zontwikkelingen
"oud" |
Nieuws P.V. pagina 123meest recente bericht boven Specials: 21 januari 2015 - 28 februari 2015 Voor belangrijke "highlights" voor ons PV-systeem, zie pagina nieuws_PVJSS22.htm
26 februari 2015: Polder PV op NOS radio journaal - scepsis bij cijfers zonnestroom Nederland (zie ook nagekomen link Tubantia). Vorige week werd ik door Bert van Slooten van NOS radio (luister ook naar eerder interview tijdens Solar Solutions 2014) gevisiteerd. Hij wilde meer weten over het stof wat weer eens was opgewaaid over de (laatste) cijfers m.b.t. geregistreerd PV vermogen en aantallen installaties in ons land. We begonnen het interview - uiteraard - in onze 25 meter van ons appartement verwijderde meterkast (elektra + kookgas meter, stadswarmte zit weer ergens anders...). Waarbij de voor ons al vijftien jaar lang "normale" praktijk van een - zeer frequent en langdurig overdag - terugdraaiende elektriciteitsmeter (Ferrarismeter met maar 1 telwerk) werd gedocumenteerd. Vervolgens ging het gesprek in ons appartement verder bij de computer, waarbij ik mijn meest recente synthese van de op dat moment beschikbare laatste marktdata liet zien (zie grafiek in artikel van 15 februari). Via Twitter werd ik door Henri Bontenbal op de hoogte gebracht van het feit dat het interview inmiddels beschikbaar was, en ik kreeg zelfs een telefoontje van m'n schoonmoeder die me opeens op de radio hoorde ("Was jij dat?"). Knippen
en plakken Die details verder terzijde schuivend: het resultaat van het interview geeft nog steeds in grote lijnen de aangetroffen statistiek situatie behoorlijk goed weer. De cijfers over onze PV markt blijven "shaky", gezien het "cijfer incidentje Almelo". Er is nog steeds veel te doen. Over de stroom productie, waar ik het in het interview ook over heb gehad, en waar, ondanks "moedige pogingen" om die af te schatten door het recente initiatief EnTranCe van Hanzehogeschool Groningen, feitelijk uitzonderlijk weinig harde data van bekend zijn, ging het in de samenvatting al helemaal niet meer. Dat had ook een brug te ver geweest, want als de basis al slecht is (1 - hoeveel zonnepanelen liggen er überhaupt in NL, 2 - op hoeveel adressen liggen al die zonnepanelen, 3 - hoeveel afzonderlijke installaties betreft dat, en 4 - hoeveel vermogen in MWp betreft dat dan allemaal wel?), hoeven we het over de vermeende stroomproductie uit al die installaties al niet eens meer te hebben. Dat is helemaal gokken de ruimte in, met alle mogelijke variabelen waar je dan ook nog eens rekening mee moet houden. En die eigenlijk snoeihard gemeten dienen te worden, niet "afgeschat". Nog meer
"incidenten" te verwachten Eerst ten "tweede" dan maar, Floriadedak, waarvan ik al had "bevonden", dat die, druk knipperlichtend, eerst niet, dan weer wel, en toen opeens weer niet in het PIR register bij Klimaatmonitor stond geregistreerd (artikel), blijkt in dat register voor het kalenderjaar 2014 momenteel nog steeds niet te zijn opgevoerd. Maar, en dat is de crux: voor 2013 staat deze nog steeds grootste PV installatie van Nederland wél in het KM-PIR register (zie ook het tweede tabelletje hier onder, "Haarlemmermeer")! U kunt zich voorstellen dat je dan nogal rare effecten gaat krijgen, als dit met nog veel meer projecten zal zijn voorgekomen, bij het trachten te achterhalen van jaargroei cijfers (verschil eindejaars-accumulatie opeenvolgende kalenderjaren). Dat wordt natuurlijk bagger, als dit soort ongein in de data blijft staan. Een project "staat" er, of het "staat" er niet. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat een (beroemd, en nog steeds in fysieke staat functionerend) groot PV project als Floriadedak in de statistieken voor 2013 wél, maar voor die in 2014 níet zou zijn opgenomen. Dat zou volslagen bezopen zijn. Maar het "gebeurt" wel degelijk. Vandaar dat we heel erg voorzichtig moeten blijven om uit die kreupele data "jaargroeicijfers" proberen te halen... Uitsmijter
van de dag Als ik op het diepste niveau van Klimaatmonitor in het grootste PIR deelregister op buurt selecteer, op het geaccumuleerde vermogen per buurt in 2014, krijg ik dit plaatje te zien (gesorteerd op "buurt met meeste PV vermogen bovenaan"):
Waaruit (nu) een "logische volgorde" van boven naar beneden volgt (de 2 "dubieuze" Almelo wijken zijn er uit gehaald, zie artikel), gebaseerd op onze huidige kennis van de markt (van boven naar beneden grote projecten / PV concentraties in Stad van de Zon Heerhugowaard, Venco Campus Eersel, veel PV-fähige boerderijen in de enorm grote "buurten" van Zeewolde en Dronten, Scholtenszathe project Klazienaveen, Drenthe, en het ook al "antieke" Nieuwland Amersfoort). Selecteer ik echter het voorgaande jaar 2013, en ik laat de buurt met het hoogste vermogen weer op dezelfde wijze bovenaan komen, krijg ik dit beeld: Ja hoor, dat is 't ie weer: Berkelland (Gld), wat in haar "buurtje" Eibergen-West (betreft vrijwel uitsluitend bebouwde kom van genoemde deelgemeente!) absoluut NIET 8,2 MWp op haar grondgebied kán hebben staan (sterker nog: in de lijst voor 2014 is dat reeds "genormaliseerd" naar een - voorstelbare - omvang van 236,2 kWp, een factor 35 maal zo weinig). De volgende "buurt", Zeewolde Zuidlob kan beslist de opgegeven hoeveelheid van 3,5 MWp minimaal hebben staan op haar enorm uitgestrekte, van tientallen "willige" agrarische ondernemingen voorziene grondgebied. Ditto voor Vijfhuizen - waar immers het reeds aangehaalde Floriadedak staat (à 2,3 MWp). Voorschoten
- of all places... Het compleet onwaarschijnlijke overzichtje van de "buurt" Buitengebied (Voorschoten, grillig gevormde donkergrijze gebied, grotendeels polders met nauwelijks boerderijen dekkend), cijfer voor kalenderjaar 2013. Met een geaccumuleerd vermogen van maar liefst dik 2 MWp. Compleet onwaarschijnlijk! No Way! "Gelukkig" is voor Voorschoten in de getallen voor 2014 in het KM-PIR register weer een "normaal" volume zichtbaar, er staat in het overzicht voor dat jaar nu nog maar 13,17 kWp vermeld. Een factor ... 154 maal minder. Maar wel, ook gezien mijn "kennis" over de plaatsing van (grotere) hoeveelheden zonnepanelen in onze contreien, veel realistischer qua "niveau van plaatsing". Het kan best twee keer zo veel zijn, inmiddels, maar beslist niet die hoogst onwaarschijnlijke 2 MWp die nog steeds voor 2013 "in de boeken staat" van de betreffende netbeheerder (dat is in Voorschoten Liander). En neen, lieve kijkbuiskinderen, Kasteel Duivenvoorde, wat in dat "Buitengebied" ligt, heeft echt niet 8.000 zonnepanelen ergens verstopt op hun prachtige landgoed. Ik durf daar mijn hand voor in het vuur te steken, geloof me nou maar... Dit tweede kaartje toont een "normaal" volume voor zo'n vrijwel leeg poldergebied. 13,17 kWp staat nu in het 2014 register voor KM-PIR (de "buurt" is nu in lichtgroen weergegeven, wat een zeer laag volume aan capaciteit weergeeft met de standaard kleurpalet instelling). Gelukkig lijkt de statistische ellende van 2013 "dus" weer gladgestreken. Maar als je jaargroei volumes met zo'n register op dit niveau wilt bepalen, en je gaat het "foute" 2013 cijfer met het - waarschijnlijk veel dichter bij de "waarheid" liggende - cijfer voor 2014 vergelijken, krijg je dus ... rotzooi. Conclusie De waarde van het "PIR" register van de netbeheerders begint inmiddels al aardig af te brokkelen, als dit soort - en andere - anomalieën blijven terugkeren. Reacties:
http://nos.nl/artikel/2021442
(interview met Polder PV op NOS radio, 26 februari 2015; opgenomen
bij Polder PV thuis op 19 februari) Nagekomen:
Tubantia besteedde op 27 februari ook aandacht aan de anomalie
Almelo, n.a.v. onderzoek Polder PV: http://klimaatmonitor.databank.nl/quickstep/QsBasic.aspx (databank Klimaatmonitor) 24 februari 2015: Tip of the iceberg - grote projecten lijst Polder PV inmiddels met 100 MWp gevuld. In een vorig bericht van medio december 2014 kondigde ik al aan dat ik "wat serieuzer" bezig ben geweest om mijn al lang bestaande "grote PV projecten lijst" voor Nederland uit te breiden. Dat is geen sinecure, omdat het om enorme hoeveelheden info gaat, data lang niet altijd duidelijk of eenduidig zijn, en het zorgvuldig werk vereist om alle beschikbare info ook een beetje ordentelijk in een spreadsheet te krijgen. Alleen al het vinden van de juiste lokatie van projecten is een crime. Wat soms het nodige aan spontaan haarverlies kost als de vaagheidsfactor rond bedoelde lokatie een ongekende hoogte heeft bereikt. Zo heb ik een PV-project ontdekt wat niet eens op het door de Kamer van Koophandel opgegeven adres bleek te zijn aangelegd. Moest ik wel "eventjes" voor verder graven, om vast te kunnen stellen waar het dan wél was gerealiseerd... Bovendien moet ik dat allemaal tussen alle andere lopende zaken door doen, en de beschikbare tijd is en blijft hier krap. Dat laat onverlet dat we inmiddels het volgende piketpaaltje op de lange weg naar "beter inzicht in de markt van grote PV projecten" hebben kunnen zetten. Betrof het eerste piketpaaltje nog het invoeren van het "duizendste single-site PV-systeem groter of gelijk aan 15 kWp", zijn we inmiddels over de 100 MWp geaccumuleerd vermogen heen met alle soortgelijke PV systemen "die op één lokatie cq. een dak" (of "complex aan daken") zijn gerealiseerd. Dat is inmiddels dik 16 MWp meer dan in mijn vorige berichtje van december 2014.
In bovenstaande foto een van de talloze toevalstreffers die je tegen kunt komen in het met zonnepanelen hard aan de weg timmerende Nederland. Kaasboerderij Luyben in Aarlanderveen (de laatste van zijn soort in de gemeente) heeft "kennelijk" ook al een flinke PV generator van 128 modules (en een mogelijk systeem vermogen van zo'n 32 kWp indien 250 Wp modules zijn aangebracht). Daar kwamen we toevallig langs, de foto is genomen uit de hard rijdende bus tussen Alphen ad Rijn en Nieuwkoop, op 22 februari 2015. Het "symbolische" PV systeem wat het vermogen in mijn gerealiseerde PV projecten lijst voor Nederland door de "magische" grens van 100 MWp heen tilde. Met daarbij de uitdrukkelijke waarschuwing: het is nog lang niet alle vermogen van grote installaties die al zijn gerealiseerd, er komt nog veel meer bij. Er ís sowieso al veel meer fysiek aan grotere PV projecten geplaatst in NL, met vermogens van 15 kWp of meer. Knoop die s.v.p. in uw oren. Luyben had in 2012 al een forse thermische zonnecollector installatie laten plaatsen met 4 rekken vol vacuumbuizen (rechts op foto), maar heeft nog geen berichtje over de nieuwe PV generator op hun website staan. Te druk bezig met kaas maken, waarschijnlijk. Geef ze eens ongelijk... Nog wat
getallen Een nieuwe uitzondering daar weer op vormt Solar Frontier, een Japanse Shell dochter die een flinke voet aan de grond lijkt te krijgen in ons land. Die produceert hoog-renderende dunnelaag CIS modules, en ik heb al wat aardige grotere projecten zien verschijnen uitgerust met dergelijke panelen (als dakoppervlakte geen probleem is, levert dat al een interessante business-case op, afhankelijk van bijvoorbeeld een hoog eigenverbruik op lokatie, beschikbare subsidies, EIA, etc.). Het 854 kWp grote project op het dak van de nieuwe IKEA vestiging in Zwolle mag wel als het bekendste voorbeeld worden gezien. Aardig om vast te stellen is, dat het aantal - voor Nederlandse begrippen - "echt grote" PV projecten flink toeneemt, zoals ik al langer heb voorspeld. Was het aantal gerealiseerde projecten groter of gelijk aan 100 kWp in mijn vorige update nog blijven "steken" op 185 stuks, heb ik er inmiddels alweer 211 in m'n laatste exemplaar staan. Dat zal beslist fors meer gaan worden in 2015. Ook bij de "grootste" categorie vanaf 250 kWp, dat zijn er inmiddels 50 in mijn lijst. Ook daar gaat rap verandering in komen. * Waarschijnlijke of daadwerkelijk opgegeven aantal modules per project in spreadsheet. Op basis van installatiejaar bij "niet opgegeven" indien aanwezig van foto(s) bepaald, of met aanname gangbaar module grootte in bepaald jaar berekend uit het opgegeven project vermogen. Multi-site Nog lang
niet alles van wat er staat En dan heb ik het ook nog niet over mijn "pending" overzichtje gehad, waar inmiddels al 166 MWp PV vermogen in staat in alle mogelijke staten van "planning" (van extreem vaag zoveelste ambtelijke of gemeente-politieke proefballonnetje tot "al aardig ver gevorderd bij de financiering" bij de wat serieuzere partijen). Waarvan we nog maar moeten zien wat er daadwerkelijk van gerealiseerd gaat worden (count your blessings)... U ziet, er blijft nog een hoop te doen. Maar ik vond dit bericht wel aardig om daar in mijn 50.000e tweet (sinds het eerste exemplaar op 17 december 2012: gemiddeld * oef * 63 tweets per dag) op te wijzen. Met of zonder "uw permissie"...
Bron: PV projecten Nederland >= 15 kWp, spreadsheet Polder PV (Leiden, niet openbaar) 20 februari 2015: Check jezelf drie maal. Foutje Polder PV in Solar Trendrapport. N.a.v. een bezoekje van een journalist checkte ik nog even wat cijfers in mijn artikel met prognoses voor de PV markt in Nederland in het Solar Trendrapport (STR). Ik ontdekte daarin een onvergefelijke fout mijnerzijds, die ik ondanks diverse malen herlezen, voordat ik het artikel verstuurde, kennelijk pontificaal over het hoofd heb gezien. Hiervoor mijn welgemeende excuses. Ik heb tot nog toe niemand gehoord over die - begrijpelijke? - fout, gelukkig. Maar het is wel noodzakelijk de fout te herstellen. Het betreft de geprognosticeerde vermogens accumulaties voor eind 2015, in het lijstje met de 3 "mogelijke" door mij gesuggereerde groeiscenario's achteraan het artikel. Daar stond helaas in het verstuurde (en in het STR opgenomen) artikel het gesuggereerde eindejaars-vermogen genoemd in kWp. Dat had natuurlijk moeten zijn in MWp, omdat ik ook de mogelijke jaargroei cijfers in MWp had opgegeven. Derhalve hier de correcte tabel, met de "gecorrigeerde eenheid" vetgedrukt. NB: genoemde cijfers betreffen het jaar 2015, het eerste getal de geschatte eindejaars-accumulatie per scenario, het tweede getal per scenario de mogelijke nieuwbouw (jaargroei) in 2015!
In de meegestuurde grafieken stonden trouwens wel de Y-assen correct vermeld in MWp. Met daarbij natuurlijk ook, aanvullend, vermeld de correctie die ik moest doorvoeren bij de grafiek met mogelijke jaargroei cijfers, want die was buiten mijn schuld "gecorrumpeerd" overgekomen in het STR rapport. Ik heb beslist niet bovenstaande groeicijfers resp. eindejaars-accumulaties (beiden nu dus: in MWp opgegeven) op het jaar 2014 van toepassing verklaard, zoals onterecht geclaimd in een abstract door Solar Magazine. Maar, zoals gezegd, de cijfers betroffen mijn verwachting voor de eindejaars-accumulaties resp. groei voor het huidige jaar, 2015. (Nagekomen 28 maart
2015) We zullen het er maar op houden dat er overal mensen aan het werk zijn die fouten maken. Zeker als het cijfers en eenheden betreft. Polder PV is daarvan niet uitgezonderd... De volledige tekst van het artikel in Solar Trendrapport 2015, nu met de correcte eenheden zoals hierboven vermeld, vindt u hier (Word document). Solar Trendrapport 2015 nog steeds te bestellen 15 februari 2015: Klimaatmonitor update 13 februari 2015 - 971 MWp totaal vermogen. Zoals al aangekondigd op 10 februari, verwachtte ik een snelle update van het zogenaamde "totaal" register van Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat, n.a.v. de nieuwste cijfers van Netbeheer Nederland die - niet door henzelf maar - door Groene Courant werden geopenbaard. Die update heeft op de 13e zijn beslag gekregen. De kort daarvoor nog als los KM-PIR dossier opgenomen dataverzameling is nu met het zogenaamde "totaal register" (wat ik KMt noem) geïntegreerd, er is wederom op PC6 op adres "ontdubbeld", en het resultaat is eergisteren zichtbaar geworden. In dat KMt hoofdregister van Klimaatmonitor staat nu voor heel Nederland een totaal vermogen van 970,9 MWp opgenomen, waarbij alleen het net ververste PIR register aldaar (KM-PIR) nog maar 874,4 MWp telt. Hierbij enkele opmerkingen i.v.m. afwijkingen van andere selecties:
De beheerder van Klimaatmonitor blijkt het uitermate onwaarschijnlijke, hoge vermogen in de door mij bekeken 2 Almelose wijken flink te hebben "aangepast" (waarbij natuurlijk beslist niet zeker is wat die "exacte aanpassing" dan wel heeft moeten zijn, daarvoor moet je immers alle data goed kennen). In Schelfhorst-Zuidoost, waar volgens de "Groene Courant update" 2,8 MWp "zou hebben gestaan", is nu nog maar 128,7 kWp over (in verzamel dossier KMt staat momenteel daar 140,8 kWp). In het door mij nog harder "gekraakte", arme Almelose wijkje Paradijs zou het onwaarschijnlijke volume van dik 5 MWp "hebben moeten staan". Not so anymore. Momenteel staat er een "waarschijnlijker" volume van slechts 32,93 kWp genoteerd in KM-PIR. Derhalve, géén Paradijs meer in Paradijs. Slechts een halve procent van wat het heel kort in de statistieken "heeft mogen zijn"... (in KMt staat momenteel 38,69 kWp). Na het "afserveren" van Almelo als heel kort gemeente met het hoogste "vermogen in de statistieken", keren we terug naar wat realistischer verbeeldingen van de huidige (let wel, nog steeds: onvolledige) statistische "realiteit". Vermogens zijn in onderstaande tabel aangegeven in kWp.
In dit lijstje met 4 rankings staat Amsterdam in het KMt totaal dossier gewoon weer bovenaan met het geaccumuleerde vermogen, "zoals het ook hoort". Met inmiddels 10,7 MWp opgestelde capaciteit. Volgens de statistiek gravers van de gemeente, is in hun eigen overzicht momenteel 9,5 MWp PV capaciteit opgenomen, ruim 11% minder dan in KMt. Maar, ook pikant om te zien, bijna 16% méér dan momenteel in KM-PIR is terug te vinden (lees: bij Netbeheer Nederland, 3e kolommen paar). Almelo staat in de KMt "ranking", na een "simpele correctie van het vermogen van slechts twee kleine buurten" (in het KM-PIR deelregister) nu weer op ... plaats 111 in die lijst, i.p.v. bovenaan. Zo hard kan het dus gaan in de statistieken. En of het daarbij zal blijven mogen we ons terecht afvragen. De stijging van met name Zwolle, bijvoorbeeld, is beslist opvallend te noemen (2e plaats, achter Amsterdam). In het KM-PIR deelregister staat de gemeente nu zelfs bovenaan. Kan dat kloppen? Het is beslist een zeer actieve gemeente op het gebied van PV, dus "hoog" in de ranking is wel te verwachten. Maar zo hoog? In het gemeente overzicht van 18 november 2014 stond Zwolle nog op een vijfde plaats. Dus de sprong naar de (veruit) eerste plaats, 6% meer dan Tilburg, nog geen 3 maanden later, mag gerust als byzonder mogen worden beschouwd. Zo u wilt, als "potentieel verdacht". Ik sluit derhalve beslist niet uit dat er nog meer "vreemde zaken" in de Nederlandse PV-statistieken op tafel zullen gaan komen. Die achteraf weer gecorrigeerd zouden moeten worden. In ieder geval zijn bij de aantallen installaties (KM-PIR) resp. adressen (KMt) Utrecht resp. Den Haag voorlopig kampioen. Heel veel van die adressen cq. installaties zullen slechts een paar zonnepaneeltjes hebben vanwege de beperkte ruimte. Daar zal niet erg veel in veranderen, want een stad "verbouw" je niet zomaar eventjes. Provincies
Tot slot:
fully integrated statistiek Polder PV
http://klimaatmonitor.databank.nl/quickstep/QsBasic.aspx (Klimaatmonitor databank) 14 februari 2015: Aanzienlijke tempo-versnelling PV beschikkingen SDE 2014. Na de zeer matige update van 15 januari jl., hebben de RVO ambtenaren er flink de sokken in gezet bij de laatste update voor SDE 2014, gedateerd 29 januari. Er is nog maar één kleine wijziging bij de max. subsidiabele productie van de aanvragen geweest (2 GWh toevoeging mest monovergisting cq. 3 GWh "totaal" extra). Maar bij het "aanvragen" gedeelte is verder niets veranderd. Uiteraard wel bij de beschikkingen (subsidie toekenningen). Weliswaar zijn er ook bij andere categorieën extra toekenningen bijgekomen, met name bij "hernieuwbare warmte en WKK" (7 stuks), en ook nog 2 toekenningen onder de modaliteit "groen gas". Maar bij elektriciteit werd de deur wagenwijd open gezet. En álle nieuwe toekenningen, maar liefst 178 stuks, gingen naar zonnestroom projecten (bij de vorige update werden er slechts 26 toegevoegd). Met, en dat is zelfs een zeer aanzienlijke wijziging geweest t.o.v. de magere 2,3 MWp nieuw beschikt in de update van 15 januari, maar liefst 46,6 MWp nieuw toegekend PV vermogen! Na een korte aarzeling laat de laatste update weer een forse versnelling van het toegekende PV vermogen zien binnen SDE 2014. Leidend tot een totaal van al bijna 220 MWp binnen deze regeling. Nooit eerder is binnen een SDE subsidie ronde (al) zo'n groot volume voor zonnestroom toegekend. Met deze gegevens blijkt de heftige toekenning in de laatste RVO update de gemiddelde installatie grootte maar liefst op 262 kWp te zijn gekomen voor de nieuwe beschikkingen (groene lijn in grafiek hier onder). Voor alle tot nog toe beschikte PV aanvragen binnen SDE 2014 (1.115 stuks) is het systeemgemiddelde lager, 197 kWp. Overigens kan de uiteindelijke realisatie ook weer anders uitpakken dan in de beschikking staat toegekend: hetzij minder vermogen omdat er minder op de daken (of achter de aansluiting!) blijkt te passen dan gedacht. Of, en dat komt beslist ook vaak bij oudere SDE beschikkingen voor, een uiteindelijk gerealiseerd groter project, waarbij slechts een gedeelte (meestal "het grootste") SDE subsidie zal gaan genieten. In bovenstaande grafiek drie progressie data betreffende de nieuwe PV beschikkingen t.o.v. de voorlaatste peildatum in de RVO.nl updates. Bruinrode kolommen: nieuw aantal beschikte PV projecten sinds vorige peildatum (rechter Y-as), met de hoogste toevoeging op peildatum 4 december 2014 (182 beschikkingen toegevoegd). De blauwe curve geeft het nieuw beschikte vermogen in MWp weer sinds voorgaande peildatum (linker Y-as), met een record toekenning in de recentste 29 januari update (46,6 MWp). De groene curve tot slot geeft het systeem gemiddelde in kWp weer van de nieuw beschikte projecten sinds de voorlaatste peildatum (rechter Y-as). Het record gemiddelde lag in de update van 18 december 2014, op 276 kWp. Maar ook de laatste update laat een opvallend hoog beschikt project gemiddelde zien van 262 kWp bij de recentste groep afgegeven beschikkingen. Met deze toevoeging komt SDE 2014 tot nog toe alweer aan bijna 220 MWp beschikt PV vermogen, een record (en we zijn nog lang niet "klaar", zie eerste figuur). In totaal is er nu binnen SDE 2014 1.637 miljoen Euro van de 3,5 miljard beschikt, dus er is nog steeds ruim meer dan de helft te gaan van het budget... Kijken we naar de (omgerekende) hoeveelheid energie die "maximaal zal worden gesubsidieerd" (in max. 15 jaar), bijna 31 TWh (alle opties bij elkaar), is dat zelfs nog maar 37% van de (veel te veel) aangevraagde bijna 84 TWh op dit ijkmoment. Nieuwe
€€ kandidaat: PV Het enige "kleine dompertje" is, dat er ook 14 extra PV projecten zijn afgewezen of ingetrokken. Het totaal bij PV ligt nu op 27 (voor alle opties betreft het gezamenlijk 40). Maar dat is slechts 0,7% van de in totaal 3.715 ingediende aanvragen voor zonnestroom genererende projecten, dus dat is nog zo goed als niks. Prognose
"bij ongewijzigde trends" In ieder geval blijft de conclusie: zelfs als er slechts "een (fors) deel" van het (reeds) beschikte PV volume dit jaar al gerealiseerd gaat worden, bovenop alle andere activiteit die er al is, en bovenop de nu op echt op gang komende realisatie van SDE 2013, gaat 2015 alweer een record nieuwbouw jaar worden voor zonnestroom. En dat is een mooi perspectief. Stand van zaken SDE 2014 (RVO.nl, update 29 januari 2015) 12 februari 2015: "Een Fraunhofertje doen". Energy Transition Centre doet eerste pogingen HE productie NL te voorspellen. Ik werd recent benaderd door Prof. Dr. Martien Visser van de Hanzehogeschool te Groningen, die "een Fraunhofertje wilden doen". Althans, zo werd het uiteraard niet gesteld. Maar er werd daarbij gerefereerd aan het magistrale, zeer gedetailleerde, en extreem informatieve data onderzoek dat genoemde wereldvermaarde instelling, Fraunhofer ISE (eigenlijk een conglomeraat van meer dan 50 onderzoeksinstellingen) regelmatig publiceert over de omvangrijke Duitse stroommarkt. Ik zet op Twitter regelmatig tweets uit met diverse details uit die omvangrijke, zeer interessante pdf publicaties van Fraunhofer. Het laatste exemplaar van hen, voor heel 2014, telt 8,4 MB aan detail info, verdeeld over 271 (!) pagina's. Het is echt rode-oortjes lectuur, het is behoorlijk actueel (beter kun je het volgens mij in deze vorm niet krijgen), en die rapportage mag dan ook als de "maatstaf" voor de stand van zaken op de Duitse stroommarkt worden gezien. Inclusief de al tot bijna 26% (van bruto stroomconsumptie!) aangezwollen "hernieuwbare tak van sport", waaronder uiteraard de al hoge impact hebbende modaliteiten wind en zonnestroom. "Iets dergelijks willen we ook", dacht Hanzehogeschool, kennelijk, en inmiddels is een eerste poging gepubliceerd, in een fantastisch en interessant, uniek overzicht wat zijn weerga niet kent in ons land. Genaamd "Renewable Energy in The Netherlands", onder de vlag van "EnTranCe", afkorting voor het "Energy Transition Centre". Ik was, en blijf daarbij beslist sceptisch over met name de "berekende" impact van zonnestroom in het geheel, omdat we zelfs niet eens weten wat de capaciteitsontwikkeling op jaarbasis was van afgelopen jaar (mijn basis scenario gaat van 1.100 MWp eind 2014 uit, Solar Trendrapport 2015). Laat staan dat we zouden "kunnen" weten wat de maandelijkse nieuwbouw in dat jaar is geweest. Op basis van mijn prognose voor eind 2014, en de 739 MWp eind 2013 die CBS eind vorig jaar "definitief heeft vastgesteld", gaat Hanzehogeschool Groningen in hun net gepubliceerde studie uit van een groei van grofweg 360 MWp in 2014, en, een totaal kunstmatig aanname, natuurlijk, "gemiddeld genomen een groei van 30 MWp per maand". Op basis van die aannames (die in werkelijkheid zeer sterk kunnen fluctueren per maand, alleen weten we die cijfers helemaal niet), lichtinstraling data van KNMI, en de nodige andere inputs, is door hen berekend (niet gemeten!!) wat de bijdrage van zonnestroom "kan zijn geweest" in 2014. En daarbij zijn ze niet over een nacht ijs gegaan: niet alleen maandelijkse data, maar zelfs uitsplitsingen per week en per dag (!!) zijn gemaakt. Rekenpartij Het is zonder meer een geslaagde eerste poging. Al is er beslist het een of ander aan af te doen waar het (belangrijke) details betreft. Geconcludeerd wordt dan ook achteraan in de rapportage: "Some approximations and scaling factors were ... needed". Maar ook, "It is believed by the author that the detailed results in this presentation give a fair presentation of the complex reality of the Dutch energy system". M.a.w.: ondanks mogelijke systematische fouten cq. aannames wordt gesuggereerd dat het gepresenteerde materiaal een "behoorlijk goede weergave van de complexe realiteit van het Nederlandse energie systeem" betreft. Het instituut roept aan het eind van de presentatie aan een ieder die daartoe wil bijdragen op, om constructief commentaar te leveren ter verbetering van de rapportage. Enkele
data voorbeelden
In dit eerste plaatje een van de conclusies van EnTranCe in het "2014 in een nutshell" overzichtje: als alle importen en exporten, voorraden en opslag ("bunkers") buiten beschouwing worden gelaten, zou in 2014 4,6% van het primaire energie verbruik afkomstig zijn geweest uit hernieuwbare bronnen. Andere highlights zijn:
Totale energie productie in TWh (equivalenten) van 7 als "hernieuwbaar" aangemerkte bronnen, in 2014. Biomassa domineert alles, met 72% van het aandeel (totale HE productie). Zonnestroom zou, gebaseerd op mijn schatting van 1.100 MWp capaciteit eind 2014, volgens de EnTranCe berekening, 0,7 TWh hebben kunnen opleveren in dat jaar. Dat is een aandeel van 3,2% op de geschatte 22 TWh (equivalent) geproduceerd uit "hernieuwbare" bronnen. En op de totale stroomvraag die EnTranCe heeft berekend, 112,3 TWh, zou zonnestroom inmiddels volgens hen een aandeel van 0,6% hebben behaald. S.v.p. goed om in uw oren te knopen, dat genoemde geschatte 112,3 TWh alweer 6,8 TWh minder zou zijn dan de 119.112 GWh die Nederland in 2013 aan elektriciteit zou hebben geconsumeerd (CBS StatLine). Bijna 6% minder stroomverbruik dan in 2013! Ook interessant (p. 9 van de rapportage) is dat de "hernieuwbare bronnen" al ruim 2x de productie van stroom uit Borssele (nucleair) zouden hebben gegenereerd in 2014 (8,7 versus 4,3 TWh). Daarmee zou het aandeel "hernieuwbaar" op "totale stroomproductie" op 7,9% zijn gekomen volgens het rapport (8,7 op 112,3 komt echter op 7,7%).
Ook al is zonnestroom nog steeds maar een kleine speler, in de "zomermaanden" (plm. maart tm. september) laat ze haar kracht uiteraard het duidelijkst zien. Prognose van berekende zonnestroom opbrengst per maand in GWh in 2014 (donkergele segmentjes, zie pijl). De bijdrage van wind is het meest opvallend in de wintermaanden, deze twee modaliteiten zijn aardig complementair op jaarbasis (is uiteraard al vele jaren bekend uit de uitmuntende Duitse statistieken).
EnTranCe gaat zelfs tot op zeer groot detail niveau in op de "berekende stroomproductie" in het Nederland van 2014. Zelfs per dag, zoals de hier weergegeven week van 2-8 juni. Toen, wederom volgens de berekeningen van EnTranCe, zonnestroom haar "record dag productie in het jaar 2014" gehaald zou moeten hebben (met alle aannames die daar achter zitten!!). Dat zou op vrijdag 6 juni 2014 geschied "moeten" zijn, waarbij er 5,4 GWh zonnestroom zou zijn geproduceerd. Als we van 3.150 kWh stroomverbruik per huishouden uitgaan in 2013 (CBS StatLine), is dat 8,6 kWh gemiddeld per HH per dag. En zou op die vermeend productiefste dag dus het equivalent van het stroomverbruik van gemiddeld zo'n 628.000 huishoudens zijn geproduceerd. Of het equivalent van het nogal heftige verbruik van 4.380 "gemeentehuizen Emmeloord voordat ze zelf zonnestroom gingen opwekken" (450.000 kWh/jaar, zie bericht van 20 februari 2010). Terug gerekend naar een gemiddeld verbruik per dag van 1.233 kWh. Nederland telt in 2014 403 gemeentes.
Zonnestroom maakt op het geheel, ondanks de onstuimige groei van de afgelopen jaren, nog relatief weinig impact (oranje pijl geeft de minuscule fragmentjes "zonnestroom", oranje, aan). Dat gaat in de zomerse maanden ongetwijfeld stapsgewijs "merkbaarder" worden, maar er is nog een hele lange weg te gaan voordat er "Duitse" toestanden gaan uitbreken op de Nederlandse netten. Daar zijn we nog heel erg ver van verwijderd, de markt kan nog zeer hard gaan groeien. Vooralsnog is import (van o.a. spotgoedkope bruinkolenstroom uit Duitsland, licht oranje onderaan in grafiek) een veel ernstiger punt van zorg, vergeleken bij dat schattig kleine beetje input van PV in ons land...
Ook een interessant plaatje: "het effect van windstroom productie op de stroomproductie uit kolencentrales is nog steeds beperkt". Daarmee kunnen alle typische 'ollandsche prietpraatjes over "ineffectiviteit" van windenergie in Nederland en "genereert alleen maar nog meer CO2 emissie want kolencentrales staan als gevolg van onbetrouwbare windstroom productie te wipkippen" meteen op de al uitpuilende berg met klimaat/energie/CO2 nonsens. Skippen die kolder, s.v.p.
Plaatje met dagelijkse stroomproductie uit alle bronnen in de laatste maand van 2014, december. Let op de enorm dominante input van gasgestookte productie capaciteit (lichtblauw), lots of coal (donkergrijs), "wat spul uit hernieuwbare bronnen" (groen), een toefje nucleair (rood), en nog wat import (donkerblauw). Maar ook, in het begin van de maand, behoorlijk wat export (onder de X-as). Voorwaar, elektriciteit omvat een zeer dynamisch systeem - en het is nooit anders geweest. Tot slot, (vermeende) zonnestroom productie per maand
In deze grafiek de voorspelde zonnestroom productie per maand in 2014. Daarbij valt direct op dat juli iets hogere productie is toebedeeld dan juni. Dat lijkt een rekenkundig artefact te zijn. Er wordt gerekend met een puur kunstmatige toename van 30 MWp per maand in 2014, maar de vakantieperiode is natuurlijk beslist niet een waarvan je zou verwachten dat er veel wordt gebouwd. Sterker nog, waarschijnlijk is er veel "minder dan gemiddeld" afgezet in juli. Dat daargelaten, wat het ook nog eens een gemiddeld genomen minder zonnige maand dan juni, zoals de KNMI productie data laten zien. Voor Valkenburg (referentie voor Polder PV) heb ik dat al eerder getoond. Voor alle KNMI stations heb ik een nieuw plaatje gemaakt:
Instraling in de maanden juni, juli en augustus 2014, bij alle KNMI weerstations waar gegevens van beschikbaar waren (Voorschoten nieuw, Soesterberg en Wilhelminadorp geen metingen meer). Met de lineaire "trend"lijnen heb ik de gemiddelde waarden laten weergeven. De gemiddelde trend voor juni ligt beduidend boven die voor juli (en augustus ligt nog weer veel lager). Ergo: in juni is er gemiddeld genomen (uitzonderingen zie per station) veel meer zonlicht op de Nederlandse zonnepanelen gevallen. Hierbij komt ook nog, dat juni 2014 gemiddeld genomen minder warm was dan juli van dat jaar. De KNMI maandrapportages meldden voor die maanden respectievelijk "vrij warm" (juni, 16,2 gr. C, 3,8% boven langjarig gemiddelde van 15,6 gr. C), tot "zeer warm" (juli, 19,8 gr. C, 10,6% boven langjarig gemiddelde van 17,9 gr. C). Het is bekend dat, zeker bij slechte natuurlijke ventilatie, de output van zonnecellen fors onder druk kan komen te staan bij zeer warm weer, vanwege de zogenaamde "negatieve temperatuur coëfficiënt"*. Hoe warmer het is, hoe minder goed een PV installatie op "top vermogen" kan produceren. Dat is dus een extra "belastende" factor voor de maand juli geweest, t.o.v. de voorgaande maand. *Voor silicium zonnecellen, extreem dominant in NL, meestal rond de 0,4% minder Wp vermogen per graad temperatuur stijging t.o.v. de "standaard" test temperatuur van 25 °C. Dat er desondanks "meer" productie voor juli 2014 is voorspeld dan voor juni dat jaar, kan alleen maar te maken hebben met een veronderstelde (gemiddelde) nieuwbouw van 30 MWp per maand. Maar juli zit midden in de vakantie periode, en het lijkt zeer onwaarschijnlijk dat dat (veronderstelde) jaarlijkse maandgemiddelde nieuwe vermogen in die maand zal zijn behaald. Alle drie de voor juli genoemde "negatieve dan wel potentieel tegenvallende" factoren bij elkaar genomen, mag er best een vraagteken bij die "meeropbrengst in juli t.o.v. juni 2014" worden gezet. Weten doen we het toch niet. Want er wordt niet massaal en zeer frequent geijkt en gecertificeerd fysieke zonnestroomproductie gemeten. Zolang die gegevens blijven ontbreken, blijven we ons een slag in de rondte speculeren. Desondanks blijft het natuurlijk, ondanks deze kritische kanttekeningen, een byzonder geslaagde poging om een beeld van de mogelijk opgetreden ontwikkelingen in 2014 te schetsen. Totdat iemand het beter doet. Ik wens een ieder bij zo'n poging veel succes, en veel arbeidsvreugde toe...
Renewable Energy in The Netherlands (pdf EnTranCe / Energy Academy Europe, 121 "slides", datum waarschijnlijk kleine glitch, "Feb-15'') http://www.ise.fraunhofer.de/en/renewable-energy-data (het "grote voorbeeld" voor EnTranCe, zelfs qua document structuur tot op groot detail gekopieerd: Fraunhofer's unparallelled detail analyses van de extreem goed "gemeten" Duitse stroom markt incl hernieuwbare bronnen) Statistics for 2014. Overview of Dutch energy market (12 feb. 2015. Craig Morris zijn haarscherpe, duidelijke, en kritische analyse van het gepresenteerde materiaal van EnTranCe. Waarbij hij een van mijn vele data grafieken laat zien, en met mij vraagtekens zet bij de data voor zonnestroom. En oproept tot versnelling van de veel te lage implementatie van energie uit hernieuwbare bronnen in ons land, en orde op zaken bij de continu rammelende statistieken) 10 februari 2015: PV PIR update 3. Status Almelo nu al discutabel. Uit het vorige artikel bleek dat in het net ververste PIR register bij Klimaatmonitor opeens Almelo uit de krochten van de Nederlandse gemeentes omhoog was geschoten in de rangorde bij het - vermeend - geplaatste PV vermogen op haar gemeentegrond. Nu kijk ik er niet van op dat tussentijds pikordes wijzigen, dat is normaal. Ook al omdat "fysiek geplaatst vermogen" in werkelijkheid nogal asynchroon verloopt (lees: behoorlijk ver vóór loopt) t.o.v. de nogal chaotisch verlopende registraties (en bijstellingen!) in de paar "registers" die we hebben. Maar Almelo is wel een nogal byzondere "nieuwkomer" in de pikorde. Die stond in de lijst van 18 november 2014 namelijk helemaal nog niet in de "top 15" gemeentes die ik toen had samengesteld. Ik heb het even nagezocht: Almelo stond in KMt (totaal register Klimaatmonitor) met het geaccumuleerde vermogen op die datum zelfs maar op de 122e plaats van de toen onderscheiden 402 gemeentes (KMt toen: 2.492 kWp). In het KM-PIR deeldossier bevond de gemeente zich destijds zelfs maar op de 124e plaats (met 2.272 kWp in dat deelregister)!! Hier is dus weer eens iets heel vreemds aan de hand. Want KM-PIR vertelt ons nu doodleuk dat Almelo in dat dossier inmiddels al 10.400 kWp zou hebben. En dat er dus sinds medio november vorig jaar (in 2 en een halve maand tijd) maar liefst 8,1 MWp (!) extra volume in de statistieken van het PIR register opgenomen zou zijn. Dit begint weer op een vette "statistische aberratie", ofwel een enorme datablunder te lijken. Detail
data duik Al rap kwam ik op het "buurt" niveau van Klimaatmonitor uit, en wat staat daar tot mijn stomme verbazing genoteerd? Twee mij compleet onbekende wijkjes in Almelo (Overijssel), met ronduit verbijsterende geaccumuleerde PV volumes. Hierboven ziet u het "top" lijstje PV-vermogen in buurten in Nederland in het KM-PIR register bij Klimaatmonitor (wat net is ververst, kreeg ik vanochtend ook per e-mail nog extra bevestiging van). Als we vanaf de onderkant in dit staatje kijken komen we zonder meer "logische kandidaten" voor hoge posities tegen. "Buurten" in de uitgestrekte gemeentes Dronten en Zeewolde in het van enorme boerderijen vergeven Flevoland, waar die "buurten" ook nog eens enorme oppervlaktes hebben. Dat is bekend, daar is de laatste jaren heel erg veel vermogen afgezet op talloze boerderij daken. Sommige zelfs van het niveau "joekel" (honderden kilowattpieken per lokatie). Dus die posities zijn "verklaarbaar". Eersel (NB) heeft in het relatief kleine buurtje "Verspreide huizen Duizel" het (momenteel) op een na grootste gebouw-gebonden Nederlandse PV project staan, het al in 2012 gerealiseerde 1,63 MWp project op Venco Campus. Heerhugowaard hoeven we het neem ik aan niet over te hebben. De wereldpers is er geweest, in De Stad Van De Zon, er staat inmiddels in KM-PIR bijna 1,6 MWp (maar er is alweer meer gerealiseerd, heb ik al vernomen). Weten we. Zand erover. Maar Almelo? Ja, we weten dat er ook daar hoge PV ambities zijn (zoals bij alle zichzelf serieus nemende gemeentes in ons land). Het ooit als (max.) 17 MWp (!!) geconcipieerde zonneveld op het geflopte XL Businesspark om maar iets te noemen (ten Z. van de gemeente). Puur megalomaan van opzet, al snel niet financierbaar geacht, voorlopig in de ijskast en mogelijk - hoogstens - op extreem veel kleiner niveau misschien een teen in het water met een klein parkje. Maar realisatie van "Big Solar Things" in het in 2014 72.460 zielen tellende Almelo? Forget it but. Althans, als we mijn projectenlijst mogen geloven, want veel "soeps" staat daar nog niet in (toegegeven, ik weet nog lang niet alles, en dat is nog hoop werk om uit te zoeken). Momenteel de grootste mij bekende PV installatie in die gemeente betreft een 71 kWp installatie bij Löwik Installatietechniek. Er zal best een nog grotere installatie kunnen staan (graag bericht indien bekend, waarvoor dank). Maar iets wat ook maar in de buurt van een MWp, laat staan dik 8 MWp komt? No way! Ook niet in de residentiële sector, want 8 MWp is het equivalent van maar liefst 32.000 moderne PV modules van elk 250 Wp. Bij gemiddeld zo'n 10 panelen per dak zou dat dan om maar liefst 3.200 huizen moeten gaan... Een op het hoofdkantoor van netbeheerder Cogas gepland crowdfund PV project met 400 zonnepanelen in Almelo, wat aangemeld was bij Zonnepanelendelen.nl, is daar niet meer terug te vinden. De status van dat project is onduidelijk. Ga zo maar door, je zult die 8 MWp vermeende realisatie niet terug vinden. En wáár zou dan "die grote PV knaller in Almelo" gerealiseerd moeten zijn volgens KM-PIR? Volgens het staatje hierboven in twee mij totaal onbekende wijken. Maar liefst 2,8 MWp PV vermogen zou er moeten staan in Schelfhorst Zuidoost, een wijkje aan de noord-oost kant van het centrum, met slechts 3.345 inwoners cq. 1.310 huishoudens (28% van het aantal huishoudens in de Leidse Stevenshof...). Voor de geïnteresseerden: Google Maps link. Dat klinkt ons al onwaarschijnlijk "genoeg" in de oren, want 2,8 MWp is in hetzelfde KM-PIR deel-dossier ook het vermogen wat we zouden moeten vinden in de hele gemeente Dordrecht (met bijna 119.000 inwoners)... Nota bene: ons "trotse" Leiden (121.160 ingezeten) heeft voor 2014 nog maar krap 1,9 MWp geaccumuleerd in het KM-PIR staan, bijna een MWp minder dan dat onbekende wijkje in Almelo...
Geen
solar utopia in Paradijs... Tenzij u meer weet dan ik. Dan hoor ik graag van u waar dan die globaal genomen dik 20.000 PV modules van elk 250 Wp zouden moeten staan, in het "Zonne Paradijs" van NEEderland... * Wel met, naar verluidt, "het beste zwembad van Overijssel" in het tot "subtropisch zwemparadijs" omgetoverde voormalige ziekenhuis, genaamd Preston Palace. Maar ik heb niets gelezen over "een groot" PV systeem aldaar. Laat staan in de ordegrootte van "megawatten" (wat niet eens op de daken zou passen) ... PIR
scepsis neemt toe Champagne
weer opbergen http://klimaatmonitor.databank.nl/quickstep/QsBasic.aspx (Klimaatmonitor databank Rijkswaterstaat) 10 februari 2015: PV PIR update 2. Toegevoegd aan Klimaatmonitor, nog niet integraal verwerkt. Toen ik na mijn vorige artikel over de PIR update 's avonds de Klimaatmonitor site bezocht, viel me meteen al op dat de nieuwe data die Groene Courant (GC) had opgevraagd bij Netbeheer Nederland ook daar al waren opgenomen in het (grootste) "KM-PIR" deeldossier. Dat was direct al te zien aan de sterk verhoogde totaalstand in dat dossier, wat in de voorlaatste update nog op 789 MWp uitkwam (had ik eergisteren nog kunnen vaststellen). Maar wat op 9 februari is opgehoogd naar de kennelijk door Netbeheer Nederland aan GC opgegeven, zeer voorlopige eindstand voor 2014, 882 MWp: * Voetnoot: bij accumulatie provincies kwam totaal KMt op 9 feb. 2015 op (bijna) 899 MWp. Indien "Nederland" wordt geselecteerd komt het totaal al op (bijna) 901 MWp. Het verschil vermogen kon tot die datum nog niet "aan een specifieke gemeente worden toegewezen"... Grafiek met de meest actuele stand van drie belangrijke datasets: (1) KM-PIR met de voorlopig laatste, net ververste stand van zaken voor het jaar 2014 (882 MWp, blauwe curve; NB: er zijn voor dit deeldossier in het Klimaatmonitor register nog steeds geen data opgegeven vóór 2012). Deze is identiek aan de (blauwe) curve die ik gisteren in de voorlopige update van mijn "verzamelgrafiek" gestippeld had weergegeven voor het laatste jaar (zie vorige artikel, laatste grafiek). (2) In groen de curve voor het kennelijk nog niet bijgewerkte "totaal" dossier bij Klimaatmonitor (KMt), waar het KM-PIR een onderdeel van is. "Niet bijgewerkt", omdat de hellingshoek van het deeldossier KM-PIR veel steiler is dan die van het (grotere) verzameldossier. Wat niet kan kloppen als de bijgewerkte KM-PIR data ook al in het KMt opgenomen zouden zijn geweest. Ik verwacht dat die update niet lang op zich zal laten wachten. (3) CBS data tot en met 2013 ("definitief") in de oranje curve: altijd boven alle andere datareeksen liggend, en als "backbone" van de Nederlandse PV statistiek te beschouwen (maar ook daar nog steeds blijvende vraagtekens over de nauwkeurigheid). In ieder geval duidt de lagere hellingshoek van de blauwe curve (KM-PIR) er op dat in 2014 de groei mogelijk iets lager geweest kan zijn dan in 2013, als het PIR register een "representatieve evolutie" zou laten zien t.o.v. de totale afzetmarkt. Als er extreem veel (nieuw geplaatst) vermogen zou "missen" in PIR, gaat dat verhaal mogelijk niet op. Het probleem met de interpretatie wordt bemoeilijkt doordat alle curves al een zeer steile hellingshoek laten zien: als in de achterliggende databestanden behoorlijke systematische fouten zouden zitten, kunnen die het eindresultaat ("opgesteld vermogen aan eind van het jaar") sterk beïnvloeden. Vergelijking
KMt met KM-PIR
Vergelijking van het aantal adressen met zonnepanelen per provincie in KMt (linker grafiek, klassieke weergave van links naar rechts, 1999-2014) en in KM-PIR (rechter grafiek, volgorde jaren omgedraaid, zodat 2014 "links" staat en 1 op 1 vergeleken kan worden met het er tegenover liggende identieke jaar voor het KMt totaal dossier). Voor KMt zijn geen data bekend voor de jaren 2005-2007 (nauwelijks marktgroei in die jaren, een groot "statistisch gat"). Voor KM-PIR zijn alleen data van de laatste 3 jaar bekend bij Klimaatmonitor. Direct valt op, bij de vergelijking van de 2 grote dossiers, dat de provincie volgorde niet consistent is. In beide datasets is Zuid Holland kampioen bij de aantallen adressen met PV, met trouwens fors meer adressen in het verzamel dossier (links). In het nog niet ververste totaal dossier KMt (links) is Noord-Holland duidelijk de tweede provincie. Bij het net ge-upgrade KM-PIR dossier (rechts) blijft die provincie echter steken op de 3e plaats, ver na Noord-Brabant en "kampioen" Zuid-Holland. En zo'n beetje ex aequo met Gelderland. Verder is de "afstand" tussen Noord-Brabant en Gelderland in KMt een stuk kleiner, dan in het ververste KM-PIR overzicht. De verschillen bij de minder PV-adressen hebbende provincies zijn beduidend minder opvallend. Maar wel is al te zien dat bijvoorbeeld Overijssel, Drenthe, en Groningen (beduidend) meer adressen in KM-PIR hebben staan, dan in KMt. Wat niet "logisch" is. Immers: KM-PIR is een (grote) deelverzameling van KMt. Dit is alleen maar te verklaren vanwege het feit dat KMt nog flink opgewaardeerd moet gaan worden met de meest recent bekende (KM-PIR) data van Netbeheer Nederland. Genoemd effect is juist omgekeerd bij 3 van de vier top provincies. Die hebben in het "verzameldossier" KMt al (veel) meer adressen zitten dan in het net ververste deeldossier KM-PIR. Het ook veel PV adressen hebbende Noord-Brabant heeft echter in KM-PIR nu ook iets meer adressen zitten. De verwachting is dat bij de volgende KMt update dat weer "recht getrokken" zal gaan worden. Verder is duidelijk, dat 2012 het jaar van de "explosieve versnelling" van de PV marktgroei heeft ingeluid, wat beslist voor een aanzienlijk deel aan de "slagroomsubsidie" van GroenLinks mag worden toegeschreven (nationale subsidieregeling die begin augustus 2013 werd overschreven). Vier provincies maken de dienst uit bij de aantallen adressen met zonnepanelen. Opvallend is de positie van Limburg (oranje), wat o.a. met haar "LES" subsidies een paar jaar talloze kleine PV-systeempjes heeft gesubsidieerd (vaak maar 4-6 modules per dak). Qua inwoner aantal is het van de 12 provincies echter pas nummer 7 (met in 2013 1,12 miljoen inwoners, 6,7% van de toenmalige NL bevolking).
Dezelfde wijze van weergeven als in de eerste figuur (aantallen adressen), maar nu met de PV vermogens per provincie in kWp. Links KMt, rechts, in omgekeerde volgorde (jaren), KM-PIR, zodat weer een goede 1 op 1 vergelijking van de voorlopige status quo in 2014 kan worden gemaakt. Was het bij de aantallen adressen duidelijk Zuid-Holland als kampioen, is bij het totaal geregistreerde vermogen - niet geheel verrassend - het talloze landbouw bedrijven rijke Noord-Brabant absoluut koploper. Zowel in het KMt (links) als in het net geactualiseerde KM-PIR register (rechts). Ik had dat in een analyse medio 2014 al duidelijk gemaakt. En de trend lijkt zelfs nog sterker te zijn geworden, de afstand tot nummer 2, Gelderland, lijkt "onoverbrugbaar" geworden. Zuid-Holland komt bij het geaccumuleerde (geregistreerde) vermogen in KMt pas op de derde plaats, Noord-Holland en Overijssel ex aequo op de 4e positie. Ook hier weer opvallend de positie van Limburg, die achteraan de rij hoge vermogens per provincie aansluit. Ook daar zijn met name in NW Limburg bij veel grote agrarische bedrijven forse volumes zonnepanelen afgezet, bovenop de talloze residentiële installaties in de verstedelijkte gebieden. Dan valt er een fors gat met de laatste 6 provincies. Wederom opvallend is dat in het KM-PIR deeldossier, rechts, de volgorde alweer anders is in 2014. Daarin heeft nota bene Overijssel ruim 14% méér capaciteit in KM-PIR zitten dan in het "overkoepelende" (lees: dus fors achter lopende) KMt, en bezet het daar zelfs de 2e plaats, nog voor Gelderland. Zuid-Holland is daar pas op de 4e plaats te vinden. Een andere opvallende discrepantie is Noord-Holland: op deze peildatum (9 feb. 2015) heeft KM-PIR (81,5 MWp) maar liefst 14% minder vermogen dan in KMt (95,0 MWp). Daar is dus nog wel wat recht te zetten in een volgende update. De verschillen zijn bij de achterblijvende groep provincies, met geregistreerde vermogens lager dan 60 MWp in KMt, gering. Maar ook daar staat soms in deel-dossier KM-PIR al meer vermogen dan in het "verzamel" dossier KMt (Groningen). Er is een duidelijk verschil in de "vorm" van de curves tussen de aantallen adressen per provincie (vorige grafiek) en de totale PV vermogens per provincie. Bij de aantallen is er (vanwege de subsidieregeling voor residentiële installaties) in 2012 een plotselinge, explosieve toename in alle curves. Waarbij bij de grootste drie provincies al vanaf een redelijk hoog niveau wordt gestart (daar stonden dus al veel installaties bij met name huishoudens, voor de "big boom"). Bij het vermogen in de laatste grafiek is de "versnelling" iets subtieler, maar de ontwikkeling beslist ook explosief te noemen. De verwachting is dat KMt binnenkort een flinke upgrade tegemoet kan gaan zien, waardoor ook de t.o.v. 2013 "relatief minder steil hellende" curve segmenten in het jaar 2014 flink omhoog gebogen zullen gaan worden, in beide grafieken. Of de verhoudingen tussen met name de grotere provincies voor dat jaar nog zullen wijzigen bij zo'n update valt nog te bezien. Gemeente
ranglijstjes, altijd leuk * Zie verder deel 3 in deze "PIR serie"...
Almelo blijkt in het net ververste KM-PIR dossier bijna een MWp meer vermogen te hebben dan Amsterdam nu nog in het (nog niet bijgewerkte) verzameldossier KMt heeft. Maar dat gaat vast binnenkort worden "recht gebreid", die palmares komen (virtueel) ongetwijfeld gewoon weer in het bezit van de hoofdstad... http://klimaatmonitor.databank.nl/quickstep/QsBasic.aspx (Klimaatmonitor databank Rijkswaterstaat) 9 februari 2015: Nieuwe PIR cijfers, vraagtekens blijven. N.a.v. een eerste bevraging van Netbeheer Nederland medio oktober 2014 door Groene Courant volgden de eerst publiekelijk bekend gemaakte nieuwe PV installatie data van Netbeheer Nederland (NN) over de status van het PIR (Productie Installatie) Register, sinds de organisatie zelf voor het eerst in de geschiedenis met detailgegevens (maand data) naar buiten was gekomen (bericht 24 juli 2014). De gegevens waar Groene Courant mee kwam gaven de vermeende status voor het derde kwartaal van dat jaar weer. Waar echter, na analyse van Polder PV, de nodige kritische kanttekeningen bij geplaatst konden worden. Dit bovenop de talloze problemen die ik sowieso al over het PIR heb gerapporteerd, zoals enorme opschonings-operaties (die niet publiekelijk bekend werden gemaakt, zie bericht daarover door Polder PV). En het missen van meer dan de helft van de grootste projecten in het PIR register van Klimaatmonitor, die ik tot in detail heb nagevlooid (nog geen tijd gehad voor verdere verdieping, is een zeer lastige en tijd vretende klus). Inmiddels zijn de gegevens voor het vierde kwartaal van afgelopen jaar door Groene Courant bij NN opgevraagd en gepubliceerd. Die nog steeds niet het enigma van de data van het derde kwartaal hebben opgelost. Netbeheer Nederland heeft vanaf de zomer van 2014 helemaal niets meer gepubliceerd over (hun) nieuwe data. Ik ga in dit artikel in op de recentste gegevens gepubliceerd door Groene Courant. Nieuwe
data PV in PIR Alle oude kwartaalcijfers die nu opnieuw zijn gerapporteerd, zijn allemaal ongewijzigd gebleven t.o.v. het vorige status overzicht. Wat eigenlijk merkwaardig is, omdat er ongetwijfeld nog wel de nodige (grote) fouten in het PIR zitten. En je zou verwachten dat de netbeheerders er nog steeds alles aan zouden doen om die data zo "schoon mogelijk" te krijgen. In Klimaatmonitor staat echter nog steeds (!) bij de data voor 2013 het onwaarschijnlijke Berkelland (Gelderland) als gemeente met het hoogste vermogen vermeld. In het PIR deelregister (KM-PIR) met ruim 11 MWp, in het totale verzamel register van Klimaatmonitor (wat ik KMt noem, inmiddels 9 deel-dossiers) zelfs met 12,4 MWp. Dat slaat nog steeds nergens op, en is en blijft een enorme blunder, die doet vermoeden dat er ongetwijfeld nog wel meer zal "rammelen" in de PIR dataset (wat ik al lang aannemelijk heb gemaakt, in diverse artikelen). Alleen voor het jaar 2014 is die reeds lang door mij gesignaleerde grote fout geëlimineerd, voor de jaren 2012 en 2013 staat hij er echter nog steeds in. Dan ga je hele vreemde statistische "aberraties" krijgen, zeker als je over "nieuwbouw cijfers per jaar" wil rapporteren (zijnde het verschil tussen de eindejaars-accumulaties van 2 opvolgende jaren)... Nieuwe
registraties 2014 Maar in absolute zin is het natuurlijk beslist niet zo dat PIR volledig is. Er zijn aanwijzingen dat er, in sommige gedocumenteerde gevallen, minimaal 10, en mogelijk zelfs 20% van het totale marktvolume in bepaalde "goed tellende" gemeentes niet in PIR aanwezig is. Veel particulieren hebben zich nooit aangemeld bij energieleveren.nl, of, indien het een nieuwe PV eigenaar betreft, doen het nog steeds niet. En aan de "bovenkant" van de markt ontbreken mogelijk behoorlijk grote volumes (niet zozeer "aantallen", maar wel degelijk "forse vermogens") omdat ze niet zijn terug te vinden in het KM-PIR register (analyse). En ondanks de huidige, voorlopige PIR update (nog steeds niets over gecommuniceerd door Netbeheer Nederland zelf), blijven de problemen bestaan. Dat komt terug in de grafieken die ik heb ververst (eerst gepubliceerd 17 oktober 2014). Ik zet de nieuwe grafieken hier voor u op een rij. Oudere resp. nieuwste cijfers voor "PIR" register PV installaties, aantallen per kwartaal. Tot en met de eerste jaarhelft van 2014 direct afkomstig van Netbeheer Nederland (juli 2014 rapportage), erna via Groene Courant (licht weergegeven kolommen achteraan). Accumulaties: cijfers rechter Y-as. De oranje stippellijn geeft de uit deze cijfers resulterende groei van de aantallen in PIR geregistreerde installaties per kwartaal weer (cijfers linker Y-as). Of de forse "dip" in het derde kwartaal reëel is, moet nog blijken (het was beslist een zwak seizoen, maar of het echt zo slecht was?). NSR is de periode dat de nationale subsidieregeling voor particulieren liep (geel vlak, begin juli 2012 tm. begin augustus 2013). Volgens de PIR data zou het laatste kwartaal een schwung omhoog hebben laten zien, maar zou de groei nog onder dat van het tweede kwartaal hebben gelegen. Volgens deze cijfers zouden er eind 2014 223.096 installaties "bekend" zijn in het PIR register. Ondanks de hier besproken "PIR update" is dat nog steeds 3,7% minder dan de 231.719 "adressen met zonnepanelen" die het verzameldossier KMt momenteel telt (9 deeldossiers incl. - oudere cijfers van - PIR). Met, s.v.p., extra aandacht daarvoor, de notitie dat de laatste wijziging voor KMt alweer van 3 augustus 2014 is. Ergo: daar gaan nog heel veel extra "oude", reeds lang van zonnepanelen voorziene adressen bijkomen bij een volgende update. "PIR" ligt alleen daarop al fors achter (en KMt ligt weer een stuk achter op de CBS cijfers). Uit de vorige grafiek volgende nieuwe aantallen installaties per kwartaal (groene kolommen, rechter Y-as). Data vanaf derde kwartaal van 2014 (nog) niet direct door Netbeheer Nederland zelf gepubliceerd, maar opgevraagd door Groene Courant (lichtere kleur kolommen). Er lijkt een duidelijke "dip" in het derde kwartaal van 2014 te zijn geweest. De bruine gestreepte curve geeft het percentage weer van het aantal nieuw geregistreerde installaties in een bepaald kwartaal t.o.v. het voortschrijdend gemiddelde van de laatste 4 kwartalen. Dit zou een "mogelijke trend" in de markt kunnen weergeven. Als er continu groei zou zijn, moeten de percentages elk volgende kwartaal weer (fors) boven de 0% komen. Dezelfde twee grafieken, maar ditmaal voor het met de aantallen PV installaties gepaard gaande, geïnstalleerde (STC) vermogen. Eerst de progressie van het geaccumuleerde vermogen per (einde) kwartaal (rechter Y-as). En de groei per kwartaal in de oranje gestreepte curve (linker Y-as). Hier een nogal zorgwekkende, fragenswürdige, extreme terugval in het derde kwartaal van 2014, waarna opeens de vermogens bijbouw weer enorm snel is toegenomen in het laatste kwartaal. Wat mij betreft: een onwaarschijnlijk scenario, waar ik geen "noodsignalen uit de markt" over heb opgepikt in de herfst van 2014. De accumulatie, eind 2014, zou 882 MWp hebben bedragen (helaas afgerond getal, oudere data zijn tot op kWp nauwkeurig). Ook dat is lager dan in het huidige KMt dossier (incl. oudere PIR cijfers), en wel, momenteel, 2,1% lager dan de 901 MWp die er nu in KMt staan. Met wederom, een laatste update datum anno 3 augustus 2014, waar dus nog heel veel volume bij zal gaan komen met een volgende opwaardering met nieuwere cijfers. KM loopt altijd achter, omdat ze afhankelijk zijn voor hun syntheses van de input van derde partijen. Daar zit dus een forse tijdsvertraging in, die maanden, tot zelfs jaren kan oplopen (SDE registratie is daar een drama, moet van RVO.nl komen). Zelfde (tweede) grafiek, als bij aantallen, nu voor de nieuw ingeschreven hoeveelheid vermogen per kwartaal (rechter Y-as, in kWp). Hier een onrustbarende trend, als die de werkelijkheid weer zou geven: Naast de - wat mij betreft onwaarschijnlijk lage groei in het derde kwartaal van 2014, herstelt de nieuwbouw in de laatste 3 maanden weer net zo hard als die in het voorgaande kwartaal omlaag "gevallen" zou zijn. Hoogst bizar, als dat inderdaad zo zou zijn geschied. Bovendien: de groei in dat laatste kwartaal komt niet eens meer in de buurt van die in de eerste twee kwartalen in dat jaar! Ook dat lijkt me hoogst onwaarschijnlijk, omdat ik daar geen enkele aanwijzing van heb ontvangen van marktpartijen. Die hadden het zelfs over een "zeer goed laatste kwartaal". Er mogen beslist blijvende vraagtekens gezet worden bij de eerste data voor die laatste twee kwartalen van vorig jaar.
Wederom laat ik hier het "onwaarschijnlijke karakter" zien van de cijfers voor, in ieder geval, het voorlaatste kwartaal in 2014. Ik heb namelijk uit het door Groene Courant gepresenteerde cijfermateriaal wederom de gemiddelde systeemgrootte van de nieuwe installaties per kwartaal berekend (rode curve). En net als de vorige keer komt daar die extreem onwaarschijnlijke "dip" in 2014 Q-III naar boven drijven (rood vraagteken). Het systeemgemiddelde van de nieuwe installaties in het PIR register zou in 2014 Q-II nog op (een voor NL begrippen voorstelbare) 4,39 kWp hebben gelegen. Zou in Q-III echter opeens, zonder enige plausibele verklaring, plotsklaps omlaag zijn gevallen naar nog maar 1,70 kWp. En zou vervolgens in Q-IV weer op een veel hoger niveau hebben gelegen van 4,23 kWp. Ik kan geen enkel scenario bedenken voor deze uitermate onwaarschijnlijke "natuurlijke markt evolutie". Dat gemiddelde voor Q-III is gewoon fout, en dus moeten de basis data ook incorrect zijn. Een andere conclusie kan ik vooralsnog nog steeds niet trekken. Ergo: genoemde PIR data moeten zeker voor dat kwartaal met een grote pot zout tot u genomen blijven worden. Uit de curve voor het verloop van het systeemgemiddelde van de accumulatie van alle installaties in het PIR (groen) zou volgen dat, a.g.v. de bizarre "dip" voor de nieuwe installaties (rode curve), ook het daarin weergegeven systeemgemiddelde een "tik omlaag" heeft gekregen (van 4,11 kWp naar 3,92 kWp, 4,6% minder, maar wat mij betreft: hoogst onwaarschijnlijk). Maar zelfs na het "bijtrekken" van het systeemgemiddelde voor nieuwe installaties in het laatste kwartaal van vorig jaar, blijft de groene curve nog steeds onder het niveau liggen van het tweede kwartaal: 3,95 kWp i.p.v. het stapsgewijs in de historie hoger gegroeide gemiddelde van 4,11 kWp in het tweede kwartaal van 2014. Ook dat lijkt niet waarschijnlijk. De commerciële markt is immers in 2014 behoorlijk aangetrokken, met talloze grotere projecten waarover uitgebreid wordt bericht in kranten en op web portals. Hoe kan het systeemgemiddelde in zo'n markt dan juist omláág zijn gegaan i.p.v., zoals te verwachten zou moeten zijn, stapsgewijs (verder) omhóóg? Er is geen enkele aanwijzing voor een zeer heftige toename van kleine residentiële installaties in het tweede halfjaar van 2014. Volgens mij kan er maar een verklaring zijn: de gepresenteerde PIR data zijn verre van volledig. En, veel erger nog, het kan er misschien op duiden dat steeds meer grotere, commerciële PV projecten NIET in genoemd PIR register zijn opgenomen. Wat een kunstmatig omlaag drijven van het systeemgemiddelde van alle installaties (accumulatie in PIR) zou kunnen verklaren. Als die laatste verklaring klopt, wordt de "maatschappelijke waarde" van genoemd, veelbesproken PIR register, al snel een groot vraagteken. En, bovendien, wordt de zwaar gepushte claim dat energieleveren.nl registratie "een zogenaamde verplichting" zou zijn (zie o.a. onterechte claim Liander) een hoax. Want grote projecten zouden dat dan blijkbaar zogenaamd niet "hoeven te doen"?? Het is het een of het ander. Niet "particulieren wel", en "bedrijven niet". Dat is onzin. Update
alle bekende data
Geregistreerd vermogen zonne-energie met 50 procent gestegen (Groene Courant, 3 feb. 2015) 4 februari 2015: CertiQ update januari. De eerste update van CertiQ voor 2015 is bekend in de vorm van het maandrapport voor januari. I.t.t. het fors ingekrompen "beschikkingen tempo bij SDE 2014" (vorige bericht), is er weer gelukkig een "klein versnellingetje" bij de bijschrijving van PV capaciteit in de CertiQ databank gesignaleerd in het januari rapport. De feiten: 37 PV participanten toegevoegd (nadat er in het laatste rapport voor 2014 71 waren verdwenen...). En een aardig volume van 2.922 kWp aan nieuw vermogen. Wederom met de voetnoot: netto effecten van nieuwe toevoegingen minus uit de database geschrapte projecten. Mede gezien af en toe optredende "negatieve maandgroei cijfers" bij de PV-participanten bij CertiQ, durf ik uit bovenstaande nog niet te concluderen dat er een "systeemgemiddeld vermogen van rond de 41 kWp" is gerealiseerd, omdat we de "in" resp. "uit" volumes niet kennen. Indien er geen installaties in dat maandrapport zijn "verdwenen" (lees: "uitgeschreven uit CertiQ register, maar zeer waarschijnlijk nog gewoon zonnestroom producerend"), klopt die uitspraak wel. En dat zou gezien de grotere SDE projecten die nu in iets groter getale worden opgeleverd ook helemaal geen vreemd "gemiddelde" zijn. Een paar trends in drie grafieken, tot en met het januari 2015 rapport: In rood het nieuwe aantal PV participanten toegevoegd aan, of, onder de X-as, verdwenen uit CertiQ databestand, in de maandrapportages. We zitten af en toe weer op "positieve groei", maar het houdt allemaal niet over met het aantal SDE projecten wat bij CertiQ wordt ingeschreven. De gele curve, accumulatie van bij CertiQ ingeschreven aantallen participanten (PV), laat duidelijk zien dat nog steeds het "record" van november 2013 (!! 11.088 participanten) niet weer is ingehaald (momenteel status: 10.841). Vanwege de kennelijk nog steeds niet volledig gelukte (?) herinschrijvingen van projecten bij deze TenneT dochter. Accumulatie van gecertificeerd zonnestroom vermogen bij CertiQ, eind januari 2015. Na - wederom - een negatief dipje in het laatste maandrapport van vorig jaar weer een kleine toename, eindstand voorlopig 116,326 MWp. Dit is MEP + SDE (incl. SDE+ ...) capaciteit, MEP is ondergeschikt, mogelijk ruim 12 MWp (laatst bekende eindstand CertiQ vlak voor start SDE 2008 op 1 april dat jaar). Ondanks nog steeds niet ingehaald "volume" aantal participanten t.o.v. november 2013 is, waarschijnlijk door toevoeging van (weinig) grote SDE projecten, het vermogen behoorlijk gegroeid sinds die lang verlopen maand, na een forse, langdurige dip a.g.v. de "herregistratie operatie". Op het totale vermogen in Nederland zou het aandeel CertiQ inmiddels rond de 10% kunnen liggen, en als het totale geaccumuleerde PV volume groter is geweest dan ik - conservatief - heb geschat (1,1 GWp eind 2014), zelfs minder dan die 10%. De uitgifte van de Garanties van Oorsprong "trein" blijft doordenderen, al is er (groene curve) even een duidelijke vertraging opgetreden. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat we in de winterperiode zitten, waarbij een eventuele hoge input stroom vanuit de zomer (later om te zetten in GVO's als "een MWh is vol gemaakt" bij een specifieke installatie) behoorlijk is opgedroogd. Het uitgifte beleid blijft grillig verlopen (blauwe curve), in januari is er weer byzonder weinig aan GVO's aangemaakt: slechts 4,25 GWh. Way below de record uitgifte gedocumenteerd in het oktober rapport van 2014 (9,65 GWh). In bovenstaand staatje weer de verschillen tussen de gerapporteerde aantallen participanten en vermogens van de vier door CertiQ onderscheiden modaliteiten tussen 1 december 2013 en 1 februari 2015, met alweer slecht nieuws. Was biomassa de enige optie in het december 2014 rapport die een "plus" liet zien bij de aantallen, is het weer bal: er zijn weer 3 installaties uit het CertiQ register geschrapt sinds het vorige rapport. Erger nog: er zijn ook nog eens 2 waterkracht projecten verdwenen, wat een flinke aderlating betekent op het geringe aantal wat er sowieso was (totaal 5 minder dan op 1 december 2013). Alleen zon en wind gingen er op vooruit, al zijn de aantallen van 1 december 2013 ook daar nog steeds niet gehaald: zon - netto - 247 participanten minder, wind 56 lager. Bij de vermogens blijft het verhaal hetzelfde: drie opties nog steeds een weinig, tot extreem (biomassa: 10,6%) lager vermogen dan dik een jaar geleden. Alleen PV netto fors meer vermogen, 32% (rood). Zeer waarschijnlijk zwaar gepusht door slechts weinig nieuwe SDE projecten die per stuk fors van grootte zijn, terwijl de sinds december 2013 "verdwenen" participanten waarschijnlijk zeer kleine projectjes hadden. In totaal is er voor het totaal van de 4 modaliteiten nog steeds 2,5% van het "netto aantal" participanten, en een behoorlijk volume van 6,7% van het vermogen nog steeds niet "terug" in de cijfers. En de vraag is of het überhaupt (weer) zal worden heringeschreven... GVO import en export
In het plaatje hierboven het overzicht van de Nederland in geïmporteerde GVO's, in januari. Wederom een heftig volume, en i.t.t. in het vorige maandrapport (Frankrijk grootste bron van hydro certificaten) nu weer het "oude vertrouwde" Noorwegen (34,9% van totaal, rood), gevolgd door hydro rijk Zweden, met 27,7%. Met hun decennia oude hydro power plants als bron van de groene papiertjes die alhier in het polderland kolen-, gas- en een beetje nuke-stroom moeten "vergroenen" vanwege al die burgers die aan "groenstroom" contracten zijn geholpen (al dan niet eenzijdig door hun greenwashing leveranciers)... Let in bovenstaand overzichtje op de opmerkelijke hoeveelheid van 5.999 zonnestroom GVO's helemaal hierheen geïmporteerd uit het verre, zonnige Italië. Waar kennelijk net als in Duitsland met de internationale vermarkting van "groenheid" is begonnen van, waarschijnlijk, grote vrijeveld installaties. Ook IJsland, niet eens aan "het Europese stroomnet gekoppeld", draagt haar groene papiertjes steentje bij, met 21.500 GVO's uit hun rijkelijk aanwezige geothermische bronnen (kun je net zo makkelijk kolenstroom opgewekt in vies Nederland mee vergroenen, ons land is immers handelsnatie hors categorie, als het maar geld oplevert...).
Bij de export van GVO's (die best ook gewoon uit het buitenland geïmporteerde, en rap weer "doorgeschoven" papiertjes kunnen betreffen) is vooral België doel-land geworden met 58,2% van het totaal. Wederom curieus (ook al vorige maandrapport vastgesteld), nota bene weer 27,5% van de papiertjes retour (??) naar Noorwegen (groot mysterie, misschien wil er iemand die niets te doen heeft in Den Haag leuke kamervragen over stellen...). En nog wat grut naar, nota bene, de tot over hun oren in fysiek opgewekte groene stroom zittende oosterburen (!!), het kleine Luxemburg, Frankrijk en het verre Finland. Het is immers - kennelijk lucratieve ? - handel, dus die "papiertjes" waaien kennelijk met alle winden mee... Trekken we "export" van "import" af, houden we een verbijsterend volume over van 4,23 TWh "netto geïmporteerd" voor januari. Dat is 76% van de 5,55 TWh aan "afgeboekte" certificaten ("verbruikte groene stroom") in die maand. En er werd in totaal maar voor 1,54 TWh aan "eigen" Nederlandse GVO's aangemaakt in januari (NB: kan ook stroom opwek van eerdere maanden hebben betroffen). Herhaalde conclusie: we wekken in ons land véél te weinig fysieke "eigen" groene stroom op. Jaarrapport
nog onvolledig Voor zonnestroom werd tot en met november 2014 voorlopig 51.766 MWh (51,8 GWh) aan "gecertificeerde productie" vastgesteld door CertiQ. Dat is 0,55% van het totaal aan "groene" productie tot dan berekend (9,48 TWh), wat een bemoedigend signaal is dat het de goede kant op gaat met die decentraalste optie van allemaal. Want CertiQ is slechts iets van 10% van het totale PV vermogen in Nederland. Echter, december zelf zal niet echt veel meer extra gaan opleveren, mogelijk wel nog fors wat volume uit eerdere maanden. Wel kunnen we het voorlopig naast het cijfer uit het definitieve jaarrapport voor 2013 (2e herziene versie) zetten, toen was er volgens CertiQ 56.807 MWh gecertificeerde zonnestroom geproduceerd. Daar moeten we in 2014 (ook nog eens zonnig, en met een flink gegroeide markt, inclusief het kleine gecertificeerde deel) toch heel erg vet overheen gegaan zijn, mogen we veronderstellen. We moeten waarschijnlijk wachten tot de zomer voordat er een "definitief rapport" over 2014 zal komen van de TenneT dochter. Statistische overzichten CertiQ 4 februari 2015: SDE 2014 vermogen licht gestegen update 15 jan. 2015. Er heeft een merkbarige vertraging plaatsgevonden in de toekenningen voor SDE 2014. Het totale beschikte vermogen heeft nu een claim liggen van 1.513 miljoen Euro, 43,2% van het totale budget (3,5 md). Er is 1 project voor "groen gas" beschikt in de 2 weken sinds de voorlaatste update. En 26 PV beschikkingen, goed voor 2,3 MWp (gemiddeld nieuw project vermogen slechts 90 kWp/aanvraag). Dat brengt het totaal voor PV tot nog toe op 937 toegekende PV projecten met 173,2 MWp vermogen (gemiddeld systeem vermogen van al die aanvragen: plm. 185 kWp/project). Een noviteit
- eenheden vergelijkbaar In totaal is er nu een equivalent van 29.588 GWh beschikt (NB: in totaal 83.730 GWh aangevraagd). Elektra neemt daar met 6.268 GWh (van 31.070 GWh aangevraagd) het tweede deel van in, slechts 21,1% (aangevraagd: 37,1%). Warmte is hier alweer de winner tot nog toe, met 65,5% van totaal beschikte energie (equivalente) productie. En claimt daarbij bovendien 55% (834 miljoen Euro) van het beschikte budget. Daar is PV, met 220 mln Euro beschikt (14,5%), maar slechts 2.598 GWh (8,8% van totaal beschikt) een "relatief kleine partij" bij, vergeleken. Niet vergeten: voor warmte/WKK zijn nog maar 77 partijen met toegekende aanvragen gezegend, alleen PV heeft er al 937. De boodschap, als vanouds: weinig partijen claimen de grootste miljoenenbedragen. Ook, via de SDE heffing op elektra en gas, uit uw portemonnee. Ze moeten natuurlijk wel nog (bijna) allemaal gebouwd worden. De eerste PV projecten SDE 2014 zijn reeds bekend, 1,5 MWp aan gerealiseerd volume was in de RVO update voor peildatum 1 januari 2015 al terug te vinden. Stand van zaken SDE 2014 (RVO.nl) 1 februari 2015: Laatste PV nieuwbouw data Duitsland 2014 - minder dan 1,9 GWp op jaarbasis. Zoals verwacht heeft december 2014 niet een "eindejaars-rush" in PV-nieuwbouw opgeleverd zoals dat in vele jaren in buurland Duitsland (vanwege soms forse verlagingen van de Einspeise Vergütungen / FITs* in het nieuwe jaar) is geschied. Het per augustus 2014 in werking getreden EEG 2.0 heeft immers zulke dramatisch slechte (overgebleven) incentives voor PV opgeleverd, vergeleken met de FITs sinds 2000, dat de markt stapsgewijs leegbloedt. Weliswaar is er in december van vorig jaar 108 MWp nieuwe PV capaciteit bij gebouwd, en is er zelfs weer een kleine opleving in een paar grotere projecten geweest. Maar het heeft allemaal niet mogen baten: Sinds 2008, 6 jaar geleden, is de PV nieuwbouw in Duitsland niet zo slecht geweest. Er is slechts 1.899 MWp nieuw vermogen bijgeplaatst, verdeeld over een voor Duitsland zeer gering aantal van ruim 75.000 nieuwe installaties. Dat is voor het eerst, in de dynamische Europese zonnestroom historie, minder dan de 2,2 GWp die het Verenigd Koninkrijk er in 2014 bij plaatste (artikel The Guardian). * FIT = "feed-in-tariff", in Duitsland tot een commercieel succes gemaakt vanwege hun unieke, in extremo door excellente wetgeving vastgelegde, door de regionale netbeheerders uit te betalen "Einspeise-Vergütungen", met alle bijbehorende dictaten en inperkingen die daar bij horen. In dit artikel weer enkele grafieken om de cijfers ook in historische context beter te duiden.
Evolutie van maandelijkse nieuwbouw van PV capaciteit in Duitsland. Daar zat sowieso al flink de klad in sinds 2013. Maar in 2014 is het drama, mede door de invoering van het volledig op de schop genomen Erneuerbare Energien Gesetz (waar Hermann Scheer spreekwoordelijk voor uit z'n graf zou stappen), geldig per 1 augustus van dat jaar in volle omvang duidelijk geworden. De volumes worden steeds kleiner, de voorwaarden zijn veel te stringent, en de wereldwijd gekopieerde Duitse stroomwet lijkt het perspectief wat PV betreft de nek om te draaien als er niets gaat verbeteren. In december 2014 werd nog maar 107,6 MWp bijgeplaatst. Een schim van de ruim 2.983 MWp in december 2011, en dramatisch lager dan het langjarige gemiddelde van 437 MWp/maand sinds het begin van de registraties bij Bundesnetzagentur (jan. 2009). Evolutie van de maandelijkse nieuwbouw in groene kolommen (MWp), accumulatie vanaf begin 2014 in gele kolommen (MWp). Alleen in juli, de maand vóórdat het nieuwe EEG 2.0 startte, was er een duidelijke opleving (345 MWp nieuwbouw), met de toen nog geldende hogere (doch historisch bezien al flink omlaag gedrukte) invoedings-tarieven voor nieuwe installaties. Sinds de invoering van EEG 2.0 is de bijplaatsing per maand teleurstellend laag geweest. En de accumulatie curve vlakte dan ook behoorlijk af. Vergelijkbare grafiek als de vorige, maar nu met de aantallen installaties. Daarbij is de trend zo mogelijk nog onrustbarender: "aantallen" worden namelijk vooral gedragen door residentiële installaties, en sinds de tijdelijke opleving in juli (10.720 nieuwe PV-systemen in die maand), is het alleen maar bergafwaarts gegaan met de toevoegingen per maand. In december 2014 kwamen er nog maar 3.951 nieuwe PV-systemen bij. Het record tot nog toe was juni 2010, toen er maar liefst ruim 65.000 nieuwe installaties werden gerealiseerd (zie uitgebreide jaar analyse). In het voorjaar van 2014 kon de Duitse branche nog rekenen op (al fors tegenvallende) volumes van zo'n 7.000 nieuwe systemen per maand. Maar die "zekerheid" is al lang de kop ingedrukt door Merkel cs. Een dodelijke spiraal voor de Duitse installatie branche, want er komen dus steeds minder (en ook nog eens gemiddeld kleinere) opdrachten binnen voor nieuwbouw... In dit plaatje heb ik de nieuwbouw van capaciteit (MWp) van de meest recente jaren (2009-2014) voor Duitsland naast elkaar gezet, met aan het eind het jaarlijks gemiddelde over deze periode (gearceerde kolom). De topjaren 2010-2012 zullen onder de huidige condities nooit meer terugkomen, met zo'n 7,5 GWp per jaar aan nieuwbouw. De markt is daarna ingestort, meer dan gehalveerd tot 3,3 GWp in 2013, en wederom bijna gehalveerd in 2014 (1,9 GWp). In 2014 werd bijna exact de helft van het jaarvolume van 2008 gehaald. Ver onder het jaargemiddelde van 2009-2014: 5,2 GWp. Zelfde grafiek als de vorige, nu wederom voor het aantal nieuwe PV-installaties per jaar in Duitsland, in de periode 2009-2014. In de "topjaren" 2010-2012 was al een merkbare teruggang in het aantal nieuwe installaties te zien, bij gelijktijdig stabiel bijgeplaatst vermogen (vorige grafiek). Wat dus inhoudt dat er minder, maar gemiddeld wel veel grotere systemen zijn geplaatst, met name in 2012. Zie daarvoor de laatste grafiek in deze reeks, direct hier onder (systeemgemiddelde). In 2013 lag het volume nieuwe PV systemen, ruim 124.000, nog op de helft van dat van 2009. Het is in 2014 dramatisch verder verslechterd naar nog maar ruim 75.000 nieuwe installaties. Slechts 61% van het al zwaar teleurstellende volume in 2013. Het gemiddelde over de jaren 2009-2014 lag een factor 2,3 maal zo hoog dan het jaarvolume van 2014, op ruim 172.000 systemen/jaar. Uit de vorige twee grafieken volgt dit interessante exemplaar: het gemiddelde systeemvermogen van de nieuwbouw per jaar, met achteraan weer het "gemiddelde van de getoonde gemiddeldes" in de periode 2009-2014. Duidelijk is dat 2012 een topjaar was voor grote PV projecten, met gemiddeld 41,3 kWp per installatie (NB: gemiddeld over ruim 184.000 nieuwe PV-systemen...). Het was het jaar van de - voor Duitse begrippen - supergrote vrijeveld systemen van vele tientallen MWp per installatie, die nog rap voor oktober van dat jaar (nieuwe, rampzalig lagere Einspeise Vergütungen) werden gerealiseerd. Tot het grootste exemplaar, het in het najaar van 2012 opgeleverde 145 MWp project Neuhardenberg, 15 kilometer van de Poolse grens. In de twee jaar na dat jaar record voor de gemiddelde systeem grootte is het terug gevallen naar 26,6 kWp (2013) resp. 25,2 kWp (2014) gemiddeld per installatie. Weliswaar nog iets hoger dan de 23,8 kWp in 2009, maar een extra tale-telling signaal, dat er te weinig grote (lees: de meest kosten-gunstige!!) PV projecten worden gebouwd. Het langjarige (2009-2014) systeemgemiddelde was 30,5 kWp per installatie. In Nederland, wat tot nog toe slechts zeer beperkt "grotere" (beslist niet "Duits geschaalde") PV installaties heeft weten te bouwen, ligt dat veel lager. Met de laatste (beslist niet volledige) cijfers van Klimaatmonitor ("totaal" verzamel dossier) data kom ik met nog zeer voorlopige cijfers voor 2014 slechts op een systeemgemiddelde van 3,9 kWp. Een factor 6,5 maal zo laag dan het in 2014 al flink gedaalde systeemgemiddelde vermogen in Duitsland. Als we nog verder terugkijken in de historie, en de in dit artikel gepresenteerde laatste data combineren met de gegevens uit de zogenaamde "Zeitreihen" bij het "nu voor het EEG verantwoordelijke ministerie" (BDWi, was voorheen het BMU) uitzetten, krijgen we bovenstaande grafiek. In blauwe kolommen de eindejaars-accumulatie, zeer snel toegenomen in de "golden years" 2004-2012 (referentie is de linker Y-as). Maar daarna ook weer zeer sterk afgevlakt door heftige ingrepen in zowel de hoogte van de invoedings-vergoedingen, als in de "randvoorwaarden" voor project groottes, aard, percentages te vergoeden resp. "direct te vermarkten" kWh-en, etcetera. Eind 2014 zou er volgens de data 38.236 MWp zonnestroom vermogen zijn opgesteld in het land. Nog steeds, laten we wel wezen, een "ongehoord", diep respect afdwingend wereldrecord voor en land gelegen op gematigde noorder-breedte. We zien de dramatische terugval in de Duitse PV markt echter het best aan de jaarlijkse bijbouw, weergegeven in de gestippelde rode curve (rechter Y-as). Na 2012 is die curve "omlaag gestort" naar een zeer laag niveau, onder dat van 2008 liggend. Gevreesd moet worden voor de komende jaren, zeker ook wat de werkgelegenheid in de Duitse PV sector betreft. Prestaties
per maand Nieuwbouw PV vermogen Duitsland per maand in de laatste drie kalenderjaren. Dramatische teruggang in de maandelijkse nieuwbouw, al duidelijk in 2013, is verder verergerd in 2014. Zelfde grafiek als hierboven, nu voor de aantallen nieuwe PV-installaties in Duitsland, per maand. Waren de oosterburen in 2012 nog "gewend" aan volumes van 15.000-20.000 installaties per maand (met heftige uitschieter naar boven in maart), is dat tot een trieste omvang van rond de 5.000 systemen terug gezakt in 2014, met een duidelijke neerwaartse trends naar het einde van het jaar. In deze grafiek heb ik de maandelijkse accumulatie van nieuw toegevoegd PV vermogen vanaf het begin van elk van de drie kalenderjaren naast elkaar gezet. De verschillen tussen deze 3 opeenvolgende jaren zijn opmerkelijk. 2014 komt met het totale vermogen van 1.899 MWp op slechts 57% van het eindejaars-volume van 2013 (3.304 MWp), en zelfs maar op een kwart van de hoeveelheid van 7.604 MWp in recordjaar 2012. Laatstgenoemd jaar kende ook wat "versnellingen", terwijl 2013 en 2014 een veel "regelmatiger" groei kenden (met in 2014 een "nog gematigder" groei dan in 2013). Zelfde grafiek als hierboven, wederom voor de maandelijkse aanwas van aantallen installaties sinds het begin van de weergegeven 3 kalenderjaren. 2014 eindigde met 75.473 nieuwe installaties op 61% van de 124.049 in 2013. En op slechts 40% van de 188.098 in 2012. Segmentatie
2014 in 3 grafieken In de eerste grafiek (NB: Y-as logarithmisch) de segmentatie voor de nieuwbouw per maand voor het vermogen. De onderscheiden vermogensklasses zijn (1) max. 5 kWp, (2) 5 tm. 15 kWp, (3) 15 tm. 100 kWp, (4) 100 tm. 1.000 kWp, resp. (5) projecten groter dan 1 MWp (met onder laatste EEG regels de beperking van installaties van maximaal 10 MWp, anders geen vergoeding). Vooral de grootste vermogensklasse kent sterke afwijkingen. Er worden er nog maar relatief weinig gerealiseerd, dus als er in een maand een kleine nieuwbouw "hausse" is, of juist een "dip", zie je dat in de grafiek snel terug, zoals bij de heftige terugval in oktober 2014 (waarna weer een opleving). Voor de twee kleinere categorieën (bruine resp. groene curves) was er een duidelijke korte opleving vlak voordat de nieuwe (lagere) "feed-in" tarieven ingingen met de start van EEG 2.0 per 1 augustus 2014. Alle vermogensklassen bij elkaar opgeteld (bovenste rode lijn) gaf een schommeling tussen 75,4 MWp (oktober) en, max., 344,7 MWp in de "pre-EEG 2.0 maand", juli. In december werd nog maar 108 MWp bijgebouwd. Ronduit onrustbarend is de omlaag hellende trend bij het "residentiële" segment van max. 5 kWp: het draagvlak voor zonnestroom wordt door deze trend ondergraven, omdat kennelijk steeds minder burgers participeren (lees: het financieel kennelijk niet interessant meer vinden, of het geld er niet meer voor over hebben). Bij de aantallen nieuwe installaties per maand (wederom: Y-as logarithmisch) zijn de schommelingen iets minder sterk dan bij de vermogens. Opvallend is dat de meest impact makende categorie hier niet het kleinste (max. 5 kWp), maar het daar op volgende marktsegment is, 5 tm. 15 kWp (paarse curve). Maar ook daar tekent zich dezelfde onrustbarende neerwaartse trend af richting eind van 2014: ook de kapitaal-krachtiger burgers lijken minder trek te hebben/krijgen in de aanschaf van een fors uit de kluiten gewassen PV-systeem. Dat is slecht nieuws. Daar staat tegenover, dat het eerste "bedrijfsmatige" segment van 15 tm. 100 kWp een lichte progressie richting het eind van het jaar laat zien (groene curve). Het op een na grootste segment (tm. 1 MWp) lijkt relatief stabiel op het "pre-EEG2.0" topje na (bruine curve). De grootste installaties vertonen ook bij het - geringe - aantal (minimaal 4, maximaal 34 "stuks" in een maand), de grootste schommelingen. Het totale volume (bovenste rode lijn) volgt o.h.a. nauwgezet de trend van de twee kleinste (wat aantallen nieuwe installaties betreft), meest impact hebbende categorieën, omdat de grootste categorieën veel minder aantallen projecten tellen. In deze grafiek de gemiddelde systeemgrootte van alle nieuwe PV projecten per maand in 2014, in kWp (rood), en dat voor de grootste project categorie (meer dan 1.000 kWp, blauw, beiden logarithmische Y-as). Het gemiddelde is weer iets gestegen na een dip in oktober. Maar de oude records gaat Duitsland hoogstwaarschijnlijk niet meer halen. Tot
slot - december 2014
Tot zover de berichtgeving over de flink gekrompen "voormalige zonnestroom wereldmarkt Duitsland". In de hoop dat er toch nog positieve signalen uit dat pioniersland kunnen gaan komen op het gebied van marktontwikkeling. Of de opening van een "Erste Ausschreibungsrunde Photovoltaik-Freiflächenanlagen", een openbare inschrijving op vrijeveld PV projecten (via Bundesnetzagentur), met in de eerste ronde maximaal 500 MWp te vergeven vanaf februari dit jaar daar structureel verandering in gaat brengen blijft de vraag. Gevreesd wordt, dat vooral grote, kapitaalkrachtige partijen (lees: o.a. energiebedrijven, die op dat vlak tot nog toe vrijwel NIETS hebben gedaan onder alle oudere EEG regimes) met de grootste volumes zullen gaan scoren. De stroomopbrengst moet immers ook zelfstandig vermarkt worden, zonder recht op vaste invoedings-vergoedingen. Dit zou een zoveelste nekslag voor massale burgerparticipatie kunnen gaan betekenen, mede gezien de hoge marketing- en afzet- risico's binnen een al compleet overvoerde binnenlandse stroommarkt. We gaan weer zien wat er in Duitsland ontplooid zal gaan worden. Ik wens ze daarbij zeer veel succes. Photovoltaikanlagen:
Datenmeldungen sowie EEG-Vergütungssätze (Bundesnetzagentur)
Gabriel: Erste Ausschreibungsrunde Photovoltaik-Freiflächenanlagen kann im Februar 2015 starten (28 jan. 2015, BMWi, voor het eerst in de Duitse geschiedenis een openbare uitschrijving voor grote vrije veld PV projecten) 30 januari 2015: SDE en PV - de harde realisatie cijfers. Eens in de zoveel tijd komt er een update van RVO (voorgangers: NOVEM > SenterNovem > AgentschapNL) over de met veel politiek tam-tam begeleide SDE regeling. Of eigenlijk moet ik zeggen, SDE regelingen. Want er is sinds het "eerste" exemplaar startte (op 1 april 2008) nogal heftig aan talloze knopjes gedraaid, op wijzerplaatjes getikt, zijn er wat draadjes her en der ver- of omgelegd, en zijn er de nodige verstopte schakelaars omgezet. Om de hardnekkige "markt" te doen bewegen in de richting waarvan de knoppendraaiers hopen dat het "maximaal resultaat voor zo weinig mogelijk geld" oplevert. Dat daarbij, gezien de afgrijselijke complexiteit van alle "regelingen" die uit de krochten van het Ministerie van Economische Zaken tevoorschijn worden getoverd, in de loop van de tijd de nodige "accidentjes" zijn ontstaan mag als voorspelbaar worden gezien. Er is al heel erg veel politiek spraakwater over gevloeid, en er zijn de nodige schimpvolle analyses op Polder PV aan gewijd, met name in de begintijd (dossier). Omineuze
ontwikkeling SDE
En hier staat het nog eens expliciet in de nog verder uitgedijde "fase structuur" voor SDE 2015 vermeld, in de RVO tabel:
Ik zeg: revolutie en toepasselijk moord en brand geschreeuw vanwege deze aanfluiting van wat een "stimuleringsregeling voor duurzame energie" heet te zijn. Het is gewoon een openlijke verkrachting van dat al vele jaren lang door Den Haag misbruikte begrip "duurzaam" (de laatste jaren door alweer zo'n misplaatste term "hernieuwbaar" vervangen...). Ik roep de PV sector dan ook op om al in fase 4 massaal (haalbare) zonnestroom projecten aan te vragen en bijvoorbeeld een deel van financiële risico's proberen af te dekken met partiële crowdfunding. Om de kolenboeren de pas af te (proberen te) snijden. Back to
the facts Per kolom zijn de achtereenvolgende SDE regelingen ("SDE+" vanaf SDE 2011) gestapeld weergegeven. In 2012 waren er een paar rapportages, later is het publicatie ritme eens in het half jaar geworden. De eerste rapportage (1 juli 2011) meldde in totaal 22,4 MWp aan realisaties van PV projecten binnen de 3 eerste SDE regelingen. Waarvan SDE 2009 (met veel 100 kWp projecten getrokken door het later door HVC overgenomen Horizon Energy) het meest succesvol was, en nu nog steeds is. Destijds (1-7-2011) al 9,9 MWp realisatie binnen die regeling. Sinds peildatum 1 jan. 2014 niet meer gewijzigd, is dat blijven steken op 22,3 MWp, ruim 2x zoveel volume. Maar wel nadat er 0,1 MWp vermogen is "verdwenen" t.o.v. peildatum 1 juli 2013... Het ligt natuurlijk in de lijn der verwachting dat SDE+ 2013 deze "pioniersrol" van SDE 2009 gaat overnemen, gezien het feit dat er oorspronkelijk zo'n 134 kWp vermogen voor is toegekend. Voor SDE 2009 was destijds maximaal 20,9 ("klein") + 10,9 ("groot") = 31,8 MWp volume beschikbaar (op peildatum 4-1-2010 waren er maar liefst 3.521 beschikkingen "klein", en 128 beschikkingen "groot"). Ook SDE 2013 zal straks echter haar te verwachten nieuwe - tijdelijke - leidersrol moeten gaan inleveren, omdat SDE 2014, met nog 58% van het budget te gaan, al 171 MWp aan beschikt PV vermogen "binnen" heeft gehaald. Duidelijk is nu al dat SDE 2013 de snelste groeier is van alle regelingen tot nog toe. Wat alles heeft te maken met de lucratieve laatste fase waarin het gros van de PV projecten binnen die regeling is gevallen. Er is nu 19,9 MWp van de 134 MWp gerealiseerd, 15% van het totaal beschikte volume. SDE 2014 komt pas net om het hoekje kijken, waarvoor nu 1,5 MWp op de teller staat (gaat uiteraard veel meer worden). De eerdere
SDE regelingen Totaal
valt nog steeds tegen
Als we van mijn voorlopige prognose rond de 1,1 GWp opgesteld vermogen eind 2014 zouden uitgaan in Nederland (vorige artikel), is genoemde 93,3 MWp "gerealiseerde SDE capaciteit" nog maar 8,5% van het totaal gerealiseerde PV volume in ons land (!). Zelfs al zouden we uitgaan van de laatste data van CertiQ (113,4 MWp MEP + SDE, vermoedelijk rond de 101 MWp SDE betreffend), zou dat aandeel nog steeds maar 9,2% zijn. Dat zou Den Haag "te denken" moeten geven over de effectiviteit van de door hen compleet dood "gedebatteerde" SDE regeling van Min. EZ. Natuurlijk zal er "de nodige" verbetering in gaan komen, met de realisaties van SDE 2013 en, vooral, SDE 2014. Maar verwacht daar geen al te grote wonderen van. Het grootste deel van de activiteit in de Nederlandse PV markt blijft plaatsvinden, ver buiten die sterk gehypte SDE subsidies... Thermische
zonne-energie Het enige cijfer voor deze optie is 0,8 MW gerealiseerd thermisch vermogen equivalent voor zonnecollector capaciteit onder de SDE 2013 regeling. Verder is er niets over te vinden. Het was dan ook niet geheel onterecht dat Rolf Heynen tijdens Solar Business Day (uitreiking Solar Trendrapport 2015) daar kritische noten bij zette, en de thermische ZE sector opriep om zich veel sterker te gaan profileren. Anders gaan ze een ongewisse toekomst tegemoet. NB: de trend in de collector sector is al 5 jaren op rij binnen heel Europa negatief (zie EurObserv'ER rapport, download pagina), en die negatieve ontwikkeling moet beslist worden gekeerd. The forgotten
ones
In bovenstaande tabel van onder naar boven de tot nog toe "in functie" zijnde 7 SDE regelingen, met onderaan een lumpsum van de 6 eerste, SDE 2008-2013 (SDE 2014 nog niet meegerekend omdat die nog maar pas de eerste resultaten laat zien). SDE 2009 en SDE 2010 werden destijds nog onderscheiden in een categorie "klein" resp. "groot", maar later zijn de realisatiecijfers van die twee door RVO bij elkaar gegooid. Vandaar dat alleen het totaal wordt getoond van de 2 "sub-dossiers" binnen die 2 regelingen. Tweede kolom: Het op de aangegeven data oorspronkelijk aantal beschikte (goedgekeurde) SDE aanvragen. Dus daar zijn alle buiten de boot vallende, niet "beschikte" aanvragen allemaal al af (in de eerste 3 jaar ging het om tienduizenden aanvragen die door de shredder zijn gegaan, het was een van de "oorzaken" van het opzetten van Wijwillenzon.nl door Marjan Minnesma cs). In de er op volgende kolom de status van het aantal overgebleven beschikkingen op peildatum 1 januari 2015. In rood in de daar weer op volgende kolom het aantal (nooit door RVO of voorganger genoemde) verdwenen beschikkingen (door wat voor oorzaak dan ook, bijv. tijdoverschrijding beschikking, onmogelijkheid realisatie, financiële tekorten, beperkende voorwaarden, nieuwbouw die niet is doorgegaan, etc.). In een aparte kolom het percentage van de verdwenen aantallen beschikkingen t.o.v. de status op de oorspronkelijke datum van vaststelling (bij bereiken toegekend budget voor de onderhavige regeling). Er blijken voor de SDE regelingen 2008 tm. 2013 al bijna 6.700 subsidie toekenningen voor PV projecten te zijn verdwenen, bijna 38% van het oorspronkelijke aantal. SDE 2012 spant hierbij de kroon, met een total loss van al dik 67% van het toch al magere aantal oorspronkelijk toegekende projecten... Relatieve
percentages realisaties t.o.v. beschikkingen Daarna komt de klad er goed in: blijft de door Verhagen zo triomfantelijk de energiemarkt in "gegooide" SDE"+" 2011 nog op slechts 43% realisatie hangen (bij een al dramatische afvoer van dik 54% van de beschikkingen door het rioolputje). Is het bij SDE"+" 2012 al een tear-jerker geworden. Dat was van meet af aan al niet veel soeps, met slechts 110 oorspronkelijke beschikkingen. Maar daarvan is sowieso al 67% (74 toekenningen!) verdwenen. En er zijn nog maar 27 van de oorspronkelijk 110 toekenningen gematerialiseerd, slechts 24,5%. Een drama. 2013 zit op een vergelijkbaar niveau, met begin dit jaar 24,8% van het oorspronkelijk aantal beschikkingen gerealiseerd. Maar daarvan kunnen we nog het een en ander verwachten, omdat een groot deel in de laatste, lucratiefste fase is beschikt (analyse). We moeten wel onze vingers kruisen, want af en toe hoor je verhalen over allerlei obstakels om een beschikt, in theorie redelijk lucratief project tot uitvoering te brengen, zoals een verkeerde inschatting van de aanwezige aansluitcapaciteit. Wat meerkosten met zich mee brengt om het plan te gaan realiseren. Alle regelingen SDE 2008 - 2013 bij elkaar hebben slechts 60% (10.634) realisaties opgeleverd t.o.v. de oorspronkelijke beschikkingen. Is het glas halfvol of halfleeg? Ik vind het gewoon veel te weinig, het had nu al 90-100% moeten zijn... Conclusie Ik ben benieuwd of SDE 2014, de alweer zevende subsidieregeling onder dit regime, daar structureel, en dramatisch in positieve zin verandering in gaat brengen. Zelfs als dat lukt (wat mijn verwachting is): het is beslist géén verzekering dat het onder SDE 2015, die structureel wordt bedreigd door slechts een paar, mogelijk gigantische hoeveelheden subsidiegeld opslokkende mega-projecten met biomassa bijstook in klassieke fossiele energiecentrales (!), óók zal gaan lukken. De SDE 2015 zou eind maart "open moeten gaan". Ik ben zeer benieuwd of daar een structurele wijziging in het aanvragen spectrum zal gaan optreden voor zonnestroom. Toezeggingen en realisatie SDE(+) (RVO.nl, status: 1 januari 2015) 28 januari 2015: Tweede Solar Trendrapport - met hindernissen. Het tweede Solar Trendrapport, vandaag gepresenteerd ruim een jaar na het succesvolle eerste exemplaar voor de Nederlandse zonne-energiemarkt, is 20 pagina's dikker dan het vorige exemplaar. Het bevat enkele verrassingen (een leuk "data bommetje") die nog wel het nodige spraakwater zullen doen vloeien in de sector. Ik was ook op Nyenrode in Breukelen (Ut.) genodigd om (o.a.) wat commentaar te leveren op enkele opmerkelijke nieuwe bevindingen. En omdat ik een artikel voor het rapport had geschreven over mijn marktcijfers, met daarbij horend, twee grafieken. Maar die uitnodiging was wat mijn persoontje betreft bijna letterlijk in het water gevallen. Want er was een ander soort "bommetje", een - naar later bleek - nepexemplaar in de vorm van in een vuilniszak ingepakte camera op Centraal Station Leiden aangetroffen. Die het complete treinverkeer in de verre omtrek plat legde, en waarbij de Explosieven Opruimings Dienst een leuke oefening kon houden. Bewust autoloos levende webmaster van Polder PV had de grootste moeite om de stad uit te komen, eerst met een bus naar Leiden Centraal, dan met een zich door de files worstelende bus naar Den Haag Centraal, daar een trein naar Gouda, overstap op een boemeltje naar Breukelen, en tenslotte met de vouwfiets door de flink neerplenzende regen naar het Albert Heyn gebouw op de deftige Nyenrode campus. Ik dacht dat ik veel te laat zou zijn, maar gelukkig was mede-organisator Peter Groot van Good! nog bezig aan zijn voordracht, en kon Rolf Heynen daarna aan de bespreking van het Solar Trendrapport 2015 (ST 2015) beginnen. Verrassing
van de douane Rolf Heynen, de keihard aan het rapport werkende zegsman van Solar Solutions (laudatio !!), suggereerde in een eerdere telefonische communicatie met Polder PV groeicijfers van mogelijk zelfs 500 MWp voor 2013 en 600-700 MWp voor 2014 (in het rapport en de berichtgeving daarover werd dat laatste een stuk afgezwakt tot "500+" MWp potentiële nieuwbouw in het kalenderjaar 2014). Ik zette daar meteen grote vraagtekens bij, omdat nergens in de marktdata die tot nog toe beschikbaar zijn bij verschillende instanties, iets blijkt dat dergelijke voor NL begrippen enorme (extra) volumes gerealiseerd kunnen zijn geweest. De gesuggereerde totaal volumes zijn extreem veel hoger dan de hoogste tot nog toe beschikbare marktgroei cijfers, en die komen nog steeds van het (helaas wel erg traag data producerende) CBS. Zie ook bespreking van mijn grafieken aan het eind van dit artikel. En zie ook de eerste reactie van Solar Solutions via Twitter, onderaan*. Synthese
bekende marktdata PV in Nederland - een update
X-as geeft kalenderjaar van (eindejaars-) accumulatie cijfers weer of, alleen voor de lichtgroene curve, de accumulatie van het vermogen beschikt voor alle jaargangen voor de SDE regelingen (regelingen die nooit precies op 1 januari van een jaar van start zijn gegaan). Nota bene: curves mogen beslist niet zomaar "bij elkaar worden opgeteld". Er zijn talloze (bijna niet als zodanig traceerbare) dubbelingen mogelijk (geweest) van subsidies en regelingen, en "neutrale" verzamel dossiers als PIR, KMt, en CBS, bevatten sowieso een groot of zelfs "het grootste deel" van de (trends in de) afgebeelde "kleine dossiers". De bedoeling van deze grafiek is om alle relevante cijfermatige reeksen te laten zien, en de cijfermatige verhoudingen tussen al die reeksen. Elke "curve" staat echter op zichzelf, en moet ook als zodanig worden beschouwd. Van rechtsonder naar linksboven in de grafiek:
Uit al deze markt data wordt een ding onherroepelijk duidelijk: CBS heeft altijd de hóógste marktcijfers gehad, en de verwachting is dat ook in 2014 de oranje curve nog steeds de hoogst "gelegen" van allemaal zal blijken te zijn/worden. Alle andere, soms zeer gedetailleerd gepubliceerde, en in de loop der jaren uitgebreid door Polder PV geanalyseerde en altijd kritisch bediscussieerde cijfers, zitten op (veel) lagere niveaus. Zelfs als je kritiek hebt op de gepubliceerde en zelfs bijgestelde cijfer reeksen (die kritiek is terecht, en die ventileer ik om de haverklap, onderbouwd met harde feiten): zonder harde onderbouwing veronderstellen dat er gigantisch veel meer "geplaatst zou moeten zijn" in ons land is een riskant uitgangspunt. Want dan moet je met zéér betrouwbare data komen. Trendrapport
conclusies voorbarig? Discussie
over suggesties "veel meer eigen afzet" Zolang niet exact duidelijk is, wat met de enorme gesuggereerde PV import volumes (2014 dik 1 GWp "import in NL"...) is geschied, moeten we heel erg voorzichtig zijn om daar harde conclusies over de "eigen realisaties op Nederlands grondgebied" aan te verbinden. Mede op basis van mijn observaties, dat er nergens in het beschikbare "marktcijfers materiaal" aanleiding is om van enorme bijstellingen van de huidige statistieken te "moeten" uitgaan. Ik zie het grote gat van honderden MWp-en gewoon niet. En als de nieuwe aannames wel op een waarheid zouden berusten, hebben we een "Houston We Have A Problem". Want dan mag ook iedereen veel lagere "marktaandelen" in zijn boeken bijschrijven, dan ooit gedacht, en kunnen feitelijk alle ooit door mij becommentarieerde marktcijfers op de schroothoop van de vaderlandse geschiedenis... Grafiek
glitches Maar bij de "jaargroei cijfers" is het echt misgegaan. De pijlen in die grafiek zijn op de een of andere manier op het jaar "2014" van toepassing verklaard (het jaar 2015 "ontbreekt" in die grafiek, maar die stond er in mijn origineel beslist in (zie grafieken achteraan in dit artikel). En ik heb die cijfers beslist wel in het bijbehorende artikel genoemd. Die pijlen die onterecht naar het jaar "2014" verwijzen zijn fout, ze verwezen in het origineel precies als bij eerstgenoemde grafiek naar prognoses voor het jaar 2015. Ik ging uit van een voorlopige aanname: "ongeveer even grote jaargroei in 2014 als in 2013", dus grofweg 375 MWp nieuwbouw in 2014 (CBS eindejaars-cijfers resulteren met de eerdere cijfers voor 2012 op 374 MWp groei in 2013). Voor een prognose voor het kalenderjaar 2015 had ik 3 "scenario's" opgesteld, om een "mogelijke spread van de te verwachten ontwikkelingen" te kunnen weergeven: (I) wederom ongeveer 375 MWp nieuwbouw in 2015, als "onwaarschijnlijk" (lees: veel te weinig), (II) 650 MWp nieuwbouw in 2015 (mijn voorkeurs-scenario), resp. (III) een "maximum" scenario van 850 MWp nieuwbouw in 2015, als met name de SDE implementatie van veel grote projecten zeer voortvarend zou (kunnen) worden aangepakt en ook talloze andere markt actoren in 2015 hun stinkende best zouden doen bij de harde realisatie (dus niet alleen "planning") van PV projecten in dat jaar. Mijn voorkeur ging, zoals gezegd, gezien de trendmatige ontwikkelingen naar het middelste exemplaar uit. 650 MWp nieuwbouw in 2015. Dat volume, bovenop de 739 MWp accumulatie eind 2013 volgens CBS + mijn verwachting van grofweg 375 MWp nieuwbouw in 2014, geeft als resultaat het volgende. Uiteindelijk "mogelijke eindejaars-accumulaties" van ruim 1.100 MWp eind 2014, resp. grofweg 1.750 MWp einde 2015. NB: mijn hoogste, zeer speculatieve groeiscenario voor 2015 brengt het eindejaars-volume voor dat jaar al in de buurt van de 2 GWp (in het artikel had ik 1.950 kWp op laten nemen). Ik verwacht echter niet dat het zal gaan lukken in 2015. Uiteraard word ik graag in het ongelijk gesteld als alle marktspelers bij elkaar er wel er in zouden slagen om ons opgesteld vermogen in de buurt van die grens te brengen voordat 2016 van start gaat... Consequenties
"nieuwe" cijfer suggesties t.o.v. CBS/PPV data
In zwart: mijn originele plaatje voor de (verwachte) jaarlijkse nieuwbouw aan PV vermogen op de Nederlandse markt (oude cijfers tm. 2013 van CBS), bijgevoegd bij het aan mij gevraagde artikel voor het Solar Trendrapport 2015. Daarin duidelijk dat ik niet verwacht dat de afzet in 2014 significant anders zal zijn geweest dan voor 2013 (dus grofweg rond de 375 MWp, gestreepte kolom). Met zwarte gestippelde pijlen mijn 3 scenario's voor de nieuwbouw in 2015 (dus beslist niet voor 2014!). In rood de speculatieve nieuwbouw cijfers die voor de jaren 2013 en 2014 werden genoemd in het telefoongesprek met Rolf Heynen, op basis van zijn verwachtingen n.a.v. de nieuwe douane import cijfers. Grofweg richting gevend aan wellicht 500 MWp nieuwbouw in 2013 en tussen de 600 en 700 MWp in 2015 (gemiddelde: plm. 650 MWp), zoals werd gesteld. Áls die cijfers "waar" zouden zijn (wat ik niet geloof, ook niet bij benadering), zouden er al enorme verschillen optreden met de door het CBS vastgestelde "afzet aan eindverbruikers" in 2013, en met mijn speculatieve veronderstelling voor de markt in 2014. CBS kwam met hun cijfers op een groei van de nieuwbouw per jaar van 70% tussen 2012 en 2013. De veronderstelde groei van 500 MWp in 2013, in rood, zou echter al een groei van 127% opleveren, een, wat mij betreft, onwaarschijnlijke en immense marktvolume toename. Als we van Heynen's "650 MWp groei potentieel" in 2014 uit zouden gaan, zou de groei op basis van het oude CBS cijfer voor 2013 (374 MWp nieuwbouw) neerkomen op 74%, wat ik beslist niet heb "zien" gebeuren (wel gezonde, hoge activiteit in de markt, maar beslist niet zo'n enorme toename t.o.v. de activiteit in 2013, dan hadden de kranten bomvol moeten hebben gestaan met omvangrijke en talloze, zeer grote realisaties in 2014). De groei t.o.v. het "nieuw gesuggereerde" 2013 cijfer van Heynen (500 MWp) zou echter "maar" 30% zijn geweest. In de laatste grafiek de gevolgen voor de eindejaars-accumulatie cijfers, als de scenario's zoals gesuggeerd door Heynen daadwerkelijk gerealiseerd zouden zijn geweest:
Wederom in zwart de CBS cijfer ontwikkeling (eindejaars-accumulatie in MWp opgesteld PV vermogen tm. 2013), en de door mij gesuggereerde ontwikkelingen in 2014 (grofweg 1,1 GWp eind 2014, en 3 met gestreepte pijlen weergegeven scenario's eindigend met 1.450 - I, 1.750 - II, resp. 1.950 MWp - III, eind 2015). Ik heb ter verduidelijking een vertikale streep getrokken voor "eind 2015". In rood de eindejaars-accumulaties voor 2013 en 2014 die het gevolg zijn van de suggesties van Heynen over nieuwbouw in 2013 (500 MWp) resp. 2014 (600-700 MWp). We zouden dan eind 2013 al 865 MWp opgestelde capaciteit "moeten hebben gehad", i.p.v. het "definitieve", reeds 17 MWp omhoog gepluste cijfer van CBS (739 MWp, verschil is alweer 17%). En eind 2014 zou het totale geaccumuleerde vermogen - op basis van het "nieuwe cijfer voor eind 2013" zelfs al tussen de 1.465 en 1.564 MWp "hebben moeten liggen". Waar ik niets van geloof, omdat die cijfers maar liefst tussen de 33 en 42% (!) hoger zouden liggen dan mijn relatief "neutrale" 1.100 MWp, eind van dat jaar. Goed om te beseffen dat het hier zelfs om accumulatie cijfers gaat, en niet om jaarlijkse groei cijfers... 1
GWp feestje te laat (?) en enorme verschillen bestaande data Ten tweede: de laatst bekende (mogelijk nog bij te stellen) cijfers voor het PIR register bij Klimaatmonitor (KM-PIR: 789 MWp op 3 aug. 2014) resp. voor "alle dossiers ontdubbeld op PC6" bij dezelfde organisatie (KMt: 901 MWp op dezelfde peildatum) liggen op een structureel véél lager niveau dan de grofweg 1,2 GWp wat zou volgen uit het in rood weergegeven "Trendrapport scenario". 33% (KMt) tot zelfs 52% (KM-PIR) hoger. Ik ben best bereid wat water in de wijn te doen en, zoals ook regelmatig geclaimd, te veronderstellen dat zelfs het KMt register "tekort schiet" t.o.v. de gevestigde realiteit. Maar bij de (totale) accumulatie cijfers van KMt 33% te weinig, dat gaat mij vooralsnog een paar bruggen te ver. Totdat daar hard ondersteunend bewijsmateriaal voor op tafel komt, blijft ik dan ook voorlopig nog, zoals in het huidige artikel beschreven, mijn eigen scenario's aanhouden. Tot
slot Op naar de volgende statistiek update! * Op 30 januari werd deze tweet geplaatst in reactie op dit artikel. Door Solar Solutions. Die wil ik graag met u delen, om de zaken in perspectief te blijven zien:
Wordt ongetwijfeld vervolgd... Nagekomen
(20 feb. 2015) Solar Trendrapport is te bestellen bij Solar Solutions Andere
artikelen over ST 2015: 21 januari 2015: SDE 2014 update. RVO.nl heeft weer een update gepubliceerd van de SDE 2014 regeling. In dit overzichtje 2 grafieken met de data voor zonnestroom.
Rode kolommen: aantal aanvragen, wat stagneerde vanaf de einddatum van de regeling, 18 december 2014. Bruine curve: daarmee gepaard gaande aangevraagde capaciteit in MWp. Deze werd licht bijgesteld t.o.v. de data gegeven op 18 december, het enige cijfer wat is veranderd sinds die voorlaatste update (in de hele regeling, incl. andere "duurzame" opties). Het totaal aangevraagde PV vermogen is nu 1.347 MWp. Paarse curve: Uit beide vorige data verkregen gemiddelde systeem vermogen, gestabiliseerd rond de 363 kWp per aanvraag. De enige significante wijziging in deze grafiek betreft uiteraard het beschikte (toegekende) vermogen, blauwe curve: dat steeg van 148,7 MWp (update 18 dec. 2014) naar 170,9 MWp (1 jan. 2015), een toename van 15%. In de hele SDE 2013 werd "slechts" maximaal 134 MWp vermogen beschikt, SDE 2014 gaat dus zoals al meermalen benadrukt een "record regeling" worden wat toekenningen betreft. Zeker als je beseft dat inmiddels nog steeds maar 1.462 miljoen Euro is beschikt, 41,8% van de 3,5 miljard Euro die klaar staat voor deze regeling. Nog een hoop potentie te gaan, dus. Tot nog toe zijn van de totaal 3.715 aangevraagde PV projecten er 911 beschikt (toename 162 stuks t.o.v. 18 dec. 2014), bijna een kwart van de aanvragen. Het gemiddelde systeemvermogen is bij de aanvragen 363 kWp. Bij de toekenningen (beschikkingen) is het momenteel 188 kWp per aanvraag, fors minder. Dat betekent dat er nog de nodige grote projecten in de pijplijn zitten. Het kan beslist langer duren voordat dergelijke aanvragen zijn verwerkt door RVO. Vermits er niet teveel "ander aangevraagd vermogen" (niet zijnde PV) wordt beschikt, dan wordt de kans dat dergelijke projecten worden toegekend stapsgewijs lager, zeker als ze in dezelfde fase en op dezelfde dag (bijv.: 3 september 2014) zijn binnengekomen. In totaal zijn van de 4.014 aangevraagde SDE 2014 projecten er op 1 januari dit jaar 1.018 gehonoreerd. Slechts 26 aanvragen zijn er tot nog toe afgevallen (waarvan 13 PV-exemplaren). Status PV projecten binnen SDE 2014 (beschikt vermogen): Stand van zaken SDE 2014 (status 1 januari 2015 volgens RVO.nl)
|
|