starting up our own green power production unit: 4 solar panels, March 2000
zontwikkelingen "oud"
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index
 

SOLARENERGY

Nieuws P.V. pagina 120

meest recente bericht boven

Specials:
Klimaatmonitor update met problemen

Metamorfose Leidse Zonnewende
Brakke eerste PV-cijfers Netbeheer Nederland 2014-QIII
IKEA Zwolle goes solar
Klimaatmonitor PIR register bewezen incompleet

1 oktober 2014 - 5 november 2014

Voor belangrijke "highlights" voor ons PV-systeem, zie pagina nieuws_PVJSS22.htm

<121 120-111 110-101
100-91
90-81 80-71 70-61 60-51 50-41>>> highlights


5 november 2014: CertiQ update oktober - wederom een klein kinkje in de kabel. Dacht ik de laatste tijd nog dat het langzaam aan weer een beetje de goede kant op ging met de registraties van gecertificeerde zonnestroom installaties, moet ik dat weer voor de zoveelste maal - in geringe mate - bijstellen. Althans, de bevindingen voor de rapportage maand oktober zijn tweeledig: (1) Helaas zijn er weer netto 5 "PV-participanten" verdwenen uit de CertiQ statistieken sinds het vorige maandrapport. (2) Maar "gelukkig" heeft dat geen effect op de al enkele maanden in verhevigde mate optredende (netto) toename van de capaciteit. Die laatste is zelfs weer een mooie 2,471 MWp gegroeid in een maand tijd. En ik heb al meermalen uitgelegd waardoor dat komt.

Ondanks kennelijk nog steeds optredende uitschrijvingen uit de CertiQ cijfers (netto, dus het verschil van nieuwe inschrijvingen minus uitschrijvingen in een maand), zijn de "paar" nieuwe SDE/SDE "+" installaties inmiddels kennelijk van zo'n fors formaat, dat zelfs bij netto negatief aantal uitschrijvingen er toch een forse hoeveelheid netto capaciteit (opgesteld vermogen geregistreerd bij CertiQ) bij komt. Het gaat dan waarschijnlijk om nieuwe SDE installaties van tientallen tot mogelijk een paar 100 kWp. Gemiddeld waarschijnlijk veel groter dan de paar oude PV-installaties die kennelijk nog steeds (tijdelijk) uit het register verdwijnen.

In enkele grafieken de laatste stand van zaken.

Verloop van de accumulatie van het aantal bij CertiQ geregistreerde "gecertificeerde" zonnestroom "participanten". Door de verplichte herinschrijvingen zijn er verstoringen in de trend opgetreden en is nog steeds het maximum geregistreerde aantal van november 2013 niet geëvenaard. Sterker nog, na een korte, zeer lichte opleving zijn in oktober er weer netto 5 participanten uitgeschreven... Totaal eind oktober 10.861, nog steeds fors onder het maximum van november 2013 (11.088). Na aftrek van het laatst bekende cijfer voor eind maart 2008 (start 1e SDE regeling) houden we dan nog steeds maar 10.371 participanten over met een SDE beschikking (rode getal). De rest zou uit participanten met een oude MEP beschikking moeten bestaan (NB: aantal kan zijn afgenomen, wat inhoudt dat er iets meer SDE participanten zouden kunnen zijn dan nu geschat; recentere data zijn echter nog niet beschikbaar).

Gek makende "knipperlicht" curve die als je niet beter wist ook het Nationale Ramp Beleid Ter Ondersteuning van Energie Uit Hernieuwbare Bronnen zou kunnen weergeven in ons polderlandje. Alleen geeft het onderhavige exemplaar de netto toename (helaas ook regelmatig sinds eind vorig jaar "maandelijkse afname") van het aantal bij CertiQ geregistreerde PV participanten weer. Negatieve netto maandgroei is in blauwe cijfers onder de X-as weergegeven (positief in zwart erboven, max. in roodbruin in mei 2011, plus 412 nieuwe participanten netto). Oktober 2014 gaf helaas alweer zo'n - ditmaal licht negatieve - trend te zien: minus 5 "participanten".

Ondanks weer tegenvallende (netto) aanwas van nieuwe zonnestroom producerende - gecertificeerde - participanten een wederom "gezonde groei" van de nieuwe (netto) capaciteit in oktober: plus 2.471 kWp. Dat is een volume wat fors hoger ligt dan in dezelfde maanden in 2010, 2012 en 2013, en slechts iets lager dan die maand in "record" jaar 2011. De verwachting is dat, mede door een waarschijnlijk hoge implementatie graad van 133 MWp aan beschikt SDE 2013 PV-vermogen (grootste deel in laatste lucratieve fase beschikt), deze maandelijkse groei ondanks een laag aantal nieuwe participanten, behoorlijk verder toe kan gaan nemen de komende tijd. Lees: SDE gaat, wat nieuw vermogen betreft, eindelijk een "rol van betekenis" spelen voor PV. Na 6 lange jaren, en nadat de particulieren uit de regeling zijn geschopt (onder Kamp's voorganger Verhagen, met ingang van SDE 2011).

Ook, ondanks de stagnerende "groei" van het aantal netto participanten in zonnestroom zaken, blijven de nieuwe toevoegingen van door CertiQ uitgegeven garanties van oorsprong voor zonnestroom rap toenemen. Wederom werd een nieuw maandrecord gevestigd, namelijk 9,65 GWh aan "zonnestroom" GVO's die in de maand oktober zijn aangemaakt. Daarmee werd het vorige maandrecord verbroken (9,102 GWh in augustus 2014). GVO's kunnen "aangemaakt" worden in latere maanden dan in de maand waarin de zonnestroom werd opgewekt, dus de groene curve geeft niet de exacte zonnestroom productie trend weer van de gecertificeerd bemeten installaties (die worden zeker bij particulieren slechts 1 maal in het jaar uitgelezen, CertiQ houdt zeker voor die honderden systemen geen fysieke producties over korte periodes bij). In totaal is er sinds 1 juli 2001 (slechts) 241,6 GWh aan zonnestroom GVO's uitgegeven. Dat betreft vooralsnog slechts een minuscule fractie van de werkelijke fysieke zonnestroom productie die we in ons land al moeten hebben geproduceerd. Maar die werd en wordt nergens "centraal gemeten" of via decentrale metingen verantwoord, en geijkt en universeel bemeten "verzameld". Er kan alleen maar worden "afgeschat". En daar kunnen behoorlijk grote vraagtekens bij worden blijven gezet, zelfs met een nieuw "kengetal" van 875 kWh/kWp.jaar...

Tot slot het bijgewerkte staatje voor het signaleren van de progressie van de "herinschrijvings-operatie" van alle vier de "groene" modaliteiten voor elektra bij CertiQ. Inmiddels blijkt wat aantallen installaties betreft biomassa weer op het "vertrekpunt van 1 december 2013" te zijn beland (groen), maar het geregistreerde vermogen heeft nog een "netto domper" van 617 MW (10 procent minder!) te verstouwen. Bij hydropower een lichte verbetering, maar nog steeds 3 participanten "netto" tekort, en ruim 13 MW vermogen (minus 35%). Zon is zoals bekend nu weer een extra duwtje omlaag wat aantallen betreft (227 participanten minder dan 1 dec. 2013, minus 2%), maar als enige optie bij het vermogen uitlopend netto "in de plus". Met maar liefst bijna 22 MWp vermogen meer geregistreerd dan bijna een jaar eerder (plus 25%). Wind moet ook nog e.e.a. inhalen, 71 participanten "netto" te kort (minus 6,5%), bij het vermogen valt de inhaalslag nog relatief mee, met 54 MW in te halen (1,9% t.o.v. status 1 dec. 2013).

Wat de totalen betreft, moet nog 2,4% aan aantallen participanten t.o.v. bijna een jaar geleden "netto worden ingehaald". Voor het vermogen is de impact nog relatief sterk negatief: 662 MW totaal "tekort", een vette 7% die nog moet worden goedgemaakt t.o.v. 1 december 2013. Toch een beetje een teleurstellende ontwikkeling dat dit soort administratieve complicaties bij de statistieken zo verschrikkelijk lang - nu al bijna een jaar! - het algehele beeld cq. de "werkelijke statistische realiteit" blijven vertroebelen...

Statistische overzichten CertiQ


4 november 2014: Klimaatmonitor update - vingeroefening voor 1 GWp? Klimaatmonitor "alle dossiers" bevat inmiddels 899 MWp resp. 230.277 adressen met zonnepanelen. Het is beslist niet het complete volume in Nederland, verdere wijzigingen en aanvullingen worden nog verwacht. Mogelijk volgt nog een verrassing bij een eventuele aanpassing van CBS data voor 2013. Een analyse.

Het heeft een tijdje geduurd, maar gisteravond werden nieuwe cijfers over zonnestroom statistieken in het Klimaatmonitor (KM) portal gepubliceerd door Rijkswaterstaat. Er waren eerder al wat kleine aanpassingen doorgevoerd in de deel-registraties voor o.a. het PIR (productie installatie-)register, zoals dat - kennelijk - wordt aangeleverd door Netbeheer Nederland, en ook gisteren is er weer een update geweest. Er zijn nogal wat problemen rond die data, zoals het kennelijk niet (meer??) opnemen van een groot deel van de grote PV projecten, waar ik op 6 oktober jl. een detail analyse over heb gepubliceerd. Ergo: ook "updates" van het PIR deeldossier bij KM moeten met een pot zout blijven worden genomen, omdat het waarschijnlijk nooit alle bij de netbeheerders bekende volume "kan" bevatten, zoals ik aannemelijk heb gemaakt.

Herhaalde waarschuwingen heb ik verder gezet bij de nog zeer premature cijfers die Groene Courant bij Netbeheer Nederland recent heeft opgevraagd over het derde kwartaal van 2014. Data die nu - bijna identiek - in KM-PIR blijken te zijn overgenomen. Alleen al de berekening van het "vermeende gemiddelde systeem vermogen" van die laatst toegevoegde capaciteit doen bij mij alarmvlaggen de hemel in gaan. De daaruit volgende "zogenaamde instorting" van dat gemiddelde systeem vermogen is namelijk volslagen bizar, compleet ongeloofwaardig, en duidt op ernstige fouten in en/of onvolledigheid van de aangeleverde, premature data (analyse 17 oktober 2014).

In ieder geval is er weer een zogenaamde "adressen ontdubbeling" slag gemaakt door Gert Nijsink van KM, waarbij met name het totaal volume "alle bekende dossiers" aanmerkelijk is gewijzigd. Natuurlijk omhoog, en met de gebruikelijke daarbij behorende waarschuwing: dit zijn "historische" cijfers die best later nog weer kunnen veranderen, ook omdat van diverse dossiers (nu met name SDE, wat vér achter loopt) er nog helemaal geen recente (laat staan "complete") data zijn. Het is dus een tijdsopname, maar beslist wederom interessant genoeg om die in grafieken te gaan weergeven.

(a) Wijzigingen PIR deeldossier bij KM
Daar kan ik kort over zijn: de door mij op 17 oktober jl. geanalyseerde laatste data van de netbeheerders blijken "bijna 1 op 1" te zijn overgenomen (marginale verschillen met de door GC opgevraagde - premature - data). Zie het tabelletje hieronder:

In de laatste kolom de geactualiseerde data in het KM-PIR deeldossier (grootste dossier in KM), tot nog toe 53.484 nieuwe PV-installaties in PIR toegevoegd in 2014 (kan nog fors meer worden), tegenover bijna 74.000 stuks in 2013 (toen met name de nationale subsidie regeling een groot effect had op het aantal nieuwe particuliere - kleine - installaties). In ieder geval ook nu al fors meer dan in 2012, toen er in het hele jaar ruim 45.000 nieuwe PV installaties werden geregistreerd in het PIR register.

Wat het vermogen betreft een vergelijkbaar verhaal, bijna 198 MWp in 2014 toegevoegd in het PIR register (kan nog fors toenemen), in record jaar 2013 was dat voor het hele kalenderjaar in de huidige update 321 MWp, in het voorgaande jaar 2012 echter al minder dan nu voor 2014 is opgevoerd, 180 MWp in het volledige kalenderjaar.

Als we de PIR data tegenover de "vermeend definitieve" CBS jaargroei cijfers voor 2012 en 2013 zetten, zien we een relatief "stabiel verschil" van bijna 40 MWp in beide jaren. Dat betekent dat in het record jaar 2013 (volgens eerste cijfer CBS 360 MWp nieuwe afzet in de markt) het relatieve verschil PIR t.o.v. CBS lager ligt, bijna 11% in 2013 tegenover een forse 18% in 2012, toen er nog maar 220 MWp groei zou zijn geweest (bijstelling medio november 2013, cijfers in rood). Het is natuurlijk te hopen dat de trend omlaag (minder hoge relatieve afwijking tussen PIR en CBS cijfers) ook in 2014 door zal zetten. Maar zeker is dat niet, gezien blijvende cijfer problemen in alle dossiers.

Ik heb de uit deze wijziging volgende meest recente "KM-PIR deeldossier" accumulatie data in de "totaal" curve opgenomen, zie verderop.

(b) Wijzigingen "alle dossiers Klimaatmonitor" - met surprise
Op een vergelijkbare wijze als voor alleen het PIR deeldossier in KM (zie paragraaf a) kunnen we de evolutie voor het complete KM dossier (8 deeldossiers) opstellen. Ik doe dat hier voor de periode vanaf 2010:

Bij deze update een verrassing bij de uit de accumulatie data afgeleide jaargroei cijfers, als je deze vergelijkt met de gepubliceerde afzet cijfers van het CBS. Er zijn uiteraard verschillen tussen de twee data bestanden, maar hier valt met name de resulterende jaargroei van 418 MWp in "KMt" op voor 2013 (rood omrand in tabel). Terwijl het eerste cijfer van CBS (nog steeds niet herzien) 360 MWp liet zien. Als KMt representatief blijkt te zijn voor een minimum aan nieuw volume voor 2013 (aangezien het totaal dossier nog steeds onvolledig is), kan een eventuele CBS update aan het eind van het jaar nog voor een aardige verrassing (gedeeltelijke bevestiging "nog meer jaargroei dan gedacht in 2013"?) zorgen.

Daar staat tegenover dat er ook "negatieve" verschillen waargenomen kunnen worden. Zo was het verschil CBS - KMt wat de jaargroei cijfers betreft in het voordeel van de CBS cijfers in 2011 en 2012. Als er imperfecties en/of fouten in de KMt cijfers zijn beland (bijvoorbeeld via de soms twijfelachtige PIR input), kunnen dit soort negatieve - en positieve - verschillen wellicht deels worden verklaard.

Vooralsnog is het jaargroei cijfer voor 2014 nog niet hoopvol, momenteel op 205 MWp staand "volgens de KMt data". Dat kan natuurlijk nog fors worden bijgeplust, en wellicht moet er nog e.e.a. aan de cijfers voor 2013 worden hersteld. Wat weer impact kan hebben op het jaargroei cijfer voor 2014.

(c) Aantallen adressen met PV per provincie
In het "alle bekende dossiers"* totaal overzicht van Klimaatmonitor worden deze op 6-cijferige postcode op adres "ontdubbeld" en wordt een synthese gemaakt van de resterende adressen met PV installaties, en het vermogen per postcodegebied. Individuele adressen zijn "in principe" niet te traceren, tenzij je de gegevens kent (zie voorbeelden van grote installaties in mijn analyse van het KM-PIR register). In het volgende plaatje de ontwikkelingen in de laatste drie jaar (NB: 2014 nog verre van volledig, ook waarschijnlijk bij de nieuwe data!), per provincie.

* Status laatste gegevens KM zoals weergegeven in het portal:
1. Novem-projecten
2. EPR-verklaringen
3. Sunpower-adressen van REMU
4. Sunpower-adressen van Energierent
5. Sunpower-adressen van EWR
6. SDE-beschikkingen (gerealiseerde projecten): laatste peildatum 1-3-2013
7. PV-regeling voor particulieren (gerealiseerde projecten): laatste peildatum 20-5-2014
8. Productie Installatie Register (PIR), samenwerkende netbeheerders: laatste peildatum 1-7-2014

Laatstgenoemde is nu net met voorlopige gegevens QIII-2014 uitgebreid. SDE loopt hopeloos achter, data moeten van RVO.nl komen (zie voor zeer actuele totaal data mijn CertiQ analyses, september resp. het na dit bericht gepubliceerde stukje voor oktober).

In toelichting verder: "per PC6 wordt het hoogste getal uit de verschillende administraties opgenomen. In de praktijk zal het werkelijke aantal daardoor hoger liggen."

In dit "op PC6 ontdubbelde" totaal adressen overzicht van KM blijkt mijn provincie Zuid-Holland met kop en schouders kampioen, met voorlopig als meest recente getal voor 2014 bijna 37.000 adressen. Op een afstandje gevolgd door drie andere provincies met grote steden, Noord-Holland, Noord-Brabant, en Gelderland, de laatste met bijna 29 en een half duizend adressen. Daarna valt een groot gat en volgen de meer landelijke en/of kleine provincies, met Flevoland als hekkensluiter (bijna 6.600 adressen met PV-modules geregistreerd in KM "alle bekende dossiers"). Er zijn beslist trendverschuivingen waarneembaar, te zien aan de hellingshoek van de verbindingslijnen tussen de jaren. Noord-Brabant was bijvoorbeeld een rappe groeier in de periode 2012-2013, waarbij Gelderland werd gepasseerd. Flevoland toonde een zeer lage groei. Voor 2014 moet u die lijnen echter zeer waarschijnlijk nog fors naar boven bijstellen, als meer (recente) data en - uiteindelijk - hopelijk "definitieve" jaartotalen beschikbaar komen. Met deze eerste resultaten voor 2014 (voorlopige data tm. QIII) lijkt wel dat Limburg qua groeisnelheid behoorlijk is terug gevallen, waardoor het nu net onder het rap groeiende Overijssel terecht is gekomen (kan ook nog wijzigen). In een stippellijn is het gemiddelde aantal adressen per provincie weergegeven.

(d) Geaccumuleerd vermogen per provincie
Uiteraard een ander beeld bij de accumulaties van het - geregistreerde - vermogen per provincie, wat veel te maken heeft met regionale factoren zoals de beschikbaarheid van grote dakoppervlaktes op met name boerderijen en/of bedrijven, regionaal stimuleringsbeleid, voorhanden infrastructuur, etc. Daarmee krijgen we het volgende plaatje:

I.p.v. Zuid-Holland nu een heel andere koploper, Noord-Brabant, die wat capaciteit van de bij KM bekende PV generatoren betreft de hemel lijkt te zoeken, zo ver liggen ze voor met 149 MWp in dit KM totaal dossier. Maar liefst 34% (!) meer dan nummer 2, Gelderland (111 MWp), die mijn provincie Zuid-Holland naar de derde plaats verwijst (103 MWp). Ook voor deze grafiek geldt natuurlijk dat de resultaten voor 2014 nog zeer onvolledig zijn, en dat de data nog fors bijgesteld moeten gaan worden voor dat jaar. Maar niemand lijkt te kunnen tippen aan Noord Brabant, dat is duidelijk. Overijssel en Noord-Holland lijken elkaar momenteel in evenwicht te houden, rond de 95 MWp, op behoorlijke afstand gevolgd door - wellicht verrassend - Limburg (bijna 80 MWp). Daarna is het sappelen geblazen voor de kleinere provincies, al moet daarbij worden gezegd dat het om vaak dun(ner) bevolkte regionen gaat, dus dat zegt eigenlijk ook weer niet zo heel veel (zie ook verderop voor relatieve cijfers). De rode lantaarndragers zijn hier Zeeland en Flevoland met 31-32 MWp per provincie.

(e) Vergelijking KM-"totaal" met KM-PIR
Om de verhouding van het grootste deeldossier van KM, KM-PIR t.o.v. het "totaal" bestand (niet alles, maar vooralsnog het enige bestand wat een poging doet tot synthese van voorhanden dossiers) te laten zien een nieuwe grafiek:

In de blauwe curves de aantallen installaties in deeldossier KM-PIR (lichtblauw), resp. "synthese alle dossiers" (donkerblauw), referentie is de linker Y-as. In de rood-oranje curves het totale PV-vermogen in MWp, deeldossier KM-PIR (oranje), resp. "synthese alle dossiers" (rood), referentie is de rechter Y-as. De lijnen voor 2014 zijn hier bewust gestippeld weergegeven om aan te duiden dat het nog om zeer voorlopige data gaat voor het huidige jaar. Duidelijk is dat er forse gaten zitten tussen de twee registraties. Wat al van meet af aan duidelijk was, en wat aangeeft dat een substantieel volume niet in (het door Netbeheer Nederland aangeleverde) PIR-register staat / "kan staan". Er zijn hier ook foutenbronnen, want bij het "ontdubbelen op PC6" kunnen per ongeluk installaties toch onterecht over het hoofd worden gezien. Niet bekend is hoe groot de "fout" is die dan kan optreden, en of die mogelijk weer door andere foutenbronnen kunnen worden "gecompenseerd". Maar we moeten het er mee doen.

Wat aantallen betreft lijkt het verschil tussen KM-PIR en "alle dossiers" relatief stabiel te zijn. Bij de eerste cijfers voor 2014 is het verschil 14,5% meer installaties (dik 29 duizend) in "alle dossiers" dan in het KM-PIR deeldossier. Bij het vermogen treedt echter al in 2013 in absolute zin (verschil in geaccumuleerd vermogen) een behoorlijke discrepantie op, die bij de voorlopig eerste cijfers voor 2014 lijkt te zijn bestendigd. De verschillen tussen "alle dossiers" en KM-PIR waren in 2012 64 MWp (30% t.o.v. KM-PIR), in 2013 116 MWp (20%), en bij de voorlopige eerste cijfers in 2014 110 MWp (14%). NB: dit gaat dus om de door Netbeheer Nederland doorgegeven data, waarvan nu al duidelijk is dat er sowieso al een forse hoeveelheid vermogen van grote projecten in ontbreekt! De werkelijkheid "gemist vermogen" is dus nog substantieel groter dan in de grafiek wordt afgebeeld. Hoeveel is nog onduidelijk, omdat het onderzoek naar de status van grote(re) projecten uiterst moeizaam is, en ook weer de nodige pitfalls kent.

(f) 1 GWp feestje te vroeg? Hoeft niet
Ook rijst uit de vorige grafiek voor de oppervlakkige beschouwer meteen een potentiële vraag: was het "1 GWp feestje bij het Utrechtse Elinkwijk op 13 september 2014 wellicht niet te vroeg gepland?". Stichting Monitoring Zonnestroom had in opdracht van ODE, Wij krijgen kippen, Energie-U en HIVOS een berekening gedaan op basis van door Polder PV geleverde basis data. Ze kwamen in hun deels op punten door PPV bekritiseerde rekensom ongeveer op "medio september" uit, waarbij de "magische" 1 GWp horde genomen zou zijn.

Het meest recente cijfer voor "alle bekende dossiers" bij KM is echter nog "slechts" 898,8 MWp, en dat is nog lang geen "1 GWp". Dat hoeft elkaar beslist niet te bijten. Immers, het PIR register is niet volledig, er is geen wettelijke verplichting om ergens te registreren, er is nergens een "volledig" register, dat "bestaat" gewoonweg niet. Dus mist er capaciteit. Wat de verschillen zijn is anybody's guess, maar soms circuleren cijfers rond, gemaakt met natte vingers, die hetzij voor het PIR deelregister, hetzij voor "alle dossiers bekend bij Klimaatmonitor" percentages tussen 80 en 90 procent noemen. Ik ga in de hier onder staande opsomming natuurlijk uit van het minder onvolledige KM "totaal dossier", met genoemde voorlopige 898,8 MWp als vertrekpunt. En bereken daaruit het mogelijke daadwerkelijke volume in de NL PV markt, bij de huidige, zeer voorlopige QIII 2014 "status":

  • 898.788 kWp KM "totaal dossier" opgegeven volume huidige status (kWp)
  • 998.654 kWp bij aanname KM is 90% van "reëel te achten" vermogen
  • 1.057.398 kWp bij aanname KM is 85% van "reëel te achten" vermogen
  • 1.123.485 kWp bij aanname KM is 80% van "reëel te achten" vermogen

Bij de eerste aanname, "KM totaal dossier is waarschijnlijk 90% van het werkelijke PV vermogen in Nederland", is het al Bingo, en zitten we met de huidige QIII cijfers "dus" inderdaad al op vrijwel 1 GWp. Wel wat later dan genoemde medio september, maar een zeurpiet die daar om maalt. Gaan we van lagere percentages uit, komen we in het 2e "scenario", KM bevat "85% van reëel geplaatst PV vermogen" al op bijna 1,1 GWp. En bij 80% zitten we daar alweer een stuk boven, wat mogelijkerwijs betekend kan hebben, dat het "1 GWp feestje" zelfs "te laat" gevierd zou zijn. Zolang nauwkeurige data ontbreken blijft het gokken. Wel is nog steeds het jaar nog niet voorbij, kunnen cijfers nog steeds worden bijgeplust (of, als netbeheerders nog ongerechtigheden in hun databases vinden, ook worden afgetrokken). Alle potentiële plussen en minnen bij elkaar schrapend mogen we wel veronderstellen dat die "1 GWp" waarschijnlijk inmiddels wel "kat in het bakkie" is in Nederland.

En dat gaat volgend jaar rap meer worden, want de geur in de markt is, dat er e.e.a. aan initiatieven in harde pegels (lees: megawatten) omgezet zullen gaan worden, waarvan een waarschijnlijk heftig deel uit SDE 2013 en de net in laatste fase waarschijnlijk overmoedig ingetekende SDE 2014. Wanneer het "2 GWp" feestje gevierd kan gaan worden: neem s.v.p. een jaarkalender 2015/16, doe een blinddoek om, en prik ergens in het latere gedeelte...

(g) Gemiddelde systeemgrootte revisited
In mijn eerste analyse van de nieuwe, voorlopige QIII cijfers heb ik al een waarschuwend Hollands vingertje geheven n.a.v. mijn berekening van de "veronderstelde gemiddelde systeemgrootte" van het nieuwe PV volume wat zou volgen uit de laatste cijfers. Ik doe dat hier over met de cijfers uit de KM update.

In de grafiek in rood de uit de nieuwe data berekende "gemiddelde systeemgrootte" van het geaccumuleerde eindejaars-volume in "KM alle bekende dossiers" (voor 2014 de laatst bekende, nog lang niet complete cijfers gebruikend). In oranje dat voor alleen het KM-PIR deeldossier. Eind 2012 is er een forse discrepantie tussen de twee data verzamelingen. De gemiddelde systeemgrootte (NB: van alle installaties, een forse hoeveelheid!) ligt in het "totaal" dossier veel lager dan bij alleen het PIR. Dat zou betekenen, dat het PIR in dat jaar relatief meer "grote projecten" zou moeten bevatten dan het "totaal" dossier van KM. Maar dat staat weer op gespannen voet met mijn onontkoombare conclusie dat het PIR juist veel capaciteit van - ook oudere! - grote projecten ontbeert. Dus dat lijkt een vreemde tegenstrijdigheid.

Die tegenstrijdigheid lijkt nog te worden versterkt bij het vrijwel naar elkaar toe groeien van de twee aanvankelijk nogal afwijkende curves in 2013, een trend die nog wordt versterkt tot en met de laatst bekende cijfers voor 2014, waarbij in beide data verzamelingen de gemiddelde systeemgrootte rond de 3,9 kWp lijkt te zijn gestabiliseerd (wat trouwens erg laag ligt, veel lager dan in omringende landen!). Deze nogal forse verschuiving in "trend" en "systeemgemiddelde" lijkt ook al aan te geven dat er iets goed "mis" is met een of beide datasets. En/of dat de data voor 2012 structurele fouten zou kunnen bevatten.

(h) Cijfers provincies op een rij
Bij vergelijkingen van alle cijfers moeten we dus op onze quivive blijven, al zijn er weer de nodige leuke exemplaren uit de door mij uitgewerkte spreadsheet te vissen. Voor ieder wat wils, voor categorie "KM alle dossiers bij elkaar" (2014* = eerste, voorlopige, incomplete data):

  • Zuid-Holland bovenaan bij accumulatie aantallen adressen met zonnepanelen 2012-2014* (16% van 230.277 adressen), Zeeland onderaan (3,4%).

  • Bij accumulatie vermogen Noord-Brabant kampioen (17% van totaal vermogen 899 MWp), 2012-2013 Zeeland onderaan, maar in 2014* Flevoland lantarendrager (3,5%).

  • Bij "opgesteld vermogen per adres met PV" hoogst scorend Overijssel 2012, Drenthe 2013, en ex aequo Overijssel/Drenthe 2014*, met gemiddeld 5,1 kWp/adres.

  • Ditto, laagste gemiddelde vermogens per adres Zuid-Holland, met 1,6 kWp in 2012 tot 2,8 kWp in 2014*.

  • Bij "opgesteld PV-vermogen op bekende adressen met zonnepanelen per inwoner" scoort Drenthe in 2012-2014* het best, met in 2014* 101,3 Wp/inwoner in KM "alle bekende dossiers".

  • Ditto, het laagst is dat wederom in Zuid-Holland in die drie jaren, in 2014* op niveau 28,8 Wp/inwoner gekomen, een factor 3,5x zo weinig dan Drenthe.

  • Onder de optie "bekende adressen/lokaties met PV-panelen per 1.000 woningen" scoort Flevoland (2012) resp. Friesland (2013-2014*), de laatste met 44,9 in 2014*, het best.

  • De slechtst presterende provincie is met voornoemde optie aanvankelijk Noord-Brabant (2012) resp. Zuid-Holland (2013-2014*), met 22,5 PV-adressen/1.000 woningen in 2014*.

  • Bij "Vermogen PV-panelen op bekende adressen/lokaties per 1.000 woningen" is Drenthe wederom voorloper, in 2012 nog ex aequo met Flevoland, maar in 2014* uniek met 227,3 kWp/1.000 woningen (Friesland en Overijssel op afstand met plm. 195 kWp).

  • Wederom "slechtst" presterende op dat vlak het dichtbevolkte Zuid-Holland, 62,9 kWp/1.000 woningen in 2014*, een factor 3,6x zo weinig dan in Drenthe.

(j) Enkele cijfers individuele gemeentes met waarschuwing

Ook kan natuurlijk gegrasduind worden in de data voor de individuele gemeentes. Een paar cijfers.

  • Den Haag momenteel hoogste "score", 4.440 "bekende adressen/lokaties met PV-modules", Utrecht en Amsterdam op plaatsen 2 & 3 (3.584 resp. 2.646 adressen).

  • Gemeente Schiermonnikoog het laagst, 8 adressen.

  • Bij het PV-vermogen keren we eindelijk weer na een maandenlange, onzekere periode, terug naar een vertrouwde - en logische - weergave. Amsterdam op 1, met 9.630,3 kWp, Súdwest Fryslân op 2, met 9.070,4 kWp, en Tilburg (NB) nog nipt voor Utrecht, op 3, met 8.708,92 kWp.

  • Met genoemd vermogen voor Amsterdam in KM, en de momenteel daarvoor geregistreerde 2.646 adressen met zonnepanelen, beginnen die cijfers meer in de buurt te komen van de unieke "eigen" registraties in het Zon op de Kaart portal van de hoofdstad. Momenteel staan daar namelijk 2.263 installaties gemeld (grootste deel, 2.003 stuks, 88,5% bij particulieren). Met een gezamenlijk vermogen van ruim 7,6 MWp (ruim 34%, 2,6 MWp bij particulieren, 30%, 2,3 MWp, bij bedrijven, 8% bij VvE's, 590 kWp, resp. 2,1 MWp, 28% "overig"). Natuurlijk moet daar nog e.e.a. ingehaald worden, maar de data beginnen merkbaar te convergeren. Wel is Amsterdam natuurlijk ook haar "volstrekt kunstmatige" voorsprong van 16,2 MWp (status februari 2014 in KM-PIR) terecht kwijt, na heftige ingrepen in een kennelijk zwaar vervuild bestand door Liander. Ik hoop dat ze daar inmiddels al een beetje overheen zijn, in de hoofdstad...

  • Hekkensluiter is hier wederom Schiermonnikoog, met slechts 38,9 kWp. Tijd om de alarmvlaggen daar te gaan hijsen, het is hartstikke zonnig daar, dus dat moet beter kunnen.

  • Eindelijk is de al meermalen door mij gerapporteerde brisante "anomalie" Berkelland (voorbeeld en oorspronkelijke uitgebreide analyse) met beide voeten terug in de aarde beland, en mogen de champagne flessen in de kast blijven staan. Sinds de Klimaatmonitor / PIR update van juli stond daar namelijk maar liefst een onwaarschijnlijk hoog vermogen van 12,4 MWp genoteerd (toen onterecht veel hoger dan langjarig kampioen Amsterdam). Zonder dat daar "geprikkelde kamervragen over werden gesteld aan de heer Henk Kamp". Die hoeveelheid sloeg natuurlijk nergens op, al werd de "onwaarschijnlijke kop positie" van die bij velen onbekende gemeente in de Gelderse Achterhoek destijds zonder met de ogen te knipperen door diverse internet media klakkeloos overgenomen.

    Dat is nu dus weer "in het gerede gebracht", met een waarschijnlijk reëler volume van, inmiddels, 6.042,47 kWp voor heel Berkelland. Jammer voor de gemeente, ze staat nu nog maar op een 23e plaats in de nationale pikorde. Such is life. Misschien dat een gepland ambitieus 1,8 MWp postcoderoos project in Borculo daar verandering in kan gaan brengen, maar Amsterdam halen ze natuurlijk niet in. Overigens deed de gemeente zelf zich weer ernstig tekort in een bericht gepubliceerd in januari 2014, waarbij ze claimden dat er in 2013 slechts "meer dan 325" aansluitingen met zonnepanelen zouden zijn binnen de gemeentegrenzen. De actuele Klimaatmonitor cijfers laten voor
    dat jaar echter al 732 adressen met zonnepanelen zien, ruim de dubbele hoeveelheid. Toch maar een glaasje champagne op het gemeentehuis? Santé!

  • Kennelijk heeft Liander na hun enorme schoonmaakbeurt in de afgelopen zomer, geprikkeld door wat gezwaai met wat polderiaense vlaggen in de publieke ruimte, nog wat vieze data restanten achter de kolenkachel vandaan weten te krijgen. De vraag blijft, ook geldend voor de andere netbeheerders: hoeveel over het hoofd geziene "anomalieën" liggen er nog te wachten op verwijdering, in het PIR register? Die vraag is nog lang niet beantwoord.

  • Er staan inmiddels in het "totaal" dossier bij Klimaatmonitor 37 gemeentes opgesomd die meer dan 5 MWp vermogen op hun grondgebied zouden hebben staan. Lees: minimaal, want ook KM is verre van compleet.

  • Mijn eigen gemeente Leiden moet nog haar stinkende best doen om ook maar in de buurt te komen van bovengenoemd 37-tal. Momenteel staat er nog maar 1.989,70 kWp gemeld, verdeeld over 1.029 adressen. Daar moet natuurlijk de nodige verandering in gaan komen. Hup, Leienaren: aan de zonnepanelen, e pronto!

Wordt uiteraard vervolgd: Dit is en blijft immers "slechts" een status update. Op naar de volgende update van Klimaatmonitor.

Eerdere links artikelen over Klimaatmonitor data op Polder PV:
Something is a-miss ... PIR register bewezen onvolledig (6 oktober 2014, PIR getoetst aan detail data KM)
Zonnestroom in NL vanaf 2013, update 7. Klimaatmonitor update inclusief eerste jaarhelft 2014 (18 juli 2014)
Zonnestroom in NL vanaf 2013, update 6. Liander schoont PIR op, verschuivingen bij Klimaatmonitor (17 juli 2014)
Bevestiging van ververste Klimaatmonitor cijfers door Netbeheer Nederland (23 april 2014)
Klimaatmonitor en zonnestroom (omvangrijke status update KM-PIR van februari 2014 met veel detail grafieken, data verouderd wegens heftige ingrepen registers, met name door Liander)
Heftige PIR update Klimaatmonitor februari 2014 (20 februari 2014 - intro)
PV in NL update 10. Statistiek revisie zonnestroom Nederland: PIR en Klimaatmonitor in het licht van CBS cijfers (2 augustus 2013)
PV in NL update 9. Klimaatmonitor in perspectief: praktijkvoorbeeld Overijssel (4 juni 2013)
Klimaat Monitor: particulieren worden SDE uitgewerkt in cijfers (26 december 2012)
KlimaatMonitor databank Agentschap NL zeer suggestief over implementatie SDE-zonnestroom... (31 juli 2010)

http://klimaatmonitor.databank.nl

Analyse - Behoefte aan betrouwbare marktdata neemt toe, tenminste al 200 megawatt bijgebouwd in 2014 (SolarMagazine, 5 nov. 2014)
Klimaatmonitor: vermogen zonne-energie in Nederland gestegen naar 900 MW (Groene Courant, 4 nov. 2014)
Heerhugowaard aan kop met aantal huishoudens met zonnepanelen (Groene Courant, 4 nov. 2014)


4 november 2014: Leiden - de transformatie en metamorfose van zonne-energie. Dat de zonne-energie sector een zeer dynamische is mag, als u Polder PV jarenlang intensief heeft gevolgd, duidelijk zijn. Er zijn weinig andere industriële sectoren waar de ontwikkelingen elkaar zo rap opvolgen, de markt zo explosief kan evolueren, maar ook tijdelijk, zeker per land bekeken, zulke enorme "dips" kent. Een markt waarbinnen de "trends" elkaar rapper opvolgen dan u spreekwoordelijk met de ogen kunt knipperen. Het "high-end" module wat u gisteren kocht over een half jaar alweer achterhaald blijkt te zijn (doch nog steeds prima presteert, en daar deed u het voor). De kostprijs ontwikkeling een ongekende, en op energie gebied nergens ge-evenaarde trend heeft laten zien (de enige juiste kant op: down, down, down). En de technologische evolutie haars gelijke niet kent. Met niet alleen het ene spetterende "laboratorium" record na het andere. Maar, veel belangrijker nog, daadwerkelijke stapsgewijze implementatie in een keur aan toepassingen, in diverse "platforms" (kristallijn, dunnelaag, organische PV, concentrator technieken, etc.), in de harde commerciële realiteit. And that is the only thing that counts. Dynamiek cq. permanent change, dat zijn de sleutelwoorden in de solar business.

Alweer wat veranderd aan de overkant...
Zaterdag fietste ik naar de nieuwe tijdelijke werk lokatie van de Werkgroep Agrarisch Natuurbeheer waar ik al jaren vrijwillig werk verricht als welkome afwisseling op het extreem intensieve computer werk voor de activiteiten rond Polder PV. Het betreft daar een oude melkveehouderij van een aardig boeren echtpaar aan de Zijldijk, waar we o.a. snoeiwerkzaamheden plegen in het beroemde "pestbosje" in de weilanden met uitzicht op het Joppe. Onderweg kom je, langs de dijk fietsend, het mij bekende oudste zonne-energie project van Leiden en wijde omgeving tegen. Natuurlijk, het antieke Zonnewende project, waarbij de 10 huizen (in 2 bouwblokken) aan de zuidzijde al in 1978 (vanaf bouw 1977) unieke zonne-energie façades kregen. Deze façades hebben een hellingshoek van 60 graden (wordt nu beslist niet meer als "optimaal" gezien), en de oriëntatie ervan is ongeveer 20 graden oost van zuid (idem: wordt zeker niet als "optimaal" beschouwd).


^^^
Na 36 jaar (!) nog steeds spraakwater opleverend in en buiten Leiden.

Vroege renovatie - na 16 jaar
Dit feitelijk ook nog BISE ("building integrated solar energy") te kwalificeren project moest echt "pionieren". Het betrof oorspronkelijk namelijk een thermische zonne-energie façade, waarbij tapwater en een deel van de ruimteverwarming werden verzorgd van de 10 "milieu woningen". Het had, zoals veel van die "gedurfde" vroege pionier installaties, nogal wat problemen, waarbij met name lekkages via de "geïntegreerde" zonnecollector gevel en diverse condensatie problemen in de huizen zelf de doorslag gaven voor een volledige project renovatie in 1994. Een uitgebreide ombouw uitgevoerd op basis van een oorspronkelijk plan van BEAR Architecten resulteerde echter, vanwege financiële redenen, in een façade renovatie traject waarbij slechts 5 van de 10 woningen een PV-systeem kregen. En wel, in het zuidelijk gelegen bouwblok van 6 aan elkaar gebouwde huizen. 5 van die woningen kregen elk, volgens de documentatie van BEAR, een 2,3 kWp PV façade (opgedeeld in 3 subsystemen). Het totale renovatie traject zou dus een totale projectgrootte van 11,5 kWp aan nieuw PV-vermogen hebben opgeleverd. Voor die tijd een aardig project, nu echter toe te rekenen tot de categorie "klein bier". Het zesde huis kreeg i.p.v. de oorspronkelijke thermische collector gevel een volledige dummy beplating (geen PV), de andere 4 huizen (achterste blok) hebben een klassiek pannendak gekregen, met elk een dubbele, los boven de pannen gemonteerde thermische collector plaat.

Een van de bewoners van de PV-renovatie woningen heeft - mogelijk een tijdje na deze forse gevel renovatie - ook nog verkozen voor een dubbele thermische collectorplaat op het platte dakdeel tussen het bovenste en het middelste PV segment. Deze "status quo" was de situatie die jarenlang het beeld heeft bepaald van de aangepaste façade van het Zonnewende project. Zowel voor de wandelaars langs de westdijk van de Zijl (Rozenpad), als voor het verkeer over de Zijldijk ter oosterzijde van het water:


^^^
Foto van het zuidelijke bouwblok van "de Zonnewende" in de Merenwijk, vanaf de oostdijk van de Zijl, in de strenge februari wintermaand van 2012, met schaatsers op de beroemde verbinding van Leiden met de Kagerplassen. Hier is de langjarig zichtbare situatie te zien: Op 5 van de 6 in het zuidelijke huizenblok staande woningen zijn telkens 51 donker gekleurde kleine IRM PV panelen van R&S in de gevel gebouw, in drie groepen (boven 33, midden resp. onder telkens 9 panelen). In de documentatie bij BEAR was nog sprake van 48 modules en een capaciteit van 2,3 kWp per huis (48 Wp modules). Mogelijk is dat in de uiteindelijke renovatie realisatie dus 2,45 kWp per pand geworden. Vreemd is dat gesproken wordt van monokristallijne modules in de documentatie, terwijl van dichtbij bezien het er eerder uitziet dat er multikristallijne zonnepanelen zijn gebruikt (R&S en opvolger Shell Solar waren zeker in die jaren multikristallijne cel / module specialist, zie volgende foto).

Alle "lichtgrijze" vlakken zijn dummy panelen, inclusief de zichtbare verdiepte gevel op het 2e pand van links (erker, geen opbouw geplaatst), en de woning waar na de renovatie in het geheel géén PV-modules werden geplaatst (3e van links: complete dummy gevel).

Tot slot ook nog zichtbaar de los op het platte tussendak segment geplaatste thermische collector (dubbele plaat) van de 3e woning van rechts.


^^^
Detail van PV-gevel van meest westelijke pand in het zuidelijke woonblok van Zonnewende.
Boven en onder de uitbouw de kleine oude, in 1994 opgeleverde - gezien de "look"
multikristallijne? - R&S modules. Aan de linkerzijde en rechtsboven zichtbaar in egaal grijs
de "dummy" platen. Beiden zijn integraal onderdeel van de waterkerende façade.

Foto © 2009, uit collectie Peter J. Segaar / www.polderpv.nl

El cheapo PV modules, dus weer handen uit de mouwen
Van mijn ouders kreeg ik van de zomer een artikel uit het Leidsch Dagblad (LD) in de hand gedrukt, gedateerd 26 juli 2014. Getiteld "Zonnepanelen stapelen in de Merenwijk". Daarin werd een interview met een van de oudste bewoners weergegeven, de heer Kuijers, die claimde dat de toen alweer 20 jaar oude zonnepanelen het niet meer "zouden doen". Details over het "niet meer (?) functioneren" werden niet gegeven, maar feit is dat anno 2014 kristallijne 48 Wp modules natuurlijk compleet out of date zijn. En dat met de beschikbare façade oppervlakte tegenwoordig veel meer energetische output is te bereiken, met al behoorlijk hoog renderende PV-modules.


^^^
Artikel van Jessica Kalisvaart in het © Leidsch Dagblad van 26 juli 2014, met daarin aankondiging van het begin van een nieuwe "metamorfose" voor het Leidse Zonnewende project.

Links een andere opvallende "metamorfose", en wel in de multikristallijne zonnecel technologie. Boven links een oude HolecSol cel (kantlengte 9,7 cm.), met handgesoldeerde, grove metalen strips uit de vroege tachtiger (!!) jaren van de vorige eeuw (waarmee ooit een groot, al lang gesloopt project op Terschelling was voorzien), met dank aan PV pionier Henk Peters (artikel). Links onder een veel recentere - maar feitelijk ook alweer "achterhaalde" multikristallijne cel van ECN (12,3 cm.) met 2 busbars, met dank aan Maarten Breet van de gelijknamige firma.

"Moderne" kristallijne cellen hebben inmiddels meestal alweer 3 tot zelfs 4 busbars, en kunnen ook alweer een forse slag groter zijn (15,6 cm.). De technologische evolutie schrijdt nog dagelijks voort. Meer "metamorfoses" zijn te verwachten.

Inhalen van achterstand
De bewoners van het huis in het zuidelijke woonblok, waar bij de renovatie in de vroege negentiger jaren géén zonnestroom opwekkende panelen waren aangebracht hadden inmiddels in 2013 al het heft in de hand genomen, en een forse nagelneue PV-installatie laten aanbrengen. Volgens de in LD gepubliceerde foto - en ook volgens mijn later opgenomen beeldmateriaal van afgelopen zaterdag - waren daar in totaal 14 moderne, met 60 donkere multikristallijne cellen bezette zonnepanelen aangebracht, over de "dummy" panelen façade heen. Bovendien waren er nog eens - waarschijnlijk - 9 extra modules onder een lage hellingshoek in 3 rijen op frames op het platte dak segment bijgeplaatst, wat het totaal voor die lang "PV-loze" vreemde eend in de bijt opeens, bij aanname 250 Wp per modern module, in een keer op zo'n 5,75 kWp heeft gebracht. 3,3 kWp meer dan de andere 5 huizen toen nog elk hadden.

Stapelen maar
Werden die nieuwe PV modules bij genoemd, lang zonder zonnestroom functionerend huishouden "gewoon" bovenop de dummy façade geschroefd (waar in het allereerste begin van het gehele project dus thermische collector platen lagen), is er bij familie Kuijers een "onorthodoxe" oplossing gekozen. Immers, de oude PV-modules zijn in 5 huizen onderdeel geworden van de waterkerende façade, en het had nogal wat gekost om die te vervangen voor nieuwe (ook nog eens compleet anders gedimensioneerde) zonnepanelen. En dus werd er voor gekozen om de oude panelen te laten zitten en de (lang geleden gerenoveerde) façade ongeschonden te houden. De nieuwe panelen werden daar pardoes bovenop geplaatst, waarbij de opbouw frames voor de nieuwe exemplaren in de lijsten rond de oude BIPV panelen werden bevestigd. Vandaar de titel van het artikel, "stapelen van zonnepanelen".

Op de LD foto is het tweede nieuwe PV syteem van Kuijers te zien, op de 2e woning van rechts (NO). Vanaf foto materiaal telde ik 9 nieuwe PV-modules op de bovenste façade verdieping, en nog eens - waarschijnlijk - 6 modules in portrait oriëntatie op het platte tussendak. Deels vergelijkbaar aan het al eerder op vergelijkbare wijze op de "dummy panelen" aangebrachte systeem van het lang "PV-loze" huis in het rijtje (3e van links). Alleen zijn daar ook op de onderste façade segmenten nieuwe modules aangebracht, en lijken er zelfs 9 zonnepanelen in landscape, in 3 rijen op het platte daksegment te staan.

Plat dak meer opbrengst dan "optimaal" façade systeem?
In het artikel wordt ook gesuggereerd dat de modules in de nieuwe "plat dak" deelinstallatie van Kuijers meer stroom zou opwekken dan de exemplaren die direct op de oude PV modules zijn geschroefd, op de 60 graden hellende (OZO gerichte) façade. En dat dat kennelijk als iets byzonders wordt gezien. Dat hoeft echter helemaal niet opvallend te zijn. De façade oriëntatie en hellingshoek zijn immers helemaal niet, zoals wordt gesuggereerd, "optimaal". Ten tweede, de modules op het platte dak segment zijn onder een kleine hellingshoek op open frames gemonteerd. En zijn derhalve waarschijnlijk veel beter "natuurlijk geventileerd" dan de op de oude modules aangebrachte "façade panelen". Het is bekend dat vanwege de negatieve temperatuur coëfficiënt van kristallijn silicium (voor het module vermogen meestal in de buurt van -0,4% per graad C boven de STC temperatuur van 25 ºC), flink opwarmende panelen een lagere output hebben dan modules die goed (natuurlijk) zijn "gekoeld", zoals in open frame opstellingen.

Bovendien is al jaren bekend dat zelfs bij PV-systemen met relatief lage hellingshoeken zeer goede resultaten behaald kunnen worden. Dat komt omdat de gemiddelde lichtcondities op gematigde breedtes, en dus ook in Nederland op jaarbasis een hoge component strooilicht (indirect dan wel door wolken verstrooid licht) bevatten vanwege vaak deels bewolkt tot bewolkt weer. Siderea.nl kwam met het door hen gehanteerde instralingsmodel op een optimale hellingshoek van 30 graden. Bij aanwezigheid van forse "horizonobstakels" en een daardoor wenselijke nog iets lagere hellingshoek van de zonnepanelen kwamen uit de modelberekening nog steeds hoge totale instralingscijfers tevoorschijn. Maar bij 60 graden hellingshoek, zoals de façades in het Zonnewende project hebben, ligt de instraling op het modulevlak op een dramatisch lager niveau dan bij 30 graden. Zie grafiek en uitleg in het tweede "hellingshoek" artikel op Siderea.nl.

Uiteraard zullen alleen harde meetresultaten van opeenvolgende jaren echt goed uitsluitsel kunnen geven over eventuele structurele opbrengst verschillen. Want het ene jaar is het andere niet, en zowel gemiddelde licht- als temperatuur condities verschillen van jaar tot jaar, kunnen elkaar zelfs tegenwerken of versterken, en kunnen derhalve productie resultaten van deel-installaties op dit soort projecten aanmerkelijk beïnvloeden.

Voorlopig laatste metamorfose Zonnewende
De "gedaanteverwisseling" bij Kuijers en de lang "PV-loze" overbuurman is niet onopgemerkt gebleven. Zoals gezegd fietste ik zaterdag jl. langs het project, en wie schetst mijn verbazing: Inmiddels hebben ook de vier andere buren in het zuidelijke huizenblok het goede voorbeeld gevolgd. En ook daar liggen nu nieuwe modules plompverloren bovenop de oude, inmiddels kennelijk ook daar "afgeschreven" zonnepanelen van het arme R&S Renewable Energy Systems B.V. (destijds 100% dochter van Shell Group, opgevolgd door Shell Solar Energy B.V., zie de prachtige, warm aanbevolen PV-historie pdf van Erik Lysen!). Sterker nog, de geciteerde Kuijers loopt nu zelfs "achter" op de meeste van z'n buren, en hij is bovendien nu de enige die nog een stuk façade heeft waarin nog de oude (waarschijnlijk al lang afgekoppelde) R&S modules zijn te zien. Mogelijk wachtend op de volgende metamorfose...

^^^
KLIK op foto voor uitvergroting

Close-up van het volledig van "gedaante" verwisselde Zonnewende project, vanaf de overzijde van de Zijldijk af genomen. Het betreft hier 3 detail foto's die aan elkaar zijn bevestigd via het bekende autostitch programma'tje. Duidelijk zijn (bijna) alle nieuwe PV modules te zien op alle woningen in dit 6 huizen tellende zuidelijke woonblok. En ook de nu nog zichtbare 2 stroken oude R&S modules in de schuine façade van door Leidsch Dagblad geïnterviewde Kuijers, 2e woning van rechts. De nieuwe, veel grotere zonnepanelen zijn overal bovenop de oude R&S modules bevestigd, behalve bij de 3e woning van links die na de eerste grote renovatie uitsluitend "dummy" panelen als nieuw façade element had gekregen.

Ook andere bewoners hebben gekozen voor extra nieuwe PV modules op de plat dak segmenten, voor poging tot reconstructie aantallen, zie laatste foto. Advies aan bewoners voorste pand: bomen snoeien, want als er een string koppeling voor de panelen op de onderste etages is gemaakt, gaat er onnodig veel potentiële stroom opwek verloren vanwege de partiële beschaduwing. Ditto voor de lange kachelpijp, die een hoogst verontrustende schaduw op het bovenste PV-deelsysteem werpt bij lagere zonnestanden. Zonde...

In de laatste foto hier onder heb ik een poging gedaan om bij benadering vast te stellen wat de meest recente situatie is qua aantallen "overgebleven" zonnepanelen, en het mogelijke totaal opgestelde vermogen van het hele Zonnewende project. Aangezien vanaf de grond het aantal "plat dak panelen" altijd moeilijk is te tellen, en het feitelijke module vermogen niet bekend is (geschat: gemiddeld 250 Wp per nieuw module), is dit een educated guess. Alleen harde "nieuwe project data" kunnen daar echt uitsluitsel over geven. Zo is er nog niets bekend over module type of eventueel nieuw toegepaste omvormers (de oorspronkelijke exemplaren waren volgens BEAR 1,8 kW Mastervolt Sunmasters, 78% ondergedimensioneerd t.o.v. de toenmalige PV generator).

^^^
KLIK op foto voor uitvergroting

Bijna frontale opname van de nieuwe situatie bij het zuidelijke huizenblok van de Zonnewende in Leidens' Merenwijk. In deze foto heb ik getracht te reconstrueren hoeveel nieuwe zonnepanelen er bij zijn gekomen t.o.v. de oude situatie (feitelijk: complete vervanging, ook al liggen de oude modules nog in de façades, zeer waarschijnlijk afgekoppeld).

Vlnr: 24 stuks (plat dak: schans constructie, landscape); 14; (waarschijnlijk) 23, met op plat dak vermoedelijk 3x3 portrait; 14 + thermische collector; (waarschijnlijk) 15, plat dak deelinstallatie vermoedelijk 2x3 portrait, met restant oude PV-façade onderzijde nog zichtbaar (afgeschakeld?); resp. (waarschijnlijk) 23, met op plat dak segment mogelijk 3x3 portrait.

In totaal telt dit op tot mogelijk 113 nieuwe PV modules. Indien 250 Wp modules zouden zijn toegepast, zou dat neerkomen op een totaal project vermogen van zo'n 28,25 kWp (gemiddeld per woning 4,7 kWp). In totaal bezien een factor 2,3 maal zoveel vermogen dan het - waarschijnlijke - oorspronkelijke project volume. En gemiddeld per huis een factor 1,9 maal zoveel capaciteit (4,7 kWp i.p.v. door mij berekende 2,45 kWp per woning met zonnepanelen). Zonnewende kan in verhevigde mate en in modern jasje (mogelijk niet helemaal naar de zin van de oorspronkelijke architect) vet zonnestroom gaan bakken.

Afsluiting Zonnewende project
U kunt zich voorstellen dat bij dit soort forse renovatie trajecten de eerder door mij al geuite twijfels over sommige aspecten van de nationale PV-statistiek cijfers nogmaals worden bevestigd. Als er veel oudere systemen op vergelijkbare wijze zouden worden gerenoveerd, er geen, onvolledige, of wellicht zelfs verkeerde data richting PIR register zouden worden gestuurd m.b.t. de actuele status quo van dit soort projecten, worden de statistieken, waar toch al diverse vraagtekens bij zijn te plaatsen, nog verder "vervuild". Een issue die ik op mijn nationale statistiek cijfers pagina al veel eerder bij hetzelfde project (met een oude foto) heb geuit, zie paragraaf 6 op genoemde webpagina.

Zelfs als je - in theorie - grip zou kunnen krijgen op de capaciteit aan "afgevoerde" volumes zonnepanelen via een organisatie als PV-Cycle* (het vermogen wordt echter helaas niet geregistreerd, slechts "afgevoerd tonnage"), moeten we bij onderhavig Leids project constateren: er is hier wel een behoorlijke hoeveelheid nieuw PV-vermogen aangebracht, het "afgeschreven vermogen" is echter niet fysiek afgevoerd, maar zit nog steeds op dezelfde plek waar het twintig jaar geleden ook al zat.

* Inmiddels 25 inzamelpunten in Nederland, zie http://netherlands.pvcycle.org/collection-points/map/


Metamorfose rond jubileum Polder PV
Ook bij de "Leidse" website Polder PV is, bij het tien-jarige bestaan van het portal (zie oorspronkelijke bericht), een metamorfose merkbaar, al is die al langere tijd zichtbaar voor de oplettende lezers. De berichtgeving over ditjes en datjes rond zonnestroom is uitgedund, ook al omdat media zoals Solar Magazine, Energiebusiness en -satellieten, Groene Courant, en een hele trits andere elektronische organen daar al continu mee bezig zijn. Soms met meerkoppige teams bestaande uit jonge tijgers waar de oude webmaster van PPV zich toch niet aan kan meten. Dat hoef ik natuurlijk niet over te doen. Ik ben maar in m'n uppie, en ik kom toch al slaap tekort. Vandaar dat de stukken die op Polder PV verschijnen tegenwoordig wat langer op zich laten wachten, maar daarbij beslist een nog grote(re) diepgang hebben gekregen. En waarin zaken vaak tot op de bodem worden uitgezocht, als dat in het bereik van de beperkte mogelijkheden ligt.

Een goed recent voorbeeld van dat laatste is het ronduit opmerkelijke feit dat er (inmiddels) zo'n 55% van het vermogen van de 72 grootste mij bekende PV projecten in Nederland NIET in de PIR registraties bij Klimaatmonitor is terug te vinden. Een nogal opzienbare ontdekking waar tot nog toe niemand anders dan diepgravende Polder PV op is gestuit. Resulterend in een goed gedocumenteerde analyse, waar ik heel wat tijd in heb gestoken. Maar waar ik tot nog toe uit zowel de PV-sector als vanuit de richting van "net beherend Nederland" onrustbarend weinig reacties op heb gekregen... Dat geeft toch te denken.

Luchtiger compensatie
Ter "compensatie" van de diepgang van de laatste tijd op Polder PV gepubliceerde artikelen, staan daar tegenover een onafzienbare hoeveelheid Tweets via Polder PV's Twitter account. Die inmiddels richting de 42.000 stuks gaan in een * KUCH * nogal korte tijdsspanne. En waarin diverse facetten rond zonnestroom en andere al dan niet duurzame energiezaken op vaak sarcastische / humoristische wijze in of binnen 140 tekens worden belicht. Energie wordt al zo vaak bloedserieus en sikkeneurig gebracht, daar moet wat meer leut in komen, vind ik. Maar ook wordt er bijvoorbeeld door Polder PV regelmatig gehakt gemaakt van PV leveranciers die nog steeds met droge ogen durven te beweren "dat de kWh prijs fors stijgt" met volslagen onzinnige percentages van 7 tot zelfs 11 procent. Per jaar. Pure polderkolder natuurlijk, en je zou het zelfs als volksverlakkerij kunnen zien, waar de ACM maar eens een potje voor op het vuur moet gaan zetten, en het schavot voor moet gaan oppoetsen, als het aan Polder PV ligt. De voor velen "ongemakkelijke waarheid" vindt u hier in uitgebreide, en hier in sterk verkorte vorm.

Ik blijf de PV markt in Nederland uiteraard kritisch volgen, in een ietwat andere gedaante dan "vroeger", en steeds meer mijn handen af trekkend van dossiers waar ik toch geen tijd meer voor heb. Een metamorfose die niet alleen met het "ouder worden" van de webmaster heeft te maken. Maar doodgewoon met tijdgebrek, en een halstarrige weigering om niemendalletjes cq. flutverhaaltjes op het net te gooien die niet of slecht zijn onderbouwd. Een persberichten duplicator zal Polder PV nooit gaan worden, ik zie het nut daar niet van in. We gaan zien waar het polderiaensche schip gaat stranden. Entree in de tweede decade.

Feestje "elders"
En voor wie het heeft gemist (op Twitter heb ik er wat aandacht aan besteed): het jubileum feestje heb ik inmiddels samen met mijn partner in de Ardennen gevierd. Te voet en met ®Biohummer en ®EcoSUVfie natuurlijk. Met daarbij nog, tot slot, de leukste ontdekking van allemaal, op het gebied van energie. Times. They are changing. Fast:

^^^
KLIK op foto voor uitvergroting

Ook in het in en in fossiele wegverkeer beginnen de eerste scheuren in het oude vertrouwde beeld zichtbaar te worden. En dan heb ik het hier niet over elektrisch rijden, sterk in opkomst (al blijft dat in NL in de meeste gevallen nog op een zeer grijze, door vieze kolenstroom gedomineerde mix draaien). Nope. Ik heb het over dit ogenschijnlijk unieke, nog steeds fossiele brandstoffen offrerende tankstation in België, Rue de Battice in Thimister-Clermont in de Waalse provincie Liège. Met het logo van een bekende internationale oliederivaat leverancier, Gulf Oil (ooit ook tijdens een "historische vergissing" iets met nukes gedaan). Het is, bij nader inzien, zelfs 1 van 2 zogenaamde "ZERO CO2" tankstations van de exploitant, Ets. Guy Ernst SPRL. Het tweede exemplaar bevindt zich in Herbesthal in dezelfde provincie Liège.

Dit station is uitgerust met een respectabele PV batterij van in totaal 94 multikristallijne modules, met een geschat totaal vermogen van bijna 24 kWp. En bovendien was er op het gebouwtje bij de do-it-yourself wasstraat ook nog eens een thermische zonne-energie installatie met 4 grote collector platen te bewonderen. Vandaar dus dat "ZERO CO2" label. Nu nog even die fossiele brandstof uit de tanks zien te krijgen, maar het begin is er...

Zowaar een klein PV wondertje op het gebied van een nog zeer fossiele handel. Daar kunnen de ach en wee klagende NL pomphouders nog een duurzame punt aan zuigen. De "metamorfose" heeft ook in deze sector haar beslag gekregen. In het ooit als "Europese smeerpijp" beschouwde België...

Roof retrofit of 5 houses in Leiden (NL) Informatieve pagina over de Leidse Zonnewende façade renovatie in de mid-negentiger jaren van het vorige millennium, door BEAR Architecten uit Gouda


17 oktober 2014: Zeer voorlopige zonnestroom cijfers Q3 Netbeheer NL - zegt nog niet zo veel. In Groene Courant (GC) verscheen op 16 oktober 2014 een kort stukje met twee grafieken. Ze hadden cijfers bij Netbeheer Nederland (NNL) opgevraagd die nog helemaal niet op de website van deze actieve branche organisatie zijn gepubliceerd. Er werden in het artikel wat "conclusies" getrokken, die ik, gezien de zeer premature status van die nieuwe cijfers niet zal trekken. Er is immers met alle "statistische" cijfers over PV in Nederland nogal wat te doen, overal zijn nog steeds vraagtekens bij te plaatsen, en conclusies kunnen alleen met de nodige prudentie worden getrokken. Er kan bovendien nog het e.e.a. veranderen in oudere cijfers (berucht, high impact hebbend voorbeeld: aanzienlijke negatieve bijstellingen bij Liander). Dus zeker als het over "groeicijfers" gaat moet u erg voorzichtig zijn bij het doen van al te stellige aannames. Polder PV rapporteert regelmatig op deze website tot in groot detail over alle pitfalls, valkuilen, en stekelige braamstruiken die je tegenkomt als je je serieus met de materie gaat bezighouden.

Geruchten
Dat laat onverlet dat het natuurlijk zonder meer interessant is dat er wat eerste (mijns insziens, nog zéér voorlopige) cijfers voor het derde kwartaal zijn gepubliceerd. Er gaan al langere tijd geruchten in de markt rond dat de groei dit jaar ondanks de eerdere "verwachtingen" beslist niet die van vorig jaar zal gaan evenaren. Geruchten die tijdens de recente Energiebeurs in Den Bosch nog verder werden versterkt. De crux is natuurlijk: hoeveel "minder" gaat het dit jaar dan wel worden, in een markt die vergeven is van over-aanbod aan PV-systemen en -modules? Dat blijft vooralsnog een open vraag, ook omdat CBS nog geen (eventuele) bijstelling voor het volume van 2013 heeft gepubliceerd. Cijfers waar trouwens ook tijdens de Energiebeurs weer wat vraagtekens bij werden gezet door sommige marktpartijen...

Ik maak hierbij dankbaar gebruik van de in de twee door Groene Courant gepubliceerde grafieken met cijfers, die ik in eigen exemplaren heb verwerkt, en, middels enkele berekeningen, in enkele afgeleide grafieken over de ogenschijnlijke "trends" in het (nu) beschikbare cijfer materiaal. Ik gebruik daarbij ook de eerste gedetailleerde (maand-)data van Netbeheer Nederland, uitvoerig door mij uitgediept op 24 juli jl, als referentie.

Progressie aantallen PV installaties in PIR tm. 2014 Q3
In de grafiek hier onder geef ik de progressie van de door GC van Netbeheer Nederland verkregen laatste cijfers weer. Ik zet ze daarbij af tegen de in de zomer door hetzelfde NNL gepubliceerde data om te kijken of er nog iets is gewijzigd in oudere data:

In groene kolommen de nieuwe cijfers die GC heeft gepubliceerd, accumulatie van het aantal PV-installaties zoals geregistreerd in het Productie Installatie Register (PIR), aan het eind van elk kwartaal (totaal cijfers op rechter Y-as). Hieruit "zou volgen" dat er in het derde kwartaal 15.611 nieuwe PV-systemen bijgekomen zouden zijn. Aardig, zelfs boven het niveau van het laatste kwartaal van 2013 en het opvolgend eerste in 2014. Maar beslist geen dijenkletser. Ongeveer 170 installaties gemiddeld per dag. Het PIR omvat daarnaast beslist niet alle volume (Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat heeft nog enkele "extra dossiers", en ook dat is nog steeds niet alles, er is geen wettelijk voorgeschreven meldplicht). Verder heb ik recent na diepgaand onderzoek ontdekt dat grote bedrijfsmatige PV-installaties voor een aanzienlijk deel in het PIR blijken te ontbreken.

Dat voorlopig - pro memori - terzijde schuivend, ik heb de oudere NNL data ("NNO") in paarse kolommen naast de nieuwste gegevens gezet, en daaruit blijkt dat er bijna niets is veranderd in de "historische" accumulatie gegevens. Die zijn weergegeven sinds het eerste kwartaal van 2010, de oude data waren slechts vanaf (eind) vierde kwartaal 2010 te reconstrueren uit het toenmalige cijfermateriaal. De enige uitzondering zijn de - deels mysterieuze - kwartaal cijfers van NNL voor 2014. Waarbij grote vraagtekens gezet mochten worden omdat NNL in de zomer natuurlijk niet kon noch kan weten wanneer installaties daadwerkelijk zouden worden opgeleverd in de laatste maanden van dit jaar. Voor het tweede en derde kwartaal blijken de nieuwe cijfers 1,9 resp. 8,4% boven die in juli dit jaar gerapporteerd door NNL te liggen. Sterker nog, voor het eerste kwartaal dit jaar ligt het nieuwe cijfer zelfs een half procent onder dat gepubliceerd in de zomer. Kennelijk is hier weer eens e.e.a. (in negatieve zin) "gecorrigeerd" in de registers.

Het lichtgele vlak in de grafiek is de periode dat er door RVO.nl (voorheen Agentschap NL) beschikkingen voor de Nationale Subsidie Regeling (NSR) voor particulieren PV-systemen uitgegeven konden worden, en wat een spectaculair volume van 272 MWp met bijna 88.000 nieuwe installaties heeft gegenereerd (analyse). Derhalve is de groei in de accumulatie cijfers voor de aantallen PV-systemen zeer substantieel geweest in die periode.

Derde kwartaal nog zeer onzeker
Ik heb de data voor het derde kwartaal met lichtere kleur en gebroken kolomrand in de grafiek weergegeven omdat ik niet denk dat dit "definitieve" data zullen zijn. Ik heb een sterk vermoeden dat hier nog wel het nodige aan zal gaan veranderen (zoals nu ook al de data voor Q2 zijn gewijzigd, in positieve zin). Dit, op grond van de soms "schokkende" ervaringen met dit soort cijfers in het recente verleden. Daarbij komt, dat commerciële PV-installaties inmiddels bezig zijn aan een flinke inhaalrace, en als het inderdaad zo is dat die voor een belangrijk deel niet in het PIR terechtkomen, gaan we steeds substantiëlere volumes missen. Voor de aantallen installaties, in alle opzichten gedomineerd door de grote hoeveelheid residentiële PV-systemen, maakt dat echter niet zo heel veel uit. Maar voor de geaccumuleerde vermogens beslist wel (zie verder).

Rode lijn
Tot slot heb ik in een rode lijn de (absolute) groei van de aantallen nieuwe installaties per kwartaal t.o.v. het geaccumuleerde volume in het voorgaande weergegeven, met de cijfers op de linker Y-as. Hiervoor heb ik de nieuwste data van NNL gebruikt. Daaruit blijkt kristalhelder de enorme toename van de aantallen (residentiële) PV-installaties in de NSR periode, met een dip eind 2012 (toen het even duurde voordat het subsidie budget voor 2013 was vastgesteld). Waarna de plaatsings-drift excessief toenam tot een record volume van 25.313 nieuwe installaties in 2e kwartaal van 2013 - toen al bij menigeen duidelijk werd dat het (2e deel-)budget snel zijn einde begon te naderen.

Uiteraard viel het plaatsingstempo na het overschrijden van de NSR subsidie fors terug, maar opvallend is dat er in het tweede kwartaal van 2014 weer een significante opleving kwam (tijdens de overal rond gebazuinde "btw teruggaaf regeling", die nog voortduurt tot op de dag van vandaag). 23.021 nieuwe installaties zouden er toen zijn aangemeld in het PIR. Niet eens zo ver verwijderd van de piek een jaar daarvoor. Erna treedt echter weer een zeer frappante daling op - als we tenminste de eerste cijfers voor het derde kwartaal van 2014 voor reeël moeten aannemen. Ik heb niet vernomen dat er zo'n extreme "high" gevolgd door zo'n enorme "dip" plaatsgevonden zou hebben in de residentiële markt. Dus of die heftige "marktbeweging" de werkelijkheid heeft weerspiegeld mogen we betwijfelen. Een enorm inkoop collectief als i-Choosr kan natuurlijk significante versnelling van residentiële plaatsingen genereren (bespreking), maar of dat genoemd zeer sterke effect kan verklaren is onwaarschijnlijk. Voor het "pakket aan toen lopende acties" stonden voor de zomer nog zo'n 3.000 nog af te ronden gecontracteerde installaties op de rol. Dat volume kan genoemde heftige "plaatsingspiek" in de grafiek (Q2 2014) niet verklaren. Vandaar heb ik het laatste rode lijnsegment gestippeld weergegeven, met in gedachten "Q3 kan nog behoorlijk wijzigen".

Progressie vermogen van PV installaties in PIR tm. 2014 Q3
Een zelfde verhaal kunnen we houden voor het geaccumuleerde vermogen van de hierboven besproken aantallen PV-installaties. Die heb ik weergegeven in deze tweede grafiek:

In essentie zijn hier vergelijkbare trends waar te nemen, maar wel met verschillende impact. Accumulatie cijfers (einde kwartaal) rechter Y-as, nieuwbouw per kwartaal op linker Y-as, beiden in MWp (1000-en kWp). Met name de "totale instorting" tussen het tweede en derde kwartaal (2014) bij het PV-vermogen is bizar. Er zou volgens de premature nieuwe cijfers slechts 26,6 MWp zijn toegevoegd in het 3e kwartaal van 2014, terwijl dat vanaf 2012 Q2 volumes van 28,7 tot en met 108,7 MWp (record in 2013 Q2) per kwartaal zijn geweest. Met een gemiddelde vanaf 2012 Q2 tot en met 2014 Q2, van 72,9 MWp/kwartaal! De terugval geeft een veel heftiger beeld te zien dan bij de aantallen installaties. Het vreemde is dat vanwege de sterke groei in grote commerciële projecten (ik heb inmiddels een extreem incomplete, maar rap groeiende lijst met al 50 MWp aan single-site systemen vanaf 15 kWp), dat een onlogische trend is. Dat het "minder" dan tijdens de NSR periode kan worden is een gegeven. Maar "instorting" na de zomer (juni)? Onwaarschijnlijk. Ook hieruit moeten we concluderen dat gevoltrekkingen (GC) als "groei een van de laagste in de laatste jaren" nog zeer prematuur is.

Let op dat het bij de "aantallen" installaties optredende piekje in 2012 Q4 niet terug te vinden is bij de vermogens: er treedt in de NN cijfers zelfs een lichte vermindering op in de nieuwbouw tm. 2013 Q1, waarna de vermogens-nieuwbouw explosief toeneemt, en na een nieuw kwartaal record (109 MWp in 2013 Q2) opnieuw fors onderuit gaat. Om na een nieuw "dieptepunt" van ruim 62 MWp in 2013 Q4 opnieuw naar een interessante piek van 101 MWp in 2014 Q2 te stijgen.

Maar wat daarna gebeurt in de cijfers lijkt op een "nationaal PV drama": instorting naar een nieuwbouw van slechts 27 MWp na de vakantie??? Een factor 3,7 maal zo weinig!? Ook hier blijven grote vraagtekens staan, want ik heb dat soort "collapse" signalen niet uit de markt vernomen (wel dat het "allemaal wat minder is" dan in 2013). Eerst maar eens wachten op gedetailleerdere, en hopelijk fors bijgestelde cijfers van Netbeheer Nederland.

Verschillen tussen de "oude" data van Netbeheer NL en de nu gepresenteerde "meest recente" data: 2014 Q1 39 kWp (0,01%) mínder dan eerdere cijfers, idem Q2 19,429 MWp (2,6%) méér, Q3 26,895 MWp (3,5%) méér.

Relatieve (voortschrijdende) groei aantallen
Om een wat gebalanceerder beeld van de historische ontwikkelingen te laten zien tot slot nog twee grafieken met afgeleide data: (a) De voortschrijdende gemiddeldes van de nieuwe PV volumes in de laatste vier kwartalen inclusief het geoormerkte kwartaal, in kolommen. En in dezelfde grafiek de groei in een kwartaal t.o.v. de accumulatie eind voorgaand kwartaal t.o.v. genoemde gemiddelde groei van de laatste vier kwartalen (periode van een jaar). Dan krijgen we deze grafieken:

De gemiddelde kwartaal groei in 4 opvolgende kwartalen (rechter Y-as) was bij de aantallen installaties relatief bescheiden, tussen de 2.374 (dieptepunt tm. 2011 Q4) en 3.936 installaties (tm. 2011 Q1) voordat de NSR regeling in ging (medio 2012). Daarna werden alle registers open getrokken bij de aantallen installaties, culminerend in een gemiddeld vier aaneengesloten kwartalen volume van 19.533 stuks tm. 2013 Q3. Daarna nam het tempo stapsgewijs af, logisch gezien de hoge impact van de NSR regeling. Maar desondanks blijven de nieuwe gemiddelde volumes in 4 aaneengesloten kwartalen nog steeds respectabel: in 2014 Q2 nog steeds 17.222 stuks gemiddeld inclusief de voorgaande drie kwartalen. Je zou een totale instorting verwachten na dit kwartaal, omdat na 2013 Q3 de NSR volledig buiten beeld was verdwenen. Maar dat gebeurt niet. Minder wordt het wel, maar de eerste cijfers voor 2014 Q3 laten zien dat het gemiddelde nog steeds relatief hoog blijft bij de volumes in een periode van een jaar: 16.941 installaties (later waarschijnlijk nog bij te stellen, vermoedelijk omhoog).

Het procentuele aandeel van de individuele kwartaal groei t.o.v. het 4-kwartaal-gemiddelde staat op de linker Y-as weergegeven. De percentages kunnen natuurlijk negatief of positief zijn (0-as gestippeld weergegeven). Lange tijd is er een enorme progressie zichtbaar, van 57% negatief groei resultaat in 2011 Q1 (t.o.v. 4-kwartaal-gemiddelde kwartaalgroei), tot een record van +130% in 2012 Q3. Daarna gaat het bergafwaarts, omdat de toename per kwartaal niet meer de gemiddelde bijplaatsing in de 4-kwartaal reeksen in positieve zin kan bijhouden.

Nog steeds zijn de nieuwe kwartaalgroei resultaten positief, tot een "dip" van +8% in 2013 Q1 ("rustpauze tussen 2 delen van de NSR" effect), daarna een lichte verhoging tot +33% in het opvolgende kwartaal. Hierna wordt de trend "fysiek negatief", met een "slechtste" kwartaalgroei resultaat in 2013 Q4 (-23% t.o.v. 4-kwartaal gemiddelde). Daarna krabbelt de trend weer flink omhoog, tot een nieuw positieve van +30% in 2014 Q2. Maar daarna duikt de trend weer op schokkende wijze in mineur, naar minus 8% in 2014 Q3. Of die trend klopt, zullen toekomstige cijfers moeten gaan uitwijzen. Ik heb er grote twijfels over, gezien de ontwikkelingen in de markt.

Relatieve (voorschrijdende) groei bij vermogen
Dezelfde grafiek nu voor de vermogens van nieuw in PIR gemelde PV capaciteit:

Ook deze grafiek lijkt in grove lijnen op die voor de aantallen PV-installaties (kolommen, rechter Y-as, in kWp). Tussen de 9,7 en 16,8 MWp per kwartaal gemiddelde groei in aaneengesloten 4-kwartaal periodes vóór de NSR subsidie kermis. Explosieve stijging naar 81,4 MWp/kwartaal gemiddeld tot in 2013 Q3. En dan, in tegenstelling tot de gestage afbouw bij de aantallen (vorige grafiek), een kennelijke stabilisatie van de (gemiddelde) bijbouw van vermogen, zelfs even culminerend in een nieuw 4-kwartaal record in 2014 Q1 (iets hoger dan 2013 Q3). Nog steeds op een hoog niveau (79,9 MWp in 2014 Q2). Dit laat zich verklaren door de toename aan commerciële, grote PV projecten, die een hoop vermogen in de markt brengen, wat een positief effect op deze grafiek zal hebben. Zelfs al weten we inmiddels dat veel van die project volumes niet eens in het PIR register ingeschreven (of: "gepubliceerd" !) lijken te zijn...

Het is met name het derde kwartaal van 2014 wat hier een enorm "probleem" vormt, want de terugval naar 65,0 MWp/kwartaal gemiddeld over de aaneengesloten 4-kwartaal periode lijkt te onwaarschijnlijk voor woorden. Dan hadden groothandels al lang flinke stennis moeten schoppen vanwege heftige aderlatingen bij de verkoopcijfers. Ik heb nog geen aanwijzingen dat dat inderdaad is geschied na de vakantie, dus ik zet maar weer een potje met zout bij deze nog zeer voorbarige cijfers. Ook bij de uit deze cijfers afgeleide procentuele aandelen per kwartaalgroei (rode lijn, linker Y-as). Die in 2014 Q3 tot een heftige negatieve trend van -59% kwartaalgroei t.o.v. gemiddelde kwartaalgroei in de laatste 4 kwartalen "zou moeten hebben geleid".

Systeemgemiddelde indicatief voor voorbarige cijfers
Tot slot nog een grafiek die mijn reserves over deze zeer premature cijfers sterk ondersteunen. Een goede "check" of cijferreeksen bij PV installaties "realistisch" zijn, is kijken naar de evolutie van het systeemgemiddelde vermogen. We mogen er natuurlijk van uit gaan dat dit in de loop der jaren licht groeit bij de accumulatie cijfers (totale geaccumuleerde vermogen gedeeld door aantal installaties). Daar zal slechts "langzame positieve progressie" verwacht kunnen worden. Anders ligt dat bij het nieuw geïnstalleerde vermogen in een bepaalde periode, omdat dat enigszins "gestuurd" wordt door het type ondersteuningsregime wat dan geldig is. Als er een enorme ("makkelijk te scoren") subsidie voor uitsluitend particulieren is, mag worden verwacht dat bij groot succes (en dat was de "niet door de sector gewilde" NSR regeling in 2012-2013 "namens" GroenLinks beslist!), het gemiddelde systeem vermogen in die periode enigszins wordt "gedrukt" vanwege de relatief zeer kleine capaciteiten van dat soort residentiële installaties (vaak niet eens de 3 kWp halend, minder dan 12 moderne PV modules).

Echter, in een periode dat commerciële, grote projecten voortvarend worden geplaatst, mag worden verwacht dat die trend juist omgekeerd is: zeker in zo'n periode zal het gemiddelde nieuwe systeemvermogen flink toenemen. Dit is het verhaal wat de afgeleide cijfers ontleend aan de net gepubliceerde NNL - GC data vertellen:

In groen het gemiddelde systeem vermogen van alle (geaccumuleerde) PV-installaties bekend in het PIR (zeker niet alles, maar substantieel groot volume). Per kwartaal geplot. Zoals te verwachten valt: licht stijgende trend in de jaren dat er flinke groei was, van 2,44 kWp in 2010 Q1 naar 4,11 kWp in 2014 Q2. Byzonder, en een cijfer wat al een alarm vlaggetje in de mast doet wapperen: opeens neemt dat systeemgemiddelde "all-in", enkele jaren lang continu groeiend, in 2014 Q3 weer af, naar 3,92 kWp, een afname van bijna 5%. Dat is "raar".

Gaan we over naar de laatste grafieklijn, de rode, voor het systeemgemiddelde voor de nieuwe capaciteit per kwartaal. Zoals te verwachten in de eerste "enigszins succesvolle" SDE periode in 2011, toen veel "SDE 2009 en 2010 groot" projecten werden gerealiseerd (veel Horizon Energy en SunUnited projecten!): toename van het systeemgemiddelde in die periode. Echter, toen particulieren de smaak te pakken begonnen te krijgen begin 2012 (spotgoedkope Chinese modules everywhere), en, vooral, toen er ook nog een max. EUR 650 cadeautje viel te scoren tijden de NSR regeling (lichtgele blok), werd er massaal door particulieren geïnvesteerd en daalde de gemiddelde systeemgrootte per kwartaal. Inmiddels begon echter ook de commerciële sector eindelijk een serie leuke grote(re) projecten af te leveren (SDE, ook veel onder EIA etc.). En sindsdien (2013 Q1) is ook per kwartaal de trend "systeemgemiddelde van nieuwe installaties" stapsgewijs omhoog aan het gaan.

En dan komen we bij dat compleet onwaarschijnlijke "breekpunt" in die rode lijn, weergegeven door een groot vraagteken: van 2014 Q2 (nieuwe systeem gemiddelde capaciteit 4,39 kWp) stort deze in een keer volledig in elkaar tot slechts een compleet onwaarschijnlijke 1,70 kWp in 2014 Q3, 61% minder! Alleen dit bizarre cijfer al, zou alle seinen op rood moeten doen zetten. Derhalve dient de pot zout naast deze nieuwe cijfers "van Netbeheer Nederland" te worden gezet. Het is zeer onwaarschijnlijk dat deze extreme trendbreuk "kan kloppen".

De opmerkingen over Stichting Zonnestroom in het GC stukje kunnen ook in de categorie "speculatie" worden bijgezet. Want een nauwkeurige "schatting" in de trant van "PIR zou 81,9% van totale PV capaciteit in NL" bevatten is: (a) onzinnig nauwkeurig, (b) uit de duim gezogen, want die verhouding is nog steeds onbekend, er wordt maar een slag naar geslagen, en (c) mijn ontdekking dat een zeer substantieel deel van het voor de (totale ) PV capaciteit steeds belangrijker wordende "commerciële" PV volume NIET in het PIR register, lijkt te zijn opgenomen, zoals gedocumenteerd door Klimaatmonitor, wordt totaal genegeerd.

Voor de opmerking over het al dan niet behalen van "1 GWp PV vermogen" in Nederland verwijs ik u naar mijn uitgebreide artikel over deze heikele materie.

Lichte stijging aangemeld vermogen zonnepanelen bij netbeheerders (16 oktober 2014, Groene Courant)


8 oktober 2014: CertiQ maandrapport september - gecertificeerde PV blijft rustig bij bouwen. Na de kleine opleving in augustus, toen een record hoeveelheid "Garanties van Oorsprong" voor zonnestroom productie werd bijgeschreven bij CertiQ, is september weer een rustiger beeld te zien. In totaal zijn t.o.v. augustus slechts 25 nieuwe "participanten zonnestroom" toegevoegd. Met een gezamenlijk opgesteld vermogen van 1,905 MWp. Netto bezien heeft dit tot gevolg, in aanmerking nemende dat nog steeds herinschrijvingen kunnen plaatsvinden in het register, dat "gemiddeld genomen" installaties ter grootte van zo'n 76 kWp zouden zijn toegevoegd. Wederom geeft dit aan dat sowieso de nieuw ingeschreven installaties (met geijkte, gecertificeerde bruto productie meting) een forse omvang hebben bereikt. En dat dit waarschijnlijk uitsluitend te wijten is aan nieuwe, middels SDE/SDE+ gesubsidieerde projecten bij bedrijven. Particulieren kunnen nooit dergelijke installaties realiseren zonder degelijke "business" modellen, "postcoderoos" dubbeling met SDE is wettelijk verboden.

Nog steeds is het tot nog toe maximaal genoteerde aantal participanten van november 2013, 11.088, niet bereikt. Met het laatste rapport is het aantal participanten blijven steken op 10.866. Kennelijk zijn er nog steeds projecteigenaren die zich niet hebben "heringeschreven", en is de aanwas vanuit de SDE (nieuwe projecten) wat aantallen betreft, in tien maanden tijd onvoldoende groot geweest om de door CertiQ doorgevoerde "uitschrijving" te compenseren (gele lijn in grafiek hier onder).

Bij het vermogen is het verhaal anders, wat ik eerder al had gesignaleerd: in november 2013 was de bij CertiQ ingeschreven PV-capaciteit nog 88,241 kWp. Met doorgevoerde tijdelijke uitschrijvingen daalde dat tot een minimum van 83,570 kWp in januari 2014. Maar vervolgens schoot het weer rap omhoog naar, momenteel, eind sep. 2014, 107,632 kWp bij CertiQ geregistreerd MEP + SDE (incl. "SDE+") vermogen (2e grafiek hier onder). Ook dat is een duidelijke indicatie, dat van de relatief weinig nieuwe SDE-gesubsidieerde installaties ingeschreven bij CertiQ, het individuele project vermogen gemiddeld genomen, voor Nederlandse begrippen, (zeer) hoog moet zijn. Anders kan het totale volume nooit zo rap stijgen.


^^^
"Netto" nieuw toegevoegde PV capaciteit in register CertiQ t.o.v. voorgaande maandrapportage.
2014 data in oranje-bruine kolommen.


^^^
Accumulatie van PV capaciteit in het CertiQ register, zoals weergegeven in de maandrapportages.

De "dips" in bovenstaande grafiek (met name begin 2014) worden veroorzaakt door administratieve correcties cq. 5-jarige "her-registratie" verplichtingen van de participanten - die dus tijdelijk uit de "records" verdwijnen, inclusief de bij hen opgestelde capaciteit. Eind september 2014 stond er bij CertiQ bijna 108 MWp MEP + SDE PV-vermogen ingeschreven. Dat is slechts een klein deel (maximaal ongeveer 11%) van het totale PV volume wat er inmiddels staat in ons land. Waarschijnlijk "ruim 1 GWp". Zie analyse over dat veronderstelde totale volume.

Wat het nieuwe aantal aangemaakte Garanties van Oorsprong betreft, is na de "record" hoeveelheid van augustus, 9,1 GWh, het volume iets terug gevallen naar 8,1 GWh in september. Met daarbij de blijvende disclaimer, dat het ook (deels) zonnestroom productie uit eerdere maanden heeft kunnen betroffen. Gemiddeld genomen gaat de "lijn" (blauw) natuurlijk omhoog, omdat er netto steeds meer projecten bij komen, bovenop de al bestaande (er wordt nog vrijwel geen capaciteit uit de markt genomen, ook niet bij de bij CertiQ ingeschreven installaties).

De groene lijn is de accumulatie van al die jaren door CertiQ (of voorganger EnerQ) uitgegeven GvO's, voor, wederom een waarschuwing, uitsluitend bij CertiQ geregistreerde PV capaciteit. Dat bereikte een niveau van 232 GWh "gecertificeerde" productie sinds juli 2001. Dat is absurd weinig, en is dan ook slechts een fractie van de werkelijke (doch niet centraal fysiek geijkt bemeten) landelijke zonnestroom productie geweest, in die ruim dertien jaar.

Status herinschrijvingen / progressie CertiQ
Voor alle vier opties "stroomproductie uit hernieuwbare bronnen" bij CertiQ heb ik ook de progressie tabel weer ververst met de laatst bekende data. Ik maak hierbij een vergelijking tussen de stand "eind september 2014" en "eind november 2013", toen duidelijk begon te worden dat er "negatieve groeicijfers" begonnen te ontstaan als gevolg van de afgedwongen herinschrijving in het register. De tabel ziet er nu zo uit, links aantallen participanten per modaliteit, rechts het geaccumuleerde vermogen bij die participanten per optie:

Er is een duidelijke (verdere) verslechtering opgetreden bij de modaliteit biomassa. In het vorige rapport (augustus) waren er namelijk nog maar 4 participanten minder dan eind nov. 2013, nu zijn daar kennelijk weer (netto) 3 afhakers bijgekomen. Wat gepaard gaat met maar liefst 621 MW vermogen minder (!) ingeschreven bij CertiQ sinds eind nov. 2013. Dit kan veroorzaakt zijn door twee dingen. (a) Een ongunstige marktsituatie voor bijvoorbeeld biovergisters en andere gesubsidieerde biomassa handlers, die hoge onderhouds- en proceskosten kennen, en waarbij mogelijk dus soms zelfs projecten worden stopgezet (of wellicht zelfs ondernemingen worden gefailleerd). (b) Het "uit de MEP subsidie" lopen van oudere projecten die biomassa verwerken. Het is bekend dat bijvoorbeeld de subsidie voor bijstook in fossiele (kolen) centrales afloopt, en dat het geen zin meer heeft voor zo'n centrale bij CertiQ geregistreerd te blijven voor (schaam)"groene" certificaten. Of dit ook voor andere biomassa projecten opportuun is weet ik niet. Maar als ook die op oude MEP subsidies drijven, kan dat binnenkort "einde verhaal" worden als de business-case zonder subsidie niet meer loont.

Bij waterkracht is de situatie onveranderd, nog steeds ontbreken "netto" 4 projecten (ruim 13 megawatt vermogen).

Zonnestroom is hierboven besproken. Nog steeds een gering aantal participanten wat "netto ontbreekt" (minus 2%), maar de vermogensaanwas (in rood, plus 22% t.o.v. eind nov. 2013) is het enige positieve signaal voor alle opties in de CertiQ statistieken.

Ook bij wind een licht positief signaal. Was het aantal participanten in het augustus rapport nog bijna 9% negatief (93 "stuks", met 116 MW, ruim 4% "tekort"), is dat in het huidige rapport naar bijna (minus) 8% gegaan (nog steeds 85 "participanten" minder dan eind nov. 2013). Gepaard gaand met 78 MW vermogen tekort. Een flinke verbetering t.o.v. het vorige rapport toen dat tekort nog op ruim 116 MW lag. Vandaar dat het percentage "minder capaciteit dan eind nov. 2013" van minus 4,2 omhoog werd bijgesteld naar minus 2,8%.

Maar nog steeds moet voor alle categorieën behalve "capaciteit PV installaties" worden geconcludeerd: de cijfers liggen nog steeds onder die van eind november 2013. De netto totaal resultaten voor alle 4 de opties, eind september 2014: 2,6% minder participanten, 7,7% minder capaciteit.

Statistische overzichten CertiQ


7/14 oktober 2014: Ikea goes solar deel 2 - er komt weer wat moois aan, in ... Zwolle + nagekomen. Van de week kreeg ik een persbericht in de mailbox met interessant nieuws. Het kwam van een oude bekende uit de Nederlandse installatie wereld, Esdec B.V. De bedenkers, ontwikkelaars en producenten van het zeer populaire ClickFit opbouw systeem voor, aanvankelijk, schuine daken. Wat al vele jaren lang succesvol wordt ingezet, zowel in Nederland als daar buiten. Bij zowel professionals als - met name in ons land - bij vele honderden doe-het-zelvers. En die met hun slimme, zorgvuldig geteste, van alle noodzakelijke certificaten voorziene lichte opbouw systemen evenveel succes hebben op het plat dak segment, onder de nieuwe naam FlatFix. Het bedrijf uit Deventer introduceerde tijdens de laatste Solar Solutions beurs nog hun nagelneue FlatFix Fusion opbouw systeem, wat volledig "in elkaar kan worden geklikt". En wat voor een stevig, integrale support zorgdraagt op grote, commerciële platte daken. Het geheel geeft een zeer lage hellingshoek voor de PV modules (13 graden), en kan met minimale ballast op kritische plekken (randen installatie) toch de zwaarste stormen de baas.


^^^
"Hartstuk" van het FlatFix Fusion systeem, gepresenteerd
tijdens Solar Solutions, april 2014 (zie bericht van 17 april 2014)..

ClickFit presenteerde met trots dat ze sinds september bezig zijn met het grootste "CIS" PV-systeem van Nederland, "op een plat dak van 13.000 vierkante meter". Waar hun nieuwe FlatFix Fusion systeem grootschalig werd toegepast. Er zouden "ruim 5.500" dunnelaag modules van de beroemde Shell dochter Solar Frontier pal zuid gericht worden geplaatst op het grote dak, met een gezamenlijk vermogen van "in totaal 850 kWp". Omdat het om een enkelvoudige installatie opzet gaat, zijn er dus ook even zoveel basis eenheden van het nieuwe FlatFix systeem nodig. Een forse klus voor de producent.

U zult begrijpen dat Polder PV, die zich de laatste tijd intensief met grote projecten heeft bezig gehouden (analyse in vorige artikel), zich meteen met grote interesse op het bericht wierp. Met name ook omdat er niet bij werd verteld waar het bedoelde project was gelokaliseerd in Nederland. Of wat het bedrijf was waar dit project op werd gerealiseerd. Dit gebeurt wel vaker, de opdrachtgevers van dit soort grote, spraakmakende projecten willen meestal graag zelf de regie houden over de berichtgeving, en dat is geen probleem.


^^^
Eerste foto van het fraaie project, met gitzwarte CIS modules van Shell dochter Solar Frontier, uit Japan.
Foto © Esdec B.V.

Weer wat speurwerk voor Polder PV: waar staat het?
Maar Polder PV heeft zo zijn eigen "resources", en vooral de bij het persbericht gevoegde foto, hierboven verkleind weergegeven, liet meteen de nodige bellen rinkelen. Direct al was de blauwe kleur van de façade onderaan de foto een "rode vlag" die onherroepelijk naar de werkelijke "bron" van het project verwees. We hadden een vergelijkbaar gekleurde gevel namelijk een paar dagen geleden nog gezien. En dat was natuurlijk in Haarlem, waar de Zweedse reus IKEA eind deze maand voor het eerst in Nederland zonnepaneel systemen aan de consument gaat aanbieden. Zoals in het vorige artikel over deze grote retailer beschreven. Na een onderhoudsdag in het Bulderbos zijn we niet terug naar Leiden gefietst, maar zijn we verder gereden naar station Spaarnwoude aan de oostrand van Haarlem. Waar de bekende vestiging van het concern ligt (een van de grootste, met 38.000 m² vloer oppervlak). En waarbij je vanaf de loopbrug over het spoor een foto van de gevel kunt maken:


^^^
4 okt. 2014. IKEA vestiging Spaarnwoude / Haarlem oost, vanaf loopbrug van het station over
het spoor. In dit grote winkelcentrum met de karakteristieke blauwe gevel (en de eigele belettering)
gaat IKEA eind oktober 2014 de eerste PV-systemen aanbieden aan het kooplustige Nederlandse
publiek. Op dit dak liggen echter (nog) géén zonnepanelen!

Echte lokatie 103 kilometer verder oostwaarts...
Uiteraard wordt het door Esdec beleverde nieuwe "dunnelaag" PV project niet op deze IKEA vestiging in Haarlem aangelegd, want het gaat nu om een nagelneu, duurzaam gebouw, en het pand in Haarlem staat daar al sinds 2005. Het nieuwe complex waar het nu om gaat, zit al heel erg lang in de "planning", maar de bouw is enkele malen vertraagd. Onder anderen door de crisis in 2009, en omdat in de eindfase een vastgoedbedrijf in de regio bezwaar maakte tegen het bestemmingsplan voor de nieuwbouw (artikel december 2013 in Retailnews.nl). Uiteindelijk gingen echter alle lichten op groen, de overeenkomst met de gemeente was al op 18 juli 2012 ondertekend, de omgevingsvergunning was in oktober 2013 al verleend, en op 9 april 2014 kon de eerste paal de grond in. Een informatie dag over werken bij IKEA in juni dit jaar trok meer dan twee en een half duizend mensen (bericht).

Ergo: we hebben het natuurlijk over het nieuwe IKEA filiaal in Zwolle, Overijssel, met een vloeroppervlakte van 35.000 m². Volgens het bestemmingsplan gebouwd op de plek van de oude Diepholtstraat, tussen de Bentheimstraat (ingang) en de Nieuwleusenerdijk in het oostelijk van de Vecht gelegen industriegebied Hessenpoort (zuidelijk van de A28). Met al van meet af aan plannen voor installatie van zonnepanelen (hoeveel was toen nog volstrekt onduidelijk, dat het "veel" zou worden wel), kleine windturbines, en natuurlijk warmte-koude opslag, terugwinning van warmte, en volledige LED verlichting...

Afgezien van de reeds genoemde markante blauwe "IKEA façade" geeft de foto van Esdec diverse expliciete aanwijzingen dat het inderdaad deze nieuwbouw lokatie van IKEA in Zwolle betreft:

  • Een ander opvallend, groot gebouw aan de noordzijde van het complex, met witte gevel, schuin dak, en 2 ramen strips die vanwege het dak "schuin" lijken te staan: het pand van Zehnder. Zie Streetview beeld van west-façade van dat gebouw, ook zichtbaar op de Esdec foto.

  • Ditto: het ook markante rode gebouw daar iets links van: Astrum Automotive aan de Lippestraat (streetview).

  • De twee aan elkaar gebouwde grijze "dozen" helemaal rechts op de foto: Transferro aan de Lingenstraat (streetview).

  • Het daar weer achter liggende lage, platte complex met opvallende gele "band": transportonderneming DHL (streetview).

  • Het ZO-NW verlopende dubbele 380 / 220 kV hoogspanningstraject van TenneT aan de NO zijde van industriegebied Hessenpoort, wat richting Ens in de Noordoost Polder gaat (delen goed zichtbaar op Google Maps).

  • Aan de horizon van rechts naar links de relatief jonge windparkjes Nieuwleusen-West / Westenwind (4 turbines), Tolhuislanden (4 turbines, zie Wikipedia, en MER afronding), en het verderop gelegen, veel oudere (2003) windpark Spoorwind bij Staphorst met 3 turbines (Wikipedia, Google Maps).

  • Links is net een stukje te zien van de ZW-NO verlopende A28 tussen Zwolle en Staphorst.

  • Helemaal links op de (oorspronkelijke, grote door Esdec gepubliceerde) foto zijn tot slot ook nog machines en zandhopen te zien van de zandwinningslokatie aan de Bomhofsweg, aan de oostoever van de Bomhofsplas (Bing Maps).

Al met al een overstelpende hoeveelheid bewijs: het PV project wordt "onherroepelijk" aangelegd op het nieuwe filiaal van IKEA, op industrieterrein Hessenpoort, oostelijk van Zwolle. De opening van dat filiaal is voorzien in het voorjaar van 2015.


^^^
Afstand IKEA Haarlem - Zwolle gemeten met Google Maps afstand tool:
bijna 103 kilometer...

Project vermogen
Ik heb nog nagevraagd naar het gebruikte module type van Solar Frontier, want die heeft een nogal forse range van 150 tot 170 Wattpiek voor hun "next generation", cadmium-vrije CIS* dunnelaag modules, S-series (overzicht), dus dat is nogal een spreiding. Het blijkt te gaan om een 155 Wp exemplaar, met een fysieke oppervlakte van 1,23 m², slechts 35 millimeter dik, en een module omzettings-efficiëntie van 12,6%. "Ruim 5.500" modules betekent dan dus een minimaal project vermogen van 5.500 x 0,155 = 852,5 kWp**. Daarmee zou dit project net iets groter worden dan de vrije veld installatie bij Klepperstee in Ouddorp (volgens mijn laatste gegevens maximaal 844 kWp, VDH Solar claimt op hun website 850 kWp). En een mooie 8e positie op mijn actuele "grote [bijna] gerealiseerde PV projecten lijst".

* Solar Frontier en CIS
CIS staat voor "Copper - Indium - Selenium". Er zijn in de loop van de jaren nogal wat verschillende procedé's ontwikkeld bij dunnelaag technologie. Solar Frontier claimt zelf dat ze ook nog steeds gallium en zwavel bij de productie gebruiken, al is dat (kennelijk) zo weinig, dat we dus niet over "CIGS" modules spreken, maar over "CIS" panelen. De afkortingen worden nogal eens door elkaar gebruikt.

Solar Frontier is een volle dochter van Showa Shell Sekiyu K.K. (o.a. ruim 33% aandelen The Shell Petroleum Company Limited, gevestigd in London, en bijna 15% aandelen van het in Den Haag gevestigde Aramco Overseas Company B.V.), wat zeer actief is in de oliebusiness. Per 1 oktober 2014 is er een "company split" doorgevoerd, waardoor "het nieuwe Solar Frontier K.K." meer speelruimte krijgt om haar puur op zonnestroom gerichte activiteiten uit te bouwen. Alle "solar assets" zijn nu onder een paraplu geborgd, maar Showa Shell blijft 100 procent eigenaar (persbericht 5 aug. 2014).

Solar Frontier claimt met hun CIS modules wereldwijd hogere specifieke opbrengsten (uitgedrukt in kWh/kWp per tijdseenheid) te halen t.o.v. van kristallijn silicium (c-Si) panelen, en een lagere energetische "terugverdientijd" dan c-Si. Daar staat natuurlijk tegenover dat, vanwege het lagere module rendement, er meer panelen op een dak / lokatie moeten worden gelegd om aan een vergelijkbaar opgesteld vermogen te komen dan bij c-Si (waarvan het - commercieel haalbare - module rendement inmiddels al aardig richting 16% gaat, de betere merken, mono's zelfs al richting de 20%). Het momenteel beste "geadverteerde" commerciële CIS paneel van Solar Frontier heeft een vermogen van 170 Wp en een module rendement van 13,8%.

Het bedrijf is globaal bezien de meest succesvolle fabrikant van dunnelaag modules, na het Amerikaanse First Solar, wat CdTe panelen produceert in gigantische hoeveelheden (vaak toegepast in enorme zonnestroom parken van tientallen tot een paar honderd MWp). Ook Solar Frontier dunnelaag CIS panelen worden in steeds grotere PV parken toegepast. Zo werd in juli 2014 nog een 21,3 MWp grote installatie voor US Power opgeleverd in Ube City, Yamaguchi Prefecture, met Solar Frontier modules, op een in het water aangelegd - of vrijgemaakt - "schiereilandje", direct gelegen naast een olieraffinaderij ... (link).

Solar Frontier behaalde in april een nieuw wereldrecord omzettings-efficiëntie bij een experimentele CIS zonnecel (lab schaal cel van 0,5 cm², 20,9% eff.).

Het Japanse concern bouwt een nieuwe 150 MWp productie faciliteit (hun 4e alweer) in Tohoku, Ohiramura, in Miyagi Prefectuur. Waarvan de output waarschijnlijk voor een groot deel bedoeld zal zijn voor de enorm sterk gegroeide, post-Fukushima Japanse markt. De productie zou in maart 2015 van start moeten gaan. De fabriek zou een "blue-print" moeten worden voor vergelijkbare faciliteiten elders in de wereld, om hoog-efficiënte dunnelaag CIS module productie dicht bij nieuwe afzetmarkten te krijgen.

** Nagekomen (8 okt. 2014): In de referenties lijst van project ontwikkelaar Ikaros Solar (zie "Pikant 2") wordt voor alle Belgische IKEA projecten "inclusief NL Zwolle" 5.313 kWp opgevoerd. In de (uitsluitend) Belgische project "datasheet" voor IKEA worden enkele voorbeelden uitgelicht, en wordt ook een totaal voor alle 6 (Belgische) projecten bij elkaar (excl. Zwolle) gegeven, 4.459 kWp. Het "verschil" zou het project volume voor Zwolle moeten betreffen. Dat verschil is 854 kWp. Dat is slechts iets hoger dan mijn calculatie liet zien (852,5 kWp). Het verschil kan ook zijn ontstaan door mogelijk gehanteerde afrondingen van totale project volumes.

In 2012 werd in een voorbespreking van de energetische maatregelen in/bij IKEA Zwolle nog gespeculeerd over een potentieel van slechts 450-500 kWp aan PV capaciteit door Energeia. Dit is dus gemiddeld een factor 1,8 maal zo hoog geworden, zelfs met dunnelaag modules.

Pikant 1
Het is in dit opzicht pikant dat er door de project ontwikkelaar en uitvoerder nota bene voor Solar Frontier is gekozen, kennelijk met instemming van de opdrachtgever. Pikant, omdat, zoals al uitgebreid belicht, IKEA een samenwerkings-overeenkomst is aangegaan met de snel gegroeide Chinese dunnelaag PV module reus Hanergy. En die heeft de "concurrerende" CIGS dunnelaag platforms Solibro (ex Q-Cells) en Miasolé (USA) opgekocht. Kennelijk was dat geen "probleem", of IKEA heeft zich inmiddels (ook) van de kwaliteit van het concurrerende Japanse Solar Frontier laten overtuigen door de project ontwikkelaar Ikaros. Ikaros heeft bij haar Belgische IKEA projecten (zie ook "Pikant 2") louter kristallijne modules toegepast, van de top merken Suntech (China, doorstart van grootste, gefailleerde dochter Wuxi, na dreigende collapse, onder het ook Chinese Shunfeng), SunPower (mono, back-contact, USA), Hanwha Solar One (ex Q-Cells, Korea), en Yingli Green Energy (in 2013 grootste PV module producent ter wereld, China).

Maar "vreemd" is het natuurlijk niet, Ikaros is sinds februari 2014 volgens een op hun site getoond certificaat authorized distributor voor dunnelaag Solar Frontier CIS modules in België (bericht 17 feb. 2014). De grote vraag is dan nog: mochten ze die modules ook op dit Nederlandse project gebruiken? Of moesten ze diezelfde modules van de bekende Nederlandse groothandel SolarClarity uit Weesp betrekken, die immers (ook) claimt sinds voorjaar 2013 geautoriseerd Solar Frontier distributeur in Nederland, België én Luxemburg te zijn geworden (bericht 29 maart 2013)?

Pikant 2
Wat ons meteen op het tweede pikante "detail" bij dit interessante, grote project brengt. Want het PV project mag dan wel op Nederlands grondgebied liggen, waar we ons voor mogen zegenen na jaren van "nauwelijks groei bij commerciële, grote projecten". Maar de uitvoerder van het geheel, naast het Nederlandse Esdec als leverancier van de opbouw constructie, is feitelijk zelfs geen Nederlandse partij! Het is, zoals hiervoor al genoemd, het op en top Belgische, in 2006 opgerichte bedrijf Ikaros Solar, wat het holding hoofdkantoor heeft in het oostelijk van Antwerpen in de gelijknamige provincie gelegen Schoten. En wat volgens eigen zeggen "volledig operationele vestigingen" zou hebben in Nederland, Groot-Brittannië, Portugal, India en Mexico. Echter, op hun contact pagina is helemaal geen vestiging in Nederland te vinden, of andersoortige contact gegevens (wel: BEL, GR, IT, PT, UK, en zelfs Turkse mail adressen in Europa). Op hun Facebook pagina is "Netherlands" niet opgenomen in het landen lijstje. En ik heb ook géén Ikaros (Solar) bedrijf in het Nederlandse KvK register kunnen vinden.

Ikaros is een bekend project ontwikkelaar met grote PV installaties op haar naam. Waaronder projecten op Belgische IKEA vestigingen in (Vlaanderen:) Gent, Zaventem, Wilrijk, en Anderlecht, en het Waalse Arlon en Hognoul. Ze hadden nog geen bericht over hun nieuwste pareltje in Nederland op hun website staan. Wel stuitte ik, toen ik dit artikel al zo'n beetje klaar had, op hun referenties pagina. Waar "Zwolle" inmiddels wordt genoemd onder de Belgische project portfolio "IKEA", die in totaal een volume zou omvatten (incl. Zwolle?) van ruim 5,3 MWp. Een extra bevestiging, dus, dat mijn speurtocht met succes tot de correcte lokatie heeft geleid.

Buitenlandse projectontwikkelaar niet abnormaal, wel pijnlijk
Het is natuurlijk "normaal" aan het worden dat projectontwikkelaars her en der op de globus PV projecten ontwikkelen, ook buiten hun eigen land. En we moeten ook niet vergeten dat een puur Nederlands bedrijf als SolarAccess uit Deventer, juist op de (toen nog, 2008-2011) lucratieve Vlaamse markt talloze enorme PV projecten heeft gerealiseerd. Kijk maar in hun forse project portfolio (schrik niet van de schaal van die enorme installaties). Dus je zou het als een "tikkie trug" kunnen zien, vanuit het buurland, waar het drama van de door overheidsingrijpen veroorzaakte, compleet ingestorte PV markt nog steeds niet over is. En de ontwikkelaars daar in een volstrekt natuurlijke reflex over de grenzen heen zijn gaan kijken naar "mogelijkheden".

Maar na het door het kapitaalkrachtige Belgische Ecorus verworven grote PV project op - mogelijk - 2.000 huurwoningen bij Woningstichting Den Helder (bericht 4 april 2014). Het ook al door hen geentameerde "mogelijke" zonneveld van 5 MWp (?) bij Den Helder (Noordhollands Dagblad, 2 oktober 2014). En nu dus alweer een machtige Belgische ontwikkelaar, die een mooi project heeft weg gekaapt voor de ogen van de talloze op dit gebied actieve Nederlandse partijen (Polder PV heeft 39 in NL gevestigde [PV] projectontwikkelaars in een lijst staan). Blijkbaar moeten die Hollandse ontwikkelaars nog beter "hun stinkende best" doen, om te voorkomen dat ze in eigen land vaker zullen worden afgetroefd door buitenlandse partijen. En de altijd leuke persmomenten bij de officiële opening van dat soort "pareltjes in de portfolio" aan zich voorbij zien gaan...

Tot slot 1
Volgens (de zeer Nederlandse) opbouw constructie leverancier Esdec moet het huidige PV project bij IKEA Zwolle binnen een paar weken zijn afgerond (naam van de opdrachtgever werd echter ook over de telefoon niet genoemd).

Tot slot 2
Het Zwolse IKEA project is niet het "grootste dunnelaag project van Nederland", wat u per ongeluk zou kunnen denken. Wel "rooftop", dus dak gebonden (veel groter dan het WLD complex in Delft, wat al uit 2003 stamt). De grootste dunnelaag installatie vinden we momenteel nog steeds bezijden de Reefweg in Azewijn, Gelderland, in de vorm van een grondgebonden 1,8 MWp amorf Si project met 50 Wp modules van de Chinese producent GS Solar. Dat is tot nog toe het op een na grootste PV project van Nederland (na Floriade dak in Vijfhuizen). Voor zo lang als het duurt.


Nagekomen 1 - IKEA PV installatie Zwolle opgeleverd (14 oktober 2014, rest van bericht zie artikel hierboven)

Op 14 oktober IKEA "was coming out" met een eerste duidelijk bericht over de realisatie van duurzame energie hardware op de nieuwe vestiging in Zwolle. Er werd hierbij ook gesproken over installatie van 9 kleine windturbines (3-wiekers met scharnierende voet volgens foto in het persbericht). De installatie werd deze dag (dinsdag) afgerond. Het PV-project met dunnelaag Solar Frontier modules staat uiteindelijk verdeeld over 12.000 vierkante meter van de totale dakruimte van 14.400 m².

Tevens werden eerste verwachte productie cijfers gegeven. De ongeveer 853 kWp grote dunnelaag CIS PV-installatie zou volgens die opgave per jaar 800 MWh per jaar opwekken, wat neer zou komen op een specifieke opbrengst van 938 kWh/kWp.jaar. En dat met een eerder dit jaar opgehoogde "verwachting" van gemiddeld 875 kWh/kWp.jaar, en ook nog eens in een van de "licht-armere" gebieden van Nederland. Zwolle ligt volgens het KNMI instralingscontour in de band van 959-973 kWh/m². Er is een sterke instralingsgradiënt van "relatief veel zonlicht" aan de westkust (oranje-rood), tot "relatief veel minder" zonlicht per jaar in het oosten van het land (lichtgeel). Die variatie gelieve met prudentie tot u nemen: de oostgrens contour ontvangt ongeveer 12% minder licht dan de hoogste instralings-contour aan de westkust, dus dat valt nog binnen redelijk overzichtelijke grenzen. Zwolle heb ik met een sterretje aangegeven in het instralingsdiagram van KNMI:


^^^
Origineel KNMI zie deze pagina

Waarschijnlijk ligt het aan de hoge verwachte opbrengst van de Solar Frontier CIS modules, waarvan tests wereldwijd aangetoond zouden hebben dat die meer elektriciteit per opgestelde Wp zouden produceren dan klassieke kristallijne modules, dat de verwachte opbrengst zo (relatief) hoog ligt. Ik ben benieuwd wat de installatie daadwerkelijk zal gaan produceren de komende jaren.

Het PV project van IKEA Zwolle zou op jaarbasis 340 ton CO2 uitstoot vermijden (als we puur naar vermeden afname van grijze stroommix kijken, en niet naar eventuele onfrisse gevolgen vanwege een totaal geflopt CO2 emissiehandels-systeem). De 9 kleine windturbientjes zouden daar nog eens 5,4 ton aan toevoegen, een zeer bescheiden deel, dus. IKEA rekent trouwens "ruimhartig" met een gemiddeld verbruik van 3.404 kWh/huishouden.jaar. Het laatst beschikbare CBS cijfer - voor het reeds lang verstreken jaar 2012 - bleef steken op 3.200 kWh/jaar. Waarbij natuurlijk rekening gehouden moet worden met een steeds verdere afname van de gemiddelde gezinsgrootte cq. omvang van een gemiddeld "huishouden", en daardoor steeds kleinere huishoudens.

Het persbericht besluit met een ambitieuze doelstelling die, als IKEA op deze voortvarende wijze zo blijft doorgaan, het Zweedse conglomeraat misschien best wel eens zou kunnen halen. En daarbij talloze regeringen in het stof doen bijten (de Nederlandse voorop): "de IKEA Group wil in 2020 meer 'hernieuwbare energie' produceren dan zij per jaar wereldwijd gebruikt". Eind oktober zou een volgende mijlpaal worden aangekondigd.

Die kan de heer Rutte en zijn clan in Den Haag in zijn zak steken...

Nagekomen 2 (13 dec. 2014) - uitgebreide publicatie (via) Ikaros Solar. Pas op 2 december 2014, bijna 2 maanden na mijn eerste artikel over het toen al geïdentificeerde Ikea Zwolle project, verscheen een uitgebreide toelichting van de installateur Ikaros Solar. Ze verwezen daarbij ook nog door naar een artikel in het tijdschrift Stedenbouw, wat ingaat op de constructie van het hele complex, met fraaie afbeeldingen van - o.a. - de PV-installatie. Uiteindelijk blijken zelfs 5.510 CI(G)S Solar Frontier modules te zijn geplaatst, wat het totale project vermogen op 854,05 kWp brengt. In het aparte artikel wordt ook gewag gemaakt van de werkelijke leverancier van de Solar Frontier panelen: dat blijkt het dochterbedrijf Solar Frontier Europe GmbH uit het bij München gelegen Grünwald te zijn, de hoofd-verdeler voor Europa. Zie verder toegevoegde links in lijstje hier onder.

Persbericht Esdec B.V. (3 oktober 2014)

Artikel in Stedenbouw (incl. "Zonnedak Ikea Zwolle ijkpunt groeiende Nederlandse PV-markt", nagekomen)
Artikel bij Ikaros Solar (2 december 2014, nagekomen)
Persbericht IKEA (14 oktober 2014, nagekomen)

Omgevingsvergunning IKEA (7 oktober 2012)
Ikea kiest bij nieuwe Nederlandse vestigingen wél voor zonne-energie (24 juli 2012, voorbeschouwing Energeia)
Google Maps lokatie (nog niks te zien)
http://nl.wikipedia.org/wiki/IKEA#Nederland_2
(alle vestigingen van IKEA in Nederland)

Leuk detail over zonnepanelen en IKEA bij SolSolutions (8 okt. 2013, op Facebook)...


6 oktober 2014: Something is a-miss ... PIR register bewezen onvolledig. Polder PV presenteert bewijsmateriaal over onvolledigheid van het PIR (productie installatie-) register voor zonnestroom installaties. Na zeer zorgvuldige, diepgaande screening van ruim 60 "grootste" bekende PV projecten werd duidelijk dat zo'n 58 procent van het vermogen van deze meestal commerciële, grote installaties, 33 stuks van in totaal 59 bestaande projecten betreffend, niet in het PIR dossier van Klimaatmonitor kan zijn opgenomen. Dit, op basis van de beschikbare gegevens voor de "buurt" waar deze installaties in staan. Van 59 "grootste" projecten zou ruim 15 MWp aan geaccumuleerd vermogen niet in het PIR staan, ruim 2% van het actueel in Klimaatmonitor data opgenomen vermogen voor dat (grootste) deel-dossier, momenteel 740 MWp. En waarschijnlijk een zeer substantieel deel van het "niet-residentiële" vermogen in Nederland. De verwachting is dat het missende volume groter zal worden, als meer installaties zullen worden gescreend.


Tijdens de talloze deliberaties over de immer "vloeibare" cijfers over de zonnestroom statistieken in ons land heb ik recent de eerste bewijzen verzameld dat er iets "mis" is met het zogenaamde PIR register. Wat op de betreffende beknopte pagina sowieso een nogal verbijsterend, en compleet achterhaald getal ("alle installaties ruim 28.000 stuks") hanteert. In Klimaatmonitor staat onder het hoofdje "alle dossiers" alleen al voor zonnestroom inmiddels een volume van ... 210.050 stuks geïnventariseerd. Een factor 7,5 maal zoveel...

PIR over de tong
Dit door de netbeheerders i.s.m. EDSN bijgehouden "Productie Installatie Register" voor o.a. PV-systemen gaat inmiddels flink over de tong in de Nederlandse energiewereld. Regelmatig worden persberichten gekopieerd van Netbeheer Nederland, echter, zonder dat journalisten de feiten checken of dat ze lijken te weten wat er achter genoemde cijfers schuil gaat (of: zou moeten gaan). Dat is ook een duivels lastige klus, omdat je sowieso diepgaande kennis van zaken moet hebben om die cijfers op waarde te kunnen schatten, je voor goed begrip ook nog eens op installatieniveau moet gaan zoeken en daarbij exact moet weten wáár je naar op zoek gaat.

PIR residentieel sowieso incompleet...
We weten sowieso al jaren dat lang niet alle residentiële installaties in het PIR kunnen staan. Wat duidelijk wordt uit een vergelijking met gepubliceerde CBS volumes "afzet aan verkocht vermogen" per kalenderjaar (zie uitgebreide analyse, grafiek in paragraaf 3). En de voor die jaren bekende, relatief recent gepubliceerde, en van tijd tot tijd "herziene" PIR gegevens (wat is er daadwerkelijk "geregistreerd" aan al dat verondersteld verkochte vermogen in de vorm van netgekoppelde installaties). Daar zijn diverse redenen voor. (1) Inschrijving in het PIR is niet wettelijk verplicht*, ondanks hardnekkige, vaak door netbeheerders en energieleveranciers aangedragen "suggesties" dat dat wel zo zou zijn. (2) Er zijn beslist legitieme redenen om zo'n inschrijving niet te willen. Waarvan de toenemende "druk" uit Den Haag om de sinds juli 2004 bestaande salderings-regeling voor zonnestroom installaties "te gaan aanpakken" een zeer belangrijke is. Maar ook andere overwegingen zoals privacy, en blijvende onzekerheden over potentiële manipulatie van kWh tarieven bij toekomstige tariefstellingen (in combinatie met aanwezigheid van nu massaal "uitgerolde" slimme meters) een overweging kunnen zijn. (3) Er is erg veel onduidelijkheid over de veiligheid van het register, er gaan geruchten dat het erg makkelijk door derden te manipuleren zou zijn.

Er is géén zicht op zowel de aantallen residentiële PV installaties die niet in het PIR staan, als het geaccumuleerde, daar niet geregistreerde vermogen wat daarmee gepaard gaat. Alle getallen die u daarover verneemt zijn pure speculatie en zijn nooit onderbouwd. De conclusie moet zijn: we weten het gewoon niet. Het kán "10% van het totaal" zijn, zoals wel eens wordt genoemd (meestal wordt daarbij aan "aantallen" installaties gerefereerd). Het kan ook "veel minder" of "veel meer" zijn. Wel is het zo dat verschillende cijfer reeksen steeds meer naar elkaar convergeren, zoals ik in mijn grafieken heb laten zien (artikel 5 juni 2014). Maar de groeilijnen hebben de laatste 2 jaar zo'n hoge hellingshoek, dat bij aanname fouten, systematische blunders, of vergissingen in de betreffende databases, er bij het eindresultaat (geaccumuleerd aantal cq. vermogen aan het einde van het jaar) er een grote spreiding zal volgen. Ook worden af en toe historische data met terugwerkende kracht bijgesteld, waardoor aannames op drijfzand blijven berusten. Zeker wat de volumes bij residentiële systemen betreft (vooralsnog in Nederland het dominante marktsegment).

... maar ook bij grote projecten PIR aantoonbaar rammelend
Een compleet nieuwe issue kwam op tafel te liggen nadat ik in mijn laatste uitgebreide statistiek analyse liet doorschemeren dat een geheel niet in perscommunicaties gespecificeerd marktsegment, die van de grootste (commerciële) PV projecten, matig tot slecht vertegenwoordigd leek te zijn. Ik ben het onderzoek daar naar begonnen toen ik begin dit jaar ontwijkende cq. ogenschijnlijk tegenstrijdige antwoorden kreeg van netbeheerders of grote projecten wel of niet in hun PIR (deel-) registers werden opgenomen.

Dit onderzoek werd bemoeilijkt omdat de kaartbeelden in de Klimaatmonitor "generator" (een door mij al een paar jaar gescreende, omvangrijke database van Rijkswaterstaat, Min. IenM) lange tijd geen duidelijk landschapsbeeld gaven te zien. Zelfs al wist je exact waar een groot PV project zich bevond, was het in de geabstraheerde vermogens-verdeling bij Klimaatmonitor (kleurvlak per "buurt") vrijwel onmogelijk om genoemd project terug te vinden. Na vragen van mij daarover aan mijn contactpersoon daar, werd dat hersteld, en sindsdien kon ik zeer gericht gaan zoeken naar genoemde projecten.

Moeizaam onderzoek
Het heeft desondanks heel veel moeite gekost om een aardig aantal projecten te lokaliseren in de Klimaatmonitor presentaties. Ik moest daarvoor alles uit de kast halen, talloze websites bezoeken, bedrijfsnamen checken, bestanden navlooien, etc., om exacte lokaties te kunnen vinden. En, ook heel belangrijk: de liefst zo gedetailleerd mogelijke project vermogens. Dat zijn data die soms nogal lastig zijn te vinden, of in het ergste geval "op slimme wijze moeten worden afgeleid" (bijvoorbeeld via telling van aantal modules van beschikbaar fotomateriaal, en aanname bij recente projecten van "ongeveer 250 Wp per paneel"). In combinatie met gegevens uit het diepste niveau van het PIR deeldossier van de Klimaatmonitor databank ("KM - PIR"), zijn dan bij voldoende data goede conclusies te trekken. Dit is tot nog toe gelukt voor de 62 "grootste projecten" die ik in een al jaren lang bijgehouden, en de laatste tijd fors uitgebreide lijst heb staan. Voor deze analyse voorlopig eindigend met een recent door mij bij stom toeval gevonden fors exemplaar in Abbenes.

Voorbeeld 1: project (momenteel) beslist niet in KM - PIR
Via Abbenes zijn we zaterdag, op weg naar het Bulderbos (onderhoudsdag), weer op afstand langs genoemd agrarisch PV project gefietst. Mooi uitzicht op een installatie die je bijna als "Duits" zou kunnen kwalificeren, badend in de najaars-zon:


KLIK op foto voor uitvergroting

Dit project in Abbenes (NH) is een van de vele exemplaren die (nog) niet in het PIR deeldossier van Klimaatmonitor is terug te vinden. Dit kan liggen aan het feit dat het recent opgeleverd lijkt te zijn. Het volgende plaatje laat zien waaróm dit project (momenteel) niet in het PIR dossier "kan staan":

In dit overzicht op buurt niveau de vermogens momenteel bekend in KM - PIR, in blauwe cijfers. Project Abbenes in gele cirkel, met het bekende vermogen in geel, 168 kWp. Dit matcht in het geheel niet met het vermogen in de betreffende "buurt" (omgeving Abbenes, lichtgroen vlak exclusief Abbenes zelf, waarvoor momenteel 17,25 kWp wordt opgegeven). Een "buurt" die maar 53,20 kWp heeft staan in de database. Conclusie: dit project staat niet (in deze buurt) in KM - PIR.

Voorbeeld 2: ouder project (momenteel) beslist niet in KM - PIR
Je kunt natuurlijk met het voorgaande voorbeeld opwerpen dat het een recent project betreft, wat "dus" nog weinig hoeft te zeggen. Ten eerste zou je dat terzijde kunnen schuiven omdat het een al fysiek gerealiseerd project betreft, en de PIR registraties "dus" achterlopen. Dat is sowieso een waarheid als een koe: de "geregistreerde" capaciteit loopt altijd (fors) achter op de snel verder bouwende "markt". Maar een veel belangrijker reden is, dat ook oudere projecten niet in KM - PIR blijken te staan. Hier laat ik een van diverse voorbeelden zien wat een op het vorige voorbeeld van toepassing zijnd argument "ja, maar dat komt omdat het een nieuwe installatie is" direct ontzenuwt. Een vermaard project, op het verblijf van een kolonie koningspinguïns. Inderdaad, het ooit door Ekomation gestarte, maar uiteindelijk door Eneco / Siemens / Oskomera overgenomen en uitgevoerde Sunport Oceanium, in Schiedam/Rotterdam. Wat door toenmalig burgemeester Ivo Opstelten begin 2004 officieel werd geopend. En wat een project grootte heeft van 518,4 kWp. Het staat ook niet in KM - PIR:

Duidelijk blijkt uit de KM - PIR data, dat de 518,4 kWp capaciteit van het PV project Sunport Oceanium op geen enkele wijze kan "passen" in het microscopische, bij KM - PIR (momenteel) geregistreerde vermogen van slechts 4,90 kWp in de "buurt" Blijdorpse Polder, waarin Oceanium zich bevindt.


KLIK op foto voor uitvergroting

"Sunport" Oceanium Blijdorp, Rotterdam: fysiek al vele jaren present, maar niet in KM - PIR...

Goed om in uw oren te knopen: Sunport Blijdorp is al dik tien jaar oud, en het staat al sinds 2011 niet in KM - PIR (energieleveren.nl was eind 2011 in de lucht). De rol van Eneco als hoofdaannemer bij Sunport Oceanium is hier natuurlijk extra pikant, want die zit als energieleverancier particuliere klanten regelmatig achter de broek dat ze zich met hun paar zonnepaneeltjes "zouden moeten" aanmelden bij het PIR register.


KLIK op foto voor uitvergroting

En dat is nog niet alles, want ook het nog grotere Ecopark Waalwijk PV project (674 kWp), al in 2004 opgeleverd, blijkt niet in het KM - PIR terug te vinden. Het park is eigendom van Eneco. We zijn er op 22 september jl. nog langs gefietst (foto). Het project ligt er nog prima bij en leverde ongetwijfeld "bakken" aan zonnestroom op die mooie najaars-dag. Extra interessant is hierbij, dat dit "Eneco project" in het netgebied ligt van netbeheerder Enexis, die er het hardst aan heeft getrokken om hun PIR bestand op orde te krijgen...

Voorbeeld 3: twijfelgeval. Niet in KM - PIR, of wellicht iets anders aan de hand?
Een "byzonder" geval betreft nota bene alwéér die grote, bekende ongesplitste energieleverancier, Eneco (de holding omvat nog steeds netbeheerder Stedin, co-initiatiefnemer van het PIR register). Projectontwikkelaar OVG heeft in augustus 2011 het nieuwe hoofdkantoor op bedrijventerrein Rotterdam-Oost opgeleverd, waarbij Eneco het gebouw huurt (het gebouw werd verkocht aan het Duitse Wölbern Invest, wat echter in het najaar van 2013 failliet ging). Dit spectaculaire, duurzame gebouw is voorzien van 4 verschillende PV-installaties met een totaal opgesteld vermogen van 173,24 kWp. Echter, de "buurt" waarin dit nieuwe gebouw staat, Oosterflank, telt (momenteel) in KM - PIR slechts 40,35 kWp, wat inhoudt dat het project "dus" niet in deze buurt statistiek kan zijn opgenomen. Het gebouw bevindt zich tegen de noordrand van Oosterflank aan, grenzend aan de A20. Waar ook de buurt Ommoord aan grenst. Wat in KM - PIR (momenteel) 174,33 kWp heeft staan:

Het zou dus een theoretische mogelijkheid kunnen zijn, dat de aansluiting van dit kantoor onder de aangrenzende buurt "Ommoord inclusief A20" wordt gerekend, en dat het project dus feitelijk in de "verkeerde buurt" zou kunnen zijn ondergebracht bij Klimaatmonitor. Dit blijft pure speculatie, maar ik heb enkele gevallen gezien waar het met de statistiek op dit punt "misgegaan" zou kunnen zijn. Zolang we niet weten wat het ultieme criterium is om een project lokatie in te delen (zowel bij de netbeheerders, als bij de "indelingscriteria volgens Klimaatmonitor"), blijven ook op dit punt de nodige onzekerheden aanwezig.

Zo zou een vergelijkbare situatie zich kunnen hebben voorgedaan bij het PV project op de bierbrouwerij van Heineken in Den Bosch, wat absoluut niet binnen de "buurt" past waarin de brouwerij zich bevindt volgens de Klimaatmonitor - PIR data. Het PV project heeft een omvang van maar liefst 908 kWp, en bevindt zich volgens de Klimaatmonitor data aan de westrand van de buurt Rietlanden-Oost. Dat bevat echter in totaal slechts 5,5 kWp in KM - PIR! De aan de project lokatie grenzende buurt Rietlanden-West heeft 913,88 kWp in KM - PIR staan, wat de suggestie van mislabeling oproept, en/of zou kunnen wijzen op "aansluiting niet in het projectgebied, maar in de aangrenzende buurt".

Ik noem deze 2 projecten specifiek om wederom een waarschuwing te doen uitgaan aan iedereen die met dit soort cijfers gaat stoeien: de werkelijkheid kán nog weerbarstiger en complexer zijn dan u wellicht zou denken of zou willen.

Terugkomend op het Eneco hoofdkantoor, blijf ik dat project vooralsnog rekenen als "opgeleverd binnen buurt Oosterflank", en dus (momenteel) niet in KM - PIR aanwezig. Maar dan wel onder de categorie "potentieel twijfelgeval". Totdat harde bewijzen worden geleverd dat er met de statistieken iets misgegaan zou kunnen zijn.

Voorbeeld 4: twijfelgeval. Zeer waarschijnlijk wél in KM - PIR
De categorie "absoluut niet in KM - PIR" is de enige hard te maken deelverzameling van alle PV projecten. Andere categorieën, waarbij het project-vermogen onder de capaciteit in de betreffende "buurt" ligt, zijn lastiger "hard" te maken, omdat er ook andere - deels onbekende - PV projecten in die buurt kunnen liggen die de totale capaciteit in die buurt opschroeven. Voor de projecten die (momenteel) "beslist wel" dan wel "zeer waarschijnlijk wel" in het KM - PIR zijn opgenomen is echte zekerheid dan ook niet te geven. Ik illustreer dat aan de hand van het volgende voorbeeld:

Maatschap Goselink in Albergen (3e kern van Tubbergen, Overijssel) heeft een nieuwe varkensfokkerij met een grote PV installatie van 203,3 kWp (impressie zie o.a. afbeeldingen Gouden Krul pagina). Dit project bevindt zich in de omvangrijke KM - PIR buurt "Verspreide huizen Albergen", wat (momenteel) een totaal volume kent van 445,35 kWp. En waar slechts een gedeelte van is afgebeeld in de weergave hierboven. Je zou dan kunnen veronderstellen dat het project in KM - PIR is ingeschreven. Echter, genoemde buurt omvat een grote oppervlakte, met veel meer boerderijen, in een provincie waar veel activiteit is (geweest) met ondersteuning van zonne-energie. Het is dus ook mogelijk dat "andere boerderijen" het genoemde totaal volume hebben veroorzaakt, waardoor Mts Goselink alsnog niet zou (kunnen) zijn vertegenwoordigd. Omdat het project echter al in juli 2011 is opgeleverd, vermoed ik dat het waarschijnlijk wel zal zijn ingeschreven. Zeker weten doen we het echter niet. Soortgelijke situaties doen zich ook bij andere projecten voor.

Resumerend
Er zijn verschillende categorieën waarin een PV project kan vallen. De enige "hard" te maken (volgens wetenschappelijke normen: enige "falsificeerbare") categorie betreft projecten waarvan het volume (veel) hoger is dan het totaal volume van de "buurt" waarin het ligt in het register. En die dus absoluut niet in de cijfers van KM - PIR zijn terug te vinden. De andere categorieën bevatten nog enkele onzekerheden, omdat individuele projecten niet zijn te traceren in de database, en er bij "grensgevallen" onzekerheden zijn m.b.t. een "mogelijke (hypothetische) aansluiting in een aangrenzend gebied".

Inventarisatie
Ik heb inmiddels 62 "grootste" PV projecten (die ik ken) geïnventariseerd, en ik ben daarbij niet over één nacht ijs gegaan. In die lijst zijn 3 projecten nog niet opgeleverd, maar die worden met zekerheid gebouwd, en er zijn systeemdata van bekend gemaakt (al dan niet bij benadering). Die laatste 3 heb ik sowieso niet meegerekend bij het overzichtje, omdat ze hoogstwaarschijnlijk nog niet in cijfers van de betreffende netbeheerders zijn opgenomen. Blijven er 59 projecten over die ik in detail heb nagevlooid met de data die ik daarvoor heb gevonden.

Voor wat betreft de rest van deze lijst ben ik tot de volgende bevindingen gekomen:

  • 62 "grootste" NL PV-projecten geïnventariseerd, "top-down" (omlaag werkend vanaf de grootste bekende installaties).

  • Deze 62 projecten hebben een totaal vermogen van 27,8 MWp.

  • Apart te houden 3 "momenteel met zekerheid gebouwde" met 1,6 MWp. (Er worden natuurlijk veel meer grote projecten gebouwd, maar daarvan zijn nog geen duidelijke project data bekend). Pro memori.

  • Van de overblijvende 59 projecten (26,2 MWp) "reeds gerealiseerd" zijn 33 exemplaren, 56% (momenteel) met zekerheid niet in KM - PIR terug te vinden.

  • Het vermogen van deze 33 projecten, bij elkaar optellend tot 15,2 MWp, 58% (van 26,2 MWp), is dus ook niet in KM - PIR opgenomen.

  • Van het aantal in KM - PIR opgenomen installaties (in alle opzichten al vele jaren lang gedomineerd door kleine residentiële PV-systemen), momenteel 181.967, "mist" er tot nog toe, met de genoemde geïnventariseerde 59 projecten slechts ruim 3 promille in KM - PIR.

  • Echter, wat het vermogen betreft, momenteel in KM - PIR opgenomen 739,9 MWp, is genoemde 15,2 MWp al een niet weg te vlakken ruim 2%. Het percentage t.o.v. het totaal aan "niet-residentiële" projecten zal vele malen hoger liggen, al is nog niet bekend in welke ordegrootte we moeten denken omdat zelfs cijfermatige benaderingen daarvan nog compleet onduidelijk zijn. Voor overwegingen op dat punt, zie deze analyse n.a.v. het "1 GWp feestje".

  • Genoemde 33 "missende" grote PV-projecten bevinden zich in het netgebied van vier netbeheerders; 15 exemplaren in het netgebied van de grootste netbeheerder, Liander, 12 in dat van Stedin, 5 bij Enexis. En 1 in het netgebied van het kleine Cogas.

  • De verwachting is dat met name bij het vermogen genoemde "ruim 2% missend" nog groter zal kunnen gaan worden, als meer data beschikbaar komen voor "steeds kleinere" projecten. En er tijd is om die data te analyseren. Voor sommige projecten die volgens de geanalyseerde data "in KM - PIR zouden kunnen zitten" (vermogen project [veel] kleiner dan vermogen "buurt"), is dit niet met zekerheid te zeggen. Er is dus een potentieel voor meer projecten die alsnog niet in het register blijken te staan.

  • Wel is het zo dat de "impact" van nieuw te vinden "niet in KM - PIR terug te vinden grotere PV-installaties" minder groot zal worden (op het gebied van "missend vermogen"), al naar gelang de projectgrootte van te onderzoeken installaties steeds kleiner zal worden.

  • Een zoektocht naar "steeds kleinere grote" installaties zal in toenemende mate worden bemoeilijkt in gebieden waar al veel PV capaciteit staat geregistreerd. En waar een "missend exemplaar" wat totaal vermogen betreft niet (meer) in zal opvallen.

  • De laatste - recente - toevoeging in mijn "grote PV projecten" lijst is het officieel op 2 oktober jl. geopende PV project op de RDM Scheepsbouwloods op Heijplaat, Rotterdam (Z. oever Nieuwe Maas). Tot nog toe is nog steeds geen duidelijke info over het project volume gepubliceerd, alleen "ongeveer net zo groot als Kloosterboer op de Maasvlakte", wat een omvang heeft van 450 kWp (maar wat toen ook al beslist niet "het grootste project van ZH" was, zoals onterecht geclaimd...). Polder PV gaat voorlopig uit van minimaal 450 kWp, maar het kan ook "fors groter" zijn gezien de opgegeven, cryptische frase "capaciteit van ongeveer 500 MWh". Als daar tenminste "energie opbrengst" mee bedoeld zou zijn...

Consequentie
Het "standpunt" van zowel netbeheerders, als van diverse leveranciers, dat particulieren met (meestal zeer kleine) PV-installaties zich "verplicht zouden moeten aanmelden"* bij energieleveren.nl (lees: PIR register), lijkt met de hierboven vermelde bevindingen definitief naar de prullenbak verwezen te kunnen worden. Immers, waarom zouden particulieren - met vaak maar een paar PV modules op het dak - zich wel zogenaamd "verplicht" moeten melden. En grote commerciële projecten, die vaak gebruik maken van door Henk en Ingrid mee te betalen (oude MEP en) SDE subsidies, en die (ook) diverse belastingkorting constructies zoals EIA, VAMIL, KIA, e.d. kunnen genieten, niet? Wordt hier wellicht met twee maten gemeten? Of, wat ook nog zou kunnen, "moeten" commerciële projecten zich ook "aanmelden" bij de netbeheerders, maar worden hun installaties om onduidelijke redenen desondanks buiten de gepubliceerde PIR registraties gehouden? Zo ja, waarom dan die projecten wel "er buiten houden", en particuliere installaties niet? Hier dient nog e.e.a. aan opgehelderd te worden, dat is nu wel duidelijk.

Lichtpuntje
Er is een lichtpuntje wat de "grote PV-daken" betreft: het momenteel nog steeds grootste PV project van Nederland, 2,3 MWp Floriade dak van Siemens / NUON, in 2002 opgeleverd, staat (inmiddels) wél in KM - PIR. Nota bene: dit was in februari dit jaar nog niet het geval (eerste controle door Polder PV), dus kennelijk zijn ook hier verschuivingen mogelijk, zonder dat er ruchtbaarheid aan wordt gegeven.


^^^
Floriade dak Vijfhuizen, waar onder sinds 2013 de Solar Solutions beurs plaatsvindt
(Expo Haarlemmermeer). Inmiddels opgenomen in KM - PIR. Het is nog steeds
de grootste PV-installatie
van Nederland, al zal die status waarschijnlijk binnen niet al te
lange tijd naar een ander project gaan...

Het Floriade dak project staat in het netgebied van Liander (buurt "Noordoost omgeving Vijfhuizen", wat een iets hoger vermogen telt dan het Floriade dak), en wat naar mijn bevindingen absoluut geen andere projecten van een significante grootte "kan bevatten". Het is te hopen dat alle netbeheerders ook daadwerkelijk álle PV-installaties in hun netgebieden in het PIR register gaan onderbrengen. Anders blijven de Nederlandse statistieken een zooitje. En dat moet nu eindelijk eens afgelopen wezen.

Dank voor uw medewerking!

Eerdere kritiek*
In een eerder kritisch artikel ben ik reeds ingegaan op de fragenswürdige claims van de netbeheerders m.b.t. het ingave portal energieleveren.nl voor het PIR. Waarbij een netbeheerder zelfs ronduit toegeeft dat er geen wettelijke verplichting tot registratie bestaat. U kunt dat artikel hier nalezen:

To register, or not to register? (27 juli 2012)

Toegevoegd na 1e publicatie: opmerking Ecopark Waalwijk in netgebied Enexis; herstel opmerking (59 >> 33 "missende" PV projecten), irritante fout met eenheid (dank, S.!).


<121 120-111 110-101
100-91
90-81 80-71 70-61 60-51 50-41>>> highlights


© 2014 Peter J. Segaar/Polder PV, Leiden (NL)
^
TOP