zontwikkelingen
"oud" |
Nieuws P.V. pagina 125meest recente bericht boven Specials: 4 mei 2015 - 3 juni 2015 Voor belangrijke "highlights" voor ons PV-systeem, zie pagina nieuws_PVJSS22.htm
3 juni 2015: Zoveelste "hoogtepunt" voor Polder PV: eerste OK4 over de 1.200 kWh... Er zullen weinig mensen "wakker" van liggen (voor de goede orde: ik ook niet), maar leuk blijft het. De antieke micro-inverters die in onze PV-installatie nog steeds hun stinkende best doen om aan het werk te gaan zodra er licht op de zonnepanelen valt, worden ouder. Maar ondanks alle problemen die we met die door Henk Oldenkamp (alhier zetelend) uitgedachte apparaatjes hebben gehad, sinds ze in 2005 naar binnen zijn verplaatst, doen ze het wonderwel nog steeds. En ondanks hun inmiddels totaal achterhaalde efficiëntie (geschat minder dan 92% omzettingsrendement bij de destijds commercieel verkochte exemplaren), "poepen" ze lustig weiter. Tijdens het updaten van onze productie resultaten viel mijn oog weer op het behalen van een nieuw mijlpaaltje. De eerste OK4E-100 micro-inverter heeft inmiddels haar 1.200e kilowattuur productie achter de rug. Omdat de uitlezing echter in Watturen plaatsvindt, krijg je dit leuks te zien in de logfile van onze deels al 13 jaren lang werkende omvormers (waarvan er eentje 2 panelen bedient, de rest telkens slechts 1). Het "heuglijke feit" (donkergele band, 4e kolom) moet ergens overdag zijn bereikt op 12 mei jl. Dit is namelijk de "avond uitlezing", voordat de omvormers te bedde gingen die avond. De vorige uitlezing, die ik op de avond van 11 mei had gedaan, gaf nog een stand van 1.199.708 Wh te zien. Dus ergens in de middag van de 12e moet "het" zijn gebeurd. De 120 kWh is "binnen" voor numero 41496, die al sinds oktober 2001 in ons systeem is opgenomen. En die tijdens de systeemrenovatie alhier, 30-31 mei 2005, verwijderd werd van een 108 Wp module, en terug geplaatst werd achter de verbinding met een 93 Wp exemplaar. Als het oorspronkelijke paneeltype zou zijn her-aangesloten, destijds, had deze inverter al veel eerder de "magische" grens van 1.200 kWh bereikt. U ziet aan de door mij lichtgeel ingekleurde rijen, dat er al twee andere OK4 micro-omvormers in het gelid staan die een vergelijkbare prestatie gaan neerzetten. Dat zal over niet al te lange tijd gaan geschieden. We gaan immers de zomer in, met hoge te verwachten producties in het verschiet. OK4: mach weiter so! Bron: Logdata Polder PV (bijna dagelijks, sedert maart 2000)
3 juni 2015: Prima mei-maand geeft mooie, doch geen record zonnestroom productie in Leiden. Nieuwe PV-eigenaren zullen flink hebben opgesneden over hun mooie zonnestroom productie in mei, al zullen ze dat gisteren, tijdens een heftige "voorjaars-storm" met flink betrokken luchten en een plens verfrissend regenwater wellicht even voor zich hebben gehouden. Relativeren is altijd goed. En Polder PV, die al sinds maart 2000 de productie van zijn antieke PV installatie meet, relativeert als geen ander. Want de historische meetreeks laat natuurlijk een ander, genuanceerder verhaal zien. Alle maandelijkse producties van ons 1,02 kWp "kern"-systeem, bijna continu "draaiend" sinds oktober 2001 (afgezien van de tijdelijke dip in sep.-nov. 2010, toen er een omvangrijke dakrenovatie werd doorgevoerd en het systeem moest worden uitgeschakeld). Van maart 2000 tot oktober 2001 bestond het systeem nog maar uit 4 PV-modules, vandaar de veel lagere curves voor die periode. Mei 2015, in paars weergegeven, zit een aardig eindje boven de langjarig gemiddelde curve (zwart), maar is beslist geen "record"houder. Dat was toch nog toe bij ons mei 2011 (donker grijze curve), die met bijna 136 kWh productie uit dit deelsysteem bijna 11% boven het langjarige gemiddelde (ruim 122 kWh in mei) zat. Verder is opvallend, dat de productie spread in de mei maand veel minder groot is dan in de voorgaande maanden februari tm. april. Dat heeft te maken met de steile "groeicurve" in die maanden, waarbij verschil in weerscondities een hoge impact hebben op het eindresultaat. Veel hoger dan in een maand als mei, waarin de weerscondities blijkbaar veel "stabieler" zijn dan in die eerdere maanden. Om de "trend" van 2015 duidelijker te laten zien hier onder de grafiek voor het huidige jaar (paars), met als enige "referentie", het reeds genoemde langjarige gemiddelde per maand (zwart). Let hierbij ook s.v.p. op, dat mei, juni en juli voor dit systeem nagenoeg vergelijkbare (top) opbrengsten genereren: Tot nog toe werd, na een sombere start in januari, in drie maanden in 2015 hoger "gescoord" dan bij het langjarige gemiddelde. De procentuele verschillen t.o.v. dat gemiddelde waren, per maand:
Opbrengsten
alle deelinstallaties Zoals gebruikelijk produceren de 2 in serie op 1 OK4 aangesloten Kyocera "mini" modules het best, met 139,5 kWh/kWp (groene band bovenaan). De oudste Shell Solar 93 Wp panelen (aangesloten maart 2000, lichtblauwe band), en de in de achterste rij staande 108 Wp modules (oranje band) zitten onderaan bij de specifieke producties. Dat kan wat de laatste betreft ook aan de complexe installatie opzet, met diverse kabel doorverbind punten liggen, en/of aan enkele "zwakkere" broeders onder de gebruikte OK4E-100 micro inverters binnen die groep. Maar het gaat (nog steeds) om zulke bescheiden verschillen, dat ik me daar niet druk over ga maken. Het systeem blijft boven verwachting prima functioneren, ondanks een "levendige historie". Dus mag het spul gewoon blijven staan, en nog jaren door produceren, wat mij betreft... Zonnestroom
productie in de maand mei Instralingsdata
KNMI Daarvoor heb ik weer de dagelijkse instralingsdata (gemeten in Joule per vierkante centimeter) opgehaald uit de database van KNMI, en deze in grafiek uitgezet. Instraling in het horizontale vlak in mei in Valkenburg ZH, over de jaren sinds 1987: Het langjarige gemiddelde was tot en met mei 2015 voor deze maand 58.709 J/cm² (horizontale streepjeslijn; J = Joule, eenheid van energie). Mei 2015 had, na wat "zwakkere broeders" in de afgelopen drie jaar, een hogere instraling, 62.213 J/cm², 6% hoger. 11 andere mei-maanden in deze historische reeks zaten ook boven dat langjarige gemiddelde, in wisselende mate. Genoemde 6% hogere instraling in onze buurt lijkt op een iets hoger niveau te liggen dan daadwerkelijk aan "meer"opbrengst door onze oude 1,02 kWp set zonnepanelen werd geproduceerd in die maand (5,1%). Dus ook de relatief lage luchttemperatuur lijkt weinig effect op de "prestatie" van die deelinstallatie te hebben gehad (sowieso zijn onze zonnepanelen al "optimaal natuurlijk geventileerd", ze staan op open frames hoog op het dak van de vierde verdieping). Het geringe verschil kan talloze oorzaken hebben en zelfs binnen de meetfout marges liggen. Vergeet ook niet dat het een al 13 en een half jaar oude installatie betreft, die allerlei moeilijk traceerbare ouderdomskwaaltjes kan hebben opgelopen die buiten de nauwkeurigheid van de (niet geijkte) metingen zouden kunnen vallen. Prima
maand, over tot de orde van de dag Mei 2015: Vrij koel, vrij droog en vrij zonnig (KNMI)
2 juni 2015: The Solar Future VII - 2. Aanbod NL PV markt, lidmaatschap Holland Solar & kwaliteits-keurmerken. Het eerste plaatje wat ik tijdens mijn voordracht voor The Solar Future, 27 mei jl. liet zien, was de stand van zaken bij de aantallen getraceerde aanbieders van zonnepanelen en PV-systemen. Een van de (vele) plaatjes die ik helaas uit m'n presentatie moest verwijderen wegens een stringent na te leven spreektijd was de stand van zaken rond de branche organisatie Holland Solar. Ik laat beide voorstellingen in deze bijdrage zien. Aanbodzijde De groei in het aantal "aanbiedende" partijen is fenomenaal geweest, met name tijdens de periode dat de nationale subsidieregeling voor particulieren werd voorbereid, de start in juli 2012, tot en met de afloop in augustus 2013 (voor eindresultaat van de regeling, zie artikel van 30 mei 2014, met toevoeging). Maar ook daarna bleef het aantal aanbiedende partijen flink doorgroeien, waarschijnlijk getriggerd door de ondertussen in het leven geroepen "Fuchs" btw teruggave regeling die een nog steeds hoge groei van de residentiële markt faciliteerde. Pas in 2015 lijkt de rust op dit front weergekeerd, en zijn er niet zoveel partijen meer bijgekomen. Desondanks blijft het aanbod verpletterend, met - anno 2 juni 2015, en beslist niet helemaal up to date - 1.539 aanbieders. Een factor 13 maal het niveau gesignaleerd in mei 2010... Een vorige versie van de lijst, met toen "nog maar" 1.347 aanbieders, is medio september 2014 naar het CBS gestuurd. Ze hebben, omdat het enorm veel werk oplevert, nog geen nieuwe update gevraagd voor de bepaling van het eerste - hoogst twijfelachtige, want zeer lage - "eindcijfer" voor 2014. Wel gaat er een nieuwe lijst in de nazomer van 2015 op hun verzoek die kant op. De grote vraag is of een eventuele - door mij beslist verwachte - bijstelling omhoog voor 2014 de problemen zal oplossen die we nu zien met een groot gat tussen de "marktverwachting" en "de bevinding van het CBS" voor het voorgaande jaar. Voetnoten Installateurs
zonder expliciet aanbod niet meegeteld Nevenactiviteit Ook is het m.i. verbazingwekkend dat er nog steeds af en toe nieuwe namen opduiken van bedrijfjes die uitsluitend zonne-energie systemen aanbieden. Kennelijk zien nog steeds avontuurlijk ingestelde individuen brood in eigen aanbod, i.p.v. zich aan te sluiten bij de vele honderden bedrijven die al langer in deze dynamische business actief zijn. Er wordt niet voor niets al jaren geklaagd over zeer dunne marges in de "leverende" business. Je hoort af en toe zelfs verhalen over bedrijfjes die heel Nederland door rijden om aan de andere kant van het land een klein residentieel systeempje aan te kunnen leggen. Wat ze er van over houden wordt er meestal niet bij verteld, laat staan of de kwaliteit wel op een zeer hoog niveau kan liggen voor zulke flinterdunne marges... Lidmaatschap
branche organisatie In 2012 waren er 53 van de mij toen bekende aanbieders van zonnepanelen / PV-systemen lid van Holland Solar, 17,8%. Drie jaar later is weliswaar het aantal "PV (systemen) aanbiedende" leden (netto effect van ledenverlies - met name faillissementen - en nieuwe leden aanwas) van de branche organisatie gestegen met bijna de helft, tot 100. Een groei van 89% over die periode. Maar het aantal aanbieders is veel harder gegroeid, met maar liefst 412%. Dat resulteert medio mei 2015 in een bescheiden overgebleven percentage van slechts 6,6% van het totaal aantal aanbieders, wat lid is van Holland Solar. Alle faillissementen zijn hier allemaal al afgehaald. Groothandels
ook nog lage impact bij branche organisatie Zonnekeur
en SEI Een SEI erkenning, of beter, sinds januari 2014, een KvINL erkenning (Kwaliteit voor Installaties Nederland), was medio mei dit jaar in het bezit van 111 van de ruim 1.350 aanbieders van PV modules en -systemen (7,2%). Van die 111 was een bescheiden aantal, minder dan een kwart (25 bedrijven) ook lid van Holland Solar. De conclusie kan luiden: er zit weliswaar verbetering in zowel het aantal leden van Holland Solar, als bij de bedrijven die kwaliteits-keurmerken binnenhalen en daarmee de sector op een hoger plan tillen. Maar er is nog een lange weg te gaan. http://www.depk.nl
1 juni 2015: Duitsland glijdt verder weg - in april slechts 79 MWp PV capaciteit gemeld. De vooruitzichten waren niet best voor verdere uitbouw van PV capaciteit in Duitsland, en dat is met de laatste update van Bundesnetzagentur voor april bevestigd. Er werd nog geen 80 MWp aan nieuwe capaciteit bij deze belangrijke afdeling van het BMWi (Ministerie voor Economische Zaken en Technologie in Duitsland) gemeld. Daarnaast was er een bijschrijving van - kennelijk al oudere - vrijeveld installaties met een gezamenlijk vermogen van ruim 18 MWp. In totaal werd dus zo'n 98 MWp bijgeschreven in de registers. Dit soort cijfermatige "correcties" is beslist niet nieuw, er komen inmiddels vaker berichten over diverse problemen rond de Duitse statistieken binnen, zie daarvoor ook het kader verderop.
Met de bescheiden toevoeging van slechts 79,5 MWp was april een van vele maanden met zwaar tegenvallende - doch reeds voorspelde - nieuwbouw cijfers. In dat getal zit nog niet de inmiddels apart gemelde "18,181 MWp PV-Freiflächenanlagen enthalten sind, die seit dem 01.03.2015 laut Anlagenregisterverordnung im Anlagenregister der Bundesnetzagentur gemeldet werden müssen". Aldus de typisch ambtelijke omschrijving van het Agentur. Het gelinkte "Anlagenregister" (Excel document) bevat echter nog géén PV installaties, wel windturbine parken, biomassa installaties, e.d. Kennelijk betreft dit oudere systemen die vanwege een van de talloze wijzigingen in de laatste versie van het Erneuerbare Energien Gesetz, (alsnog) in genoemd register aangemeld dienen te worden. Tel je die 18,181 MWp (oude?) "aldus gemelde" vrijeveld installaties op bij de toevoeging van 79,496 MWp in de bekende maandelijkse lijst, resulteert dat in het door het Agentur genoemde "totaal volume" van 97,677 MWp voor april 2015. Waarvan dus 19% "oudere" vrijeveld projecten zou betreffen.
Tot slot nog een
kernachtige uitspraak van DGS, over deze heikele materie:
Details nieuwbouw Duitsland, 2014 tm. april 2015 In dit plaatje zijn de aantallen nieuwe PV-installaties per maand gemeld aan Bundesnetzagentur weergegeven, op een logarithmische Y-as. De terugval bij de grote projecten (> 1 MWp) is evident. De vertikale lijn geeft de start van de meest recente "versie" van het Erneuerbare Energien Gesetz (EEG) weer. Zeg maar gerust: een compleet "nieuw" EEG, wat de PV markt zo'n beetje de doodsteek heeft gegeven bij de oosterburen. Zelfde plaatje als hier boven, maar nu voor het vermogen per categorie. Bleef het totaal aantal installaties nog een beetje op orde, wat totaal vermogen betreft zakte de nieuwbouw verder in tot 79,5 MWp in april. Dit heeft bijna uitsluitend te maken met het steeds verder opdrogen van de grootste contribuerende bron: de grote PV projecten van minimaal 1 MWp. Ze lijken steeds zeldzamer te gaan worden bij de oosterburen. En de recent ingevulde separate tender voor juist dat soort projecten gaat daar slechts weinig verandering in brengen (max. 500 MWp per jaar, daarmee redt de Duitse markt het uiteraard niet). Progressie van nieuw gemeld PV-vermogen per maand. Het drama laat zich aflezen bij de vergelijking tussen de nieuwe hoeveelheden in 2015 en de er links van staande kolommen voor dezelfde maand in de voorgaande drie jaren: gigantische terugval van nieuwe capaciteiten tekenen zich hier af.
Uitgezet als accumulatie van aantallen nieuw gemelde PV-installaties vanaf het begin van het betreffende kalenderjaar, is het drama nog scherper afgetekend. De aantallen per maand in 2015 zijn een "schim" vergeleken met de hoeveelheden die nog in 2012 werden gerealiseerd. Stapsgewijs is de situatie sindsdien dramatisch verslechterd.
Dezelfde grafiek, maar nu met de vermogens. Ook op dat vlak is er "bijna niets" over van de enorme hoeveelheden capaciteit die er in 2012 nog werden "weg gezet" in Duitsland. Enkele detail cijfers
Met alle toevoegingen zou volgens Bundesnetzagentur eind april 2015 een totaal geaccumuleerd PV vermogen van 38.653 MWp staan in Duitsland. Nog steeds een wereldrecord, maar zeer waarschijnlijk gaat China, met haar gigantisch opgeschroefde nieuwbouw versnelling, Duitsland dit jaar al inhalen. Uiteraard niet per hoofd van de bevolking, maar wel in absolute volumes. Vergoedingen
nieuwe installaties vanaf juni 2015 Uiteraard is een veel hoger netto bedrag haalbaar als van de opgewekte hoeveelheid zonnestroom zoveel mogelijk momentaan (op het moment van opwek) in huis cq. kantoor e.d. wordt verbruikt. Want de Duitse stroomtarieven liggen hoog door een heel scala aan toeslagen, die allemaal "per kWh" worden berekend (dus niet: "vastrechten"). Opslag
in combinatie met PV Photovoltaikanlagen: Datenmeldungen sowie EEG-Vergütungssätze (Bundesnetzagentur)
28 mei 2015: The Solar Future VII - 1. SDE 2014 vol beschikt. Tijdens de absurd intensieve - en bij tijd en wijlen zenuwslopende - voorbereidingen voor mijn voordracht tijdens de zevende Nederlandse Solar Future conferentie (TSF) kwamen op het laatst, zoals bijna gebruikelijk, nog enkele nieuwe data naar boven borrelen. Dat was in eerste instantie natuurlijk het lang verwachte CBS cijfer, waarvan de "hoogte" (of, zeg maar gerust, "laagte") menigeen zal hebben verbaasd. En mogelijk de nodige marktpartijen in ongeloof naar die irritante, matige 1.014 MWp eind 2014 hebben doen turen op het computer scherm. Polder PV heeft al enkele kritische kanttekeningen bij dat "onwaarschijnlijk lage" cijfer gezet in zijn beschouwing van 22 mei jl. CBS zat namelijk de laatste jaren met hun eerste afschattingen altijd "ergens in het midden tot ver bovenaan" de zogenaamde prognosewaaier, en stelde de afgelopen 3 jaren ook nog eens elke keer weer het eerste cijfer fors naar boven bij aan het eind van het jaar. En nu zouden ze helemaal onderáán de prognoses zitten. Dat kan niet kloppen... Eindstand
SDE 2014 Op het vlak van zonnestroom is er echter niets meer gewijzigd, dus mijn analyse van 18 mei jl. (status update van 7 mei) kunt u als de "definitieve" beschouwen voor die uitgebreid door Polder PV op de voet gevolgde energie modaliteit. De volledig geupdate beschikkingen grafiek (MWp toegekend) - met "nulgroei" in de laatste update vindt u hier onder. Eindstand van SDE 2014 op 22 mei 2015, toen de regeling "vol werd beschikt". Deze is voor PV niet meer gewijzigd sinds 7 mei 2015, dus 883 MWp aan toegekend SDE vermogen. Een record voor Nederland. Nu nog uitvoeren... De 3 en een halve miljard Euro die was te vergeven voor die alle records brekende SDE 2014 regeling werd uiteindelijk met nog 3 verrassinkjes compleet volgeboekt: (1) Er werd nog een tweede waterkracht project (met "vrije val" groter of gelijk dan 0,5 meter) van de in totaal 3 aangevraagde toegekend in die laatste update (2 aanvragen gehonoreerd). (2) Een "enig" exemplaar voor de categorie mest monovergisting (van de 5 aangevraagde) werd op het laatste moment toegekend. (3) De hoogste impact had echter de toekenning van maar liefst 5 extra "groen gas" projecten met een gezamenlijke budget claim van nog eens 100 miljoen Euro (!). Daarmee werd het aandeel van groen gas op het allerlaatste moment nog even fors opgekrikt naar 658 miljoen Euro aan beschikkingen voor slechts 25 projecten. 18,8% van de 3,5 miljard die er beschikbaar was. Die laatste eindspurt voor groen gas kon echter nog bij lange na niet de record hoeveelheid voor zonnestroom, al behaald op 7 mei, evenaren. Want die lag toen al op een niveau van 1.312 miljoen Euro, een forse claim van 37,5% van datzelfde totaal. Van de in totaal 4.014 aangevraagde projecten zijn er uiteindelijk 3.167 beschikt (79%), waarvan uiteraard het merendeel de optie zonnestroom betrof, die van de 3.715 aanvragen er maar liefst 2.973 toegekend zag worden (80%). In totaal zijn er 840 projecten (alle opties) afgewezen of ingetrokken, het merendeel daarvan PV (742). Wat de toegekende (maximaal te subsidiëren) energie productie betreft, zie grafiek hier onder, blijft PV ook de absolute, dominante kampioen van de gesloten SDE 2014 regeling, met de eerder al vermelde 13,24 TWh toekenningen (7 mei). Dat is 24,4% van de totale hoeveelheid energie equivalenten die (maximaal) subsidie krijgen toegewezen binnen deze regeling: 54.149 GWh eq. Maar hier heeft groen gas door de late toekenning van nog eens 5 projecten (waarmee de helft van de 50 aanvragen werden gehonoreerd), een forse inhaalslag gemaakt met in totaal 11,31 TWh eq. aan toegekende (maximaal te subsidiëren) energie. Waarmee het tevens de tweede optie is gebleven (20,9% van totaal). Ver voor de numero drie, geothermie, die al sinds begin dit jaar op 8.309 GWh toekenning is blijven steken (15,3%). Een restant van nog eens 3,5 TWh energie equivalenten, niet getoond in de grafiek, is onder nog eens acht, veel minder energie equivalenten bijdragende kleine opties verdeeld. In totaal zijn er toewijzingen geweest voor 15 deelopties, 5 voor elektra, 9 voor "hernieuwbare warmte én WKK" (incl. alle biomassa opties), en nog een voor de (uitsluitend uit "groengas" bestaande) categorie "hernieuwbaar gas". Eindstand voor de 7 meest impact hebbende energie modaliteiten bij de toekenningen voor SDE 2014. Het enige wat t.o.v. de vorige versie is gewijzigd is nog een opvallend eindspurtje voor "groen gas", waarvoor op het laatste moment nog 5 projecten werden goedgekeurd. Die met twee kleine andere opties de 3,5 miljard Euro budget hebben "vol" gemaakt. Ondanks dat spurtje, bleef zonnestroom onaanraakbaar. En gaat deze meest decentrale modaliteit van allemaal de historie in van meest impact hebbend individuele elektriciteit optie waarvoor de meeste energie is toegekend (subsidie over een periode van maximaal 15 jaar). 13,2 TWh, een stroom hoeveelheid groter dan 3 maal de maximale jaarproductie van kerncentrale Borssele. Verrassing:
segmentatie PV-toekenningen Op de x-as staan de "grootteklassen" vermeld afgetopt op maximale project vermogens in MWp. M.a.w., "0,25" betekent een projectgrootte van minimaal 15 (bottom-line in dit subsidie traject sinds de SDE 2011 regeling) tot en met 250 kWp aan PV capaciteit. "2,5" betekent in deze grafiek een verzameling installaties met een minimale omvang vanaf (niet inclusief) 1.000 kWp tot en met 2.500 kWp. Etcetera. Alleen al het "lagere" marktsegment (2 linker kolommen) is indrukwekkend, met maar liefst 2.758 projecten met een gezamenlijk toegekend vermogen van ongeveer 500 MWp. Daarvan gaat volgens mij zeer veel gerealiseerd worden. Hoe kleiner het project, hoe makkelijker financiering geregeld zal kunnen worden, de risico's zijn dan nog redelijk te overzien. Een installatie van 500 kWp zou tussen de half miljoen en zo'n 625.000 Euro moeten gaan kosten (dak installaties zonder al te rare fratsen). Natuurlijk van extra grote betekenis wat "impact voor het te realiseren volume voor de totale markt betreft" is het feit dat er maar liefst 215 projecten zijn toegekend met een minimale omvang groter dan 500 kWp. 128 projecten daarvan zijn groter dan elk 1 MWp. 30 projecten daarvan zijn groter dan 2,5 MWp en dus per stuk al omvangrijker dan het al 13 jaar lang bestaande grootste NL PV project, 2,3 MWp Floriade dak in Vijfhuizen. Went u er maar alvast aan: Sinds 2002 ongeëvenaard het grootste Nederlandse PV project, 2,3 MWp Floriade dak te Vijfhuizen. Maar niet lang meer. Als de werkzaamheden vlotten, gaat in eerste instantie TT-Assen met een 5,5 MWp "motorport" de show stelen. En in juli 2015 moet al het 2,5 MWp project op het gigantische logistieke complex van Wehkamp, de "dan" grootste dakgebonden ("rooftop") PV-installatie van ons land, opgeleverd gaan worden. End not in sight, er komt veel meer fraais aan. Talloze van dergelijke projecten te realiseren met een SDE 2014 beschikking op zak... Het feit dat er al subsidie voor een substantieel aantal "zeer grote" projecten is toegekend, is in de Nederlandse subsidie historie sowieso "ongehoord". En dat was dan ook de insteek van mijn voordracht voor TSF, die ik de kwalificatie "game change voor 2015" heb meegegeven. Rechts in de grafiek staan de voor Nederland tot nog toe bijna "ongekend zeer grote" projecten vermeld, in 2 kolommen. 12 projecten groter dan 5 MWp. En tot slot de "harde PV noten" elk groter dan 10 MWp. En gemiddeld, te zien aan de Y-as, grofweg zo'n 17,5 MWp per stuk. In die laatste categorie zitten dus enkele van de enorm gegroeide "zeepbel" aan "geplande" (of wellicht deels tongue-in-cheek "geopperde"?) grote vrije veld projecten waarmee we het laatste jaar in talloze nieuwsberichten om de oren zijn geslagen. Zelfs als we rekening houden met "substantiële uitval" van onhaalbare projecten, zal er meer dan genoeg overblijven van de SDE 2014 portfolio, wat wel zal worden gerealiseerd. En gaan we alleen al om die reden een record jaar tegemoet zien. Want het komt allemaal bovenop de nog steeds hoge impact hebben residentiële markt, waarvoor geen extreme teruggang is gesignaleerd. Potentieel
zorgenkind Als zou blijken dat een groot volume van het beschikte PV vermogen zou gaan wegvallen, zoals in het verleden zelfs al met veel kleine projecten is geschied, en de PV markt na een enorme SDE 2013-2014 rush weer in elkaar zou kunnen gaan klappen met en na SDE 2015, zou in Den Haag weleens de zoveelste crisis kunnen gaan uitbreken. En het vertrouwen in de "SDE+" regeling een zoveelste klap kunnen gaan krijgen. Er wordt inmiddels al binnen de PV-sector gesproken over benodigde aanpassingen van die al extreem vaak "besproken", politiek gevoelig liggende SDE+, om te voorkomen dat extreme wisselingen in het beschikkingen beleid leiden tot dodelijke gevolgen voor de meest gevoelige marktsegmenten. Continuïteit moet the leading argument gaan worden. Of Den Haag daar gevoelig voor zal zijn, moet nog blijken. Volledig SDE+ 2014 budget toegekend aan 3.174 projecten (RVO.nl, 26 mei 2015)
22 mei 2015: Eerste CBS PV update voor 2014 - vraagtekens blijven. In mijn eerste analyse van stroom productie data van het CBS, gepubliceerd op 24 april jl., kwam ik al tot de omineuze conclusie dat de jaargroei van de zonnestroom markt in Nederland - volgens de CBS berekening, laten we wel wezen - in 2014 fors tegengevallen zou kunnen zijn. Mijn basis scenario, op basis van onder anderen de historische evolutie van cijfers uit Klimaatmonitor, deels gevoed door cijfermatige ontwikkeling van het PIR (productie installatie register) en met name de in totaal 9 dossiers incl. PIR bevattende verzamel database (KMt), was in mijn Solar Trendrapport artikel (zie laatste grafiek) nog grofweg 1,1 GWp eindejaars-accumulatie voor 2014. Dat cijfer moet nu, zoals ik al vreesde in mijn vorige bijdrage, (voorlopig) naar beneden bijgesteld worden, als we het CBS als autoriteit aanmerken waar het de "feitelijke" (niet "geschatte", of "veronderstelde") realisatie cijfers aangaat. Tegenvallende
groei 2014 - volgens CBS "Too
early party" Jaargroei
2014 fors tegenvallend - alle marktpartijen op verkeerde spoor 275 MWp jaargroei is sowieso way out of line (24%) van het volume (361 MWp) wat volgde uit mijn basis scenario (1.100 MWp eind 2014 minus 739 MWp eind 2013), en wat kennelijk (via ECN?) naar de Europese onderzoeks-instelling EurObserv'ER lijkt te zijn doorgespeeld (artikel 20 mei). En het is zelfs maar liefst 26% minder dan de jaargroei die CBS voor 2013 (impliciet) heeft "vastgesteld" (374 MWp). De recente schatting van een belangrijk vertegenwoordiger van een van de grootste PV groothandels van Nederland zat er met "zijn" ongeveer 370 MWp voor 2014 (herbevestigd aan Polder PV n.a.v. een vraag daarover) nog iets verder naast. En de suggestie in het Nationaal Solar Trendrapport 2015 (p. 9), "alle signalen wijzen erop dat in Nederland in 2014 boven de vijfhonderd megawatt is geïnstalleerd", komt met deze eerste bevindingen van het CBS wel in een heel erg apart daglicht te staan. Áls deze eerste CBS schatting tenminste blijkt te kloppen. Je moet natuurlijk wel "van goede huize" zijn, om die claim te weerleggen*... * Nagekomen: Solar Magazine kwam na het verschijnen van mijn artikel in de namiddag van 22 mei nog met een nieuw "tot op heden niet publiekelijk bekend gemaakt" cijfer. Op basis van onderzoek van data van de 25 grootste groothandels kwam de redactie van het vaktijdschrijft eerder dit jaar namelijk voor 2014 "op een marktgroei van om en nabij de 400 megawatt" (zie artikel). Dat zou een afwijking zijn van maar liefst 45% van het eerste cijfer van CBS. In grafiekvorm zien de historische eindejaars-accumulatie (rechter Y-as) en de jaarlijkse netto nieuwbouw (linker Y-as; excl. theoretisch veronderstelde "uitgebruiknames", tm. 2013 bijgehouden, tabel helaas stopgezet) er nu als volgt uit, tot en met het eerste voorlopige eindejaars-cijfer voor 2014: Duidelijk is de toch wel vrij "dramatische" terugval van de nieuwbouw van PV capaciteit in 2014 te zien (gele kolom met gestreepte rand - voorlopig eerste cijfer). De oorzaak kunnen we alleen maar naar gissen. Omdat in 2014 de residentiële markt waarschijnlijk nog by far de meest dominante van allemaal moet zijn geweest, zou hieruit "moeten" volgen, dat de btw teruggaaf regeling (Fuchs arrest) kennelijk niet langdurig voor een hoge groei van dat belangrijke marktsegment heeft kunnen zorgen. De door mij gereconstrueerde mogelijke groei van de markt (NB: op basis van alléén de data van Netbeheer NL, die verre van volledig zijn) na het verstrijken van de enorme impact hebbende (272 MWp toevoegend in 13 maanden tijd) nationale subsidie regeling medio 2013, van grofweg 24 MWp per maand (gemeten van aug. 2013 tm. juni 2014), zou in de tweede jaarhelft van 2014 dan "dus" op een fors lager niveau moeten hebben gelegen. Want 12 maanden zouden dan - bij die "vastgestelde groei" in het volledige kalenderjaar 2014 al 288 MWp moeten hebben opgeleverd. Ik heb het hier dan nog niet eens gehad over de "missende" volumes in de residentiële markt, want het veelbesproken "PIR" is zelfs op dat punt incompleet. Hoeveel volume in dat belangrijke segment ontbreekt blijft speculeren geblazen. Daar had dan ook nog een nog onbekend volume commerciële projecten op gestapeld moeten zijn, omdat het daar behandelde Productie Installatie Register (PIR) op dat punt chronisch lacuneus blijkt te zijn (onderzoek Polder PV). Al in 2014 begon het aantal grote(re) projecten al flink toe te nemen, dus hier begint het nieuwe "gereconstrueerde jaargroeicijfer" (volgens CBS opgave) voor dat jaar toch wel ernstig te wringen met eerder gesignaleerde trends. Ik worstel al jaren met alle voorhanden zijnde statistieken over PV in Nederland, en die problemen lijken alleen maar erger te worden. Vergelijking eerste CBS cijfer met 2 andere dossiers In bovenstaande grafiek heb ik de CBS cijfers (incl. 1e voor 2014, oranje kolommen) naast die voor de twee recent ook weer van een verversing voorziene data voor het PIR register bij Klimaatmonitor (KM-PIR, paars), en het verzameldossier daar, KMt (PIR + 8 andere dossiers, op PC6 ontdubbeld, geel), weergegeven. Hieruit blijkt nog steeds dat CBS, voor alle getoonde jaren, op één na, de hoogste accumulatie cijfers laat zien. Maar dat met name het verschil met KMt redelijk klein - maar per jaar wisselend qua impact - is geworden. Het PIR register van de netbeheerders blijkt fors achter te lopen op deze twee cijfer reeksen. Maar daar heb ik dan ook al regelmatig op basis van feiten flinke kritiek op geventileerd. Als er nog een CBS correctie komt voor 2014, eind dit jaar, is de vraag hoe groot die zal gaan worden, en of de andere dossiers tegen die tijd wellicht ook nog zullen zijn bijgewerkt. Onlogisch NB: de eerste data voor 2015 (KM-PIR en KMt) zijn volgens mij nog extreem voorlopig, en moeten zelfs wat het eerste kwartaal betreft nog een enorme inhaalslag maken. Vandaar dat ik die kolommen heb gearceerd in de grafiek. Conclusie Wordt ongetwijfeld vervolgd, uiteraard neem ik dit laatste CBS cijfer mee in mijn presentatie voor The Solar Future, op woensdag, 27 mei a.s. Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen (bijgewerkte StatLine tabel op 22 mei 2015, met slechts 1 nieuw getal voor 2015)
20 mei 2015: EurObserv'ER rapport PV 2015 uit. We moeten er een snuf zout bij leggen voor de Nederlandse PV markt, maar de bekende voorlopige rapportage van EurObserv'ER is inmiddels gepubliceerd (publicatie datum april). Daarin een overzicht van de stand van zaken op het gebied van PV in de Europese Unie tot en met 2014, met deels betrouwbare (bijv. Duitsland), deels nog lang niet "vast" staande (NL) cijfers voor de markten in de verschillende landen.
Volgens deze eerste rapportage over 2014 (tabel 4) zou, zoals al lang bekend was, het Verenigd Koninkrijk Duitsland van de troon hebben gestoten, met 2,45 GWp nieuwbouw vorig jaar. Dat was in 2013 nog maar 1.033 MWp, dus vorig jaar een factor 2,4 maal zoveel nieuwbouw dan in het jaar daarvoor, bij de Britten. Duitsland kwam slechts, ik heb het uitgebreid in maandelijkse rapporten gedocumenteerd, tot krap 1,90 GWp (2013: 3,3 GWp). Frankrijk mocht nog een aardige hoeveelheid van 975 MWp scoren (NB: de overzeese gebiedsdelen zijn daarbij niet meegeteld) en kwam op plaats drie. Dat was een lichte meevaller t.o.v. het teleurstellende jaar 2013, toen er maar 672 MWp werd bijgebouwd. Al heeft het zonnige Frankrijk natuurlijk gigantisch veel meer potentie, wat smeekt om ingevuld te worden. Italië viel ver terug, met nog maar 385 MWp in 2014, t.o.v. de bijna 1,4 GWp in 2013. Ook wordt, verrassend, "een" cijfer genoemd voor Nederland, wat na jarenlang sluimeren de afgelopen jaren in een versnelling is geraakt, en volgens deze zeer premature (want: er zijn geen "officiële") cijfers 361 MWp nieuwbouw in 2014 gekend "zou kunnen" hebben. Dat is merkwaardig, want nergens is zo'n expliciet (nauwkeurig) cijfer gepubliceerd in ons land. Tenzij, en dat is niet ondenkbaar, mijn speculatieve Solar Trendrapport eindejaars-accumulatie voor 2014 zou zijn genomen, 1,1 GWp ("middelste" scenario"). Want dan zou je met de 739 MWp eind 2013 inderdaad op die "361" komen. Een bron voor het cijfer wordt echter in de voorlopige rapportage niet vermeld. EurObserv'ER werkt o.a. samen met ECN, dus wellicht dat het daar vandaan is gekomen. Relativering Nederland belandde met het weergegeven cijfer zelfs, na de Italianen, op de 5e plaats in de rangorde in de EU, en het is lang geleden dat dat het geval is geweest. Pluim voor ons land (eindelijk!). Opvallend is verder in deze tabel dat Denemarken, nog explosief gegroeid in 2013 met 169,2 MWp, in 2014 volgens de eerste cijfers slechts 29,1 MWp er bij geplaatst zou hebben. Zo snel kan een markt "up" en rap weer "down" gaan, als er van regeringswege wordt "gehakt" in een (nog maar kort geleden opgetuigde) incentive. Dat "salderen" in Denemarken liep natuurlijk met die absurde belastingdruk per kWh al extreem snel uit de hand, dus "moest" er (vanuit politieke overwegingen) wel "ingegrepen" worden. Zie ook mijn artikelen over die materie, van 17 dec. 2012, en 5 aug. 2014. Eindejaar
opgesteld vermogen In dat lijstje doet Nederland, wat jaren lang achter elkaar alle kansen heeft laten versloffen door wipkip politiek en desinteresse in solar zaken, het erg slecht. Met - inderdaad, wat een "toeval" - 1,1 GWp "verondersteld eindejaars-vermogen eind 2014" (inclusief "5 MWp autonoom", een marktsegment wat bij elkaar wordt gespeculeerd, volgens mij), nog net aan op de tiende plaats. Tussen Roemenië (1,3 GWp), en Oostenrijk (ruim 1 GWp) in. Spannend zal worden hoe de verhoudingen tussen deze drie landen zal komen te liggen aan het eind van het huidige jaar, 2015. De volgende kandidaat, Tsjechië op de 8e plaats (met 2.061 MWp accumulatie eind 2014), is voorlopig nog even onbereikbaar voor het trio. Hekkensluiters in de EU28 zijn Estland, met maar 0,2 MWp geaccumuleerd eind 2014, achter Letland (1,5 MWp) en Ierland (1,1 MWp). Berekende
zonnestroom productie Prestatie
capaciteit per inwoner Nederland doet het in deze tabel extra slecht: de 17e plaats met ruim 65 Wp/inwoner, tussen Cyprus (76) en Roemenië (<65) in. Het gemiddelde in de Europese Unie zou op 172 Wp/inwoner liggen, een factor 2,6 meer dan het NL cijfer. In heel Europa (EU28) zou er inmiddels 86,7 GWp PV vermogen staan. Respectabel, maar de nieuwbouw vorig jaar was, zoals bekend, erg slecht, 6,9 GWp. Als er niet iets structureels verbetert aan het Europese beleid, zal de markt steeds meer krimpen, ondanks groeibloempjes zoals Nederland. En zullen China, Japan en USA het stokje definitief hebben overgenomen. Tot slot
- hoogst curieuze claim NL Ergo: het is gezien de resulterende kWh prijs, de afgelopen jaren licht ingekakt vanwege de crisis en vanwege stroomoverschotten e.d., nog steeds hartstikke interessant om sowieso stroom op te wekken op een particulier dak. En of je dat nu zelf direct verbruikt of niet: maakt niets uit, want je mag over een jaar lang salderen, daarbij zomeroverschotten wegstrepend tegen winterse tekorten. Desondanks wordt er in dat bizarre stukje tekst gesuggereerd dat door die veranderde situatie (van ruim VIJF jaar geleden!) "makes consumption of their own electricity less advantageous" ??? Ik begrijp werkelijk niet wat de auteurs van dat stukje met die passage hebben willen suggereren... Download pagina Photovoltaic Barometers op EurObserv'ER website
20 mei 2015 - 10h40: Amsterdam: gelieve een plaatsje op te schuiven. Belgische vastgoed magnaat WDP gaat 30 MWp SDE-gedragen PV projecten in NL realiseren + nagekomen (onderaan) Via een "Belgische fan van mijn website" kreeg ik een persbericht toegestuurd van een mij al jaren lang bekende partij in België. Het betreft het beurs-genoteerde (NYSE Euronext) vastgoed imperium van WDP, waar ik in het verleden (toen ik mij nog behoorlijk actief met de Belgische zonnestroom markt bemoeide) al eens bij ben stilgestaan. WDP, in Vlaanderen ook wel een "vastgoedbevak" genoemd, staat voor "Warehouses De Pauw", en bestaat sinds 1971. Het hoofdkantoor staat in Wolvertem (N. van Brussel). In Nederland is het concern vertegenwoordigd door een vestiging in Breda. Ze hebben logistiek vastgoed in Nederland, België, Frankrijk, en in Roemenië staan. Het bedrijf, naar eigen zeggen marktleider in de Benelux, heeft meer dan 2 miljoen vierkante meter aan vastgoed in haar portefeuille. En heeft in het verleden, toen België nog extreem lucratieve incentives had voor zonnestroom (45 Eurocent per kWh voor groencertificaten, zelfs ongelimiteerd voor grote, commerciële daken!), fors uitgepakt met het verduurzamen van haar Belgische panden, met name in Belgisch PV kampioen Vlaanderen. WDP in
België... ... en
in Nederland Goed gezelschap
- WDP / Wehkamp thinking big
Het gloednieuwe, 47.022 m² grote gebouw van Wehkamp overtreft alle superlatieven, en wordt geacht straks het "grootste geautomatiseerde distributiecentrum voor online retail ter wereld" te zijn, volgens bouwer Hercuton. Uiteraard kan zo'n modern nieuw gebouw niet zonder de tegenwoordig bijna "verplichte", in Nederland mateloos populair wordende BREEAM stempels, die maximale duurzaamheid waarborgen. En ditmaal natuurlijk een BREEAM Excellent label (was aanvankelijk nog "very good", met PV dus opgewaardeerd). Voor minder doen projectontwikkelaar WDP, en huurder Wehkamp het niet, die najaar 2015 het gebouw zou moeten gaan betrekken. Dan zouden volgens vastgoed eigenaar WDP de zonnepanelen er al lang op moeten liggen. Immers, eind juli 2015 zou de opleverdatum voor de PV installatie moeten gaan worden. En dat project, waarvan verdere details nog niet bekend zijn gemaakt, zou een omvang moeten gaan krijgen van maar liefst 2,5 MWp. Ongeveer 9% maal zo groot dan het grootste "PV-dak" wat sinds 2002, 13 jaar geleden alweer, eenzaam aan kop stond. Uiteraard Floriade Vijfhuizen (2,29 MWp), waar al het derde jaar op rij medio april de Solar Solutions beurs heeft plaats gevonden. Zelfs Wehkamp zal echter tegen die tijd hoogstwaarschijnlijk niet meer "het grootste [single-site] PV project" zijn. Want dat zou wel eens TT Assen kunnen gaan worden, als daar geen spaken in de motorwielen worden gestoken (5,5 MWp aan "motorport" luifels op het parkeerterrein, door GroenLeven, en met Cypriotisch oliegeld als co-investering). Wie dit smaakmakende, grote PV project mag gaan uitvoeren is nog niet bekend gemaakt. Of Cofely (dochter van het grote energiebedrijf GDF-Suez), die talloze andere verduurzamingsmaatregelen uitvoert in het Wehkamp complex, ook de PV generator mag aanleggen, is dus nog beslist niet zeker. Kosten Aanbod
Wehkamp - pikant WDP stoomt
verder met SDE+ En ja, ook WDP bouwt door, het blijft beslist niet "slechts" bij Wehkamp. Want het persbericht gebruikte dat Zwolse project "slechts" als smaakmakertje. WDP claimt namelijk dat ze zelfs in totaal al 30 MWp (!!) aan PV vermogen op Nederlandse vastgoed daken beschikt heeft gekregen van RVO (incl. het Wehkamp project). En dat dat - voor Nederlandse begrippen - gigantische volume in de hand van slechts één partij, die installaties (aantal nog onbekend) vóór eind 2016 uitgerold moeten gaan worden "in samenwerking met de gebouw huurders". De vastgoed eigenaar suggereert dat met deze enorme portfolio, naast huurinkomsten, ook "in Nederland rendement zal worden geboekt via de PV-installaties". Een boodschap die ongetwijfeld voor de aandeelhouders van het beursgenoteerde bedrijf bedoeld zal zijn. Die mogelijk in eerste instantie hun wenkbrauwen zouden kunnen fronsen rond deze mega operatie, die in Nederland immers ongekend is. WDP haalt ook de "klimaatdoelstellingen" van de Nederlandse regering aan (die wat mij betreft nog steeds gruwelijk laag zijn), die ze met deze portfolio aan PV projecten mede zouden helpen realiseren. Een van huis uit Belgische vastgoed onderneming die de zich jaren lang (onterecht) op de borst roffelende "milieu vriendelijke" noorderburen gaat helpen om eindelijk eens in de buurt van die (niet-ambitieuze, maar door EU verplichte) "14% duurzame energie in 2020" te komen. Wie had dat gedacht? Spin-off:
Zwolle gáát Amsterdam onttronen ! En dan mogen de pionierende Amsterdammers sikkeneurig de nodige morele scherven gaan rapen en snel plannen gaan verzinnen om die venijnig bouwende gemeente uit het oosten van het land weer te gaan overtroeven. Ik zie bij WDP echter alleen maar een warehouse aan de Hornweg in Amsterdam staan, met een volume van 12 en een half duizend vierkante meter. En de nieuwe lokatie Incheonweg bij Schiphol. Maar dát gebouw valt dus onder Haarlemmermeer, niet onder Amsterdam... We gaan weer "interessante tijden" tegemoet in ons land, op het gebied van versnelde ontwikkeling van de zonnestroom markt. Dat is een feit wat zeker is. Start up of solar panel programme of 30 MWp within the property portfolio in the Netherlands (persbericht WDP, 19 mei 2015) http://www.hercuton.nl/projecten/wehkampnl-zwolle
(berichte bouwer Hercuton, met diverse filmpjes van de bouw van het
complex) https://www.flickr.com/photos/wdp_warehouses/sets/72157648842582239 (foto reportage van het nieuwe Wehkamp complex van WDP in Zwolle, waar alle logistieke dimensies van onaardse omvang lijken te zijn) Nagekomen Het volledige WDP projectvolume zou een stroom opbrengst moeten gaan genereren die zo'n 12.420 ton CO2 uitstoot zou kunnen gaan reduceren. http://encon.be/nl/news-detail.aspx?ID=9e7d3310-1c48-4c12-a782-6e9d2b7c177a (persbericht van Encon, 27 mei 2015)
18 mei 2015: SDE 2014-2015 updates. Beschikt zonnestroom vermogen nam ditmaal in wat bescheidener mate toe bij de toekenningen voor SDE 2014 subsidies (+ 31 MWp), nog steeds zat er met de laatste update op peildatum 7 mei jl. 101 miljoen Euro in de pot. SDE 2015 toekenningen waren er nauwelijks.
SDE 2014 gaf het volgende beeld te zien bij de 7 mei update:
Het plaatje voor de progressie van drie PV trends t.o.v. de voorlaatste rapportages, laat zien dat alweer een nieuw record is gevestigd, wat dat van de vorige update met glans heeft gebroken: de gemiddelde systeemgrootte van de paar (17) nieuw toegekende projecten in die twee weken tijd is geëxplodeerd naar ruim 1,8 MWp (groene curve). Dit laatste plaatje laat zien dat zonnestroom - met de toevoeging in de laatste update versterkt - kampioen is binnen SDE 2014 wat het toegewezen aantal "kilo"watturen betreft. Die we nu moeten gaan meten in "terawatturen" (1 TWh = 1 miljard kWh). 13,3 daarvan, maar liefst. Groen gas is de enige (incl. de laatste kleine toevoeging) die nog een beetje - doch op zeer gepaste afstand - in de buurt kan blijven, met haar "equivalente" 10,2 TWh eq. Met de laatste progressie trends in de zonnestroom beschikkingen en het totaal aantal aan toekenningen voor 2014 kom ik nu op ongeveer de derde week van mei als mogelijke overschrijdingsdatum van de 3,5 miljard Euro budget voor SDE 2014 (mits er geen rare dingen met die trend geschieden!). Tegen die tijd is het volstrekt theoretisch mogelijk dat PV in de buurt van 950 MWp beschikt vermogen zou kunnen komen binnen die regeling, met bovenstaande in het achterhoofd houdend. SDE 2015 Er is daarnaast een nieuw type project aangevraagd bij elektra, "gerenoveerde waterkracht met nieuwe turbine". Verder is er niets gewijzigd. Tot nog toe worden nog geen gedetailleerde budget of energie uitsplitsingen per deeloptie gegeven, omdat men bij RVO kennelijk doodsbenauwd is dat bekend wordt welk specifiek project een bepaalde hoeveelheid geld claimt. In totaal staan er nu 89 aanvragen in de lijst, dominant is biomassa (en ik vrees dat dat zo zal blijven: grote jongens werk, dus). Stand
van zaken SDE 2014 (RVO.nl)
13 mei 2015: Klimaatmonitor update 2: Kaartje met vermogen distributie. Omdat gemeentes zeer verschillende inwonersaantallen, huizen, oppervlaktes e.d. hebben, is een "absolute" vergelijking vaak niet correct. Of misleidend. Beter kun je dan relativeren aan oppervlakte, inwoner aantal, aantal woningen, en dat soort "relatieve maatstaven". Elke maatstaf heeft zijn voor- en z'n nadelen, en dient altijd op z'n eigen merites en impact te worden beoordeeld. In dit nagekomen artikeltje op de vorige analyse geef ik een exemplaar: het door Klimaatmonitor weergegeven, in KMt geregistreerde PV vermogen per 1.000 adressen (in kWp). Hierin worden met name die gemeentes kleurtechnisch "uitgelicht" die relatief weinig adressen hebben t.o.v. hun collega gemeentes. Maar waar wel veel vermogen is aangelegd, met name op boerderijen e.d. Dan krijgen we een resultaat, zoals in onderstaande selectie voor (eind) 2014. De indeling is voor dit plaatje opgedeeld in gelijkwaardige categorieën, hier kun je oneindig mee "spelen" in Klimaatmonitor:
Zeer duidelijk is in het plaatje de Randstad te zien met een laag geregistreerd vermogen per 1.000 adressen (geel), terwijl de landelijke gebieden met boerderijen met daken vol zonnepanelen er vet uitspringen (donkerbruin). Met name op drie Waddeneilanden en in de Kop van Noord-Holland, diverse gemeentes met grote oppervlaktes in noord-oost Nederland (met name Drenthe), de Flevopolder (NOP en zuidelijk Flevoland), met name noordelijk Overijssel, Walcheren (Zeeland), en diverse agrarische enclaves in oostelijk Noord Brabant, en in westelijk Limburg. Cijfermatig bezien is bij deze maatstaf het 249 km² landoppervlak, en ruim 21 en een half duizend inwoners tellende Zeewolde in de Flevopolder nog steeds ongeslagen übermeister: gemiddeld 646 kWp PV vermogen per 1.000 woningen. Tweede en derde zijn respectievelijk Dalfsen (Overijssel) met 571 kWp, en het zuid-Brabantse Eersel, wat met 527 kWp per 1.000 woningen zeer sterk is beïnvloed door de aanwezigheid van Neer'lands momenteel 2e grote PV project, Venco Campus (met 1,63 MWp op het eironde dak). Vlak voor het uitbrengen van de nieuwste Klimaatmonitor data, werd Dalfsen al uitgeroepen tot kampioen van de provincie Overijssel door de Stentor. http://klimaatmonitor.databank.nl
13 mei 2015: Klimaatmonitor update met nieuwe cijfers PIR / Netbeheer NL. Eindelijk zijn er weer nieuwe data in de PV statistieken van de "nationale verzamel databank" Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat terecht gekomen. Het geaccumuleerde "geregistreerde" vermogen in het PIR (netbeheer) bedraagt inmiddels 871 MWp, dat in het verzamelregister, KMt (9 deeldossiers incl. PIR, met, dat moet herhaald blijven worden, nog steeds niet alle capaciteit), omvat inmiddels 983 MWp. Ik heb de data inmiddels op zowel landelijk als provinciaal - en lager - niveau uitgesplitst om wat gevoel te krijgen voor de nieuw(st)e verhoudingen in Nederland. Daarbij dient wel een voetnoot te worden vermeld: in de totalen is een kennelijk nog steeds / weer niet aan een bekende gemeente of provincie toe te wijzen kleine populatie systemen opgenomen. In de allerlaatste cijfers (zeer voorlopige eerste voor 2015) betreft dat 1.477 adressen, met een geaccumuleerd vermogen van 3.331 kWp in het KMt verzamel register (0,3% van totaal geregistreerd opgesteld vermogen). Deze volumes zijn wel in de lands-totalen, maar dus niet in de verderop getoonde provincie plaatjes en overzichtjes voor gemeentes en buurten opgenomen. Eerst de aantallen installaties die nu bekend zijn bij Klimaatmonitor: Het belangrijkste en het verzamel-dossier van Klimaatmonitor bij elkaar in een grafiek: het grootste deeldossier "PIR" (Productie Installatie Register) van de netbeheerders, wat via www.energieleveren.nl wordt gevuld (paars, waarvan in KM slechts data vanaf 2010 zijn opgenomen). In de Klimaatmonitor informatie wordt gesproken van een PIR update met peildatum 7 mei 2015, en - volgens mij zéér voorlopige, en nog lang niet volledige - data voor het eerste kwartaal van 2015. Ten tweede het "verzamel dossier" ontdubbeld op PC6 (met 9 deeldossiers incl. PIR), in rood. Ook dat verzameldossier is beslist niet alles in Nederland, er staat méér. De peildatum voor dat dossier, met laatst gewijzigde data voor PIR is 31 maart 2015, de laatste wijziging zou op 12 mei 2015 zijn ingevoerd. PIR telt nu op tot 220.842 adressen eind 2014. En een zeer voorlopige, beslist niet! als representatief voor de daadwerkelijke groei in het 1e kwartaal te beschouwen, slechts zéér mager toegenomen omvang van 223.096 voor 2015. Waarmee t.o.v. de voorlaatste gegevens (update van 13 feb. 2015), toen nog 223.093 stuks voor eind 2014, netto (groei minus uit registers verwijderd) 2.251 installaties weer zouden zijn weggestreept (minus 1%). Kennelijk is er dus weer e.e.a. opgeschoond in de databases van de netbeheerders. Het is hierbij goed om te beseffen dat die registers "dus" niet alleen maar groeien, ze raken soms ook weer (forse aantallen) installaties (en vermogen) kwijt. Zoals we eerder hebben gezien bij de grote, nooit publiekelijk bekend gemaakte opschonings-operatie bij Liander in 2014 (uitgebreide analyse van Polder PV in dit artikel). Mijn verwachting is uiteraard wel dat er nog zeer veel adressen voor het eerste kwartaal van het huidige jaar later zullen worden bijgeschreven. Immers: u heeft ook niet van een marktinstorting gehoord, mag ik aannemen... (zie extreme "knik" in grafiek, een volstrekt artificieel exemplaar). Verzameldossier KMt (het grootste qua omvang wat we kennen in NL, afgezien van het eenmalig jaarcijfer van CBS) bevat eind 2014 nu 245.655 adressen met PV-installaties, een aderlating van 0,7% t.o.v. de 13 februari 2015 nog gemelde 247.473 stuks. Het zeer voorlopige (ook beslist niet als "reëel" te beschouwen) eerste cijfer voor 2015 is marginaal groter, 247.785 adressen met PV. Mijn inschatting is dat er beslist al ruim 10% meer adressen met zonnepanelen aanwezig kunnen zijn geweest eind vorig jaar. Het "gat" tussen de twee verzamelingen (KM-PIR en KMt) is vrij constant en bedroeg eind 2014 bijna 25.000 adressen cq. installaties. 10% minder in KM-PIR, dan in KMt (wat ook niet alles omvat). Opgesteld vermogen In de vermogensdata is kennelijk ook "gesneden" door de netbeheerders. In de update van 13 februari jl. stond namelijk nog 874,4 MWp genoteerd voor eind 2014 in het KM-PIR, nu is er nog maar 865,5 MWp van over. Wederom ruim een procent vermogen "weg gestreept". In de eerste cijfers voor 2015 (nog extreem "voorlopig en onvolledig") is er nog maar 5 MWp bijgekomen (accumulatie nu bijna 871 MWp), wat uiteraard absoluut niet de realiteit kan weerspiegelen. Bij het verzameldossier KMt was medio februari dit jaar nog 970,9 MWp gerapporteerd voor eind 2014, maar dat is inmiddels, verrassend, juist omhóóg bijgesteld naar 974,2 MWp, 0,3% meer. Dat laat ook weer zien dat ondanks "negatieve, met terugwerkende kracht toegepaste ingrepen in het PIR register", het "totaal dossier" bij Klimaatmonitor desondanks toch kan groeien. Dat komt door (a) correcties van bestaande data (niet erg voorspelbaar, kan op enig moment geschieden), en (b) eventuele groei bij de 8 andere dossiers in die hoofdverzameling. Het eerste, zeer voorlopige, en volstrekt niet representatieve cijfer voor 2015 blijft steken op 983 MWp. Uiteraard ook nog bij lange na niet de realiteit weerspiegelend, er staat veel meer. Zelfs dit laatste cijfer voor "status eerste kwartaal 2015" is namelijk 5% lager dan de door mij al als te láág bevonden uitkomst van "1.031 MWp" eind 2014 volgens de rekensom voortvloeiend uit de laatste CBS productie cijfers (artikel). Ik ga er nog steeds van uit dat eind 2014 er al meer volume aanwezig moet zijn geweest, tenzij alle andere cijfers (t.o.v. de premature CBS data) zouden liegen... Gaan we kijken naar de laatst bekende cijfers voor de eindejaars-accumulatie van 2013, waarvoor CBS na revisie 739 MWp heeft opgegeven, moeten we concluderen dat KM-PIR ("netbeheerders") met hun laatst gereviseerde cijfer (580 MWp) maar liefst 22% (!) bij CBS achter liepen. En het KMt dossier (692 MWp) een heel wat minder grote afstand had goed te maken (ruim 6%). Voor 2014 zijn nog geen expliete cijfers genoemd door CBS (wel een door mij uitgevoerde premature berekening van "mogelijke" 1.031 MWp eind 2014). Jaargroei
cijfers De "top" was volgens de huidige KM cijfers het jaar 2013, waarbij aan PIR 77.740 nieuwe installaties werden toegevoegd, en in KMt zelfs bijna 80.000 (precies: 79.674 exemplaren) nieuw werden opgenomen. Dat er iets aan de cijfers lijkt te "rammelen" wordt geïllustreerd door het feit dat bij de PIR cijfers 2 jaren (2012 en 2013) een lagere groei dan in het KMt dossier resulteert uit de accumulatie cijfers. Maar dat in de jaren 2011 en 2014 die groei hoger zou zijn geweest. Dat geeft aan dat er inconsistenties lijken te zijn tussen het "deeldossier" PIR en het "verzameldossier" KMt. Kijken we naar KMt, zou in 2014 met de huidige stand van zaken (m.i. beslist nog niet "de definitieve" vertegenwoordigend) de jaargroei bij de aantallen nieuwe (geregistreerde) installaties cq. adressen met PV-systemen 20% (!) lager zijn geweest dan de groei in 2013. Bij KM-PIR zou het "maar" 11% zijn geweest. De grote vraag is: welk percentage is "logischer", en, de vervolg vraag dient te luiden: klopt dat percentage wel? Hetzelfde plaatje als hierboven, ditmaal voor het geregistreerde vermogen in KM-PIR en KMt. Ook hier weer de "top" in 2013, met 341 MWp jaargroei in KMt, en 334 MWp in KM-PIR. Uit gereviseerde CBS data is gebleken dat de marktafzet volgens hen in dat jaar 374 MWp moet zijn geweest, wat betekent dat, met de huidige revisie, KM-PIR (netbeheerders) in dat jaar 12% "achter" hebben gelegen, en het KMt dossier nog steeds 9%, bij de gereconstrueerde nieuwbouw cijfers. De vraag is hoe dat voor de data voor 2014 zal gaan uitpakken (eind mei eerste CBS schatting verwacht). Provincies Data voor 2005-2007 ontbreken helaas. Net zoals in een vorige vergelijking (analyse 4 november 2014) blijft het dichtbevolkte Zuid Holland kampioen bij de registraties van aantallen adressen met PV modules, 38.822 momenteel (eerste, nog lang niet actuele cijfer voor 2015). Echter, bij de 2e en 3e plaats zijn inmiddels stuivertjes gewisseld, en moet Noord-Holland "powerhouse" Noord-Brabant nu voor zich laten (34.256 NB resp. 33.062 NH). Gelderland volgt op kleine afstand, dan valt er een groot gat, en wordt de rest van de provincies naar de lagere regionen verwezen. Overijssel heeft inmiddels Limburg duidelijk ingehaald, de rest van de rangschikking is nog ongewijzigd gebleven. Flevoland is hier hekkensluiter, met nu ingeschreven 6.978 adressen met PV modules. Een factor 5,6 maal zo weinig dan Zuid Holland. Let op, dat niet aan enige provincie toegewezen installaties hier dus niet bij zitten (kleine populatie). Hetzelfde plaatje, ditmaal voor het geregistreerde PV vermogen op genoemde adressen, per provincie. Een lichte verlaging van de hellingshoek tussen 2013 en 2014 tonend, met de voetnoot dat er later nog data kunnen wijzigen in deze curves. Hierbij is de volgorde van de provincies intact gebleven t.o.v. de vorige visualisatie. Alleen is Overijssel beduidend uitgelopen op de positie van Noord-Holland, En begint ze met het daar geregistreerde PV vermogen een serieuze "bedreiging" te vormen voor mijn eigen provincie Zuid-Holland, als ze zo door blijven stomen met gemeentedaken en boerderijen vol met nieuwe PV-modules... Noord Brabant blijft verpletterend the lead houden, met 162,2 MWp (16,5% van het nu bekende - niet volledig aanwezige - totale vermogen van 983 MWp). Flevoland is net aan voor Zeeland hekkensluiter (34,7 MWp). Systeemgemiddelde Registratie verschillen Tot slot wat de grafieken betreft per provincie de verschillen die optreden tussen de registraties van de netbeheerders in het KM-PIR dossier, t.o.v. de registraties in het "verzamel"dossier, KMt, samengesteld door Rijkswaterstaat. Uitgedrukt in percentage t.o.v. de volumes in KMt. U ziet dat per provincie die verschillen nogal uiteen kunnen lopen, wat veralgemeniseerde uitspraken over verschillen tussen deze bestanden op drijfzand doen berusten. Je zult dat per gebied moeten bekijken. De kleinste afwijkingen vinden we voor het aantal adressen bij provincie Drenthe (2,2% afwijking t.o.v. volume in KMt), en bij Overijssel voor het vermogen (5,3%). Maximaal zijn de verschillen beiden aanwezig in de provincie Noord-Holland, waarbij de discrepantie tussen PIR en KMt oplopen tot 18,5% (adressen) resp. 18,3% bij de vermogens, t.o.v. de KMt cijfers. Kennelijk zit daar statistisch bezien dus een aardig gat tussen wat de netbeheerders in de PIR registraties terugvinden, en wat Rijkswaterstaat in het totaal dossier heeft verzameld. Gemiddeld over het hele land zijn de verschillen 10,0% (adressen), resp. 11,4% (vermogen, laatste zwart omrande lichtblauwe kolommen), t.o.v. de volumes bekend onder KMt. Gemeentes
& buurten
In dit laatste lijstje is de door mij al gekraakte "aberratie Almelo" (zie tabel 10 feb. 2015 en kritische analyse in het vervolg op die dag) reeds uit de PIR data verdwenen. De beheerder van Klimaatmonitor deed dat destijds al eigenhandig snel na lezing van mijn artikel. Inmiddels heb ik van de netbeheerder vernomen dat de kennelijke foute ingaves voor Almelo er tijdelijk tussendoor zijn geslipt. Bij hen zouden alle registraties 2 wekelijks worden gecontroleerd, en waarschijnlijk is vóór zo'n data controle een on(ge)zuiver(d) gegevensbestand naar Klimaatmonitor doorgestuurd. Snelle check
buurten Grootste
buurten
Vermogen in buurten:
Gemeentes
tot slot: gaat Amsterdam positie kwijtraken? In de PV statistieken van gemeente Amsterdam staan momenteel 2.290 PV-installaties, met een geaccumuleerd vermogen van 9,58 MWp. Die cijfers liggen momenteel dus 469 stuks (17%) resp. 1,1 MWp (10%) onder de huidige waarden in het KMt register van Rijkswaterstaat. Opvallend in de huidige rating in KMt is dat Zwolle flink is opgestoomd in de totaal aantallen adressen en het vermogen, en dat het in dat verzamel-register de hoofdstad inmiddels flink in de nek staat te blazen, met minder dan 566 kWp verschil (zeg maar: "een modern groot commercieel project"...). In een KMt update van medio december 2014 stond deze voortvarend opererende Overijsselse gemeente nog "slechts" op de zesde plaats bij de aantallen adressen met PV, en nog maar op de 8e positie bij het geaccumuleerde vermogen. Dus wie weet, zou het zelfs kunnen gaan gebeuren, als de Zwollenaren nog even flink door blijven bouwen, dat na jaren de hoofdstad op dat punt van de troon gestoten zou gaan worden. Niet door een - tijdelijk optredende - "anomalie" zoals Berkelland, die onmogelijke cijfers liet zien in de statistieken. Maar met harde, reëel gebouwde capaciteit in de stad in het oosten des lands, die altijd achteraan in het alfabet terecht komt, helemaal onderin de tabellen met cijfers... Nagekomen
http://klimaatmonitor.databank.nl/quickstep/QsBasic.aspx De door Polder PV aangewakkerde "competitie" tussen Amsterdam en Zwolle werd al rap opgepikt in het oosten des lands, gezien dit artikel op Zwollenu.nl (14 mei 2015): http://www.zwollenu.nl/nieuws/zwolle-stoot-bijna-amsterdam-van-de-troon
5 mei 2015: CertiQ weer terug in rustiger vaarwater met PV. Na het behoorlijke nieuwe volume in de maart update, en de nieuwe elementen die in dat rapport waren opgenomen weer "rust in de tent" bij CertiQ. Waar het toevoegingen van gecertificeerde PV capaciteit betreft. Helaas is er wederom een negatieve trend bij de "nieuwe installaties" te betreuren. In combinatie met een slechts zeer lichte toename van aangemelde capaciteit, wat zeer waarschijnlijk een netto effect is van "veel kleinere projecten" (definitief?) uitgeschreven uit het register. In combinatie met inschrijving van een gering aantal "grote nieuwe SDE projecten" in de afgelopen maand. Voor Garanties van Oorsprong (GVO's) voor warmte is wederom een apart document te vinden bij CertiQ. Met 793 GWth equivalenten geijkt bemeten productie uit "biomassa" bronnen (ruim 150 installaties zijn aangemeld bij CertiQ) in de afgelopen 12 maanden. Resp. 328 GWth equivalenten warmte uit geothermische bron in dezelfde periode (al 10 installaties). Elektriciteit
- met name PV Ondanks deze forse hoeveelheid (netto) uitschrijvingen, is het geacumuleerde PV-systeem vermogen juist - gering - toegenomen bij CertiQ. Er werd netto - slechts - 684 kWp toegevoegd, resulterend in totaal 122,969 MWp geaccumuleerd volume, eind april. Ook al is niet op individueel installatie niveau te herleiden, het blijft waarschijnlijk dat toevoegingen van slechts een gering aantal grote nieuwe PV installaties met SDE+ subsidie beschikkingen dit netto positieve effect bij het geregistreerde systeemvermogen hebben veroorzaakt. Uit bovenstaande eind-april data volgt dat het systeemgemiddelde van het geaccumuleerde PV volume momenteel 11,3 kWp per installatie is. Dat wordt vooral veroorzaakt door het grote aantal SDE 2008-2010 projecten "klein" bij met name particulieren, wat het PV systeemgemiddelde "onder druk" zet, en relatief laag houdt. Pas als er veel grote projecten bij gaan komen (en dat gaat dit jaar zeer fors toenemen), zal ook het systeemgemiddelde flink kunnen worden opgekrikt in de CertiQ database. Enkele grafieken van de maandrapportage evolutie op een rijtje, zie ook de update van historische data verder in dit artikel. Evolutie van het aantal ingeschreven gecertificeerde zonnestroom producerende installaties volgens de maandrapportages. Met weliswaar kort licht herstel in recente maanden, maar door steeds meer uitschrijvingen in de laatste 2 maanden weer verder onder het "record' in het november rapport van 2013 (11.088) wegzakkend. Blauw is alle PV-installaties ingeschreven bij CertiQ (10.867 eind april 2015), rood het vermoedelijk aantal installaties met SDE beschikking, 10.377 stuks (de rest zou nog MEP subsidie kunnen hebben, het laatst bekende cijfer uit jaar rapport 2013 was nog 490 installaties met MEP subsidie). Als vanouds: dit is slechts een schijntje van het totale aantal PV systemen in ons land, mogelijk maar zo'n 4%. Gewijzigde
historische data CertiQ In deze historische revisie van de CertiQ data voor zonnestroom (data verstrekt vanaf september 2012 tm. maart 2015) steeg het geregistreerde geaccumuleerde PV vermogen continu van 71,7 naar 122,3 MWp (blauwe curve). Maar nam, na een duidelijke stijging van 10.461 tot een "record" van 11.197 (april 2014), het aantal ingeschreven PV-installaties weer fors af tot slechts 10.969 exemplaren eind maart 2015 (groene curve). Het systeemgemiddelde nam door deze combinatie van gegevens in het bij CertiQ bekende bestand continu toe, van 6,85 naar 11,15 kWp. Een stijging van maar liefst 60% in 3 en een half jaar tijd. Ook dit is een duidelijk teken aan de wand dat het CertiQ bestand netto weliswaar steeds minder, maar vooral ook "relatief grote" PV-installaties is gaan bevatten (vooral in het register instromende SDE projecten uit de laatste jaren hebben een hoge impact). Het volume van relatief weinig grote projecten in de CertiQ records is natuurlijk steeds minder representatief voor de totale PV-capaciteit in Nederland (nog steeds in alle opzichten gedomineerd door kleine residentiële installaties). Vermogens-ontwikkeling
in de maandrapportages De teller stond bij CertiQ eind april 2015 op 122,969 MWp, slechts weinig hoger dan in het vorige maandrapport. Het "gat" in 2014 is veroorzaakt door de her-registratie verplichting bij CertiQ, waardoor tijdelijk veel capaciteit "even van de radar verdween". Dat "gat" is "gladgestreken" in de historische revisie in de voorlaatste grafiek. Desondanks heb ik al vernomen, dat beslist niet alle beheerders van "tijdelijk uitgeschreven" installaties zich weer hebben aangemeld. In de bewoordingen van de CertiQ zegspersoon werd dat zo gesteld, toen ik daar naar vroeg: "Er staan inderdaad nog installaties 'open' die geen herverzoek hebben ingediend. Deze installaties hebben wij verscheidene keren herinnerd aan het insturen van het herverzoek, maar zonder resultaat". Wat voor eventuele gevolgen dit mogelijk zal hebben voor (oude) MEP of recenter verkregen SDE subsidies voor de betreffende projecten is nog niet duidelijk (vervolgvraag is reeds verstuurd). Nieuw gerapporteerd gecertificeerde PV vermogen in maandrapportages bij CertiQ. 2015 liet 3 maanden op rij - "redelijk hoge" groeicijfers zien (voor Nederlandse begrippen bij de gecertificeerde volumes bekend bij CertiQ, blauwe kolommen). Ruim 2 tot al bijna 4 MWp per maand. Helaas viel dit in april weer terug naar minder dan 700 kWp. Als de forse afname in ingeschreven installaties een halt toegeroepen kan worden ligt het in de lijn der verwachting dat het nieuwe vermogen per maand juist fors toe moet gaan nemen, nu het enorme volume aan beschikkingen voor SDE 2013 en 2014 daadwerkelijk tot harde (deels in de media gepubliceerde) realisaties leidt. Dat móet een fors structureel positief effect op de CertiQ data gaan krijgen. Status
t.o.v. begin december 2013 Biomassa, wat in het maart 2015 rapport voor het eerst een uitsplitsing kent in vijf deelcategorieën, heeft ruim 46% meer vermogen geregistreerd staan bij CertiQ dan op 1 dec. 2013, PV ruim 39% meer (hoogstwaarschijnlijk allemaal nieuw vermogen met SDE+ subsidies), wind inmiddels bijna 6% meer. Alleen hydropower blijft op negatieve groei steken in de registraties. Had dat met 14 installaties in het CertiQ rapport van februari nog 36,2 MW vermogen staan, is er inmiddels met (hetzelfde?) aantal installaties nog maar 26,2 MW over. Dat is maar liefst 31% minder dan op 1 december 2013!
Let in de uitsplitsing van typen biomassa installaties op de enorme impact van "bij- en meestook": slecht 13 van dergelijke installaties, meestal in het bezit van grote, internationale energie concerns, en deels pure bijstook (van o.a. Amerikaanse houtpellets) op fossiele steenkolen betreffend, claimen bijna 7 GW van het vermogen: 78% van het "biomassa vermogen", en een zeer grote impact hebbende 58% op het totale "duurzaam veronderstelde" productie vermogen van ruim 12 gigawatt. De vuilverbranders (AVI's, door sommige critici ook wel "grondstoffencrematoria" gedoopt) in Nederland, als zodanig geregistreerd bij CertiQ (32 stuks), en deels huisvuil uit het Verenigd Koninkrijk incl. Ierland, Duitsland, België, en zelfs Italië in Nederland in de fik stekend, hebben bij het vermogen (bijna 1,5 GW) aandelen van 17% op het biomassa gedeelte, en een respectabele ruim 12% van het totale "duurzaam veronderstelde" productievermogen. Tezamen (bijstook + AVI) hebben slechts 45 productie installaties 94% van het biomassa vermogen, en maar liefst 70% van het totale zogenaamd "duurzame" productievermogen in Nederland op het conto staan! Als je daarbij ook nog beseft dat dit soort installaties continu kunnen draaien, en windturbines en zonnepanelen pas werken als er voldoende wind staat en/of genoeg zon schijnt, en de output per opgestelde eenheid aan vermogen dus veel minder zal zijn dan bij "continu draaiende" installaties, weet je dat laatstgenoemde 2 echt duurzame opties structureel in het nadeel zijn. De macht blijft derhalve bij slechts een zeer gering aantal partijen geconcentreerd, particulieren hebben bij het gecertificeerde (en zwaar gesubsidieerde) productie vermogen een totaal ondergeschikte rol. Zoals kennelijk "gewenst" in ons polderlandje. GVO's Deze laatste verhouding is echter bij de totale opgestelde volumes aan zonnestroom capaciteit, die CertiQ voor het allergrootste gedeelte niet "ziet", beslist al lang omgedraaid. Ook al wordt er wat productie betreft altijd "afgeschat" door CBS, voor 2013 wordt een stroom hoeveelheid van 114 GWh voor waterkracht, en al 516 GWh voor zonnestroom opgegeven. In 2013 heeft PV door de enorme nieuwbouw aan installaties waterkracht al lang ingehaald bij de stroom productie. Hoe reëel het opgegeven cijfer van 516 GWh is, is echter hoogst onzeker en hangt er helemaal van af "hoe je rekent". Geijkte bruto zonnestroom productie metingen zijn zeldzaam in Nederland. Voor 2014 heb ik een zeer premature afgeleide berekening gemaakt van de eerste productie cijfers van CBS (artikel en vervolg n.a.v. nieuwe "Protocol"). Daarbij kom ik met de "klassieke" rekenmethode op 724 GWh, en met de "nieuwe" methode op al 774 GWh uit. Alweer fors hoger dan de cijfers voor 2013, natuurlijk. CBS heeft nog geen harde (eerste) cijfers over 2014 gepubliceerd voor PV, dus dat is nog even spannend wat daar uit zal gaan komen. In de "duurzame productie mix" gesignaleerd door CertiQ, wat slechts een zeer beperkt deel van de totale PV markt "kent", was het aandeel zonnestroom in de "laatste 12 maanden" bijna 0,6%, van in totaal 10,8 TWh (4 "hoofdbronnen"). In werkelijkheid (alle installaties) ligt het natuurlijk al veel hoger. Import/export
GVO's
Nadat Italië vorige maand even hofleverancier was van de geïmporteerde GVO's in Nederland (bijna 28% van het totaal) keren we weer terug naar normale, vertrouwde verhoudingen. Noorwegen mocht weer de bulk van de groene papiertjes leveren, bijna 46%, op afstand gevolgd door het ook al waterkracht rijke Frankrijk (Alpen, Pyreneeën, dik 20%) en Zweden (bijna 19%). Nog een paar biomassa certificaatjes her en der gegrist uit Denemarken, Finland en ... "export" land Nederland (!!) ... en klaar was ons polderlandje met de "import" van groene papiertjes om, met name, gas- en kolengestookte productie in eigen land te kunnen vergroenen. Import
afgelopen jaar
*Over dat grote aantal landen is deze opmerking uit het CertiQ jaarverslag over 2014 relevant (ging daar over de import): "Met name de GvO’s uit Noorwegen hebben ruimte moeten maken voor GvO’s uit Frankrijk. Deze ontwikkeling lijkt het gevolg van een groter wordend aantal leden van de Association of Issuing Bodies". Export GVO's
In deze screendump van het CertiQ rapport de export van GVO's, Nederland uit. Dat kan beslist ook (deels) geïmporteerde papiertjes betreffen, die voor een iets hogere waarde doorgeschoven worden naar landen die kennelijk ook nog steeds niet genoeg groene stroom maken om hun "groene consumptie" af te kunnen dekken. Wederom ging het grootste deel naar België (bijna 60%). Het betrof voornamelijk GVO's uit waterkracht, wat de stelling ondersteunt dat het slechts om pure handelswaar ging, Nederland heeft immers vrijwel geen eigen waterkracht productie vermogen staan... Voor de zoveelste maal verbazingwekkend, bleek een zeer aanzienlijke hoeveelheid van bijna 32% aan GVO's (weer terug ???) naar groene stroom hofleverancier Noorwegen te gaan (ditmaal uitsluitend GVO's uit de productie van windstroom), en nog een klein beetje bleef over om het kleine Luxemburg een beetje te helpen vergroenen (GVO's uit waterkracht). Export afgelopen jaar Tot slot een nieuw plaatje van de GVO's die de afgelopen 12 maanden ons land weer verlieten (grotendeels waarschijnlijk als pure handelswaar, en beslist niet grote hoeveelheden "productie van stroom uit hernieuwbare bronnen in Nederland" betreffend). België is hier absolute kampioen, met 80% van de bestemming. Ook zeer opvallend, gezien het feit dat het grootste deel van de geïmporteerde GVO's Nederland, juist uit dat land komt, blijkt de export van maar liefst 12,7% van de "verhandelde" GVO's ook weer naar Noorwegen "terug" te gaan. Een hoogst intrigerende "administratieve route" waar een frisse, dwars-denkende jonge hond maar eens op moet gaan duiken, wat dat nou precies betekent. En wat er achter zit (?? transacties via onderzeekabel NorNed betreffend ??). De rest van de geëxporteerde groene certificaatjes betreft feitelijk "klein bier". Ook al zit er een intrigerend aandeel van 3,9% richting het duurzame opwek rijke Duitsland bij (wat al meer dan een kwart van de stroomproductie uit hernieuwbare bronnen heeft bereikt)... Statistische overzichten CertiQ
4 mei 2015: SDE updates 23 april 2015. In de nieuwe updates van de (nu nog) lopende SDE regelingen SDE 2014 en SDE 2015 "weer heel wat meer" en "een beetje" zonne-energie. Alle voor zonnestroom addicts relevante cijfers weer op een rij in de volgende bijdrage.
De cijfers:
Perspectief
SDE 2014
Progressie
beschikkingen Na de 3 "records" in een vorige update was er met de voorlaatste toevoegingen een terugkeer naar iets minder "heftige" waarden. De update van 23 april liet, naast een "relatief laag" niveau van nieuwe beschikkingen (bruine kolommen, rechter Y-as, 77 toegevoegd), ook een "relatief laag" volume toegekend vermogen in die twee weken tijd zien (blauw, linker Y-as, 54 MWp). Het systeemgemiddelde van de nieuw toegekende (grote) projecten ging verder omhoog naar een spectaculaire 702 kWp (groene stippellijn, rechter Y-as). Thermische
zonne-energie SDE
2015 De grove hakbijl wordt in deze regeling - waar nog steeds geen aanvragen voor de modaliteit "hernieuwbaar gas" voor zijn binnengekomen - gehanteerd door de grote jongens. Wederom zijn er 2 projecten "ketel vaste of vloeibare biomassa" bijgekomen, nu al 61 stuks tellend. Daar is ook nog eens een aanvraag voor een antieke installatie bijgekomen die de optie "thermische conversie verlengde levensduur" mag verzilveren (indien goedgekeurd). Waar er nu zelfs al 5 van zijn. De 72 projecten in deze supercategorie "hernieuwbare warmte én WKK, gedomineerd door biomassa aanvragen, claimt nu al 1.489 miljoen van de beschikbare 3,5 miljard Euro. In deze ene update kwam er al 481 miljoen Euro aan slechts 3 (!) project aanvragen bij voor deze supercategorie. In totaal werd er voor "alle" opties (8 genoemd) bijna een half miljard Euro extra geclaimd. Was SDE 2014 een regeling van heel veel kleine stapjes. Lijkt SDE 2015 er een van reuzen schreden te gaan worden, waar alleen grote, rijke bedrijven maximaal van gaan profiteren. Juist: ook van uw en mijn geld (SDE opslag op kWh, m³, en GJ stadswarmte verbruik) ... Tot slot nog dit: de hausse aan geplande vrije-veld projecten waar Nederland mee om de oren wordt geslagen het afgelopen jaar stimuleert ook weer creatieve geesten in het rijke en zeer gevarieerde aanbod op onze markt. Zie: Nieuw! Plug ‘n play zonnepark oplossing voor braakliggend terrein (persbericht VanATotZon, 4 mei 2015) Stand
van zaken SDE 2014 (RVO.nl) * 851,6 MWp aan opgesteld PV vermogen komt overeen met 3,3 tot 3,4 miljoen moderne modules van 250 tot 260 Wp. In de lengte achter elkaar gelegd komt dat neer op een 1 meter brede strook van ongeveer 5.518 kilometer, zo'n beetje van Leiden tot de westelijke punt van Mongolië... |
|