zontwikkelingen
"oud" |
Nieuws P.V. pagina 136meest recente bericht boven Specials: 5 november 2016 - 23 december 2016 Voor belangrijke "highlights" voor ons PV-systeem, zie pagina nieuws_PVJSS22.htm
21 december 2016: CBS updates 2. Zonne-energie - zonnestroom versus thermisch. In de CBS updates zijn ook cijfers terug te vinden over thermische zonne-energie installaties, die ik in de volgende grafieken verder uitlicht. In deze grafiek de tijdreeks voor het aantal in-gebruik genomen (afgedekte) zonnecollector systemen (geel), en onder de X-as het in dat jaar (door CBS berekende) aantal uit-gebruik genomen installaties (blauw). Linksboven het resulterende volume aantal installaties aan het eind van het betreffende jaar (EOY), in 2015 opgelopen tot 152.843 stuks. De record jaarlijkse toevoeging vond alweer lang geleden plaats: 10.714 nieuwe afgedekte zonnecollectoren in 2009. De neergaande lijn bij de nieuw geïnstalleerd aantal systemen (5.145 in 2015) en het in dat jaar berekende forse aantal van 3.300 (vermeend) "uit-gebruik genomen" installaties, laat een niet al te beste trend zien voor de specifieke thermische zonne-energie sector. Uiteraard zal daar in 2016 hopelijk e.e.a. in zijn gewijzigd vanwege de dit jaar lopende ISDE regeling, een aanschaf subsidie op duurzame apparatuur "niet zijnde zonnestroom producerende installaties". Maar in de harde statistieken van RVO blijken zonnecollectoren bij particulieren zelfs het minst populaire product te zijn waarvoor subsidies werden aangevraagd (status updates op aparte pagina van RVO). Voor zakelijke aanvragen waren alleen de pellet kachels minder gewild. In beide categoriëen waren warmtepompen veruit het populairst. De vraag is, of de extra 70 miljoen Euro subsidie in 2017, én de verbeterde condities voor zonnecollectoren (50% hogere subsidie per kWh output equivalent bij kleine systemen, en 20% meer bij de systemen vanaf 10 m² apertuur oppervlak), deze negatieve trend zal kunnen stoppen. Er is nog steeds budget over voor de regeling in 2016. Deze grafiek toont de door het CBS berekende (niet gemeten) jaarlijkse output van zonnestroom (geel) en zonnewarmte (oranje), in vergelijkbare energie equivalenten (terajoule, TJ). Daarnaast is in groene kolommen de totale (berekende) output van beide opties bij elkaar weergegeven. Over alle drie de datasets heb ik een zwevend gemiddelde trendlijn laten berekenen door Excel (gestippelde curves). Hierin is ook kristalhelder terug te zien dat, terwijl de output van zonnewarmte in ons land weinig meer toeneemt (zelfs enigszins is afgevlakt), die voor PV (zonnestroom) explosief is gestegen de afgelopen jaren. De "cross-over" geschiedde in 2013, en eind 2015 heeft PV, met 4.037 TJ (berekende) productie, al een factor 3,6 maal zoveel (berekende) output dan thermische zonne-energie (1.137 TJ). En bereikte een aandeel van 78% in de totale output voor zonnewarmte en PV bij elkaar (bijna 5,2 petajoule zonne-energie). In de laatste grafiek de door het CBS berekende percentages aandelen van zonnewarmte (oranje) en zonnestroom (geel), en de cumulatie van die twee (vetgedrukte cijfers bovenaan kolommen) in het totaal aan "vermeden emissies CO2 vanwege de inzet van hernieuwbare bronnen". De totale impact voor zonne-energie is, vooral door de zeer sterke groei van zonnestroom productie, rap toegenomen. Van vijf-honderdste procent in 2010, naar reeds een halve procent in 2015. De verwachting is dat dat aandeel rap verder zal toenemen, vooral gedreven door de zeer dynamische, en sterk groeiende PV markt. Zonnewarmte;
aantal installaties, collectoroppervlak en warmteproductie (CBS Statline
tabel, update 21 dec. 2016)
21 december 2016 - 11h15: CBS publiceert "definitieve eindstand" PV capaciteit Nederland 2015. Als vanouds heeft het nationale statistiek instituut de "definitieve" eindstand voor statistieken betreffende, o.a., de opgestelde vermogens van duurzame energie producerende installaties gepubliceerd. En wel, over het vóórgaande jaar, 2015, pas gepubliceerd aan het eind van het opvolgende jaar (2016, dus, 21 december). Zo ook voor zonnestroom. Wederom is het voorlopige cijfer, door het CBS gepubliceerd in het voorjaar (20 mei 2016), op basis van mijn fors herziene, achtste lijst met leveranciers van zonnestroom systemen en zonnepanelen (verstuurd op 30 augustus 2016), in positieve zin bijgesteld. In mei werd nog van een eindejaars-accumulatie (EOY) van 1.485 MWp gesproken voor 2015. Dit is weer opwaarts bijgesteld naar 1.515 MWp, een toename van 30 MWp, 2% hoger. Het eind-resultaat is bovendien iets hoger dan de 1.498 MWp die ik destijds, met slechts zeer ruwe, en onzekere informatie, voor eind 2015 als "hoog scenario" had voorspeld in het Nationaal Solar Trendrapport 2016 (op basis van informatie die eind 2015 voorhanden was). Derhalve, is het marktvolume dus alweer hoger dan de meeste voorspellingen lieten zien. En dat is "doodnormaal" voor elke markt in zonnestroom, die in een expanderende fase zit, zoals de Nederlandse. Ook in talloze andere landen is de groei altijd harder gegaan dan zelfs de nationale zonne-energie specialisten voorspelden of verwachtten. Om te laten zien hoe, op basis van mijn leverancierslijst updates, verstuurd aan het CBS, het verloop van de bijstellingen is gegaan de afgelopen jaren, laat ik het volgende staatje zien: In de eerste kolom het betreffende statistiek jaar, vervolgens de eerste afschatting van het eindejaars-volume (EOY) van dat jaar door CBS, gepubliceerd in mei van het opvolgende jaar. De derde kolom geeft de "voorlopig definitieve" EOY stand weer zoals gepubliceerd aan het eind van het opvolgende jaar (december update). De vierde kolom geeft het verschil tussen de eerste (mei) en "laatste" (december) afschattingen in MWp weer. De vijfde kolom geeft dat verschil in procent t.o.v. het in mei afgeschatte eerste EOY volume. In totaal tellen de bijstellingen voor de jaren 2011-2015 a.g.v. mijn leverancierslijst updates verstuurd aan het CBS al op tot een niet gering volume van 118 MWp (equivalent van zo'n 454.000 moderne 260 Wp PV modules, "goed" voor zo'n 38.000 huizen met elk 12 panelen). We zien in de laatste 2 kolommen, dat het zelfs niet bij die "december bijstellingen" hoeft te blijven. CBS heeft namelijk ook nog historische correcties gepubliceerd, waarbij de cijfers voor de jaren 2011 tm. 2013 nogmaals licht verder zijn opgewaardeerd: 4 MWp extra voor zowel 2011 als 2012. En zelfs nog eens 7 MWp extra voor 2013. In totaal nog eens 15 MWp bovenop de eerder al gesignaleerde 118 MWp. De CBS statistieken zijn beslist niet "statisch", maar kunnen zeker in het dynamische wereldje van de zonnestroom, regelmatig worden bijgesteld. En elke keer weer: opwaarts. In ieder geval hadden, zonder de door mij continu bijgewerkte leverancierslijsten, dergelijke volumes mogelijk een "blinde vlek" geweest voor het CBS en de internationale statistiek rapportages waarin Nederland wordt opgenomen (denk aan IEA, Solar Power Europe / ex EPIA, EurObserv'ER, etc.). Vergelijking
Klimaatmonitor en PIR Productie Wat het relatieve aandeel van het stroomverbruik betreft zijn er twee rekenmethodieken. Bij de bruto elektriciteitsproductie (inclusief eigen verbruik van alle bronnen, nationaal) is het aandeel zonnestroom in drie jaar gestegen van 0,41 (2013) via 0,66 (2014) naar 0,94 procent (2015, groei met 0,28 procent). Bij de netto stroomproductie (zonder eigenverbruik) was de groei van 0,42 (2013) via 0,69 (2014) naar 0,99% in 2015 t.o.v. het totale binnenlandse elektriciteitsverbruik (gedomineerd door de stroom vretende industrie). Een toename van 0,3% in een jaar tijd. We staan nog maar aan het begin van de potentie, maar de EOY accumulatie curve blijft nog steeds steil omhoog gaan. Zoals de grafiek hier onder laat zien. In blauwe kolommen de eindejaars accumulatie (EOY) in MWp, na de update van 21 december 2016. In oranje de jaarlijkse nieuwbouw (YOY, in MWp), afgeleid uit deze EOY cijfers (beide cijfer reeksen: rechter Y-as). Deze laatste kunnen door CBS wellicht nog licht worden aangepast omdat ze ook theoretisch berekende "afgevoerde" capaciteit mee hebben genomen in eerdere overzichten. Maar daar rept het CBS de laatste tijd helemaal niet meer over. Het zal wat de trends betreft verder ook nauwelijks verschil maken, er is in ieder geval fysiek bezien nog steeds weinig PV capaciteit "verdwenen" uit onze markt. Zeker nog niet in 2015. In 2016 zou het beruchte hagel event in Noord Brabant wel het nodige aan "afvoer" hebben kunnen opleveren, maar dat jaar weten we wat het CBS betreft nog niets van. En dit artikel gaat over de "officiële status tot en met 2015". De nieuwbouw van PV capaciteit in 2015 is nu dus bijgesteld, van aanvankelijk 437 MWp (eerste afschatting in mei 2016), naar inmiddels 467 MWp. Daarmee is en blijft 2015 tot nog toe het beste jaar voor de verkoop activiteiten rond zonnestroom in ons land, met een 24% hoger afzet volume dan in het vorige record jaar, 2013 (met 377 MWp nieuwbouw). De jaarlijkse aanwas in procenten van de nieuwbouw in MWp t.o.v. het eindejaars-volume van het voorgaande jaar is in de grafiek weergegeven in een grijze stippellijn, met bijbehorende data en de linker Y-as. De groeipercentages in 2012 en 2013 waren zeer hoog vanwege de nationale subsidieregeling voor particulieren. Ondanks een forse "val" van 148% YOY groei (2012) en 102% (2013) naar 40% in 2014, mocht de sector zich op de borst blijven kloppen voor zulke hoge groeicijfers. En in 2015 is de jaargroei alweer 45% t.o.v. de EOY accumulatie in 2014 geweest, met de laatst bekende officiële cijfers van het CBS. In geen enkele andere energie sector zie je dergelijke cijfers terug, zeker niet continu zo hoog - sinds 2010. De verwachting is dat 2016 beslist nog hogere groeicijfers zal laten zien. Dat heeft niet alleen met een blijvend hoge afzet in de residentiële sector te maken (mogelijk niet zo hoog als in 2015, maar de belangrijkste steunpilaar van de sector blijvend). Maar vooral met alle extra activiteit. Hiervan is de implementatie van met name de SDE 2014 regeling een enorme boost factor gebleken, waar ik u nog verder over zal informeren. Maar bij het CBS is al die info nog niet "beland". Hun eerste afschatting voor 2016 zal pas weer in het voorjaar van 2017 gaan komen. Bron: CBS Statline Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen 21 december 2016, officieel "bijstelling" van data 20 mei 2016 Eerste afschatting volumes PV capaciteit voor het jaar 2015 17 december 2015 Bijstelling cijfers voor 2014
15 december 2016: Grootste zonnepark van Nederland aan het net. + nagekomen 1 - 4 onderaan. Hij zat er al een lange tijd aan te komen, "de grootste" van ons land, in de provincie Groningen. Als de planvorming eenmaal keurig op de tafel ligt, de financiering op orde is, en de hardware klaar staat, is het dan weer zo "gepiept". Althans, het is natuurlijk wel een flinke klus, om dik 116.000 zonnepanelen aan te brengen, maar de Duitse project ontwikkelaar Wirsol (onderdeel van WIRCON GmbH), heeft zeer ruime ervaring in eigen land en daarbuiten, met grote zonneparken. En daarvoor was het bijna 31 MWp grote exemplaar, ZO van Delfzijl dan ook gewoon, ook al was het een grote knaap, "business as usual". Wel van ongekende Nederlandse dimensies, want het "apparaat" wat nu aan het net is gekoppeld, is maar liefst dik een factor 5 maal zo groot als het eind 2015 opgeleverde zonnepark op Ameland (Friesland, bijna 6 MWp). En dát was bij de oplevering alweer een factor 3,3 maal zo groot als het toen al oude Solarpark in Azewijn (Gelderland, 1,8 MWp). Laatstgenoemde, door Pfixx Solar met forse "crisis"-steun van de provincie in 2010-2011 opgeleverd, was ook van een compleet andere "orde", want dat bestaat uit Chinese amorf silicium dunne laag panelen met een laag vermogen van 50 Wp per stuk. Bijna alle echt grote PV parken, inclusief Ameland, bestaan uit klassieke kristallijne modules, die steeds hogere vermogens krijgen. De exemplaren in Sunport hebben een vermogen van 265 Wp per stuk, een factor 5,3 maal zo krachtig dan "Azewijn". NB: het formaat is ook fors groter, maar dat maakt bij dergelijke projecten, waar ruimtebeslag niet het grootste probleem is, ook niet echt uit, de opstelling is ook compleet anders, O/W, met hoge "pakkingsgraad". Polder PV was tijdens zijn fietsvakantie in september - uiteraard - ook in de polder ten zuiden van de zware industrie in Delfzijl, op bezoek bij het formeel in het dorp Farmsum liggende zonnepark in aanbouw. Waar toen duizenden frames werden opgebouwd, en de eerste dozen PV modules waren gearriveerd. Enkele plaatjes van dat korte bezoekje (tijdens een schitterende zonnige dag in een lange, warme periode). De modules worden in "oost-west" opstelling aangebracht. Dat is niet nieuw, want GroenLeven uit Heerenveen heeft dat eerder al uitgetest in Klazienaveen Noord (Drenthe), en in hun Zuiderdiep zonnepark in Tweede Exloërmond (1,4 MWp). Je kunt hiermee veel vermogen op een "relatief kleine" oppervlakte kwijt. Nu is dat "relatief kleine" inderdaad relatief, bij het grote PV monster in Farmsum, want het is wel 30 hectare, wat daar in 4 en een halve maand bouw tijd (begin augustus - 13 december 2016) is bedekt met zonnepanelen. Niet helemaal bedekt, er is uiteraard ook manoeuvreer ruimte nodig voor machines e.d., om de "plukken" module velden heen (zie luchtopnames RTV Noord video). Maar het is een goede referentie voor het oppervlak wat als "bebouwd" kan worden beschouwd. Met die 30 hectare, en de door Wirsol op het bouwbord opgegeven ruim 30,8 MWp geïnstalleerd vermogen, kom je dan op een ratio van 1.028 kWp/hectare uit. Fors hoger dan bij gebruikelijke "zuid" opstellingen, waarbij je slechts ongeveer op de helft van die ratio zou kunnen komen. Bijvoorbeeld Klepperstee in Ouddorp, waar al het nodige aan "optimalisatie" was gedaan om zoveel mogelijk capaciteit op een beperkt veld te kunnen krijgen, haalde met een ZZO opstelling slechts 649 kWp/hectare (opgeleverd voorjaar 2012). Voetnoten bij de bouwbord tekst De op het bouwbord aangekondigde netkoppeling voorzien voor oktober 2016 werd niet gehaald, maar twee maanden later is voor zo'n project beslist niet vreemd, en voor Nederland beslist ambitieus. Stephan Hartlieb maakte een leuk understatement dat het park simpel "plug and play" werk was. Dat in de nabijheid van het park het 220 kV hoogspannings-station Weiwerd ligt van Tennet, wil natuurlijk wel "helpen" om de zaak op dat cruciale punt niet al te gecompliceerd te maken... Er wordt een aantal van "circa" 116.334 zonnepanelen genoemd. De RTV Noord video rept van 116.400 stuks, 66 meer. Op zulke aantallen maken een paar modules meer of minder niet echt meer uit. Er zijn er trouwens, volgens het RTV Noord bericht, slechts 8 kapot gegaan tijdens de werkzaamheden. Een bescheiden aandeel van 0,7 promille van het aantal aangebrachte, netstroom leverende exemplaren. De door het ervaren Wirsol voorspelde stroom productie zou ruim 27,6 GWh/jaar bedragen, wat voor deze oost-west installatie zou neerkomen op een voor veel Nederlandse installateurs "onvoorstelbaar" geachte 896 kWh/kWp.jr. Nogmaals: oost-west. Dit reuzen solar park zou die opbrengst best wel eens kunnen gaan halen. Wel is aan systeem optimalisatie gedacht. Niet met micro inverters of "power-optimizers". Er zijn immers klassieke, en betrouwbare Duitse SMA Sunny Tripower string omvormers ingezet, zoals het filmpje toont. De slagschaduw van een aan de zuidzijde staande windturbine (van het windpark van "concurrent" Eneco ...), in deze winterse maand nu bijna niet te voorkomen, met laagstaande zon (zie video RTV noord), zal beslist nu effect hebben op de nog relatief bescheiden winterse opbrengsten. Zelfs in aanmerking nemend dat die schaduw gedurende de dag verplaatst over - slechts - het zuidelijke deel van het enorme zonneveld. Maar of het veel effect zal hebben in het grootste deel van het jaar is nog niet zeker. U kunt er zeker van zijn dat Wirsol daar aan gerekend zal hebben, en ook schakeltechnisch bezien de strings zo slim mogelijk hebben "uitgelegd", om die effecten te minimaliseren. De "optimalisatie" waar ik het nu over heb is het reinigingswerk in deze dicht bij de Waddenkust gelegen installatie, waar vogels mogelijk een zwaardere vervuilingsdruk zouden kunnen veroorzaken vanwege hun uitwerpselen. De medewerker van Wirsol stelt in de RTV video, dat ze overwegen om in ieder geval in de zomermaanden een robot met hogedruk spuit in te zetten om de modules zo schoon mogelijk te houden. Voor dergelijke projecten essentieel, er is immers 30 miljoen Euro in geïnvesteerd (NB: minder dan 1 Euro per Wp opgesteld vermogen), en die moet in de SDE subsidieperiode van 15 jaar minimaal worden terug verdiend uit de exploitatie subsidie (SDE 2014 beschikking, laatste fase, maximaal over exploitatie periode 47,6 mln Euro). Wirsol / WIRCON GmbH heeft becijferd dat met de productie van zonnestroom uit dit megapark een CO2 reductie bewerkstelligd zou kunnen worden van bijna 18 duizend ton per jaar. Mooie contrasten in het Groningse landschap: een eind 2013 gefailleerde, en in het voorjaar van 2015 weer "doorgestarte", extreem stroom intensieve aluminiumsmelter (Aldel van Klesch) met schuine transportband op de achtergrond, er omheen de windturbines waar de windrijke Groningse waddenkust mee gezegend is. En op de voorgrond de voorbereidingen voor de grootste zonnestroom centrale van Nederland in de klei van de Groningse polders in het achterland, Sunport. De Solar Statistieken nader bekeken Het nieuwe zonnepark, inmiddels aan het net gekoppeld volgens de RTV video, heb ik derhalve van mijn lange "pending" lijst naar mijn nog véél langere "realisaties" lijst van Nederlandse zonnestroom projecten verplaatst, waar hij eenzaam bovenaan staat te prijken. Ik ga over die enorme waslijst gerealiseerde PV projecten deze maand nog een spectaculaire update publiceren (voor de voorlaatste: zie bericht en uitwerking van 25 juli dit jaar). In een keer is de provincie Groningen bijna 31 MWp aan nieuwe PV capaciteit rijker in 2016. Volgens de, helaas, zwaar op de actuele feiten achterlopende database van Klimaatmonitor (status PIR daarin van eind 2015, status SDE dossier begin maart 2016, het totale dossier KMt omvat 9 deel-dossiers), zou Delfzijl, waar het gehucht Farmsum onder valt, "toen" slechts 1.488 PV installaties hebben gehad. Met een gezamenlijk vermogen van 7.773 kWp. Een systeem gemiddeld vermogen van 5,2 kWp per installatie. Als we nu even alle tussentijds toegevoegde capaciteit (nog onbekend) vergeten, en alleen van deze ene "reuzen" toevoeging, Sunport, uitgaan, zou Delfzijl met deze cijfers uitkomen op "1.489 installaties met 38.602 kWp", dus een systeem gemiddeld vermogen van, opeens 25,9 kWp. Met de toevoeging van een zo'n "reuzen" park, kunnen er dus schoksgewijze wijzigingen in dergelijke belangrijke kengetallen optreden. Hoe zit het met de ratio t.o.v. het inwoner aantal in de betreffende gemeente? Delfzijl had volgens CBS Statline eind 2015 25.409 inwoners. Als we bovenstaande 38,6 MWp aan PV vermogen (oude status KMt + Sunport) gebruiken, komen we op gemiddeld 1,52 kWp per inwoner. NB: dat zijn bijna 6 moderne kristallijne zonnepanelen van elk 260 Wp per inwoner. Het Friese eiland Ameland had volgens het CBS eind 2015 slechts 3.590 inwoners. Met hun cijfers (oude KMt slechts 133 installaties met 6.502 kWp, 48,9 kWp systeem gemiddeld vermogen, dit is inmiddels inclusief Zonnepark Ameland), komen zij nu op 1,81 kWp per inwoner (ouder cijfer eind 2015: 1,7 kWp/inwoner, en bevestiging daarvan sedert oplevering). Ergo: ondanks de gigantische nieuwe, tevens "grootste" Nederlandse zonnecentrale in de Groningse polder, blijft het Friese eiland op dat vlak nog steeds ongeklopt, kampioen! Er komen meer grote PV projecten aan. De oorspronkelijke ontwikkelaar van Sunport, is nu in Vlissingen bezig met "een nog groter plan" waar nog wel "even" SDE subsidie voor gescoord moet worden (50 MWp). Wat echter, gezien de berichten uit België (Lommel Kristalpark III 100 MWp plan), beslist niet meer "de grootste van de Benelux" zal gaan worden. Ténzij er in Noord-oost Nederland wellicht ... Voorlopig ziet het er naar uit dat Sunport nog wel even een tijdje "de grootste" zal blijven. Maar Nederland zou Nederland niet zijn, als ze niet alsnog een konijn uit de goochelhoed zou kunnen toveren. Ik heb een hele lange lijst met grote project plannen klaar staan, en regelmatig verschijnt er weer wat nieuws in de categorie "zeer groot" in de media. Maar dat zijn allemaal nog wat ze zijn: leuke plannetjes. Wie weet wat daar nog van gerealiseerd zou kunnen gaan worden. We gaan het zien. De officiële openings-ceremonie voor Sunport is pas op 19 januari 2017. Maar voor de statistieken hoort dit megapark uiteraard (al lang) in het kalenderjaar 2016 thuis. Nagekomen
(1) Nagekomen
(2) 19 jan. 2017 Wirsol, de Duitse ontwikkelaar, die met een Duitse (!) banklening het project financierde, heeft de smaak te pakken, en claimt dat ze meer van dit soort projecten in Nederland willen gaan ontwikkelen. Uiteraard, want er staat alleen al voor SDE 2017 mogelijk 12 miljard Euro in twee rondes aan subsidies te lonken. En dat "trekt de aandacht" van ontwikkelaars all over the world... Overigens neemt Eneco sedert begin januari 2017 de stroom "af" van Sunport, al verdwijnen de elektronen fysiek gezien natuurlijk direct in het hoogspanningsstation van TenneT ter plaatse. Groningen Seaports maakt er in haar persbericht zelfs een byzonder product van, "oranje-groene" stroom. Nu nog het predikaat "Koninklijk" zien te verzilveren... Ik hoop dat de woorden van de wethouder Rijzebol tijdens de opening van Sunport nog lang zullen naklinken in de gemeenteraad van Delfzijl: "Uiteindelijk zijn we als Chemiepark en gemeente samen in staat met respect voor het Waddenwerelderfgoed (Natura 2000) onze industrie steeds meer duurzaam in te richten". Mooi. Dat betekent natuurlijk, als we niet al te hypocriet willen zijn, in een van de meest fossiele energie intensieve regio van Nederland, dat de geplande "el cheapo kolen hoogspanningslijn" van Duitsland naar o.a. stroom zuiper Aldel (aluminiumsmelter, ruim een kilometer verder noordwaarts) nu definitief van de baan is. Anders wordt hem - of een van zijn opvolgers - dat vast wel onder de neus gewreven als dat onzalige oerhollandse VOC plannetje alsnog van stal zal worden gehaald ... Nagekomen
(3) 8 juli 2017 Dit nog even afgezien van de nog niet formeel gesloten Eemscentrale van Engie (een op gas gestookt monster met een totale productie capaciteit van 2.445 MW...), en de op biomassa gestookte "Golden" Raand centrale van Eneco zelf (slechts 50 MW, wervelbed ketel, omgebouwd tot warmtekrachtcentrale voor levering stoom aan Akzonobel). Grappig is, dat Sunport opgenomen is in genoemde Wikipedia lijst, echter met een iets te lage capaciteit (30 MW). Wirsol gaf zelf 30,8 MWp op, op het bouwbord. Gaan we uit van 31 MWp voor Sunport (alleen overdag beschikbaar, de zon gaat 's avonds immers onder), is die capaciteit slechts 1% van de - theoretische - productie capaciteit van de RWE en Vattenfall centrales daar (en dan moet Sunport "full-throttle" gaan, wat natuurlijk zelden gebeurt, en dan ook nog maar een korte periode op een extreem zonnige - en liefst koele - lentedag). Die lage contributie wordt slechts verzacht door het feit dat sowieso Magnum beslist niet op volle kracht draait, en waarschijnlijk RWE's gloednieuwe (op vollast 437 ton/uur) kolen verstokende mega-machine ook niet. Dat er in hetzelfde gebied (100 procent) fysiek zonnestroom van Sunport aan Google's datacenter "geleverd" zou worden klopt dus beslist niet. Waarschijnlijker is, dat de op nog geen anderhalve kilometer van Sunport gelegen, uit de as herrezen (voorheen gefailleerde) aluminium smelter Aldel, die voor het faillissement, op volle kracht werkend, 1,6 TWh/jaar verbruikte (1,3% van nationale stroomverbruik van bijna 120 TWh in 2016), zelfs bij fors mindere consumptie, alle geproduceerde elektra van Sunport direct weer op peuzelt... Verzachtende omstandigheid bij het bericht van Eneco: een schitterende luchtfoto van Sunport al in een verregaande staat van wording, van Eemsdeltadrones ;-). Het park volledig gerealiseerd vanuit de lucht vindt u in de kopie van het persbericht op de site van Groningen Seaports (zelfde datum). Nagekomen
(4) 20 juli 2017 Stroom
van grootste zonnepark naar lokaal datacenter Google (persbericht
van Eneco over "stroom" verkoop aan het verderop gelegen Google
datacenter, 7 juli 2017) Fotoreportage Polder PV fietstocht Leiden - Texel - Ameland - Eemshaven - Helmond (september 2016), talloze foto's van grondgebonden projecten (grotendeels in bouw) "Zonneparken als windmolens zo groot" (Frietema.com, 9 december 2016). Lezenswaardig, als kritische reminder
13 december 2016 - 16h15: Stemming over aangepaste motie salderingsregeling (e.a. energie moties). Vandaag was een spannende dag. Want er zou in de Tweede Kamer, nadat een emotioneel afscheid was genomen van vertrekkend PvdA voorman Diederik Samsom, gestemd worden over een voor de inmiddels honderdduizenden kleine zonnestroom opwekkers belangrijke motie van Jan Vos (PvdA) en Liesbeth van Tongeren (GroenLinks). Daar kwam op het laatst nog een forse tekstuele wijziging in, want de oorspronkelijke versie onder dossier nummer 31 239 nr. 228 werd zelfs vervangen door een nieuw geformuleerd exemplaar, wat ter stemming werd ingebracht. De oorspronkelijke tekst luidde: "De
Kamer, In rood de originele passage. Deze is in de vervangende motie gewijzigd cq. "enigszins afgezwakt" als volgt: "De
Kamer, De gewijzigde motie werd vandaag rond kwart voor vier 's middags in stemming gebracht en ... aangenomen. Wat hiervan de betekenis zal zijn is echter nog ongewis, want "continueren" is hier niet gedefinieerd, en ook eventuele "verbetering" van de salderingsregeling voor zonnestroom is hier nog helemaal niet concreet gemaakt. Maar het lijkt een winstpunt voor wat betreft de "politieke stemming" in het parlement over dit zeer gevoelige thema. Hoe die (vermeende) winst verder verzilverd zal worden in "zekerheid voor de salderings-markt" blijft nog onduidelijk. Blijvend werk aan de winkel voor de sector, dus. Andere
energie moties De meeste ander moties werden aangenomen, waaronder het exemplaar nr. 230 van Jan Vos over geen nieuwe (!!) subsidie meer voor bijstook in steenkolen centrales. Dat is natuurlijk een beetje boter ná de vis, want er is al anderhalf miljard Euro toegezegd in de eerste SDE 2016 ronde, en RWE heeft al laten weten dat ze in de tweede ronde nog twee beschikkingen hebben weten te verzilveren. Ergo: de "winst" is voor een groot deel al binnen bij de grote energie bobo's. Die miljarden, letterlijk eenmalig te verbranden Euro's, voor de helft te betalen door de burgers, de rest door het bedrijfsleven, neemt niemand ze meer af. Ténzij er alsnog een verordening komt om alle kolencentrales te sluiten. U mag zelf hier een wedje op doen. Ik niet, die dingen mogen van The Powers That Be gewoon open blijven. Mark my words. Verworpen werden moties van Klever (PVV), nr. 231 over "geen windmolens in de Drentse Veenkoloniën", van Van Tongeren (GroenLinks), nr. 235, over verplichting tot energiebesparing voor de energie-intensieve industrie. Een zelfde lot zag haar gewijzigde motie nr. 236 (wet normering topinkomens bij energiebedrijven). En als laatste verwierp het parlement een gezamenlijke motie van Van Veldhoven (D'66) en Dik-Faber (Christen-Unie), nr. 237, over compensatie van negatieve consequenties van windmolens op zee voor de lokale economie. Motie 31 239 nieuw (vervangende motie waar over werd gestemd, code nummer 2016D48750, van 13 december 2016) Motie 31 239 nr. 228 (oorspronkelijk, van 8 dec. 2016, niet in stemming gebracht) Andere moties zijn vandaag hier nog te raadplegen, en komen later in de handelingen van de Tweede Kamer te staan. Uiteraard was Solar Magazine, met haar eigen salderings-dossier (Polder PV heeft er ook al jaren een lopen), er als de kippen bij en publiceerde meteen na de uitkomst van de stemming, alhier.
11 december 2016: Ook november bovengemiddelde maandproductie bij Polder PV. November had weer een meer dan gemiddelde output bij de zonnestroom productie - van het inmiddels deels al 16 jaar oude PV systeem. De grafieken met de tale-telling numbers kunt u hieronder bekijken. Alle jaargrafieken over elkaar heen geplot voor het uit 10 panelen bestaande "kern" systeem (1,02 kWp). Ieder jaar met z'n eigen kleur (legenda, rechts). Het lang-jarige gemiddelde per maand in de dikke zwarte curve. 2016 tot en met de laatst toegevoegde maand, november, in oud-rose (en dikke stippen). Tot en met een deel van oktober 2001 bestond het systeem slechts uit 4 panelen, vandaar dat die twee maand opbrengst curves op een veel lager niveau liggen. In 2010 was de productie in de maanden oktober - november niet-representatief omdat toen het complete PV systeem vanwege een dakrenovatie van het net was los-gekoppeld (die resultaten zijn dan ook niet meegenomen in de lang-jarige gemiddeldes voor die maanden). Om 2016 er goed "uit te lichten" hier slechts een vergelijking van de maandproducties 2016 van het 1,02 kWp "kern" systeem met die van vorig jaar, 2015, en met de langjarige gemiddeldes per maand (zwarte curve). Hieruit blijkt duidelijk dat 2016 naast twee zeer grote tegenvallers (april en juni, belangrijke productie maanden), in de tweede jaarhelft maar liefst 5 maal achter elkaar bovengemiddelde productie cijfers heeft laten zien. Ook in november, wat met 30 kWh voor de 1,02 kWp installatie zo'n 15% boven het langjarige gemiddelde voor dat systeem (26 kWh) lag qua output. In 2015 lag dat nog zo'n 8% lager. In deze grafiek de geaccumuleerde jaar producties van het 1,02 kWp "kern" systeem van januari tot en met de maand november. Hieraan is direct te zien, dat ondanks de forse verliezen in de belangrijke productie maanden april en juni (vorige grafieken), de accumulatie tm. november in 2016 toch nog blijkt mee te vallen. Dit komt door het zeer goede "naseizoen", met bovengemiddelde maand producties. Het zeer goede productie jaar 2015, met 916 kWh tm. november, is al bijna benaderd in 2016, met nog maar 4 kWh "achterstand". Uiteraard zal december dit niet meer gaan goedmaken, maar zelfs als het relatief somber blijft deze laatste productiemaand van 2016, zal dit jaar niet als "verloren" hoeven te worden beschouwd. Wat trouwens sowieso een vreemd statement zou zijn, want elke geproduceerde kWh is er natuurlijk 1, en dat is meer dan nul (overdrachtelijk gesproken). Het langjarige gemiddelde van de accumulaties tm. november komt tot nog toe op 907 kWh voor het 1,02 kWp deelsysteem (gemeten vanaf het "volledig representatieve" kalenderjaar 2002, en met uitzondering van het "niet representatieve" dak renovatie jaar 2010). Daar zit 2016 dus al 0,6% boven. Voorwaar: een goed productie jaar dus. Het is niet waarschijnlijk dat er nog veel verschil zal optreden in de "slechtste productiemaand van het jaar", december. In de grafiek nog enkele kengetal lijnen per (theoretische) kalenderjaar opbrengst: bruin als de antieke CBS referentie "700 kWh/kWp.jaar" aangehouden zou worden (compleet achterhaald, en altijd veel te laag geweest als gemiddelde voor Nederland). Blauwe idem indien de "nieuwe referentie 875 kWh/kWp.jaar" aangehouden zou worden (op drie "normale" kalenderjaren excl. 2010 na alle producties al boven dat niveau, met nog 1 productie maand te gaan). Groen is de referentie "gemiddelde van de kalenderjaar opbrengsten van 2002 tm. 2015", 928 kWh/jaar. Bij alle overwegingen blijft staan, dat het jaar 2003 in deze lange reeks als "uitzonderlijke uitschieter" beschouwd dient te blijven worden. Veel mensen beseffen dat niet, mede omdat er toen nog maar zeer weinig (goed gemeten) PV installaties aanwezig waren in ons land. Tot slot de fysieke productie in kWh, en de daar van afgeleide specifieke productie (kWh/kWp) per PV module groep bij Polder PV. Hierbij heb ik de resultaten voor november (rechts) naast die voor oktober (links) gezet, om duidelijk te maken dat de maandproducties zo'n beetje zijn gehalveerd. Niets om je druk over te maken, dat is de "natuurlijke gang van zaken", zoals ik in mijn maandaandeel grafiek al jaren laat zien (aparte pagina). De twee in serie gekoppelde "50 Wp" Kyocera modules blijven als vanouds het beste presteren. In oktober lag de specifieke productie van die twee kleinoden 8% boven die van alle 14 panelen bij elkaar (67,6 t.o.v. 62,7 kWh/kWp). In november was het zelfs bijna 15% (35,1 t.o.v. 30,6 kWh/kWp). Dit wordt veroorzaakt door het feit dat schaduw effecten de totale prestatie van het hele systeem onder druk zetten in deze winterse maand. De Kyocera panelen hebben geen last van beschaduwing omdat ze geïsoleerd staan t.o.v. de rest, en ver genoeg van de relatief hoge dakrand zijn geplaatst. Én ze hebben al sedert ze in het systeem zijn opgenomen altijd het best gepresteerd. Dat alles maakt de verschillen in de winterse maand november extra groot. Let op dat de 4 in de achterste rij staande modules (oranje band) weer wat "last" krijgen van beschaduwing van de voorste rij in november (vooral op dagen dat de zon niet gehinderd wordt door wolken, en de schaduwen van de voorste module rijen op het dak zich haarscherp zullen aftekenen bij laagstaande zon). In oktober was de productie in die deelgroep nog 94% van de specifieke opbrengst van de gelijkwaardige exemplaren in de voorste rij (rode band). In november is dat terug gevallen naar 82%. Daar is weinig aan te doen, maar het effect blijft op jaarbasis vrij marginaal. Daar heb ik al 12 jaar geleden de harde cijfers van boven tafel gekregen. Ik heb na de dakrenovatie in 2010 alleen de module rijen wat netter uitgelijnd. Verder heb ik de installatie configuratie intact gelaten. Andere
productie resultaten Bron: monitoring Polder PV (sedert maart 2000)
5 december 2016: Record groei gecertificeerde zonnestroom capaciteit CertiQ bestendigd. Na het vorige maandrecord van oktober, geven de nieuwste cijfers van CertiQ voor de afgelopen maand, november, wederom een "bijna" record volume te zien. Er werd netto wederom 21 MWp toegevoegd aan de databank. En, i.t.t. de trend in het voorgaande maandrapport (lichte achteruitgang), groeide het netto aantal geregistreerde gecertificeerde PV systemen in de CertiQ databank sterk: er kwamen 202 projecten bij. In dit artikel de detail cijfers, en analyse van de dynamiek van het groencertificaten systeem. Ten eerste, in grafiek-vorm, de progressie van de netto nieuwbouw van het aantal bij CertiQ geregistreerde gecertificeerde PV projecten, zoals weergegeven in de maand rapportages. De grafiek geeft de netto groei (of: afname) van het eind van de maand bij CertiQ "netto" geregistreerde aantal gecertificeerde PV projecten weer. Deze vertoonde - soms zeer forse (-449 in jan. 2014) - negatieve groeicijfers, in de periode dat de vaak al vele jaren bestaande projecten in 2013-2014 moesten "her-registreren" (vanwege wettelijke voorschriften). Dit is weergegeven in blauwe cijfers onder de X-as. Maar ook lange tijd daarna, tot ver in 2015, bleef het "onrustig" bij de netto balans aan het eind van de maand. Netto toenames bij de aantallen wisselden af met netto afnames. Vanaf mei 2016 leek eindelijk de rust weergekeerd, en hadden we weer 5 maanden achter elkaar continu positieve netto bijbouw wat aantallen installaties betreft. Wat altijd het verschil is tussen het volume aan in die periode bij CertiQ geregistreerde nieuwe projecten minus de daar (om wat voor reden dan ook) weer uitgeschreven (meestal oude?) PV installaties. In het oktober 2016 rapport werd voor het eerst in langere tijd weer een - bescheiden - netto "verlies" van 11 PV projecten vastgesteld. Wel direct volgend op september, toen er een "respectabel" aantal van netto 289 nieuwe installaties werden toegevoegd. November liet gelukkig weer een stevige groei van - netto - 202 nieuwe installaties zien. In deze grafiek in rood de complete reeks vanaf 2003, met forse schommelingen in de netto toegevoegde aantallen gecertificeerde PV projecten per maand. De eerste SDE regelingen (start SDE 2008 bij vertikale zwarte streepjeslijn) hadden pas laat effect. Pas in 2009 begonnen, na een zeer lange periode van "stand-still" in de Nederlandse markt, meestal kleine residentiële, onder SDE 2008 en SDE 2009 gesubsidieerde projecten bij CertiQ "binnen te komen", en die groei ging nog door tot ver in 2011. Met een "historisch piekje" in mei 2011, toen er netto 412 PV projecten in een maand bij kwamen (apart gemarkeerd punt). Maar sinds residentiële projecten binnen de "nieuwe structuur onder SDE+" de facto (bijna) onmogelijk zijn geworden met de nieuwe ondergrens van 15 kWp per installatie, is er wat de nieuwe aantallen betreft fors de klad in gekomen. Sedert 2012 stromen er vooral slechts relatief weinig "grote" projecten onder de SDE "+" regimes in, bij CertiQ. En de her-inschrijvings-operatie van de bestaande projecten in 2013-2014 heeft ook zijn "sporen" nagelaten in deze statistiek. Heftige schommelingen tussen positieve en negatieve netto groei per maand waren het gevolg, en ook al lijkt de trend de laatste tijd gemiddeld genomen weer positief, negatieve uitschieters blijven voorkomen. November 2016 gaf echter weer een relatief forse netto groei te zien. De gele curve laat de door CertiQ gepubliceerde eindstand van het totaal aantal geregistreerde PV projecten per maand zien. Na een tijd van "stand-still" en zelfs licht "negatieve groei" (artificieel vanwege benodigde her-registratie van de projecten) in 2014, is de draad weer opgepakt, en is er gemiddeld genomen weer positieve groei bij de (geaccumuleerde) aantallen. Na het kleine dipje in het oktober 2016 rapport (netto licht negatieve groei bij aantallen), laat de samenvatting van de data in november weer een nieuw accumulatie record zien (apart gemarkeerd in de grafiek): 12.432 PV projecten. Steevast zijn er in het afgelopen jaar forse (netto) nieuw toegevoegde capaciteiten bijgeschreven in het CertiQ register. Na het "record" nieuwe volume in oktober, voegt het november rapport een vrijwel identiek hoog volume toe. 21,0 MWp netto nieuw erbij. Dat betekent, dat de laatste vijf maanden er gemiddeld genomen 20,4 MWp per maand is bijgekomen, een "substantiële, en langdurige" groei, dus. Het gevolg voor de accumulatie van de gecertificeerde PV capaciteit betreft zien we in het volgende plaatje: De groei van het CertiQ dossier lijkt al langere tijd onstuitbaar, ook met de forse toevoeging van het resultaat uit het november rapport. De blauwe stippellijnen geven het overschrijden van de 100 MWp grenzen aan. Sinds het begin van de heftige groeilijn, veroorzaakt door met name de implementatie van vele honderden SDE 2014 projecten, in juni 2015 (toen accumulatie 129,5 MWp), is de gemiddelde groei ruim 15 MWp per maand geweest. In de lange periode tot en met juni 2015 lag die groei gemiddeld genomen op slechts 1,7 MWp per maand, een fractie van het recente gemiddelde volume! In totaal stond er eind november 2016 385,3 MWp aan gecertificeerd PV vermogen bij CertiQ in de databank genoteerd. Uiteraard staat er fysiek bezien het veelvoudige in ons land, wat nooit bij CertiQ werd geregistreerd (of, in zeer beperkte mate: daar weer is uitgeschreven). We zijn nog steeds bezig met de cijfers voor 2015, over 2016 kan alleen nog maar druk worden gespeculeerd (met hele natte vingers). Wel kan ik u meedelen dat alleen al in mijn single-site project register inmiddels een netgekoppeld volume is geaccumuleerd van meer dan 430 MWp, en dat is een absolute bottom-line voor wat er mogelijk zou kunnen staan aan >=15 kWp installaties in ons land (er staat in werkelijkheid nog veel meer). Ergo: zelfs bij CertiQ staan lang niet alle "grotere" PV projecten in de databank. Wat in ieder geval wederom duidelijk wordt aan het verloop van deze grafiek: als bij benadering in december een "vergelijkbaar volume" als in de afgelopen vijf maanden zal worden toegevoegd, zal de CertiQ databank aan het eind van dit jaar dik over de 400 MWp aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit omvatten. In onderstaande grafiek bekijken we het "gevolg" van bovenstaande twee trends voor het systeemgemiddelde van de geaccumuleerde volumes PV capaciteit bij CertiQ. Onherroepelijk gevolg van de twee geschetste trends (een relatief bescheiden toename van de accumulatie van het aantal projecten, bij een gelijktijdige forse toename van de capaciteits-accumulatie van gecertificeerde PV projecten) blijft een flinke verder toename van de systeemgemiddelde capaciteit voor alle bij CertiQ bekende PV installaties. In de grafiek weergegeven in kWp opgesteld vermogen per installatie. De vorige record waarde (bijna 30 kWp) is alweer verbroken, we zitten nu al op gemiddeld 31 kWp. Dat is meer dan het dubbele van de toegelaten "ondergrens" in de SDE "+" regelingen sedert SDE 2011 (15 kWp, blauwe stippellijn). De verwachting is, dat deze trend verder zal doorzetten, als met name de talloze grote gerealiseerde PV projecten met een SDE 2014 beschikking, blijven instromen in de CertiQ database. Er komen sowieso twee zeer grote grondgebonden ("vrije-veld") projecten aan, bijna 31 MWp Sunport in Delfzijl, en 7 MWp Garyp. Alleen die twee toevoegingen zullen straks een major impact gaan maken op de gemiddelde installatiegrootte (vermoeden: zo'n 3 kWp/project meer over het totaal genomen). Het systeemgemiddelde in de CertiQ databank is sedert begin 2010 al met een factor 5,3 toegenomen. Bij de garanties van oorsprong is nu voor de derde achtereenvolgende maand (tot nog toe) minder productie van de geregistreerde PV capaciteit vastgelegd (blauwe curve). Na het record van juli 2016 (32,9 GWh), is het niveau in het november rapport terug gezakt naar 19,6 GWh in de maand oktober (laatst bekende gegevens). Deze data zullen later nog worden bijgesteld, omdat nog lang niet alle data binnen zullen zijn bij CertiQ. Bovendien lopen ze een maand achter op de cijfers voor de accumulatie van de capaciteit (magenta curve). Maar dat ze veel hoger liggen dan een jaar geleden, is kristalhelder. De "certificaten productie machine" is, door de snel toegenomen, zwaar door SDE subsidies gedreven gecertificeerde PV capaciteit, op volle toeren gegaan. Alleen zakt deze uiteraard nu tijdelijk weer in, omdat er in de winter nu eenmaal fors minder stroom wordt geproduceerd dan in de zomer. Een "natuurlijk" fenomeen van PV, omdat zonnepanelen direct reageren op zonlicht. In winterse maanden is, ondanks het gunstige "bij-effect" van gemiddeld lage omgevingstemperatuur, de productie zoals gebruikelijk fors lager dan in de zomermaanden (zie mijn seizoenseffect diagram voor de eigen installatie). Dat komt door een combinatie van (a) vaak bewolkt weer, (b) zeer lage zonnestanden (zelfs midden op de dag), dus zeer ongunstige instralingshoek op de meeste zonnepanelen, (c) zeer korte daglengte. En (d), in steeds zeldzamer gevallen in ons land, soms tijdelijke sneeuwbedekking (dan: geen fysieke productie, tenzij een zeer dunne laag, maar dan nog: verwaarloosbaar). Wijzigingen aantallen/vermogen bij CertiQ geregistreerde installaties en productie Er is in november netto bezien een forse groei van het aantal "duurzame elektriciteit producerende" installaties te zien t.o.v. het oktober rapport van CertiQ. Die werd vooral "gedragen" door de forse (netto) toename van 202 PV projecten (en een groei van 21 MWp nieuwe netto PV capaciteit, +5,8%). Maar er kwamen ook netto weer 2 bio-vergisters (+ 3,6 MW), 2 stortgas installaties (netto toevoeging 1,0 MW), en 3 installaties in de categorie "biomassa overig" (niet zijnde bijstook in kolencentrales - neutraal op 5 exemplaren) bij. Die een forse netto capaciteits-toename opleverde in die categorie van 89,0 MW (+27,0%!). Ook werden netto wederom 5 windturbine projecten toegevoegd, bij een gelijktijdige netto capaciteits-toename van 23,1 MW bij diezelfde optie (groei 0,5%). Verheugend mag hier ook geconstateerd worden dat er eindelijk weer eens (netto) een kleine waterkracht centrale is toegevoegd, al droeg de gelijktijdige netto capaciteitstoename in die categorie slechts 0,1 MW bij (+0,3%). De enige grote verliezer in het geheel was ditmaal de categorie afvalverbranding (AVI). Die bleef weliswaar steken op (netto) 15 centrales. Maar de door CertiQ aan "duurzaam" toegerekende capaciteit nam fors af, 71,0 MW, een verlies van 9,8%. De netto balans bij de vermogens (alle plussen en minnen optellend) resulteerde in een netto toename van 215 installaties "duurzame" capaciteit (+1,6%). Terwijl de geaccumuleerde productie capaciteit tegelijkertijd met 66,8 MW toenam (+0,8%). Bekijken we de wat langere termijn: er is van de op 1 december 2013 nog bij CertiQ geregistreerde 9,0 GW "duurzaam productie vermogen" begin december 2016 nu ruim 8,8 GW over. Deels met nieuwe installaties, en een deel van de oude capaciteit verdwenen cq. uitgeschreven bij CertiQ. In de november rapportage bestaat, ondanks de blijvend forse groei bij gecertificeerde zonnestroom capaciteit en andere opties, nog steeds 40,1% van het geaccumuleerde vermogen uit "dubieuze" opties biomassa bijstook in fossiele steenkolencentrales (5), en AVI's ("grondstoffencrematoria", 15), 48,1% is windturbine capaciteit, inmiddels alweer 4,4% PV vermogen (stapje voor stapje verder groeiend), en 0,4% hydropower. De restpost valt toe aan "andere" biomassa modaliteiten ("overig", vergisting, en een klein beetje stortgas), het aandeel in het totaal daarvan nam toe van 6 naar 7%. Daarbij moet ook een relativering: opgestelde capaciteit is iets heel anders dan daadwerkelijk geproduceerde energie, en wat daarvan uiteindelijk als "duurzaam" toegewezen zal worden (of er nu discussie over is of niet). NB: "netto" toename of afname is altijd een combinatie van het verschil tussen (nieuwe) inschrijvingen en uitschrijvingen in dezelfde maandrapportage bij CertiQ. Er kan dus "negatieve" groei optreden tussen twee maandrapportages in, ook per categorie. Totale - gecertificeerde - productie van stroom uit duurzaam veronderstelde bronnen CertiQ geeft op dat er, tot nog toe geregistreerd, 14.235 GWh stroom uit (verondersteld) duurzame bronnen is geproduceerd in de laatste 12 maanden tot en met november 2016 (laatst beschikbare actuele cijfer). Dat is ruim 2% meer dan in het oktober rapport werd gepubliceerd (13.949 GWh). Er kan echter nog een hoop volume bij komen, omdat de administratieve procedures voor het verwerken van alle data lang zijn. De meeste van de duizenden particuliere PV installaties met SDE 2008 tm. SDE 2010 beschikking worden bijvoorbeeld maar een keer per jaar door de netbeheerders "bemonsterd" (gemeten), en het kan lang duren voordat die gegevens zijn verwerkt. Tot nog toe is er voor de laatste 12 maanden tot en met november 2016 288,1 GWh zonnestroom genoteerd (oktober: 269,8 GWh, dus weer bijna 7% meer). Dat is ruim 2,0% van het totaal (veronderstelde "duurzame" productie), wederom een tiende procent hoger dan in het vorige maandrapport. Enkele maanden geleden lag dat niveau nog op 1,5%, maar het percentage zal waarschijnlijk nog gaan wijzigen bij toevoeging van nieuwe data voor alle bronnen. Tot nog toe is er voor alleen de (laatst bekende) maand oktober 2016 een volume van 982,2 GWh (september: 873,3 GWh) gecertificeerde "duurzame" productie genoteerd, waarvan 19,6 GWh (sep.: 29,1 GWh) zonnestroom (aandeel terug gezakt naar 2,0%, dat was in vorige maand rapportages nog 2,3 tot 4,1%, sep.: 3,3%). Die hoeveelheid zonnestroom komt, bij een gemiddeld verondersteld netto verbruik van, inmiddels nog maar 2.980 kWh/HH.jr (CBS Statline data 2015, excl. eigenverbruik zelf opgewekte zonnestroom, zie analyse), neer op een equivalent van het elektra verbruik van plm. 79.000 huishoudens in die maand. Belangrijk om te blijven benadrukken, dat dit uitsluitend bij CertiQ bekende gecertificeerde opwek betreft. Het is slechts een klein gedeelte van de totale, niet bij CertiQ bekende zonnestroom productie in ons land. Import / export GvO's Ik laat u hier onder weer de import- en export staatjes voor garanties van oorsprong (GvO's) van CertiQ zien, met de door mij berekende aandelen per optie (percentages in geel), en per land (idem in blauw/rood, rechts), t.o.v. de totalen aan geïmporteerde resp. ge-exporteerde GvO's. In november hebben we een - met de hakken over de sloot - nieuwe "kampioen" te pakken. Denemarken, wat de laatste maanden sowieso opvallend veel GvO's aan de Nederlandse stroomboeren leverde, kon net voor Italië een greep naar de macht doen. Kennelijk een "stategie wijziging" vanwege de permanente discussies over de herkomst van groencertificaten in ons land ? (zie ook verderop). Het vooruitstrevende Scandinavische land leverde 24,6% van het totaal aan groene certificaten voor het vergroenen van onze intens vieze stroom-mix. Italië zat vlak daar achter, met 24,2%. Alleen Noorwegen (14,3%) en Finland (12,1%) konden nog een beetje bijbenen. De rest werd verdeeld over een scala aan landen. Waar inmiddels volgens de CertiQ opgaves het mediterrane zon- en windrijke Spanje aan is toegevoegd (een-na-laatste rij, zie link nieuwsbericht onderaan). In totaal droegen maar liefst 11 landen bij aan de levering van de felbegeerde groene papierwaren voor ons land. Mede door de bijdrage van "windreus" Denemarken, is ditmaal niet "de eeuwige waterkracht" (22,1%, in oktober was dit nog 61,0%), maar windenergie de grootste leverancier van GvO's geweest. Opvallend trouwens, dat naast de 264 GWh uit Denemarken, zelfs een substantieel aandeel van 161 GWh aan wind GvO's uit Italië kwam (Spanje was ook een opvallende contribuant). Net zo opvallend was het ook al substantiële aandeel aan zonnestroom GvO's, wederom uit Italië (124 GWh), wat resulteerde in een opvallend hoog aandeel van PV certificaten in het totaal: 9,1%. In het oktober rapport was dat zonnestroom GvO aandeel nog maar 2,9%. Biomassa (met name uit bosnatie Finland) GvO's hadden in november een aandeel van 18,1% in het totaal. Het totale volume aan import is, na een heftige stijging in oktober (4,2 TWh aan GvO's geïmporteerd), opeens weer fors omlaag gegaan, er werd "maar" voor 1,4 TWh aan GvO's geïmporteerd, 3x zo weinig. Over de laatste 12 maanden bezien is met name de positie van Denemarken zeer opvallend geworden. Nog steeds blijft echter Noorwegen ver aan kop bij de export van GvO's naar Nederland, met inmiddels weer een licht gestegen 26,0% van het totale volume wat ons land in totaal in die periode ontving. Italië is ook verder uitgelopen, met nu al 19,9% (vorige maanden nog 19,6% resp. 18,0%). Frankrijk is behoorlijk gedaald op de ladder, van 14,7 (sep.) via 13,4 (okt.) naar nog maar 11,3% in november. En werd daarbij zeer rap ingehaald door het reeds genoemde Denemarken. Wat groeide van een aandeel van 12,4 (sep.) via 13,2 (okt.) naar zelfs 14,5% in november. Zweden begint nu een "bedreiging" te vormen voor het sterk zakkende aandeel van Frankrijk (10,7%, aandeel is wel gedaald, was in oktober nog 11,5%). De rest zit nog net boven (6,1% Finland) tot ver onder de 5%. Interessant is om te zien, wat de positie van nieuwkomer Spanje in dit geheel zal gaan worden. We gaan het het komende jaar allemaal op de voet volgen. Export
Het export plaatje voor de GvO's, al sterk vereenvoudigd de laatste maanden omdat feitelijk nog maar 2 landen die verhandelde groene "overschot" (?) papierwaren ontvingen, is nu wel heel erg simpel. Want Noorwegen kreeg in november zelfs álle export toegeschoven (tegen een waarschijnlijk bescheiden handelsprijs). Slechts 125,2 GWh aan handelswaar wisselden van eigenaar, bijna alles uit wind-certificaten bestaand (mogelijk door-verhandeld uit buitenlandse bron). Omdat het volume van de import behoorlijk laag lag in november (eerste tabel in dit artikel), omvat genoemd export volume toch nog een "respectabele" 9,2% van de gelijktijdig optredende import hoeveelheid. Die verhouding was vorige maand slechts 4,3% (export als aandeel van het geïmporteerde volume). Onderaan het beeld over de laatste 12 maanden, waarbij ditmaal Noorwegen weer een inhaalslag heeft gemaakt (omdat België in november niets toegeschoven kreeg van Nederland). Het aandeel nam toe naar 47,9%, het aandeel van België daalde weer van 54,2% (oktober) naar 49,6%. Zelfs Groene Stroom Productie Kampioen Duitsland ontving in de afgelopen 12 maanden nog steeds wat export certificaatjes van ons land (2,3%). Bij dit 12 maandelijkse plaatje is het export volume, ruim 1,3 TWh, ondanks een ietwat bijgetrokken "verhouding" in de november rapportage, nog steeds een schim van de totale import van GvO's in dezelfde periode (37.614 GWh, voorgaande taartdiagram): 3,4%. Ergo, Nederland blijft massaal netto importeur van "papieren groenheid". Een unieke situatie in Europa. Veel te doen
met / over GvO's Op de aparte Wise pagina "Welke energiebedrijven zijn duurzaam, en wie zijn de grootste vervuilers?" kunt u de "prestaties" van alle energie leveranciers zien op het gebied van "groenheid", al is er continu discussie over de aanpak van het onderzoek, en zal dat ook voorlopig nog wel flink worden bekritiseerd. Zie o.a. de - terechte - onderbouwde reactie van de "super-coop" Noordelijk Lokaal Duurzaam, op hun eigen website, op het onderzoek van Wise et al. Dit alles daargelaten: er verschijnen regelmatig interessante stukken over groene stroom (en het gedoe rond kernenergie) op de nieuws site van Wise, meestal zijn ze goed onderbouwd en geïnformeerd. Fysieke elektriciteit stromen tussen Nederland en 4 landen Europa in 2015 Niets in gewijzigd. Zie presentatie en korte bespreking in oktober rapport. Warmte incl. thermische zonne-energie In de separaat verschenen "warmte equivalent" maandrapporten blijken er wederom (netto) 3 biomassa projecten te zijn bijgekomen, waarmee het aantal installaties op 227 kwam. Waarvan, al een tijd lang ongewijzigd, slechts 12 geothermie projecten betreft. De totale productie-capaciteit voor de gecertificeerde duurzame energie "drager" warmte kwam op ruim 1.526 MWth, gedomineerd door biomassa installaties. Dit is ruim 8 MWth meer dan in de oktober rapportage, waarin een tijdelijk netto verlies van 2,7 MWth aan warmte contribuerende capaciteit in het register werd vastgesteld t.o.v. de voorgaande maand. Geothermie claimt met een bescheiden aantal gecertificeerde installaties nog steeds ruim 176 MWth, bijna 12% van het totaal voor warmte. De tot nog toe geregistreerde hoeveelheid (gecertificeerde) duurzame warmte, waarvoor ook door CertiQ "warmte GvO's" worden verstrekt, kwam over de laatste 12 maanden op een equivalent van 2.340 GWh (thermisch). Bijna 2% minder dan in het oktober rapport (2.386 GWh). Gezien dit nog "jonge" dossier, kan er nog een hoop daadwerkelijk geproduceerde energie bij gaan komen, omdat de rapportage verplichtingen vooral op het gebied van warmte complex zijn, en veel tijd kosten. Genoemde hoeveelheid duurzaam geproduceerde warmte is energetisch bezien ruim 16% van de ruim 14,2 TWh die in de laatste 12 maanden tot en met november 2016 uit elektriciteit "duurzaam" werd geregistreerd volgens het al jaren lang lopende equivalente dossier bij CertiQ. (Voorgaande) analyses van maand rapportages CertiQ, door Polder PV: 2016: 2015: Statistische overzichten CertiQ (extern) Eerste afboeking Spaanse GvO's (site CertiQ, 1 december 2016, n.a.v. toetreding Spaanse CNMC tot de "Association of Issuing Bodies, AIB", zie ook verschijnen van eerste "Spaanse import GvO's" in de hierboven getoonde elektra tabel)
30 november 2016: SDE 2017 - gas er op met mogelijk 12 miljard Euro Vele jaren lang heeft Den Haag de kop in de poldermodder gestoken en de duurzame energie revolutie gelaten voor wat ze was. Inmiddels is het besef - en de bijbehorende paniek - pas goed doorgebroken. Want de magische doelstelling ("14% energie uit hernieuwbare bronnen in 2020") is en blijft nog ver verwijderd van de feitelijke ontwikkeling op dit gebied. Een trend die En-Tran-ce in hun maandelijkse rapportages pijnlijk duidelijk laat zien (pagina 5 van de oktober presentatie). Ergo: "gassen"
!! Dat was allemaal natuurlijk "nodig" om die verfoeide bijstook van buitenlandse houtsnippers in onze nagelneue steenkolencentrales te faciliteren, maar dat mag kennelijk nooit zo worden gezegd. Ik doe dat wel, want het lijkt te onwaarschijnlijk voor woorden dat het niet zo is. Maar, zoals gezegd, de doelstellingen zijn nog oneindig ver weg gezien de trends, dus gaat de "gaskraan" nog even wat verder open. Henk Kamp kondigde dit aan in zijn kamerbrief voor de volgend jaar te openen SDE 2017, de TIENDE SDE regeling alweer. Een tweede lustrum, dus. En bovendien inmiddels de 7e regeling onder de "nieuwe opzet genaamd SDE+". Waarbij alle opties met elkaar moeten knokken om hetzelfde geld (basisbedrag per kWh stroom, of per m³ gas equivalenten). En "dure" opties dus per definitie meestal het onderspit zullen delven. SDE 2017 Polderiaense
grafiek U ziet een explosieve ontwikkeling in de "laatste 2 jaargangen". In een keer werd het jaarbudget ruim 2 en een halve maal zo hoog in 2016 (twee rondes, 4 resp. 5 miljard Euro). In 2017 zou dat, afhankelijk van het verloop van de eerste geplande budget ronde (formulering kamerbrief Henk Kamp), kunnen oplopen tot twee maal 6 = (max.?) 12 miljard Euro. Ergo: maximaal een factor 3,4 maal het jaarbudget voor SDE 2015. Indien die 12 miljard voor 2017 gestalte krijgt, is het langjarige gemiddelde budget voor de periode 2008 tm. 2017 ruim 4 miljard Euro/jaar. Het theoretisch te alloceren budgetplafond voor 2017 zou kunnen neerkomen op het drievoudige van dat gemiddelde volume... Ik heb al gewaarschuwd, dat hiermee ook partijen naar Nederland gelokt zouden kunnen worden die uitsluitend die enorme bedragen zien, met Euro - of wellicht dollar tekens in de ogen. En die "duurzame ontwikkeling" ondergeschikt zien aan "profijt". SDE
heffing - "ODE" De verhogingen die er aan komen in de ODE heffingen voor kleinverbruikers zijn al zónder het effect van de aankomende "majeure" SDE 2017 regelingen, aanzienlijk te noemen: ruim 32% er bij voor elektriciteit (heffing per kWh netto afname). En bijna 41% voor gas er bovenop t.o.v. de tariefstelling voor 2016 (heffing per m³ netto afname). Als in die verhoging nog niet de enorme budget stijging a.g.v. de huidige aangekondigde SDE 2017 is verwerkt, waar het op lijkt, kunnen we voor de jaren vanaf 2018 nog wel wat verwachten, van die tot voor kort nog relatief "bescheiden" SDE heffing... * Nota Bene, ook in de kamerbrief SDE 2017 verwoord: ook de ISDE regelingen (aanschaf subsidies voor andersoortige duurzame energie apparatuur als thermische zonnecollectoren, warmtepompen, pelletketels e.d.) worden gefinancierd uit / middels diezelfde ODE heffingen. Echter, de budgetten voor ISDE zijn slechts een schijntje t.o.v. die van de SDE, zie verderop. Indien de 12 miljard Euro voor SDE 2017 daadwerkelijk gestalte gaat krijgen, wat we pas te weten zullen komen als MinEZ over de resultaten van de eerste half jaar ronde haar "gedachten" heeft laten gaan, zou in theorie de accumulatie van de budget plafonds van SDE 2008 tm. SDE 2017 neerkomen op 40,1 miljard Euro. Uiteraard is daar al het e.e.a. aan verloren gegaan, ik heb dat voor zonnestroom tot in detail voor u uitgewerkt (artikel 16 november jl.). Maar de grote "volumes" zitten natuurlijk in de nog zeer jonge SDE 2016 en de komende SDE 2017. Als daar bij de uitvoering nogal wat fout gaat, en talloze (forse capaciteiten, en dus deelbudgetten claimende) projecten alsnog niet door zullen gaan, om wat voor reden dan ook, kunnen we stellen dat hier wat poker regels kunnen gaan gelden. Of het bluf van MinEZ zal worden moet nog blijken. Maar gezien die ver van ons af liggende doelstellingen, moeten we daar maar geen kaarten op zetten. Zonnestroom
(PV) Wel is er nog een specifiek onderwerp kort aangeroerd in de kamerbrief, over zonnestroom. ECN, die alle cijferwerk voor de SDE regelingen in samenwerking met DNV-GL (vroegere "Kema") uitvoert, had gevraagd om de toepasbare specifieke opbrengst voor zogenaamde "drijvende zonnestroom systemen" op 1.190 kWh/kWp.jaar vast te stellen. In plaats van de sedert SDE 2016 gehanteerde 950 kWh/kWp.jr (voor "klassieke" projecten). Kamp gaat hier niet in mee, ziet er te weinig aanleiding toe om daarvoor een uitzondering te maken, en laat deze "speciale" systemen dus gewoon meedoen met de rest van de PV projecten, onder de "standaard condities". Met dus maximaal haalbaar 12,5 ct/kWh basisbedrag in de laatste fase. De vraag is of die überhaupt gehaald kan worden, gezien de continue heftige overtekening van de SDE regelingen "in de eerste fases" (fase 2 bij laatste SDE 2016 ronde 2). Overigens heb ik momenteel 8 "drijvende PV" projecten in mijn sterk uitgedijde "pending" lijst staan. Het blijft vooralsnog een vrij kleine, zeer specialistische categorie in het zonnestroom gebeuren. Het voorlopig vastgestelde "correctiebedrag" voor zonnestroom, zeg maar, "de verwachte marktprijs voor elektra" voor systemen achter een grootverbruik aansluiting, bedraagt 3,3 Eurocent/kWh. Dat is zeer laag, en het lijkt er niet op dat hier substantieel verbetering in gaat komen in de komende paar jaar. Thermische
zonne-energie Voor "kleinverbruikers" cq. systemen kleiner dan genoemde 140 kW thermisch vermogen, is de ISDE regeling nog steeds geldig. Die trouwens voor dit jaar nog bij lange na niet is uitgeput. In dezelfde kamerbrief geeft Kamp de laatste stand van zaken per 31 oktober, die trouwens apart regelmatig door RVO wordt bijgehouden. Er is nog maar 29,5 miljoen Euro van de voor 2016 (!) beschikbare 70 miljoen geclaimd (42%). Waarvoor door particulieren voor 9.848 apparaten subsidie is aangevraagd, en door bedrijven 7.069 stuks (totaal 16.917, bij bedrijven gaat het vaak om meerdere apparaten per aanvraag, bij particulieren om slechts 1). Hiervan is echter slechts een zeer bescheiden deel aangevraagd voor thermische zonne-energie. Kamp noemt dit niet, maar de RVO rapportages laten daarover geen twijfel bestaan. Bij particulieren is het de minst populaire optie. Bij bedrijven staat alleen de optie pelletkachels er nog achter, maar zijn ook daar thermische zonnecollectoren ("zonneboilers") veruit een minder populaire optie. Warmtepompen zijn bij beide categoriën aanvragers veruit het meest "gewild" (particulieren: ruim de helft, bedrijven bijna driekwart van aanvragen). Ondanks de trage vooruitgang bij de ISDE regeling, die voor 2016 slechts een budget heeft ter grootte van 0,8% van de 9 miljard Euro voor de SDE "+" in dat jaar, stelt Kamp ook in 2017 nogmaals 70 miljoen Euro beschikbaar onder vergelijkbare condities als voor de regeling in 2016. Met wat meer tijd voor particulieren om de aanvraag in te dienen. Dat was eerst binnen 3 maanden na aanschaf, en dat gaat een half jaar na installatie van het gekochte apparaat worden. Hij verwacht, mede door het bekender worden van de regeling, en ook van overheidswege, meer geplande "reclame" er voor, dat er in 2017 een flinke toename van het aantal aanvragen valt te verwachten. Maar in dat jaar is het ISDE budget nog maar 0,6% van het SDE "+" budget voor dat jaar, als beide half jaar rondes 6 miljard Euro mogen gaan claimen... Voor meer info over de SDE 2017, zie de 13 pagina's lange kamerbrief van 30 november 2016. Openstelling van de SDE+ in 2017 Kamerbrief SDE 2017, met bijlage "Basisbedragen, basisenergieprijzen, voorlopige correctiebedragen en vollasturen in de SDE+ 2017", Min. EZ, 30 november 2016 Wijziging
van de Wet opslag duurzame energie in verband met de vaststelling van
tarieven voor 2017. Eerste Kamer, 22 nov. 2016. Nieuwe tarieven "ODE"
heffing voor het jaar 2017.
16 november 2016: Progressie "officiële" cijfers SDE regelingen RVO - oktober update. RVO heeft een "recente" update gepubliceerd met cijfers over de progressie van de SDE regelingen, op peildatum 11 oktober 2016. Polder PV heeft deze data voor alle via de SDE / SDE "+" gesubsidieerde zonnestroom projecten vergeleken met de voorlaatste van juli, en deze in detail uitgewerkt. Er zijn tot en met de update bijna 12.000 PV projecten gerealiseerd onder 9 SDE jaar-rondes, met een gezamenlijk beschikt vermogen van 319 MWp. Ongeveer 270 MWp daarvan komt uit de "SDE +" regelingen en valt derhalve onder "grote projecten", meestal op bedrijven en utiliteit. Ook al is er beslist progressie waar te nemen, is er aan de andere kant ook weer de nodige uitval van beschikkingen vast te stellen. Voor zonnestroom zijn er sedert de juli update weer 138 toegekende projecten verloren gegaan met een capaciteit van ruim 50 MWp en een maximaal gereserveerd budget van ruim 71 miljoen Euro. Sinds de start van de eerste SDE regeling (april 2008) zijn er 7.120 beschikkingen verdwenen, met een totale beschikte capaciteit van 243 MWp. De klap kwam voor SDE 2014 het hardst aan wat vermogen betreft: met de bijna 500 teloor gegane beschikkingen voor die succesvolste van alle SDE jaargangen, ging al een capaciteit van 120 MWp verloren. Ik heb de nieuwe data in de vorm van twee tabellen uitgewerkt. Ten eerste de globale verschil cijfers tussen de juli en oktober rapportages van RVO, dit jaar.
In deze tabel achtereenvolgens van links naar rechts:
Enkele punten die opvallen in deze tabel. (a) Verloren gegane beschikkingen
(b) Registratie van fysieke realisaties tussen begin juli en oktober "volgens de officiële RVO cijfers"
(c) Werkelijke realisaties In werkelijkheid wordt al meer (SDE) volume gerealiseerd in de "grotere PV projecten" markt dan uit de RVO cijfers is af te leiden. Dit komt doordat de "bureaucratische weg naar het Ja vinkje" lang is, en fysieke opleveringen dus niet momentaan in deze cijfers verschijnen. Bovendien worden ook buiten de SDE regelingen nog steeds grotere projecten gerealiseerd, o.a. via de "EIA" route die niet meer mag worden gedubbeld met een SDE beschikking. Als voorbeeld kan ik een vergelijking met de progressie van mijn eigen (grote) PV projecten spreadsheet aanhalen (waar alles in staat wat ik kan vinden, en nog steeds "niet alles" omvat wat reeds is gerealiseerd). Als we de progressie terug rekenen naar nieuw opgenomen volumes per dag voor de meest recent bekende cq. bekend geworden cijfers, komen we op het volgende:
Ergo: de progressie van toevoegingen verloopt bij Polder PV op een iets hoger niveau dan bij RVO.nl binnen alleen het "SDE gebeuren". Progressie bij de deel-dossiers van de SDE regelingen
In deze forse tabel wederom een vergelijking van verschillende data sets, maar dan voor de afzonderlijke jaar rondes, hier deels ook nog gesplitst in de "klassieke" SDE regeling (SDE 2008 tm. SDE 2010), en de "nieuwe opzet" (geen "schotten" meer tussen techniek opties, maar bikkelharde - en oneerlijke? - concurrentie tussen de opties onderling binnen dezelfde fases), "SDE+", vanaf SDE 2011. In deze tabel achtereenvolgens van links naar rechts data voor SDE beschikkingen m.b.t. PV:
Uit de tabel zijn de volgende zaken te destilleren: (a) Oorspronkelijke en overgebleven beschikte volumes PV projecten met SDE beschikking
(b) Verloren gegane beschikkingen t.o.v. de oorspronkelijk toegekende volumes (blauwe sectie in tabel)
(c) Actuele portfolio aan overgebleven SDE beschikkingen voor PV (zwarte sectie in tabel)
(d) Fysieke realisaties per SDE jaar-ronde "volgens de officiële RVO cijfers" (groene sectie in tabel)
Eindconclusie De SDE regelingen blijven geïmplementeerd worden, en er wordt relatief veel volume gerealiseerd, met name uit de succesvolle SDE 2014 regeling. Maar er vallen ook veel beschikkingen, capaciteit, en dus stroomopwek productie potentieel voor zonnestroom weg. Het is niet te voorzien dat hier structureel verandering in gaat komen onder het huidige (reeds meermalen aangepaste) SDE regime. Bronnen: Feiten en cijfers SDE(+) (RVO) Halfjaar update SDE regelingen RVO laat positieve en minder fijne zaken zien (Polder PV, 10 aug. 2016) PV projecten sheets Polder PV (niet openbaar)
6 november 2016: Verbruiksdata Polder PV 2 - verdere energiebesparing met computer. In navolging van het grote "verbruiksdata artikel" nog een interessant "toetje". Polder PV werkt thuis excessief veel en langdurig achter / op de computer. Het is derhalve zaak om daarvoor een energie zuinig exemplaar te hanteren, en tegelijkertijd maximaal type-comfort te hebben en te houden. Een laptop of andersoortig klein grut met onooglijke toetsenborden e.d. is daartoe volkomen ongeschikt, dan zou ik binnen no-time RSI of erger riskeren. We hebben daar bij een vorige computer aanschaf al terdege rekening mee gehouden, door een mini desktop computer te kiezen met gemeten beduidend betere prestaties dan de destijds op z'n einde lopende, lang gebruikte "tower" (met een veel grotere kast die ook veel ruimte in beslag nam). Een grafiekje met het sterk verminderde stroomverbruik, gemeten van die "mini" computer in combinatie met een ouder LCD scherm en spaarlamp voor in de avonduren (gemeten achter een Wetekom verbruiksmeter in het stopcontact) had ik begin 2015 al tijdens een presentatie van verbruiks-cijfers over 2014 laten zien. Helaas heeft die nieuwe mini-computer het niet lang uitgehouden. Het moederbord gaf binnen vier jaar de geest, gelukkig kon de data schijf onbeschadigd gered worden (kort bericht 30 juni 2015). Deze werd vervolgens in een nieuw gekochte*, nóg zuiniger micro-computer gezet, een Intel® NUC, die het zelf nog als "mini-PC" karakteriseert. Een volwaardige PC met zeer bescheiden dimensies van ongeveer 11 bij 11 bij 4 cm (!). Helaas had dat apparaat niet een goede aansluiting voor het (ook al zeer oude) kleine LCD scherm, dus ook daarvoor werd een nieuw groot, maar ook zeer energiezuinig exemplaar gekocht. De volgende grafiek laat zien dat op het gebied van energiezuinigheid van mijn computer verbruik - in combinatie met een grote LCD monitor - de "pijngrens" inmiddels wel aardig bereikt lijkt te zijn. Al moeten we met zo'n uitspraak voorzichtig blijven, want er zit nog steeds bizar veel technologische ontwikkeling in de computer industrie. Ook op het vlak van energiebeheer en bezuiniging op het stroomverbruik. * Polder PV is beslist geen kooplustig type, en hoeft beslist niet "het nieuwste van het nieuwste" te hebben. De webmaster doet het liefst zo lang mogelijk met dergelijke apparatuur. Helaas geven zeker intensief gebruikte computers op een gegeven moment de geest. En dan rest niets anders dan óf met Polder PV te stoppen. Óf met een nog zuiniger nieuw exemplaar verder te gaan. En de ecologische footprint van "de activiteiten gepaard gaand met het verschijnsel Polder PV" zoveel mogelijk binnen de perken te houden. Grafiek met het gecombineerde maandelijkse stroom verbruik van computer + spaarlamp + 2 generaties LCD monitors sedert 2005. Diepe "dips" omlaag geven periodes weer dat we langere tijd in een maand afwezig waren (vakanties). En er dus langdurig niet op het computer systeem werd gewerkt. In rood de oude grote "tower", in blauw een veel zuiniger opvolgende mini-computer. In de tweede jaarhelft van 2014 werd excessief veel op deze computer gewerkt, vandaar het "relatief verhoogde" verbruik in die periode. In groen de nieuwe micro "NUC", die, bij een vergelijkbaar zeer hoog, dagelijks computer gebruik, een significant lagere gemiddelde stroom consumptie laat zien dan de al behoorlijk zuinige, voortijdig "overleden" mini-computer. Waar deze trend zal stoppen? Ik zou het niet weten. Bron: maandelijkse aflezing Wetekom verbruiks-meter Polder PV
6 november 2016: Verbruiksdata Polder PV - met hoogst onaangename verrassing. Polder PV heeft in het verleden zeer vaak, en regelmatig, zijn verbruiksdata gepubliceerd op maandelijkse basis. Voor elektra, kookgas, stadswarmte, en drinkwater. Ik heb er destijds zelfs in extremo, en frequent, in grafiek vorm over gerapporteerd. U vindt vele data terug in de grafiek sectie op Polder PV, onder het hoofdje Energie (en water) verbruiksgrafieken. Gezien de zeer veel tijd in beslag nemende - andere - cijfer operaties op het vlak van zonnestroom in de laatste jaren, is daar steeds minder tijd voor over. Bovendien ken ik mijn gemiddelde - zeer lage - maandverbruiken na al die jaren meten en rapporteren wel zo'n beetje, dus de sjeu is er wat dat betreft wel een beetje vanaf. Wel blijf ik uiteraard mijn meterstanden maandelijks trouw op papier opnemen. Want zonder dergelijke meterstanden begin je helemaal niets als er ooit iets vreemds zou gebeuren. En dat is nu net, wat er bij Polder PV dit jaar bij één modaliteit is geschied. Jammer alleen dat ik er zo laat achter kwam, getriggerd door de meterstanden die ik direct na onze fietsvakantie in september weer heb opgenomen. In dit artikel mijn terugblik op dat "incident", na een evaluatie van onze andere, "normale" verbruiksdata. Die, ik waarschuw u, "nogal afwijken" van de landelijke gemiddeldes. Besparing zit hier in het bloed, en dat merkt u als u uw eigen data er naast zult houden (als u die heeft ...). In ieder geval mag mijn evaluatie van de door mij pas laat ontdekte anomalie een ieder voor de zoveelste maal er op wijzen, dat het bijhouden van, en vooral ook, het regelmatig "visualiseren" van verbruiksdata zeer belangrijk blijft. Voor iedereen. Inclusief Polder PV... Elektra Uiteraard het "kernthema" van Polder PV, elektriciteit en zonnestroom, als eerste. Hier i.t.t. wat u wellicht vreesde gelukkig "geen verrassingen", in deze full history van ons stroomverbruik op het huidige adres. Of het moet de blijvend spectaculaire "overkill" aan zonnestroom zijn waarop het relatief energie zuinige huishouden van Polder PV al vele jaren drijft. Met een inmiddels grotendeels 15-16 jaar oude, totaal "achterhaalde" PV installatie, met een bescheiden opgestelde capaciteit van 1,34 kWp. Met prehistorische en inefficiënte micro-inverters. Die desondanks, op een wat lager pitje dan wat tegenwoordig te doen gebruikelijk is bij hun moderne zusjes, gewoon noest en braaf blijven doorwerken. Daarbij de DC (gelijk-)stroom van de zonnepanelen per stuk omzetten en doorgeven, en het als schone "zonneprik" in de vorm van AC (wisselspanning) elektra aan ons huisnet ter beschikking stellen. Waarbij, als er in huis minder wordt verbruikt dan er momentaan wordt opgewekt, dat volautomatisch via de meterkast naar "buiten" wordt gestuurd, waar het feitelijk direct weer door de buren in ons complex wordt verbruikt. Via hun eigen net-meters, inclusief energiebelasting, ODE, en btw, door hen te betalen aan hun eigen leverancier... Dat gaat allemaal vanzelf, dus deze grafiek kan nog wel wat langer het beeld gaan vertonen zoals u dat nu tot en met oktober 2016 voor u ziet. Lichte variaties op het thema, maar globaal een vergelijkbaar beeld per jaar. Het langjarig gemiddelde verbruik is weergegeven in de rode lijn, nog geen 88 kWh/maand gemiddeld (minder dan 3 kWh/dag), grofweg 1.056 kWh/jaar over de hele periode. Door vrijwel continu thuis werken achter de (energiezuinige) computer de laatste jaren op een wat hoger niveau liggend. 2015: 1.115 kWh. In 2016 waarschijnlijk weer wat lager liggend gezien de tm. oktober beschikbare meet data. Per maand hebben we als vanouds van maart tot en met september "netto stroom over". Dat is te zien aan de geel gekleurde, naar beneden gerichte kolommen onder de X-as. De hoge negatieve pieken van afgelopen jaren zijn er een beetje uit (vakantie periodes waarbij we het grootste deel van de maand weg waren, en het grootste deel van de opwek het "interne" net op ging, exclusief overblijvend verbruik van de mechanische ventilatie in ons appartement). Maar september 2016, toen we drie weken weg waren, en het zeer zonnig was, laat wederom een mooie "negatieve piek" zien van 81 kWh productie overschot waarmee we toen de afname van de buren impliciet hebben "vergroend". Uiteraard verbruiken we 's avonds / 's nachts sowieso stroom "uit het net" (lees: grijze mix, grotendeels gedomineerd door vieze gas/kolenstroom, tenzij het fors waait, want dan "verrijkt" met een flinke dot windstroom), de grafiek laat immers het "netto resultaat per maand" zien. Er zijn slechts vijf maanden dat we netto stroom nodig hebben op maand basis, oktober tm. december, en januari tm. februari. U ziet dat aan de "oranje" kolom segmentjes boven de X-as (contract Greenchoice), die in eerdere jaren verkleuren van grijs tm. 1997 (geen keuze mogelijkheid), via groen vanaf 1998 (achtereenvolgens Ecostroom bij Nuon voorganger EWR > Natuurstroom bij Nuon). Vervolgens switch naar Echte Energie met windstroom (NL blauw) aanvulling op eigen zonnestroom consumptie. Die vervolgens door Eneco werd opgekocht, waarna we "zijdelings instroomden" bij Greenchoice. Sindsdien diverse contracten daar (inclusief microscopisch beetje kookgas). We betalen daar al jaren kruiwagens vol aan vastrecht, en nauwelijks kosten voor de feitelijke "commodities" (stroom restant en beetje kookgas). Stadswarmte is een compleet ander verhaal: daar aan zijn we als huurder vooralsnog "vastgenageld" aan Vattenfall dochter Nuon (zie verderop). Daar blijft het meeste (vastrecht) geld naar toe lekken, en Den Haag vindt dat blijkbaar OK. Kijken we op kalenderjaar basis, komen we in 2016 op mogelijk ruim 1.220 kWh (gemeten) productie zonnestroom uit, bij een verwacht jaarverbruik van elektra wat bijna 120 kWh lager ligt. We hebben dus op jaarbasis wat zonnestroom over, waar Greenchoice een "decente" vergoeding voor geeft (sedert dit jaar alweer een nieuwe policy, die gunstig lijkt te zijn). Niet gemeten, en dus niet in deze grafiek verwerkt, is de opbrengst van een zonnepaneeltje wat ik af en toe (onregelmatig) buiten zet op het terras als het zonnig is, en ik thuis ben ("+ 93 Wp" indicatie in grafiek *). Die heb ik over gehouden van het verwijderen van een oude - nog goed werkende - PV installatie bij een collega, waarvan 3 panelen aan het dierenasiel in onze wijk zijn geschonken. En die daar alweer enige tijd werkend op het dak staan, zoals het "hoort". In deze grafiek, een verkleind exemplaar van het vorige, is ook het gemiddelde maandelijkse stroomverbruik van een Nederlands huishouden geplot (rode lijn). Het is het laatst bekende cijfer van het CBS voor 2014, 2015 is nog niet bekend. Het is te vinden in de "Kerncijfers wijken en buurten 2014" data van StatLine, en komt neer op een gemiddeld verondersteld netto verbruik van 3.050 kWh/HH.jr. Ergo: gemiddeld zo'n 254 kWh/maand, zie grafiek. NB: dit is exclusief het eventuele (niet gemeten) eigenverbruik van zelf opgewekte zonnestroom. Dat betreft natuurlijk nog maar een zeer beperkt deel van de Nederlandse huishoudens. De laatste update van het register van de netbeheerders suggereert een voorlopig getal van bijna 400.000 PV installaties "achter kleinverbruik aansluitingen". Wat beslist niet allemaal "particuliere huishoudens" zullen zijn, maar by far het grootste deel zal betreffen bij de aantallen adressen. Er zijn volgens de laatste count van het CBS inmiddels 7.720.787 huishoudens in Nederland. Met gemiddeld 2,2 personen per huishouden, en al bijna 38% van het totaal eenpersoonshuishoudens betreffend (status update 25 juli 2016). Die 400.000 PV installaties in het PIR zou "idealiter" dus slechts ruim 5% van het totaal aantal huishoudens kunnen omvatten. Ook al is het PIR verre van compleet (veel minder goed gevuld dan het totaal register bij Klimaatmonitor, waar PIR het grootste onderdeel van is), het zal in het echt niet heel veel meer zijn. Voor een correcte vergelijking tussen het "residuele" stroomverbruik per maand bij Polder PV, en het landelijk gemiddelde verbruik (in 2014), gelieve in bovenstaand grafiekje de bovenzijde van de zwarte kolommen te vergelijken met de rode lijn. In veel maanden produceert Polder PV (veel) meer stroom dan hij en zijn partner in die maand zelf verbruiken (oranje kolommen onder de X-as). Kookgas In onze wijk is de "relatief byzondere doch niet unieke" situatie dat we zowel een stadswarmte aansluiting als een aansluiting voor (uitsluitend) "kookgas" hebben. Dat is natuurlijk gewoon "standaard laagcalorisch gas" zoals de meeste Nederlanders nu nog in hun CV ketels voor zowel ruimteverwarming als voor tapwater verstoken. Maar er ligt hier een lagedruk netje, wat natuurlijk geen capaciteit heeft voor massaal "weg-switchen" naar hyperefficiënte gas-ketels. Ergo: het wordt hier uitsluitend voor koken gebruikt, en het verbruik is dan ook, i.t.t. wat vaak wordt gedacht, marginaal. We kunnen dat snoeihard bewijzen, omdat we een geijkte, bemeterde kookgas aansluiting hebben. Wel de "kleinste" huishoudelijke gasmeters. Normaal gesproken zult u een "G4", of hoogstens een "G6" gasmeter hebben (als u een CV ketel heeft). Wij hebben in de hele wijk slechts "G1,6" gas-metertjes in de huizen hangen... Deze grafiek is enigszins samen te vatten als "Polder PV's contributie aan het verlagen van de druk op Groningen", al moet daar natuurlijk ook weer een relativering bij. Ons kookgas verbruik was sowieso altijd zeer laag, grofweg 2-3,5 kuub per maand, wat natuurlijk in geen enkele verhouding staat tot het gemiddelde gas verbruik in een doorsnee "gas-woning". Zelfs al zijn de CV ketel technieken verder verbeterd, en is het gasverbruik dientengevolge bij de huishoudens continu gedaald, anno 2014 was het gemiddelde verbruik nog steeds volgens het CBS (Statline data) 1.200 m³/jaar, wat neerkomt op ongeveer 100 m³ per maand. M.a.w., het zet slechts zeer beperkt zoden aan de Groningse dijk, zo'n verbruik aan kookgas. Wel had het verruilen van de fluitketel op gas voor de elektrische waterkoker in 2012 bij Polder PV een aanzienlijk effect. We zitten nu nog maar grofweg op minder dan 1,5 m³/maand, op jaarbasis komen we in 2016 volgens mijn prognose nog maar op een ruime 15 m³. Het stelde al weinig voor, en het is nog minder geworden. Maar: alle kleine beetjes helpen om Groningen minder te laten beven. Stadswarmte Ik ben er niet gelukkig mee, onze vastrecht bijdrage aan die in Leiden uit fossiel gas verkregen voorziening (anno 2016 vastrecht stadswarmte Vattenfall: EUR 465,65/jaar) is en blijft onverteerbaar, maar er van af komen is vers twee. Het enige wat we kunnen doen is de radiator kranen zo laag mogelijk zetten, een dikke trui of fleece aan, en zo kort mogelijk "stoken", om de financiële waanzin die over ons wordt afgeroepen (met medewerking van ACM en Den Haag) nog enigszins te beperken. Op Twitter kunt u mijn regelmatige bijdragen aan deze materie "tot u nemen". Hier nu eerst de harde feiten, het feitelijke verbruik van ons huishouden. Onze stadswarmte voorziening "bedient" zowel de radiatoren voor de ruimteverwarming, als het tapwater verbruik (koken gaat op aardgas, zie hier boven). We sluiten de veel te lange leidingen van de meterkast (buiten het appartement) naar de radiatoren af zodra de vorst uit de grond is (grofweg in april), en deze gaat pas weer aan tegen eind oktober. De tussenliggende tijd verbruiken we uitsluitend warm tapwater, op een zéér bescheiden, "on-hollands" (!) niveau. Dat is inmiddels zo'n beetje onder de 0,2 GJ/maand gezakt in die lange periode, dat zijn maximaal zo'n 6,5 m³ per maand voor warm tapwater. Daar maak je geen "leverancier" blij mee, maar dat boeit ons verder niet. Nog veel lager ligt dat "basis" verbruik natuurlijk als we een paar weken van huis zijn in die maand. Alleen in de wintermaanden gaat de verwarming aan. Weliswaar nog steeds "beperkt", en we gebruiken van de 8 aanwezige radiatoren in onze huurwoning de helft nooit. Maar u ziet meteen de enorme klapper die het "aanzetten" van de radiatoren bij het verbruik maakt. Het is niet voor niets de grootste verbruiks- en kostenpost in elk huishouden (nog even afgezien van gemotoriseerd vervoer, buiten de scope van dit artikel). Zelfs in een extreem zuinig huishouden als het onze. Daar op besparen loont dus altijd, voor iedereen. Derhalve, indien mogelijk (lastig zelf te realiseren in de huursector): isoleren, isoleren, isoleren, en nog eens isoleren. En gelijktijdig verstandig ventileren, bij voorkeur, indien mogelijk, met gebruikmaking van een warmtewisselaar. Dat laatste is hier helaas nog niet het geval, en is ook zeer lastig in te passen (klein appartement begane grond, ventilatie unit op plat dak 4e verdieping). Wel hebben we inmiddels, na lang zeuren, een gelijkstroom (DC) buisventilator op het dak, i.p.v. de stroom slurpende oude AC variant. Dus dat is wederom een extra besparings-stap, al is die wat laat gearriveerd. Terug naar het warmte verbruik: zeer sterk afhankelijk van de omgevingstemperatuur, in koude jaren een zeer hoog (relatief) verbruik, in de steeds warmer wordende recente jaren vallen die verbruikspieken van de (dominant) ruimteverwarming een fors eind naar beneden. Vandaar ook, dat de voortschrijdend gemiddelde trendlijn (12 maanden gemiddelde) sterk schommelt - al blijven de extremen daar liggen tussen gemiddeld 0,5 en 1 GJ/mnd (extreme winterverbruiken worden over het hele jaar uitgemiddeld). Het maximum maandverbruik voor het huidige jaar was voor januari (1,6 GJ), daarna viel het dramatisch terug. Dat was in januari 2015 nog 1,9 GJ, de meest extreme piek viel in december 2010 (3,1 GJ). Het was toen volgens het KNMI "de koudste december sinds 1969". Met de huidig bekende cijfers voor dit jaar, en een "aangenomen rest verbruik" voor de laatste twee maanden, schat ik dat we op jaarbasis een totaal verbruik van minder dan 7 GJ zouden kunnen krijgen. Mits november en december niet te koud worden, dan gaan we wat naar boven met het kalenderjaar verbruik. Tot nog toe ligt ons langjarige gemiddelde iets boven de 8 GJ/jaar, dus we zouden daar, bij niet te koude "eindspurt" dit jaar, aardig onder kunnen blijven. 6,8 GJ is een equivalent gas verbruik van slechts zo'n 215 m³. Dat is extreem laag, en ligt zelfs ver onder de (artificiële) "300 m³" grens, waar onder je veel minder vastrecht voor een klassieke gas aansluiting "zou hoeven" betalen. Zelfs als we daar nog, apart bemeten, ons jaarverbruik kookgas bij optellen (zie boven), 15 m³, blijf je ver onder die grens. En "spaar" je Groningen voor lange tijd. Tientallen gemeentes, en alle provincies, hebben zich recent hard gemaakt voor een spoedige uitfasering van gas in de gebouwde omgeving. Met verstandig eigen initiatief is sowieso het verbruik in de persoonlijke situatie zeer flink omlaag te brengen. Er leiden immers meer wegen naar Rome. Water ... something's amiss ... U heeft tot nog toe nog niets gehoord over "de anomalie" in de verbruiksdata bij Polder PV. Die gaat nu komen. Polder PV heeft een tijd lang geen grafieken van een update kunnen voorzien, door drukke werkzaamheden. En, het is al gezegd: ik ken onze "gemiddelde verbruikscijfers" inmiddels wel. Dus was er niet zo'n "noodzaak" om elke maand weer veel tijd te gaan spenderen aan een nieuwe set grafieken en uitleg. Er liggen stapels ingewikkelde dossiers op mijn bureau, er is weinig tijd (meer) voor. Ik méét echter wel degelijk. Elke maand alle meterstanden, sinds we hier wonen. Als - betrouwbaar - documentatie en referentie materiaal. De meterstanden lees ik ook altijd uit direct voor en na een lange vakantie. Een gewoonte, die is blijven "hangen", volstrekt onschuldig, en constructief. Zo heb ik er in het verleden uit kunnen destilleren dat onze mechanische ventilatie unit een flink aandeel heeft in ons totale stroomverbruik, omdat tijdens onze vakantie alles uit het stopcontact is gehaald behalve de zonnepanelen (waarvan de productie bekend is uit de omvormer uitlezingen). En de mechanische ventilatie unit geen "uit" stand kent (de bekende drie-standen schakelaar). Dat was ook de reden waarom ik af en toe "druk op de ketel" zette bij de verhuurder, om die ventilatie units te (laten) vervangen door zuiniger DC exemplaren. Afijn. Terugkerend van onze fietsvakantie in september jl. vergeleek ik als gebruikelijk "on the fly" eventjes de meterstanden voor en na, meestal met de focus op de gevolgen van de zonnestroom productie op het resultaat (saldo van netinvoeding en netafname), wat de Ferraris net-meter laat zien. Bij ons is dit al sedert eind negentiger jaren van de vorige eeuw een prima werkende enkeltarief meter, zonder gesodemieter met "hoge" resp. "lage" tarieven. Ergo: alles gesaldeerd voor een uniform tarief. Ditmaal viel mij bij dat korte "screen moment" opeens een zeer opvallend verschil in de meterstanden bij drinkwater op. Een absurd verschil van 4,7 m³ tijdens onze afwezigheid, bijna 5.000 liter kostbaar drinkwater! Dat konden onze planten oppassers tijdens onze vakantie nooit hebben opgemaakt (die konden sowieso ook uit de bij ons vertrek nog volle regentonnen "putten"). Dus moest er iets vreemds zijn gebeurd. Alleen kon ik dat niet achterhalen. Ik checkte alle leidingen die in onze woningen (zichtbaar) aanwezig zijn, alle kranen, aansluiting wasmachine, toilet, en zelfs de meter en leidingen in de meterkast (die ver weg onder de centrale trap in ons complex ligt, buiten ons appartement). Ik kon niets ontdekken. Maar natuurlijk "vrat" het aan me, dus ik ben regelmatig meterstanden op gaan nemen ter documentatie. Daaruit bleek al rap dat we beslist met een fors "bovengemiddeld verbruik" zaten, wat ik met geen mogelijkheid kon verklaren gezien ons zeer stabiele, langjarig zéér lage water verbruik. "Gelukkig" hadden we al lang voor onze vakantie besloten dat onze oude, dunne parketvloer, van bijna 25 jaar oud, waar de stukken van af begonnen te breken, en die al forse slijtage plekken vertoonde, echt aan vervanging toe was. We hadden een afspraak voor de tweede week van oktober, voor de aanleg van een (prachtig geworden) duurzame bamboe vloer. Omdat we zelf geen auto hebben, en ik het erg druk had met cijfer analyses en andere activiteiten, zou het parket bedrijf op dinsdag de oude vloer verwijderen, en de grote stapel rommel afvoeren. Op woensdag hadden we een dag ingepland om de in de loop van de jaren deels verkleurde muren meteen maar weer eens opnieuw te witten met minder milieu belastende muurverf (Maril). En op donderdag-vrijdag zou de nieuwe vloer worden gelegd. Nadat dinsdag de oude vloer die we destijds van de vorige huurders hadden overgenomen, geheel was verwijderd, kwamen er opeens twee voor ons onbekende kruipruimte luiken tevoorschijn, die we natuurlijk nog nooit hadden gezien. De oude parketvloer lag er immers overheen. Ik natuurlijk meteen er onder kijkend. En afgezien van de enorme puinhoop aan bouwafval, was het al rap duidelijk: onder het toilet/badkamer lekte dwars door een schuimrubber isolatie manchet een leiding waarvan ik aanvankelijk dacht dat het een stadswarmte leiding was. Maar dat kon natuurlijk niet, daarvan had ik de hoofdkranen sowieso dicht staan, én het was drinkwater wat weggelekt was. Als het interne stadswarmte net had gelekt, hadden we dat vast wel direct gemerkt (is ook een gesloten circuit, wat niet met het drinkwater circuit verbonden is).
Een lang verhaal kort makend: we konden via de verhuurder een loodgieter laten komen, die tussen de puinhopen in de kruipruimte kruipend, de isolatie van de leiding sneed, waarna het water, daarvoor slechts "druppelend", er uit begon te spuiten. Uit een gat in een drinkwaterleiding, volgens de (ervaren) loodgieter "dit heb ik nog nooit eerder gezien!". Euvel ontdekt, binnen no-time gerepareerd, maar alléén mogelijk omdat we opeens, vanwege de vervanging van onze oude vloer, toegang hadden tot die voor ons tot dan "ontoegankelijke" en "onbekende" kruipruimte. We moesten zelfs het "legplan" voor de bamboe vloer laten aanpassen, omdat dat rot-luik maar liefst een meter uit de drempel van onze voordeur lag (ja, hoe verzinnen "ze" het!). En we niet wilden dat bij een theoretische nieuwe calamiteit onze nieuwe vloer, over het luik liggend, weer opengebroken zou moeten worden. We hebben dus een nogal grote vloermat moeten leggen bij de voordeur, om dat luik toegankelijk te houden. De nieuwe bamboe vloer is daar keurig met een metalen hoekprofiel door de vloer legger afgewerkt. Die heeft een prachtige, vakkundige job afgeleverd, in een lastig appartement, met "scheve muren", en derhalve, een ingewikkeld gevormde vloer (ook de plinten zijn fantastisch mooi afgewerkt). Ons appartement zit precies op de plek van een stompe hoek in een complex op de hoek van de straat, vandaar deze wat vreemde configuratie.
Gevolg: administratie bijwerken Gelukkig was het mysterie hiermee vooral fysiek opgelost, maar wat waren de ongetwijfeld forse gevolgen voor onze verbruikscijfers? Wat is het verlies geweest? Dat had ik nog niet echt goed op het netvlies, behalve dan het "bezopen" verschil tijdens onze vakantie. Want het was duidelijk, en nu aantoonbaar, een lekkage. Maar, was die in de vakantie ontstaan, of wellicht al eerder? Goed dat ik al mijn maandelijkse meterstand opnames nog had, dus toog ik daarmee aan het werk. Met de volgende, tale-telling uitkomst, waarbij de "Y-as" voor onze drinkwater grafiek helaas flink aangepast moest worden... Zoals u aan bovenstaande grafiek kunt zien, blijkt de lekkage helaas al langer aan de gang te zijn geweest. En wel, vanaf april dit jaar, zie de enorme verbruiks-piek rechts in de grafiek. Door blind af te gaan op het "bekende, langjarige, historische" verbruik, in combinatie met te drukke werkzaamheden gedurende het hele jaar, heb ik dat abnormale hoge verbruik helaas niet eerder ontdekt. Het is daarbij ook nog eens sluipenderwijs gegaan, in het begin was dat lastig hard te maken geweest. Zitten we normaliter gemiddeld genomen met het drinkwater verbruik (rode lijn voortschrijdend gemiddelde over 12 maanden) rond een voor Nederlandse begrippen zéér lage 2,5 m³ per maand, was dat in april "stiekem" gestegen naar 3,6 m³. Wat nog geen "alarmvlaggen" af had hoeven doen gaan als ik dat had gezien indien ik destijds een grafiek update zou hebben gemaakt. Omdat we historisch bezien ook soms maandverbruiken hebben gehad rond de 4 m³ *. Daarna, kennelijk door groei van dat mysterieuze "gat in de waterleiding" (oorzaak ??), groeide het verbruik echter stapsgewijs verder uit naar een voor ons "absurde piek" van maar liefst 7,7 m³ in augustus. Waarna, gedurende onze 3 weekse afwezigheid in september (en dus een "zeer laag residueel normaal gebruik" te verwachten in die maand, als er geen lekkage was geweest) het maandvolume weer afnam. Wat mij kennelijk wel "triggerde" toen de standen "voor/na de vakantie" op m'n netvlies vielen, "dit kan niet normaal zijn!", als conclusie. In oktober is dat maandverbruik weliswaar bijna even hoog, maar dat kwam omdat tot en met de middag van 17 oktober, de - ook nog eens erger wordende - lekkage nog heeft voortgeduurd. Ik heb na de ontdekking van het lek in de tot dan "onbereikbare" kruipruimte de hoofdkraan meteen dicht gedraaid, in afwachting van de loodgieter. Sinds de reparatie een dag later, is het gemiddelde dagelijkse verbruik weer terug op het normale, zeer lage niveau. Oorzaak bekend, helaas, pijnlijk voor Polder PV, "wel een beetje laat" ontdekt. Achteraf bezien deels een overmacht situatie. * De "diepe dips" in de historische verbruiksdata zijn maanden waarin we meestal enkele weken of "gedurende langere tijd" op vakantie waren. Als ik de nieuwe data "inclusief weggelekt drinkwater" naast de historische data leg, zouden we van april tot en met (medio) oktober zo'n 28,5 m³ drinkwater zijn kwijtgeraakt op die "mysterieuze plek onder onze toilet-unit vloer". Dat is zuur, als je een normaal jaarverbruik hebt van ruim 24 m³. N.a.v. een suggestie van een opzichter van de verhuurder, gaat getracht worden om deze voor ons forse lekkage "verhaald" te krijgen. Omdat dit buiten onze macht om is geschied. Alles wel weer even in perspectief plaatsend: het gemiddelde jaarlijkse drinkwaterverbruik binnen een Nederlands huishouden, met "gemiddeld 2,17 personen", zou 43,4 m³ per persoon zijn volgens VEWIN (sector cijfer overzicht 2015). Als je dat zou converteren naar ons huishouden met "2 personen", zou je op een gemiddelde van bijna 87 m³ moeten komen. Zelfs mét maandenlange, onbemerkte drinkwater lekkage, zitten we met "normaal verbruik" van 24 m³ plus lekkage van bijna 29 m³ (totaal ongeveer ingeschat voor dit jaar: plm. 53 m³) nog steeds op slechts ruim 60% van dat "gemiddelde huishouden". Het kan dus nog veel erger... Niemand is te oud om te leren ... zelfs Polder PV niet De wijze les bij dit alles: zélfs al denk je je (historische) verbruiken te kennen, check desondanks toch regelmatig steekproefsgewijs je verbruik. Een absolute, en onoverkomelijke must hierbij blijft goede en zuivere documentatie, anders sta je gegarandeerd met je mond vol tanden in het geval dát. Ergo: een maandelijkse gang naar de meterkast(en), op een vaste dag, blijft een onmisbare backup voor als het onverhoopt, zoals in het geval van Polder PV duidelijk is gemaakt, mis gaat. Want waar iets mis kán gaan, blijkt dit, hoe onwaarschijnlijk ook, op termijn ook daadwerkelijk te (kunnen) gebeuren. Shit happens all the time... En als u bij uzelf denkt, "dat overkomt mij nooit", spreek ik u vast wel eens over "dat event wat nooit had kunnen gebeuren" ... Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Bron: meterstanden Polder PV. Maandelijks sedert eind 1996. |
|