij negatieve marktprijzen. In totaal zou er zo'n 3 TWh aan "niet gerealiseerde groene stroom productie" zijn geweest in 2024, wat 3 maal zoveel volume is dan in 2023. In het artikel staat een grafiek met het aantal uren dat "groene waterstof productie commercieel attractief" zou zijn geweest in de jaren 2020 tm. 2024.
Al werd er iets minder biomassa (bij-)gestookt in steenkolen centrales (met name bij af en toe optredende dunkelflautes), het totale aandeel van biomassa in de energiemix is gestegen, met name vanwege toegenomen inzet van biobrandstoffen in de transportsector.
De actueel berekende data zijn tegenwoordig te raadplegen via het Nationale Energie Dashboard, zie ook het artikel van 21 maart 2024, op Polder PV. Eerder leek te worden gesuggereerd, dat de energieopwek.nl site in de 2e helft van 2024 zou worden opgeheven, en in het NED zal worden ondergebracht. Op 1 januari 2025 is deze echter nog steeds als separate entiteit actief, zie hier onder.
Energieopwek.nl
De brondata voor het Klimaatakkoord, Nationaal Klimaat Platform, en het Nationale Energie Dashboard, worden als vanouds berekend door de computers van En-Tran-Ce van Martien Visser (energieopwek.nl website). In december 2024 werd het hoogste gemiddelde vermogen voor de berekende zonnestroom productie al op de 1e bereikt, met een berekende output van gemiddeld 1,48 GW over dat etmaal. In 2023 lag het hoogste niveau in die maand op 1,01 GW, op 2 december. Te zien is, aan de berekende producties, dat ze zeer bescheiden zijn. Wat uiteraard te maken heeft met een combinatie van zeer ongunstige zonnestanden (lager t.o.v. de horizon, ver "onder" de meest gebruikelijke hellingshoek van veel PV installaties), de veel kortere daglengtes, én, zeer belangrijk, langere periodes van "dunkelflaute", met grauw, somber weer.
De gemiddelde output piek voor december 2024 ligt op een zeer laag niveau. In de voorliggende maanden werden de gemiddelde record waarden bereikt op 3 november (2,29 GW), 5 oktober (3,95 GW), 1 september (5,1 GW), 12 augustus (6,4 GW), 29 juli (7,0 GW), resp. nieuw record houder 26 juni 2024, met 7,33 GW gemiddeld). In 2023 werd het vorige jaar record, ook in juni, op de 13e vastgesteld op 6,23 GW gemiddeld (aangepaste berekening, bij eerst-publicatie was het namelijk nog maar 5,85 GW).
Het dag-"record" van 1 december 2024 komt neer op een berekende zonnestroom productie van 1,48 (GW) x 24 (uren) = 35,5 GWh. Dat ligt toch alweer 47% (!) hoger dan het hoogste niveau in december 2023 (2e: 24,2 GWh).
Voor de maand december 2024 werd de hoogste momentane output piek voor zonnestroom door energieopwek.nl midden op de dag ook op de eerste maand-dag bereikt, op een niveau van 7,9 GW. Dat is uiteraard wel substantieel, ruim de helft, lager dan de record piek, 19,87 GW, berekend voor 26 juni dit jaar, toen de zon veel gunstiger stond t.o.v. de normaliter vaste zonnepaneel opstellingen in Nederland.
De maximale output waarden in de zomermaanden juni, juli en augustus 2024, lagen alweer flink hoger dan het momentane productie record in 2023. Dat was op 3 juni 2023, waarvoor 16,9 GW piek opbrengst is vastgesteld. De piek op 1 december 2024 lag uiteraard wel duidelijk lager, maar bijna 8 Gigawatt vermogen is in zo'n winterse maand, bij laag staande zonnestand, beslist zeer hoog. Nieuwe langjarige absolute maandrecords kunnen we pas verwachten vanaf het late voorjaar 2025.
Bronnen:
Meetdata Polder PV sedert maart 2000
Extern:
2024: opnieuw een extreem warm en zeer nat jaar (kort overzicht KNMI, 31 december 2024)
December 2024. Zeer zachte en sombere decembermaand (maandbericht KNMI, 30 december 2024, voorlopig overzicht)
Jaar 2024. Extreem warm en zeer nat met vrijwel de normale hoeveelheid zon (voorlopig jaaroverzicht over 2024, KNMI, 30 december 2024)
Zonnestraling in december vergeleken met juni (interessant achtergrond artikel KNMI, 13 december 2024)
Van blauw naar rood: klimaatverandering in beeld (nieuwste "donker-rode streepje" toegevoegd aan de klimaatstreepjescode van Nederland, KNMI, 30 december 2024)
De staat van ons klimaat 2023: warmste en natste jaar ooit gemeten (nieuwsbericht KNMI, 31 januari 2024, met link naar volledige rapportage, let daarbij vooral ook op het instralingsdiagram op slide 12 !)
En verder:
Anton Boonstra (grafieken met gemiddelde waarden van KNMI weerstations resp. PVOutput.org, gelumpt per provincie). Vanaf eind 2024 op "Bluesky" platform.
26 dec . 2024. Horizontale instraling KNMI weerstations, voor 1 januari tm. 25 december 2024
26 dec . 2024. Gemiddelde productie in periode 1 januari tm. 25 december 2024 t.o.v. ditto 2023 bij ongeveer 1.250 zonnestroom installaties op het PVOutput.org platform
Siderea.nl (met name de interactieve LOB berekening pagina)
Update "Siderea PV Simulator". Bericht gedateerd 7 april 2024, over enkele wijzigingen in de berekenings-methodiek bij Siderea
Gemiddelde zonnepanelen opbrengsten in Nederland in 2023: 0,87 kWh/Wp (Solarcare, ongedateerd, januari 2024; exemplaar voor heel 2024 zal later nog volgen)
Martien Visser / En-Tran-Ce, meestal met hoogst interessante weetjes in de "grafiek van de dag", een paar recente voorbeelden. Productie data zijn veelal berekend, middels steeds fijnere modelleringen, en - voor PV - gebaseerd op voortschrijdende inzichten in combinatie met meest recente capaciteits-data van het CBS (zie ook deze verklarende tweet):
19,3% aandeel hernieuwbare energie berekend voor 2024 (en 22,0% prognose voor 2025, lager uitkomend dan prognose PBL; 2 jan. 2025)
Bijna 20,0% "hernieuwbare energie" mogelijk geweest in 2024 zonder afschakelen van grote wind/zon projecten vanwege negatieve marktprijzen (1 jan. 2025)
Berekende maandproducties zonnestroom tussen 2016 en 2024, met wijzigings-percentages t.o.v. alle maanden in 2023 (1 jan. 2025)
10% van alle uren in 2024 met "day-ahead marktprijs" van 1 Eurocent/kWh of minder, 887 uren (1 jan. 2025)
Interessante grafiek, met correlatie tussen berekende zonnestroom productie (excl. afgeschakelde volumes) en export van elektra naar omliggende landen (30 dec. 2024)
Profielfactor zonnestroom per maand in 2024. Wintermaanden hoge factor, zomermaanden laag (29 dec. 2024)
20 dagen in 2024 met meer dan 80% zonne- en windstroom in de elektriciteits-mix (29 dec. 2024)
Evolutie berekende zonnestroom en wind op land, en wind op zee producties (22, 17, resp. 15 TWh, tm. 24 dec. 2024)
<<<
recenter |
actueel
196
195
194
193 192
191
190-181
180-171
170-161 160-151
150-141
140-131
|
|