![]() |
![]() |
||||||||
|
zontwikkelingen
"oud" |
|||||||||
|
|
actueel
129
128
127
126
125
124
123 122
121 120-111 110-101
|
1 december 2014: Prima - bovengemiddelde - november opbrengst van oude installatie. November was een zachte maand, met bovenmatige hoeveelheid zonnige dagen (naast de gebruikelijke "zeer sombere"). "Zacht, zonnig en droog", noemde KNMI de afgelopen maand. Er werden zelfs gemiddeld 95 "zonuren" gemeten over heel NL, tegenover een langjarig gemiddelde van 63 "zonuren". Dat is 51% meer. Let op dat "zonuren" nog niet gelijk staat aan "fysieke instraling", die essentieel is voor zonnestroom opwekkers. Zeker mensen met zonnepanelen, die meer dan gemiddeld hun "voelhorens" m.b.t. het weer gebruiken, zullen de november zon met plezier hebben opgemerkt. Daar moet natuurlijk wel een waarschuwing bij. November heeft bij ons langjarige systeem gemiddelde immers slechts een aandeel van 3,2% van de jaarlijkse stroomproductie. Dus zelfs al wás het gemiddeld genomen relatief zonnig, heel erg veel profijt heeft u er niet van gehad, als je de "grote lijnen" beschouwt. Dat maakt niet uit, u zult er vast wel van genoten hebben, die "relatief hoge" opbrengst, afgelopen maand. En dat is prima, zonnestroom houdt de moed er in, zelfs in de inmiddels aangebroken "donkere dagen".
Maandproductie
Polder PV
Ook al heeft de webmaster een "gedateerde" PV-installatie,
het blijft allemaal relatief probleemloos doordraaien, na, helaas,
de nodige "beginners-probleempjes"
("pionier jaren"). De eerste 4 zonnepanelen zijn inmiddels
dik 14 en een half jaar oud. Om precies te zijn: ze staan al 5.383
dagen op ons eigen "privé-micro-netje" in te voeden,
middels door een huurder zelf gekochte zonnepanelen op het dak van
het appartementencomplex. En bij zeer frequent optredend overschot
gedurende vele zonnige maanden van het jaar zonnestroom zijn ze
het verbruik van onze buren aan het vergroenen - zonder meerprijs.
De binnen opgestelde OK4 "micro"-omvormers zijn, hoewel
in modern opzicht "extreem inefficiënt" (efficiëntie
waarschijnlijk maximaal 92%, rest gaat als warmte verloren),
kennelijk toch volhoudertjes. Ik monitor niet meer continu, maar
doe voldoende vaak steekproeven om te kijken of er geen rare dingen
gebeuren. En ik houd nog steeds de dagopbrengsten bij (logging even
laten lopen vlak voor zonsondergang, of direct na zonsopgang, in
ieder geval als er net aan voldoende licht is).
Hier onder de bijgewerkte maandproductie grafieken.

In deze grafiek alle data voor het 1,02 kWp "basis" systeem bij Polder PV (er zijn later nog toevoegingen geweest die niet in deze standaard grafiek worden opgenomen). De zwarte lijn geeft de maandgemiddeldes van de gemeten jaren weer (exclusief niet complete data zoals die vóór oktober 2001, of dakrenovatie maand okt. 2010). Na een tegenvallende oktober zit de bruine curve voor 2014 in de daar op volgende maand weer fors boven het langjarige gemiddelde. Al is het in termen van "zonnestroom opwekken" natuurlijk al lang weer "naseizoen".

Ter verduidelijking alleen de resultaten voor 2014, tot en met november, t.o.v. het langjarige gemiddelde (zwarte lijn). De maandproductie van het 1,02 kWp deelsysteem was in november 20 procent hoger dan gemiddeld. Let op dat mei, juni en juli voor het onderhavige PV systeem van Polder PV vrijwel identieke langjarige (maximale) maandgemiddeldes opleveren.
Tot slot maar weer eens een nieuwe grafiek. De trend voor het weergegeven 1,02 kWp deelsysteem door de jaren heen:

In deze grafiek de geaccumuleerde jaarlijkse zonnestroom productie tot en met de laatst bekende maand. In onderhavig geval, tm. november. Tot en met 2001 niet representatief (pas met netkoppeling 6 extra modules in oktober 2001 werd de 1,02 kWp installatiegrootte bereikt), kolommen gestreept weergegeven. Vanaf 2002 volle kalenderjaar opbrengsten met 1,02 kWp. 2010 ook niet representatief te achten wegens anderhalve maand dakrenovatie en afgekoppelde installatie (gelukkig niet in hoogseizoen, effect nog redelijk behapbaar). Dat jaar is wel in het langjarig gemiddelde (oranje kolom rechts) opgenomen, wat leidt tot 906 kWh.
2003 blijft als vanouds een "exceptioneel zonnig jaar", waarvan de opbrengst op geen stukken na geëvenaard kon worden in de periode dat Polder PV aan het net hangt. Ik mag me gelukkig prijzen dat recordjaar volledig te hebben meegemaakt, met toen nog een uit tien oude Shell modules bestaand 1,02 kWp systeem.
Mooi
resultaat
Als we 2010 ook als "niet representatief" uit de resultaten
filteren, vanwege de "eenmalige" dakrenovatie in opdracht
van de verhuurder, zou het langjarige "echte gemiddelde"
voor het 1,02 kWp systeem op 911 kWh komen, "jaarproductie
tm. november". Dat zou neerkomen op een specifieke productie
van al 893 kWh/kWp in de periode januari tm. november.
Let wel: met een antieke PV installatie, die verre van "geoptimaliseerd"
kan worden beschouwd (lange DC kabellengtes, diverse doorverbind
punten, partiële beschaduwing in wintermaanden, inefficiënte,
oude micro-inverters, lage efficiëntie hebbende, oude PV modules).
Maar die wel als pluspunt heeft dat het in de zonrijke kustregio
van Nederland staat. Ik help u even herinneren aan de suggestie
van Univ. Utrecht om het compleet achterhaalde "kengetal"
voor Nederland, wat CBS tot nog toe heeft gebruikt (700 kWh/kWp.jaar
voor netgekoppelde PV-installaties), "op
te krikken" naar een nog steeds "discutabele"
875 kWh/kWp.jaar. Polder PV zit daar met z'n prehistorische, bijna
15 jaar oude zonnepaneeltjes afkomstig van een olieboer nog steeds
structureel (2%, NB: gemiddelde) boven, en dan
"schenk" ik u de nog niet bekende maandproductie voor
december 2014, die er nog bij moet worden opgeteld.
Een schatting op basis van langjarige gemiddeldes: +16 kWh potentiële extra productie in december, genereert een mogelijk te behalen zonnestroom productie van 927 kWh voor het kalenderjaar 2014 (met 1,02 kWp deel-installatie). Dat geeft een specifieke opbrengst van 909 kWh/kWp.jaar, 4% hoger dan bovengenoemde "natte-vinger-claim". Nogmaals: met oude, totaal niet meer courante zonnepanelen en verre van optimale systeem opzet. In de kustregio zijn met moderne panelen en goede systeemopbouw veel hogere specifieke opbrengsten te halen, en ook, in veel gevallen, in het binnenland van Nederland. Ik kan u nu alvast verzekeren: veel nieuwe installaties gaan door de 1.000 kWh/kWp in dit zonnige jaar heen, en ik heb al veel systemen gezien die dat "plafond" al lang hebben doorbroken.

In deze grafiek de resultaten voor alle deelsysteempjes in Polder PV's oude zonnestroom installatie. Linker veld: maandproductie november 2014, rechter veld: productie januari tot en met november 2014. Telkens in linker kolom de absolute productie in Wh (wattuur), in de rechter kolom de daar van afgeleide specifieke opbrengst per deelgroep. De kleurcodes geven verschillende typen deelgroepen aan. Oudste vier 93 Wp modules (iets oost van Z., "SSE") lichtblauw, 2e groep 108 Wp modules geplistst in 2 exemplaren voorste rij (rood), en in wintermaanden partieel en tijdelijk door voorste rijen beschaduwde 4 exemplaren achterste rij (oranje). Deze 6 laatst-genoemde 108 Wp modules opgeteld in veld "violet".
2 van buurvrouw overgenomen pal zuid georiënteerde 108 Wp exemplaren (in systeem in 2007) opgeteld in donkergroen veld, 2 50 Wp Kyocera paneeltjes in serie gekoppeld (op 1 OK4) gericht iets W. van Z. (SSW, lichtgroen, laatste toevoeging aan systeem in 2010). De oudste tien PV modules (lichtblauw plus rood plus oranje) nogmaals in optelling "1020 Wp SSE" (felgroen), en tot slot het totale systeem resultaat helemaal onderaan links: bijna 42 kWh (31,5 kWh/kWp) in november. En in totaal de stroom opwek geaccumuleerd van januari tm. november 2014 1.186 kWh (ruim 889 kWh/kWp), rechts onderaan.
De lichtblauwe pijl geeft de "slechtst" presterende oudste panelen aan (even afgezien van de in november deels beschaduwde achterste 108 Wp modules, oranje). Die nog steeds best redelijk presteren na bijna 15 jaar. De groene pijl wijst onze blijvend best performing zonnepaneeltjes aan, de twee kleine 50 Wp Kyocera modules, die hoog in de boom zitten met tm. eind november al een zeer respectabele 966 kWh/kWp op de accumulatie teller.
1
december 2014:
Verbruikscijfers
Polder PV
Voor de leut nog even een verbruiks-overzichtje van Polder PV. Als
vanouds ultra-lage cijfers. Wij kennen feitelijk niet anders, en
we blijven - vinden wij - een comfortabel leven leiden. Dat kun
je leren, en je eigen maken. 2 persoons huishouden, geen kinderen,
73 m² leefruimte, begane grond aan tuin ingebouwd appartement,
1988, dubbel glas maar verder geen byzonder duurzame bouw, geen
auto, bewust op 3 minuten loopafstand van treinstation. En tot slot:
ondergetekende bijna continu thuis werkend, en dus geen "energieverbruik
buitenshuis" claimend (maar dat wordt bij huishoudens met buitenshuis
werkende familieleden natuurlijk nooit bij het "eigen verbruik"
opgeteld) ...
"Stadsverarming"
Dat noem ik natuurlijk bewust zo vanwege de voortdurende vastrechtwoeker
die van ons wordt afgeperst. Per 1 januari dit jaar betalen we onder
de zogenaamde "consumenten beschermende" Warmtewet
109,45 Euro vastrecht méér dan het
jaar daarvoor, zonder dat er ook maar iets fysiek in onze aansluiting
is gewijzigd (uitgebreide cijfermatige en grafische onderbouwing hier).
Ik ben daar, dat mag u best weten, bloedpissig over. Het enige wat
ik kan doen is het verbruik, wat al jaren lang sowieso op een zeer
laag niveau ligt alhier, naar een ultralow "noodzakelijk"
verbruik verder omlaag te schroeven. Zeg maar: wraak vanwege afpersing
van gebonden klanten die geen kant op kunnen. Als december niet zeer
koud zal zijn, gaan we naar een historisch laag jaarverbruik toe van
wellicht zo'n 6 GJ. Dat is een vijfde (!) van het vermeende "gemiddelde
jaarverbruik" van 30 GJ wat je in de kringen van de Tweede Kamer
nog wel eens hoort rondtoeteren (brief
Kamp van juli 2014).
Ultra-laag verbruik is het enige drukmiddel wat we kunnen gebruiken om onze leverancier, die gewoon Gronings gas laat verstoken in het centrum van Leiden door een machtige collega, haar hebzucht te doen intomen. Maar ja, die EUR 439,80 (alleen stadswarmte vastrecht) cq. EUR 505,65 (vastrecht SV + vastrecht kookgas - [uitgeholde] "compensatie vastrecht kookgas") zijn we wel kwijt, en is al lang verrekend binnen de door de stadswarmte woekeraar zelf flink opgekrikte voorschot bedragen. Die absurde vastrecht load komt neer op een volslagen bezopen bedrag van 84 Euro per GJ en een paar kuub kookgas die wij dit jaar gaan verstoken!! En dan durven ze nog met droge ogen te beweren dat stadswarmte niet profitabel zou zijn...
Afijn, aan het stadswarmte verhaal komen nog vele staartjes, er wordt op diverse fronten hard gewerkt om dit ten hemel schreiende woekertij te keren. Er komt een door bewonersgroepen, VEH, Consumentenbond en Woonbond afgedwongen hoorzitting in de Tweede Kamer. Duimt u met Polder PV mee dat er eindelijk structureel iets gedaan gaat worden aan de absurde tariefstellingen en bezopen loop-holes in de "wetgeving"?
Tot slot
We zitten nog steeds in een forse "zomerdip" wat betreft
onze zonnestroom saldering. T.o.v. de vorige jaarnota (winter 2013)
zitten we nog 114 kilowattuur "in de min", zoals dat heet.
Eens kijken hoe "snel" we door dat overschot heen zullen
geraken in de donkere maanden. Ik ga natuurlijk geen kolenstroom omzetten
in elektrische verwarming om "richting de nul" te gaan,
zoals sommige vertwijfelde lieden plegen te doen in dit bizarre polderlandje...
Dit voor zover onze "verbruiks" data van november en tot en met die maand dit jaar.
^ TOP |
26 november 2014: Professionalisering zonne-energie sector ctd.: Trendrapport 2015 en "ZON". Het heeft een tijdje geduurd, maar de professionalisering van de zonne-energie (ZE) sector komt op stoom. Serieuze partijen in de sector zijn zich terdege bewust dat kwaliteit, certificering, betrouwbare markt data, goede publieke informatie e.d. wezenlijke punten zijn om zonne-energie volwassen te laten worden. Er wordt zeker achter de schermen hard gewerkt om de broodnodige professionalisering in gang te zetten. Dat is een prima zaak, en ik dank de actoren van harte voor hun tomeloze inzet op dat lastige, maar oh zo wezenlijke terrein.
Begin dit jaar heeft Solar Solutions in samenwerking met Solar Magazine het eerste Trendrapport uitgebracht waarin voor het eerst op samenhangende wijze een gedetailleerd beeld werd geschetst wat de "aard" van de zonne-energie markt (PV en thermische zonne-energie) was in Nederland. En leverde voor het eerst een cijfermatige onderbouwing daarvoor. Een korte bespreking staat op Polder PV (hier). Solar Magazine besteedde er uiteraard ook de nodige aandacht aan (hier, incl. links naar andere artikelen).
Uiteraard blijft het daar niet bij, het ligt in de bedoeling dat elk jaar een update wordt geproduceerd, om de sector met cijfers te helpen een goed beeld te geven van de eigen markt. En, uiteraard, om met gedegen data politici in Den Haag van de noodzaak van het faciliteren van de geweldige groeipotenties van de ZE sector te overtuigen. En ze alle obstakels die genoemde potenties in de weg staan uit de weg te laten ruimen. Zodat de sector onvervaard de enorme achterstand op het gebied van opwekking van energie uit hernieuwbare bronnen kan gaan inhalen in ons land. Uiteraard in samenwerking met alle andere werkelijk duurzame technologie platforms (Polder PV rekent bijstook van biomassa in oude of nieuwe steenkolen centrales beslist niet tot het hoofdstuk "duurzaam").
Branche
enquête
Inmiddels
is een nieuwe enquête uitgezet voor het Solar Trendrapport
2015. Waarbij alle bedrijven in de Nederlandse zonne-energie sector
uitdrukkelijk werd gevraagd om deze in te vullen (zie artikel
op Solar Solutions site). Branche organisatie Holland Solar heeft
meegeholpen
de vragen op te stellen. Er is separaat voor het eerst een uitvraag
gedaan naar financiële data zoals omzetcijfers e.d., wat vanwege
de vertrouwelijkheid in deze zeer sterk competitieve sector (met
name bij PV) via een notaris wordt afgewikkeld. Deze zal de data
lumpen en samenvatten, zodat de uit die inventarisatie
volgende cumulatieve data met geen mogelijkheid zijn te herleiden
tot individuele bedrijven.
Ik ben benieuwd naar de resultaten van deze laatste enquête, die in het tweede trendrapport gepresenteerd zullen gaan worden. Ik zal daarvoor trouwens, evenals bij het eerste trendrapport (artikel), ook een ruwe schets geven van de vermoedelijke marktontwikkeling. Een bepaald niet eenvoudige klus omdat de cijfers nog steeds geplaagd (blijven) worden door onduidelijkheden, tegenstrijdige zaken, en voortdurende "bijstellingen" (zie o.a. mijn analyses van 6 oktober 2014, 6 november 2014, resp. 20 november 2014). U hoeft dan ook geen precieze cijfers te verwachten, er zijn helaas nog te veel onzekerheden in het beschikbare materiaal. Ook ik moet roeien met de riemen die ik heb, en ik ben afhankelijk van externe bronnen.
Certificaties,
Zonnekeur
Om even een beeld te krijgen van de progressie op het vlak van certificeringen,
diploma's en het op 17 april 2013 voor het eerst (aan RE-Source)
uitgereikte
Zonnekeur, heb ik de QBIS
site bezocht. Daaruit komt het volgende actuele status beeld:
In het persoonsregister zijn bij Qbis.nl momenteel de volgende gegevens bekend (specialisaties):
In de lijsten (na te zoeken op specialisatie of achternaam) komt een combinatie van de eerstgenoemde 3 specialisaties bij een individu het meest voor, maar er zijn ook wisselende combinaties van specialisaties te zien ("uitvoering PV" resp. "montage ZE" komen niet 1 op 1 voor, wisselt, wel altijd in combi met theorie PV). De eerste categorie "alleen deskundige PV systemen (theorie)" is veruit het meest frequent aanwezig in de Qbis registraties.
Er is nog een lange weg te gaan, gezien de 1.400 aanbieders van PV-modules en -systemen die ik momenteel in een spreadsheet heb staan, en nog eens 220 "pure" installatiebedrijven die wel installeren, maar die niet expliciet zelf hardware (op websites "zeggen te") leveren. Maar het begin is er. Nu wordt het doorpakken voor de nog niet gecertificeerde bedrijven, en bij theorie en praktijk opleidingen voor de vele honderden installateurs en PV-aanbieders. Ook voor thermische zonne-energie. Daarvoor heb ik ook al zo'n 50 "unieke" aanbieders (het zijn er veel meer als je de "dubbelaars die PV aanbieden en thermisch" meetelt), maar die deelsector in zonne-energie zaken heb ik niet grondig bijgehouden.
Ook is een "keurmerk" of een "inschrijving in het SEI register" cq. certificering natuurlijk geen garantie dat er niets "mis" kan gaan. Maar dat is in alle sectoren zo, en niet specifiek een "probleem" voor de zonne-energie sector. Daar zult u dus gewoon mee moeten leren leven.
26
november 2014:
Oprichting
"ZON"
Een
krachtige afkorting die staat voor de in Weesp, op hetzelfde adres
als een van de hoofd initiatiefnemers bij de Kamer van Koophandel
ingeschreven Stichting Zonnestroom Ondernemers Nederland (hierna:
"ZON"). Die uitdrukkelijk niet bedoeld is om met andere
organisaties te "concurreren", maar die voortvarend met
hen aan de slag wil om de sector op een hoog kwaliteitsniveau te
krijgen. En die meters wil maken. Er word samengewerkt met de al
sinds 1983 bestaande branche organisatie Holland Solar (Utrecht),
en de mede door Holland Solar in
2002 opgerichte overkoepelende branche organisatie, stichting
Duurzame Energie-koepel
(Utrecht). Waarbij de focus van "ZON" expliciet ligt op
het gebied van de enorm snel opgeschaalde PV markt. Het hierboven
ook al genoemde Solar Solutions is een van de co-oprichters van
deze nieuwe belangen verdedigende organisatie. Die op haar nieuwe
site stelt dat binnen deze branche, momenteel met naar schatting
10.000 mensen werkzaam, in 2013 een omzet behaald zou zijn van ongeveer
1 miljard Euro. "Grofweg gelijk aan de omzet van de Nederlandse
rijwielbranche of die van Nederlandse cafés".
Leden
"ZON"
Bij de oprichting van "ZON" was sprake van 16 Nederlandse
bedrijven, die een aardige afspiegeling vormen van de enorme variëteit
- en dynamiek - in deze overal in de samenleving vertakte branche.
Er zitten o.a. hardware leveranciers bij. Zowel voor PV modules
(Orange Solar,
Bergen op Zoom). Als voor opbouw systemen (Esdec,
Deventer, bekend van ClickFit/FlatFix, en kastechniek specialist
Van der Valk
systemen, Monster, vooral bekend door de solar
dochter met een breed assortiment opbouw systemen en -oplossingen).
PV groothandels (Libra
Energy uit Castricum, Oskomera
uit Deurne, Solar
Clarity uit Weesp), waarbij ook Alius
Energy (Eersel, hartstochtelijk promotor van de Israëlische
power-optimizers van SolarEdge) genoemd moet worden (feitelijk
een technische groothandel en kenniscentrum geworden).
Vervolgens een grote groep aanbieders cq. "plaatsers" van PV-systemen, waaronder Energie Wonen (Almere, >150 installaties/maand), Solar Today (hoofdkantoor Haarlem & 4 andere vestigingen), en het in Amerika bekende Sungevity (IJburg-Amsterdam) wat Zonline, waarin het al een kwart van de aandelen had, afgelopen voorjaar heeft overgenomen. Voorts het bekende New Energy Systems (Schimmert L., met filiaal in het Gelderse Ochten en nog een in België), wat een traject van LTO Noord heeft uitgevoerd en veel in de agrarische sector heeft gerealiseerd. Het uit het Verenigde Koninkrijk overgewaaide Solarcentury (Helmond, naast particuliere installaties ook veel grote projecten in buitenland). En tot slot Zonneplan (Zwolle), vooral bekend door talloze PV-installaties bij particulieren door het hele land. Eigenlijk zou Oskomera ook bij deze groep gerekend "kunnen" worden, vanwege hun dochter Oskomera Home Solar, die actief is op de particuliere markt en die o.a. de uitvoering heeft gedaan voor trajecten als die voor Vereniging Eigen Huis (1e 3 trajecten), 1e actie Zonnig Limburg, "Ik zeg zon" (NL-Energie), en KPN PV Privé.
Nog iets verder in de "leveringsketen" vinden we het "ZON" lid Greeny Bros (Amsterdam, tevens een winkel in Uitgeest), die naast turnkey installaties ook nog doe het zelf systemen aanbiedt (en evt. aansluiting in meterkast kan verzorgen). Ze werden vooral bekend door hun petitie tegen de bemoeienis van gemeentes bij (grootschalige) inkoopacties die ze als oneerlijke concurrentie beschouwen voor (met name kleinere) installatie bedrijven. De petitie werd uiteindelijk beeindigd, mogelijk vanwege het wellicht tegenvallende aantal van 865 handtekeningen.
Tot slot nog twee "outliers". Ten eerste het mij tot voor kort onbekende BigSolar, een handelsnaam van het wederom in Amsterdam gevestigde BIG Energy B.V., wat een nog niet functionele website blijkt te hebben. Waarbij geclaimd wordt dat de lancering in het eerste kwartaal van 2015 plaats zou moeten vinden. En waarbij wordt gesuggereerd dat er "Zonnepanelen zonder investering" zullen worden aangeboden. Kennelijk dus een soort lease constructie, die in diverse vormen ook al elders in de markt worden aangeboden (inclusief zogenaamde "ESCo's").
En als laatste natuurlijk co-initiatiefnemer van "ZON", Solar Solutions, die vanwege de door hen in april 2013 voor het eerst georganiseerde professionele beurs "Solar Expo Haarlemmermeer" in Vijfhuizen (onder het beroemde 2,3 MWp grote zonnedak van NUON/Siemens) een belangrijk promotor is geworden van zonne-energie in ons land. Solar Solutions is een van de activiteiten van Good! Communicatie & Realisatie, met hoofdkantoor in Heerhugowaard. De voor zonnestroom belangrijke trekker Rolf Heynen is, uiteraard met hulp van diverse medestanders, zeer actief bezig om een professionele lobby op poten te zetten, zodat de landelijke politiek niet meer om solar heen zal kunnen. Uit zijn mond konden we de wijze woorden optekenen (Solar Magazine, 10 november 2014): "Een volwassen sector vraagt om een volwassen werkgeversorganisatie, die de sector een stem geeft en de mogelijkheden tot toekomstige groei veiligstelt". Het is hard werken geblazen om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Daar mag hij beslist voor worden geprezen binnen de sector.
Opvallend is dat van de 16 "ZON" leden er 7 (nog) geen lid zijn van branche organisatie Holland Solar. 2 van de 9 overige zijn nog "aspirant-lid" van Holland Solar. Geclaimd wordt dat genoemde 16 leden "de meerderheid van de Nederlandse zonnestroommarkt" zouden vertegenwoordigen. Ik ben benieuwd op "welke meerderheid" dat slaat (omzet?), en of die claim onderbouwd kan worden, gezien mijn al tot 1.400 "PV aanbieders" aangezwollen spreadsheet (met ook nog de nodige andere grotere partijen die nog geen lid zijn van "ZON").
"ZON" wil het aantal "kernleden" nog uitbreiden tot 20-25 bedrijven*, waarbij de huidige 16 leden moeten instemmen met toetreding. Daarnaast kunnen alle bedrijven die belangstelling hebben zich als "supporter" van "ZON" melden. Bijdragen aan de organisatie kunnen in de vorm van tijd of geld worden gegeven (daartoe staat een contactformulier op de website).
*
(nagekomen maart 2015)
Nieuw toegetreden als "kernlid" Navetto
(groothandel), Carbomat
(van oorsprong Belgische groothandel, met in Utrecht ingeschreven
NL filiaal), SolarNRG
(groothandel, en leverancier residentiële markt), en KWWS
(metaalbedrijf, o.a. producent van SOLARSTELL®
montagesystemen voor PV-installaties). Derhalve op dat tijdstip
20 kernleden. Bron: Solar Magazine, maart 2015.
Balans
landelijke vertegenwoordiging nog niet op orde
Het bestuur
van "ZON" bestaat uit Desmet (Solar Clarity), de Vos (Greeny
Bros) en de reeds genoemde Heynen (Solar Solutions). Wat opvalt
in de ledenlijst van "ZON" is een hoge concentratie van
bedrijven uit Noord-Holland (7x) gevolgd door een contingent bedrijven
uit Noord-Brabant (4x). Overijssel (2x), en 1 bedrijf uit de provincies
Flevoland, Limburg, en Zuid-Holland, sluiten de rij. Daar is dus
nog wel wat aan recht te breien, want 6 provincies hebben geen vertegenwoordiging,
waarvan vooral het grote Gelderland, en ook het centraal gelegen
Utrecht als afwezigen opvallen. Uiteraard zijn er ook reacties
uit het veld (?) dat er een "versplintering" dreigt van
belangen organisaties, maar we gaan natuurlijk eerst zien wat er
van dit verder prima initiatief zal gaan komen.
Grafiek
prognoses / "doelen" ff bijstellen...
Tot slot wil ik toch even besluiten met een leuke grafiek. Ik vul
daarbij meteen mijn belofte in die ik in mijn bespreking
van het "1 GWp feestje" in Elinkwijk had gemaakt.
Want natuurlijk moet wel even genoemd worden dat er alweer een "fors
hoger uitbouw doel" is vastgesteld voor zonnestroom. En dat
is mooi, zeker als dat "doel" ook daadwerkelijk gehaald
gaat worden. "ZON" wil namelijk volgens Desmet in 2020
de tien GWp aan geaccumuleerde zonnestroom capaciteit
hebben gehaald in ons land. Dat is opmerkelijk, want in september
stelde "de sector" zich bij monde van de nieuwe HS voorzitter
Erik Lysen nog een "ambitieuzer nieuw doel" (dan het jarenlang
vastgehouden, maar inmiddels compleet achterhaalde "4 GWp")
van
5 GWp voor 2020. "ZON" verdubbelt dat volume zonder
blikken of blozen, en gaat voor "de tien" in dat jaar.
Wakker geschrokken door alle nieuwbouw activiteit van de laatste twee jaar, en, mogelijk ook, de recente uitlatingen van de "downstream" organisaties, heeft ook de topsector TKI Solar Energy inmiddels haar doelstellingen voor de PV sector schielijk bijgesteld tot 6 GWp voor 2020 (presentatie Wijnand van Hooff tijdens Sunday 2014 in Arnhem, pdf*). Dat is nog steeds "way out of line" van de recente suggestie van de 16 partijen verenigd onder "ZON".
Dat alles heeft natuurlijk niets met "verschil van mening" met de branche organisatie of met de industrie-georiënteerde TKI Solar Energy koepel te maken, maar wellicht wel met een torenhoge ambitie van "ZON", om dat doel ook daadwerkelijk te gaan bereiken, en er vol voor te gaan. Zo'n loffelijk streven kunnen we alleen maar bewonderen en ondersteunen, dunkt me.
In dit "prognose en ambities" plaatje enkele wijzigingen t.o.v. de grafieken die ik op The Solar Future 4 en TSF 5 (laatste in mei 2014) heb laten zien. Y-as is logarithmisch. Tm. 2013 status CBS, de rode lijn is de "continue groei" die je nodig zou hebben om het "Urgenda doel" van 24,8 GWp PV in 2030 te kunnen bereiken (Nederland "volledig duurzaam" scenario). Toegevoegd de "ambities" van TKI Solar Energy in oranje diamantjes (6 GWp 2020 met zwarte cirkel, 20 GWp 2030). Met een trendlijn "macht" (oranje gestippeld) berekend door Excel, die een "voorstelbaar verloop" zou kunnen voorstellen (volstrekt hypothetisch, als het al lukt zal het waarschijnlijk met schokken en stoten gaan).
De zwarte stippellijn, "attainable capacity" is het eind augustus van dit jaar door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gesuggereerde "veilige" scenario van 16 GWp aan geaccumuleerde PV capaciteit in Nederland. Een niveau waarbij nog geen dramatische "net"problemen zijn te verwachten (studie).
Ook toegevoegd het zeer ambitieuze scenario van 10 GWp voor 2020 door "ZON" (bruin diamantje). Dat ligt ver boven het "bijgestelde" maximale NAP niveau (traject 4-8 GWp Nationaal Actie Platform, laagste cijfer nog steeds in NAP van 2013 (visiedocument, uitwerking), hoogste cijfer bij monde van Sinke bij SER overleg in 2013**), weergegeven door de twee blauwe lijnen. Rechtsonder in andersoortig gekleurde diamantjes andere "claims", cijfers cq. "ambities" die door andere individuen of organisaties zijn uitgesproken de afgelopen jaren, verwerkt in de grafiek.
Tot
slot
Ik wens de hele sector, inclusief "ZON" en Holland Solar
een mooie "tien" toe, voor 2020. We hebben vanaf vandaag
nog 2.227 dagen te gaan voordat we op 31 december van 2020 de balans
kunnen gaan opmaken van alle activiteit en realisaties. Go, (Dutch)
solar, GO!
*
Twee andere noemenswaardige doelstellingen in dat
TKI Solar Energy document: 20 GWp in 2030 en 80 GWp in 2050...
** NAP prognose blijkt inmiddels ook
te zijn bijgesteld: PPT
presentatie Bas Vet van DNV-GL op Sunday2014, 19 november: ruim
5 GWp voorspeld in 2020)
http://www.zonneenergie-ondernemers.nl (nog prille website van "ZON")
Nieuwe
werkgeversorganisatie ZON van start om groei zonne-energiesector
veilig te stellen (10 nov. 2014, SM, kennismaking met nieuwe
lobby organisatie)
Erik
Lysen (Holland Solar): ‘ZON nieuwe partner om groei te vergroten’
(10 nov. 2014, SM, standpunt nieuwe voorzitter branche organisatie
Holland Solar over oprichting "ZON")
20 november 2014: Curiosa Klimaatmonitor - 15 beste gemeentes en meer statistiek problemen. Ik heb al uitgebreid stilgestaan bij de laatste beschikbare Klimaatmonitor (KM) data voor zonnestroom capaciteit in Nederland (4 november resp. 6 november). Ik wil hier nog enkele andere aspecten benadrukken. Evolutie van de capaciteit in de twee "hoofdregisters" bij de "15 beste gemeentes plus een outlier". Daaruit volgende anomalieën in de statistieken incl. die voor de afgeleide jaarvolumes. En een kleine verrassing van de databank beheerder.
Ik heb uit de laatst bekende data enkele reeksen gefilterd om te laten zien wat voor vreemde fratsen er, ondanks het nodige opruim- en schoonmaak werk aan diverse registers, nog steeds zitten verborgen in de "nu actuele" cijfers, en wel op het niveau van gemeentes. Ik heb daartoe twee nieuwe grafieken gemaakt met de evolutie van de zonnestroom capaciteit voor de 15 "beste gemeentes", gesorteerd van hoogste naar lagere capaciteit, volgens de laatste stand van zaken. Eentje voor "alleen het bij KM bekende PIR dossier" (productie installatie register wat Netbeheer Nederland kennelijk om de zoveel tijd doorstuurt naar Rijkswaterstaat, de beheerder van het KM). En een tweede voor "alle bij KM bekende dossiers inclusief genoemd - grootste - PIR" (dat zijn in totaal 8 dossiers, op PC6 "ontdubbeld"). Eerst alleen het KM-PIR.
KM-PIR datareeks

In deze grafiek is de evolutie van de geaccumuleerde PV volumes voor de 15 "best scorende" gemeentes (in legenda rangschikking van boven naar onder) aangegeven m.b.t. de in het PIR deeldossier van KM genoteerde capaciteits-data (status: 18 nov. 2014). Helaas zijn voor het KM-PIR nog geen data vóór 2012 in dat register opgenomen (nog niet beschikbaar bij KM). Al zijn bij Netbeheer Nederland wel degelijk al eerdere - wellicht onzekere ?? - cijfers gepubliceerd (analyse). Merkwaardig is dat in de algehele rangschikking, met onder de "kenners" al jaren lang Amsterdam als best presterende gemeente (zie ook verder), in het deeldossier KM-PIR niet de hoofdstad, maar Tilburg (NB) de loef afsteekt. Amsterdam staat daar momenteel (2014) zelfs maar op de 7e plaats. Voordat men daar onnodig in een depressie raakt, gelukkig is dat in het "totaal dossier" (ook niet compleet) van KM (KMt) recht getrokken, zie de tweede grafiek.
Duidelijk is dat er nog steeds (in alle dossiers) gezonde groei is, zeker als je weet dat de data voor 2014 nog verre van volledig zijn, en er nog een hoop bij "zou moeten" komen. Registraties liggen immers gruwelijk ver achter op de realiteit, dus die stippellijnen voor 2014 staan er niet voor niets. Daar kan beslist nog een hoop ten goede aan veranderen.
Achterblijvers.
Reëel of fictie?
Wel gelieve uw aandacht voor 3 ogenschijnlijke "achterblijvers"
in dit 15-tal + 1, die, i.t.t. de andere "toppers" in
dit overzicht, een sterk afvlakkende curve laten zien in 2014. Dat
zijn, van onder naar boven, Leeuwarden (lichtbruin),
een stuk significantere terugval in "ogenschijnlijke progressie"
vertonend, Emmen (Drenthe, groen),
en, als uitsmijter, de reeds genoemde hoofdstad, Amsterdam (NH,
donkerblauw). Die
een "bijna vlakke groeicurve" laat zien van 2013 tot en
met de status quo in 2014. En daarmee haar jarenlange kop
positie (bestendigd in 2013) "opeens" zou prijsgeven in
2014. Dat is hoogst merkwaardig, volstrekt onlogisch, en gewoon
een artefact. Want er is enorm veel vermogen uit de gemeente "weg
gestreept" toen Liander eindelijk hun PIR bestanden omstandig
ging opschonen eerder dit jaar. Amsterdam was de grootste verliezer
tijdens die heftige, niet publiekelijk door Liander gecommuniceerde
voorjaars-schoonmaak operatie. En moest tussen februari en medio
juli dit jaar een tranentrekkend verlies lijden van 9,6 MWp aan
- kennelijk - "rommelvermogen" in de database. Talloze
andere gemeentes in Liander gebied moesten ook hevige verliezen
incasseren van "fictief" in de Liander data staande vermogens,
al was het een stuk minder dan bij de hoofdstad, waardoor bij de
geaccumuleerde vermogens opvallende verschillen kunnen optreden.
Alleen de latere incorporatie van het tweede jaar "nationale
subsidie regeling" (met dank aan GroenLinks) wist de allerergste
excessen van de terugslag in de zomer enigszins af te vangen.
Dit alles laat onverlet, dat de scherpe afwijking voor Amsterdam, en ook die voor Emmen, wat in het netgebied van Enexis ligt, opvallend blijven. Het is onwaarschijnlijk dat in die 2 steden in werkelijkheid zo'n sterk negatieve trend zou zijn opgetreden, en bij de 13 andere lijstduwers niet. Pro memori: die cijfers voor beide steden zouden nog eens extra kritisch bekeken moeten worden door de betreffende netbeheerders. Want ze zijn op zijn minst "curieus" te noemen. Ook de "historische" cijfers zouden kritisch herbezien dienen te worden. Kloppen de - meestal - door particulieren ingevoerde data van ingebruikname van hun PV-systeem bijvoorbeeld wel? Veel mensen zijn al lang vergeten wanneer hun PV-installatie precies on-line is gegaan. Als er een jaar te vroeg of te laat is "geschat", kunnen er vreemde dingen gebeuren met de data, en de evolutie van de curves.
Berkelland
revisited
Tot slot natuurlijk de laatste pain in the ass, het veelvuldig
door mij benoemde "probleemgeval Berkelland" in de Gelderse
Achterhoek (incl. Borculo, tegen de Duitse grens aan liggend). Die
heb ik er bij gezet omdat nog steeds in de "historische PIR
data in de KM database" een idioot hoog ("record")
volume staat genoteerd van 11,03 MWp in 2013. Een compleet onwaarschijnlijk,
en pertinent verkeerd getal. Want voor 2014 is dat inmiddels omlaag
gedrukt naar nog maar 4,7 MWp, 57% minder. En dat heeft natuurlijk
absoluut niet te maken met massale hoeveelheden PV modules, die
van honderden daken in die kleine gemeente naar de dichtstbijzijnde
PV Cycle
punten (HtW Installatietechniek, Winterswijk of Alles Uit De Zon,
Hengelo) zijn gebracht. Tuurlijk niet. Het was, en is nog steeds,
een artefact, en het is nog steeds niet uit de historische datareeks
verwijderd. Alleen wél voor de cijfers voor 2014, waardoor
je de bizarre vorm van die kunstmatige "curve" krijgt
voor Berkelland. Ik heb die curve dan ook niet voor niets met een
gebroken lijn weergegeven.
NB: in de jaar "ratings" stond Berkelland met de huidige update voor de opgestelde vermogens op achtereenvolgens de 75e (2012), "1e" (2013), en de 23e plaats (2014 eerste data). Ook daar aan is te zien hoe onwaarschijnlijk die - nog steeds in de databank voorkomende - "1e" plaats voor het jaar 2013 is.
KMt datareeks

In het op PC6 (postcode 4 cijfers en 2 letters) ontdubbelde "totaal synthese dossier", KMt, is alles voor Amsterdam op z'n pootjes terecht gekomen, en staan ze, volstrekt logisch, met afstand op de andere "top14" gemeentes, bovenaan, al vanaf 2012. NB: Houten, in 2011 nog net vóór Amsterdam liggend (niet weergegeven), is in 2014 flink terug gezakt naar een tegenvallende 27e positie, en dus ver buiten de top 15 terecht gekomen. Actueel met de laatste stand van zaken in 2014 is er nu binnen KMt voor Amsterdam rond de 9,63 MWp aan capaciteit bekend.
Ook de volgorde na Amsterdam is anders dan als alleen het PIR deeldossier wordt bekeken (1e grafiek). Het actieve Hardenberg (Overijssel) zal moeten "slikken", want ze zijn van de 3e naar de 5e plaats terug gezakt in KMt. Tilburg (NB) heeft hier haar "1e plaats bij de PIR registraties" moeten afstaan ten koste van de ongeveer met Utrecht (Ut.) gedeelde 3e plaats binnen KMt. Ook Zwolle (Ov.) moet toegeven bij het totale KMt dossier, van de 5e (alleen PIR) naar de 8e plaats. Noordoostpolder (Fl.) zakte van de 6e (PIR) naar de 9e plaats. Alweer een Overijsselse solar hot-spot, Deventer, moest 2 plaatsen toegeven (8 > 10). Emmen (Dr.) zelfs 3 (9 > 12). Almere (Fl.) moest 1 stapje achteruit doen (10 >11). Den Haag leek de zwarte reputatie van het Binnenhof als het om "duurzaam beleid" gaat op haar afgestraald te krijgen: Bij de PIR registraties stond de residentie nog op 11, bij KMt is ze naar de lantaarndrager positie in de top 15 verwezen.
De vier hekkensluiters bij het PIR overzicht (1e grafiek) zijn in de KMt rangorde uit de top 15 verdwenen. Breda, 12e in het PIR overzicht, ging naar de 18e plek in KMt, Eindhoven: 13 > 16. Groningen: 14 > 20. Leeuwarden: 15 > 19.
Hier staat tegenover dat we t.o.v. het PIR register ook nieuwkomers in de KMt top 15 kunnen signaleren. De meest markante is natuurlijk Hollands Kroon (KM-PIR: 22e plaats in 2014). Een gemeente die in het verleden al fors voor lag op veel andere collegae, en die in het KMt overzicht op een opvallend hoge, 6e positie eindigt. De gemeente is op 1 januari 2012 ontstaan in de aan de Waddenzee en IJsselmeer grenzende NO "Kop van Noord-Holland", na fusie van Wieringen, Wieringermeer, Anna Paulowna en Niedorp (Wikipedia). Wel is het zo dat juist bij deze zonnige gemeente de terugval in 2014 groot lijkt te zijn geweest (bruine stippellijn). Ook dit is vreemd, want de meeste andere gemeentes hebben voortvarende groeicijfers laten zien. Bovendien moet hier ook worden genoemd dat Hollands Kroon tijdens de vierde iChoosr inkoopactie (het meest succesvolle portal op dit gebied in Nederland) al voor de derde maal participeert. Het zou wel hoogst curieus zijn als juist die gemeente t.o.v. niet in iChoosr acties participerende gemeentes, dus buiten Noord-en Zuid-Holland, (veel) slechter zou hebben gepresteerd in 2014.
Westland is ook zo'n plaats die niet in de top 15 bij het PIR voorkwam (stond daar net op de 16e positie). In het KMt staat deze kassen-rijke gemeente in het ook al zonnige Zuid-Holland op een respectabele 7e plaats. Nieuwkomer 's-Hertogenbosch (NB, KM-PIR in 2014: 20e plaats) bezette de 13e plek in KMt, en tot slot, Dronten (Fl., 18e in KM-PIR), mocht als nieuweling in het totaal dossier bij KMt een mooie 14e positie bekleden, vlak voor Den Haag.
Anomalieën
blijven voorlopig nog wel aanwezig
Ook in het "totaal" dossier KMt blijven er opvallende
zaken zichtbaar, zoals al gesignaleerd voor Hollands Kroon. Echter,
niet die gemeente spant de kroon met een opvallend afwijkende "lage
groei" voor 2014 tot en met de laatst bekende cijfers voor
dit jaar. Ook 's Hertogenbosch lijkt hier matig te presteren - als
de cijfers tenminste zouden kloppen, wat we onszelf mogen blijven
afvragen (lichtblauwe
curve). Amsterdam was al een "raar geval", met de enorme
hoeveelheden vermogen die Liander uit het PIR heeft gegooid voor
die gemeente, maar zelfs na die operatie valt de uit de cijfers
volgende groei in onze hoofdstad, ook voor het KMt dossier, erg
tegen t.o.v. de meeste andere top vijftien zusters. Dat blijft vreemd
voor een van de meest actieve gemeentes op het vlak van zonnestroom
(donkerblauwe curve).
Recordhouder "negativiteit" in dit totaal dossier is echter
de Drentse gemeente Emmen, die in 2014 een zeer schrale groei zag
in de huidige cijfers, en ook daar mogen vraagtekens bij worden
gezet (oranje curve).
Wat zou er dit jaar in Emmen zoveel slechter zijn gegaan dan in
gemeentes met enigszins vergelijkbare omvang wat inwoner aantal
betreft (Deventer, Westland, of het iets grotere Zwolle)?
Negatieve
groei, bizar
Er zijn echter voor de goede waarnemer nog meer zeer vreemde zaken
te zien, en dat betreft de "groei" tussen 2011 en 2012.
Er zijn daar twee (eigenlijk zelfs 3, zie verder) gemeentes die
negatieve groei lieten zien in de "meest actuele
cijfers" voor die twee jaren. Wederom het deftige 's-Hertogenbosch
moest een statistische veer laten, en ging er in dat ene jaar met
210 kWp (15% t.o.v. geaccumuleerd volume 2011) op achteruit. Dat
kan niet te maken hebben met eventuele (volstrekt hypothetisch veronderstelde,
want nergens gesuggereerde) afbraak van enkele in de gemeente gerealiseerde
grotere projecten met Scheuten Solar modules, want die beruchte
junction-box
affaire begon pas echt te "spelen" in februari 2013,
na de bekende brief
van de NVWA. Sowieso is het uiterst onwaarschijnlijk dat met
"zuiver theoretisch" veronderstelde uitgebruiknames, de
totale groei van PV capaciteit in die gemeente in 2012 negatief
zou zijn geweest.
Meer
negatieve groei in cijfers 2011-2012
Het tweede voorbeeld is de gemeente Dronten in de ook toen al zeer
actieve provincie Flevoland (rose
curve). Niet alleen op het gebied van windenergie (al vele jaren),
ook zonnestroom kwam toen al aardig op stoom. Zoals het via de SDE
regeling gerealiseerde 300 kWp project bij de zonneboeren
van Maatschap Boon in zustergemeente Zeewolde liet zien (dat
was al in de zomer van 2010). Echter, in de huidige "laatste
stand van zaken binnen het KMt dossier" heeft Dronten een flinke
tik in de statistieken gekregen: groei tussen 2011 en 2012 negatief,
van 1.996 naar slechts 1.626 kWp, een verlies van maar liefst 19%
van het eindejaars-volume van 2011!
Dit fenomeen is uiteraard niet tot de "top 15" beperkt gebleven. Ik heb in het gemeente overzicht voor de jaren 2011-2012 negatieve groeipercentages voor maar liefst 27 (!) van de 403 gemeentes (7%) kunnen vaststellen in de KMt data. De meest extreme was Schiedam (Stedin gebied), wat in dat ene jaar maar liefst 68% van haar capaciteit opgebouwd tm. 2011 verloor in de KMt statistiek (van 707 naar 230 kWp). Dit alles is op zijn minst "hoogst merkwaardig" te noemen. En vanuit het perspectief van zonne-energie specialisatie met in de loop der jaren opgebouwde "statistische gevoelens" luidt het hier: dit kán helemaal niet, die statistieken moeten "liegen"! NB: voor het jaar 2012-2013 zijn álle groeipercentages positief geweest, van 22% (Schiermonnikoog) tot zelfs 823% (mijn geboorteplaats Voorschoten). Er is geen enkel negatief groeicijfer te zien, i.t.t. bij het jaar 2011-2012. Berkelland is hier de grootste uitzondering, en dat is al lang bij mij bekend: dat is een extreem artefact. Zie volgende paragraaf.
Grootste
- bekende - afwijking
De grootste anomalie van al, Berkelland, vertoont helaas ook in
het KMt dossier een vergelijkbare "heftige statistische oprisping"
zoals reeds vastgesteld voor het PIR-KM deeldossier. Een anomalie
die met geen mogelijkheid op logische wijze is te verklaren. Ook
hier: daling tussen 2011-2012 (minus 22%), dan een absurde en volslagen
"kunstmatige" stijging van 1.069% (!! 1.061 kWp naar 12.405
kWp in 2013). En dan opeens weer een heftige terugval naar 6.047
kWp volgens de laatste cijfers voor 2014 (minus 51%). Als u daar
kaas van kunt breien bent u een bikkel. Maar met statistische "waarschijnlijkheden"
heeft het allemaal bar weinig te maken. Artefact in het kwadraat
zeg ik u. Een statistische "ongerijmdheid".
Synthese jaargroei cijfers 3 datareeksen

Uit de - vermeende - eindejaarsaccumulatie cijfers kunnen wederom de jaargroeicijfers worden gedestilleerd. Dat heb ik gedaan voor KM-PIR (groen), voor alle 8 KM dossiers (ontdubbeld) bij elkaar, KMt (blauw), en deze beide datasets vergeleken met de cijfers van het CBS (donker rood). Het nationale statistiek instituut wat voor 2013 slechts een "voorlopig eerste cijfer" heeft gepubliceerd op 26 mei 2014, 360 MWp. Ook die kolom heb ik gearceerd weergegeven, want de hoogte kan nog wijzigen. Het probleem voor KM-PIR is, dat in de KM database slechts eindejaars-cijfers vanaf 2012 worden gegeven, waardoor bijvoorbeeld het jaarvolume voor 2012 "niet te bepalen" is. Daarom heb ik voor de hier getoonde jaren 2011 en 2012 de jaargroeicijfers genomen zoals die uit het cijfermateriaal van Netbeheer Nederland in hun status update van 15 juli 2014 konden worden afgeleid. De (groene) kolommen voor die 2 jaren heb ik gearceerd weergegeven omdat niet duidelijk is of die data later in de Klimaatmonitor 1 op 1 zullen zijn - of worden - overgenomen. Er kunnen namelijk beslist nog wijzigingen voorkomen, zoals geïllustreerd aan het uit de KMt volgende jaarvolume voor 2013: dat staat nu op een niveau van 367 MWp. In de Netbeheer NL update van juli was echter nog maar ruim 321 MWp ingeboekt voor dat jaar. Het verschil is zo'n 14% meer volume. Het kan dus beslist zo zijn dat, indien PIR data van Netbeheer NL voor eerdere jaren opgenomen zullen gaan worden in de KM databank, dat daar nog data mutaties in zullen zijn doorgevoerd. Dat kunnen zowel positieve als negatieve mutaties zijn. Bijvoorbeeld, als ontdekt zou worden dat data entries door systeem eigenaren verkeerd zijn ingevoerd via www.energieleveren.nl.
Onlogische
verschillen
Meteen valt al op aan de getoonde - vermeende - jaargroeicijfers,
dat er onlogische dingen in zitten. Vergeleken met de CBS cijfers
liggen de "oude" Netbeheer NL data structureel, en fors
achter in 2011 (minus 33% t.o.v. CBS) en 2012 (minus 18%). Maar
in 2013 liggen de actuele PIR data in KM opeens een klein beetje
vóór op de CBS cijfers (2%). Dat kan nog verklaard
worden door een mogelijke (forse?) bijstelling van CBS later dit
jaar, wat die verhouding zou kunnen recht trekken. Er zijn
immers ook al correcties geweest voor de jaren 2011
en 2012,
gebaseerd op updates van leverancierslijsten die Polder PV op aanvraag
levert aan het CBS.
Kijken we echter naar KMt, het "totaal" dossier bij Rijkswaterstaat, dan zijn die verhoudingen wel heel erg scheef. In 2011 loopt dat KMt dossier nog niet heel erg achter op het CBS jaarvolume (12%), in 2012 zou dat al zijn opgelopen tot 30% achterstand van KMt op CBS. Maar in 2013 ligt dat totaal dossier opeens 16% vóór op de eerste CBS data voor dat jaar. Zelfs al houden we rekening met een "forse" positieve bijstelling van CBS voor 2013, de verschillen zijn te opmerkelijk, en bovendien te onlogisch, om het op zo'n eventuele bijstelling te gooien. Ook een vergelijking tussen de jaarvolumes in KM-PIR en KMt geeft duidelijke ongerijmdheden te zien: KM-PIR ligt - logischerwijs bij de jaarvolumes structureel ónder het KMt dossier in 2011 en 2013. Maar, en dat is het bizarre, het zou een stuk bóven het KMt volume liggen in 2012. Dat is hoogst merkwaardig, want KM-PIR zou een "deeldossier" van KMt moeten zijn.
Deze vergelijkingen van de uitkomsten van verschillende datasets laten zien dat er meer aan de hand moet zijn, en dat betreft de twijfelachtige kwaliteit van de verschillende bronnen, waar nog de nodige "fouten", nog niet herstelde "historische data", onvolledigheid, en mogelijk andere oorzaken aan ten grondslag moeten liggen.
2014
De kolommen voor 2014 heb ik half doorzichtig gemaakt omdat uiteraard
nog lang niet alle data beschikbaar zijn voor dit jaar, het zijn
slechts zeer voorlopig cijfers die waarschijnlijk nog fors bijgesteld
zullen (moeten) worden. Alleen voor KMt (momenteel uit accumulatie
cijfers volgende "jaargroei" van 205 MWp) en "deel-dossier"
KM-PIR (idem, 211 MWp) zijn zeer premature cijfers bekend. Eerste
voorlopige schattingen van CBS zullen we waarschijnlijk pas ergens
eind mei 2015 gaan vernemen. Ook al zijn genoemde cijfers zeer voorlopige,
een ding kan alvast worden vastgesteld voor 2014: het "deeldossier"
KM-PIR zou een hogere jaargroei laten zien (3%) dan het "totaal"
dossier KMt, waar KM-PIR onderdeel van is. Dat kan natuurlijk helemaal
niet. KM-PIR moet altijd "kleiner" zijn, anders zou in
alle andere dossiers "negatieve groei" moeten zijn vastgesteld.
Dat is onzin. Het betreft deels "oude", nooit meer gewijzigde
dossiers (NOVEM, Sunpower, EPR uit lang vervlogen tijden), de laatste,
niet meer gewijzigde update voor de "nationale subsidie regeling
voor particulieren" (2012-2013). En het nog steeds niet ververste,
extreem achter de feiten aan hobbelende SDE dossier (laatste peildatum
in KMt: 1 maart 2013!!). Voor dat laatste - steeds belangrijker
wordende - dossier, zeker vanaf de hoge impact hebbende SDE2013
en SDE2014 regelingen (SDE2013 ver over de 100 MWp, SDE2014 mogelijk
zelfs honderden MWp opleverend in beschikkingen- en realisatie fase),
is Rijkswaterstaat afhankelijk van de input van het volkomen overspannen,
structureel onderbezette RVO.nl.
Conclusie
Dit alles op een rijtje gezet in beknopte termen: de statistieken
lijken deels, op punten verbeterd (in ieder geval lijken
updates sneller beschikbaar te komen). Maar nog steeds blijven er
de nodige - heftige - ongerijmdheden in het cijfermateriaal aanwezig.
Waarbij voor de zoveelste maal - ook voor nationale en regionale
persorganen - de harde boodschap dient te zijn: wees extreem voorzichtig
om op basis van de huidige cijfers "harde conclusies"
te trekken over "jaarlijkse nieuwbouw" cijfers van PV
capaciteit in Nederland. Er moet nog heel wat vuil uit de statistische
wirwar worden weggespoeld voordat hier meer duidelijkheid over komt.
Positieve
statistische aberratie
De projectleider van Klimaatmonitor, de heer Nijsink, had nog een
leuke verrassing in petto n.a.v. de
laatste cijfer update. Als je het vermogen van alle gemeentes
in KMt (alle 8 deeldossiers ontdubbeld) optelt kom
je op de eerder al genoemde 898.788,22 kWp uit. Echter, een totaal
vermogen voor heel Nederland komt zelfs uit op 900.907,79, ruim
900 MWp. Dit komt, aldus Nijsink, omdat soms lokatie gegevens
van projecten ontbreken, of dat ze "niet eenduidig" zijn.
Iets dergelijks hebben we eerder al eens gezien bij de KM registraties,
er was toen een aparte categorie "Gemeente Onbekend" in
de overzichten opgenomen. Deze "kleine anomalie" van ruim
2 MWp heeft verder weinig impact, maar hij moet toch even worden
genoemd. En het is leuk om te constateren dat KMt dus al "dik
900 MWp" heeft geaccumuleerd. Wat, ik blijf het herhalen, nog
lang niet alle capaciteit "kan zijn" die werkelijk is
gerealiseerd.
Verschillen
en mogelijke verklaringen
Een van de overwegingen van Nijsink is, dat de vreemde, hier boven
aangegeven verschillen in de jaargroeicijfers volgend uit de KMt
data en de CBS cijfers deels verklaard zouden kunnen worden doordat
installaties niet door de "aangevers" (meestal particulieren)
in het jaar van netkoppeling (cq. systeem oplevering) zijn opgevoerd,
maar pas op de datum dat ze hun PV-systeem bij PIR hebben aangemeld.
Zo'n "melding" zou zelfs "een paar jaar na"
de werkelijke oplevering kunnen zijn gedaan. Dit zal beslist wel
vaker geschieden, en gezien de druk die door netbeheerders op "potentiële
dan wel bestaande" netinvoeders wordt gezet, zal inschrijving
zelfs met terugwerkende kracht in verhevigde mate kunnen gebeuren.
Maar dan mogelijk met "het verkeerde" jaar als input,
het jaar van inschrijving in het register.
De vraag is natuurlijk op welke "schaal" zo'n onfortuinlijke "verkeerd installatiejaar opgegeven" glitch zal zijn opgetreden. Zolang we dat niet weten is ook dat gissen geblazen, maar dat het is geschied (en wellicht nog steeds gebeurt) zal beslist op waarheid berusten. Ook zullen tussentijdse uitbreidingen van PV-installaties, wat "normale praktijk" was en is binnen de residentiële sector, beslist niet eenduidig "gecorrigeerd" zijn geweest bij PIR aanmeldingen. Ik vrees zelfs dat veel tussentijdse uitbreidingen helemaal niet zijn gemeld, omdat de systeem eigenaar dat mogelijk als irrelevant heeft geacht zolang er geen registratie verplichting met duidelijk omschreven voorwaarden is in ons land. Er achter komen hoe omvangrijk dat probleem is, vergt een enorme hoeveelheid arbeidsinzet, met fragenswürdige uitkomst (er moeten heel veel gemelde registranten actief worden benaderd om daar statistisch relevante conclusies uit te kunnen trekken).
Nijsink geeft zelf ook toe dat met name de kwaliteit van de aangeleverde PIR data onzeker is. Wat ondersteund wordt door mijn ontdekking dat in die data een fors percentage van in ieder geval "de grootste" projecten niet (meer) is opgenomen (analyse). Het is bovendien al lang duidelijk dat zelfs de netbeheerders niet "weten" wat er aan totale capaciteit in hun netgebied staat, én dat er twijfels zijn over de kwaliteit en volledigheid van de door KM ontvangen (? op grote projecten geschoonde ?) PIR data.
Tot
slot
De statistiek
story over de evolutie van zonnestroom capaciteit blijft
gecontinueerd worden. Of we alles "helder" zullen krijgen
blijft de vraag. En of een suggestie zoals geuit
door Edwin van Gastel van Solar Magazine, naar aanleiding van
de "schrijnende behoefte aan betrouwbare marktdata" ...
"verplichte registratie van alle in Nederland opgestelde PV-installaties"
een eenduidige, probleemloze oplossing zou zijn waagt Polder PV
te betwijfelen. Er staat immers veel op het spel voor de betrokken
investeerders. Met name spraakmakende individuen uit de dominante
residentiële PV sector zullen zich met hand en tand verzetten
tegen zo'n "verplichte" registratie, als daarmee het gevaar
zou toenemen dat de "saldering" van zonnestroom voor hun
installaties zou kunnen worden uitgehold met marginale "incentives"
tot gevolg. Het is immers zeer goed denkbaar dat aan een verplichte
installatie registratie ook een verplichte sluwe meter zou kunnen
worden gekoppeld, alles is mogelijk in het zeer ondoorzichtige energiewereldje
in ons land. En dan worden natuurlijk alle energiestromen "geteld"
(kan niet bij de nog alomtegenwoordige, volautomatisch salderende
analoge Ferrarismeters). En kan een leverancier in theorie
"uitgaande [netinvoedende] stromen" een heel ander tarief
gaan toerekenen dan voor de "ingaande [consumptie] stromen".
Ik hoef u daarbij niet te vertellen dat de manipulatieve krachten
van energie"leveranciers" daarbij niet in het (structurele)
voordeel van zonnestroom producerende prosumenten zullen worden
uitgelegd. Dat is een zeer grote risico factor.
Een voorstel voor "verplichte registratie" kan alleen maar worden geopperd in combinatie met snoeiharde, in wet vastgelegde garanties op minimale kosten dekkende opbrengsten met een duurzaamheids-bonus tijdens de levensduur van de inmiddels al ver over de tweehonderdduizend PV-installaties. Als zo'n registratie verplichting er door wordt gedrukt zonder dergelijke financiële garanties voor de te prijzen duizenden investeerders in zonnestroom installaties, voorzie ik zeer grote problemen bij de acceptatie ervan. Dat wordt een road to hell die ik nadrukkelijk afwijs, en ik hoop de PV sector ook.
http://klimaatmonitor.databank.nl
14 november 2014: Grootse (?) plannen voor Nederlandse PV markt IKEA - met Nederlandse montage partner. Gisteren verscheen wederom een persbericht op de website van het bekende Esdec, wat een lange geschiedenis heeft in de Nederlandse zonnestroom markt. Met name vanwege hun succesvolle ClickFit- en afgeleide Flatfix opbouw systemen.
Esdec was verantwoordelijk voor de opbouw constructie van het 853 kWp grote Solar Frontier dunnelaag CIS project op het dak van de nagelneue vestiging van IKEA, op het industrieterrein Hessenpoort, ONO van Zwolle (uitgebreid besproken door Polder PV). In dat artikel en in een eerder exemplaar van 24 september heb ik het al gehad over de geplande verkoop van PV-systemen door IKEA in Nederland, nadat ze daar mee waren begonnen in het Verenigd Koninkrijk in 2013. Die verkoop startte op 28 oktober 2014, in het IKEA filiaal in Haarlem (Polder PV zat toen in de Ardennen). En wordt uitgebreid naar andere filialen (Utrecht medio november). En ook naar andere Europese landen waaronder Zwitserland.
In het korte bericht wordt gewag gemaakt van de ondertekening van "een langlopend multi-megawatt contract voor de levering van ClickFit en FlatFix montagesystemen", tussen Esdec en Hanergy ten bate van genoemde verkoop aan consumenten. Wat al aangeeft dat het hier om serieuze plannen gaat. Want niet alleen het gebezigde "multi-megawatt" laat dat zien. Ook is de byzonderheid - nauwelijks benadrukt in groot deel van de persuitingen - dat het PV systemen met dunnelaag modules voor residentiële afnemers betreft. Dat is beslist geen "gebruikelijke" business in Nederland omdat we vaak met "moeilijke" daken hebben te maken, met dak-kapellen, vensters, en een assortiment aan ventilatie, ontluchtingspijpjes en schoorstenen, bij gemiddeld genomen een relatief bescheiden dakruimte. Dan is dunnelaag beslist geen voor de hand liggende keuze, vanwege het relatief lage rendement. Om dan met "multi-megawatt" plannen in de al overvolle aanbodmarkt in Nederland te stappen, moet je van goede huize komen, dat mag duidelijk zijn. Je hebt sowieso heel wat meer dunnelaag zonnepanelen nodig dan klassieke kristallijne panelen om "een megawatt" te vullen, dus de handen moeten uit de mouwen om die ambities in te vullen. Letterlijk en figuurlijk. Kennelijk rekenen de samenwerkingspartners er op, dat er in Nederland ondanks de oversupply op het gebied van PV, voor dit "marktsegment" voldoende ruimte is. Als we rekenen met een gemiddeld voorbeeld van een 2,5 kWp installatie (zie hier onder), zouden bijvoorbeeld "5 megawatt" afzet garant staan voor 2.000 te verkopen installaties. Natuurlijk niet onmogelijk, maar dat gaat beslist niet vanzelf.
Type
modules
Lange tijd was niet duidelijk wat voor "type" zonnepanelen
Hanergy exact zou gaan leveren, want ze hebben diverse bedrijven
opgekocht cq. overgenomen, die niet direct vergelijkbare producten
maken, gebruikmakend van verschillende technologie platforms.
Het blijken inmiddels dunnelaag modules van Solibro
GmbH te zijn (Energiebusiness artikel). Solibro vertegenwoordigt
een van verscheidene PV technologieën die het wereldberoemde
Duitse Q-Cells destijds heeft ontwikkeld, en waarbij CIGS
(copper-indium-gallium-selenium) dunnelaag modules worden geproduceerd.
Q-Cells ging echter met een reuzenklap onderuit op 3 april 2012
(insolventie).
In de enorme nasleep van de "herstructurering" van het
overblijvende technologie- en productie concern, werd het grootste
deel van de kristallijne Si-activiteiten (core-business
van Q-Cells), door de Duitse dochter van het Zuid Koreaanse conglomeraat
Hanwha overgenomen (in augustus 2012 duidelijk
wordend, eind augustus fiat
aandeelhouders, 10 oktober fiat
van Europese Commissie). In de tussentijd werd, voor een niet
geopenbaarde prijs, CIGS dunnelaag dochter Solibro overgedaan
aan het in Beijng, China, hoofdkantoor houdende dunnelaag conglomeraat
Hanergy
(26
september 2012). In ieder geval betreft dit dus een ander
type zonnepaneel dan de, nogal curieus, 853 kWp aan CIS panelen
van Hanergy's Japanse concurrent Solar Frontier, die op partner
IKEA's nieuwe Zwolle vestiging zijn aangebracht.

Detail opname van destijds "wereldrecord brekende"
CIGS dunnelaag module lijn van het "oude" Q-Cells, die
de webmaster van Polder PV maakte tijdens Intersolar 2010 (München).
Destijds vermarkt onder de merknaam Q.Smart UF, en voorloper
van de latere Solibro module lijn. 13% module efficiëntie
was toen een zeer respectabele prestatie. Maar ook dat record
(een van velen in de historie van Q.Cells) heeft de uiteindelijke
insolventie van het beroemde moederbedrijf niet kunnen voorkomen.
Overigens zijn er later ook problemen
met degradatie vastgesteld bij die oudere typen modules, die met
de aarding van omvormers had te maken. Ook dat was toen een relatief
nieuw probleem, maar dat is inmiddels allemaal opgelost door nauwe
samenwerking met omvormer fabrikanten, goede opleidingen van installatiebedrijven,
en voortschrijdende technologische ontwikkeling bij de dunnelaag
producenten.
Licht
verbaasd
De nieuwe voorzitter van Holland Solar, Erik Lysen, was lichtelijk
verbaasd over het gesignaleerde aanbod van dunnelaag modules voor
particulieren in de - overvolle, door kristallijn Si gedomineerde
- Nederlandse markt, door IKEA. En die verbazing is gegrond. De
momenteel beste CIGS modules van Solibro hebben namelijk een omzettingsrendement
van "slechts" 13,3%, bij een module vermogen van 125
Wp, en afmetingen van 1,19 x 0,79 = 0,94 m² (mind you,
dat is voor dunnelaag al een behoorlijk goede prestatie in de
commerciële praktijk!). Een standaard modern multikristallijn
module heeft tegenwoordig 250 Wp als STC (vastgesteld onder standaard
test condities) vermogen, een oppervlakte van ongeveer 1,63 m²
(1,64 x 0,99), en een module rendement wat zeker 2% hoger ligt
dan genoemd Solibro CIGS dunnelaag paneel. Voorbeeld: Renesola
JC250M-24 / Bb_3510R21549250, gemaakt in Polen, EU, met 15,4%
(er zijn ontelbare andere goede alternatieven). Ook "esthetisch
wellicht mooiere" monokristallijne exemplaren met zwart frame
zijn vaak bij dezelfde aanbieder te verkrijgen (voorbeeld
Renesola, met dezelfde module efficiëntie). Er zijn bovendien
al talloze kristallijne producten, makkelijk verkrijgbaar in Nederland,
met hogere vermogens op dezelfde oppervlakte, en hogere module
efficiënties. Zowel modules van Chinese, Europese, Amerikaanse,
Koreaanse, of andere herkomst, al naar gelang de voorkeur van
de kooplustige Nederlanders.
Zeer duidelijk moet hier benadrukt worden dat de Solibro modules beslist géén "slechte" producten zouden zijn, integendeel: Q-Cells was vermaard om haar hoge kwaliteits-standaarden, dus dat is geen enkel probleem. Het enige "obstakel" waar IKEA / Hanergy op zou kunnen stuiten, zijn de relatief grote beperkingen op veel particuliere Nederlandse daken, en de "relatief bovengemiddelde prijsstelling" van het gebodene, aldus het Energiebusiness artikel. Omgerekend komt de daar genoemde prijs van 4.400 Euro ex btw incl. installatie voor een 2,5 kWp systeem neer op EUR 2,13/Wp incl. btw. Wat beslist niet als "scherpe prijs" moet worden gezien in onze markt. Daarvoor moet je dan met bovengenoemde (max!) 125 Wp modules wel 20 Solibro panelen kopen, die een oppervlakte claimen van bijna 19 vierkante meter. Maar dat hoeft beslist geen belemmering te zijn om alsnog succes te hebben, mits de marketing op dit specifieke marktsegment, "dunnelaag", "esthetisch", "volledig verzorgd", en "voldoende (liefst onbeschaduwde) dakruimte", wordt toegesneden.
Ook
al bekende uitvoerder
Uitvoerende partij voor het spannende IKEA / Hanergy project blijkt
het bedrijf Solarcentury
te zijn, wat onder de moeder vlag in het Verenigde Koninkrijk
een goede reputatie heeft opgebouwd, met talloze projecten, waarvan
ook de nodige grote. Een bedrijf wat inmiddels al lang haar vleugels
over de rest van de wereld heeft uitgeslagen, met klinkend resultaat.
En wat in april van dit jaar ook al met een omvangrijk software
pakket kwam voor de Nederlandse installatiebranche. Zodat "tijdsbesparingen
op dagelijkse routinetaken kunnen worden gerealiseerd" en
installateurs meer tijd zouden hebben voor het opbouwen van goede
klantrelaties (bericht
SC 16 april 2014). De oprichter van Solarcentury is de wereldvermaarde
Jeremy
Leggett, die een fantastische, inspirerende speech heeft
gehouden tijdens de Solar Future conferentie in Amsterdam, in
mei dit jaar (video
"Even the Saudi's go solar". NB: geen plaatjes,
helikopterview carbon-bubble, volledig uit het hoofd,
erudiet, ongelofelijk, must-see). Er waren ook Chinese
vertegenwoordigers van Hanergy aanwezig op die memorabele dag
in de Beurs van Berlage. Als je de spelers kent, is zelfs de sterk
uitgedijde solar community een klein wereldje, zo blijkt...
Al met al een fraaie combinatie: het Zweedse conglomeraat IKEA, de grootste dunnelaag PV module fabrikant ter wereld uit China, Hanergy, een vermaard projectontwikkelaar en PV-installateur overgewaaid uit Engeland, Solarcentury. En een oerdegelijk, innovatief montage materialen leverancier uit oost Nederland, het trotse Esdec B.V. Die vier partijen gaan er met elkaar vast wat moois van maken.
Een
kanttekening: die vermaledijde kWh prijs
Ik heb even gekeken op de Nederlandstalige Hanergy site, en daar
kwam ik wat "kengetallen" tegen waar Hanergy cq. IKEA
mee schijnen "te rekenen" om wat onderbouwde uitspraken
over "gemiddelde resultaten" voor participerende huishoudens
te kunnen doen. Mij viel daarbij een hoogst bizar cijfer op (deze
pagina), "een eenheidsprijs van 19,2c/kWh in 2013".
Daar klopt helemaal niets van, vandaar dat ik bij de geciteerde
bron ben gaan kijken, de CBS StatLine tabel "Aardgas
en elektriciteit, gemiddelde prijzen van eindverbruikers".
En daar vond ik direct al waar ik voor vreesde: Hanergy heeft
daar de zogenaamde "transactieprijs" van EUR 0,192 voor
2013 genomen, voor huishoudens die een verbruikspatroon liggend
tussen 2.500 en 5.000 kWh/jaar zouden hebben. Dat laatste zou
al meteen de alarmvlaggen de lucht in moeten gaan, want "een
kWh is een kWh" onder de 10.000 kWh/jaar, bij alle momentane
stroomleverings-contracten aan kleinverbruikers. Dat komt omdat
dat vreemde begrip "transactieprijs" het volgende inhoudt
volgens die StatLine tabel: "de totaalprijs die is samengesteld
uit de componenten levering en netwerk."
U ziet het daar meteen al fout gaan. Sinds 1 januari 2009 zijn immers alle netkosten die de netbeheerder in rekening brengt aan kleinverbruikers vaste kosten geworden (vastrecht aansluiting, vastrecht transport, capaciteitsvergoeding, systeemdienst TenneT, en meetdienst). Een grafische analyse van de evolutie van de kosten voor netbeheerder Liander plus het "vastrecht levering" voor Vattenfall's NUON dochter heb ik in groot detail hier uitgewerkt. En vaste kosten, zoals ik niet nalaat te benadrukken in mijn publieke uitingen (grafische analyses verkort resp. uitgebreid), zijn niet door zuinig verbruik (gedrag) te beïnvloeden. En óók niet, en daar gaat het hier om, door zelf zonnestroom op te wekken en te salderen. Die vaste kosten betaal je altijd, ze zijn niet saldeerbaar. En dus mag je ze nooit in zo'n volstrekt kunstmatig kWh "construct" (laten) verstoppen. Ze moeten er uitgehaald worden, uitsluitend de variabele componenten van de stroomtarieven zijn hier relevant.
En die variabele componenten, de "zuivere kWh prijs", bestaan tegenwoordig uit deze componenten, niet zijnde "vastrechten":
Met het Vattenfall/NUON "grijs continu" stroom tarief (uitsluitend variabele componenten per kWh) kom je achtereenvolgens op deze bedragen inclusief 21% btw:
Voor het SDE "correctiebedragen rekencircus" hanteert het Ministerie van Economische Zaken ook al jarenlang gewoon bovengenoemde tarieven, en neemt daarbij een ordinair gemiddelde van alle (bij hen bekende) "kWh tariefstellingen" van alle leveranciers (zonder te wegen naar daadwerkelijk aantal contractanten per tarief groep, wat eigenlijk zou moeten). Voor SDE in 2015 wordt in het officiële, inmiddels al een ronduit verbijsterende omvang bereikt hebbend, en een zeer heftige borrel benodigend "voorlopige correctiebedragen overzicht", exact aangegeven wat de hoogte van "die voor kleinverbruikers bedoelde kilowattuur prijs" is:

^^^
KLIK op plaatje voor uitvergroting
Genoemde Vattenfall/NUON tarieven (22,85 cent/kWh 2013, 22,67 cent/kWh 2014) en het door Min. EZ gehanteerde "voorlopige correctiebedrag voor SDE in 2015" voor particuliere klanten met een (oude) SDE beschikking van 22,8 cent/kWh, wijken structureel af van het "kunstmatige", niet ter zake doende, veel te "lage" tarief wat Hanergy (en dus IKEA) gebruiken om een "business-case" voor particulieren te becijferen, genoemde "19,2 cent/kWh". Zo'n 16% minder dan de "werkelijk relevante en zuivere" kilowattuur tarieven die er echt toe doen.
Ergo: Hanergy / IKEA lijken zichzelf "arm te rekenen" als ze dunnelaag PV systemen aan kooplustige Nederlanders willen verkopen, ondanks de felle concurrentie op een markt geconfronteerd met over-aanbod...
Meer
zon voor je thuis (actiepagina van IKEA)
http://www.hanergysolar.nl
(Nederlandstalige website van IKEA partner, de Chinese dunnelaag
reus Hanergy, met curieus gehanteerd bedrag voor een "gemiddelde
kWh prijs")
Technical
data Solibro CIGS modules (frame-loze S2 module serie van
Solibro GmbH)
Datasheets
overzicht Hanergy - Solibro (incl. laatste toevoeging, 125
Wp module sheet)
Verder
lezen over het aanbod van IKEA:
Zonnepanelen
van IKEA: hoe interessant zijn ze? (Z24.nl, 2 nov. 2014)
IKEA
en zonnepanelen (Solarkeuze.nl, 5 nov. 2014)
12 november 2014: Zoals verwacht - SDE 2014 aanvragen explosie laatste fase. Het zal voor de insiders als geen verrassing meer komen, zeker niet voor de zonnestroom liefhebbers. De laatste fase (6) voor SDE 2014 was te verleidelijk om "te laten liggen", en er was nog genoeg geld in de SDE ruif voordat die fase in ging (stand 23 oktober: 2.435 miljoen Euro van 3,5 miljard beschikbaar budget voor deze regeling). Dus gingen "alle registers" open, en was na het na de ingangsdatum van fase 6, 5 uur 's middags van 3 november, rap bekeken. Binnen een dag, 4 november werden de laatste centen geclaimd. Al betekent dat, zoals we met SDE 2013 hebben gezien, beslist niet dat er niet alsnog getracht zal worden om aanvragen in te dienen, in de stiekeme hoop dat er nog veel aangevraagde projecten om wat voor reden dan ook naar de prullenbak zullen worden verwezen. Of de kans op beschikking van die "nog latere" aanvragen dan op 4 november binnengekomen groot is mag echter worden betwijfeld. Er is heftig uitgepakt. Ik had het al lang voorspeld, tijdens mijn presentatie voor The Solar Future in Amsterdam (26 mei 2014, video, dia 25, "natte-vinger verwachting 2014-2015"). Polder PV laat dat in enkele cijfers zien, met nadruk op PV natuurlijk.

Evolutie van het aantal aanvragen voor SDE 2014 per "modaliteit". Dat wil zeggen, voor de drie hoofdcategorieën "elektriciteit" (magenta), "warmte en WKK" (bruin), resp. "gas" (groen). Daarnaast heb ik uiteraard ook separaat de ontwikkeling voor PV aangegeven (rood), die natuurlijk binnen de modaliteit "elektriciteit" thuis hoort. Kristalhelder is en blijft: bij het "aantal" aanvragen is en blijft elektra dominant. En de grootste "schuldige", met kop en schouders boven de "rest" uitstekend, is PV. Met 3.291 aangevraagde projecten op de dag van overtekening (4 nov. 2014), 98% van het aantal projecten voor elektra, resp. 93% van het totaal aantal aangevraagde projecten (3.552 op 4 november).
De verhouding bij de aantallen is daardoor zeer scheef komen te liggen tussen de 3 hoofd modaliteiten: elektra 94,7%, warmte/WKK 3,9%, resp. gas 1,4%. Een ander punt, wat al lang duidelijk was bij de evolutie van de aanvragen: de vroegere, "goedkoopste" fases (laagste incentives) hebben vrijwel niets betekend op het totaal. Pas bij fase 5 werd "de elektra genererende sector" echt wakker, zodra de meest lucratieve fase 6 open ging, werd de hemelpoort bestormd. Met een heftige toename van - vooral PV - project aanvragen.

Een nogal afwijkend beeld van het vorige plaatje laat deze figuur zien, met de budget claims van de verschillende modaliteiten, inclusief het ook opgevoerde, bij elektra horende PV dossier. Natuurlijk is door de enorme toename van - met name PV - elektra project aanvragen ook de daarbij behorende budget claim heftig gestegen, te beginnen met fase 5, en explosief tijdens de eerste dag van fase 6. Maar de 2 andere modaliteiten hebben hier wel een veel hogere "footprint" dan bij de aantallen aanvragen. Met name vanaf fase 4 (die 1 september jl. startte en op 29 september om 17h00 overging in fase 5). Terwijl warmte uit hernieuwbare bronnen en WKK al flink in de benen waren gegaan tijdens de vroege herfst, was een laatste versnelling op de eerste dag van fase 6 veel minder duidelijk qua budgetclaim dan bij de twee andere modaliteiten. "Hernieuwbaar gas" bleef aanvankelijk wat achter, maar zette ook met ingang van fase 6 "het gas" er op, en claimde opeens veel meer budget dan nog onder fase 5 was geaccumuleerd. En haalde op die alweer "memorabele" 4e november 2014 zelfs voorloper warmte in...
Budget
claims
Beiden konden natuurlijk, mede (maar niet uitsluitend) door de
PV aanvraag "storm" en het daarbij behorende extreme
budget, niet aan de sterk omhoog schietende "elektra"
curve tippen. In getallen, op 4 november 2014: Warmte/WKK 1.407
miljoen Euro geclaimd, 27,4% van het totaal. Wat toen in totaal
(3 modaliteiten) 5,133 miljard Euro bedroeg, een enorme budget
overschrijding van maar liefst 1,6 miljard Euro, 47% meer dan
het maximaal beschikbare budget van 3,5 miljard voor SDE 2014.
Gas haalde warmte/WKK in de laatste fase net in en claimt met
de 1.465 miljoen Euro 28,5% van het totaal aan aangevraagd budget.
Elektriciteit slaat alles, met een heftig toegenomen budget claim
van MEUR 2.261 op 4 november, een factor 4 en een half maal zoveel
(!) dan nog op 23 oktober (fase 5) in de boeken van RVO stond
vermeld (MEUR 499). 44,0% van de totale (veel te grote) budget
claim.
De grootste "schuldige" lijkt hier het ook in het plaatje weergegeven deeldossier PV te betreffen: daar groeide de budget claim van MEUR 171 (23 oktober) naar een spectaculair volume van MEUR 1.831 in 1 dag "aanvragen inlever tijd" bij RVO. Bijna een factor 11 maal zoveel, en maar liefst 35,7% van de totale budget claim van alle drie de modaliteiten bij elkaar... De toename van het aangevraagde budget bij wind (ook elektra) kon daar met geen mogelijkheid aan tippen, die groeide slechts met een factor 1,3 op die dag, naar MEUR 416. Biomassa resp. waterkracht stellen binnen het segment elektra nauwelijks iets voor, met budget claims van 12 resp. 2 miljoen Euro op 4 november.
Details
evolutie aanvragen per deel-optie
Ter informatie heb ik ook een detail grafiek gemaakt van de evolutie
van het aantal aanvragen per deel optie (de "onderdelen"
van de drie modaliteiten). De verwachting is dat hier nog meer
kan bijkomen, omdat de SDE2014 regeling officieel pas "sluit"
eind van de dag op 18 december dit jaar. De ervaring van SDE2013
leert dat ook na de budget overtekening er nog steeds aanvragen
kunnen binnenkomen, van bedrijven die stiekem hopen op veel uitval
van de eerder gearriveerde exemplaren. Waardoor, theoretisch,
budget"ruimte" vrij zou kunnen komen als dat tenminste
niet het plafond van 3,5 miljard Euro overschrijdt.

^^^
KLIK op plaatje voor uitvergroting
In dit overzicht met alle gespecificeerde deel-opties staan de drie grote modaliteiten achter elkaar gesorteerd, met hun ondergeschikte specifieke technologie platforms. Vlnr: Elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, idem Warmte & WKK, en idem Gas. De op een na laatste kolommen groep rechts omvat de totalen per modaliteit, waarbij hogere getallen voorkomen dan de "optelling van de deelopties" laat zien (spreadsheet berekeningen), omdat nog niet van al die opties cijfers zijn getoond door RVO.nl (maar wel de totalen per modaliteit). De allerlaatste kolommen groep rechts bevat de totalen voor alle modaliteiten bij elkaar. De Y-as is om begrijpelijke reden logarithmisch gekozen vanwege de grote verschillen tussen de diverse deel-opties.
Tot
slot: zonnestroom
Het belangrijkste onderwerp natuurlijk in iets meer detail, met
wederom de notitie dat er nog het nodige aan aanvragen etc. bij
kan komen tot en met december. De vraag is echter of dat zoveel
zal zijn als met SDE 2013. In het status overzicht van 16 mei
2013 werd het toen beschikbare 3 miljard Euro budget voor de hele
regeling al overschreden, toen er o.a. 235 aanvragen voor PV projecten
waren ingediend goed voor een vermogen van bijna 62 MWp. Maar
tot en met het sluiten van die regeling (19 dec. 2013) zijn er
in totaal zelfs 820 aanvragen ingediend, met een gezamenlijk vermogen
van 221 MWp (3,3 TWh "te subsidiëren" zonnestroom
in 15 jaar tijd), bijna het vier-voudige van het volume op de
datum van totaal budget overschrijding. Echter, na alle plussen
en minnen zijn er uiteindelijk op 30 april 2014 (!) in totaal
661 harde beschikkingen voor PV projecten overgebleven, waaronder
de nodige nieuwe (totaal 2,8 maal zo veel dan op de datum van
SDE 2013 budget overschrijding). Optellend tot een te subsidiëren
productie van, exact, 2.000 GWh (15 jaar tijd) aan zonnestroom,
en een beschikt (toegekend) te realiseren opgesteld PV vermogen
van 133,3 MWp. Dik het dubbele volume van het genoemde op de datum
dat de SDE 2013 regeling door het budget plafond schoot.
Bovenstaande voor SDE 2013 benadruk ik hier om te illustreren dat er nog wel e.e.a. aan wijzigingen valt te verwachten in de cijfers voor SDE 2014. Zoals projecten die uitvallen (terugtrekken beschikking door aanvrager), aanvragen die onverhoopt niet aan voorwaarden blijken te voldoen, nieuwe projecten die (alsnog) zullen worden ingediend met hoop op "vergelijkbaar effect als voor SDE 2013". SDE 2014 sluit "officieel" pas 18 december 2014. De vraag is wanneer na alle uitzoek-, uitdun-, resp. bijplus-werk door RVO.nl, de volle € 3.500.000.000,00 voor (max.) 15 jaar subsidie exact vol geclaimd zal blijken te zijn. En wat er tegen die tijd dan daadwerkelijk voor PV project volume verzilverd zal zijn met een felbegeerde, harde SDE beschikking.
Burgers,
PV, en SDE?
In de volgende grafiek de nog lang niet definitieve status
quo op 4 november 2014 voor SDE 2014 PV projecten. NB: alleen
projecten op grootverbruik aansluitingen worden nog getolereerd
binnen de SDE 2014 regeling, wat een extra negatieve impuls is
voor "particulieren" om, al dan niet verenigd, "iets
met grotere PV projecten" te gaan doen. Want zodra je buiten
het "salderen" segment komt (boven 3x 80 ampère
aansluiting), betreedt je een onzekere, onbekende wereld. Ergo:
de SDE regeling is voor louter particuliere initiatieven feitelijk
bijna een "no-going area" geworden, wat alleen
door bedrijven betreden kan worden met alle kennis die daarbij
komt kijken. Alleen "via" een bedrijf kan mogelijk nog
iets worden geregeld, al wil genoemde (commerciële) organisatie
natuurlijk ook gaarne iets van de strijkstok tot zich nemen.
Die zal dat in verhevigde mate "willen doen", omdat - wederom een verandering - er vanaf SDE 2014 niet meer gedubbeld mag worden met de ook al zeer interessante EIA regeling, waar vorig jaar nog grif van gebruik werd gemaakt. PV experimenten met SDE en "participatie van burgers" zal mogelijk vanuit een nog steeds floppende postcoderoos regeling (Energieakkoord, een en al drama) worden gevoed, wat ik de "postcoderoosflopvluchtroute" ben gaan noemen. Maar of implementatie met burger participatie makkelijk zal zijn moet nog blijken, onder de paraplu van de SDE. Mogelijk in 2015, als de postcoderoos er verlept bij blijft staan, en de druk voor "actie" een pijngrens zal doorbreken.

^^^
KLIK op plaatje voor uitvergroting
Een complexe grafiek, waarbij ik stuk voor stuk de inhoud bespreek:
(1) Aantal aanvragen voor PV projecten binnen SDE 2014 in rode kolommen, Y-as in rode cijfers. Na een lange periode van voortkabbelende, weinig progressie, komt met fase 5 (basis bedrag voor PV van 11 naar 13 Eurocent/kWh) in een keer opvallend beweging in het aantal aanvragen. Maar de grote knaller komt met fase 6: in een keer schiet het aantal aanvragen omhoog van 573 naar maar liefst 3.291 stuks. Een factor 5,7 maal zo veel...
(2) Gekoppeld aan genoemde aanvragen is de "maximaal te subsidiëren" zonnestroom productie. Die wordt opgegeven in GWh en geldt voor 15 jaar, op 4 nov. 2014 wat aanvragen betreft geaccumuleerd tot een volume van 13.385 GWh (13,4 TWh). Er wordt door RVO.nl daarbij "standaard" gerekend met de maximaal toegezegde specifieke opbrengst van 1.000 kWh/kWp.jaar (ingevoerd tijdens SDE 2011, een "klassieke breuk" met het daarvoor gebezigde, onzinnige lage niveau van 850 kWh/kWp.jaar). Uit deze twee gegevens is het aangevraagde vermogen te berekenen, en die trend vindt u terug in de bruine lijn (referentie tevens de Y-as met rode cijfers). Die schiet opeens van 139,1 MWp in de status update van 23 oktober door naar een verpletterend volume van 1.225,7 MWp aan aangevraagd vermogen, een factor 9 meer dan de status op 23 oktober! Goed om u hierbij in herinnering te brengen dat Nederland na een jaar of 20 ploeteren "nog maar" - inmiddels waarschijnlijk ruim - 1 GWp vermogen heeft geaccumuleerd (analyse claims). Even om op uw netvlies te krijgen dat het hier dus bij de nieuwe SDE aanvragen, volstrekt theoretisch, gaat om een vette verdubbeling van die jarenlang opgebouwde capaciteit. Maar natuurlijk gaat lang niet alles van dat spectaculaire aangevraagde vermogen worden beschikt, gezien de nu al opgetreden 1,6 miljard Euro budget overschrijding, en de harde competitie en eventuele loting met project aanvragen voor andere technieken uit dezelfde SDE ruif. De spannende vraag wordt natuurlijk: wat gaat er uiteindelijk aan beschikkingen overblijven aan het eind van de race? Er worden al flessen biologische wijn of sterker spul om vergokt, zie o.a. dit #Twitter draadje...
(3) In de violette curve wordt de uit het aantal aanvragen en het daarmee gepaard gaande vermogen (aangevraagde capaciteit in MWp) volgende gemiddelde systeem vermogen in kWp getoond. Met als referentie de Y-as met blauwe cijfers. Een zeer belangrijke graadmeter voor het "type" systeem wat "gemiddeld genomen" wordt aangevraagd binnen de huidige SDE regeling. En, het zal u wellicht niet verbazen, de trend is sinds de vijfde fase zeer duidelijk richting de - voor Nederlandse begrippen - zeer grote projecten gegaan. Een trend die op de eerste dag van de laatste fase (6) nog verder is versterkt. Het systeem gemiddelde lag vóór de vierde fase lang tussen de 105 en 113 kWp - sowieso voor enig particulier initiatief al een paar bruggen te ver wat inzet van risicodragend kapitaal betreft (zonder harde garanties op financieel voordeel). Met fase vier kwam dat systeem gemiddelde al iets hoger te liggen, tot 126 kWp. Vanaf fase 5 was de trend heftig te noemen: het gemiddelde project vermogen wat tm. die fase was aangevraagd ging rap omhoog naar 223 en zelfs 243 kWp.
Maar Fase 6 bracht de echte "verrassing", door mij in het voorjaar al voorspeld (aantal en omvang van grote projecten zal rap groeien in plannen): Ruim 372 kWp werd het geaccumuleerde (!!) systeemgemiddelde van alle aangevraagde projecten op die memorabele 4e november 2014. Dat zijn 1.488 moderne modules van 250 Wp, en die zet je niet "zomaar" even in een gemiddelde achtertuin, of op een klein bedrijfs-dak. Omdat het om een gemiddelde gaat, zullen er beslist projecten met (enkele) duizenden panelen (ordegrootte 750 - 1.500 kWp, mogelijk enkele van een paar MWp?) bij hebben kunnen zitten. Bekend is dat er talloze initiatieven op de rol staan om kleine vrijeveld installaties van een paar MWp te realiseren, die markttrend ziet u hier in de harde cijfers weerspiegeld.
NB: Voor SDE 2013 kwam de uiteindelijk beschikte hoeveelheid van 661 PV projecten, met een totaal vermogen van 133 MWp, neer op een systeem gemiddelde van 202 kWp, een stuk lager dan tm. 4 november is aangevraagd binnen SDE 2014.
(4) Tot slot geeft de blauwe curve de tot en met 4 november 2014 door RVO.nl uitgegeven daadwerkelijke aantallen beschikkingen weer voor PV projecten die dus al kunnen gaan bouwen omdat ze de felbegeerde brief hebben ontvangen. Dit beschikte volume loopt ver achter op de dynamiek van het "aanvraag circus", maar er moet zeer scherp op alle eventualiteiten gecontroleerd worden door RVO.nl. Bovendien is nieuw dat er financiële zekerheden en eventueel van toepassing zijnde vergunningen voor grote projecten vanaf 500 kWp worden geeist sinds SDE 2014, in de vorm van een door de aanvrager in te dienen "haalbaarheidsonderzoek". En gezien het feit dat het systeemgemiddelde inmiddels fors omhoog is gegaan, en er dus beslist ook de nodige PV projecten zullen zijn die aan die voorwaarden moeten voldoen, zal er ook bij de behandeling van die aanvragen beslist enige vertraging optreden. Dit neemt allemaal tijd, vandaar dat er nog maar in totaal 254 PV aanvragen een beschikking hebben gekregen (totaal alle opties SDE 2014: 310), goed voor 36 miljoen Euro subsidie (in max. 15 jaar, alle opties: 669 miljoen Euro, beschikbaar budget 3,5 miljard Euro), resp. 504 GWh te subsidiëren zonnestroom in 15 jaar. Dat laatste betekent dat er nog maar 33,6 MWp aan PV vermogen is toegekend, maar het is een begin.
Wat de werkelijk al toegekende projecten betreft ligt het systeemgemiddelde tot nog toe dus op een bescheiden 132 kWp per installatie. Dat is iets hoger dan het gemiddelde aangevraagde systeem vermogen tot en met fase 4. Maar lager dan het gemiddelde daadwerkelijk beschikt voor de SDE 2013 (zie hierboven, 202 kWp/installatie gemiddeld). En natuurlijk veel lager dan de gemiddelde 372 kWp voor alle PV aanvragen in SDE 2014 op 4 november. Met interesse wachten we de uitkomst af voor het uiteindelijke toegekende gemiddelde systeem vermogen als de volle 3,5 miljard Euro definitief zal zijn beschikt voor SDE 2014.
U kunt er vergif op innemen dat lang niet alle 3.291 PV project aanvragen een beschikking zullen krijgen. Het totaal aan aanvragen valt ondanks de aantallen ook best wel tegen, ook gezien alle geld wat er tegen aan wordt gegooid. Duitsland plaatste dit jaar nog steeds in een extreem ingekrompen afzetmarkt minimaal 5 en een half duizend PV-installaties per maand (analyse). SDE+ in Nederland is dan ook uitdrukkelijk voor bedrijven, en niet vóór burgers bedoeld. Maar Henk en Ingrid betalen via de SDE heffing gewoon mee. Zelfs als ze meedoen aan een niet met de huidige SDE regeling te "dubbelen" postcoderoos project betalen ze die heffing (ook wel, zeer verwarrend, "Opslag Duurzame Energie" gedoopt). Die elk jaar bijna verdubbelt. En zelfs bij andersoortige (pogingen tot) "buurt" projecten zoals dat van Electrabel (SDE, dus geen postcoderoos mogelijk) moeten de participanten gewoon SDE heffing betalen, zelfs over hun vermeend "eigen" opwek (van panelen die ze niet zelf bezitten), als de projecten in Zwolle en Nijmegen doorgaan. Zie mijn tweets (deze, en deze) over claims dat participanten niet "meer" zouden betalen voor zonnestroom "niet opgewekt van eigen dak".
Later zal ik hopelijk over meer details kunnen berichten, als nieuwe cijfers over SDE 2014 bekend worden gemaakt door RVO.nl.
SDE
2015
Inmiddels is de eerste inhoudelijke kamerbrief over de komende
SDE regeling (waarvan Kamp suggereert dat die in januari zou kunnen
worden gepubliceerd) op de website van MinEZ verschenen. Er verandert
weer "zoals gebruikelijk" e.e.a. in de vorm van fijnslijperijen,
er komt een aparte tender voor wind op zee (buiten SDE gehouden),
en zo dendert de subsidie trein heftig door. Wederom met 3,5 miljard
Euro te vergeven, net als voor SDE 2014. Alleen / met name voor
bedrijven. Burgers hebben niks te zoeken bij deze regeling. Maar
betalen hem wel.
Stand
van zaken SDE 2014 op 4 november 2014 (budget overtekend,
RVO.nl)
Webpagina
met actuele tabel [pdf] "Stand van zaken SDE 2014"
(RVO.nl)
Zonnestroom
in SDE 2014 (RVO.nl)
SDE+
: de stand van zaken 2014 (grafieken maken is besmettelijk,
SDE advies bureau PNO Consultants hield dit jaar een leuk exemplaar
bij, regelmatig geactualiseerd)
PV
aanvragen SDE+ blijven binnenstromen, haalbaarheid projecten onzeker.
(5 dec. 2014, Energeia, in te zien bij HierOpgewekt.nl. Twijfels
over "haalbaarheid" van - toen bekend - 3.253 PV projecten
kleiner dan 500 kWp vanwege niet benodigde "haalbaarheidsstudie")
Nog
een - vergelijkbare - SDE 2014 versus SDE 2013 progressie grafiek
(van Qing.nl)
Dutch
government to grant incentives to 3,291 PV projects over 15 kW
(13 nov. 2014, foute interpretatie door vakblad Photon, wat onterecht
stelt dat op 4 november ontvangen aanvragen al "accepted"
zouden zijn, en bijbehorende budgetclaim al "allocated".
Dat is helemaal niet zo, er gaat nog veel van de aanvraag hausse
verdwijnen vanwege de enorme totale budgetoverschrijding van 1,6
miljard Euro op die datum! Er staan nog enkele fouten in het stukje,
zoals budget voor SDE 2013, niet 3,45 miljard Euro, maar 3 miljard)
Stortvloed
aan zonnestroomprojecten in laatste fase van SDE+ 2014 (12
nov. 2014, Energeia)
PV projecten waar (hoogstwaarschijnlijk) SDE 2014 voor is aangevraagd cq. al beschikt (indien bekend), in laatste fases, meest waarschijnlijk fases 5 en 6. Wordt aangevuld bij nieuwe info (aanvullingen op deze lijst zijn welkom, per mail, dank!):
Tussenstand bovengenoemde PV-project aanvragen cq., indien genoemd, beschikkingen: bijna 182 MWp (zo'n 14% van op 1 jan. 2015 gerapporteerde aangevraagde 1.347 MWp door RVO.nl, nog excl. onbekende PV volume E-kwadraat, gemeente Tilburg, en 166 projecten Zonnegilde). NB: "aanvraag" is beslist nog géén "beschikking". Er kan nog een hoop van de aangevraagde project volumes uitvallen, waarschijnlijk door uitloting vanwege heftige budget overschrijding.
SDE plus of min (31 augustus 2014, Jan Willem Zwang op Greenspread: "SDE+ een goede gedachte met een slechte uitvoering en moet nodig herzien worden")
Zie
ook analyse eindstand SDE 2013 m.b.t. fysieke beschikkingen door
Polder PV:
Grootste
deel SDE 2013 voor PV in laatste fase beschikt (23 mei 2014)
9 november 2014: Duitse PV markt 2014 - nieuw EEG merkbaar negatieve impact. Na de nog "relatief" matige impact in de eerste maand dat de nieuwste - rampzalige - versie van de Duitse EEG Wet was ingetreden (bespreking), is die nieuwe regelgeving in september een stuk beter merkbaar. Lees: de aantallen nieuw toegevoegde PV installaties nemen af, maar erger nog: in verhevigde mate krimpt het nieuw toegevoegde volume (nieuwe capaciteit). Wat duidt op steeds moeilijker financiële condities voor grotere commerciële projecten, die in theorie de goedkoopste zonnestroom kunnen produceren. Een verdere afkalving van dat extreem belangrijke marktsegment dreigt, en dat is slecht nieuws.
Verdeling:
Opvallende
veranderingen sinds de laatste maand
Naast de te verwachten verdere teruggang van het totale volume aan
"grote" projecten > 1 MWp (ondanks 2 meer dan in augustus
5,3 MWp vermogen minder in die categorie), is een van de meest opvallende
zaken de behoorlijke teruggang in de categorieën >100 kWp
tm. 1 MWp: minus 56 projecten, 12,3 MWp = 37,1% minder dan in augustus.
En >15 kWp tm. 100 kWp: minus 337 projecten, 11,5 MWp = 38,3%
minder dan in de voorgaande maand.
In september lagen de verhoudingen tussen de volgende capaciteits-categorieën als volgt:

Hieruit blijkt dat - natuurlijk - bij de aantallen nieuwe installaties het residentiële segment met kop en schouders boven de rest uit steekt, met dien verstande, dat voor de, zeg maar, "Nederlandse" categorie tm. 5 kWp slechts ruim 26% van de aantallen installaties wordt genoteerd. Het grootste deel van de nieuwe Duitse systemen zit in de categorie >5 tm. 15 kWp, ruim 63%. Bij de vermogens is de grootste categorie (de facto >1 MWp tm. 10 MWp, grotere systemen kunnen niet meer op EEG Einspeise Vergütungen rekenen) nog steeds de grootste contribuant (ruim 33%), maar de daar op volgende categorie is genoemd segment van >5 tm. 15 kWp geworden, met bijna 26% van het nieuwe vermogen. NB: in januari dit jaar lagen die verhoudingen veel verder uit elkaar, ruim 44% voor contributie vermogen grootste categorie, en slechts 15% voor categorie >5 tm. 15 kWp. De op een na grootste categorie was toen nog >100 tm. 1 MWp (19,5% van het totale nieuw opgestelde vermogen leverend).
Van de trends in 2014 heb ik voor het eerst 3 nieuwe grafieken gemaakt.

Evolutie van aantallen installaties per categorie en per maand in 2014. De meeste curves liggen dicht bij elkaar. De grote uitzondering is die voor juli 2014, toen in een laatste karakteristieke "eind-van-oude-incentive-regime-rush" er nog snel de nodige aantallen installaties bij werden gezet in bijna alle categorieën. Met name die tussen 5 kWp en 1 MWp. 1 augustus 2014 ging het nieuwe, voor zonnestroom op diverse punten dramatische verslechterde "EEG 2.0" in, en zakte op alle fronten de activiteit weer sterk in. September deed het nog niet eens echt "slecht", maar zeker bij installaties tussen 15 en 100 kWp werd een historisch dieptepunt gescoord in die maand (501 nieuwe installaties, lag bijna dubbel zo hoog in voorgaande maanden).

Een vergelijkbare grafiek als hier boven, maar nu voor het nieuwe vermogen per categorie, en per maand in 2014. Deze grafiek ziet er compleet anders uit. Natuurlijk wederom het enorme verschil effect van de "pre EEG2.0 rush" in juli (oranjebruine curve), waar bij bijna alle categorieën behalve bij de grootste en de kleinste zeer veel meer vermogen werd gerealiseerd dan in de andere maanden (voor en na intrede nieuwe EEG Wet). Piekend bij de categorie >100 kWp tm. 1 MWp, die in juli 122 MWp toevoegde, de hoogste maandelijkse nieuwbouw voor alle hier afgebeelde categorieën, in 2014 tm. september.
Tussen de maanden onderling zitten veel grotere verschillen dan bij de aantallen installaties. Ronduit opmerkelijk zijn de enorme verschillen voor de grootste categorie, >1 MWp. Fluctuerend tussen 24 (feb.) en 100 MWp per maand (mei). Dat heeft te maken met het feit dat die door eerdere heftige ingrepen in de feed-in tarieven voor grote installaties sowieso al ingrijpend is uitgedund, de afgelopen jaren. En als er dan in een bepaalde maand "toevallig" 1 of een paar "hele grote" (lees: max 10 MWp) installatie in die categorie heeft gezeten, heeft dat meteen een forse impact op het totaal volume voor de hele categorie. Vandaar de forse verschillen. In februari 2014 was de laagste score tot nog toe voor dit jaar, maar de "post-EEG2.0" trend laat ook hier het negatieve effect zien: beide maanden augustus en september scoren (ook) zeer slecht op dit vlak. De goedkoopste categorie zonnestroom opwekkende installaties in Duitsland, de "grote knapen" worden langzaam aan, stapje voor stapje, bewust onder druk van "belangen" doodgebloed. Zodat de gevestigde orde op dat punt vrijwel geen "last" meer van die voor hen extreem bedreigende, spotgoedkope elektriciteit genererende grote PV parken.
"Nieuw" is, dat in september ook de twee volgende "grote" systeem categorieën beduidend slechter hebben gepresteerd dan in voorgaande maanden. Een ander zwart teken dat het met de goedkoopste zonnestroom genererende installaties helemaal de verkeerde kant op gaat bij de oosterburen.

In deze laatste van drie grafieken drie trends per maand in 2014 in de Duitse zonnestroom markt, zoals bijgehouden door Bundesnetzagentur. De oranjebruine lijn geeft de evolutie van het aantal nieuwe installaties per maand, met "pre-EEG2.0" record in juli (10.720 nieuwe installaties), zeer sterk terug vallend na inwerkingtreding van die nieuwe wet. Referentie: linker Y-as. In blauw ditto voor het nieuwe vermogen per maand, met een forse dip in februari, erna een duidelijke opleving, wederom een record in juli (345 MWp nieuw vermogen, bijna evenveel als NL er in 2013 in een heel jaar bij kreeg volgens eerste cijfers van CBS), en een nog duidelijker "instorting" vanaf augustus (dieptepunt dit jaar: 110 MWp nieuw in september). Referentie: rechter Y-as, in MWp.
Tot slot het uit bovenstaande resultaten door mij berekende gemiddelde nieuwe PV-systeem vermogen per maand in donker roze, onderaan (wederom: rechter Y-as als referentie, ditmaal in kWp per installatie). Hier zien we een beduidende teruggang van het gemiddelde systeem vermogen na inwerkingtreding van EEG2.0, tot een dieptepunt van 19,4 kWp in september. In eerdere jaren lagen de gemiddelde systeem vermogens (alle nieuwe PV installaties in dat jaar) nog op een veel hoger niveau. 2011 58,4 kWp, 2012 40,4 kWp, 2013 26,6 kWp. Dit alles is te wijten aan het structureel erger wordende "verlies" aan (zeer) grote PV-installaties, met name de vrije-veld systemen van tientallen MWp per stuk. En de laatste twee jaar: ook zeer grote projecten op (meestal platte) daken van bedrijfshallen nemen dramatisch af in Duitsland. Een slechte zaak.
Status
accumulatie - another surprise
Bundesnetzagentur meldde dat, samen met het september resultaat
voor 2014, er eind van die maand in Duitsland 37,947
GWp aan PV-capaciteit onder het EEG regime zou
staan.
Fraunhofer ISE meldde in ieder geval in hun laatste, op dit punt nog steeds niet gewijzigde update (peildatum 16 juli 2014, zoals gepubliceerd op 6 november 2014), dat er in totaal, incl. niet onder EEG vallende installaties, 37,448 GWp PV vermogen zou hebben gestaan op dat moment (naast 34,6 GW windturbine capaciteit, etc.). In de vorige bespreking (aug. 2014) had ik al opgemerkt dat er opeens een convergentie zichtbaar is geworden van de lange tijd nogal van elkaar verschillende volumes die Bundesnetzagentur altijd noemde (alleen EEG installaties), en degene die Fraunhofer ISE rapporteerde ("alle capaciteit incl. het enorme EEG volume"). Fraunhofer heeft op dit moment nog een kleine inhaalslag te maken, omdat BNetzAg kennelijk ook de "niet EEG" installaties in hun totaalcijfers hebben opgenomen.
"Klassieke" grafieken - evolutie PV markt Duitsland

KLIK
op plaatje voor uitvergroting
Het langjarige maandgemiddelde (nieuw bijgeplaatste capaciteit sinds jan. 2009) ligt inmiddels, na het zwaar tegenvallende laatste jaar op 452 MWp (rode streepjeslijn). Ondanks de tijdelijke opleving in juli 2014 (vlak voor definieve einde "voorlaatste" versie van het EEG), is het maandgemiddelde tot en met de wederom tegenvallende september maand 2014 terug gezakt naar een niveau van nog maar ruim 179 MWp, 60% minder. Als dat maandgemiddelde "aangehouden" zou worden, zou dat in theorie een jaarvolume (2014) van ruim 2,1 GWp kunnen worden. Of dat gehaald wordt moeten we nog gaan zien, ook gezien de neerwaartse trend in september. De reactie van "de markt" op de extreem sterk verslechterde incentive omstandigheden voor zonnestroom blijft lastig in te schatten. In ieder geval zou de nu geschatte totale nieuwbouw in 2014 alweer een (door de "kolen"partij SPD en Merkel's CDU gewilde) marktafname betekenen, van 7,6 GWp in 2012, en 3,3 GWp in 2013 (forse vermindering van 57% nieuwbouw), naar mogelijk 2,1 GWp (minus 36%). Dat zou zelfs 16% onder het "maximale" door Merkel's Bondsregering gewenste volume van 2,5 GWp/jaar ("Ausbaukorridor" voor PV) kunnen komen te liggen!
Veel opvallender dan bij het aantal nieuwe installaties in september 2014, is de verder gaande terugval van het nieuw opgestelde vermogen van die systemen. Na de typische "nog even wat capaciteit bij plaatsen voor einde oude EEG" opleving in juli, is de nieuwbouw wat het volume betreft zwaar terug gevallen in augustus en verder geërodeerd in de volgende maand. Wat alom al werd gevreesd, want vooral de grotere PV systemen worden het zwaarst "gepakt" met de wijzigingen in "EEG 2.0". Het verschil tussen september 2013 en dezelfde maand in 2014 is aanzienlijk (181 MWp minder, maar liefst 62%). De terugval t.o.v. de enige "positief uitstekende" maand in 2014, juli, is met 68 procent, nog veel erger. En gevreesd mag worden dat deze fors tegenvallende capaciteit nieuwbouw per maand de komende periode aan zal houden.

Accumulatie van het vermogen van de nieuwe PV installaties gemeld bij Bundesnetzagentur per maand en per jaar, tot en met september 2014. Zeer onregelmatige en hoge groeicijfers in 2012, fors minder in 2013, en nog eens een substantiële reductie in 2014. Wat begin oktober 2014 eindigde op 1.610 MWp, een factor 3,9 maal zo weinig dan het niveau wat in 2012 was bereikt rond die tijd. En 40% minder dan het niveau in het voorgaande jaar aantikkend. De afname bij het vermogen is dus groter geweest dan bij de aantallen. Dit heeft zoals gezegd alles te maken met de sterk verslechterde condities voor commerciële en zeer grote (vrijeveld) installaties, door de blijvende degressie van de invoedings-tarieven, in combinatie met verplichtingen voor een deel van deze projecten om 10% van de stroom hetzij zelf direct te gebruiken, of deze voor een dump prijs te proberen te verkopen op de stroombeurs (geen Einspeise Vergütung meer voor dat gedeelte). De invoering van het "EEG 2.0" per 1 augustus 2014 heeft die condities alleen maar verder verslechterd.
Vergoedingen
onder de nieuwe EEG Wet - per 1 okt. 2014
Het op 1 augustus ondanks massief verzet door de Bondsregering
er door gedrukte, dramatisch in negatieve zin gewijzigde EEG
voorziet in verplichte vermarkting van alle zonnestroom voor
projecten vanaf >500 kWp. Met een "maximaal haalbaar
bedrag" per kWh wat verdiend kan worden (wordt elke maand
bijgesteld). Kleinere PV projecten kunnen kiezen of ze dat
ook willen doen of de - steeds verder omlaag bijgestelde -
klassieke invoedingsvergoedingen willen ontvangen (het gaat
hier altijd om nieuwe installaties, oude systemen behouden
hun in Wet verankerde invoedings-rechten).

Voor het "vermarkting" model (eerste gele band) gelden vanaf 1 november 2014 maximale verdiensten van 13,02 Eurocent/kWh voor de kleinste installatie categorie (tot 10 kWp, zo'n 40 moderne PV modules) tot nog maar 9,14 Eurocent/kWh voor niet woning-gerelateerde projecten in het buitengebied, en alle dakprojecten en vrijeveld installaties tussen 500 kWp en <10 MWp.
Het "klassieke" vaste invoedings-tarief voor installaties tot en met 500 kWp komt neer op 12,62 Eurocent/kWh voor de kleinste systemen (tot 10 kWp), en nog maar 8,74 Eurocent/kWh voor niet-woning gerelateerde installaties in het buitengebied, en vrijeveld installaties (als dat soort kleine projectjes van max. 500 kWp "in het veld" nog wel zin hebben, gezien de dan relatief hoge kosten voor de bouw).
Dreunen
blijven komen uit Duitsland
Dat de voortdurende afbraak van de condities van het EEG voor
- met name - zonnestroom niet onopgemerkt is gebleven konden
de insiders al enkele jaren lezen in de vakpers, en natuurlijk
ging dat vreselijke verhaal gewoon verder in 2014. Zomaar
een paar heftige gevolgen van de steeds "dunner"
wordende markt in Duitsland.
Solon, al langere tijd na insolventie overgenomen door het in de Verenigde Arabische Emiraten zetelende Microsol, verkast het hoofdkwartier naar de UAE, en ontslaat 230 medewerkers in Berlijn: er is niets meer voor ze te doen, naar een "oplossing" wordt nog gezocht. De beroemde inverter fabrikant Platinum moest in maart voorlopig insolventie status aanvragen. Sunways, een langjarige speler in de Duitse markt, maar uiteindelijk overgenomen door het nota bene zelf in ernstige financiële problemen gekomen Chinese wafer conglomeraat LDK, moest zelfs voor de tweede maal de gevreesde insolventie status in, de cellen productie werd uiteindelijk verkocht aan Bluecell GmbH. Masdar PV GmbH sluit uiterlijk einde dit jaar de dunnelaag fabriek in Ichtershausen (Thüringen). De ook al zeer bekende zonne-energie onderneming Frankensolar zou op 1 november haar groothandels-activiteiten hebben stopgezet. Het aantal arbeidsplaatsen in de Duitse zonne-energie branche zou door alle ellende zijn gehalveerd.
Tot slot, de voor velen zeer bekende Duitse onderneming Energiebau, die kwaliteit altijd hoog in het vaandel had staan, en die zelfs bij Polder PV op het dak spontaan een module test aanbood - en uitvoerde - moest eind oktober ook al de insolventie status aanvragen. Een enorm drama. Wat er van de in Maastricht (Limburg) gevestigde Benelux afdeling gaat worden is vooralsnog de vraag.
Geen prettige mededelingen, dus, uit voormalig solar wereldkampioen Duitsland. Niets is van eeuwige waarde. Behalve, wellicht, in de extreem beperkte tijds-focus waarin de lichtzinnige Homo sapiens "kan" denken, de zon. Die blijft opkomen en ondergaan. Zo lang als dat domme tweebenige dier het nog uithoudt op deze prachtige planeet.
Photovoltaikanlagen: Datenmeldungen sowie EEG-Vergütungssätze (Bundesnetzagentur statistiek)
6 november 2014: Statistiek "mist" Klimaatmonitor/PIR verdicht zich - grote projecten verwijderd! De inkt van mijn analyse van de meest recente Klimaatmonitor (KM) update is nog niet droog, of een nieuw urgent probleem dient zich alweer aan. Ik heb in eerdere stukken minutieus uiteengerafeld dat talloze grote, commerciële PV-projecten helemaal niet in het PIR deel-register in de Klimaatmonitor database blijken te staan (analyse). Dat ging beslist niet alleen om vrij recente projecten. Ook m.b.t. fors gesubsidieerde oude, ook nog eens dure pilot installaties als Sunport Oceanium (2003) en Ecopark Waalwijk (2004), beiden van Eneco: tevergeefs was de zoektocht. Ze stonden niet in het register. En ze staan er nog steeds niet in, ook niet na de meest recente KM update. Ik heb het weer gecontroleerd in de KM kaarten van de "buurten" waar die (qua lokatie mij exact bekende) projecten staan.
Echter, omdat ik natuurlijk, getriggerd door steeds meer gevonden statistische ongerijmdheden, nieuwe data met een "gezond kritisch standpunt" ben gaan bekijken in de loop der jaren (kale cijfers kunnen liegen dat het gedrukt staat, je moet de context goed leren kennen...), staan mijn voelsprieten op dit vlak inmiddels in een permanente alarm stand. Helaas, zo blijkt, is dat niet voor niets. Ik heb namelijk alweer een uitermate onfrisse ontdekking gedaan bij een tweede "nadere eerste blik" op de nieuwste data. Beroemde projecten die bij de vorige update met zekerheid wél in het register bleken te staan, zijn er nu opeens weer uit verwijderd. Een analyse.
Kaartjes in dit artikel: copyright © Klimaatmonitor, Rijkswaterstaat, bijschriften, "buurt" PV volumes, symbolen e.d. toegevoegd door Polder PV (info uit de KM database en eigen markt onderzoek).

Download van directe omgeving buurt Floriade dak (Noordoost omgeving Vijfhuizen) in februari 2014: het 2,3 MWp grote PV project (grootste van NL) stond toen absoluut nog NIET in Klimaatmonitor, gezien het feit dat de buurt waarin het stond slechts 39,80 kWp omvatte (licht-bruingele kleur in deze view).

Download omgeving buurt Floriade dak op 11 september 2014: In het PIR deelregister blijkt het oude, uit 2002 stammende, en met veel subsidie geld tot stand gekomen Floriade project (NUON/Siemens), het grootste van Nederland, eindelijk opgenomen te zijn door netbeheerder Liander, op wier grondgebied de installatie zich bevindt (donkere rechthoekje bij rode pijlkop). Genoemde "buurt" is aangegeven door een donkergrijs, onregelmatig gevormd vlak links in het beeld, wat grenst aan de nieuwe Polderbaan ("Bulderbaan") van Schiphol. Als de muiswijzer boven genoemde "buurt" wordt gehouden, verschijnt het betreffende daar in opgenomen totale vermogen (lichtgrijs venstertje). De 2.337,50 kWp die daarin verschijnt (t.o.v. de magere 39,80 kWp in februari 2014, eerste plaatje), dekt mooi het zeer grote project volume van Floriade dak af. Het iets grotere "buurt" volume (verschil 50,5 kWp) kan betekenen dat er mogelijk nog een paar huizen met een paar paneeltjes bij zitten, maar het kan ook zijn dat het genoteerde project vermogen iets afwijkt van mijn detail registratie. Uit uitgebreid onderzoek aan "grote projecten" is mij al lang gebleken dat bij persberichten e.d. vaak nogal wordt afgerond, wat, bij afwezigheid van andere informatie, een relatief kleine foutenbron kan zijn t.o.v. het "werkelijke gerealiseerde projectvolume".

Download van directe omgeving buurt Floriade dak op 5 november 2014: Opeens is er in de meest recente versie niets meer te bekennen van de bijna 2,3 MWp capaciteit in de buurt "Noordoost omgeving Vijfhuizen"! Er staat nu, in deze versie groen gekleurde "buurt" slechts 37,88 kWp vermeld (waarschijnlijk vermogen van een paar kleine PV projectjes op wat verspreide huizen/boerderijen). Van het Floriade dak project is opeens niets meer te bespeuren, en het is kennelijk om volstrekt onduidelijke redenen weer uit het KM-PIR (en dus ook uit KMtotaal) verwijderd, zonder dat daar ruchtbaarheid aan is gegeven!
Ook vreemd is dat, na het kennelijk verwijderen van Floriade dak uit het PIR bestand, er ook nog eens minder volume in genoemde buurt is overgebleven, t.o.v. de situatie in februari (1,92 kWp om precies te zijn). De oorzaak van die vermindering van "restvolume buurt" is onbekend. Mogelijk een aanpassing van verkeerd ingegeven vermogen bij een particulier?
Dit is in ieder geval de versie die het Klimaatmonitor "totaal" dossier (KMt) oplevert. Hij is "bijna identiek" aan het beeld als je alleen de KM-PIR data bekijkt (grootste deel-dossier van KM). Daar staat in deze "buurt" echter zelfs nog maar 37,50 kWp vermeld. Wat betekent dat er 0,38 kWp (een mini systeempje van 2 190 Wp modules, wellicht?) niet in PIR, maar wel in een van de andere KM deel-dossiers zou kunnen staan.
Dit detail terzijde schuivend moet sowieso worden geconcludeerd: het is goed "mis" aan het gaan met de statistieken, met name bij de grote projecten. Het grootste NL PV project is om onbekende redenen met de laatste KM update alweer uit de PIR registraties gegooid!

KM-PIR status op 11 september 2014. Het 1,3 MWp project (rode open pijl) bevindt zich in de "buurt" Scholtenskanaal (donkergrijs gekleurd), wat toen in het PIR dossier een totaal vermogen telde van 1.329,17 kWp. Geen enkele andere boerderij (of paar boerderijen) in dit sterk agrarische gebied kan dat vermogen verklaren anders dan het Scholtenszathe project (niets van andere dergelijke omvangrijke projecten bekend in deze regio, en zeker niet in deze "buurt"). Netbeheerder Enexis, in wier verzorgingsgebied het project staat, heeft het dus al rap na de realisatie direct in hun PIR systeem opgenomen. En die data zijn automatisch met de toen laatste update naar Klimaatmonitor overgeheveld.

KM "totaal" status op 5 november 2014. Verbijstering alom: de "buurt" Scholtenskanaal, waarin het Scholtenszathe project zich bevindt (gele ster), bevat opeens nog maar een miezerige 10,49 kWp. Way out of line van het PV projectvermogen van het landgoed, wat 1,3 MWp zou omvatten, en, precies, 1.318,68 kWp minder dan de status quo op 11 september 2014, 55 dagen eerder. Opeens een hoeveelheid vermogen verwijderd uit het dossier, vergelijkbaar aan dat van 5.275 zonnepanelen van elk 250 Wp! Ergo: Enexis heeft Scholtenszathe in de laatste PIR update rücksichtslos verwijderd. Om onduidelijke redenen, en zonder toelichting! Ook als we alleen het KM-PIR dossier in de Klimaatmonitor databank bekijken zien we precies hetzelfde beeld.
Meer
veranderingen - vermogen verdwijnt...
Ik zal mijn al onderzochte lijst aan grote projecten dus volledig
moeten herzien, wat weer de nodige tijd gaat kosten, die hier
al zo beperkt is. Daarbij komt dat ik al meer opvallende "negatieve"
veranderingen heb gesignaleerd, in de vorm van verdwenen vermogens-volumes
in diverse buurten. Eerder heeft Liander al enorme hoeveelheden
vermogen uit hun PIR registraties weg gestreept, wat als een
eerste "grootschalige zuivering" van de bestanden
beschouwd kan worden (echter nergens in het publieke domein
door Liander toegelicht, zie mijn analyse).
Kennelijk gaat die "zuivering" nog gewoon door, ook
bij andere netbeheerders. Want t.o.v. september is er alweer
het nodige veranderd. En dan heb ik het niet over de in de voorlaatste
KM update nog aanwezige "Berkelland
anomalie" in Liander gebied, die gelukkig in de laatste
update is "opgelost" (die Gelderse gemeente werd in
het laatste overzicht van een grote hoeveelheid onterecht opgevoerd
vermogen "gestript", zoals dat eerder al, in nog excessiever
mate bij Liander gemeente Amsterdam was geschied).
Conclusie
Er verdwijnen, meestal zonder duidelijke, laat staan publiekelijk
gecommuniceerde redenen, grote projecten uit de statistiek database
bij KM, herleidbaar tot "ingrepen in het door de netbeheerders
geleverde, grootste PIR deel-bestand". Worden er wellicht
onder druk van grote project eigenaren PV-systemen door de netbeheerders
uit de bestaande registers verwijderd? De tijd zal het leren
of dat de oorzaak is, maar wat de reden ook is: dat dit soort
"ingrepen" inmiddels tot nationaal-statistische bagger
leidt mag ook duidelijk zijn. En dat is een drama!
Het PIR is, en wordt kennelijk nog steeds flink verder uitgedund op diverse niveaus. Mogelijk deels vanwege dezelfde reden (bedrijven die hun installatie "niet in het publieke PIR register willen hebben"??). Maar hoogstwaarschijnlijk zeker ook het gevolg van (verdergaande) opschonings- en herstel operaties van foutieve ingaves.
Het gevolg van dit alles is natuurlijk: er blijft fors minder vermogen dan "aanvankelijk te verwachten" in het PIR register over, wat ook een behoorlijk negatieve weerslag heeft op de totaal cijfers (KMt), als gerealiseerde PV-projecten niet in een van de andere KM dossiers blijken te zitten. Waarmee de kwaliteit ervan voor serieuze nationale statistiek analyse van groei van aantallen en vermogens van zonnestroom installaties snel aan waarde inboet. Precies datgene wat we nu NIET kunnen gebruiken!
Met deze bevindingen in het achterhoofd, lijken dan ook de hoogst premature, en tot onwaarschijnlijk lage "groei van het PIR register" leidende nieuwste cijfers die Groene Courant van Netbeheer Nederland had gekregen (analyse PPV), "verklaarbaar" te zijn. Ze zijn niet representatief, en er ontbreekt mogelijk een grote hoeveelheid fysiek wel degelijk gerealiseerd vermogen in die nieuwe cijfers. Een uit die premature cijfers getrokken conclusie "instorting Nederlandse PV markt in derde kwartaal 2014" lijkt in ieder geval veel te snel te zijn getrokken. Er is achter die door Netbeheer Nederland geleverde cijfers immers veel meer aan de hand...
KM = Klimaatmonitor, KM-PIR = grootste deel-dossier KM, KMt = synthese alle KM dossiers (ontdubbeld op PC6, 6-cijfer/letterige postcode), PIR = Productie Installatie Register.
|