zontwikkelingen
"oud" |
Nieuws P.V. pagina 117meest recente bericht boven Specials: 24 mei 2014 - 13 juli 2014 Voor belangrijke "highlights" voor ons PV-systeem, zie pagina nieuws_PVJSS22.htm
13 juli 2014: Blijvende chaos rond cijfers CertiQ - juni update + jaarbericht SDE/MEP. Het blijft voorlopig nog even doorsappelen geblazen met de cijfers voor gecertificeerde capaciteits-uitbouw voor productie installaties van stroom uit hernieuwbare bronnen. Constateerde ik in het vorige maandrapport nog een kennelijke "normalisatie", is het in het juni rapport van TenneT dochter CertiQ weer "de verkeerde kant" op gegaan. Althans, wederom heeft zich een schisma aangediend. Want het aantal geregistreerde zonnestroom installaties is bij CertiQ alweer achteruit gegaan, van 10.894 eind mei naar 10.819 eind juni, een teruggang van 0,69%. Maar de geregistreerde gecertificeerde PV-capaciteit is juist weer - zoals "logisch" lijkt - toegenomen. Van 92,318 MWp naar 94,492 MWp, een toename van 2,4%. Verwarrend blijvende cijfers in de maand rapportages van CertiQ. Vanaf eind 2013 dalend aantal geregistreerde PV-installaties, daarna tot twee maal toe herstel, maar het juni 2014 rapport laat alweer een tijdelijke teruggang zien, voorlopig culminerend in slechts 10.819 "PV participanten" (zwarte cijfers). Als we van het totaal aantal bij CertiQ geregistreerde systemen (= MEP + SDE) de op 1 april 2008 (start SDE regeling) bij deze instantie overgebleven MEP installaties aftrekken (Excel update van CertiQ opgevraagd door Polder PV, status 1 mei 2014), houden we voor de SDE regelingen, al ruim 6 jaar bestaand, slechts 10.329 installaties / participanten over (rood gedrukt getal). Dat is peanuts op het totaal van zo'n 180.000 adressen met zonnepanelen momenteel bekend bij Klimaatmonitor van Min. I en M/Rijkswaterstaat... Zoals eerder al gesuggereerd, hebben deze getalsmatige "aberraties" te maken met een combinatie van historische processen. Kennelijk zijn er weer een hoop installaties uit hun vaste registratieperiode "gevallen", en zijn lang niet al die systemen - in de huidige vakantie periode - alweer "heringeschreven". Ondertussen blijven de (nog lopende) SDE regelingen nieuwe installaties inbrengen bij CertiQ (zonder inschrijving daar geen subsidie en geen garanties van oorsprong voor de productie). En we weten dat er de laatste 2 jaar weliswaar weinig, maar wel per stuk "veel grotere" PV-installaties zijn beschikt, en ondertussen ook daadwerkelijk gerealiseerd/gebouwd. Dat kan het vreemde verschil verklaren: veel kleine oudere PV-installaties uitgeschreven en - deels - nog niet heringeschreven ("negatieve groei bij aantal bij CertiQ ingeschreven PV-systemen"). In de tussentijd een blijvende groei van vooral grote PV-installaties, die ondanks de gesignaleerde teruggang in aantallen installaties toch een groei in aangemeld vermogen kan verklaren. Zeker omdat het bij de "klassieke groei" van bij CertiQ ingeschreven PV-capaciteit sowieso nooit echt hard is gegaan, en er slechts enkele MWp per maand werd ingeschreven, maakt dat meteen een fors verschil uit. Illustratieve grafiek van de bizarre wijzigingen in het totaal aantal bij CertiQ geregistreerde participanten met gecertificeerde PV-installaties. In maart nog 118 erbij, hetzelfde aantal in april er af. In mei weer 77 er bij. In juni 2014 tot slot "netto" 75 participanten minder. So much for reliable Dutch solar statistics... "Gelukkig" is in juni 2014 tegelijkertijd met de gedaalde aantallen participanten er wel een toename in de geregistreerde PV-capaciteit geweest bij CertiQ, bijna 2,2 MWp. Maar ook met die volumes gaat ons land geen "leidende" rol spelen bij nieuw geplaatst vermogen in Europa. En zelfs niet met alle nieuw geplaatste volume (waarvan het CertiQ deel slechts een fractie bedraagt). Want zelfs als we de totale marktgroei in 2013, 360 MWp volgens eerste cijfers van CBS, in 2014 herhalen, zou er dan per maand gemiddeld genomen minimaal 30 MWp bij moeten komen. Een factor 14 verschil met het nieuwe CertiQ volume voor juni dit jaar... Niet alleen
PV in de min
In blauw: teruggang van aantal registraties cq. vermogen per optie bij CertiQ. In rood, de enige optie met "relatieve vooruitgang", nieuw vermogen bij participanten met PV-installaties. Duidelijk wordt, dat er nog heel wat "herinschrijving van eerder bij CertiQ ingeschreven duurzame stroom opwekkende capaciteit" gerealiseerd zal moeten gaan worden voordat de zaken weer een beetje helder worden. Het wordt er met de net gepubliceerde CertiQ cijfers in ieder geval niet overzichtelijker op. Jaaroverzicht
SDE/MEP 2013 Gaan we kijken naar het totale beschikte (toegezegde) vermogen voor de parlementair bezien "heilig verklaarde" SDE regeling, en we parkeren de 132 MWp aan PV-beschikkingen voor SDE 2013 even apart, zou er voor SDE 2008 tm. 2012 in totaal slechts 81 MWp zijn beschikt aan zonnestroom vermogen volgens het jaaroverzicht SDE/MEP van 2013. Peanuts voor 5 jaar subsidie regeling. Waarvan er in totaal tot nog toe nog steeds maar 68 MWp is gerealiseerd. Een scoringspercentage van slechts 84%, met onzekerheid over de resterende beschikte 16 procent. Vergeet daarbij niet, dat heel veel capaciteit sowieso niet meer door RVO.nl als "beschikt" wordt gerekend (en ook niet meer in rapportages genoemd). Omdat veel beschikkingen hetzij zijn verlopen vanwege de wettelijk vastgestelde termijnen, teruggetrokken, of om een andere reden zijn geannuleerd. Alle energie, kosten, en arbeids-tijd die in die geannuleerde beschikkingen bij de aanvragers (en bij de subsidie verstrekkers SenterNovem > Agentschap NL > RVO.nl) is gestoken is verloren gegaan. Schattingen
RVO.nl De totale zonnestroom productie van MEP en SDE regelingen valt daarbij in het niet, zoals hetzelfde RVO.nl in hun SDE jaarrapport (2013) heeft gepubliceerd, nl. 61,501 GWh in 2013, waarvan 3,774 GWh voor de oude MEP installaties (6,1% van het totaal MEP + SDE). Dat MEP + SDE aandeel in de totale geschatte zonnestroom productie in 2013 bedraagt slechts 12,2%. En daar gaat alle "reuring" in Den Haag over. Over de totale via MEP en SDE door de Staat gesubsidieerde productie van als hernieuwbaar beschouwde energie in 2013 rept RVO.nl als volgt (vetdruk PPV): "In 2013
produceerden alle projecten die subsidie ontvingen in het kader van
(OV)MEP, SDE of SDE+ samen 36.000 TJ. Bijna 90 procent van deze productie
komt voor rekening van elektriciteitsproductie, Ergo: De al ZES jaar lopende, met omvangrijke pakken parlementair papier en spraakwater begeleide SDE regelingen hebben nog steeds minder duurzame energie opgeleverd dan de fel bestreden, in augustus 2006 door oud-EZ minister Joop Wijn om zeep geholpen oude MEP regeling. Een blamage voor de SDE architecten bij het Ministerie van Economische Zaken... Verder is het merkwaardig dat RVO.nl verouderde energie consumptie cijfers van huishoudens gebruikt om de resultaten van SDE/MEP aan "te relateren". Naar eigen zeggen, in de leeswijzer, om de energie productie "om te rekenen naar de menselijke maat". Daarbij wordt zelfs expliciet naar data van het CBS verwezen. Maar die komt al langere tijd met lagere getallen dan RVO.nl in hun rapportage. Zoals ik in mijn tweet daarover heb laten zien:
Afijn. Het zal nog wel een tijdje blijven "rommelen" met de cijfers over productie en consumptie van energie in Nederland. Hoogste tijd dat de Europese Commissie eens gaat ingrijpen en nauwkeurig en betrouwbaar cijfermateriaal van ons land gaat opeisen. Want zonder snoeiharde - en gecertificeerd bemeten - feiten blijft het gissen geblazen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de vele mysteries die er nog zijn rond de emissies in ons energie vretende landje. Voor bijgestelde / meest actuele cijfers over duurzame energie productie van het CBS, zie artikel van 10 juli jl. Statistiek
pagina CertiQ 12 juni - 6 juli 2014: Polder PV op vakantie. 11 juni 2014: België op 6 juni geen PV-record, wel continu hoge vermogens + nagekomen 14 juli 2014 (onderaan). Op 6 juni haalde Duitsland krap aan een nieuw record bij de gemeten vermogens-output van de gemonitorde capaciteit aan zonnepanelen. Omdat in Nederland de zon ook rijkelijk scheen op die mooie dag (geen productie data voorhanden), en dat bij de zuiderburen ook het geval, was, heb ik even de data historie bij hoogspanningsnetbeheerder ELIA er op na gebladerd. Ik kwam bij de uitwerking van de gegevens voor die 6e juni voor België op een prachtige, vlekkeloze vermogens-curve (oranje in onderstaande grafiek). Maar net aan geen record. De absolute "top"* tot nog toe was 21 april jl. met een byzondere, vrij korte "surge" aan vermogen van maar liefst 2.381 MW. Maar dat betrof een vrij korte tijdsopname, de rest van die dag was beslist niet zo zonnig. Wat dat betreft deed 16 mei 2014 (groene curve in onderstaande grafiek) het stukken beter, met continu zon en een fraaie, afgeronde curve die niet door wolkenbedekking werd "verpest". Het maximum lag toen op een beslist fraaie 2.240 MW (kwartierwaarde 13h15). De "Duitse record dag" 6 juni, een warme dag die de theoretische output van kristallijn Si PV modules vanwege het negatieve temperatuur rendement van de cellen behoorlijk onder druk kan zetten, zag dat vermogen in België slechts weinig lager eindigen op de gemiddelde kwartierwaarde 13h30. Toen bereikte de ook fraaie, afgeronde "sexy" vermogenscurve het maximum van 2.222 MW. Slechts 0,8% onder het vorige "continu record" van 16 mei. Ik heb alle drie de vermogenscurves bij elkaar in een grafiek gezet om de verschillen te laten zien:
Nagekomen* "Na
check: het is een data error en ligt dus niet aan de zonproductie op
die dag." Dat betekent dus, dat tot nog toe niet 21 april 2014, maar 16 mei van dit jaar krap aan de hoogste kwartierwaarde bij het output vermogen van zonnestroom in België heeft laten zien (2.240 MW). Aanvankelijk op de hielen gevolgd door 6 juni 2014 (2.222 MW). Inmiddels is echter ook op 3 juli 2014 alweer een hoge kwartierwaarde gemeten, 2.230,8 megawatt, gemeten op tijdstip 13h30. Daarmee komt die meting op de tweede plaats te staan. Solar power generation data (ELIA, België) 11 juni 2014: Zonnestroom in NL vanaf 2013, update 5. Rapportages netbeheerders. + toevoeging. Tijdens The Solar Future voordracht liet ik een plaatje zien van de evolutie van de PV-vermogens van Enexis in het PIR (Productie Installatie) register. Ik geef deze hier ook weer, en de resultaten die ik kreeg van twee kleinere netbeheerders. Helaas kreeg ik, ook na licht aandringen, niet de resultaten van 2 belangrijke netbeheerders, dus ik heb geen onafhankelijke optelsom kunnen maken van de status eind 2013. Daarvoor moeten we dus terugvallen op de registraties bij Klimaatmonitor. Van Enexis kreeg ik een mooie reeks getallen sinds 2010, waarvoor grote dank. De evolutie van zowel de aantallen installaties in hun PIR register, als de geaccumuleerde capaciteit van die PV-systemen tot en met 2013 kunt u in onderstaande grafiek zien: In paars zijn de geaccumuleerde vermogens weergegeven, in blauw de aantallen PV-installaties in het PIR register volgens Enexis. Duidelijk is dat de evolutie van beide reeksen enorm is geweest, met name in de periode dat de nationale subsidie regeling (NSR, van 2 juli 2012 tm. 7 aug. 2013) voor particuliere installaties heeft "gedraaid". Van eind 2011 tm. eind 2012 vond een verviervoudiging van het aantal ingeschreven installaties plaats, met nog eens een verdubbeling, van het eind van 2012 geaccumuleerde aantal installaties, tm. eind 2013. Voor de vermogens was de aanwas in 2013 nog groter, wat komt omdat er veel méér actoren PV-capaciteit implementeren in de Nederlandse zonnestroom markt, waarbij het gaat om meestal (fors) grotere installaties dan de bescheiden systemen op particulieren daken (die vaak maximaal 3 kWp groot zijn, of zelfs veel kleiner). De jaarlijkse groeipercentages in de opeenvolgende perioden 2010-2011, 2011-2012, en 2012-2013 waren voor de PIR registraties voor Enexis achtereenvolgens, voor aantallen cq. vermogens: 125%/145%, 313%/331%, en 174%/194%. Deze enorme stijgingen per jaar zijn voor een groot deel aan de versnelling van de afzet bij particulieren (NSR) en sterk toegenomen activiteit bij talloze andere marktspelers te danken. 2
kleine netbeheerders
Netbeheerder met, gestapeld, data voor 3 gemeentes (verschillend gekleurd), en eind 2013 in totaal ruim 2 MWp in het PIR register, verdeeld over ongeveer 600 installaties. Let op de forse versnelling van geregistreerd vermogen vanaf begin 2012, en met name in de zomer van 2013, gevolg van de toen volop "werkende" nationale subsidie regeling voor particulieren. De door mij toegevoegde gekleurde pijlen geven het volgende weer:
Duidelijk is dat de diverse "marktverstoringen" aangegeven met de vertikale pijlen op korte termijn geen al te groot effect gehad lijken te hebben bij de registratie van nieuw vermogen in het PIR register van deze kleine netbeheerder. Wel is aan het eind van de grafiek, herfst van 2013, een duidelijke afvlakking van de curves te zien: de NSR regeling was al lang door het budget heen, en de residentiële markt stortte - tijdelijk - in.
Bij deze tweede kleine netbeheerder, die eind 2013 (vertikale rode stippellijn) ongeveer 4,6 MWp in het PIR had staan volgens de doorgestuurde grafiek (NB: Y-as weergegeven in Wp geregistreerd PV-vermogen), is de ontwikkeling iets minder heftig geweest. Maar ook hier werd in de zomer van 2013 een forse sprong voorwaarts gemaakt vanwege de implementatie van beschikkingen voortkomend uit de nationale subsidie regeling. Bij deze netbeheerder werd zo'n 34% groei gerealiseerd van begin juni tm. eind augustus (dubbele rode pijl). Opvallend is dat hier in de herfst van 2013 weinig valt te merken van een "significante terugval" van de (residentieel gedomineerde) afzetmarkt, zoals in het vorige voorbeeld. En dat per 1 januari 2014 de groei verder heeft doorgezet (rode pijl rechtsboven), met zo'n 13% tm. medio april. De netbeheerder gaf begin mei 2014 in totaal een volume van zo'n 5,5 MWp op, waarbij werd geclaimd dat 95% van alle PV-installaties in hun netgebied in de betreffende PIR dataset zou staan. De grafiek eindigt op zo'n 5,2 MWp, vermenigvuldigd met 100/95 komt dit, naar boven afgerond, op genoemde 5,5 MWp. Toevoeging
maandgrafiek Enexis
Uit deze grafiek wordt duidelijk dat in 2012 de grootste toename van bijschrijvingen in het PIR voor Enexis in september-oktober plaatsvond (de nationale subsidie regeling startte 2 juli van dat jaar), waarna het niveau weer in de winter inzakte. In 2013 nam het niveau van de bijgeschreven capaciteit vanaf maart weer sterk toe, piekte het in juni, waarna stapsgewijs het niveau van de registraties terugviel nadat op 7 augustus de regeling was overtekend. In november 2013 volgde het "dieptepunt" (wat echter nog steeds op bijna vier maal het niveau van 2011 lag), in december 2013 ging de trend weer iets omhoog. Wel/niet
alles in PIR? Hoeveel
in PIR ingeschreven? Wel een waarschuwing: het gaat bij genoemde percentages volgens Netbeheer Nederland in principe om aantallen installaties. Wat vermogen betreft ligt de waarheid waarschijnlijk toch weer anders. Want ik heb al van twee netbeheerders vernomen, dat zij om nog niet duidelijk gemotiveerde reden, de grootste PV-installaties in hun netgebied niet in "hun PIR register opnemen". Onduidelijk is bovendien waar dan wel "de grens" ligt van het niet opnemen, en of dat met capaciteit van de PV-installatie heeft te maken, de gecontracteerde netcapaciteit, of anderszins. De andere netbeheerders hebben niet (meer) zo'n curieuze uitzonderingspositie, en hebben die grote installaties wel opgenomen in hun deelregisters. Maar het is duidelijk dat hier een probleem rijst, als we het over "het" PIR register hebben. Hoeveel vermogen van niet in dat register opgenomen "grote" installaties missen we eigenlijk, bovenop het al langer gesignaleerde, en ook qua omvang niet bekende vermogen aan - meestal residentiële - systemen, wat nooit is ingeschreven in dat register? Ik heb in ieder geval al gezien dat de grootste installatie van Nederland, 2,3 MWp Floriade dak, niet in het PIR dossier van Klimaatmonitor is vertegenwoordigd, omdat het "buurt" gebied waarin het ligt veel te weinig capaciteit weergeeft. Ook al zien we een duidelijke "convergentie" van de curves met vermogens voor "PIR register", "Klimaatmonitor totaal", resp. "CBS cijfers" (grafiek in artikel van 26 mei jl.), gezien de "steilte" van de convergerende lijnen, en de blijvende onzekerheden rond alle registraties (inclusief die voor het CBS), moeten we voorzichtig blijven al te harde conclusies te verbinden aan de opgegeven datasets. Al is het wel zo dat ondertussen alle data opgaves kwalitatief bezien stapsgewijs steeds beter worden, en dat er sneller actuelere cijfers bekend worden gemaakt. We mogen dus hopen dat met name in het "dossier verzamelpunt" Klimaatmonitor de "statistische waarheid" steeds dichter zal worden benaderd. Presentatie
Polder PV on-line Een kwestie van maanden: Op naar 1 GW solar in NL (video presentatie bijdrage Polder PV op The Solar Future NL VI, 26 mei 2014) PV in NL vanaf 2013 updates reeds gepubliceerd:
7 juni 2014: Krap aan nieuw vermogens-record Duitsland op 6 juni. Met de laatst beschikbare data van het briljante, in Nederland geen enkele equivalent kennende Transparency.eex.com platform in Duitsland, is er waarschijnlijk weer een nieuw vermogensrecord gesneuveld met zonne-energie. Al zal dat ongetwijfeld, bij gunstige condities, binnenkort weer verbroken gaan worden. Om 1 uur 's middags, vrijdag 6 juni 2014, werd een gemiddelde kwartierwaarde voor AC output van zonnestroom vermogen genoteerd van 24.243,7 megawatt. Als we de laatste vier kwartierwaarden middelen op die dag, viel een half uur later de hoogste uurwaarde (gemiddelde van laatste 4 kwartier waarden): 24.228,4 MW. Ik heb de gegevens van Transparency gebruikt om een eigen grafiek te maken:
De vier "laagst" gelegen curves met diamantjes geven de vermogens-output per kwartierwaarde bij de vier hoogspannings-netbeheerders (ÜNBs) weer. Van onder naar boven TransnetBW (paars, piekend op 3.583 MW om 12:30), 50Hertz (blauw, piekend op 5.383 MW om 12:45), Amprion (bruin, piekend op 6.002 MW om 13:30), resp. de onder het Nederlandse Ministerie van Financiën vallende Duitse TenneT dochter (groen, piekend op 9.329 MW om 13:15). Alleen al uit deze "licht ten opzichte van elkaar verschoven maxima" wordt duidelijk dat er "veerkracht" zit in het systeem, omdat nooit op exact hetzelfde moment het hele land naar absurd hoge zonnestroom output waarden zal "pieken". Zelfs niet bij volstrekt onbewolkt weer. De vier curves bij elkaar opgeteld geeft het totaal aan kwartierwaarden voor het hele land, weergegeven in de rode curve met rondjes als datapunten. Deze piekt naar het voorlopig vastgestelde maximum van 24.243,7 megawatt op de kwartierwaarde van 13:00. Als we de tabel gegevens bekijken van die "absolute gemiddelde kwartierwaarden"*, zien we dat in Duitsland op 6 juni minimaal 5 uur lang (10:30 tm. 15:30) de zonnestroom output boven de 20 gigawatt AC power heeft gelegen (felgele strook in tabel), zoals in onderstaande screendump zichtbaar wordt gemaakt:
Als we van vier opeenvolgende kwartierwaarden in de rode curve het gemiddelde nemen, komen we op een "gemiddeld uurlijks vermogen" uit. Die curve is weergegeven met oranje datapunten in de grafiek. Deze "piekt" natuurlijk iets later, om 13:30, met een maximaal vermogen van 24.228 MW. Het was op 6 juni niet een spectaculaire verbetering van het vorige record, op 17 april 2014. Toen werd 24.233,9 MW in de boeken bijgeschreven. Maar het blijft leuk om de record jacht met zonnestroom in Duitsland te blijven volgen. Vandaar deze waardige post, ook ter nagedachtenis aan een van de grote visionairen die dit alles mede heeft mogelijk gemaakt. Hermann Scheer, die Duitsland veel te vroeg voor het hiernamaals verruilde, op 14 oktober 2010. * Ik heb de data voor 6 juni een dag later van het Transparency platform gedownload. Het kan namelijk gebeuren, dat data later worden bijgesteld, dit gebeurt echter met name tijdens de dag van genoemde productie data. http://www.transparency.eex.com 7 juni 2014: Maandproductie 2014 Polder PV. Al een tijdje heeft u geen maandoverzichten van me gezien. Te drukke werkzaamheden waren daar debet aan. Vandaag een update voor dit jaar. De productie van onze PV-installatie, waarvan het oudste deel, de eerste vier Shell Solar modules, op 6 maart al veertien jaar lang in functie zijn. En die het nog steeds prima doen. In de volgende twee grafieken de maandproductie cijfers van het bijna 13 jaar lang functionerende uitgebreide systeem van 10 panelen, 1,02 kWp: Grafiek met productie resultaten van het 1,02 kWp systeem, sinds 2000. Eerste 4 modules aan het net in maart 2000, volgende 6 zonnepanelen toegevoegd in oktober 2001. Vanaf 2002 alle 10 panelen hele kalenderjaar draaiend. 2014 met dikkere lijn toegevoegd, maar omdat de grafiek inmiddels een lijnenbrei aan het worden is, ook uitgelicht in de volgende grafiek: In deze grafiek alleen het gemiddelde over alle jaren (zwarte lijn), en de nieuwe maandproductie data van het 1,02 kWp deelsysteem in 2014 (roodbruin). In januari zat die installatie iets onder het langjarige gemiddelde, in februari vrijwel gelijk, de zeer zonnige maand maart stak er ver boven uit, maar april en mei vielen weer behoorlijk tegen. Als we de stroomproductie van die eerste vijf maanden gaan bekijken, komt het jaar 2014 tot nog toe met 377 kWh voor dit deelsysteem op de 7e plaats te staan (sinds het eerste volledige kalenderjaar voor dit systeem gedeelte, 2002). Het langjarige gemiddelde van de volledig bemeten periode januari tm. mei in de kalenderjaren 2002-2014 was 384 kWh, waarmee 2014 een bescheiden 1,9% onder dat gemiddelde kwam te liggen voor dat tijdvak. Natuurlijk zit in die 13 jaar ook het extreem zonnige jaar 2013, wat in genoemde eerste vijf maanden 452 kWh productie liet zien uit de 10 oudste modules. Dat lag maar liefst 17,5% boven het gemiddelde, en heeft dat natuurlijk ook behoorlijk omhoog gehaald, zodat normale jaren later relatief "matig" t.o.v. dat gemiddelde scoren. Verder moeten we natuurlijk ook rekening houden met degradatie van onze oudste modules, maar ik heb nog niets gezien waar we ons ongerust over zouden moeten maken. Segmentatie
productie per groep april-mei
In de tabel hierboven de productie resultaten per deelgroep, gescheiden voor de maanden april en mei 2014. Het Polder PV systeem bestaat uit (chronologische volgorde van opname in systeem, grootste deel Shell Solar, elk met eigen OK4 omvormer in huis): 4x 93 Wp ZZO, 6x 108 Wp ZZO (2x in voorste rij, 4x in achterste rij), 2x 108 Wp pal zuid, resp. 2x 50 Wp Kyocera iets W. van zuid gericht. De stroom productie staat in eerste instantie in wattuur (Wh) vermeld, er achter is dat genormeerd in Wh/Wp (is hetzelfde als kWh/kWp, specifieke opbrengst in de betreffende maand). Achteraan is het verschil tussen mei en april weergegeven. Achtereenvolgens absolute verschil, en het procentuele verschil tussen mei en april. En, tenslotte in rood, het procentuele verschil als voor mei de productie gecorrigeerd wordt naar een vergelijkbare periode van 30 dagen als in april. Dan blijkt mei ongeveer 7% meer productie opgeleverd te hebben dan april 2014. Let op het wederom hoge cijfer voor de kleine, in serie op 1 OK4 aangesloten 50 Wp Kyocera modules. Die blijven opvallend goed presteren binnen onze "suboptimale" installatie (met name door lange DC kabel lengte, en relatief matig rendement hebbende, en oude, hitte-gevoelige OK4 micro-omvormers). Instraling
Valkenburg KNMI
Verbruik
energie/water
De energievretende industrie krijgt nog steeds bakken vol zogenaamde "CO2 emissie rechten" (pfffff....) toegekend door onze hyper-hypocrieten in Den Haag en Brussel. Mogen wij als spaarzame en bewust zuinig levende burgers nu eindelijk ook eens gaan "vangen", voor ons duurzame gedrag? Waar geen enkel "recht op voordeel" tegenover staat? Met dank, mede namens de mensheid die er vooral van mee "profiteert"... 5 juni 2014: Zonnestroom in NL vanaf 2013, update 4. Stand van zaken alle PV statistiek dossiers. Om een goede indruk van de ontwikkelingen van het cijfermateriaal op de Nederlandse zonnestroom markt te krijgen, houd ik al een tijd twee grafieken bij. Deze geven alle beschikbare min of meer betrouwbare cijfermateriaal weer over de evolutie van verschillende PV dossiers, zowel wat aantallen installaties betreft, als het geaccumuleerde (STC) vermogen van al die systemen. Tijdens The Solar Future NL VI heb ik het laatste exemplaar voor het vermogen getoond met het net gepubliceerde eerste CBS cijfer voor 2013. Ik toon in dit artikel beide grafieken volgens de laatst beschikbare data. Ook deze zullen over een tijdje weer achterhaald zijn, omdat nog steeds cijfers kunnen worden bijgesteld. Bijna altijd betreft dat "opwaartse" bijstellingen: meer vermogen, meer aantallen installaties dan tevoren was "vastgesteld". Aantallen installaties, evolutie in de loop van de tijd
Achtereenvolgens van rechtsonder naar linksboven getoond in deze grafiek: 3 curves in groen, die te maken hebben met de SDE, stimulerings-regeling duurzame energie. In lichtgroen de door RVO.nl uitgegeven aantallen beschikkingen (subsidie toekenningen) volgens data in Klimaatmonitor, peildatum 1 maart 2013. 10.948 stuks cumulatief eind 2012. Met de in totaal 661 uitgegeven beschikkingen voor SDE 2013 volgens RVO.nl (einddatum: 30 april 2014) zou dat het totaal aantal op 11.609 gaan brengen. Dat niveau heb ik in de grafiek weergegeven. Voor de recent gestarte SDE 2014 zijn er zelfs al 3 PV aanvragen beschikt (status 22 mei, nog niet opgenomen in grafiek). De beschikkingen voor SDE 2013-2014 zijn nog niet verwerkt in Klimaatmonitor. In groen zijn de realisaties van de SDE regelingen volgens opgave in Klimaatmonitor weergegeven, waarbij wederom een peildatum van 1 maart 2013 werd genoteerd. Deze oude cijfers zijn beslist aan een herziening toe, die zal volgen als de data door RVO worden vrijgegeven. Het laatst bekende cijfer is 9.980 gerealiseerde projecten in de Klimaatmonitor databank, eind 2012. Recentere cijfers worden daar nog niet gegeven. In donkergroen tot slot de realisaties van de SDE regelingen zoals die volgen uit een update die ik van CertiQ heb gekregen voor de TSF conferentie. Deze update is recenter dan die van RVO.nl, waar de laatste realisatie cijfers slechts bekend zijn voor ijkdatum 1 januari 2014 (pdf). De meest recente CertiQ data, die ook bijgestelde "historische" gegevens bevatten, hebben de status van 1 mei 2014. Eind 2013 zouden volgens die gegevens er al 11.123 bij CertiQ geregistreerde, gerealiseerde PV-installaties zijn ingeboekt (weergegeven in apart kadertje in de grafiek). Dat is ook het cijfer wat in het tweede (gereviseerde) voorlopige jaaroverzicht voor eind 2013 is genoemd (zie ook uitgebreide bespreking op PPV). Vanwege de problemen met de her-registraties bij CertiQ liggen de getallen daar momenteel nog steeds een stuk lager. In het 1 juni rapport werd gewag gemaakt van 10.894 PV "participanten" (zie artikel). Vervolgens in magenta de curve met twee (gereviseerde) datapunten, de bij Klimaatmonitor recent ververste resultaten voor de "nationale subsidieregeling voor particulieren", in 2012-2013. Een enorme groei gevend van 34.829 toegevoegde installaties in 2012, en een nog veel grotere hoeveelheid van 52.677 stuks in 2013, optellend tot een totaal van 87.506 PV-systemen die vanwege deze regeling zijn gerealiseerd. Dit allemaal uitsluitend (!) in de residentiële sector, bij particulieren, en in de Nederlandse geschiedenis met afstand de hoogste impact op de totale markt hebbend tot vorig jaar. Met name vanwege de enorme impact van voornoemde subsidieregeling, maar ook door alle andere activiteit in de Nederlandse markt, is de curve voor de registraties in het PIR register in de KM database (blauw) enorm omhoog gedrukt. De laatste stand van zaken geeft een toename, van 60.638 installaties geaccumuleerd, eind 2012, tot maar liefst 158.882 systemen eind 2013 te zien. Een groei van 162% in een jaar tijd. Apart weergegeven in blauw is nog een datapunt wat door Netbeheer Nederland op 23 april 2014 werd gepubliceerd met datum kenmerk 1 april 2014. 162.422 geaccumuleerde PV-installaties werden toen gerapporteerd die in het PIR register zouden staan. Die opgave ligt echter structureel lager dan het voor eind 2013 opgegeven volume in Klimaatmonitor, zie verder. Klimaatmonitor (geel) heeft nog enkele dossiers extra bovenop de PIR registraties (maar bevat nog steeds niet alle installaties in Nederland), en ligt dus boven de PIR curve. Het is de enige dataverzameling met een langjarige tijdreeks, vanaf 1999. Er zit een scherpe "knik" in de curve ter hoogte van 2011 (37.402 installaties in KM), wat alles heeft te maken met de introductie van de reeds besproken nationale subsidieregeling per 2 juli 2012. De aantallen in KM groeiden in 2012 door naar 93.580 installaties, en in 2013 versneld verder naar 176.983 systemen (groei 2011 > 2013 gemiddelde CAGR van 118%/jaar). Het hoogste getal tot nog toe gedocumenteerd gerapporteerd in Nederland. Ruim 14 en een half duizend adressen meer bevattend dan Netbeheer Nederland claimde in het PIR register te hebben (op ijkdatum 1 april 2014), 9% meer. Daarbij s.v.p. nogmaals realiseren dat ook KM niet alle PV-installaties in Nederland bevat. Andere nationale data voor de aantallen gerealiseerde PV installaties zijn er niet, CBS houdt deze niet bij omdat daar alleen ("aan eindverbruikers") verkochte volumes vermogen in MWp worden geïnventariseerd, en niet de feitelijke "eindrealisatie in de markt". Geïnstalleerd vermogen (MWp), evolutie in de loop van de tijd
Naar analogie van de bespreking van de grafiek voor de aantallen installaties hier boven, wederom van rechtsonder naar linksboven de verschillende dossiers langs lopend de volgende opmerkingen. SDE dossiers in groen. Wat de beschikkingen betreft, lichtgroen, tot en met 2012 niet zo'n spectaculair beeld, ondanks alle reuring die de SDE regeling in Den Haag heeft gegeven - en nog steeds geeft - omdat het zo'n beetje het belangrijkste "beleidsinstrument" is geworden om de EU verplichtingen op het vlak van duurzame energie in te vullen. In Klimaatmonitor is het momenteel laatste cijfer voor 2012 bekend, leidend tot een accumulatie van 114,3 MWp aan beschikt vermogen. Hierin zit ook het totale beschikte vermogen voor SDE 2012 verwerkt, ruim 17 MWp (eindstand 10 dec. 2012 110 projecten, 256 GWh over 15 jaar, wat "terug rekent" naar ruim 17 MWp beschikt vermogen). Echter, SDE 2013 is inmiddels (30 april 2014) ook "vol beschikt", en gaat aan het genoemde KM totaal nog eens een aanzienlijk vermogen van maar liefst 133 MWp toevoegen. Waarmee een flinke knik omhoog in de betreffende lichtgroene curve zichtbaar wordt, leidend tot een totaal beschikt vermogen (tm. SDE 2013) van ruim 247 MWp voor alle SDE regelingen (excl. SDE 2014). Bij de vastgestelde realisaties van de SDE beschikkingen blijft het beeld vooralsnog behoorlijk somber. Het minste volume is tot nog toe te vinden in het KM overzicht met de cijfers van RVO.nl op peildatum 1 maart 2013, eind 2013 optellend tot slechts 56,1 MWp (groen). RVO zelf (opvolger van Agentschap NL) heeft al een tijdje op de eigen website een overzichtje met "realisaties" staan met peildatum 1 januari 2014, die optellen tot een SDE/SDE+ vermogen van 68,1 MWp (grasgroen). Tot slot is in de update die CertiQ mij begin mei dit jaar heeft gestuurd nog het bijgestelde volume tot en met eind 2013 weergegeven in donkergroen. Dit is het vermogen aan SDE plus oude, nog bij CertiQ geregistreerde MEP installaties. Eind 2013 zou dat volume op een niveau van 90,5 MWp hebben gelegen. Daar moet nog de 12,3 MWp MEP installaties van afgetrokken worden die eind maart 2008 nog als zodanig in de CertiQ boeken stonden (vlak voordat SDE 2008 werd opgestart). Dan houd je voor SDE volgens CertiQ in theorie nog zo'n 78,2 MWp aan geaccumuleerde gerealiseerde capaciteit over. Echter, er is een complex proces van her-registraties gaande bij deze TenneT dochter, en het kan best enkele MWp meer gaan worden, eind 2013. Ook zijn er al eerste cijfers van CertiQ voor 2014 beschikbaar, maar ook daarbij moet een voorbehoud worden gemaakt vanwege de nog voortdurende her-registraties. Het aantal geregistreerde inschrijvingen is nog steeds niet op het (tot nog toe maximale) niveau van november 2013 terug gekeerd. Wel is de accumulatie van PV-capaciteit fors gestegen, waarschijnlijk vanwege inschrijving van enkele nieuwe, grote(re) SDE projecten. In het 1 juni rapport van CertiQ stond 92,318 MWp aan vermogen geregistreerd, 2% meer dan de hierboven gemelde 90,5 MWp. Vervolgens zien we de magenta curve voor de nationale subsidieregeling voor particulieren, die van 101,8 MWp eind 2012 explosief is gestegen naar een accumulatie van 271,9 MWp eind 2013 door toevoeging van 170,1 MWp vermogen in 2013. Voor details van de cijfers voor genoemde regeling zie bericht van 30 mei 2014. Vermogen
in PIR, en KM Echter, het KM/PIR cijfer voor 2012 moet ook met de nodige prudentie "gelezen" worden: de officiële CBS opgave van 365 MWp eind van dat jaar ligt namelijk extreem ver boven de (KM) opgave voor het PIR van ruim 211 MWp voor hetzelfde tijdsframe, 73% hoger. De vraag is of er in die oudere data niet alsnog sluimerende, doch grote "fouten" blijken te zitten, met name wat de exacte datering van gerealiseerde installaties betreft... Rechts naast de blauwe curve staat ook als blauw diamantje de laatste opgave van Netbeheer Nederland die, vreemd genoeg, per 1 april 2014 nog steeds claimde "maar" 651 MWp te hebben staan in hun (versie van het) PIR register. Hier zit dus een van de vele nog openstaande "vraagtekens": was het de actuele situatie op 1 april 2014, of bedoelde NN toch eind 2013 met die opgave? Vervolgens zien we de gele curve van Klimaatmonitor opdoemen, waar PIR onderdeel van is, en met de paar extra dossiers "ontdubbeld en wel" (op 6 cijferige/letterige postcode) vanaf 1999 een (bijna) continue reeks waarden laat zien met explosieve ontwikkeling sinds 2012. Het vermogen in KM groeide van 121,4 MWp in 2011 naar - voorlopig - 680,4 MWp eind 2013, een CAGR groei van 137% per jaar gemiddeld (2012-2013). Vermogen
bij CBS De CBS curve ligt (natuurlijk) boven alle andere inclusief die van Klimaatmonitor, en vertoont met de eerste cijfers voor 2013 (zie artikel 26 mei 2014) vrijwel dezelfde extreme stijging sinds de jaarcijfers voor 2012. Gaf CBS voor 2011 nog slechts ongeveer 145 MWp op, is dat bij de eerste opgave voor 2013 al 722 MWp geworden, vijf maal zo veel vermogen, in 2 jaar tijd (360 nieuwbouw, zie ook prognosewaaier 2013). Een CAGR van 123%/jaar gemiddeld (2012-2013). Opvallend is dat, waar de KM curve (geel) een "knik" vertoont (2012), de curve van de CBS data bijna rechtlijnig verder loopt in de periode 2012-2013. De drie curves PIR (KM), KM (totaal) resp. CBS vertonen nu een opmerkelijke convergentie, wat er op lijkt te duiden dat de dossiers "naar elkaar toe groeien". Echter, nog steeds is het zo dat eind 2013 er een verschil is van bijna 71 MWp tussen CBS en PIR (volgens KM), een niet onaanzienlijk volume (zo'n 284.000 moderne modules). Bovendien moet hierbij worden gezegd dat, als er database en/of aanname fouten zitten in een van de drie curves, bij het zeer steile verloop ervan een fors verschil in eindresultaat (accumulatie eind 2013) valt te verwachten. Dus ook hier blijven oppassen met al te harde conclusies. Duidelijk blijft de conclusie uit de hier boven getoonde grafiek de trend: CBS > KM (totaal) > PIR, al worden de verschillen tussen de drie "datasets" kleiner. Op basis van 722 MWp vermogen eind 2013 (CBS), en een bevolkingsgrootte van 16.827.775 mensen op 1 jan. 2014 (voorlopig cijfer CBS StatLine), was er toen bijna 43 Wp vermogen per Nederlander aanwezig in ons land. Dat is nog steeds minder dan alle omringende landen (kom ik nog op terug). Momentopname PV in NL vanaf 2013 updates reeds gepubliceerd:
CertiQ
(statistische overzichten) 4 juni 2014: CertiQ update mei 2014: mixed results... Ook de laatste update van CertiQ - met gecertificeerde capaciteitsuitbouw van installaties die energie (elektriciteit) uit hernieuwbare bronnen opwekken - moet met "gemengde gevoelens" worden verwelkomd. De geaccumuleerde capaciteit voor aldaar geregistreerde PV-installaties met bruto productie meting is t.o.v. april 2014 met maar liefst 3,853 MWp toegenomen, en geeft daarmee eindelijk weer een forse schwung aan het volume. Want dat was sinds de november 2013 update gedaald vanwege de kennelijke noodzaak tot "herinschrijving" van de bij CertiQ geregistreerde systemen. Zelfs het aantal geregistreerde systemen is met een aardige hoeveelheid van 77 stuks gegroeid. Echter, het november 2013 volume van 11.088 installaties is nog steeds niet ingehaald na de diepe "post-november-dip": eind mei 2014 staan er bij CertiQ 10.894 PV "participanten" geregistreerd. Dus er is nog steeds een en ander in te halen, kennelijk wil het nog niet echt vlotten met het 100 procent "terug in het register" krijgen van automatisch "er uit gevallen" installaties/participanten. Het gevolg van die typische ambtelijke ellende is in de grafieken terug te zien als een opvallende "dip" in de registraties. Ik toon hier onder drie bijgewerkte grafieken waar de vreemde "aberratie" in de registraties is terug te zien. In bovenstaande grafiek in geel de accumulatie van bij CertiQ geregistreerde "participanten" met gecertificeerde PV-installaties. Let op de dip, rond de jaarwisseling 2013-2014. Eerder in 2005 is ook al zoiets voorgekomen ("een partij die de nodige installaties had uitgeschreven uit de CertiQ registratie"). In rood de wijziging in aantallen PV participanten t.o.v. de vorig maand. Duidelijk is de enorme wipkip zaagtand van de grafiek te zien van de laatste maanden. Dit kan verklaard worden doordat er een combinatie is opgetreden van "stelselmatig uit het register verwijderde, met revisie van de registratie geconfronteerde participanten" en gelijktijdig nieuwe inschrijvingen van SDE instappers, cq. stapsgewijze "herinschrijvingen" van al langer bestaande MEP of SDE installaties... Al met al blijft ook duidelijk: onder de SDE(+) regeling is het maximum gehaalde niveau van zo'n 400 nieuwe participanten voor PV-projecten per maand (2010-2011) voorgoed historie. Er kunnen alleen "grotere" projecten instappen, en daarvan zullen er nooit onder de huidige regeling "honderden per maand" gerealiseerd gaan worden. Je mag blij zijn dat het er "een paar honderd in een jaar" gaan worden. SDE 2013 heeft inmiddels - in 391 dagen tijd (!) 661 positief beschikte aanvragen voor (grotere) PV-projecten opgeleverd. 133 MWp aan beschikt vermogen (gemiddeld ruim 200 kWp per systeem). Waarvan we gaan hopen dat het ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd (tijd die er voor staat: 3 jaar vanaf datum beschikking). Zie ook details over de stand van zaken bij de aanvragen voor PV binnen SDE 2013 hier. In deze tweede grafiek toon ik in meer detail de trend van de aantallen nieuw ingeschreven participanten met PV installaties bij CertiQ, vanaf januari 2010 (pas toen begonnen de eerste SDE regelingen een beetje interessante "activiteit" bij de CertiQ registraties te vertonen). Ook hier zeer duidelijk de enorme fluctuaties in de gedocumenteerde aantallen registraties per maand rond de jaarwisseling van 2013-2014. Een record "verlies" van 449 participanten in januari 2014, enkele oplevingen in de volgende twee maanden, wederom netto "verlies" in het april rapport. En hopelijk vanaf de mei (2014) rapportage eindelijk weer definitief (?) een positieve trend. Ter vergelijking: mei 2011 heeft het record aantal bijschrijvingen in een maand te pakken: 412 stuks. Dat valt natuurlijk in het niet bij de enorme aanwas van alle andere PV-installaties, die compleet buiten het "zicht" van TenneT dochter CertiQ blijft. Enexis meldde in 2012 een gemiddelde maandgroei van 1.786 (vaak kleine, residentiële) PV-installaties in het PIR register, in 2013 lag dat zelfs op gemiddeld 2.536 nieuwe PV-systemen per maand (hier kom ik nog op terug). In deze laatste CertiQ maandrapport grafiek heb ik de nieuw gerapporteerde vermogens van de toegevoegde registraties van PV-systemen bij deze onder het Ministerie van Financiën vallende organisatie weergegeven. Per maand staan de jaren waar die vermogens van zijn gepubliceerd gebroederlijk naast elkaar (2010-2014). Ook daarbij komen "negatieve groeicijfers" voor. Maar sinds februari 2014 is er positieve groei per maand, wat in het mei rapport van CertiQ tot een opvallend hoog cijfer leidde: 3,85 MWp. Ik vermoed dat dit het resultaat is van nieuwe SDE projecten van forse omvang die zijn toegevoegd aan het register. Residentiële installaties zijn de facto sinds de SDE+ 2011 regeling niet meer mogelijk (minimum projectgrootte 15 kWp, sinds SDE 2013 uitsluitend nog projecten achter een grootverbruikers-aansluiting, groter dan 3x 80 ampère). In totaal staat er nu eind mei 2014 nog steeds "maar" een volume van 92,318 MWp MEP + SDE vermogen geregistreerd bij CertiQ (het grootste gedeelte betreft SDE installs). Zelfs als we er van uitgaan dat er nog wat "opnieuw in te schrijven" vermogen bij moet worden geteld, genoemde hoeveelheid is slechts een scharrige 13% van het totale eindejaars-volume van 722 MWp, eind 2013, wat CBS vlak voor The Solar Future conferentie heeft gepubliceerd als "accumulatie" voor heel Nederland. Inmiddels zijn er natuurlijk alweer heel wat megawattjes bijgeplaatst, dus het aandeel CertiQ op het totaal ligt er nog een stuk onder, en gaat mogelijk zelfs al in de richting van de 10-11 procent van het totaal. Het is maar dat u het weet... http://www.certiq.nl/pages/overcertiq/publicaties/statistische-overzichten 3 juni 2014: Zonnestroom in NL vanaf 2013, update 3. Inkoopacties PV-systemen in Nederland. In mijn derde update n.a.v. mijn voordracht voor The Solar Future van 27 mei een fenomeen waar ik me al een tijd intensief mee bezig houdt. Inkoopacties van zonnepanelen. Ik houd daartoe al een paar jaar een omvangrijke inventarisatie bij in de vorm van een detail-rijke lijst op Polder PV (hier). Allerlei andersoortige "ontzorg" initiatieven die meer in de sfeer liggen van lease, huur, "zonnepanelen op vreemd dak" e.d. heb ik verplaatst naar een tweede pagina (hier). Duidelijk is geworden dat het veelkoppige "fenomeen" inkoopacties van zonnepanelen nog niet van de chaotische Nederlandse zonnestroom markt zal verdwijnen. Sommige organisaties zijn aan een eerste, tweede, tot zelfs al vijfde vervolg bezig. Recent werd alweer een nieuw initiatief opgezet, "Energie werkt op Schouwen-Duiveland", al is daar nog geen website van bekend (artikel PZC, 30 mei 2014). Mogelijk wordt daar in ondernemers-verband iets in de richting van gezamenlijke inkoop van zonnepanelen in het leven geroepen, waarbij werkelozen ingezet zouden kunnen worden bij de installatie werkzaamheden. Voor The Solar Future heb ik een poging gedaan om e.e.a. te kwantificeren rond het "fenomeen" zonnepanelen inkoop acties sec (dus exclusief de diverse lease-achtige constructies, waar weinig cijfers van bekend zijn). En heb ik daarbij wat zaken getalsmatig op een rij gezet.
Reacties
In november 2013 was er een Petitie, die uiteindelijk 865 handtekeningen opleverde. Deze lokte o.a. een reactie uit van Gemeente Heerhugowaard die i.s.m. project "trekker" iChoosr een weerwoord plaatste (11 dec. 2013). Een substantieel vervolg kreeg genoemde petitie niet. SolarMagazine organiseerde in maart 2014 een ronde tafel overleg, waarbij de pros en cons van inkoopacties werden gewogen, en er wat van de ontstane kou uit de lucht werd gehaald. Zie Solar Magazine maart 2014: pp. 14-17 (pdf). Grootste actie
verzameling: iChoosr "Samenzonneenergie" actie programma van iChoosr, status 9 apr. 2014:
Met alle 6 reeds afgeronde of nog lopende acties is de stand van zaken voor "Samenzonneenergie" op 9 april jl. samen te vatten in onderstaande grafiek: In 2012 (blauw) was het niveau nog zeer bescheiden, met 420 verkochte installaties en een vermogen van 838 kWp. Dat nam al explosief toe tot een volume van 4.347 nieuw gecontracteerde installaties met 10,175 MWp in 2013 (bruinrood). In 2014 werd er nog een flinke schep bovenop gedaan, met in totaal 4.918 installaties en 13,663 MWp gecontracteerde installaties. Daarvan was op ijkdatum 9 april 2014 nog bijna 8,6 MWp (zo'n 3.000 installaties, gearceerd) te plaatsen. Dat volume zou voor juli moeten zijn geïnstalleerd. Duidelijk is dat niemand om deze partij heen zal kunnen. Een partij die zeer serieus met de materie bezig is (zie daarvoor o.a. het document "Voorwaarden Producten en Werkzaamheden"). En die verder zal gaan daar waar ze kansen ziet liggen. Ondertussen is er zelfs op 2 juni een deel-traject begonnen in België, waarbij nota bene Provincie Antwerpen de groepsaankoop organiseert. Op dit moment zouden er al 446 vrijblijvende inschrijvingen zijn volgens de site van de provincie. De actiesite vindt u onder deze link. Het ziet er dus naar uit dat de PV-markt in en buiten Nederland voorlopig nog wel met het fenomeen "inkoopacties van zonnestroomsystemen" geconfronteerd zal blijven worden. PV in NL vanaf 2013 updates reeds gepubliceerd:
Inkoopacties
in detail op Polder PV http://www.asisearch.nl
(website van Anne-Marieke Schwenke met diverse rapportages over de sociale
dimensie van energiecoöperaties, inclusief door hen georganiseerde
inkoopacties) Zonne-energiebranche
start petitie tegen gemeentelijke inkoopacties (Energiebusiness.nl,
5 dec. 2013) 3 juni 2014: Drukke fenix SolarNRG gaat onverstoorbaar verder... De kort geleden door een enorme brand op de nieuwe lokatie in Poeldijk bedreigde, al sinds 2003 actieve Zuid-Hollandse PV-onderneming SolarNRG lijkt weinig te hebben overgehouden aan die hoge impact hebbende gebeurtenis, die 4e mei. Het bedrijf werd na die vreselijke brand in no-time met vereende krachten door talloze opgeroepen hulptroepen schoongeveegd, met warmtekanonnen gedroogd, en weer op orde gebracht. Waarna de zaken binnen no-time weer konden worden gecontinueerd. 2e iChoosr
inkoopactie Zuid-Holland In totaal is er een hoeveelheid STC module vermogen van 4,95 MWp in deze ronde verkocht, wat inhoudt dat er gemiddeld 2,79 kWp per gecontracteerd huishouden is geplaatst. Geclaimd wordt dat met deze deelactie een jaarlijkse CO2 reductie zou worden bereikt van ruim 2.500 ton, als alle modules komend jaar (2015) een volledig kalenderjaar zullen draaien. iChoosr rekent voor west Nederland met een "omrekenfactor van 0,9", waarmee ze hoogstwaarschijnlijk bedoelen dat ze uitgaan van een gemiddeld haalbare specifieke opbrengst van 900 kWh/kWp.jaar. Met genoemde 4,95 MWp kom je dan op een volgens iChoosr haalbare opbrengst van 4,455 GWh/jaar (curieus voor een specialist als SolarNRG werd dat in hun bericht foutief uitgedrukt als "vermogen kWh bijna 4,5 MW"...). Uitgaande van de claim "ruim 2.500 ton CO2eq. reductie per jaar" zou er dan zijn gerekend met 561 gram "vermeden" CO2eq. per kWh opgewekte zonnestroom. In het al lang verouderde Protocol Monitoring van AgNL (update 2010) werd voor het ijkjaar 2008 nog met 608 gram CO2eq./kWh gerekend als de stroom bij de eindverbruiker (met aftrek net/systeemverliezen) zou worden afgeleverd. http://www.solarnrg.nl/nieuws/eindstand-samenzonneenergie-sze (3 juni 2014) 3 juni 2014: SolarNRG en Zonnegrond®. Een tweede bericht is extra byzonder. Het gaat om de o.a. op Twitter "besproken" vrije veld installatie die door het nieuwe initiatief Zonnegrond in Langedijk (NH) gepland was op het geflopte geplande bedrijventerrein Breekland. Ondanks de door sommigen "ter discussie" staande business-case (met deels veel te zonnig voorgestelde aannames), gaat dat park er kennelijk gewoon komen. En de uitvoerder van het fraais is, u had het al geraden, SolarNRG. Sterker nog, het bedrijf claimt dat ze kennelijk meer opdrachten zouden kunnen gaan verwerven van dit o.a. uit de grondspeculatie voortgekomen gelegenheidscollectief. Binnen de huidige "coalitie" werken momenteel partijen samen als Klaver Makelaardij B.V., professioneel grond speculant HollandsGrond B.V., project ontwikkelaar Green Innovations B.V. (Zaandam), het al enige tijd bekende investeringsfonds Meewind (Haarlem, Stichting Bewaarder Meewind Fonds(en) in Amsterdam; Seawind Capital Partners B.V. / Beheerder Meewind in Heemstede), een verder onbekende partner "Regionaal Duurzaam" (?), en New Talent Group (Heerhugowaard). De in eerste instantie vermelde bedrijven Energy 2020 B.V. (Susteren) en het van diverse buitenlandse projecten (met name moederland België) bekende Sunprojects B.V. (Amstelveen) zijn niet meer als partner vermeld op de website van Zonnegrond (staan echter nog wel in het oorspronkelijke bericht vermeld). Meewind stond (nog) niet in het lijstje in de FAQ, vandaag.
Breekland zou volgens de berichtgeving van SolarNRG minimaal 5.500 zonnepanelen gaan krijgen op 2 hectare, daar waar Zonnegrond zelf het over 6.000 modules heeft (bericht, met claim dat op 1 maart 2014 al 1.000 modules verkocht zouden zijn). Er wordt in de FAQ over modules van 250 Wp gesproken, wat inhoudt dat het eerste project minimaal 1.375 kWp groot zou moeten worden (nog een fors stuk kleiner dan het al jaren bestaande 1,8 MWp Azewijn amorf-Si dunnelaag park in Gelderland). SolarNRG stelt dat er polykristallijne 250 Wp panelen gebruikt gaan worden van de zeer actieve (op Solar Solutions marketing prijs winnende) "Nederlandse fabrikant" Orange Solar uit Bergen op Zoom. Die verhandelt modules waarvan nog steeds niet duidelijk is waar ze precies worden gemaakt, en waar de zonnecellen vandaan komen (geheim van de smid?). Ik heb datasheets van Orange Solar met, op dat vlak, zowel onbenoemde als kennelijk "made in Europe" panelen van de fabrikant (toevoeging "EU" achter module type naam). Wat nog steeds kan betekenen dat de modules (voor het grootste deel) "elders" in Europa in elkaar worden gezet (met mogelijk zelfs Aziatische cellen). Wat verder helemaal geen "probleem" hoeft te zijn, als de hardware maar in orde is. Voor de inverters zijn door SolarNRG dikke SMA Sunny Tripower 20000TL EE10 omvormers gekozen, het bekendste - Duitse - merk. De te bouwen vrijeveld installatie zou volgens SolarNRG 1,36 GWh/jaar moeten gaan produceren (Zonnegrond stelde in hun FAQ 1,35 GWh), waarbij er dus met een specifieke opbrengst zou worden gerekend die in de buurt komt van zo'n 990 kWh/kWp.jaar. Bij afwezigheid van beschaduwing is dat in Noord-Holland zonder meer haalbaar bij goede hardware en systeemuitleg: Schiphol 437 kWp vrijeveld installatie, minder gunstig gelegen dan Langedijk, haalde in 2013 met in 2012 opgeleverde, ouder ("achterhaalde") type modules van het twee maal gefailleerde Scheuten al 1.058 kWh/kWp.jaar (1.051 bij eerdere berekening met afgeronde projectgrootte 440 kWp). Het park zou - vanwege de gewilde "postcoderoos" constructie ("verlaagd belastingtarief" voor coöperatie leden) - opgeknipt worden in kavels van minimaal 25 vierkante meter, wat zou neerkomen op een minimum claim van zo'n 8 modules per klant. Er is voorzover ik kan beoordelen geen bemoeienis van AFM in de opgetuigde constructie. Op de website van partner Hollandsch Grond staat zelfs een expliciete disclaimer vermeld, "U belegt buiten AFM-toezicht. Geen vergunningsplicht voor deze activiteit". Er moet voor een perceel van 50 m² 95 Euro per jaar aan grondhuur worden betaald (vaste bijdrage), en 65 Euro per jaar aan servicekosten, te corrigeren met de inflatie per jaar (volgens CBS data). Diverse aannames worden bestreden, zoals een beloofd financieel rendement van maar liefst 10,6%. Per jaar (!). Zonder afschrijvingen. Met afschrijving zou het rendement 5,6%/jaar zijn, "conservatief gerekend"... Partner Greeninnovations heeft op hun website een claim staan dat de "energieprijs" 7% per jaar zou stijgen. Dat is klinkklare nonsens (Vattenfall grijs/continu variabel 2002-2014_I: 2,33%/jaar, sterk afvlakkende trend, vooruitzichten komende jaren: flat-rate). Ook wordt in de FAQ gesuggereerd dat bij "overschot" (meer productie van perceel in het zonnepark dan er thuis wordt verbruikt) de energieleverancier een ("redelijke") vergoeding van maar liefst 7-9 Eurocent/kWh zou uitbetalen. Ik ben zeer benieuwd welke leverancier dat onder een postcoderoos constructie gaat faciliteren (zelfs al wordt terecht gesteld dat er maximaal 10.000 kWh mag worden "gesaldeerd")... Voor het project is inmiddels al een "Coöperatieve vereniging Zonnegrond 1724 U.A." bij de Kamer van Koophandel aangemeld (nodig voor de postcoderoos case), evenals een Zonnegrond 1724 B.V onder een ander KvK nummer. Het cijfer verwijst naar het hart van het betreffende postcode gebied, waar bedrijventerrein Breekland in ligt (westelijk van het Noord-Hollandse Oudkarspel). Greenchoice wordt genoemd als "opkoper" van de door het Zonnegrond project gegenereerde stroom (Energeia vandaag: "leveringsovereenkomst gesloten"). Onduidelijk is of deze leverancier "de enige" (unieke) partij is waarmee die samenwerking wordt aangegaan, of dat potentiële klanten van de grond aandelen vrij blijven in hun leverancierskeuze. Rol aannemer
en uitvoerende partij De initiatiefnemers van Zonnegrond® hebben de ambitie uitgesproken dat er maar liefst 70 hectare "zonnegrond" in Noord-Holland ontwikkeld zou moeten gaan worden volgens een vergelijkbaar concept. Dus we kunnen nog het nodige gaan verwachten... Zonnegrond
bouwt eerste 'solar plant' op Breekland in Langedijk (18 dec. 2013,
Dichtbij.nl) "Start-up Zonnegrond hoopt twee PV-kneusjes om te toveren tot gouden duo" (bijna tegelijk met mijn artikel verschenen stuk van David Duijnmayer, 3 juni 2014, op Energeia. "Een hectare is eigenlijk wel het minimum om het interessant te maken" vlg. citaat CEO Verschoor van Zonnegrond), verscheen later tevens in FD.nl (6 juni 2014). 2 juni 2014: Zonnestroom in NL vanaf 2013, update 2. Prognosewaaier 2013. In de tweede update n.a.v. The Solar Future bijdrage ga ik in op de prognoses die in de loop van de tijd zijn gedaan voor de nieuwbouw in 2013, en de pas 1 dag voor de conferentie gepubliceerde eerste CBS cijfers voor dat jaar. Prognosewaaier
2013
In bovenstaande grafiek, die de nieuwbouw aan PV-capaciteit per jaar voorstelt in ons land, de volgende aspecten. In de rode curve, helemaal onderaan, de laatst bekende cijfers voor de historische ontwikkeling van bij CertiQ ingeschreven PV capaciteit (gecertificeerde projecten, fysiek gerealiseerde MEP en SDE beschikkingen). Deze heb ik wederom bij CertiQ opgevraagd en gekregen (grote dank), details daarvan zal ik nog uitwerken. Duidelijk is te zien dat de groei marginaal is geweest voor de SDE sinds 2008. De laatst bekende voorlopige cijfers voor de nieuwbouw in 2013 zijn zelfs dramatisch slecht: slechts 14,3 MWp (kan echter door problemen met her-registraties nog bijgeplust worden, ik voorzie echter niet veel). In de groene curve de groei voor de totale nieuwbouw per jaar in Nederland volgens de officiële (laatste) CBS cijfers, tot en met 2012. De vertikale dubbele groene pijl geeft de reikwijdte (spread) van de vorig jaar door mij geïnventariseerde prognosewaaier voor de nieuwbouw in het jaar 2012 weer (zie power point presentatie, dia 12). Het eerste cijfer van het CBS, 195 MWp (gepubliceerd in de vroege ochtend van 23 mei 2013, dia 21 in dezelfde presentatie) lag slechts iets onder het hoogste getal in die "waaier" (mijn "max" destijds van 200 MWp). Maar het werd nog eens flink bijgeplust in de CBS update van 18 november 2013, tot 220 MWp. Dat laatste punt is de basis voor de nieuwe "prognosewaaier" voor 2013 geworden in bovenstaande grafiek, zie volgende paragraaf. In de inset in geel de grafiek die ontstaat door het verschil te nemen tussen de uiteindelijke curve gebaseerd op de laatste CBS cijfers (groen, incl. eerste cijfer voor 2013, 360 MWp, in rood kadertje) en de CertiQ curve (rood). Dit is de "niet-gecertificeerde" (nieuwe) capaciteit die nergens bij TenneT dochter CertiQ staat geregistreerd, en wat altijd al in ons land het grootste, dominante deel van de totale markt betreft. Het CertiQ aandeel (wat nieuwbouw betreft: volume voortkomend uit de SDE regelingen) is in 2013 terug gevallen naar minder dan 4% van de nieuwbouw, met de laatst mij ter beschikking staande cijfers. Enorme
spreiding verwachtingen Bijgestelde
scenario's Polder PV De branche organisatie Holland Solar heeft - voor zover ik kon traceren - géén opgave gedaan voor de nieuwbouw in 2013, en is dus niet terug te vinden in de lijst met afschattingen. Voor het jaar 2012 werden door de branche-organisatie nog drie maal pogingen gedaan, maar alle drie de schattingen bleken uiteindelijk veel te laag te zijn gezien de ook toen al - zelfs voor vele insiders - verrassende nieuwe cijfers van CBS. Enkele
"highlights" (1) "200 MWp" groei in 2013 (magenta) zou zijn voorspeld door Josefin Berg van het wereldvermaarde analisten bureau IHS / iSuppli, volgens een citaat in Groene Courant van 6 februari 2014. Afgezien van grote slordigheden met de getallen (optellingen kloppen voor geen meter op basis van de toen al lang bekende eindejaars-capaciteit van CBS voor 2012, 365 MWp) zou, als de uitspraak correct is geciteerd, deze schatting extreem afwijken van het uiteindelijk - in eerste instantie - door CBS vastgestelde nieuwbouw cijfer: 44% te laag! Ook Berg's claim dat begin februari 2014 er "500 megawatt aan zonne-energie geïnstalleerd" zou zijn is niet alleen semantisch incorrect ("energie" staat immers niet gelijk aan "geïnstalleerde capaciteit"). Maar slaat ook op het vlak van feiten de plank enorm mis. Want CBS heeft op 26 mei 2014 voor het eerst ook een eindejaarsvolume voor 2013 gepubliceerd: 722 MWp. Indien correct geciteerd, zat Berg van top-analisten bureau IHS daar dus ook alweer een forse 31 procent onder! Ook volgt daaruit dat de claim "eind 2014 800 megawatt" zou zijn opgesteld naar het land van de zonnefabelen kan worden verwezen. Want dat zou betekenen dat er dit jaar slechts 78 MWp zou worden bijgeplaatst, wat waarschijnlijk al het minimale volume kan zijn geweest in het eerste kwartaal... Waarmee ik dus maar even wil zeggen dat zelfs beroemde analisten bureaus maar weinig lijken te begrijpen van de dynamiek van de Nederlandse markt. En dat u derhalve altijd op uw quivive moet zijn als dergelijke cijfers de ether in worden geslingerd zonder enige substantiële onderbouwing. Helaas werden de geciteerde cijfers van Berg recent in een stukje in het Algemeen Dagblad (30 mei 2014, enkele dagen nadat CBS al met een veel hoger cijfer was gekomen) blind gekopieerd, en werd zelfs de onzin van "200 megawatt nieuwbouw in 2013" weer aangehaald... (2) "335 MWp" (magenta) was mijn (Polder PV's) nieuwe "midden-scenario" schatting, zie overwegingen hierboven. (3) "450 MWp" (magenta) volgt uit de overwegingen van sommige (niet alle!) netbeheerders dat er mogelijk tussen de 80 en 90 procent van het totaal aan opgestelde PV-capaciteit in Nederland in het PIR register zou staan, bijgehouden i.s.m. EDSN (voor claim zie o.a. citaat woordvoerder Netbeheer Nederland in de Gelderlander). Als je het "ergste" scenario, 80% zou aannemen, en het laatst bekende cijfer in het PIR register neemt (651 MWp volgens Klimaatmonitor / Netbeheer NL), zou daaruit "moeten" volgen dat verondersteld wordt dat het totale geaccumuleerde volume eind 2013 op een niveau van zo'n 814 MWp gelegen had moeten hebben. En dat uit de eindejaars-accumulatie van 365 MWp in 2012 (CBS) een nieuwbouw van bijna 450 MWp "zou moeten volgen" voor 2013. Gezien het eerste officiële CBS cijfer voor die nieuwbouw (360 MWp), lijkt genoemde veronderstelling "80% van totaal volume in PIR" vooralsnog te pessimistisch gedacht (tenzij er nog forse wijzigingen in de CBS cijfers gaan komen). (4) "600 MWp" (magenta), een claim al bijna een jaar geleden gedaan door de Nederlandse België analist Gerrit Jan Schaefer werkzaam voor VITO, op Twitter, in de volgende bewoordingen: "Zou Nederland in 2013 meer installeren dan België? In 2012 NL 195 MWp, België 599 #MWp. Nederland naar 600 en België naar 400?" Deze claim blijkt veel te hoog te liggen, zie het eerst CBS cijfer. Zoals wel vaker blijkt dat "de waarheid ergens in het midden ligt", is het CBS een dag voor de conferentie met de eerste afschatting voor 2013 gekomen. En dat is 360 MWp nieuwbouw voor dat jaar (in rood weergegeven in de op 26 mei jl. door mij nog snel voor de TSF conferentie bijgewerkte grafiek). De afwijkingen naar boven en naar beneden blijken aanzienlijk te zijn: 210 MWp verschil voor het veel te lage scenario van Wouterlood (minus 58%), tot 275 MWp voor het veel te optimistische scenario van de op Twitter bekende Speksteenkachel (plus 76%), die begin 2014 suggereerde dat Nederland op dat moment al 1 GWp geaccumuleerd vermogen zou kunnen hebben staan. Met de eerste afschatting van CBS is het tot een "bijna verdubbeling" van de eindejaars-capaciteit in 2012 gekomen (365 MWp > 722 MWp vlg. CBS cijfers). En tot 64% groei wat de nieuwbouw betreft (220 MWp nieuw in 2012, 360 MWp in 2013). Tot
slot
PV in NL vanaf 2013 updates reeds gepubliceerd:
1 juni 2014: Duitsland plaatste in april minder dan de helft van PV capaciteit maandvolume in 2012-2013 bij. Bundesnetzagentur heeft de nieuwe PV capaciteits-cijfers voor april 2014 gepubliceerd. Zoals verwacht zwaar teleurstellend. De oosterburen plaatsten minder dan de helft van het vermogen in april in de voorgaande twee jaren bij. De details:
Verdeling:
In grafiek de progressie tot nog toe in de periode 2012-2014. Achtereenvolgens aantallen nieuwe installaties per maand, en nieuw toegevoegd vermogen per maand (MWp): In de laatste 2 grafieken geef ik de forse progressie verschillen per jaar weer bij de accumulatie van zowel de aantallen installaties als het geaccumuleerde vermogen van die systemen vanaf het begin van elk jaar tot en met de laatste getoonde maand. In bovenstaande grafiek is het grote verschil te zien tussen de (aard van de) progressie en de omvang van de accumulatie van de aantallen nieuwe PV installaties gemeld bij Bundesnetzagentur in Duitsland, tot en met april van elk jaar. De accumulatie nam af van 73.756 (2012) via 42.626 (2013) naar nog maar 24.880 nieuwe installaties eind april 2014. In laatstgenoemde jaar werden er in de eerste vier maanden van het jaar dus nog slechts 3 maal zo weinig nieuwe installaties toegevoegd dan in 2012. Verder nam het aantal in 2012 nog schoksgewijs toe tussen februari en maart (a.g.v. een verwachte, maar uiteindelijk niet die maand ingevoerde extra forse degressie in de invoedingstarieven); de volgende 2 jaren was de nieuwbouw zeer gelijkmatig. Bij de accumulatie van het totale nieuw toegevoegde vermogen (in MWp) een vergelijkbaar beeld als bij de aantallen nieuwe installaties. Eind april nam in de opeenvolgende jaren het geaccumuleerde nieuwe vermogen tot en met die maand af van 2.328 MWp (2012) via 1.144 MWp (2013) tot nog maar 623 MWp in 2014. Dat laatste is zelfs een factor 3,7 maal zo weinig dan eind april 2012 nog was toegevoegd. Photovoltaikanlagen: Datenmeldungen sowie EEG-Vergütungssätze (Bundesnetzagentur statistiek) 30 mei 2014: Zonnestroom in NL vanaf 2013, update 1. Realisatie Nationale Subsidieregeling 2012-2013. Zie ook update onderaan! Vorig jaar heb ik na mijn presentatie over de Nederlandse zonnestroom markt in het Evoluon in Eindhoven een serie artikelen gepubliceerd met nadere detail uitwerking van de essentie die tijdens de voordracht werd gepresenteerd. Het laatste artikel van die uit 11 stukken bestaande serie vindt u hier, met de eerder gepubliceerde, verdieping gevende artikelen er onder gelinkt. Ook nu zal ik meerdere aspecten van mijn voordracht op de zesde The Solar Future NL conferentie (27 mei jl. in Beurs van Berlage, Amsterdam) nader gaan uitwerken in een serie artikelen. Ik heb al twee belangrijke "teasers" gepubliceerd, eentje met de vlak voor mijn presentatie bekend gemaakte "eerste" cijfers van het CBS over 2013. En een "Koninklijke Herberekening" van de verhouding in geplaatst vermogen tussen Duitsland en Nederland. In dit eerste "post-presentatie" artikel ga ik in op een aspect wat ik alleen in één plaatje heb kunnen bijstellen (nr. 6 van presentatie). Er was niet meer tijd om dieper in te gaan op de details van die nieuwe cijfers. Het gaat om de laatste, hopelijk "definitieve" (? officiële ?) cijfers van de realisatie van de nationale subsidieregeling (NSR) die, na een moeizame start begin juli 2012, uiteindelijk op 7 augustus 2013 werd overtekend. En die in de 2e helft van 2012 en tot in augustus 2013 de Nederlandse markt de grootste "boost" in onze lange PV geschiedenis heeft gegeven (maar ook: niet meer terug zal komen). Deze ververste data "NSR regeling update" heb ik nodig om te gebruiken als invulling in enkele andere grafieken die ik zal gaan tonen in komende analyses. Vandaar dat deze nagelneue harde info het eerst wordt uiteengerafeld in dit artikel. Tot nog toe is er nog steeds geen "definitief bericht" op de site van het verantwoordelijke RVO.nl (voorheen Agentschap NL) verschenen over deze al lang "afgeronde" en "officieel gesloten" subsidie regeling. Het laatste bericht heeft het slechts over 1 (!) aanvraag, ontvangen op 8 augustus 2013, die via een trekking door een (dure) notaris nog kon worden toegekend. Verder zijn er geen details gegeven naast de progressie cijfers die ik zeer nauwkeurig heb gevolgd (overzicht). Ik had zelf eerder wel op basis van alle bekende data een voorlopige afschatting gemaakt (bericht 8 aug. 2014). LocalFocus
update Wachten
op Klimaatmonitor beloond (Definitieve?)
cijfers Nationale Subsidie Regeling 2012-2013
* De LocalFocus dataset (kennelijk ontleend aan AgNL opgaves) bevat de nodige oudere gemeentes die later zijn opgegaan in grotere verbanden (fusies), dus daar moest wat de getallen betreft goed op worden gelet dat die met correcte cijfers in de Klimaatmonitor databank werden vergeleken. Het grootste probleem betrof de gemeente Meerlo-Wanssum (LocalFocus data), die later is opgeknipt, en verdeeld over de Limburgse gemeentes Horst aan de Maas en Venraij. Ik heb de aantallen in de LocalFocus cijfers naar rato van de bevolkingsaantallen van de betreffende dorpskernen (vrijwel evenredig) verdeeld. Verder lijkt er een fout te zitten in de opgaves voor (de gemeentes op) het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee. De getallen voor de afzonderlijke 5 gemeentes (LocalFocus) tellen op tot 606 adressen met gerealiseerde PV-installaties onder de NSR regeling. Maar Klimaatmonitor meldt voor de gehele fusiegemeente Goeree-Overflakkee slechts 301 adressen (realisatie), terwijl voor bijna alle LocalFocus data de cijfers per gemeente licht naar boven zijn bijgesteld. Mogelijk dat hier per ongeluk een dubbeling in de (oudste) cijfers heeft plaatsgevonden? Meer details - best presterende gemeentes Gezien de detail rijkdom van de Klimaatmonitor opzet volgen hier nog een paar leuke plaatjes met de verdeling over en "best of" prestaties van de Nederlandse gemeentes. (a) Aantallen per gemeente in aflopende volgorde van impact
Na een kopgroep een sterk verloop naar "gematigde" aantallen adressen met vanwege NSR gesubsidieerde PV-installaties. Utrecht is bij de aantallen kampioen met 481 adressen in 2012 plus 551 in 2013, totaal 1.032. Schiermonnikoog sloot de gelederen met maar 2 installaties, 1 in 2012, en 1 in 2013. (b) Tien gemeentes met hoogste aantallen NSR-gesubsidieerde installaties In dit plaatje gestapeld de aantallen per jaar van realisatie voor de tien beste gemeentes, in aflopende volgorde voor het totale volume in die 2 jaar. Utrecht, Súdwest Fryslân en Tilburg staan op kop. Let op dat Tilburg in 2013 iets meer installaties toevoegde dan koploper Utrecht. Maar daarmee niet het totaal voor beide jaren kon evenaren t.o.v. de Domstad, maar ex aequo eindigde met de qua grondoppervlak grootste gemeente van Nederland, Súdwest Fryslân. Die laatste gemeente, op 1 januari 2011 door fusie van 5 Friese gemeentes (incl. Sneek en Bolsward) ontstaan, was nog niet als zodanig in het LocalFocus overzicht te vinden. Daar werden nog de aparte gemeentes benoemd, en verscheen de fusiegemeente dan ook niet in het "toplijstje" genoemd in een artikel wat zich verder toespitste op de zogenaamde Utrechtse "regio" kampioen Woerden. Maar waarin de kleustelling van het kaartje hyper misleidend is (Utrecht veel meer toegekende subsidie aanvragen!). En dat artikel een zeer ranzige inleiding kent over windturbines, wat een redacteur onwaardig is. Er is een redelijke verdeling over het land bij deze aantallen: gemeentes uit 9 provincies zijn vertegenwoordigd in de top tien. (c) Tien gemeentes met hoogste aantallen NSR-gesubsidieerde installaties per 1.000 inwoners Een heel ander beeld dan onder grafiek (b) volgt als je de aantallen gerealiseerde adressen onder de NSR regeling "normeert" naar het aantal inwoners in de betreffende gemeentes. In dit geval naar 1.000 inwoners, om de resulterende getallen nog een beetje voorstelbaar te houden. Dan blijkt Langedijk in Noord Holland de meest actieve gemeente te zijn geweest (die eerder ook al bekend is geworden van het grote HAL project met zonnestroom in de regio). Zeer opvallend aan dit overzicht is dat maar liefst 7 van de 10 beste gemeentes op dit gebied in Noord Holland blijken te liggen, inclusief de eerste vier! Dit zou deels veroorzaakt kunnen zijn door de succesvolle acties onder de "veelbesproken paraplu" Samenzonneenergie.nl van inkoop organisatie iChoosr. Maar mogelijk is ook een al sterke historische betrokkenheid bij het fenomeen "zon", in combinatie met de hoge instraling in deze kustprovincie, debet aan dat succes. Wat dat laatste betreft: ook 2 Zeeuwse gemeentes (Veere en Kapelle) staan in dit lijstje, en als relatieve outlier, de Friese gemeente Littenseradiel. (d) Vermogen per gemeente in aflopende volgorde van impact
Ook bij de gerealiseerde PV vermogens per gemeente onder de nationale subsidie regeling een relatief kleine kopgroep, gevolgd door een continu verloop naar "gematigde" nieuw gerealiseerde vermogens per gemeente. Ditmaal is bij de vermogens Tilburg (NB) kampioen met 1.130 kWp in 2012 plus 1.836 kWp in 2013, totaal 2.966 kWp (bijna 3 MWp). Wederom sloot Schiermonnikoog de serie gemeentes af met slechts 3,9 kWp verdeeld over 2 installaties. Een factor 761 verschil met Tilburg. (e) Tien gemeentes met hoogste geaccumuleerde vermogen van NSR-gesubsidieerde installaties
Net als bij de aantallen hier het geaccumuleerde vermogen per jaar van realisatie voor de tien beste gemeentes gestapeld, in aflopende volgorde voor het totale volume in die 2 jaar. Ditmaal eindigt Tilburg op kop, gevolgd door Súdwest Fryslân en Eindhoven. In deze grafiek heeft Súdwest Fryslân in 2012 meer volume toegevoegd dan winnaar Tilburg, maar door de "relatief sterke terugval" met nieuw volume in 2013, werd deze grootste Friese (zelfs: Nederlandse) gemeente (landoppervlakte) geen winnaar. Eindhoven had ook vrijwel het geaccumuleerde vermogen in 2012 toegevoegd als Tilburg, en zelfs meer nieuw vermogen in 2013 dan Súdwest Fryslân. Maar kon bij lange na niet tippen aan de eindrace van de Brabantse zustergemeente in 2013, noch aan het toegevoegde volume in het voorgaande jaar bij de Friese concurrent. De top tien bevat vertegenwoordigers uit 7 provincies, dus ook hier een redelijke verdeling over Nederland. (f) Tien gemeentes met hoogste geaccumuleerde vermogen van NSR-gesubsidieerde installaties per inwoner Ook bij het per inwoner "terug gerekende" geaccumuleerde nieuwe vermogen per gemeente blijkt Noord Holland goed vertegenwoordigd (net als bij de aantallen), met Koggenland (ruim 56 Wp/inwoner), en Langedijk (53 Wp/inwoner) aan kop (en nog eens 2 NH gemeentes op 4 en 5). De verrassing hier is de gemeente Aa en Hunze in Drenthe, op een gedeelde tweede plaats met Langedijk. Verder nog 3 Brabantse gemeentes, waarna de top tien afgesloten wordt met Oost-Gelre uit Gelderland, en het Zeeuwse Veere, met ruim 46 Wp/inwoner gerealiseerd onder de NSR regeling. Kaartje
©
2014 http://klimaatmonitor.databank.nl,
Rijkswaterstaat / Min. I en M.
Donkergroen
geeft de gemeentes te zien waar de meeste aanvragen zijn geconcentreerd.
Veel in diverse Noord-Hollandse gemeentes, in Gelderland, de meeste
Flevopolder gemeentes, Drenthe en zuid en midden Friesland, en Zeeland.
Zuid Holland (met natuurlijk enkele uitzonderingen zoals Rotterdam,
Westland en Den Haag), en de kustgemeentes van Noordoost Nederland en
een groot deel van Groningen vallen op door relatief weinig aanvragen.
Het algemene beeld blijft sterk gemeleerd, buurgemeentes kunnen zeer
weinig tot heel veel aanvragen hebben (rood grenst aan donkergroen). Update!
(toegevoegd 1 mei 2015)
Met deze kleine toevoegingen worden de totale volumes per jaar dus zoals weergegeven in de laatste regel van de tabel. En dat resulteert in een totaal - licht omhoog bijgesteld - resultaat van: 87.512 toegekende aanvragen met een totaal vermogen van 271,91 MWp. En een systeem gemiddelde van 3,11 kWp per beschikte aanvraag. PV in NL 2013 ff. updates reeds gepubliceerd:
Toch
"sort of" rapportage - maar niet officieel
(analyse van LocalFocus data door Polder PV, 15 november 2013) Eerdere artikelen over de nationale subsidie regeling in themadossier van Polder PV http://klimaatmonitor.databank.nl (Subsidieregeling zonnepanelen particulieren RVO, update 26 mei 2014, met geactualiseerde NSR data voor 2012, en nieuwe data voor 2013) 26-27 mei 2014: Tel de zon samenvatting bij Vara's Kassa + toevoeging Siderea analyse. Op 24 mei jl. was een eerste samenvatting te zien van de "Tel de Zon" actie die Universiteit Utrecht ter ere van de Solar Days had georganiseerd. Leider van het onderzoek was Wilfried van Sark, die ook bij het vaststellen van een nieuw "kengetal" voor productie van zonnestroom in Nederland een rapport heeft geschreven, en bij diverse andere onderzoeken is betrokken. De bedoeling van de actie was om een indruk te krijgen van de "prestatie" van de installaties, door de meterstanden van 12 en 18 mei op te nemen, deze door te geven via de website, waarna de resultaten geanalyseerd zouden worden in combinatie met de door het KNMI gemeten instraling in die week. Ruim 4.500 mensen verspreid in heel Nederland hebben meegedaan. Een eerste samenvatting van wat resultaten werd getoond in de Vara Kassa aflevering van 24 mei jl. Verwarring Wereldkampioen omvormer productie SMA claimt dat "high-performance" PV systemen een PR van zo'n 80% zouden kunnen halen (100 procent is niet haalbaar vanwege de onvermijdelijke systeemverliezen, zoals de sterke opwarming van de modules waardoor het afgegeven vermogen van de zonnecellen terugloopt, interne omzettings-, kabel verliezen, etc.). Het beroemde Fraunhofer ISE claimt dat het zelfs 85% zou kunnen zijn bij moderne installaties (rapportage nov. 2013). Vreemd genoeg heeft van Sark het ook over een haalbare PR van 85% in het recente "kengetal" rapport (link naar download pdf), wat niet strookt met het lager genoemde percentage in de uitzending. Tot slot (later toegevoegd), heeft Siderea.nl een detail analyse gedaan aan deze belangrijke indicator, in de vorm van een jaarlijkse PR berekend van een viertal fictieve PV-systemen op vijf locaties in Nederland (verslag). Rob de Bree van Siderea.nl claimt zelfs dat moderne installaties een PR zouden kunnen halen van 86-88% op jaarbasis (e-mail 27 mei 2014). Sterker nog, in het genoemde rapport wordt een gemiddelde PR van 78% van onderzochte (niet geijkt bemeten) Nederlandse installaties genoemd, wat hoger is dan de hoogste van de drie genoemde systemen, de installatie in het instralings-rijke de Zilk (NH, 12 modules: PR 77%). De andere twee installaties, waarvan het systeemvermogen (ook) niet bekend is, hadden veel lagere PR's. Het "split-dak" in Kuinre (Overijssel, twee daksegmenten, 60 graden en ongeveer 30 graden, totaal 17 modules) haalde slechts een PR van 65%, wat merkwaardig is gezien de ingezette optimizers (?? SolarEdge ??) vanwege de hellingshoek en - volgens mij in die situatie relatief bescheiden schaduw problemen. Problematische
situatie grootste systeem Voorlopige
"conclusie" De grote vraag is daar dan ook: waarom zou dat systeem ondanks de voorzorgsmaatregelen met inzet van power-optimizers "zo matig" presteren? Dat moet worden uitgezocht. Dat is dan een van de weinige echte voordelen van zo'n korte actie, voor structurele monitoring is echter veel meer nodig. "Gemiste"
kans? Tel
de Zon (actie onder paraplu Solar Days, info en links) Veel
deelnemers voor nationale actie ‘Tel de Zon’ (bericht
16 mei 2014 op website Stichting Monitoring Zonnestroom) http://siderea.nl/zonne-energie/pvsim/pvsim_0.html (gedetailleerde, nauwkeurige opbrengst simulaties bij Siderea.nl) 26 mei 2014: Koning onderschat eigen zonnestroom markt? Volgens RTL Nieuws en de Telegraaf zou Koning Willem Alexander tijdens een werkbezoek aan de aan Nederland grenzende Duitse deelstaten Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen mooie woorden hebben gezegd over samenwerking tussen beide landen op het gebied van zonnestroom. Een prachtig initiatief, wat we vooral moeten toejuichen. Wel een vraagteken bij de claim over de getalsmatige verhoudingen tussen de twee landen. Volgens bovengenoemde media zou de Koning namelijk hebben gesuggereerd dat in Duitsland per inwoner 20 maal zoveel zonnestroom capaciteit zou staan dan in Nederland. Bij dat cijfer mogen vraagtekens worden gezet. De harde
cijfers De verhouding tussen de laatste twee genoemde getallen Duitsland : Nederland, is een factor 10,6 : 1. En beslist niet (meer) "20 : 1". Sterker nog, als je de volumes van de 2 genoemde, door ZKH Willem-Alexander en Koningin Máxima bezochte deelstaten er bij haalt (status Energymap.info dd. 26 mei 2014*), is het beeld nog minder ongunstig voor Nederland. Niedersachsen 7,997 mln inwoners, 3.254 MWp op dat moment in dat register. Geeft 407 Wp/inwoner. Nordrhein-Westfalen 17,997 mln inwoners, 4.109 MWp op dat moment geregistreerd. Geeft 228 Wp/inwoner. Daaruit volgt voor Niedersachsen in verhouding tot Nederland een factor 9,5 : 1, en voor Nordrhein-Westfalen zelfs een factor 5,3 : 1 in het voordeel van die dichtbevolkte Duitse deelstaat... M.a.w.: als Nederland nu nog even een paar jaartjes flink door blijft buffelen op het gebied van zonnestroom, het liefst natuurlijk met een "Duits Erneuerbare Energien Gesetz", zou onze Koning zich straks beslist in nog veel rooskleuriger bewoordingen kunnen gaan uitspreken over zijn Land der Zonnepanelen aan de Noordzee... * In heel Duitsland stond op dat moment in dat register 35.597 MWp PV vermogen. Dat is 1.261 MWp minder dan wat Fraunhofer ISE begin april 2014 opgaf, wat neerkomt op een 3,5% lager volume. Koning en Koningin bezoeken Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen (RVD nr. 153, 15 mei 2014, website Koninklijk Huis. In dit bericht geen specifieke uitlatingen over zonne-energie) Koning
Willem-Alexander pleit voor meer duurzame energie (RTL Nieuws, 26
mei 2014) 26 mei 2014: Eerste ruwe cijfers CBS PV capaciteit 2013. Mogelijk om me een betere nachtrust te wensen voorafgaand aan een nieuwe presentatie voor The Solar Future, op dinsdag 27 mei 2014 (zie "avontuur" van vorig jaar), heeft het CBS vanochtend al de eerste ruwe cijfers voor de PV markt van 2013 gepubliceerd. De nieuwbouw voor 2013, voorlopig gesteld op 360 MWp, ligt iets boven mijn "hogere" scenario van "350 MWp haalbaar", wat niet hoeft te verbazen. Want in zo'n beetje alle "groeimarkten" zijn zelfs door professionele analisten en branche organisaties bijna consistent forse onderschattingen van de marktontwikkelingen gedaan. De PV evolutie gaat, als deze eenmaal "in gang is gezet", en er geen prikkeldraadversperringen in de weg worden gegooid door hevig schrikkende politici en belanghebbenden, haar eigen weg, en groeit met hoge snelheid vooruit. Ook vorig jaar lag de eerste CBS prognose al boven vrijwel alle andere cijfers, en op basis van mijn regelmatige updates van het aantal leveranciers in de markt, die ik sinds 2012 naar de statistici in Den Haag stuur, werden die cijfers later nog eens vet opgehoogd (voor 2012 uiteindelijk met 25 MWp, zie analyse). Op basis van de twee nieuwe voorlopige getallen die nu bekend zijn, kunnen we alvast de twee belangrijkste grafieken voor de Nederlandse PV markt actualiseren. Een sterretje betekent: voorlopig, kan later nog worden bijgeplust... Nieuwbouw PV vermogen in Nederland per kalenderjaar. Na de korte opleving in 2003 een lange tijd stasis, vanaf eerste SDE jaar 2008 groei, maar de explosieve ontwikkeling vanaf 2012 heeft niet zozeer met "succes onder SDE regeling" te maken, maar werd grotendeels door de toen ingevoerde nationale subsidieregeling (overtekend 7 augustus 2013) veroorzaakt. Talloze andere actoren hebben de markt voor 2013 verder geholpen tot een nieuw record groei van 360 MWp toegevoegd zonnestroom vermogen in dat jaar. Daarmee blijft Nederland in 2013 bij de EU28 landen de 7e plaats bezetten (Frankrijk was een "onneembaar doel" in dat jaar). In relatieve zin is de marktafzet in 2013 met dit eerste cijfer met 64% gestegen t.o.v. de marktgroei in 2012. Er zijn jaren geweest met een hogere toename (2008 300% t.o.v. nieuwbouw in 2007, 2012 279% t.o.v. nieuwbouw in 2011), maar het is en blijft een spectaculair percentage. Volgens het CBS is de eindejaars-accumulatie voor 2013 voorlopig op 722 MWp gekomen, wat iets afwijkt van de optelling 365 (eind 2012) plus nieuwbouw 2013 (360), wat op 725 MWp komt. Mogelijk dat er weer "fictief vermogen is weggestreept" door de CBS statistici omdat al langere tijd gesuggereerd wordt dat PV installaties een "levensduur" van 15 jaar zouden hebben. Waar geen enkel bewijs voor is. Maar mogelijk horen we later waardoor het geringe verschil wordt veroorzaakt. Kijken we naar de jaarlijkse groeipercentages (blauw, rechter Y-as), blijkt 2012 tot nog toe de hoogste relatieve groei te hebben gehad bij de verandering van de eindejaars-accumulatie t.o.v. het voorgaande jaar. Wat vooral door de toen als "politieke verrassing" veroorzaakte nationale subsidieregeling werd veroorzaakt. Maar in 2013 moet het meeste volume voor die specifieke regeling zijn geplaatst, omdat het grootste bedrag voor dat jaar was gereserveerd (details). Dat was kennelijk niet voldoende om een accumulatie groei van ver over de 100% te veroorzaken, zoals in 2012: het bleef (voorlopig) bij "een (bijna) verdubbeling van de eindejaars-capaciteit": groei 2013 98,6%. Morgen, tijdens The Solar Future, meer hierover, ik heb al enkele grafieken moeten wijzigen (toch nog wat "stress"...). Bovendien zal ik later in de vorm van enkele artikelen op Polder PV meer aandacht besteden aan talrijke details die tijdens mijn presentatie niet inhoudelijk besproken kunnen worden. Na telling CBS blijken nog veel meer zonnepanelen geïnstalleerd dan gedacht (artikel Energeia 26 mei 2014 [achter pay-wall], verschenen nadat er een korte telefonische briefing plaatsvond met Polder PV) Photon
kwam in hun newsletter van 28 mei 2014 pas met het nieuws -
mogelijk omdat ze "geruchten" hadden vernomen. Ze gaven een
link naar de CBS publicatie:
|
|