|
Zonnestroom
in Nederland:
gecertificeerd vermogen
CertiQ
2018 - belangrijkste grafieken zonnestroom
Status update: 2018 definitief *
Inhoud
van deze web pagina:
Introductie
1. Aantallen gecertificeerde PV-installaties
geregistreerd bij CertiQ
2. Capaciteit van gecertificeerde
PV-installaties
3. Accumulaties alle
project categorieën
4. Gecertificeerde zonnestroom
productie in 2018
5. Alle wijzigingen in data
gepubliceerd door CertiQ
6. Status CertiQ
tot en met 2018 t.o.v. status CBS nationaal
Disclaimer CertiQ
Links
Grafieken:
Evolutie accumulatie aantallen installaties
per categorie
Evolutie jaarlijkse groei
aantallen installaties per categorie
Relatieve groei aantallen installaties
per jaar, per categorie
Evolutie accumulatie gecertificeerde
capaciteit per categorie
Evolutie jaarlijkse groei
capaciteit per categorie
Totale aantallen installaties,
capaciteit, en systeem gemiddeld vermogen
Ingeschreven
PV installaties per maand (grafiek CertiQ)
Evolutie
gecertificeerde zonnestroom productie (GvO's)
All
graphs © Peter J. Segaar / www.polderpv.nl
Voor
oudere marktdata CBS en CertiQ zie de hoofdpagina in deze sectie
Voor
eerste CertiQ resultaten 2018 zie deze pagina
Voor "definitieve"
CertiQ resultaten 2017 zie deze pagina
Voor eerste CertiQ resultaten 2017
zie deze pagina
Voor preliminaire CertiQ resultaten
2013 zie deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2012 zie
deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2011 zie
deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2010 zie
deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2009 zie
deze pagina
*
De huidige analyse vervangt het exemplaar
met voorlopige cijfers voor 2018 gepubliceerd op 6 januari 2019.
Ze is gebaseerd op de cijfer revisie, door CertiQ gepubliceerd op 21 oktober
2019 (veel later dan "normaal").
Jaarcijfers kunnen achteraf altijd nog - meestal beperkt - worden bijgesteld.
Introductie
tot deze analyse gepubliceerd
op 23 oktober 2019
Introductie
In dit
document doe ik zoals te doen gebruikelijk een grafisch verslag van de
definitieve stand van zaken van de belangrijkste parameters bij CertiQ
over het jaar 2018, in relatie tot de (laatst bekende) gereviseerde versies
van eerdere jaarlijkse rapportages. Het huidige verslag is gebaseerd op
de "definitieve" kalenderjaar cijfers voor 2018. Die, waarschijnlijk
door grote drukte, niet zoals normaal voor de zomer van het opvolgende
jaar, maar pas op 21 oktober 2019 officeel werden gepubliceerd. Er zijn
voor 2018 zoals was te verwachten de nodige wijzigingen gepubliceerd,
waarbij met name die voor de capaciteit nieuwbouw in dat jaar substantieel
zijn geweest.
NB: voor
alle grafieken geldt, dat in de jaren 2013-2014, nog flink na-ijlend tot
in 2015, project eigenaren hun registratie bij CertiQ moesten her-bevestigen,
of dat pas zeer laat hebben gedaan. Dit heeft in die periode de toename
van de officiële registraties bij de TenneT dochter flink in de war
geschopt, waardoor een chaotisch beeld is ontstaan van de werkelijk opgeleverde
projecten in die periode. Het is meermalen voorgekomen dat opeenvolgende
maandrapportages negatieve groeicijfers lieten zien, terwijl die projecten
natuurlijk niet verdwenen waren, maar fysiek bleven bestaan. Ze moesten
alleen "her-ingeschreven" worden. Later zijn de her-registratie
verplichtingen strenger geworden, en kan uitgave van Garanties van Oorsprong
voor duurzame opwek door CertiQ stopgezet worden als de verplichte her-inschrijving
niet tijdig wordt opgevolgd. Het is dus te verwachten dat latere statistieken
veel accurater, vollediger, en actueler zullen zijn dan in genoemde "afwijkende"
periode, omdat het niet voldoen aan her-registratie verplichtingen onherroepelijk
zal leiden tot financiële afstraffing (geen subsidie uitkeringen
meer).
Door
de bank genomen is echter, vanwege de enorme capaciteitsgroei in recente
jaren, het niveau in genoemde periode (2013-2014) zo "laag"
geworden, dat die volumes nauwelijks meer opvallen in de evolutie grafieken.
1.
Aantallen gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ
Opgelet! CertiQ installaties hebben hun registratie
moeten verlengen (2013-2015) - afwijkingen in statistieken mogelijk in
die periode.
Voor de eerste versie van deze grafiek (status 6 jan. 2019) zie hier
In bovenstaande
grafiek de laatst bekende cijfers van de aantallen gecertificeerde
PV projecten die zijn ingeschreven bij CertiQ, ingedeeld per grootte categorie
(aangegeven op X-as, in kWp, van 0,601-1,5, links tm. groter dan 100 kWp,
rechts), en weergegeven van kalenderjaar tot kalenderjaar (gekleurde kolommen,
zie legenda). Dát CertiQ überhaupt een dergelijke indeling
in grootte klasses is gaan maken (in de jaar rapportages), ligt aan ondergetekende,
die een expliciet verzoek daartoe reeds in 2010 heeft gedaan. Waar tot
mijn grote instemming ook daadwerkelijk gevolg aan is gegeven. Zie de
eerste
tabel van 31 december 2010, die zo'n eerste segmentatie in grootte
categorieën bij CertiQ liet zien.
De "definitieve"
resultaten voor het jaar 2018
zijn in de grafiek toegevoegd, en gewijzigd t.o.v. de eerste data die
ik begin 2019 heb besproken.
Alle andere cijfers (vorige jaargangen) zijn ook ontleend aan de meest
recente (bekende) versies gepubliceerd in revisies van eerdere
jaar rapportages (soms ook zelfs nog aangepast in rapportages van de opvolgende
jaargangen). De (eerste) rapportages die aan het begin van het opvolgende
jaar worden gepubliceerd, zijn namelijk niet "statisch". Door
allerlei administratieve vertragingen, procedurele problemen, nagekomen,
met terugwerkende kracht geldende bijschrijvingen, verhuisde en/of afgebroken
installaties, andersoortige mutaties e.d., worden de aanvankelijk gepubliceerde
data in de loop van de tijd aangepast. Het meest significant vrij kort
na eerste publicatie (het opvolgende halfjaar rapport), maar het kan zelfs
voorkomen dat ook na langere tijd (tot langer dan een jaar), data nog
worden aangepast. Zelfs nádat de laatst bekende detail data zijn
gepubliceerd, kunnen in theorie dus nog wijzigingen zijn opgetreden. Polder
PV gaat er van uit, dat dergelijke "laatste wijzigingen" de
laatste jaren marginaal zullen zijn, en dat het laatst bekende "beeld",
zoals bijvoorbeeld in bovenstaande grafiek gevisualiseerd, vrij dicht
bij de ultieme "waarheid" zal blijken te liggen. Dát
die data op het niveau van de grootte klassen moeten wijzigen, wordt duidelijk
uit later bekend wordende veranderingen in de totale volumes (waarbij
geen deel segmentaties meer worden gegeven).
Nieuwe
accumulaties en voorlopige jaargroei cijfers - aantallen
Het totale
volume in het definitieve jaaroverzicht van 2018 is een EOY accumulatie
van 17.399 projecten. Dat is 453 projecten meer dan de
16.946 stuks in het eerste overzicht voor 2018 (toename 2,7%). In de 2017
revisie was het eindejaars-volume voor dat jaar nog 14.706 projecten.
Derhalve is de nu vastgestelde "definitieve" jaargroei in 2018
2.693 nieuwe gecertificeerde installaties geweest, ruim
18% meer dan EOY 2017 waren geaccumuleerd. Het nieuwe volume is ruim 20%
meer dan de eerder voor 2018 berekende 2.240 stuks, begin dit jaar. Netto
= verschil tussen nieuwe inschrijvingen minus uitschrijvingen in hetzelfde
kalenderjaar (!).
Kleinste
categorieën
In bovenstaande
grafiek zien we hoge volumes bij de 3 kleinste capaciteits-categorieën,
links in de grafiek. Dat zijn grotendeels duizenden kleine, residentiële
installaties die nog onder de SDE 2008 tm. SDE 2010 "klein"
subsidie regelingen konden participeren. Per SDE 2011 (eerste "SDE+
regeling") werd de "ondercap" verhoogd naar 15 kWp, en
later, sedert SDE 2012, werd ook een grootverbruik aansluiting verplicht.
Derhalve werd het de facto (vrijwel) onmogelijk om als particulier
gebruik te kunnen maken van de, qua eisen, steeds "zwaarder"
wordende SDE "+" regelingen. Tenzij hij/zij zou participeren
in bijvoorbeeld een crowdfund collectief, wat een grotere installatie
co-financierde, en waarbij vaak van een SDE beschikking gebruik wordt
gemaakt.
We zien
in de eerste drie (kleine) categorieën, met installaties tm. 3,5
kWp, en de vijfde deel-categorie (installaties van 4,5-5,5 kWp) aanvankelijk
groei tot 2012/2013, waarna de volumes tijdelijke terugvallen. Voor genoemde
vijfde categorie was er een zeer lichte terugval in 2015. Dat heeft te
maken met een destijds geldende her-registratie verplichting bij CertiQ,
waardoor tijdelijk behoorlijke volumes uit de databank verdwenen. De meeste
van die installaties kwamen na her-registratie weer terug in the picture,
de aantallen groeiden weer aan tot in het jaar 2017. Het oude niveau werd
echter alleen in de categorie 1,5-2,5 kWp en 3,5-4,5 kWp overtroffen,
door latere groei met installaties die (deels) beslist geen SDE beschikking
kunnen hebben gehad, gezien het late tijdstip, en die waarschijnlijk via
platforms als Vandebron, en het sedert 2016 actief geworden "groene
zusje van Vattenfall-Nuon", Powerpeers, e.d. zijn ingestroomd. Dat
soort "platforms" verkopen GvO's van specifieke duurzame stroom
producerende installaties door aan eindverbruikers, en dat kunnen ook
/ zelfs kleine installaties van particulieren zijn. Vooral de doorgaande
groei van het "kleine" segment 3,5-4,5 kWp is hierbij opmerkelijk
te noemen. Er wordt aan dit segment in de vakpers totaal geen aandacht
besteed (er wordt over de CertiQ rapportages sowieso bizar weinig tot
in het geheel niets verkondigd in de pers).
De twee
andere "kleine" categorieën bleven echter zelfs in 2017
onder het volume bereikt in 2013 steken. In het definitieve jaaroverzicht
voor 2018 is in categorie 2,5-3,5 kWp het oude niveau van 2013 (2.155
stuks) net niet gehaald (2.120 projecten). De kleinste categorie, tm.
1,5 kWp, verloor tussen 2013 en 2017 (netto) 46 installaties. Wat aangeeft,
dat destijds beslist niet alle door CertiQ in 2013-2014 uitgeschreven
kleine installaties zich ook daadwerkelijk weer hebben laten her-registreren.
En dat er zelfs projecten "verloren gaan". Die zijn óf
afgebroken, of wellicht zijn ze overgegaan op een nieuwe eigenaar (die
van heg nog steg wist op dit gebied), of men had mogelijk geen zin (meer)
in de moeizame bureaucratie van de SDE administratie. En heeft men wellicht
zelfs de subsidie gelaten voor wat het was (?). Immers: zonder inschrijving
bij CertiQ, geen SDE subsidie (meer). Ook in 2018 was er weer een extra
bescheiden verlies van 9 projecten t.o.v. 2017 in deze kleinste project
categorie.
De uiteindelijk
bereikte accumulaties voor de drie kleinste project categorieën in
de "definitieve" cijfers voor 2018 zijn achtereenvolgens 2.411
(0,601 tm. 1,5 kWp; 9 projecten minder dan in revisie 2017), 2.128 (>1,5
tm. 2,5 kWp; 11 projecten meer dan in revisie 2017) en 2.147 exemplaren
(>2,5 tm. 3,5 kWp; 27 projecten meer dan in revisie 2017). Alleen deze
drie categorieën claimden daarmee 6.686 projecten (revisie 2017 nog
6.657), ruim 38% van de 17.399 geaccumuleerde projecten bij het totaal
(dat aandeel was voor 2017 nog 45%). Het totale aantal, meestal oude kleinere
projecten neemt t.o.v. het gezamenlijke volume stapsgewijs af, omdat er
de laatste jaren steeds meer (zeer) grote projecten instromen in de CertiQ
databank.
Grotere
project klasses
In de
andere grootte categorieën, behalve die van 5,5-15,5 kWp (een populaire
categorie, omdat de 15 kWp lange tijd een bovengrens is geweest voor "de
kleinere systemen" in de SDE regeling), is de groei van de aantallen
projecten continu geweest, zonder vreemde terugval. Zo groeide de door
CertiQ onderscheiden systeem categorie 3,5-4,5 kWp van 218 installaties
(2009) continu door naar 1.405 projecten in 2018 (8,1% van totaal, in
revisie 2017 nog een aandeel van ruim 9%). De opvolgende categorie 4,5-5,5
kWp (tegenwoordig goed voor zo'n 15-18 stuks 300 Wp modules, wat een "behoorlijk
groot" residentieel dak vergt) is, merkwaardigerwijs, kennelijk niet
erg populair geweest onder de oude SDE regimes. De groei bleef na 2011
zeer bescheiden, de accumulatie bleef in 2018 op slechts 453 installaties
steken (2,6% van totaal). Dat is wel 11 exemplaren meer dan in het voorlopig
overzicht wat begin 2019 verscheen bij CertiQ, maar het blijft wel een
zeer bescheiden volume.
Ongeveer
even populair als de drie kleinste project categorieën is de volgende
groep, systemen tussen 5,5 en 15,5 kWp. Die van slechts 45 installaties
in 2009 sterk groeide naar 2.155 projecten in 2014, even terugviel (waarschijnlijk
door her-registratie perikelen), en vanaf 2016 weer in de lift zit, tot
2.321 installaties in 2018 (13,3% van totaal, dat was ruim 15% in de revisie
van 2017). Er zijn sedert de begin 2019 verschenen voorlopige rapportage
nog eens 23 exemplaren aan deze categorie voor 2018 toegevoegd in het
"definitieve" overzicht door CertiQ.
De twee
laatste categorieën zijn vooral van betekenis voor de recentere jaargangen
van de SDE (collectief bekend onder "SDE +"), omdat ze groter
zijn dan 15,5 kWp. 15 kWp was de ondergrens vanaf SDE 2011, toen ook de
"bovencap van 100 kWp" (geldig tm. SDE 2010 categorie "groot")
werd opgeheven. Toen is het hard gegaan, al duurde het even voordat de
boel echt op gang kwam. De inmiddels wat "aantallen" betreft
populairste categorie 15,5-100 kWp groeide van 1 project in 2009 stapsgewijs
krachtig door, om in 2018 al op 3.393 projecten te eindigen (19,5% van
totaal, in de revisie van 2017 was dat nog bijna 16%). Er zijn t.o.v.
de eerste cijfers, begin dit jaar gepubliceerd, door CertiQ nog eens 185
projecten toegevoegd aan deze belangrijke categorie.
Bij de
grootste categorie, groter dan 100 kWp, is de "versnelling"
ook zeer duidelijk te zien. Aanvankelijk maar 9 projecten in 2010, vrij
langzaam groeiend tm. 2013 tot 49 stuks. Daarna ging het snel, in de reeks
2014 tot 2018 van 133 via 425, 1.018, en 1.653, naar een spectaculair
volume van 3.141 grote projecten elk >100 kWp in 2018 (18,1% van totaal,
in revisie 2017 nog slechts ruim 11%). De groei van deze grootste project
categorie is beslist opmerkelijk voor mensen die de marktcijfers niet
goed volgen. Al heeft Polder PV zelf al lang door dat het binnen dit segment
zeer hard gaat, gezien zijn al jaren bijgehouden enorme overzicht van
grote PV projecten (laatste analyse alhier,
30% groei in dat segment). CertiQ voegde maar liefst 230 (!) nieuwe projecten
toe aan deze grootste categorie t.o.v. de eerste cijfers gepubliceerd
in januari 2019 (toen nog maar 2.911 exemplaren).
Polder
PV heeft momenteel zo'n vijfhonderd "single-site" PV projecten
minder in zijn sheet staan van deze omvang, maar wellicht worden bij CertiQ
óók multi-sites zoals huizenblokken e.d. onder deze categorie
geschaard. Of, dat kan ook: verschillende beschikkingen voor een en hetzelfde
object / project / erf worden wellicht separaat behandeld cq. ingevoerd,
door de TenneT dochter. Polder PV heeft een behoorlijk aantal grote projecten
met méérdere SDE beschikkingen in zijn single-site projecten
verzameling staan, waardoor het forse verschil mede verklaard kan worden.
Er is natuurlijk ook nog een derde reden: ik zal beslist voor het realisatie
jaar 2018 nog de nodige grotere projecten niet hebben gevonden van die
omvang, gezien de enorme groei in de sector. De zoektocht blijft doorgaan,
ik heb nog veel overzichten na te vlooien, dus het verschil zal beslist
weer kleiner kunnen worden.
Voor
de grafiek met de bijbehorende capaciteiten,
zie verder naar onder.
Opgelet!
CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015)
- afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.
Voor de eerste
versie van deze grafiek (status 6 jan. 2019) zie hier
In deze
tweede grafiek de jaargroei volumes, afgeleid uit het verschil tussen
de aantallen geaccumuleerde projecten per deel-categorie weergegeven in
de eerste grafiek. Gezien de soms tijdelijke terugval in accumulaties
(vanwege het reeds genoemde langdurige her-registratie proces), kunnen
hier dus ook in sommige jaren negatieve "groei" cijfers optreden.
Die ziet u terug onder de X-as in deze grafiek.
Goed
is hier te zien dat voor de jaargang nieuwe realisaties in 2010
het grootste deel in de kleinste 5 grootte klasses ligt (2.987 van 3.805,
79%, tm. 5,5 kWp), de klasse 5,5-15,5 nog een aardige rol speelt met 634
installaties in dat jaar (17%), maar dat het vanaf 15,5 kWp bijna "gedaan"
is met projecten. 175 stuks tm. 100 kWp (minder dan 5% van totaal). En
nog maar 9 stuks een groter volume. Laatstgenoemden zijn waarschijnlijk
enkele projecten van Horizon Energy (later overgedaan aan HVC) die destijds
soms meerdere beschikkingen "groot" (elk gecapt op max. 100
kWp) voor een en hetzelfde adres wist te verzilveren.
Ook in
2011 is er een aflopende
trend bij de kleinste categorieën (1.515 van 2.602, 58% tm. 5,5 kWp).
Hier is de opvolgende categorie 5,5-15,5 zeer populair geweest, met 910
stuks een aandeel van 35% van het totaal innemend. Ook hier nog weinig
grotere projecten: 174 tm. 100 kWp (minder dan 7% van totaal), en zelfs
maar 3 exemplaren groter dan 100 kWp.
In 2012
was de verdeling gemeleerd. Bij de kleinste installaties was de grootte
klasse 2,5-3,5 kWp (toen ook qua aanschaf prijs vaak het maximaal haalbare
op een gemiddeld residentieel dak) de grootste, met 372 stuks (48% van
781 stuks tm. 5,5 kWp). De 5 kleine klasses tm. 5,5 kWp namen toen ruim
de helft van de totaal 1.550 geregistreerde nieuwe projecten in. Ook hier
was weer de klasse 5,5-15,5 kWp de grootste categorie, zei het iets minder
dominant dan in het voorgaande jaar: 484 stuks resp. 31% van het totaal.
Met 269 stuks had de klasse tm. 100 kWp, al een groter aandeel dan in
voorgaande jaren, ruim 17% van het totale volume. Er was ook al een opleving
van de nog grotere projecten zichtbaar, 16 maal >100 kWp per stuk.
Wat een "marktaandeel" van een procent was in dat jaar (voor
de gecertificeerde projecten).
In 2013
en 2014 een zeer verwarrende periode met zéér lage (2013)
resp. zelfs 1 maal (2013) en drie maal negatieve groeicijfers (2014).
Dit heeft te maken met de her-registratie verplichting, waardoor talloze
bestaande projecten niet fysiek verdwenen, maar wel tijdelijk administratief.
Vandaar dat er zeer weinig overbleef van de netto nieuwe registraties,
wat vooral in 2013 zeer duidelijk zichtbaar is. Van de in totaal (netto)
274 nieuw ingeschreven projecten in dat jaar zijn vooral de grotere exemplaren
manifest, wat met uitvoering van met name de SDE 2009-2010 "groot"
project categorieën heeft te maken. 63 stuks in de categorie 5,5-15,5
kWp, 131 stuks tm. 100 kWp, en nog eens 21 stuks groter dan 100 kWp werden
"netto" ingeschreven (in het totaal zit ook een negatieve groei
van netto 5 installaties in de kleinste categorie).
In 2014
werden de tijdelijke uitschrijvingen manifester, met name in de kleinste
3 project categorieën. Toen in totaal 382 projecten tijdelijk "administratief
afscheid namen". Alleen in de grotere project klassen werden (netto)
positieve groeicijfers getoond (voortgang realisaties eerdere SDE regelingen):
135 stuks tussen de 3,5-4,5 kWp, slechts 3 stuks tussen de 4,5-5,5 kWp,
19 in de voorheen "populaire" categorie 5,5-15,5 kWp, en een
fors aantal van 211 tm. 100 kWp. Dat is 3 maal zoveel projecten dan de
totale "netto" groei van slechts 70 projecten in dat jaar (nieuwe
registraties minus tijdelijk uitgeschreven projecten). Er waren ook nog
(netto) 84 nieuwe projecten per stuk groter dan 100 kWp in 2014. Wat de
eerste signalen gaf te zien van een "omslagpunt" naar opvallend
veel grote project realisaties in de jaren daarna.
De "verwarring"
m.b.t. de tijdelijke uit- en weer in-schrijvingen van bestaande projecten
duurde voort tot ver in 2015,
zoals we weer zien aan negatieve groei cijfers in maar liefst 5 van de
8 door CertiQ onderscheiden grootte klasses. In totaal kwamen er netto
in dat jaar slechts 148 nieuwe projecten bij. Grote - tijdelijke - verliezen
zien we weer met name bij de kleinste project categorieën, het meest
bij de klasse 1,5-2,5 kWp (netto minus 145 projecten). De verliezen bij
de categorieën 4,5-5,5 kWp en 5,5-15,5 kWp waren wat minder groot.
In totaal werden (netto) maar liefst 414 projecten (tijdelijk) uitgeschreven.
Daar stond een (netto) groei tegenover van 562 projecten. Waarvan met
name de grootste 2 klassen de grootste volumes voor hun rekening namen:
236 stuks tm. 100 kWp, en maar liefst 292 stuks groter dan 100 kWp. Met
name in deze laatste categorie zullen de eerste grotere volumes met beschikkingen
vanaf SDE 2011 hebben gezeten, waarin immers de "bovencap" van
100 kWp was verdwenen (met wel de inperking maar 1 aanvraag mogelijk per
adres, wat voorheen niet zo was).
Vanaf
2016 lijken de problemen
met de her-registraties tot het verleden zijn gaan behoren: er is per
klasse weer slechts netto positieve groei te zien. Ook hier weer een zeer
duidelijke verschuiving naar realisaties in de grootste project klassen.
Tot en met 5,5 kWp werden er 559 installaties (netto) nieuw geregistreerd,
33% van de totaal 1.711 nieuwe installaties. De toevoeging van slechts
87 projecten in de categorie 5,5-15,5 kWp is een schijntje vergeleken
met de volumes in 2010-2012, en is in de jaren daarna verder verminderd.
Veruit de grootste nieuwe volumes gingen naar de projecten tm. 100 kWp
(472 stuks, 28%), en naar de grootste installaties, per stuk groter dan
100 kWp (netto 593 exemplaren, 35% van totaal).
Opvallend
in 2017 zijn de behoorlijke
aantallen nieuwe projecten in de lagere grootte klassen, met name voor
het traject 1,5-2,5 kWp, waarbinnen (netto) 177 nieuwe installaties erbij
zijn gekomen. Dit kunnen nooit residentiële systemen met een oude
SDE beschikking zijn geweest, omdat de laatsten daarvan uiterlijk zo'n
beetje in 2014 moeten zijn opgeleverd. Het zijn dus kennelijk nieuwe
particuliere systeempjes (en/of: kleine "zakelijke" installaties
achter kleinverbruik aansluitingen), die waarschijnlijk via een van de
verschillende platforms voor de verkoop van GvO's van specifiek door stroomklanten
gekozen duurzame elektra producerende bronnen aan die afnemers worden
"gekoppeld". Zoals bij Vandebron, en de off-shoot van Vattenfall
(ex-Nuon), Powerpeers. De impact van de 5 kleinste grootte klassen (tm.
5,5 kWp) op het totaal is, met de nu "definitieve" cijfers van
2017, 340 op 1.717 (bijna 20%) geweest.
Het aantal
nieuwkomers bij de voorheen populaire categorie 5,5 tm. 15,5 kWp is, net
als in 2016, zeer bescheiden, slechts 79 netto nieuwe projecten (bijna
5%). Het hoogst, daarentegen, blijft, net als in het voorgaande jaar,
de impact van de 2 grootste categorieën. Tm. 100 kWp 663 stuks (39%
van totaal). En ook de grootste categorie projecten >100 kWp krap hoger
dan in 2016, 635 exemplaren (37% van totaal, in absolute zin 7% meer dan
in 2016). Waar dat in het toen voorlopige overzicht van jan. 2018 nog
op een iets láger niveau lag dan in 2016 (513 stuks t.o.v. 593
exemplaren). Dit laat ook weer zien, dat de voorlopige cijfers van CertiQ
altijd met prudentie "genoten" dienen te worden, om foute conclusies
over de evolutie trend te voorkomen.
Het in
de revisie bekend gemaakte totale nieuwe volume voor 2017 (1.717 projecten
netto nieuw) is destijds met 19% toegenomen t.o.v. de voorlopige status
in het januari rapport van CertiQ over 2017 (1.441 projecten).
De nieuwe
cijfers voor 2018 verbeelden
zeer duidelijk, wat ook in komende jaren nog sterker visueel zal gaan
worden: nauwelijks nog nieuwe installaties in de kleinere project categorieën,
maar voorál in de grootste 2 klassen. De nu "definitief vastgestelde"
groei van het (netto) aantal nieuwe installaties in 2018 is 2.693
projecten. Dit is alweer een toename van 453 nieuwe exemplaren
t.o.v. het begin 2019 nog geopenbaarde voorlopige volume van 2.240 nieuwe
projecten voor 2018, ruim 20% meer projecten. De groei t.o.v. de jaarlijkse
aanwas in 2017 (1.717 netto nieuw) is 57% geweest
bij de aantallen.
Er zijn,
opvallend, zelfs weer 9 projecten in de kleinste categorie verloren gegaan
(3 meer dan in het voorlopige rapport over 2018 verschenen begin 2019,
diverse redenen mogelijk). Het totaal volume aan netto bijschrijvingen
voor de 5 kleinste klassen was 86 installaties, slechts 3,2% van totaal.
Alweer véél lager dan de 20% in 2017. De voorheen populaire
categorie 5,5-15,5 kWp heeft weer minder nieuwe projecten dan in 2017,
nog maar 58 stuks. De 2 grootste categorieën, echter, hebben grote
toenames laten zien. Categorie 15,5-100 kWp leverde netto 1.061 nieuwe
projecten, al 60% meer dan de 663 nieuwe projecten in deze categorie in
2017 (revisie data). In de grootste categorie, >100 kWp, zijn zelfs
1.488 (!) nieuwe projecten ingeschreven door CertiQ, een factor
2,3 maal het nieuwe volume in 2017 (635 nieuwe installaties).
Ook hier is weer de enorme schaalvergroting van de projecten markt, gedreven
door de SDE subsidies, goed terug te zien.
Voor
de grafiek met de bijbehorende
capaciteits-groei per jaar, zie verder naar onder.
Opgelet!
CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015)
- afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.
Voor de eerste
versie van deze grafiek (status 6 jan. 2019) zie hier
In deze
derde grafiek over de aantallen projecten geef ik de groei van het nieuwe
jaarvolume t.o.v. de eindejaars-accumulatie (EOY) van het voorafgaande
jaar weer, in procent. De Y-as is logarithmisch, om ook de zeer hoge groei
percentages in het eerste jaar, 2010 enigszins in de grafiek "passend"
te krijgen. Die hoge groeipercentages in het eerste jaar waren natuurlijk
logisch, omdat de SDE regelingen voor grotere projecten slechts moeizaam
op gang kwamen in de eerste jaren, en er pas vanaf 2010 een versnelling
viel waar te nemen. Let op dat voor 2010 in de grootste categorie >100
kWp geen opgave is gedaan, omdat in het vergelijkingsjaar 2009 die categorie
ontbreekt.
In 2011
zijn die percentages al een stuk minder hoog, ditto in 2012, behalve voor
de toen nog vrij "nieuwe" categorie >100 kWp, met hoge impact
(133% jaargroei t.o.v. EOY 2011). De her-registratie periode 2012-2014
en het nog sterk daardoor beïnvloede jaar 2015 laten "mixed
results" zien. 2016 toont percentages tussen de 4,1% in de categorie
5,5-15,5 kWp en een hoge toename van bijna 140% in de categorie >100
kWp. In 2017 liggen voor met name de kleinere grootte klassen de groeicijfers
op bescheiden niveaus (1,6 - 9,1%), maar voor de grootste categorieën
hoog (40% in de al flink gegroeide klasse tm. 100 kWp, ruim 62% voor de
grootste categorie >100 kWp).
In het
gereviseerde jaar rapport voor 2018 vinden we nog maar zeer bescheiden
- tot non-existente - groei percentages in de kleinste categorieën
(behalve een nog aardige 6,8% in categorie 4,5-5,5 kWp), en vooral ook
weer hoge groei percentages in de al flinke volumes bevattende grootste
segmenten: bijna 46% voor de categorie 15,5-100 kWp, en 90% voor de grootste
categorie >100 kWp.
Achteraan
in de grafiek de jaar groei percentages voor alle systemen bij elkaar
(totalen). Met zeer hoge groei voor de eerste drie hier weergegeven jaren
(17-134%), nauwelijks tot bijna nihil groei in 2013-2015. En weer relatief
hoge, stabiele groei in 2016 (ruim 12%), 2017 (ruim 13%), resp. 2018 (ruim
18% t.o.v. het - gereviseerde - eindejaars-volume bereikt eind 2017).
2.
Capaciteit van gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ
(nominaal, STC generator vermogen)
Opgelet!
CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015)
- afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.
Voor de eerste
versie van deze grafiek (status 6 jan. 2019) zie hier
Deze
nieuwe grafiek, waarin uitsluitend de geaccumuleerde capaciteit per grootteklasse,
en per jaargang (kleurcodes in legenda) zijn weergegeven, is vergelijkbaar
met de grafiek voor de aantallen installaties
per categorie en per jaar. Met uitzondering van het jaar 2009, waarvoor
destijds géén capaciteits-cijfers zijn bekend gemaakt. Hierin
is meteen duidelijk waarom het binnen de SDE regelingen (die de "major
feeders" van de CertiQ databanken zijn geworden) feitelijk gaat:
volumegroei in megawattpieken (zonnestroom). En die "volumes"
worden vrijwel niet geleverd door de kleinste project categorieën
tm. 5,5 kWp, met zéér lage volumes aan de linkerzijde. Maar
door de grotere project categorieën onderscheiden door CertiQ. Categorie
5-15,5 kWp levert nog een "beetje" capaciteit, geaccumuleerd
tot 22,9 MWp in de gereviseerde cijfers voor 2018 (marginaal hoger t.o.v.
revisie van 2017). Maar de 2 grootste categorieën zijn - en blijven
- het belangrijkst.
Binnen
de vermogens-categorie 15,5 - 100 kWp, klom de geaccumuleerde capaciteit
op redelijk regelmatige wijze jaarlijks van 6,8 MWp (2010) naar al 181,6
MWp in de update voor 2018. Dat eind cijfer bevat t.o.v. de eerste publicatie
voor 2018 nog eens 10 MWp extra. Genoemde bijna 182 MWp is al ruim 50%
meer volume t.o.v. de gereviseerde 120,7 MWp voor eind 2017. Het echte
"spektakel" geschiedde echter bij de categorie installaties
per stuk groter dan 100 kWp, in de laatste kolommen groep. Daar groeide
het volume relatief gestaag, van 5,3 MWp in 2010, naar 36,3 MWp in 2014.
Daarna ging er een forse booster op, met bijna 114 MWp in 2015, ruim 302
MWp in 2016, en dik 565 MWp in het gereviseerde jaaroverzicht voor 2017.
En inmiddels, in de revisie, een ronduit spectaculair volume van bijna
1.419 MWp in 2018.
Dat is weer bijna 111 MWp hoger dan de 1.308 MWp in het eerste jaar rapport
(toename 8,5%). Het is een factor 2,5 maal het gereviseerde eindejaars-volume
van 2017, en reeds 12,5 maal zoveel dan eind 2015 (het eerste echte "versnellings-jaar").
Nieuwe
accumulaties en voorlopige jaargroei cijfers - capaciteiten
Het totale
geaccumuleerde volume in het gereviseerde jaaroverzicht van 2018 is 1.644,0
MWp**. Dat is zo'n 121 MWp (8%)
meer dan in het eerste jaar rapport voor dat kalenderjaar. De 2017 revisie
vermeldde voor eind dat jaar een accumulatie van 729,1 MWp. Derhalve is
de jaargroei voor 2018, met deze "definitieve" rapportage, uitgekomen
op netto 914,9 MWp in de gecertificeerde zonnestroom
markt (ruim 15% hoger dan de nog zeer voorlopige 794,2 MWp die begin 2019
resulteerde uit het voorlopige jaar rapport voor 2018). Nogmaals: netto
= verschil capaciteit tussen nieuwe inschrijvingen minus uitschrijvingen
in hetzelfde kalenderjaar (!).
Deze
enorme versnelling in geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteit geeft
feilloos de trend weer bij de implementatie van de SDE portfolio's, waar
Polder PV regelmatig op hamert. Waar het bij de aantallen gerealiseerde
projecten nog niet om "extreme" volumes gaat, neemt de accumulatie
curve voor capaciteit zeer sterk toe doordat gemiddeld genomen (ook) steeds
grotere projecten worden opgeleverd. Met als gevolg een zéér
hoge capaciteit in met name de laatste project categorie. Die ook geen
"maximum begrenzing" heeft. Deze trend zal verder gaan doorzetten,
als met name nog meer grote grondgebonden zonneparken, en vele grote rooftop
projecten in toekomstige versies van deze grafiek opgenomen zullen gaan
worden. Deze trend is al lang ingezet, en zal verder versnellen gezien
de enorme portfolio aan SDE ("+") beschikkingen die is opgebouwd
in de afgelopen jaren.
**
Totaal opgave jaarsom 2018. Bij optelling van de deelcijfers voor de 8
categorieën is het resultaat 1.644,1 MWp, dus vermoedelijk een afronding
betreffend.
Relatie
met Polder PV data voor grootste project categorie
Wederom
kunnen we ons gaan afvragen hoe met name de 1.419 MWp voorlopig vastgesteld
voor de projecten >100 kWp in de CertiQ registers, eind 2018, zich
verhoudt tot het volume wat Polder PV tot nog toe heeft staan in zijn
grote projecten lijst. Hier wellicht een kleine verrassing, hoewel het
aan de andere kant niet vreemd is, omdat ik me bij de project inventarisaties
juist zwaar concentreer op de grootste projecten. Ik blijk in de huidige
update van mijn inventarisatie nog slechts ruim 3 MWp (0,2% van de door
CertiQ gemelde 1.419 MWp in deze grootste project klasse) achter te lopen
in deze categorie, als ik tenminste de projecten waarvan ik het jaar van
oplevering nog niet heb kunnen achterhalen uitsluit. Dat zijn 39 projecten,
die gezien de data die ik wel te pakken heb gekregen, meestal de wat oudere
installaties moet betreffen.
Daarnaast
mist Polder PV beslist nog wel wat projecten opgeleverd in 2018, gezien
een vergelijking voor de aantallen hier boven weergegeven. Al is de vraag
of het verschil niet (grotendeels) is terug te voeren op de vele meervoudige
beschikkingen die voor 1 project locatie zijn afgegeven (en die deels
reeds zijn opgeleverd).
Het kan
ook zo zijn dat met name voor de zeer grote installaties, Polder PV een
ander tijdstip van netkoppeling op het spoor is gekomen, dan wat er aan
CertiQ is gemeld door de betreffende netbeheerder. Met name installaties
die "rond de jaarwisseling" zijn opgeleverd, kunnen hierbij
de doorslag geven, en een forse invloed op de kalenderjaar cijfers hebben.
Dit, afhankelijk van wat er precies voor "statistische invoer datum"
is gehanteerd. Dit kan beslist verschillen in (kalender)jaar cijfers verklaren
tussen CertiQ en die van mijn database.
Opgelet!
CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015)
- afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.
Voor de eerste
versie van deze grafiek (status 6 jan. 2019) zie hier
Deze
tweede grafiek voor de capaciteiten, corresponderend met het exemplaar
voor de aantallen projecten
nieuw per jaar, laat wederom de enorme verschillen in nieuwe capaciteit
per grootte-klasse van de projecten goed zien. In 2018 kwam er in totaal
een nieuw volume bij van 914,9 MWp. Dat is maar liefst
120,7 MWp (ruim 15%) meer dan de 794,2 MWp jaargroei
gedestilleerd uit de data van het gereviseerde jaar rapport voor 2017,
en de eerste cijfers voor 2018 (publicatie in januari 2019).
Tot en
met de klasse 5,5-15,5 kWp stellen de nieuwe volumes aan vermogen per
jaar t.o.v. het geheel aan realisaties nauwelijks meer iets voor. Dat,
ondanks de forse hoeveelheid nieuwe projecten die hiermee gepaard zijn
gegaan (2e grafiek, "aantallen
nieuw per jaar"). Vrijwel alle capaciteits-groei per jaar is
gegenereerd in de twee grootste project categorieën, en wel in de
meest recente jaargangen. Een relatief bescheiden deel in de categorie
15,5-100 kWp. Totaal bijna 61 MWp in 2018 (10 MWp meer dan in de eerste
cijfer rapportage voor dat jaar). Een nieuw volume wat 22,7 MWp (59%)
meer is dan de 60,9 MWp jaargroei in de revisie van de cijfers voor 2017.
Voor
de grootste project categorie namen de jaargroei cijfers rap toe. In 2015
was het nog maar 77,3 MWp (3,7 maal het jaarvolume in 2014). Het werd
al bijna 189 MWp nieuwe capaciteit in 2016 (2,4 maal de jaargroei in 2015),
en nam "relatief bescheiden", met 40%, toe, tot ruim 263 MWp
nieuwe jaar capaciteit in 2017 (gereviseerde cijfers).
Vervolgens
kwam er een enorme sprong omhoog in 2018. Aanvankelijk nog 742,8 MWp in
het voorlopige jaar overzicht. Maar dat nam uiteindelijk zelfs ruim 110
MWp (bijna 15%) toe, tot een nieuw, gereviseerd jaarvolume van 853,2 MWp.
Een factor 3,2 maal het nieuwe jaarvolume in 2017 in deze categorie. De
nieuwe jaargroei in 2018 is met deze revisie al een factor 11 maal zo
groot dan de aanwas in 2015.
3.
Accumulaties alle project categorieën - aantallen en capaciteiten,
tm. 2018
Voor de eerste
versie van deze grafiek (status 6 jan. 2019) zie hier
In deze grafiek worden,
van jaar tot jaar, de cumulerende totalen van alle 8 zonnestroom project
categorieën getoond in de databank van CertiQ, zoals gepubliceerd
in de gereviseerde jaar rapportages tot en met 2018. Voor zowel de aantallen
(gestreepte blauwe lijn,
linker Y-as) als de capaciteiten (oranje
kolommen, rechter Y-as, in MWp). Duidelijk is de forse "stagnatie"
in - met name - de accumulerende aantallen projecten te zien in de jaren
2013-2015. Een gevolg van de verplichte "her-registratie operatie"
in die jaren. Daarna trok het aantal weer aan door nieuwe inschrijvingen
van, met name project realisaties vanuit de SDE 2013 en, vooral, de SDE
2014 regelingen, aangevuld met een sterk groeiend contingent uit de latere
jaargangen. Al was het tempo niet zo hoog als in de beginjaren, toen vooral
kleine residentiële projectjes nog toegang hadden tot de (oude) SDE
subsidie rondes. Het eindtotaal in 2018 is op 17.399 gecertificeerde PV
projecten komen te liggen, 453 projecten meer dan de 16.946 gerapporteerd
in het eerste, voorlopige jaar rapport (2,7% hoger). Het nieuwe EOY volume
voor 2018 ligt, met 2.693 nieuwe projecten t.o.v. het
gereviseerde eindejaarsvolume voor 2017 (14.706 projecten), ruim
18% boven dat jaarcijfer (dit percentage was bij het voorlopige
rapport voor 2018 nog maar 15%).
Bij de capaciteit
cumulatie is de ontwikkeling, ondanks de her-registratie, continu verder
gegaan, en ging deze vanaf 2014-2015 zelfs fors in de versnelling. In
twee jaar tijd werd het volume (119 MWp eind 2014) bijna verviervoudigd
tm. 2016. In 2017 is met de "definitieve" (bijgestelde) rapportage
van CertiQ daar alweer ruim 303 MWp bovenop gekomen, tot een accumulatie
van ruim 729 MWp. 2018 geeft een nog spectaculairder nieuw volume te zien.
T.o.v. het gereviseerde eindejaars-cijfer voor 2017 is er weer 915
MWp bijgekomen. Leidend tot een EOY volume van 1.644
MWp in 2018 (121 MWp, 8%, hoger dan de 1.523 MWp in het voorlopige
jaar rapport). En resulterend in een factor bijna 2,3 maal
genoemde eindejaars-capaciteit EOY 2017.
Discrepantie
met cijfers uit maand rapportages
Als
we de nu "bekende" jaargroei van 915 MWp in 2018 vergelijken
met de oorspronkelijke, uitsluitend
uit de maandrapportages gedestilleerde jaargroei, ruim 851 MWp, is
het nieuwe cijfer substantieel, 7,5%, hoger. Dat komt door de forse bijstellingen
van de "oude" eindejaars-cijfer voor zowel 2017, als die voor
2018. Voor 2017 werd de revisie eind augustus van 2018 gepubliceerd, wat
al laat was. De revisie voor 2018 werd zelfs nog eens ruim anderhalve
maand later (veel later dan normaal) gepubliceerd, op 21 oktober 2019.
In paragraaf 5 heb ik
de oorspronkelijk door CertiQ gepubliceerde EOY cijfers (ook volgend uit
de maand rapportages) vergeleken met de gereviseerde data die veel later
zijn gepubliceerd, en daarbij ook de verschil percentages berekend.
Evolutie systeemgemiddelde
capaciteit
Tot slot heb ik in
de laatste grafiek ook nog het voortschrijdend systeemgemiddelde volgend
uit voornoemde 2 curves in de grafiek weergegeven (groene
lijn; referentie tevens rechter Y-as, in kWp gemiddeld per project). Hierbij
zien we ook een opvallend progressieve ontwikkeling, ook al betreft het
de accumulatie van alle installaties bij CertiQ. Ik heb de begin (2009)
en eindwaardes (revisies 2017 en 2018) weergegeven in de grafiek. Eind
2017 was het systeemgemiddelde al zo'n 50 kWp. In het gereviseerde jaaroverzicht
voor 2018 volgt al een bijna dubbel zo hoog systeemgemiddelde van 94 kWp
voor alle CertiQ projecten in dat rapport (17.399). Wat een factor bijna
13,5 maal zo hoog is dan de gemiddelde capaciteit eind 2009,
7 kWp gemiddeld per project.
CertiQ geeft zelf
ook nog een progressie grafiek van de maandelijkse evolutie in haar gereviseerde
jaaroverzicht over 2018. In die grafiek de evolutie van de aantallen PV
projecten (gele kolommen, linker Y-as), resp., het daarmee gepaard gaande
volume in MWp (rode lijn, rechter Y-as), van januari 2017 tm. december
2018:
Voor de eerste
versie van deze grafiek (status 6 jan. 2019) zie hier
De groei
over de getoonde periode is evident, en wat de capaciteit betreft, met
duidelijke versnellingen vanaf eind 2017, en in het derde kwartaal van
2018. Wat overeenkomt met mijn bevindingen dat er "nieuwe piketpalen"
zijn gezet met de implementatie van de SDE in 2018, met zeer hoge maandelijkse
toevoegingen (zie grafieken in aparte
analyse van die maandrapporten, met name de derde grafiek). Deze groei
zal ook wel nog langere tijd zo doorgaan, gezien de immense portfolio
aan SDE beschikte PV projecten die wachten op realisatie. Er is t.o.v.
de hoge volumes in 2018 zelfs alweer een versterkte groei geweest in 2019,
zoals het
laatste rapport over september dit jaar reeds kristalhelder aantoont
(met name de maandelijkse capaciteitsgroei, 3e grafiek).
4.
Nieuwe PV capaciteit per jaar bij CertiQ, en gecertificeerde zonnestroom
productie in 2018
Tot slot hier onder
ook de reeds eerder besproken grafiek met de capaciteitsgroei per jaar,
en de door CertiQ afgegeven Garanties van Oorsprong voor (gecertificeerde)
zonnestroom, in de afgelopen jaren. Capaciteit is ditmaal gebaseerd op
eerdere revisies van historische cijfers, die niet
openbaar zijn gepubliceerd door CertiQ (tm. april 2015, in bezit van Polder
PV), en op basis van de daarna wel openbaar gepubliceerde gereviseerde
jaar rapportages. De status van de GvO's is gebaseerd op de laatst bekende
gereviseerde cijfers, tot en met het exemplaar voor 2018, gepubliceerd
op 21 oktober 2019. De GvO cijfers worden vaak nog tot 2 jaar na het betreffende
jaar bijgesteld.
Voor de eerste
versie van deze grafiek (status 6 jan. 2019) zie hier
Blauw
(inset): capaciteits-groei per jaar (totaal volume alle
categorieën; MWp per jaar, aparte Y-as links). Geel
(kolommen grote grafiek, Y-as rechts in GWh/jaar, uitsluitend gecertificeerde
productie): geijkt bemeten, totale zonnestroom productie van deze volumes,
vertaald in de door CertiQ afgegeven Garanties van Oorsprong weergegeven
in de gereviseerde jaar rapporten tm. 2018.
Van 2007
tm. 2018 is de jaarlijks toegevoegde capaciteit gemiddeld genomen 102
MWp/jaar geweest (blauwe gearceerde kolom in de inzet, vorige update:
95 MWp/jaar). Alleen in 2018 werd met de nu bijgestelde cijfers (915 MWp
nieuw) al het negen-voudige gecertificeerde volume aan de CertiQ databank
toegevoegd t.o.v. dat lang-jarige gemiddelde.
Wat betreft
de gecertificeerde stroom productie (grote grafiek): de
- opwaartse - bijstelling voor 2016 is, in diverse stappen, 46,5 GWh geweest,
een toename van in totaal bijna 16%. De door CertiQ genoteerde gecertificeerde
productie voor 2017 was aanvankelijk 550,1 GWh (tm. november), werd daarna
eerst verlaagd tot 537,3 GWh (hele kalenderjaar), en vervolgens in 2 stappen
weer verhoogd, via 540 GWh, tot uiteindelijk 542 GWh in het huidige revisie
rapport voor 2018 (1,5% mínder productie dan in de eerste, kennelijk
incorrecte publicatie).
Het eerste,
nog onvolledige cijfer voor 2018 was 1.066 GWh, wat inmiddels in het gereviseerde
jaar rapport met 3,6% opwaarts bijgesteld is tot 1.104 GWh
(ook wel: ruim 1,1 TWh, hoogste kolom, bijna 15 maal zoveel productie
dan de 75 GWh in 2014). In het jaarverslag werd
eerder al 1,1 TWh opgegeven voor 2018. Gezien de cijfer historie bij
CertiQ zijn verdere bijstellingen voor de productie in 2018 te verwachten
in het eerste, en in het gereviseerde jaaroverzicht voor 2019, (begin
resp. medio 2020 of later). Let wel, dat slechts een (groot) deel van
de in de inset weergegeven (nieuwe) productie capaciteit in 2018 bijgedragen
zal hebben aan de jaarproductie dat jaar, omdat nieuwe volumes slechts
een deel van het kalenderjaar zullen zijn aangesloten aan het net. Alleen
de nieuwe installaties die vroeg in jan. 2018 zijn aangesloten, zullen
volle kalenderjaar producties hebben gedraaid.
Als we
alle jaren middelen, resteert een gemiddelde hoeveelheid van 196 GWh/jaar
aan gecertificeerde zonnestroom productie. Een volume wat snel stijgt
met elk toegevoegd jaar (laatste, geel gearceerde kolom, dit was in de
vorige update nog 194 GWh/jaar).
Voor
eerder commentaar op een eerste versie van dit diagram, zie bespreking
van laatste grafiek in het CertiQ
december maandrapport 2017 artikel van 5 januari 2018.
Gecertificeerde
productie in perspectief
In ieder
geval is het voor 2018 nu al bekende volume aan gecertificeerd gemeten
zonnestroom productie een derde van de gemiddelde jaarproductie
van kerncentrale Borssele (3.334 GWh/jaar in 2009-2018, dat is exclusief
exceptioneel Fukushima rampjaar 2013, toen er slechts 1.916 GWh werd geproduceerd,
zie Wikipedia
tabel). Deze uitsluitend gecertificeerde productie (exclusief het
grotere, onbekende niet-gecertificeerde deel) is ruim 34% van de 3.201
GWh die het CBS in
haar laatste revisie op zeer grove wijze heeft berekend voor de totale
nationale zonnestroom productie in het kalenderjaar 2018. Dat volume is
ongewijzigd
overgenomen in het eind september 2019 uitgegeven "Hernieuwbare energie"
jaar rapport voor 2018, maar het kan later dit jaar alsnog worden gewijzigd
(vermoedelijk niet veel).
Bron: Martien Visser, Hanzehogeschool (Twitter, 1 jan.
2019)
https://twitter.com/BM_Visser/status/1080153092241477633
En-Tran-Ce
(initiatief van Hanzehogeschool Groningen) is al geruime tijd bezig om
betere prognoses voor productie van zo'n beetje alle energie "bronnen"
in Nederland te bepalen op basis van omvangrijke databases, productie
cijfers, omrekenings-tools, en geavanceerde voorspellings-protocollen.
Voor zonnestroom worden door hen alle instralingsdata van de KNMI stations
bij de dataverwerking gebruikt. Deze resultaten worden momentaan (in opdracht
van destijds de SER organisatie) gepresenteerd in het Energieopwek.nl
portal. Over de berekende jaarproducties wordt wat minder duidelijk
gecommuniceerd. Maar op 1 januari 2019 rapporteerde
de zeer actieve drijvende kracht achter dat portal, lector energie Martien
Visser, hun bevindingen voor het hele kalenderjaar 2019 op Twitter. Hun
afschatting was, met veel betere modellering dan de zeer ruwe reken methode
van het CBS, dat alle zonne(stroom)panelen in heel Nederland mogelijk
zelfs al 3,5 TWh geproduceerd zouden kunnen hebben, 0,1
TWh méér dan kernsplijter Borssele zou hebben opgewekt in
dat jaar (zie grafiek hier boven). Relateren we de nog steeds niet definitieve
cijfers van CertiQ voor 2018 aan dát volume, zou het aandeel nog
slechts 32% van het landelijke totaal volume zijn geweest. In ieder geval
is de door hen gevonden 3,5 TWh al 9,3% hoger dan het
- grof - door CBS afgeschatte volume aan zonneprik voor dat jaar.
CBS gaat
wel haar schattingen verbeteren, en daarbij ook de eerste prognose voor
2018 scherp-slijpen. Iets wat hard nodig is. Waar ik al jaren lang, met
trommelende vingers, op zit te wachten, is, dat het CBS de door hen bij
CertiQ te raadplegen, niet openbare (geijkt bemeten !) productie cijfers
mogelijk (!) eindelijk gaat gebruiken in haar (nieuwe) afschattingen.
En dat ze bovendien rekening gaat houden met de forse instralings-verschillen
per maand. Zoals geformuleerd in
het laatste jaar rapport gepubliceerd eind september dit jaar: "Daarom
gaat het CBS bij het bijstellen van de 2018 cijfers over zonnestroom dit
najaar rekening houden met de daadwerkelijke straling in 2018. Mogelijk
gaat het CBS dan ook gebruik maken van de informatie over stroomproductie
van veelal grote zonnestroomsystemen zoals die via CertiQ beschikbaar
komt". Het zou de hoogste tijd worden, als het aan Polder PV
ligt.
5.
Alle wijzigingen in data gepubliceerd door CertiQ
In onderstaand tabelletje
een overzicht van de wijzigingen tussen de oorspronkelijke jaar rapporten,
en de (finaal) gereviseerde exemplaren van CertiQ, m.b.t. de eindejaars-cijfers
voor aantallen installaties en capaciteit van gecertificeerde zonnestroom
installaties.
jaaroverzicht
CertiQ |
Aantallen
EOY |
|
Capaciteit
EOY (MWp) |
2013
|
2014
|
2015
|
2016
|
2017
|
2018
|
2013
|
2014
|
2015
|
2016
|
2017
|
2018
|
oorspronkelijk
JO |
11.060 |
10.804* |
11.278 |
12.532 |
14.430 |
16.946 |
87,5 |
113,4 |
207,7 |
398,6 |
672,0 |
1.523,3 |
"finaal"
JO |
11.148 |
11.130* |
11.585 |
12.989 |
14.706 |
17.399 |
91,5 |
118,6 |
234,0 |
426,0 |
729,1 |
1.644,0 |
verschil
(abs.) |
88 |
326 |
307 |
457 |
276 |
453 |
4,0 |
5,2 |
26,3 |
27,4 |
57,1 |
120,7 |
verschil
(%) |
0,8% |
3,0% |
2,7% |
3,6% |
1,9% |
2,7% |
4,6% |
4,6% |
12,7% |
6,9% |
8,5% |
7,9% |
Oorspronkelijk
was de capaciteit met 3 cijfers achter de komma weergegeven, maar dat
is later nog maar 1 cijfer geworden. * 2014 gaf iets lagere eindcijfers
bij de aantallen te zien dan in de 2013 rapportages vanwege de impact
van de "herinschrijvings-operatie" die toen nog volop aan de
gang was.
Bij de aantallen blijkt
gemiddeld een verschil te zijn opgetreden van zo'n 2,5% tussen het originele
en het definitieve jaar rapport. Bekijken we alleen de laatste 4 jaar
(weinig perikelen meer m.b.t. herinschrijving van projecten bij CertiQ),
is het gemiddelde percentage 2,7%. Bij de capaciteiten is het gemiddelde
percentage duidelijk hoger. Over de jaren 2013-2018 gemiddeld 7,5% verschil
tussen de originele en de definitieve jaar rapportages. Over de jaren
2015-2018 zelfs gemiddeld 9,0%. Dit komt, omdat nog "missende"
volumes in de oorspronkelijke jaar rapportages de laatste jaren heel wat
groter zullen zijn dan in eerdere jaren, vanwege de forse schaalvergroting
bij de rooftop projecten, en de toenemende instroom van grote, veel MWp-en
toevoegende grondgebonden projecten in latere jaren. Dit, in combinatie
met de altijd optredende vertragingen bij de administratie van dit soort
projecten. Dat maakt, dat de afwijking tussen het "finale" en
het oorspronkelijke rapport significant is wat de toegevoegde megawattpieken
betreft. Waarmee dus rekening gehouden moet worden als alleen nog maar
een eerste, voorlopige rapportage beschikbaar is (in komende jaren). En,
naar verwachting, de schaalvergroting nog verder zal gaan toenemen. Met
name vanwege het toenemende aantal gerealiseerde (zeer) grote veld-installaties.
In het uitgebreidere
overzicht heb ik bijgehouden welke (andere) wijzigingen er zijn geweest
in de loop van de tijd, m.b.t. gepubliceerde jaar data over zonnestroom
bij CertiQ (en deels in MEP / SDE rapportages). Dit, om aan te geven dat
dit soort cijfers zelden "statisch" zijn, maar vaak achteraf
en/of in andere publicaties tussentijds kunnen worden bijgesteld. De laatste
cijfers voor het "definitieve" jaar rapport voor 2018 zijn links
bovenaan toegevoegd aan de tabel.
^^^
Klik op plaatje voor presentatie
in separaat venster
6.
Status PV capaciteit CertiQ t.o.v. status CBS
Nu de "definitieve"
capaciteit cijfers voor 2018 bekend zijn bij CertiQ, kunnen we deze weer
gaan vergelijken met de meest recente inzichten voor de totale eindejaars-volumes
(EOY) zoals CBS die voor heel Nederland heeft vastgesteld met een nieuwe
cijfer methodiek. Deze werden eind mei 2019 weer gereviseerd (bespreking
methodiek, nieuwste
resultaten van 30 mei 2019 volgend uit dat CBS onderzoek). Inmiddels
is het lang verwachte rapport "Hernieuwbare energie in Nederland
2018" verschenen (30 sep. 2019). Maar daar in is nog
geen wijziging gepubliceerd. Voor de aantallen installaties vastgesteld
met de nieuwe methodiek, raadplegen we de separate Open Data tabel "Zonnestroom,
vermogen bedrijven en woningen, regio (indeling 2018)". Waarvan
de laatste update datum 26 april 2019 is.
- CBS cijfers
nationaal PV vermogen EOY (eindejaar) 2018: 4.414 MWp verdeeld over
781.216 installaties
- CertiQ
cijfers gecertificeerd PV vermogen EOY 2018 (revisie): 1.644 MWp verdeeld
over 17.399 projecten
Uit bovenstaande volgt,
dat met de huidige stand van zaken bij de twee grote nationale cijfer
instituten op het gebied van energie data, de CertiQ databank eind 2018
slechts 2,2% van het aantal van de totaal door CBS vastgestelde
PV projecten moet hebben bevat (dat was EOY 2017 zelfs nog 2,6%). Maar
dat het bij de geaccumuleerde (gecertificeerde) PV capaciteit al om ruim
37% moet zijn gegaan. EOY 2017 was dat aandeel nog "slechts"
ruim 25%. In 2014, vóór de rappe groei in de implementatie
van de SDE beschikkingen, was dat volume bij het vermogen nog maar een
krappe 12%. Het gaat dus echt hard bij de implementatie van grote volumes
aan (grote) PV projecten.
Conclusie: zeker met
de blijvende stortvloed aan in te vullen SDE "+" beschikkingen
(met name de SDE 2016 tm. 2019 regelingen), zal het nu al significantie
CertiQ dossier nog verder aan belang winnen. En een steeds groter deelvolume
van de totale PV capaciteit in Nederland gaan bevatten. Het werd de hoogste
tijd, dat de cijfers van CertiQ, ook wat dat betreft, meer aandacht gaan
krijgen, dan ze jaren hebben gehad in ons land. Kennelijk is die "boodschap"
inmiddels in ieder geval bij het vakblad Solar Magazine aangekomen, want
daar zijn ze zelfs, na jaren lang de cijfers van CertiQ genegeerd te hebben,
al enige tijd er als de kippen bij om de nieuwe maandcijfers te rapporteren
... (overigens: zonder inhoudelijke bespreking).
Uit bovenstaande data
van CBS versus CertiQ is ook te destilleren dat eind 2018 een gemiddeld
PV project bij CBS een omvang had van ongeveer 5,7 kWp (EOY 2017 was dat
nog 5,0 kWp). Bij CertiQ lag dat niveau bijna een factor 17 hoger, 94,5
kWp (EOY 2017 was dat nog 49,6 kWp) ! Uiteraard heeft dit alles te maken
met het feit, dat in het CBS dossier honderdduizenden kleine residentiële
installaties zijn opgenomen (naast alle andere projecten), terwijl de
CertiQ databank voor het overgrote merendeel alle grote(re) PV projecten
bevat die een of meer SDE beschikkingen hebben. Of projecten waarvan de
ontwikkelaars / eigenaren om wat voor reden dan ook zonder SDE subsidie
toch Garanties van Oorsprong voor hun productie willen verzilveren (wat
uitsluitend via "monopolist" CertiQ kan worden gerealiseerd).
Een kanttekening hierbij
blijft noodzakelijk. CBS gaat namelijk haar jaarcijfers nog bijstellen.
De laatste vier jaar is namelijk de "traditie", dat deze telkens
weer opwaarts werden gereviseerd (zie tabel bovenaan mijn
laatste CBS cijfer evaluatie). De impact van het gecertificeerde volume
t.o.v. het totaal kan dus nog wel wat minder worden, al zal het beslist
veel hoger liggen dan in 2017. Mogelijk weten we pas eind 2019, wat de
"exacte" verhouding tussen gecertificeerd en niet gecertificeerd
(grotendeels, doch beslist niet exclusief residentieel) volume zal zijn
in het kalenderjaar 2018. Daarbij ook de blijvende waarschuwing, wat de
CBS cijfers betreft. Het statistiek instituut claimt, dat met hun nieuwe
onderzoeks-methodiek, "de totale onnauwkeurigheid in de elektriciteitsproductie
uit zonnepanelen afgeschat wordt op 20 procent". Dat is een
forse statistische onzekerheid, die deels is terug te voeren op blijvende
onzekerheden rond de door hen nieuw samengestelde capaciteits-cijfers.
En dat zal zo blijven zo lang niet álle PV capaciteit gevalideerd,
en nauwkeurig, met de exacte nominale vermogens (inclusief die van de
bizar slecht gedocumenteerde, talloze uitbreidingen !), centraal staat
geregistreerd.
Bij de jaargroei
cijfers (YOY) doemt het volgende beeld op in de vergelijking tussen de
cijfers verstrekt door CBS en CertiQ:
- CBS cijfers
nationaal PV vermogen YOY 2018: 1.510
MWp verdeeld over 781.216 - 582.051 = 199.165 nieuwe installaties
(Open
Data CBS)
- CertiQ
cijfers groei gecertificeerd PV vermogen YOY 2018 (revisie): 914,9 MWp
verdeeld over 2.693 nieuwe projecten
Uit bovenstaande volgt,
dat met de huidige stand van zaken bij de twee grote nationale cijfer
instituten op het gebied van energie data, de CertiQ databank bij de jaargroei
in 2018 slechts 1,4% van het aantal van de voorlopig
uit de EOY cijfers van CBS afgeleide nieuwe PV projecten moet hebben bevat
(dat was YOY 2017 1,2%, en bij YOY 2015 zelfs nog maar 0,5%). Maar dat
het bij de nieuwe (gecertificeerde) PV capaciteit al om bijna
61% moet zijn gegaan. In YOY 2017 lag het aandeel op 39%, in
YOY 2015 was het beduidend lager. CertiQ had toen ruim 22% van het totale
nieuwe volume. In 2014 lag het zelfs nog maar op bijna 12%. Het is nog
steeds waarschijnlijk dat CBS alsnog met aangepaste cijfers voor (de jaargroei
in) 2018 zal komen, waardoor vooral vanwege opwaartse bijstellingen voor
de projectenmarkt de volumes en de verhoudingen tussen het nieuwe gecertificeerde
/ niet gecertificeerde vermogen kunnen wijzigen. De verwachting voor 2019
is, dat door de enorme
groei van het nieuwe project vermogen, het aandeel van CertiQ op het
totaal bij de capaciteit weer flink toegenomen zal zijn. Ten koste van
de ook hard groeiende niet gecertificeerde (grotendeels residentiële)
markt. Waarschijnlijk gaat het gecertificeerde nieuwe jaar-volume dan
wellicht al richting de 70% van de totale aanwas in 2019. Betrouwbare
cijfers over 2019 zullen echter nog wel eventjes op zich laten wachten.
Disclaimer
CertiQ in maandrapport december 2013 en in 1e jaarrapport 2013 (24
jan. 2014)
Links
Polder
PV:
"Vroege"
CertiQ update september 2019 - groei gecertificeerde zonnestroom weer
naar normaler niveau, 72 MWp nieuw toegevoegd, nieuw kwartaal record (440
MWp)
(laatste maand rapport bespreking van CertiQ door PPV, voor publicatie
van huidige web pagina. Met nieuwe poging eindejaars-prognose voor 2019.
8 oktober 2019)
CertiQ
Jaarverslag 2018 uit - weer de nodige records voor gecertificeerde energie
in Nederland (bespreking jaarverslag 2018 van CertiQ, 30 juli 2019)
CertiQ
update juni 2019 - weer goede maand zonnestroom & verwachte records
eerste half jaar 2019 (voorlopige eerste - record - resultaten voor
toename gecertificeerde PV volumes in eerste half jaar 2019, 9 juli 2019)
Zonnestroom
in Nederland: gecertificeerd vermogen. CertiQ 2018 - belangrijkste grafieken
zonnestroom. Status update: 2018 1e versie (voorlopige inventarisatie
CertiQ cijfers 2018 door PPV, 6 januari 2019)
Zonnestroom
in Nederland: gecertificeerd vermogen. CertiQ 2017 - belangrijkste grafieken
zonnestroom. Status update: 2017 definitief (definitieve CertiQ cijfers
voor 2017 door PPV, 4 september 2018)
Zonnestroom
in Nederland: gecertificeerd vermogen. CertiQ 2017 - belangrijkste grafieken
zonnestroom (voorlopige inventarisatie CertiQ cijfers 2017 door PPV,
6 januari 2018)
Extern:
Statistische
overzichten CertiQ (jaar overzichten vanaf 2016; alleen meest recente
maandoverzichten vanaf 2017; oudere overzichten [allen in archief van
PPV] niet meer publiek beschikbaar via de website van CertiQ)
Revisie
Statistisch jaaroverzicht 2018 (elektriciteit, in pdf format, 21 oktober
2019)
Statistisch
jaaroverzicht CertiQ 2018 (elektriciteit, in pdf format, 1e, zeer
voorlopige versie, 3 januari 2019)
Gereviseerd
jaaroverzicht elektriciteit 2017 van CertiQ (elektriciteit, in pdf
format, 27 augustus 2018)
Eerste
- zeer voorlopige - jaaroverzicht elektriciteit 2017 van CertiQ (elektriciteit,
in pdf format, 3 januari 2018)
Jaarverslagen
CertiQ
"Vooral
kleinere PV-systemen nieuw op zonne-energie markt; SDE geld blijft onbenut"
(Wayback Archive weergave van artikel van 12 januari 2010 van DuurzameEnergie
Thuis, met interessante tabel met uitsplitsing systeemgrootte van CertiQ,
en commentaar van Polder PV. Tabel niet meer te zien. Zie data
en grafiek die PPV daar van maakte)
Webpagina
opgemaakt 22-23 oktober 2019; gepubliceerd dd. 23 oktober 2019
|
|