Nieuws zontwikkelingen "oud"
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index
 

SOLARENERGYERGY

Nieuws P.V. pagina 160

meest recente bericht boven

Specials:
Eerste kwartaal cijfers PV capaciteit Liander - stabilisering van kwartaal toenames

Officiële stand van zaken realisaties SDE regelingen - 6 april 2020 - 3.319 MWp
CBS - zonnestroom naar record productie van 5,2 TWh, 4e stroom productie bron NL in 2019
Analyse van volledige instralings-data KNMI voor Nederland, tot en met kalenderjaar 2019
CertiQ februari 2020 - wederom nieuw bijbouw record, 204 MWp nieuw

5 maart 2020 - 20 april 2020


15 april 2020: Eerste kwartaal cijfers PV capaciteit Liander 2020 - voortgaande groei, maar stabilisering van kwartaal toenames. Zie ook nagekomen onderaan

Twee maanden na Polder PV's unieke detail presentatie van de evolutie van de zonnestroom statistieken tm. 2019 bij de grootste netbeheerder, Liander, verschenen de eerste kwartaal cijfers van de PV capaciteit in de eerste drie maanden van 2020 op hun website. De groei ervan wordt gecontinueerd, maar inmiddels op een lager niveau dan in het eerste half jaar van 2019. De groei is, met 142 MWp nieuwe PV capaciteit, gestabiliseerd t.o.v. de voorgaande twee kwartalen (QIII en QIV 2019). En ligt maar liefst 31% onder het niveau van QI 2019 (groei 205 MWp). Dit alles, onder voorbehoud van mogelijke latere bijstellingen van cijfers.

EOY = eindejaars-volume; EOQ = volume aan het eind van het besproken / getoonde kwartaal

In dit artikel publiceer ik een verkorte rapportage over de nieuwe cijfers van Liander voor 2020. Voor een zeer gedetailleerd, en uniek overzicht van de evolutie van zowel de kleinverbruik, als grootverbruik data bij deze netbeheerder, verwijs ik naar de uitgebreide grafiek sectie met data tm. 2019 (voor introductie, zie hier).

In tegenstelling tot mijn veronderstelling in de voorgaande update, blijken de cijfers voor 2019 (nog) niet te zijn gewijzigd door Liander (alle cijfers vanaf 2015 gecheckt). Dat zou er op kunnen wijzen, dat de al langer gesignaleerde netproblemen daar (overzicht bij Liander), al vroeger flinke impact zouden kunnen hebben gehad, dan ik dacht. Als dat zou kloppen, zou dat niet best zijn voor het perspectief voor de nog enorme stapel overgebleven SDE beschikkingen die uitgevoerd dient te worden, in vaak zeer beperkte tijd. Vooral op het vlak van gerealiseerde capaciteit bij grootverbruik aansluitingen is het niveau in de laatste twee kwartalen van 2019 flink geslonken t.o.v. het voorgaande anderhalve jaar (detail grafiek). Ik had op zijn minst hier nog wel wat aanpassingen verwacht, die zouden door moeten werken in aan te passen totaal cijfers. Dit is dus (nog) niet geschied, wat verontrustend is. Maar het is beslist niet uitgesloten dat hier nog "na-gecorrigeerd" moet gaan worden.

(1) In de eerste grafiek heb ik de (voorlopige ?) resultaten voor het eerste kwartaal van 2020 toegevoegd, waarbij per regio de evolutie van de accumulerende megawattpieken aan PV capaciteit wordt getoond. Nieuwe cijfers over aantallen installaties cq. segmentaties zijn (nog) niet bekendgemaakt.

Zoals te doen gebruikelijk heb ik uit de beschikbare data van Liander naast de (sub)regionale curves ook die voor Noord-Holland inclusief Amsterdam opgenomen in de grafiek. Liander toont op haar website alleen de totaal volumes, wat dus een optelling is van installaties achter grootverbruik (GVB) en kleinverbruik (KVB) aansluitingen. Alle curves vertonen "gezonde progressie", met nauwelijks (opmerkelijke) afvlakking van de cumulatie curves. De bereikte PV capaciteiten zijn, achtereenvolgens 829 MWp voor Gelderland, die weer wat verder is uitgelopen op Noord-Holland incl. Amsterdam, met EOQ 2020 I 703 MWp (verschil nu 126 MWp, dat was eind 2019 nog 121 MWp). Zonder Amsterdam meegerekend, vertoonde de rest van de provincie Noord-Holland een accumulatie van 626 MWp.

Friesland, wat al een tijdje (sedert Q3 2019) een terug gevallen progressie snelheid laat zien, komt hier een eind achteraan, met inmiddels, eind maart 2020, 451 MWp. Mogelijk zijn de steeds pregnanter wordende netproblemen in die relatief dunbevolkte, grote provincie, hier mede debet aan. Flevoland is te klein om op dit vlak mee te kunnen komen met de grote provincies, maar blijft doorgroeien, en is inmiddels op 225 MWp aangekomen. Zuid-Holland noord is het kleine deel van deze dichtbevolkte provincie waartoe ook Polder PV's woonplaats Leiden behoort. Het grootste deel van de provincie (met grote bevolkings-centra Rotterdam, Den Haag, Utrecht) is onderdeel van het netgebied van Stedin. ZH noord bereikte een volume van 157 MWp, eind maart dit jaar.

Tot slot is daar nog de separate curve voor hoofdstad Amsterdam. Die weliswaar al lang niet meer de gemeente met de meeste capaciteit is, maar nog wel een hele belangrijke, met eind vorige maand reeds 77 MWp aan geaccumuleerde PV capaciteit volgens de huidige data van Liander. De hoofdstad heeft net een spannend, ruim vijfduizend zonnepanelen tellend PV project op 13 metro stations afgesloten, en heeft 2020 tot "het Jaar van de Zon" uitgeroepen (bericht 9 april 2020). Met als bijbehorende ambitie 12.000 nieuwe zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen dit jaar. En voor 2030 in totaal 550 MWp rooftop solar (400 MWp op grote, resp. 150 MWp op kleine daken). Een "serieuze" ambitie, om in tien jaar tijd het PV volume dus met ruim een factor zeven maal zo groot te laten worden, in een dichtbevolkte, "moeilijke" urbane omgeving. Gecombineerd met ook nog te ontwikkelen 127 MW aan windturbine capaciteit, zou in 2030 zo'n 80% van de elektriciteits-vraag van (alleen de) Amsterdamse huishoudens duurzaam moeten worden opgewekt in de regio zelf.

Het relatieve verschil tussen de PV capaciteit in de grote provincie Gelderland en het kleine zusje Flevoland bedraagt eind QI 2020 inmiddels een factor 3,7.

(2) In deze tweede grafiek wordt de uit de vorige grafiek berekende nieuwe PV capaciteit per kwartaal getoond. Na een lange aanloop periode tm. begin 2012, met slechts geringe toevoegingen van een paar MWp per kwartaal, liggen de toevoegingen tot en met eind 2017 reeds op veel hogere niveaus, tussen de 21 en 75 MWp per kwartaal vanaf 2014. In 2018 ging er een "booster" op, met zeer hoge toevoegingen tussen de 113 MWp (Q3 2018) en record kwartaal Q2 2019, met 229 MWp. Vanaf het derde kwartaal van 2019 is er echter weer "op hoog niveau" de klad in gekomen, en is de kwartaal groei gestabiliseerd rond een volume boven de 140 MWp (142 MWp in Q1 2020).

Kijken we naar enkele gemiddeldes, zien we daarbij de volgende trends (horizontale streepjes-lijnen) en waarnemingen:

  • gemiddelde over de periode 2013 tot en met 2020 Q1: 79 MWp/kwartaal (zwarte streepjeslijn)
  • gemiddelde over de periode 2018 tot en met 2020 Q1: 166 MWp/kwartaal (bruinrode streepjeslijn)
  • gemiddelde in kalenderjaar 2018: 157 MWp/kwartaal (magenta streepjeslijn)
  • gemiddelde in kalenderjaar 2019: 180 MWp/kwartaal (groene streepjeslijn)
  • Q1 2020 ligt met 142 MWp 21% onder het kwartaalgemiddelde in 2019
  • de toevoeging in Q1 2020 ligt 31% onder het nieuwe volume in Q1 van 2019 (205 MWp nieuw)

(3) In deze 3e grafiek toon ik de totale nieuwe jaarvolumes in MWp, met per kolom gestapeld de onderscheiden regio's (hierbij is Amsterdam en de rest van provincie Noord-Holland separaat weergegeven). 2019 heb ik onder voorbehoud nog met sterretje geplaatst. De verwachting is namelijk dat hier nog wel het een en ander - opwaarts - aan bijgesteld zal gaan worden (pers. comm. met Liander). Voor 2020 is alleen nog Q1 bekend, daarom is de hele kolom gearceerd weergegeven. Het volume daarvan is erg laag. Zelfs als we rekening houden met ook daarvoor nog later op te waarderen cijfers, is het getoonde totaal volume van 142 MWp slechts minder dan 20% van het - voorlopige - volume voor het hele kalenderjaar 2019 (721 MWp). Dit, in combinatie met (a) een mogelijk nog grotere uitval van grote hoeveelheden SDE beschikkingen (zie laatste analyse voor impact op de cijfers bij RVO), (b) de toegenomen netcapaciteit problemen, (c) nog ongunstiger voorwaarden voor nieuwe aanvragen voor de "verbrede SDE 2020 plus plus" in het najaar, en (d) de nog moeilijk peilbare, maar ongetwijfeld zeer forse impact van de Corona-virus pandemie, de komende maanden, maakt, dat de verwachtingen voor 2020 (en voor 2021 ff.) vermoedelijk fors zullen moeten worden teruggeschroefd. Hoe groot de impact van al deze factoren bij elkaar zal zijn, is vooralsnog voer voor pure speculatie. Er is bijna geen peil op te trekken.

(4) De laatste grafiek, tot slot, toont een aangepaste, mede gezien de diverse hierboven geschetste onzekerheden, tongue-in-cheek prognose, wat de totale zonnestroom capaciteit in Liander netgebied aan het eind van 2020 "zou kunnen gaan worden, op basis van de voortzetting van de historische trends". Daartoe heb ik in ieder geval een afgezwakte groeicurve voor de rode trendlijn genomen, gezien de vele problemen op het front van door-plaatsing van PV capaciteit in Nederland. In onderhavig geval, een derdegraads polynoom curve. Deze komt grofweg uit op zo'n 2.900 MWp, eind 2020, waarbij ik in een vorige prognose nog, veel optimistischer, op zo'n 3.250 MWp uitkwam (met een vierdegraads polynoom als toenmalige "best-fit" curve).

Een rechtlijnige voortzetting van de trend sedert eind 2017 (blauwe lijn) komt inmiddels uit op zo'n 2.850 MWp (in vorige update nog 2.900 MWp). Het gemiddelde van deze twee curves zou dan rond de 2.875 MWp kunnen gaan komen (vorige update: 3.075 MWp). Echter, gezien de zeer grote (bijgekomen) onzekerheden m.b.v. de rand-condities voor de progressie van plaatsing van grote hoeveelheden PV capaciteit later dit jaar, blijft dit een groot vraagteken. Áls vervroegd corona maatregelen versoepeld zouden (kunnen) worden, kan vanaf dat moment beslist versneld een groot volume geplaatst gaan worden door de honderden PV bedrijven en installateurs. Als de netbeheerders het enigszins kunnen bijbenen. Daarbij komt dan wel de complicatie, dat er weliswaar zeer veel nieuw volume (inclusief de hoge impact makende zonneparken) gebóuwd kan worden. Maar dat is beslist nog geen enkele garantie, dat al dat gebouwde spul ook daadwerkelijk voor het eind van 2020 aan het net zal zijn gekoppeld. Hetgeen de ultieme piketpaal is, en blijft, voor de groene stroom statistieken. Mochten versoepelende maatregelen rond de corona pandemie langdurig uitblijven, kon het wel eens vies gaan tegenvallen dit jaar. Wat vóór deze crisis werd bestempeld als een (potentieel) nieuw "record jaar". We zullen dus moeten afwachten, hoe dit samenspel van onzekerheden uiteindelijk zal gaan uitpakken. Vandaar het dikke rode vraagteken voor de potentie in het jaar 2020.


Nagekomen (24 mei 2020)

Het AD kwam op 8 mei 2020 met het bericht dat er bij Alliander eind 2019 "375.000 huishoudens" in de boeken zouden staan met zonnepanelen (38 procent meer t.o.v. EOY 2018). En dat het er rond de datum van publicatie al 417.000 zouden zijn geworden, volgens Alliander. Derhalve, een groei van grofweg zo'n 325 nieuw per dag gemiddeld (in 2020). Dit is een vertekening van de realiteit, omdat het daarbij beslist niet uitsluitend om "huishoudens" gaat, maar om PV installaties achter kleinverbruik aansluitingen, en dat kan dus ook talloze andere panden, utiliteit, gymzalen, kerken, stichtingen, kleinere gemeentelijke daken en boerenbedrijven, en een deel van het MKB bedrijfsleven (met relatief laag stroomverbruik) betreffen. Polder PV publiceerde reeds op 19 februari 2020 het meest gedetailleerde overzicht van de data van Alliander tm. 2019, wat we kennen in Nederland (voor introductie zie hier). In paragraaf 3 van Polder PV's uitgebreide analyse van de volledige Alliander dataset, was al grafisch weergegeven, dat er destijds (eind 2019) in totaal zo'n 376 duizend installaties achter kleinverbruik aansluitingen bekend waren volgens de aan Polder PV verstrekte detail data, en 3.572 projecten achter een grootverbruik aansluiting. Waarbij benadrukt blijft worden: "kleinverbruik" is niet identiek aan "huis", "woning", "huishouden", of een vergelijkbare suggestie.

Tot nog toe is de analyse op die uitgebreide webpagina, waarin weer veel werk is gestoken, totaal genegeerd door zowel de Nederlandse PV branche, als de media.

Ook de claim in het AD artikel, "Volgens het CBS waren er in 2015 nog maar 400.000 huizen met zonnepanelen", is, helaas, incorrect. Het waren er, volgens de nieuwe onderzoeks-methodologie van het nationale statistiek instituut, eind 2015 nog maar 307.938 (23% minder !, zie 2e grafiek via deze link, uitgebreide CBS grafiek update van Polder PV, van eind 2019). Eind 2016 waren het er volgens het CBS 397.390, eind 2017 529.005, en, met de nog voorlopige (!) cijfers voor 2018, 708.069. Over 2019 heeft het CBS tm. 24 mei 2020 nog geen uitspraak gedaan, wat de markt segmentaties betreft (alleen nog zeer voorlopig, later nog bij te stellen totaal volume, zie bericht van 4 maart 2020).

De in het AD artikel, door aangever DNER gemelde "1 miljoen woningen met zonnepanelen in de zomer" (van 2020) is al meermalen door Polder PV gesuggereerd, als logische ontwikkeling van de trends in de hard groeiende zonnestroom markt in Nederland, vanuit de historische data verstrekt door het CBS.

Onze actuele prestaties. Ontwikkeling energietransitie - Ontwikkeling zonne-energie (website Alliander, met status update Q1 2020)


 
^
TOP

9 april 2020: Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (RVO, 6 april 2020) - 3.319 MWp realisatie & grote "slachting" onder beschikkingen voorjaars-ronde SDE 2018.

Op de website van RVO is de laatste status update voor de SDE regelingen verschenen, met peildatum 6 april 2020. Deze volgt een kwartaal na het exemplaar voor 6 januari 2020, alhier door Polder PV besproken. Er is in totaal 3.319 MWp aan beschikt PV volume gerealiseerd, verdeeld over ruim 19,9 duizend toegekende aanvragen, volgens deze "officiële" update. Dat is een record toevoeging van 548 MWp aan beschikt volume, verdeeld over 1.435 beschikkingen, sedert de vorige update. Maar ook zijn de massieve verliezen van talloze eerder beschikte projecten gecontinueerd. Dat is in de huidige update met name manifest geworden bij een slachting onder de voorjaars-ronde van 2018 (-359 MWp, 861 beschikkingen verloren gegaan, een nieuw "verlies record"), en, in veel minder heftige mate in de overige rondes tussen SDE 2016 II en 2018 II (56 tot 80 MWp beschikte capaciteit minder per regeling). T.o.v. de vorige update is er in totaal weer 608 MWp aan oorspronkelijk beschikte capaciteit verloren gegaan (wederom: nieuw totaal verlies record), verdeeld over 1.376 subsidie toekenningen. In totaal is er bij alle ooit toegekende SDE beschikkingen (SDE en SDE "+") een enorm volume van al ruim 2.300 MWp aan beschikte PV capaciteit door de virtuele shredders geannihileerd, verdeeld over ruim 13,3 duizend oorspronkelijke beschikkingen. Waarbij qua aantallen, de verdwenen volumes onder de SDE "+" regelingen inmiddels ook de verliezen onder de oude 3 SDE rondes hebben overtroefd (7.155 vs. 6.161 beschikkingen verloren gegaan). Met deze update resteert, nog exclusief SDE 2019 II, een nog in te vullen, beschikt volume van 8.137 MWp aan PV projecten in dit omvangrijke dossier. Dit artikel behandelt de actuele status update volgens de recentste cijfers gepubliceerd door RVO.

Dit artikel behandelt in ieder geval de status update voor zonnestroom en, kort, thermische zonne-energie, gedateerd 6 april 2020. Een analyse van recente uitgebreide updates vindt u onder 15 januari 2020, 30 december 2019, 19 augustus 2019, 16 mei 2019, 18 februari 2019, 13 december 2018, 12 juli 2018, 19 april 2018, 13 februari 2018, en voor 2017 onder 18 november, 4 september, 31 augustus, en 31 mei 2017.

In deze meest recente update is bij de opgeleverde capaciteit, als "officieel" SDE beschikt zonnestroom volume opgegeven door RVO een volume van 3.318,7 MWp (voor status datum 6 januari 2020 was dat nog: 2.770,7 MWp), verdeeld over 19.924 project beschikkingen. In het overzicht van 6 januari jl. lag dat laatste nog op een volume van 18.489 gerealiseerde toekenningen. De realisatie van de oude SDE 2014 regeling is vrijwel ongewijzigd t.o.v. de update van 6 januari 2020: 72% van de oorspronkelijke aantallen beschikkingen (2.142 gerealiseerde projecten, en bijna 66% bij de beschikte capaciteit (581 MWp). En is daarbij wat relatieve invulling betreft nog steeds de tot nog toe succesvolste SDE "+" regeling gebleven voor de aantallen opgeleverde projecten (al sedert de update gepubliceerd 19 april 2018). Echter, de SDE 2017 I regeling heeft het stokje van SDE 2014 bij de door RVO bestempelde gerealiseerde, beschikte capaciteit al geruime tijd overgenomen, en zit reeds op een invulling van 848,5 MWp. Anderhalf maal zo veel capaciteit (volgens beschikkingen), dan onder SDE 2014. De najaars-regeling van SDE 2017 is ook SDE 2014 al voorbij, met 588 MWp. En ook SDE 2016-II komt al aardig in de buurt: daarvoor is al 555 MWp aan beschikkingen als gerealiseerd opgetekend door RVO, waarbij er 77 MWp over is om nog ingevuld te worden.

Er is, tm. de hier besproken RVO update, die alle resterende beschikkingen omvat inclusief de in een voorgaande update nieuw toegevoegde voor SDE 2019 I, in totaal al ruim 2.300 MWp aan beschikte SDE capaciteit, verdeeld over 13.316 projecten, voor zonnestroom verloren gegaan (!) om diverse redenen. Daarnaast staan er nog 11.409 projecten met SDE subsidie beschikkingen open (vanaf SDE 2014 tm. SDE 2019 I), met een gezamenlijke, beschikte capaciteit van 8.137 MWp. Voor SDE 2014 staat nog steeds slechts een volume van 138 kWp open (3 beschikkingen), SDE 2015 en SDE 2016 I lopen op hun eind, met nog slechts 131 kWp, resp. 4,7 MWp aan beschikt volume om - mogelijk - in te vullen.

Gelieve voornoemde artikelen te raadplegen voor achtergronden van de getoonde data. In het huidige artikel presenteer ik zoveel mogelijk de harde, actuele, "officiële" cijfers, mijn commentaar, en interpretaties.


Update van de grafiek gepresenteerd voor de status van 6 januari 2020, met de nieuwe cijfers voor 6 april 2020 toegevoegd (laatste kolom achteraan). Ik heb voor het huidige overzicht wederom de fysieke optelling genomen van de beschikte volumes (!) van alle gerealiseerde projecten in de volledige, recent gepubliceerde spreadsheet van RVO. Bovenaan de kolommen zijn de volumes aan gerealiseerde PV beschikkingen uit de SDE 2016 najaar- en de 2 SDE 2017 rondes al fors gegroeid t.o.v. alle eerdere regelingen bij elkaar (in deze laatste update 555 MWp, 849 MWp [verder verhoogd record van alle regelingen tot nog toe], resp. 588 MWp). De voorjaars-ronde van SDE 2018 heeft inmiddels ook reeds een behoorlijke hoeveelheid van zo'n 316 MWp, aan beschikkingen gerealiseerd, de najaars-ronde heeft het volume ruimschoots verdubbeld t.o.v. de vorige update, en komt momenteel op 148 MWp (beschikt). Hier bovenop zijn de eerste beschikkingen voor SDE 2019 I toegevoegd, inmiddels alweer 22 MWp (drie maal het volume van dat bekend in de update van 6 januari jl.).

Wederom zijn bij diverse (oudere) regelingen capaciteiten van een update voorzien, die ónder de volumes liggen opgegeven in de januari versie van dit jaar. De wijzigingen zijn weliswaar gering, maar wel duidelijk bij vergelijking van de detail cijfers. De eerste drie SDE regelingen, én SDE "+" SDE 2013 lieten iets lagere nieuwe standen zien m.b.t. de door RVO genoteerde beschikte volumes. De redenen kunnen divers zijn, van fatale schade, voortdurende aanpassingen van beschikte capaciteiten in de project lijst updates van RVO, tot mogelijk zelfs intrekking van de subsidie beschikking, etc.

SDE 2015 is blijven staan op 8 MWp. Er staan nog steeds maar 2 beschikkingen open met in totaal slechts 131 kWp beschikt volume. Zelfs bij realisatie blijft het totale volume marginaal t.o.v. de latere jaargangen. Voor SDE 2014 zijn er nog maar 3 openstaande beschikkingen (kleine projecten, totaal 138 kWp), en langdurig de meest succesvolle SDE "+" regeling qua uitvoering, momenteel bij de beschikkingen ruim 581 MWp. SDE 2017 I heeft deze regeling qua gerealiseerd beschikt volume al ruimschoots ingehaald, maar daarvoor was dan ook een veel hoger budget beschikbaar.

Totale progressie
Sedert de voorlaatste update van januari 2020 (2.771 MWp geaccumuleerd) is er wederom een record nieuw volume aan gerealiseerde beschikte capaciteit bijgekomen, bijna 548 MWp. Dat is bijna 23% meer dan het volume in de voorgaande record update (6 mei 2019, 447 MWp beschikt nieuw gerealiseerd t.o.v. de daar aan voorafgaande update).

Achtereenvolgens waren de nieuwe volumes in de afgelopen tijd als volgt: in 2017 50 MWp (jan.-apr.), 49 MWp (apr.-juli), 72 MWp (juli-okt.), 69 MWp (okt. 2017-jan. 2018), 133 MWp (jan.-apr. 2018), 122 MWp in de korte periode apr. - juni 2018), 235 MWp (juni - okt. 2018), 244 MWp (okt. 2018 - jan. 2019), 447 MWp (voormalig record, jan. - mei 2019), 216 MWp (mei - aug. 2019), 432 MWp (aug. - nov. 2019), resp. een volume van 308 MWp (nov. 2019 - jan. 2020).

Als we terug rekenen naar het aantal dagen tussen de peildata, lag dat tempo in de oktober 2018 update nog op gemiddeld 1.990 kWp/dag sedert de daar aan vooraf gaande versie (wat toen een record was). In de periode tussen 4 oktober 2018 en 7 januari 2019 was het al 2.569 kWp/dag. Van 7 jan. 2019 tm. 6 mei had dat gemiddelde zelfs een nieuw record niveau bereikt van 3.758 kWp gemiddeld per dag. Tot en met 5 augustus zakte dat tempo weer behoorlijk in, tot gemiddeld ongeveer 2.368 kWp per dag. Tussen 5 augustus en 1 november werd een nieuw relatief record gevestigd, van gemiddeld 4.911 kWp per dag. De periode tussen 1 november 2019 en 6 januari 2020 lag iets lager, 4.662 kWp per dag, maar de laatste periode heeft wederom ook op dit vlak het oude record verbroken. Tussen 6 januari en 6 april dit jaar, kwam er gemiddeld genomen 6.021 kWp per dag bij, in uitsluitend het SDE dossier. Dit, althans, als "beschikt volume". De exacte realisatie van die beschikte volumes is onbekend, en kan behoorlijk afwijken (!).

Deze ruim 6 MWp gemiddeld per dag aan opgeleverde SDE projecten (volgens de beschikte volumes), moet u dus als minimaal project volume zien, bovenop andere realisaties bij projecten die andere incentives kennen (zoals EIA, EDS, MIA / Vamil, etc.), of zelfs helemaal geen subsidies. Zoals vaak bij nieuwbouw projecten, waarin eventuele PV daken in de bouwsom worden meegenomen. Dit nog exclusief de ook nog steeds booming residentiële markt (zie trends bij Enexis, en, recent, in historisch overzicht kleinverbruik data tm. 2019, bij Liander), inclusief de grote portfolio's die bij de huur corporaties worden uitgerold (volumes: qua toegevoegde MWp-en onbekend, maar groot).

Alles bij elkaar opgeteld is er inmiddels voor een beschikt volume van 3.319 MWp aan "officieel gerealiseerde" PV-projecten (met "ja vinkje" in de gepubliceerde lijst) bekend bij RVO, die een (of meer) SDE beschikking(en) hebben. Zoals te zien bovenaan de laatste kolom in bovenstaande grafiek. Maar omdat afwikkeling van de administratie bij RVO traag gaat, is er in werkelijkheid al veel meer volume opgeleverd, zoals we verderop aan de CertiQ cijfers zullen zien.

SDE 2014 ex kampioen - SDE 2017 I stoomt verder door
Een substantieel deel van al deze realisaties is tot en met eind 2019 afkomstig geweest van de succesvolle SDE 2014 regeling. In een vorige update, is dat succes door de resultaten uit de voorjaars-ronde van SDE 2017 echter al overvleugeld, die vooral sedert april 2019 grote volumes opleveringen bij de beschikkingen liet zien. En daar is, ondanks de oog gelijktijdig optredende verliezen bij de overgebleven beschikkingen, wederom weer veel volume bijgekomen in de huidige update. De 849 MWp beschikt gerealiseerd onder die jaar ronde is inmiddels al 46% meer t.o.v. het geaccumuleerde volume, 581 MWp, bij SDE 2014. En zal, gezien de nog vele openstaande beschikkingen, nog veel groter gaan worden. De toename van de opgeleverde beschikkingen voor SDE 2017 I is in rode cijfers in de grafiek weergegeven bij de betreffende kolom segmenten.
Genoemd volume van 849 MWp ("gerealiseerd beschikt") voor SDE 2017 I was op de laatst bekende peildatum dus bijna 26% van het totale "officieel gerealiseerde SDE volume" wat toen werd bereikt (3.319 MWp). Dat aandeel is ongeveer gestabiliseerd, omdat ook andere SDE regelingen flinke nieuwe volumes inbrachten. In de huidige update bracht ditmaal SDE 2018 I zelfs iets meer nieuw volume in t.o.v. de vorige versie van januari dit jaar (128 MWp nieuw SDE 2017 I, 133 MWp nieuw SDE 2018 I).

Ook wat de verhouding van de opgeleverde beschikte capaciteit t.o.v. het oorspronkelijk beschikte volume van SDE 2014 betreft, is het al sedert de november 2019 update niet meer de meest succesvolle regeling. Bij SDE 2014 is het momenteel 65,9%, maar de qua absolute volumes zwaar tegenvallende SDE 2015 gaat daar al behoorlijk ver overheen, met 71,9% t.o.v. de oorspronkelijk beschikte volumes. Het realisatie percentage voor de qua implementatie veel succesvollere SDE 2016 I ronde is inmiddels weer iets toegenomen, en ligt nu weer voor op die van SDE 2014 (onder het SDE "+" regime), op 66,5%. De eerder gesuggereerde "theoretische max. van 70%" zal echter niet meer worden gehaald vanwege de al verwachte tussentijdse uitval van beschikkingen: er staat nog slechts 4,7 MWp open voor SDE 2016 I, verdeeld over slechts 19 projecten.

Voor alle andere absolute en relatieve prestaties per SDE resp. SDE "+" regeling, zie de nieuwe tabel verderop.


RVO cijfers lopen echter fors achter op realiteit bij CertiQ
RVO loopt, zoals frequent gemeld door Polder PV, sowieso "achter bij de realiteit", zelfs al betreft het momenteel weer een recente update. Er is altijd administratieve vertraging tussen de fysieke oplevering van een project en "het ja vinkje" in hun SDE dossier. Die vertraging kan fors oplopen. Dit laat een vergelijking zien met de laatst bekend geworden cijfers van CertiQ, waar inmiddels, met name wat de capaciteiten betreft, bijna alleen nog maar SDE gesubsidieerde PV projecten zijn opgenomen. Alle oude projecten met MEP subsidies moeten inmiddels zijn verdwenen uit die databank, gezien de 2 grafieken "Gerealiseerde en verwachte hernieuwbare energieproductie", en "Gerealiseerde en verwachte uitgaven" die RVO heeft gepubliceerd. De laatste relevante stand bij CertiQ was in de door Polder PV besproken rapportage over de maand februari 2020, waarin al een geaccumuleerd volume van 3.486 MWp werd opgevoerd voor gecertificeerde PV capaciteit in ons land. Afgezien van later te verwachten opwaartse revisies van alle "recente" CertiQ cijfers, ligt dat dus al beduidend boven de recente status update van RVO.

Dit ligt al 5% boven het als "beschikt" gerealiseerde volume bekend bij RVO, en wel in een maandrapport wat dik een maand eerder is verschenen bij CertiQ. In de projectenlijst van Polder PV staan al geruime tijd, bij de grootste single-site locaties met zonnepanelen, al enkele honderden reeds opgeleverde projecten met SDE beschikking, die in de voorlaatste updates nog geen "ja" vinkje hadden gekregen van RVO. Wellicht is de hoge werkdruk bij RVO, in combinatie met zéér ingewikkelde administratieve processen, waarbij geen fouten gemaakt mogen worden, en er dus continu controle checks ingebouwd moeten worden, wel deels debet aan het op dit punt aanzienlijke, achtergebleven volume t.o.v. de rapportages van CertiQ.

Een andere reden van de forse verschillen tussen de cijfers van deze twee instanties is, dat, ik blijf het herhalen, omdat het kennelijk totaal genegeerd wordt in de sector, RVO slechts "beschikte capaciteiten" hanteert. In de meest recente lijst heb ik daar, snel browsend, al rap weer sterke staaltjes van gezien, waarbij nota bene beschikte volumes (altijd: neerwaarts) van diverse grotere projecten waren aangepast. Maar waarvan bij Polder PV bekend is, dat de uiteindelijk opgeleverde (!!) capaciteit nog (veel) kleiner blijkt te zijn geweest dan die (aangepaste) beschikking. Ook de andere kant op heb ik talloze opgeleverde projecten met (veel) grotere opgeleverde capaciteiten in mijn projecten lijst, dan wordt gesuggereerd bij de door RVO gepubliceerde beschikte volumes. Zeker bij grote veldinstallaties e.d. kan dit om vele megawattpieken aan capaciteit gaan! Als er al iets over totalen rond de SDE wordt geventileerd in de nationale pers gremia, is dat vrijwel uitsluitend over de RVO cijfers. En die geven grotendeels NIET de gerealiseerde capaciteiten weer. Maar slechts de in de beschikkingen toegekende volumes !

Alleen bij CertiQ komen feitelijke realisaties in het dossier te staan, omdat de harde project data geleverd moeten worden om de garanties van oorsprong te kunnen verzilveren via deze TenneT dochter. Er is een groot probleem: CertiQ publiceert uitsluitend de totale volumes, en geen afzonderlijke project data. Maar het verklaart deels wel waarom, in combinatie met de grote vertragingen bij de administratie van RVO, hun cijfers sterk voorop lopen bij die van het agentschap verantwoordelijk voor de uitvoering van de SDE administratie.

(Nieuwe) afvallers
Terugkerend naar bovenstaande grafiek: bij de oudste regelingen, SDE 2008 tm. SDE 2013 zal er niets meer bijkomen, er staan geen beschikkingen meer "open" voor die regelingen. Wel zijn er in recente updates nog steeds, regelmatig, om niet gespecificeerde redenen beschikkingen, soms zelfs voor reeds (lang) gerealiseerde projecten afgevallen (brand, diefstal, hagel schade, installatie afgebroken, verhuizing / nieuwe eigenaar niet geïnteresseerd in subsidie perikelen, andere reden ?). Die verloren gegane volumes zijn hier onder weergegeven t.o.v. de update van 6 januari 2020. Zie ook de bespreking van de uitgebreide update voor de totale volume accumulaties in de tabel verderop.

Let op dat het aantal verloren gegane projecten en de capaciteiten niet hoeven te "corresponderen". Er worden namelijk door RVO ook af en toe forse (altijd: neerwaartse) bijstellingen van beschikte capaciteiten doorgevoerd in de lijsten, die dus niet gepaard gaan met uitschrijving van beschikte projecten. NB: "projecten" derhalve beter te lezen als "beschikkingen", omdat er regelmatig meer dan 1 beschikking voor een en hetzelfde "PV project" wordt aangevraagd en afgegeven (meestal uit verschillende jaargangen, maar niet noodzakelijkerwijs). Polder PV heeft van dergelijke projecten met meer dan 1 SDE beschikking tientallen voorbeelden in zijn overzichten staan. Ook dat is in de sector kennelijk extreem slecht bekend, want je hoort er verder niemand over.

  • SDE 2008 tm. SDE 2010 58 beschikkingen verloren gegaan, goed voor 145 kWp (gemiddeld residentieel niveau, zo'n 2,5 kWp per beschikking)
  • SDE 2014 1 beschikking verloren gegaan, resp. 548 kWp
  • SDE 2016 I aantal beschikkingen stabiel, maar wel 850 kWp weg gestreept door RVO
  • SDE 2016 II 53 beschikkingen minder, resp. 80,2 MWp
  • SDE 2017 I 130 beschikkingen minder, 40,4 MWp
  • SDE 2017 II 35 beschikkingen minder, 55,9 MWp
  • SDE 2018 I 861 beschikkingen minder, 359,4 MWp (!! hoogste aantal en volume in deze update)
  • SDE 2018 II 222 beschikkingen minder, 66,4 MWp
  • SDE 2019 I 16 beschikkingen minder, 3,6 MWp (2e set aanpassingen voor deze regeling)

De uitval is wederom, en zelfs in extremo, voor de voorjaars-ronde van SDE 2018 zeer groot geweest t.o.v. de voorgaande update. Een "massa slachting" van 861 beschikkingen, met een record verlies volume van maar liefst 359,4 MWp. Het verlies was in de vorige update voor deze regeling ook al groot, ruim 186 MWp verdeeld over 587 beschikkingen. Eerder waren het vooral de twee SDE 2017 rondes die grote verliezen hebben geleden. Daar is het verlies nu "beperkt" gebleven (53 resp. 130 beschikkingen minder, 80 resp. 40 MWp). Ook de najaars-ronde van SDE 2016 is wederom een groot volume van ruim 80 MWp (53 beschikkingen) kwijtgeraakt, al was het een stuk lager dan de 131 MWp in de vorige update. De najaars-ronde van SDE 2018 had ook weer pech: -66,4 MWp, verdeeld over maar liefst 222 beschikkingen.

In totaal vielen er in de huidige update record volumes weg: 1.376 beschikkingen (in de voorgaande update was het vorige record, 828 stuks). Respectievelijk een totale beschikte capaciteit van bijna 608 MWp ! Een nieuw, wederom zeer triest record bij de uitval. In totaliteit bezien t.o.v. de voorgaande updates, toen er, vanaf januari 2019 achtereenvolgens 160, 101, 74 MWp, 257 MWp (update november 2019) en zelfs 473 MWp (update januari 2020) verloren gingen, helaas dus alweer een dramatisch groot verlies aan PV project beschikkingen. Om u een idee te geven van de impact daarvan: gerekend met moderne PV modules van 320 Wp (plm. 1,62 m²) per stuk, hebben we het wat het verlies in deze laatste update betreft, over een niet gerealiseerd potentieel van bijna 1,9 miljoen (!) zonnepanelen, met een gezamenlijke oppervlakte van zo'n 308 hectare ... (in een periode van ongeveer een kwartaal).

Voor de voorjaars-ronde voor SDE 2017 zijn de uitval percentages inmiddels in totaal 24,5% (1.073 beschikkingen) voor de aantallen, en 15,5% (365 MWp) voor de (oorspronkelijk) beschikte capaciteit. In de vorige update was dit in absoluut volume de grootste verliezen lijdende regeling geworden. De najaars-regeling van SDE 2017 volgt al dicht op de hielen, met 350 MWp verloren gegane capaciteit. Echter, vanwege het ronduit massieve verlies in de huidige update, heeft de voorjaars-ronde van SDE 2018 hier de rouwvlag overgenomen, "met stip". er is onder die regeling nu reeds ruim 602 MWp afgeschreven, goed voor ruim 35% van het oorspronkelijk beschikte totaal volume (1.710,2 MWp). Ook bij de aantallen projecten is SDE 2018 I nu "negatief kampioen": er zijn er alweer 1.662 afgeschreven door RVO, 44% van de oorspronkelijk beschikte hoeveelheid van maar liefst 3.774 exemplaren. Wat al (veel) meer is dan de massale uitval bij 2 van de drie oude SDE regelingen, waarbinnen vooral residentiële en zeer kleine andere PV projectjes werden gerealiseerd (SDE 2009 en SDE 2010, zie tabel). De SDE 2017 najaars-regeling volgt op dit punt op de voet, met al een uitdunning van 1.613 project beschikkingen (bijna 41% van oorspronkelijk beschikte aantallen), en mogelijk nog heel wat te gaan op dat vlak. De voorjaars-ronde van SDE 2017 lijkt op dit punt wat gestabiliseerd (1.073 beschikkingen verloren gegaan, 24,5% van oorspronkelijk toegekende aantallen).

Procentueel bezien t.o.v. de oorspronkelijke beschikte volumes zijn vooral de eerste drie SDE "+" regelingen flink in de min geraakt: 43-68% verlies bij de aantallen, 55-72% bij de beschikte capaciteiten. Daarbij is het in absolute zin echter om véél lagere volumes gegaan dan bij de latere SDE 2016 - 2019 regelingen.

Voor de forse uitval onder SDE 2017 was eerder al gewaarschuwd, door Siebe Schootstra op Twitter (m.b.t. SDE 2017 en 2018, en later wederom m.b.t. SDE 2018). Dit in verband met een geclaimd slecht business model voor bedrijven met hoog eigenverbruik van via een SDE beschikking gegenereerde hoeveelheid zonnestroom, waarvoor lagere subsidie bedragen dan voor directe net-invoeding zijn gaan gelden (rooftop projecten). Polder PV is benieuwd of de reeds heftige gematerialiseerde aderlatingen nog langer zullen aanhouden in latere updates, met name ook voor de SDE 2018 en 2019 regelingen.

De forse uitval bij de 2 SDE 2017 regelingen, gezamenlijk al een omvang hebbend van 715 MWp verloren gegaan volume, bovenop de ook al aanzienlijke verliezen onder beide voorgaande SDE 2016 regelingen (totaal 393 MWp), en nu ook met een schokkende 740 MWp afvoer onder de twee SDE 2018 regimes, is in ieder geval beslist slecht nieuws, ook voor Den Haag. Alle moeite die voor de hier dus definitief afgevoerde projecten is gedaan, honderden miljoenen Euro's aan SDE subidie toezeggingen, alle duur betaalde ambtelijke tijd (en consultancy uitgaven voor ontwikkelaars) die hiermee zinloos is verspild: dat alles is voor niets geweest...

2,6 miljard Euro misgelopen
Bovendien is het voor de branche organisatie ook zeer slecht nieuws, zeker in de huidige crisis tijd, met een "intelligente" lockdown a.g.v. de Corona pandemie, flinke problemen bij de uitvoering van - vaak enorme - project portfolio's, en snel verslechterende financiële situaties bij veel betrokken bedrijven. Alle beschikte overgebleven PV projecten tm. SDE 2019 I hebben een maximale subsidie claim van, inmiddels, bijna 13,3 miljard Euro (over een periode van max. 15 jaar exclusief "banking year"). Oorspronkelijk is er tussen SDE 2008 en SDE 2019 I maximaal voor zo'n 15,9 miljard Euro aan subsidie toekenningen gedaan (2e grafiek in historisch overzicht artikel van 21 december 2019). De zonne-energie branche - en de talloze niet aangesloten organisaties die wel PV projecten ontwikkelen, hebben dus nu al zo'n 2,6 miljard Euro aan (maximaal haalbare) subsidie beschikkingen voor fotovoltaïsche capaciteit laten liggen. Daar hadden mooie dingen mee gedaan kunnen worden, de afgelopen jaren ...

Het ligt in de verwachting, dat dit reeds enorme verlies nog fors groter zal gaan worden, de komende jaren. Zeker ook, bovenop de Corona-virus maatregelen, als de om zich heen grijpende netcapaciteit problemen zelfs al lang beschikte projecten in gevaar gaan brengen, vanwege extreme vertragingen van netaansluitingen in wat tegenwoordig met een sjiek woord "congestie" gebieden heet. Als die vertragingen de realisatie termijn van de soms jaren geleden verkregen beschikkingen gaan overschrijden, dreigt immers onherroepelijke, nog steeds in de regelgeving afgetimmerde intrekking van die kostbare RVO papierwaren ... Een recent afgekondigde mogelijke - voorwaardelijke - verlenging van een jaar (aangenomen gewijzigde motie van Van der Lee / GL en Sienot / D'66 van 19 december 2019) zal daarbij slechts als een doekje voor het bloeden kunnen gelden, gezien de zeer grote problemen op dit punt (zie bijvoorbeeld netcapaciteit kaartje Enexis van 6 maart jl in noord-oost Nederland). Er is echter inmiddels kamerbreed een oproep uitgegaan richting Wiebes van Min. EZK, om projecten een jaar uitstel te gaan geven, maar de vraag is of die positief zal worden beantwoord. En ook: of dit wel voldoende soelaas zal gaan bieden in de huidige crisis.

(Nieuwe) realisaties
Uiteraard zijn er ook projecten cq. beschikkingen tussentijds "volgens de administratieve definities" van RVO gerealiseerd. Echter, géén nieuwe exemplaren tm. SDE 2013, en met het voorbehoud dat er ook oude SDE projecten zijn "verdwenen" uit de RVO registers (uitgeschreven). Sedert het januari 2020 rapport van RVO waren er 2 nieuwe realisaties voor SDE 2014, wat gepaard ging met een toename van 2,6 MWp bij de met "ja" vinkjes voorziene hoeveelheid projecten. Er kwamen nog eens 16 nieuwe realisaties bij voor de voorjaars-ronde van SDE 2016 (toegevoegd volume 2,4 MWp), en 106 voor de najaars-ronde uit die jaargang (54,4 MWp nieuwe realisaties). De twee rondes onder SDE 2017 voegden resp. 208 en 328 beschikkingen toe aan de realisaties, gepaard gaand met 127,9 resp. 116,4 MWp aan capaciteit (beduidend meer dan in de voorgaande update). Hierbij kwamen ook 494 (record deze update), resp. 258 project realisaties met 132,8 MWp (wederom record), resp. 96,9 MWp beschikte capaciteit onder de twee opvolgende SDE 2018 regimes. Waarbij er dus een soort dubbel beeld is ontstaan voor, met name, de voorjaars-ronde, die immers tegelijkertijd een record hoeveelheid beschikte capaciteit en projecten verloren zag gaan. Tot slot, zagen volgens de "officiële tellingen" van RVO, weer 81 nieuwe SDE 2019 I project beschikkingen de status realisatie tegemoet, met een toevoeging van slechts 14,8 MWp.

Ook zijn er nog enkele zeer bescheiden neerwaartse bijstellingen van "voorheen gerealiseerde capaciteiten" geweest. 145 kWp voor de eerste drie SDE regelingen (SDE 2008-2010), en tevens, zonder dat er nieuwe realisaties zijn toegevoegd aan, of beschikkingen zijn verdwenen onder SDE 2013, minus 62 kWp.

Dit alles geeft een record totaal van, netto, 1.435 nieuwe formele realisaties, met een capaciteit van de beschikkingen die optelt tot een (netto) nieuw volume van 547,9 MWp t.o.v. de januari 2020 update, ook een nieuw record. Ter vergelijking, in de update van januari 2020 werd bijna 308 MWp nieuw toegevoegd, verdeeld over 589 beschikkingen (dat was dan wel over een veel kortere periode).

Let wel bij de laatstgenoemde capaciteit (bijna 548 MWp "netto groei") op, dat dit beslist niet het fysiek gerealiseerde volume is. RVO geeft dat namelijk in de meeste gevallen niet op. Ik heb van talloze projecten met SDE subsidies fors verschillende opgeleverde capaciteiten in mijn spreadsheet staan, die soms wel tot 30% kunnen afwijken van het getal getoond in de RVO lijsten. Zowel afwijkend naar boven, als naar onder. Wel zie ik in de laatste updates van RVO steeds vaker bij de opgevoerde toegekende projecten correcties van eerder beschikte volumes. Maar dat is vooralsnog eerder uitzondering, dan regel, gezien gedetailleerde project informatie die Polder PV op tafel heeft gekregen van duizenden SDE beschikte projecten (via talloze bronnen). Voor de details van alle wijzigingen en "overgebleven" aantallen bij de verschillende categorieën, en de diverse SDE regelingen, zie de volgende tabel hier onder.


Progressie bij de deel-dossiers van de SDE regelingen

Voor uitgebreide toelichting bij de (inhoud van de) tabel, zie artikel met analyse status 3 april 2017.


^^^
KLIK
op plaatje voor uitvergroting (komt in apart tabblad ter referentie, naast tabblad met tekst artikel)

In deze tabel alle relevante bijgewerkte zonnestroom cijfers voor de aantallen en Megawatten voor alle (bekende) SDE regelingen, tot en met de beschikkingen voor de eerste ronde van SDE 2019 (voorjaars-ronde). En de cijfers van de update van 6 april 2020 bevattend. Links de oorspronkelijk beschikte volumes, in rood de actuele status van wat RVO met de huidige (detail) update nog in portfolio heeft staan, in blauw de daar uit resulterende, heftige, verloren gegane hoeveelheden t.o.v. oorspronkelijk toegekend. In groen volgen de fysieke volumes, volgens administratieve normen van RVO geldende "opgeleverde" (gerealiseerde) projecten. De laatste vier kolommen betreffen de overgebleven hoeveelheden, nog in te vullen (of t.z.t. af te voeren) beschikkingen van de betreffende SDE regimes. Zowel voor de aantallen als voor de beschikte capaciteit waren de oorspronkelijke toevoegingen onder de najaars-ronde van SDE 2018 aanvankelijk wederom record hoeveelheden (rode kaders voor SDE "+" segment), die de voorgaande records onder de voorjaars-ronde van 2017 hebben vervangen. Inmiddels heeft het aantal beschikkingen onder de voorjaars-ronde van SDE 2019 het stokje op dat punt (echter niet bij de capaciteit) van die van het voorgaande jaar overgenomen, met een record van 4.738 toekenningen door RVO.

Bij de oudere "SDE" voorgangers waren de aantallen maximaal bij SDE 2008 (8.033 oorspronkelijke beschikkingen), bij de capaciteit was het SDE 2009, die voor de twee varianten bij elkaar ("klein" resp. "groot" categorie) 29,0 MWp kreeg beschikt (rode kaders).

In oranje veldjes heb ik in het blok "overgebleven beschikte volumes" bij de primaire data aangegeven dat er negatieve wijzigingen zijn geweest t.o.v. de voorgaande update. U ziet dat ook bij diverse oudere regelingen hier het een en ander in negatieve zin is gewijzigd, al gaat het om beperkte volumes. Data in de overige "blanco" veldjes zijn niet meer gewijzigd sedert die update (van januari 2020).


(a) Verloren gegane beschikkingen t.o.v. de oorspronkelijk toegekende volumes (blauwe sectie in tabel), accumulaties

Er is t.o.v. de accumulatie status getoond in de vorige update weer een record aan extra volume verloren gegaan (beschikkingen om wat voor reden dan ook ingetrokken of alsnog ongeldig verklaard door RVO, zie ook paragraaf "nieuwe afvallers" hier boven). Voor SDE 2014 is na al die jaren in totaal een capaciteit van 301 MWp verspeeld (828 projecten). Het capaciteits-verlies is opgelopen tot 34% (aantallen: bijna 28%) ten opzichte van oorspronkelijk beschikt. Helaas is die regeling nu op het gebied van capaciteit verlies in negatieve zin overtroefd door meerdere latere regelingen. Cumulatief gingen de volgende beschikte capaciteiten verloren: 338,2 MWp onder SDE 2016 II, 365,4 MWp onder SDE 2017 I, 349,6 MWp onder SDE 2017 II, een triest dieptepunt van 602,4 MWp onder de voorjaars-regeling van SDE 2018, nog eens 137,7 MWp onder SDE 2018 II, en, tot slot, nog een bescheiden 10 MWp onder SDE 2019 I.

Gezamenlijk verloren alle SDE regelingen bij elkaar al 13.316 project beschikkingen met een geaccumuleerde capaciteit van 2.300,4 MWp. Voor alleen de regelingen onder het SDE "+" regime waren die hoeveelheden 7.155 stuks, wat voor het eerst meer is dan het geaccumuleerde verlies van de oude drie SDE regelingen (6.161 beschikkingen teloor gegaan). Dat is t.o.v. de enorme hoeveelheid oorspronkelijke beschikkingen (28.602 onder SDE "+") al 25%. Kijken we naar de beschikte capaciteit, is het totaal verlies voor SDE "+" 2.280,8 MWp, of bijna 2,3 GWp (!). T.o.v. het oorspronkelijk beschikte volume (13.687 MWp) is dat al een totaal verlies van 16,7%.

Dit kan echter nog verder in negatieve zin veranderen, als de claim van energie specialist Siebe Schootstra bewaarheid gaat worden over twee van de belangrijkste jaar rondes van de SDE "+" regeling: "dat van de voorjaarsronde van 2018 nog niet de helft gerealiseerd zal worden. Voor 2017 geldt ook zoiets", aldus zijn nogal onrustbarende tweet van 5 september 2018. Er moet immers nog zeer veel volume opgeleverd gaan worden (laatste kolom in tabel). De status bij de realisaties, wat de beschikte capaciteit betreft, ligt voor SDE 2017 I nog het dichtst bij genoemde "helft", inmiddels op 36% (het hoogste absolute volume van alle jaar rondes, 848,5 MWp). Laten we hopen dat van de resterende nog in te vullen 1.140 MWp binnen die regeling nog zeer veel capaciteit ingevuld gaat worden, om die claim van Schootstra te gaan logenstraffen. De voorjaars-ronde van SDE 2018 zit momenteel nog maar op 18,5% van realisatie t.o.v. oorspronkelijk beschikt.

Het verloren gegane volume van 2.300 MWp aan ooit beschikte SDE capaciteit voor zonnestroom (SDE en SDE "+"), is al bijna even hoog als de totale jaar-toename aan PV volume (2.402 MWp), in heel (record jaar) 2019, volgens de nog zeer voorlopige laatste CBS cijfers van 4 maart 2019. Het totale verlies is al zo'n 16,7% van de oorspronkelijk beschikte volumes voor al die regelingen tezamen. Maar aan dat verloren volume kan beslist nog "het nodige" worden toegevoegd, gezien de vele "riskante" grote project beschikkingen van de afgelopen rondes in 2016-2019. M.b.t. de aantallen is het verlies al fors groter, ruim dertien-duizend projecten, bijna 30% van oorspronkelijk toegekend door RVO en haar voorgangers. Dat lag aanvankelijk vooral aan de enorme verliezen bij de oude SDE regelingen, zoals hierboven gemeld. Die staan boven de stippellijn in de tabel, het betreft veelal beschikkingen voor particulieren, maar ook woningbouw projecten die niet zijn doorgegaan, of die om diverse andere redenen zijn ge-cancelled. Helaas is de SDE "+" al een tijdje ook bij de aantallen project beschikkingen massale verliezen aan het lijden, en heeft ze de hoeveelheden teloor gegane project beschikkingen bij de oude SDE regelingen inmiddels ingehaald (7.155 om 6.161 stuks).


(b) Fysieke realisaties per SDE jaar-ronde "volgens de officiële RVO cijfers" (groene sectie in tabel), accumulaties

In totaal is er tot de huidige officiële RVO update een volume van bijna 3.319 MWp "SDE beschikt" opgeleverd, verdeeld over 19.924 projecten (jan. 2020 2.771 MWp, nov. 2019 2.463 MWp, aug. 2019 2.031 MWp, mei 2019 1.815 MWp, jan. 2019 1.368 MWp, oktober 2018 1.124 MWp). Aanvankelijk kwam het merendeel van dat "aantal" uit de oude SDE regelingen, toen duizenden particulieren mee konden doen. Dat is echter in de huidige update omgeslagen naar het SDE "+" volume, wat vrijwel exclusief op en door bedrijven wordt gerealiseerd (achter grootverbruik aansluitingen).

Het aandeel van alleen SDE op totaal realisatie SDE + SDE "+" bedroeg 9.886 (overgebleven !) beschikkingen = 49,6% bij de aantallen (inclusief SDE 2019 I regeling), wat nog 60% was in de augustus 2019 update. Dat aandeel zal stapsgewijs verder blijven dalen, naarmate er meer SDE "+" projecten zullen worden opgeleverd. Het aandeel van alleen opgeleverde SDE beschikkingen is slechts ruim 49 MWp op een totaal van momenteel 3.319 MWp (SDE + SDE "+") = 1,5% (jan. 2020 1,8%, nov. 2019 2,0%, aug. 2019 2,4%, mei 2019 2,8%; dit was nog zonder SDE 2017 II in de april 2018 update 6,4%; in juli 2017 was het nog ruim 10%). Wezenlijk verschillend, dus. Dat heeft alles te maken met de enorme schaalvergroting onder het SDE "+" regime, waar onder de "bovencap" van, ooit, 100 kWp is ge-elimineerd, en er enorm grote projecten werden beschikt, en inmiddels, in een steeds rapper tempo, zijn, en worden opgeleverd. Zoals Zonnepark Midden-Groningen in Sappemeer in de gelijknamige nieuwe gemeente (Gr.), met 103 MWp tot nog toe een tijdje als grootste, en voorlopig, tot waarschijnlijk eind 2020, "uniek in zijn soort" (naar verwachting qua omvang te vervangen door zonnepark Vlagtwedde / Harpel, van dezelfde ontwikkelaar Powerfield, wat iets groter wordt).

Relevant in dit aspect blijft, dat de opgevoerde beschikte capaciteit bijna nooit het daadwerkelijk gerealiseerde vermogen van de installaties weergeeft. Daar kunnen behoorlijke afwijkingen in zitten. Bovendien kunnen beschikkingen door RVO later nog aangepast worden. Zo verloor de beschikking voor het bekende Woldjerspoor project van GroenLeven in Groningen maar liefst 6 MWp (!) t.o.v. de oorspronkelijk beschikte capaciteit. Het resultaat lijkt echter, met de huidige update, nog steeds niet de daadwerkelijk opgeleverde capaciteit weer te geven, volgens de detail project informatie beschikbaar bij Polder PV, het verschil is dik 20%. Ook van andere (grote) projecten heb ik realisaties die (veel) hoger, óf véél lager uitvallen dan de beschikking van RVO toont. 1 van de eerste die ik in het laatste overzicht tegenkwam is slechts minder dan 40% in omvang gerealiseerd dan de - neerwaarts aangepaste - beschikking laat zien ...

Kijken we bij de realisaties naar de percentages t.o.v. de oorspronkelijke beschikkingen, duiken andere "record houdende SDE jaarrondes" op dan bij de absolute volumes. Voor de "oude SDE" was dat SDE 2009 voor zowel aantallen en capaciteiten (67 resp. 77 procent van oorspronkelijk beschikt). Hierin zal geen wijziging meer komen, die regelingen zijn al lang "afgerond". Voor het "SDE+ regime" is dat inmiddels voor de aantallen (72%) nog steeds de SDE 2014 regeling. De zeer weinig volumes leverende SDE 2015 heeft op het vlak van invulling van de capaciteit een "score" van bijna 72% t.o.v. oorspronkelijk beschikt. SDE 2016 I was even tweede, verloor die positie door een neerwaartse aanpassing van de beschikte capaciteit in de update van januari dit jaar, maar is terug op de tweede positie in de update van april 2020, met 66,5% t.o.v. oorspronkelijk beschikt. Daardoor is SDE 2014 weer, met 65,9%, op de 3e plaats beland onder het SDE "+" regime. Als er verder niets wegvalt bij de najaars-regeling van SDE 2016, kan die op dit vlak nog wat hoger eindigen. Of dat gaat gebeuren is echter onzeker.

Opvallend is de zeer slechte prestatie voor de (ook reeds lang afgeronde) SDE 2012: slechts 32% van aantal oorspronkelijke beschikkingen opgeleverd, en zelfs maar 28% van de capaciteit. Uiteraard was er ook maar heel weinig beschikt (oorspronkelijk 17,1 MWp, waarvan er echter maar 4,8 MWp is overgebleven), anders had dat een "ramp-subsidie-jaar" geworden. Latere regelingen kunnen uiteraard nog forse realisatie toenames laten zien. Voor SDE 2014 projecten zal dat geen soelaas meer gaan bieden, met nog maar 138 kWp beschikte capaciteit te gaan, verdeeld over nog maar 3 beschikkingen. SDE 2016 II zal het record van de voorjaars-ronde in dat jaar niet gaan evenaren, gezien de 57,2% realisatie, en nog 7,9% van capaciteit open staand (max. 63% haalbaar). De latere regelingen gaan nog spannend worden, mede gezien de enorme verliezen van beschikkingen binnen die rondes, die waarschijnlijk nog verder zullen gaan oplopen.

Gemiddelde beschikking grootte bij de realisaties
In de kolom realisaties ziet u achteraan de uit de aantallen en beschikte capaciteiten berekende gemiddelde project (eigenlijk "beschikking") groottes volgens de toekenningen van RVO. Hierin is een duidelijk trend van schaalvergroting herkenbaar. Van zeer klein (gemiddeldes van zo'n 2-9 kWp per beschikking onder de 1e 3 SDE regimes), tot fors uit de kluiten gewassen in groeiende tendens onder de "SDE+" regimes vanaf SDE 2011. Groeiend van gemiddeld 48 kWp onder SDE 2011 tot volumes tussen de 215 en 271 kWp gemiddeld in de SDE 2014-2016 I regelingen. Het nieuwe record, gevestigd in de vorige update, bij de gemiddelde capaciteit per beschikking bij de realisaties onder SDE 2016 II, is inmiddels scherper gezet op 489 kWp (vakje met dikke rode rand). SDE 2017 I was in de november 2019 update nog record houder, met 419 kWp gemiddeld per beschikking bij de realisaties. Dat is weliswaar verder gestegen naar 452 kWp, maar dat is nog steeds niet voldoende om die positie op dit punt te behouden.

Daarna vallen de gemiddeldes weer terug naar 329 kWp (SDE 2017 II), 299 kWp (SDE 2018 I), 270 kWp, en 181 kWp onder SDE 2018 II resp. de eerste project realisaties onder SDE 2019 I. Regelingen die nog een beetje "op stoom" moeten komen, met name wat de grote project realisaties betreft. Voor alle realisaties bij elkaar heeft het gemiddelde per beschikking een omvang van 167 kWp (vorige updates: jan. 2020 150 kWp, nov. 2019 138 kWp, aug. 2019 121 kWp, mei 2019 114 kWp, jan. 2019 90 kWp, daar voor 77 kWp). Ook al groeit dat gemiddelde dus continu, het wordt nog steeds fors gedrukt door de vele kleine residentiële projecten onder de 3 oudste SDE regimes.

Splitsen we die twee regimes uit (onderaan in de tabel), is de oude SDE op de gemiddelde overgebleven beschikking grootte blijven steken van 5 kWp. SDE "+" heeft een aanzienlijk groter gemiddelde bij de realisaties, 326 kWp. Maar dat is nog wel slechts 61% van het totale volume van de overgebleven beschikkingen (rode cijfer veld, 532 kWp gemiddeld).

De gemiddelde project groottes bij de overgebleven beschikkingen (rode veld in tabel) zijn, voor de regelingen waarvoor nog (veel) projecten open staan, ook bij de deel regelingen hoger dan die bij de realisaties. Dit komt omdat vele (zeer) grote projecten nog niet zijn gerealiseerd. Als die worden opgeleverd, zullen ze een opwaartse druk geven aan het systeem gemiddelde van de uiteindelijk gerealiseerde projecten cumulaties. Voor alle overgebleven beschikkingen is het gemiddelde momenteel 366 kWp, een factor 2,2 maal zo hoog dan bij de realisaties tot nog toe.


(c) Actuele portfolio aan overgebleven SDE beschikkingen voor PV (zwarte sectie in tabel), accumulaties

Dit alles (oorspronkelijk beschikt minus verloren gegane beschikkingen cq. realisaties) leidt tot een "overgebleven" pool aan beschikte projecten die nog opgeleverd moet gaan worden. Of, bij pech, tot extra verlies om wat voor reden dan ook. In de april 2020 update waren er bij RVO voor SDE 2014 tm. de recent ingevoegde SDE 2019 I nog 11.409 beschikkingen over, resp. 8.137 MWp (jan. 2020 update nog 9,3 GWp, nov. 2019 10,1 GWp, aug. 2019, nog zonder SDE 2019 I, nog ruim 8,2 GWp). Ondanks de reeds zeer forse verliezen van eerder afgegeven beschikkingen, nog steeds een enorm volume voor een land wat begin 2020 volgens een eerste afschatting door het CBS, minimaal 6.924 MWp aan geaccumuleerde PV capaciteit (inclusief de projecten markt, én residentieel) had staan. Dat CBS cijfer zal eind 2020 wederom met terugwerkende kracht - mogelijk weer flink opwaarts - worden bijgesteld.

De resterende kleine beetjes voor SDE 2014 en 2015 zullen, afhankelijk van realisatie of definitieve "afvoer", niets meer uitmaken gezien hun zeer geringe volumes. Ook de 4,7 MWp overgebleven capaciteit voor SDE 2016 I gaat haar "eind-fase" in. Er gaat mogelijk nog wat volume van die regelingen afvallen. Voor de zeer forse volumes voor de opvolgende regelingen moet ook deels worden gevreesd, als ze niet op tijd gebouwd of aan het net kunnen worden gekoppeld. Mede gezien de smaller geworden tijd-vensters voor de oplevering, gecombineerd met om zich heen grijpende netcapaciteit problemen en tekorten aan personeel bij de netbeheerders. En, daarbij als "kers op de taart", ook nog de enorme gevolgen van de Corona crisis er nog eens overheen ... Voorspellingen zullen op dit vlak met prudentie moeten worden genoten, want het aantal onzekerheden over de (potentie aan) realisaties neemt alleen maar toe.


(d) Ratio SDE+/SDE

Onderaan twee velden in de tabel heb ik ook nog de ratio berekend van de officieel overgebleven beschikte volumes voor alle SDE+ t.o.v. de oude SDE regelingen (rode veld), en dit herhaald voor de reeds door RVO als opgeleverd beschouwde projecten (groene veld). Die verhouding ligt, vanwege heftige toevoegingen van beschikkingen onder met name de laatste zes SDE "+" rondes, verminderd met de tussentijdse aanzienlijke hoeveelheden reeds verloren gegane exemplaren, inmiddels rond de 2,2 voor de aantallen overgebleven beschikkingen. In juli 2017 was dat nog een factor 0,6. De SDE werd door duizenden particuliere toekenningen gedomineerd, en die was tot nog toe bepalend voor deze inmiddels aardig "recht getrokken" verhouding. Bij de realisaties is die verhouding echter een stuk schever (ongeveer 1,0, iets groter volume onder SDE "+"), omdat veel grote projecten uit latere SDE "+" regelingen nog niet zijn opgeleverd, en de vele reeds afgeronde oude SDE micro projectjes die som nog zwaarder onder druk zetten.

Bij de capaciteiten is de verhouding precies andersom, omdat SDE "+" gedomineerd wordt door talloze zeer grote projecten. Bij de overgebleven beschikkingen, incl. de toegevoegde SDE 2017 (I en II), SDE 2018 (I en II) en SDE 2019 I regelingen, is die factor opgelopen tot een factor 231 : 1 (SDE "+" staat tot SDE; in update van juni 2018 nog 120 : 1, wel afname vanwege uitval van beschikkingen !). Bij de realisaties een stuk lager, inmiddels 66 : 1 (in de juni 2018 update was dat nog 17 : 1, nog steeds oplopend). Met dezelfde oorzaak: veel zeer grote projecten in de beschikkingen zijn nog niet opgeleverd, inclusief de grote volumes uit SDE 2017 I tm. SDE 2019 I. Tot slot, bij de gemiddelde systeemgrootte vinden we die trend wederom terug. "SDE +" staat tot SDE bij de beschikkingen 107 : 1, maar bij de realisaties nog "maar" een factor 65 : 1 (juni 2018 update 43 : 1). Ook deze verhoudingen kunnen wijzigen, naar gelang er een fors aantal grote "SDE + projecten" daadwerkelijk alsnog gerealiseerd zal gaan worden. Echter, omdat deze verhoudingen t.o.v. de voorgaande update niet substantieel zijn gewijzigd, moeten daarvan eerst grote volumes opgeleverd gaan worden. Dat kan nog wel "even" gaan duren, al blijven tegenwoordig SDE beschikkingen niet erg lang geldig. Zeker voor de kleinere projecten niet, waarvoor de realisatie termijn is terug geschroefd naar nog maar anderhalf jaar ...


(e) Evolutie systeemgemiddelde capaciteit volgens RVO beschikkingen

In een van de artikelen over de effecten van de beschikkingen van SDE 2019 I, heb ik reeds uitgebreid stil gestaan bij de belangrijke factor "gemiddelde capaciteit" per beschikking, en bij de realisaties. Zie daarvoor het 5e artikel in die reeks (16 november 2019), paragraaf 3.


(f) Verzamel grafieken alle SDE regelingen - PV capaciteit bij beschikkingen / realisaties

Ondertussen is het ook weer tijd geworden voor de meest recente versies van de 2 bekende "stapel grafieken" met de begin dit jaar overgebleven volumes bij de beschikkingen, en bij de door RVO opgegeven "realisaties". Die vindt u hier onder.

Stapelgrafiek met links de kolommen stapel met de overgebleven (!!) hoeveelheden beschikkingen van SDE 2008 tm. SDE "+" 2019 I, cumulerend in een resterende hoeveelheid van 31.333 toekenningen voor zonnestroom (project beschikkingen). Dat waren bij de ooit oorspronkelijk vergeven exemplaren nog 44.649 beschikkingen (zie tabel). SDE 2019 I is in een vorige update bovenaan toegevoegd. De rechter stapel kolom geeft de in de update van 6 april 2020 door RVO formeel als "gerealiseerd" verklaarde hoeveelheden per regeling weer. Met als voorlopige cumulatie 19.924 beschikkingen gerealiseerd. Wat 64% van het overgebleven aantal "totaal beschikt" (linker stapel) is.

Vergelijkbare stapelgrafiek, met nu niet de aantallen (overgebleven) beschikkingen, maar links ditto, de totale capaciteit in MWp die er over is gebleven in de laatste update (met reeds aanzienlijke volumes door RVO virtueel weg gekieperd en dus niet meer zichtbaar), wederom SDE 2019 I als laatst toegevoegde regeling bovenaan, en het totaal culminerend in (overgebleven) 11.456 MWp. Dat was bij het ooit oorspronkelijk vergeven / beschikte project volume nog 13.756 MWp (zie tabel). Rechts het nog zeer beperkte "gerealiseerde" volume, althans van de beschikkingen (niet de reeël opgeleverde capaciteit). Met in totaal "officieel" 3.319 MWp gerealiseerd. Wat slechts 29% is van het overgebleven beschikte volume. Er is dus in ieder geval wat het RVO - SDE dossier betreft, nog ruim 70% van het beschikte volume te gaan. En binnenkort zullen de overblijvende beschikkingen uit de compleet overtekende SDE 2019 II regeling hier weer aan toegevoegd gaan worden.

Wel is het CertiQ dossier (met keiharde, fysiek gerealiseerde volumes) al een stuk verder dan RVO begin april dit jaar was. Daar staat namelijk eind februari 2020 al minimaal ruim 3.486 MWp aan fysieke opleveringen, waarvan het allergrootste deel SDE beschikte projecten is (en nog een onbekend, hoogstwaarschijnlijk "zeer beperkt" deel zonder SDE beschikking). Als we er fictief van uit zouden gaan dat het "allemaal" SDE beschikt volume zou zijn, zou er bij CertiQ eind februari dit jaar al ruim 30% van het overgebleven beschikte (RVO) volume, bekend gemaakt begin april 2020, zijn gerealiseerd (weergegeven in grafiek). Met daarbij de kanttekening, dat de cijfers zeer waarschijnlijk later in 2020 nog flink zullen worden opgewaardeerd.

Het verschil tussen "overgebleven beschikt" volume en "gerealiseerd volume status 6 april 2020" bedraagt 11.456 - 3.319 = 8.137 MWp. Dat is het volume aan beschikkingen wat nog gerealiseerd moet gaan worden. Maar ik waarschuw hierbij al op voorhand: er gaat nog heel veel volume van afvallen, gezien de trend van de afgelopen overzichten van RVO. En het is nog steeds niet het "gerealiseerde" volume. Dat kunnen we alleen te weten komen als exacte project informatie beschikbaar komt. Polder PV heeft in ieder geval van de "top" in de markt, de grootste projecten, die de grootste volumes aan MWp-en inbrengen, het meest complete overzicht van Nederland. En zal daar over niet al te lange tijd weer over rapporteren.


Thermische zonne-energie

In dit kleine andere zonne-energie dossier, is er bij de beschikte volumes na de toevoeging van de SDE 2019 I beschikkingen in een voorgaande update een (resterend) volume van bijna 88 MWth ontstaan, verdeeld over 113 subsidie toekenningen. Inmiddels zijn er nog slechts 99 SDE subsidie toekenningen over, met een capaciteit van 80,3 MWth., en een gemiddelde omvang van 811 kWth. per beschikking. Dit zijn beschikkingen uit de jaren 2012 tm. 2019 (eerste ronde), waarbij er geen in 2015 zijn afgegeven, en er voor SDE 2017 II nog maar 1 exemplaar resteert. De meest overgebleven beschikkingen zijn - niet vreemd, want recent toegevoegd - voor SDE 2019 I, 31 stuks (ruim 31% van het totaal overgebleven aantal). De hoogste beschikte capaciteit is voor SDE 2016 I, wat met ruim 35 MWth. maar liefst 44% van het overgebleven volume claimt (9 projecten, allen gerealiseerd). Uiteraard kan hier nog het nodige van gaan afvallen de komende tijd, waarvan we echter hopen dat dat niet gebeurt.

Als we kijken naar de "officiële realisaties", volgens de richtlijnen van RVO, zijn daarvan tot nog toe 36 projecten opgeleverd, 7 meer dan in de voorgaande update van januari. Dit, met een beschikt totaal thermisch vermogen van 47,4 MWth, een bescheiden 5% meer dan in de vorige update. Dat is momenteel 59% van het overgebleven beschikte volume. Naast de 9 project realisaties voor SDE 2016 I zijn er o.a. ook 8 van de project realisaties (capaciteit: 1,90 MWth totaal) met een SDE 2014 subsidie beschikking. Het opvallende daarbij is, dat in de vorige update die capaciteit nog 1,97 MWth bedroeg.

Omdat dit relatief kleine zonne-energie dossier toch inmiddels wel wat "substantie" begint te krijgen, heb ik, naar analogie van de al jaren bijgehouden standaard grafiek met alle SDE realisaties voor zonnestroom projecten, in de vorige update voor het eerst ook een dergelijke grafiek gemaakt voor de door RVO met "ja" stempel gezegende thermische zonne-energie (gerealiseerde) beschikkingen. Deze grafiek is inmiddels bijgewerkt met de resultaten uit de huidige update, 6 april 2020, en deze vindt u hier onder. Hieruit blijkt kristalhelder de dominantie van de realisaties uit de SDE 2016 I regeling.


Bronnen

Zie ook eerdere SDE 2016-2019 analyses op Polder PV:

Laatste "klassieke" SDE"+" ronde (voorjaar 2020) naar verdubbeld budget (4 maart 2020, budget SDE 2020 I naar 4 miljard Euro)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (RVO, 6 januari 2020) - 2.771 MWp realisatie & massieve verliezen beschikkingen gecontinueerd (15 januari 2020, Trade-off tussen 2.771 MWp SDE-PV realisaties en 1.693 MWp aan verloren gegane beschikkingen)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (RVO, 1 november 2019) - 432 MWp nieuw, grootste toevoeging gemiddeld per dag. (30 december 2019, vorige uitgebreide status update van het SDE dossier bij RVO)

Extra SDE "+" ronde 2020 (23 december 2019, kenschets van "aus blaue hinein" gevallen "extra SDE '+' ronde" in 2020, evolutie van basis bedragen voor PV door de jaren heen)

SDE 2019 najaarsronde II. Deel 2 - de aanvragen in context van de SDE historie (21 december 2019, diverse grafieken zetten de aanvragen voor de najaars-ronde van SDE 2019 "in context" van de evolutie van SDE-SDE "+")

"Laatste" klassieke SDE ronde (najaar 2019) zoals reeds vermoed overstelpt door zonnestroom aanvragen, en 81% overschrijding van budget (10 december 2019, enorme overschrijding bij de aanvragen laatste "klassieke" normale SDE "+" regeling - zonnestroom uiteraard ver voorop)

SDE 2019 voorjaarsronde. Deel 1. Beschikkingen - 2.515 MWp PV inclusief. 1,1 miljard Euro niet geclaimd. Portfolio beschikt: 12,8 GWp (12 november 2019, inclusief daar gelinkte 5 vervolg artikelen !)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (RVO, 5 augustus 2019) - geen record, wel grote toevoeging, > 215 MWp (19 augustus 2019, vorige update van het SDE dossier, tm. SDE 2018 II)

Kamerbrief SDE 2019 - tussenstand voorjaars-ronde, contouren najaars-ronde ff (11 juli 2019)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (RVO, 6 mei 2019) - wederom record toevoeging, > 447 MWp (16 mei 2019)

SDE 2018 najaarsronde II. Deel 5. Grondgebonden installaties nieuw beschikt en totalen voor alle (overgebleven) SDE beschikkingen (13 mei 2019)

SDE 2018 najaarsronde II. Deel 4. Synthese alle SDE regelingen incl. laatste ronde (6 mei 2019)

SDE 2018 najaarsronde II. Deel 3. Details uit projecten lijst - segmentaties (27 apr. 2019)

SDE 2018 najaarsronde II. Deel 2. En SDE 2019 I - enkele kengetallen in relatie tot eerdere SDE regelingen (27 apr. 2019)

SDE 2018 najaarsronde. Deel 1. Vol beschikt, 2.953 MWp PV inclusief. SDE 2019 voorjaarsronde iets onder budget geclaimd, incl. 2.921 MWp PV. Portfolio beschikt: 10,5 GWp (26 apr. 2019)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (RVO, 7 januari 2019) II - "veldopstellingen" in vergelijking met projectenlijst Polder PV (19 feb. 2019)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (RVO, 7 januari 2019) I - record toevoeging, 13 beschikkingen Tata Steel project † (18 feb. 2019)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (RVO, 1 januari 2019) - korte update (29 jan. 2019)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (RVO, 4 oktober 2018) - snelle evolutie uitbouw (13 december 2018)

Verbreding SDE"+" vanaf 2020 - Kamerbrief (27 nov. 2018)

Fasering SDE 2018 ronde II - meer details, historie toegekende budgetten, kengetallen (19 nov. 2018)

Kamerbrief najaars-ronde SDE 2018 - trendbreuk gebroken: budget EUR 6 md met 29% overvraagd; 3,7 GWp PV projecten aangevraagd (16 nov. 2018)

Nagekomen 2 - Late kamerbrief SDE 2018 I (26 sep. 2018)

SDE 2018 voorjaarsronde 3 - Grondgebonden installaties nieuw beschikt en totalen voor alle (overgebleven) SDE beschikkingen (29 aug. 2018)

SDE 2018 voorjaarsronde 2 - Evolutie aantallen en capaciteit van beschikkingen zonnestroom onder SDE "+" regime (25 aug. 2018)

SDE 2018 voorjaars-ronde vol beschikt - 41% "onderbenutting", ruim 1,7 GWp PV toegekend (> 2 miljard Euro), 860 MWp afgewezen (24 aug. 2018)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (8 juni 2018) - (2) grondgebonden zonneparken (14 juli 2018; vervolg op eerste artikel)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (8 juni 2018) - (1) flinke progressie (12 juli 2018; voorlaatste update SDE van RVO)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (3 april 2018) (19 april 2018)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (4 januari 2018) (13 februari 2018)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (18 november 2017)

Wederom nieuw record fotovoltaïsche projecten SDE regime: SDE 2017 ronde II overtreft voorjaars-ronde, 3,2 GWp aangevraagd (12 nov. 2017)

Verdeling aantallen projecten en vermogens over grootte categorieën SDE 2016 tm. SDE 2017 ronde I (5 sep. 2017)

Data SDE 2017 ronde I bekend - record toegekend budget en capaciteit voor PV (4 sep. 2017)

Status update stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (3 juli 2017) (31 augustus 2017)

Nieuw record aanvragen fotovoltaïsche projecten SDE regime SDE 2017 - > 2,6 GWp (6 april 2017)

Extern:

Feiten en cijfers SDE(+) (RVO)


 
^
TOP

23 maart 2020: CBS - zonnestroom naar record productie van 5,2 TWh, vierde stroom productie bron NL in 2019 (voorlopige cijfers). Ook al zitten we momenteel in een "dubbele" crisistijd, klimaat en corona, de nationale instituten draaien zo goed als mogelijk door en blijven belangrijke data produceren. Het CBS kwam op 17 maart jl. met nieuwe cijfers over onder anderen de productie van elektriciteit. Er is een nieuw productie record geboekt van 121 terawattuur (1 TWh = 1 miljard kWh), 5,7% hoger dan in 2018. Productie met steenkool viel fors omlaag (met ruim 34%), die m.b.v. (grotendeels hoog-calorisch, niet Groningen) gas flink omhoog (ruim 23%). Duurzame productie installaties ("hernieuwbaar") genereerden in totaal voor het eerst meer dan de hoeveelheid uit steenkool, de productie nam met 3,5 TWh toe tot 22,4 miljard kWh in 2019. Een stijging van 18,5% t.o.v. het jaarvolume in 2018. En alweer 0,6 TWh meer dan in de eerste publicatie over energie uit hernieuwbare bronnen door het CBS werd afgeschat, eerder deze maand.

Dit artikel gaat vooral over de impact van zonnestroom, waarvan de productie, zoals niemand mag verbazen, het hardst steeg van allemaal. Met maar liefst 40,5% t.o.v. de output in 2018, tot een volume van bijna 5,2 TWh. Belangrijke voetnoot: alle CBS cijfers voor 2019 zijn nog voorlopig, en kunnen nog wijzigen.

(1) Zonnestroom productie en aandeel t.o.v. binnenlands verbruik

In de laatste CBS update, waarbij door Polder PV met name de nadruk op de uitbouw van de opgestelde PV capaciteit in Nederland werd gelegd (artikel 4 maart 2020), werd een eerst afschatting door CBS gedaan, van ruwweg 5,2 TWh ("5.200 GWh") aan zonnestroom productie in 2019. Dat is nu iets verfijnd, van 3.693 GWh productie in 2018, naar 5.189 GWh in 2019 (getallen boven kolommen in bovenstaande grafiek, referentie: rechter Y-as)*. Een stijging van 1.496 GWh t.o.v. 2018 (40,5%). Dit is nauwelijks meer dan de nu door CBS berekende toename tussen 2017 (2.204 GWh) en 2018 (ergo: 1.489 GWh). 2018 was weliswaar een record zonnig jaar (zie timeline instralings-overzicht Polder PV), en houdt CBS in haar recente berekeningen naar eigen zeggen ook rekening met de globale instraling. Maar de capaciteits-toename van PV installaties in 2019 heeft alweer een record niveau bereikt. Dus het is zeer waarschijnlijk, dat CBS later - opwaartse - bijstellingen zal moeten gaan doorvoeren. Ook voor de hier getoonde nog zeer voorlopige, waarschijnlijk nog veel te lage jaar productie voor 2019, de kolom voor dat jaar is dan ook in een lichtere tint weergegeven door Polder PV. Let daarbij s.v.p. ook op, dat zelfs de resultaten voor 2016 tm. 2018 kennelijk nog steeds niet "definitief" zijn: in het CBS jargon heten ze in de toelichting "nader voorlopig" te zijn vastgesteld (2 sterren achter het jaartal). Deze zouden in april "definitief" moeten worden, tenzij wijzigingen worden doorgevoerd. Ook bijstellingen voor 2019 kunnen in april of mei al volgen, volgens het CBS. "Definitieve" cijfers over 2019 vernemen we vermoedelijk pas, traditie-getrouw, pas eind 2020. Die eindejaars-bijstellingen zijn meestal behoorlijk, en kunnen, gezien het al grote marktvolume de laatste jaren, een behoorlijke impact hebben. Op zowel de opgestelde capaciteit, als op de daar uit door CBS berekende theoretische productie.

In de grafiek ook het percentage wat uit een derde tabel is gehaald (CBS "Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen"), waarvan de laatste status update van 4 maart 2020 is. Dit is weergegeven met de rode data punten, met als referentie de linker Y-as. En het geeft, vanwege Europees statistiek beleid, het aandeel geproduceerde zonnestroom weer t.o.v. de totale binnenlandse elektriciteit consumptie in het betreffende jaar. Het aandeel van de (door CBS berekende) zonnestroom productie t.o.v. de binnenlandse elektra consumptie is, met deze nog zeer voorlopige cijfers, gestegen van 3,02% (2018) naar 4,27% (2019). De verwachting is, dat met name het cijfer voor 2019 nog wel aangepast zal gaan worden.

Deze cijfer-reeks verschilt enigszins van die voor het aandeel van de PV productie t.o.v. de totale productie van elektriciteit (zoals weergegeven in de CBS tabel "Elektriciteit en warmte; productie en inzet naar energiedrager"). Dit is zeker voor Nederland relevant, wat forse in- en uitvoer van elektra kent.

CBS gaat in het recente artikel van 17 maart ook iets dieper in op die import / export stromen. En stelde daarbij vast, dat, bij bijna gelijk totaal verbruik van elektra in NL (2018 113,7 TWh, 2019 113,1 TWh, 4,6% minder), de invoer van elektra uit Duitsland fors is gedaald (van 21 TWh in 2018 naar 12 TWh in 2019), maar dat over het hele kalenderjaar bezien, de uitvoer is verzesvoudigd richting de oosterburen. Voor België was de situatie enigszins spiegelbeeldig: 2,8 TWh méér invoer uit België, 3,8 TWh mínder uitvoer naar de zuiderburen.

* In een andere on-line tabel van het CBS werden later, op 14 april 2020, nóg nauwkeuriger cijfers gepubliceerd voor de - berekende - productie van, o.a., zonnestroom in Nederland. In de Statline tabel "Elektriciteit en warmte; productie en inzet naar energiedrager" kwam het CBS voor 2018 op een bruto zonnestroom productie van 3.693.093 MWh, in 2019 op 5.189.277 MWh. Waarmee het aandeel van zonnestroom op de totale hoeveelheid geproduceerde elektriciteit steeg van 3,2 naar 4,3%.

(2) Productie mix elektriciteit in Nederland 2015-2019

In deze grafiek worden alle bronnen van de in Nederland geproduceerde elektriciteit getoond (dus exclusief daar nog bij op te tellen fysieke import- resp. af te trekken export volumes). Zeer opvallend is de heftige "shift" van veel CO2 uitstotende steenkolen stook (grijze lijn, in 2019 19,2 TWh, ruim 34% minder dan in 2018) naar "veel minder" uitstoot genererende gas gestookte centrales (die niet op Gronings aardgas stoken, maar op deels zelf geproduceerd, en geïmporteerd hoog-calorisch gas). Die bruin-rode lijn knikt, na een tijdelijke plateau fase in 2017-2018, fors omhoog, van 56,6 TWh (2018) naar 69,8 TWh (2019). Een toename van ruim 23%. Windstroom productie neemt gestaag toe, maar groeide slechts met 8,5%, naar 11,5 TWh in 2019. Het meest opvallend is de forse stijging van zonnestroom, wat met genoemde 40,5% op 5,2 TWh (voorlopige schatting) kwam, en daarmee nu, na windstroom, reeds de op een na grootste contribuant is geworden aan het aandeel van de als "hernieuwbaar" bestempelde opties (wind, zonnestroom, biomassa, waterkracht, afgekort in legenda als "HE"). En reeds de vierde opwekkings-modaliteit voor elektra in Nederland. Dat mag gerust als een opmerkelijke prestatie worden gezien, vanwege het feit dat al die capaciteit opgebouwd is - en nog steeds wordt - uit manueel hanteerbare, kleine modules van ongeveer 1 bij 1m70 tot 2 meter. Die zonder emissies, stank, geluid, of aantoonbare "hinder" in onze welvaarts-maatschappij stilletjes, zonder klagen, hun werk doen, gedurende hun lange levensduur. Elke dag weer, tussen zons-opgang en zons-ondergang. Of u thuis bent of niet.

Vlak na zonnestroom komt het - veelvuldig met vraagtekens omgeven - grote verzamel dossier "biomassa". Wat weliswaar ook behoorlijk sterk, met 25% groeide, tot een voorlopig vastgestelde productie van 4,9 TWh in 2019. Maar wat beslist niet zo'n "steile" groeicurve heeft als zonnestroom, waarvan verwacht mag worden dat die behoorlijk sterk zal gaan uitlopen op de biomassa lijn in deze grafiek, komende jaren.

Ook mag als "byzonder" worden vastgesteld, dat zonnestroom nu definitief ook kernsplijt-stroom (Borssele, Zld**) ver achter zich heeft gelaten. Borssele produceerde, na 2 tegenvallende jaren (2017, 2018), weer op een redelijk hoog niveau, maar kwam desondanks niet verder dan 3,7 TWh in 2019. Dat is al 29% minder dan (berekende) zonnestroom productie. Aangezien de vooruitzichten voor nieuwe kerncentrales, om het voorzichtig uit te drukken "ronduit fragenswürdig" zijn in Nederland, zal dat gat met elk jaar fors groter gaan worden.

Tot slot hebben we nog enkele "rest" categorieën die op het gebied van elektriciteit productie relatief klein zijn - en klein zullen blijven. In 2019 achtereenvolgens "overige brandstoffen" (niet "hernieuwbaar"), 1,5 TWh, stroomopwek middels (diverse) "olieproducten" (1,3 TWh), "overige bronnen" (niet "hernieuwbaar"), 497 GWh, en de enige overgebleven "hernieuwbare" optie, waterkracht, wat een zeer kleine contribuant is, met 74 GWh in dat jaar (dat is nog maar 1,4% van het volume aan zonnestroom).

Niet in de grafiek opgenomen is de hoeveelheid elektra die voor bedrijfsprocessen van sommige generatoren (zoals kolen- en gascentrales) intern direct wordt verbruikt. Dit "eigenverbruik" was, in totaal, in 2019, 3.477 GWh. Dat is 2,9% van de uiteindelijke bruto productie van alle stroomopwek opties in ons land, 121 TWh (stijging eigenverbruik t.o.v. 2018 was 1,6%).

** Op de Wikipedia pagina over de kerncentrale in Zeeland, staan productie cijfers vermeld, ontleend aan de jaarverslagen van uitbater EPZ, die, alleen voor 2017 en 2018, wat lager liggen dan de cijfers die het CBS opvoert. Onduidelijk is, waar dat aan ligt, mogelijk zijn dat nagekomen correcties van de productie in die jaren die (alleen) naar CBS zijn verstuurd. In ieder geval is de maximale productie in 2009 (4.019 GWh) later nooit meer gehaald.

(3) Evolutie bruto stroom productie Nederland

Tot slot, nog een laatste grafiekje met de ontwikkeling van de bruto stroom productie in Nederland, tussen de jaren 2000 en 2019.

De bruto productie, waarin dus eigenverbruik van centrales ligt besloten, wat niet voor "extern stroomverbruik" beschikbaar is, maar wel nodig voor de bedrijfsvoering van dergelijke centrales, is hier weergegeven in GWh per jaar. In 2000 was de bruto productie nog 89.426 GWh. Na een piek in 2010 (118.150 GWh), en een "post-banken crisis dip" in 2012-2014, steeg de productie weer, dipte marginaal in 2018, en bereikte een nieuw record niveau in 2019, met 121 terawattuur (TWh) in de boeken. Daarvan zou 22,4 TWh (18,5%) afkomstig zijn geweest uit hernieuwbare bronnen, wat meer is dan de opwek uit de overgebleven steenkolen centrales (netto 17,4 TWh, 14,4% van totaal).

Gezien de enorme hoeveelheid SDE beschikkingen voor vele duizenden duurzame stroom producerende projecten, zal in de komende jaren, de totale productie van elektriciteit nog wel flink kunnen groeien. Het verloop zal vervolgens sterk beïnvloed kunnen worden door eventuele vroegtijdige sluiting van de overgebleven steenkolen centrales. Maar dat zal nog wel even een hete aardappel blijven in Den Haag ...

Nagekomen 1 (toegevoegd op 23 maart 2020)

Klimaatakkoord produceerde al op 30 december vorig jaar hun inschattingen voor de impact van duurzame energie voor 2019 (sensu lato: inclusief hier niet besproken modaliteiten warmte en transport). Zonnepanelen "produceerden ruim 4 procent van alle elektriciteit in Nederland", werd toen reeds vermeld (is nu volgens CBS dus voorlopig 4,27% geworden, maar kan nog worden bijgesteld). Het brein achter de energieopwek.nl website, waaraan Klimaatakkoord haar rapportages ontleent, Martien Visser, deelde mij mee, dat uit hun berekeningen toen zou volgen dat er 18,88 PJ (petajoule) aan zonnestroom geproduceerd zou kunnen zijn in 2019. Met plm. 278 GWh equivalent aan 1 PJ, kom je dan uit op ... ruim 5,2 TWh aan zonnestroom. Ze zaten toen dus al vrijwel op 1 lijn met wat CBS nu (pas) heeft gepubliceerd. Interessant zal zijn, hoeveel het CBS hier op nog zal gaan bijstellen (verwachte "definitieve" cijfers voor 2019: pas eind 2020).

Nagekomen 2 (toegevoegd op 28 maart 2020)

TenneT publiceerde haar "Annual Market Update 2019 - Electricity market insights" rapport op 26 maart 2020. Hierin een overzicht van de trends en mijlpalen betreffende de elektriciteit productie (2017-2019) en de (Europese) handel in stroom. TenneT neem hierbij de - nog voorlopige - 2,4 GWp toename van opgestelde PV capaciteit in 2019 over van het CBS. Maar wat de stroom productie betreft schat de hoogspannings-netbeheerder iets optimistischer in: 5,3 TWh. Dit zou volgens TenneT een toename zijn van 31,5% van de productie van zonnestroom, t.o.v. de hoeveelheid in 2018. Elektriciteitsprijzen in Centraal West Europa zijn sterk, met 22%, gedaald, vooral door sluiting van kolencentrales (concurrentiepositie t.o.v. gascentrales sterk verslechterd, o.a. door forse stijgin CO2 emissie rechten). De marktprijzen van NL, België, Duitsland en Frankrijk zijn daarbij bovendien behoorlijk naar elkaar toegekropen. Introductie (27 maart 2020), resp. full report (pdf, 62 pagina's).

Bronnen

Intern:

Eerste - voorlopige - cijfers CBS voor energie uit hernieuwbare bronnen 2019, inclusief zonnestroom - jaargroei 2.402 MWp (4 maart 2020 - eerste voorlopige capaciteit cijfers zonnestroom, en productie uit hernieuwbare bronnen)

CBS zonnestroom data gereviseerd (2) - uitgebreide grafieken sectie ververst (29 december 2019 - introductie tot uitgebreide analyse CBS data zonnestroom tm. 2018)

Zonnestroom markt omvang 2018 wederom verder opwaarts bijgesteld door CBS - van 1.511 naar 1.611 MWp jaargroei - deel 1 (19 december 2019 - "definitieve" cijfers CBS voor zonnestroom tm. 2018)

Extern:

Elektriciteitsproductie naar recordhoogte (17 maart 2020, website CBS, over 1e cijfers productie elektriciteit 2019, segmentaties, inclusief "hernieuwbaar")

Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik (Open Data tabel CBS, met alle data over stroom productie per modaliteit, import- en export e.d. - selectie, update 17 maart 2020)

Elektriciteit en warmte; productie en inzet naar energiedrager (Open Data tabel CBS, selectie productie zonnestroom per jaar, aandeel op totale productie elektra, update 17 maart 2020)

Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen (Open Data tabel CBS, selectie zonnestroom, incl. aandeel productie t.o.v. binnenlands elektra verbruik, update: 4 maart 2020)

Duurzame energie groeit 13 procent in 2019 (Klimaatmonitor, 30 december 2019, eerste afschatting status duurzame energie voor dat jaar)


 
^
TOP

8 maart 2020: Analyse van volledige instralings-data KNMI voor Nederland, tot en met kalenderjaar 2019. Zoals in de eerste maanden van 2019, was het begin dit jaar te druk met diverse ander veeleisende statistieken, om snel aandacht te kunnen besteden aan de instralingsdata van het KNMI. Dat is altijd weer een omvangrijke klus, en daar heb ik afgelopen maand tussen alle bedrijven door stukje bij beetje aan gewerkt. Polder PV heeft inmiddels de uitgebreide analyse van deze voor zonnestroom opwekkers belangrijke data afgerond. En de resultaten wederom op een aparte webpagina gepresenteerd. Hierbij wordt in diverse typen grafieken de evolutie van het aantal zonne-uren en de instraling door de tijd heen grafisch weergegeven. En wordt het, wat instraling betreft, hoog (doch geen records) scorende jaar 2019, op verschillende manieren uitgelicht.

Wederom zijn in de huidige versie enkele interessante grafieken van de hand van Anton Boonstra in de analyse opgenomen.


^^^
Een van de belangrijkste grafieken opgenomen in het nieuwe instralings-artikel van Polder PV,
de 25-jaar voortschrijdend gemiddelde instraling bij 5 langjarig metende weerstations.
Gemiddelden in de historische referentie periode (1981-2010) weergegeven met horizontale stippellijnen.
Voor verdere uitleg, zie onderstaande verwijs-link naar de uitgebreide analyse.

Na het instralings-record jaar 2018 was 2019 "zeer warm, zeer zonnig en landelijk gemiddeld vrij droog", volgens het KNMI. Het wat zelfs het zesde zeer warme jaar op rij, met ook nog de "beruchte" hittegolf van 24 tm. 26 juli, waarbij op 25 juli record temperatuur waarden in de historie werden bereikt. Maximaal 40,7 graden Celsius in het Noord-Brabantse Gilze-Rijen, in totaal gingen 9 stations over de 40 graden C heen tijdens die hittegolf.

De fysiek gemeten instraling kwam gemiddeld over de 32 vol-jaars metende weerstations uit op 1.109 kWh/m² instraling in het horizontale vlak ("globale instraling"). Dat is hoog, maar wel 4,7% lager dan in record jaar 2018. Wat een 2,6% hogere instraling dan het lang ongebroken voormalige record jaar 2003 liet zien. Het aantal "zonne-uren" gaf zelfs een fors hoger verschil te zien, in 2019 7% minder dan in 2018 (1.944 t.o.v. 2.090 zonuren). Wat wederom aangeeft, dat "zonne-uren" en instraling niet zomaar 1 op 1 met elkaar vergeleken mogen worden.

Ook zijn er uiteraard blijvende verschillen tussen de meetstations, wat gezien de algemeen heersende west-oost instralingsgradiënt in ons land, en micro klimaat verschillen, ook niet vreemd is. De hoogste instraling vonden we ditmaal weer in zuid-west Nederland (waarden ver over de 1.100 kWh/m²). Vlissingen was zoals vaker weer recordhouder, met 1.170 kWh/m². In de 2 zuidelijke provincies incl. Limburg, en rond het IJsselmeer, lagen de instralings-waarden ook relatief hoog. Oostelijk Nederland kwam er een stuk bekaaider vanaf, onder de 1.100 kWh/m² blijvend. Waarbij "gas-probleem-provincie" Groningen het helaas met de laagste instraling moest stellen, vorig jaar (1.053 kWh/m²).

In de historische reeksen, zijn bij alle 5 langst data generererende stations zowel op de kortere termijn (10 jaar voortschrijdend gemiddelde), als bij de langere termijn (25 jaar voortschrijdend gemiddelde) de trends blijvend positief: er is gemiddeld genomen steeds meer instraling op het horizontale vlak in Nederland, een trend die al langer zichtbaar is. Zie o.a. de grafiek hier boven, met de voortschrijdende gemiddeldes over een periode van 25 jaar, voor de 5 stations met de langste meet-reeksen.

Dat is uiteraard goed nieuws voor de inmiddels al mogelijk rond de miljoen eigenaren van zonnestroom genererende installaties, want zelfs al zou er "degradatie" zijn van hun PV-systemen, deze wordt deels of wellicht zelfs wel helemaal gecompenseerd omdat er steeds meer zonlicht op hun installaties valt. Op voorhand is echter nog steeds niet te zeggen of de toenemende hoeveelheid instraling een blijvend fenomeen zal zijn, aangezien ontwikkelingen beïnvloed (zullen) worden door atmosferische condities, die zeer complex zijn.

Voor uitgebreide analyse met grafische presentaties, zie:

Nationale instralingsdata KNMI
tot en met kalenderjaar 2019


Bron data: KNMI


6 maart 2020: CertiQ - 2e maandrapport 2020, hoge groei 204 MWp, hoogste toename februari in historie*. De rust lijkt weergekeerd bij de TenneT dochter CertiQ. Goed op tijd verscheen op 5 maart het maandrapport over februari 2020. Een groei van 204 MWp aan nieuwe gecertificeerde zonnestroom capaciteit blijkt, wederom, een historisch record voor die maand. Ook met het aantal installaties bijgeschreven in het register werd een nieuw hoogtepunt bereikt in de annalen, met netto 429 nieuwe projecten. Bij de TenneT dochter stond, met het verschijnen van de februari rapportage, reeds ruim 3.486 MWp aan (gecertificeerd) PV vermogen in de boeken genoteerd. Verdeeld over 21.860 gecertificeerde installaties.

* Disclaimer: Status officiële CertiQ cijfers volgens maand rapportages !

I.v.m. omvangrijke toevoegingen sedert 2018 aan dit dossier (vrijwel exclusief gedreven door grote hoeveelheden, SDE gesubsidieerde, en steeds groter wordende PV projecten), in combinatie met 2 ernstige data "incidenten" bij CertiQ (september 2017 resp. juni 2019), die Polder PV meldde aan de TenneT dochter (waarna substantiële correcties werden gepubliceerd), sluit de beheerder van de PPV website niet uit, dat de huidige status bij CertiQ niet (volledig) correct zal kunnen zijn.

Met name foute capaciteit opgaves van netbeheerders voor "kleinere" projecten kunnen, ondanks aangescherpte controles bij CertiQ, aan de aandacht blijven ontsnappen en over het hoofd worden gezien. Maar ook cijfermatige incidenten met opgaves van volumes van grotere projecten kunnen nog steeds niet uitgesloten worden. Deze laatsten zullen, indien onverhoopt optredend, hoge impact hebben op het volume aan maandelijkse toevoegingen, en ook, zei het in relatieve zin beperkter, invloed hebben op de totale accumulatie van gecertificeerde PV capaciteit aan het eind van de betreffende maand rapportage.

In de detail analyse hier op volgend wordt korter ingegaan op de wijzigingen en aanvullingen, deels grafisch verbeeld. Voor uitgebreide toelichting ter referentie, gebruik s.v.p. daarvoor het eerder gepubliceerde artikel met analyse van het augustus 2019 rapport van de TenneT dochter.

Inleiding

Met de publicatie van de op 5 maart 2020 verschenen februari rapportage is het ritme en de rust weer terug gekeerd bij CertiQ, na enkele maanden zeer laat verschenen maandelijkse rapporten te hebben gezien. Hier onder zoals gebruikelijk een grafische analyse van de resultaten voor zonnestroom.

1. Ontwikkeling van aantallen gecertificeerde zonnestroom installaties

Nieuwe aantallen installaties in bovenstaande grafiek, rode curve, met als referentie de linker Y-as. In februari kwamen er netto 429 nieuwe PV projecten bij. Een absoluut record voor die maand, het vorige is van 2019 en 2017, toen er 245 nieuwe projecten werden toegevoegd. Zelfs rekening houdend met de extra schrikkeldag in feb. 2020, blijft het by far een record. Het is ook beduidend hoger dan het gemiddelde van 350 projecten nieuw per maand in heel 2019.

De accumulatie is te zien aan de blauwe kolommen curve in bovenstaande grafiek. In de september 2019 rapportage is de piketpaal van twintigduizend gecertificeerde zonnestroom projecten gepasseerd. Het totaal is eind februari 2020 gekomen op, voorlopig, 21.860 exemplaren (gemarkeerd datapunt rechtsboven). Dit is weliswaar nog steeds een zeer gering aandeel op het totaal aantal PV systemen in Nederland, wat mogelijk eind vorig jaar al aardig richting de 1 miljoen stuks is gegaan (dominant residentieel). Maar bij de capaciteit zal de projecten markt waarschijnlijk al in 2019 de residentiële sector stevig hebben ingehaald, gezien de trend tm. 2018 (analyse CBS data, derde grafiek in paragraaf "Nationale trends").

Voor alle CertiQ data geldt: Netto effect = aantal bijschrijvingen minus het aantal uit de CertiQ databank verwijderde PV-projecten per maand. Bovendien geldt ook, dat alle "eerste cijfers" voor 2019, gepubliceerd afgelopen jaar, later nog zullen worden bijgesteld, zoals ook voor voorgaande jaren is geschied (wijzigingen voor 2018 zijn in de revisie van het CertiQ rapport over dat jaar besproken, zie ook de daar gelinkte detail analyse). Voor de eerste jaar resultaten van 2019, zie het voorlopige rapport, waarvan we later waarschijnlijk nog een forse revisie kunnen gaan verwachten.

Grafiek met de variatie in de (netto) groei van de aantallen installaties per maand (rapport) bij CertiQ. De nieuwe volumes gerealiseerde projecten per maand zijn vanwege de enorme stapel aan SDE beschikkingen die wordt uitgevoerd in 2019 toegenomen t.o.v. 2018, al was er vanaf juli (443 nieuw, "record" voor 2019) een tijdelijk dalende trend te zien, tot 337 projecten in oktober. In januari-februari 2020 zien we weer een rappe toename, met een record volume voor beide maanden. Het gemiddelde van de 12 maand rapportages in 2019 is voorlopig gekomen op netto 350 nieuwe installaties per maand (horizontale gele stippellijn). Dat is een factor 1,7 maal het kalenderjaar gemiddelde in 2018 (210 stuks/mnd), 2,2 maal dat van 2017 (158 stuks/mnd), resp. 3,3 maal dat van 2016 (105 stuks/mnd). Het hoogste tot nog toe gesignaleerde maand record viel in juli 2017 (netto 445 nieuwe installaties). Met de eerste 2 maandrapportages voor 2020 is het jaargemiddelde van 2019 inmiddels overboden, het ligt nu op gemiddeld 360 nieuwe installaties per maand (blauwe stippellijn).

Ook deze volumes (evenals die voor de capaciteiten) zullen achteraf nog worden bijgesteld door wijzigingen in de primaire database van CertiQ. De revisie voor 2017 gaf, bijvoorbeeld, gemiddeld 143 nieuwe installaties per maand (1.717 nieuwe installaties in 2017). 9,5% lager dan uit de oorspronkelijke maand rapportages afgeleid kon worden. In de recent verschenen revisie voor 2018 zijn de meest recente EOY cijfers in de revisie tabel 14.706 (EOY 2017) resp. 17.399 (EOY 2018), waaruit een jaargroei resulteert van 2.693 nieuwe PV projecten (afgerond gemiddeld 224 per maand). Vergelijken we die met de cijfers volgend uit de veel eerder gepubliceerde oorspronkelijke maand rapportages (14.430 resp. 16.946), was die groei aanvankelijk 2.516 exemplaren (gemiddeld 210 per maand). Met de gecorrigeerde EOY cijfers bij CertiQ zijn er dus netto 177 nieuwe projecten bijgekomen in 2018, 7% méér (ditto bij het daar van afgeleide maandgemiddelde).

Het nieuwe jaarvolume voor 2017 kwam volgens de maandrapporten uit op 1.898 installaties. In 2018 was dat 2.516 stuks. 2019 zit inmiddels op 4.195 exemplaren netto, 67% meer volume dan in dezelfde periode in het voorgaande jaar. Op het vlak van aantallen is er dus ook een zeer duidelijke groei. Wederom hierbij het voorbehoud, dat totale volumes per jaar achteraf kunnen - en zullen - worden bijgesteld door CertiQ.

2. Capaciteit evolutie van gecertificeerde zonnestroom installaties

Voetnoot bij grafiek: de cijfers voor september 2017 zijn na vragen van Polder PV door CertiQ aangepast.
Voor de reden, zie analyse herziening september 2017 rapportage ! Ook voor juli 2019 is het aanvankelijk op 1 augustus 2019
verschenen maandrapport na interventie door Polder PV fors neerwaarts gecorrigeerd in een later gereviseerde versie.

In vergelijking met de groei van de aantallen nieuw geregistreerde gecertificeerde PV projecten (vorige grafiek), gaat het bij de netto toegevoegde capaciteit al langere tijd om opvallende, substantieel grotere volumes dan wat we in eerdere jaren hebben gezien. Met name in 2018 , 2019 en in 2020. Na de heftige revisie van het nieuwe netto volume voor juli 2019 volgde een nieuw, met nog wel wat vraagtekens omgeven historisch record van 270,9 MWp in augustus, wat het vorige record in februari dit jaar (165,0 MWp) naar de annalen verwees. Dat record werd 3 maanden later alweer verbroken in november dat jaar, waarin een maand groei van maar liefst 409,9 MWp werd geregistreerd. Met de ook hoge toevoeging in december dat jaar, kwam het gemiddelde in de maand rapportages twee maal zo hoog uit dan dat in 2018 (paarse stippellijn), op 142 MWp (gele stippellijn). Het gemiddelde in 2018 lag sowieso al véél hoger dan dat in 2017 (23 MWp/mnd, groene stippellijn).

Februari 2020 liet, na januari, ook al een nieuw record volume zien, 204 MWp, 24% boven het volume in die maand in 2019 (165 MWp). Het nieuwe gemiddelde niveau in 2020 ligt, met nog maar 2 maand rapportages, iets onder dat van het hele kalenderjaar 2019 (ruim 130 MWp, blauwe stippellijn), maar dat kan nog flink wijzigen de komende maanden. Daarin zal een combinatie van 3 factoren bepalend zijn: (a) de impact van de gevolgen van de Corona virus epedimie, die een zeer belangrijk deel van de zwaar op China leunende aanbod markt voor enige tijd heeft stil gelegd, wat onherroepelijk gevolgen zal hebben voor de op volle toeren bouwende Nederlandse afzet-markt. (b) Eventuele gevolgen van de ook al langer voortdurende netcapaciteit problemen in ons land, voor met name de grote grondgebonden projecten, en grote rooftops in zogenaamde "congestie gebieden". Tot slot, (c), het succes percentage bij het afwikkelen van de enorme portfolio aan SDE beschikkingen, die binnen relatief korte tijd moet worden gerealiseerd, om te voorkomen dat de toekenningen komen te vervallen. Status 6 januari 2020: 9,2 GWp nog te realiseren, dit is nog exclusief het nog niet bekende volume voor SDE 2019 II. We zijn zeer benieuwd welke factor in deze zeer dynamische periode een doorslaggevende rol zal gaan krijgen bij de progressie van de uitbouw van de grote volumes aan PV capaciteit in ons land. Voorspellingen hier over doen zijn op voorhand gedoemd te stranden in glazebollen getuur, niemand kan inschatten tot wat voor resultaat zo'n complexe markt situatie uiteindelijk zal gaan leiden.

3. Gemiddelde capaciteit & absolute volumes PV projecten (tot en met) februari 2020

Als we uitgaan van de CertiQ cijfers zoals nu gepubliceerd, en "relatief weinig uitstroom" van verwijderde projecten in de data bestanden, en de maandelijkse netto toevoegingen in de februari rapportage combineren met de toegevoegde capaciteit, krijgen we de volgende cijfers. 429 nieuwe installaties, 204 MWp netto nieuwe capaciteit >> 476 kWp gemiddeld per stuk in die maand. Dat is weer een stuk hoger dan de gemiddeldes in de voorgaande twee maandrapporten, wat enkele grotere projecten doet vermoeden. Maar het is nog lang niet zo hoog dan het record van gemiddeld 1.073 kWp in record maand november 2019, toen er kennelijk meerdere grote zonneparken werden toegevoegd aan de databank bij CertiQ.

In absolute zin werden er in de eerste twee maanden van 2020 netto 719 nieuwe installaties toegevoegd met 260,8 MWp, en dus een gemiddelde systeem capaciteit van 363 kWp. Daar zit februari dus, ook met de systeemgemiddelde capaciteit, een flink eind boven.

Voor evoluerend systeemgemiddelde bij de totale accumulatie in het CertiQ dossier, zie paragraaf 8.

4. Kwartaal cijfers CertiQ maandrapportages - 2019 afgerond, tm. februari 2020


Groeicijfers per kwartaal. De volumes voor alle vier de kwartalen in 2019 geven nieuwe records t.o.v. de vergelijkbare periodes in 2018. Achtereenvolgens QI 314 MWp (89% meer volume dan in QI 2018), QII 295 MWp (43% meer dan in QII 2018), resp. QIII, aanvankelijk een nieuw record kwartaal volume, 440 MWp. Wat 115% hoger ligt dan in QIII 2018 (205 MWp). Het laatste kwartaal van 2019 sloeg wederom alle records, met 653 MWp nieuw toegevoegde capaciteit. Een spectaculaire factor 2,4 maal de 274 MWp in QIV van 2018. En ook nog eens anderhalf maal zoveel volume dan in het voorgaande record kwartaal, QIII 2019.

De eerste twee maanden van 2020 kwamen op 261 MWp. Er is nog maar een verschil van 53 MWp t.o.v. het volledige 1e kwartaal van 2019 (314 MWp). Het moet vreemd lopen, als dat kwartaal record niet alweer in 2020 gebroken zal gaan worden, want dan zou de groei in maart zeer laag moeten worden. Ondanks de hierboven al gesignaleerde (grote) problemen, lijkt dat, laten we conservatief zijn, "niet waarschijnlijk".

5. Half-jaar cijfers CertiQ cf. maandrapportages - 2019 afgerond, tm. februari 2020


Let s.v.p. ook in deze grafiek op de disclaimer betreffende mogelijke, nog niet "ontdekte" onvolkomendheden van de CertiQ data. De Y-as geeft de nieuw gerapporteerde capaciteiten in MWp, volgens de maandrapportages in de getoonde half-jaren. Op de X-as per kolom de resultaten van de 6 maand rapportages uit de half-jaren (HI = jan. tm. juni; HII = juli tm. december) sinds 2010, tot en met het eerste, nog lang niet afgeronde half-jaar voor 2020. Na de record capaciteit van 1.094 MWp in het tweede half jaar van 2019 is het nog afwachten of het eerste halfjaar van 2020 daar in de buurt gaat komen. In ieder geval is nu al met slechts 2 maandrapportages (en nog 4 te gaan), 43% van het totaal volume van het eerste half jaar in 2019 (608 MWp) bereikt.

6. Kalenderjaar cijfers CertiQ maandrapportages & jaar revisies - tm. februari 2020

Deze nieuwe grafiek heb ik in het vorige maandrapport toegevoegd om het verschil te laten zien tussen de nieuwe kalenderjaar volumes volgend uit de oorspronkelijke maand rapportages (lichtblauwe kolommen), en de volumes die volgen uit de later gereviseerde jaar rapportages (donkerblauwe kolommen). Laatstgenoemde bijgestelde "definitieve" jaargroei cijfers vindt u ook in de inset van de belangrijke verzamelgrafiek in het eerste jaaroverzicht van 2019, die ik begin dit jaar heb opgesteld. De eerste resultaten voor 2019 zijn gearceerd weergegeven, omdat de verwachting is, dat in de komende revisie (mogelijk pas halverwege 2020 of later), het EOY cijfer voor zowel dat, als voor het voorgaande jaar nog zal worden bijgesteld. En, voor 2019, mogelijk ook nog in een later rapport van CertiQ kan wijzigen. Dit naar aanleiding van vergelijkbare bijstellingen van de CertiQ cijfers in voorgaande jaren. De jaar volumes zijn de laatste jaren allemaal opwaarts bijgesteld, in 2018 ging het om maar liefst 7,5% meer jaargroei (915 i.p.v. 851 MWp), dan volgde uit de oorspronkelijke maand rapportages.

De cumulatie van de eerste 2 maandrapporten voor 2020 is rechts uiteraard weer gearceerd weergegeven, daar moet nog heel veel volume bij worden geschreven. Getoonde 261 MWp is wel al bijna even hoog als het hele jaarvolume volgend uit de maandrapportages in het jaar 2017 (273 MWp).

7. Accumulatie van gecertificeerde PV capaciteit


De trendlijn in de grafiek is in deze update (februari 2020) gelijk gehouden aan die voor de voorgaande versie (rood: 5e graads polynoom, "best fit"). Ik heb, gezien de blijvende tempo versnellingen, in een eerdere update al de oude "piketpalen" voor volumes van telkens 400 MWp vervangen voor nieuwe exemplaren voor elke bereikte 500 MWp ("een halve GWp"). Deze zijn met de vertikale blauwe stippellijnen aangegeven.

In 2018 vond er een duidelijke versnelling van de gerapporteerde capaciteiten plaats, culminerend in een record toevoeging in december. In 2019 ging het rap verder met de toevoegingen, van ruim 51 MWp in januari, tot nieuw maand records van, achtereenvolgens, 165 MWp in februari, bijna 271 MWp in augustus, en, tot slot, de spectaculaire, goed zichtbare bijna 410 MWp nieuwe capaciteit in november.

Eind december 2019 bereikte de zonnestroom databank van CertiQ een geaccumuleerde gecertificeerde capaciteit van ruim 3.225 MWp. Dat is eind februari 2020 alweer 3.486,1 MWp geworden, we gaan dus alweer richting de 3 en een halve GWp. Het bereiken van de eerste "gecertificeerde" GWp kostte sinds eind 2009, toen er nog slechts 22 MWp PV capaciteit bij CertiQ bekend was (gecertificeerd), 8 een een half jaar. De tweede GWp heeft minder dan een jaar gekost. De derde GWp is al binnen een periode van 6 maanden toegevoegd (tussen mei en november 2019). Het is een van de belangrijkste redenen, waarom de netbeheerders op talloze plekken in ons land in de problemen zijn gekomen met de beschikbare netcapaciteit: ze zijn compleet overvallen door het enorme tempo van de nieuwbouw van met name de grote PV projecten.

Het bereikte volume van bijna 3,5 GWp in het februari rapport is reeds een factor 158 en een half maal het volume eind 2009 (22 MWp). En al 27 maal het volume in juni 2015 (129,5 MWp), vlak voordat de hoge groei bij CertiQ manifest werd. De tussenpozen tussen het bereiken van de nieuwe "500 MWp" piketpalen bij de geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteiten zijn de afgelopen drie jaar steeds korter geworden. Voor een nieuwe prognose voor medio 2020, gebaseerd op dit diagram, zie de grafiek in paragraaf 9.

8. Evolutie systeemgemiddelde capaciteit bij accumulaties CertiQ dossier


Met de aanhoudend forse groei van de accumulatie van (gecertificeerde) zonnestroom capaciteit, blijft ook de gemiddelde projectgrootte nog steeds sterk groeien in de cijfers van CertiQ. Zoals weergegeven in bovenstaande grafiek, met een "best fit" 4e graads polynoom als trendlijn (rood). Het systeemgemiddelde nam in 2018 al sterk toe, van 46,6 kWp (eind december 2017) naar 89,9 kWp gemiddeld eind 2018. In 2019 groeide het verder, van 91,5 naar zelfs 152,6 kWp, eind december. Eind februari 2020 werd alweer een gemiddelde bereikt van 159,5 kWp. Dit is inmiddels ruim een factor 27,5 maal het gemiddelde begin 2010. En is al een factor 10,6 maal zo hoog dan de minimum omvang waarvoor een SDE "+" project sedert SDE 2011 (volgens wettelijk voorschrift) wordt geaccepteerd door RVO (15 kWp, blauwe stippellijn).

In het maand rapport van maart 2019 is de gemiddelde systeemgrootte bij de accumulatie aan gecertificeerde PV installaties bij CertiQ voor het eerst boven de 100 kWp gekomen. In het december rapport van 2019 is de 150 kWp piketpaal reeds gepasseerd.

De gemiddelde systeemgrootte van de netto toevoegingen in de februari 2020 rapportage lag op een - fors - hoger niveau, 476 kWp (paragraaf 3). Het gemiddeld hoge niveau wordt structureler, omdat er steeds meer zeer grote (druppelsgewijs ook grondgebonden) projecten worden opgeleverd.

Dat het in de grafiek getoonde gemiddelde voor alle geaccumuleerde projecten bij elkaar een stuk lager ligt dan bij de maandelijkse toevoegingen, komt door het blijvend "drukkende effect" van de duizenden kleine residentiële PV installaties uit de eerste 3 SDE regelingen (vaak met een omvang van maar een paar kWp per stuk). De verwachting is, dat dit effect op het totale systeemgemiddelde nog lang zal aanhouden gezien hun volume. Pas als er continu véél, en ook zeer grote fysiek opgeleverde nieuwe SDE projecten gaan cq. blijven instromen bij CertiQ, zal dat effect (deels) worden opgeheven. Daarbij s.v.p. niet vergeten dat de duizenden kleine residentiële installaties ook voor 15 jaar een SDE (2008-2010) beschikking hebben (zie grafiek met de actuele [overgebleven] aantallen per grootte categorie in de eerste update voor 2019). Dus het gros daarvan zal beslist nog tot en met 2023 in dienst zijn, en geregistreerd blijven bij CertiQ. Zonder registratie immers géén (voorschot-betalingen voor) SDE subsidie meer.

9. Totaal CertiQ volume - extrapolatie tm. medio 2020 inclusief versie "revisie jaar cijfers"

Lange tijd werd er in 2019 - voor wie dat aan durfde - over mogelijk 2 GWp nieuwbouw voor heel Nederland gesproken, inclusief de gecertificeerde volumes (bijna uitsluitend SDE projecten), en de grote volumes aan residentiële en niet, of anderszins gesubsidieerde projecten. Dat is inmiddels "gelogenstraft" door de eerste berekeningen van de statistici van het CBS, die al op een volume van 2.402 MWp zijn gekomen. Met daarbij de verwachting van Polder PV, dat dat later dit jaar nog behoorlijk kan worden aangepast (waarschijnlijk: omhoog). Ergo: aanpassingen aan de marktcijfers kunnen aanzienlijk zijn.

Wat zal het dit jaar, 2020 gaan worden ? Daar over doen nog zeer grove speculaties van "mogelijk 3 GWp" de ronde. Ook rijst de vraag wat het volume zal gaan worden binnen de steeds belangrijker wordende "deel-markt", de gecertificeerde installaties ge-administreerd door CertiQ. Hier onder doe ik daarvoor wederom een nieuwe extrapolatie tot en met medio 2020. Dit, n.a.v. de blijvend hoge groei bij de accumulatie van de capaciteit van het afgelopen half jaar. Ook in deze versie tm. de februari 2020 rapportage wederom een afschatting op basis van een extrapolatie van de gereviseerde EOY jaar cijfers van CertiQ. Daarbij gelieve wel het eerder geschetste voorbehoud van onzekere factoren (impact Corona virus epidemie, netcapaciteit problemen) in het achterhoofd te houden, het gaat hier om een doortrekking van historische evolutie cijfers. Die dus, als worse case scenario's werkelijkheid gaan worden, ook weer kunnen gaan tegenvallen.


Deze extrapolatie grafiek is vernieuwd. Het resultaat voor februari 2020 is toegevoegd, een lineaire trendlijn tussen eind 2018 (1.523 MWp) en februari 2020 (3.486 MWp) is doorgetrokken naar status medio 2020, uitgaande van de versnelde groei sedert begin 2019. Daarnaast is een "best-fit" curve door de bekende maand resultaten berekend met Excel, en gezien de mogelijk aankomende problemen voor de Nederlandse markt wat behoudender gemaakt dan in de voorgaande update (van 5e naar 4e graads polynoom, rode lijn). In een eerdere versie heb ik ook de gereviseerde EOY jaarcijfers opgenomen in de vorm van een curve met groene diamantjes, waar doorheen een best fit curve (tevens 4e graads polynoom) en prognose "de toekomst in" is getrokken (bijbehorende groene stippellijn).

De lineaire extrapolatie komt nu medio 2020 uit op zo'n 4.050 MWp (in voorgaande versie nog 3.920 MWp). De best fit trendlijn door de maand resultaten komt op zo'n 4.150 MWp (met 5e graads polynoom in vorige versie veel hoger uitkomend, op 4.400 MWp). Als we van deze twee extrapolaties weer, conservatief, het gemiddelde nemen, komen we op ongeveer 4.100 MWp als voorlopige "educated guess" voor het geaccumuleerde CertiQ volume, medio 2020. Weer wat lager dan de 4.160 MWp in de vorige afschatting.

Gaan we, iets riskanter gezien de veel langere prognose periode vanaf het laatst bepaalde, bekende datapunt (EOY 2018 - 1.644 MWp) van de trendlijn door de EOY cijfers voor de door CertiQ gereviseerde cijfers (groene punten, wederom best-fit 4e graads polynoom curve), zouden we op basis van die prognose een stuk hoger uitkomen, op zo'n 4.400 MWp (groen cijfer rechts, ook veel lager dan met 5e graads polynoom in de voorgaande afschatting - 4.820 MWp).

Vanwege de twee verschillende methodieken, lijkt "minimaal 4,1 GWp" aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit, medio 2020 bij CertiQ, momenteel "een reëel scenario". Als er tenminste geen problemen komen bij de uitbouw. Vooral de aanwezige net capaciteit en beschikbaar (kundig) personeel bij de netbeheerders zouden in deze zeer krachtige evolutie beslist beperkende factoren kunnen gaan worden. De gevolgen van de om zich heen grijpende Corona virus epidemie, die een zeer serieuze, zei het tijdelijke impact op de levering van grote hoeveelheden zonnepanelen richting Europa is gaan zetten, zullen als een belangrijke extra remmende factor ingecalculeerd moeten gaan worden. Hierbij is "conservatief rekenen" dus, gezien de markt situatie, noodzaak geworden.

10. Gecertificeerde zonnestroom productie tm. februari 2020

De "gemeten" producties van gecertificeerde zonnestroom worden door CertiQ ook in hun maand rapportages weergegeven. Dit zijn, wederom, altijd minimum inschattingen, omdat er vaak nog de nodige productie cijfers "na worden geleverd". Na het nieuwe historisch record volume in juni 2019, vielen de productie cijfers, met de recente winterperiode, stapsgewijs weer terug, in het ritme van de seizoenen.

In bovenstaande grafiek in magenta de geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteit in de CertiQ databank, cumulerend in, voorlopig, 3.486 MWp in het februari 2020 rapport (geel omrand punt rechtsboven, referentie: linker Y-as). Het tweede record was eerder in juni 2019 gevestigd, zie het rood omrande datapunt in de blauwe curve, rechts bovenaan (referentie: rechter Y-as, in GWh garanties van oorsprong toegekend per maand). Dat gaf al een volume aan van 278,1 GWh (met ook nog forse opwaartse bijstellingen te verwachten). Voor deze maand is nu dus al 68% meer gemeten productie bekend, dan in de "voormalige topmaand" juli 2018 (165,2 GWh). Het ligt in de lijn der verwachting, dat de volumes aan GvO's uit te geven voor minimaal de maanden mei tm. juli 2020 daar alweer in zeer substantiële mate overheen zullen gaan. Aangezien er tegen die tijd een forse hoeveelheid nieuwe capaciteit bij is gekomen, waarvan de extra productie meegenomen gaat worden...

Ook de gecertificeerde productie in augustus 2019 lag, net als het volume in juli, niet ver onder het nieuwe record in juni. Echter, zoals verwacht kon worden, was het daarna grotendeels gedaan met de pret in 2019. De eerste cijfers voor oktober en november gaven nog maar 106 GWh (oktober) resp. 63 GWh aan nieuwe GvO's aan (november), zoals te doen gebruikelijk, een flinke terugval t.o.v. de zomer maanden. Inmiddels lijken we, met de 43,4 GWh in januari 2020, weer op "het winter dieptepunt" te zijn beland (punt rechts onderaan), waarna we weer rap in de versnelling zullen gaan, steil omhoog. Het tot nog toe gerapporteerde volume voor januari 2020 is alweer 60% (!) hoger dan de 27,1 GWh gemeld voor januari 2019. Veroorzaakt door, met name, de enorme nieuwbouw aan capaciteit in 2019 ff, die grote hoeveelheden nieuwe zonnestroom productie heeft toegevoegd aan het volume van de toen reeds bestaande netgekoppelde installaties.

Rechts onderaan in de grafiek zijn de vier meest recente, herkenbare "winter-dips" zichtbaar (blauwe pijlen). Deze worden steeds "hoger", vanwege de continu toenemende capaciteiten, en de daarmee gepaard gaande - relatief geringe winterse - producties in die maanden, die bovenop de producties van de al langer bestaande installaties worden gestapeld. De logische verwachting is, dat, in het komende maand rapport, februari 2020 weer op een veel hoger niveau zal eindigen, dan januari dit jaar. Zelfs als was het een relatief sombere maand, volgens het KNMI.

Zie ook de gereviseerde kalenderjaar cijfers van CertiQ tot en met het jaar 2018 (rapportage op 23 okt. 2019, compleet overzicht zie hier)

Data: CertiQ maandrapportages (maandelijkse analyse updates door Polder PV)

 
 
 
© 2020 Peter J. Segaar / Polder PV, Leiden (NL)
^
TOP