Zontwikkelingen
"oud" |
Nieuws & analyses P.V. pagina 194meest recente bericht boven Specials:
|
Reactie VertiCer op grote augustus 2024 data anomalieNaar aanleiding van mijn e-mail van 2 september jl., over de compleet onwaarschijnlijke nieuwe capaciteit voor gecertificeerde zonnestroom in het overzicht voor augustus 2024, kreeg ik op 5 september een korte, bondige reactie van een medewerker van VertiCer, die mij bedankte voor mijn oplettendheid: "Onze statistieken zijn gebaseerd op de gegevens die wij vanuit onze Netbeheerders ontvangen. Zij zijn verantwoordelijk voor het controleren en vaststellen van de registraties van productie-installaties. Wij zullen in ieder geval de desbetreffende Netbeheerder(s) informeren over de opvallende gegevens, om e.e.a. te controleren en waar nodig, te corrigeren." Dit toch wel vrij onthutsende antwoord geeft te denken. Kennelijk zijn de destijds aan mij beloofde "ingangs-controles" niet (meer) werkzaam bij VertiCer, en gaan ze daar (tegenwoordig ?) kennelijk blind uit van "correcte waardes" die netbeheerders aan hen leveren. Dit vind ik een twijfelachtige gang van zaken, met hoge risico's op foute (invoer) data. Mede gezien de data geschiedenis die Polder PV al jarenlang intensief heeft gevolgd, en daar in groot detail verslag van heeft gedaan. Uitgangs-controle netbeheer deugt niet Wat in ieder geval dus óók geconcludeerd kan worden: Het gaat kennelijk dus (nu al meermalen) fout bij de netbeheerders zelf, hun uitgangs-controles deugen niet, en ze zijn blijkbaar niet in staat gebleken, om catastrofaal grote fouten zoals de, wederom, recent door Polder PV ontdekte augustus anomalie, geautomatiseerd van een rode vlag te voorzien, en deze fouten direct te (laten) controleren. En, vóórdat er data naar VertiCer worden verstuurd, hun plausibiliteit gecheckt te hebben, en, bij gebleken ingave fout, deze voortijdig te laten corrigeren. Vergeet hierbij s.v.p. niet, dat de augustus 2024 anomalie resulteerde in een toename van 4,2 GWp (certified solar) in 1 maand tijd, wat bijna evenveel volume, in uitsluitend het gecertificeerde dossier, is, als de totale jaargroei in de gehele Nederlandse zonnestroom markt (inclusief residentieel etc.), in de top-jaren 2023 en 2024! Dat er bij de betreffende netbeheerder(s) niet direct alarmbellen zijn afgegaan bij deze foute data, is te bizar voor woorden! Dit alles werpt wel een byzonder licht op de kwaliteit van de data die VertiCer ontvangt, en middels haar maandrapportages, publiekelijk doorzet. En doet vragen rijzen als: "Hoe kan worden voorkomen dat evident grote data fouten bij netbeheerders überhaupt (voortijdig) naar VertiCer worden verstuurd?" "Op welke wijze worden (intern, dan wel extern gemelde) ontdekte fouten bij netbeheerders hersteld, en op welke wijze worden die gecorrigeerde fouten in de actuele data overzichten van VertiCer publiek zichtbaar gemaakt?" "Is het niet noodzakelijk, dat, naast verscherpte output-controles van data bij netbeheerders, er tevens validiteits-checks worden ingebouwd aan de ontvangende kant bij VertiCer? Om in ieder geval dergelijke catastrofale missers op tijd af te vangen?" Ook, omdat er theoretisch "minder catastrofale" fouten door meer dan 1 netbeheerder in 1 maand tijd kunnen worden verstuurd. Die mogelijk niet door genoemde netbeheerders wordt bemerkt, maar door de cumulatie beslist wel bij VertiCer zou moeten worden ontdekt (middels een plausibiliteits-controle van de resulterende totale maandvolumes). "Zou er wellicht een laagdrempelig meldings-portal moeten komen, waarin onwaarschijnlijke, dan wel volstrekt ongeloofwaardige (actuele) data van VertiCer binnen korte tijd kenbaar gemaakt kunnen worden door data analisten? Zodat er snel ingegrepen kan worden?" "Indien dit soort fouten, zoals door ondergetekende al meermalen gemeld bij VertiCer en/of rechtsvoorganger CertiQ, vaker blijken voor te komen, is het dan niet verstandig om alsnog gereviseerde jaarrapporten door VertiCer te laten opstellen, om dergelijke data fouten in de maandrapportages in ieder geval met terugwerkende kracht op jaarbasis (publiek) recht te zetten?" Er worden namelijk sinds 2020 (laatste: revisie 2019), ondanks een herhaalde oproep van Polder PV, géén jaar revisies met maandwaarden meer gepubliceerd door VertiCer, een ernstig gemis in het beschikbare data universum voor zonnestroom in ons land. "Worden minder grote fouten in de door netbeheerders verstuurde data überhaupt wel ontdekt en/of gerepareerd? Of blijven dergelijke minder opvallende fouten wellicht gewoon in de VertiCer databestanden staan, en worden ze mogelijk nooit gecorrigeerd?" Wat mij betreft, is dit alles voor een zeer belangrijk Nederlands data instituut, het enige wat garanties van oorsprong voor duurzame energie mag uitgeven, en wat het grootste zonnestroom dossier van allemaal onderhoudt (SDE en andere GvO's ontvangende projecten), direct vallend onder zowel de Gasunie als TenneT TSO (en dus de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Financiën), een byzonder zorgwekkende zaak... Peter Segaar / Polder PV, 5 september 2024 |
2. Aangemaakte Garanties van Oorsprong (GvO's) per maand, voor (alleen) gecertificeerde zonnestroom tussen januari 2017 en juli 2024
De volgende grafiek vervangt het exemplaar met data tm. 1 maart 2023, in die maand gepubliceerd op Polder PV. Het huidige exemplaar bevat ook alle nieuwe data tot en met juli 2024, en tevens, uit de gereviseerde historische update van 22 augustus 2024, soms licht aangepaste volumes voor oudere jaargangen.
In deze grafiek zijn 2 curves zichtbaar. De magenta curve (referentie: linker Y-as) geeft de laatste stand van zaken m.b.t. de accumulatie van gecertificeerde zonnestroom capaciteit in de recente bestanden van VertiCer, tussen januari 2017 en juli 2024. Oudere maandvolumes zullen waarschijnlijk niet of nauwelijks meer wijzigen, al komen er af en toe duidelijk incorrecte data in voor (de aantoonbaar foute waarde voor november 2019 is helaas blijven staan, en hier onzichtbaar gemaakt). Volumes in de laatste 2 jaar kunnen nog wel behoorlijk wijzigen. Er is bijvoorbeeld een "onlogische piek" zichtbaar in februari 2022. De grilligheid van de curve wordt veroorzaakt door meerdere cijfermatige invloeden, zie de stellingname van destijds CertiQ. De groei in de jaren 2019 tm. 2023 was grofweg rechtlijnig.
De voorlopig laatste maandwaarde, juli 2024, geeft een accumulatie weer van 12.722 MWp. Dat is ruim een factor 26 meer volume, dan er begin 2017 stond aan gecertificeerd PV vermogen. De maandwaarde voor augustus 2024 wordt als volstrekt ongeloofwaardig (excessief hoog) beschouwd door Polder PV, en is niet weergegeven.
De blauwe curve, met als referentie de rechter Y-as, geeft de laatste cijfers voor de per maand uitgegeven GvO's voor (gecertificeerde) zonnestroom, derhalve, de bruto productie. Hierin is weer zeer mooi de progressieve stijging van de productie te zien, die wordt veroorzaakt door een combinatie van seizoenswisselingen (toppen in de zomer, dalen in de winter), en de voortdurend groter wordende capaciteit, die bijdraagt aan steeds hoger wordende productie volumes.
De "zomertoppen" zijn duidelijk, en zijn, per kalenderjaar hier onder nogmaals weergegeven. Waarbij de maximale maandproductie in dat jaar staat weergegeven in de betreffende maand (mei, juni of juli, afhankelijk van het jaar), en, tussen haakjes, de waarde in de rapportage van 1 maart 2023, voor zover van toepassing.
Hierbij uiteraard wel weer de notitie, dat met name data van de afgelopen 2 jaar (2023, 2024) nog wel kunnen gaan wijzigen. De februari 2024 waarde was ongeloofwaardig (extreme anomalie, zou intern bij VertiCer wel zijn gecorrigeerd), maar is nog steeds niet publiekelijk gewijzigd. De curve is kunstmatig met een streepjeslijn "overbrugd" door Polder PV.
De verschillen zijn beperkt gebleven, sedert de update van 1 maart 2023. Alleen het volume voor juni 2022 is merkbaar verhoogd, met 1,7%. De verschil factor tussen juni 2024 en juli 2017 is 11,5, een forse toename dus van de maximale (zomer) maand productie in 7 jaar tijd.
Ook de winterdips zijn natuurlijk van jaar tot jaar toegenomen. De december 2023 dip (146,1 GWh) is een factor 4,9 maal de januari dip van 2018 (29,8 GWh). De zomer maxima stijgen dus ruim 2x zo hard dan de winterdips. Ook een urgente reden om zo snel mogelijk seizoens-opslag op de rails te krijgen, anders moeten er grote hoeveelheden zonnestroom "ge-cur-tailed" gaan worden in de zomer omdat het net anders structureel wordt overbelast als er geen export (meer) mogelijk is, en/of conversie middels, bijvoorbeeld, omzetting in waterstof gas via elektrolyzers, nog te duur is.
3. Uitgifte Garanties van Oorsprong voor gecertificeerde zonnestroom per kalenderjaar vanaf 2006
In deze laatste verzamel grafiek toon ik de uit twee VertiCer spreadsheets berekende totale volumes voor de per kalenderjaar uitgegeven hoeveelheden Garanties van Oorsprong voor, uitsluitend, gecertificeerde zonnestroom. Hiertoe zijn alle maand data uitgelijnd, en bij elkaar opgeteld, waarna de kalenderjaar volumes nauwkeurig konden worden vastgesteld. Dit geeft het volgende resultaat.
Deze grafiek vervangt het exemplaar met update datum 1 maart 2023, wat eerder door Polder PV werd gepubliceerd. De hoeveelheden geproduceerde zonnestroom door de gecertificeerde capaciteit in Nederland is, na een zeer aarzelend begin tot en met 2014, rap toegenomen. Na een eerste verdubbeling in 2015 (van 125 naar 219 GWh) ging de jaarproductie sprongsgewijs omhoog, via 2.917 GWh in 2019, met een grote sprong verder naar al 5,1 TWh in 2020. In 2021 6,2 TWh, en in 2022 alweer 8,6 TWh. 2023, waarvoor nog lang niet alle betreffende GvO's bekend zijn, zit nu al op een volume van ruim 9 TWh, waar nog heel wat bij zal gaan komen. Verrassend is de productie die nu al bekend is voor de eerste 7 maanden in 2024: dat is al 8,1 TWh, met nog heel veel volume daar bovenop te verwachten. Voor 2023 is nu al bijna 11 maal zoveel gecertificeerde zonnestroom productie bekend, dan in 2017.
De verschillen met de grafiek met update datum 1 maart 2023 manifesteren zich vanaf 2019 (2 GWh meer in huidige update). 2020 heeft er 7 GWh bijgekregen sinds die oude update, 2021 19 GWh, en 2022 al 182 GWh. Voor 2023 was destijds nog maar een marginaal volume van 147 GWh bekend. De huidige 9.012 GWh geeft al een veel beter beeld van de richting waarin we voor 2023 zullen gaan, maar, zoals gezegd: daar komt nog het nodige aan toe te voegen volume bovenop.
In totaal is er uitsluitend voor gecertificeerde zonnestroom productie, vanaf de eerste marginale volumes in 2006, al 43,4 terawattuur (TWh) aan GvO's uitgegeven door VertiCer en haar rechtsvoorgangers (EnerQ, CertiQ).
Voor het eerste bericht n.a.v. de recente VertiCer updates zie de analyse onder 4 september 2024.
Bron:
4 september 2024: VertiCer update augustus 2024, I. Gecertificeerde PV markt, jaargroei 2023 naar record 2.579 MWp nieuwbouw (2022 +30%), en grootste cijfer anomalie in historie. Voor uitgebreide toelichting van de voorliggende historie van de CertiQ data voor gecertificeerde zonnestroom in Nederland, zie de bespreking van 7 maart 2023 (februari rapportage). Voor de transitie van CertiQ naar de nieuwe organisatie VertiCer, zie introductie in de analyse, van 19 juli 2023.
In de huidige rapportage brengt Polder PV de nieuwe resultaten uit de data rapportage van VertiCer, voor de maand augustus 2024, waarmee de jaargroei in kalenderjaar 2023 weer verder blijkt te zijn uitgelopen op het volume in 2022, en zelfs het voormalige topjaar 2020 al ver achter zich heeft gelaten, m.b.t. de gerealiseerde, gecertificeerde PV capaciteit. Tevens worden, tm. juli 2024, de verstrekte Garanties van Oorsprong voor gecertificeerde PV projecten gereconstrueerd en grafisch verbeeld over de afgelopen periode. Helaas is, voor de zoveelste maal, een volstrekt ongeloofwaardige, "absurde" entry voor de nieuwe capaciteit in de grootste PV categorie in augustus geopenbaard, die tot de grootste anomalie in de PV statistiek bij VertiCer en haar rechtsvoorganger heeft geleid. Hierover is prompt een e-mail verstuurd naar dit Agentschap, om helderheid te krijgen over de oorzaak. In de hier onder volgende analyse wordt dieper ingegegaan op de "normale", gereviseerde cijfers, en wordt de anomalie uiteraard ook in beeld gebracht, in diverse grafieken.
Bijstellingen - niets nieuws onder de zon
Benadrukt zal hier blijven worden, dat de voor sommigen (zelfs specialisten uit de zonnestroom sector) wellicht verwarrende, continu wijzigende maand-cijfers bij VertiCer, en haar rechtsvoorganger CertiQ, beslist géén "nieuw fenomeen" betreffen. Dit is altijd al staande praktijk geweest bij CertiQ, en wordt gecontinueerd onder VertiCer. Niet alleen werd dat zichtbaar in de soms fors gewijzigde cijfers in de herziene jaar rapportages tot en met het exemplaar voor 2019. Helaas zijn daarna geen jaarlijkse revisies meer verschenen. In een tussentijdse analyse van oorspronkelijk gepubliceerde, en toen actuele, bijgestelde cijfers, werd al duidelijk, dat de databank van de destijds alleen onder TenneT vallende dochter continu wijzigingen ondergaat, zoals geïllustreerd in de Polder PV analyse van 4 november 2020. In dit opzicht, is er dan ook niets nieuws onder de zon. De wijzigingen zijn er altijd al geweest, alleen zijn ze inmiddels, met weliswaar de nodige moeite, regelmatig zichtbaar te maken, door de nieuwe wijze van rapporteren van VertiCer. De cijfermatige consequenties daarvan worden weer besproken in de huidige analyse.
Voordat we de huidige resultaten bespreken, blijft de belangrijke, al lang geleden door Polder PV geïntroduceerde, en tussentijds verder aangepaste disclaimer bij alle (zonnestroom) data van VertiCer / CertiQ recht overeind:
*
Disclaimer: Status officiële VertiCer (ex CertiQ) cijfers
|
Het overzicht met de eerste cijfers voor augustus 2024 verscheen in de nieuwe, drastisch gewijzigde vorm op de website van VertiCer, op 2 september 2024. Referenties naar eerder verschenen historische data zijn uiteraard impliciet als CertiQ gegevens geanalyseerd, in oudere analyses.
2a. Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties VertiCer juli 2021 - augustus 2024
(Herziene) status tm. juli 2024
In deze grafiek, met de meest recente actuele en gewijzigde data uit de augustus 2024 rapportage van VertiCer, en deels oudere data uit de CertiQ updates, de stand van zaken vanaf juli 2021 tm. augustus 2024. De blauwe kolommen geven de ontwikkeling van de aantallen installaties weer (ref.: rechter Y-as), voorlopig culminerend in 34.952 exemplaren, begin september 2024. Wat, wederom, een negatieve groei weergeeft van 170 projecten** t.o.v. de status, eind juli 2024 (gereviseerd, 35.122 exemplaren), en zelfs 395 exemplaren minder is dan het tot nog toe hoogste niveau (35.347 in mei 2024). Wel is er, t.o.v. het ook weer herziene eindejaars volume van 2022, netto bezien in kalenderjaar 2023 een groei geweest van 1.168 projecten in het VertiCer bestand. Wat bijna 55% minder is dan de groei in 2022 (licht gereviseerd: 2.576 nieuwe projecten genoteerd; voor de half-jaar volumes, zie ook nieuwe half-jaar grafiek verderop). Diverse historische data zijn wederom gewijzigd t.o.v. de juli update. Zo is de stand van zaken voor eind (december) 2022 inmiddels 34.011 projecten, in de vorige rapportage waren dat er nog 34.003.
In de gele kolommen (ref. rechter Y-as, in MWp) de bijbehorende geaccumuleerde gecertificeerde PV-capaciteit, die begin augustus 2024 weer is toegenomen, van 12.722 MWp in de vorige update, naar, inmiddels, 12.926 MWp. Maar wat nog steeds duidelijk minder is dan de status van, inmiddels, bijna 13,7 GWp in februari. Dit kan uiteraard nog steeds / wederom substantieel gaan wijzigen in komende updates, zoals ook in alle vorige exemplaren is geschied. Afhankelijk van komende revisies van historische cijfers, lijkt de 10 GWp in dit grote PV dossier, in ieder geval inmiddels ergens begin januari 2023 te zijn gepasseerd.
Deze ronduit opmerkelijke, forse wisselingen in de netto (overgebleven) volumes aan het eind van de laatste maanden, heeft uiteraard ook gevolgen gehad voor de systeemgemiddelde capaciteit, die eind maart weer flink lager is geworden, waar dit begin 2024 nog een opvallende tóename was (groene curve). Na deze terugval, is in mei - juni het gemiddelde weer wat toegenomen, en in juli afgevlakt.
Eind 2022 is de geaccumuleerde capaciteit inmiddels op een niveau gekomen van 9.831,2 MWp. In het eerste flink gewijzigde januari rapport voor 2023 was dat nog 9.409,3 MWp. Voor EOY 2022 is sindsdien dus alweer 422 MWp / 4,5% meer volume bijgeschreven dan oorspronkelijk gerapporteerd. Het is goed om deze flink opgelopen verschillen voor reeds "lang" verstreken jaren op het netvlies te blijven houden, want dit gaat natuurlijk ook geschieden met de cijfers voor 2023, én voor de data voor 2024.
Groei 2023 t.o.v. 2022 volume, nieuw jaargroei record houder
Met de huidige, gereviseerde cijfers van de jaar volumes, is de voorlopige groei in het hele kalenderjaar 2023 2.579 MWp geweest. Dat lijkt, in grote tegenstelling tot eerdere maandrapportages door Polder PV (in december 2023 rapportage nog slechts een jaar-aanwas van 1.298 MWp!), nu juist op een forse marktgroei te wijzen, t.o.v. de jaarlijkse aanwas in 2022, zelfs al weten we dat alle cijfers nog steeds regelmatig zullen worden bijgesteld. In dezelfde periode in 2022 was het - nu weer licht aangepaste - groei volume namelijk 1.984 MWp. De toename in 2023 is tot nog toe dus alweer 30% hóger dan het nu bekende nieuwe volume in 2022 (in de update van december 2023 was het nog 34% láger!). Bij de aantallen nieuwe projecten was juist een zeer hoge netto negatieve groei vast te stellen uit de huidige cijfers (minus 55%). Deze combinatie is op zijn zachtst gezegd, "hoogst curieus", als je niet beter zou weten hoe deze cijfers tot stand komen.
In ieder geval kan nu óók geconstateerd worden, dat 2023 onbetwist kampioen is geworden, en het nieuwe jaargroei record heeft. Het is voormalig kampioen 2020 (voorlopig laatst bekend groeicijfer: 2.436,9 MWp) inmiddels inmiddels alweer 142 MWp voorbijgestreefd, pending latere updates.
In de groene curve is de uit voorgaande parameters berekende systeemgemiddelde capaciteit voor de gehele, overgebleven gecertificeerde populatie PV-projecten bij VertiCer, in kWp (referentie linker Y-as) weergegeven. Dit blijft door de bank genomen almaar toenemen, en is sedert eind 2022 verder gegroeid, van 289 naar 353 kWp, eind 2023. In januari - februari 2024 nam dit fors toe, naar 384 resp. 388 kWp. Eind maart nam dit echt weer stevig af, vanwege de toen doorgevoerde, forse neerwaartse capaciteits-bijstelling, en eindigde voorlopig op 359 kWp gemiddeld. In april daalde dit naar 354 kWp, en in mei tm. juli steeg het weer naar 368 kWp. Ook dit niveau kan bij latere data bijstellingen weer wijzigen, zowel in negatieve, als in positieve zin.
Links in de grafiek vindt u ook de meest recent bekende EOY cijfers voor 2021 weergegeven. Die zijn net als in de vorige updates stabiel gebleven, 31.435 projecten, respectievelijk, 7.847,1 MWp. Deze data zijn belangrijk voor de vaststelling van de aangepaste jaargroei cijfers voor 2022, zie paragraaf 3d. Het ziet er niet naar uit dat er dit jaar nog substantiële wijzigingen in die eindejaars-cijfers zullen komen, op zijn hoogst marginale aanpassingen.
... en toen kwam er weer een (gigantische) anomalie in augustus ...
In augustus 2024 is helaas weer een ronduit verbijsterend cijfer gemeld door VertiCer, wat met geen mogelijkheid verklaard kan worden, en wat als het grootste data incident in de lange historie (incl. rechtsvoorganger CertiQ) beschouwd kan worden in de solar statistieken. Eind van die maand stond, vooral veroorzaakt door een bizar cijfer voor de grootste project categorie (zie verder), volgens de VertiCer tabel een ongelofelijk volume van 17.102 MWp in de boeken, wat een onwaarschijnlijke maandgroei van bijna 4,2 GWp in augustus zou geven. Dit is dermate onwaarschijnlijk, dat ik weer direct in de pen ben geklommen, en VertiCer per e-mail om opheldering heb gevraagd hoe dit bizarre cijfer in hemelsnaam door de (aan mij destijds toegezegde) "ingangs-controle routines" heen is gekomen. En waarom deze enorme, sterk in de rest van de statistieken doorwerkende fout (want dat is het) niet door henzelf is ontdekt†.
Omdat deze uitkomst echt te onwaarschijnlijk is voor woorden, heb ik de laatste kolom doorzichtig gemaakt en van een rood kader voorzien, pending (hopelijke) correctie door VertiCer. Als gevolg van deze veel te hoge cumulatieve capaciteit, ligt het uit dit cijfer, en het verder wél "logische" aantal geregistreerde projecten in augustus 2024, natuurlijk ook véél te hoog (laatste data punt groene curve, een incorrecte, hoge 489 kWp gemiddeld per project, eind van die maand). Deze "foute" entry dreunt in veel statistieken die ik hier onder vermeld, met data voor 2024, na. De gevolgen zijn i.i.g. aanzienlijk, en vertroebelen een zuiver beeld op de te verwachten evolutie van de solar VertiCer data.
** Beter: "het netto overblijvende nieuwe volume, wat het verschil is tussen de (niet qua volume geopenbaarde) uitschrijvingen en de volumes aan nieuwe inschrijvingen".
† Inmiddels is de - beknopte - reactie van VertiCer binnen. In het tweede deel van deze analyse gaat Polder PV daar dieper op in, in het intermezzo aldaar.
2b. Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties VertiCer EOY 2009 - 2023
Ik geef hieronder de volledig gereviseerde grafiek met de evolutie van de eindejaars-accumulaties weer. Hierbij is gebruik gemaakt van een separaat verschenen historische update (24 augustus 2024), van de oudere jaargangen (destijds gepubliceerd in CertiQ rapportages), waarin alleen zeer marginale wijzigingen zijn te vinden, en die dus nauwelijks effect hebben gehad op de hoogte van de kolommen. En waarbij de nu bekende, inmiddels deels weer gewijzigde cijfers in het augustus 2024 rapport van VertiCer, voor de jaren 2021 tm. 2024, zijn opgenomen. De cijfers voor 2023 zijn uiteraard nog zeer voorlopig en kunnen nog behoorlijk gaan wijzigen in komende updates (gearceerde kolom). Helaas is het capaciteits-cijfer voor 2024 nu al incorrect, vanwege de hierboven vermelde enorme data anomalie. Vandaar dat de capaciteit in 2024 als lege kolom met rood kader is weergegeven.
De tweede grafiek in deze sectie geeft niet de maandelijkse progressie (paragraaf 2a), maar de evolutie van de eindejaars-accumulaties van 2009 tm. 2023, en de huidige status in 2024 (achteraan) weer, met alle ondertussen weer gewijzigde data in de huidige VertiCer update. De opbouw van de grafiek is vergelijkbaar met die voor de laatste maand-cijfers, maar om alle data in 1 grafiek te krijgen zonder extreme verschillen, is de Y-as voor alle drie de parameters hier logarithmisch gekozen. Het aantal installaties is fors toegenomen, van 3.767 exemplaren, eind 2009, naar, inmiddels, 34.011, eind 2022, resulterend in een Compound Annual Growth Rate (CAGR) van gemiddeld 18,4% per jaar in 2009-2022. Eind december 2023 staat de teller alweer op 35.179 projecten; de CAGR voor de periode 2009-2023 heeft, met de nog zeer voorlopige data voor met name 2023, een gemiddelde van 17,3% per jaar.
Bij de capaciteits-ontwikkeling is het echter nog veel harder gegaan. Deze nam toe van 18,7 MWp, eind 2009, tot alweer 9.831,3 MWp, eind 2022. Resulterend in een byzonder hoge CAGR, van gemiddeld 61,9% per jaar (!). Wel begint er, voorstelbaar, na zo'n langdurige, spectaculaire groei periode, een afvlakking zichtbaar te worden in de expansie. Wat veel te maken heeft met overal optredende problemen met beschikbare netcapaciteit, gestegen project kosten, forse competitie met andere CO2 besparende opties binnen de nieuwste SDE regelingen, diverse verzwarende omstandigheden voor planning en realisatie van nieuwe projecten (verzekeringen, participatie trajecten, ecologische eisen), beschikbaar personeel, etc. Eind december 2023 is de capaciteit fors doorgegroeid naar een voorlopig volume van 12.410,3 MWp, resulterend in een nog zeer voorlopige, doch hoge CAGR van gemiddeld 59,0% per jaar, in de periode 2009-2023. Hierbij moet ook worden vermeld, dat het eindejaars-cijfer voor 2023 fors is bijgesteld in eerdere updates van VertiCer. Vermoedelijk is er toen veel capaciteit bijgeschreven na de nodige vertragingen in de administratieve verwerking ervan.
Historische bijstellingen
Dat de cijfers in de databank behoorlijk worden bijgesteld, bezien over een langere periode, laten de nu actuele eindejaars-cijfers voor 2021 weer goed zien. Die zijn ongewijzigd t.o.v. de voorgaande update, namelijk 31.435 installaties, en een verzamelde capaciteit van 7.847,1 MWp. In het "klassieke" maandrapport voor (eind) december 2021, alsmede in het gelijktijdig verschenen eerste jaaroverzicht, waren die volumes nog maar 30.549 installaties, resp. 7.417,8 MWp. In de laatste cijfer updates zijn de verschillen t.o.v. de oorspronkelijke, "klassieke" maandrapport opgaves van, destijds, CertiQ, derhalve, opgelopen tot 2,9% (aantallen), resp. bijna 5,8% (capaciteit). Uiteraard hebben deze continu voorkomende bijstellingen ook gevolgen voor de uit de EOY cijfers te berekenen jaargroei volumes (YOY).
Uit voorgaande twee parameters werd door Polder PV weer de gemiddelde systeem-capaciteit aan het eind van elk kalenderjaar berekend (groene curve in bovenstaande grafiek). Ook deze nam spectaculair toe, van slechts 5,0 kWp, eind 2009 (bijna uitsluitend kleinere residentiële installaties), tot alweer 352,8 kWp, eind 2023 (bestand VertiCer inmiddels gedomineerd door duizenden middelgrote tot zeer grote projecten incl. zonneparken). Een factor 71 maal zo groot, in 14 jaar tijd. Wat de enorme schaalvergroting in de projecten sector goed weergeeft.
Anomalie apart
Helemaal rechts in de grafiek zijn ook de nog zeer premature cijfers voor eind augustus 2024 getoond, met een waarschijnlijk "logisch" aantal van 34.952 installaties. Maar met een totaal onverklaarbaar, extreme 17.102 MWp voor de capaciteit, als gevolg van de bizarre cijfer anomalie hierboven gerapporteerd. We hopen natuurlijk dat dit bizarre cijfer door VertiCer alsnog gecorrigeerd zal worden. Sowieso zal voor kalenderjaar 2024 er natuurlijk ook nog veel volume bijgeschreven worden, in de resterende 4 vier maanden. En ook de data voor de eerste maanden zullen daarbij nog flink worden bijgesteld. Waar dat alles zal "eindigen" is nog een niet te beantwoorden vraag, en is ook sterk afhankelijk van een eventuele (fors neerwaartse) correctie voor augustus dit jaar.
3. Maandelijkse, kwartaal-, half-jaar- en jaarlijkse toenames aantallen en capaciteiten bij VertiCer
3a. Maandelijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer augustus 2021 - augustus 2024
Ook al moet ook bij deze grafiek de waarschuwing, dat de cijfers nog lang niet zijn uitgekristalliseerd, en we nog de nodige bijstellingen kunnen verwachten, de trend bij de nieuwe (netto) aantallen projecten door VertiCer, en rechtsvoorganger CertiQ, geregistreerd van maand tot maand, laten, ook in de huidige versie van augustus 2024, een zeer duidelijke afkoeling van de PV-projectenmarkt zien sedert de zomer van 2021. Werden er in januari 2022 nog netto 385 nieuwe gecertificeerde PV-projecten bijgeschreven, is dat in de rest van het jaar al zeer duidelijk minder geworden, en vanaf augustus dat jaar zelfs zeer sterk "afgekoeld". Met wat ups en downs, is het laagste volume in dat jaar voorlopig bereikt in november 2022, met, inmiddels, 102 (netto) nieuwe installaties. Daarna veerde het weer even op, daalde stapsgewijs, leidde tijdelijk tot negatieve groei cijfers in augustus 2023 en vervolgens weer positieve groei in september tm. december. In 2024 zijn de aanwas cijfers per maand tm. mei netto al in de plus geraakt. De aanwas cijfers voor juni en juli zijn nu nog 132 resp. 93 netto exemplaren negatief, maar ook dat kan nog in positieve groei omslaan in latere updates. Augustus start met de eerste waarde ook onder de nullijn, met netto minus 170 projecten, ook dat kan / zal waarschijnlijk in latere updates omslaan in positieve, doch relatief lage groei.
Eerder getoonde negatieve groeicijfers voor 2023 zijn inmiddels, zoals gebruikelijk, omgezet in positieve aanwas, a.g.v. de voortdurend wijzigende historische cijfers in de VertiCer bestanden. Dit zal ongetwijfeld ook volgen voor de (4) maanden waar op dit moment nog negatieve groeicijfers van bekend zijn. In de huidige, augustus, update zijn in totaal voor 21 maanden de waarden inmiddels weer aangepast sinds het exemplaar tm. juli 2024. De oudste wijziging was ditmaal voor oktober 2022 (4 extra projecten toegevoegd), in dat jaar is ook voor november de data weer gewijzigd, en in 2023 zijn voor álle 12 maanden weer nieuwe cijfers vastgesteld, met nog 1 maand met een voorlopige netto negatieve aanwas (augustus, -5 projecten). De groei in januari tm. juli 2024 is ook weer bijgesteld, in opwaartse richting. Alleen juni tm. augustus hebben nu nog een netto negatieve groei, die waarschijnlijk in een positieve aanwas zal gaan omslaan in latere updates.
Al zullen de meeste maandwaarden in positieve zin ombuigen in latere updates, zoals in het recente verleden is geschied, de trend is bij de aantallen onmiskenbaar: er worden, netto bezien, nog maar relatief weinig netgekoppelde projecten bijgeschreven bij VertiCer, per maand. Een van de belangrijkste redenen zal zijn, dat er een toenemend aantal uitschrijvingen uit de databank van de Gasunie/TenneT dochter is begonnen, die de instroom (tijdelijk) afremt of zelfs overvleugelt. Waarschijnlijk is de oorzaak de beginnende uitval van de oudste onder SDE 2008 resp. 2009 gesubsidieerde kleine projectjes, die immers 15 jaar subsidie konden genieten. We moeten gaan zien hoe het verloop bij de aantallen zich ontwikkelt, nu de subsidie termijn voor de eerste projecten aan het aflopen is. Uiteraard betekent uitschrijving uit de VertiCer databank verder beslist niet dat de betreffende projecten fysiek zijn, of worden verwijderd. Ze kunnen nog vele jaren lang met een aardig rendement worden ge-exploiteerd door de eigenaren, zonder SDE-gerelateerde inkomsten. Hier is byzonder weinig zicht op, cijfers over het al of niet verder exploiteren van deze oudere projecten ontbreken in het geheel in statistiek moeras Nederland.
Een vergelijkbare grafiek als voor de aantallen (vorige exemplaar), maar ditmaal de ermee gepaard gaande netto maandelijkse toename (of zelfs tijdelijke afname) van de capaciteit van gecertificeerde PV-projecten, in MWp. De evolutie laat een nogal afwijkend, zo u wilt, chaotisch beeld t.o.v. dat bij de aantallen zien, met sterk fluctuerende verschillen tussen de maanden onderling. Ook deze kunnen uiteraard naderhand nog worden bijgesteld. Als voorbeeld: de "netto negatieve groei" in september 2022, al gesignaleerd in het januari 2023 rapport, is uiteindelijk in latere updates in ieder geval omgeslagen in "normale, positieve groei", van, inmiddels, 74,1 MWp.
Bizarre nieuwe pieken voor eerste maand in jaren 2023 en 2024
Wel is er, zoals al bij de eerst-rapportage gemeld (jan. 2024 rapport), een exceptioneel "verschijnsel" zichtbaar voor de maand januari 2023. Die maand had al lang de hoogste "piekwaarde" ooit meegekregen, en is in veel latere maandrapportages continu bijgeplust, tot het in het december 2023 rapport een al zeer hoog volume bereikte van 432,6 MWp. In het "klassieke" CertiQ december rapport van 2022 was nog een zeer hoge november piek zichtbaar bij de capaciteit. Het lijkt er op, dat een groot volume daarvan naar het begin van het nieuwe jaar is geschoven (de vermoedelijke feitelijke datum van netkoppeling). Ook in januari 2022 zagen we eerder al een "nieuw-jaars-piek", maar die is duidelijk kleiner, inmiddels neerkomend op 306,7 MWp nieuw volume (ongewijzigd in de laatste updates).
In de rapportage van januari 2024 is dat al hoge volume opeens extreem opgehoogd naar 770,2 MWp, en is dat momenteel zelfs verder gegroeid, naar 793,3 MWp in de huidige augustus 2024 update (buiten de hier weergegeven Y-as vallend).
Tweede extreme groei piek & "negatieve pieken"
En dat is nog niet alles, want hetzelfde is geschied met het nieuwe volume voor januari 2024. Dat was in de update voor die maand nog een negatieve groei van -84,6 MWp. In de februari 2024 rapportage sloeg dat in een keer om in een "record positieve aanwas" van 973,2 MWp, wat inmiddels in de huidige update nog verder is opgehoogd, naar alweer 1.091,3 MWp. Een onwaarschijnlijk hoog volume waar Polder PV, net als bij de vorige piek voor januari 2023, geen plausibele verklaring voor heeft. Ik heb in een eerste rood omkaderd venster aangegeven dat het bij beide maandgroei pieken om "uitzonderlijke", onverklaarbare volumes gaat.
Voor februari 2023 was er aanvankelijk een magere positieve groei van 28,1 MWp positief. Deze sloeg echter in de maart rapportage in dat jaar om in een enorme negatieve bijstelling van 316,1 MWp negatief (!), bij een netto aanwas van 65 nieuwe projecten. In de april 2023 update was er een marginale opwaartse correctie naar -312,3 MWp. In de rapportages voor mei 2023 tm. augustus 2024 is de negatieve "groei" verder fors geslonken naar, inmiddels, minus 203,3 MWp.
In een vorige rapportage (maart 2024) heeft dit proces zich herhaald, voor de eerste rapportage van het groeicijfer voor die maand. Terwijl de groei in februari evolueerde van een "bescheiden" negatieve 11,7 MWp naar een inmiddels "normale" positieve 161,1 MWp, kwam maart opeens met een record negatief groei volume van -1.140,9 MWp (!). Dat is in de huidige, augustus 2024 update, weliswaar verminderd, maar is nog steeds sterk negatief (-1.024,4 MWp). Ook deze extreme netto negatieve groei is zeer slecht verklaarbaar, of er moeten weer dramatische wijzigingen in de status van de administratie bij VertiCer hebben plaatsgevonden.
Het eerste beschikbare "groei" cijfer voor april 2024 was ook negatief, maar niet zo extreem als in de voorgaande maand, -218,5 MWp. Dit is inmiddels weer minder sterk negatief geworden, in het augustus rapport neerkomend op een negatieve aanwas van -152,2 MWp. De verwachting is dat dit volume nog behoorlijk "opwaarts" aangepast zal gaan worden.
Mei 2024 verraste weer, doordat het eerst gepubliceerde aanwas volume meteen al fors positief was, netto 198,4 MWp, wat inmiddels in de huidige update is doorgegroeid naar 204,6 MWp.
Juni en juli begonnen weer op een negatief niveau, maar hebben inmiddels ook positieve aanwas cijfers (179,8 resp. 55,6 MWp).
Zoals al vaker gemeld, kunnen de redenen voor zulke, soms aanzienlijke bijstellingen, en, meestal tijdelijk, zelfs fors negatieve netto groei cijfers, zeer divers zijn, zoals destijds gerapporteerd door CertiQ na vragen van Polder PV daar over (artikel 16 januari 2023). Mogelijk zijn er forse correcties doorgevoerd van foutieve opgaves, al zullen we nooit weten wat precies de oorzaken zijn geweest van deze, hoge impact hebbende, merkwaardige data updates.
Augustus anomalie met gigantische impact
De eerder al vermelde anomalie in het augustus 2024 rapport van VertiCer heeft natuurlijk een enorme impact bij de afgeleide maandgroei cijfers. Volgens de huidige data zou namelijk in augustus een groei opgetreden zijn van 4.157 MWp. Dat is, hoe je het ook wendt of keert, een volslagen onmogelijk groeicijfer en moet op een zeer ernstige fout bij VertiCer ( en/of (een) data aanleverende netbeheerder(s) ) berusten†. Polder PV is benieuwd of er antwoord danwel een herstel actie van VertiCer gaat komen n.a.v. de e-mail die de webmaster direct na deze ontdekking heeft verstuurd. Vanwege de onwaarschijnlijke omvang, is de laatste kolom dan ook doorzichtig gemaakt en rood omlijnd, met een extra commentaar venstertje.
† Inmiddels is er een beknopt antwoord gekomen van VertiCer, met vérstrekkende consequenties voor de betrouwbaarheid van hun (actuele) statistieken. In een apart intermezzo in het vervolg artikel van deze analyse, gaat Polder PV hier dieper op in.
Zeer forse wijzigingen in VertiCer data
In het tabelletje hier onder heb ik, voor 2023, en voor januari tm. juli 2024, de wijzigingen tussen de oorspronkelijk gepubliceerde groeicijfers per maand en de huidige, meest recent bekende weergegeven, waar duidelijk de, soms zeer forse, veranderingen uit blijken die in het VertiCer dossier worden doorgevoerd, in de loop van de tijd. Achteraan cursief weergegeven = wijziging sedert de update juli 2024:
In de huidige update zijn voor in totaal 21 maanden de nieuwe capaciteit volumes inmiddels weer, allemaal opwaarts, aangepast sinds het exemplaar tm. juli 2024, 2 voor 2022, en álle 12 maanden in 2023 kregen nieuwe cijfers. De capaciteiten voor januari tm. juli 2024 zijn (ook) weer allemaal gewijzigd, zoals in het staatje hierboven getoond.
Als we de nieuwe maandvolumes voor 2022 optellen, komen we inmiddels op een groei uit van 1.984 MWp. Voor 2023 was de groei in een recente update nog maar 1.298 MWp (en daarmee fors lager dan 2022), maar mede door de bizarre toename in januari, en de daar op volgende extra wijzigingen, is de jaargroei voor 2023 inmiddels stevig bijgesteld, naar momenteel 2.579 MWp. Wat inmiddels alweer een forse 30% hoger is, dan in 2022. Bij de aantallen was er een groot negatief verschil, bijna 55% minder netto nieuwe projecten in 2023 (1.168), dan de 2.576 stuks in 2022.
Deze twee trends bij elkaar nemend, en accepterend dat er ook wegval van waarschijnlijk met name kleine oude installaties uit het VertiCer register zal zijn geweest, lijkt de hogere jaargroei bij de capaciteit in 2023 nog steeds slecht te rijmen, met het gering aantal overgebleven nieuwe aantal projecten, in vergelijking tot de situatie in 2022. We zullen moeten afwachten, of toekomstige cijfers over deze 2 kalenderjaren meer klaarheid in deze vreemde situatie zullen gaan geven. En anders moeten we, als meest waarschijnlijke oorzaak, accepteren, dat de flinke terugval in aanwas cijfers bij de aantallen, grotendeels veroorzaakt wordt door wegval van (SDE gesubsidieerde) kleine installaties, en dat alleen nog maar grote(re), inclusief nieuw toegevoegde, projecten overblijven, die een zwaar stempel op de nieuwe, en de geaccumuleerde capaciteit zullen zetten.
3b. Kwartaal groeicijfers QIV 2021 - QIII* 2024
In een eerdere update heb ik de kwartaal cijfers weer van stal gehaald en in grafiek weergegeven tm. de toen net "volledig", geworden cijfers voor de kwartalen QIV 2021 tot en met QI 2023. In het huidige exemplaar heb ik de soms weer licht gewijzigde data gebruikt, en nog lang niet definitief vastgestelde, ook aangepaste resultaten voor QII 2023 - QIII 2024 rechts toegevoegd. Met name de volumes van de meest recente kwartalen zullen nog flink wijzigen, gezien de continue wijzigingen in door Polder PV bijgehouden data historie van VertiCer en haar rechts-voorganger CertiQ. De anomalie voor de capaciteit in augustus 2024 heeft ook hier een enorme impact, en is dan ook wederom in een aparte kleurstelling in de laatste kolom weergegeven ("kan niet").
Wederom met bovengenoemde disclaimer in het achterhoofd, waardoor de verhoudingen tussen kwartalen onderling dus ook nog lang niet vaststaan (deze zijn sowieso al fors gewijzigd in recente updates), lijkt een conclusie wel al duidelijk getrokken te kunnen worden: Met name de aantallen netto nieuw geregistreerde PV projecten per kwartaal, zijn sinds het laatste kwartaal van 2021 in globale zin stapsgewijs beduidend afgenomen. Het aantal nieuwe projecten per kwartaal is afgenomen van, momenteel, 902 exemplaren in QIV 2021, tot nog maar 439, met de nu bekende cijfers, voor QIV 2022, iets toegenomen naar 498 exemplaren in het eerste kwartaal van 2023, waarna het een bodem bereikte in QIII 2023 (91 netto nieuwe exemplaren). QIV 2023 zit momenteel op een plus van 293 nieuwe projecten. QI 2024 vertoont, mede door de bizarre negatieve groei in maart, en de later komende correcties, inmiddels, na een periode van netto negatieve aanwas nu een licht positieve groei van netto 73 projecten. QII 2024 laat nu nog een netto negatieve groei van 37 projecten zien, wat ongetwijfeld nog fors bijgesteld zal gaan worden. Hetzelfde geldt voor de eerste 2 maanden van QIII 2024, met tot nog toe een netto negatieve aanwas van -263 projecten.
Bij de nieuwe gerapporteerde netto capaciteit is het verhaal compleet anders, wat vooral is veroorzaakt door de eerder gesignaleerde "excessieve" extra netto groei voor januari 2023 en 2024.
Het netto volume per kwartaal nam even toe, van, momenteel, 557 MWp in QIV 2021, naar 627 MWp, in QI 2022, maar is daarna ook, gemiddeld genomen, enkele kwartalen minder geworden. Om een voorlopig dieptepunt te bereiken in QIV 2022, met 372 MWp netto nieuw gerapporteerd volume, gebaseerd op de huidige cijfers.
En toen kwam de "grote verrassing", QI 2023 telde in een vorige update nog 449 MWp nieuw volume, maar dat is, met name door de zeer hoge toevoeging in januari 2023, en de volgende updates, nu alweer een record volume van 819 MWp. Wat nu bijna 31% hoger zou zijn dan de groei in QI in 2022 (627 MWp). Voor de aanwas in QII 2023 geldt momenteel een netto groei van 528 MWp, waar later waarschijnlijk nog e.e.a. aan zal gaan wijzigen, vermoedelijk in positieve zin. Het niveau is daarmee, zoals eerder al voorspeld door Polder PV, gestegen, naar 7,3% boven het niveau van 492 MWp in QII 2022, De nog premature aanwas in QIII 2023 is inmiddels al toegenomen tot 462 MWp in de plus, het is al 94% van het nieuwe netto volume in QIII 2022 (493 MWp).
Voor het laatste kwartaal van 2023 is het totale volume, al flink toegenomen in de januari 2024 update, in de versies van mei tm. augustus 2024 verder gegroeid, naar momenteel 770 MWp. Dit is al het dubbele volume, t.o.v. de 372 MWp in QIV 2022, en met nog latere updates aan toevoegingen te verwachten.
De tweede grote verrassing zien we bij de eerste, nog zeer voorlopige resultaten voor QI 2024. Januari was in een vorige rapportage extreem in positieve zin bijgesteld, maart vertoonde een record negatieve groei, en ook in april was de groei negatief. Met de opvolgende extra bijstellingen, is het voorlopige tussen-resultaat voor het hele kwartaal na even "negatieve aanwas" te hebben gekend, inmiddels op een groei van 228 MWp beland. Dat is nog steeds wel een dramatisch verschil met de 819 MWp netto groei in QI 2023...
Het tweede kwartaal van 2024 startte met een negatieve aanwas, maar is inmiddels in positieve zin gegroeid, met al een iets hogere groei dan in het voorgaande kwartaal, 232 MWp. Dat is inmiddels 44% van de aanwas in QII 2023 (528 MWp). Ook daar zal nog veel aan gaan wijzigen.
Het derde kwartaal van 2024 is, met de extreme anomalie voor augustus vooralsnog een enigma, waar VertiCer hopelijk duidelijkheid in zal gaan verschaffen (rode kolom).
Hoe eventuele verdere wijzigingen bij de capaciteit van gecertificeerde projecten zal gaan verlopen blijft gezien bovenstaande elke keer weer spannend.
Voor de evolutie van de gemiddelde systeem omvang (per maand), zie ook de grafiek onder paragraaf 2a.
3c. Halfjaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer 2022-2024 HII
Omdat een tijdje geleden de eerste resultaten voor het 1e half-jaar van 2023 beschikbaar waren gekomen, en alweer gewijzigd, heb ik in een vorige analyse ook weer de "half-jaar grafiek" van stal gehaald. Die had ik voor het laatst gepubliceerd op basis van de oude CertiQ data in het bericht van 9 januari 2023. Het huidige exemplaar bevat echter alleen de laatst bekende resultaten gebaseerd op de compleet gereviseerde publicatie systematiek bij VertiCer. De (aangepaste) cijfers voor de tweede jaarhelft van 2021 zijn niet volledig bekend in de normale voortgangs-statistiek van VertiCer. Vandaar dat we nu nog slechts de resultaten vanaf de 1e jaarhelft van 2022 kunnen laten zien, tm. de eerste "complete" cijfers voor HII 2023 (tm. december), en de nog zéér voorlopige eerste resultaten voor HI en HII 2024, waarvoor we ongetwijfeld nog de nodige aanvullingen, en forse bijstellingen kunnen verwachten (gearceerde kolommen).
Ook uit deze nog zeer voorlopige halfjaarlijkse groei cijfers blijkt een duidelijke afname van het aantal (overgebleven) projecten in het VertiCer dossier, wat waarschijnlijk heeft te maken met verwijderde kleine projectjes waarvan de oudste SDE beschikkingen zijn vervallen, danwel actief uitgeschreven bij VertiCer. Bij de aantallen projecten nam de bij VertiCer geregistreerde half-jaarlijkse netto aanwas af, van 1.524 nieuwe projecten in HI 2022, via 1.052 stuks in HII 2022 (31% minder), naar nog maar een (voorlopige) groei van slechts 784 nieuw in HI 2023. Wederom 25% minder. De tweede jaarhelft van 2023 heeft nog maar 384 netto nieuwe projecten (-51%), maar daar zal waarschijnlijk nog wel het nodige aan gaan wijzigen. Achteraan vinden we (gearceerd) de eerste resultaten voor de eerste en tweede jaarhelft van 2024, met nog slechts zeer voorlopige data, een licht positieve (HI, 36), danwel negatieve groei van -263 installaties voor HII, en nog veel addities en wijzigingen te verwachten.
Bij de capaciteit is het beeld compleet anders (geworden, in de meest recente updates), en is er zelfs een behoorlijke opleving te zien in beide jaarhelften van 2023. Met de huidige bekende cijfers 1.119 MWp nieuw in HI 2022, 865 MWp in HII 2022 (23% minder), en, vanwege de bizarre, eerder al besproken toename in 1 maand (januari 2023), nu alweer 1.347 MWp nieuwe capaciteit in HI 2023. Dat is 20% meer dan in HI 2022, en zelfs al 56% meer dan in HII 2022. In de update van december 2023 was het netto aanwas volume voor HI 2023 nog maar 923 MWp.
De tweede jaarhelft van 2023 geeft, met de netto groei van, momenteel alweer 1.232 MWp, al een fors hoger volume te zien dan in eerdere recente updates, en laat momenteel dan ook alweer een 42% hoger volume zien, dan de aanwas in HII 2022. Voor het eerste half-jaar van 2024 zijn de data uiteraard nog zeer fluïde, na de grote positieve groei in het februari rapport, gevolgd door een licht negatieve groei van 5 MWp in de maart rapportage, de fors negatieve groei in april, en een opvallend positieve toename in mei en juni. Het voorlopige resultaat voor het eerste half-jaar is, van een licht negatieve aanwas tm. mei (-12 MWp), inmiddels omgeslagen in positieve groei van al 460 MWp. Het zal nog wel even gaan duren voordat er beter zicht komt op de (definitieve) groeicijfers voor de half-jaren, met name voor de recente jaargangen.
Mogelijk wordt de trend van véél minder netto overgebleven (want: deels bij VertiCer uitgeschreven) aantallen installaties, en nog steeds relatief hoge groeicijfers voor de capaciteit, nog verder versterkt, doordat er regelmatig kleinere projecten worden uitgeschreven bij VertiCer (zie tabellen onder paragraaf 5), terwijl de overblijvende (en nieuwe) projecten in de bestanden gemiddeld genomen zelf al veel groter zijn dan de oude (deels zelfs residentiële) kleine installaties.
Voor de tweede jaarhelft van 2024 valt nog weinig zinnigs te zeggen, gezien de absurde data anomalie voor augustus, leidend tot een veronderstelde, echter volstrekt onmogelijke, aanwas van 4,2 GWp in dat nog onvolledige half-jaar. Vandaar dat deze kolom doorzichtig is weergegeven.
3d. Jaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer YOY 2009 - 2023*
Wederom naar analogie van de grafiek voor de eindejaars-volumes, ditmaal de daar uit afgeleide jaargroei cijfers volgens de laatste data update van VertiCer, in bovenstaande grafiek (alle drie parameters met referentie de rechter schaal, logarithmisch weergegeven). Tot en met kalenderjaar 2020 zijn de data ditmaal gebruikt uit de recent beschikbaar gestelde update (24 aug. 2024), waarin echter nauwelijks wijzigingen zijn opgenomen. De data voor 2021**, 2022**, en 2023*, rechts toegevoegd, komen uit de huidige update van de data tm. augustus 2024, zoals geopenbaard door VertiCer. De grafiek toont dus de meest recente situatie, met de laatst beschikbare bron-cijfers. Mochten toekomstige "historische" jaarcijfers alsnog wijzigen, en wereldkundig worden gemaakt, zullen die in latere updates worden toegevoegd aan deze grafiek. Vermoedt wordt, dat eventuele nagekomen correcties met name voor de oudere jaargangen marginaal zullen zijn.
Goed is te zien dat er een duidelijk verschil is in de trend bij de nieuwe jaarlijkse aantallen installaties (blauwe kolommen) en bij de nieuwe capaciteit per jaar (gele kolommen). Bij de aantallen beginnen we op een hoog niveau van 3.765 [overgebleven † !] nieuwe installaties in 2009, het gevolg van de enkele duizenden grotendeels particuliere kleine SDE beschikkingen die in de eerste jaren van de SDE (2008 tm. 2010) werden opgeleverd. Die bron droogde al snel op omdat particuliere installaties de facto uit de opvolger regelingen werden gedwongen (eis minimaal 15 kWp, later ook nog verplicht grootverbruik aansluiting), en zakte de hoeveelheid nieuwe installaties dan ook stapsgewijs naar het dieptepunt van 259 nieuwe projecten in 2014. Daarna zwol het jaarlijkse volume weer aan door een lange reeks van (deels) succesvol geïmplementeerde SDE "+" beschikkingen, tot een voorlopig maximum van 5.503 nieuwe projecten in Corona jaar 2020.
Daarna is, zelfs met grote hoeveelheden nieuw beschikte projecten onder de SDE "++" regimes, het tempo weer fors afgenomen, ook vanwege massieve wegval van beschikte projecten, waar met name de wijdverspreide net-problemen een belangrijke (maar niet de enige) oorzaak van zijn. In 2021 en 2022 zijn met de recentste cijfers nu netto 3.886, resp. 2.576 nieuwe projecten toegevoegd. Dat laatst bekende volume voor 2022 is 46,8% van het record niveau in 2020.
In 2023 is nog maar een beperkt volume van 1.168 (netto) nieuwe projecten bekend (gearceerde blauwe kolom achteraan). Hier kan nog het nodige aan wijzigen, in de te verwachten maandelijkse cijfer updates later in 2024 ff.
Capaciteit andersoortige trend, naar een nieuw record jaar (2023)
Bij de capaciteit is de jaarlijkse aanwas in de beginjaren relatief "stabiel" geweest, met wat kleine op- en neerwaartse bewegingen, van 18,7 MWp nieuw in 2009, tijdelijk zakkend naar 13,0 MWp nieuw volume in 2010, nog eens 4 jaar iets boven dat niveau blijvend, om vanaf 2015 sterk te stijgen. Dat was in het begin vooral vanwege de implementatie van de toen succesvolle SDE 2014 regeling. Er werd elk jaar weer meer capaciteit toegevoegd, tot een voorlopig maximum van 2.436,9 MWp, wederom in het Corona jaar 2020. Maar ook de nieuwe capaciteit begon in de jaren 2021-2022 duidelijk af te nemen, al was het op een veel minder dramatisch niveau.
In 2021 was het nieuwe netto volume nog 2.007,4 MWp, dat is in 2022 momenteel nog maar 1.984,2 MWp met de bekende cijfers in de huidige update. Dat is voor 2022, met ruim 81% van het maximale nieuwbouw volume in 2020, in ieder geval beduidend beter dan de flinke terugval bij de (netto) aantallen nieuwe projecten (bijna 47%). Met, uiteraard, de blijvende disclaimer, dat ook deze jaargroei cijfers nog niet "in beton zijn gegoten", en nog verder kunnen wijzigen. Opvallend blijft in ieder geval, dat met de laatste updates, het jaargroei volume voor de capaciteit in 2022 steeds dichter is toegekropen naar dat van het voorgaande jaar. Het verschil is momenteel nog maar iets meer dan 23 MWp (vorige rapportage 26 MWp).
In 2023 is inmiddels, vooral vanwege de eerder besproken, bizar hoge toevoeging in januari dat jaar, en de nodige toevoegingen in de meest recente updates, een netto volume bijbouw van 2.579,1 MWp geconstateerd (enkele updates hiervoor was dat nog slechts 1.223 MWp!). Dat is nu dus al hoger dan de nu bekende groei in zowel 2021 en 2022, en heeft inmiddels het eerder vastgestelde record groei in Corona jaar 2020 al met 142 MWp overtroefd. 2023 is dus een nieuw recordjaar, wat de groei van gecertificeerde capaciteit betreft. Met de huidige stand van zaken zou de jaargroei in 2023 dus al 30% hoger hebben gelegen dan de aanwas in 2022, en 6% meer dan in vorig record jaar 2020. We hebben echter ook gezien dat data regelmatig (flink) worden bijgesteld, dus de relatieve verhouding van de jaargroeicijfers in deze 3 jaren ligt beslist nog niet vast.
Gemiddelde project omvang
Wederom heb ik, uit deze uit de eindejaars-data afgeleide jaargroei cijfers, uiteraard ook weer de gemiddelde systeemcapaciteit van de nieuwe aanwinsten per jaar berekend, en getoond in de groene curve in bovenstaande grafiek (vermogen in kWp gemiddeld per nieuwe installatie). Deze vertoont, na een lichte inzinking tussen 2009 en 2010, een zeer sterke progressie, van 5,0 kWp bij de nieuwe projecten in 2009, tot alweer 770 kWp gemiddeld per nieuw project in 2022. Een factor 155 maal zo groot, in 13 jaar tijd. Deze enorme schaalvergroting, sterk gedreven door de oplevering van honderden zonneparken en enorme distributiecentra bomvol zonnepanelen op de uitgestrekte platte daken, is een van de belangrijkste oorzaken, van de nieuwe realiteit bij de stroomvoorziening in Nederland: de overal zichtbaar wordende netcongestie, met name op de middenspannings-netten. Voor de bijna actuele situatie, met details, zie de nieuwe gedetailleerde capaciteitskaart van Netbeheer Nederland (gescheiden in netafname resp. -invoeding). Wat uiteraard ook zijn weerslag heeft gekregen op de progressie van de uitbouw van de gecertificeerde nieuwe volumes in de VertiCer databank: die is sterk aan het vertragen. En slechts met veel moeite "op niveau" te houden.
Voor 2023 is een sterke toename van de gemiddelde capaciteit zichtbaar, naar inmiddels 2.208 kWp per project (!). Echter, omdat deze maatvoering van 2 input variabelen afhankelijk is (die beiden netto volumes betreffen, verschillen tussen instroom en uitstroom bij VertiCer), die beiden nog flink, in beide richtingen, kunnen gaan afwijken van de huidige waarden, is er nog niet veel te zeggen over wat dit uiteindelijk op kalenderjaar basis zal gaan opleveren. Het is echter wel waarschijnlijk, dat die gemiddelde nieuwe project capaciteit op een hoog niveau zal komen te liggen, vanweg de sterk neerwaartse trend bij het aantal nieuwe projecten, bij een blijvend hoog niveau voor de nieuwe totale capaciteiten.
† Met name uit de oudere SDE regelingen, vallen regelmatig lang geleden bij VertiCer voorganger CertiQ ingeschreven projecten weg. Hier zijn verschillende redenen voor. In de uitgebreide SDE project analyses van Polder PV wordt hier regelmatig, en gedetailleerd over gerapporteerd (exemplaar 1 juli 2024, zie hier).
4. 100 procents-grafieken en segmentatie naar grootteklasse
Een van de nieuwe mogelijkheden van de compleet herziene presentaties bij VertiCer, is de segmentatie naar grootteklasse. Daar kon tot voor kort uitsluitend iets over gezegd worden op basis van de jaaroverzichten, waar, al lang geleden op basis van een verzoek in die richting door Polder PV, inderdaad werk van gemaakt is door rechtsvoorganger CertiQ. Zoals in de eerste analyses al duidelijk werd, is dit nu ook op maandelijkse basis mogelijk. Met, we blijven dit herhalen, de waarschuwing, dat alle cijfers bijgesteld kunnen worden in latere updates, met name m.b.t. de meest recente data. Bij de al wat oudere periodes vinden wijzingen minder vaak plaats, en zijn ze meestal van een bescheiden omvang.
In het 3e artikel over de eerste resultaten van januari 2023 heb ik al meer-jaarlijkse trends laten zien bij de evolutie van de diverse grootte klasses. Inclusief een toen nog in de bestanden van CertiQ voorkomende enorme anomalie, die niet bleek te zijn hersteld (artikel 14 februari 2023). Van dat historische overzicht is inmiddels een recente update verschenen, maar daar blijkt nauwelijks iets in te zijn gewijzigd (marginale bijstellingen). De huidige grafiek geeft voor de kortere termijn de nieuwe data tot en met augustus 2024, en de aangepaste waarden voor de maanden in de meest recente periode daar aan voorafgaand.
4a. 100 procents-grafiek aantallen per categorie
Een zogenaamde "100-procents-grafiek" voor de evolutie trends van de 8 door VertiCer en haar rechtsvoorganger onderscheiden grootteklassen van de gecertificeerde PV-populatie die zij bijhouden, dit exemplaar voor de aantallen projecten aan het eind van elke maand. Voor eind augustus / begin september 2024 zijn de absolute waarden per grootteklasse rechts weergegeven. Globaal genomen namen de kleinste categorieën (1-5 kWp, 5-10 kWp, en 10-50 kWp) in betekenis af sedert juli 2021, de impact van de grotere categorieën werd groter. Er is echter weer een stabilisatie gekomen, omdat het tempo bij de aantallen nieuw netgekoppelde (danwel netto overgebleven) projecten onder de SDE regimes weer flink is afgenomen. In de augustus 2024 update, is het totale aantal installaties groter of gelijk aan 50 kWp, medio 2021 al meer dan de helft, met het gezamenlijke volume al op ruim 57% van het totaal gekomen (20.035 van, in totaal, 34.952 netto overgebleven projecten). De categorie 100-250 kWp omvat het grootste aantal projecten, 7.514 exemplaren, afgezien van de kleinste installaties tot 5 kWp (overgebleven 8.624 stuks, eind augustus 2024). Uiteraard hebben de grotere project categorieën, vanaf 250 kWp, relatief weinig tot bescheiden aantallen. Maar schijn bedriegt: ze omvatten de allergrootste volumes bij de capaciteit, en hebben dus een zéér grote impact op de totale populatie, zie de volgende grafiek.
Plussen en minnen
Een klein deel van de afnemende betekenis van de kleinste project categorieën wordt veroorzaakt door continue uitval uit het databestand van VertiCer (diverse redenen mogelijk, ook al heel lang waargenomen bij de SDE portfolio's, analyse status 1 juli 2024). Daar staat ook weer tegenover dat volledig buiten de populaire SDE regelingen om gerealiseerde kleinschalige projecten bijgeschreven kunnen worden in de registers van VertiCer. Een fenomeen wat compleet onbekend lijkt in de PV sector in ons land, er wordt in ieder geval nooit over gerept, behalve dan bij Polder PV. In 2023 werden er bijvoorbeeld netto 41 installaties in de kleinste project categorie uitgeschreven, maar kwam er tegelijkertijd een verrassende hoeveelheid van 140 exemplaren bij in de categorie 5 tm. 10 kWp, waarvoor normaliter beslist géén (nieuwe) SDE beschikking afgegeven kan zijn sedert SDE 2011 (zie ook tabel paragraaf 5b). Dat soort kleine projecten zijn mogelijk afkomstig uit portfolio's van bedrijven zoals Powerpeers, Vandebron, en Allinpower, en het in België al actieve EnergySwap, die geoormerkt garanties van oorsprong (GvO's) van door de afnemer aangewezen projecten afboeken, ter "vergroening" van de stroomconsumptie van de klant. Daar kunnen ook (zeer) kleine residentiële projecten, of bijvoorbeeld kleine installaties op scholen, gymzalen e.d. bij zitten. Om dat soort transacties in Nederland te kunnen / mogen doen, moeten de betrokken projectjes ook verplicht geregistreerd worden bij VertiCer. En die zien we hier dus tevoorschijn komen.
De grootste categorie, projecten (of eigenlijk: "registraties") groter dan 1 MWp per stuk, omvat eind augustus 2024 1.705 installaties (wederom 20 meer dan in de vorige update tm. juli 2024), wat slechts 4,9% van het totale aantal is op dat moment. Op herhaalde verzoeken van Polder PV, om deze grote "verzamelbak" verder op te splitsen, gezien de dominante hoeveelheid capaciteit in deze categorie (zie grafiek onder paragraaf 4b), is, destijds, CertiQ, helaas niet ingegaan.
4b. 100 procents-grafiek capaciteit per categorie - de augustus anomalie getraceerd
Een vergelijkbare "100 procents-grafiek" als voor de aantallen projecten, maar nu voor de periode juli 2021 tm. augustus 2024, voor de daarmee gepaard gaande capaciteiten in MWp. Voor eind augustus 2024 zijn wederom de absolute volumes rechts weergegeven, alsmede, voor de grootste categorie, voor eind juli dat jaar. Een totaal ander beeld is hier te zien, met "überdominant" de grootste project categorie (installaties groter dan 1 MWp). Ook is direct te zien, waar de enorme capaciteits-anomalie voor augustus, eerder reeds beschreven, zijn grondslag heeft. Eind juli was het volume in die categorie, met projecten per stuk groter dan 1 MWp, namelijk "nog maar" 8.410 MWp groot (wel alweer, door bijstellingen / nagekomen volume, 2,1% meer dan de eind van die maand gerapporteerde 8.238 MWp). Wat in lijn met de historie van de voorgaande evolutie is. In augustus zou echter, volgens de oorspronkelijke cijfers van VertiCer, er al een absurd hoog volume van 12.611 MWp zijn geaccumuleerd in die categorie, wat een toename van 4,2 GWp zou zijn in 1 maand tijd.
29 Dorhoutmeessen
Dit is volslagen onmogelijk. Zelfs als je er van uit zou gaan dat er af en toe een groot zonnepark de statistiek databank van VertiCer zou bereiken, het grootste netgekoppelde zonnepark (Dorhout Mees Biddinghuizen), is "slechts" 144 MWp groot. Zouden de VertiCer cijfers "kloppen", zouden er in augustus 29 Dorhoutmeessen aangesloten moeten zijn in ons land. Dat is natuurlijk je reinste polderkolder: de broncijfers zijn rabiaat fout voor deze grootste categorie. Vandaar dat ik de laatste kolom voor dat categorie segment gearceerd heb met rode rand, om aan te geven dat dat volume volstrekt onmogelijk is. Helaas heeft dit ook direct een enorm drukkend effect op de aandelen voor de overige categorieën, zoals zichtbaar, rechtsboven in de grafiek. Ook het in de titel vermelde resulterende "totaal volume" eind augustus (17.102 MWp) is uiteraard onmogelijk, eind juli was dit nog "slechts" 12.722 MWp. Vandaar het vraagteken.
Voor de aandelen van de verschillende segmenten in augustus heeft het geen zin om inhoudelijke opmerkingen te maken, vanwege de aantoonbaar foute ingave voor de grootste capaciteits-categorie. Deze blijft zonder meer het alles overstijgende grootste segment. Begin augustus 2024 was het aandeel op het totaal 65%, en het zal vermoedelijk verder zijn gestegen. Hoeveel blijft echter onduidelijk, totdat de anomalie bij VertiCer is weggewerkt.
Het tweede grootste segment blijft de categorie installaties tussen de 250 en 500 kWp, gevolgd door de segmenten 100-250 kWp, resp. 500-1.000 kWp. De overige segmenten, met de kleinste installaties, stellen op het geheel weinig voor, en hebben in de loop der jaren een steeds kleiner aandeel op het totale volume gekregen, vanwege de enorme schaalvergroting in de projecten sector, die nog steeds voortduurt.
Status eind juli 2024 (i.v.m. anomalie augustus)
De grootste categorie had in ieder geval eind juli 2024 een relatief bescheiden aantal projecten (revisie in augustus update: 1.708 exemplaren), bij een al hoge capaciteit (8.410 MWp). Wat is terug te voeren op een steeds hoger wordende systeemgemiddelde capaciteit. In juli 2021 was dat nog 4.024 kWp gemiddeld, begin augustus 2024 is dat alweer toegenomen naar 4.924 kWp, een toename van ruim 22% in 35 maanden tijd.
Voor de overige categorieën blijft er dan niet zeer veel "ruimte" meer over op het totaal. Nemen we ook nog de drie opvolgende categorieën mee (flinke projecten van een halve - 1 MWp, 250 - 500 kWp, resp. 100 - 250 kWp), claimen de grootste vier project categorieën het allergrootste geregistreerde volume in de totale markt. Dit was in juli 2021 al 93,3%, eind juli 2024 is dat, met de meest recente data in de huidige (augustus) update, 96% geworden. De kleinste 2 categorieën zijn op deze schaal al vrijwel niet meer zichtbaar. Hun aandeel is begin augustus 2024 geslonken naar nog maar 0,12% van totaal volume (15,6 MWp, projecten van elk 5 - 10 kWp), resp. 0,17% (21,9 MWp, projecten van elk 1 - 5 kWp).
Dan resteren, eind juli 2024, nog relatief bescheiden volumes voor de categorieën projecten van 50-100 kWp (totaal 367 MWp begin augustus 2024, 2,9%), resp. 10-50 kWp (totaal 127 MWp, 1,0%).
5. Jaarvolume segmentaties 2022 - 2023
5a. 2022 revisited - status update publicatie 2 september 2024
In de maandrapport analyse voor januari 2023 publiceerde ik ook een tabel met de nieuw gereconstrueerde cijfers voor de jaargroei voor kalenderjaar 2022. Daar zijn natuurlijk in de tussenliggende rapportages weer veel wijzigingen in gekomen, waarbij ik de laatste stand van zaken in de augustus 2024 update hier onder weergeef in tabelvorm. Voor nadere toelichting, zie de analyse bij het januari 2023 rapport. Ditmaal zijn er bij de meeste categorieën cijfermatige wijzigingen t.o.v. het voorgaande exemplaar (juli 2024) geweest, en ook hier weer cursief weergegeven. Afgeleide cijfers zijn uiteraard (deels "achter de komma") mee veranderd.
Nieuwe
jaarvolumes 2022 (YOY) |
Aantallen |
aandeel
op totaal (%) |
Capaciteit
(MWp) |
aandeel
op totaal (%) |
Gemiddelde
capaciteit per nieuwe installatie (kWp) |
1-5
kWp |
-54 |
-2,1% |
-0,061 |
-0,003% |
1,1 |
5-10
kWp |
50 |
1,9% |
0,406 |
0,02% |
8,1 |
10-50
kWp |
224 |
8,7% |
6,989 |
0,35% |
31,2 |
50-100
kWp |
434 |
16,8% |
33,278 |
1,7% |
76,7 |
100-250
kWp |
798 |
31,0% |
137,856 |
6,9% |
172,8 |
250-500
kWp |
527 |
20,5% |
182,219 |
9,2% |
345,8 |
500-1.000
kWp |
270 |
10,5% |
193,087 |
9,7% |
715,1 |
>
1 MWp |
327 |
12,7% |
1.430,408 |
72,1% |
4.374,3 |
Totaal |
2.576 |
100% |
1.984,182 |
100% |
770,3 |
Aantallen nieuw "totaal" wijzigde in de huidige update, van 2.568 naar 2.576; de capaciteit "totaal" nam ook toe, van 1.981,214 MWp naar 1.984,182 MWp. De systeemgemiddelde capaciteit van de toevoegingen in 2022 veranderde mee, en is ditmaal weer iets lager geworden: van 771,5 kWp naar 770,3 kWp bij de totale volumes. Zie de tabel voor de overige details bij alle segmentaties.
Overduidelijk blijft, dat de grootste groei bij de aantallen nieuwe projecten in 2022 lag bij de installaties van 100 tm. 250 kWp (inmiddels 798 nieuwe exemplaren bekend, 31,0% van totale jaarvolume), met categorie 250 tm. 500 kWp als goede tweede (527 nieuwe projecten, 20,5%). Dat zijn beide populaire categorieën PV projecten op kleinere industriële daken en -complexen, en bij het Midden- en Kleinbedrijf.
Opvallend blijft het forse volume van, inmiddels, 327 nieuwe installaties in de grootste projecten categorie >1 MWp (12,7%), waar de meeste grondgebonden zonneparken en grote rooftop installaties op distributiecentra e.d. onder vallen. Ook valt de negatieve groei van de kleinste project categorie op, er zijn in totaal netto 54 projecten uit de databank van VertiCer "uitgeschreven" in 2022. Daarvoor zijn diverse redenen mogelijk, waar onder misschien eerste oude projecten met een SDE 2008 of 2009 beschikking, die door hun subsidie termijn heen zijn, en waarvan de eigenaren actief de registratie bij VertiCer hebben be-eindigd.
Bij de capaciteit is het verhaal compleet anders. Hier blijft de categorie projecten groter dan 1 MWp alles veruit domineren, met maar liefst 1.430,4 MWp van het totale 2022 jaarvolume (72,1%) op haar conto, een zoveelste illustratie van de schaalvergroting in de projecten markt. De drie opvolgende categorieën kunnen nog enigszins - op grote afstand - meekomen, met aandelen van 9,7, 9,2, resp. 6,9% van het totale toegevoegde project volume (capaciteit). De kleinste 3 categorieën doen uitsluitend voor spek en bonen mee bij dit grote projecten-geweld (aandelen 0,35% of veel minder bij de capaciteit).
5b. Groei in 2023 (zeer voorlopig) - status update publicatie 2 september 2024
Naar analogie van de - licht gewijzigde - cijfers voor de nieuwe aanwas in heel 2022 (vorige tabel), geef ik hier onder de uiteraard nog voorlopige data voor de 12 maanden van 2023 (cumulatie januari tm. december), volgens de cijfers in het laatste maandrapport verschenen op de VertiCer website. Ondanks de hier al weergegeven aanpassingen, gaat er waarschijnlijk nog wel meer veranderen aan deze data, dus nog zéér voorlopige cijfers voor dat jaar (cursief: wijziging t.o.v. rapportage juli 2024):
Nieuwe
jaarvolumes 2023 (YOY) |
Aantallen |
aandeel
op totaal (%) |
Capaciteit
(MWp) |
aandeel
op totaal (%) |
1-5
kWp |
-41 |
-3,5% |
-0,048 |
-0,002% |
5-10
kWp |
140 |
12,0% |
1,231 |
0,05% |
10-50
kWp |
13 |
1,1% |
0,533 |
0,02% |
50-100
kWp |
203 |
17,4% |
15,680 |
0,6% |
100-250
kWp |
265 |
22,7% |
44,306 |
1,7% |
250-500
kWp |
192 |
16,4% |
62,541 |
2,4% |
500-1.000
kWp |
153 |
13,1% |
113,116 |
4,4% |
>
1 MWp |
243 |
20,8% |
2.341,703 |
90,8% |
Totaal |
1.168 |
100% |
2.579,062 |
100% |
Uit dit overzicht blijken 2 zaken kristalhelder: de groei is in 2023 in bijna alle kleinere categorieën "niet van betekenis" geweest, en/of, vanwege de vele wijzigingen in de actuele databestanden bij VertiCer, hebben deze zelfs (tijdelijk ?) tot negatieve groeicijfers geleid t.o.v. de herziene status aan het begin van het jaar (= status EOY 2022, vorige tabel). Er zijn vanaf begin 2023 nogal wat wijzigingen geweest in de updates van dat jaar. Sommige voorheen "negatieve groeicijfers" zijn inmiddels omgeturnd in positieve exemplaren, en vice versa. De categorie 10-50 kWp had eerst negatieve groeicijfers, kwam bij de aantallen op precies nul uit in de update van juli 2024, en laat nu al een positieve groei zien van 13 exemplaren. Nogmaals wijs ik op het oorspronkelijke, uitgebreide commentaar van CertiQ, hoe dergelijke (tijdelijke) negatieve groeicijfers en wijzigingen daarin tot stand kunnen komen in hun databestanden. Het berekenen van systeemgemiddeldes bij negatieve groeicijfers heeft niet zoveel zin, dus die heb ik voor dit specifieke overzicht voorlopig weggelaten. Dat komt later wel, als er enig zicht is op meer gesettelde, volledige jaarcijfers.
Negatieve groei cijfers zijn er nu alleen nog maar voor zowel aantallen als bij de capaciteit bij de categorie 1-5 kWp (-41, resp. -0,048 MWp).
In totaal zijn er netto bezien in 2023 nog maar 1.168 nieuwe projecten bijgekomen, maar dat zijn er wel al 63 meer dan in de voorgaande update. Dat zal nog wel aardig bijgesteld kunnen gaan worden in komende updates. Het blijft in ieder geval een zeer laag niveau, dat is al een tijdje duidelijk. Een neergaande trend bij de netto bijkomende projecten was al veel langer zichtbaar in de klassieke maand rapportages. Zie de eerste grafiek in de analyse van het laatste "gangbare" maandrapport van rechtsvoorganger CertiQ (december 2022). Deze trend lijkt zich te hebben versterkt, vooral bij de netto aantallen nieuwkomers (netto = nieuwe aanwas minus bij VertiCer uitgeschreven projecten per maand).
Flinke wijziging bij groei capaciteit in 2023
Wat overblijft, is het enige positieve punt, namelijk de groei van de capaciteit, ondanks de vele, structurele problemen in de markt (met name voorhanden netcapaciteit en hogere project kosten). De facto is die vrijwel exclusief neergekomen op een toename in, het wordt eentonig, de grootste project categorie (registraties per stuk groter dan 1 MWp). Want daar werd tussen januari en eind december 2023 een aanzienlijk volume van 2.341,7 MWp aan toegevoegd, bijna 91% van het totale nieuwe record jaar volume van ruim 2.579 MWp. Inmiddels dus al duidelijk hoger dan de nog niet formeel gewijzigde jaargroei van voorgaand record jaar 2020 (bijna 2.437 MWp). Dit was in de update van eind 2023 nog maar 1.298 MWp, de bizarre toename van het bij VertiCer geregistreerde vermogen in januari 2023, gevolgd door de verdere wijzigingen in de volgende updates, is hier grotendeels debet aan.
Schaalvergroting nochmals
De schaalvergroting in de projecten sector wordt duidelijk geïllustreerd, door het feit dat de capaciteits-aanwas voor de grootste PV installatie categorie (projecten per stuk groter dan 1 MWp), in 2023 nu al 64% groter is dan in 2022 (2.342 MWp voor 2023, tabel 5b, versus 1.430 MWp voor 2022, tabel 5a).
De in een vorige update gerapporteerde disclaimer, dat voor de grootste project categorie een schier onmogelijk hoog project gemiddelde van 31,5 MWp per project resulteerde voor het eerste kwartaal, lijkt met de diverse gepasseerde latere forse bijstellingen in ieder geval alweer achterhaald, zoals toen ook al voorspeld. Het gemiddelde met de huidige cijfers is inmiddels uitgekomen op een "logischer" gemiddelde van ruim 9,6 MWp voor de grootste project categorie. Dat ligt echter nog steeds op een hoog niveau. Deze categorie blijft een zeer dominant stempel op het totale gerealiseerde volume zetten, en de projecten in deze categorie zijn per stuk ook nog eens gemiddeld zeer groot.
De enige categorieën die nog enigszins iets voorstellen zijn de 3 op een na grootsten, met projecten tussen de 500 en 1.000 kWp, resp. 250-500 kWp, en 100-250 kWp, die momenteel cumulatief in 2023 een verzameling van 113 MWp, resp. 63 MWp en 44 MWp nieuw toegevoegde capaciteit tellen. De overige categorieën stellen weinig voor bij de nieuw opgeleverde capaciteit in deze periode.
6. Evolutie van gecertificeerde zonnestroom productie / uitgifte van GvO's tm. juli 2024
Ook voor deze parameter, afgegeven hoeveelheid Garanties van Oorsprong (GvO's), geldt, dat er op 24 augustus een update van de historische cijfers is gegeven. Hier zal later verder op worden ingegaan. In het huidige bijgestelde overzicht geef ik alleen de meest recente cijfers weer, vanaf mei 2021. Voor een fraaie grafiek die verder terug gaat in de tijd, zie de update in de bespreking van het februari rapport van 2023, en het commentaar daarbij. Nadat in een recente update voor het eerst een nog zéér voorlopige, totale jaarproductie bekend is geworden voor 2023, zijn inmiddels de eerste resultaten voor januari tot en met juli in het nieuwe jaar, 2024, gepubliceerd. Met wederom een bizarre anomalie wat februari betreft, die nog steeds niet officieel is "gerepareerd".***
De extractie van een continue reeks van zonnestroom productie data uit de nieuwe spreadsheets van VertiCer is niet eenvoudig omdat de zonnestroom data tussen alle overige GvO cijfers in staan, sterk verspreid over meerdere locaties, er terug gerekend moet worden naar maand van productie, er continu wijzigingen / bijstellingen zijn, en alle over verschillende periodes uitgegeven garanties van oorsprong (GvO's) voor gecertificeerde zonnestroom uiteindelijk per maand opgeteld moeten worden. Bovenstaande grafiek is het uiteindelijke resultaat, met de meest recent beschikbare reeks van mei 2021 tm. juli 2024. In de maand rapportages lopen de productie resultaten altijd 1 maand achter op die van de opgestelde generator capaciteit. De productie is weergegeven in de blauwe curve (rechter Y-as als referentie, eenheid GWh = 1 miljoen kWh).
Er zijn twee "drijvende krachten" achter het verloop van deze curve. Ten eerste natuurlijk de seizoens-variabiliteit, die zich uit in hoge producties in de zomermaanden ("toppen"), resp. lage output in de wintermaanden ("dalen"). Meestal is december de minst producerende maand. Eerder zagen we al dat, sterk afhankelijk van de gemiddelde instralings-condities in de betreffende maand, in de zomerperiodes hetzij mei (2020), juni (2019, 2021, 2022), of juli (2017, 2018) de best performer waren bij de productie. Voor de hier getoonde recentere periode zijn de waargenomen "zomer pieken" alle 4 in juni gevallen. De huidige piek waarden voor juni 2021 is gestabiliseerd, voor de overige drie jaren zijn ze alweer iets opgehoogd t.o.v. de volumes getoond in de vorige update.
De tot nog toe gecertificeerde productie in juni 2023 heeft een nieuw record niveau van 1.549 GWh bereikt. Dat is al 24,5% hoger dan in juni 2022, waarvoor inmiddels 1.244 GWh aan zonnestroom GvO's zijn uitgegeven. Anton Boonstra had voor heel Nederland, voor juni 2023, 11% meer instraling vastgesteld dan in juni 2022, de maand was dan ook "record zonnig" volgens het KNMI. Dit opmerkelijke resultaat voor juni is dus niet verbazingwekkend. Dat, in combinatie met de continu voortschrijdende nieuwbouw van PV projecten (al dan niet met SDE subsidie), maakt dat we eind juni 2023 al een (gecertificeerd) productie record te pakken hebben. Deze piek kan in theorie nog steeds iets hoger kan gaan worden in komende updates.
Ook de piek volumes uit met name 2021 en 2022 kunnen later nog, zij het marginaal, worden bijgeplust. Zeker van de kleinere projecten, die niet maandelijks door een meetbedrijf worden gemeten, komen productiecijfers namelijk heel erg laat pas beschikbaar, en worden ze dan pas aan de databestanden van VertiCer toegevoegd. En worden ze "zichtbaar" in de hier getoonde productie historie. Als dit al geschiedt, zal de impact ervan echter zeer bescheiden zijn.
Juli 2023 duidelijk minder productie dan juni
Het resultaat voor juli 2023 laat een scherpe neerwaartse knik in de grafiek zien, en komt, voorlopig, uit op een productie van 1.211 GWh in die maand, marginaal lager dan de 1.212 GWh in de zeer zonnige juli maand van 2022. Ten eerste was juli 2023, i.t.t. juni, een historisch bezien "normale" maand wat het aantal zonne-uren betreft. Boonstra meldde dat er in die maand 11,3% minder instraling was dan in juli 2022, en productie is altijd direct gerelateerd aan de hoeveelheid instraling, dus een lagere output voor juli was sowieso al de verwachting als de productie capaciteit stabiel zou zijn gebleven in het tussenliggende jaar.
Ten tweede. In juli 2023 steeg het aantal uren met negatieve prijzen op de stroommarkt behoorlijk, volgens de bekende grafiek van Martien Visser van Entrance op "X" (28 oktober 2023). Het kan beslist zo zijn geweest, dat hierdoor met name grotere projecten tijdelijk hun productie hebben gestaakt, om geen geld te moeten betalen i.p.v. te ontvangen. Geen productie = geen GvO's. De omvang daarvan is echter nog steeds een aardig mysterie, want die afschakelingen worden bij mijn weten niet nationaal bijgehouden cq. geopenbaard. Visser probeert die verliezen / "non-producties" weliswaar met steeds betere aannames te "modelleren" voor zijn data platform (zie tweet van 27 mei 2024), maar Minister Rob Jetten van MinEZK moest bij beantwoording van vragen van Eerdmans van JA21 het antwoord schuldig blijven over de mogelijke volumes die afgeschakeld zouden zijn / worden. Die zijn volgens hem niet bekend (zie tweet van Polder PV met het betreffende antwoord, van 30 mei 2024).
Resterende maanden 2023 ff.
Augustus 2023 zit momenteel op 1.072 GWh, wat 8,5% lager is dan de 1.171 GWh, die tot nog toe voor ook zeer zonnig augustus 2022 door VertiCer zijn uitgegeven.
Voor september 2023 is tot nog toe voor 915 GWh aan GvO's afgegeven. Dat is al 18,7% meer, dan de al meer geconsolideerde uitkomst voor september 2022 (771 GWh). Dit is in lijn met het feit, dat Anton Boonstra uit de KNMI data 6,8% meer horizontale instraling in september 2023 heeft berekend dan in september 2022 (platform "X", 1 oktober 2023), in combinatie met de toegenomen capaciteit in het tussenliggende jaar.
Oktober 2023 heeft een voorlopig volume van 459 GWh, 7,8% onder het voorlopige resultaat voor oktober 2022. November 2023 heeft tot nog toe bijna 7% relatieve minder opbrengst, dan in november van het voorgaande jaar. In december is het verschil omgeslagen, van ruim 5% negatief in een vorige update, naar inmiddels al 6,6% positief (t.o.v. december 2022). In zeer zonnig januari 2024 werd voorlopig ruim 211 GWh genoteerd, wat al ruim 33% meer was dan de ruim 158 GWh in januari 2023.
Nog niet herstelde anomalie: GvO uitgifte februari 2024***
En toen kwam februari, met een volstrekt onwaarschijnlijk niveau van, inmiddels zelfs 2.131 GWh (!) aan "kennelijk" afgegeven volume van GvO's (blauwe stippellijn). Vooral voor de categorie "Aantal uitgegeven GvO's (niet-netlevering)" was de uitgifte in die maand extreem hoog, 1.936 GWh (91% van totale uitgifte niveau, verminderd met een marginaal niveau van teruggetrokken GvO's voor zonnestroom, 109 GWh). Dit is volstrekt onbestaanbaar, en leek toen op een grote fout in het VertiCer systeem te wijzen, waarover ik destijds al een e-mail had verstuurd. Het antwoord kwam op 15 april 2024 binnen bij Polder PV:
*** Naar aanleiding van mijn e-mail aan VertiCer ter opheldering van de hoogst merkwaardige anomalie m.b.t. de gerapporteerde afgegeven hoeveelheid GvO's in de februari rapportage, kreeg ik op 15 april een kort, maar zeer duidelijk antwoord: "De oorzaak ligt in een foutieve meetwaarde die de netbeheerder heeft ingestuurd en geaccordeerd. De netbeheerder heeft na onze constatering een gecorrigeerde meetwaarde ingestuurd". We zouden dus een herstel van deze grote fout kunnen gaan verwachten in een van de komende updates, hij is in ieder geval nog steeds niet doorgevoerd in de updates van april tm augustus 2024. In ieder geval, met dank aan VertiCer voor deze verklaring. Vanwege de nog steeds niet herstelde anomalie, is het betreffende gedeelte in de grafiek gestippeld weergegeven. Duidelijk blijft, dat zelfs bij gecertificeerde meetwaarden opgaves, dus fouten kunnen arriveren op de VertiCer burelen. Alleen zeer stricte controles op die waarden, kunnen garanderen dat het GvO systeem 100 procent waterdicht blijft.
Maart - juli 2024
In maart 2024 was de geregistreerde certificaat uitgifte inmiddels 786 GWh, wat ruim 31% hoger lag dan de tot nog toe uitgegeven hoeveelheid voor maart 2023 (598 GWh). De eerste resultaten voor april 2024 laten al een uitgifte van 1.062 GWh zien, de eerste april maand waarvoor dus al meer dan 1 TWh aan groencertificaten is uitgegeven voor gecertificeerde PV installaties. Het was al 7,2% hoger dan het al meer gesettelde volume voor april 2023 (991 GWh), maar er zal nog wel het nodige bovenop gaan komen in komende maandrapportages van VertiCer. Mei 2024 leverde tot nog toe 1.269 GWh op, wat nu nog 5,8% onder de productie van 1.347 GWh in mei 2023 ligt.
Juni is de nieuwe "maandrecord piek" voor 2024 geworden, zoals verwacht kon worden. Nog zeer voorlopige resultaten geven al 1.314 GWh voor die maand. Dat is nu nog 15,2% lager dan de piek in juni 2023 (1.549 GWh). Of de inmiddels in een jaar tijd toegevoegde capaciteit de flink lagere instraling in juni 2024 heeft kunnen compenseren is echter nog niet duidelijk. Boonstra had namelijk maar liefst 19,7% minder horizontale instraling in juni 2024 t.o.v. juni 2023 vastgesteld. Dus het gaat nog spannend worden, hoe hoog uiteindelijk de GvO piek voor juni 2024 zal gaan worden t.o.v. dezelfde maand een jaar eerder.
De in de huidige analyse toegevoegde maand juli kreeg in 2024 al 1.283 GWh aan GvO's toebedeeld, tegenover 1.211 GWh in juli 2023, nu dus al, bij het eerste gepubliceerde cijfer, 6% méér volume. Dit verschil kan in komende updates beslist nog flink verder oplopen, gezien het feit dat er de nodige hoeveelheid aan nieuwe (gecertificeerde) capaciteit is bijgeplaatst in het afgelopen jaar. De instraling in juli 2024 was namelijk ook al wat hoger dan in het voorgaande jaar: 162,4 kWh/m² in juli 2024, t.o.v. 158,2 kWh/m², in juli 2023. Alleen nog onbekende volumes niet gerealiseerde productie bij afschakelen van projecten bij negatieve stroomprijzen op de elektriciteitsmarkt, kunnen een eventueel verder gegroeid verschil in negatieve zin onder druk zetten.
Met name voor de laatst gerapporteerde maanden zullen er sowieso nog het nodige aan uitgegeven GvO's bij gaan komen. Standaard bij de GvO data van VertiCer is, dat de eerstpublicatie voor een willekeurige maand al het veruit grootste volume GvO's voor die maand oplevert. Afgiftes die later worden gepubliceerd, zijn al veel geringer van omvang, en worden stapsgewijs kleiner qua volume. Het "doorsijpelen" van later afgegeven GvO's, die met terugwerkende kracht voor de betreffende maand worden bijgeschreven, kan echter zeer lang doorgaan. Dat kan minstens langer dan een jaar duren in veel gevallen.
De tweede drijvende kracht achter deze curve is uiteraard de in het recente verleden zeer onstuimige groei van de projecten markt, met telkens flink meer, gemiddeld genomen steeds grotere PV projecten, wier nieuwe productie volumes in de loop van het kalenderjaar toegevoegd worden aan de output van het eerder al bestaande productie "park". Dat is dé drijvende kracht achter de steeds hoger wordende pieken (bovenop de verschillen in instraling van jaar tot jaar). Alle nieuwe capaciteit zal bijdragen aan het verhogen van de pieken, zelfs al hebben ze in sterk toenemende mate oost-west opstellingen om de voor netbeheerders zeer vervelende "middag-output-piek" te verlagen. Ook het steeds meer om zich heen grijpende fenomeen van afschakelingen bij negatieve marktprijzen, zal in de projecten markt al te sterke stijgingen bij de afgifte van GvO's onder druk zetten. Die zonnestroom productie potentie wordt dus in toenemende mate uitgehold.
Progressie in winter"dips"
In de productie curve is goed te zien dat de zogenaamde "winter-dips" in de periode 2021 - 2023 ook op een steeds hoger niveau komen te liggen, a.g.v. de almaar toenemende productie capaciteiten, die ook in de winter aan een toenemende hoeveelheid zonnestroom output bijdragen. In deze laatste update blijkt december 2022 weer een marginaal hoger volume te zijn toegerekend, 137,1 GWh. Dat is al 13,2% hoger dan in december 2021 (121,1 GWh), en is zelfs al een factor 4,6 maal het niveau van de "dip" in het winterseizoen van 2017/18 (jan. 2018 29,8 GWh, zie eerder gepubliceerde historische grafiek).
December 2023, in een vorige rapportage voor het eerst in de data historie van VertiCer qua afgegeven aantal GvO's december 2022 voorbij, heeft inmiddels 146,1 GWh staan (6,6% meer dan december 2022). De verwachting is dat met name de recentere maand productie cijfers later nog wat opgeplust zullen gaan worden, en dat december 2023 ook nog verder kan uitlopen met de latere toevoegingen.
7. Jaarproducties volgens Garanties van Oorsprong
Een herziene versie van de grafiek met de jaarlijkse uitgifte van Garanties van Oorsprong (GvO's) werd gegeven in de analyse van de februari cijfers van 2023 (link). Er is inmiddels een nieuwe "historische versie" gepubliceerd, waar ik nog op terug zal komen.
Bekijken we alleen de volledige data in de maandelijks ververste updates vanaf mei 2021, zien we het volgende.
Als we alleen naar de geregistreerde volumes in de data van de huidige update van augustus 2024 kijken, zou 2021 in totaal 4.506 GWh gecertificeerde productie hebben, en 2022 al 8.566 GWh, exclusief alle andere volumes van niet bij VertiCer geregistreerde installaties (waar onder vrijwel de gehele residentiële markt). In 2023 is tot nog toe al 9.012 GWh gecertificeerde zonnestroom productie geregistreerd, dus al ruim boven het volume van 2022. Hierbij komt ook nog, dat de nodige nakomende volumes van eerdere maanden worden bijgeplust. Het zal daarbij interessant zijn, te zien, wat de balans zal gaan worden tussen de méér productie van de (record) toegevoegde nieuwe gecertificeerde capaciteit in 2023, in relatie tot het feit, dat de cumulatieve instraling in dat jaar, 7,2% láger lag, dan in het relatief zonnige jaar 2022, aldus de data-extracten en waarnemingen van Anton Boonstra.
Voor 2024 is uiteraard nog weinig van de gecertificeerde zonnestroom productie bekend. De cumulatie komt momenteel, tm. juli, op 8.056 GWh uit, maar daar zit nog de volstrekt foutieve waarde van februari bij. Zolang die nog niet is hersteld in de publieke cijfers, valt er nog niet veel te zeggen over de geregistreerde productie in de eerste zeven maanden van 2024.
Voor het vervolg bericht n.a.v. de recente VertiCer updates zie deel II, "Syntheses evolutie aantallen PV projecten, en capaciteit vanaf 2006, en Garanties van Oorsprong vanaf 2006 / 2017", analyse onder 5 september 2024.
Intern - eerdere rapportages CertiQ / VertiCer 2023 - 2024, aflopend gesorteerd
VertiCer update juli 2024 - 2023 gecertificeerde PV markt, record jaargroei naar 2.490 MWp nieuwbouw, bijna 26% meer aanwas dan in 2022 (4 augustus 2024)
VertiCer update mei 2024 - 2023 jaargroei naar 2.404 MWp nieuwbouw, 22% méér t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (4 juni 2024)
VertiCer update januari 2024 wederom surprise - 2023 naar 2.012 MWp nieuwbouw, nu 2,4% méér t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (?) (4 februari 2024)
VertiCer update december 2023 - voorlopig 1.298 MWp nieuwe gecertificeerde PV capaciteit, 34% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (7 januari 2024)
VertiCer update september 2023 - eerste 3 kwartalen 867 MWp gecertificeerde PV capaciteit nieuw, (voorlopig) 46% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (4 oktober 2023)
VertiCer update augustus 2023 - eerste 8 maanden 835 MWp gecertificeerde PV capaciteit nieuw, (voorlopig) 45% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (7 september 2023)
VertiCer update juli 2023 - eerste zeven maanden 646 MWp, (voorlopig) 46% van nieuwe capaciteit t.o.v. zelfde periode 2022 (2 augustus 2023)
Januari 2023 flinke toename geregistreerde gecertificeerde zonnestroom capaciteit, 354 MWp, maar het verhaal is complexer bij CertiQ. Deel I. (8 februari 2023)
CertiQ herziet cijfer presentatie methodiek - een nieuw tijdperk ? (8 februari 2023)
Sinterklaas surprise november rapport CertiQ 2022 bleek een fopspeen: december rapport wederom "negatieve groei", 1e status update. (9 januari 2023, laatste analyse van "klassieke" maandrapportage, en links naar eerdere analyses in 2021 en 2022)
Meer licht in de duisternis (?) omtrent ontwikkeling gecertificeerde zonnestroom portfolio in (2019-) 2020 bij CertiQ. (4 november 2020; vroege signalering van sterk wijzigende historische CertiQ data door Polder PV)
Extern
Data overzichten website VertiCer (vooralsnog alleen rapportages over 2023 en 2024, en 1 gereviseerd overzicht met data tot juni 2021)
NB: de oude website van CertiQ is niet meer actief, de url verwijst door naar de site van rechtsopvolger VertiCer !
1 september 2024. Iets ondergemiddelde productie - augustus output data PV systeem Polder PV. De zonnestroom productie was bij Polder PV, onder anderen vanwege diverse ouderdoms-verschijnselen, waaronder hardnekkige problemen bij minstens 1 verbinding (1 micro-inverter daardoor slecht functionerend), en ondanks zonnig weer, in augustus iets ondergemiddeld t.o.v. het langjarige gemiddelde. De balans van alle cijfers vindt u hier onder.
In deze analyse de (geïnterpoleerde) cijfers voor augustus en voor de eerste acht maanden van 2024, voor het referentie systeem bij Polder PV. Wat sedert de netkoppeling van de eerste vier zonnepanelen, op 13 maart 2000, in de basis, eind augustus 2024, 8.938 dagen in bedrijf is.
De tabel met de geïnterpoleerde producties van de verschillende "sets" zonnepanelen van Polder PV. Alleen voor augustus in de eerste kolommen, en daarnaast de cumulatie voor de 1e 8 maanden van 2024 (jan. tm. augustus). Naast het opgestelde vermogen in Wp wordt de productie per groep in Wattuur (Wh) vermeld, ernaast de belangrijke afgeleide specifieke opbrengst (in kWh/kWp, hetzelfde als Wh/Wp), waarmee de uit verschillende vermogens bestaande deelgroepjes goed vergeleken kunnen worden. Helemaal rechts, de vergelijkbare staatjes voor de specifieke opbrengsten in augustus, resp. januari tm. augustus 2023, ontleend aan het bericht over die maand, op de Polder PV website.
In juni waren, wederom, de oudste zonnepanelen set, 4x 93 Wp Shell Solar modules, resp. de kleine Kyocera set (2x 50 Wp op 1 OK4E-100 micro-inverter), de best performers, met specifieke opbrengsten van 117,5 resp. 115,4 kWh/kWp. De Kyocera set zat daarmee op 8,1% boven de productie in augustus 2023, de oudste vier panelen deden het 5,0% beter. In relatieve zin deed het apart op pal zuid gericht setje 108 Wp modules (donkergroene band, 24.045 Wh) het ditmaal het best, met 11,8% meer opbrengst dan in augustus 2023. De set 4 achterste 108 Wp modules (oranje band) deed het, met een specifieke opbrengst van 112,9 kWh/kWp, nog iets beter, maar dat was 4,2% meer dan in augustus 2023. De 2 problematische panelen (rode band, met donker rood kader, al langere tijd waarschijnlijk een slechte verbinding) hadden weer een zeer lage opbrengst, 68,6 kWh/kWp, ongeveer op hetzelfde niveau van de opbrengst in augustus 2023, toen de problemen met die set al speelden (68,9 kWh/kWp).
Het kern-systeem van 10 panelen / 1,02 kWp (lichtgroene band) had een opbrengst van ruim 107 kWh, wat neerkomt op een specifieke opbrengst van 105,2 kWh/kWp. Dat ligt 3,8% boven het niveau in augustus 2023 (101,3 kWh/kWp).
Augustus 2024 was "Zeer warm, zonnig en droog" volgens het KNMI, met 224 zonuren t.o.v. het langjarige gemiddelde van 205 voor die maand. De verschillen in het land waren niet zeer groot, wel was opvallend dat 2 in zuid-west Nederland liggende stations de extreme waarden weergaven: Westdorpe in Zeeuwsch Vlaanderen (225 zonuren) resp. Hoek van Holland (ZH, 259 zonuren).
Vergelijken we de specifieke producties in de eerste 8 maanden van 2024 met die in 2023 (laatste kolom rechts), blijkt 2024 gemiddeld genomen, mede vanwege de al langere tijd spelende problemen, beduidend mindere resultaten te laten zien, tussen de -2,7% en -17,3% voor de meest problematische set (rode band). Alleen het Kyocera setjes hield stand, en wist er tot nog toe 1,3% meer productie uit te persen dan tussen januari en augustus in 2023. Alle veertien panelen bij elkaar produceerden 7,1% minder dan vorig jaar.
Het resultaat voor het 1,02 kWp kernsysteem in 2024 is inmiddels geplot in het welbekende maandproductie diagram, wat Polder PV al vele jaren lang elke maand van een update voorziet.
In deze grafiek alle maandproducties van het kern-systeem van 10 panelen (1,02 kWp) bijeen, met elk kalenderjaar een eigen kleur. 2024 heeft weer een eigen kleurstelling. Tot oktober 2001 waren er nog maar 4 panelen in het eerste systeem, en de producties daarvan zijn dan ook niet vergelijkbaar met de rest van de datapunten. Oktober 2010 was het hele systeem grotendeels afgekoppeld van het net, vandaar de zeer lage waarde voor die maand. Die wordt dan ook niet meegenomen in de berekening van het langjarige gemiddelde per maand, de dikke zwarte lijn in de grafiek.
Afgezien van januari 2024, wat een record opbrengst toonde, is het daarna alleen maar matig tot slecht geweest met de opbrengsten. Wat deels heeft te maken met het zeer sombere, regenrijke weer, gecombineerd met problemen met de verbindingen van de panelen in onze oude installatie. Augustus kwam, mede vanwege de zonnige omstandigheden, nog relatief "goed" uit, met een marginaal subgemiddelde opbrengst van 107,3 kWh. Iets onder het langjarige gemiddelde van 109,2 kWh.
In deze vergelijkbare grafiek zijn alleen de maandproducties van de laatste vier jaar getoond. Zelfs in zo'n relatief korte periode zijn de verschillen soms groot in de lange zomerse periode. Het relatieve verschil in maart was het hoogst, omdat die maand in 2022 zéér hoog scoorde (zelfs hoger dan de opvolgende maand april). Goed is te zien dat 2024 sterk tegenvallende producties heeft laten zien, afgezien van januari. April en mei bereikten nieuwe laagte records bij de gemeten producties, ook juni en juli vielen flink tegen, al waren het geen laagte records. Augustus kwam iets ondergemiddeld uit, het resultaat van een combinatie van mooi, zonnig weer, met echter een matig functionerende (oude) installatie.
In deze grafiek geef ik de cumulatieve opbrengsten per kalenderjaar voor alle maanden per kalenderjaar, tot en met de maand weergegeven in de titel (momenteel: augustus). De eerste twee jaren gelden niet voor het gemiddelde of de mediaan, omdat er toen grotendeels nog maar 4 panelen aanwezig waren en de producties dus veel lager dan met tien panelen. Het gemiddelde voor de productie in januari tm. augustus is in de laatste oranje kolom weergegeven en bedraagt (periode 2002-2024) inmiddels 742 kWh voor dit deel-systeem.
We zien een grote spreiding in de cumulatieve opbrengst voor de eerste acht maanden, met 6 jaren die behoorlijk tot flink boven het gemiddelde uitsteken, en nogal wat jaren er (ver) onder. Het overall zeer zonnige jaar 2003 had bij Polder PV al in februari de macht gegrepen, en heeft haar positie tm. augustus bestendigd, met een cumulatieve opbrengst van 844 kWh in de eerste acht maanden (bijna 14% meer dan het langjarige gemiddelde), gevolgd door 2022, en 2009.
De opbrengst in januari (hoge productie), februari (zeer lage productie), en maart 2024 (beduidend ondergemiddeld), april en mei (laagste scores ooit), tegenvallend juni en juli, en, met iets ondergemiddeld producerend augustus in accumulatie slechts 642 kWh, geeft, in totaal bezien, voor Polder PV's grootste deel installatie, voor de zesde maand achter elkaar, het slechtste cumulatieve resultaat in de volledige productie periode sedert 2002. Dat is 13,5% lager dan het langjarige gemiddelde. Dit wordt deels veroorzaakt door (een) slechte verbinding(en) bij (minimaal) een paneel, natuurlijk in combinatie met de niet erg beste weers-omstandigheden in de eerste twee kwartalen.
In bovenstaande grafiek is wederom de mediaan waarde voor de jaren 2002 tm. 2024 weergegeven, in de vorm van de horizontale, magenta streepjeslijn. Deze waarde ligt iets onder het gemiddelde, op een niveau van 730 kWh. De productie in januari-augustus 2024 ligt 12% onder deze mediaan waarde.
In deze grafiek zijn de voortschrijdende cumulaties van de energie (stroom) productie van het 1,02 kWp basis-systeem te zien, met elk jaar een eigen kleur. We zien voor het jaar 2023 (lichtgele kleurstelling), na aanvankelijk een gemiddelde start in januari-februari, dat, vanwege problemen met de installatie, de curve duidelijk onder het langjarige gemiddelde (zwarte streepjeslijn) duikt, in juni een korte opleving laat zien, om vervolgens weer weg te zakken, naar een voorlaatste positie, eind van het jaar. Rekenen we 2010 als niet representatief jaar (dakrenovatie, anderhalve maand niet gerealiseerde productie), is 2023 tot nog toe dus het slechtste productiejaar in de lange historie van Polder PV geworden, met een jaaropbrengst van slechts 868 kWh voor deze deel-installatie. Dat is 2% lager dan het tot nog toe laagste productie tonende "normale" jaar, 2012 (885 kWh).
De cumulatieve jaarproducties van de twee hoogst (2003 en 2022), en slechtst presterende jaargangen (2023, 2012) zijn rechtsboven naast de Y-as weergegeven, om een indruk van de spreiding te geven.
2024 begon aanvankelijk weer met een zeer hoge, "bijna record" opbrengst in januari, maar door de soms zeer sombere maanden in met name de eerste jaarhelft werd het cumulatieve resultaat weer duidelijk gedrukt. Gezien de slechte conditie van de installatie, én het zeer teleurstellend verlopen weertype in het eerste half-jaar, is het zeer onwaarschijnlijk, dat dit in de tweede jaarhelft nog goed gaat komen. Tot en met augustus kwam de productie op een nieuw laagte-record, 642 kWh (gemiddelde over alle jaren: bijna 737 kWh). We stevenen dus af op een "all-year-bad" laagterecord, in 2024. Such is life, niets om je druk over te maken. Het blijft in ieder geval "veel meer dan niets".
Data Anton Boonstra, Siderea.nl, NKP, Energieopwek.nl
Boonstra publiceerde op 2 september de volledige set van 4 kaartjes met de instraling en productie in augustus, en in de 1e 8 maanden van 2024, per provincie bepaald van opgaves van het KNMI, en het PVOutput.org portal, van 1.227 grotendeels residentiële installaties (links in bronnen overzicht, onderaan).
De horizontale instraling in augustus 2024 lag in Nederland gemiddeld beduidend hoger, +10,9%, dan in dezelfde maand in 2023, met gemiddeld 149,2 kWh/m², en, wederom, een redelijk gelijkmatige spreiding over het land. De extremen lagen voor die maand tussen de 147,7 kWh/m² (ditmaal Drenthe), en 151,2 kWh/m², in, opvallend, Polder PV's provincie, Zuid-Holland. De relatieve verschillen met augustus 2023 lagen tussen de +4,5% in Zeeland, en +16,2% in Overijssel.
De gemiddelde specifieke productie opbrengst (van grotendeels residentiële installaties) lag voor heel Nederland op 114,2 kWh/kWp in augustus 2024, wat, volgens Boonstra, een flinke 9,2% hoger lag dan in augustus 2023. De extremen lagen in Fryslân (110 kWh/kWp), resp. 120 kWh/kWp in meestal zonnig Zeeland (productie 9% meer dan in Fryslân). De relatieve verschillen met augustus 2023 waren het kleinst in Zeeland (+4,6%), en het grootst in Limburg (+13,7%). In Polder PV's provincie Zuid-Holland was de gemiddelde specifieke productie 115 kWh/kWp in augustus 2024. Polder PV's oude installatie deed het beduidend minder goed, met gemiddeld 105 kWh/kWp (eerste tabel aan het begin van dit artikel). Alleen het Kyocera setje haalde dat provinciale gemiddelde.
Voor de cumulatieve instraling in de maanden januari tm. augustus liet Boonstra uiteraard ook weer een kaartje zien. Nog steeds blijft 2024 achter t.o.v. het voorgaande jaar, maar het verschil is door de zonnige augustus maand wel duidelijk minder geworden. Over heel Nederland was de totale horizontale instraling 867,2 kWh/m², wat inmiddels nog maar 6,2% lager is dan het niveau in jan.-aug. 2023 (NB: in de periode jan. tm. juli was het nog 9,1%). Limburg bljft daarbij nog steeds rode lantaarndrager, met maar 832,0 kWh/m², op afstand gevolgd door buurprovincies Gelderland en Noord-Brabant. In de eerste 8 maanden ligt NW Nederland flink op kop, met Noord-Holland, met 901,4 kWh/m² (8,3% meer instraling dan in Limburg, het verschil is wel geslonken), Fryslân (890,4 kWh/m²) en Zuid-Holland (880,0 kWh/m²). In relatieve zin lagen de verschillen met jan. - augustus 2023 tussen de -8,2% in Zeeland, tot -4,6% in Drenthe.
Kijken we naar de PVOutput.org installaties, is de gemeten (specifieke) productie in de eerste 8 maanden van 2024 gemiddeld 661,5 kWh/kWp geweest, wat 8,2% lager is dan de productie in die periode in 2023. Het verschil is daarbij weer wat minder geworden. Ditmaal heeft Utrecht de laagste cumulatieve opbrengst (gemiddeld 640 kWh/kWp), gevolgd door Noord-Brabant, Fryslân en Drenthe (647, 648, res. 649 kWh/kWp). Zeeland is weer iets verder uitgelopen op Noord-Holland, met gemiddeld 709 (t.o.v. 696) kWh/kWp.
De gebreken bij de oude installatie van Polder PV blijven de opbrengsten in Leiden fors drukken. De gemeten specifieke opbrengst van 629 kWh/kWp in de eerste 8 maanden (tabel bovenaan dit artikel), blijft een flink eind onder die van het gemiddelde in zijn provincie, Zuid-Holland, steken (675 kWh/kWp). Zowel de Kyocera set, als de oudste vier zonnepanelen, produceerden echter meer dan het provinciale gemiddelde.
In relatieve zin waren de (negatieve) verschillen met hetzelfde tijdvak in 2023 als volgt. Het laagste verschil werd ditmaal in Groningen vastgesteld (-5,4%, met Fryslân, -5,8%, op de 2e plaats). Het hoogste verschil werd vastgesteld in Drenthe en Limburg (-9,4% resp. -9,1%).
Verschillen
instraling vs. productie
Zowel voor augustus, als voor de periode januari tm. augustus, blijven
de negatieve verschillen van de gemeten producties wederom groter t.o.v.
dezelfde periodes in 2023, dan bij de instralings-data. Dit is al langere
tijd zo, en is waarschijnlijk terug te voeren op extra problemen, zoals
tijdelijk uitvallende omvormers bij netspannings-problemen in met name
laagspanningsnet - gebieden (woonwijken e.d.), en vermoedelijk ook, actieve
uitschakeling van PV installaties bij klanten met een dynamisch stroom
contract, in periodes met negatieve stroomprijzen.
Siderea verwijst al enige tijd voor hun opbrengst prognoses naar de nieuwe, interactieve Landelijke Opbrengst Berekening, met meer datapunten dan vroeger werden vermeld. De methodiek bij Siderea is verder verfijnd, zie het separate bericht onderaan. Dit werkt ook door in de resultaten op de LOB pagina. Deze resultaten worden ook apart weergegeven in een separaat tabblad.
Siderea rekent voor augustus 2024 ("Extreem goede maand") met haalbare specifieke opbrengsten van 123 (Noord Limburg) tot 133 kWh/kWp (Stavoren Fr.), voor goed werkende installaties met "gemiddelde oriëntaties", ZW of ZO. Tot waarden van 129 kWh/kWp voor Noord Limburg, tot 140 kWh/kWp (Stavoren Fr.), voor installaties met optimale oriëntaties.
Voor de langjarige periode 2001-2020 berekende Siderea voor augustus haalbare opbrengsten, tussen de 107 kWh/kWp (Veluwe) en 119 kWh/kWp (de Kooy - kop van NH) voor "gemiddelde oriëntaties", en 112 en 125 kWh/kWp voor "optimale oriëntaties", voor dezelfde standplaatsen.
Voor de periode jan.-aug. 2024 heeft Siderea nog geen complete reeksen van het KNMI kunnen gebruiken ("rode cijfers"), die komen vermoedelijk later nog.
Zoals eerder al gememoreerd, zijn (finaal berekende cijfers) allemaal ideale gevallen, veel recenter geplaatste installaties halen deze prognoses niet (zoals al jaren blijkt uit de verzamelde data van Boonstra), omdat ze onder suboptimale omstandigheden zijn gerealiseerd. Bovendien komen tijdelijke afschakelingen, gewild (negatieve stroomprijzen bij dynamisch stroom contract), dan wel ongewild (spanningsproblemen op het laagspanningsnet, a.g.v. hoge penetratiegraad van PV op relatief "dun" uitgelegde netten) vaker voor, wat de werkelijk haalbare jaarproductie onder druk zet bij de getroffen installaties. Dit zal sowieso niet gaan verbeteren, maar eerder nog minder gaan worden.
Extra troubles in the making
Als de dreiging van de nieuwe politieke coalitie bewaarheid gaat worden, en de wettelijke mogelijkheid van het salderen van zonnestroom per 1 januari 2027 wordt stopgezet, zal, in combinatie met de inmiddels al frequent in rekening gebrachte "terugleverheffingen" bij de nodige grote leveranciers, tegen die tijd het (tijdelijk) afschakelen van grote hoeveelheden zonnestroom installaties mogelijk een hoge vlucht gaan nemen, en een hoge impact op de te verwachten specifieke opbrengsten gaan hebben. Het is moeilijk in te schatten hoe "erg" dit probleem zal gaan worden, op de middellange termijn.
Nationaal Klimaat Platform publiceerde op 2 september 2024 het maandbericht over augustus. 57% van alle elektriciteit zou uit hernieuwbare bronnen zijn gekomen, in augustus 2023 was dat nog 49%. Maar er wordt ook gerekend met 15% van de productie uit wind en zon, die niet benut zou zijn geweest door afschakelingen (negatieve dan wel zeer ongunstige marktprijzen). Er zouden in 2024 tm. augustus al 532 uren zijn geweest dat de marktprijzen "te laag" zouden zijn voor een verdienste, in 2023 waren dat nog 445 uren. Die aantallen uren met zeer ongunstige marktprijzen blijft dus toenemen, en aan de business-case vreten van (alle) wind- en zonprojecten die (voor een deel) de stroom op de markt verkopen.
Visser van het NKP houdt tegenwoordig ook de potentie voor een "virtuele met waterstof gevoede elektrolyzer" bij, en stelde in dit bericht het volgende: "Als deze groei zich zo doorzet zou een elektrolyser van 1 GW dit jaar hier zo’n 4 Petajoule waterstof mee kunnen maken. Met die hoeveelheid kunnen twee donkere, windstille winterse dagen overbrugd worden zonder kolen- en gascentrales in te zetten."
Zou de volledige aanwezige productie capaciteit van zon en wind benut zijn geweest, zou het aandeel elektra uit HE bronnen in augustus zelfs 65% zijn geweest.
Het totaal aan productie van energie uit hernieuwbare bronnen (let op: warmte, transport brandstoffen + elektriciteit) zou 12% hoger zijn geweest dan in augustus 2023. Het aandeel van zonne-energie zou ruim 42% op totaal zijn geweest (dat is incl. een miniscule bijdrage van thermische zonne-energie). Windenergie en diverse biomassa stromen zouden een aandeel van elk zo'n 27% hebben gehad. De totale productie van HE bronnen lag rond de 25 petajoule (PJ).
De actueel berekende data zijn tegenwoordig te raadplegen via het Nationale Energie Dashboard, zie ook het artikel van 21 maart 2024, op Polder PV. In het NKP bericht, wat is afgekapt, lijkt te worden gesuggereerd, dat de energieopwek.nl site in de 2e helft van 2024 wordt opgeheven, en in het NED zal worden ondergebracht.
Energieopwek.nl
De brondata voor het Klimaatakkoord, Nationaal Klimaat Platform, en het Nationale Energie Dashboard, worden als vanouds berekend door de computers van En-Tran-Ce van Martien Visser (energieopwek.nl website). In augustus 2024 werd het hoogste gemiddelde vermogen op de 12e bereikt, met een berekende output van gemiddeld 6,4 GW over dat etmaal. In 2023 lag het hoogste niveau in die maand op 5,08 GW, op 20 augustus.
De gemiddelde output piek voor augustus 2024 is, uiteraard, geen record voor dat jaar. Dat waren in de voorliggende maanden 7,02 GW op 29 juli, resp. nieuw record houder 26 juni 2024, met 7,33 GW gemiddeld). In 2023 werd het vorige jaar record, ook in juni, op de 13e vastgesteld op 6,23 GW gemiddeld (aangepaste berekening, bij eerst-publicatie was het namelijk nog maar 5,85 GW).
Het dag-"record" van 12 augustus 2024 komt neer op een berekende zonnestroom productie van 6,4 (GW) x 24 (uren) = 153,6 GWh. Dat ligt alweer 26% hoger dan het hoogste niveau in augustus 2023 (20e: 121,9 GWh).
Voor de maand augustus 2024 werd de hoogste momentane output piek voor zonnestroom door energieopwek.nl midden op de dag niet op 12, maar op 10 augustus aangetikt, op een niveau van 18,96 GW (18,82 GW op de 12e). Dat is uiteraard wel weer lager dan de record piek, 19,87 GW, berekend voor 26 juni dit jaar.
De maximale output waarden in de zomermaanden juni, juli en augustus 2024, liggen alweer flink hoger dan het momentane productie record in 2023. Dat was op 3 juni 2023, waarvoor 16,9 GW piek opbrengst is vastgesteld. Het record voor 26 juni zal voorlopig het jaar record voor 2024 blijven, omdat de zonnestand midden op de dag sowieso minder gunstig zal gaan worden. De pieken zullen beduidend lager gaan worden, maar desondanks voor de betreffende maanden hoogstwaarschijnlijk weer record waarden gaan halen.
Bronnen:
Meetdata Polder PV sedert maart 2000
Extern:
Augustus 2024. Zeer warm, zonnig en droog (nieuwsbericht KNMI, 1 september 2024, voorlopig overzicht)
De staat van ons klimaat 2023: warmste en natste jaar ooit gemeten (nieuwsbericht KNMI, 31 januari 2024, met link naar volledige rapportage, let daarbij vooral ook op het instralingsdiagram op slide 12 !)
Anton Boonstra (grafieken met gemiddelde waarden van KNMI weerstations resp. PVOutput.org, gelumpt per provincie)
2 sep. 2024. Instraling KNMI weerstations, voor juli 2024, en voor januari tm. juli 2024
2 sep. 2024. Gemiddelde productie in augustus 2024 t.o.v. ditto 2023 bij 1.227 zonnestroom installaties op het PVOutput.org platform
2 sep. 2024. Gemiddelde cumulatieve productie in jan-juli 2024 t.o.v. ditto in 2023, bij 1.226 zonnestroom installaties op het PVOutput.org platform
En verder:
Siderea.nl (met name de interactieve LOB berekening pagina)
Update "Siderea PV Simulator". Bericht gedateerd 7 april 2024, over enkele wijzigingen in de berekenings-methodiek bij Siderea
Gemiddelde zonnepanelen opbrengsten in Nederland in 2023: 0,87 kWh/Wp (Solarcare, ongedateerd, januari 2024)
Nationaal Klimaat Platform:
Afschakelen zet 15 procent duurzame stroomopwek stil (bericht 2 september 2024)
Martien Visser / En-Tran-Ce, meestal met hoogst interessante weetjes in de "grafiek van de dag", een paar recente voorbeelden. Productie data zijn veelal berekend, middels steeds fijnere modelleringen, en - voor PV - gebaseerd op voortschrijdende inzichten in combinatie met meest recente capaciteits-data van het CBS (zie ook deze verklarende tweet):
40% meer zonnestroom productie berekend in augustus 2024 tov vorig jaar (1 sep. 2024)
Nederland loopt ver voor bij terug-gerekende zonnestroom productie per inwoner t.o.v. Duitsland en België (2024 1,4 MWh/inw.; 31 aug. 2024)
29 augustus laat in zomer al meer stroomproductie uit wind en zon dan stroomvraag (29 augustus 2024)
Prognose Visser - 3,5 GWp nieuwe PV capaciteit erbij per jaar tm. 2030 (resulterend in bijna 50 GWp, diverse replies Polder PV in reacties; 28 augustus 2024)
"Vollasturen" zonnestroom (vloeken in de PPV kerk) en zeer ongunstige beursprijzen (27 augustus 2024)
20 augustus 2024: Evolutie aantallen woningen, penetratie zonnestroom op woningen, en elektra verbruiks-data volgens CBS. Op 16 augustus werd op het data portal van het CBS een update verstrekt van de cijfer tabel "Energieverbruik woningen; woningtype, oppervlakte, bouwjaar en bewoning". Hierin zijn interessante data te vinden over de marktpenetratie van PV op woningen, en leverings-data van elektriciteit aan woningen. Dit artikel behandelt de relevante data voor zonnestroom, in een aparte sectie zijn ook de nieuwste data voor gas leveringen en het aandeel woningen met stadswarmte opgenomen. Volgens het CBS zou in Nederland al op 41% van de woningen 1 of meer PV-installaties liggen, aan het eind van 2023. Dit wel, met de nodige voorbehouden, en het feit dat dit nog voorlopige cijfers betreft.
Eerder is Polder PV al ingegaan op resultaten voor de aandelen voor eind 2022 / medio 2023, in intermezzo 1 in de grote zonnestroom cijfers statistiek van CBS data, door Polder PV gepubliceerd in november 2023.
In deze grafiek wordt voor de jaren 2019-2023 het "het aandeel woningen waar een zonnestroominstallatie is geregistreerd op dat adres tussen 1-1 en 31-12 van het rapportjaar" weergegeven, in procent van het totale bestand van woningen. Belangrijk daarbij is te benadrukken, dat het aantal installaties flink hoger zal liggen, omdat uitbreidingen in een ander kalenderjaar dan de 1e installatie als een nieuw project / installatie wordt gezien (zie ook verder). Ook is zeer relevant, dat het CBS vanaf 2022 óók de "waargenomen elektriciteitsteruglevering aan het net, met kenmerken plausibel voor een zonnestroominstallatie", heeft meegenomen in deze dataset. Dit is het gevolg van de diepe penetratie van slimme meters, waarbij gescheiden telwerken voor invoeding en afname geregistreerd worden, en dus ook van projecten / huizen waarvan installatie registraties (via energieleveren.nl) vooralsnog ontbreken, daadwerkelijk worden meegenomen. Dit is een zeer belangrijke trendbreuk met het verleden, wat deels verantwoordelijk is voor de flinke stijgingen van de percentages in de laatste twee jaren, in deze grafiek.
Tevens is er een segregatie aangebracht tussen het aantal bewoners per woning, door het CBS ontleend aan de Basisregistratie Personen, BRP. Daarbij staat voor het segment "geen" (oranje kolommen) het aantal woningen waarvoor (nog) geen bewoners stonden geregistreerd in het betreffende verslagjaar. Dit kan tijdelijk leegstaande panden (huizen in verkoop, of wachtend op een nieuwe huurder) betreffen, of, vermoedelijk het grootste volume, nieuwbouw waar nog geen (eerste) bewoners zijn ingetrokken in het betreffende verslagjaar. Omdat vrijwel alle nieuwbouw de laatste jaren van zonnepanelen wordt voorzien, zal dit segment ongetwijfeld de hoogste impact hebben op de totalen in deze categorie. Dit lijkt te worden ondersteund door de zeer hoge percentages in de laatste twee jaren (42 resp. 52%, daarvoor lag het veel lager, tussen de 5 en 8%).
De zwarte kolommen geven het gemiddelde voor alle woningen weer, de penetratie graad van zonnepanelen nam hierbij toe, van 12% in 2019, via 16% (2020), 20% (2021), 33% (2022), tot al 41% eind 2023. Let hierbij op, dat het percentage voor 2022 alweer hoger is, dan de 26% in de vorige update over dat jaar, ook alle andere aandelen zijn opwaarts bijgesteld in de huidige update. Dat is het gevolg van continu nasijpelen van data, wat ook in veel andere zonnestroom dossiers zo'n beetje staande praktijk is. Middels de stippellijn heb ik een trendlijn voor de totale volumes laten tekenen door Excel, een 2e graads polynoom, die goed de enorme progressie van de implementatie van zonnestroom laat zien in de residentiële markt in Nederland.
Segmentaties
Uiteraard zijn er forse verschillen tussen de 1- en meerpersoons-huishoudens, zoals weergegeven door de gekleurde kolommen. 1-persoons huishoudens (grijze kolommen) wonen zeer vaak in appartementencomplexen, waarbij het meestal zeer lastig is om PV toe te passen. Tenzij de verhuurder expliciet voor haar huurders zonnepanelen op het platte dak laat aanleggen die niet voor de centrale voorzieningen zijn, maar voor de afzonderlijke huurders. Dit gebeurt wel, maar is een zeer ondergeschikt segment. Het resultaat is dan ook voorspelbaar. Het aandeel voor de 1-persoons huishoudens stijgt weliswaar ook nog steeds door, van 6% in 2019, tot 23% in 2022 (vorige update nog slechts 13% !), en zelfs al 28% bij de voorlopig eerste afschatting voor 2023. Maar het is wel het laagste aandeel van alle categorieën.
De 2-persoons (gele kolommen) en 3-persoons huishoudens (blauwe kolommen) gingen in 2019 nog gelijk op, met elk 15%, maar vanaf 2021 is laatstgenoemde categorie duidelijk uitgelopen, om in 2023 te eindigen op, voorlopig, 47%, bij 43% voor de 2-persoons huishoudens. Woningen met 5 personen of meer (rode kolommen) zagen het aandeel groeien van 17% in 2019, tot zelfs al meer dan de helft, 52% in 2023. Kampioen blijft echter de categorie woningen met 4 personen (groene kolommen), waarvan het aandeel toenam van al 18% in 2019, tot 43% in 2022 (alweer opwaarts bijgesteld t.o.v. de 41% in de vorige update), tot een record aandeel van al 55% in 2023 (pending latere, te verwachten wijzigingen).
Dit alles natuurlijk wel met de vingerwijzing, dat deze onstuimige ontwikkeling voor een aanzienlijk deel werd gedragen door de zeer lucratieve, sedert 2004 in Wet vastgelegde salderings-regeling voor kleinverbruikers, waarvan het huidige, nieuwe kabinet wil, dat het begin 2027 abrupt wordt afgeschaft.
Evolutie over langere tijd, verschil "woningen met PV" versus "installaties"
Hier onder geef ik een verbeterde, en uitgebreide versie van de tweede grafiek die ik in het intermezzo van de analyse van november 2023 heb gegeven. Hier worden trends over een langere periode weergegeven, van 2012 tm. eind 2023.
In deze bijgewerkte en verbeterde grafiek vinden we vier curves. In blauw het aantal woningen aan het eind van elk kalenderjaar, volgens de laatste update van de CBS tabel "Voorraad woningen en niet-woningen; mutaties, gebruiksfunctie, regio" (31 juli 2024). Het aantal woningen is volgens die tabel continu gestegen, van 7,45 miljoen, eind 2012, tm. (voorlopig) 8,20 miljoen exemplaren, eind 2023.
De oranje curve geeft het aantal installaties op woningen, volgens eerder gepubliceerde cijfers van het CBS, en met het eerste cijfer voor heel 2023 toegevoegd. Er zouden 2.581.279 PV systemen op / bij woningen liggen volgens hun laatste, nog zeer voorlopige schatting. Netbeheer Nederland zat al wat hoger in de boom, die hadden eerder al een volume van 2.765.851 installaties op woningen staan voor eind 2023 (met ook nog een zeer voorlopig cijfer). Ook het eind cijfer voor 2022 is bij CBS nog nader voorlopig, dus wellicht wordt de curve aan het eind nog flink verder opgekrikt in latere versies. Beide curves hebben de rechter Y-as als referentie.
De groene curve is de ratio van het aantal installaties (oranje curve) t.o.v. het totale aantal woningen (blauwe curve), in procent, met de linker Y-as als referentie. Deze ratio neemt snel toe, van 0,96%, eind 2012, tot, inmiddels, alweer 31,5%, eind 2023.
CBS geeft echter separaat, zoals in de eerste grafiek getoond, voor 2023 een percentage "woningen met zonnepanelen" van 41%, zie de gele curve in deze tweede grafiek (referentie linker Y-as). Dat is een fors verschil met het resultaat in de groene curve, ook de ratio voor 2022 is fors lager dan de separate opgave van het CBS. Hoe komt dit flinke verschil? Ten eerste, zijn er meer "installaties" dan dat er PV-systemen op woningen zijn, vanwege uitbreidingen van bestaande residentiële systemen, wat een "tegenwerkende kracht" is bij deze ratio. Belangrijker is echter de volgende claim van het CBS, in de begeleidende info rubriek (cursivering Polder PV): "Dit zijn woningen waar een zonnestroominstallatie is bijgekoppeld en/of waar er sprake is van terugleveringen. Waarneming van teruglevering is pas beschikbaar vanaf 2021. In de jaren daarvoor is daarom de aanwezigheid alleen gebaseerd op de bijkoppeling van zonnestroominstallaties."
Met andere woorden, tot en met 2021 zullen de cijfers in de groene curve flink zijn ondergewaardeerd, en mist er het nodige volume, van installaties die blijkbaar (nog) niet via het bekende portal energieleveren.nl zijn geregistreerd. Maar die, in de gele curve, middels de "omweg" van vinkje "teruglevering" bij slimme meter registratie, wel zijn opgenomen. De groene curve moet dus eigenlijk vanaf 2021 op een hoger niveau komen te liggen.
Levering elektra per woning naar aantal bewoners / bruto resp. netto levering
Nieuw in de CBS cijfers is, dat tegenwoordig niet meer alleen "bruto" levering van elektra per huishouden is te achterhalen. Maar, vanwege de hoge penetratie van slimme meters, met gescheiden telwerken voor afname van, resp. invoeding op het net, uiteindelijk ook de netto afname (na saldering van opwek met verbruik). Daartoe heb ik de volgende drie grafieken opgemaakt, met de meest recente data van het CBS.
Eerst de gemeten jaarlijkse "bruto levering" (lees: elektra consumptie per huishouden, nog zonder rekening te houden met separate invoeding van zonnestroom op het net, dus stroomafname, gemeten via separaat telwerk, evt. optelling dag/nacht tarief).
In alle drie de grafieken worden zes categorieën onderscheiden, woningen met 1, 2, 3, 4, of 5 of meer personen, en een categorie waarvan geen bewoners bekend zijn (oranje), waarschijnlijk tijdelijk leegstaande woningen en/of nieuwbouw waar nog niemand woont. In een zwarte streepjeslijn zijn de hoeveelheden gemiddeld over alle huishoudens weergegeven. Van 2019 tm. 2021 ligt dat op een veel lager niveau dan vaak wordt geclaimd, tussen de 2.760 kWh (2019) en 2.810 kWh (2021). Dan dalen de curves opvallend, via 2.630 kWh/jr in 2022, naar nog maar 2.500 kWh/jr in 2023. Dit is ongetwijfeld het gevolg van het feit dat vanaf 2021 daadwerkelijk invoeding en afname fysiek (her)kenbaar zijn gemaakt vanwege de hoge penetratie van slimme meters. Hoe meer zonnestroom er wordt opgewekt, en ook nog in huis ("achter de meter") wordt verbruikt, hoe lager de volumes over de afname telwerk(en) zullen zijn. Feitelijk zouden met terugwerkende kracht dus ook de volumes tm. 2021 hoger moeten uitvallen, maar als daar geen cijfers van beschikbaar zijn, blijft het bij de huidige data status quo.
Uiteraard zijn de verschillen tussen de huishoudens groot, afhankelijk van de omvang ervan. 1-persoons huishoudens (grijze curve) namen gemiddeld 1.640 kWh/jr van het afname telwerk af, 2-persoons huishoudens (gele curve) blijken de beste referentie te zijn voor het landelijke gemiddelde, met 2.550 kWh/jaar (55% hoger dan de 1-persoons huishoudens, 2% hoger dan het totale landelijke gemiddelde). De hoeveelheden nemen vervolgens met elke extra persoon in het huishouden toe, in 2023 van 3.080 kWh/jr (3 personen), via 3.600 kWh/jr (4 personen), tot zelfs 3.980 kWh/jr (5 personen of meer). Opvallend is de categorie "geen" (bekende) bewoners (oranje curve), waarbij in de betreffende (leeg staande ?) panden een toch niet gering stroom verbruik van maar liefst 1.820 kWh/jaar werd geconstateerd. Mogelijk dat installaties als mechanische ventilatie, achtergelaten koelkasten, e.d. daar verantwoordelijk voor zijn, en/of er wordt een deel van centrale voorzieningen (bijv. galerij verlichting) aan betreffende woning toegerekend. Maar dat is allemaal speculatie.
Bruto levering elektra per woning per bewoner
In onderstaande afgeleide grafiek zijn de in de vorige grafiek weergegeven totale hoeveelheden per woning terug gerekend naar bruto afname per bewoner (opgave CBS).
Hieruit volgt precies het omgekeerde beeld als bij de absolute afgenomen volumes per woning. De 1-persoons huishoudens verbruiken per persoon het meest (1.640 kWh/jr gemiddeld in 2023), de huishoudens met 5 of meer personen het minst (730 kWh/jr gemiddeld per persoon in 2023). Ook hier is natuurlijk de "artificiële knik" in de curves te zien in 2021, wat te maken heeft met de beschikbaarheid van stroom afname statistieken. 2-persoons huishoudens (1.270 kWh/jr in 2023) volgen behoorlijk "strak" het landelijke gemiddelde (2023: 1.290 kWh/jr). Dit heeft te maken met de voortdurende "verdunning" van het aantal personen per huishouden. In 2023 is dat verder gekrompen naar 2,12 personen per huishouden, volgens een separate CBS bevolkings-statistiek tabel. Het is dus niet vreemd dat deze 2 curves zeer dicht bij elkaar liggen.
Het verschil tussen de extremen, 1 versus 5+ persoons-huishoudens, is in 2023 een factor 2,25.
Netto levering van elektra - na salderen van opwek en afname
In onderstaand diagram wordt de "netto levering van elektriciteit" per woning weergegeven, wederom naar categorie met aantal bewoners. CBS omschrijft dit als volgt: "De netto elektriciteitslevering is de elektriciteitslevering gesaldeerd met de eventuele teruglevering op de elektriciteitsaansluiting door opwek van (voornamelijk) zonnepanelen. Indien het saldo van levering en teruglevering negatief is, is een minimale netto elektriciteits-levering van 0 kWh aangehouden."
Bij het resterende "saldo" van aan het net geleverde overschotten van zonnestroom die niet direct in eigen huis zijn gebruikt, en de resterende volumes kilowatturen die nog via het afnametelwerk zijn geconsumeerd, zijn de knikken in de grafiek bij ijkpunt 2021 nog een stuk scherper dan wanneer alleen de bruto afname wordt bekeken (1e 2 grafieken). Dat komt natuurlijk mede door het feit dat er al een behoorlijk grote populatie huishoudens is die meer zonnestroom opwekken per jaar, dan de overblijvende consumptie van het afnametelwerk (die dus allemaal "op nul" worden gezet bij de netto consumptie). En bij de resterende huishoudens, die nog op een netto positieve consumptie komen, is dat restant vanwege de eigen opwek, sowieso veel lager dan wanneer alleen hun bruto afname wordt bekeken.
Daarmee blijven voor het landelijk gemiddelde hoeveelheden over van 2.570 kWh/jr netto consumptie in 2019 (tegenover bruto 2.760 kWh/jr in de 1e grafiek van dit kwartet), tot zelfs nog maar 1.920 kWh/jr netto in 2023 (bruto afname: 2.500 kWh, in 1e grafiek). De 2 persoons-huisdhoudens (gele curve) volgen dit landelijke gemiddelde nauwgezet, en zitten zelfs iets lager in 2023 (1.880 kWh/jr netto gesaldeerd verbruik). De extremen liggen in 2023 tussen de 1.450 kWh/jaar netto bij de 1-persoons huishoudens (bruto: 1.640 kWh/jr), en 2.940 kWh/jr netto bij de huishoudens met 5 of meer personen (bruto: 3.980 kWh/jr). De ietwat curieuze categorie "geen" doet het met een netto gebruik van 1.570 kWh/jr. Kennelijk is er in deze categorie dus sowieso PV aanwezig, want het bruto verbruik (1e grafiek) was nog 1.820 kWh/jr. Dat versterkt mijn vermoeden dat hier aardig wat nieuwbouw woningen bij zitten, die al bijna allemaal PV hebben als het eengezinswoningen betreft, maar waar in het betreffende ijkjaar blijkbaar (nog) geen mensen woonden.
In deze laatste grafiek zijn de netto afname volumes (na saldering van opwek en afname) weer terug gerekend naar de hoeveelheden per bewoner. We krijgen wederom de "omgekeerde wereld" te zien. Nu staan de 1-persoons huishoudens bovenaan, met een netto consumptie van gemiddeld 1.450 kWh/jr in 2023, de huishoudens met 5 personen of meer zitten op nog maar netto 540 kWh/jr in 2023 (!). Het landelijk gemiddelde evolueerde van netto 1.330 kWh/jr in 2019 (nog geen fysieke saldo bepaling mogelijk), en 1.030 kWh/jr netto in 2023. Opvallend is, dat de 2-persoons huishoudens bij deze ratio iets afstand van het landelijk gemiddelde nemen, en in 2023 op netto 940 kWh/jr zijn beland. Dat is bijna 9% lager dan het landelijke gemiddelde van alle huishoudens / woningen.
In ieder geval blijkt uit dit alles, dat bij de "netto teruglevering" de hoeveelheden elektra die door energieleveranciers in rekening gebracht kunnen worden bij hun zonnestroom opwekkende klanten dramatisch zijn verminderd (23% minder dan in 2019, 21% minder dan in 2021). Dat ze daarbij extra kosten zijn gaan maken vanwege snel toegenomen onbalans- en profielkosten (die aan hen individueel, niet meer "omgeslagen collectief" worden doorberekend), en dat de Staat vanwege het salderen van hoge bedragen aan energiebelasting en btw, een forse negatieve post op de begroting heeft gekregen. Het is niet voor niets, dat de salderings-regeling voor kleinverbruik haar langste tijd heeft gehad. En dat de huidige coalitie besloten heeft dan maar de "hakbijl" te hanteren (complete afschaffing per 1 januari 2027). Wat dit voor effecten zal hebben op de middellange termijn, blijft speculeren geblazen, ook omdat zonnepanelen spotgoedkoop zijn geworden, en nog steeds "gewild".
Het verschil tussen de extremen, 1 versus 5+ persoons-huishoudens, is in 2023, bij deze vergelijking, een factor 2,69, dus groter dan bij de bruto levering.
Voor het totale overzicht, inclusief bovenstaande bespiegelingen voor zonnestroom en elektra verbruik, aangevuld met cijfers over leveringen van aardgas aan woningen, en penetratie van stadswarmte aansluitingen bij woningen, zie de aparte nieuwe sectie op Polder PV:
CBS
& zonnestroom NL - woningen, |
De door Polder PV gemaakte grafieken en analyses van nationale zonnestroom en andere statistieken zijn gebaseerd op publiek beschikbare data afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De analyses zijn compleet onafhankelijk van de data verstrekker(s) tot stand gekomen. Het CBS onderschrijft de strekking van dit afgeleide werk niet, noch stemt ze in met de inhoud daarvan.
Statline tabel (CBS) "Energieverbruik woningen; woningtype, oppervlakte, bouwjaar en bewoning" Status: 16 augustus 2024
Er zijn ook regionale cijfers beschikbaar in de separate tabel "Energieverbruik particuliere woningen; woningtype en regio's" (status: 15 augustus 2024), en, op een nog dieper niveau, de tabel "Energieverbruik particuliere woningen; woningtype, wijken en buurten, 2023" (status: 16 augustus 2024), met de belangrijkste verbruiks-cijfers en aandelen stadswarmte aansluitingen.
"Huishoudens;
grootte, samenstelling, positie in het huishouden, 1 januari"
Status 30 mei 2024
4 augustus 2024: VertiCer update juli 2024 - 2023 gecertificeerde PV markt, record jaargroei naar 2.490 MWp nieuwbouw, bijna 26% meer aanwas dan in 2022. Voor uitgebreide toelichting van de voorliggende historie van de CertiQ data voor gecertificeerde zonnestroom in Nederland, zie de bespreking van 7 maart 2023 (februari rapportage). Voor de transitie van CertiQ naar de nieuwe organisatie VertiCer, zie introductie in de analyse, van 19 juli 2023.
In de huidige rapportage brengt Polder PV de nieuwe resultaten uit de data rapportage van VertiCer, voor de maand juli 2024, waarmee de jaargroei in kalenderjaar 2023 wederom verder blijkt te zijn uitgelopen op het volume in 2022, na in de voorgaande update ook al voormalige topjaar 2020 naar de 2e plaats te hebben verwezen, voor gecertificeerde PV capaciteit. Tevens worden tm. juni 2024, de verstrekte Garanties van Oorsprong voor gecertificeerde PV projecten gereconstrueerd en grafisch verbeeld over de afgelopen periode. De merkwaardige anomalie in de maart rapportage is nog steeds niet in de nu bekend officiële cijfers verwerkt. In de laatste rapportage verschenen deels weer de nodige gewijzigde (maand) cijfers sedert juni 2022, de capaciteit aan het eind van juli 2024 is momenteel weer iets afgenomen t.o.v. het iets aangepaste volume, voor eind juni dit jaar. Wederom is er géén update van nog oudere data verschenen. Ook voor die gegevens en grafieken daaromtrent, verwijs ik naar de hier boven gelinkte analyse van het oudere CertiQ rapport, waarin die gegevens wel waren bijgesteld in een separate rapportage.
Bijstellingen - niets nieuws onder de zon
Ik blijf benadrukken, dat de voor sommigen wellicht verwarrende, continu wijzigende maand-cijfers bij VertiCer, en haar rechtsvoorganger CertiQ, beslist geen "nieuw fenomeen" betreffen. Dit is altijd al staande praktijk geweest bij CertiQ, en wordt gecontinueerd onder VertiCer. Niet alleen werd dat zichtbaar in de soms fors gewijzigde cijfers in de herziene jaar rapportages tot en met het exemplaar voor 2019. Helaas zijn daarna geen jaarlijkse revisies meer verschenen. In een tussentijdse analyse van oorspronkelijk gepubliceerde, en toen actuele, bijgestelde cijfers, werd al duidelijk, dat de databank van de destijds alleen onder TenneT vallende dochter continu wijzigingen ondergaat, zoals geïllustreerd in de Polder PV analyse van 4 november 2020. In dit opzicht, is er dan ook niets nieuws onder de zon. De wijzigingen zijn er altijd al geweest, alleen zijn ze inmiddels, met weliswaar de nodige moeite, regelmatig zichtbaar te maken, door de nieuwe wijze van rapporteren van VertiCer. De cijfermatige consequenties daarvan worden weer besproken in de huidige analyse.
Voordat we de huidige resultaten bespreken, blijft de belangrijke, al lang geleden door Polder PV geïntroduceerde, en tussentijds verder aangepaste disclaimer bij alle (zonnestroom) data van VertiCer / CertiQ recht overeind:
*
Disclaimer: Status officiële VertiCer (ex CertiQ) cijfers
|
Het overzicht met de eerste cijfers voor juli 2024 verscheen in de nieuwe, drastisch gewijzigde vorm op de website van VertiCer, op 1 augustus 2024. Referenties naar eerder verschenen historische data zijn uiteraard impliciet als CertiQ gegevens geanalyseerd, in oudere analyses.
2a. Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties VertiCer juli 2021 - juli 2024
In deze grafiek, met de meest recente actuele en gewijzigde data uit de juli 2024 rapportage van VertiCer, en deels oudere data uit de CertiQ updates, de stand van zaken vanaf juli 2021 tm. juli 2024. De blauwe kolommen geven de ontwikkeling van de aantallen installaties weer (ref.: rechter Y-as), voorlopig culminerend in 34.954 exemplaren, begin augustus 2024. Wat, wederom, een negatieve groei weergeeft van 126 projecten** t.o.v. de status, eind juni 2024 (gereviseerd, 35.080 exemplaren). Wel is er, t.o.v. het ook weer herziene eindejaars volume van 2022, netto bezien in kalenderjaar 2023 een groei geweest van 1.105 projecten in het gecombineerde VertiCer / CertiQ bestand. Wat 57% minder is dan de groei in 2022 (licht gereviseerd: 2.568 nieuwe projecten genoteerd; voor de half-jaar volumes, zie ook nieuwe half-jaar grafiek verderop). Diverse historische data zijn wederom gewijzigd t.o.v. de juni update. Zo is de stand van zaken voor eind (december) 2022 inmiddels 34.003 projecten, in de vorige rapportage waren dat er nog 33.996.
In de gele kolommen (ref. rechter Y-as, in MWp) de bijbehorende geaccumuleerde gecertificeerde PV-capaciteit, die begin augustus 2024 weer licht is afgenomen, naar 12.722,41 MWp. Wat, t.o.v. de weer aangepaste status voor eind juni, weer een licht negatieve groei inhoudt (revisie juni 12.778,34 MWp), en wat nog steeds duidelijk minder is dan de status van 13,5 GWp in februari. Dit kan uiteraard nog steeds / wederom substantieel gaan wijzigen in komende updates, zoals ook in alle vorige exemplaren is geschied. Afhankelijk van komende revisies van historische cijfers, lijkt de 10 GWp in dit grote PV dossier, in ieder geval inmiddels ergens begin januari 2023 te zijn gepasseerd.
Deze ronduit opmerkelijke, forse wisselingen in de netto (overgebleven) volumes aan het eind van de laatste maanden, heeft uiteraard ook gevolgen gehad voor de systeemgemiddelde capaciteit, die eind maart weer flink lager is geworden, waar dit begin 2024 nog een opvallende tóename was (groene curve). Na deze terugval, is in mei-juni het gemiddelde weer wat toegenomen, en in juli afgevlakt.
Eind 2022 is de geaccumuleerde capaciteit inmiddels op een niveau gekomen van 9.828,3 MWp. In het eerste flink gewijzigde januari rapport voor 2023 was dat nog 9.409,3 MWp. Voor EOY 2022 is sindsdien dus alweer 419 MWp / 4,5% meer volume bijgeschreven dan oorspronkelijk gerapporteerd. Het is goed om deze flink opgelopen verschillen voor reeds "lang" verstreken jaren op het netvlies te blijven houden, want dit gaat natuurlijk ook geschieden met de cijfers voor 2023, én voor de data voor 2024.
Groei 2023 t.o.v. 2022 volume, nieuw jaargroei record houder (sinds update juni 2024)
Met de huidige, gereviseerde cijfers van de jaar volumes, is de voorlopige groei in het hele kalenderjaar 2023 2.490 MWp geweest. Dat lijkt, in grote tegenstelling tot eerdere maandrapportages door Polder PV (in december 2023 rapportage nog slechts een jaar-aanwas van 1.298 MWp!), nu juist op een behoorlijke marktgroei te wijzen, t.o.v. de jaarlijkse aanwas in 2022, zelfs al weten we dat alle cijfers nog steeds regelmatig zullen worden bijgesteld. In dezelfde periode in 2022 was het - nu weer licht aangepaste - groei volume namelijk ruim 1.981 MWp. De toename in 2023 is tot nog toe dus alweer 25,7% hóger dan het nu bekende nieuwe volume in 2022 (in de update van december 2023 was het nog 34% láger!). Bij de aantallen nieuwe projecten was juist een zeer hoge netto negatieve groei vast te stellen uit de huidige cijfers (minus 57%). Deze combinatie is op zijn zachtst gezegd, "hoogst curieus", als je niet beter zou weten hoe deze cijfers tot stand komen.
In ieder geval kan nu óók geconstateerd worden, dat sedert de update van juni, 2023 het nieuwe jaargroei record heeft te pakken, wat weer scherper is bijgesteld in het huidige maandrapport. Inmiddels is voormalig kampioen 2020 (voorlopig laatst bekend groeicijfer: 2.436,9 MWp, nog geen recentere historische data wijzigingen bekend) inmiddels dus al met ruim 53 MWp voorbijgestreefd, pending latere updates.
In de groene curve is de uit voorgaande parameters berekende systeemgemiddelde capaciteit voor de gehele, overgebleven gecertificeerde populatie PV-projecten bij VertiCer, in kWp (referentie linker Y-as) weergegeven. Dit blijft door de bank genomen almaar toenemen, en is sedert eind 2022 verder gegroeid, van 289 naar 351 kWp, eind vorig jaar. In januari - februari 2024 nam dit fors toe, naar 381 resp. 386 kWp. Eind maart nam dit echt weer stevig af, vanwege de toen doorgevoerde, forse neerwaartse capaciteits-bijstelling, en eindigde voorlopig op 355,5 kWp gemiddeld. In april daalde dit naar 351 kWp, en in mei tm. juli steeg het weer naar 364 kWp. Ook dit niveau kan bij latere data bijstellingen weer wijzigen, zowel in negatieve, als in positieve zin.
Links in de grafiek vindt u ook de meest recent bekende EOY cijfers voor 2021 weergegeven. Die zijn net als in de vorige updates stabiel gebleven, 31.435 projecten, respectievelijk, 7.847,1 MWp. Deze data zijn belangrijk voor de vaststelling van de aangepaste jaargroei cijfers voor 2022, zie paragraaf 3d. Het ziet er niet naar uit dat er dit jaar nog substantiële wijzigingen in die eindejaars-cijfers zullen komen, op zijn hoogst marginale aanpassingen.
** Beter: "het netto overblijvende nieuwe volume, wat het verschil is tussen de (niet qua volume geopenbaarde) uitschrijvingen en de volumes aan nieuwe inschrijvingen".
2b. Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties VertiCer EOY 2009 - 2023
Ik geef hieronder de begin 2023 volledig gereviseerde grafiek met de evolutie van de eindejaars-accumulaties weer, waarbij alleen de nu bekende weer gewijzigde cijfers in het juli 2024 rapport van VertiCer, voor de jaren 2021 tm. 2023, zijn opgenomen. Alle oudere data zijn ontleend aan eerder gepubliceerde CertiQ updates. Waarvan nog geen eventuele herziening bekendgemaakt is na 1 maart 2023. De cijfers voor 2023 en 2024, achteraan toegevoegd, zijn uiteraard nog zeer voorlopig en kunnen nog behoorlijk gaan wijzigen in komende updates (gearceerde kolommen, status eind juli 2024).
De tweede grafiek in deze sectie geeft niet de maandelijkse progressie (paragraaf 2a), maar de evolutie van de eindejaars-accumulaties van 2009 tm. 2023, en de huidige status in 2024 (achteraan) weer, met alle ondertussen weer gewijzigde data in de huidige VertiCer update. De opbouw van de grafiek is vergelijkbaar met die voor de laatste maand-cijfers, maar om alle data in 1 grafiek te krijgen zonder extreme verschillen, is de Y-as voor alle drie de parameters hier logarithmisch gekozen. Het aantal installaties is fors toegenomen, van 3.767 exemplaren, eind 2009, naar, inmiddels, 34.003, eind 2022, resulterend in een Compound Annual Growth Rate (CAGR) van gemiddeld 18,4% per jaar in 2009-2022. Eind december 2023 staat de teller alweer op 35.108 projecten; de CAGR voor de periode 2009-2023 heeft, met de nog voorlopige data voor met name 2023, een gemiddelde van 17,3% per jaar.
Bij de capaciteits-ontwikkeling is het echter nog veel harder gegaan. Deze nam toe van 18,7 MWp, eind 2009, tot alweer 9.828,3 MWp, eind 2022. Resulterend in een byzonder hoge CAGR, van gemiddeld 61,9% per jaar (!). Wel begint er, voorstelbaar, na zo'n langdurige, spectaculaire groei periode, een afvlakking zichtbaar te worden in de expansie. Wat veel te maken heeft met overal optredende problemen met beschikbare netcapaciteit, gestegen project kosten, forse competitie met andere CO2 besparende opties binnen de nieuwste SDE regelingen, diverse verzwarende omstandigheden voor planning en realisatie van nieuwe projecten (verzekeringen, participatie trajecten, ecologische eisen), beschikbaar personeel, etc. Eind december 2023 is de capaciteit fors doorgegroeid naar een voorlopig volume van 12.318,6 MWp, resulterend in een nog zeer voorlopige, doch hoge CAGR van gemiddeld 59,0% per jaar, in de periode 2009-2023. Hierbij moet ook worden vermeld, dat het eindejaars-cijfer voor 2023 fors is bijgesteld in eerdere updates van VertiCer. Vermoedelijk is er toen veel capaciteit bijgeschreven na de nodige vertragingen in de administratieve verwerking ervan.
Historische bijstellingen
Dat de cijfers in de databank behoorlijk worden bijgesteld, bezien over een langere periode, laten de nu actuele eindejaars-cijfers voor 2021 weer goed zien. Die zijn ongewijzigd t.o.v. de voorgaande update, namelijk 31.435 installaties, en een verzamelde capaciteit van 7.847,1 MWp. In het "klassieke" maandrapport voor (eind) december 2021, alsmede in het gelijktijdig verschenen eerste jaaroverzicht, waren die volumes nog maar 30.549 installaties, resp. 7.417,8 MWp. In de laatste cijfer updates zijn de verschillen t.o.v. de oorspronkelijke, "klassieke" maandrapport opgaves van, destijds, CertiQ, derhalve, opgelopen tot 2,9% (aantallen), resp. bijna 5,8% (capaciteit). Uiteraard hebben deze continu voorkomende bijstellingen ook gevolgen voor de uit de EOY cijfers te berekenen jaargroei volumes (YOY).
Helemaal rechts in de grafiek zijn ook de nog zeer premature cijfers voor eind juli 2024 getoond, 34.954 installaties, met 12.722 MWp. Daar komt, voor kalenderjaar 2024, nog heel veel volume bij, en ook de data voor de eerste maanden zullen nog flink worden bijgesteld.
Uit voorgaande twee parameters werd door Polder PV weer de gemiddelde systeem-capaciteit aan het eind van elk kalenderjaar berekend (groene curve in bovenstaande grafiek). Ook deze nam spectaculair toe, van slechts 5,0 kWp, eind 2009 (bijna uitsluitend kleinere residentiële installaties), tot alweer 350,9 kWp, eind 2023 (bestand VertiCer inmiddels gedomineerd door duizenden middelgrote tot zeer grote projecten incl. zonneparken). Een factor 71 maal zo groot, in 14 jaar tijd. Wat de enorme schaalvergroting in de projecten sector goed weergeeft.
3. Maandelijkse, kwartaal-, half-jaar- en jaarlijkse toenames aantallen en capaciteiten bij VertiCer
3a. Maandelijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer augustus 2021 - juli 2024
Ook al moet ook bij deze grafiek de waarschuwing, dat de cijfers nog lang niet zijn uitgekristalliseerd, en we nog de nodige bijstellingen kunnen verwachten, de trend bij de nieuwe (netto) aantallen projecten door VertiCer, en rechtsvoorganger CertiQ, geregistreerd van maand tot maand, laten, ook in de huidige versie van juli 2024, een zeer duidelijke afkoeling van de PV-projectenmarkt zien sedert de zomer van 2021. Werden er in januari 2022 nog netto 385 nieuwe gecertificeerde PV-projecten bijgeschreven, is dat in de rest van het jaar al zeer duidelijk minder geworden, en vanaf augustus dat jaar zelfs zeer sterk "afgekoeld". Met wat ups en downs, is het laagste volume in dat jaar voorlopig bereikt in november 2022, met, inmiddels, 98 (netto) nieuwe installaties. Daarna veerde het weer even op, daalde stapsgewijs, leidde tijdelijk tot (nu nog) negatieve groei cijfers in augustus 2023 en vervolgens weer positieve groei in september tm. december. In 2024 heeft alleen januari nu nog een negatieve groei, tm. mei zijn de aanwas cijfers netto al in de plus geraakt. De eerste aanwas cijfers voor juni en juni zijn nu nog 142 (vorige update 182), resp. 126 netto exemplaren negatief, maar ook dat kan nog in positieve groei omslaan in latere updates.
Eerder getoonde negatieve groeicijfers voor 2023 zijn inmiddels, zoals gebruikelijk, omgezet in positieve aanwas, a.g.v. de voortdurend wijzigende historische cijfers in de VertiCer bestanden. Dit zal ongetwijfeld ook volgen voor de maanden waar op dit moment nog negatieve groeicijfers van bekend zijn. In de huidige update zijn in totaal voor 21 maanden de waarden inmiddels weer aangepast sinds het exemplaar tm. juni 2024. De oudste (kleine) wijziging was ditmaal voor juli 2022 (1 extra project toegevoegd), in dat jaar zijn voor nog eens 2 maanden de data weer gewijzigd, en in 2023 zijn er voor álle 12 maanden weer nieuwe cijfers vastgesteld. De groei in januari tm. juni 2024 is ook weer bijgesteld, in opwaartse richting. Alleen januari heeft nu nog een netto negatieve groei van -8 projecten, voor mei is de negatieve groei in 1x in een behoorlijke positieve aanwas omgeslagen (inmiddels +43). Juni 2024 heeft een minder sterk negatieve groei van -142 installaties. De eerste resultaten voor juli 2024 laten nu nog een negatieve groei zien van -126 installaties.
Al zal de nu nog vastgestelde "negatieve netto groei" in augustus 2023, januari, juni en juli 2024 beslist ook nog in positieve zin ombuigen in latere updates, zoals in het recente verleden is geschied, de trend is bij de aantallen onmiskenbaar: er worden, netto bezien, nog maar relatief weinig netgekoppelde projecten bijgeschreven bij VertiCer, per maand. Een van de belangrijkste redenen zal zijn, dat er een toenemend aantal uitschrijvingen uit de databank van de Gasunie/TenneT dochter is begonnen, die de instroom (tijdelijk) afremt of zelfs overvleugelt. Waarschijnlijk is de oorzaak de beginnende uitval van de oudste onder SDE 2008 resp. 2009 gesubsidieerde kleine projectjes, die immers 15 jaar subsidie konden genieten. We moeten gaan zien hoe het verloop bij de aantallen zich ontwikkelt, nu de subsidie termijn voor de eerste projecten aan het aflopen is. Uiteraard betekent uitschrijving uit de VertiCer databank verder beslist niet dat de betreffende projecten fysiek zijn, of worden verwijderd. Ze kunnen nog vele jaren lang met een aardig rendement worden ge-exploiteerd door de eigenaren, zonder SDE-gerelateerde inkomsten. Hier is byzonder weinig zicht op, cijfers over het al of niet verder exploiteren van deze oudere projecten ontbreken in het geheel in statistiek moeras Nederland.
Een vergelijkbare grafiek als voor de aantallen (vorige exemplaar), maar ditmaal de ermee gepaard gaande netto maandelijkse toename (of zelfs tijdelijke afname) van de capaciteit van gecertificeerde PV-projecten, in MWp. De evolutie laat een nogal afwijkend beeld van dat bij de aantallen zien, met sterk fluctuerende verschillen tussen de maanden onderling. Ook deze kunnen uiteraard naderhand nog worden bijgesteld. Als voorbeeld: de "netto negatieve groei" in september 2022, al gesignaleerd in het januari 2023 rapport, is uiteindelijk in latere updates in ieder geval omgeslagen in "normale, positieve groei", van, inmiddels, 74,1 MWp.
Bizarre nieuwe pieken voor eerste maand in jaren 2023 en 2024
Wel is er, zoals al bij de eerst-rapportage gemeld (jan. 2024 rapport), een exceptioneel "verschijnsel" zichtbaar voor de maand januari 2023. Die maand had al lang de hoogste "piekwaarde" ooit meegekregen, en is in veel latere maandrapportages continu bijgeplust, tot het in het december 2023 rapport een al zeer hoog volume bereikte van 432,6 MWp. In het "klassieke" CertiQ december rapport van 2022 was nog een zeer hoge november piek zichtbaar bij de capaciteit. Het lijkt er op, dat een groot volume daarvan naar het begin van het nieuwe jaar is geschoven (de vermoedelijke feitelijke datum van netkoppeling). Ook in januari 2022 zagen we eerder al een "nieuw-jaars-piek", maar die is duidelijk kleiner, inmiddels neerkomend op 306,7 MWp nieuw volume (ongewijzigd in de laatste updates).
In de rapportage van januari 2024 is dat al hoge volume opeens extreem opgehoogd naar 770,2 MWp, en is dat momenteel enigszins gestabiliseerd op 776,0 MWp in de huidige juli 2024 update (buiten de hier weergegeven Y-as vallend).
Tweede extreme groei piek & "negatieve pieken"
En dat is nog niet alles, want hetzelfde is geschied met het nieuwe volume voor januari 2024. Dat was in de update voor die maand nog een negatieve groei van -84,6 MWp. In de februari 2024 rapportage sloeg dat in een keer om in een "record positieve aanwas" van 973,2 MWp, wat in de huidige rapportage verder is opgehoogd naar 1.076,4 MWp (!). Een onwaarschijnlijk hoog volume waar Polder PV, net als bij de vorige piek voor januari 2023, geen plausibele verklaring voor heeft. Ik heb in een rood omkaderd venster aangegeven dat het bij beide maandgroei pieken om "uitzonderlijke", onverklaarbare volumes gaat.
Voor februari 2023 was er aanvankelijk een magere positieve groei van 28,1 MWp positief. Deze sloeg echter in de maart rapportage in dat jaar om in een enorme negatieve bijstelling van 316,1 MWp negatief (!), bij een netto aanwas van 65 nieuwe projecten. In de april 2023 update was er een marginale opwaartse correctie naar -312,3 MWp. In de rapportages voor mei 2023 tm. juli 2024 is de negatieve "groei" verder fors geslonken naar, inmiddels, minus 203,8 MWp.
In een vorige rapportage (maart 2024) heeft dit proces zich herhaald, voor de eerste rapportage van het groeicijfer voor die maand. Terwijl de groei in februari evolueerde van een "bescheiden" negatieve 11,7 MWp naar een inmiddels "normale" positieve 164,6 MWp, kwam maart opeens met een record negatief groei volume van -1.140,9 MWp (!). Dat is in de huidige, juli 2024 update, weliswaar verminderd, maar is nog steeds sterk negatief (-1.069,1 MWp). Ook deze extreme netto negatieve groei is zeer slecht verklaarbaar, of er moeten weer dramatische wijzigingen in de status van de administratie bij VertiCer hebben plaatsgevonden.
Het eerste beschikbare "groei" cijfer voor april 2024 was ook negatief, maar niet zo extreem als in de voorgaande maand, -218,5 MWp. Dit is inmiddels weer minder sterk negatief geworden, in het juli rapport neerkomend op een negatieve aanwas van -142,2 MWp. De verwachting is dat dit volume nog behoorlijk "opwaarts" aangepast zal gaan worden.
Mei 2024 verraste weer, doordat het eerst gepubliceerde aanwas volume meteen al fors positief was, netto 198,4 MWp, wat inmiddels in de huidige update is doorgegroeid naar zelfs 266,1 MWp.
Juni begon weer op een negatief niveau, een netto aanwas van -20,0, en is inmiddels op een forse positieve groei van 164,0 MWp gekomen. Ook juli startte met negatieve cijfers, -55,9 MWp, maar zal beslist ook weer naar positieve groei gaan in komende updates.
Zoals al vaker gemeld, kunnen de redenen voor zulke, soms aanzienlijke bijstellingen, en, meestal tijdelijk, zelfs fors negatieve netto groei cijfers, zeer divers zijn, zoals destijds gerapporteerd door CertiQ na vragen van Polder PV daar over (artikel 16 januari 2023). Mogelijk zijn er forse correcties doorgevoerd van foutieve opgaves, al zullen we nooit weten wat precies de oorzaken zijn geweest van deze, hoge impact hebbende, merkwaardige data updates.
Zeer forse wijzigingen in VertiCer data
In het tabelletje hier onder heb ik, voor 2023, en voor januari tm. juli 2024, de wijzigingen tussen de oorspronkelijk gepubliceerde groeicijfers per maand en de huidige, meest recent bekende weergegeven, waar duidelijk de forse veranderingen uit blijken die in de loop van de tijd binnen het VertiCer dossier worden doorgevoerd. Achteraan cursief weergegeven = wijziging sedert update juni 2024:
In de huidige update zijn voor in totaal 20 maanden de nieuwe capaciteit volumes inmiddels weer, vrijwel allemaal opwaarts, aangepast sinds het exemplaar tm. juni 2024, 2 voor 2022, en alle 12 maanden in 2023 kregen nieuwe cijfers. De capaciteit voor februari tm. juni 2024 zijn (ook) weer aangepast, zoals in het staatje hierboven getoond.
Als we de nieuwe maandvolumes voor 2022 optellen, komen we inmiddels op een groei uit van 1.981 MWp. Voor 2023 was de groei in een recente update nog maar 1.298 MWp (en daarmee veel lager dan 2022), maar mede door de bizarre toename in januari, en de daar op volgende extra, soms ingrijpende wijzigingen, is de jaargroei voor 2023 inmiddels aanzienlijk bijgesteld, naar momenteel 2.490 MWp, wat inmiddels alweer 25,7% hoger is, dan in 2022. Bij de aantallen was er een fors negatief verschil, 57% minder netto nieuwe projecten in 2023 (1.105), dan de 2.568 stuks in 2022.
Deze twee trends bij elkaar nemend, en accepterend dat er ook wegval van waarschijnlijk met name kleine oude installaties uit het VertiCer register zal zijn geweest, lijkt de hogere jaargroei bij de capaciteit in 2023 nog steeds slecht te rijmen, met het gering aantal overgebleven nieuwe aantal projecten, in vergelijking tot de situatie in 2022. We zullen moeten afwachten, of toekomstige cijfers over deze 2 kalenderjaren meer klaarheid in deze vreemde situatie zullen gaan geven. En anders moeten we, als meest waarschijnlijke oorzaak, accepteren, dat de flinke terugval in aanwas cijfers bij de aantallen, grotendeels veroorzaakt wordt door wegval van (SDE gesubsidieerde) kleine installaties, en dat alleen nog maar grote(re), inclusief nieuw toegevoegde, projecten overblijven, die een zwaar stempel op de nieuwe, en de geaccumuleerde capaciteit zullen zetten.
3b. Kwartaal groeicijfers QIV 2021 - QIII* 2024
In een eerdere update heb ik de kwartaal cijfers weer van stal gehaald en in grafiek weergegeven tm. de toen net "volledig", geworden cijfers voor de kwartalen QIV 2021 tot en met QI 2023. In het huidige exemplaar heb ik de soms weer licht gewijzigde data gebruikt, en nog lang niet definitief vastgestelde, ook aangepaste resultaten voor QII 2023 - QIII 2024 rechts toegevoegd. Met name de volumes van de meest recente kwartalen zullen nog flink wijzigen, gezien de continue wijzigingen in door Polder PV bijgehouden data historie van VertiCer en haar rechts-voorganger CertiQ.
Wederom met bovengenoemde disclaimer in het achterhoofd, waardoor de verhoudingen tussen kwartalen onderling dus ook nog lang niet vaststaan (deze zijn sowieso al fors gewijzigd in recente updates), lijkt een conclusie wel al duidelijk getrokken te kunnen worden: Met name de aantallen netto nieuw geregistreerde PV projecten per kwartaal, zijn sinds het laatste kwartaal van 2021 in globale zin stapsgewijs beduidend afgenomen. Het aantal nieuwe projecten per kwartaal is afgenomen van, momenteel, 902 exemplaren in QIV 2021, tot nog maar 431, met de nu bekende cijfers, voor QIV 2022, weer toegenomen naar 477 exemplaren in het eerste kwartaal van 2023, waarna het een bodem bereikte in QIII 2023 (71 netto nieuwe exemplaren). QIV 2023 zit momenteel op een plus van 290 nieuwe projecten. QI 2024 vertoont, mede door de bizarre negatieve groei in maart, en de later komende correcties, inmiddels, na een periode van netto negatieve aanwas nu een kleine positieve groei van 24 projecten. De eerste 3 maanden uit QII 2024 laten nu nog een netto negatieve groei van 52 projecten zien, het eerste resultaat voor QIII (juli 2024) vertoont een nog sterkere negatieve aanwas van 126 exemplaren. Ongetwijfeld zullen met name de kwartaal cijfers in 2024 nog fors bijgesteld gaan worden, gezien de historische cijfer evolutie. Vandaar dat ik deze resultaten in gearceerde kolommen heb weergegeven.
Bij de nieuwe gerapporteerde netto capaciteit is het verhaal compleet anders, wat vooral is veroorzaakt door de eerder gesignaleerde "excessieve" extra netto groei voor januari 2023 en 2024.
Het netto volume per kwartaal nam even toe, van, momenteel, 557 MWp in QIV 2021, naar 627 MWp, in QI 2022, maar is daarna ook, gemiddeld genomen, enkele kwartalen minder geworden. Om een voorlopig dieptepunt te bereiken in QIV 2022, met 369 MWp netto nieuw gerapporteerd volume, gebaseerd op de huidige cijfers.
En toen kwam de "grote verrassing", QI 2023 telde in een vorige update nog 449 MWp nieuw volume, maar dat is, met name door de zeer hoge toevoeging in januari 2023, en de volgende updates, nu alweer 800 MWp, wat nu 28% hoger zou zijn dan de groei in QI in 2022 (627 MWp). Voor de aanwas in QII 2023 geldt momenteel een netto groei van 491 MWp. Het niveau is daarmee momenteel bijna even hoog als de 492 MWp in QII 2022, en kan dus, in theorie, een iets grotere omvang gaan bereiken, als er later nog volume aan wordt toegevoegd. De nog premature aanwas in QIII 2023 is inmiddels al toegenomen tot 430 MWp in de plus, al is dat nu nog maar 87% van het nieuwe netto volume in QIII 2022 (493 MWp).
Voor het laatste kwartaal van 2023 is het totale volume, al flink toegenomen in de januari 2024 update, in de versies van mei tm. juli 2024 verder gegroeid, naar momenteel 769 MWp. Dit is al ruim het dubbele volume, t.o.v. de 369 MWp in QIV 2022, en met nog latere updates aan toevoegingen te verwachten.
De tweede grote verrassing zien we bij de eerste, nog zeer voorlopige resultaten voor QI 2024. Januari was in een vorige rapportage extreem in positieve zin bijgesteld, maart vertoonde een record negatieve groei, en ook in april was de groei negatief. Met de opvolgende extra bijstellingen, is het voorlopige tussen-resultaat voor het hele kwartaal na even "negatieve aanwas" te hebben gekend, inmiddels op een groei van 172 MWp beland. Nog steeds een dramatisch verschil met de 800 MWp netto groei in QI 2023.
Het tweede kwartaal van 2024 startte met een negatieve aanwas, maar is inmiddels in positieve zin gegroeid, met nog een relatief bescheiden volume van 288 MWp. Het eerste resultaat voor QIII 2024 is nog negatief, minus 56 MWp, maar ook daar zal nog veel aan gaan wijzigen.
Hoe eventuele verdere wijzigingen bij de capaciteit van gecertificeerde projecten zal gaan verlopen blijft gezien bovenstaande waarnemingen elke keer weer spannend.
Voor de evolutie van de gemiddelde systeem omvang (per maand), zie ook de grafiek onder paragraaf 2a.
3c. Halfjaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer 2022-2024 HII
Omdat een tijdje geleden de eerste resultaten voor het 1e half-jaar van 2023 beschikbaar waren gekomen, en alweer gewijzigd, heb ik in een vorige analyse ook weer de "half-jaar grafiek" van stal gehaald. Die had ik voor het laatst gepubliceerd op basis van de oude CertiQ data in het bericht van 9 januari 2023. Het huidige exemplaar bevat echter alleen de laatst bekende resultaten gebaseerd op de compleet gereviseerde publicatie systematiek bij VertiCer. De (aangepaste) cijfers voor de tweede jaarhelft van 2021 zijn niet volledig bekend, vandaar dat we nu nog slechts de resultaten vanaf de 1e jaarhelft van 2022 kunnen laten zien, tm. de eerste "complete" cijfers voor HII 2023 (tm. december), en de nog zéér voorlopige eerste resultaten voor HI en HII 2024, waarvoor we ongetwijfeld nog de nodige aanvullingen, en forse bijstellingen kunnen verwachten (gearceerde kolommen).
Ook uit deze nog zeer voorlopige halfjaarlijkse groei cijfers blijkt een duidelijke afname van het aantal (overgebleven) projecten in het VertiCer dossier, wat waarschijnlijk deels heeft te maken met verwijderde kleine projectjes waarvan de oudste SDE beschikkingen zijn vervallen, danwel actief uitgeschreven bij VertiCer. Bij de aantallen projecten nam de bij VertiCer geregistreerde half-jaarlijkse netto aanwas af, van 1.524 nieuwe projecten in HI 2022, via 1.044 stuks in HII 2022 (ruim 31% minder), naar nog maar een (voorlopige) groei van slechts 744 nieuw in HI 2023. Wederom 29% minder. De tweede jaarhelft van 2023 heeft nog maar 361 netto nieuwe projecten (-51%), maar daar zal waarschijnlijk nog wel het nodige aan gaan wijzigen. Achteraan vinden we (gearceerd) de eerste resultaten voor de 2 jaarhelften van 2024, met nog slechts zeer voorlopige data, een netto negatieve groei van -28 installaties in de eerste jaarhelft, en minus 126 in de tweede, en nog veel addities en wijzigingen te verwachten.
Bij de capaciteit is het beeld compleet anders (geworden, in de meest recente updates), en is er zelfs een behoorlijke opleving te zien in beide jaarhelften van 2023. Met de huidige bekende cijfers 1.119 MWp nieuw in HI 2022, 862 MWp in HII 2022 (23% minder), en, vanwege de bizarre, eerder al besproken toename in 1 maand (jan. 2023), nu alweer 1.291 MWp nieuwe capaciteit in HI 2023, de helft méér dan in HII 2022 (in de update van december 2023 was dit volume nog 923 MWp).
De tweede jaarhelft van 2023 geeft, met de netto groei van, momenteel alweer 1.199 MWp, al een fors hoger volume te zien dan in eerdere recente updates, en laat momenteel dan ook alweer een 39% hoger volume zien, dan de aanwas in HII 2022. Voor het eerste half-jaar van 2024 zijn de data uiteraard nog zeer fluïde, na de grote positieve groei in het februari rapport, gevolgd door een licht negatieve groei van 5 MWp in de maart rapportage, de fors negatieve groei in april, en een opvallend positieve toename in mei en juni. Het voorlopige resultaat voor het eerste half-jaar is, van een licht negatieve aanwas tm. mei (-12 MWp), inmiddels omgeslagen in een sterk positieve groei van al 460 MWp. Het eerste resultaat voor HI 2024 is nu nog licht negatief (-56 MWp). Het zal uiteraard nog wel even gaan duren voordat er beter zicht komt op de (definitieve) groeicijfers voor de half-jaren, met name voor de recente jaargangen.
Mogelijk wordt de trend van véél minder netto overgebleven (want: deels bij VertiCer uitgeschreven) aantallen installaties, en nog steeds relatief hoge groeicijfers voor de capaciteit, nog verder versterkt, doordat er regelmatig kleinere projecten worden uitgeschreven bij VertiCer (zie tabellen onder paragraaf 5), terwijl de overblijvende (en nieuwe) projecten in de bestanden gemiddeld genomen zelf al veel groter zijn dan de oude (deels zelfs residentiële) kleine installaties.
3d. Jaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer YOY 2009 - 2023*
Wederom naar analogie van de grafiek voor de eindejaars-volumes, ditmaal de daar uit afgeleide jaargroei cijfers volgens de laatste data update van VertiCer, in bovenstaande grafiek (alle drie parameters met referentie de rechter schaal, logarithmisch weergegeven). Omdat de langjarige historie in de rest van 2023 en de eerste maanden in 2024 geen update meer heeft gehad bij CertiQ, noch in de huidige update van de hand van VertiCer, is de grafiek samengesteld uit de (gereviseerde) data beschikbaar in de update van 1 maart 2023, tot en met het jaar 2020 (toen nog bij CertiQ gepubliceerd). En zijn de data voor 2021**, 2022**, en 2023*, toegevoegd, gebruikmakend van de huidige update van de data tm. juli 2024, zoals geopenbaard door rechtsopvolger VertiCer. De grafiek toont dus de huidige situatie, met de laatst beschikbare bron-cijfers. Mochten toekomstige "historische" jaarcijfers alsnog wijzigen, en wereldkundig worden gemaakt, zullen die in latere updates worden toegevoegd aan deze grafiek.
Goed is te zien dat er een duidelijk verschil is in de trend bij de nieuwe jaarlijkse aantallen installaties (blauwe kolommen) en bij de nieuwe capaciteit per jaar (gele kolommen). Bij de aantallen beginnen we op een hoog niveau van 3.765 [overgebleven † !] nieuwe installaties in 2009, het gevolg van de enkele duizenden grotendeels particuliere kleine SDE beschikkingen die in de eerste jaren van de SDE (2008 tm. 2010) werden opgeleverd. Die bron droogde al snel op omdat particuliere installaties de facto uit de opvolger regelingen werden gedwongen (eis minimaal 15 kWp, later ook nog verplicht grootverbruik aansluiting), en zakte de hoeveelheid nieuwe installaties dan ook stapsgewijs naar het dieptepunt van 259 nieuwe projecten in 2014. Daarna zwol het jaarlijkse volume weer aan door een lange reeks van (deels) succesvol geïmplementeerde SDE "+" beschikkingen, tot een voorlopig maximum van 5.503 nieuwe projecten in Corona jaar 2020.
Daarna is, zelfs met grote hoeveelheden nieuw beschikte projecten onder de SDE "++" regimes, het tempo weer fors afgenomen, ook vanwege massieve wegval van beschikte projecten, waar met name de wijdverspreide net-problemen een belangrijke (maar niet de enige) oorzaak van zijn. In 2021 en 2022 zijn met de recentste cijfers nu netto 3.885, resp. 2.568 nieuwe projecten toegevoegd. Dat laatst bekende volume voor 2022 is 46,7% van het record niveau in 2020.
In 2023 is nog maar een zeer beperkt volume van 1.105 (netto) nieuwe projecten bekend (gearceerde blauwe kolom achteraan). Hier kan nog het nodige aan wijzigen, in de te verwachten maandelijkse cijfer updates later in 2024.
Capaciteit andersoortige trend, naar een nieuw record jaar (2023)
Bij de capaciteit is de jaarlijkse aanwas in de beginjaren relatief "stabiel" geweest, met wat kleine op- en neerwaartse bewegingen, van 18,7 MWp nieuw in 2009, tijdelijk zakkend naar 13,0 MWp nieuw volume in 2010, nog eens 4 jaar iets boven dat niveau blijvend, om vanaf 2015 sterk te stijgen. Dat was in het begin vooral vanwege de implementatie van de toen succesvolle SDE 2014 regeling. Er werd elk jaar weer meer capaciteit toegevoegd, tot een voorlopig maximum van 2.436,9 MWp, wederom in het Corona jaar 2020. Maar ook de nieuwe capaciteit begon in de jaren 2021-2022 duidelijk af te nemen, al was het op een veel minder dramatisch niveau.
In 2021 was het nieuwe netto volume nog 2.007,4 MWp, dat is in 2022 momenteel nog maar 1.981,2 MWp met de bekende cijfers in de huidige update. Dat is voor 2022, met ruim 81% van het maximale nieuwbouw volume in 2020, in ieder geval beduidend beter dan de flinke terugval bij de (netto) aantallen nieuwe projecten (46,7%). Met, uiteraard, de blijvende disclaimer, dat ook deze jaargroei cijfers nog niet "in beton zijn gegoten", en nog verder kunnen wijzigen. Opvallend blijft in ieder geval, dat met de laatste updates, het jaargroei volume voor de capaciteit in 2022 steeds dichter is toegekropen naar dat van het voorgaande jaar. Het verschil is momenteel nog maar 26 MWp (vorige rapportage bijna 28 MWp).
In 2023 is inmiddels, vooral vanwege de eerder besproken, bizar hoge toevoeging in januari dat jaar, en de nodige toevoegingen in de meest recente updates, een netto volume bijbouw van 2.490,3 MWp geconstateerd (enkele updates hiervoor was dat nog slechts 1.223 MWp!). Dat is dus al hoger dan de nu bekende groei in zowel 2021 en 2022, en heeft, sedert de update van juni het tot nog toe vastgestelde record groei in Corona jaar 2020 al met ruim 53 MWp overtroefd. Een nieuw recordjaar dus, wat de groei van gecertificeerde capaciteit betreft. Met de huidige stand van zaken zou de jaargroei in 2023 ook al 25,7% hoger hebben gelegen dan de aanwas in 2022. We hebben echter ook gezien dat data regelmatig (flink) worden bijgesteld, dus de verhouding van de jaargroeicijfers in deze 3 jaren ligt beslist nog niet vast.
Gemiddelde project omvang
Wederom heb ik, uit deze uit de eindejaars-data afgeleide jaargroei cijfers, uiteraard ook weer de gemiddelde systeemcapaciteit van de nieuwe aanwinsten per jaar berekend, en getoond in de groene curve in bovenstaande grafiek (vermogen in kWp gemiddeld per nieuwe installatie). Deze vertoont, na een lichte inzinking tussen 2009 en 2010, een zeer sterke progressie, van 5,0 kWp bij de nieuwe projecten in 2009, tot alweer 771,5 kWp gemiddeld per nieuw project in 2022. Een factor 154 maal zo groot, in 13 jaar tijd. Deze enorme schaalvergroting, sterk gedreven door de oplevering van honderden zonneparken en enorme distributiecentra bomvol zonnepanelen op de uitgestrekte platte daken, is een van de belangrijkste oorzaken, van de nieuwe realiteit bij de stroomvoorziening in Nederland: de overal zichtbaar wordende netcongestie, met name op de middenspannings-netten. Voor de bijna actuele situatie, met details, zie de nieuwe gedetailleerde capaciteitskaart van Netbeheer Nederland (gescheiden in netafname resp. -invoeding). Wat uiteraard ook zijn weerslag heeft gekregen op de progressie van de uitbouw van de gecertificeerde nieuwe volumes in de VertiCer databank: die is sterk aan het vertragen. En slechts met moeite "op niveau" te houden.
Voor 2023 is een sterke toename van de gemiddelde capaciteit zichtbaar, naar inmiddels 2.254 kWp per project (!). Echter, omdat deze maatvoering van 2 input variabelen afhankelijk is (die beiden netto volumes betreffen, verschillen tussen instroom en uitstroom bij VertiCer), die beiden nog flink, in beide richtingen, kunnen gaan afwijken van de huidige waarden, is er nog niet veel te zeggen over wat dit uiteindelijk op kalenderjaar basis zal gaan opleveren. Het is echter wel waarschijnlijk, dat die gemiddelde nieuwe project capaciteit op een hoog niveau zal komen te liggen, vanweg de sterk neerwaartse trend bij het aantal nieuwe projecten, bij een blijvend hoog niveau voor de nieuwe totale capaciteiten.
† Met name uit de oudere SDE regelingen, vallen regelmatig lang geleden bij VertiCer voorganger CertiQ ingeschreven projecten weg. Hier zijn verschillende redenen voor. In de uitgebreide SDE project analyses van Polder PV wordt hier regelmatig, en gedetailleerd over gerapporteerd (exemplaar 1 juli 2024, zie hier).
4. 100 procents-grafieken en segmentatie naar grootteklasse
Een van de nieuwe mogelijkheden van de compleet herziene presentaties bij VertiCer, is de segmentatie naar grootteklasse. Daar kon lang uitsluitend iets over gezegd worden op basis van de jaaroverzichten, waar, al lang geleden op basis van een verzoek in die richting door Polder PV, inderdaad werk van gemaakt is door rechtsvoorganger CertiQ. Zoals in de eerste analyses al duidelijk werd, is dit nu ook op maandelijkse basis mogelijk. Met, we blijven dit herhalen, de waarschuwing, dat alle cijfers bijgesteld kunnen worden in latere updates, met name m.b.t. de meest recente data. Bij de al wat oudere periodes vinden wijzingen minder vaak plaats, en zijn ze meestal van een bescheiden omvang.
In het 3e artikel over de eerste resultaten van januari 2023 heb ik al meer-jaarlijkse trends laten zien bij de evolutie van de diverse grootte klasses. Inclusief een toen nog in de bestanden van CertiQ voorkomende enorme anomalie, die niet bleek te zijn hersteld (artikel 14 februari 2023). Van dat historische overzicht zijn, om onbekende redenen, tm. de huidige maand cijfers bij rechtsopvolger VertiCer, nog steeds geen recentere updates verschenen. Maar uiteraard wel op de wat kortere termijn. De nieuwe data voor juli 2024, en de aangepaste waarden voor de maanden in de meest recente periode daar aan voorafgaand vindt u hier onder.
4a. 100 procents-grafiek aantallen per categorie
Een zogenaamde "100-procents-grafiek" voor de evolutie trends van de 8 door VertiCer en haar rechtsvoorganger onderscheiden grootteklassen van de gecertificeerde PV-populatie die zij bijhouden, dit exemplaar voor de aantallen projecten aan het eind van elke maand. Voor eind juli / begin augustus 2024 zijn de absolute waarden per grootteklasse rechts weergegeven. Globaal genomen namen de kleinste categorieën (1-5 kWp, 5-10 kWp, en 10-50 kWp) in betekenis af sedert juli 2021, de impact van de grotere categorieën werd groter. Er is echter weer een stabilisatie gekomen, omdat het tempo bij de aantallen nieuw netgekoppelde (danwel netto overgebleven) projecten onder de SDE regimes weer flink is afgenomen. In de juli 2024 update, is het totale aantal installaties groter of gelijk aan 50 kWp, medio 2021 al meer dan de helft, met het gezamenlijke volume al op ruim 57% van het totaal gekomen (20.018 van, in totaal, 34.954 netto overgebleven projecten). De categorie 100-250 kWp omvat het grootste aantal projecten, 7.509 exemplaren, afgezien van de kleinste installaties tot 5 kWp (overgebleven 8.628 stuks, eind juli 2024). Uiteraard hebben de grotere project categorieën, vanaf 250 kWp, relatief weinig tot bescheiden aantallen. Maar schijn bedriegt: ze omvatten de allergrootste volumes bij de capaciteit, en hebben dus een zéér grote impact op de totale populatie, zie de volgende grafiek.
Plussen en minnen
Een klein deel van de afnemende betekenis van de kleinste project categorieën wordt veroorzaakt door continue uitval uit het databestand van VertiCer (diverse redenen mogelijk, ook al heel lang waargenomen bij de SDE portfolio's, analyse status 1 juli 2024). Daar staat ook weer tegenover dat volledig buiten de populaire SDE regelingen om gerealiseerde kleinschalige projecten bijgeschreven kunnen worden in de registers van VertiCer. Een fenomeen wat compleet onbekend lijkt in de PV sector in ons land, er wordt in ieder geval nooit over gerept, behalve dan bij Polder PV. In 2023 werden er bijvoorbeeld netto 42 installaties in de kleinste project categorie uitgeschreven, maar kwam er tegelijkertijd een verrassende hoeveelheid van 140 exemplaren bij in de categorie 5 tm. 10 kWp, waarvoor normaliter beslist géén (nieuwe) SDE beschikking afgegeven kan zijn sedert SDE 2011 (zie ook tabel paragraaf 5b). In 2024 gaat het, met de nog zeer voorlopige resultaten, ook alweer om 18 verdwenen projecten uit de kleinste categorie, en netto 21 nieuwe in de categorie 5 tm. 10 kWp.
Dat soort kleine projecten zijn mogelijk afkomstig uit portfolio's van bedrijven zoals Powerpeers, Vandebron, en Allinpower, en het in België al actieve EnergySwap, die geoormerkt garanties van oorsprong (GvO's) van door de afnemer aangewezen projecten afboeken, ter "vergroening" van de stroomconsumptie van de klant. Daar kunnen ook (zeer) kleine residentiële projecten, of bijvoorbeeld kleine installaties op scholen, gymzalen e.d. bij zitten. Om dat soort transacties in Nederland te kunnen / mogen doen, moeten de betrokken projectjes ook verplicht geregistreerd worden bij VertiCer.
De grootste categorie, projecten (of eigenlijk: "registraties") groter dan 1 MWp per stuk, omvat eind juli 2024 1.685 installaties (wederom 31 meer dan in de vorige update tm. juni 2024), wat slechts 4,8% van het totale aantal is op dat moment. Op herhaalde verzoeken van Polder PV, om deze grote "verzamelbak" verder op te splitsen, gezien de dominante hoeveelheid capaciteit in deze categorie (zie grafiek onder paragraaf 4b), is, destijds, CertiQ, helaas niet ingegaan.
4b. 100 procents-grafiek capaciteit per categorie
Een vergelijkbare "100 procents-grafiek" als voor de aantallen projecten, maar nu voor de periode juli 2021 tm. juli 2024, voor de daarmee gepaard gaande capaciteiten in MWp. Voor eind juli 2024 zijn wederom de absolute volumes rechts weergegeven. Een totaal ander beeld is hier te zien, met "überdominant" de grootste project categorie (installaties groter dan 1 MWp). Waarvan het aandeel op het totale volume in de getoonde periode alweer flink is toegenomen, van bijna 51% eind juli 2021, tot al bijna 65% begin augustus 2024 (8.238 MWp, t.o.v. het totale volume van 12.722 MWp). Duidelijk is te zien, dat er wel een terugval is geweest t.o.v. de situatie in februari, wat te maken heeft met de forse neerwaartse bijstelling van de gecumuleerde (netto) capaciteit in het maart rapport. Na een kleine "dip" in april, is het aandeel van deze grote cluster echter weer wat toegenomen, in de mei tm. juli updates. Door deze, soms merkwaardige bijstellingen, krijgt de normaliter continu groeiende curve, vreemde "sprongen" in het verloop (andere, opwaartse sprongen zichtbaar in jan. 2023 en jan. 2024). Steekhoudende, actuele verklaringen voor die merkwaardige, abrupte sprongen in de broncijfers, geeft VertiCer helaas niet.
Afgezien van voornoemde neerwaartse bijstelling blijft de dominante impact van de grootste projecten categorie t.o.v. alle bij VertiCer geregistreerde PV projecten duidelijk, alsmede de daar mee gepaard gaande, voortdurende schaalvergroting in de projecten sector. Dit, met tevens een vingerwijzing naar het relatief bescheiden aantal projecten (vorige grafiek: 1.685 projecten in juli 2024), terug te voeren op een steeds hoger wordende systeemgemiddelde capaciteit van de projecten in deze grootste categorie. In juli 2021 was dat nog 4.024 kWp gemiddeld, begin augustus 2024 is dat alweer toegenomen naar 4.889 kWp, een toename van 21,5% in 36 maanden tijd.
Voor de overige categorieën blijft er dan niet zeer veel "ruimte" meer over op het totaal. Nemen we ook nog de drie opvolgende categorieën mee (flinke projecten van een halve - 1 MWp, 250 - 500 kWp, resp. 100 - 250 kWp), claimen de grootste vier project categorieën het allergrootste geregistreerde volume in de totale markt. Dit was in juli 2021 al 93,3%, eind juli 2024 is dat 96% geworden. De kleinste 2 categorieën zijn op deze schaal al vrijwel niet meer zichtbaar. Hun aandeel is begin augustus 2024 geslonken naar nog maar 0,12% van totaal volume (15,6 MWp, projecten van elk 5 - 10 kWp), resp. 0,17% (21,9 MWp, projecten van elk 1 - 5 kWp).
Dan resteren nog relatief bescheiden volumes voor de categorieën projecten van 50-100 kWp (totaal 364 MWp eind juli 2024, 2,9%), resp. 10-50 kWp (totaal 126 MWp, 1,0%).
5. Jaarvolume segmentaties 2022 - 2023
5a. 2022 revisited - status update publ. 1 augustus 2024
In de maandrapport analyse voor januari 2023 publiceerde ik ook een tabel met de nieuw gereconstrueerde cijfers voor de jaargroei voor kalenderjaar 2022. Daar zijn natuurlijk in de tussenliggende rapportages weer veel wijzigingen in gekomen, waarbij ik de laatste stand van zaken in de juli 2024 update hier onder weergeef in tabelvorm. Voor nadere toelichting, zie de analyse bij het januari 2023 rapport. Ditmaal zijn er bij vier categorieën, en bij de totale volumes wijzigingen van de oorspronkelijke gegevens (aantallen en capaciteit) t.o.v. het voorgaande exemplaar, van juni 2024, ook hier weer cursief weergegeven. Afgeleide cijfers zijn uiteraard (deels "achter de komma") mee veranderd.
Nieuwe
jaarvolumes 2022 (YOY) |
Aantallen |
aandeel
op totaal (%) |
Capaciteit
(MWp) |
aandeel
op totaal (%) |
Gemiddelde
capaciteit per nieuwe installatie (kWp) |
1-5
kWp |
-54 |
-2,1% |
-0,061 |
-0,003% |
1,1 |
5-10
kWp |
50 |
1,9% |
0,406 |
0,02% |
8,1 |
10-50
kWp |
223 |
8,7% |
6,944 |
0,35% |
31,1 |
50-100
kWp |
432 |
16,8% |
33,092 |
1,7% |
76,6 |
100-250
kWp |
796 |
31,0% |
137,633 |
6,9% |
172,9 |
250-500
kWp |
525 |
20,4% |
181,615 |
9,2% |
345,9 |
500-1.000
kWp |
270 |
10,5% |
193,087 |
9,7% |
715,1 |
>
1 MWp |
326 |
12,7% |
1.428,498 |
72,1% |
4.381,9 |
Totaal |
2.568 |
100% |
1.981,214 |
100% |
771,5 |
Aantallen nieuw "totaal" wijzigde in de huidige update, van 2.561 naar 2.568; de capaciteit "totaal" nam ook toe, van 1.979,678 MWp naar 1.981,214 MWp. De systeemgemiddelde capaciteit van de toevoegingen in 2022 veranderde mee, en is ditmaal weer iets lager geworden: van 773,0 kWp naar 771,5 kWp bij de totale volumes. Zie de tabel voor de overige details bij alle segmentaties.
Overduidelijk blijft, dat de grootste groei bij de aantallen nieuwe projecten in 2022 lag bij de installaties van 100 tm. 250 kWp (inmiddels 796 nieuwe exemplaren bekend, 31,0% van totale jaarvolume), met categorie 250 tm. 500 kWp als goede tweede (525 nieuwe projecten, 20,4%). Opvallend blijft het forse volume van 326 nieuwe installaties in de grootste projecten categorie >1 MWp (12,7%), waar de meeste grondgebonden zonneparken en grote rooftop installaties op distributiecentra e.d. onder vallen. Ook valt de negatieve groei van de kleinste project categorie op, er zijn in totaal netto 54 projecten uit de databank van VertiCer "uitgeschreven" in 2022. Daarvoor zijn diverse redenen mogelijk, waar onder misschien eerste oude projecten met een SDE 2008 of 2009 beschikking, die door hun subsidie termijn heen zijn, en waarvan de eigenaren actief de registratie bij de rechtsopvolger van CertiQ hebben be-eindigd.
Bij de capaciteit is het verhaal compleet anders. Hier blijft de categorie projecten groter dan 1 MWp alles veruit domineren, met maar liefst 1.428,5 MWp van het totale 2022 jaarvolume (72,1%) op haar conto, een zoveelste illustratie van de schaalvergroting in de projecten markt. De drie opvolgende categorieën kunnen nog enigszins - op grote afstand - meekomen, met aandelen van 9,7, 9,2, resp. 6,9% van het totale toegevoegde project volume (capaciteit). De kleinste 3 categorieën doen uitsluitend voor spek en bonen mee bij dit grote projecten-geweld (aandelen 0,35% of veel minder bij de capaciteit).
5b. Groei in 2023 (zeer voorlopig) - status update publ. 1 augustus 2024
Naar analogie van de - licht gewijzigde - cijfers voor de nieuwe aanwas in heel 2022 (vorige tabel), geef ik hier onder de uiteraard nog voorlopige data voor de 12 maanden van 2023 (cumulatie januari tm. december), volgens de cijfers in het laatste maandrapport verschenen op de VertiCer website. Ondanks de hier al weergegeven aanpassingen, gaat er waarschijnlijk nog wel meer veranderen aan deze data, dus nog zéér voorlopige cijfers voor dat jaar (cursief: wijziging t.o.v. rapportage juni 2024):
Nieuwe
jaarvolumes 2023 (YOY) |
Aantallen |
aandeel
op totaal (%) |
Capaciteit
(MWp) |
aandeel
op totaal (%) |
1-5
kWp |
-42 |
-3,8% |
-0,049 |
-0,002% |
5-10
kWp |
140 |
12,7% |
1,231 |
0,05% |
10-50
kWp |
0 |
0,0% |
0,116 |
0,01% |
50-100
kWp |
187 |
16,9% |
14,507 |
0,58% |
100-250
kWp |
250 |
22,6% |
41,817 |
1,7% |
250-500
kWp |
183 |
16,6% |
58,989 |
2,4% |
500-1.000
kWp |
149 |
13,5% |
110,098 |
4,4% |
>
1 MWp |
238 |
21,5% |
2.263,573 |
90,9% |
Totaal |
1.105 |
100% |
2.490,282 |
100% |
Uit dit overzicht blijken 2 zaken kristalhelder: de groei is in 2023 in bijna alle kleinere categorieën "niet van betekenis" geweest, en/of, vanwege de vele wijzigingen in de actuele databestanden bij VertiCer, hebben deze zelfs (tijdelijk ?) tot negatieve groeicijfers geleid t.o.v. de herziene status aan het begin van het jaar (= status EOY 2022, vorige tabel). Er zijn vanaf begin 2023 nogal wat wijzigingen geweest in de updates van dat jaar. Sommige voorheen "negatieve groeicijfers" zijn inmiddels omgeturnd in nulgroei, of zelfs positieve volumes, en vice versa. Dat is voor de categorie 10-50 kWp in de huidige update (juli 2024) ook geschied. Nogmaals wijs ik op het oorspronkelijke, uitgebreide commentaar van CertiQ, hoe dergelijke (tijdelijke) negatieve groeicijfers en wijzigingen daarin tot stand kunnen komen in hun databestanden. Het berekenen van systeemgemiddeldes bij negatieve groeicijfers heeft niet zoveel zin, dus die heb ik voor dit specifieke overzicht voorlopig weggelaten. Dat komt later wel, als er enig zicht is op meer gesettelde, volledige jaarcijfers.
Negatieve groei cijfers zijn er inmiddels alleen nog maar, voor zowel aantallen als bij de capaciteit, bij de categorie 1-5 kWp (-42, resp. -0,049 MWp).
In totaal zijn er netto bezien in 2023 nog maar 1.105 nieuwe projecten bijgekomen, wel een flinke hoeveelheid van 138 exemplaren meer dan in de voorgaande update. Dat zal nog wel aardig bijgesteld kunnen gaan worden in komende updates. Het is in ieder geval extreem laag, dat is al een tijdje duidelijk. Een neergaande trend bij de netto bijkomende projecten was al veel langer zichtbaar in de klassieke maand rapportages. Zie de eerste grafiek in de analyse van het laatste "gangbare" maandrapport van rechtsvoorganger CertiQ (december 2022). Deze trend lijkt zich te hebben versterkt, vooral bij de netto aantallen nieuwkomers (netto = nieuwe aanwas minus bij VertiCer uitgeschreven projecten per maand).
Flinke wijziging bij groei capaciteit in 2023
Wat overblijft, is het enige positieve punt, namelijk de groei van de capaciteit, ondanks de vele, structurele problemen in de markt (met name voorhanden netcapaciteit en hogere project kosten). De facto is die vrijwel exclusief neergekomen op een toename in, het wordt eentonig, de grootste project categorie (registraties per stuk groter dan 1 MWp). Want daar werd tussen januari en eind december 2023 een aanzienlijk volume van 2.263,6 MWp aan toegevoegd, 91% van het totale nieuwe record jaar volume van 2.490,3 MWp. Sinds de juni 2024 update, is dat dus al flink hoger dan de nog niet formeel gewijzigde jaargroei van voorgaand record jaar 2020 (2.436,9 MWp). Dit was in de update van eind 2023 nog maar 1.298 MWp, de bizarre toename van het bij VertiCer geregistreerde vermogen in januari 2023 is hier grotendeels debet aan.
De in een vorige update gerapporteerde disclaimer, dat voor de grootste project categorie een schier onmogelijk hoog project gemiddelde van 31,5 MWp per project resulteerde voor het eerste kwartaal, lijkt met de diverse gepasseerde latere forse bijstellingen in ieder geval alweer achterhaald, zoals toen ook al voorspeld. Het gemiddelde met de huidige cijfers is inmiddels uitgekomen op een "logischer" gemiddelde van 9,5 MWp voor de grootste project categorie. Dat ligt echter nog steeds op een hoog niveau. Deze categorie blijft een zeer dominant stempel op het totale gerealiseerde volume zetten, en de projecten in deze categorie zijn per stuk ook nog eens gemiddeld zeer groot.
De enige categorieën die nog enigszins iets voorstellen zijn de 3 op een na grootsten, met projecten tussen de 500 en 1.000 kWp, resp. 250-500 kWp, en 100-250 kWp, die momenteel cumulatief in 2023 een verzameling van 110 MWp, resp. 59 MWp en 42 MWp nieuw toegevoegde capaciteit tellen. De overige categorieën stellen weinig voor bij de nieuw opgeleverde capaciteit in deze periode.
6. Evolutie van gecertificeerde zonnestroom productie / uitgifte van GvO's tm. juni 2024
Ook voor deze parameter, afgegeven hoeveelheid Garanties van Oorsprong (GvO's), geldt, dat er geen update van de historische cijfers is gegeven, behalve voor de meer recente data vanaf mei 2021. In onderstaande grafiek daarom ook alleen de situatie van de meeste recente jaren. Voor een fraaie grafiek die verder terug gaat in de tijd, zie de update in de bespreking van het februari rapport van 2023, en het commentaar daarbij. Nadat in een recente update voor het eerst een nog zéér voorlopige, totale jaarproductie bekend is geworden voor 2023, zijn inmiddels de eerste resultaten voor januari tot en met juni in het nieuwe jaar, 2024, gepubliceerd. Met wederom een bizarre anomalie wat februari betreft, die nog steeds niet officieel is "gerepareerd".***
De extractie van een continue reeks van zonnestroom productie data uit de nieuwe spreadsheets van VertiCer is niet eenvoudig omdat de zonnestroom data tussen alle overige GvO cijfers in staan, sterk verspreid over meerdere locaties, er terug gerekend moet worden naar maand van productie, er continu wijzigingen / bijstellingen zijn, en alle over verschillende periodes uitgegeven garanties van oorsprong (GvO's) voor gecertificeerde zonnestroom uiteindelijk per maand opgeteld moeten worden. Bovenstaande grafiek is het uiteindelijke resultaat, met de meest recent beschikbare reeks van mei 2021 tm. juni 2024. In de maand rapportages lopen de productie resultaten altijd 1 maand achter op die van de opgestelde generator capaciteit. De productie is weergegeven in de blauwe curve (rechter Y-as als referentie, eenheid GWh = 1 miljoen kWh).
Er zijn twee "drijvende krachten" achter het verloop van deze curve. Ten eerste natuurlijk de seizoens-variabiliteit, die zich uit in hoge producties in de zomermaanden ("toppen"), resp. lage output in de wintermaanden ("dalen"). Meestal is december de minst producerende maand. Eerder zagen we al dat, sterk afhankelijk van de gemiddelde instralings-condities in de betreffende maand, in de zomerperiodes hetzij mei (2020), juni (2019, 2021, 2022), of juli (2017, 2018) de best performer waren bij de productie. Voor de hier getoonde recentere periode zijn de waargenomen "zomer pieken" alle 4 vooralsnog in juni gevallen. De huidige piek waarden zijn voor 2021 en 2022 hetzelfde als in de vorige update, juni 2023 is opwaarts aangepast. Voor 2024 is dit nog niet zeker, maar wel "waarschijnlijk".
De tot nog toe gecertificeerde productie in juni 2023 heeft een nieuw record niveau van 1.546 GWh bereikt (10 GWh meer dan in de vorige revisie). Dat is al ruim 24% hoger dan in juni 2022, waarvoor tot nog toe 1.243 GWh aan zonnestroom GvO's zijn uitgegeven. Anton Boonstra had voor heel Nederland, voor juni 2023, 11% meer instraling vastgesteld dan in juni 2022, de maand was dan ook "record zonnig" volgens het KNMI. Dit opmerkelijke resultaat voor juni 2023 is dus niet verbazingwekkend. Dat, in combinatie met de continu voortschrijdende nieuwbouw van PV projecten (al dan niet met SDE subsidie), maakt dat we eind juni 2023 al een (gecertificeerd) productie record te pakken hebben. Deze piek kan in theorie nog steeds iets hoger kan gaan worden in komende updates.
Ook de piek volumes uit met name 2021 en 2022 kunnen later nog, zij het marginaal, worden bijgeplust. Zeker van de kleinere projecten, die niet maandelijks door een meetbedrijf worden gemeten, komen productiecijfers namelijk heel erg laat pas beschikbaar, en worden ze dan pas aan de databestanden van VertiCer toegevoegd. En worden ze "zichtbaar" in de hier getoonde productie historie. Als dit al geschiedt, zal de impact ervan echter zeer bescheiden zijn.
Juli duidelijk minder productie dan juni
Het resultaat voor juli 2023 laat een scherpe neerwaartse knik in de grafiek zien, en komt, voorlopig, uit op een productie van 1.204 GWh in die maand. Wat 0,6% lager is dan de 1.211 GWh in de zeer zonnige juli maand van 2022. Ten eerste was juli 2023, i.t.t. juni, een historisch bezien "normale" maand wat het aantal zonne-uren betreft. Boonstra meldde dat er in die maand 11,3% minder instraling was dan in juli 2022, en productie is altijd direct gerelateerd aan de hoeveelheid instraling, dus een lagere output voor juli was sowieso al de verwachting. Ondertussen is er natuurlijk wel weer capaciteit bijgeplaatst, wat het (negatieve) verschil in de totale productie gedrukt heeft.
Ten tweede. In juli 2023 steeg het aantal uren met negatieve prijzen op de stroommarkt behoorlijk, volgens de bekende grafiek van Martien Visser van Entrance op "X" (28 oktober 2023). Het kan beslist zo zijn geweest, dat hierdoor met name grotere projecten tijdelijk hun productie hebben gestaakt, om geen geld te moeten betalen i.p.v. te ontvangen. Geen productie = geen GvO's. De omvang daarvan is echter nog steeds een aardig mysterie, want die afschakelingen worden bij mijn weten niet nationaal bijgehouden cq. geopenbaard. Visser probeert die verliezen / "non-producties" weliswaar te "modelleren" voor zijn data platform (zie tweets van 27 mei 2024, en van 30 juli 2024), maar Minister Rob Jetten van MinEZK moest bij beantwoording van vragen van Eerdmans van JA21 het antwoord schuldig blijven over de mogelijke volumes die afgeschakeld zouden zijn / worden. Die zijn volgens hem niet bekend, en ze zouden niet afgeschat kunnen worden (zie tweet van Polder PV met het betreffende antwoord, van 30 mei 2024).
Resterende maanden 2023 ff.
Augustus 2023 zit momenteel op 1.067 GWh, wat 8,7% lager is dan de 1.169 GWh, die tot nog toe voor ook zeer zonnig augustus 2022 door VertiCer zijn uitgegeven.
Voor september 2023 is tot nog toe voor 907 GWh aan GvO's afgegeven. Dat is al 17,8% meer, dan de al meer geconsolideerde uitkomst voor september 2022 (770 GWh). Dit is in lijn met het feit, dat Anton Boonstra uit de KNMI data 6,8% meer horizontale instraling in september 2023 heeft berekend dan in september 2022 (platform "X", 1 oktober 2023), in combinatie met de toegenomen capaciteit in het tussenliggende jaar.
Oktober 2023 heeft een voorlopig volume van 456 GWh, 8,4% onder het voorlopige resultaat voor oktober 2022. November 2023 heeft tot nog toe 7,4% relatieve minder opbrengst, dan in november van het voorgaande jaar. In december is het verschil omgeslagen, van ruim 5% negatief in een vorige update, naar inmiddels al 6,6% positief (t.o.v. december 2022). In zeer zonnig januari 2024 werd voorlopig ruim 208 GWh genoteerd, wat al bijna 32% meer was dan de 158 GWh in januari 2023.
Nog niet herstelde anomalie: GvO uitgifte februari 2024***
En toen kwam februari, met een volstrekt onwaarschijnlijk niveau van, inmiddels zelfs 2.127 GWh (!) aan "kennelijk" afgegeven volume van GvO's. Vooral voor de categorie "Aantal uitgegeven GvO's (niet-netlevering)" was de uitgifte in die maand extreem hoog, 1.936 GWh (91% van totale uitgifte niveau verminderd met een laag niveau van teruggetrokken GvO's voor zonnestroom, 374 GWh). Dit is volstrekt onbestaanbaar, en leek toen op een grote fout in het VertiCer systeem te wijzen, waarover ik destijds al een e-mail had verstuurd. Het antwoord kwam op 15 april 2024 binnen bij Polder PV:
*** Naar aanleiding van mijn e-mail aan VertiCer ter opheldering van de hoogst merkwaardige anomalie m.b.t. de gerapporteerde afgegeven hoeveelheid GvO's in de februari rapportage, kreeg ik op 15 april een kort, maar zeer duidelijk antwoord: "De oorzaak ligt in een foutieve meetwaarde die de netbeheerder heeft ingestuurd en geaccordeerd. De netbeheerder heeft na onze constatering een gecorrigeerde meetwaarde ingestuurd". We kunnen dus een herstel van deze grote fout gaan verwachten in een van de komende updates, hij is echter nog niet doorgevoerd in de updates van april tm. juli 2024. Met dank aan VertiCer voor deze verklaring. Duidelijk blijft, dat zelfs bij gecertificeerde meetwaarden opgaves, dus fouten kunnen arriveren op de VertiCer burelen. Alleen zeer stricte controles op die waarden, kunnen garanderen dat het GvO systeem 100 procent waterdicht blijft.
In de grafiek heb ik de "incorrecte officiële" lijn licht gestippeld weergegeven. Met een blauwe streepjeslijn heb ik het gat naar het volgende (correcte) maandvolume opgevuld, die het meest waarschijnlijke vervolg van de curve weergeeft.
Maart - juni 2024
In maart 2024 was de geregistreerde certificaat uitgifte inmiddels 775 GWh, wat een forse 30% hoger lag dan de tot nog toe uitgegeven hoeveelheid voor maart 2023 (597 GWh). De eerste resultaten voor april 2024 laten al een uitgifte van 1.048 GWh zien, de eerste april maand waarvoor dus al meer dan 1 TWh aan groencertificaten is uitgegeven voor gecertificeerde PV installaties. Het was al 5,8% hoger dan het al meer gesettelde volume voor april 2023 (991 GWh), maar er zal nog wel het nodige bovenop gaan komen in komende maandrapportages van VertiCer. Tot nog toe zijn voor mei 2024 1.254 GWh aan GvO's uitgegeven, wat 7% minder is dan het volume tot nog toe bekend in mei 2023.
De in de huidige analyse toegevoegde maand juni kreeg in 2024 al 1.278 GWh aan GvO's toebedeeld, tegenover 1.546 GWh in - tot nog toe record - juni 2023, dus vooralsnog 6,9% minder volume. Dit kan in komende updates beslist nog omslaan in een positief verschil, al was de instraling in juni 2024 duidelijk lager dan in het voorgaande jaar: 163,5 kWh/m² in juni 2024, t.o.v. 203,6 kWh/m², in juni 2023. Het resultaat wordt verder beïnvloed door de tussentijdse capaciteitsgroei aan gecertificeerd PV-vermogen, én nog onbekende volumes niet gerealiseerde productie bij afschakelen van bij VertiCer ingeschreven projecten bij negatieve stroomprijzen op de elektriciteitsmarkt.
Met name voor de laatst gerapporteerde maanden zullen er sowieso nog het nodige aan uitgegeven GvO's bij gaan komen. Standaard bij de GvO data van VertiCer is, dat de eerst-publicatie voor een willekeurige maand al het veruit grootste volume GvO's voor die maand oplevert. Afgiftes die later worden gepubliceerd, zijn al veel geringer van omvang, en worden stapsgewijs kleiner qua volume. Het "doorsijpelen" van later afgegeven GvO's, die met terugwerkende kracht voor de betreffende maand worden bijgeschreven, kan echter heel lang doorgaan. Dat kan minstens langer dan een jaar duren in veel gevallen.
De tweede drijvende kracht achter deze curve is uiteraard de in het recente verleden zeer onstuimige groei van de projecten markt, met telkens flink meer, gemiddeld genomen steeds grotere PV projecten, wier nieuwe productie volumes in de loop van het kalenderjaar toegevoegd worden aan de output van het eerder al bestaande productie "park". Dat is dé drijvende kracht achter de steeds hoger wordende pieken (bovenop de verschillen in instraling van jaar tot jaar). Alle nieuwe capaciteit zal bijdragen aan het verhogen van de pieken, zelfs al hebben ze in sterk toenemende mate oost-west opstellingen om de voor netbeheerders zeer vervelende "middag-output-piek" te verlagen.
Progressie in winter"dips"
In de productie curve is goed te zien dat de zogenaamde "winter-dips" in de al wat meer "gesettelde" jaren (hier 2021, 2022), ook op een steeds hoger niveau komen te liggen, a.g.v. de almaar toenemende productie capaciteit, die ook in de winter aan een toenemende hoeveelheid zonnestroom productie bijdragen. In deze laatste update blijkt december 2022 weer een marginaal hoger volume te zijn toegerekend, 136,9 GWh. Dat is wel al 13,1% hoger dan in december 2021 (121,0 GWh), en is zelfs al een factor 4,6 maal het niveau van de "dip" in het winterseizoen van 2017/18 (jan. 2018 29,8 GWh, zie eerder gepubliceerde historische grafiek).
December 2023, in een vorige rapportage voor het eerst in de data historie van VertiCer qua afgegeven aantal GvO's december 2022 voorbij, heeft inmiddels 145,7 GWh staan (6,5% meer dan december 2022). De verwachting is dat met name de recentere maand productie cijfers later nog wat opgeplust zullen gaan worden, en dat december 2023 ook nog verder kan uitlopen met de latere toevoegingen.
7. Jaarproducties volgens Garanties van Oorsprong
Een herziene versie van de grafiek met de jaarlijkse uitgifte van Garanties van Oorsprong (GvO's) werd gegeven in de analyse van de februari cijfers van 2023 (link). Er is nog steeds geen nieuwe revisie van de oudere cijfers, alleen van de volledige data vanaf mei 2021. Wel werden in een vorige update voor het eerst wat nagekomen "historische data" van maanden in eerdere jaren gepubliceerd (2x in 2013, en 3x in 2014!), al gaat het daarbij om geringe volumes. Omdat de oudere cijfers ondertussen gewijzigd kunnen zijn, kunnen er helaas nog geen nieuwe totale volumes worden bepaald voor de eerdere jaargangen.
Als we alleen naar de geregistreerde volumes in de data van de huidige update van juli 2024 kijken, zou 2021 in totaal 4.505 GWh gecertificeerde productie hebben, en 2022 al 8.556 GWh, exclusief alle andere volumes van niet bij VertiCer geregistreerde installaties (waar onder vrijwel de gehele residentiële markt). In 2023 is tot nog toe al 8.981 GWh gecertificeerde zonnestroom productie geregistreerd, dus al ruim boven het volume van 2022. Hierbij komt ook nog, dat de nodige nakomende volumes van eerdere maanden worden bijgeplust. Het zal daarbij interessant zijn, te zien, wat de balans zal gaan worden tussen de méér productie van de (record) toegevoegde nieuwe gecertificeerde capaciteit in 2023, in relatie tot het feit, dat de cumulatieve instraling in dat jaar, 7,2% láger lag, dan in het relatief zonnige jaar 2022, aldus de data-extracten en waarnemingen van Anton Boonstra.
Voor 2024 is uiteraard nog relatief weinig van de gecertificeerde zonnestroom productie bekend. De cumulatie komt momenteel, tm. juni, op 6.691 GWh uit, maar daar zit nog de volstrekt foutieve waarde van februari bij. Zolang die nog niet is hersteld in de publieke cijfers, valt er nog niet veel te zeggen over de geregistreerde productie in het eerste half-jaar van 2024.
Intern - rapportages CertiQ / VertiCer 2023-2024, aflopend gesorteerd
VertiCer update mei 2024 - 2023 jaargroei naar 2.404 MWp nieuwbouw, 22% méér t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (4 juni 2024)
VertiCer update januari 2024 wederom surprise - 2023 naar 2.012 MWp nieuwbouw, nu 2,4% méér t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (?) (4 februari 2024)
VertiCer update december 2023 - voorlopig 1.298 MWp nieuwe gecertificeerde PV capaciteit, 34% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (7 januari 2024)
VertiCer update september 2023 - eerste 3 kwartalen 867 MWp gecertificeerde PV capaciteit nieuw, (voorlopig) 46% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (4 oktober 2023)
VertiCer update augustus 2023 - eerste 8 maanden 835 MWp gecertificeerde PV capaciteit nieuw, (voorlopig) 45% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (7 september 2023)
VertiCer update juli 2023 - eerste zeven maanden 646 MWp, (voorlopig) 46% van nieuwe capaciteit t.o.v. zelfde periode 2022 (2 augustus 2023)
Januari 2023 flinke toename geregistreerde gecertificeerde zonnestroom capaciteit, 354 MWp, maar het verhaal is complexer bij CertiQ. Deel I. (8 februari 2023)
CertiQ herziet cijfer presentatie methodiek - een nieuw tijdperk ? (8 februari 2023)
Sinterklaas surprise november rapport CertiQ 2022 bleek een fopspeen: december rapport wederom "negatieve groei", 1e status update. (9 januari 2023, laatste analyse van "klassieke" maandrapportage, en links naar eerdere analyses in 2021 en 2022)
Meer licht in de duisternis (?) omtrent ontwikkeling gecertificeerde zonnestroom portfolio in (2019-) 2020 bij CertiQ. (4 november 2020; vroege signalering van sterk wijzigende historische CertiQ data door Polder PV)
Extern
Data overzichten website VertiCer (vooralsnog alleen rapportages over 2023 en 2024, en 1 ouder overzicht met data tot juni 2021)
NB: de oude website van CertiQ is niet meer actief, de url verwijst door naar de site van rechtsopvolger VertiCer !
|