Zontwikkelingen
"oud" |
Nieuws & analyses P.V. pagina 195meest recente bericht boven Specials:
|
actueel
195
194
193 192
191
190-181
180-171
170-161 160-151
150-141
140-131
|
1 november 2024. Zonnestroom productie oktober PV systeem Polder PV - ondergemiddeld in relatief zonnige maand. De zonnestroom productie was bij Polder PV, onder anderen vanwege diverse ouderdoms-verschijnselen, waaronder hardnekkige problemen bij minstens 1 verbinding (1 micro-inverter daardoor slecht functionerend), en ondanks relatief zonnig weer, in oktober, weer ondergemiddeld t.o.v. het langjarige gemiddelde. De balans van alle cijfers vindt u hier onder.
In deze analyse de (geïnterpoleerde) cijfers voor oktober en voor de eerste 10 maanden van 2024, voor het referentie systeem bij Polder PV. Wat sedert de netkoppeling van de eerste vier zonnepanelen, op 13 maart 2000, in de basis, eind oktober 2024, 8.999 dagen in bedrijf is.
De tabel met de gemeten producties van de verschillende "sets" zonnepanelen van Polder PV. Alleen voor oktober in de eerste kolommen, en daarnaast de cumulatie voor de 1e 10 maanden van 2024 (jan. tm. oktober). Naast het opgestelde vermogen in Wp wordt de productie per groep in Wattuur (Wh) vermeld, ernaast de belangrijke afgeleide specifieke opbrengst (in kWh/kWp, hetzelfde als Wh/Wp), waarmee de uit verschillende vermogens bestaande deelgroepjes goed vergeleken kunnen worden. Helemaal rechts, de vergelijkbare staatjes voor de specifieke opbrengsten in oktober, resp. januari tm. oktober 2023, ontleend aan het bericht over die maand, op de Polder PV website.
In oktober waren, wederom, de kleine Kyocera set (2x 50 Wp op 1 OK4E-100 micro-inverter), resp. de oudste zonnepanelen set, 4x 93 Wp Shell Solar modules, de best performers, met specifieke opbrengsten van 58,9 resp. 57,4 kWh/kWp. De Kyocera set zat daarmee op ruim 29% boven de productie in oktober 2023, de oudste vier panelen presteerden bijna 23% meer, maar moesten daarbij, in relatieve zin, het apart op pal zuid gericht setje 108 Wp modules (donkergroene band, 12.129 Wh) voor zich laten, met ruim 28% meer productie dan in oktober 2023. De set 4 achterste 108 Wp modules (oranje band) deed het, met een specifieke opbrengst van 54,8 kWh/kWp, ook goed, met 21,0% meer opbrengst dan in oktober 2023. De 2 problematische panelen (rode band, met donker rood kader, al langere tijd waarschijnlijk een slechte verbinding) hadden de laagste meer-opbrengst t.o.v. oktober vorig jaar, toen die problemen ook al speelden. Met 37,4 kWh/kWp was dat slechts 7,5% hoger. Daarmee wordt ook het "groeps-resultaat" van de eerste set 108 Wp panelen (6 stuks, paarse band) in negatieve zin beïnvloed: dat was 17,3% minder opbrengst dan in oktober 2023.
Het kern-systeem van 10 panelen / 1,02 kWp (lichtgroene band) had een opbrengst van 53 kWh, wat neerkomt op een specifieke opbrengst van 52,0 kWh/kWp. Dat ligt, zoals we konden verwachten a.g.v. de slecht functionerende deelset in die groep, slechts 19,3% boven het niveau in oktober 2023 (43,6 kWh/kWp).
Oktober 2024 was "Zacht, droog en iets aan de zonnige kant" volgens het KNMI, met 126 zonuren t.o.v. het langjarige gemiddelde van 120 voor die maand. Het aantal zonuren was daarbij relatief ongelijkmatig verdeeld over Nederland. Het noord-westelijke kustgebied deed het beduidend beter met gemiddeld 130 zonuren, maar in het binnenland (ZO Nederland) lag het niveau globaal op slechts 105 zonuren. In "landelijk gemiddeld" De Bilt werden 124 t.o.v. gemiddeld 119 zonuren genoteerd.
Vergelijken we de specifieke producties in de eerste 10 maanden van 2024 met die in 2023 (laatste kolom rechts), blijkt 2024 gemiddeld genomen, mede vanwege de al langere tijd spelende structurele problemen bij onze oude PV installatie, beduidend mindere resultaten te laten zien, tussen de -0,8% en -16,1% voor de meest problematische set (rode band). Alleen het Kyocera setje hield nog steeds stand, en wist er tot nog toe 3,0% meer productie uit te persen dan tussen januari en oktober in 2023. Alle veertien panelen bij elkaar produceerden 5,3% minder dan vorig jaar in de eerste 10 maanden. Daarmee is het verschil weer wat kleiner geworden t.o.v. de vorige update tm. september.
Het resultaat voor het 1,02 kWp kernsysteem in 2024 is inmiddels geplot in het welbekende maandproductie diagram, wat Polder PV al vele jaren lang elke maand van een update voorziet.
In deze grafiek alle maandproducties van het kern-systeem van 10 panelen (1,02 kWp) bijeen, met elk kalenderjaar een eigen kleur. 2024 heeft weer een eigen kleurstelling. Tot oktober 2001 waren er nog maar 4 panelen in het eerste systeem, en de producties daarvan zijn dan ook niet vergelijkbaar met de rest van de datapunten. Oktober 2010 was het hele systeem grotendeels afgekoppeld van het net, vandaar de zeer lage waarde voor die maand. Die wordt dan ook niet meegenomen in de berekening van het langjarige gemiddelde per maand, de dikke zwarte lijn in de grafiek.
Afgezien van januari 2024, wat een record opbrengst toonde, is het daarna alleen maar matig tot slecht geweest met de opbrengsten. Wat deels heeft te maken met het zeer sombere, regenrijke weer in het eerste half jaar, gecombineerd met structurele problemen met de verbindingen van de panelen in onze oude installatie. September en oktober kwamen, mede vanwege de relatief zonnige omstandigheden, weliswaar duidelijk sub-gemiddeld, maar niet record laag uit, met opbrengsten van 77,8 kWh resp. 53,1 kWh. Dat was, voor oktober, bijna 6% onder het langjarige gemiddelde van 56,4 kWh. Oktober 2024 ligt daarmee iets onder het midden van de range voor alle jaren (2010 uitgesloten vanwege deels afgekoppeld systeem in die maand).
In deze vergelijkbare grafiek zijn alleen de maandproducties van de laatste vier jaar getoond. Zelfs in zo'n relatief korte periode zijn de verschillen soms groot in de lange zomerse periode. Het relatieve verschil in maart was het hoogst, omdat die maand in 2022 zéér hoog scoorde (zelfs hoger dan de opvolgende maand april). Goed is te zien dat 2024 sterk tegenvallende producties heeft laten zien, afgezien van januari. April en mei bereikten nieuwe laagte records bij de gemeten producties, ook juni en juli vielen flink tegen, al waren het geen laagte records. Augustus kwam iets ondergemiddeld uit, het resultaat van een combinatie van mooi, zonnig weer, met echter een matig functionerende (oude) installatie. September en oktober zaten iets lager dan de langjarig gemiddeld waarden, al was dit voor oktober iets minder ongunstig.
In deze grafiek geef ik de cumulatieve opbrengsten per kalenderjaar voor alle maanden per kalenderjaar, tot en met de maand weergegeven in de titel (momenteel: oktober). De eerste twee jaren gelden niet voor het gemiddelde of de mediaan, omdat er toen grotendeels nog maar 4 panelen aanwezig waren en de producties dus veel lager dan met tien panelen. Het gemiddelde voor de productie in januari tm. oktober is in de laatste oranje kolom weergegeven, en door de horizontale zwarte streepjeslijn, en bedraagt (periode 2002-2024) inmiddels 885 kWh voor dit deel-systeem.
We zien een grote spreiding in de cumulatieve opbrengst voor de eerste tien maanden, met 4 jaren die behoorlijk tot flink boven het gemiddelde uitsteken, en nogal wat jaren er (ver) onder. Het overall zeer zonnige jaar 2003 had bij Polder PV al in februari de macht gegrepen, en heeft haar positie tm. oktober bestendigd, met een cumulatieve opbrengst van 1.025 kWh in de eerste tien maanden (bijna 16% meer dan het langjarige gemiddelde), gevolgd door 2022, 2018 en 2009.
De opbrengst in januari (hoge productie), februari (zeer lage productie), en maart 2024 (beduidend ondergemiddeld), april en mei (laagste scores ooit), tegenvallend juni en juli, iets ondergemiddeld producerend augustus, en daarna weer verder wegzakkend, in accumulatie eind oktober slechts 773 kWh, geeft, in totaal bezien, voor Polder PV's grootste deel installatie, voor de 8e maand achter elkaar, het slechtste cumulatieve resultaat in de volledige productie periode sedert 2002. Dat is 12,7% lager dan het langjarige gemiddelde. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door (een) slechte verbinding(en) bij (minimaal) een paneel, natuurlijk in combinatie met de niet erg beste weers-omstandigheden in de eerste twee kwartalen.
In bovenstaande grafiek is wederom de mediaan waarde voor de jaren 2002 tm. 2024 weergegeven, in de vorm van de horizontale, magenta streepjeslijn. Deze waarde ligt iets onder het gemiddelde, op een niveau van 871 kWh. De productie in januari-oktober 2024 ligt 11,3% onder deze mediaan waarde.
In deze grafiek zijn de voortschrijdende cumulaties van de energie (stroom) productie van het 1,02 kWp basis-systeem te zien, met elk jaar een eigen kleur. We zien voor het jaar 2023 (lichtgele kleurstelling), na aanvankelijk een gemiddelde start in januari-februari, dat, vanwege problemen met de installatie, de curve duidelijk onder het langjarige gemiddelde (zwarte streepjeslijn) duikt, in juni een korte opleving laat zien, om vervolgens weer weg te zakken, naar een voorlaatste positie, eind van het jaar. Rekenen we 2010 als niet representatief jaar (dakrenovatie, anderhalve maand niet gerealiseerde productie), is 2023 tot nog toe dus het slechtste productiejaar in de lange historie van Polder PV geworden, met een jaaropbrengst van slechts 868 kWh voor deze deel-installatie. Dat is 2% lager dan het tot nog toe laagste productie tonende "normale" jaar, 2012 (885 kWh).
De cumulatieve jaarproducties van de twee hoogst (2003 en 2022), en slechtst presterende jaargangen (2023, 2012) zijn rechtsboven naast de Y-as weergegeven, om een indruk van de spreiding te geven.
2024 begon aanvankelijk weer met een zeer hoge, "bijna record" opbrengst in januari, maar door de soms zeer sombere maanden in met name de eerste jaarhelft werd het cumulatieve resultaat weer duidelijk gedrukt. Gezien de slechte conditie van de installatie, én het zeer teleurstellend verlopen weertype in het eerste half-jaar, is het onmogelijk dat dit in de laatste 2 maanden nog goed gaat komen. Tot en met oktober kwam de productie op een nieuw laagte-record, 773 kWh (gemiddelde over alle jaren: 880 kWh). We stevenen dus af op een "all-year-bad" laagterecord, in 2024. Such is life, niets om je druk over te maken. Het blijft in ieder geval "veel meer dan niets".
Data Anton Boonstra, Siderea.nl, NKP, Energieopwek.nl
Boonstra had al voor het eind van de maand reeds 2 voortschrijdende grafiekjes van de cumulatieve instraling voor oktober voor weerstations Eelde en de Bilt, waaruit al bleek dat deze maand dit jaar behoorlijk zonnig is geweest (zie tweet van hem van 30 oktober jl.). Hij publiceerde op 2 november weer de volledige set van 4 kaartjes met de instraling en productie in oktober, en in de 1e 10 maanden van 2024, per provincie bepaald van opgaves van het KNMI, en het PVOutput.org portal, van 1.232 grotendeels residentiële installaties (links in bronnen overzicht, onderaan).
De horizontale instraling in oktober 2024 lag in Nederland gemiddeld 9,2% hoger, dan in dezelfde maand in 2023, met gemiddeld 56,0 kWh/m², en een redelijk gelijkmatige spreiding over het land. De extremen lagen voor die maand tussen de 53,0 kWh/m² (Gelderland), en 59,2 kWh/m², in Zeeland. De relatieve verschillen met oktober 2023 lagen tussen de -4,6% in Limburg, en een forse +24,0% in Groningen.
De gemiddelde specifieke productie opbrengst (van grotendeels residentiële installaties) lag voor heel Nederland op 48,4 kWh/kWp in oktober 2024, wat, volgens Boonstra, 9,7% hoger lag dan in oktober 2023. De extremen lagen in Fryslân (45,5 kWh/kWp), resp. 51,3 kWh/kWp in vaak hoog scorend Zeeland (productie bijna 13% meer dan in Fryslân). De relatieve verschillen met oktober 2023 waren in negatieve zin het grootste in Limburg (-7,8%), en in positieve zin in Groningen, met maar liefst 30% meer productie. In Polder PV's provincie Zuid-Holland was de gemiddelde specifieke productie 48,5 kWh/kWp in oktober 2024. Polder PV's oude installatie deed het, wederom verrassend, gezien de structurele problemen met de installatie, met gemiddeld 52,0 kWh/kWp, weer beter dan het provinciale gemiddelde (eerste tabel aan het begin van dit artikel). De Kyocera set haalde, met 58,9 kWh/kWp, zelfs ruim 21% meer, dan dat provinciale gemiddelde.
Voor de cumulatieve instraling in de maanden januari tm. oktober liet Boonstra uiteraard ook weer een kaartje zien. Nog steeds blijft 2024 achter t.o.v. het voorgaande jaar, het verschil is echter weer, door de relatief zonnige oktober maand, wat afgenomen. Over heel Nederland was de totale horizontale instraling 1.019,5 kWh/m², wat inmiddels 5,7% lager is dan het niveau in jan.-okt. 2023 (NB: in de periode jan. tm. juli was het nog 9,1%, in jan. tm. sep. 6,5%). De tweede jaarhelft heeft dus al een stuk goedgemaakt t.o.v. het de behoorlijk natte, sombere, eerste helft van het jaar. Limburg bljft "met stip" rode lantaarndrager, met maar 983,5 kWh/m², op afstand gevolgd door buurprovincies Gelderland en Noord-Brabant. In de eerste tien maanden blijft NW Nederland duidelijk voorop lopen, met Noord-Holland, met 1.053 kWh/m² (7,1% meer instraling dan in Limburg, het verschil is weer wat verder geslonken), Fryslân (1.042 kWh/m²) en, ex aequo, Zuid-Holland en Zeeland (beiden 1.029 kWh/m²) als relatief instralingsrijke provincies. In relatieve zin lagen de verschillen met de periode januari - oktober 2023 tussen de -8,5% in Limburg, tot -3,7% in Drenthe.
Kijken we naar de PVOutput.org installaties, is de gemeten (specifieke) productie in de eerste 10 maanden van 2024 gemiddeld 788,1 kWh/kWp geweest, wat alweer 7,6% lager is dan de productie in die periode in 2023. In september was de delta tm. die maand nog 8,6% lager; het verschil is daarbij dus weer wat kleiner geworden. Utrecht heeft nog steeds de laagste cumulatieve opbrengst (gemiddeld 763 kWh/kWp), gevolgd door Fryslân, Noord-Brabant, en Drenthe (769, 774, res. 777 kWh/kWp). De voorsprong van de installaties in Zeeland op die in Noord-Holland is in relatieve zin ongeveer gelijk gebleven, met gemiddeld 837 (t.o.v. 827) kWh/kWp.
De gebreken bij de oude installatie van Polder PV blijven de opbrengsten in Leiden fors drukken. De gemeten specifieke opbrengst van 758 kWh/kWp in de eerste 10 maanden (tabel bovenaan dit artikel), blijft een flink eind onder die van het gemiddelde in zijn provincie, Zuid-Holland, steken (799 kWh/kWp). Zowel de Kyocera set, als de oudste vier zonnepanelen, produceerden echter wederom meer dan het provinciale gemiddelde.
In relatieve zin waren de (negatieve) verschillen met hetzelfde tijdvak in 2023 als volgt. Het laagste verschil werd, wederom, in Groningen vastgesteld (-3,8%, met Fryslân en Noord-Holland, -5,0%, resp. -5,3%, op de 2e en 3e plaats). Het hoogste verschil werd deze keer vastgesteld in Limburg en Noord-Brabant (-10,0% resp. -9,7%).
Verschillen
instraling vs. productie
Voor de periode januari tm. oktober blijven de negatieve verschillen van
de gemeten producties wederom groter t.o.v. dezelfde periode in 2023,
dan bij de instralings-data. Dit is al langere tijd zo, en is waarschijnlijk
terug te voeren op extra problemen, zoals tijdelijk uitvallende omvormers
bij netspannings-problemen in met name laagspanningsnet - gebieden (woonwijken
e.d.), en vermoedelijk ook, actieve uitschakeling van PV installaties
bij klanten met een dynamisch stroom contract, in periodes met negatieve
stroomprijzen. Deze problemen zullen vermoedelijk stapsgewijs gaan toenemen.
Wel byzonder is, dat voor alleen oktober, de meeropbrengst (+9,7%) iets groter blijkt te zijn dan de extra hoeveelheid instraling (+9,2%) t.o.v. dezelfde maand vorig jaar. Dit kan een incident zijn, normaliter blijft ook de maandopbrengst in relatieve zin achter bij de gemeten instraling, de laatste jaren.
Siderea verwijst al enige tijd voor hun opbrengst prognoses naar de nieuwe, interactieve Landelijke Opbrengst Berekening, met meer datapunten dan vroeger werden vermeld. De methodiek bij Siderea is verder verfijnd, zie het separate bericht onderaan. Dit werkt ook door in de resultaten op de LOB pagina. Deze resultaten worden ook apart weergegeven in een separaat tabblad.
Siderea stelt in zijn blog voor oktober 2024: "De stroomproductie uit zonnepanelen was in oktober 2024 circa 5% hoger dan het langjarig gemiddelde (okt 2001-2020)". Er wordt op de LOB pagina gerekend met haalbare specifieke opbrengsten van 55 (Noord Limburg) tot 67 kWh/kWp (Zeeland), voor goed werkende installaties met "gemiddelde oriëntaties", ZW of ZO. Tot waarden van 61 kWh/kWp tot 76 kWh/kWp voor dezelfde locaties, voor installaties met optimale oriëntaties. Meetstation Winterswijk (in rode cijfers weergegeven) had kennelijk nog geen volledige datareeks.
Voor de langjarige periode 2001-2020 berekende Siderea voor oktober haalbare opbrengsten, tussen de 57 kWh/kWp (Veluwe en zuid Drenthe) en 61 kWh/kWp op een drietal locaties (Zeeland, Oost Brabant, en westelijk Gelderland) voor "gemiddelde oriëntaties", en 69 kWh/kWp voor "optimale oriëntaties", voor Zeeland en Oost Brabant.
Voor de periode jan.-okt. 2024 zijn alle data nog rood gekleurd, en, kennelijk, nog niet volledig. Dit kan dus nog wijzigen. Tot nog toe zijn in de Kooy (Den Helder) de hoogst haalbare waarden genoteerd (optimale oriëntaties: 1.007 kWh/kWp).
Zoals eerder al gememoreerd, zijn (finaal berekende cijfers) allemaal ideale gevallen. De meeste van de recenter geplaatste installaties halen deze prognoses niet (zoals al jaren blijkt uit de verzamelde data van Boonstra), omdat ze onder suboptimale omstandigheden zijn gerealiseerd. Bovendien komen tijdelijke afschakelingen, gewild (negatieve stroomprijzen bij dynamisch stroom contract), dan wel ongewild (spanningsproblemen op het laagspanningsnet, a.g.v. hoge penetratiegraad van PV op relatief "dun" uitgelegde netten) vaker voor, wat de werkelijk haalbare jaarproductie onder druk zet bij de getroffen installaties. Dit zal sowieso niet gaan verbeteren, maar eerder nog minder gaan worden.
Extra troubles in the making
Als de dreiging van de nieuwe politieke coalitie bewaarheid gaat worden, en de wettelijke mogelijkheid van het salderen van zonnestroom per 1 januari 2027 wordt stopgezet (inmiddels ook in de Regeringsverklaring opgenomen), zal, in combinatie met de inmiddels al frequent in rekening gebrachte "terugleverheffingen" bij de nodige grote leveranciers, tegen die tijd het (tijdelijk) afschakelen van grote hoeveelheden zonnestroom installaties mogelijk een hoge vlucht gaan nemen, en een flinke impact op de te verwachten specifieke opbrengsten gaan hebben. Weliswaar gaan er inmiddels al stemmen op, om bij afschaffing van de salderingsregeling, óók alle (??) "terugleverkosten" te verbieden, in de Tweede Kamer, maar linksom of rechtsom, zullen alle leveranciers desondanks de aan hen toegewezen allocaties onbalans- en profielkosten te recupereren bij al hun klanten, zonnepanelen hebbend of niet (tweet Polder PV van 16 oktober 2024). Wat dus sowieso ten koste blijft gaan bij hen die geen zonnepanelen (kunnen) hebben, en a-sociale effecten blijft genereren. Het is moeilijk in te schatten hoe "erg" dit probleem zal gaan worden, op de middellange termijn.
Nationaal Klimaat Platform had op 1 november 2024 nog geen maandbericht klaar staan over oktober. Op 4 oktober volgde het ietwat "onrustbarende" bericht met de titel "Weinig wind fnuikt groei hernieuwbare energie", waarin gewag werd gemaakt van een fikse daling van 20% van de windproductie, vanwege een zeer slecht "aanbod" van wind. Gelukkig stond daar een output van 40% meer zonnestroom tegenover, in de berekeningen van Visser cs. Ook al waren er dagen dat dit beeld anders was, de totale productie van energie uit hernieuwbare bronnen stabiliseerde op het niveau van voorgaand jaar in oktober. Dat kwam voor alleen elektra op 43% van de totale productie uit. Bij meetellen van "berekend aandeel afschakelen" zou dat op 45% zijn gekomen. Wat iets lager was dan de 48% berekend voor oktober 2023. Een deel van de oorzaak ligt in een gestegen stroomvraag. Die was vorig jaar nog 5% lager, maar lag in oktober 2024 weer op "pre-crisis-niveau".
Door tijdelijke overproductie, werd er soms meer dan de stroomvraag per dag opgewekt. Wat resulteerde in 47 uren dat, volgens de heer Visser, grotere zonnestroom en windenergie producenten, waarschijnlijk hun installaties hebben afgeschakeld, bij ongunstige marktprijzen van 1 cent per kWh of lager. Visser berekende in zijn "virtuele waterstof elektrolyzer" model, dat daarvan 14 uren geschikt zouden zijn geweest om rendabel waterstof te produceren. Dat had tm. oktober geleid tot 1.372 "geschikte" uren voor (grootschalige) elektrolyse, en daarmee 19% van de tijd economisch haalbaar draaibaar. Visser vertaalde dat in voldoende potentieel voor de verzorging van warmte en heet tapwater voor 8.000 woningen. Indien hybride warmtepompen aanwezig zouden zijn, zou het zelfs om 27.000 woningen gegaan kunnen zijn.
De actueel berekende data zijn tegenwoordig te raadplegen via het Nationale Energie Dashboard, zie ook het artikel van 21 maart 2024, op Polder PV. Eerder leek te worden gesuggereerd, dat de energieopwek.nl site in de 2e helft van 2024 wordt opgeheven, en in het NED zal worden ondergebracht. Op 1 november 2024 is deze echter nog steeds actief, zie hier onder.
Energieopwek.nl
De brondata voor het Klimaatakkoord, Nationaal Klimaat Platform, en het Nationale Energie Dashboard, worden als vanouds berekend door de computers van En-Tran-Ce van Martien Visser (energieopwek.nl website). In oktober 2024 werd het hoogste gemiddelde vermogen voor de berekende zonnestroom productie al op de 5e bereikt, met een berekende output van gemiddeld 3,95 GW over dat etmaal. In 2023 lag het hoogste niveau in die maand op 2,96 GW, op 1 oktober. Te zien is, aan de berekende producties, dat ze hard achteruit gaan, wat uiteraard te maken heeft met een combinatie van steeds minder gunstige zonnestanden (lager t.o.v. de horizon), én de veel kortere daglengtes.
De gemiddelde output piek voor oktober 2024 is, uiteraard, geen record voor dat jaar, we zitten immers weer in de herfst, waarin we al lang geen jaar records meer kunnen verwachten. In de voorliggende maanden werden de gemiddelde record waarden bereikt op 1 september (5,1 GW), 12 augustus (6,4 GW), 29 juli (7,0 GW), resp. nieuw record houder 26 juni 2024, met 7,33 GW gemiddeld). In 2023 werd het vorige jaar record, ook in juni, op de 13e vastgesteld op 6,23 GW gemiddeld (aangepaste berekening, bij eerst-publicatie was het namelijk nog maar 5,85 GW).
Het dag-"record" van 5 oktober 2024 komt neer op een berekende zonnestroom productie van 3,95 (GW) x 24 (uren) = 94,8 GWh. Dat ligt alweer ruim 33% (!) hoger dan het hoogste niveau in oktober 2023 (1e: 71,0 GWh).
Voor de maand oktober 2024 werd de hoogste momentane output piek voor zonnestroom door energieopwek.nl midden op de dag niet op 5 oktober (14,32 GW), maar op de 4e aangetikt, op een niveau van 14,39 GW. Dat is uiteraard wel substantieel lager dan de record piek, 19,87 GW, berekend voor 26 juni dit jaar, toen de zon veel gunstiger stond t.o.v. de normaliter vaste zonnepaneel opstellingen in Nederland.
De maximale output waarden in de zomermaanden juni, juli en augustus 2024, lagen alweer flink hoger dan het momentane productie record in 2023. Dat was op 3 juni 2023, waarvoor 16,9 GW piek opbrengst is vastgesteld. De piek op 4 oktober 2024 lag niet heel veel lager. Het record voor 26 juni zal uiteraard het jaar record voor 2024 blijven, omdat de zonnestand midden op de dag al snel veel minder gunstig is geworden. De pieken zullen weer flink lager gaan worden, maar desondanks voor de betreffende maanden hoogstwaarschijnlijk weer record waarden gaan halen.
Bronnen:
Meetdata Polder PV sedert maart 2000
Extern:
Zachte, droge oktobermaand met zonnige perioden (nieuwsbericht KNMI, 31 oktober 2024)
Oktober 2024. Zacht, droog en iets aan de zonnige kant (maandbericht KNMI, 31 oktober 2024, voorlopig overzicht)
De staat van ons klimaat 2023: warmste en natste jaar ooit gemeten (nieuwsbericht KNMI, 31 januari 2024, met link naar volledige rapportage, let daarbij vooral ook op het instralingsdiagram op slide 12 !)
En verder:
Anton Boonstra (grafieken met gemiddelde waarden van KNMI weerstations resp. PVOutput.org, gelumpt per provincie)
2 nov. 2024. Instraling KNMI weerstations, voor oktober 2024, en voor januari tm. oktober 2024
2 nov. 2024. Gemiddelde productie in oktober 2024 t.o.v. ditto 2023 bij 1.232 zonnestroom installaties op het PVOutput.org platform
2 nov . 2024. Gemiddelde cumulatieve productie in jan-okt 2024 t.o.v. ditto in 2023, bij 1.232 zonnestroom installaties op het PVOutput.org platform
Siderea.nl (met name de interactieve LOB berekening pagina)
Update "Siderea PV Simulator". Bericht gedateerd 7 april 2024, over enkele wijzigingen in de berekenings-methodiek bij Siderea
Gemiddelde zonnepanelen opbrengsten in Nederland in 2023: 0,87 kWh/Wp (Solarcare, ongedateerd, januari 2024)
Martien Visser / En-Tran-Ce, meestal met hoogst interessante weetjes in de "grafiek van de dag", een paar recente voorbeelden. Productie data zijn veelal berekend, middels steeds fijnere modelleringen, en - voor PV - gebaseerd op voortschrijdende inzichten in combinatie met meest recente capaciteits-data van het CBS (zie ook deze verklarende tweet):
In oktober 2024 38% meer zonnestroom productie berekend dan voor oktober 2023 (1 november 2024)
De beroemde "worteltjes grafiek". Door kortere dagen "worden de worteltjes dunner" (1 november 2024)
"Aantal uren met minder dan 500 MW [gemiddeld] zon en wind per dag" (31 oktober 2024)
Zonnestroom productie wordt al-tijd onderschat, ook in NL [PBL prognoses, in PJ/jr] (31 oktober 2024)
Aandeel hernieuwbare energie in opeenvolgende rapportages voor 2030 opwaarts bijgesteld. Deel van de reden: energie is duur geworden (30 oktober 2024)
Evolutie van de stroom productie mix in NL door de jaren heen - van fossiel naar steeds meer duurzaam (30 oktober 2024)
Martien claimt lagere specifieke opbrengsten* zonnestroom per jaar t.o.v. suggesties PBL - KEV ivm toename afschakelingen productie installaties (25 oktober 2024)
* Het begrip "vollasturen" bij zonnestroom zal er bij Polder PV nooit inkomen, want 's nachts kúnnen PV installaties fysiek niet werken / produceren
17 oktober 2024: SDE 2023 analyse, RVO data derde kwartaal 2024 - bijna 491 MWp netto realisaties PV projecten sedert 1 juli 2024, en 710 MWp beschikte capaciteit verloren gegaan. Nieuwe jaargroei 2023 voorlopig 1.737 MWp.
Inmiddels is het derde kwartaal overzicht voor de SDE regelingen in het nieuwe jaar bij RVO verschenen, met peildatum (1) oktober 2024, met alle overgebleven beschikkingen en realisaties. In deze analyse wordt het grote zonnestroom deel-dossier weer integraal tegen het licht gehouden. Nieuw toegevoegd werd, t.o.v. de status op 1 juli dit jaar, een netto beschikt vermogen van 491 MWp. Dit ging voor het eerst gepaard met een netto negatieve groei van minus 21 gerealiseerde beschikkingen, met name het gevolg van 222 verdwenen exemplaren uit de oudste SDE regeling, SDE 2008. Sinds de update van 1 juli zijn er in totaal 534 beschikkingen, "goed" voor 710 MWp aan beschikte capaciteit verdwenen. Het grootste verlies was ditmaal te zien bij de SDE 2022 regeling bij de aantallen (minus 189 beschikkingen), SDE 2020 II en SDE 2022 verloren de grootste capaciteit volumes (251 resp. 233 MWp).
De nieuwe realisaties leidden, in cumulatie, begin oktober 2024, tot een volume van 12.183 MWp aan (SDE) beschikt gerealiseerd PV vermogen, verdeeld over inmiddels 30.487 gerealiseerde aanvragen. De netto realisatie van bijna 491 MWp beschikt vermogen in het laatste kwartaal is 14,5% hoger dan de 429 MWp toename in de voorgaande update. Gerekend naar het jaar van oplevering van de afzonderlijke beschikkingen, zou er een zeer voorlopige toename van 1.737 MWp aan beschikte capaciteit zijn geweest in 2023, momenteel 16% minder dan de huidig vastgestelde aanwas in 2022 (2.070 MWp). De verwachting is, dat deze cijfers nog behoorlijk zullen worden aangepast, mede gezien de al langer bekende groei cijfers gepubliceerd door VertiCer (fysieke realisaties gecertificeerde installaties, incl. de SDE markt).
De najaars-ronde van SDE 2018 blijft, met 1.750 MWp aan beschikte realisaties, kampioen van alle SDE regelingen, op behoorlijke afstand van de nieuwe numero 2, de najaars-ronde van SDE 2019, waar inmiddels 1.525 MWp van is gerealiseerd, volgens beschikt volume. Opvallend daarbij is, dat de SDE 2019 II regeling al een realisatie percentage van 78% bij de capaciteit heeft bereikt, het hoogste relatieve aandeel van alle SDE regimes. De laatste officiële SDE "+" ronde, SDE 2020 I, de zesde regeling met meer dan 1 GWp, staat momenteel op een beschikte realisatie van 1.070 MWp. Relateren we de nieuwe volumes aan het opgeleverde (beschikte) vermogen per dag, is er in de huidige versie, voor het totaal van alle SDE regelingen, in het 3e kwartaal van 2024, gemiddeld 5,3 MWp per dag gerealiseerd, duidelijk hoger dan de 4,7 MWp/dag in het tweede kwartaal van 2024.
Onder de overblijvende SDE "+" regimes staan nog maar 61 beschikkingen, resp. 235 MWp capaciteit open. De grootste resterende volumes vinden we onder de voorjaars-regeling van SDE 2020 (43 exx. / 169 MWp).
De verliezen van talloze eerder beschikte projecten blijven ook in de huidige update aanhouden. Voor alleen de SDE "+" regelingen is, mede door het enorme, historisch geaccumuleerde verlies onder SDE 2020 I, al ruim 43% (8.279 MWp) van het oorspronkelijk toegekende vermogen verloren gegaan. In totaal is er bij alle ooit toegekende SDE beschikkingen (SDE, SDE "+", en de eerste 3 SDE "++" regelingen, SDE 2020 II, SDE 2021 en SDE 2022, en een drietal eerste uitvallers onder SDE 2023) inmiddels al bijna 12,6 GWp aan beschikte PV capaciteit, verdeeld over dik 29 duizend oorspronkelijke beschikkingen verdwenen. Hiermee heeft de omvangrijke PV sector reeds een maximale marktwaarde aan subsidies van bijna 10,7 miljard Euro laten verdampen sedert de start van de eerste SDE regeling, SDE 2008.
Met deze update resteert, tot en met SDE 2023, de vierde officiële SDE "++" ronde, een nog in te vullen, beschikt volume van ruim 6,8 GWp, verdeeld over nog 2.702 overgebleven PV project beschikkingen in dit omvangrijke dossier. Uiteraard is er nog niets bekend van de recent gesloten (10 okt. 2024) aanvraagronde onder SDE 2024, dat komt later pas. Dit artikel behandelt de actuele status update volgens de recentste cijfers gepubliceerd door RVO.
Dit artikel behandelt in ieder geval de status update voor zonnestroom en, kort, thermische zonne-energie, gedateerd 1 oktober 2024. De vorige analyse, voor de status op 1 juli 2024, vindt u hier. Voor een overzicht van alle oudere detail analyses, vanaf mei 2017, zie de opsomming in de introductie van de update van 1 oktober 2023.
In deze meest recente update is bij de opgeleverde capaciteit, door RVO een "officieel" SDE beschikt zonnestroom volume opgegeven van 12.183 MWp (voor peildatum 1 juli 2024 was dat 11.692 MWp), verdeeld over 30.487 overgebleven project beschikkingen. In het overzicht van 1 juli 2024 lag dat laatste nog op een volume van 30.508 gerealiseerde toekenningen, er is dus voor het eerst bij de aantallen een netto negatieve groei vastgesteld van 21 beschikkingen. Dat wordt voornamelijk veroorzaakt door een opvallend hoge uitstroom van 222 beschikkingen uit de oudste SDE regeling, SDE 2008. In de update van januari 2024 werd de piketpaal van netto dertigduizend gerealiseerde beschikkingen gepasseerd.
Onder SDE 2017 II staan er nog slechts 2 beschikkingen open, in een recente update was SDE 2018 I ook al formeel afgerond, voor de SDE "+" (SDE 2011 tm. 2020 I) staan in totaal nog maar 61 beschikkingen open.
In de rating van realisaties zijn er 6 regelingen die meer dan 1 GWp aan beschikte capaciteit hebben staan bij RVO. Steeds vaker verdwijnt er een gering volume per regeling, vermoedelijk vanwege (continue) bijstellingen van de beschikte capaciteiten door RVO. Van boven naar onder zijn de overgebleven volumes nu actueel, achtereenvolgens, SDE 2018 II (1.750 MWp), SDE 2019 II (1.525 MWp), SDE 2017 I (1.492 MWp), SDE 2019 I (1.313 MWp), SDE 2017 II (1.266 MWp), en recente nieuwkomer SDE 2020 I (1.070 MWp).
Er is, tm. de hier besproken RVO update, die alle resterende beschikkingen omvat inclusief de recent toegevoegde SDE 2023, in totaal al een enorm volume van bijna 12,6 GWp, aan beschikte SDE capaciteit, verdeeld over 29.339 beschikkingen, voor zonnestroom verloren gegaan (!) om diverse redenen. Hier wordt verderop in dit artikel dieper op ingegaan. In de huidige update staan, gecombineerd met de gecontinueerde verliezen onder oudere project beschikkingen, en, uiteraard, de in de vorige update nieuw geïncorporeerde SDE 2023 toekenningen, nog resterende volumes open van 2.702 beschikkingen, resp. 6.847 MWp. Vanaf de reeds genoemde exemplaren voor SDE 2016 II en SDE 2017 II, tm. de slechts 43 overgebleven exemplaren voor "grote verliezer" SDE 2020 I (SDE "+"), en de 119 resterende beschikkingen voor SDE 2020 II (SDE "++" flink verlies in de huidige update). Nog maar 536 overgebleven exemplaren voor SDE 2021, en 876 voor SDE 2022 (ook fors verlies aan zowel beschikkingen als capaciteit in huidige update). De 1.110 overgebleven exemplaren van de grotendeels nog ongeschonden SDE 2023 completeren het geheel aan resterend potentieel.
In het huidige artikel presenteer ik zoveel mogelijk de harde, actuele, "officiële" cijfers, mijn commentaar, en interpretaties. En geef ik uiteraard ook weer actuele updates van grafieken en tabellen.
Voetnoot
"negatieve groei"
Zeer veel projecten worden de laatste jaren (soms fors) kleiner gerealiseerd
dan waarvoor ze oorspronkelijk zijn beschikt. Wat waarschijnlijk (deels)
met de grote problemen met aansluitingen, en overgebleven capaciteit
voor grootverbruikers op het net heeft te maken. In ieder geval is
het gevolg de al jaren door Polder PV gesignaleerde trend, dat RVO
de omvang van de gepubliceerde beschikkingen neerwaarts
bijstelt in de meest actuele updates over de SDE regelingen.
Als dit geschiedt bij een SDE regeling, waarbinnen weinig "activiteit"
(lees: nieuwbouw) is geweest sinds de voorlaatste rapportage, kan
het gevolg zijn, dat de totale overgebleven beschikte capaciteit binnen
die regeling lager uitpakt dan in de voorgaande update.
Complete evolutie SDE dossier voor zonnestroom
Update van de grafiek gepresenteerd voor de status van 1 juli 2024, met de nieuwe cijfers voor 1 oktober 2024 toegevoegd (laatste kolom achteraan). Ik heb voor het huidige overzicht wederom de fysieke optelling genomen van de (overgebleven) beschikte volumes van alle gerealiseerde projecten in de recent gepubliceerde spreadsheet van RVO. In deze update zijn de volumes aan gerealiseerde PV beschikkingen van de SDE 2021 en de SDE 2020 II rondes het meest significant gegroeid. De in de vorige update toegevoegde realisaties van de SDE 2023 zijn inmiddels wat duidelijker geworden, en in het kolom segment bovenaan al bijna zichtbaar aan het worden.
De totale groei is in het derde kwartaal van 2024 weer op een behoorlijk niveau gekomen, zoals getoond rechtsboven in bovenstaande grafiek. Deze is, met 490,5 MWp, vanaf de update van 1 juli 2023 het hoogst van de afgelopen 5 kwartalen. De wijzigingen t.o.v. de vorige update zijn als volgt. Voor de details, zie ook de bekende tabel, verderop in deze analyse.
Tot en met SDE 2018 II zijn er, op 3 jaargangen na, neerwaartse correcties van oudere aantallen beschikkingen en capaciteiten doorgevoerd bij de realisaties, waarschijnlijk omdat deze oudere projecten actief zijn uitgeschreven uit de RVO registers. Hier zit een fors volume van 222 verdwenen beschikkingen voor SDE 2008 bij, bij de verdwenen capaciteiten gaat het om relatief geringe volumes tussen de 10 kWp (SDE 2016 II) en 3,1 MWp (SDE 2017 II), wat door de bank genomen op kleine installaties wijst, en/of op aanpassingen van eerder gepubliceerde beschikte capaciteiten. Bij de overgebleven beschikkingen zijn, op SDE 2015 na, álle beschikte capaciteiten neerwaarts bijgesteld. Vanaf SDE 2019 I zijn er bij de realisaties positieve groeicijfers vastgesteld, bij zowel de aantallen opgeleverde beschikkingen, als de capaciteit. Per regeling zijn bij de realisaties de volgende "eind"standen te zien:
Regelingen met (netto) negatieve groeicijfers t.o.v. vorige update. Onder SDE 2016 I is de status realisaties inmiddels op 122 MWp gekomen. De najaarsregeling in dat jaar kwam op 585 MWp uit. SDE 2017 I op 1.492 MWp, en SDE 2017 II op 1.266 MWp. De twee SDE 2018 regelingen kwamen uit op, resp. 787 MWp (voorjaars-regeling), en 1.750 MWp gerealiseerd vermogen (najaar). Laatsgenoemde SDE ronde is nog steeds het meest succesvol bij de gerealiseerde, beschikte capaciteit.
Regelingen met (netto) positieve groeicijfers. De volumes begonnen toe te nemen vanaf SDE 2019. De voorjaarsronde met netto 38,6 MWp nieuwe capaciteit, leidend tot 1.313 MWp capaciteit, gevolgd door de najaarsronde, met 25,5 MWp nieuwe capaciteit, leidend tot een gerealiseerd volume van 1.525 MWp (en daarmee ook de 2e succesvolste SDE regeling op dit punt). 52,8 MWp nieuwe netto capaciteit brachten de laatste SDE "+" regeling, SDE 2020 I, de 6e SDE regeling in de historie waar onder meer dan 1 GWp zou zijn gerealiseerd, inmiddels op 1.070 MWp.
SDE "++" begon met SDE 2020 II, die 170,4 MWp netto nieuw vermogen toevoegde, waarmee de teller op 760 MWp is gekomen.
SDE 2021 (enige jaar ronde) voegde de hoogste volumes in deze update toe, netto 172,3 MWp aan capaciteit. Daarmee kwam de stand op 623 MWp bij de capaciteit. Onder SDE 2022 was de toevoeging bescheiden, 24,8 MWp, resulterend in 163 MWp bij de accumulatie.
Onder SDE 2023, tot slot, werd de eerste merkbare groei zichtbaar, met 13,4 MWp aan netto toegevoegde capaciteit. Daarmee kwam het voorlopig gerealiseerde, beschikte volume op bijna 23 MWp (kleine bovenste segment in de laatste kolom rechts).
Systeemgemiddelde capaciteit bij de realisaties
Als we terugrekenen naar gemiddelde capaciteit per beschikking die in het laatste kwartaal is gerealiseerd zien we, zoals is te verwachten, een behoorlijke spreiding tussen de SDE regelingen onderling. Deze varieert, bij de regelingen met netto groeicijfers, tussen de 372 kWp bij de nieuwe projectjes onder SDE 2023, tot al flinke (gemiddelde) projecten van 8,5 MWp onder de SDE 2019 II (netto 3 realisaties). Onder die laatste opleveringen vallen uiteraard grotere zonneparken en grote rooftop projecten, die de gemiddeldes flink opstuwen.
Totale progressie - realisatie
Omdat er tegelijkertijd ook weer de nodige beschikkingen zijn verdwenen in oudere SDE regelingen, met een opvallende hoeveelheid van 222 exemplaren onder de oudste, SDE 2008 regeling, is het netto effect van alle plussen en minnen, sedert de status in de update van 1 juli 2024, inmiddels voor het eerst bij de aantallen een negatieve groei van -21 ingevulde beschikkingen geweest. Bij de capaciteit domineren, als vanouds, de toevoegingen by far de verdwenen hoeveelheden: er is netto 490,5 MWp toegevoegd sedert de vorige update. Dit is het netto effect van (a) gerealiseerde groei bij meestal recentere SDE regelingen, en (b) de uit de voorgaande bestanden weer verwijderde beschikte capaciteit (diverse redenen mogelijk). Het netto resultaat is bijna 15% hoger dan de 428,5 MWp toename in QII 2024.
Toenames afgelopen updates; evolutie MWp realisaties PV projecten per dag
Achtereenvolgens waren de nieuwe volumes t.o.v. de voorgaande RVO updates als volgt: Tussen januari en juni 2022 een zeer sterke terugval naar een toename van slechts 189 MWp. Een toename naar 584 MWp nieuw beschikt vermogen genoteerd door RVO, tussen juli en begin oktober 2022. In het laatste kwartaal van 2022 werd daar nog eens 505 MWp nieuw beschikt vermogen aan toegevoegd. In het eerste kwartaal van 2023 viel het nieuw bijgeschreven volume terug, naar ruim 317 MWp, in het tweede kwartaal was er weer een stevige toename van ruim 598 MWp, maar het derde kwartaal gaf weer een duidelijke terugval te zien van 331 MWp nieuw netto vermogen. Het laatste kwartaal van 2023 gaf weer een positief resultaat van 468 MWp. De eerste 2 kwartalen van 2024 kwamen iets lager uit, 437 MWp, resp. 429 MWp. Juli tm. september 2024 liet weer een behoorlijke aanwas zien, van 491 MWp, ruim 48% meer dan de toename in QIII 2023.
Als we, voor een eerlijker vergelijking, terug rekenen naar het aantal dagen tussen de peildata, (die behoorlijk kunnen verschillen, zie de afstanden tussen de updates in de grafiek), komen we met de volgende bevindingen. In het kwartaal tussen april en juli 2022 was de groei sterk ondermaats, slechts 2,1 MWp gemiddeld per dag. We moeten naar de update van 4 oktober 2018 teruggrijpen voor nog lagere relatieve groeicijfers (iets lager dan 2 MWp/dag). Dat is ruim 5 jaar geleden, dus dat zegt wel iets over de status quo in de recente projecten markt. Tussen juli en oktober 2022 hadden we tijdelijk weer een hoog niveau te pakken, van gemiddeld 6,3 MWp/dag. Gevolgd door een iets lager, maar nog steeds hoog niveau, van 5,5 MWp/dag tussen begin oktober en eind december 2022. In het eerste kwartaal in 2023 viel het verder terug naar gemiddeld 3,5 MWp/dag, maar in het tweede kwartaal was er weer een gezonde groei van de bijschrijvingen, van gemiddeld 6,6 MWp/dag. Dat is in het 3e kwartaal echter weer terug gevallen naar een niveau van gemiddeld 3,6 MWp/dag, en in het laatste kwartaal weer toegenomen naar gemiddeld 5,1 MWp/dag. In de eerste 2 kwartalen van 2024 zakte dat weer in, naar gemiddeld 4,8, resp. 4,7 MWp/dag. Het derde kwartaal kwam het beste uit dit jaar, en ook hoger dan QIV in 2023, met een gemiddelde toename van 5,3 MWp/dag.
Genoemde 5,3 MWp gemiddeld per dag in het SDE dossier komt uiteraard bovenop andere realisaties bij projecten die andere incentives kennen (zoals EIA, SCE - "postcoderoos 2.0", subsidies voor sportinstellingen, VvE's, MIA / Vamil, Dumava, etc.), of zelfs helemaal geen subsidies. Zoals vaak bij nieuwbouw projecten, waarin eventuele PV daken in de bouwsom worden meegenomen. Dit nog exclusief de inmiddels flink afgekoelde residentiële markt, de dominante aandeelhouder van de "sub 1 MW markt" (recent overzicht hier), inclusief de grote portfolio's die bij de huur corporaties worden uitgerold (volumes: qua toegevoegde MWp-en onbekend, maar groot).
Voor de evolutie van deze relatieve maatvoering in uitsluitend het RVO - SDE dossier, heb ik een nieuwe versie van de bekende grafiek hier onder getoond:
Deze grafiek toont de gemiddelde groei van de nieuwe capaciteit per dag tussen twee RVO updates, daarbij rekening houdend met het aantal dagen tussen de peildata van de gepubliceerde rapportages. Tm. 2015 gebeurde er relatief weinig, met de laagste toename eind 2013 (22 kWp gemiddeld per dag nieuw volume gerealiseerd in die periode). Vanaf 2016 zijn de administratieve bijschrijvingen in de SDE gedreven projectenmarkt merkbaar gegroeid, vielen ze in Corona jaar 2020 kort terug, en lieten daarna nog sterkere wisselingen van het tempo te zien. Om te culmineren in het eerste kwartaal van 2022, met een record niveau van gemiddeld 8.776 kWp per dag toegevoegd in die periode. Het tweede kwartaal was heel wat minder actief, er volgde nog een "piek" van 6,3 MWp/dag in het derde kwartaal. Daarna namen de gemiddelde volumes weer sterk af, naar 3.527 kWp/dag in het eerste kwartaal van 2023. In het tweede kwartaal werd er gemiddeld weer een bijna dubbel zo groot volume bijgeschreven, 6.575 kWp/dag. De vijfde hoogste toename in de administratie historie van de SDE regelingen. Het daar op volgende QIII viel echter weer terug naar het niveau van QI 2023, met 3.593 kWp/dag gemiddeld nieuwe realisaties, gevolgd door alweer een opleving, van 5.086 kWp/dag in het laatste kwartaal van 2023. QI en QII 2024 zakten verder terug, naar 4.804 resp. 4.709 kWp/dag gemiddelde nieuwe toevoeging. Het derde kwartaal veerde weer duidelijk op, met 5.332 kWp/dag gemiddeld.
Alles bij elkaar opgeteld is er inmiddels, binnen het SDE dossier, voor een beschikt volume van 12.183 MWp aan "officieel gerealiseerde" PV-projecten, en dus met "ja vinkje" in de gepubliceerde lijst, bekend bij RVO, die een (of meer) SDE beschikking(en) hebben. Zoals te zien bovenaan de laatste kolom in de eerste grafiek in dit artikel. In werkelijkheid is er echter al meer aan het net gekoppeld, omdat (a) er flinke administratieve vertragingen zijn in de verwerking van data bij RVO, en (b) er ook heel veel projecten zijn die groter uitgevoerd worden dan het gemaximeerde volume in de beschikking, waarvan de "meer-capaciteit" door RVO echter niet wordt geopenbaard. Polder PV heeft hier honderden voorbeelden van in zijn eigen project overzichten.
(Nieuwe) afvallers update 1 oktober 2024
Terugkerend naar de eerste grafiek: bij de oudste regelingen, SDE 2008 tm. SDE 2017 I, plus SDE 2018 I, zal er niets meer bijkomen, er staan geen beschikkingen meer "open" voor die regelingen. Wel zijn er in recentere updates nog steeds, regelmatig, om niet gespecificeerde redenen beschikkingen, soms zelfs voor reeds (lang) gerealiseerde projecten, afgevallen. Redenen zouden kunnen zijn: brand, diefstal, hagel schade, installatie afgebroken, verhuizing / nieuwe eigenaar niet geïnteresseerd in subsidie perikelen, of een onbekende, andere reden. Die verloren gegane volumes zijn hier onder in detail weergegeven t.o.v. de update van 1 juli 2024. Zie ook de bespreking van de uitgebreide update voor de totale volume accumulaties in de tabel verderop.
Let hierbij op, dat het aantal verloren gegane beschikkingen en de capaciteiten beslist niet hoeven te "corresponderen". Zoals eerder in een voetnoot opgemerkt, zie ik al langere tijd, dat RVO zeer regelmatig forse (altijd: neerwaartse) bijstellingen van eerder beschikte capaciteiten doorvoert in haar SDE lijsten, die dus niet gepaard gaan met uitschrijving van de betreffende beschikte projecten. Men dient "projecten" derhalve beter te lezen als "beschikkingen", omdat er regelmatig meer dan 1 beschikking voor een en hetzelfde "PV project" wordt aangevraagd en afgegeven (meestal uit verschillende jaargangen, maar niet noodzakelijkerwijs). RVO besteedde in de "Monitor Zon-pv 2023 in Nederland" ook weer aandacht aan wat zij de "vrijval" van capaciteit noemen, met de nodige cijfers, (9 okt. 2023). Polder PV bericht hier al vele jaren over, en documenteert de volumes op basis van de meest recente RVO data.
Polder PV heeft van projecten met meer dan 1 SDE beschikking honderden voorbeelden in zijn overzichten staan. De grootste projecten, vanaf 500 kWp per stuk, waarvoor SDE beschikkingen zijn uitgegeven in mijn actuele overzicht, 2.784 stuks, hebben gemiddeld zo'n 1,27 beschikking per project. Ook dat is in de sector kennelijk extreem slecht bekend, want je hoort er verder niemand over, en/of de implicaties worden verzwegen. Zelfs door bekende analisten in de markt. Ook bij RVO wordt hier met geen woord over gerept.
In bovenstaand overzicht blijkt de afvoer van aantallen beschikkingen en daarmee gepaard gaande verloren gegane capaciteit als een normale gang van zaken te zijn opgetreden, de meeste regelingen hebben beschikkingen en capaciteit verloren. De grootste volumes in de recentere regelingen. Record houder voor de capaciteit is ditmaal SDE 2020 II, die ruim 251 MWp beschikte capaciteit zag verdampen. Bij de aantallen beschikkingen was het SDE 2008, waar 222 zeer kleine, zeer waarschijnlijk residentiële projectjes, kennelijk actief bij RVO zijn uitgeschreven, omdat de 15 jaar subsidie periode is verstreken. Met dit extra verlies, bovenop de eerder al opgetreden uitschrijvingen, is voor het eerst in de SDE historie, het aantal overgebleven beschikkingen voor de allereerste SDE regeling 2008, nu onder de vierduizend exemplaren gekomen. Momenteel op 3.967 stuks.
De 2e grote verliezer, bij de aantallen beschikkingen, is in deze update SDE 2022, die netto 189 exemplaren kwijtraakte. Dat ging ook weer gepaard met een forse hoeveelheid verlies bij de capaciteit, ruim 223 MWp.
De totale, netto uitval t.o.v. de vorige update betreft een volume van 534 beschikkingen (in de vorige update lag dat veel hoger, 810 stuks), met, een netto verlies van 710,0 MWp aan (oorspronkelijk) beschikte capaciteit. Dat is weer duidelijk hoger dan het niveau in de vorige update (verlies toen ruim 630 MWp). In de update van 1 april 2022 ging zelfs een bizar hoog volume van 4.062 beschikkingen verloren.
Onder SDE 2020 II was in de huidige update bij de capaciteit het verlies het grootst, 251,3 MWp. Dat is lager dan het verlies bij SDE 2021 in de voorgaande update (303,8 MWp). Bij de capaciteit trad in de totale SDE historie het verlies record ook op in de update van april 2022. Toen viel zelfs 1.624 MWp weg, het grootste volume onder SDE 2020 I. In nog oudere updates waren het vooral de twee SDE 2017 rondes die zeer fors moesten incasseren met talloze verdwenen beschikkingen en capaciteiten. De grote klappen werden daarna vooral aan de twee SDE 2018 rondes, SDE 2019 I en SDE 2020 I toebedeeld. Inmiddels begint de wegval ook onder de SDE "++" regelingen significant te worden. De verliezen blijven op een hoog niveau, wat ongetwijfeld te maken heeft met de vele problemen in de oververhitte projecten markt, met de netcapaciteit als permanent etterende zweer die realisaties niet makkelijk maakt. En regelmatig zelfs actueel onmogelijk maakt.
Triest lijstje verliezen, impact wel weer iets minder in huidige update
In de historie van het SDE gebeuren zijn grote volumes aan afgegeven beschikkingen, gerelateerd aan capaciteit verloren gegaan, per RVO update. In de oktober 2023 update heb ik die voor het laatst op een rijtje gezet, zie aldaar. Ook zijn daar de percentages verliezen per regeling gememoreerd. Die vindt u verder ook terug in de grote SDE tabel verderop. Hier komt nu dus weer 710 MWp nieuw verlies bovenop. Om u een idee te geven van de impact van dat laatste cijfer: gerekend met moderne PV modules van 450 Wp (plm. 2,21 m²) per stuk, hebben we het, wat het verlies in de huidige, laatste update betreft, alweer over een niet gerealiseerd potentieel van bijna 1,6 miljoen zonnepanelen, met een gezamenlijke oppervlakte van zo'n 349 hectare, in een periode van 3 maanden tijd...
Uitval totalen en percentages t.o.v. oorspronkelijke beschikkingen
Wat de totale aantallen verloren gegane beschikkingen betreft, zijn de procentuele verliezen momenteel het hoogst: onder de 3 SDE regelingen SDE 2008 (-50,6% t.o.v. oorspronkelijk beschikt), onder de 14 SDE "+" regelingen SDE 2012 (-72,7%), resp. onder de 3 SDE "++" regelingen SDE 2020 II (-66,6%). Bij de capaciteit zijn de grootste verliezers voor deze 3 super categorieën te vinden bij dezelfde regelingen. Dus, wederom SDE 2008 (-44,4%), SDE 2012 (-75,0%), resp. SDE 2020 II (-50,6%). Laatstgenoemde belangrijke regeling, de eerste SDE "++", is dus ook al meer dan de helft van de ooit beschikte capaciteit kwijtgeraakt ...
Het allergrootste deel van de omvangrijke verliezen betreft beschikkingen voor dakgebonden projecten. Toekenningen voor grondgebonden en/of drijvende zonneparken werden in een lange periode zelden terug getrokken, omdat er door ontwikkelaars vaak al veel geld in de plannen was gestoken, er al vroeg netcapaciteit was gecontracteerd met de regionale netbeheerder, en er een grondige (soms zelfs jaren lange) voorbereiding had plaatsgevonden. De meeste grondgebonden projecten met SDE beschikking(en) die in het verleden waren gestaakt, en die Polder PV in een apart overzicht bijhoudt, betreft kleinere projecten, met enkele honderden kWp tot een paar MWp in de oorspronkelijke plannen. Hier is voor het eerst in de update van oktober 2023 verandering in gekomen, toen een behoorlijke hoeveelheid grotere zonnepark beschikkingen waren ingetrokken, en waarvan destijds door Polder PV werd gehoopt, dat ze onder iets minder ongunstige condities, onder SDE 2023 opnieuw konden indienen. Uit de recente analyse van de gepubliceerde SDE 2023 regeling blijkt inderdaad, dat vrijwel het gehele volume aan toen ingetrokken grondgebonden projecten, daadwerkelijk weer een (of meer) beschikkingen onder SDE 2023 hebben weten te verzilveren (analyse PPV).
Voor de eerder gesignaleerde forse uitval onder SDE 2017 was al vroeg gewaarschuwd, door Siebe Schootstra op Twitter (m.b.t. SDE 2017 en 2018, en later wederom m.b.t. SDE 2018). Dit in verband met een geclaimd slecht business model voor bedrijven met hoog eigenverbruik van via een SDE beschikking gegenereerde hoeveelheid zonnestroom, waarvoor lagere subsidie bedragen dan voor directe net-invoeding zijn gaan gelden (rooftop projecten). De verliezen zijn voor alle rondes onder SDE 2017 en SDE 2018 weer iets opgelopen, door extra uitgevallen beschikkingen en capaciteit in de huidige update. Er staan voor SDE 2017 I en SDE 2018 I sowieso geen beschikkingen meer open.
De grote gesignaleerde en gedocumenteerde verliezen in de eerdere updates zijn in ieder geval beslist slecht nieuws, ook voor Den Haag. Alle moeite die voor de hier dus definitief afgevoerde projecten is gedaan, honderden miljoenen Euro's aan SDE subsidie toezeggingen, alle duur betaalde ambtelijke tijd (en flinke consultancy uitgaven voor ontwikkelaars) die hiermee zinloos is verspild: dat alles is voor niets geweest...
Bijna 10,7 miljard Euro misgelopen door de PV sector
Bovendien is het voor de branche organisatie ook zeer slecht nieuws, zeker in de huidige crisis tijd, met de hoge (doch weer afnemende) energie- en grondstof prijzen, flinke problemen bij de uitvoering van - vaak enorme - project portfolio's, grote krapte op de arbeidsmarkt voor gespecialiseerd - en kundig - personeel, en chronische problemen met beschikbare net-capaciteiten. Alle beschikte (overgebleven) PV projecten tm. SDE 2023 hebben een maximale subsidie claim van, inmiddels, bijna 15,2 miljard Euro (over een periode van max. 15 jaar exclusief "banking year"), tm. SDE 2022 is dat momenteel nog 14,2 miljard Euro. In de versie van 1 juli 2024 was het overgebleven maximale subsidie bedrag tm. SDE 2022 nog bijna 14,6 miljard Euro, waarmee inmiddels alweer maximaal 400 miljoen Euro in een kwartaal tijd is verdampt voor de sector. Dat is weer wat hoger dan de 384 miljoen verlies in de vorige update. In april 2022 was er een catastrofaal verlies van zelfs 1.284 miljoen Euro vanwege de enorme hoeveelheid beschikkingen die toen met name voor de SDE 2020 I regeling verloren gingen.
Oorspronkelijk is er vanaf SDE 2008 tot en met SDE 2023 voor zonnestroom maximaal voor zo'n 25,9 miljard Euro aan subsidie toekenningen uitgegeven door RVO en haar voorgangers. Gezien bovenstaande cijfers, hebben de zonne-energie branche, en de talloze niet aangesloten binnenlandse en buitenlandse organisaties die ook PV projecten ontwikkelen, nu al voor bijna 10,7 miljard Euro aan (maximaal haalbare) subsidie beschikkingen voor fotovoltaïsche capaciteit laten liggen. Daar hadden mooie dingen mee gedaan kunnen worden, de afgelopen jaren ...
Het goede nieuws - (nieuwe) realisaties update 1 oktober 2024
Uiteraard zijn er ook projecten cq. beschikkingen tussentijds "volgens de administratieve definities" van RVO gerealiseerd. Deze zijn, per regeling, benoemd in de sectie onder de eerste grafiek in dit artikel.
Bij elkaar is er een totaal van 237 nieuwe formeel gerealiseerde beschikkingen, met een beschikt volume van 497,8 MWp t.o.v. de juli 2024 update toegevoegd tm. de SDE 2023. Tegelijkertijd zijn er echter ook, bij 11 van de oudere regelingen, 258 beschikkingen verdwenen (meeste bij de SDE 2008, 222 stuks). En is er in totaal 7,3 MWp aan beschikte capaciteit afgeschreven. Dit betreft zeer waarschijnlijk deels neerwaartse bijstellingen van kleiner dan beschikt opgeleverde projecten, en/of daadwerkelijk fysiek uitgeschreven project beschikkingen. Bij elkaar genomen is het netto resultaat van al deze wijzigingen, t.o.v. de status in juli 2024, dus, voor het eerst, bij de aantallen netto negatieve groei van -21 met "ja vinkje", resp. 490,5 MWp capaciteit toegevoegd.
Het absolute record bij de capaciteit nieuwbouw was te vinden in de update van 4 januari 2021, toen er netto 891 MWp werd toegevoegd aan de SDE records bij RVO. In eerdere regelingen werden hogere aantallen beschikkingen gerealiseerd, maar die waren per stuk flink kleiner, dan wat er tegewoordig gemiddeld genomen wordt opgeleverd vanuit de SDE regelingen.
Met alle SDE regelingen bij elkaar, was het in de update van 1 januari 2024 voor het eerst in de geschiedenis, dat er meer dan dertigduizend toekenningen de status "realisatie" hebben bereikt, en die niet om een of andere reden weer zijn afgevoerd uit de RVO databank. In de huidige update is dat iets afgenomen, naar inmiddels 30.487 exemplaren.
Disclaimer
Let altijd op, dat de "capaciteit" (deze update, 491 MWp "netto groei" sedert juli 2024) beslist niet het daadwerkelijke, fysiek gerealiseerde volume is, of hoeft te zijn. RVO geeft dat namelijk in de meeste gevallen niet op. Zoals meermalen gesteld, heb ik van talloze projecten met SDE subsidies fors verschillende opgeleverde capaciteiten in mijn spreadsheet staan, die soms wel tot 30% kunnen afwijken van het capaciteit cijfer getoond in de RVO lijsten. Zowel afwijkend naar boven, als naar onder. RVO stelt de laatste paar jaar wel frequent de opgevoerde toegekende projecten middels (neerwaartse !) correcties bij t.o.v. de eerder beschikte volumes. Ze noemen dat "vrijval", maar ze beperken, erg vreemd, het tellen daarvan tot project beschikkingen waarvan de realisatie minder dan 90% bedraagt t.o.v. oorspronkelijk beschikking (capaciteit, zie Monitor 2023). Daar staat tegenover, dat voor projecten die groter worden uitgevoerd dan waarvoor staat beschikt, zeker in het verleden vaak gesignaleerd, RVO de beschikte capaciteiten vrijwel nooit aanpast in hun overzichten. Bovendien kunnen we nog heel wat meer neerwaartse bijstellingen gaan verwachten van reeds opgeleverde projecten, omdat informatie over feitelijke realisaties pas (zeer) laat op de RVO burelen kan arriveren. Die correcties verschijnen dan pas achteraf, in toekomstige updates.
Voor de details van alle wijzigingen en "overgebleven" aantallen bij de verschillende categorieën, en de diverse SDE regelingen, zie de volgende tabel hier onder.
Progressie bij de deel-dossiers van de SDE regelingen
Voor uitgebreide toelichting bij de (inhoud van de) tabel, zie artikel met analyse status 3 april 2017.
^^^
KLIK op plaatje voor uitvergroting (komt
in apart tabblad ter referentie, naast tabblad met tekst artikel)
In deze regelmatig door Polder PV ververste hoofd-tabel alle relevante bijgewerkte zonnestroom cijfers voor de aantallen en Megawatten voor alle (bekende) SDE regelingen, waarbij de vierde SDE "++" ronde (SDE 2023) in de vorige update is toegevoegd, met inmiddels al enkele realisaties. De tabel bevat verder de actuele cijfers van de update van 1 oktober 2024 voor alle oudere regelingen. Links de oorspronkelijk beschikte volumes, in rood de actuele status van wat RVO met de huidige (detail) update nog in portfolio heeft staan, in blauw de daar uit resulterende, verloren gegane hoeveelheden t.o.v. oorspronkelijk toegekend. In groen volgen de fysieke volumes, volgens administratieve normen van RVO geldende "opgeleverde" (gerealiseerde) project beschikkingen. De laatste vier kolommen betreffen de overgebleven hoeveelheden, nog in te vullen (of t.z.t. af te voeren) beschikkingen van de betreffende SDE regimes. Ook wel: de projecten "pijplijn" genoemd.
Zowel voor de aantallen als voor de beschikte capaciteit waren de oorspronkelijke toevoegingen onder de najaars-ronde van SDE 2018 aanvankelijk wederom record hoeveelheden, die de voorgaande records onder de voorjaars-ronde van 2017 hebben vervangen. Het aantal beschikkingen onder de voorjaars-ronde van SDE 2019 had het stokje op dat punt van die van het voorgaande jaar overgenomen, met een record van 4.738 toekenningen door RVO. SDE 2019-II viel echter weer sterk terug, vanwege zeer hoge uitval als gevolg van de extreme overtekening van het beschikbare budget. En het feit, dat door felle competitie met andere projecten, alleen de beschikkingen overbleven die laag hebben ingezet met het betreffende fase bedrag. Dat zijn grotendeels alleen de grotere projecten geweest, talloze aanvragen voor kleinere rooftop projecten zijn binnen die regeling gesneuveld.
De laatste SDE "+" ronde, SDE 2020 I, verzette wederom alle piketpalen. Onder die ronde zijn zowel bij de aantallen oorspronkelijk goedgekeurde beschikkingen (6.882 exemplaren), als de daarmee gepaard gaande toegekende capaciteit (3.440,1 MWp), destijds nieuwe records gevestigd (dikke rode kader voor aantallen). Waarbij ook rekenschap gehouden moet worden met het feit, dat onder SDE 2017 I tm. SDE 2018 II er telkens 6 miljard Euro was te vergeven, sedert SDE 2019 I echter nog maar 5 miljard Euro per ronde (NB: voor álle projecten, niet alleen voor zonnestroom). Op het gebied van de toegekende capaciteit, werd dat record echter al snel verbroken onder de SDE 2020 II regeling, met 3.602,9 MWp aan toegekende capaciteit. Dat was geen lang leven beschoren, want SDE 2021 heeft dat alweer verbeterd naar 3.790 MWp (rood kader), met slechts ruim de helft van het aantal beschikkingen onder SDE 2020 I. Daarbij de voortdurende schaalvergroting in de projecten markt nogmaals benadrukkend: er worden gemiddeld genomen steeds grotere projecten aangevraagd, en toegekend.
Bij de oudere "SDE" voorgangers waren de oorspronkelijk beschikte aanvragen maximaal bij SDE 2008 (8.033 oorspronkelijke beschikkingen), bij de capaciteit was het SDE 2009, die voor de twee varianten bij elkaar ("klein" resp. "groot" categorie) 29,0 MWp kreeg beschikt (dunne rode kaders).
SDE 2022 - SDE 2023
Zowel de SDE 2022 als SDE 2023 hebben geen records gebroken, mede omdat de competitie met andere CO2 verminderende modaliteiten fel was, er al langer structurele netproblemen zijn waardoor in veel gevallen er geen aanvraag voor grote projecten gedaan kunnen worden in veel locaties, omdat de eisen voor zonnestroom projecten steeds stringenter zijn geworden, én omdat de kostprijzen tijdelijk waren gestegen i.p.v. gedaald.
Volgens de Kamerbrief voor SDE 2022 zouden er oorspronkelijk 1.505 beschikkingen voor PV projecten zijn afgegeven, goed voor 1.913,1 MWp, maar bij RVO bleken oorspronkelijk iets hogere volumes te zijn genoteerd, waar verder niets over is geventileerd op de sites van Min. EZK of RVO (zie update juli 2023). Voor deze regeling zijn vanaf de huidige update de startwaarden bij RVO weergegeven onder de "oorspronkelijk beschikte volumes".
Voor SDE 2023 is er geen verschil tussen de opgaves in de betreffende Kamerbrief, en de eerste publicatie van de beschikkingen lijst door RVO.
Wegval beschikkingen en capaciteiten - maar ook opvallend positieve correcties in huidige update
In oranje veldjes heb ik in het blok "overgebleven beschikte volumes" bij de primaire data wederom aangegeven dat er negatieve wijzigingen zijn geweest t.o.v. de status in de voorgaande update (juli 2024, alleen wijzigingen t.o.v. de eerste komma plaats bij capaciteit). Negatieve wijzigingen zijn ditmaal bij de meeste regelingen voorgekomen. Data in de overige "blanco" veldjes zijn niet meer gewijzigd sedert de vorige update van 1 juli 2024.
(a) Verloren gegane beschikkingen t.o.v. de oorspronkelijk toegekende volumes (blauwe sectie in tabel), accumulaties - bijna 12,6 GWp aan capaciteit teloor gegaan
Er is t.o.v. de accumulatie status getoond in de vorige update wederom een fors verlies aan beschikkingen en daarmee gepaard gaande, eerder toegekende capaciteit gesignaleerd. Beschikkingen die, om wat voor reden dan ook, zijn ingetrokken, of die alsnog ongeldig zijn verklaard door RVO, zie ook paragraaf "nieuwe afvallers" hier boven. Voor de langdurig een dominante rol spelende, in een vorige update formeel afgesloten SDE 2014 is na al die jaren in totaal een (theoretische) capaciteit van 313 MWp verspeeld (overgebleven: 2.112 project beschikkingen, 7 minder dan in de vorige update, inclusief latere uitval van realisaties). Het capaciteits-verlies is opgelopen tot 35,5% (aantallen: 29%) ten opzichte van oorspronkelijk beschikt. Nog steeds "lekt" er af en toe wat volume weg uit deze, en andere oudere regelingen.
Deze populaire oudere regeling is op het gebied van capaciteit verlies echter in (extreem) negatieve zin overtroefd door meerdere latere regelingen. Cumulatief gingen daarbij met name de volgende grote volumes aan beschikte capaciteiten verloren:
385,8 MWp onder SDE 2016 II, 641,0 MWp onder SDE 2017 II, 861,9 MWp onder SDE 2017 I, 923,2 MWp onder SDE 2018 I, 1.197,6 MWp onder de voorjaars-regeling van SDE 2019, resp. 1.200,6 MWp onder SDE 2018 II, en, bij fast risers met de capaciteits-uitval, SDE 2021, met al een verlies van 1.605,8 MWp, resp. SDE 2020 II, met 1.822,2 MWp uitgeschreven bij RVO. Absoluut record houder blijft de eerder al regelmatig met catastrofale verliezen geconfronteerde laatste SDE "+" regeling, SDE 2020 I, die er in de huidige update nog een kleine schep bovenop heeft gedaan. Inmiddels is deze regeling, waarvoor ooit 3.440 MWp was toegekend voor zonnestroom projecten, al een record volume van 2.201,0 MWp aan beschikte capaciteit kwijtgeraakt, 64% van oorspronkelijk toegekend volume (gemarkeerd in de tabel). Bij de aantallen beschikkingen was het nog erger, er is al 64,9% van de beschikkingen verdwenen (4.469 stuks). Een waar slachtveld voor die regeling.
De najaars-regeling van SDE 2019 heeft nog een relatief beperkt teloorgegaan volume van 374,2 MWp, maar bekend is dat er voornamelijk (zeer) grote beschikkingen zijn overgebleven, na een grote slachtpartij onder de kleinere rooftop aanvragen vanwege de enorme overtekening in die ronde. De verwachting, dat de meeste van dergelijke grote beschikkingen wel gerealiseerd zouden gaan worden, ook omdat er grote (financiële) belangen bij zullen spelen, is grotendeels uitgekomen. Er staat nog 55,1 MWp open voor deze ronde.
De verliezen voor de in juli 2023 toegevoegde SDE 2022 zijn inmiddels al opgelopen naar 835,5 MWp, verdeeld over 342 beschikkingen. Van de in de vorige update toegevoegde SDE 2023 zijn nog maar 3 verloren gegane beschikkingen bekend, met een hoeveelheid van nog maar 1 MWp aan verloren gegane capaciteit.
Gezamenlijk verloren alle SDE regelingen bij elkaar, "geholpen" door o.a. de massieve verliezen onder SDE 2020 I, 29.339 project beschikkingen met een geaccumuleerde capaciteit van 12.565 MWp. Al ruim 12,5 GWp aan ooit toegekende capaciteit is dus al verloren gegaan. Voor alleen de regelingen onder het SDE "+" regime waren die hoeveelheden 17.155 stuks, wat al sedert de april 2020 update meer is dan het geaccumuleerde verlies van de oude drie SDE regelingen (inmiddels alweer 7.042 beschikkingen teloor gegaan, en/of niet meer ingeschreven bij RVO). Dat is t.o.v. de enorme hoeveelheid oorspronkelijke beschikkingen (36.470 onder SDE "+", incl. SDE 2020 I) al 47%. Kijken we naar de beschikte capaciteit, is het totaal verlies voor SDE "+" 8.279 MWp (!). T.o.v. het oorspronkelijk beschikte volume (19.082 MWp) is dat al een totaal verlies van ruim 43%.
Voor de drie opvolgende SDE "++" regelingen, inclusief de recent toegevoegde SDE 2023) is het verlies al opgelopen tot 5.142 beschikkingen (ruim 51%, dus al een hoger relatief verlies dan onder SDE "+"), resp. 4.264 MWp (34%). Deze cijfers vindt u onderaan in het blauwe veld van de tabel.
Claim Schootstra deels onwaar
Energie specialist Siebe Schootstra plaatste op 5 september 2018 een nogal onrustbarende tweet waarin hij claimde: "dat van de voorjaarsronde van 2018 nog niet de helft gerealiseerd zal worden. Voor 2017 geldt ook zoiets". Wat de aantallen beschikkingen voor SDE 2017 betreft, heeft hij echter al geruime tijd ongelijk gekregen, het realisatie percentage is daar inmiddels al opgelopen naar 62,7 resp. 56,0%, met nog 2 beschikkingen te gaan voor SDE 2017 II. Wat de beschikte capaciteit betreft, is dat voor SDE 2017 I inmiddels op 63,4% gearriveerd (1.492 MWp). De najaars-ronde van SDE 2017 heeft echter al een invulling van 66,3% van de lagere oorspronkelijk beschikte capaciteit bereikt. Dus ook in dat opzicht, heeft Schootstra voor in ieder geval de SDE 2017 regelingen ongelijk gekregen. Er staat bovendien nog een volume van 3,9 MWp open voor SDE 2017 II, dus de relatieve prestatie kan bij de capaciteit nog iets verder gaan toenemen, zelfs als er alsnog uitval zal zijn.
SDE 2018 I heeft 50% inderdaad (net) niet gehaald
De voorjaars-ronde van SDE 2018 is de laatste 2 resterende beschikkingen kwijtgeraakt in een vorige update, en is inmiddels op 49,2% van realisatie t.o.v. oorspronkelijk beschikt volume gekomen bij de aantallen. En is uiteindelijk 54% van de ooit toegekende capaciteit kwijtgeraakt (ingetrokken of anderszins). In ieder geval is voor SDE 2018 I Schootstra's claim correct gebleken, zowel wat de aantallen beschikkingen, als de capaciteit betreft. Dit alles nog zonder aanname van verdergaande uitval van eerder gerealiseerde beschikkingen.
Het totaal verloren gegane volume van 12.565 MWp aan ooit beschikte SDE capaciteit voor zonnestroom (SDE, SDE "+", en eerste, forse verliezen voor SDE "++"), is inmiddels al flink hoger dan de eindejaars-accumulatie in heel Nederland (11.108 MWp), aan het eind van 2020, volgens de meest recente CBS cijfers van 7 juni 2024. Het totale verlies is al 39,8% van de oorspronkelijk beschikte volumes voor al die regelingen tezamen, inclusief de recent toegevoegde SDE 2023 regeling, die nog eens een volume van 3,1 GWp aan beschikte capaciteit inbracht in het totaal.
Aan dit reeds kolossale verloren volume kan beslist nog het nodige worden toegevoegd, gezien de vele "riskante" grote project beschikkingen van de afgelopen rondes in 2019-2023. M.b.t. de aantallen is het verlies al fors groter, 29.339 projecten, 46,9% van oorspronkelijk toegekend door RVO en haar voorgangers. Dat lag aanvankelijk vooral aan de enorme verliezen bij de oude SDE regelingen, zoals hierboven gemeld. Die staan boven de eerste stippellijn in de tabel. Het betreft veelal beschikkingen voor particulieren, maar ook woningbouw projecten die niet zijn doorgegaan, of die om diverse andere redenen zijn ge-cancelled. Helaas is de SDE "+" al langere tijd ook bij de aantallen project beschikkingen massale verliezen aan het lijden, cumulerend in de enorme afschrijvingen onder SDE 2020 I, en de nog steeds optredende behoorlijke verliezen bij andere regelingen. Het SDE "+" regime heeft de hoeveelheden teloor gegane project beschikkingen bij de oude SDE regelingen sedert de update van april 2020 ingehaald. Inmiddels komt dat alweer neer op 17.155 om 7.042 stuks. Onder SDE "++" zien we een vergelijkbare, onrustbarende trend, met al 5.142 afgeschreven beschikkingen, en nog het nodige aan teloor gegaan volume in de verwachting.
Nieuwe grafieken oorspronkelijke versus overgebleven beschikkingen - updates
Om goed zichtbaar te maken wat de volumes aan teloor gegane (beschikte) aantallen en capaciteiten zijn, heb ik in deze analyse wederom de 2 volgende, bijgewerkte grafieken opgenomen.
In bovenstaande grafiek links de stapel kolom met de aantallen oorspronkelijk uitgegeven PV beschikkingen, voor alle SDE (2008-2010), SDE "+" (2011-2020 I), resp. SDE "++" (2020 II-2023) regelingen. Met bovenaan de sommatie van wat ooit is uitgegeven voor solar: 62.528 beschikkingen tm. de in het vorige overzicht nieuw opgenomen SDE 2023. NB: het gaat hierbij niet om "projecten", omdat heel veel project sites meerdere beschikkingen hebben gekregen. In de rechter kolom de hoeveelheden die er in de RVO update van 1 oktober 2024, tot en met SDE 2023, in totaal zijn overgebleven, als gevolg van voortdurende eliminatie van om wat voor reden dan ook weer verwijderde project beschikkingen uit de RVO database (of, in de huidige update, zelfs bescheiden toevoegingen). Er zijn nu nog in totaal 33.189 beschikkingen over. Dat laatstgenoemde totaal cijfer is 53,1% van het oorspronkelijke toegekende volume (blauwe pijl). In de vorige update was dit percentage nog 53,9%. Ergo: bijna 47% van alle oorspronkelijk toegekende project beschikkingen is alweer verdwenen bij RVO.
Vooral de forse verliezen bij de populaire SDE "+" 2017-2018 regelingen vallen hier al op, en, recenter, onder SDE 2020 I, de eerste SDE "++" regeling, SDE 2020 II, en inmiddels ook SDE 2021: De hoeveelheid overgebleven beschikkingen is nog maar 35,1% onder SDE 2020 I. SDE 2020 II heeft haar zelfs in negatieve zin ingehaald, met nog maar 33,4% van oorspronkelijk beschikt volume. SDE 2021 zit nog maar op een resterend volume van 35,4%. Onder de oude 3 SDE regelingen zijn destijds ook al grote volumes verloren gegaan, waarvan de nodige op kleinzakelijke projecten, en bij veel particulieren. Nog steeds "lekken" er ook van de oudste, al lang formeel afgeronde regelingen, af en toe beschikkingen weg, in vrijwel elke RVO update. Zo ook in de huidige, met een flinke toename bij, met name, SDE 2008 (verlies 222 beschikkingen in huidige update). RVO besteedt vrijwel geen aandacht aan de wegval van die oudere, reeds lang geleden opgeleverde project beschikkingen. Van de oorspronkelijk uitgegeven 16.047 beschikkingen voor genoemde eerste drie SDE regelingen zijn er inmiddels nog maar 9.005 over (56%). Hoogstwaarschijnlijk heeft het verdwijnen van met name de oudere beschikkingen te maken met het (bijna) verstrijken van de subsidie termijn (15 jaar vanaf 2008 = 2023), gevolgd door actieve uitschrijving bij zowel VertiCer, als bij RVO.
Voor de feitelijke realisaties t.o.v. de rechts weergegeven overgebleven beschikkingen, zie de nieuwe grafiek onder aantallen in sectie f.
In deze tweede grafiek een vergelijkbaar beeld als bij de aantallen beschikkingen, maar ditmaal met de oorspronkelijk beschikte capaciteit per regeling (in MWp, links), resp. de daarvan overgebleven beschikte volumes in de update van 1 oktober 2024 (ditto, MWp, rechter kolommen stapel). Aan de stapels zijn in de vorige update ook, bovenaan de kolommen, de actuele volumes voor de vierde SDE "++" regeling, SDE 2023, toegevoegd (inmiddels kleine wijzigingen in volume).
In totaal is er, tm. SDE 2023, een spectaculair volume van 31.595 MWp (31,6 GWp) ooit beschikt onder SDE en haar opvolger regelingen, onder de noemers SDE "+", resp. SDE "++". Daarvan zou op 1 oktober van 2024, een volume van in totaal 19.029 MWp zijn overgebleven volgens de RVO boekhouding, een nog steeds relatief hoge score van 60,2% (blauwe pijl bovenaan). In de vorige update was dit nog 62,5%.
Dat het totale percentage, in verhouding tot de aantallen beschikkingen (53,1%, vorige grafiek), zo hoog ligt, komt vooral doordat de verliezen bij de aantallen zeer groot zijn geweest, aanvankelijk bij de drie oude SDE regelingen, en culminerend onder SDE 2020 I. Terwijl de in de vorige update toegevoegde regeling SDE 2023, met oorspronkelijk beschikt 3.128 MWp, weer een behoorlijke positieve impact op de relatieve verhoudingen heeft gemaakt. Al is er inmiddels ook in de recentere regelingen alweer vrij snel een forse hoeveelheid capaciteit verdwenen.
In het "kader" gevormd door de twee lange zwarte stippellijnen heb ik de volumes voor de vier "historisch succesvolle" SDE 2017 en 2018 regelingen weergegeven. Oorspronkelijk was dat een volume van 8.928 MWp, maar daar is inmiddels nog maar 5.302 MWp van overgebleven. Derhalve, een verhouding van ruim 59%. Dat is wat minder dan de ruim 60% voor alle project beschikkingen bij elkaar. Wat aangeeft, dat de verliezen bij deze vier, bij zowel de aanvragen als de beschikkingen succesvolle regelingen relatief hoog zijn geweest. Een nog erger lot gaan de opvolger regelingen SDE 2019 I, SDE 2020 II, en SDE 2020 I tegemoet, waarvoor nog maar 52,4%, 49,4%, resp. 36,0% (!) van de oorspronkelijk beschikte capaciteit van over is.
Voor het feitelijke gerealiseerde volume aan beschikte capaciteit t.o.v. de rechts weergegeven overgebleven beschikkingen, zie de nieuwe grafiek onder capaciteit in sectie f.
(b) Fysieke realisaties per SDE jaar-ronde "volgens de officiële RVO cijfers" (groene sectie in tabel), accumulaties
In totaal is er tot en met de huidige officiële RVO update een volume van 12.183 MWp "SDE beschikt" opgeleverd (bijna 12,2 GWp), verdeeld over 30.487 project beschikkingen, waarbij we de forse interne administratieve vertragingen bij RVO voor lief nemen. De volumes zijn derhalve minimale hoeveelheden, er is aan het begin van het 4e kwartaal van 2024 al veel meer netgekoppelde, (grotendeels) SDE gesubsidieerde capaciteit opgeleverd.
De opleverings-sequentie van de beschikte capaciteiten, en de relatieve percentages in de loop van de tijd, volgens berekeningen n.a.v. de RVO updates, kunt u onder paragraaf (b) in de update van 1 oktober 2023 terugvinden.
Genoemde aantal van bijna 30 en een half duizend opgeleverde beschikkingen geaccumuleerd in de huidige update betreft echter beslist veel minder projecten, omdat er veel sites meerdere beschikkingen hebben, een van vele eigenaardigheden van de SDE regelingen die nooit de pers halen, maar die Polder PV al vele jaren signaleert en inhoudelijk toelicht. Aanvankelijk kwam het merendeel van dat "aantal" uit de oude SDE regelingen, toen duizenden particulieren mee konden doen. Dat is echter al in latere updates omgeslagen naar het SDE "+", en de later toegevoegde SDE "++" volumes, die vrijwel exclusief op en door bedrijven, instellingen, gemeentes e.d. wordt gerealiseerd, achter grootverbruik aansluitingen. Veel grote rooftop projecten hebben meerdere beschikkingen, deels onder dezelfde regeling, deels onder verschillende SDE rondes. Een deel betreft uitbreidingen van eerder gerealiseerde projecten, een fors deel is gewoon opsplitsing van projectplannen voor dezelfde lokatie, verdeeld over meerdere tranches. Hetzelfde geldt voor diverse grote veld-installatie projecten. Alle individuele beschikkingen moeten separaat, fysiek gecertificeerd en geijkt bemeten worden (pers. comm. met, destijds, CertiQ), dus dat gaat vaak om technisch-logistiek bezien nogal complexe bedradings-, en, gezien de hoge capaciteiten die daarmee gepaard gaan, ingewikkelde afzekerings-trajecten.
Alle anderszins gefinancierde projecten, inclusief de al vele honderden PCR of, recenter, SCE ("postcoderoos 2.0") gesubsidieerde installaties die geen SDE "component" hebben, recentere installaties met EIA belasting voordelen, diverse andere subsidie regimes, en ook de projecten zonder enige vorm van directe overheids-subsidie, zult u in de hier geanalyseerde SDE overzichten in het geheel niet terugvinden. Er zullen steeds meer niet-gesubsidieerde projecten worden opgeleverd, en daar vindt Polder PV ook steeds meer voorbeelden van in diverse bronnen. Het is goed om dat in de oren te blijven knopen.
Aandeel SDE t.o.v. latere SDE "+" en SDE "++" regelingen
Het aandeel van alleen SDE op totaal realisatie SDE + SDE "+" + SDE "++" bedraagt momenteel 9.005 (overgebleven !) beschikkingen = 29,5% bij de aantallen, inclusief de SDE 2023 regeling. Dat aandeel was nog 60% in de augustus 2019 update (zonder de SDE 2019 - SDE 2022 rondes), en dit zal stapsgewijs verder blijven dalen, naarmate er meer SDE "+" en SDE "++" projecten zullen worden opgeleverd. Bovendien verdwijnen er nog steeds druppelsgewijs eerder afgegeven beschikkingen, maar dat geschiedt zowel bij de oude SDE, als bij de latere SDE "+" en SDE "++" rondes.
Het aandeel van alleen opgeleverde (overgebleven) SDE beschikkingen is slechts 46,8 MWp op een totaal van momenteel 12.183 MWp (SDE + SDE "+" + SDE "++") bij de capaciteit, is 0,38%. In juli 2017 was dat aandeel nog ruim 10%. Wezenlijk verschillend, dus, van de situatie bij de aantallen beschikkingen.
Dat heeft alles te maken met de enorme schaalvergroting onder de SDE "+" en opvolgende SDE "++" regimes, waar onder de "bovencap" van, ooit, 100 kWp is ge-elimineerd, en er enorm grote projecten werden beschikt, en inmiddels, in een steeds rapper tempo, zijn, en worden opgeleverd. Zoals Zonnepark Harpel / Vlagtwedde, het daar op volgende nog grotere Zonnepark Vloeivelden Hollandia, het recenter opgeleverde grote Dorhout Mees project op de oude golfbaan in Biddinghuizen, en het inmiddels in bouw zijnde Groene Corridor project bij Zwanenburg. Nog grotere projecten staan al enige tijd op stapel, zoals Energielandgoed Wells Meer (Limburgse gemeente Bergen), en het inmiddels al 2 SDE beschikkingen hebbende dubbel-project Eekerpolder, op de grens van Groninger gemeentes Midden-Groningen en Oldambt. Als alle beschikkingen voor de "zon op dijken" projecten van drie ontwikkelaar groepen voor de westkust van de Noordoostpolder (Fl.) bij elkaar worden geveegd, zou je op mogelijk zelfs op een nog groter project volume komen (beschikt ruim 400 MWp). Ik houd de aparte delen daarvan echter vooralsnog gescheiden, vanwege het gesplitste eigenaarschap van die grote deelprojecten.
Relevant in dit aspect blijft, dat de opgevoerde beschikte capaciteit bij RVO zeker bij de duizenden oudere installaties bijna nooit het daadwerkelijk gerealiseerde vermogen van de installaties weergeeft. Daar kunnen behoorlijke afwijkingen in zitten. Bovendien kunnen beschikkingen door RVO later nog aangepast worden. Zo verloor de beschikking voor het bekende, in 2017 opgeleverde Woldjerspoor project van GroenLeven in Groningen maar liefst 6 MWp (!) t.o.v. de oorspronkelijk beschikte capaciteit. Het resultaat lijkt echter, met de huidige update van 1 oktober 2024, nog steeds niet de daadwerkelijk opgeleverde capaciteit weer te geven, volgens de detail project informatie beschikbaar bij Polder PV, het verschil is dik 20%. Er zijn geen andere (al dan niet anonieme) veldopstelling beschikkingen bekend in dit gebied. Ook van talloze andere (grote) projecten heb ik realisaties die (veel) hoger, óf véél lager uitvallen dan de beschikking van RVO in de publiek toegangelijke cijfers toont.
Relatieve recordhouders bij de realisaties
Kijken we bij de realisaties naar de percentages t.o.v. de oorspronkelijke beschikkingen, duiken andere "record houdende SDE jaarrondes" op dan bij de absolute volumes. Voor de "oude SDE" was dat SDE 2009 voor zowel aantallen en capaciteiten (inmiddels, door historische uitval ruim 64 resp. 74 procent van oorspronkelijk beschikt). Hierin zal geen (positieve) wijziging meer komen, die regelingen zijn al lang "afgerond". Alleen wegval van dergelijke projecten zou nog tot kleine neerwaartse bijstellingen kunnen gaan leiden. Waarbij "wegval" beslist niet persé hoeft te betekenen, dat het project is afgebroken o.i.d. Het kan zijn verhuisd (zonder de beschikking "mee te nemen"), of overgenomen, waarbij de nieuwe eigenaar geen trek had in SDE administratie "gedoe", of er zijn andere redenen waarom de beschikking zou kunnen zijn vervallen. Wie weet hoort "fraude" daar ook bij, al hoor je daar nooit iets over in relatie tot de oude, kleine beschikkingen jaren geleden verstrekt.
Voor het SDE "+" regime zijn de "records" inmiddels voor de aantallen (71%) nog steeds de inmiddels afgesloten SDE 2014 regeling, ook al is in absolute zin al in latere updates SDE 2017 I deze ooit populaire regeling voorbij gestreefd, gevolgd door meerdere andere regelingen. Door wijzigingen bij de overgebleven beschikkingen onder SDE 2016 I, heeft deze nu slechts 67,6% t.o.v. oorspronkelijk volume gerealiseerd bij de aantallen. SDE 2015, die SDE 2016 I in een vorige update tijdelijk had ingehaald is, ook door tussentijdse wegval, die positie weer kwijt, en moet het nu nog stellen met 66,7%.
Nieuwe kampioen bij relatief aandeel realisatie capaciteit: SDE 2019 II
Bij de capaciteit is SDE 2015, met nog maar 32 realisaties, en 71,5% t.o.v. oorspronkelijk beschikt, in de huidige update door SDE 2019 II van de eerste plaats verdrongen. Laatstgenoemde regeling heeft namelijk inmiddels al 78,0% van het oorspronkelijke toegekende volume gerealiseerd. Tussentijds is SDE 2014, met 64,5%, ook al voorbijgestreefd door de najaars-ronde van SDE 2017 (66,3%), en SDE 2016 I (68,1%), beiden onder het SDE "+" regime.
Opvallend is de zeer slechte prestatie voor de (ook reeds lang afgeronde) SDE 2012: slechts 27,3% van aantal oorspronkelijke beschikkingen opgeleverd, en zelfs maar 25% van de capaciteit. Uiteraard was er ook maar heel weinig beschikt (oorspronkelijk 17,1 MWp, waarvan er nu echter, na een tussentijdse kleine correctie, maar een bedroevend volume van 4,3 MWp is overgebleven), anders had dat een "ramp-subsidie-jaar" geworden.
De latere regelingen gaan nog spannend worden, mede gezien de enorme verliezen van beschikkingen binnen die rondes, die waarschijnlijk nog verder zullen gaan oplopen. SDE 2017 I is gestrand op 63,4% realisatie t.o.v. oorspronkelijk beschikt, zonder overblijvende beschikkingen. Bij verdere uitval van eerder gerealiseerde beschikkingen kan dat aandeel nog wat uitgehold worden. De najaarsronde van dat jaar zit met de realisaties zelfs al wat hoger, 66,3% bij de capaciteit, met nog maar 3,9 MWp (0,2% van oorspronkelijk beschikt volume) te gaan.
De eerder afgeronde SDE 2016 II is op 60,3% uitgekomen. SDE 2018 II zit op 59,3%, maar daarvoor staat nog maar 2,4 MWp aan beschikte capaciteit open. SDE 2019 I zit momenteel op 52,2% realisatie, en kan, met nog maar 4,4 MWp open staand, nog iets hoger uitkomen bij beperkte uitval. Afgezien van de al genoemde nieuwe record houder, SDE 2019 II, zitten alle recente SDE regelingen bij de capaciteits-realisatie nu nog op beperkte realisatie percentages t.o.v. de oorspronkelijk beschikte volumes.
Gemiddelde beschikking grootte bij de realisaties
In de kolom realisaties ziet u achteraan de uit de aantallen en beschikte capaciteiten berekende gemiddelde omvang per beschikking, volgens de toekenningen van RVO. Hierin is een duidelijk trend van schaalvergroting herkenbaar, die al jarenlang door Polder PV wordt gesignaleerd, in verschillende grafiek updates. Van zeer klein (gemiddeldes van zo'n 2-9 kWp per beschikking onder de 1e 3 SDE regimes), tot fors uit de kluiten gewassen in groeiende tendens onder de "SDE+" regimes vanaf SDE 2011. Groeiend van gemiddeld 48 kWp onder SDE 2011 tot volumes tussen de 216 en 270 kWp gemiddeld in de SDE 2014-2016 I regelingen. Een vorig recordhouder, SDE 2016 II in de april 2020 update nog op 489 kWp zittend, is door de nieuwe, gemiddeld genomen kennelijk kleinere realisaties in de latere updates uiteindelijk een stuk lager uitgekomen, 459 kWp.
In een van de vorige updates is een nieuwe recordhouder opgedoken, de najaars-ronde van SDE 2019, die momenteel op een record van 2.719 kWp gemiddeld per beschikking is gekomen. Dat was ooit slechts 184 kWp, en was in de januari 2024 update nog 2.366 kWp. Dat gemiddelde is dus aanzienlijk gegroeid in de loop van de tijd, er zijn dus zeer forse project realisaties toegevoegd aan dat deel-dossier. Er zijn relatief weinig beschikkingen ingevuld, 561 stuks, maar dat is wel al 57% van de oorspronkelijk beschikte hoeveelheid. Door ook tussentijdse uitval van beschikkingen, staan er nog maar 10 exemplaren open voor die regeling, goed voor maximaal 55 MWp.
Na het hoge niveau van deze najaars-ronde van SDE 2019, vallen de overige gemiddeldes globaal genomen weer terug naar 717 kWp (SDE 2018 II), 573 kWp (SDE 2017 II), 543 kWp (SDE 2017 I), 459 kWp voor SDE 2016 II, en 424 kWp onder SDE 2018 I. De inmiddels 2.370 gerealiseerde beschikkingen van SDE 2020 I, aanvankelijk nog relatief kleinere projecten, hebben inmiddels al een gemiddelde capaciteit van 451 kWp per stuk (volgens beschikking). En zijn dus op dat punt de SDE 2018 I voorbij. Omdat de verliezen binnen deze regeling kolossaal waren, en er nog maar 43 beschikkingen open staan, zal hier vermoedelijk niet veel verandering in gaan optreden.
Voor SDE "++" gelden de volgende overwegingen. SDE 2020 II heeft nog maar 1.085 gerealiseerde beschikkingen, maar daarvan is het gemiddelde flink toegenomen, naar inmiddels al 700 kWp per realisatie. De SDE 2021 zit zelfs al op gemiddeld 798 kWp, voor 781 opgeleverde beschikkingen. Onder SDE 2022 zijn tot nog toe 294 beschikkingen gerealiseerd, met gemiddeld 553 kWp per stuk. Onder SDE 2023 zijn de eerste 68 realisaties typische "beginner" projectjes, met gemiddeld 335 kWp per project (volgens beschikking). Onder SDE "++" lijkt het dus naar verdere schaalvergroting te gaan, t.o.v. de gemiddeldes getoond bij de SDE "+" regelingen.
Voor alle realisaties bij elkaar heeft het gemiddelde per beschikking inmiddels al een omvang bereikt van 400 kWp. In de vorige updates waren die gemiddeldes achtereenvolgens, van "nieuw" naar "oud": juli 2024 383 kWp, april 2024 371 kWp, januari 2024 359 kWp, oktober 2023 347 kWp, juli 2023 338 kWp, april 2023 321 kWp, januari 2023 314 kWp, oktober 2022 300 kWp, juli 2022 287 kWp, april 2022 286 kWp, januari 2022 266 kWp, oktober 2021 251 kWp, juli 2021 245 kWp, apr. 2021 229 kWp, jan. 2021 215 kWp, sep. 2020 184 kWp, juli 2020 175 kWp, apr. 2020 167 kWp, jan. 2020 150 kWp, nov. 2019 138 kWp, aug. 2019 121 kWp, mei 2019 114 kWp, jan. 2019 90 kWp, daar voor 77 kWp. Ook al groeit dat gemiddelde dus continu door, het wordt nog steeds fors gedrukt door de vele kleine residentiële projecten onder de 3 oudste SDE regimes, zoals ook al lang bekend is uit de maandelijks door Polder PV geanalyseerde VertiCer (ex CertiQ) data over de gecertificeerde zonnestroom capaciteit in ons land.
Splitsen we de inmiddels 3 verschillende regimes uit (onderaan in de tabel), is de oude SDE op de gemiddelde overgebleven beschikking grootte blijven steken van 5,2 kWp. SDE "+" heeft een aanzienlijk groter gemiddelde bij de realisaties, inmiddels 549 kWp. Dat is wel nog steeds wat lager dan het gemiddelde volume van alle overgebleven beschikkingen (rode cijfer veld, 559 kWp).
Onderaan vinden we, tot slot, de gemiddeldes bij de 4 SDE "++" rondes, inclusief de recent toegevoegde SDE 2023. Met 704 kWp is dat wederom duidelijk hoger t.o.v. de 587 kWp in de vorige update. Er is nog veel volume (incl. voor veel grotere projecten) te gaan, dus dat kan nog flink verder bijtrekken.
De gemiddelde project groottes bij de overgebleven beschikkingen (rode veld in tabel) zijn, voor de regelingen waarvoor nog (veel) projecten open staan, ook bij de deel regelingen hoger dan die bij de realisaties. Dit komt omdat veel zeer grote projecten nog niet zijn gerealiseerd. Als die worden opgeleverd, zullen ze een opwaartse druk geven aan het systeem gemiddelde van de uiteindelijk gerealiseerde projecten cumulaties.
(c) Realisaties per kalenderjaar
RVO geeft bij de opgeleverde beschikkingen ook het jaar van oplevering weer, indien volgens haar administratieve normen aan alle voorwaarden daartoe is voldaan. Ook al strookt dit niet met de oplevering, zoals VertiCer die hanteert (sterker nog, RVO zet zeer vaak pas "ja" vinkjes, vele maanden nadat een project al lang groene stroom levert, vaak pas in het opvolgende jaar), het geeft wel een interessant doorkijkje naar de evolutie van de (beschikte) realisaties per kalenderjaar. Polder PV heeft daartoe in de update van januari 2024 een nieuwe grafiek gemaakt, met, per kalenderjaar van oplevering, de aantallen projecten, de cumulatieve beschikte capaciteit volgens RVO (MWp), en het gemiddelde capaciteit niveau per beschikking (kWp), volgens de publieke informatie van het Agentschap. Hier onder geef ik de meest recente versie van die grafiek, met de data uit de 1 oktober 2024 update.
In dit diagram zijn uiteraard niet de beschikkingen met "nee" vinkje opgenomen. Dat waren in de 1 oktober 2024 update 2.702 exemplaren, met een verzamelde capaciteit van 6.847 MWp.
Uit deze grafiek, die uiteraard sterk lijkt op het exemplaar voor de administratie van VertiCer (paragraaf 3d in de meest recente analyse), maar die géén projecten bevat zonder SDE beschikking, resulteren de volgende waarnemingen:
De SDE beschikkingen zijn wat aantallen (blauwe kolommen) betreft eerst explosief gestegen, en stapsgewijs afgenomen, vanaf 2008, met de max. in 2009 (2.682 beschikkingen overgebleven gerealiseerd). Dit waren bijna uitsluitend residentiële mini-projectjes, op enkele uitzonderingen na (zoals het met tientallen SDE 2009 beschikkingen "gezegende" Klepperstee veldinstallatie project, opgeleverd in het voorjaar van 2012). De "all-time low" werd bereikt in 2014, met slechts 224 nieuwe opleveringen dat jaar (1 minder dan in de vorige update). Gelukkig was daar de zeer succesvolle SDE 2014, die voor nieuwe energie zorgde, en voor die tijd een record aantal toekenningen. Gaandeweg namen de volumes weer rap toe, uiteraard extra versneld door met name de enorme hoeveelheid beschikkingen voor de SDE 2016 en latere regelingen. De uiteindelijke max. kwam in Corona jaar 2020, met 4.555 opgeleverde, overgebleven beschikkingen dat jaar (1 minder dan in de vorige update). Daarna gingen de volumes rap omlaag, grotendeels vanwege landelijk optredende congestie op de netten. Het realisatie tempo nam flink af, om in 2023 haar voorlopig dieptepunt te bereiken, momenteel 1.101 nieuw opgeleverde beschikkingen, althans, volgens de RVO administratie. In de update van oktober 2024 zijn inmiddels ook al 348 opgeleverde beschikkingen aan kalenderjaar 2024 toegewezen. Waar nog veel volume bij zal gaan komen in latere updates. Deels door grote administratieve vertragingen, deels door toevoegingen later in het jaar.
Bij de capaciteit (oranje kolommen) zien we in het begin nauwelijks "waarneembare" volumes op deze schaal, wat natuurlijk te wijten is aan het feit dat het in het begin om uitsluitend (zeer) kleine project beschikkingen is gegaan. Tot en met 2013 was de max. 21 MWp nieuw volume, in 2011, waarna het weer even inzakte. In 2014 begon het gerealiseerde (beschikte) niveau weer toe te nemen bij de realisaties. Vanaf 25 MWp in dat jaar, waarna het gaspedaal werd ingedrukt, veroorzaakt door de combinatie van vrijgave van de zogenaamde "ondercap" in de SDE systematiek, vanaf SDE 2011, en de daar op volgende enorme schaalvergroting van aangevraagde, beschikte, en daadwerkelijk gerealiseerde projecten (veel trouwens met meer dan 1 beschikking die werd verzilverd). Ook de (beschikte) capaciteit van de realisaties had haar maximum in 2022, inmiddels 2.434 MWp. Opvallend is dat, bij reeds "instortende" nieuwe aantallen gerealiseerde beschikkingen, de nieuwe capaciteit in de jaren 2021 en 2022 nog redelijk "op niveau" bleef, 2.104 resp. 2.070 MWp. In 2023 was het pleit echter voorlopig beslecht, met een duidelijk lager niveau, 1.737 MWp nieuw beschikt vermogen onder de SDE regelingen, 16% lager dan de aanwas in 2022. Dat wil beslist niet zeggen dat dit het "definitieve" cijfer is. Bij RVO worden heel vaak, vele maanden nadat een project daadwerkelijk al netgekoppeld groene stroom staat te produceren, pas een "ja" vinkje gezet. Die administratieve vertraging kan soms oplopen tot langer dan een jaar. Derhalve, kan het volume voor 2023 (en in veel mindere mate mogelijk ook voor 2022 nog) beslist nog enigszins worden bijgeplust. Maar het niveau van de jaren 2021 - 2022 gaat dat jaar vermoedelijk niet halen.
Het nog zeer voorlopig geturfde nieuwe vermogen in 2024 bedraagt momenteel 904 MWp. Dat is al substantieel veel meer dan de 486 MWp bekend in de vorige update. Hier zal sowieso nog zeer veel volume aan toegevoegd gaan worden.
Uit bovenstaande 2 primaire parameters heb ik, zoals te doen gebruikelijk, het gemiddelde vermogen per beschikking per kalenderjaar berekend, weergegeven in de groene curve. In het begin was de gemiddelde capaciteit van de opgeleverde beschikkingen vrijwel niet waarneembaar, maar de lijn begint vanaf 2013 duidelijk te stijgen: de opgeleverde beschikkingen worden continu groter. De curve stijgt tm. 2018, heeft dan even een kleine dip, maar begint vanaf 2020 zeer opvallend verder te stijgen. Let wel: bij instortende aantallen beschikkingen, en stapsgewijs afnemende capaciteiten opgeleverd per jaar. Dit is een perfecte illustratie voor het fenomeen wat ik al jaren signaleer. In recente jaren is er sprake van een enorme schaalvergroting van de daadwerkelijk opgeleverde projecten en beschikkingen. Deze bereikte voorlopig haar maximum in 2023, met gemiddeld 1.578 kWp per opgeleverde beschikking. Het relatief geringe aantal projecten tot nog toe opgeleverd in 2024 heeft een al veel hoger gemiddelde omvang (2.597 kWp), maar dat is nog lang niet representatief voor alle nieuwe beschikkingen die opgeleverd gaan worden in dit jaar. Vandaar dat ik het laatste lijnstuk gestippeld heb weergegeven.
Vergelijking aantallen nieuwe beschikkingen RVO / projecten VertiCer per kalenderjaar
Om te kijken hoe de nieuwe opleveringen, zoals RVO die bijhoudt voor het SDE dossier, zich verhouden tot de gecertificeerde PV projecten, die TenneT/Gasunie dochter VertiCer (opvolger van CertiQ) registreert sedert er Garanties van Oorsprong worden uitgegeven in Nederland (2003), heb ik updates voor twee nieuwe grafieken toegevoegd met een vergelijking tussen de beschikbare data van de twee instanties. Eerst de aantallen beschikkingen / projecten:
In deze grafiek worden de uit de oudere CertiQ, en meer recente VertiCer updates ge-extraheerde aantallen nieuwe gecertificeerde PV-projecten per kalenderjaar (groene kolommen) vergeleken met de uit de vorige grafiek overgezette aantallen SDE beschikkingen die per jaar zouden zijn opgeleverd volgens de RVO administratie (oranje kolommen). Direct valt op, dat de aantallen bij de CertiQ/VertiCer data nu stelselmatig een stuk hoger liggen dan die voor de SDE beschikkingen bij RVO. De laatste liggen op niveaus tussen de 71% (2009) en 92% (2011), tot 93% (2022) ten opzichte van die van VertiCer. In de vorige update was de verhouding voor 2023 nog in het voordeel van de data van RVO, maar ook dat is het inmiddels, met de meeste recente data, in het voordeel van de cijfers van VertiCer omgeslagen, zoals in voorgaande update al was voorspeld.
Voor 2024 is de situatie nog lang niet duidelijk. Voor de data van VertiCer is er zelfs sprake van negatieve groei bij de aantallen, maar dat trekt in latere updates beslist weer bij, zoals hun continu evoluerende historische cijfers tonen. En kan flink positief gaan worden. Veel volume is nog helemaal niet bekend, bij zowel VertiCer, als het achter de feiten aan lopende RVO dossier, dus er is over dit jaar nog niet veel zinnigs te zeggen.
Blijft over de vraag: waar ligt het structurele verschil tussen de RVO en VertiCer data aan?
Bij RVO staan uitsluitend SDE beschikkingen geregistreerd. VertiCer verstrekt Garanties van Oorsprong, ook aan projecten zónder SDE subsidie (!). Daar staat dus sowieso meer volume (ook: aantallen projecten), en kennelijk is dat een behoorlijk, doch van jaar tot jaar wisselend volume.
Mogelijk is er, daarnaast, verschil in de wijze van "tellen". In theorie zou er bij RVO dan méér SDE aantallen kunnen staan dan bij VertiCer, als de laatstgenoemde alleen projecten "per aansluiting" of "per adresnummer" telt. Polder PV heeft immers al lang vastgesteld, dat er meer dan 1 SDE beschikking per adres / project locatie afgegeven kan zijn, wat bij verschil in wijze van "tellen" tot flinke discrepanties kan leiden. Het is echter nog niet duidelijk of zo'n theoretisch verschillende wijze van tellen tot genoemde, soms flinke discrepanties bijdragen.
Ook zouden er, in theorie, verschillen bij zowel de aantallen als de capaciteiten kunnen ontstaan, bij het weer uitschrijven van projecten, uit de (publiek zichtbare) bestanden, zowel bij VertiCer, als bij RVO. Het hangt maar helemaal af van de wijze van administratie, hoe e.e.a. uit zal pakken bij de nieuwe volumes per kalenderjaar, bij beide instanties.
Feit blijft, dat VertiCer stelselmatig, structureel meer volume heeft staan bij de nieuwe aanwas per jaar. In ieder geval bij de aantallen.
Vergelijking capaciteit nieuwe beschikkingen RVO / projecten VertiCer per kalenderjaar
Bij de capaciteit toewijzingen per "jaar van oplevering", zoals getoond in bovenstaande nieuwe grafiek, lijkt, wat bovenstaande betreft, er in recente kalenderjaren een onlogische wijziging in de verhouding te ontstaan tussen de meest recente cijfers van VertiCer, en, voor alleen de SDE beschikte projecten, van RVO.
Tot en met 2020 ligt ook bij de nieuwe PV capaciteit per kalenderjaar, het SDE volume toegewezen door RVO onder dat van alle gecertificeerde PV projecten door VertiCer als opgeleverd beschouwd in het betreffende jaar. Wat in ieder geval strookt met de trend bij de aantallen projecten. Die percentages liggen wel verder uit elkaar, tussen de 31% (2009), 70% (2013), en 96% (2017), resp. vrijwel 100% (2020), een flinke spreiding, dus. In 2021 en 2022 zijn de volumes bij RVO echter groter dan bij VertiCer, de omgekeerde wereld, dus. In 2023 is echter de "klassieke verhouding" weer aanwezig in de huidige data, waarbij RVO inmiddels zelfs véél minder volume heeft staan dan VertiCer momenteel heeft (33%, vorige update nog 31%).
Het kan zijn dat hier deels een andere factor in het spel komt, waar ik regelmatig op heb gewezen. Bij RVO worden namelijk de capaciteiten van SDE beschikkingen waarvan de projecten (veel) kleiner zijn uitgevoerd dan waarvoor oorspronkelijk is beschikt, vooral de laatste jaren neerwaarts bijgesteld. Als een project echter (veel) gróter is uitgevoerd dan waarvoor (oorspronkelijk) is beschikt, wordt dit niet door RVO aangepast. Ergo: capaciteit die wél is gerealiseerd (VertiCer data), maar die niet in de publieke cijfers van RVO is meegenomen, zouden deze verschillen in theorie deels kunnen verklaren, voor 2023. Voor veel projecten uit oudere jaren, zijn capaciteiten vaak niet (meer) aangepast, in de beschikkingen overzichten van RVO.
Een ander aspect wat benoemd moet blijven worden, is dat de cijfers van beide instanties "nogal vloeibaar" blijken te zijn, en van update tot update flink kunnen wijzigen. Vooral bij VertiCer treden regelmatig forse wijzigingen in historische cijfers op, en kunnen dus vreemde verschillen ontstaan t.o.v. de RVO data.
Het kan zijn dat bij latere updates van beide instanties dergelijke nog niet goed begrepen verschillen stapsgewijs zullen verdwijnen, met name voor de jaren 2022-2023. Met dien verstande, dat de algemene trend in ieder geval bij cijfers van eerdere jaren duidelijk is: meer volume (zowel bij de aantallen als bij de capaciteiten) in de VertiCer cijfers, dan bij (alleen) de SDE data van RVO.
Over 2024 is nog niets zinnigs te zeggen. RVO zit op een niveau van 904 MWp toevoeging aan alleen SDE projecten. Bij VertiCer is helaas een gigantische anomalie in de augustus rapportage opgetreden, die nog steeds niet is hersteld (rood omlijnde lege laatste kolom, zie laatste maandrapportage van Polder PV). Over verschillen tussen de twee datasets is dus nog helemaal niets te rapporteren wat hout snijdt.
Project gemiddelde capaciteit verschillen
Een andere observatie is de trend bij de gemiddelde project dan wel beschikking omvang. Bij RVO ontwikkelde de gemiddelde omvang per beschikking zich, bij de nieuwe installaties per kalenderjaar, tussen 1,88 en 2,13 kWp in 2008-2009 (vrijwel uitsluitend residentiële mini projectjes) tot 863 kWp gemiddeld in 2022, en zelfs al 1.578 kWp in 2023. Bij VertiCer is de evolutie vanaf het eerst bekende jaar, 2009, 4,97 kWp, tot 770 kWp in 2022, en alweer 2.125 kWp in 2023 (!). De verwachting is, dat de cijfers in de laatste 2 jaren nog wel behoorlijk kunnen wijzigen, maar de onherroepelijke trend is, en blijft: een enorme schaalvergroting bij de nieuwe PV projecten per kalenderjaar, in beide dossiers.
Mocht u inhoudelijk commentaar hebben op deze observaties, hoor ik die gaarne van u (via het bekende mail-adres).
(d) Actuele portfolio aan overgebleven SDE beschikkingen voor PV (zwarte sectie in tabel), accumulaties
Dit alles (oorspronkelijk beschikt minus verloren gegane beschikkingen cq. realisaties) leidt tot een "overgebleven" pool aan beschikte projecten die nog opgeleverd moet gaan worden. Of, bij pech, tot extra verlies om wat voor reden dan ook. Zie de laatste, zwarte sectie in de tabel. Door de toevoeging van de beschikkingen voor SDE 2023 in de vorige update, in combinatie met tussentijdse realisaties, en wegval, bij andere regelingen, is hier weer e.e.a. in gewijzigd.
Sequentie overgebleven, nog te realiseren beschikte capaciteit
In de oktober 2024 update waren er bij RVO voor SDE 2017 I tm. SDE 2023 nog 2.702 beschikkingen over, resp. 6.847 MWp door RVO toegekende capaciteit. In de update van juli 2024 was dat nog 8.047 MWp (incl. toen toegevoegde SDE 2023), in april 2024, nog zónder SDE 2023, 5.977 MWp, in januari 2024 7.072 MWp, in oktober 2023 7.973 MWp, juli 2023, met SDE 2022, 9,8 GWp, april 2023, nog zónder SDE 2022, 8,7 GWp, januari 2023 9,2 GWp, oktober 2022 10,4 GWp, juli 2022, mét SDE 2021 11,7 GWp, april 2022, nog zónder SDE 2021, 8,5 GWp, januari 2022 10,9 GWp, oktober 2021, incl. SDE 2020 II, 11,8 GWp, juli 2021, nog zónder SDE 2020 II, bijna 9,0 GWp, april 2021 9,8 GWp, januari 2021 10,9 GWp, sep. 2020, met SDE 2020 I toegevoegd, 12,1 GWp, juli 2020, nog zonder SDE 2020 I 9,4 GWp, apr. 2020, nog zonder SDE 2019 II 8,1 GWp, jan. 2020 nog 9,3 GWp, nov. 2019 10,1 GWp, aug. 2019, nog zonder SDE 2019 I, nog ruim 8,2 GWp.
Deze resterende capaciteit van ruim 6,8 GWp blijft een groot volume, voor een klein land wat eind 2023, volgens de meest recente CBS update, inclusief de projecten markt, én residentieel, na al die jaren, 23.943 MWp aan PV capaciteit had staan (licht gewijzigde omvang). Puur theoretisch zou dat volume alleen al vanwege de resterende, nog niet ingevulde SDE beschikkingen met ruim een derde kunnen toenemen, maar helaas gaat daar natuurlijk nog heel veel capaciteit om diverse redenen van wegvallen. Zoals de soms schokkende cijfer historie bij RVO heeft aangetoond, de laatste jaren.
Het kleine resterende volume voor SDE 2017 II, 3,9 MWp, verdeeld over 2 beschikkingen, zal, afhankelijk van realisatie of definitieve "afvoer", niet veel meer uitmaken gezien de geringe omvang.
Wat de som nog forse resterende volumes voor de opvolgende regelingen betreft, vanaf SDE 2018 II, moet daar deels wel voor worden gevreesd, als ze niet op tijd gebouwd of aan het net kunnen worden gekoppeld. Mede gezien de smaller geworden tijd-vensters voor de oplevering, gecombineerd met de hardnekkige, continu om zich heen grijpende netcapaciteit problemen en tekorten aan personeel bij de netbeheerders. Voorspellingen zullen op dit vlak met prudentie moeten worden genoten (zie tweet over een dergelijke suggestie), want het aantal onzekerheden over de (potentie aan) realisaties neemt alleen maar toe. Zelfs als we er van uitgaan dat verschillende "oplossingsrichtingen" voor de beperkte net capaciteit al lang in gang zijn gezet. Makkelijk zal het allemaal beslist niet gaan.
Onderaan twee velden in de grote verzamel-tabel heb ik ook nog de ratio berekend van de officieel overgebleven beschikte volumes voor alle SDE "+" t.o.v. de oude SDE regelingen (rode veld), en dit herhaald voor de reeds door RVO als opgeleverd beschouwde project beschikkingen (groene veld). Die verhouding ligt, vanwege heftige toevoegingen van beschikkingen onder met name de laatste acht SDE "+" rondes, verminderd met de tussentijdse aanzienlijke hoeveelheden reeds verloren gegane exemplaren, inmiddels rond de 2,1 voor de aantallen overgebleven beschikkingen. In de update van juli 2017 was het slechts een factor 0,6. De SDE werd door duizenden particuliere toekenningen gedomineerd, en die was tot niet zo lang geleden bepalend voor deze inmiddels aardig "recht getrokken" verhouding. Bij de realisaties is die verhouding inmiddels ook op dat niveau beland, een factor 2,1.
Bij de capaciteiten is de verhouding precies andersom, omdat SDE "+" gedomineerd werd door talloze zeer grote projecten. Bij de overgebleven beschikkingen, incl. de zeven toegevoegde SDE 2017-2019 en SDE 2020 I regelingen, is die factor flink gedaald, naar een verhouding 231 : 1 (SDE "+" staat tot SDE; in de update van september 2020 was dat nog 326 : 1).
Bij de realisaties ligt die verhouding lager, al is ze wel flink toegenomen, inmiddels een factor 226 : 1 (in update van januari 2024 nog 210 : 1). In de update van juni 2018 update was dat nog 17 : 1, die ratio is dus aanzienlijk opgelopen sinds dat jaar. Nogal wat grote projecten in de resterende verzameling beschikkingen zijn nog niet opgeleverd, inclusief grote volumes uit de recentere regelingen. Als ze worden gebouwd, zal de ratio verder gaan toenemen t.o.v. de SDE volumes.
Tot slot, bij de gemiddelde systeemgrootte vinden we die trend wederom terug. SDE "+" staat tot SDE bij de overgebleven beschikkingen 108 : 1, bij de realisaties iets lager, een factor 106 : 1 (juni 2018 update 43 : 1). Ook deze verhoudingen kunnen wijzigen, naar gelang er een fors aantal grote "SDE + projecten" daadwerkelijk alsnog gerealiseerd zal gaan worden.
Ratio SDE++/SDE+
Helemaal onderaan heb ik ook weer berekeningen gemaakt voor dergelijke verhoudingen tussen de beschikkingen en realisaties van de tot nog toe bekende 4 SDE "++" rondes (SDE 2020 II tm. SDE 2023). Omdat er veel meer volume onder SDE "+" is afgegeven dan tot nog toe onder SDE "++", is die verhouding telkens kleiner dan 1.
Bij de (overgebleven) beschikkingen is die verhouding SDE++/SDE+ bij de aantallen een factor 0,3 : 1, bij de realisaties 0,12 : 1. Bij de capaciteit is die factor 0,8 : 1 bij de beschikkingen, bij de realisaties is het wederom 0,15 : 1. Kijken we naar de gemiddelde omvang per beschikking, is deze ratio veel hoger, 3,0 : 1 bij de beschikkingen. Bij de realisaties is deze ook al in het "voordeel" van SDE "++" omgeslagen: 1,3 : 1. De reden: verdere schaalvergroting bij de opgeleverde projecten.
(f) Evolutie systeemgemiddelde capaciteit volgens RVO beschikkingen
In een van de artikelen over de effecten van de beschikkingen van SDE 2019 I, heb ik reeds uitgebreid stil gestaan bij de belangrijke factor "gemiddelde capaciteit" per beschikking, en bij de realisaties. Zie daarvoor het 5e artikel in die reeks (16 november 2019), paragraaf 3.
(g) Verzamel grafieken alle SDE regelingen - Aantallen en capaciteit bij beschikkingen / realisaties
In deze paragraaf toon ik weer de meest recente versies van de 2 bekende "stapel grafieken" met de begin oktober 2024 overgebleven volumes bij de beschikkingen (weergegeven in de grafiek hierboven, onder a), en bij de door RVO opgegeven "realisaties". Die vindt u hier onder.
Stapelgrafiek met links de kolommen stapel met de overgebleven (!!) hoeveelheden beschikkingen van SDE 2008 tm. SDE "++" 2023 (laatstgenoemde in vorige update bovenaan toegevoegd, paarse segment bovenaan). In combinatie met de voortgaande uitval bij de oudere SDE regelingen, zien we momenteel een cumulatie in de resterende, overgebleven hoeveelheid van 33.189 toekenningen voor zonnestroom (project beschikkingen). Dat waren bij de ooit oorspronkelijk vergeven exemplaren nog 62.528 beschikkingen (zie tabel en eerste grafiek onder a), waarvan dus al een aanzienlijk deel in de (digitale) papiershredder is verdwenen. De rechter stapel kolom geeft de in de update van 1 oktober 2024 door RVO formeel als "gerealiseerd" verklaarde hoeveelheden beschikkingen per regeling weer. Met als voorlopige cumulatie 30.487 beschikkingen gerealiseerd. Wat 91,9% van het overgebleven aantal "totaal overgebleven beschikt" (linker stapel) is. Een toename t.o.v. de 90,5% in de vorige update.
Goed is hier het grote verschil tussen de SDE 2019 II en SDE 2020 I regelingen te zien. De eerste had relatief zeer weinig beschikkingen, die gemiddeld per stuk echter wel "zeer groot" waren. De laatste SDE "+" regeling, 2020 I, had een record aantal aan gemiddeld genomen véél kleinere toekenningen, waar, ondanks de massieve uitval, nog steeds veel volume van over is. Bij de realisaties is de verhouding tussen de 2 regelingen vergelijkbaar met de nu actuele stand van zaken bij de overgebleven beschikkingen.
Daar bovenop zijn links de nieuwe volumes voor SDE 2020 II tm. SDE 2023 gestapeld, waarvan echter nog maar relatief weinig beschikkingen zijn opgeleverd. "Onderin" de kolommen stapel is er tot en met SDE 2019 vrijwel geen activiteit meer, omdat al die oudere regelingen geen openstaande beschikkingen meer hebben, of nog maar een handvol (SDE 2017 II; SDE 2018 II - SDE 2019 II). Wel blijft er zeer regelmatig uitval bij de oudste SDE regelingen optreden. Die uitvallers zien we druppelsgewijs in deze, en de voorgaande grafiek terug komen, al hebben ze relatief weinig impact. Voor SDE 2008 begint deze wegval inmiddels wel significant te worden, met de 222 extra weggevallen beschikkingen uit de RVO bestanden in de huidige update, zijn de resterende volumes voor het eerst in de historie van die regeling onder de 4 duizend exemplaren beland. Op 3.967 exemplaren, om precies te zijn.
Vergelijkbare stapelgrafiek, met nu niet de aantallen (overgebleven) beschikkingen, maar links ditto, de totale capaciteit in MWp die er over is gebleven in de laatste update (met reeds aanzienlijke volumes door RVO virtueel weg gekieperd en dus niet meer zichtbaar). Zie ook de tweede grafiek onder paragraaf (a), voor een vergelijking tussen oorspronkelijk beschikte volumes en op 1 oktober 2024 daarvan overgebleven hoeveelheden.
De in de vorige update nieuw toegevoegde SDE 2023 regeling had oorspronkelijk 3.128 MWp beschikt gekregen. Het totale volume wat is overgebleven voor alle regelingen inclusief SDE 2023 is momenteel 19.029 MWp. Dat was bij het ooit oorspronkelijk vergeven / beschikte project volume nog 31.595 MWp (zie tabel en grafiek onder paragraaf a), er is dus zeer veel capaciteit al verloren gegaan. Vooral de verliezen bij de SDE 2017 tm. SDE 2020 II regelingen, en onder de drie SDE "++" opvolgers, zijn substantieel. Rechts het nog beperkte "gerealiseerde" volume, althans van de beschikkingen (voor een belangrijk deel niet de werkelijk opgeleverde capaciteit !). Met in totaal "officieel" 12.183 MWp gerealiseerd. In de juli 2023 update werd de 10 GWp grens gepasseerd bij deze parameter. Genoemde, bijna 12,2 GWp, is 64,0% van het (overgebleven) beschikte volume (vorige update 59,2%). Er is dus in ieder geval wat het RVO - SDE dossier betreft, op het gebied van te realiseren capaciteit, nog 36% van het nu (overgebleven) beschikte volume te gaan.
VertiCer / RVO
Het VertiCer (voorheen CertiQ) dossier, met fysiek gerealiseerde volumes, blijkt in hun laatste status updates, zoals te doen gebruikelijk, alweer een stuk verder te zijn, t.o.v. de gerealiseerde volumes beschikkingen van RVO. Bij VertiCer stond eind augustus 2024 namelijk alweer 12.960 MWp aan fysieke opleveringen, waarvan het allergrootste deel SDE beschikte projecten betreft (en nog een onbekend, hoogstwaarschijnlijk "zeer beperkt" deel zonder SDE beschikking). Recentere volumes zijn nog onduidelijk bij VertiCer, vanwege de enorme data anomalie die daar sedert september 2024 is opgetreden. Maar zelfs het cijfer voor eind augustus is bij VertiCer alweer 6,4% meer geaccumuleerd volume, dan wat er aan het eind van het 3e kwartaal van 2024 in totaal als gerealiseerd beschikt staat bij het RVO Agentschap. Zouden we het reeds bereikte VertiCer volume voor eind augustus afmeten aan het overgebleven beschikte totaal volume bij RVO (begin oktober), zouden we al op 68,1% realisatie komen, duidelijk hoger dan de status bij RVO zelf, 2 maanden later (kader in grafiek). Met de voorbehouden die daar bij horen.
Normaliter liggen de cijfers bij VertiCer altijd (ver) voor op het RVO - SDE dossier. Feit blijft, dat sowieso bij RVO talloze reeds netgekoppelde projecten nog niet met een "ja" vinkje zijn gezegend in de publiek beschikbare data overzichten. Die dus nog niet in hun (actuele) cijfers kunnen zitten. Die projecten staan al lang in de VertiCer databank, omdat er al meteen garanties van oorsprong aangemaakt moeten gaan worden, "zodra de stekker in het betreffende project gaat". Voor de meeste projecten achter grootverbruik aansluitingen worden maandelijks (automatisch) meetgegevens via de meet-gemachtigde ingediend, die direct naar VertiCer worden doorgesluisd na validatie door de betreffende netbeheerder. Registratie bij VertiCer gebeurt in het grootste deel van de gevallen zeer rap na fysieke netkoppeling. Dagelijks worden updates gedraaid met de nieuwste toevoegingen die door de exploitanten worden doorgegeven, en waarvoor de netbeheerders hun formele fiat hebben gegeven (pers. comm. Polder PV met medewerker van VertiCer rechtsvoorganger CertiQ, in 2022). Wat daarna geschiedt in het RVO traject kan echter vele maanden kosten, voordat dit leidt tot een "formeel ja vinkje" in hún databestand. Ik kom soms nieuwe "ja" vinkjes tegen van projecten die vroeg in 2022, of zelfs in het voorgaande jaar netgekoppeld zijn opgeleverd, dus die vertraging kan bij sommige projecten zeer fors oplopen.
Het verschil tussen "overgebleven beschikt" volume en "gerealiseerd volume status 1 oktober 2024" bij RVO bedraagt 19.029,2 - 12.182,6 = (in afronding) 6.847 MWp (ruim 6,8 GWp). Dat is de nu nog overeind gebleven "pijplijn" aan PV projecten binnen alle SDE regelingen. Dit is alweer flink minder (1,2 GWp), dan de 8.047 MWp pijplijn in de status van juli 2024.
Sowieso gaat hier ook nog heel veel volume van afvallen, gezien de trend van de afgelopen overzichten van RVO. En het is nog steeds niet het "gerealiseerde" volume. Dat kunnen we alleen te weten komen als exacte project informatie beschikbaar komt, zoals in ultimo bij de netbeheerders en VertiCer bekend moet zijn of worden. Polder PV heeft in ieder geval van de "top" in de markt, de grootste projecten, inclusief de inmiddels alweer alhier bekende, bijna 960 reeds gerealiseerde, netgekoppelde grondgebonden zonneparken (> 15 kWp per stuk, excl. andere "niet rooftop" projecten zoals drijvende projecten), die de grootste volumes aan MWp-en inbrengen, het meest complete, continu ververste, en gedetailleerde overzicht van Nederland.
RES & uitgebreid "klimaat doel elektra"
RVO insereerde in voorgaande updates ook een tabblad bij de projecten status sheets, waaruit bleek dat ze al ruim 5 TWh tekort zouden komen voor het behalen van de oorspronkelijke RES doel (35 TWh productie elektra uit hernieuwbare bronnen op land in 2030), als je alleen van het SDE potentieel zou uitgaan. In de meest recente updates is echter géén nieuwe berekening cq. prognose toegevoegd door RVO.
Recent heeft het CBS echter, voor nadere duiding van de RES doelen, data tot en met 2022 gepubliceerd, met de berekende productie voor wind + zon op land, die eind dat jaar al neerkomen op een volume van 30,47 TWh. Het doel in 2030 is 35 TWh, dus, zelfs al moeten we rekening houden met eventuele tussentijdse bijstellingen van de data door het CBS, dat gaan we spreekwoordelijk (toch) "met de vingers in de neus" halen. Polder PV heeft het verloop van die producties getoond in 1 van de talloze grafieken van zijn recent gepubliceerde "Ultimate solar CBS overzicht" (met ook al veel data tm. medio 2023).
Het zeer ambitieuze nieuwe doel voor 2030, 55 TWh elektra uit wind en zon op land, is een compleet ander verhaal. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft daar in een persbericht en bijbehorend rapport, begin december 2023, harde noten over gekraakt. Ondanks herzieningen van het (positief gegroeide) aandeel van, met name kleinschalig opgewekte zonnestroom, en opwaardering van de resultaten, stelde het PBL toen: "het streefdoel van 55 TWh [zal] nog steeds buiten beeld blijven". De vraag is, of het huidige "rechtser dan rechts kabinet" van plan is om nóg meer incentives in de markt te gaan gooien, om die doelstellingen te kunnen bereiken. Drie van de beoogde "coalitie" partijen vinden de duimschroeven kennelijk al hard genoeg aangedraaid, en wensen niet nog strakker beleid op dit gebied ...
Over dit kleine andere zonne-energie dossier was al wat langer niet zeer veel zinnigs te melden, gezien de trage ontwikkeling. In de meer recente versies is er echter wel een en ander gewijzigd t.o.v. de update van oktober 2023. In de versie van januari werden er 7 nieuwe realisaties gemeld, en werd er 1 beschikking afgevoerd uit de RVO databank. In de update van 1 april 2024 zijn er wederom 5 nieuwe realisaties bekendgemaakt. 1 maal een beschikking uit de SDE 2019 II (493 kWth. toegevoegd), 2x SDE 2020 I (841 kWth.), en de eerste SDE 2020 II (350 kWth.), resp. SDE 2021 beschikkingen (232 kWth.), die zijn opgeleverd. Daarnaast is 1 al langer geleden opgeleverde SDE 2016 II beschikking (140 kWth.) afgevoerd, om onbekende reden.
Hier bovenop is een belangrijke nieuwe wijziging gekomen. Of eigenlijk 2. In de update van 1 juli 2024 is een SDE 2019 II beschikking geprullebakkeerd (Nagele Warmte, 322 kWth, in Noordoostpolder). Maar tegelijkertijd is ook de grootste ooit afgegeven beschikking voor thermische zonne-energie, in dezelfde SDE 2019 II regeling als opgeleverd gemarkeerd. Het gaat daarbij, uiteraard, om zonne-energie park Dorkwerd van Novar, in Groningen, wat het lokale stadswarmte net moet gaan beleveren. De beschikking heeft een omvang van 37,4 MWth, wat natuurlijk direct een zeer forse impact heeft op de progressie voor alle regelingen, zoals in onderstaande grafiek getoond (laatste kolom). Volgens Novar zou dit het "3e grootste zonthermiepark ter wereld" zijn (geworden), en het project heeft de grootste SDE beschikking ooit voor deze zonne-energie techniek afgegeven, in de historie van die reeks subsidie regelingen.
In de update van 1 oktober 2024, is de beschikking voor het Dorkwerd project iets neerwaarts bijgesteld (38,28 MWth), en is een klein rooftop project op een appartementencomplex in Blaricum (NH) als gerealiseerd opgevoerd, met een capaciteit van 186 kWth. Het betreft de laatst overgebleven beschikking uit de SDE 2020 voorjaarsronde. Er verdwenen 2 beschikkingen, 1 uit de SDE 2019 II, en 1 uit de SDE 2021 (vermoedelijk teruggetrokken). Verder is er niets gewijzigd in de huidige update.
Tezamen met voorgaande verliezen van oorspronkelijk toegekende beschikkingen, zijn er inmiddels nog 80 beschikkingen voor thermische zonne-energie projecten over, met een geaccumuleerd vermogen van 107,9 MWth. De oudste beschikking komt uit de SDE 2012 (al lang gerealiseerd), SDE 2015 en SDE 2017 II hebben géén beschikkingen voor dergelijke thermische warmte projecten (meer). Er zijn inmiddels in totaal 71 SDE beschikkingen gerealiseerd middels deze zonne-energie techniek, met als gerealiseerd vermogen 96,3 MWth. Opvallend is, dat onder de in de vorige update geïntegreerde SDE 2023 regeling, er géén nieuwe beschikte projecten zijn bijgekomen.
Er staan nog 9 beschikkingen open. De oudste nog openstaande beschikking is voor een project voor Landgoed Leudal te Haelen (L.), van de SDE 2016 II regeling, waarvan afgevraagd kan worden of die ooit nog wordt opgeleverd. De meest significante overblijvende toekenning is voor uienteeltbedrijf Gourmet / Broersen International in het Noord-Hollandse Lutjebroek, waarvoor een rooftop beschikking openstaat voor 8,2 MWth. De 1 MWth veldsysteem installatie bij Marrewijk Amaryllis in de Lier (ZH) is alweer enige tijd geleden opgeleverd.
Naast deze puur thermische zonne-energie installaties ontdekte ik in een vorige update ook nog een "innovatief" project in de groslijst met SDE beschikkingen. Dat is een PVT-project in combinatie met een warmtepomp, met een beschikking voor 3,75 MW thermisch vermogen, die door RVO in de deel-categorie "CO2-arme warmte" van SDE 2021 is ondergebracht. Dat gaat dus deels om een combi-systeem thermische zonnewarmte / fotovoltaïsche omzetting, en deels om genoemd warmtepomp systeem om de opgewekte warmte (ook) direct te gebruiken. Het betreft een project van Escom.nu in een flatgebouw vlakbij metrostation Reigersbos in Amsterdam. Ook deze beschikking staat nog open.
Voor details van de status quo bij de realisaties, zie ook onder de analyse van de 1 april 2022 update (onderaan het artikel).
Frequente updates over de SDE regelingen bij Polder PV, sedert 2008. Huidig exemplaar: status 1 oktober 2024.
Bronnen (extern):
Feiten en cijfers SDE(+)(+) - RVO, status oktober 2024
Monitoring zonne-energie - RVO, status 10 oktober 2023 (cijfers betreffende stand van zaken tm. 2022)
Bronnen (intern):
Polder PV analyse vorige SDE update (status 1 juli 2024)
Voor analyses omtrent de meest recent gepubliceerde (kamerbrieven over de) SDE 2022 en SDE 2023 regelingen zie verder:
SDE 2023:
SDE 2023 nog geen uitsluitsel bij kamerbrief, wel transportindicaties bekend (6 maart 2024)
Toekenningen SDE 2023 (vierde SDE "++") gepubliceerd, deel 1 - zonnestroom verrassend op hoog niveau beschikt, 3.128 MWp (17 juli 2024)
SDE 2023 (vierde SDE "++"). Deel 2. Kern parameters cumulaties alle SDE - SDE "++" beschikkingen (17 juli 2024)
SDE 2022:
Derde SDE "++" ronde (nazomer 2022) iets meer aangevraagd dan subsidie plafond. Zonnestroom blijvend populair, maar significant lager dan in SDE 2021 (2.268 MWp) (28 november 2022)
SDE 2022 (derde SDE "++"). Deel 2. Kern parameters cumulaties alle SDE - SDE "++" beschikkingen (27 april 2023)
SDE 2022 (derde SDE "++"). Deel 3. Details uit projecten lijst - segmentaties inclusief zonneparken (7 juni 2023)
10 oktober 2024: Energieleveren.nl - sub 1 MWac PV markt kleine opleving, 98 MWac nieuw, maar blijvend laag. Op de website energieleveren.nl zijn inmiddels de nieuwe cijfers voor de maand september 2024 gepubliceerd, voor het marktsegment van de daar gemelde / geregistreerde PV installaties per stuk kleiner dan 1 MW omvormer capaciteit. Er is een lichte groei te zien t.o.v. het "dieptepunt" in augustus (uitgebreid besproken in de update van 13 september jl.), maar de aanwas is blijvend laag, slechts 98 MWac, verdeeld over (afgerond) zo'n 18 duizend nieuwe projecten.
In de eerste analyse van de energieleveren.nl cijfers, medio september jl., maakte ik gewag van de "instorting" van het kleine PV marktsegment in Nederland, op basis van de dit jaar voor het eerst daar gepubliceerde marktcijfers van de "sub 1 MWac markt". In augustus 2024 werd een dieptepunt bereikt, met slechts 14 duizend nieuwe installaties, met een toegevoegd omvormer vermogen van 81 MWac. Een tweet van Polder PV over deze markt "instorting" werd zeer vaak bekeken (laatste stand van zaken: 16.400 maal).
September was gelukkig iets beter, met zo'n 18 duizend nieuwe geregistreerde PV installaties per stuk kleiner dan 1 MWac, met een gezamenlijk vermogen van zo'n 98 MWac (derhalve, gemiddeld 5,44 kWac per nieuwe installatie). Maar het lag beduidend lager dan de hoeveelheden in september 2023 (48 duizend nieuwe installaties, 249 MWac toegevoegd).
Grafiek
met, per maand, de nieuwe aantallen registraties per maand, opgetekend
door energieleveren.nl, tm. september 2024.
2024 in magenta gekleurde
kolommen, die de forse terugval in nieuwe installaties in het <1 MWac
segment goed laat zien.
Met deze toevoeging in september zijn er begin oktober in totaal nu 3,072 miljoen PV installaties per stuk < 1 MWac bekend bij energieleveren.nl. Hierbij nogmaals de bekende disclaimer: dat is niet het aantal woningen, of dergelijke claims. Er worden immers zeer regelmatig uitbreidingen (= "installaties") aan bestaande projecten toegevoegd, zowel residentieel, als in de projecten markt, een endemisch verschijnsel in Nederland. Het aantal "objecten", "erven", "project sites", is, derhalve, altijd (veel) lager, dan bovengenoemd getal. Wat, desondanks, natuurlijk zonder meer een spectaculair volume weergeeft.
Het is nog onduidelijk of, en hoe, deze "sub 1 MWac" zich zal / kan herstellen. Voorlopig zullen de nieuwbouw cijfers vermoedelijk erg laag blijven, wat vooral ligt aan de "schrik" in de residentiële markt, over het definitieve voornemen van het huidige kabinet, om de salderingsregeling per 1 jan. 2027 af te schaffen. Met daarbij natuurlijk een flinke kanttekening: voor zover het huidige kabinet "overeind blijft". Want wat daarna zou geschieden, is al helemaal turen in sterk bewolkte glazen bollen geblazen ...
Lichtpuntje: meer dan 18 GWac capaciteit in cumulatie
Er is een tweede lichtpuntje terug te vinden in de cijfers voor september 2024. Er is inmiddels, in het sub 1 MWac segment, meer dan 18 GWac vermogen geaccumuleerd (meer precies, 18.089 MWac). In heel Nederland stond eind 2023, wat nominaal generator capaciteit betreft (altijd hoger dan het daar achter aangesloten omvormer vermogen), met de laatste aanpassing van het CBS, na mijn melding van duidelijk foute cijfers voor Utrecht, 23.349 MWp. CBS antwoordde destijds al dat ze die fout zouden controleren, en die werd dus al rap hersteld.
Zie voor de mogelijke impact, andere grafieken, en duiding, de bespreking van de meest recente cijfers in mijn update, hier onder gelinkt:
Statistieken PV markt segment registraties < 1 MWac bij energieleveren.nlupdate
september 2024 |
Hoeveel zon opwekinstallaties zijn er in Nederland? (website energieleveren.nl, "inzicht")
3 oktober 2024: VertiCer update september 2024, Gecertificeerde PV markt, jaargroei 2023 naar record 2.584 MWp nieuwbouw (2022 +30%), grootste cijfer anomalie blijft data verstoren. Voor uitgebreide toelichting van de voorliggende historie van de CertiQ data voor gecertificeerde zonnestroom in Nederland, zie de bespreking van 7 maart 2023 (februari rapportage). Voor de transitie van CertiQ naar de nieuwe organisatie VertiCer, zie introductie in de analyse, van 19 juli 2023.
In de huidige rapportage brengt Polder PV de nieuwe resultaten uit de data rapportage van VertiCer, voor de maand september 2024, waarmee de jaargroei in kalenderjaar 2023 weer iets verder blijkt te zijn uitgelopen op het volume in 2022, en eerder al het voormalige topjaar 2020 al ver achter zich heeft gelaten, m.b.t. de gerealiseerde, gecertificeerde PV capaciteit. Tevens worden, tm. augustus 2024, de verstrekte Garanties van Oorsprong voor gecertificeerde PV projecten gereconstrueerd en grafisch verbeeld over de afgelopen periode. De grootste anomalie in de PV statistiek bij VertiCer en haar rechtsvoorganger, van augustus jl., is helaas (nog) niet in de publiek beschikbare data hersteld, en blijft de evolutie in de statistieken ernstig verstoren. Met name voor kalenderjaar 2024.
Bijstellingen - niets nieuws onder de zon
Benadrukt zal hier blijven worden, dat de voor sommigen (zelfs specialisten uit de zonnestroom sector) wellicht verwarrende, continu wijzigende maand-cijfers bij VertiCer, en haar rechtsvoorganger CertiQ, beslist géén "nieuw fenomeen" betreffen, ook al wordt regelmatig het tegendeel beweerd. Dit is altijd al staande praktijk geweest bij CertiQ, en wordt gecontinueerd onder VertiCer. Niet alleen werd dat zichtbaar in de soms fors gewijzigde cijfers in de herziene jaar rapportages tot en met het exemplaar voor 2019. Helaas zijn daarna geen jaarlijkse revisies meer verschenen. In een tussentijdse analyse van oorspronkelijk gepubliceerde, en toen actuele, bijgestelde cijfers, werd al duidelijk, dat de databank van de destijds alleen onder TenneT vallende dochter continu wijzigingen ondergaat, zoals geïllustreerd in de Polder PV analyse van 4 november 2020. In dit opzicht, is er dan ook niets nieuws onder de zon. De wijzigingen zijn er altijd al geweest, alleen zijn ze inmiddels, met weliswaar de nodige moeite, regelmatig zichtbaar te maken, door de nieuwe wijze van rapporteren van VertiCer. De cijfermatige consequenties daarvan worden weer besproken in de huidige analyse.
Voordat we de huidige resultaten bespreken, blijft de belangrijke, al lang geleden door Polder PV geïntroduceerde, en tussentijds verder aangepaste disclaimer bij alle (zonnestroom) data van VertiCer / CertiQ recht overeind:
*
Disclaimer & verduidelijking: Status officiële VertiCer
(ex CertiQ) cijfers
|
Het overzicht met de eerste cijfers voor september 2024 verscheen in de nieuwe, drastisch gewijzigde vorm op de website van VertiCer, op 2 oktober 2024. Referenties naar eerder verschenen historische data zijn uiteraard impliciet als CertiQ gegevens geanalyseerd, in oudere analyses.
2a. Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties VertiCer juli 2021 - september 2024
(Herziene) status tm. september 2024
In deze grafiek, met de meest recente actuele en gewijzigde data uit de september 2024 rapportage van VertiCer, en deels oudere data uit de CertiQ updates, de stand van zaken vanaf juli 2021 tm. september 2024. De blauwe kolommen geven de ontwikkeling van de aantallen installaties weer (ref.: rechter Y-as), voorlopig culminerend in 34.882 exemplaren, begin oktober 2024. Wat, wederom, een netto negatieve groei weergeeft van 234 projecten** t.o.v. de status, eind augustus 2024 (gereviseerd, 35.116 exemplaren), en zelfs 559 exemplaren minder is dan het tot nog toe hoogste niveau (35.441 in mei 2024, gereviseerd). Er vindt dus netto uitstroom van projecten plaats uit de VertiCer databank (meer uitgeschreven dan ingeschreven). Wel is er, t.o.v. het ook weer herziene eindejaars volume van 2022, netto bezien in kalenderjaar 2023 een groei geweest van 1.216 projecten in het VertiCer bestand. Wat bijna 53% minder is dan de groei in 2022 (licht gereviseerd: 2.581 nieuwe projecten genoteerd; voor de half-jaar volumes, zie ook nieuwe half-jaar grafiek verderop). Diverse historische data zijn wederom gewijzigd t.o.v. de augustus update. Zo is de stand van zaken voor eind (december) 2022 inmiddels 34.016 projecten, in de vorige rapportage waren dat er nog 34.011.
In de gele kolommen (ref. rechter Y-as, in MWp) de bijbehorende geaccumuleerde gecertificeerde PV-capaciteit, die begin augustus 2024 weer is toegenomen, van 12.926 MWp in de vorige update, naar, inmiddels, 12.960 MWp. Maar wat nog steeds duidelijk minder is dan de status van, inmiddels, bijna 13,7 GWp in februari. Dit kan uiteraard nog steeds / wederom substantieel gaan wijzigen in komende updates, zoals ook in alle vorige exemplaren is geschied. Afhankelijk van komende revisies van historische cijfers, lijkt de 10 GWp in dit grote PV dossier, in ieder geval inmiddels ergens begin januari 2023 te zijn gepasseerd.
Deze ronduit opmerkelijke, forse wisselingen in de netto (overgebleven) volumes aan het eind van de laatste maanden, heeft uiteraard ook gevolgen gehad voor de systeemgemiddelde capaciteit, die eind maart weer flink lager is geworden, waar dit begin 2024 nog een opvallende tóename was (groene curve). Na deze terugval, is in mei - juli het gemiddelde weer wat toegenomen.
Eind 2022 is de geaccumuleerde capaciteit inmiddels op een niveau gekomen van 9.835,4 MWp. In het eerste flink gewijzigde januari rapport voor 2023 was dat nog 9.409,3 MWp. Voor EOY 2022 is sindsdien dus alweer 426 MWp / 4,5% meer volume bijgeschreven dan oorspronkelijk gerapporteerd. Het is goed om deze flink opgelopen verschillen voor reeds "lang" verstreken jaren op het netvlies te blijven houden, want dit gaat natuurlijk ook geschieden met de cijfers voor 2023, én voor de data voor 2024.
Groei 2023 t.o.v. 2022 volume, nieuw jaargroei record houder
Met de huidige, gereviseerde cijfers van de jaar volumes, is de voorlopige groei in het hele kalenderjaar 2023 bijna 2.584 MWp geweest. Dat lijkt, in grote tegenstelling tot eerdere maandrapportages door Polder PV (in december 2023 rapportage nog slechts een jaar-aanwas van 1.298 MWp!), inmiddels op een forse marktgroei te wijzen, t.o.v. de jaarlijkse aanwas in 2022, zelfs al weten we dat alle cijfers nog steeds regelmatig zullen worden bijgesteld. In dezelfde periode in 2022 was het - nu weer licht aangepaste - groei volume namelijk 1.988 MWp. De toename in 2023 is tot nog toe dus alweer 30% hóger dan het nu bekende nieuwe volume in 2022 (in de update van december 2023 was het nog 34% láger!). Bij de aantallen nieuwe projecten was juist een zeer hoge netto negatieve groei vast te stellen uit de huidige cijfers (minus 53%). Deze combinatie is op zijn zachtst gezegd, "hoogst curieus", als je niet beter zou weten hoe deze cijfers tot stand komen.
In ieder geval kan nu óók geconstateerd worden, dat 2023 onbetwist kampioen is geworden, en het nieuwe jaargroei record heeft. Het is voormalig kampioen 2020 (voorlopig laatst bekend groeicijfer: 2.436,9 MWp) inmiddels inmiddels alweer 147 MWp voorbijgestreefd, pending latere updates.
In de groene curve is de uit voorgaande parameters berekende systeemgemiddelde capaciteit voor de gehele, overgebleven gecertificeerde populatie PV-projecten bij VertiCer, in kWp (referentie linker Y-as) weergegeven. Dit blijft door de bank genomen almaar toenemen, en is sedert eind 2022 verder gegroeid, van 289 naar bijna 353 kWp, eind 2023. In januari - februari 2024 nam dit fors toe, naar 383 resp. bijna 388 kWp. Eind maart nam dit echt weer stevig af, vanwege de toen doorgevoerde, forse neerwaartse capaciteits-bijstelling, en eindigde voorlopig op 353 kWp gemiddeld. Vanaf april steeg het weer naar bijna 368 kWp in juli 2024. Ook dit niveau kan bij latere data bijstellingen weer wijzigen, zowel in negatieve, als in positieve zin.
Links in de grafiek vindt u ook de meest recent bekende EOY cijfers voor 2021 weergegeven. Die zijn net als in de vorige updates stabiel gebleven, 31.435 projecten, respectievelijk, 7.847,1 MWp. Deze data zijn belangrijk voor de vaststelling van de aangepaste jaargroei cijfers voor 2022, zie paragraaf 3d. Het ziet er niet naar uit dat er nog substantiële wijzigingen in die eindejaars-cijfers zullen komen, op zijn hoogst marginale aanpassingen.
... (gigantische) anomalie in augustus nog niet in publiek toegankelijke data hersteld ...
In augustus 2024 is helaas weer een ronduit verbijsterend cijfer gemeld door VertiCer, wat met geen mogelijkheid verklaard kan worden, en wat als het grootste data incident in de lange historie (incl. rechtsvoorganger CertiQ) beschouwd kan worden in de solar statistieken. Hierover is uitvoerig gerapporteerd in de vorige maand update, en is commentaar van VertiCer weergegeven in het intermezzo in deel II van die analyse. Met inmiddels alweer iets gewijzigde, maar nog steeds ongeloofwaardige cijfers volgens de VertiCer tabel, een ongelofelijk volume van 17.142 MWp, wat een onwaarschijnlijke maandgroei van bijna 4,2 GWp in augustus zou geven. Uit de reactie van VertiCer blijkt, dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en accuraatheid van de aangeleverde cijfers bij de netbeheerders ligt, en moet Polder PV derhalve helaas vaststellen, dat er géén (effectieve) uitgangscontrole bij de netbeheerders is voor deze zeer belangrijke data. En dat, bovendien, een lang geleden beloofde ingangscontrole bij VertiCer moet ontbreken, anders had deze enorme anomalie al snel opgemerkt geweest. Niets van dit alles, (enorm) foute ingaves van netbeheerders blijven kennelijk nog altijd "ongeschonden" de publiek toegankelijke data van VertiCer in ernstige mate vervuilen.
In het september rapport is deze enorme anomalie helaas niet hersteld (17.056 MWp). Het volume is veel te hoog, alleen is er nu een lichte netto afname zichtbaar t.o.v. het ook nog steeds veel te hoge augustus cijfer, van minus 86 MWp. Tijdelijk negatieve netto maandgroei cijfers komen vaker voor in de VertiCer data historie, deze buigen in latere updates bijna altijd om in positieve groei bij de capaciteit, omdat nieuw instromende projecten door de bank genomen véél groter zijn, dan uitgeschreven, meestal zeer kleine projecten. Maar de uitgangswaarde is en blijft onverklaarbaar hoog. Omdat de blunder in de augustus rapportage nog niet publiek is hersteld.
Omdat de uitkomsten voor augustus en september te onwaarschijnlijk zijn voor woorden, heb ik de laatste 2 kolommen doorzichtig gemaakt en van een rood kader voorzien, pending (hopelijke) correctie door VertiCer. Als gevolg van deze veel te hoge cumulatieve capaciteit, ligt de uit deze cijfers, en de verder wél "logische" aantal geregistreerde projecten in augustus en september 2024, berekende systeemgemiddelde capaciteit natuurlijk ook véél te hoog (laatste 2 data punten groene curve, een incorrecte, hoge 488-489 kWp gemiddeld per project). Deze "foute" entry dreunt in veel statistieken die ik hier onder weergeef, met data voor 2024, na. De gevolgen zijn i.i.g. aanzienlijk, en vertroebelen een zuiver beeld op de te verwachten evolutie van de solar VertiCer data. Met name voor kalenderjaar 2024.
** Beter: "het netto overblijvende nieuwe volume, wat het verschil is tussen de (niet qua volume geopenbaarde) uitschrijvingen en de volumes aan nieuwe inschrijvingen".
2b. Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties VertiCer EOY 2009 - 2023
Ik geef hieronder de volledig gereviseerde grafiek met de evolutie van de eindejaars-accumulaties weer. Hierbij is gebruik gemaakt van een separaat verschenen historische update (24 augustus 2024), van de oudere jaargangen (destijds gepubliceerd in CertiQ rapportages), waarin alleen zeer marginale wijzigingen zijn te vinden, en die dus nauwelijks effect hebben gehad op de hoogte van de kolommen. En waarbij de nu bekende, inmiddels deels weer gewijzigde cijfers in het september 2024 rapport van VertiCer, voor de jaren 2021 tm. 2024, zijn opgenomen. De cijfers voor 2023 zijn uiteraard nog zeer voorlopig en kunnen nog behoorlijk gaan wijzigen in komende updates (gearceerde kolom). Helaas is het capaciteits-cijfer voor 2024 nu al incorrect, vanwege de hierboven vermelde, nog niet publiekelijk herstelde, enorme data anomalie. Vandaar dat de capaciteit in 2024 (tm. september) als lege kolom met rood kader is weergegeven.
De tweede grafiek in deze sectie geeft niet de maandelijkse progressie (paragraaf 2a), maar de evolutie van de eindejaars-accumulaties van 2009 tm. 2023, en de huidige status in 2024 (achteraan) weer, met alle ondertussen weer gewijzigde data in de huidige VertiCer update. De opbouw van de grafiek is vergelijkbaar met die voor de laatste maand-cijfers, maar om alle data in 1 grafiek te krijgen zonder extreme verschillen, is de Y-as voor alle drie de parameters hier logarithmisch gekozen. Het aantal installaties is fors toegenomen, van 3.767 exemplaren, eind 2009, naar, inmiddels, 34.016, eind 2022, resulterend in een Compound Annual Growth Rate (CAGR) van gemiddeld 18,4% per jaar in 2009-2022. Eind december 2023 staat de teller alweer op 35.232 projecten; de CAGR voor de periode 2009-2023 heeft, met de nog zeer voorlopige data voor met name 2023, een gemiddelde van 17,3% per jaar.
Bij de capaciteits-ontwikkeling is het echter nog veel harder gegaan. Deze nam toe van 18,7 MWp, eind 2009, tot alweer 9.835,4 MWp, eind 2022. Resulterend in een byzonder hoge CAGR, van gemiddeld 61,9% per jaar (!). Wel begint er, voorstelbaar, na zo'n langdurige, spectaculaire groei periode, een afvlakking zichtbaar te worden in de expansie. Wat veel te maken heeft met overal optredende problemen met beschikbare netcapaciteit, gestegen project kosten, forse competitie met andere CO2 besparende opties binnen de nieuwste SDE regelingen, diverse verzwarende omstandigheden voor planning en realisatie van nieuwe projecten (verzekeringen, participatie trajecten, ecologische eisen), beschikbaar personeel, etc. Eind december 2023 is de capaciteit fors doorgegroeid naar een voorlopig volume van 12.418,9 MWp, resulterend in een nog zeer voorlopige, doch hoge CAGR van gemiddeld 59,1% per jaar, in de periode 2009-2023. Hierbij moet ook worden vermeld, dat het eindejaars-cijfer voor 2023 fors is bijgesteld in eerdere updates van VertiCer. Vermoedelijk is er toen veel capaciteit bijgeschreven na de nodige vertragingen in de administratieve verwerking ervan.
Historische bijstellingen
Dat de cijfers in de databank behoorlijk worden bijgesteld, bezien over een langere periode, laten de nu actuele eindejaars-cijfers voor 2021 weer goed zien. Die zijn ongewijzigd t.o.v. de voorgaande update, namelijk 31.435 installaties, en een verzamelde capaciteit van 7.847,1 MWp. In het "klassieke" maandrapport voor (eind) december 2021, alsmede in het gelijktijdig verschenen eerste jaaroverzicht, waren die volumes nog maar 30.549 installaties, resp. 7.417,8 MWp. In de laatste cijfer updates zijn de verschillen t.o.v. de oorspronkelijke, "klassieke" maandrapport opgaves van, destijds, CertiQ, derhalve, opgelopen tot 2,9% (aantallen), resp. bijna 5,8% (capaciteit). Uiteraard hebben deze continu voorkomende bijstellingen ook gevolgen voor de uit de EOY cijfers te berekenen jaargroei volumes (YOY).
Uit voorgaande twee parameters werd door Polder PV weer de gemiddelde systeem-capaciteit aan het eind van elk kalenderjaar berekend (groene curve in bovenstaande grafiek). Ook deze nam spectaculair toe, van slechts 5,0 kWp, eind 2009 (bijna uitsluitend kleinere residentiële installaties), tot alweer 352,5 kWp, eind 2023 (bestand VertiCer inmiddels gedomineerd door duizenden middelgrote tot zeer grote projecten incl. zonneparken). Een factor 71 maal zo groot, in 14 jaar tijd. Wat de enorme schaalvergroting in de projecten sector goed weergeeft.
Anomalie apart
Helemaal rechts in de grafiek zijn ook de nog zeer premature cijfers voor eind september 2024 getoond, met een waarschijnlijk "logisch" aantal van 34.882 installaties. Maar met een totaal onverklaarbaar, extreme 17.056 MWp voor de capaciteit, als gevolg van de bizarre cijfer anomalie hierboven nader toegelicht. We hopen natuurlijk dat dit bizarre cijfer door VertiCer alsnog gecorrigeerd zal worden. Sowieso zal voor kalenderjaar 2024 er natuurlijk ook nog veel volume bijgeschreven worden, in het laatste kwartaal. En ook de data voor de eerste maanden zullen daarbij nog flink worden bijgesteld. Waar dat alles zal "eindigen" is nog een niet te beantwoorden vraag, en is ook sterk afhankelijk van een eventuele (fors neerwaartse) correctie voor de aantoonbaar foute data ingave voor de capaciteit in augustus dit jaar. Het kan best zijn, dat zo'n correctie nog lang op zich laat wachten, waardoor zelfs een benadering van de status van 2024 nog lang in het ongewisse zal blijven ...
3. Maandelijkse, kwartaal-, half-jaar- en jaarlijkse toenames aantallen en capaciteiten bij VertiCer
3a. Maandelijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer augustus 2021 - september 2024
Ook al moet ook bij deze grafiek de blijvende waarschuwing, dat de cijfers nog lang niet zijn uitgekristalliseerd, en we nog de nodige bijstellingen kunnen verwachten, de trend bij de nieuwe (netto) aantallen projecten door VertiCer, en rechtsvoorganger CertiQ, geregistreerd van maand tot maand, laten, ook in de huidige versie van september 2024, een zeer duidelijke afkoeling van de PV-projectenmarkt zien sedert de zomer van 2021. Werden er in januari 2022 nog netto 385 nieuwe gecertificeerde PV-projecten bijgeschreven, is dat in de rest van het jaar al zeer duidelijk minder geworden, en vanaf augustus dat jaar zelfs zeer sterk "afgekoeld". Met wat ups en downs, is het laagste volume in dat jaar voorlopig bereikt in november 2022, met, inmiddels, 104 (netto) nieuwe installaties. Daarna veerde het weer even op, daalde stapsgewijs, leidde tijdelijk tot een nog licht negatieve groei in augustus 2023 en vervolgens weer positieve groei in september tm. december. In 2024 zijn de aanwas cijfers per maand tm. mei netto, in de eerste updates ook vaak negatief, al in de plus geraakt. De aanwas cijfers voor juni tm. augustus zijn nu nog 109, 69, resp. 147 netto exemplaren negatief, maar ook dat kan nog in positieve groei omslaan in latere updates. September start met de eerste waarde ook onder de nullijn, met netto minus 234 projecten, ook dat kan / zal waarschijnlijk in latere updates omslaan in positieve, doch relatief lage groei.
Eerder getoonde negatieve groeicijfers voor 2023 zijn inmiddels, zoals gebruikelijk, omgezet in positieve aanwas, a.g.v. de voortdurend wijzigende historische cijfers in de VertiCer bestanden. Dit zal ongetwijfeld ook volgen voor de (5) maanden waar op dit moment nog negatieve groeicijfers van bekend zijn. In de huidige, september, update zijn in totaal voor 22 maanden de waarden inmiddels weer aangepast sinds het exemplaar tm. augustus 2024. De oudste wijziging was ditmaal voor augustus 2022 (1 project toegevoegd), in dat jaar zijn ook voor oktober en november de data weer gewijzigd. In 2023 zijn voor 11 maanden weer nieuwe cijfers vastgesteld, met nog 1 maand met een voorlopige netto negatieve aanwas (augustus, -2 projecten). De groei in januari tm. mei 2024 is ook weer bijgesteld, in opwaartse richting. Alleen juni tm. september hebben nu nog een netto negatieve groei, die waarschijnlijk in een positieve aanwas zal gaan omslaan in latere updates.
Al zullen de meeste maandwaarden in positieve zin ombuigen in latere updates, zoals in het recente verleden is geschied, de trend is bij de aantallen onmiskenbaar: er worden, netto bezien, nog maar relatief weinig netgekoppelde projecten bijgeschreven bij VertiCer, per maand. Een van de belangrijkste redenen zal zijn, dat er een toenemend aantal uitschrijvingen uit de databank van de Gasunie/TenneT dochter is begonnen, die de instroom (tijdelijk) afremt of zelfs overvleugelt. Waarschijnlijk is de oorzaak de beginnende uitval van de oudste onder SDE 2008 resp. 2009 gesubsidieerde kleine projectjes, die immers 15 jaar subsidie konden genieten. We moeten gaan zien hoe het verloop bij de aantallen zich ontwikkelt, nu de subsidie termijn voor de eerste projecten aan het aflopen is. Uiteraard betekent uitschrijving uit de VertiCer databank verder beslist niet dat de betreffende projecten fysiek zijn, of worden verwijderd. Ze kunnen nog vele jaren lang met een aardig rendement worden ge-exploiteerd door de eigenaren, zonder SDE-gerelateerde inkomsten. Hier is byzonder weinig zicht op, cijfers over het al of niet verder exploiteren van deze oudere projecten ontbreken in het geheel in statistiek moeras Nederland.
Een vergelijkbare grafiek als voor de aantallen (vorige exemplaar), maar ditmaal de ermee gepaard gaande netto maandelijkse toename (of zelfs tijdelijke afname) van de capaciteit van gecertificeerde PV-projecten, in MWp. De evolutie laat een nogal afwijkend, zo u wilt, chaotisch beeld t.o.v. dat bij de aantallen zien, met sterk fluctuerende verschillen tussen de maanden onderling. Ook deze kunnen uiteraard naderhand nog worden bijgesteld. Als voorbeeld: de "netto negatieve groei" in september 2022, al gesignaleerd in het januari 2023 rapport, is uiteindelijk in latere updates in ieder geval omgeslagen in "normale, positieve groei", van, inmiddels, 74,1 MWp.
Bizarre nieuwe pieken voor eerste maand in jaren 2023 en 2024
Wel is er, zoals al bij de eerst-rapportage gemeld (jan. 2024 rapport), een exceptioneel "verschijnsel" zichtbaar voor de maand januari 2023. Die maand had al lang de hoogste "piekwaarde" ooit meegekregen, en is in veel latere maandrapportages continu bijgeplust, tot het in het december 2023 rapport een al zeer hoog volume bereikte van 432,6 MWp. In het "klassieke" CertiQ december rapport van 2022 was nog een zeer hoge november piek zichtbaar bij de capaciteit. Het lijkt er op, dat een groot volume daarvan naar het begin van het nieuwe jaar is geschoven (de vermoedelijke feitelijke datum van netkoppeling). Ook in januari 2022 zagen we eerder al een "nieuw-jaars-piek", maar die is duidelijk kleiner, inmiddels neerkomend op 306,7 MWp nieuw volume (ongewijzigd in de laatste updates).
In de rapportage van januari 2024 is dat al hoge volume opeens extreem opgehoogd naar 770,2 MWp, en is dat momenteel zelfs verder gegroeid, naar 794,7 MWp in de huidige september 2024 update (buiten de hier weergegeven Y-as vallend).
Tweede extreme groei piek & "negatieve pieken"
En dat is nog niet alles, want hetzelfde is geschied met het nieuwe volume voor januari 2024. Dat was in de update voor die maand nog een negatieve groei van -84,6 MWp. In de februari 2024 rapportage sloeg dat in een keer om in een "record positieve aanwas" van 973,2 MWp, wat inmiddels in de huidige update nog verder is opgehoogd, naar alweer 1.094,3 MWp. Een onwaarschijnlijk hoog volume waar Polder PV, net als bij de vorige piek voor januari 2023, geen plausibele verklaring voor heeft. Ik heb in een eerste rood omkaderd venster aangegeven dat het bij beide maandgroei pieken om "uitzonderlijke", vooralsnog onverklaarbare volumes gaat.
Voor februari 2023 was er aanvankelijk een magere positieve groei van 28,1 MWp positief. Deze sloeg echter in de maart rapportage in dat jaar om in een enorme negatieve bijstelling van 316,1 MWp negatief (!), bij een netto aanwas van 65 nieuwe projecten. In de april 2023 update was er een marginale opwaartse correctie naar -312,3 MWp. In de rapportages voor mei 2023 tm. september 2024 is de negatieve "groei" verder fors geslonken naar, inmiddels, minus 203,3 MWp.
In een vorige rapportage (maart 2024) heeft dit proces zich herhaald, voor de eerste rapportage van het groeicijfer voor die maand. Terwijl de groei in februari evolueerde van een "bescheiden" negatieve 11,7 MWp naar een inmiddels "normale" positieve 161,1 MWp, kwam maart opeens met een record negatief groei volume van -1.140,9 MWp (!). Dat is in de huidige, september 2024 update, weliswaar verminderd, maar is nog steeds sterk negatief (-1.023,5 MWp). Ook deze extreme netto negatieve groei is zeer slecht verklaarbaar, of er moeten weer dramatische wijzigingen in de status van de administratie bij VertiCer hebben plaatsgevonden.
Het eerste beschikbare "groei" cijfer voor april 2024 was ook negatief, maar niet zo extreem als in de voorgaande maand, -218,5 MWp. Dit is inmiddels weer minder sterk negatief geworden, in het september rapport neerkomend op een negatieve aanwas van -150,7 MWp. De verwachting is dat dit volume nog behoorlijk "opwaarts" aangepast zal gaan worden.
Mei 2024 verraste weer, doordat het eerst gepubliceerde aanwas volume meteen al fors positief was, netto 198,4 MWp, wat inmiddels in de huidige update is doorgegroeid naar 207,2 MWp.
Juni en juli begonnen weer op een negatief niveau, maar hebben inmiddels ook positieve aanwas cijfers (192,3 resp. 60,4 MWp).
Zoals al vaker gemeld, kunnen de redenen voor zulke, soms aanzienlijke bijstellingen, en, meestal tijdelijk, zelfs fors negatieve netto groei cijfers, zeer divers zijn, zoals destijds gerapporteerd door CertiQ na vragen van Polder PV daar over (artikel 16 januari 2023). Mogelijk zijn er deels forse correcties doorgevoerd van foutieve opgaves, al zullen we nooit weten wat precies de oorzaken zijn geweest van deze, hoge impact hebbende, merkwaardige data updates.
Augustus anomalie met gigantische impact - en niet hersteld
De eerder al vermelde anomalie in het augustus 2024 rapport van VertiCer heeft natuurlijk een enorme impact bij de afgeleide maandgroei cijfers. Volgens de huidige data, in het september rapport, zou namelijk in augustus een groei opgetreden zijn van 4.182 MWp. Dat is, hoe je het ook wendt of keert, een volslagen onmogelijk groeicijfer en moet op een zeer ernstige fout bij VertiCer ( en/of (een) data aanleverende netbeheerder(s) ) berusten†. Deze enorme fout in de augustus data is nog niet in de publiekelijk toegankelijke cijfers van VertiCer hersteld, alleen licht gewijzigd (nog iets hogere groei dan in de augustus update). Vanwege de onwaarschijnlijke omvang, is de betreffende kolom dan ook doorzichtig gemaakt en rood omlijnd, met een extra commentaar venstertje.
Ten opzichte van de accumulatie, eind augustus, heeft september inmiddels een eerste negatief groeicijfer meegekregen, minus 86 MWp. De verwachting is, dat dit in komende updates fors opwaarts zal worden aangepast, en vermoedelijk zelfs positief zal gaan worden, zoals in de "normale historie" van de VertiCer records.
† Het beknopte antwoord van VertiCer, met vérstrekkende consequenties voor de betrouwbaarheid van hun (actuele) statistieken, is besproken in een apart intermezzo in het vervolg artikel van de vorige analyse, door Polder PV.
Zeer forse wijzigingen in VertiCer data
In het tabelletje hier onder heb ik, voor 2023, en voor januari tm. september 2024, de wijzigingen tussen de oorspronkelijk gepubliceerde groeicijfers per maand en de huidige, meest recent bekende weergegeven, waar duidelijk de, soms zeer forse, veranderingen uit blijken die in het VertiCer dossier worden doorgevoerd, in de loop van de tijd. Achteraan cursief weergegeven = wijziging sedert de update van augustus 2024:
In de huidige update zijn voor in totaal 21 maanden de nieuwe capaciteit volumes inmiddels weer, allemaal opwaarts, aangepast sinds het exemplaar tm. augustus 2024, 3 voor 2022, en 11 maanden in 2023 kregen nieuwe cijfers. De capaciteiten voor januari en maart tm. augustus 2024 zijn (ook) weer allemaal gewijzigd, zoals in het staatje hierboven getoond. De augustus opgave is onmogelijk, en berust op (een) enorme blunder(s) bij de data verstrekkende netbeheerder(s). September begint met een netto negatieve groei, wat in latere updates wellicht weer zal omslaan in een netto positieve toename.
Als we de nieuwe maandvolumes voor 2022 optellen, komen we inmiddels op een groei uit van 1.988 MWp. Voor 2023 was de groei in een recente update nog maar 1.298 MWp (en daarmee fors lager dan 2022), maar mede door de bizarre toename in januari, en de daar op volgende extra wijzigingen, is de jaargroei voor 2023 inmiddels stevig bijgesteld, naar momenteel 2.584 MWp. Wat inmiddels alweer een forse 30% hoger is, dan in 2022. Bij de aantallen was er een groot negatief verschil, bijna 53% minder netto nieuwe projecten in 2023 (1.216), dan de 2.581 stuks in 2022.
Deze twee trends bij elkaar nemend, en accepterend dat er ook wegval van waarschijnlijk met name kleine oude installaties uit het VertiCer register zal zijn geweest, lijkt de hogere jaargroei bij de capaciteit in 2023 nog steeds slecht te rijmen, met het gering aantal overgebleven nieuwe aantal projecten, in vergelijking tot de situatie in 2022. We zullen moeten afwachten, of toekomstige cijfers over deze 2 kalenderjaren meer klaarheid in deze vreemde situatie zullen gaan geven. En anders moeten we, als meest waarschijnlijke oorzaak, accepteren, dat de flinke terugval in aanwas cijfers bij de aantallen, grotendeels veroorzaakt wordt door wegval van (SDE gesubsidieerde) kleine installaties, en dat alleen nog maar grote(re), inclusief nieuw toegevoegde, projecten overblijven, die een zwaar stempel op de nieuwe, en de geaccumuleerde capaciteit zullen zetten.
3b. Kwartaal groeicijfers QIV 2021 - QIII* 2024
In een eerdere update heb ik de kwartaal cijfers weer van stal gehaald en in grafiek weergegeven tm. de toen net "volledig", geworden cijfers voor de kwartalen QIV 2021 tot en met QI 2023. In het huidige exemplaar heb ik de soms weer licht gewijzigde data gebruikt, en nog lang niet definitief vastgestelde, ook aangepaste resultaten voor QII 2023 - QIII 2024 rechts toegevoegd. Met name de volumes van de meest recente kwartalen zullen nog flink wijzigen, gezien de continue wijzigingen in door Polder PV bijgehouden data historie van VertiCer en haar rechts-voorganger CertiQ. De niet herstelde anomalie voor de capaciteit in augustus 2024 heeft ook hier een enorme impact, en is dan ook wederom in een aparte kleurstelling in de laatste kolom weergegeven ("kan niet").
Wederom met bovengenoemde disclaimer in het achterhoofd, waardoor de verhoudingen tussen kwartalen onderling dus ook nog lang niet vaststaan (deze zijn sowieso al fors gewijzigd in recente updates), lijkt een conclusie wel al duidelijk getrokken te kunnen worden: Met name de aantallen netto nieuw geregistreerde PV projecten per kwartaal, zijn sinds het laatste kwartaal van 2021 in globale zin stapsgewijs beduidend afgenomen. Het aantal nieuwe projecten per kwartaal is afgenomen van, momenteel, 902 exemplaren in QIV 2021, tot nog maar 443, met de nu bekende cijfers, voor QIV 2022, toegenomen naar 521 exemplaren in het eerste kwartaal van 2023, waarna het een bodem bereikte in QIII 2023 (99 netto nieuwe exemplaren). QIV 2023 zit momenteel op een plus van 299 nieuwe projecten. QI 2024 vertoont, mede door de bizarre negatieve groei in maart, en de later komende correcties, inmiddels, na een periode van netto negatieve aanwas nu een licht positieve groei van netto 98 projecten. QII 2024 had in de vorige update nog een netto negatieve groei van 37 projecten, maar dat is in de september update inmiddels omgeslagen in een lichte netto positieve groei van 2 stuks. Wat ongetwijfeld nog fors verder bijgesteld zal gaan worden, in positieve zin. Hetzelfde geldt voor QIII 2024, met tot nog toe een netto negatieve aanwas van -450 projecten. We zullen later zien of voor dat laatste kwartaal uiteindelijk toch nog een "positief" resultaat gehaald zal worden, al zal dat resultaat dan bescheiden blijven t.o.v. de netto aanwas in dat kwartaal in eerdere jaargangen.
Bij de nieuwe gerapporteerde netto capaciteit is het verhaal compleet anders, wat vooral is veroorzaakt door de eerder gesignaleerde "excessieve" extra netto groei voor januari 2023 en 2024.
Het netto volume per kwartaal nam even toe, van, momenteel, 557 MWp in QIV 2021, naar 627 MWp, in QI 2022, maar is daarna ook, gemiddeld genomen, enkele kwartalen minder geworden. Om een voorlopig dieptepunt te bereiken in QIV 2022, met 374 MWp netto nieuw gerapporteerd volume, gebaseerd op de huidige cijfers.
En toen kwam de "grote verrassing", QI 2023 telde in een vorige update nog 449 MWp nieuw volume, maar dat is, met name door de zeer hoge toevoeging in januari 2023, en de volgende updates, nu alweer een record volume van 821 MWp. Wat nu bijna 31% hoger zou zijn dan de groei in QI in 2022 (627 MWp). Voor de aanwas in QII 2023 geldt momenteel een netto groei van 535 MWp, waar later waarschijnlijk nog e.e.a. aan zal gaan wijzigen, vermoedelijk in positieve zin. Het niveau is daarmee, zoals eerder al voorspeld door Polder PV, gestegen, naar 8,7% boven het niveau van 492 MWp in QII 2022, De nog premature aanwas in QIII 2023 is inmiddels 461 MWp in de plus, het is al 93% van het nieuwe netto volume in QIII 2022 (496 MWp).
Voor het laatste kwartaal van 2023 is het totale volume, al flink toegenomen in de januari 2024 update, in de versies van mei tm. september 2024 verder gegroeid, naar momenteel 766 MWp. Dit is al het dubbele volume, t.o.v. de 374 MWp in QIV 2022, en met nog latere updates aan toevoegingen te verwachten.
De tweede grote verrassing zien we bij de eerste, nog zeer voorlopige resultaten voor QI 2024. Januari was in een vorige rapportage extreem in positieve zin bijgesteld, maart vertoonde een record negatieve groei, en ook in april was de groei negatief. Met de opvolgende extra bijstellingen, is het voorlopige tussen-resultaat voor het hele kwartaal na even "negatieve aanwas" te hebben gekend, inmiddels op een groei van 232 MWp beland. Dat is nog steeds wel een dramatisch verschil met de 821 MWp netto groei in QI 2023.
Het tweede kwartaal van 2024 startte met een negatieve aanwas, maar is inmiddels in positieve zin gegroeid, met al een iets hogere groei dan in het voorgaande kwartaal, 249 MWp. Dat is inmiddels 47% van de aanwas in QII 2023 (535 MWp). Ook daar zal nog veel aan gaan wijzigen.
Het derde kwartaal van 2024 is, met de extreme, niet gecorrigeerde anomalie voor augustus, vooralsnog een enigma, waar VertiCer hopelijk duidelijkheid in zal gaan verschaffen (rode kolom, onverklaarbare toename van, momenteel, 4.157 MWp).
Het derde kwartaal van 2024 start, met een eerste "volledige" maand set, met 450 exemplaren netto negatieve groei, wat mogelijk uiteindelijk in positieve groei zal omslaan.
Hoe eventuele verdere wijzigingen bij de capaciteit van gecertificeerde projecten zal gaan verlopen blijft gezien bovenstaande elke keer weer spannend.
Voor de evolutie van de gemiddelde systeem omvang (per maand), zie ook de grafiek onder paragraaf 2a.
3c. Halfjaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer 2022-2024 HII
Omdat een tijdje geleden de eerste resultaten voor het 1e half-jaar van 2023 beschikbaar waren gekomen, en alweer gewijzigd, heb ik in een vorige analyse ook weer de "half-jaar grafiek" van stal gehaald. Die had ik voor het laatst gepubliceerd op basis van de oude CertiQ data in het bericht van 9 januari 2023. Het huidige exemplaar bevat echter alleen de laatst bekende resultaten gebaseerd op de compleet gereviseerde publicatie systematiek bij VertiCer. In deze grafiek worden alleen de resultaten vanaf de 1e jaarhelft van 2022 getoond, tm. de eerste "complete" cijfers voor HII 2023 (tm. december), en de nog zéér voorlopige eerste resultaten voor HI en HII 2024, waarvoor we ongetwijfeld nog de nodige aanvullingen, en forse bijstellingen kunnen verwachten (gearceerde kolommen).
Ook uit deze nog zeer voorlopige halfjaarlijkse groei cijfers blijkt een duidelijke afname van het aantal (overgebleven) projecten in het VertiCer dossier, wat waarschijnlijk heeft te maken met verwijderde kleine projectjes waarvan de oudste SDE beschikkingen zijn vervallen, danwel actief uitgeschreven bij VertiCer. Bij de aantallen projecten nam de bij VertiCer geregistreerde half-jaarlijkse netto aanwas af, van 1.524 nieuwe projecten in HI 2022, via 1.057 stuks in HII 2022 (31% minder), naar nog maar een (voorlopige) groei van slechts 818 nieuw in HI 2023. Wederom 23% minder. De tweede jaarhelft van 2023 heeft nog maar 398 netto nieuwe projecten (-51%), maar daar zal waarschijnlijk nog wel het nodige aan gaan wijzigen. Achteraan vinden we (gearceerd) de eerste resultaten voor de eerste en tweede jaarhelft van 2024, met nog slechts zeer voorlopige data, een positieve (HI, 100), danwel negatieve groei van -450 installaties voor HII, en nog veel addities en wijzigingen te verwachten.
Bij de capaciteit is het beeld compleet anders (geworden, in de meest recente updates), en is er zelfs een behoorlijke opleving te zien in beide jaarhelften van 2023. Met de huidige bekende cijfers 1.119 MWp nieuw in HI 2022, 869 MWp in HII 2022 (22% minder), en, vanwege de bizarre, eerder al besproken toename in 1 maand (januari 2023), nu alweer 1.356 MWp nieuwe capaciteit in HI 2023. Dat is 21% meer dan in HI 2022, en zelfs al 56% meer dan in HII 2022. In de update van december 2023 was het netto aanwas volume voor HI 2023 nog maar 923 MWp.
De tweede jaarhelft van 2023 geeft, met de netto groei van, momenteel 1.228 MWp, al een fors hoger volume te zien dan in eerdere recente updates, en laat momenteel dan ook alweer een 41% hoger volume zien, dan de aanwas in HII 2022. Voor het eerste half-jaar van 2024 zijn de data uiteraard nog zeer fluïde, na de grote positieve groei in het februari rapport, gevolgd door een licht negatieve groei van 5 MWp in de maart rapportage, de fors negatieve groei in april, en een opvallend positieve toename in mei en juni. Het voorlopige resultaat voor het eerste half-jaar is, van een licht negatieve aanwas tm. mei (-12 MWp), inmiddels omgeslagen in positieve groei van al 481 MWp. Het zal nog wel even gaan duren voordat er beter zicht komt op de (definitieve) groeicijfers voor de half-jaren, met name voor de recente jaargangen.
Mogelijk wordt de trend van véél minder netto overgebleven (want: deels bij VertiCer uitgeschreven) aantallen installaties, en nog steeds relatief hoge groeicijfers voor de capaciteit, nog verder versterkt, doordat er regelmatig kleinere projecten worden uitgeschreven bij VertiCer (zie tabellen onder paragraaf 5), terwijl de overblijvende (en nieuwe) projecten in de bestanden gemiddeld genomen zelf al veel groter zijn dan de oude (deels zelfs residentiële) kleine installaties.
Voor de tweede jaarhelft van 2024 valt nog weinig zinnigs te zeggen, gezien de absurde, niet publiek gewijzigde data anomalie voor augustus, leidend tot een veronderstelde, echter volstrekt onmogelijke, aanwas van ruim 4,2 GWp in dat nog onvolledige half-jaar. Vandaar dat deze kolom doorzichtig is weergegeven.
3d. Jaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer YOY 2009 - 2023*
Wederom naar analogie van de grafiek voor de eindejaars-volumes, ditmaal de daar uit afgeleide jaargroei cijfers volgens de laatste data update van VertiCer, in bovenstaande grafiek (alle drie parameters met referentie de rechter schaal, logarithmisch weergegeven). Tot en met kalenderjaar 2020 zijn de data ditmaal gebruikt uit de recent beschikbaar gestelde update (24 aug. 2024), waarin echter nauwelijks wijzigingen zijn opgenomen. De data voor 2021**, 2022**, en 2023*, rechts toegevoegd, komen uit de huidige update van de data tm. september 2024, zoals geopenbaard door VertiCer. De grafiek toont dus de meest recente situatie, met de laatst beschikbare bron-cijfers. Mochten toekomstige "historische" jaarcijfers alsnog wijzigen, en wereldkundig worden gemaakt, zullen die in latere updates worden toegevoegd aan deze grafiek. Vermoedt wordt, dat eventuele nagekomen correcties met name voor de oudere jaargangen marginaal zullen zijn.
Goed is te zien dat er een duidelijk verschil is in de trend bij de nieuwe jaarlijkse aantallen installaties (blauwe kolommen) en bij de nieuwe capaciteit per jaar (gele kolommen). Bij de aantallen beginnen we op een hoog niveau van 3.765 [overgebleven †† !] nieuwe installaties in 2009, het gevolg van de enkele duizenden grotendeels particuliere kleine SDE beschikkingen die in de eerste jaren van de SDE (2008 tm. 2010) werden opgeleverd. Die bron droogde al snel op omdat particuliere installaties de facto uit de opvolger regelingen werden gedwongen (eis minimaal 15 kWp, later ook nog verplicht grootverbruik aansluiting), en zakte de hoeveelheid nieuwe installaties dan ook stapsgewijs naar het dieptepunt van 259 nieuwe projecten in 2014. Daarna zwol het jaarlijkse volume weer aan door een lange reeks van (deels) succesvol geïmplementeerde SDE "+" beschikkingen, tot een voorlopig maximum van 5.503 nieuwe projecten in Corona jaar 2020.
Daarna is, zelfs met grote hoeveelheden nieuw beschikte projecten onder de SDE "++" regimes, het tempo weer fors afgenomen, ook vanwege massieve wegval van beschikte projecten, waar met name de wijdverspreide net-problemen een belangrijke (maar niet de enige) oorzaak van zijn. In 2021 en 2022 zijn met de recentste cijfers nu netto 3.886, resp. 2.581 nieuwe projecten toegevoegd. Dat laatst bekende volume voor 2022 is 46,9% van het record niveau in 2020.
In 2023 is nog maar een beperkt volume van 1.216 (netto) nieuwe projecten bekend (gearceerde blauwe kolom achteraan). Hier kan nog het nodige aan wijzigen, in de te verwachten maandelijkse cijfer updates, later in 2024 ff.
Capaciteit andersoortige trend, naar een nieuw record jaar (2023)
Bij de capaciteit is de jaarlijkse aanwas in de beginjaren relatief "stabiel" geweest, met wat kleine op- en neerwaartse bewegingen, van 18,7 MWp nieuw in 2009, tijdelijk zakkend naar 13,0 MWp nieuw volume in 2010, nog eens 4 jaar iets boven dat niveau blijvend, om vanaf 2015 sterk te stijgen. Dat was in het begin vooral vanwege de implementatie van de toen succesvolle SDE 2014 regeling. Er werd elk jaar weer meer capaciteit toegevoegd, tot een voorlopig maximum van 2.436,9 MWp, wederom in het Corona jaar 2020. Maar ook de nieuwe capaciteit begon in de jaren 2021-2022 duidelijk af te nemen, al was het op een veel minder dramatisch niveau.
In 2021 was het nieuwe netto volume nog 2.007,4 MWp, dat is in 2022 momenteel nog maar 1.988,3 MWp met de bekende cijfers in de huidige update. Dat is voor 2022, met 81,6% van het maximale nieuwbouw volume in 2020, in ieder geval beduidend beter dan de flinke terugval bij de (netto) aantallen nieuwe projecten (bijna 47%). Met, uiteraard, de blijvende disclaimer, dat ook deze jaargroei cijfers nog niet "in beton zijn gegoten", en nog verder kunnen wijzigen. Opvallend blijft in ieder geval, dat met de laatste updates, het jaargroei volume voor de capaciteit in 2022 steeds dichter is toegekropen naar dat van het voorgaande jaar. Het verschil is momenteel nog maar iets meer dan 23 MWp (vorige rapportage 19 MWp).
In 2023 is inmiddels, vooral vanwege de eerder besproken, bizar hoge toevoeging in januari dat jaar, en de nodige toevoegingen in de meest recente updates, een netto volume bijbouw van 2.583,5 MWp geconstateerd (enkele updates hiervoor was dat nog slechts 1.223 MWp!). Dat is nu dus al hoger dan de nu bekende groei in zowel 2021 en 2022, en heeft de eerder vastgestelde record groei in Corona jaar 2020 al met bijna 147 MWp overtroefd. 2023 is dus een nieuw recordjaar, wat de groei van gecertificeerde capaciteit betreft. Met de huidige stand van zaken zou de jaargroei in 2023 dus al 30% hoger hebben gelegen dan de aanwas in 2022, en 6% meer dan in vorig record jaar 2020. We hebben echter ook gezien dat data regelmatig (flink) worden bijgesteld, dus de relatieve verhouding van de jaargroeicijfers in deze 3 jaren ligt beslist nog niet vast.
Gemiddelde project omvang
Wederom heb ik, uit deze uit de eindejaars-data afgeleide jaargroei cijfers, uiteraard ook weer de gemiddelde systeemcapaciteit van de nieuwe aanwinsten per jaar berekend, en getoond in de groene curve in bovenstaande grafiek (vermogen in kWp gemiddeld per nieuwe installatie). Deze vertoont, na een lichte inzinking tussen 2009 en 2010, een zeer sterke progressie, van 5,0 kWp bij de nieuwe projecten in 2009, tot alweer 770 kWp gemiddeld per nieuw project in 2022. Een factor 155 maal zo groot, in 13 jaar tijd. Deze enorme schaalvergroting, sterk gedreven door de oplevering van honderden zonneparken en enorme distributiecentra bomvol zonnepanelen op de uitgestrekte platte daken, is een van de belangrijkste oorzaken, van de nieuwe realiteit bij de stroomvoorziening in Nederland: de overal zichtbaar geworden netcongestie, met name op de middenspannings-netten. Voor de bijna actuele situatie, met details, zie de nieuwe gedetailleerde capaciteitskaart van Netbeheer Nederland (gescheiden in netafname resp. -invoeding). Wat uiteraard ook zijn weerslag heeft gekregen op de progressie van de uitbouw van de gecertificeerde nieuwe volumes in de VertiCer databank: die is sterk aan het vertragen. En slechts met veel moeite "op niveau" te houden.
Voor 2023 is een sterke toename van de gemiddelde capaciteit zichtbaar, naar inmiddels 2.125 kWp per project (!). Echter, omdat deze maatvoering van 2 input variabelen afhankelijk is (die beiden netto volumes betreffen, verschillen tussen instroom en uitstroom bij VertiCer), die beiden nog flink, in beide richtingen, kunnen gaan afwijken van de huidige waarden, is er nog niet veel te zeggen over wat dit uiteindelijk op kalenderjaar basis zal gaan opleveren. Het is echter wel waarschijnlijk, dat die gemiddelde nieuwe project capaciteit op een hoog niveau zal komen te liggen, vanweg de sterk neerwaartse trend bij het aantal nieuwe projecten, bij een blijvend hoog niveau voor de nieuwe totale capaciteiten.
†† Met name uit de oudere SDE regelingen, vallen regelmatig lang geleden bij VertiCer voorganger CertiQ ingeschreven projecten weg. Hier zijn verschillende redenen voor. In de uitgebreide SDE project analyses van Polder PV wordt hier regelmatig, en gedetailleerd over gerapporteerd (exemplaar 1 juli 2024, zie hier).
4. 100 procents-grafieken en segmentatie naar grootteklasse
Een van de nieuwe mogelijkheden van de compleet herziene presentaties bij VertiCer, is de segmentatie naar grootteklasse. Daar kon tot voor kort uitsluitend iets over gezegd worden op basis van de jaaroverzichten, waar, al lang geleden op basis van een verzoek in die richting door Polder PV, inderdaad werk van gemaakt is door rechtsvoorganger CertiQ. Zoals in de eerste analyses al duidelijk werd, is dit nu ook op maandelijkse basis mogelijk. Met, we blijven dit herhalen, de waarschuwing, dat alle cijfers bijgesteld kunnen worden in latere updates, met name m.b.t. de meest recente data. Bij de al wat oudere periodes vinden wijzingen minder vaak plaats, en zijn ze meestal van een bescheiden omvang.
In het 3e artikel over de eerste resultaten van januari 2023 heb ik al meer-jaarlijkse trends laten zien bij de evolutie van de diverse grootte klasses. Inclusief een toen nog in de bestanden van CertiQ voorkomende enorme anomalie, die niet bleek te zijn hersteld (artikel 14 februari 2023). Van dat historische overzicht is inmiddels een recente update verschenen, maar daar blijkt nauwelijks iets in te zijn gewijzigd (marginale bijstellingen). De huidige grafiek geeft voor de kortere termijn de nieuwe data tot en met september 2024, en de aangepaste waarden voor de maanden in de meest recente periode daar aan voorafgaand.
4a. 100 procents-grafiek aantallen per categorie
Een zogenaamde "100-procents-grafiek" voor de evolutie trends van de 8 door VertiCer en haar rechtsvoorganger onderscheiden grootteklassen van de gecertificeerde PV-populatie die zij bijhouden, dit exemplaar voor de aantallen projecten aan het eind van elke maand. Voor eind september / begin oktober 2024 zijn de absolute waarden per grootteklasse rechts weergegeven. Globaal genomen namen de kleinste categorieën (1-5 kWp, 5-10 kWp, en 10-50 kWp) in betekenis af sedert juli 2021, de impact van de grotere categorieën werd groter. Er is echter weer een stabilisatie gekomen, omdat het tempo bij de aantallen nieuw netgekoppelde (danwel netto overgebleven) projecten onder de SDE regimes weer flink is afgenomen. In de september 2024 update, is het totale aantal installaties groter of gelijk aan 50 kWp, medio 2021 al meer dan de helft, met het gezamenlijke volume al op ruim 57% van het totaal gekomen (19.977 van, in totaal, 34.882 netto overgebleven projecten). De categorie 100-250 kWp omvat het grootste aantal projecten, 7.482 exemplaren, afgezien van de kleinste installaties tot 5 kWp (overgebleven 8.622 stuks, eind september 2024). Uiteraard hebben de grotere project categorieën, vanaf 250 kWp, relatief weinig tot bescheiden aantallen. Maar schijn bedriegt: ze omvatten de allergrootste volumes bij de capaciteit, en hebben dus een zéér grote impact op de totale populatie, zie de volgende grafiek.
Plussen en minnen
Een klein deel van de afnemende betekenis van de kleinste project categorieën wordt veroorzaakt door continue uitval uit het databestand van VertiCer (diverse redenen mogelijk, ook al heel lang waargenomen bij de SDE portfolio's, analyse status 1 juli 2024). Daar staat ook weer tegenover dat volledig buiten de populaire SDE regelingen om gerealiseerde kleinschalige projecten bijgeschreven kunnen worden in de registers van VertiCer. Een fenomeen wat compleet onbekend lijkt in de PV sector in ons land, er wordt in ieder geval nooit over gerept, behalve dan bij Polder PV. In 2023 werden er bijvoorbeeld netto 40 installaties in de kleinste project categorie uitgeschreven, maar kwam er tegelijkertijd een verrassende hoeveelheid van 142 exemplaren bij in de categorie 5 tm. 10 kWp, waarvoor normaliter beslist géén (nieuwe) SDE beschikking afgegeven kan zijn sedert SDE 2011 (zie ook tabel paragraaf 5b). Dat soort kleine projecten zijn mogelijk afkomstig uit portfolio's van bedrijven zoals Powerpeers, Vandebron, en Allinpower, en het in België al actieve EnergySwap, die geoormerkt garanties van oorsprong (GvO's) van door de afnemer aangewezen projecten afboeken, ter "vergroening" van de stroomconsumptie van de klant. Daar kunnen ook (zeer) kleine residentiële projecten, of bijvoorbeeld kleine installaties op scholen, gymzalen e.d. bij zitten. Om dat soort transacties in Nederland te kunnen / mogen doen, moeten de betrokken projectjes ook verplicht geregistreerd worden bij VertiCer. En die zien we hier dus tevoorschijn komen.
De grootste categorie, projecten (of eigenlijk: "registraties") groter dan 1 MWp per stuk, omvat eind september 2024 1.710 installaties (wederom 5 meer dan in de vorige update tm. augustus 2024), wat slechts 4,9% van het totale aantal is op dat moment. Op herhaalde verzoeken van Polder PV, om deze grote "verzamelbak" verder op te splitsen, gezien de dominante hoeveelheid capaciteit in deze categorie (zie grafiek onder paragraaf 4b), is, destijds, CertiQ, helaas niet ingegaan.
4b. 100 procents-grafiek capaciteit per categorie - augustus 2024 anomalie niet hersteld
Een vergelijkbare "100 procents-grafiek" als voor de aantallen projecten, maar nu voor de periode juli 2021 tm. september 2024, voor de daarmee gepaard gaande capaciteiten in MWp. Voor eind september 2024 zijn wederom de absolute volumes rechts weergegeven, alsmede, voor de grootste categorie, voor eind juli dat jaar. Een totaal ander beeld is hier te zien, met "überdominant" de grootste project categorie (installaties groter dan 1 MWp). Ook is direct te zien, waar de enorme capaciteits-anomalie voor augustus, eerder reeds beschreven, zijn grondslag heeft. Eind juli was het volume in die categorie, met projecten per stuk groter dan 1 MWp, namelijk "nog maar" 8.417 MWp groot (wel alweer, door bijstellingen / nagekomen volume, 2,2% meer dan de eind van die maand gerapporteerde 8.238 MWp). Wat in lijn met de historie van de voorgaande evolutie is. Eind september zou echter, volgens de oorspronkelijke cijfers van VertiCer, er al een absurd hoog volume van 12.578 MWp zijn geaccumuleerd in die categorie. Dit is terug te voeren op de niet publiekelijk gecorrigeerde grote anomalie voor augustus dit jaar, en heeft een enorme impact op de kwaliteit van deze 100-procents-grafiek. In de augustus update ben ik kort ingegaan op de onmogelijkheid van deze accumulatie cijfers (paragraaf "29 Dorhoutmeessen").
Voor de aandelen van de verschillende segmenten in augustus - september heeft het geen zin om inhoudelijke opmerkingen te maken, vanwege de aantoonbaar foute ingave voor de grootste capaciteits-categorie. Deze blijft zonder meer het alles overstijgende grootste segment. Begin augustus 2024 was het aandeel op het totaal 65%, en het zal vermoedelijk verder zijn gestegen. Hoeveel blijft echter onduidelijk, totdat de anomalie bij VertiCer is weggewerkt. Met een zwart gestreepte trendlijn heb ik het "waarschijnlijk correcte" verloop van het capaciteits-aandeel in deze grootste project categorie globaal weergegeven. Totdat VertiCer met harde gecorrigeerde cijfers komt, blijft het werkelijke volume, resp., het aandeel op het totaal, vanaf augustus 2024 nog in nevelen gehuld.
Het tweede grootste segment blijft de categorie installaties tussen de 250 en 500 kWp, gevolgd door de segmenten 100-250 kWp, resp. 500-1.000 kWp. De overige segmenten, met de kleinste installaties, stellen op het geheel weinig voor, en hebben in de loop der jaren een steeds kleiner aandeel op het totale volume gekregen, vanwege de enorme schaalvergroting in de projecten sector, die nog steeds voortduurt.
Status eind juli 2024 (i.v.m. anomalie augustus ff.)
De grootste categorie had in ieder geval eind juli 2024 een relatief bescheiden aantal projecten (revisie in september update: 1.712 exemplaren), bij een al hoge capaciteit (8.417 MWp). Wat is terug te voeren op een steeds hoger wordende systeemgemiddelde capaciteit. In juli 2021 was dat nog 4.024 kWp gemiddeld, begin augustus 2024 is dat alweer toegenomen naar 4.917 kWp, een toename van ruim 22% in 36 maanden tijd.
Voor de overige categorieën blijft er dan niet zeer veel "ruimte" meer over op het totaal. Nemen we ook nog de drie opvolgende categorieën mee (flinke projecten van een halve - 1 MWp, 250 - 500 kWp, resp. 100 - 250 kWp), claimen de grootste vier project categorieën het allergrootste geregistreerde volume in de totale markt. Dit was in juli 2021 al 93,3%, eind juli 2024 is dat, met de meest recente data in de huidige (september) update, 96% geworden. De kleinste 2 categorieën zijn op deze schaal al vrijwel niet meer zichtbaar. Hun aandeel is begin augustus 2024 geslonken naar nog maar 0,12% van totaal volume (15,7 MWp, projecten van elk 5 - 10 kWp), resp. 0,17% (21,9 MWp, projecten van elk 1 - 5 kWp).
Dan resteren, eind juli 2024, nog relatief bescheiden volumes voor de categorieën projecten van 50-100 kWp (totaal 369 MWp begin augustus 2024, 2,9%), resp. 10-50 kWp (totaal 128 MWp, 1,0%).
5. Jaarvolume segmentaties 2022 - 2023
5a. 2022 revisited - status update publicatie 2 oktober 2024
In de maandrapport analyse voor januari 2023 publiceerde ik ook een tabel met de nieuw gereconstrueerde cijfers voor de jaargroei voor kalenderjaar 2022. Daar zijn natuurlijk in de tussenliggende rapportages weer veel wijzigingen in gekomen, waarbij ik de laatste stand van zaken in de september 2024 update hier onder weergeef in tabelvorm. Voor nadere toelichting, zie de analyse bij het januari 2023 rapport. Ditmaal zijn er bij enkele categorieën weer cijfermatige wijzigingen t.o.v. het voorgaande exemplaar (augustus 2024) geweest, en ook hier weer cursief weergegeven. Afgeleide cijfers zijn uiteraard (deels "achter de komma") mee veranderd.
Nieuwe
jaarvolumes 2022 (YOY) |
Aantallen |
aandeel
op totaal (%) |
Capaciteit
(MWp) |
aandeel
op totaal (%) |
Gemiddelde
capaciteit per nieuwe installatie (kWp) |
1-5
kWp |
-54 |
-2,1% |
-0,061 |
-0,003% |
1,1 |
5-10
kWp |
50 |
1,9% |
0,406 |
0,02% |
8,1 |
10-50
kWp |
226 |
8,8% |
7,052 |
0,36% |
31,2 |
50-100
kWp |
435 |
16,9% |
33,334 |
1,7% |
76,6 |
100-250
kWp |
798 |
30,9% |
137,856 |
6,9% |
172,8 |
250-500
kWp |
527 |
20,4% |
182,219 |
9,2% |
345,8 |
500-1.000
kWp |
270 |
10,5% |
193,087 |
9,7% |
715,1 |
>
1 MWp |
329 |
12,7% |
1.434,451 |
72,1% |
4.360,0 |
Totaal |
2.581 |
100% |
1.988,344 |
100% |
770,4 |
Aantallen nieuw "totaal" wijzigde in de huidige update, van 2.576 naar 2.581; de capaciteit "totaal" nam ook toe, van 1.984,182 MWp naar 1.988,344 MWp. De systeemgemiddelde capaciteit van de toevoegingen in 2022 veranderde mee, en is ditmaal weer marginaal hoger geworden: van 770,3 kWp naar 770,4 kWp bij de totale volumes. Zie de tabel voor de overige details bij alle segmentaties.
Overduidelijk blijft, dat de grootste groei bij de aantallen nieuwe projecten in 2022 lag bij de installaties van 100 tm. 250 kWp (inmiddels 798 nieuwe exemplaren bekend, 30,9% van totale jaarvolume), met categorie 250 tm. 500 kWp als goede tweede (527 nieuwe projecten, 20,4%). Dat zijn beide populaire categorieën PV projecten op kleinere industriële daken en -complexen, en bij het midden- en kleinbedrijf.
Opvallend blijft het forse volume van, inmiddels, 329 nieuwe installaties in de grootste projecten categorie >1 MWp (12,7%), waar de meeste grondgebonden zonneparken en grote rooftop installaties op distributiecentra e.d. onder vallen. Ook valt de negatieve groei van de kleinste project categorie op, er zijn in totaal netto 54 projecten uit de databank van VertiCer "uitgeschreven" in 2022. Daarvoor zijn diverse redenen mogelijk, waar onder misschien eerste oude projecten met een SDE 2008 of 2009 beschikking, die door hun subsidie termijn heen zijn, en waarvan de eigenaren actief de registratie bij VertiCer hebben be-eindigd.
Bij de capaciteit is het verhaal compleet anders. Hier blijft de categorie projecten groter dan 1 MWp alles veruit domineren, met maar liefst 1.434,5 MWp van het totale 2022 jaarvolume (72,1%) op haar conto, een zoveelste illustratie van de schaalvergroting in de projecten markt. De drie opvolgende categorieën kunnen nog enigszins - op grote afstand - meekomen, met aandelen van 9,7, 9,2, resp. 6,9% van het totale toegevoegde project volume (capaciteit). De kleinste 3 categorieën doen uitsluitend voor spek en bonen mee bij dit grote projecten-geweld (aandelen 0,36% of veel minder bij de capaciteit).
5b. Groei in 2023 (zeer voorlopig) - status update publicatie 2 oktober 2024
Naar analogie van de - licht gewijzigde - cijfers voor de nieuwe aanwas in heel 2022 (vorige tabel), geef ik hier onder de uiteraard nog voorlopige data voor de 12 maanden van 2023 (cumulatie januari tm. december), volgens de cijfers in het laatste maandrapport verschenen op de VertiCer website. Ondanks de hier al weergegeven aanpassingen, gaat er waarschijnlijk nog wel meer veranderen aan deze data, dus nog zéér voorlopige cijfers voor dat jaar (cursief: wijziging t.o.v. rapportage augustus 2024). Alle primaire data zijn in de september update gewijzigd t.o.v. die in het voorlaatste maandrapport:
Nieuwe
jaarvolumes 2023 (YOY) |
Aantallen |
aandeel
op totaal (%) |
Capaciteit
(MWp) |
aandeel
op totaal (%) |
1-5
kWp |
-40 |
-3,3% |
-0,044 |
-0,002% |
5-10
kWp |
142 |
11,7% |
1,249 |
0,05% |
10-50
kWp |
28 |
2,3% |
0,891 |
0,03% |
50-100
kWp |
211 |
17,4% |
16,203 |
0,6% |
100-250
kWp |
283 |
23,3% |
47,144 |
1,8% |
250-500
kWp |
195 |
16,0% |
63,523 |
2,5% |
500-1.000
kWp |
155 |
12,7% |
114,746 |
4,4% |
>
1 MWp |
242 |
19,9% |
2.339,813 |
90,6% |
Totaal |
1.216 |
100% |
2.583,525 |
100% |
Uit dit overzicht blijken 2 zaken kristalhelder: de groei is in 2023 in bijna alle kleinere categorieën "niet van betekenis" geweest, en/of, vanwege de vele wijzigingen in de actuele databestanden bij VertiCer, hebben deze zelfs (tijdelijk ?) tot negatieve groeicijfers geleid t.o.v. de herziene status aan het begin van het jaar (= status EOY 2022, vorige tabel). Er zijn vanaf begin 2023 nogal wat wijzigingen geweest in de updates van dat jaar. Sommige voorheen "negatieve groeicijfers" zijn inmiddels omgeturnd in positieve exemplaren, en vice versa. De categorie 10-50 kWp had eerst negatieve groeicijfers, kwam bij de aantallen op precies nul uit in de update van juli 2024, en laat nu al een positieve groei zien van 28 exemplaren. Nogmaals wijs ik op het oorspronkelijke, uitgebreide commentaar van CertiQ, hoe dergelijke (tijdelijke) negatieve groeicijfers en wijzigingen daarin tot stand kunnen komen in hun databestanden. Het berekenen van systeemgemiddeldes bij negatieve groeicijfers heeft niet zoveel zin, dus die heb ik voor dit specifieke overzicht voorlopig weggelaten. Dat komt later wel, als er enig zicht is op meer gesettelde, volledige jaarcijfers.
Negatieve groei cijfers zijn er nu alleen nog maar voor zowel aantallen als bij de capaciteit bij de categorie 1-5 kWp (-40, resp. -0,044 MWp).
In totaal zijn er netto bezien in 2023 nog maar 1.216 nieuwe projecten bijgekomen, dat zijn er 48 meer dan in de voorgaande update. Dat zal nog wel aardig bijgesteld kunnen gaan worden in komende updates. Het blijft in ieder geval een zeer laag niveau, dat is al een tijdje duidelijk. Een neergaande trend bij de netto bijkomende projecten was al veel langer zichtbaar in de klassieke maand rapportages. Zie de eerste grafiek in de analyse van het laatste "gangbare" maandrapport van rechtsvoorganger CertiQ (december 2022). Deze trend lijkt zich te hebben versterkt, vooral bij de netto aantallen nieuwkomers (netto = nieuwe aanwas minus bij VertiCer uitgeschreven projecten per maand).
Flinke wijziging bij groei capaciteit in 2023
Wat overblijft, is het enige positieve punt, namelijk de groei van de capaciteit, ondanks de vele, structurele problemen in de markt (met name voorhanden netcapaciteit en hogere project kosten). De facto is die vrijwel exclusief neergekomen op een toename in, het wordt eentonig, de grootste project categorie (registraties per stuk groter dan 1 MWp). Want daar werd tussen januari en eind december 2023 een aanzienlijk volume van 2.339,8 MWp aan toegevoegd, bijna 91% van het totale nieuwe record jaar volume van bijna 2.584 MWp. Inmiddels dus al duidelijk hoger dan de nog niet formeel gewijzigde jaargroei van voorgaand record jaar 2020 (bijna 2.437 MWp). Dit was in de update van eind 2023 nog maar 1.298 MWp, de bizarre toename van het bij VertiCer geregistreerde vermogen in januari 2023, gevolgd door de verdere wijzigingen in de volgende updates, is hier grotendeels debet aan. Er wordt dus heel veel volume later bijgeschreven voor reeds verstreken jaren, het is goed dat men dit beseft.
Schaalvergroting nochmals
De schaalvergroting in de projecten sector wordt duidelijk geïllustreerd, door het feit dat de capaciteits-aanwas voor de grootste PV installatie categorie (projecten per stuk groter dan 1 MWp), in 2023 nu al 63% groter is dan in 2022 (2.340 MWp voor 2023, tabel 5b, versus 1.434 MWp voor 2022, tabel 5a).
De in een oudere update gerapporteerde disclaimer, dat voor de grootste project categorie een schier onmogelijk hoog project gemiddelde van 31,5 MWp per project resulteerde voor het eerste kwartaal, lijkt met de diverse gepasseerde latere forse bijstellingen in ieder geval alweer achterhaald, zoals toen ook al voorspeld. Het gemiddelde met de huidige cijfers is inmiddels uitgekomen op een "logischer" gemiddelde van bijna 9,7 MWp voor de grootste project categorie. Dat ligt echter nog steeds op een hoog niveau. Deze categorie blijft een zeer dominant stempel op het totale gerealiseerde volume zetten, en de projecten in deze categorie zijn per stuk ook nog eens gemiddeld zeer groot.
De enige categorieën die nog enigszins iets voorstellen zijn de 3 op een na grootsten, met projecten tussen de 500 en 1.000 kWp, resp. 250-500 kWp, en 100-250 kWp, die momenteel cumulatief in 2023 een verzameling van 115 MWp, resp. 64 MWp en 47 MWp nieuw toegevoegde capaciteit tellen. De overige categorieën stellen weinig voor bij de nieuw opgeleverde capaciteit in deze periode.
6. Evolutie van gecertificeerde zonnestroom productie / uitgifte van GvO's tm. augustus 2024
Ook voor deze parameter, afgegeven hoeveelheid Garanties van Oorsprong (GvO's), geldt, dat er op 24 augustus een update van de historische cijfers is gegeven. Deze zijn weergegeven in de tweede VertiCer revisie naast het voorgaande maandrapport. In het huidige bijgestelde overzicht geef ik weer alleen de meest recente cijfers weer, vanaf mei 2021. Voor een fraaie, bijgewerkte grafiek die verder terug gaat in de tijd, zie de update in de bespreking van het augustus 2024 rapport, en het commentaar daarbij. Nadat in een recente update voor het eerst een nog zéér voorlopige, totale jaarproductie bekend is geworden voor 2023, zijn inmiddels de eerste resultaten voor januari tot en met augustus in het nieuwe jaar, 2024, gepubliceerd. Met, het wordt saai, wederom een bizarre anomalie wat februari betreft, die ook nog steeds niet officieel is "gerepareerd" in de publiek beschikbare VertiCer data.***
De extractie van een continue reeks van zonnestroom productie data uit de nieuwe spreadsheets van VertiCer is niet eenvoudig omdat de zonnestroom data tussen alle overige GvO cijfers in staan (diverse energie productie platforms), sterk verspreid over meerdere locaties, er terug gerekend moet worden naar maand van productie, er continu wijzigingen / bijstellingen zijn, en alle over verschillende periodes uitgegeven garanties van oorsprong (GvO's) voor gecertificeerde zonnestroom uiteindelijk per maand opgeteld moeten worden. Bovenstaande grafiek is het uiteindelijke resultaat, met de meest recent beschikbare reeks van mei 2021 tm. augustus 2024. In de maand rapportages lopen de productie resultaten altijd 1 maand achter op die van de opgestelde generator capaciteit. De productie is weergegeven in de blauwe curve (rechter Y-as als referentie, eenheid GWh = 1 miljoen kWh).
Er zijn twee "drijvende krachten" achter het verloop van deze curve. Ten eerste natuurlijk de seizoens-variabiliteit, die zich uit in hoge producties in de zomermaanden ("toppen"), resp. lage output in de wintermaanden ("dalen"). Meestal is december de minst producerende maand. Eerder zagen we al dat, sterk afhankelijk van de gemiddelde instralings-condities in de betreffende maand, in de zomerperiodes hetzij mei (2020), juni (2019, 2021, 2022), of juli (2017, 2018) de best performer waren bij de productie. Voor de hier getoonde recentere periode zijn de waargenomen "zomer pieken" alle 4 in juni gevallen. De huidige piek waarden voor juni 2021 en juni 2022 zijn gestabiliseerd, voor juni 2023 en 2024 zijn ze alweer iets opgehoogd t.o.v. de volumes getoond in de vorige update.
De tot nog toe gecertificeerde productie in juni 2023 heeft een nieuw record niveau van 1.558 GWh bereikt. Dat is al 25,2% hoger dan in juni 2022, waarvoor tot nog toe 1.244 GWh aan zonnestroom GvO's zijn uitgegeven. Anton Boonstra had voor heel Nederland, voor juni 2023, 11% meer instraling vastgesteld dan in juni 2022, de maand was dan ook "record zonnig" volgens het KNMI. Dit opmerkelijke resultaat voor juni is dus niet verbazingwekkend. Dat, in combinatie met de continu voortschrijdende nieuwbouw van PV projecten (al dan niet met SDE subsidie), maakt dat we eind juni 2023 al een (gecertificeerd) productie record te pakken hebben. Deze piek kan in theorie nog steeds iets hoger kan gaan worden in komende updates, zoals reeds in recente exemplaren is geschied.
Ook de piek volumes uit met name 2021 en 2022 kunnen later nog, zij het marginaal, worden bijgeplust. Zeker van de kleinere projecten, die niet maandelijks door een meetbedrijf worden gemeten, komen productiecijfers namelijk heel erg laat pas beschikbaar, en worden ze dan pas aan de databestanden van VertiCer toegevoegd. En worden ze "zichtbaar" in de hier getoonde productie historie. Als dit al geschiedt, zal de impact ervan echter zeer bescheiden zijn.
Juli 2023 duidelijk minder productie dan juni
Het resultaat voor juli 2023 laat een scherpe neerwaartse knik in de grafiek zien, en komt, voorlopig, uit op een productie van 1.218 GWh in die maand, inmiddels iets hoger dan de 1.212 GWh in de zeer zonnige juli maand van 2022 (in de vorige update was dat nog iets lager). Ten eerste was juli 2023, i.t.t. juni, een historisch bezien "normale" maand wat het aantal zonne-uren betreft. Boonstra meldde dat er in die maand 11,3% minder instraling was dan in juli 2022, en productie is altijd direct gerelateerd aan de hoeveelheid instraling. Dat er nu toch iets meer is geproduceerd, ligt uiteraard aan de ondertussen gegroeide gecertificeerde capaciteit die, ondanks lagere zoninstraling, in totaal dus een hogere output gaf te zien.
In juli 2023 steeg het aantal uren met negatieve prijzen op de stroommarkt behoorlijk, volgens de bekende grafiek van Martien Visser van Entrance op "X" (28 oktober 2023). Het kan dus ook beslist zo zijn geweest, dat hierdoor met name grotere projecten tijdelijk hun productie hebben gestaakt, om geen geld te moeten betalen i.p.v. te ontvangen. Geen productie = geen GvO's. De omvang daarvan is echter nog steeds een aardig mysterie, want die afschakelingen worden bij mijn weten niet nationaal bijgehouden cq. geopenbaard. Visser probeert die verliezen / "non-producties" weliswaar met steeds betere aannames te "modelleren" voor zijn data platform (zie tweet van 27 mei 2024), maar Minister Rob Jetten van MinEZK moest bij beantwoording van vragen van Eerdmans van JA21 het antwoord schuldig blijven over de mogelijke volumes die afgeschakeld zouden zijn / worden. Die zijn volgens hem niet bekend (zie tweet van Polder PV met het betreffende antwoord, van 30 mei 2024). De heer Visser probeert nog steeds de vinger te krijgen achter fysieke afschakeling, zoals bleek uit een recente vraag van hem aan Anton Boonstra over de PV Output.org statistieken.
Resterende maanden 2023 ff.
Augustus 2023 zit momenteel op bijna 1.079 GWh, wat 7,9% lager is dan de 1.171 GWh, die tot nog toe voor ook zeer zonnig augustus 2022 door VertiCer zijn uitgegeven.
Voor september 2023 is tot nog toe voor 917 GWh aan GvO's afgegeven. Dat is al 19,0% meer, dan de al meer geconsolideerde uitkomst voor september 2022 (771 GWh). Dit is in lijn met het feit, dat Anton Boonstra uit de KNMI data 6,8% meer horizontale instraling in september 2023 heeft berekend dan in september 2022 (platform "X", 1 oktober 2023), in combinatie met de toegenomen capaciteit in het tussenliggende jaar.
Oktober 2023 heeft een voorlopig volume van 459 GWh, 7,9% onder het voorlopige resultaat voor oktober 2022. November 2023 heeft tot nog toe bijna 7% relatieve minder opbrengst, dan in november van het voorgaande jaar. In december is het verschil omgeslagen, van ruim 5% negatief in een vorige update, naar inmiddels 4,2% positief (t.o.v. december 2022). In zeer zonnig januari 2024 werd voorlopig 210 GWh genoteerd, wat al bijna 33% meer was dan de bijna 159 GWh in januari 2023.
Nog niet herstelde anomalie: GvO uitgifte februari 2024***
En toen kwam februari, met een volstrekt onwaarschijnlijk niveau van, inmiddels zelfs 2.131 GWh (!) aan "kennelijk" afgegeven volume van GvO's (blauwe stippellijn). Vooral voor de categorie "Aantal uitgegeven GvO's (niet-netlevering)" was de uitgifte in die maand extreem hoog, 1.937 GWh (91% van totale uitgifte niveau, verminderd met een marginaal niveau van teruggetrokken GvO's voor zonnestroom, 1.426 MWh). Dit is volstrekt onbestaanbaar, en leek toen op een grote fout in het VertiCer systeem te wijzen, waarover ik destijds al een e-mail had verstuurd. Het antwoord kwam op 15 april 2024 binnen bij Polder PV:
*** Naar aanleiding van mijn e-mail aan VertiCer ter opheldering van de hoogst merkwaardige anomalie m.b.t. de gerapporteerde afgegeven hoeveelheid GvO's in de februari rapportage, kreeg ik op 15 april een kort, maar zeer duidelijk antwoord: "De oorzaak ligt in een foutieve meetwaarde die de netbeheerder heeft ingestuurd en geaccordeerd. De netbeheerder heeft na onze constatering een gecorrigeerde meetwaarde ingestuurd". We zouden dus een herstel van deze grote fout kunnen gaan verwachten in een van de komende updates, maar helaas is deze nog steeds niet doorgevoerd in de updates van april tm september 2024. In ieder geval, met dank aan VertiCer voor deze verklaring. Vanwege de nog steeds niet herstelde anomalie, is het betreffende gedeelte in de grafiek gestippeld weergegeven. Duidelijk blijft, dat zelfs bij gecertificeerde meetwaarden opgaves, dus fouten kunnen arriveren op de VertiCer burelen. Alleen zeer stricte controles op die waarden, kunnen garanderen dat het GvO systeem 100 procent waterdicht blijft.
Maart - augustus 2024
In maart 2024 was de geregistreerde certificaat uitgifte inmiddels 790 GWh, wat bijna 32% hoger lag dan de tot nog toe uitgegeven hoeveelheid voor maart 2023 (600 GWh). De eerste resultaten voor april 2024 laten al een uitgifte van 1.069 GWh zien, de eerste april maand waarvoor dus al meer dan 1 TWh aan groencertificaten is uitgegeven voor gecertificeerde PV installaties. Het was al 7,3% hoger dan het al meer gesettelde volume voor april 2023 (996 GWh), maar er zal nog wel het nodige bovenop gaan komen in komende maandrapportages van VertiCer. Zelfs april 2023 zou die 1 TWh nog kunnen gaan halen bij latere bijstellingen. Mei 2024 leverde tot nog toe 1.275 GWh op, wat nu nog 5,9% onder de productie van 1.354 GWh in mei 2023 ligt.
Juni is de nieuwe "maandrecord piek" voor 2024 geworden, zoals verwacht kon worden. Nog zeer voorlopige resultaten geven al 1.321 GWh voor die maand. Dat is nu nog 15,2% lager dan de piek in juni 2023 (ook bijgesteld, 1.558 GWh). Of de inmiddels in een jaar tijd toegevoegde capaciteit de flink lagere instraling in juni 2024 heeft kunnen compenseren is echter nog niet duidelijk. Boonstra had namelijk maar liefst 19,7% minder horizontale instraling in juni 2024 t.o.v. juni 2023 vastgesteld. Dus het gaat nog spannend worden, hoe hoog uiteindelijk de GvO piek voor juni 2024 zal gaan worden t.o.v. dezelfde maand een jaar eerder.
Vanaf juli gaan de totale opbrengsten weer omlaag. Voorlopig, voor juli 2024 1.311 GWh, maar dat is al 7,7% meer dan de 1.218 GWh in juli 2023. De instraling in juli 2024 was ook al wat hoger dan in het voorgaande jaar: 162,4 kWh/m² in juli 2024, t.o.v. 158,2 kWh/m², in juli 2023. Alleen nog onbekende volumes niet gerealiseerde productie bij afschakelen van projecten bij negatieve stroomprijzen op de elektriciteitsmarkt, kunnen een eventueel verder gegroeid verschil in negatieve zin onder druk zetten.
De in de huidige analyse toegevoegde maand augustus kreeg in 2024 al 1.215 GWh aan GvO's toebedeeld, tegenover 1.079 GWh in juli 2023, nu dus al, bij het eerste gepubliceerde cijfer, 12,6% méér volume. De instraling in die maand was, volgens de data extracties van Anton Boonstra, een forse 10,9% hoger dan in augustus 2023. Dit verschil kan in komende updates beslist nog flink verder oplopen, gezien het feit dat er de nodige hoeveelheid aan nieuwe (gecertificeerde) capaciteit is bijgeplaatst in het afgelopen jaar.
Met name voor de laatst gerapporteerde maanden zullen er sowieso nog het nodige aan uitgegeven GvO's bij gaan komen. Standaard bij de GvO data van VertiCer is, dat de eerstpublicatie voor een willekeurige maand al het veruit grootste volume GvO's voor die maand oplevert. Afgiftes die later worden gepubliceerd, zijn al veel geringer van omvang, en worden stapsgewijs kleiner qua volume. Het "doorsijpelen" van later afgegeven GvO's, die met terugwerkende kracht voor de betreffende maand worden bijgeschreven, kan echter zeer lang doorgaan. Dat kan langer dan een jaar duren in veel gevallen.
De tweede drijvende kracht achter deze curve is uiteraard de in het recente verleden zeer onstuimige groei van de projecten markt, met telkens flink meer, gemiddeld genomen steeds grotere PV projecten, wier nieuwe productie volumes in de loop van het kalenderjaar toegevoegd worden aan de output van het eerder al bestaande productie "park". Dat is dé drijvende kracht achter de steeds hoger wordende pieken (bovenop de verschillen in instraling van jaar tot jaar). Alle nieuwe capaciteit zal bijdragen aan het verhogen van de pieken, zelfs al hebben ze in sterk toenemende mate oost-west opstellingen om de voor netbeheerders zeer vervelende "middag-output-piek" te verlagen. Ook het steeds meer om zich heen grijpende fenomeen van afschakelingen bij negatieve marktprijzen, zal in de projecten markt al te sterke stijgingen bij de afgifte van GvO's onder druk zetten. De potentiële zonnestroom productie wordt dus in toenemende mate uitgehold.
Progressie in winter"dips"
In de productie curve is goed te zien dat de zogenaamde "winter-dips" in de periode 2021 - 2023 ook op een steeds hoger niveau komen te liggen, a.g.v. de almaar toenemende productie capaciteiten, die ook in de winter aan een toenemende hoeveelheid zonnestroom output bijdragen. In deze laatste update blijkt december 2022 weer een marginaal hoger volume te zijn toegerekend, 137,1 GWh. Dat is al 13,3% hoger dan in december 2021 (121,1 GWh), en is zelfs al een factor 4,6 maal het niveau van de "dip" in het winterseizoen van 2017/18 (jan. 2018 29,8 GWh, zie eerder gepubliceerde historische grafiek).
December 2023, in een vorige rapportage voor het eerst in de data historie van VertiCer qua afgegeven aantal GvO's december 2022 voorbij, heeft inmiddels 142,9 GWh staan (4,2% meer dan december 2022, maar wel neerwaarts bijgesteld in de huidige update). De verwachting is dat met name de recentere maand productie cijfers later nog wat opgeplust zullen gaan worden, en dat december 2023 ook nog verder kan uitlopen met de latere toevoegingen.
7. Jaarproducties volgens Garanties van Oorsprong
Een herziene versie van de grafiek met de jaarlijkse uitgifte van Garanties van Oorsprong (GvO's) werd door Polder PV gegeven in de analyse van de augustus cijfers van 2024 (link).
Integreren we de data uit dat overzicht, met de meest recente toevoegingen (ook uit eerdere jaren) van de update van 2 oktober 2024, krijgen we de volgende grafiek met de totaal uitgegeven hoeveelheden GvO's (lees: zonnestroom producties) in de kalenderjaren 2006 tm. 2023, en de eerste, al forse volumes, voor 2024.
De tot nog toe bekende zonnestroom productie van uitsluitend de gecertificeerde zonnestroom markt (dus exclusief vrijwel alle residentiële en andere niet bij VertiCer bekende capaciteit) groeide razendsnel. Van nog bijna onmeetbare hoeveelheden in 2006, tot een volume van 219 GWh in 2015. Vervolgens zette de groei stevig in, vooral veroorzaakt door een toenemende hoeveelheid, en steeds grotere, via de SDE regelingen gesubsidieerde projecten. Van 556 GWh in 2016, 1,6 TWh in 2018, 2,9 TWh in 2019, 5,1 TWh in toenmalig record jaar 2020, naar 6,2 TWh in 2021. Aangezien 2022 zeer zonnig was (Anton Boonstra: 13% meer horizontale instraling dan in 2021), volgt meteen een grote sprong naar 8,6 TWh in 2022.
Vervolgens werden er voorlopig al ruim 9 TWh aan GvO's afgegeven voor 2023. Hierbij komt ook nog, dat de nodige nakomende volumes van eerdere maanden worden bijgeplust. Het zal daarbij interessant zijn, te zien, wat de balans zal gaan worden tussen de méér productie van de (record) toegevoegde nieuwe gecertificeerde capaciteit in 2023, in relatie tot het feit, dat de cumulatieve instraling in dat jaar, 7,2% láger lag, dan in het relatief zonnige jaar 2022, aldus de data-extracten en waarnemingen van Anton Boonstra.
Verrassend is, dat 2024, met nog 3 maanden te gaan (en heel veel updates te verwachten), nu al flink boven het kalenderjaar totaal voor 2023 uitkomt, met 9,32 TWh aan reeds uitgegeven GvO's. Dat is een volume aan zonnestroom wat al een factor 43 maal zo veel is, als aan het begin van de "echte roll-out" van de eerste SDE subsidieregelingen (vanaf 2015). Wel dient hierbij als waarschuwing, dat de volstrekt foutieve (veel te hoge) waarde van februari 2024 bij dit voorlopige totaal volume zit. Zolang die nog niet is hersteld in de publieke cijfers, is de tot nog toe geregistreerde productie in de eerste acht maanden van 2024 dus nog onzeker.
In ieder geval is er vanaf 2006 tot en met 2024 door VertiCer en haar rechts-voorgangers, inmiddels 44,7 TWh aan garanties van oorsprong uitgegeven voor gecertificeerde PV capaciteit.
Intern - eerdere rapportages CertiQ / VertiCer 2023 - 2024, aflopend gesorteerd
VertiCer update augustus 2024, II. Syntheses evolutie aantallen PV projecten, en capaciteit vanaf 2006, en Garanties van Oorsprong vanaf 2006 / 2017 (5 september 2024)
VertiCer update augustus 2024, I. Gecertificeerde PV markt, jaargroei 2023 naar record 2.579 MWp nieuwbouw (2022 +30%), en grootste cijfer anomalie in historie (4 september 2024)
VertiCer update juli 2024 - 2023 gecertificeerde PV markt, record jaargroei naar 2.490 MWp nieuwbouw, bijna 26% meer aanwas dan in 2022 (4 augustus 2024)
VertiCer update mei 2024 - 2023 jaargroei naar 2.404 MWp nieuwbouw, 22% méér t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (4 juni 2024)
VertiCer update januari 2024 wederom surprise - 2023 naar 2.012 MWp nieuwbouw, nu 2,4% méér t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (?) (4 februari 2024)
VertiCer update december 2023 - voorlopig 1.298 MWp nieuwe gecertificeerde PV capaciteit, 34% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (7 januari 2024)
VertiCer update september 2023 - eerste 3 kwartalen 867 MWp gecertificeerde PV capaciteit nieuw, (voorlopig) 46% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (4 oktober 2023)
VertiCer update augustus 2023 - eerste 8 maanden 835 MWp gecertificeerde PV capaciteit nieuw, (voorlopig) 45% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022 (7 september 2023)
VertiCer update juli 2023 - eerste zeven maanden 646 MWp, (voorlopig) 46% van nieuwe capaciteit t.o.v. zelfde periode 2022 (2 augustus 2023)
Januari 2023 flinke toename geregistreerde gecertificeerde zonnestroom capaciteit, 354 MWp, maar het verhaal is complexer bij CertiQ. Deel I. (8 februari 2023)
CertiQ herziet cijfer presentatie methodiek - een nieuw tijdperk ? (8 februari 2023)
Sinterklaas surprise november rapport CertiQ 2022 bleek een fopspeen: december rapport wederom "negatieve groei", 1e status update. (9 januari 2023, laatste analyse van "klassieke" maandrapportage, en links naar eerdere analyses in 2021 en 2022)
Meer licht in de duisternis (?) omtrent ontwikkeling gecertificeerde zonnestroom portfolio in (2019-) 2020 bij CertiQ. (4 november 2020; vroege signalering van sterk wijzigende historische CertiQ data door Polder PV)
Extern
Data overzichten website VertiCer (vooralsnog alleen rapportages over 2023 en 2024, en 1 gereviseerd overzicht met data tot juni 2021)
NB: de oude website van CertiQ is niet meer actief, de url verwijst door naar de site van rechtsopvolger VertiCer !
1 oktober 2024. Zonnestroom productie september PV systeem Polder PV - zoals verwacht ondergemiddeld. De zonnestroom productie was bij Polder PV, onder anderen vanwege diverse ouderdoms-verschijnselen, waaronder hardnekkige problemen bij minstens 1 verbinding (1 micro-inverter daardoor slecht functionerend), en ondanks zonnig weer, in september, weer duidelijk ondergemiddeld t.o.v. het langjarige gemiddelde. De balans van alle cijfers vindt u hier onder.
In deze analyse de (geïnterpoleerde) cijfers voor september en voor de eerste 3 kwartalen van 2024, voor het referentie systeem bij Polder PV. Wat sedert de netkoppeling van de eerste vier zonnepanelen, op 13 maart 2000, in de basis, eind september 2024, 8.968 dagen in bedrijf is.
De tabel met de geïnterpoleerde producties van de verschillende "sets" zonnepanelen van Polder PV. Alleen voor september in de eerste kolommen, en daarnaast de cumulatie voor de 1e 9 maanden van 2024 (jan. tm. september). Naast het opgestelde vermogen in Wp wordt de productie per groep in Wattuur (Wh) vermeld, ernaast de belangrijke afgeleide specifieke opbrengst (in kWh/kWp, hetzelfde als Wh/Wp), waarmee de uit verschillende vermogens bestaande deelgroepjes goed vergeleken kunnen worden. Helemaal rechts, de vergelijkbare staatjes voor de specifieke opbrengsten in september, resp. januari tm. september 2023, ontleend aan het bericht over die maand, op de Polder PV website.
In juni waren, wederom, de kleine Kyocera set (2x 50 Wp op 1 OK4E-100 micro-inverter), resp. de oudste zonnepanelen set, 4x 93 Wp Shell Solar modules, de best performers, met specifieke opbrengsten van 86,2 resp. 85,5 kWh/kWp. De Kyocera set zat daarmee op 2,5% boven de productie in september 2023, de oudste vier panelen deden het 3,2% minder goed. In relatieve zin deed het apart op pal zuid gericht setje 108 Wp modules (donkergroene band, 17.674 Wh) het ditmaal ook weer relatief goed, met ongeveer een gelijke opbrengst als in september 2023. De set 4 achterste 108 Wp modules (oranje band) deed het, met een specifieke opbrengst van 81,9 kWh/kWp, nog iets beter, maar dat was al 5,0% minder dan in september 2023. De 2 problematische panelen (rode band, met donker rood kader, al langere tijd waarschijnlijk een slechte verbinding) hadden weer een zeer lage opbrengst, 49,1 kWh/kWp, 18,0% lager dan de opbrengst in september 2023, toen de problemen met die set al speelden (59,9 kWh/kWp). Daarmee wordt ook het "groeps-resultaat" van de eerste set 108 Wp panelen (6 stuks, paarse band) in negatieve zin beïnvloed: 8,3% minder opbrengst dan in september 2023.
Het kern-systeem van 10 panelen / 1,02 kWp (lichtgroene band) had een opbrengst van bijna 78 kWh, wat neerkomt op een specifieke opbrengst van 76,3 kWh/kWp. Dat ligt, zoals we konden verwachten a.g.v. de slecht functionerende deelset in die groep, 6,3% onder het niveau in september 2023 (81,4 kWh/kWp).
September 2024 was "Warm, zonnig en nat" volgens het KNMI, met 182 zonuren t.o.v. het langjarige gemiddelde van 159 voor die maand. In het noordelijk gelegen Nieuw Beerta (bezuiden de Dollard, NO Groningen) was het het zonnigst, met 204 zonuren. In het normaliter zonnige Zeeland, gaf Westdorpe daarentegen het laagste aantal zonuren te zien, 157.
Vergelijken we de specifieke producties in de eerste 9 maanden van 2024 met die in 2023 (laatste kolom rechts), blijkt 2024 gemiddeld genomen, mede vanwege de al langere tijd spelende structurele problemen bij onze oude PV installatie, beduidend mindere resultaten te laten zien, tussen de -2,4% en -17,4% voor de meest problematische set (rode band). Alleen het Kyocera setje hield nog steeds stand, en wist er tot nog toe 1,4% meer productie uit te persen dan tussen januari en september in 2023. Alle veertien panelen bij elkaar produceerden 6,8% minder dan vorig jaar in de eerste drie kwartalen.
Het resultaat voor het 1,02 kWp kernsysteem in 2024 is inmiddels geplot in het welbekende maandproductie diagram, wat Polder PV al vele jaren lang elke maand van een update voorziet.
In deze grafiek alle maandproducties van het kern-systeem van 10 panelen (1,02 kWp) bijeen, met elk kalenderjaar een eigen kleur. 2024 heeft weer een eigen kleurstelling. Tot oktober 2001 waren er nog maar 4 panelen in het eerste systeem, en de producties daarvan zijn dan ook niet vergelijkbaar met de rest van de datapunten. Oktober 2010 was het hele systeem grotendeels afgekoppeld van het net, vandaar de zeer lage waarde voor die maand. Die wordt dan ook niet meegenomen in de berekening van het langjarige gemiddelde per maand, de dikke zwarte lijn in de grafiek.
Afgezien van januari 2024, wat een record opbrengst toonde, is het daarna alleen maar matig tot slecht geweest met de opbrengsten. Wat deels heeft te maken met het zeer sombere, regenrijke weer in het eerste half jaar, gecombineerd met structurele problemen met de verbindingen van de panelen in onze oude installatie. September kwam, mede vanwege de relatief zonnige omstandigheden, weliswaar duidelijk sub-gemiddeld, maar niet record laag uit, met een opbrengst van 77,8 kWh. 10% onder het langjarige gemiddelde van 86,5 kWh. In vier eerdere jaren was de september opbrengst nog lager.
In deze vergelijkbare grafiek zijn alleen de maandproducties van de laatste vier jaar getoond. Zelfs in zo'n relatief korte periode zijn de verschillen soms groot in de lange zomerse periode. Het relatieve verschil in maart was het hoogst, omdat die maand in 2022 zéér hoog scoorde (zelfs hoger dan de opvolgende maand april). Goed is te zien dat 2024 sterk tegenvallende producties heeft laten zien, afgezien van januari. April en mei bereikten nieuwe laagte records bij de gemeten producties, ook juni en juli vielen flink tegen, al waren het geen laagte records. Augustus kwam iets ondergemiddeld uit, het resultaat van een combinatie van mooi, zonnig weer, met echter een matig functionerende (oude) installatie. September zakte weer duidelijk verder weg, in deze periode van vier opeenvolgende recente jaargangen.
In deze grafiek geef ik de cumulatieve opbrengsten per kalenderjaar voor alle maanden per kalenderjaar, tot en met de maand weergegeven in de titel (momenteel: september). De eerste twee jaren gelden niet voor het gemiddelde of de mediaan, omdat er toen grotendeels nog maar 4 panelen aanwezig waren en de producties dus veel lager dan met tien panelen. Het gemiddelde voor de productie in januari tm. september is in de laatste oranje kolom weergegeven, en door de horizontale zwarte streepjeslijn, en bedraagt (periode 2002-2024) inmiddels 829 kWh voor dit deel-systeem.
We zien een grote spreiding in de cumulatieve opbrengst voor de eerste negen maanden, met 3 jaren die behoorlijk tot flink boven het gemiddelde uitsteken, en nogal wat jaren er (ver) onder. Het overall zeer zonnige jaar 2003 had bij Polder PV al in februari de macht gegrepen, en heeft haar positie tm. september bestendigd, met een cumulatieve opbrengst van 952 kWh in de eerste drie kwartalen (bijna 15% meer dan het langjarige gemiddelde), gevolgd door 2022, en 2009.
De opbrengst in januari (hoge productie), februari (zeer lage productie), en maart 2024 (beduidend ondergemiddeld), april en mei (laagste scores ooit), tegenvallend juni en juli, iets ondergemiddeld producerend augustus, en weer verder wegzakkend september, in accumulatie slechts 720 kWh, geeft, in totaal bezien, voor Polder PV's grootste deel installatie, voor de zevende maand achter elkaar, het slechtste cumulatieve resultaat in de volledige productie periode sedert 2002. Dat is 13,1% lager dan het langjarige gemiddelde. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door (een) slechte verbinding(en) bij (minimaal) een paneel, natuurlijk in combinatie met de niet erg beste weers-omstandigheden in de eerste twee kwartalen.
In bovenstaande grafiek is wederom de mediaan waarde voor de jaren 2002 tm. 2024 weergegeven, in de vorm van de horizontale, magenta streepjeslijn. Deze waarde ligt iets onder het gemiddelde, op een niveau van 817 kWh. De productie in januari-september 2024 ligt bijna 12% onder deze mediaan waarde.
In deze grafiek zijn de voortschrijdende cumulaties van de energie (stroom) productie van het 1,02 kWp basis-systeem te zien, met elk jaar een eigen kleur. We zien voor het jaar 2023 (lichtgele kleurstelling), na aanvankelijk een gemiddelde start in januari-februari, dat, vanwege problemen met de installatie, de curve duidelijk onder het langjarige gemiddelde (zwarte streepjeslijn) duikt, in juni een korte opleving laat zien, om vervolgens weer weg te zakken, naar een voorlaatste positie, eind van het jaar. Rekenen we 2010 als niet representatief jaar (dakrenovatie, anderhalve maand niet gerealiseerde productie), is 2023 tot nog toe dus het slechtste productiejaar in de lange historie van Polder PV geworden, met een jaaropbrengst van slechts 868 kWh voor deze deel-installatie. Dat is 2% lager dan het tot nog toe laagste productie tonende "normale" jaar, 2012 (885 kWh).
De cumulatieve jaarproducties van de twee hoogst (2003 en 2022), en slechtst presterende jaargangen (2023, 2012) zijn rechtsboven naast de Y-as weergegeven, om een indruk van de spreiding te geven.
2024 begon aanvankelijk weer met een zeer hoge, "bijna record" opbrengst in januari, maar door de soms zeer sombere maanden in met name de eerste jaarhelft werd het cumulatieve resultaat weer duidelijk gedrukt. Gezien de slechte conditie van de installatie, én het zeer teleurstellend verlopen weertype in het eerste half-jaar, is het onmogelijk dat dit in het laatste kwartaal nog goed gaat komen. Tot en met september kwam de productie op een nieuw laagte-record, 720 kWh (gemiddelde over alle jaren: bijna 824 kWh). We stevenen dus af op een "all-year-bad" laagterecord, in 2024. Such is life, niets om je druk over te maken. Het blijft in ieder geval "veel meer dan niets".
Data Anton Boonstra, Siderea.nl, NKP, Energieopwek.nl
Boonstra publiceerde op 1 oktober weer de volledige set van 4 kaartjes met de instraling en productie in september, en in de 1e 3 kwartalen van 2024, per provincie bepaald van opgaves van het KNMI, en het PVOutput.org portal, van 1.242 grotendeels residentiële installaties (links in bronnen overzicht, onderaan).
De horizontale instraling in september 2024 lag in Nederland, ondanks de kwalificatie "zonnig" voor die maand door het KNMI, gemiddeld weer flink láger, -9,8%, dan in dezelfde maand in 2023, met gemiddeld 95,8,2 kWh/m², en een redelijk gelijkmatige spreiding over het land. De extremen lagen voor die maand tussen de 93,0 kWh/m² (verrassend, normaliter zonnig Zeeland), en 98,5 kWh/m², in Drenthe. De relatieve verschillen met september 2023 lagen tussen de -6,7% in Flevoland, en -14,9% in Limburg.
De gemiddelde specifieke productie opbrengst (van grotendeels residentiële installaties) lag voor heel Nederland op 78,7 kWh/kWp in september 2024, wat, volgens Boonstra, een flinke 11,1% lager lag dan in september 2023. De extremen lagen in Polder PV's provincie Zuid-Holland (75,4 kWh/kWp), resp. 83,8 kWh/kWp in het vaak wat minder zonnige Groningen (productie ruim 11% meer dan in Zuid-Holland). De relatieve verschillen met september 2023 waren het kleinst in Groningen (-4,7%), en het grootst in Limburg (-17,4%). In Polder PV's provincie Zuid-Holland was de gemiddelde specifieke productie 75,4 kWh/kWp in september 2024. Polder PV's oude installatie deed het, enigszins verrassend, gezien de structurele problemen met de installatie, met gemiddeld 76,3 kWh/kWp, zelfs iets beter dan het provinciale gemiddelde (eerste tabel aan het begin van dit artikel). De Kyocera set haalde, met 86,2 kWh/kWp, zelfs ruim 14% meer, dan dat provinciale gemiddelde.
Voor de cumulatieve instraling in de maanden januari tm. september liet Boonstra uiteraard ook weer een kaartje zien. Nog steeds blijft 2024 achter t.o.v. het voorgaande jaar, het verschil is door de kennelijk, gezien de instraling, toch weer wat tegenvallende september maand, weer iets opgelopen. Over heel Nederland was de totale horizontale instraling 963,0 kWh/m², wat inmiddels 6,5% lager is dan het niveau in jan.-sep. 2023 (NB: in de periode jan. tm. juli was het nog 9,1%, in jan. tm. aug. 6,2%). Limburg bljft daarbij nog steeds "met stip" rode lantaarndrager, met maar 928,6 kWh/m², op afstand gevolgd door buurprovincies Gelderland en Noord-Brabant. In de eerste drie kwartalen ligt NW Nederland flink op kop, met Noord-Holland, met 996,0 kWh/m² (7,3% meer instraling dan in Limburg, het verschil is weer wat verder geslonken), Fryslân (986,4 kWh/m²) en Zuid-Holland (973,3 kWh/m²). In relatieve zin lagen de verschillen met jan. - september 2023 tussen de -8,8% in Limburg (Zeeland van de laatste plek verdringend), tot -4,8% in Drenthe.
Kijken we naar de PVOutput.org installaties, is de gemeten (specifieke) productie in de eerste 9 maanden van 2024 gemiddeld 739,9 kWh/kWp geweest, wat alweer 8,6% lager is dan de productie in die periode in 2023. In augustus was het verschil tm. die maand nog 8,2% lager; het verschil is daarbij dus weer wat groter geworden. Utrecht heeft nog steeds de laagste cumulatieve opbrengst (gemiddeld 716 kWh/kWp), gevolgd door Fryslân, Noord-Brabant, en Drenthe (724, 725, res. 729 kWh/kWp). De voorsprong van de installaties in Zeeland op die in Noord-Holland is weer iets geslonken, met gemiddeld 786 (t.o.v. 777) kWh/kWp.
De gebreken bij de oude installatie van Polder PV blijven de opbrengsten in Leiden fors drukken. De gemeten specifieke opbrengst van 705 kWh/kWp in de eerste 9 maanden (tabel bovenaan dit artikel), blijft een flink eind onder die van het gemiddelde in zijn provincie, Zuid-Holland, steken (750 kWh/kWp). Zowel de Kyocera set, als de oudste vier zonnepanelen, produceerden echter wederom meer dan het provinciale gemiddelde.
In relatieve zin waren de (negatieve) verschillen met hetzelfde tijdvak in 2023 als volgt. Het laagste verschil werd, ook ditmaal, in Groningen vastgesteld (-5,4%, met Fryslân en Noord-Holland, -6,3%, resp. -6,4%, op de 2e en 3eplaats). Het hoogste verschil werd deze keer vastgesteld in Limburg en, nieuwe minst presterende provincie, Noord-Brabant (-10,1% resp. -10,2%).
Verschillen
instraling vs. productie
Zowel voor september, als voor de periode januari tm. september, blijven
de negatieve verschillen van de gemeten producties wederom groter t.o.v.
dezelfde periodes in 2023, dan bij de instralings-data. Dit is al langere
tijd zo, en is waarschijnlijk terug te voeren op extra problemen, zoals
tijdelijk uitvallende omvormers bij netspannings-problemen in met name
laagspanningsnet - gebieden (woonwijken e.d.), en vermoedelijk ook, actieve
uitschakeling van PV installaties bij klanten met een dynamisch stroom
contract, in periodes met negatieve stroomprijzen. Deze problemen zullen
vermoedelijk stapsgewijs gaan toenemen.
Siderea verwijst al enige tijd voor hun opbrengst prognoses naar de nieuwe, interactieve Landelijke Opbrengst Berekening, met meer datapunten dan vroeger werden vermeld. De methodiek bij Siderea is verder verfijnd, zie het separate bericht onderaan. Dit werkt ook door in de resultaten op de LOB pagina. Deze resultaten worden ook apart weergegeven in een separaat tabblad.
Siderea rekent voor september 2024 met haalbare specifieke opbrengsten van 82 (Zuid-Holland) tot 95 kWh/kWp (Noord Drenthe), voor goed werkende installaties met "gemiddelde oriëntaties", ZW of ZO. Tot waarden van 92 kWh/kWp tot 108 kWh/kWp voor dezelfde locaties, voor installaties met optimale oriëntaties.
Voor de langjarige periode 2001-2020 berekende Siderea voor september haalbare opbrengsten, tussen de 83 kWh/kWp (Veluwe) en 89 kWh/kWp op een viertal locaties (Zeeland, Zuid-Limburg, Oost Brabant, en Stavoren, Fr.) voor "gemiddelde oriëntaties", en 101 kWh/kWp voor "optimale oriëntaties", voor Zeeland.
Voor de periode jan.-sep. 2024 rekent Siderea met haalbare specifieke opbrengsten tussen de 895 kWh/kWp op de Veluwe en 997 kWh/kWp in de Kop van Noord-Holland ("gemiddelde oriëntaties"), resp. 952 tm 1.064 kWh/kWp op dezelfde locaties, voor "optimale oriëntaties".
Zoals eerder al gememoreerd, zijn (finaal berekende cijfers) allemaal ideale gevallen. De meeste van de recenter geplaatste installaties halen deze prognoses niet (zoals al jaren blijkt uit de verzamelde data van Boonstra), omdat ze onder suboptimale omstandigheden zijn gerealiseerd. Bovendien komen tijdelijke afschakelingen, gewild (negatieve stroomprijzen bij dynamisch stroom contract), dan wel ongewild (spanningsproblemen op het laagspanningsnet, a.g.v. hoge penetratiegraad van PV op relatief "dun" uitgelegde netten) vaker voor, wat de werkelijk haalbare jaarproductie onder druk zet bij de getroffen installaties. Dit zal sowieso niet gaan verbeteren, maar eerder nog minder gaan worden.
Extra troubles in the making
Als de dreiging van de nieuwe politieke coalitie bewaarheid gaat worden, en de wettelijke mogelijkheid van het salderen van zonnestroom per 1 januari 2027 wordt stopgezet (inmiddels ook in de Regeringsverklaring opgenomen), zal, in combinatie met de inmiddels al frequent in rekening gebrachte "terugleverheffingen" bij de nodige grote leveranciers, tegen die tijd het (tijdelijk) afschakelen van grote hoeveelheden zonnestroom installaties mogelijk een hoge vlucht gaan nemen, en een flinke impact op de te verwachten specifieke opbrengsten gaan hebben. Het is moeilijk in te schatten hoe "erg" dit probleem zal gaan worden, op de middellange termijn.
Nationaal Klimaat Platform had op 1 oktober 2024 nog geen maandbericht klaar staan over september.
De actueel berekende data zijn tegenwoordig te raadplegen via het Nationale Energie Dashboard, zie ook het artikel van 21 maart 2024, op Polder PV. Eerder leek te worden gesuggereerd, dat de energieopwek.nl site in de 2e helft van 2024 wordt opgeheven, en in het NED zal worden ondergebracht. Op 1 oktober 2024 is deze echter nog steeds actief, zie hier onder.
Voor nagekomen bericht, zie het artikel van 2 oktober 2024.
Energieopwek.nl
De brondata voor het Klimaatakkoord, Nationaal Klimaat Platform, en het Nationale Energie Dashboard, worden als vanouds berekend door de computers van En-Tran-Ce van Martien Visser (energieopwek.nl website). In september 2024 werd het hoogste gemiddelde vermogen voor de berekende zonnestroom productie al op de 1e bereikt, met een berekende output van gemiddeld 5,07 GW over dat etmaal. In 2023 lag het hoogste niveau in die maand op 4,68 GW, op 5 september.
De gemiddelde output piek voor september 2024 is, uiteraard, geen record voor dat jaar, we zitten immers weer in de "nazomerse" periode, waarin we al lang geen jaar records meer kunnen verwachten. In de voorliggende maanden werden de gemiddelde record waarden bereikt op 12 augustus (6,4 GW), 29 juli (7,02 GW), resp. nieuw record houder 26 juni 2024, met 7,33 GW gemiddeld). In 2023 werd het vorige jaar record, ook in juni, op de 13e vastgesteld op 6,23 GW gemiddeld (aangepaste berekening, bij eerst-publicatie was het namelijk nog maar 5,85 GW).
Het dag-"record" van 1 september 2024 komt neer op een berekende zonnestroom productie van 5,07 (GW) x 24 (uren) = 121,7 GWh. Dat ligt alweer 8,4% hoger dan het hoogste niveau in september 2023 (5e: 112,3 GWh).
Voor de maand september 2024 werd de hoogste momentane output piek voor zonnestroom door energieopwek.nl midden op de dag ook op 1 september aangetikt, op een niveau van 16,43 GW. Dat is uiteraard wel substantieel lager dan de record piek, 19,87 GW, berekend voor 26 juni dit jaar, toen de zon veel gunstiger stond t.o.v. de normaliter vaste zonnepaneel opstellingen in Nederland.
De maximale output waarden in de zomermaanden juni, juli en augustus 2024, lagen alweer flink hoger dan het momentane productie record in 2023. Dat was op 3 juni 2023, waarvoor 16,9 GW piek opbrengst is vastgesteld. De piek op 1 september 2024 lag daar slechts iets onder. Het record voor 26 juni zal het jaar record voor 2024 blijven, omdat de zonnestand midden op de dag al snel veel minder gunstig is geworden. De pieken zullen beduidend lager gaan worden, maar desondanks voor de betreffende maanden hoogstwaarschijnlijk weer record waarden gaan halen.
Bronnen:
Meetdata Polder PV sedert maart 2000
Extern:
Warme, zonnige en ook natte septembermaand (nieuwsbericht KNMI, 30 september 2024)
September 2024. Warm, zonnig en nat (maandbericht KNMI, 1 oktober 2024, voorlopig overzicht)
De staat van ons klimaat 2023: warmste en natste jaar ooit gemeten (nieuwsbericht KNMI, 31 januari 2024, met link naar volledige rapportage, let daarbij vooral ook op het instralingsdiagram op slide 12 !)
En verder:
Anton Boonstra (grafieken met gemiddelde waarden van KNMI weerstations resp. PVOutput.org, gelumpt per provincie)
1 okt. 2024. Instraling KNMI weerstations, voor september 2024, en voor januari tm. september 2024
1 okt. 2024. Gemiddelde productie in september 2024 t.o.v. ditto 2023 bij 1.242 zonnestroom installaties op het PVOutput.org platform
1 okt. 2024. Gemiddelde cumulatieve productie in jan-sep 2024 t.o.v. ditto in 2023, bij 1.242 zonnestroom installaties op het PVOutput.org platform
Siderea.nl (met name de interactieve LOB berekening pagina)
Update "Siderea PV Simulator". Bericht gedateerd 7 april 2024, over enkele wijzigingen in de berekenings-methodiek bij Siderea
Gemiddelde zonnepanelen opbrengsten in Nederland in 2023: 0,87 kWh/Wp (Solarcare, ongedateerd, januari 2024)
Martien Visser / En-Tran-Ce, meestal met hoogst interessante weetjes in de "grafiek van de dag", een paar recente voorbeelden. Productie data zijn veelal berekend, middels steeds fijnere modelleringen, en - voor PV - gebaseerd op voortschrijdende inzichten in combinatie met meest recente capaciteits-data van het CBS (zie ook deze verklarende tweet):
Bijna een kwart van alle NL elektriciteit kwam in september van zonnepanelen (1 okt. 2024)
Teller negatieve day-ahead marktprijzen in september naar totaal 427 uren in het jaar (29 sep. 2024)
27e week op rij meer dan helft in NL gebruikte elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (zon aandeel bijna 19%; 29 sep. 2024)
Berekende nominale PV generator capaciteit zou 26,5 GWp zijn, gemiddelde stroomvraag NL 13,25 GW (28 sep. 2024)
Zon en windstroom productie per dag tm. september 2024 (27 sep. 2024)
Day ahead marktwaarde zonnestroom tussen jan. en aug. 2024 35% onder base-load waarde (26 sep. 2024)
Cumulatieve stroomproductie wind en zon in september 2024 40 TWh gepasseerd, incl. aanname 10% afschakeling bij negatieve marktprijzen (23 sep. 2024)
13 september 2024: Nieuwe statistiek - cijfers en grafieken data energieleveren.nl portal, installaties tot 1 MWac. Structurele markt afkoeling. Op Polder PV is er de laatste jaren bovenmatig veel aandacht besteed aan de projectmatige PV markt in Nederland, aan de hand van gedetailleerde grafische analyses van, onder anderen, de veelheid aan CBS data (laatste "mini review" van laatste cijfers voor 2023 alhier), de zeer uitgebreide analyses van de RVO data met de status van SDE beschikkingen (laatste voor 1 juli 2024 alhier), de minutieuze beschouwingen van de complexe VertiCer cijfers van de gecertificeerde markt (maandrapport augustus 2024 alhier), etc. Dat is beslist niet zonder reden: qua capaciteit heeft de projectenmarkt, of, zo u wil, het "bedrijfsmatige" marktsegment, al lang, sedert 2019 (eerste grafiek in artikel 13 juni 2024), de eerste plaats bezet, en heeft dat grote segment dus op de totale zonnestroom markt de hoogste impact, ook wat te verwachten / berekende / daadwerkelijk gecertificeerd bemeten productie betreft.
Uiteraard rapporteert Polder PV ook op talloze andere / "lagere" niveaus over zonnestroom statistieken, zoals op het niveau van netbeheer (voorbeelden Stedin, Alliander), en natuurlijk ook m.b.t. diverse segmentaties op basis van de CBS statistieken (laatste gedetailleerde totaal overzicht voor medio 2023 alhier). Dit zal gecontinueerd worden, waar dat mogelijk is, maar de nadruk zal bij Polder PV op de grotere projecten markt blijven liggen. Dagelijks wordt daartoe zijn uitgebreide projecten database bijgewerkt (momenteel, begin september 2024, 10,4 GWp aan netgekoppelde capaciteit omvattend).
In dit bericht, en, in uitgebreide vorm, op een separate web pagina, presenteert Polder PV nu een update van de stand van zaken bij energieleveren.nl, een data portal wat inmiddels "het lagere marktsegment" omvat. Met registraties tot 1 MWac.
Wat aanvankelijk wat aarzelend en "onbemind" was begonnen, om met name residentiële PV installaties geregistreerd te krijgen (zie o.a. het artikel over de voorganger, het zogenaamde Productie Installatie Register, PIR, van 6 oktober 2014), is inmiddels, door allerlei verbeteringen en wettelijke registratie verplichting, een representatieve database geworden voor met name de kleinere installaties. De informatie wordt toegankelijk gemaakt op de website energieleveren.nl. De grote projecten vinden we daar echter niet, het register is namelijk aan de bovenzijde afgegrensd op PV installaties (beter, in de terminologie van deze website: registraties) per stuk kleiner dan 1 MWac.
Op de website van energieleveren.nl worden sinds maart 2024 ook cijfers gepubliceerd over de voortgang van zaken daar. Deze Open Data zijn afkomstig uit het Centrale Registratie van Systeemelementen (CERES), wat als opvolger van het oude "PIR" register gezien kan worden. In het huidige overzicht zullen deze cijfers in context worden geplaatst, van extra berekeningen worden voorzien, en, uiteraard, grafisch worden verbeeld, zoals u gewend bent van Polder PV. Waar mogelijk, en als er tijd voor is, zal Polder PV proberen een maandelijkse update van de cijfers te laten zien op de huidige webpagina. Uiteraard hoort bij de cijfers van energieleveren.nl ook een toelichting, en een verklaring van de betekenis van die data.
De belangrijkste reservering betreft de omvang van de projecten in die database. Die zijn allemaal, per registratie, kleiner dan 1 MW omvormer vermogen (AC-zijdig). Alle grotere projecten zult u daar tevergeefs zoeken. Ook is er een fundamenteel verschil tussen het aantal registraties, en het aantal objecten met zonnepanelen. Er kunnen immers meerdere installaties op zowel woningen als bij bedrijfsmatige projecten voorkomen. Als er een nieuwe omvormer in het spel is, volgt een nieuwe registratie. Dus ook bij woningen kan het voorkomen, dat er meer dan 1 registratie aanwezig is, in het overzicht van energieleveren.nl, het aantal registraties geeft dan bijvoorbeeld een groter volume weer dan er woningen met zonnepanelen zijn. Voor de overige technische toelichting, verwijs ik naar de hier onder gelinkte uitgebreide analyse.
Grafieken en duiding
In de grafiek sectie heb ik meerdere typen grafieken opgenomen, waarvan ik hieronder twee exemplaren weergeef, ter illustratie. Voor uitgebreide toelichting van deze grafieken, gelieve de speciale pagina met deze statistieken te bezoeken (link onderaan).
Onderstaande twee grafieken tonen zowel voor de aantallen registraties, als de daarmee gepaard gaande omvormer capaciteit (kWac), overduidelijk een piek in de nieuwe maandelijkse marktvolumes, van voorjaar tot vroege zomer 2023, en daarna een forse instorting van de volumes, tot een all-time low in augustus, in de periode waarvoor cijfers beschikbaar zijn (juni 2021 tm. augustus 2024). Het marktsegement "aan de onderkant" van de totale zonnestroom markt is stevig aan het afkoelen bij de nieuwbouw.
In deze eerste grafiek de evolutie van de aantallen nieuwe registraties voor PV projecten bij energieleveren.nl, per maand, voor installaties kleiner dan 1 MWac. Cumulatief in de zwarte curve (referentie rechter Y-as), die in augustus jl. door de 3 miljoen registraties heen is gebroken.
De groene kolommen (referentie linker Y-as) geven de nieuwe aantallen per maand weer, met een duidelijke piek periode in maart tm. juli 2023, waarna een rappe afname van nieuwe project opgaves volgt, tot het minimum van 14 duizend nieuwe registraties in augustus 2024. In de streepjeslijnen zijn de gemiddelde nieuwe maandvolumes per kalenderjaar weergegeven, de gestippelde curve geeft het 12-maandelijkse voortschrijdende gemiddelde weer. Voor uitgebreider commentaar, zie de complete analyse.
Bij de capaciteit wordt door energieleveren.nl onderscheid gemaakt in 3 grootteklassen, geregistreerde projecten kleiner dan 5 kWac (typische residentiële projecten, blauw), projecten tussen de 5 en 15 kWac (idem, plus klein grut op publieke voorzieningen, MKB, wat oudere boerderij installaties e.d., oranje), en 15 tot 1.000 kWac (zeer populaire, breed toegepaste categorie die o.a. duizenden bedrijfsmatige projecten van tientallen kWp tot vele honderden kWp generator vermogen omvat, met een maximale aansluitwaarde kleiner dan 1 MWac, groen). Bovenaan de maand kolommen vindt u de totale AC vermogens in cijfers.
Het beeld is vergelijkbaar als bij de aantallen. Tussen 2021 en 2023 was er gestage groei van de volumes, met lichte fluctuaties van maand tot maand. In maart tm. juli 2023 werden record hoeveelheden geregistreerd bij energieleveren.nl, met eerstgenoemde kampioen (371 MWac toegevoegd in dit segment). Vanaf augustus 2023 was er een forse terugval, vermoedelijk als gevolg van een combinatie van de permanente onzekerheid over de status van salderen van zonnestroom bij kleinverbruikers, én het invoeren van extra vastrechten bij klanten met zonnepanelen door pionier Vandebron, waarna vele andere energieleveranciers zouden volgen, met name in 2024. Er was nog een tijdelijke opleving in maart 2024 (205 MWac nieuw), maar daarna ging het rap, stapsgewijs, bergafwaarts met de nieuwe maandvolumes, tot het voorlopige all-time-low van 81 MWac in augustus 2024, in het dossier van geregistreerde installaties met een maximale aansluitwaarde tot 1 MWac.
Met zwarte streepjeslijnen zijn ook hier de gemiddelde nieuwe maandvolumes voor de totalen uitgezet, per kalenderjaar. 2023 was het best presterende jaar, 2024 is, met het gemiddelde over de eerste 8 maanden, daar ver bij terug gevallen. Het niveau in de eerste 8 maanden van 2024 ligt 54% onder het gemiddelde niveau van de 12 maanden in recordjaar 2023.
Er is duidelijk sprake van een sterk afkoelende markt in het weergegeven marktsegment, en die trend speelt bij alle drie weergegeven grootteklassen. Vergelijken we de cijfers voor december t.o.v. recordmaand maart 2023, was de verhouding in de volumes bij deze 3 klassen toen al 50% bij de grootste categorie, 43% bij de kleinste categorie (< 5 kWac), resp. 35% in de categorie registraties tussen 5 en 15 kWac.
Andere grafieken
In de detail analyse zijn meer grafieken opgenomen die van de data van energieleveren.nl zijn gemaakt. Zie aldaar voor de grafieken en de bespreking ervan:
In een aparte paragraaf wordt tevens aandacht besteed aan berekeningen rond het thema "Artificiële conversie naar generator vermogen en vergelijking met CBS data". Waaruit weer een flink verschil blijkt in de cijfers voor eind 2023, in meerdere dossiers.
Kaartjes
Op de cijfer pagina van energieleveren.nl vinden we ook nog een drietal grafieken met verdeling van parameters per gemeente. Een van die grafieken vindt u hierboven afgebeeld. Dit exemplaar geeft een beeld van de verdeling van het gemiddelde AC vermogen van PV installaties per aansluiting per gemeente. Er is een gemêleerd beeld zichtbaar, met de dominant kleinbehuisde Randstad gemeentes duidelijk achterblijvend (geel), vrij hoge omvormer vermogens in meerdere delen van het land, waar al sprake is van een duidelijk agrarische component (veel boerderijen met PV, blauwige tinten). En enkele zeer hoog scorende regio, zoals de Flevopolder gemeentes Noordoostpolder en kampioen Zeewolde (diep paars). Hier zijn al vele jaren lang talloze boerderijen te vinden met forse PV generatoren en hoge AC capaciteiten van de aangesloten omvormers. Waarbij ze zelfs regelmatig al zijn voorzien van ook weer forse uitbreidingen, die dan vaak ook weer een "nieuwe registratie" krijgen.
Dit was de eerste maal dat dieper in wordt gegaan op het cijfermateriaal van energieleveren.nl. Hier zal ongetwijfeld regelmatig vervolg aan worden gegeven, bij toekomstige maandelijkse updates, als de tijd daarvoor gevonden kan worden. Alle cijfers, tot en met de actuele maand, vindt u via onderstaande link terug op Polder PV:
Hoeveel zon opwekinstallaties zijn er in Nederland? (website energieleveren.nl, "inzicht")
actueel
195
194
193 192
191
190-181
180-171
170-161 160-151
150-141
140-131
|
|