duurzame
energie "oud" |
Nieuws
|
Leuk
geprobeerd, toch geen paars Zeeland...
(23 januari 2012) |
Terugverdienen
is voor sissies... (5 mei 2009) |
Wilde eindelijk flink duurzaam, ja het is een lang verhaal. Ze vonden zowaar een wind specialist tot solar investeren bereid Als dank werd met 25 hectare dak een mooi bedje gespreid. Kijk,
beste groene mensen, dát is tenminste Stoere Taal. |
dat heeft iedereen wel in de gaten. Maar staar je niet blind op de poen. Anders wordt onze stroom nooit echt groen
en blijven we alleen maar over terugverdientijd praten. |
Bijdrage
van Polder PV |
Inzending
van George Wieggers |
<<<
recenter |
^ TOP |
15 september 2018: Gemiddelde elektriciteit en gas verbruiken & aandeel stadswarmte Nederlandse huishoudens - status 2017. Zie ook nagekomen dd. 8 april 2019, onderaan.
Ruim een maand eerder dan de update van vorig jaar, werden begin september 2018 door het CBS nieuwe - doch voorlopige - data gepubliceerd over 2017. En wel, voor de gemiddelde elektra- en gas verbruiken van huishoudens, en het aandeel van stadswarmte aansluitingen op het totaal. Polder PV heeft die nieuwe data wederom, samen met die van voorgaande jaren, inclusief eerder al terug gevonden data vanaf 2004, bij elkaar in twee grafieken gezet om de historische trends zichtbaar te maken. Voor gas is ook een grafiek met langere trends toegevoegd, met temperatuur correctie curve (data Compendium voor de Leefomgeving). Wederom is kristalhelder uit de gepresenteerde gegevens, dat Nederlandse huishoudens netto steeds minder elektriciteit en gas uit de betreffende netten zijn gaan verbruiken. Een trend die zich, ondanks soms bizarre claims van het tegendeel, al jaren aftekent.
Elektriciteit
NB: data voor 2005 en 2007 niet bekend
Deze grafiek is een samenstelling van data uit meerdere CBS tabellen. Aanvankelijk die met kerngetallen van wijken en buurten. Gelumpt van 2004-2008, 2009-2012, en daarna per jaar apart gepubliceerd in het nog tot eind dit jaar opengestelde Statline portal (is inmiddels vervangen door Open Data portal). Er is daarnaast ook een aparte verzamel tabel beschikbaar (Energieverbruik particuliere woningen), die echter slechts (dezelfde) data verstrekt over de periode 2010-2017 (zie bronnen, onderaan). De data van de ontwikkeling van de opgestelde capaciteit aan zonnestroom genererende installaties zijn uit het nieuwste overzicht van het CBS, tot stand gekomen met de compleet nieuwe cijfer methodiek, waar het data instituut inmiddels op is overgestapt.
De cijfers voor 2017 zijn nog niet definitief. De eerdere cijfers worden verondersteld wel "definitief" te zijn. Echter, ik heb bij vergelijking met eerder gepubliceerde data, toch weer enkele kleine wijzigingen ontdekt, die in bovenstaande grafiek (en die voor gas, zie verderop) zijn opgenomen. Voor elektra is bijvoorbeeld het gemiddelde verbruik voor vrijstaande woningen in 2010 opgeschroefd van 4.550 naar 4.600 kWh/jaar. Ook zijn data voor het jaar 2012 toegevoegd voor de separate categorieën huurwoning en eigen woning (voorheen: koopwoning).
Let op: de rechter Y-as loopt van 1.000 tm. 5.000 kWh/HH.jaar (netto stroom verbruik, onder aftrek van onbekend volume direct in eigen huis verbruikte zonnestroom, en op het net gezette overschotten). Dit om de verschillen tussen de diverse huishouden types zo goed mogelijk "uit elkaar te trekken", en de curves niet te dicht op elkaar gepropt te krijgen. Er zijn natuurlijk al de nodige huishoudens die op jaarbasis een "netto nul" (verbruiks-) nota hebben. Zo saldeert Polder PV het bescheiden 1.100-1.200 kWh/jaar verbruik in een 2-persoons huishouden al enkele jaren helemaal weg met de eigen zonnestroom opwek - en houdt hij nog een beetje elektra uit de zonnepanelen over. Maar dat zijn nog vrij uitzonderlijke gevallen, en die kunnen beslist niet met "gemiddeldes" van grote populaties Nederlandse huishoudens worden vergeleken. Daarvan zijn er trouwens, eind 2017, al bijna 7,8 miljoen, volgens het CBS.
Over de hele linie genomen is het gemiddelde stroomverbruik per huishouden sedert de zichtbare "maxima" in 2010-2011 behoorlijk sterk afgenomen in 6-7 jaar tijd, bij alle typen huishoudens. Het gemiddelde, weergegeven door de dikke zwarte lijn, viel terug van 3.300 kWh/HH.jr in 2009-2010 naar nog maar 2.860 kWh/HH.jr in 2017. Weer 1,7% minder dan de 2.910 kWh/jr in 2016. T.o.v. de "startwaarde" van 3.250 kWh in 2004 is de netto stroom consumptie van het net 12% minder geworden. En zal, bij toenemende besparing gecombineerd met eigen opwek van zonnestroom, verder omlaag gaan.
Om aan te geven waarom een groot deel van het weergegeven totale residentiële stroomverbruik zo sterk is gedaald, heb ik de nieuwe CBS data voor de historische geaccumuleerde volumes van residentiële PV installaties ook weergegeven (linker Y-as, MWp, oranje curve, cijfers vóór 2012 zijn in die nieuwe reeks niet bekend). Uiteraard is het cijfer voor 2017 nog zeer voorlopig, en zal dat nog wel worden bijgesteld, het laatste lijn segment is derhalve gestippeld weergegeven. Wel is kristalhelder dat het volume aan residentiële PV projecten zeer hard is gegroeid sedert 2012. En dat dit - naast besparingsmaatregelen - de belangrijkste oorzaak is geweest van een forse reductie van de hoeveelheden elektra die door huishoudens van het net zijn afgenomen. Al die huishoudens hebben een substantieel deel van de zelf opgewekte zonnestroom in eigen huis geconsumeerd, en overschotten op het net gezet, waardoor de netto netafname van alle huishoudens bij elkaar flink is gereduceerd.
De "maximale" gemiddelde waarde in deze grafiek is 4.600 kWh/HH.jr in vrijstaande woningen in 2011 geweest, maar ook daar heeft een forse erosie plaatsgevonden. Het verbruik in die "rijkeluis" categorie was anno 2017 nog maar 4.040 kWh/HH.jr, ruim 12% minder.
Er is een kleine afwijking van de neergaande "globale" trends bij de categorie "tussenwoning" te zien (kleine tussentijdse stijging in 2013), maar ook daarna gaat daar de trend weer verder omlaag. Het kan ook een statistisch artefact zijn, maar dat is niet zeker. Wel is opvallend dat in die categorie woning, voorheen slechts iets boven het totaal gemiddelde liggend, sedert 2013 beduidend meer stroom wordt gebruikt dan gemiddeld. Maar "uiteraard" nog wel lager dan bij een hoekwoning.
"Huurwoningen" (blauw gestreept) resp. "Eigen woningen" (vanaf tabel 2016 verving dat laatste het eerder gebruikte "Koopwoningen"; bruin gestreept) werden aanvankelijk sedert 2013 apart opgevoerd in het Statline portal van CBS. In de meest recente tabel over 2017 is 2012 toegevoegd. Koopwoningen zitten gemiddeld flink boven het gemiddelde (zwarte continue lijn). In 2017 (3.330 kWh/HH.jr) lag dat ruim 16% boven dat totaal gemiddelde niveau (2.860 kWh/HH.jr). Huurwoningen zitten met hun stroomverbruik zelfs op een aanzienlijk niveau lager (2017: 2.210 kWh, bijna 23% onder het totaal gemiddelde). Huurders zijn - vaak noodgedwongen - zuinig, zijn vaak klein behuisd, en hebben gemiddeld genomen (veel) minder elektrische apparatuur dan mensen in koopwoningen. Ook uit dat oogpunt, zouden huurders op handen gedragen moeten worden door welke regering dan ook die energiebesparing als heilig doel ziet, om versneld aan de "klimaat doelen" te geraken ...
Bij dit alles is nog niet gerekend met een mogelijke - gezien de afgebeelde trends vooralsnog theoretische - zeer significante stijging van het gebruik van elektrische auto's, warmtepompen, e.d. We zullen moeten afwachten hoe hard die ontwikkelingen daadwerkelijk zullen gaan. En, bijvoorbeeld, welk deel van het "gebruik" van elektra voor auto's straks uit het eigen bemeten stopcontact zal gaan komen. Een groot deel zal bij veel intensieve e-auto gebruikers namelijk "elders" worden getankt, en dat telt niet mee voor het verbruik zoals hier weergegeven. Bij warmtepompen is het natuurlijk echt "in-house" verbruik, en dat kan een enorme boost opwaarts gaan geven, als de elektrificering van de warmtevraag echt "los" gaat komen. Daar zijn beslist aanwijzingen voor. Onder de sedert 2016 geldende ISDE subsidie regeling, zijn warmtepompen zowel bij bedrijven als bij huishoudens zonder meer de populairste categorie. In de stroom verbruik cijfers voor 2017 lijkt daar echter nog steeds niets van terug te zien, daarvoor is het totale volume warmtepompen waarschijnlijk, ondanks de flinke nieuwe verkoop cijfers, nog te marginaal.
Nieuwe cijfers van het CBS hebben het over ingebruikname volumes van bijna 23.000 warmtepompen in woningen in 2015, bijna 38.000 in 2016, en ruim 48.000 in 2017 (voorlopig cijfer)*. Hier staan lage uit-gebruikname volumes tegenover (ruim 700, ruim 1.100, resp. ruim 3.500). Op het totaal aantal woningen in Nederland is die nieuwbouw, ondanks de behoorlijke aantallen, natuurlijk nog "zeer beperkt". Natuur en Milieu kwam met een "alarmerend" verhaal, in de recent gepubliceerde "Gas Monitor 2018", dat de groei in de verkoop van warmtepompen in 2017 weer was afgevlakt (44% groei in 2016, 15% groei verkoop in 2017). Duidelijk is in ieder geval, dat er beslist "veel" warmtepompen verkocht blijven worden. De volumes aan apparaten verkocht met ISDE subsidies 2018, gedomineerd door warmtepompen, overstijgen die in 2017 in ieder geval voor alle periodes dat er cijfers bekend zijn gemaakt door RVO.
* (toegevoegd 16 sep. 2018) Eind 2017 stonden er, volgens nog niet definitieve cijfers van CBS, 224.400 warmtepompen in woningen. Op het totaal van 17,8 miljoen huishoudens is dat een aandeel van 1,3%. In totaal, woningen + utiliteit, kassen, en stallen, zouden er volgens CBS eind 2017 al 448.769 warmtepompen aanwezig zijn geweest.
Houdt
rekening met nieuwe cijfers
In honderden publicaties op internet wordt door zowel de pers, als de
PV branche zelf, zeer frequent, de stroomproductie van een willekeurig
zonnestroom systeem vergeleken met het vermeende "equivalente stroomverbruik"
van een xx aantal huishoudens. Al wordt vaak ook onterecht "energieverbruik"
opgegeven, wat uiteraard veel méér is, dan alleen elektra
(namelijk: ook warmte, motorbrandstoffen, etc.). Bij het stelselmatig
terugrekenen van dergelijke opgaves, heb ik gemerkt, dat er een gigantische
spread in het "veronderstelde gemiddelde stroomverbruik per NL
huishouden" wordt gehanteerd, die geen enkele reëele basis
heeft. Ik heb opgaves gezien die variëren tussen volumes iets beneden
de 3.000, tot soms zelfs 4.000 (!) kWh per huishouden per jaar. Getallen
tussen de 3.250 en 3.500 kWh zie ik zeer vaak terug. U ziet aan bovenstaande
grafiek, dat dit onzin is. Het door CBS geregistreerde gemiddelde huishoudelijke
netverbruik is al structureel vér onder de 3.000 kWh/jaar beland.
Een factor waar u rekening mee moet houden, als u dergelijke (veronderstelde)
"gemiddelde huishoudelijke verbruiken" terug ziet, overal
op het wereldwijde web.
Niet
gemeten zonnestroom opwek niet verdisconteerd
De residentiële opwekking van zonnestroom wordt in ons
land niet, zoals in andere landen fysiek gemeten, en is dus feitelijk
niet bekend. Er werd in het verleden regelmatig een slag naar productie
cijfers geslagen, gebouwd op lemen voeten met hulp van diverse, altijd
discutabele aannames. De wijze waarop de zonnestroom productie wordt
berekend, is recent echter beslist heel wat professioneler geworden,
dus de verwachting is, dat hier een flinke kwaliteitsslag gemaakt zal
gaan worden. De schattingen zullen heel wat beter gaan worden (voor
nieuwe methodologie van het CBS, zie bespreking
Polder PV).
M.b.t. bovenstaande cijfers omschreef het CBS de niet bekende, doch fysiek opgewekte zonnestroom volumes als volgt, in de 3 laatste jaren.
Info kader versie 2015:
Info kader versies 2016-2017:
Geconcludeerd lijkt te kunnen worden, dat het totale eigen verbruik gemiddeld genomen hoger moet zijn dan wat netbeheerders "uitlezen", er wordt in-house immers een deel van de eigen opgewekte stroom direct verbruikt. Dat wordt uiteraard niet zichtbaar op de jaarnota, is niet bij netbeheer bekend (zelfs niet bij gebruik van slimme meters), en dat kan het CBS dan ook nooit "te weten" komen. U moet zichzelf trouwens niet rijk rekenen op dit punt: het fysieke aandeel direct in huis verbruikte zonnestroom valt in de meeste huishoudens flink tegen. Je mag blij zijn, in een gemiddelde situatie, dat je 30% van je eigen opwek direct verbruikt. In veel gevallen zal het beslist nog minder kunnen zijn, zeker in kleine huishoudens met een aardig PV systeem op het dak (om ongeveer evenveel stroom op jaarbasis op te wekken als er wordt verbruikt), met nauwelijks "grote stroom gebruikers". De meeste mensen zijn dan ook nog eens overdag niet thuis, en dan staan er weinig apparaten aan... En zelfs bij al zeer lang energie cq. elektra-zuinige huishoudens als Polder PV, waarvan de webmaster wél continu thuis werkt, gaan grote hoeveelheden van de opwek van de qua dimensie zeer bescheiden PV generator (1,34 kWp) maandenlang netto het net op, zoals zichtbaar in de bekende opwek / verbruik grafiek ...
Ook in de hierboven getoonde opmerkingen van het CBS het feit dat gemeenschappelijk stroomverbruik in flats e.d., gemeten over een aparte aansluiting, natuurlijk ook niet meegenomen wordt in het "gemiddelde huishoudelijk verbruik", vastgesteld over het hele land. Dat is logisch, want het gaat om een totaal ander "soort" aansluiting, en bovendien kunnen die verbruiken van complex tot complex aanzienlijk verschillen (hoeveelheid verlichting, al of niet aanwezig zijn van grote andere stroom verbruikers zoals liften, oprijlaan verwarming parkeerkelders (!), centrale warmtepompen, e.d.). Dit uitgangspunt zal trouwens complicaties gaan geven in situaties waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van de veelbesproken "Stroomverdeler" van LENS uit Amsterdam. Waar stroom af name en invoeding over zowel residentiële meters, als exemplaren die aan de centrale voorzieningen in appartementen complexen zijn gekoppeld, kan plaatsvinden. Hoe dergelijke complexe stroom verbruiken cq. opwek situaties in CBS cijfers terecht zullen komen is vooralsnog totaal onduidelijk.
Gas
Gas is dat "spul" waar we zo snel mogelijk van af zouden moeten. Althans als je sommige politici en "warmtenetten" bevorderende bobo's bij de monopoloïde warmte bedrijven zou moeten geloven. Welnu, ook daarin nemen huishoudens al langer het initiatief. Het aandeel gas in het totale energieverbruik (excl. vervoer) bij huishoudens is, dank Slochteren, weliswaar hoog, maar al lang, gemiddeld genomen, ook wat energetisch verbruik betreft, dalend, zie grafiek PBL. Ook als je de achterliggende Excel tabel op de PBL site bekijkt, met inmiddels data tm. 2016, zie je dat het gemiddelde verbruik van gas in de decades 1990-1999, 2000-2009, en (deels bekend) 2010-2016 is afgenomen: per inwoner gemiddeld omlaag van 31,3 via 28,2 naar 26,2 GJ/jaar. Zie ook grafiek verderop voor de hele serie.
Wat die dalende lijn betreft, is het bij het gas verbruik altijd gecompliceerder dan bij elektra. Want het gebouw-gebonden verbruik van die energie modaliteit wordt in extremo bepaald door de warmte vraag. En zelfs in "redelijk" geïsoleerde woningen, komen twee strenge wintermaanden in een stookseizoen nu eenmaal hard aan. Dan wordt er gewoon flink gestookt, en stijgt het gemiddelde jaarverbruik door die korte, maar heftige stook periode, navenant. Daar heeft eventueel op gas of elektrisch koken vrijwel geen invloed op, dat gaat om een fractie van de volumes die naar ruimteverwarming toe gaan (CLO hanteert als vuistregel 78% ruimteverwarming, de rest voor tapwater + koken). Vandaar dat de "gas grafiek" een veel grilliger verloopt kent dan die voor elektra, met "pieken" en "dalen" (maxima en minima in de reeks getalsmatig in de grafiek weergegeven voor drie curves). Koude jaren geven een verbruiks-piek te zien, warme jaren een dal. Maar globaal genomen gaan ook bij de CBS data van 2004 tm. 2017 de verbruiken gemiddeld omlaag. Wat het totaal gemiddelde (zwarte getrokken lijn, en bijbehorende lineaire trendlijn) betreft, van 1.700 m³/HH.jr in 2004 naar slechts 1.240 m³/HH.jr in het, volgens KNMI vierde zeer warme jaar op rij, 2017. Een vermindering van maar liefst 27%, ruim het dubbele van de "score" bij elektra in dezelfde periode (12%).
Uiteraard kan elke eventuele toekomstige winterperiode met langdurige koude in dat plaatje tijdelijk roet in het eten gaan gooien, maar de vraag is of die langdurig koude winters nog wel (frequent) op gaan treden, in een klimaat waarbij de poolkappen smelten waar je bij staat. En de gemiddelde atmosferische temperaturen over lange periodes het ene record na het andere breken. Na het record warme jaar 2014 steeg het verbruik in 2015 en 2016, maar in 2017 is de consumptie alweer lager geworden, en ligt deze iets onder het gemiddelde niveau van 2015. De algemene trend blijft staan: de verbruiken gaan gemiddeld genomen fors omlaag, weergegeven door de drie in de grafiek opgenomen lineaire trendlijnen (stippellijnen voor vrijstaande woningen, appartementen, en totaal gemiddelde voor alle woning typen). Het hoogste gemiddelde verbruik in deze grafiek, uiteraard weer bij "die grote vrijstaande woningen", was 3.100 m³/HH in 2010. Een jaar waarvan KNMI claimde: "het eerste jaar sinds 1996 dat duidelijk beneden het langjarig gemiddelde van 9,8 °C eindigt. In grote delen van Europa was 2010 koud. Gemiddeld over de hele wereld behoort het afgelopen jaar echter tot de warmste drie sinds 1850". Maar zelfs bij die grote vrijstaande huizen daalde het gemiddelde verbruik naar "nog maar" 2.200 m³/HH in 2017. Een daling t.o.v. die "piek" van maar liefst 29%.
Het laagste gesignaleerde gemiddelde in alle reeksen lag sedert 2004 bij de appartementen, op slechts 800 m³/HH in 2014. Volgens KNMI "het warmste jaar sinds het begin van de regelmatige temperatuurmetingen in 1706". Wel is het effect van een kouder jaar bij genoemde vrijstaande huizen groter dan in huurappartementen, te zien aan de hellingshoek van de curves. Wat logisch is: er moet veel meer vloeroppervlak worden verwarmd in zo'n huis, dan in een meestal zeer bescheiden appartementje van slechts een paar tientallen vierkante meters. Dat scheelt enorm in het absolute verbruik als er eenmaal gestookt gaat worden.
De verwachting is dat ook in de al zeer weinig gas verbruikende woning categorie, appartementen, gemiddeld genomen het verbruik ook weer lager gaat worden. Zeker ook als isolatie in de huursector en bij andere hoogbouw eigenaren met appartementen versterkt ter hand genomen gaat worden. De laatste jaren vaak gestimuleerd middels de STEP subsidies (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties via RVO). Deze is weliswaar inmiddels (waarschijnlijk) in zijn geheel vergeven (in ieder geval gereserveerd), er wordt gehoopt op een opvolger regeling. Overall, zal de fikse daling bij alle curves te maken hebben met drie zaken: (1) steeds efficiëntere gas boilers, met steeds hogere rendementen; (2) steeds beter geïsoleerde woningen, die sowieso minder gas stook nodig hebben voor een vergelijkbaar (doch sterk persoons-afhankelijk) comfort niveau; (3) gemiddeld genomen steeds hogere gemiddelde jaar temperaturen vanwege klimaat verandering.
Opvallend is tot slot, dat het relatieve verschil t.o.v. het gemiddelde voor huur- resp. koopwoningen kleiner is dan bij elektra. Beide categorieën liggen dicht tegen dat gemiddelde aan, met koopwoningen er licht boven, huurwoningen er iets onder. Dat komt, omdat bij warmte door de bank genomen de "keus" of "de wil" om niet, dan wel zeer beperkt te stoken relatief klein is. Er zijn niet echt veel huishoudens zoals Polder PV die bewust zéér kritisch weinig "stoken". Echter, bij de ronduit verpletterende keuze uit elektrische (hulp) middelen voor wat voor doel dan ook, ontstaan vanzelf wel grote verschillen. Ook m.b.t. de "intensiteit" van het gebruik van dergelijke apparaten bij verschillende huishoudens. Vaak vinden we "nogal" veel stroom slurpende apparaten bij gezinnen in grotere (koop) woningen, en die apparaten worden ook vaak intensief gebruikt. Vandaar dat het verschil tussen die twee woning categorieën (koop- vs. huurwoning) bij gas veel kleiner is dan bij de optie elektra.
Normeren
Om de soms forse verschillen tussen koude en warme jaren te compenseren,
worden verbruiks-cijfers bij warmte cq. gas verbruik soms ook wel "genormeerd",
zodat jaren onderling beter met elkaar vergeleken kunnen worden. Op
de website van het Compendium voor de Leefomgeving (CLO; samenwerkingsverband
van CBS, PBL, RIVM en WUR), is op de nog niet geactualiseerde web-pagina
Energieverbruik
door huishoudens, 1990-2016, als enige een grafiek te vinden ("Huishoudelijk
energieverbruik per inwoner", 2e tabblad "Per inwoner 1990-2016"),
waarin het aardgas verbruik temperatuur-gecorrigeerd wordt
vertoond. Ondanks die correctie, en een daardoor gemiddeld wat hoger
liggende resultante curve, zien we ook daar een opvallende daling van
het gasverbruik per inwoner. Sedert het maximum in 1996 (30,41 GJ "absoluut"
= temp. gecorrigeerd 28,34 GJ) heeft deze afgeleide curve het voorlopig
laagste niveau van 19,40 GJ in 2015 laten zien.
Het absolute dieptepunt bij de werkelijk gemeten waardes was 2014, met 15,91 GJ. In dat "uitzonderlijk warme en zeer zonnige" jaar 2014 werd de hoogste temperatuur correctiefactor toegepast (1,404). In 1996, wat een zeer langdurige, koude winter kende, werd de laagste correctiefactor geïmplementeerd (0,913; NB: geen enkel ander jaar in de reeks 1990-2016 had een correctie factor lager dan 1). Het laatst bekende jaar, 2016, zat met een temperatuur-gecorrigeerd jaarverbruik van 19,52 GJ (corr. factor 1,148) op een niveau wat bijna 21% lager lag dan het langjarige gemiddelde (temp. gecorrigeerd) over de periode 1990-2016. Een structurele verbetering, dus.
Ik heb de data van het CLO, die een veel langere reeks tonen dan de nu beschikbare primaire CBS data, ook in een grafiek gezet, om de verschillen tussen de brondata ("actueel verbruik huishoudens") en van de temperatuur-gecorrigeerde cijfers zichtbaar te maken.
In deze grafiek het daadwerkelijke huishoudelijke gasverbruik in GJ/jaar van 1990 tm. 2016, weergegeven in de dikke bruine curve. Het daarvan door CLO afgeleide temperatuur-gecorrigeerde jaarverbruik in blauw. De langjarige gemiddeldes (1990-2016) worden door bijpassend gekleurde horizontale streepjeslijnen weergegeven, en zijn gemiddeld 22,46 GJ/jaar voor "werkelijk verbruik" resp. 24,63 GJ/jaar voor "temperatuur-gecorrigeerd jaarverbruik".
Voor beide curves zijn ook via Excel lineaire trendlijnen berekend, weergegeven in bijpassend gekleurde stippellijnen. Beide curves tonen duidelijk een sterke neerwaartse trend. De trendlijn voor de werkelijk gemeten waarden heeft een iets sterkere (negatieve) hellingshoek, dan die voor de temperatuur-gecorrigeerde waarden. Waarschijnlijk omdat er sterk negatieve waarden zijn vastgesteld in 2011 en in de jaren 2014-2016. Die pieken zijn sterk genormaliseerd / afgevlakt in de gecorrigeerde curve, soms zelfs afwezig. Het is duidelijk dat de waarden in de gecorrigeerde curve de laatst bekende drie jaren onder de gemiddelde trendlijn liggen.
Stadswarmte
Tot slot nog enkele opmerkingen over het door CBS / Statline opgevoerde "percentage woningen met stadsverwarming", in de bekeken periode van 2004-2017. Ook daarin zijn - relatief bescheiden - "historische correcties" verschenen, voor de jaren 2010-2013. Met name de verschillen voor 2010 en 2011 waren opvallend (0,6 resp. 0,5 procentpunt hoger dan eerder gedacht).
Het percentage bleef, met de nieuwe cijfers, tm. 2009 op 4% hangen, steeg in 2010 plots naar 4,6%, schommelde iets omlaag en weer omhoog naar 5,1% in 2012. Het aandeel daalde vervolgens naar 4,8% in 2014, en steeg vervolgens 1 jaar tijd fors door naar 5,5% in 2015. Dit bleef even hoog in 2016, in 2017 werd tot nog toe het hoogste niveau van 5,6% bereikt. De forse stijging in 2015 is opmerkelijk, omdat het verzet tegen gebonden stadswarmte, met o.a. de torenhoge vastrecht tarieven, de laatste jaren sterk is toegenomen. Wat zijn culminatie heeft gekend in een zwaar bevochten schikking tussen de spraakmakende Stichting Reeshofwarmte en Essent warmte opvolger Ennatuurlijk.
Er zullen ongetwijfeld nog meer toestanden rond stadswarmte blijven opflakkeren, zo lang als de vastrecht "load" zo extreem zwaar blijft. Met name voor de al dan niet gedwongen zuinige huishoudens (vooral huurders in kleine appartementen). Stadswarmte wordt zwaar gepusht vanuit belanghebbende kringen, en u kunt er vergif op innemen dat er steeds meer ruimte voor wordt gecreëerd in een al aangekondigde "verbrede SDE subsidie systematiek", mogelijk zelfs al per 2019. Als dat gaat lukken, zullen, al dan niet gedwongen, steeds grotere volumes voormalige "gas" huishoudens, aan een warmtenet worden gekoppeld. En ze zullen daarvoor een hoge prijs gaan betalen.
Verbruiksdata
stadswarmte: onbekend
Tot slot: er worden géén verbruiksdata voor stadswarmte
gepubliceerd door het CBS. Ze zijn "niet bekend". In de "Nationale
Energie Verkenning 2017" van ECN / PBL wordt
het geformuleerd als: "De hoeveelheid warmte die door aangesloten
woningen in een jaar wordt afgenomen van de stadsverwarming is niet
beschikbaar". Dat is natuurlijk te bezopen voor woorden, want
die data zijn uiteraard beslist voorhanden. Anders kunnen de warmte
leveranciers geen nota's voor hun klanten, noch eigen jaarcijfers opmaken.
Maar kennelijk mogen we ze niet te weten komen, want misschien zijn
die cijfers wel te schokkend voor woorden (?). Voor verdere discussie
hierover, zie onder
het voorgaande artikel (data tm. 2016).
Nagekomen
(8 april 2019)
Er was nogal wat - onterechte - commotie over verschillen tussen cijfers
voor energieverbruiken bij huishoudens tussen het CBS en het Planbureau
voor de Leefomgeving (bijv. artikel Trouw, "Wie
gelooft Haagse cijfers nog?", van 20 feb. 2019). Die commotie
werd versterkt door de hoge impact die o.a. de fors verhoogde energiebelasting
op gas én de SDE heffingen (ODE) op gas en elektra (per 1-1-2019)
hadden in combinatie met fors hogere verbruiken die
het CBS berekende (veel hoger dan het PBL had berekend). Uiteraard
werden daar kamervragen over gesteld, door VVD en CDA, die bovendien
nogal kritisch waren over (alle) geventileerde cijfers van het PBL.
Wiebes beantwoordde vragen die uitgebreid in een
6 pagina's tellende een kamerbrief van 8 april 2019. De verschillen
worden vooral veroorzaakt door andere aannames over ontwikkelingen,
tussentijdse ingrepen door de politiek (!!), e.d. In de brief wordt
op een rijtje gezet wat "oude" en "nieuwe" inzichten
in de (mogelijk) gemiddelde energieverbruiken per huishouden volgens
de verschillende bronnen zijn, volgens de laatste stand van zaken bij
de twee grote nationale instituten, in vergelijking met de al sterk
verouderde NEV 2017 (Nationale Energie Verkenning). Deze werd samengevat
in de vorm van een tabel die ik hier onder weergeef. Daaruit blijkt
duidelijk, dat het CBS gemiddeld genomen van hogere (uit nationale energie
statistiek cijfers berekende) verbruiken bij zowel elektra als bij gas
uitgaat, dan in NEV 2017 voor de jaren 2017 en (prognose) 2020, en in
de - laatste - bijstellingen van het PBL. Voor de duiding van de verschillen,
gelieve de kamerbrief na te lezen.
"Energieverbruik particuliere woningen; woningtype en regio's". Update van 5 september 2018, verzameling cijfers 2010-2017. Enig "minpuntje": 2009 en eerdere jaargangen staan niet in deze tabel, wel in de klassieke "Kerncijfers wijken en buurten" serie, eerste versie van 2009, en oudere exemplaren (zie hier onder).
"Kerncijfers wijken en buurten 2016" Update van 18 oktober 2017. Selectie Polder PV: energie, Nederland totaal (tabel mooier sorteren: bij veldje "Onderwerpen" op pijltje klikken)
(NB: 2017 nog niet beschikbaar in equivalent voor 2017 !)
Statline CBS. Verzameling oudere tabellen, waar onder diverse met energie verbruik cijfers huishoudens (opgenomen vanaf 2004 in grafieken in dit artikel)
Energieverbruik door huishoudens, 1990-2016. Compendium voor de Leefomgeving (CBS status maart 2018)
21 juni 2018: Politieke ingreep in energie tarieven aangekondigd - op basis Klimaatakkoord gas prijs vet omhoog, stroomprijs fors omlaag. Het was in de wandelgangen al bekend dat er aan de energiebelasting op gas en elektra geknutseld zou gaan worden door de onderhandelaars, ten bate van het optuigen van het aangekondigde "Klimaatakkoord". We zitten midden in een energietransitie, Groningen loopt - terecht - steeds harder te muiten dat de gaskraan dicht moet, we zijn met z'n allen al aardig bezig de "boel" te elektrificeren, en ook om steeds meer duurzaam (vooral: elektra) op te wekken. En als politici in het nauw komen, kunnen ze rare streken uithalen. Dat gaat nu weer gebeuren, en wel op "majeure wijze".
Dat Den Haag niet vies is van ingrepen in tarieven en tariefstructuren hebben we begin 2009 al gezien, toen een monsterachtige, doch door slechts weinig lieden begrepen operatie werd uitgevoerd. Waarbij de variabele transportkosten component uit het kleinverbruiks-tarief voor elektra werd gesloopt, daarvoor in de plaats een heftig capaciteitstarief ("vastrecht") op elektra kwam waardoor zelfs de nodige groepen aangeslotenen fors werden benadeeld. Tegelijkertijd moest vanwege die wijziging de energiebelasting per kWh flink omhoog, en ter compensatie daarvoor werd de teruggave post van het Ministerie van Financiën ook aanzienlijk hoger. U ziet de heftige effecten op de evolutie van tarief componenten terug in de overzichten die ik jarenlang heb bijgehouden (grafiek sectie). Het exemplaar tot en met 2018 vindt u hier.
Ook als er "politieke deals" gemaakt zijn, wil Den Haag nog wel eens ingrijpen in de tariefstructuren om die "financieel gedekt te krijgen". Dit, terwijl ze tegelijkertijd haar mond vol blijft hebben over "een geliberaliseerde energiemarkt". Vergeet dat maar, belastingen blijven de dominante tweak waar Haagse politici zich aan vergrijpen als ze een bepaalde kant op willen, dus continu Staats-ingrijpen ligt als vanouds op de loer. De laatste keer dat dat geschiedde was bij de "historische" schuif in de energiebelastingen die begin 2016 werd doorgevoerd. Toen werd, met de Groningse gasbevingen nog vers in het politieke geheugen, de energiebelasting op gas flink opgekrikt, en om dat "te compenseren" ging, een unicum in de Nederlandse belasting historie, de energiebelasting op stroom fors omláág. Ik heb destijds uitgebreid geïllustreerd wat de effecten daarvan waren, zonnestroom "salderen" werd toen minder profijtelijk (maar was nog steeds blijvend interessant).
Al langer zingt vanwege discussies over de energietransitie, het tot dogma verworden "van het gas af" (lees echter ook de terechte kritieken daar op, en de reacties op die kritiek), in de wandelgangen weer een zoveelste ingreep rond. En ja, alweer over de energiebelastingen. Volkskrant had vandaag de scoop, de eerste - heftige - aanwijzingen dat er weer flinke reuring in de energie tent gaat komen, en wel met het volgende.
Belastingschuif
wordt extreem doorgevoerd
Was het in 2016 nog maar een eenmalige (vanuit een politieke deal gemotiveerde)
wijziging, die in 2017 en 2018 niet herhaald werd, gaat nu echt "het
gas er op". Volkskrant meldt dat aan de "klimaat tafels"
gesprekken worden gevoerd over serieuze voorstellen om de Nederlandse
consument versneld "van het gas af" te krijgen. Door de incentive
op de koop van elektrische warmtepompen zo hoog mogelijk te
maken, en het verbruik van gas "financieel te bestraffen".
Hoe? Juist, door de energiebelasting op gas extreem te verhogen. Wat
natuurlijk zeer nadelig is voor flinke gas verbruikers. En tegelijkertijd
de energiebelasting op elektra fors te verlagen. Wat gunstig is voor
zowel warmtepomp bezitters, als voor particulieren en bedrijven die
er een willen aanschaffen. "Prettige bijkomstigheid" daarvan:
zeer goed voor de economie, want daar zouden miljarden Euro's in aan
te schaffen hardware, installatiewerk, etc. mee gepaard kunnen gaan.
Om echt "het verschil" te maken, zou volgens de ideëen van de deelnemers aan de door Diederik Samsom geleide "klimaattafel Gebouwde Omgeving", in twaalf jaar tijd, de energiebelasting op gas met 75% (!!) moeten toenemen, en tegelijkertijd zou de belasting op elektra met meer dan de helft moeten afnemen. Er wordt hier nog verder aan doorgerekend, maar definitieve cijfers zouden eind juni door de onderhandelaars moeten worden afgetimmerd, en in de tweede week van juli zouden die cijfers dan geopenbaard moeten gaan worden. Er wordt m.b.t. elektra gesproken over een verlaging van de huidige 10,46 Eurocent/kWh met maar liefst 6,5 Eurocent, naar dus kennelijk een rest bedrag van nog maar zo'n 3,96 Eurocent/kWh ex btw, en dit waarschijnlijk dus stapsgewijs afgebouwd in die twaalf jaar. Hoe dit er uitziet t.o.v. de historische evolutie van de belastingen (exclusief variabele prijs levering en de btw daar over) heb ik vandaag in de volgende "biervilt" grafiek laten zien op Twitter.
In groen is de hoogte van de post energiebelasting op elektra weergegeven tm. 2018, en helemaal rechts "het bedoelde ultieme effect" als die 6,5 cent "sloop" er daadwerkelijk van af gaat. Wat er bovenop gestapeld moet worden, reeds bekend tm. 2018 (SDE heffing / ODE en btw over EB en ODE van Staatswege, nog exclusief de btw post over het voor iedereen iets andere kWh tarief van de leverancier), is natuurlijk over 12 jaar nog niet bekend. Sowieso gaat door de enorme verlaging van de tot en met 2018 dominante energiebelasting component ook de btw over die component (en dus ook van het totaal) in deze grafiek beslist omlaag. Maar het effect hangt vooral af van de eventuele verdere ontwikkeling van de rap groeiende post ODE, waar uit de vele miljarden Euro's beschikt in de al lopende SDE regelingen deels (naar zeggen overheid: voor de helft door de burgers) zouden moeten worden betaald. Over zo'n lange periode weten we niet of de SDE dan nog bestaat, en hoeveel meer de post ODE tegen die tijd geworden zal zijn (om lopende verplichtingen van te kunnen blijven betalen). En ook nog niet wat de daarmee gepaard gaande (groeiende) btw component er weer bovenop gooit. Derhalve is het "stapelblokje" rechts gestippeld weergegeven, de omvang ervan is gewoon nog niet goed te voorspellen. Wie weet komen er nog wel meer taxen over die lange periode, dan is het eind resultaat natuurlijk helemaal in mistflarden gehuld.
Wel zeer duidelijk is, dat het totaal aan normaliter "gesaldeerde belastingen" als u eigen zonnestroom opwekt, extreem veel lager zal gaan worden, als deze plannen worden doorgezet. Weergegeven door het reële rode ovaaltje in 2018 (EB + ODE + btw over alleen deze taxen tezamen al 14,25 Eurocent/kWh, dominante component van ieders kleinverbruik tarief tussen de plm. 19 en 20 ct/kWh), en het fictieve over 12 jaar (met vraagteken). De rode pijlen geven de forse consequenties weer t.o.v. de tariefstellingen in 2018. Volgens het Volkskrant artikel is die intentie bloedserieus. Derhalve, zelfs als salderen gecontinueerd zou worden (wat partijen als Urgenda gaarne zouden zien), wat gezien de voorgaande artikelen (salderen opgeheven 2020, status coöps / postcoderoos), beslist niet het geval is (in 2020 te vervangen door een "teruglever" vergoeding van nog onbekende omvang), met deze plannen zou het financiële voordeel "vanwege de gesaldeerde belastingen" extreem ongunstig gaan worden. En moet er dus sowieso met totaal andere "terugverdien plaatjes" gerekend gaan worden.
Sofar so good. De definitieve bedragen weten we nog niet, en eventuele "randvoorwaarden" ook nog niet. Want er is bijvoorbeeld ook nog niets gezegd over die geheimzinnige post "teruggaaf energiebelasting". Een "vaste" post per jaar (ik noem hem altijd voor de grap "een negatief vastrecht"), die de laatste jaren stiekem stapje voor stapje werd uitgehold (jawel: vanwege "politieke deals"). En waarvan de omvang ook een zeer riskant politieke speelbal blijft. Gaat die compensatie omhoog als bijvoorbeeld financieel zwakke grote groepen als huurders forse financiële nadelen gaan ondervinden van de gevolgen van deze mega operatie ? Of gaat eventuele compensatie "elders" gezocht worden? Hoe dan ook, het schaakveld is weer volledig open, er zal wel weer het nodige geschoven gaan worden met "compensaties". Hoe die zullen uitpakken is onduidelijk. Wat beslist overeind blijft, is mijn voorspelling van lang geleden: collateral damage zal er altijd zijn, als er aan tarieven getornd gaat worden. En dat gaat nu op fundamentele wijze geschieden.
De
boodschap
Rekent u zich zelf s.v.p. nooit "rijk" met "terugverdientijd
berekeningen" van uw duurzame elektra opwekkende installaties.
De politiek heeft die leuke modellen namelijk versjteerd voordat u er
erg in heeft. En mag u straks wellicht zelfs "blij" zijn met
de reeds aangekondigde "teruglever" vergoeding, die mogelijk
hoger zal uitpakken dan het effect van "salderen" als bovenstaand
scenario bewaarheid wordt. En zelfs dan: een "teruglever"
vergoeding hoeft ook geen blijvertje te zijn. Als Den Haag het in haar
bol krijgt, kan ook dat t.z.t. zomaar weer "aangepakt" gaan
worden. Ergo: pluk de dag. God wikt. Den Haag beschikt.
Bronnen:
Wie niet van het aardgas af wil, zal dit voelen in de portemonnee: klimaattafel van Samson zorgt voor forse stijging van aardgasprijzen (Volkskrant, 21 juni 2018)
6 en een halve cent #energiebelasting van de stroomprijs af (Tweet Polder PV, 21 juni 2018)
Samsom: energierekening gaat helemaal niet omhoog (Financieele Dagblad, over vermeende duurder / goedkoper worden van de energie nota voor de natuurlijk nooit over een kam te scheren eindverbruiker, 21 juni 2018)
'Advies voor Klimaatakkoord: belasting op gas moet met 75 procent stijgen' (NOS, 21 juni 2018)
Samsom: energierekening blijft gelijk of gaat omlaag (NOS, 21 juni 2018 - Samsom: "bel niet meteen een aannemer en haal niet je cv-ketel van de muur" - hier wordt eerste tip van door mij al gesuggereerde sluier opgelicht, mogelijk gaat de teruggave post energiebelasting als compensatie omhoog)
Klimaatakkoord en energierekening (Krispy's Blog, 21 juni 2018 - bekende Krispijn Beek rekent grof voor wat gemiddelde huishoudens "financieel te wachten zou kunnen staan" met de nieuwe plannen, op basis van gemiddelde [Nibud] cijfers. Uiteraard zijn energieverbruiken van huishoudens meestal extreem verschillend van elkaar, waarvoor hij een grove rekentip geeft...)
Nagekomen nieuws:
Henri ten Hofte rekent in een onnavolgbare operatie "even" na wat de consequenties zullen zijn van (a) de verschuiving van energiebelastingen van (minder bij) elektra naar (meer bij) gas voor verschillende huishoudens, effecten van de aangekondigde vervanging van "salderen" van zonnestroom voor een "teruglever" vergoeding, én het effect op het verdienmodel bij postcoderoos projecten. Een zeer significante bijdrage aan de maatschappelijke discussie over de energie transitie (incl. "sociale rechtvaardigheid"). Maar liefst 13 heftige bijdragen (24 juni 2018):
https://twitter.com/HeNRGi/status/1010862162460454912
Holland Solar beschouwt een fors hogere heffing op gasverbruik zelfs als kans. Uiteraard op het vlak van verdere uitbouw van de jaren lang (net als elders in Europa) weinig groeiende markt voor thermische zonne-energie. Ook wordt gezinspeeld op de inzet van - nu nog in experimenteer stadium verkerende - "warmtebatterijen", die in de zomer opgeslagen warmte overschotten tot aan de winter periode zouden kunnen bufferen. Of iedereen dit soort nogal onzekere "kansen" zal gaan - dan wel (zeker in het geval van bestaande huurwoningen in gestapelde bouw) kunnen - grijpen is natuurlijk een tweede:
Holland Solar: ‘Stijging gasprijs hoeft niet tot hogere kosten voor burgers te leiden’ (28 juni 2018)
30 december 2017: Energiebelastingen voor het kalenderjaar 2018 - essentiële componenten op uw energie rekening.
Introductie
Op 19 december 2017 heeft de Eerste Kamer voor
de wijzigingen in de belastingen voor 2018 gestemd, met wederom,
net als in 2016, als uitzondering de PVV. Zoals gebruikelijk zijn
er weer veranderingen in de tarieven van de energiebelastingen op
drinkwater, gas, en elektriciteit aangekondigd. Voor de twee laatste,
waren de plotselinge wijzigingen, aangekondigd eind van 2015, voor
het jaar 2016, ronduit dramatisch te noemen ("gevolgen
belastingschuif tussen elektra en gas"). Er werd gediscussieerd
over verdere aanscherping van die "belastingschuif" (nog
hogere belastingdruk op gas, en tegelijkertijd "verlichting"
belasting op elektra), maar hij blijkt niet te zijn gematerialiseerd
voor komend jaar, beide belastingen gaan verder omhoog. Vorig jaar
waren de wijzigingen relatief gering, in 2018 komen er echter wederom
behoorlijke verhogingen aan. Daarnaast is, wederom in een apart wetsvoorstel,
bepaald wat de tarieven voor de heffing op duurzame energie productie
(de "ODE") zullen gaan worden voor (alleen) het jaar 2018.
Daaraan zouden burgers en het bedrijfsleven, zo wordt gesuggereerd
elk voor de helft gaan bijdragen.
De wijzigingen in die SDE heffingen zijn, mede gezien de vele miljarden Euro's aan afgegeven beschikkingen in met name 2016 en 2017 voor SDE (zie gealloceerde budgetten tm. SDE 2017 in artikel van 4 sep. 2017, paragraaf financiën) zelfs aanzienlijk te noemen, zoals u verderop kunt zien. Polder PV licht de wijzigingen, en de evolutie van de belasting tarieven zoals gebruikelijk aan het einde van het jaar, toe in de vorm van diverse grafieken. Daarbij gaarne notie nemen van het feit dat alle tarieven zijn weergegeven ex btw. Op uw nota zult u daaroverheen nog eens 21% btw betalen (btw over energiebelasting; dit is "normale EU policy", ook al zien we commentaar hierop regelmatig opflakkeren). Een van de vele suggesties van Rutte III, om ook het lage btw tarief te gaan verhogen (van 6 naar 9%), lijkt vooralsnog niet te zijn doorgegaan voor 2018, als je de Belastingplan documentatie bekijkt. Dit is overigens in de huidige context alleen relevant voor de btw op drinkwater (ons lokale water bedrijf Dunea laat voor 2018 bijvoorbeeld nog steeds de gebruikelijke 6% zien), voor elektra, gas en stadswarmte blijft het hoge 21% tarief intact.
Energiebelasting op aardgas verbruik
Getoonde bedragen zijn afgerond op vier cijfers achter de komma
Na de enorme wijziging van de tarieven voor de kleinverbruikers per 1-1-2016 (tarief tm. 170.00 m³ 25,17 Eurocent/m³ ex btw, stijging van bijna 13%), en een nauwelijks merkbare stijging van 0,3% in 2017, gaat er weer een flinke slok op de borrel extra betaald worden voor gasverbruik in het nieuwe jaar. Per 1 januari 2018 wordt het belangrijkste - residentiële - tarief nu 26,00 Eurocent/m³, een verhoging van 3% t.o.v. de tariefstelling in 2017. Het maakt daarbij bovendien al een tijdje niet meer uit of je in de oude 1e (tm. 5.000 m³) of 2e staffel (tm. 170.000 m³) zit, die categorieën zijn in 2013 samengevoegd zoals u ziet in de grafiek. Sowieso zitten de meeste huishoudens qua verbruik ver onder het max. van de eerste staffel. Het gemiddelde verbruik was in het relatief "koude" jaar 2016 volgens het CBS nog maar 1.300 m³/jaar, tussen extremen van 900 - 2.300 m³/jaar, afhankelijk van het type huishouden (analyse).
Iets hogere relatieve stijgingen van de energiebelasting op gas verbruik zien we bij de grotere verbruiks-categorieën, met percentages rond de 4%. Maar 2 van die categorieën werden in 2017 "gematst": groepen afnemers die meer dan 170.000 m³/jaar verbruikten, en diegenen met een jaarverbruik van ruim 1 miljoen tm. 10 miljoen m³ hoefden in 2017 maar liefst 10,6 resp. 10,7% minder te betalen dan in het jaar daarvoor. Na de wijzigingen in 2018 gaan de 3 hoogste staffels de volgende bedragen energiebelasting op gas betalen: 6,46 (tm. 1 mln m³/jaar), 2,36 (tm. 10 mln m³/jaar), resp. 1,27 Eurocent/m³ (meer dan 10 mln m³/jaar, sedert 2013 geen verschil meer tussen zakelijk / niet-zakelijk). De enige "moderate" stijging was voor energiebelasting op autogas uit CNG vulstations, wat met een stijging van maar 0,8% t.o.v. 2017 op 16,26 Eurocent/m³ kwam. Maar de tariefstelling voor dit waarschijnlijk "langzaam uitstervende fenomeen" (autogas), was sowieso al extreem opgetrokken in de periode 2011-2016, zoals de grafiek goed laat zien.
Het absolute verschil in energiebelasting per m³ tussen de laagste (26,00 ct, consumenten en "kleinzakelijke" gasverbruikers tm. 170.000 m³/jaar) en de hoogste verbruiks-groep (>10 miljoen m³/jaar, 1,27 ct/m³) is in 2018 een factor 20,5. Die verhouding was het hoogst in 2016 (factor 20,8), en het laagst in 2015 (16,2). In 2004 (het "energie liberaliserings-jaar") was die verhouding nog 19,1 : 1.
Van de tarief groepen waar het langst energiebelasting over is geheven in dit langjarige overzicht, de eerste 3 staffels, zijn de gemiddelde jaarlijkse compound annual growth rates (CAGR's) van de betreffende toegepaste energiebelasting tarieven voor gas achtereenvolgens 5,8%/jaar (tm. 5.000 m³/jaar), 9,4%/jaar (tm. 170.000 m³/jaar), resp. 13,2%/jaar (tm. 1 mln m³/jaar) geweest. Ergo: ook al zijn de fysiek in rekening gebrachte tarieven voor de hogere belastingstaffels véél lager dan voor de residentiële sector, de procentuele jaarlijkse verhogingen zijn gemiddeld genomen over die lange periode voor de hogere staffels wel hoger geweest dan voor de huishoudens. Daar staat echter weer tegenover dat, als je bijvoorbeeld 2009 als uitgangspunt neemt (alle hierboven genoemde staffels belast), het beeld gemengd is. Dan krijgen we jaarlijkse CAGR stijgingen van gemiddeld 5,7%/jaar (1e staffel) tot 7,6%/jaar (tm. 1 mln m³/jaar), en voor de hoogste staffels, >10 mln m³/jaar, een opmerkelijke discrepantie van 1,2%/jaar (niet-zakelijk) en 5,2%/jaar (zakelijk). De allerhoogste stijging viel autogas ten deel: daarvan werd de energiebelasting gemiddeld genomen in de periode 2009-2018 met maar liefst 20,2%/jaar opgetrokken.
SDE heffing ("ODE") op aardgas verbruik
Náást de energiebelasting wordt sedert 2013 ook SDE* heffing geheven (formeel "opslag duurzame energie", ODE), zowel op gas als op elektra. De expliciete opzet van die heffing is, om de burger te laten zien wat zijn/haar "gesocialiseerde" bijdrage aan de honderden tot paar duizend duurzame energie projecten is die dezer jaren worden gebouwd met SDE exploitatie subsidies. Althans, dat was de uitdrukkelijke insteek van voormalig Minister Verhagen. Er zingen echter alweer enige tijd geluiden rond, dat de ODE en de energiebelasting maar weer op een grote hoop geveegd zouden moeten worden (kwam al eind 2016 ter sprake, maar destijds Minister Kamp schoof de beslissing er over door naar een volgend kabinet). Omdat dat minder "ingewikkeld" en "goedkoper" zou zijn. En mogelijk met de impliciete insteek dat de burger toch geen moer van zijn/haar e-nota zal begrijpen, wat voor massieve informatie campagne er ook tegenaan wordt gegooid. Laten we hopen dat ze in Den Haag bij zinnen komen, en die uitsplitsing gewoon laten staan op de nota's. Want ODE en energiebelasting zijn fundamenteel verschillende soorten heffingen: de eerste is zeer specifiek voor het bevorderen van energie uit hernieuwbare bronnen, waar "de burger" sinds SDE 2011 niet eens meer aan mee kan doen tenzij hij/zij zich in coöperatief verband zou gaan organiseren (met name vanwege de 15 kWp onder"cap" bij zonnestroom). De tweede is dood-ordinair, en primair, een heffing om inkomsten te genereren voor de Staat (wat af en toe ook wordt bevestigd door de zittende minister van Financiën). Ook al staat deze belasting nog steeds expliciet vermeld onder het hoofdje "Belastingen op milieugrondslag" in het jaarlijkse wijzigingsdocument van het Ministerie van Financiën vermeld (2018 exemplaar alhier).
* "Stimulering Duurzame Energieproductie", sedert SDE 2011 omgetoverd in "SDE+". Zie website van de uitvoerende instantie van die regeling, RVO.
Dit alles terzijde: hieronder de volledige tarief ontwikkeling van de ODE voor aardgas, tm. 2018. Hold your horses, in 2018 gaat er weer een flink percentage bovenop.
In oranje toegevoegd de recent bepaalde tarieven voor ODE gas voor 2018. Daarin zijn zeer forse - opwaartse - wijzigingen geweest, die natuurlijk worden gevoed door het feit dat er reeds enorme bedragen aan lang-jarige exploitatie subsidies zijn toegezegd voor talloze grote projecten die onder het kopje "hernieuwbaar" worden geschaard. Daar bovenop is er alweer 6 miljard Euro te vergeven aan de komende eerste half jaar ronde SDE "+" 2018, en komt er waarschijnlijk weer een zelfde enorm budget bedrag voor de najaars-ronde overheen (kamerbrief 6 december 2017). De tragedie is hier wederom, dat diegenen die het minste energie (aardgas) verbruiken, sowieso al de hoogste SDE heffingen per m³ verbruikt aardgas betalen, én die bovendien komend jaar met de hoogste relatieve stijgingen worden geconfronteerd, zoals het volgende staatje laat zien.
Toenames voor de tarieven in 2018 t.o.v. de tariefstellingen voor 2017 zijn als volgt (categorieën in m³/jaar; percentages bepaald van de originele tariefstellingen, met 5 cijfers achter de Euro komma):
Cumulatie heffingen energiebelasting, ODE, én btw voor aardgas 2012 tm. 2018 kleinverbruik
In deze derde "gas" belastingen grafiek het cumulatieve effect van de energiebelasting, de ODE heffing, vermeerderd met de (21%) btw geheven over beide posten. Hieruit resulteert de totale belastingdruk van overheidswege op elke kubieke meter gas die u verbruikt (nog exclusief de btw over de separate post levering, zie verder). Getoond worden hier de tarieven voor de laagste staffel. Dit was oorspronkelijk tm. 5.000 m³/jaar, wat vrijwel geen "normaal" huishouden zal halen. De categorie is in 2013 samengevoegd met de tweede staffel, en derhalve "opgerekt" naar max. 170.000 m³/jr. Hier onder valt dus ook een fors deel van het kleinbedrijf. In onderstaande grafiek is alleen de hele reeks voor het verbruik tm. 5.000 m³ getoond, met bijbehorende tariefstellingen voor 2012.
In 2012 (1e resp. 2e jaarhelft) was er nog geen ODE heffing. Die kwam pas voor het eerst voor het verbruik in 2013 op de nota te staan, en was nog zeer laag (0,23 ct/m³ ex btw). Maar hij neemt zeer snel toe, vanwege nieuwbouw van talloze SDE gesubsidieerde projecten (meestal met een forse capaciteit), waar die "bronbelasting" naar toe vloeit in de vorm van maandelijkse subsidies. Dat zijn feitelijk door RVO uitbetaalde voorschotbedragen, die later worden "verrekend" met bijstellingen a.g.v. geactualiseerde correctiebedragen. De energiebelasting is, met name a.g.v. de beruchte "energiebelasting-schuif" per 1 jan. 2016 (stijging van 32% t.o.v. tariefstelling 2015 !) zeer fors toegenomen. Daarna is de stijging relatief gering geweest, al is er weer 3% bovenop gekomen in 2018 t.o.v. 2017. Met de heftig gestegen SDE heffing gecombineerd, werd daarmee ook de door de Staat over beide posten afgeroomde btw hoger. Een combinatie van deze effecten is, dat de belastingdruk op elke m³ gas die u verbruikt, van de eerste jaarhelft van 2012 tm. 2018 is toegenomen van, totaal, 19,84 ct/m³ tot maar liefst 34,91 ct/m³. Een toename van maar liefst 76% in 6 jaar tijd. Met de CAGR methodiek komt dat neer op een stijging van maar liefst 9,9% gemiddeld per jaar. Alleen aan btw vangt de overheid inmiddels al 6 Eurocent per m³ verbruik, nog uitsluitend vanwege de "reguliere belasting posten". En daar hoeft zij niets voor te doen...
Berekeningen nog zonder btw over post "levering"
In alle hier getoonde belasting grafieken ontbreekt nog de verplicht af te dragen btw over de door de leverancier in rekening gebrachte (enige eigen) post "levering". Voor gas was bijvoorbeeld bij Vattenfall - Nuon het kale ex btw tarief voor de levering in de tweede jaarhelft van 2017 24,77 ct/m³ bij het modelcontract, en 25,94 ct/m³ voor een 1-jarig "vasteprijs" contract (beiden inclusief regio toeslag). 21% daar over gerekend komt op 5,2 tot 5,4 cent extra btw inkomsten voor de Staat voor elke verkochte kuub gas. In totaal, met bovenstaande (btw over EB en ODE), dus al ver over de 11 Eurocent/m³. Met een verwachte stijgende "kale" leveringsprijs in 2018 wellicht zelfs nog iets meer.
Gevolgen voor huishoudens - een paar voorbeelden
Om zichtbaar te maken wat bovenstaande voor enkele "typen" huishoudens betekent heb ik onderstaand staatje met vier voorbeelden getoond. Ook deze tabel nog zonder btw te berekenen over de (uit tientallen marktpartijen en honderden contractvormen te verkiezen) post "levering". Dit is wat álle Nederlanders sowieso kwijt waren dan wel zijn (2018) aan afdrachten aan de Staat:
In de eerste regel heb ik een huishouden getoond wat uitsluitend "kookgas" gebruikt - bijvoorbeeld in een stadswarmte wijk als de onze, met een apart lage druk kookgas net. Waarbij ik ben uitgegaan van een relatief hoog verbruik van 50 m³ per jaar (wij zelf verbruiken veel minder dan die hoeveelheid). Daarvoor vallen in dit geval de totale afdrachten aan de Staat mee (stijging van 10 naar bijna 17 en een halve Euro tussen 2012 en 2018).
De tweede regel laat de afdrachten over gas verbruik voor een "gemiddeld huishouden" zien, waarbij het laatst bekende gemiddelde het cijfer voor 2016 is, zie daarvoor mijn analyse van de laatst bekende CBS cijfers. Met een (toen) gemiddeld verbruik van 1.300 m³/jaar kom je op een afdracht aan de Staat, tussen de 262 (2e helft 2012) en 454 Euro (2018). Bijna tweehonderd Euro meer.
De derde regel laat het effect zien op een twee onder een kap woning, hier gesteld met een verbruik van grofweg 1.800 m³/jaar, leidend tot een afdracht tussen 363 Euro (2e jaarhelft 2012) en al 628 Euro in 2018. De laatste regel toont een "zwaar verbruikend" huishouden. Met 5.000 m³/jaar kom je dan al tot spectaculaire douceurtjes voor de Staat van ruim duizend Euro (2e helft 2012) tot zelfs bijna 1.750 Euro in 2018 uit. Dat lijkt me een byzonder goede reden om rap flink te gaan isoleren en/of om het verspillende gedrag te gaan aanpassen... Tenzij men in zo'n geval geen enkel probleem heeft om zo'n enorme hoeveelheid geld naar de Staat te doen vloeien aan belastingen die niet direct met het "gekozen markt tarief van de betreffende leverancier" van doen hebben ...
Ook nog andere posten
Nogmaals: dit alles betreft uitsluitend de dikke slagroom die de Staat van elke kubieke meter gas die u verbruikt afroomt. We hebben het hier nog niet over leverings-tarieven gehad (die enkele jaren een dalende trend hebben gekend, maar die volgens Pricewise per 1 januari a.s. weer zullen stijgen), noch over transportkosten. Transportkosten voor gas en elektra stijgen ook weer in 2018, aldus ACM. Waarbij als opvallende voetnoot genoemd mag worden dat vooral de door gemeenten in rekening gebrachte precario kosten medeschuldig zijn aan die - door de netbeheerders universeel doorberekende - stijging (in bovenstaande voor gas relevant). NB: kosten voor netbeheer zijn sedert 2009 voor particulieren uitsluitend vaste bedragen per jaar, en dus niet afhankelijk van het verbruik.
Energiebelasting op elektra verbruik
Getoonde bedragen zijn afgerond op vier cijfers achter de komma
De al onder "gas" belastingen genoemde energiebelasting-schuif truuk m.b.t. de tarieven voor de kleinverbruikers per 1-1-2016 hield voor elektra juist een heftige verláging in, van 11,96 naar 10,07 Eurocent/kWh (ex btw), minus 16%. Een unicum in de Nederlandse energiebelasting historie (tarief tm. 10.000 kWh/jaar). Bij andere verbruiksgroepen gingen de energiebelastingen in 2016 wel iets omhoog.
Net als voor gas was de stijging van de energiebelasting op stroomverbruik per 1 januari 2017 relatief klein, slechts 0,6% voor kleinverbruikers (tot max. 10.000 kWh/jr). De verhoging is groter in 2018, van 10,13 naar 10,46 Eurocent/kWh, ruim 3,2%. Waarbij het al lang niet meer uitmaakt of u "grijze" of "groene" stroom afneemt, ze hebben identieke tariefstellingen sedert 2005. Terwijl de grotere verbruikers in 2017 werden "gematst", met bijna nihil stijgingen tot zelfs geringe dalingen van het EB tarief (zie overzicht vorig jaar), zijn de relatieve toenames bij elektra ditmaal groter dan bij de laagste verbruiks-categorie. Groepen afnemers die meer dan 10.000 tm. 50.000 kWh/jaar verbruiken, gaan van 4,901 naar 5,274 €ct/kWh, en dus 7,6% meer betalen per eenheid van energie. Dat zal impliciet ook een interessante groep worden om zonnepanelen bij te gaan plaatsen, omdat het eventueel te salderen deel boven de 10.000 kWh een hogere waarde aan vermeden inkoop kosten zal inhouden.
Bij de hogere belasting "schijven" zijn ook relatief hoge percentages verhoging van de energiebelasting doorgevoerd: van 1,305 naar 1,404 €ct/kWh (+ 7,6%) voor verbruiken tussen 50.000 en 10 mln kWh/jaar, van 0,107 naar 0,116 €ct/kWh (+ 8,4%) voor de categorie >10 mln kWh/jaar "niet-zakelijk", en van 0,053 naar 0,057 €ct/kWh (+ 7,6%) voor de vergelijkbare hoogste staffel, maar dan voor "zakelijke" aansluitingen cq. verbruiken.
Ook al zijn de hogere verbruiks-categoriëen dus wel "een beetje" aangepakt, ze betalen nog steeds absurd weinig energiebelasting t.o.v. het residentiële markt segment. Iets waar regelmatig klaagzangen over worden vernomen in de Tweede Kamer, maar waar tot nog toe vrijwel geen gehoor aan is gegeven van wat voor rechts-conservatief tot neoliberaal kabinet dan ook. Het verschil tussen de laagste tariefgroep (2018: 10,46 ct, consumenten) en de hoogste verbruiksgroep (>10 miljoen kWh/jaar zakelijk, 0,057 ct/kWh) is komend jaar nog steeds extreem hoog, een factor 184 (!). Veel hoger dan de verschillen tussen de laagste en hoogste staffels bij gas (factor 21, zie eerste sectie, gas, van dit artikel). Die verhouding was voor elektriciteit het hoogst in 2015 (factor 239 verschil !), en het laagst in "energie liberaliserings-jaar" 2004. Toen was die verhouding nog steeds hoog, maar "slechts" 131 : 1.
Van de tarief groepen waar het langst energiebelasting over is geheven in dit langjarige overzicht, de eerste 3 standaard staffels, zijn de gemiddelde jaarlijkse compound annual growth rates (CAGR's) van de betreffende toegepaste energiebelasting tarieven voor elektriciteit achtereenvolgens 5,9%/jaar (tm. 10.000 kWh/jaar), 6,8%/jaar (tm. 50.000 kWh/jaar), resp. 10,9%/jaar (tm. 10 mln kWh/jaar) geweest. Ook hier geldt dus, naar analogie van de situatie bij gas (eerste sectie van dit artikel): Ook al zijn de fysiek in rekening gebrachte tarieven voor de hogere belastingstaffels véél lager dan voor de residentiële sector, de procentuele jaarlijkse verhogingen zijn gemiddeld genomen over die lange periode voor de hogere staffels ook hoger geweest dan voor de huishoudens. Vanwege de bizarre gevolgen van de invoering van het capaciteitstarief voor elektra in 2009, en de drie andere gelijktijdig ingevoerde wijzigingen in de tarief systematiek, zijn de CAGR cijfers voor de periode 2009 tm. 2018 een stuk moeilijker te duiden, als je niet weet waar dat aan ligt. Terwijl in die periode voor de consumenten (tm. 10.000 kWh/jaar) een CAGR gold van gemiddeld minus (!) 0,4% per jaar voor energiebelasting op elektra verbruik (gevolg van de belastingschuif in 2016), een gemiddelde positieve CAGR groei voor de hoogste staffels heeft plaatsgevonden. Voor de twee staffels tussen 10.000 en 10 mln kWh/jaar gemiddeld 3,2% groei/jaar. En voor de twee hoogste staffels (niet-zakelijk / zakelijk verbruik >10 mln kWh/jaar) gemiddeld 1,7 resp. 1,5%/jaar. Dit laat verder onverlet dat, absoluut bezien, de energiebelasting op elektra ook voor de kleinste staffel weer begint toe te nemen na die merkwaardige belasting-schuif in 2016.
Voor de "postcoderoos" (PCR) projecten, die vallen onder de "Regeling Verlaagd Tarief", verandert er net als voor het afgelopen jaar niets. Die werden, sedert de nogal ongelukkig verlopen start in 2014-2015, in 2016 al op "nihil" tarief gezet voor de eerste (maximale) 10.000 kWh opwek die van het betreffende PV project "op vreemd dak" afkomstig is. En dat beleid wordt verder gecontinueerd in 2018 (ook voor nieuwe PCR projecten). Het "verlaagde tarief" staat binnen een project vast voor een periode van 15 jaar, en wordt derhalve door sommigen als "zekerder" gezien, dan klassiek thuis salderen. Waarover nog onbekende "wijzigingen" zijn aangekondigd, die steeds meer lijken te wijzen richting "een" invoedings-tarief voor momentane zonnestroom overschotten die dan "bemeterd" het net op zouden vloeien (zie salderings-dossier, berichten van de laatste maanden bovenaan).
In 2017 is ook voor het eerst in de geschiedenis op verzoek van het parlement een verlaagd tarief voor laadpaal infrastructuur voor elektrisch vervoer geïntroduceerd (oranje kolom). Dit verlaagde tarief geldt voor de periode 2017 tm. 2020, slechts voor de eerste 10.000 kWh "elektriciteit die geleverd wordt aan oplaadinstallaties voor elektrische voertuigen (bestaande uit een of meer oplaadpunten) die beschikken over een zelfstandige aansluiting". Het tarief wat wordt geheven is hetzelfde als dat in de tweede belastingschijf: 4,9 ct/kWh. Vandaar dat die kolom even hoog is als dat van de schijf voor verbruiken van 10.001 tm. 50.000 kWh/jaar.
SDE heffing ("ODE") op elektra verbruik
Zie ook intro tekst onder "gas". Hieronder de volledige tarief ontwikkeling van de ODE voor elektriciteit.
In oranje toegevoegd de recent bepaalde tarieven voor ODE elektra voor 2018. Daarin zijn net als bij gas nogal heftige wijzigingen geweest, die natuurlijk ook worden gevoed door het feit dat er enorme bedragen subsidies zijn toegezegd voor, in deze categorie met name vanwege de vele beschikkingen voor zowel windparken als zonnestroom projecten, de laatste duizenden installaties betreffend, die onder het kopje "hernieuwbaar" worden geschaard. Overigens gaat over het totaal bezien het veelvoud aan subsidies nog steeds naar windenergie en, met name, biomassa toe. Als er geen rare zaken zijn geschied gaat er mogelijk ook weer in de tweede SDE 2017 ronde veel geld naar windenergie. Er werd in de eerste fase immers al voor 221 projecten subsidie aangevraagd, en het budget van 6 miljard Euro bleek in die eerste fase, die maar 202 (meestal relatief kleine) PV projecten telde, al in totaal voor 73% geclaimd. Op de RVO site staat grafisch weergegeven wat er aan verwachte uitgaven is geaccumuleerd voor de diverse modaliteiten in de periode 2010-2025, op basis van een raming van januari 2017, voor alle MEP en SDE regelingen tm. SDE 2016 ronde II (deze webpagina, laatste grafiek, wind op zee wordt via een tender regeling gefinancierd, officieel buiten SDE). Sedert SDE 2016 is er ook helaas voor een paar miljard (!) Euro aan een paar steenkolencentrales toegekend, voor de beruchte optie "bij- en meestook van biomassa". Als die waanzinnige projecten daadwerkelijk doorgaan, betaalt u aan die blijvende ongein en pure volksverlakkerij mee via de ODE over elke kWh die u (netto) afneemt.
Toenames voor de tarieven in 2018 t.o.v. tariefstellingen voor 2017 zijn als volgt (categorieën in kWh/jaar; percentages bepaald van de originele tariefstellingen, met 5 cijfers achter de Euro komma):
Cumulatie heffingen energiebelasting, ODE, én btw voor elektra 2012 tm. 2018 kleinverbruik
In deze derde "elektra" belastingen grafiek het cumulatieve effect van de energiebelasting, de ODE heffing, vermeerderd met de (21%) btw geheven over beide posten. Hieruit resulteert de totale belastingdruk van overheidswege op elke kWh elektriciteit die u verbruikt (nog exclusief de btw over de separate post levering, zie verder). Tarieven voor de laagste staffel, tm. 10.000 kWh/jr, het meest relevant voor de inmiddels al bijna 7,8 miljoen huishoudens.
In 2012 (1e resp. 2e jaarhelft) was er nog geen ODE heffing. Die kwam pas voor het eerst voor het verbruik in 2013 op de nota te staan, en was ook voor elektra aanvankelijk nog zeer laag. Maar ook deze heffing neemt zeer snel toe, vanwege nieuwbouw van talloze SDE gesubsidieerde projecten (meestal met een forse capaciteit), waar de SDE heffing ("ODE" belasting over elektra verbruik) - via de burelen van RVO - naar toe vloeit in de vorm van maandelijkse subsidies. De energiebelasting is echter in 2016 fors áfgenomen vanwege de beruchte "energiebelastingschuif met aardgas". Met de sindsdien verder fors gestegen SDE heffing gecombineerd, en wederom een lichte groei in het niveau van de EB zelf, werd daarmee in 2018 de btw post over het totaal weliswaar weer hoger dan in 2016 en 2017. Maar de hoogte van deze btw post ligt momenteel pas weer op het niveau van 2013. Zeer waarschijnlijk gaan we, als er geen verdere "belasting schuif truuks" worden uitgehaald door Rutte III, met verder stijgende SDE heffingen, uiteindelijk wel weer naar een totale belastingdruk (incl. btw) toe die hoger zal zijn dan de tot nog toe bereikte "piek" in 2015. Toen lag dat niveau op 14,91 Eurocent per kWh. In 2016 is het tijdelijk terug gevallen naar 12,86 Eurocent/kWh. Vanaf 1 januari 2018 ligt het alweer op 14,25 cent, wat al niet ver meer van de "max. in 2015" vandaan ligt. De energiebelasting sec is van het totaal (EB + ODE + btw) in 2018 73,4%, en blijft daarmee van overheids-wege veruit de belangrijkste heffings-post op uw stroomrekening.
Een combinatie van al deze effecten (met name de e-belasting-schuif) is, dat de belastingdruk op elke kWh elektra die u verbruikt, t.o.v. de eerste jaarhelft van 2012 tm. 2018 nu weer licht is toegenomen van, totaal, 13,57 ct/kWh tot 14,25 ct/kWh in 2018. Een netto toename van 5% in 6 jaar tijd (was vorig jaar nog negatief t.o.v. 2012). Met de CAGR methodiek komt dat neer op een netto stijging van 0,8% gemiddeld per jaar (2017 nog: -0,6%/jaar). Sterk afhankelijk van het eventueel inzetten van "een toekomstige extra energiebelasting schuif" tussen elektra en gas, kan dat beeld beslist weer worden bijgesteld richting een negatieve groei t.o.v. 2012. Dat is zeer lastig te voorspellen. Met Den Haag weet je het immers maar nooit waar het tariefstellingen en de jaarlijkse bijstelling daarvan betreft. 1 keer chaos in Groningen, bijvoorbeeld vanwege een mogelijk heftige, forse schade veroorzakende aardgas beving, en de vlaggen waaien zo weer een andere kant op in de Residentie...
Berekeningen nog zonder btw over post "levering"
Ook in alle hier getoonde belasting grafieken voor elektra ontbreekt nog de verplicht af te dragen btw over de door de leverancier in rekening gebrachte (enige eigen) post "levering". Voor elektriciteit was bijvoorbeeld bij Vattenfall - Nuon het kale ex btw tarief voor de levering in de tweede jaarhelft van 2017 5,14 ct/kWh bij het modelcontract, en 5,84 ct/kWh voor een 1-jarig "vasteprijs" contract (NB: al enige tijd inclusief een niet uitgeplitste "Blijven Loont korting"). 21% daar over gerekend komt op 1,1 tot 1,2 cent extra btw inkomsten voor de Staat voor elke verkochte kWh elektriciteit. In totaal, met bovenstaande (btw over EB en ODE), dus al ver over de 15 Eurocent/kWh (!). Met een verwachte stijgende "kale" leveringsprijs in 2018 wellicht zelfs nog iets meer.
Gevolgen voor huishoudens - een paar voorbeelden
Om zichtbaar te maken wat bovenstaande voor enkele "typen" huishoudens betekent heb ik onderstaand staatje met vier voorbeelden getoond. Ook deze tabel nog zonder btw te berekenen over de (uit tientallen marktpartijen en honderden contractvormen te verkiezen) post "levering". Dit is wat álle Nederlanders sowieso kwijt waren dan wel zijn (2018) aan afdrachten aan de Staat:
In de eerste regel heb ik een huishouden getoond met een zonnestroom systeem wat - op jaarbasis - iets krapper is uitgelegd qua productie dan verbruik, met nog een kleine netto inkoop behoefte van 100 kWh per jaar. In de woorden van een bevriend collega zonnestroom fanaticus een "possie" genoemd (zie PttP 2009-4, pagina 8). Voor dergelijke situaties vallen de totale afdrachten aan de Staat uiteraard mee (stijging van iets minder dan 14 naar ruim 14 Euro tussen 2012 en 2018).
De tweede regel laat de afdrachten over (netto) stroom verbruik voor een "gemiddeld huishouden" zien, waarbij het laatst bekende gemiddelde het cijfer voor 2016 is, zie daarvoor wederom mijn analyse van de laatst bekende CBS cijfers. Met een (toen) gemiddeld verbruik van 2.910 kWh/jaar kom je op een afdracht aan de Staat, tussen de 401 (2e helft 2012) en 415 Euro (2018). Vanwege de belastingschuif doorgevoerd in 2016 is dat maar 14 Euro meer.
De derde regel laat het effect zien op een twee onder een kap woning, hier gesteld op een verbruik van 3.500 kWh/jaar, leidend tot een afdracht tussen 483 Euro (2e jaarhelft 2012) en 499 Euro in 2018. De laatste regel toont een "zwaar verbruikend" huishouden, waar de nodige warmtepomp bezitters inmiddels onder zullen vallen. Met 10.000 kWh/jaar kom je dan al tot spectaculaire douceurtjes voor de Staat van bijna 1.400 Euro (2e helft 2012) tot 1.425 Euro in 2018 uit. Als je al je gas verbruik met een warmtepomp de deur hebt kunnen uit doen, blijft het daarbij wat de belastingen betreft (nog exclusief de teruggaaf, zie verderop). Maar als je én zo'n zware stroom verbruiker bent zonder warmtepomp, én je valt voor met name de ruimteverwarming in de zwaarste gas verbruik categorie zoals eerder in dit artikel geschetst, roomt de Staat dan over je totale stroom- en gas verbruik in 2018 al zo'n 3.200 Euro aan belastingen af. Een aardig maand salaris voor velen, gezien het geschatte bruto maandinkomen voor "Jan Modaal" in 2017 ... Ik zou het liever voor "wat minder" doen, als u het mij vraagt.
Ook bij elektra nog andere posten
Ook voor stroom geldt dat dit alles uitsluitend geldt voor de dikke slagroom die de Staat van elke kWh elektra die u verbruikt afroomt. Bij elektra is dat vooralsnog netto op jaarbasis, dus exclusief evt. zonnestroom opwek. We hebben het hier nog niet over leverings-tarieven gehad (die enkele jaren een dalende trend hebben gekend, maar die volgens Pricewise ook bij elektra per 1 januari a.s. weer zullen stijgen), noch over transportkosten. Zoals reeds gezegd, stijgen ook de transportkosten voor elektra weer in 2018, aldus ACM. Ditmaal lijkt een van de drijvende factoren te zijn de investeringen die TenneT moet doen in de elektrische infrastructuur, o.a. voor het kunnen aanlanden van de grote hoeveelheden windstroom van off-shore windparken, en ter verbetering van de net-infrastructuur om de energietransitie te kunnen faciliteren (noot: deze zal met name worden gedreven door elektrische transities, zoals meer duurzame opwek, toename elektrisch transport, laad stations, etc.). Ook voor elektra geldt; kosten voor netbeheer zijn sedert 2009 voor particulieren uitsluitend vaste bedragen per jaar, en dus niet (meer) mede afhankelijk van het verbruik.
Teruggave energiebelasting
Tot slot resteert die merkwaardige post, door velen onterecht, en zeer hardnekkig "heffingskorting" genoemd, die volgens Polder PV als een "negatieve vastrecht post" gezien kan worden. Een vast bedrag wat ieder huishoudens achter een aansluiting met woonfunctie "per kalenderjaar" van de Belastingdienst - via het elektra deel op de jaarnota van de (elektra) leverancier - krijgt "uitgekeerd". Zogenaamd ooit in het leven geroepen om "een minimum benodigde hoeveelheid energie" te kunnen garanderen bij huishoudens. Die de "hoge kosten voor elektra én gas zou moeten compenseren". Echter, deze post is onderdeel geworden van politieke schaakspelletjes, werd noodgedwongen enorm opgehoogd toen het capaciteitstarief voor elektra werd geïntroduceerd, begin 2009, en is later stukje bij beetje weer afgeknabbeld tot een lager niveau. Zoals deze evolutie grafiek kristalhelder laat zien.
In deze grafiek zijn de kolommen van boven naar beneden "getekend", omdat het om een teruggave post (niet "een te betalen belasting") gaat. U ziet dat in de historie deze post flink opliep van 141,58 in 2001 tot 199 Euro in 2007. In 2008 stabiliseerde dit, maar in 2009 (na rode lijn, invoering capaciteitstarief elektra) werd de post nog eens enorm opgehoogd, en kregen alle huishoudens op kalenderjaar basis maar liefst EUR 318,62 retour op hun elektra nota (NB: ook hier ex btw, daar kwam dus nog 19-21% btw overheen). Dit bedrag bleef vervolgens stabiel tm. 2014, ondanks inflatiecorrecties die wel op te betalen tarief posten werden toegepast, en tussentijdse wijzigingen van de netbeheers-kosten. In 2015 tm. 2017 werden er stapsgewijs weer stukjes van die teruggave EB afgeknabbeld, vanwege allerlei politieke toezeggingen - die in de belastingen weer moesten worden "gerepareerd". Sinds 2014 is er met de laatste knabbel voor het tarief in 2017, alweer EUR 10,08 verdwenen van het langere tijd stabiele teruggave bedrag, een verlies van 3,2%.
Maar kennelijk liepen kritische opmerkingen over het "stiekem, stapsgewijs uithollen" van die teruggave post, o.a. mijnerzijds, in de gaten. Want voor het eerst in 4 jaar is de TEB, zoals ik hem afkort, weer gestabiliseerd op het niveau van 2017. Dit ondanks de dreiging van een zeer substantiële vermindering, die beslist niet meer als "onschuldige schnabbel" viel te kwalificeren. Want Rutte III had nog een voorstel liggen om er maar liefst 51 Euro van te gaan afvreten (zie Tweet met tekst Polder PV, van 12 oktober jl.). De vraag blijft dus, wat er de komende jaren met deze politiek zeer gevoelige teruggavepost aan de Nederlandse huishoudens gaat geschieden. Want als er "ergens" op energie gebied cadeautjes worden vergeven door een kabinet moet, volgens de decennia lange traditie in de Residentie, die goedgeefsheid "elders" worden gerepareerd omdat men daar op het standpunt blijft staan dat de totale belasting inkomsten op een zelfde niveau moeten worden gehandhaafd. En dat betekent dat je "elders" iets moet gaan terughalen. In zo'n situatie is die TEB een zeer kwetsbare post, waar Min. Fin. maar al te graag (weer) wat van af zal gaan knabbelen. Zo "werkt" dat nu eenmaal in Den Haag ... Een knappe jongen / meid, die die "logica" weet te doorbreken.
Er was ook enige tijd een apart teruggave tarief voor aansluitingen zónder verblijfsfunctie, zoals garageboxen e.d. Ongewijzigd sedert de invoering in 2010, is deze post in 2015 alweer geschrapt: geen teruggave energiebelasting meer voor dergelijke aansluitingen. En zo blijft het voor velen compleet onnavolgbare gekkenhuis genaamd "energiebelastingen sensu lato" veranderen waar je bij staat. Zodat (bijna) niemand meer weet waar hij/zij aan toe is. Dat heet in politieke kringen, met historisch bezien een flinke Franse inslag in het Nederlandse bestel, ook wel: verdeel en heers politiek.
Meer tarief componenten besprekingen van Polder PV zullen, als de tijd daar voor gevonden kan worden, volgen in het nieuwe jaar. Dat zal, naar zijn inschatting, op het gebied van zonnestroom, echter krankzinnig druk gaan worden. Dus u zult wederom moeten afwachten wanneer het volgende hoofdstuk aan dit tarieven festijn zal worden toegevoegd.
Bronnen / verder lezen
Belangrijkste wijzigingen belastingen 2018 (Min. Fin., 20 dec. 2017, incl. energiebelastingen)
Vaststelling tarieven 2018 voor opslag duurzame energie (Eerste Kamer vaststelling ODE heffingen voor 2018)
Wet opslag duurzame energie (Eerste Kamer dossier "ODE" - SDE heffing)
Waarom betalen we energiebelasting? (Een van diverse zeer interessante bijdragen van Henri Bontenbal, dit stuk van 4 november 2012)
Belastingplan 2016 aangenomen - salderen zonnestroom minder profitabel, gas (netto) fors duurder (23 dec. 2015, verslag van details en effecten van de beruchte "energiebelasting-schuif" tussen elektra en gas voor het kalenderjaar 2016, op Polder PV)
22 oktober 2017: Gemiddelde elektriciteit en gas verbruiken & aandeel stadswarmte Nederlandse huishoudens - status 2016. Een maand eerder dan de update van vorig jaar, maar nog steeds erg laat, werden op de cijfers-site van het CBS, StatLine, nieuwe data gepubliceerd over het reeds lang verstreken jaar 2016. En wel, voor de gemiddelde elektra- en gas verbruiken van huishoudens, en het aandeel van stadswarmte aansluitingen op het totaal. Polder PV heeft die nieuwe data wederom, samen met die van voorgaande jaren, inclusief terug gevonden data vanaf 2004, bij elkaar in twee grafieken gezet om de historische trends zichtbaar te maken. Hieruit blijkt wederom dat Nederlandse huishoudens hun best blijven doen bij het verminderen van hun verbruik, wekken ze steeds meer elektra zelf duurzaam van eigen (of zelfs van "vreemd") dak op, en zijn ze derhalve een van de dragende pijlers van de - blijvend moeizame - Nederlandse energie transitie.
Elektriciteit
NB: data voor 2005 en 2007 niet bekend
Deze grafiek is een samenstelling van data uit meerdere CBS tabellen over kerngetallen van wijken en buurten. Gelumpt van 2004-2008, 2009-2012, en daarna per jaar apart gepubliceerd in het Statline portal. Er is daarnaast ook een aparte verzamel tabel beschikbaar, die echter slechts (dezelfde) data verstrekt over de periode 2010-2016 (zie bronnen, onderaan). Let op: de rechter Y-as loopt van 1.000 tm. 5.000 kWh/HH.jaar (netto stroom verbruik, onder aftrek van onbekend volume direct in eigen huis verbruikte zonnestroom, en op het net gezette overschotten). Dit om de verschillen tussen de diverse huishouden types zo goed mogelijk "uit elkaar te trekken", en de curves niet te dicht op elkaar gepropt te krijgen. Er zijn natuurlijk al de nodige huishoudens die op jaarbasis een "netto nul" (verbruiks-) nota hebben. Zo saldeert Polder PV zijn bescheiden 1.100-1.300 kWh/jaar verbruik al enkele jaren helemaal weg met de eigen zonnestroom opwek - en houdt hij nog een beetje elektra uit de zonnepanelen over. Maar dat zijn nog vrij uitzonderlijke gevallen, en beslist geen "gemiddeldes".
Over de hele linie genomen is het gemiddelde stroomverbruik per huishouden sedert de zichtbare "maxima" in 2010-2011 behoorlijk sterk afgenomen in 5-6 jaar tijd, bij alle typen huishoudens. Het gemiddelde, weergegeven door de dikke zwarte lijn, viel terug van 3.300 kWh/HH.jr in 2009-2010 naar nog maar 2.910 kWh/HH.jr in 2016 (12% minder, en weer 2,3% minder dan de 2.980 kWh/jr in 2015). En zal, bij toenemende besparing gecombineerd met eigen opwek van zonnestroom, verder omlaag gaan.
Om aan te geven waarom een groot deel van het weergegeven totale residentiële stroomverbruik zo sterk is gedaald, heb ik de in de maatwerktabellen van CBS (niet meer historisch gecorrigeerde) geaccumuleerde volumes van residentiële PV installaties ook weergegeven (linker Y-as, MWp, oranje curve, cijfers vóór 2011 zijn niet bekend). Het laatst momenteel bekende cijfer daarvoor is van 2015. Ik heb op basis van een vooralsnog speculatieve 15% marktgroei (jaarvolume 2016 t.o.v. 2015) een extrapolatie gemaakt voor het jaar 2016 (EOY mogelijk residentieel ruim 1,4 GWp, met nog een groot vraagteken). Eind van 2017 moet uit te verwachten nieuwe CBS cijfers blijken of dat een realististische inschatting is geweest. Wel is kristalhelder dat het volume aan residentiële PV projecten hard is gegroeid sedert 2011. En dat dit - naast besparingsmaatregelen - de belangrijkste oorzaak is geweest van een forse reductie van de hoeveelheden elektra die door huishoudens van het net zijn afgenomen. Al die huishoudens hebben een substantieel deel van de zelf opgewekte zonnestroom in eigen huis geconsumeerd, en overschotten op het net gezet, waardoor de netto netafname van alle huishoudens bij elkaar flink is gereduceerd.
De "maximale" gemiddelde waarde in deze grafiek is 4.600 kWh/HH.jr in vrijstaande woningen in 2011 geweest, maar ook daar heeft een forse erosie plaatsgevonden. Het verbruik in die "rijkeluis" categorie was anno 2016 nog maar 4.120 kWh/HH.jr, ruim 10% minder.
Er is een kleine afwijking van de neergaande "globale" trends bij de categorie "tussenwoning" te zien (kleine tussentijdse stijging in 2013), maar ook daarna gaat daar de trend weer verder omlaag. Het kan ook een statistisch artefact zijn, maar dat is niet zeker. Wel is opvallend dat in die categorie woning, voorheen slechts iets boven het totaal gemiddelde liggend, sedert 2012 beduidend meer stroom wordt gebruikt dan gemiddeld. Maar "uiteraard" nog wel lager dan bij een hoekwoning.
"Huurwoningen" (blauw gestreept) resp. "Koopwoningen" (vanaf tabel 2016 "Eigen woning"; bruin gestreept) worden sedert 2013 apart opgevoerd in het Statline portal van CBS. Koopwoningen zitten gemiddeld flink boven het gemiddelde (zwarte continue lijn). In 2016 (3.400 kWh/HH.jr) lag dat bijna 17% boven dat totaal gemiddelde niveau (2.910 kWh/HH.jr). Huurwoningen zitten met hun stroomverbruik zelfs op een aanzienlijk niveau lager (2016: 2.260 kWh, 22% onder het totaal gemiddelde). Huurders zijn - vaak noodgedwongen - zuinig, zijn vaak klein behuisd, en hebben gemiddeld genomen (veel) minder elektrische apparatuur dan mensen in koopwoningen. Ook uit dat oogpunt, zouden huurders op handen gedragen moeten worden door welke regering dan ook die energiebesparing als heilig doel ziet, om versneld aan de "klimaat doelen" te geraken ...
Bij dit alles is nog niet gerekend met een mogelijke - vooralsnog theoretische - zeer significante stijging van het gebruik van elektrische auto's, warmtepompen, e.d. We zullen moeten afwachten hoe hard die ontwikkelingen daadwerkelijk zullen gaan. En, bijvoorbeeld, welk deel van het "gebruik" van elektra voor auto's straks uit het eigen bemeten stopcontact zal gaan komen. Een groot deel zal bij veel intensieve e-auto gebruikers namelijk "elders" worden getankt, en dat telt niet mee voor het verbruik zoals hier weergegeven. Bij warmtepompen is het natuurlijk echt "in-house" verbruik, en dat kan een enorme boost opwaarts gaan geven, als de elektrificering van de warmtevraag echt "los" gaat komen. Daar zijn beslist aanwijzingen voor. Onder de sedert 2016 geldende ISDE subsidie regeling, zijn warmtepompen zowel bij bedrijven als bij huishoudens zonder meer de populairste categorie. In de stroom verbruik cijfers voor 2016 lijkt daar echter nog niets van terug te zien, daarvoor is het totale volume warmtepompen waarschijnlijk, ondanks de flinke nieuwe verkoop cijfers, nog te marginaal. Volgens de CBS HE rapportage 2016 zouden er grofweg zo'n 6.000 nieuwe warmtepompen zijn verkocht in 2016 (bron: RVO). Met name aan particulieren, en voor zo'n driekwart warmtepompen met gebruik van buitenlucht (lucht/water) betreffend.
Niet
gemeten zonnestroom opwek niet verdisconteerd
De residentiële opwekking van zonnestroom wordt in ons
land niet, zoals in andere landen fysiek gemeten, en is dus feitelijk
niet bekend. Er wordt regelmatig een slag naar productie cijfers geslagen,
gebouwd op lemen voeten met hulp van diverse, altijd discutabele aannames.
Omdat er ook nog eens zoveel en zulke grote gaten in de capaciteits-cijfers
zitten, blijft dat een nogal heikel cijfer avontuur. M.b.t. bovenstaande
cijfers omschreef het CBS de niet bekende, doch fysiek opgewekte zonnestroom
volumes als volgt, in de 2 laatste jaren.
Info kader versie 2015:
Info kader versie 2016:
Geconcludeerd lijkt te kunnen worden, dat het totale eigen verbruik gemiddeld genomen hoger moet zijn dan wat netbeheerders "uitlezen", er wordt in-house immers een deel van de eigen opgewekte stroom direct verbruikt. Dat wordt uiteraard niet zichtbaar op de jaarnota, is niet bij netbeheer bekend (zelfs niet bij gebruik van slimme meters), en dat kan het CBS dan ook nooit "te weten" komen. U moet zichzelf trouwens niet rijk rekenen op dit punt: het fysieke aandeel direct in huis verbruikte zonnestroom valt in de meeste huishoudens flink tegen. Je mag blij zijn, in een gemiddelde situatie, dat je 30% van je eigen opwek direct verbruikt. In veel gevallen zal het beslist nog minder kunnen zijn, zeker in kleine huishoudens met een aardig PV systeem op het dak (om ongeveer evenveel stroom op jaarbasis op te wekken als er wordt verbruikt), met nauwelijks "grote stroom gebruikers". De meeste mensen zijn dan ook nog eens overdag niet thuis, en dan staan er weinig apparaten aan... En zelfs bij al zeer lang energie cq. elektra-zuinige huishoudens als Polder PV, waarvan de webmaster wél continu thuis werkt, gaan grote hoeveelheden van de opwek van de qua dimensie zeer bescheiden PV generator (1,34 kWp) maandenlang netto het net op, zoals zichtbaar in de bekende opwek / verbruik grafiek ...
Ook in de hierboven getoonde opmerkingen van het CBS het feit dat gemeenschappelijk stroomverbruik in flats e.d., gemeten over een aparte aansluiting, natuurlijk ook niet meegenomen wordt in het "gemiddelde huishoudelijk verbruik", vastgesteld over het hele land. Dat is logisch, want het gaat om een totaal ander "soort" aansluiting, en bovendien kunnen die verbruiken van complex tot complex aanzienlijk verschillen (hoeveelheid verlichting, al of niet aanwezig zijn van grote andere stroom verbruikers zoals liften, oprijlaan verwarming parkeerkelders (!), centrale warmtepompen, e.d.). Dit uitgangspunt zal trouwens complicaties gaan geven in situaties waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van de veelbesproken "Stroomverdeler" van LENS uit Amsterdam. Waar stroom afname en invoeding over zowel residentiële meters, als exemplaren die aan de centrale voorzieningen in appartementen complexen zijn gekoppeld, kan plaatsvinden. Hoe dergelijke complexe stroom verbruiken cq. opwek situaties in CBS cijfers terecht zullen komen is vooralsnog totaal onduidelijk.
Gas
Gas is dat "spul" waar we zo snel mogelijk van af zouden moeten. Althans als je sommige politici en "warmtenetten" bevorderende bobo's bij de monopoloïde warmte bedrijven zou moeten geloven. Welnu, ook daarin nemen huishoudens al langer het initiatief. Het aandeel gas in het totale energieverbruik (excl. vervoer) bij huishoudens is, dank Slochteren, weliswaar hoog, maar al lang, gemiddeld genomen, ook wat energetisch verbruik betreft, dalend, zie grafiek PBL. Ook als je de achterliggende Excel tabel op de PBL site bekijkt, die helaas slechts tot en met 2013 data bevat, zie je dat het gemiddelde huishoudelijk verbruik van gas in 2010-2013 (in petajoule, PJ), 3% onder het langjarige gemiddelde van 1990 tm. 2013 blijkt te liggen. Als u naar het verschil tussen 2013 en 2016 in bovenstaande grafiek bekijkt, is er weer een fors stuk van af gegaan. Bij het gemiddelde (zwarte curve) zelfs 19% bij de absolute cijfers (2013 > 2016 300 m³ minder per jaar). Bij de langjarige trendlijn (zwarte stippellijn) dik 7% in 3 jaar tijd.
Wat die dalende lijn betreft, is het bij het gas verbruik altijd gecompliceerder dan bij elektra. Want het gebouw-gebonden verbruik van die energie modaliteit wordt in extremo bepaald door de warmte vraag. En zelfs in "redelijk" geïsoleerde woningen, komen twee strenge wintermaanden in een stookseizoen nu eenmaal hard aan. Dan wordt er gewoon flink gestookt, en stijgt het gemiddelde jaarverbruik door die korte, maar heftige stook periode, navenant. Daar heeft eventueel op gas of elektrisch koken vrijwel geen invloed op, dat gaat om een fractie van de volumes die naar ruimteverwarming toe gaan. Vandaar dat de "gas grafiek" een veel grilliger verloopt kent dan die voor elektra, met "pieken" en "dalen" (maxima en minima in de reeks getalsmatig in de grafiek weergegeven voor drie curves). Koude jaren geven een verbruiks-piek te zien, warme jaren een dal. Maar globaal genomen gaan ook bij de CBS data van 2004 tm. 2016 de verbruiken gemiddeld genomen omlaag. Wat het totaal gemiddelde (zwarte getrokken lijn, en bijbehorende lineaire trendlijn) betreft, van 1.700 m³/HH.jr in 2004 naar slechts 1.300 m³/HH.jr in het - volgens KNMI wederom gemiddeld warme - jaar 2016. Een vermindering van maar liefst 24%, ruim het dubbele van de "score" bij elektra in dezelfde periode (ruim 10%).
Uiteraard kan elke eventuele toekomstige winterperiode met langdurige koude in dat plaatje tijdelijk roet in het eten gaan gooien, maar de vraag is of die langdurig koude winters nog wel (frequent) op gaan treden, in een klimaat waarbij de poolkappen smelten waar je bij staat. En de gemiddelde atmosferische temperaturen over lange periodes het ene record na het andere breken. Al is het gemiddelde gasverbruik in de laatste twee jaar weer licht gestegen (2016: ruim 8% t.o.v. record warm jaar 2014), de algemene trend blijft staan: de verbruiken gaan gemiddeld genomen fors omlaag, weergegeven door de drie in de grafiek opgenomen lineaire trendlijnen (stippellijnen voor vrijstaande woningen, appartementen, en totaal gemiddelde voor alle woning typen). Het hoogste gemiddelde verbruik in deze grafiek, uiteraard weer bij "die grote vrijstaande woningen", was 3.100 m³/HH in 2010. Een jaar waarvan KNMI claimde: "het eerste jaar sinds 1996 dat duidelijk beneden het langjarig gemiddelde van 9,8 °C eindigt. In grote delen van Europa was 2010 koud. Gemiddeld over de hele wereld behoort het afgelopen jaar echter tot de warmste drie sinds 1850". Maar zelfs bij die grote vrijstaande huizen daalde het gemiddelde verbruik naar "nog maar" 2.300 m³/HH in 2016. Een daling t.o.v. die "piek" van maar liefst 26%.
Het laagste gesignaleerde gemiddelde in alle reeksen lag sedert 2004 bij de appartementen, op slechts 800 m³/HH in 2014. Volgens KNMI "het warmste jaar sinds het begin van de regelmatige temperatuurmetingen in 1706". Wel is het effect van een kouder jaar bij genoemde vrijstaande huizen groter dan in huurappartementen, te zien aan de hellingshoek van de curves. Wat logisch is: er moet veel meer vloeroppervlak worden verwarmd in zo'n huis, dan in een meestal zeer bescheiden appartementje van slechts een paar tientallen vierkante meters. Dat scheelt enorm in het absolute verbruik als er eenmaal gestookt gaat worden.
De verwachting is dat ook in de al zeer weinig gas verbruikende woning categorie, appartementen, gemiddeld genomen het verbruik ook weer lager gaat worden. Zeker ook als isolatie in de huursector en bij andere hoogbouw eigenaren met appartementen versterkt ter hand genomen gaat worden. Tegenwoordig vaak gestimuleerd middels de STEP subsidies (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties via RVO). Overall, zal de fikse daling bij alle curves te maken hebben met drie zaken: (1) steeds efficiëntere gas boilers, met steeds hogere rendementen; (2) steeds beter geïsoleerde woningen, die sowieso minder gas stook nodig hebben voor een vergelijkbaar (doch sterk persoons-afhankelijk) comfort niveau; (3) gemiddeld genomen steeds hogere gemiddelde jaar temperaturen vanwege klimaat verandering.
Opvallend is tot slot, dat het relatieve verschil t.o.v. het gemiddelde voor huur- resp. koopwoningen kleiner is dan bij elektra. Beide categorieën liggen dicht tegen dat gemiddelde aan, met koopwoningen er licht boven, huurwoningen er iets onder. Dat komt, omdat bij warmte door de bank genomen de "keus" of "de wil" om niet, dan wel zeer beperkt te stoken relatief klein is. Er zijn niet echt veel huishoudens zoals Polder PV die bewust zéér kritisch weinig "stoken". Echter, bij de ronduit verpletterende keuze uit elektrische (hulp) middelen voor wat voor doel dan ook, ontstaan vanzelf wel grote verschillen. Ook m.b.t. de "intensiteit" van het gebruik van dergelijke apparaten bij verschillende huishoudens. Vaak vinden we "nogal" veel stroom slurpende apparaten bij gezinnen in grotere (koop) woningen, en die apparaten worden ook vaak intensief gebruikt. Vandaar dat het verschil tussen die twee woning categorieën (koop- vs. huurwoning) bij gas veel kleiner is dan bij de optie elektra.
Stadswarmte
Tot slot nog enkele opmerkingen over het door CBS / Statline opgevoerde "percentage woningen met stadsverwarming", in de bekeken periode van 2004-2016. Het percentage bleef tm. 2011 op 4% hangen, steeg in 2012 naar 5%, bleef stabiel in 2013, daalde kort naar 4,8% in 2014, en steeg vervolgens fors door naar 5,5% in 2015. En bleef even hoog in 2016. Die forse stijging in 2015 is opmerkelijk, omdat het verzet tegen gebonden stadswarmte, met o.a. de torenhoge vastrecht tarieven, de laatste jaren sterk is toegenomen. Wat zijn culminatie heeft gekend in een zwaar bevochten schikking tussen de spraakmakende Stichting Reeshofwarmte en Essent warmte opvolger Ennatuurlijk. Soortgelijke voorstellen werden ook gedaan richting de belanghebbenden in Eindhoven, maar daar werd de "Tilburg deal" kritisch bekeken en alle pro's en con's op een rijtje gezet, waar men een eigen oordeel en eventuele actie aan kon verbinden.
Ook moet hierbij genoemd worden de ronduit opmerkelijke serie ontwikkelingen in stadswarmte gebied Utrecht. Waar Bart van den Heuvel het met zijn Stichting Stadsverarming het voor elkaar heeft gekregen dat mensen die schoon genoeg hebben van (onder anderen) het vastrechtwoeker monopolie van de lokale partij (Eneco), voor een zeer billijk bedrag definitief afscheid kunnen gaan nemen van de aansluiting. En bijvoorbeeld over kunnen gaan stappen naar eigen oplossingen als een warmtepomp eventueel in combinatie met een thermisch zonnecollector systeem. En, tenslotte, ook belangrijk om hier te noemen, de al veel eerder behaalde glorieuze overwinning van Nautilus op de schandalige "aansluit verplichting" op het warmtenet in Amsterdam. Nautilus kon met de door haar verkozen warmte oplossing aantonen dat ze véél duurzamer waren dan de op grotendeels afval verbranding draaiende "collectieve voorziening". Maar liefst 60% meer CO2 besparing kunnen zij realiseren dan dat zwaar door de gemeente gepushte, prehistorische stadswarmte systeem, aldus de documentatie...
Er is zeer zware druk van zeer grote commerciële partijen (en vaak met hen mee-liftende gemeentelijke en provinciale instanties), om die vermaledijde stadswarmte netten te gaan uitbreiden en nieuwe (soms gigantisch uitgebreide), nog steeds zwaar fossiel gedomineerde, en hoge verliezen kennende netten te gaan leggen. Dit, in combinatie met het sterk gegroeide verzet tegen dit nieuwe energie monopolie, geeft een nog ongewis effect op het te verwachten totale aandeel van warmte aansluitingen in Nederland. In 2016 is het percentage gestabiliseerd t.o.v. dat in 2015. Maar de druk om dat percentage verder op te gaan krikken is en blijft zeer groot.
Verbruiksdata
stadswarmte: onbekend
Tot slot: er worden géén verbruiksdata voor stadswarmte
gepubliceerd door het CBS. Ze zijn "niet bekend". In de recent
gepubliceerde "Nationale
Energie Verkenning 2017" van ECN / PBL wordt
het geformuleerd als: "De hoeveelheid warmte die door aangesloten
woningen in een jaar wordt afgenomen van de stadsverwarming is niet
beschikbaar". Dat is natuurlijk te bezopen voor woorden, want
die data zijn uiteraard beslist voorhanden. Anders kunnen de warmte
leveranciers geen nota's voor hun klanten, noch eigen jaarcijfers opmaken.
Maar kennelijk mogen we ze niet te weten komen, want misschien zijn
die cijfers wel te schokkend voor woorden (?).
Er wordt al geruime tijd landelijk met een totaal oncontroleerbaar ("want commercieel gevoelig" ?) verondersteld gemiddeld verbruik van 35 GJ/jaar gerekend (NB: NUON claimde in 2014 34 GJ/jr). Een berucht rapport van W/E adviseurs, waarin essentiële zaken fout gingen bij de oorspronkelijke aannames, liet voor Leidsche Rijn / Utrecht reken voorbeelden zien voor hoge verbruiken van 26,1 ("laag"), 31,5 ("gemiddeld") en 36,8 GJ/jaar ("hoog"). U kunt er echter vergif op innemen dat met name in de kwetsbare, vaak aan stadswarmte "gebonden" verbruiksgroepen in appartementen, meestal huurders, het totale verbruik véél lager zal blijken te liggen, dan dat veronderstelde, hoogst merkwaardig als "lage" gekwalificeerde, laat staan dat "gemiddelde" verbruik. In 2012-2013 liet Vattenfall's dochter NUON op nota's zien dat in ons postcode gebied in Leiden destijds gemiddelde stadswarmte verbruiken zouden zijn genoteerd van slechts 21-25 GJ. In ons 6-cijferige PC gebied staan 23 geschakelde eengezinswoningen, alsmede 12 appartementen in een "klassieke woontoren". Gezien de grootte van die "klassieke" appartementen, in verhouding tot voornoemde (merendeel aan) eengezinswoningen, zal het verbruik in de kleine woontoren units gemiddeld genomen beslist ver onder de 20 GJ/jaar hebben gelegen (ons eigen verbruik lag destijds nog extreem veel lager, op een niveau tussen de 37 en 44% t.o.v. dat al lage gemiddelde in onze postcode, zie jaarverbruiken stadswarmte in grafiek).
Met name voor die kwetsbare verbruiksgroepen in kleine appartementen zijn de niet te vermijden kosten voor de (instandhouding van de) aansluiting, wat ik al sinds enkele jaren de #vastrechtwoeker ben gaan noemen, een molensteen om de nek geworden. Er gaat geen enkele incentive uit om te besparen op het verbruik, omdat de grootste kostenpost die vermaledijde vaste kosten zijn geworden (voorbeeld grafiek Polder PV met "optimistisch" verbruik van 9 GJ/jaar). Jaar in jaar uit. Vandaar wellicht, dat het landelijke verbruik per bewonerscategorie stadswarmte het best bewaarde geheim van de energiesector is geworden. En we daarover kennelijk niets mogen - of kunnen - vernemen van de nationale statistici van het CBS.
Mocht u dat bij een uitzonderlijk geval als Polder PV wel willen zien, heeft u hier de hele verbruiksreeks in maandverbruik (tm. 2015). De jaarverbruiken tm. 2016 vindt u in dit bericht. Gemiddeld genomen van 1997 tm. 2016, hadden wij een ultra laag verbruik van slechts 8,23 GJ/jaar. Ook in 2017 gaan we, op basis van de langjarige gemiddeldes, het gemeten verbruik tot en met september, en het verbruik gemeten in oktober-december 2016, wederom af op een erg laag jaarverbruik (als de laatste maanden niet te koud zijn): vermoedelijk gaan we dit kalenderjaar naar zo'n 9 GJ warmte verbruik (ruimteverwarming plus tapwater, koken doen we op een zeer bescheiden hoeveelheid gas). Dat is vier maal zo laag dan het "veronderstelde" gemiddelde verbruik zoals dat al lang door de sector wordt "gedicteerd" (en waar het hele absurde tarief systeem op wordt uitgelegd). Toch blijven we een veel te hoge vastrecht woeker van (tariefstelling 2017) 466 Euro betalen. Per jaar. De zuinig levende warmteklant is de risée, en ook lokale politici interesseert het kennelijk niets dat die zuinig levende eindverbruikers een zeer hoge prijs betalen voor hun warmteplannetjes.
"Energieverbruik particuliere woningen; woningtype en regio's". Update van 22 september 2017, verzameling cijfers 2010-2016. "Minpuntje": 2009 en eerdere jaargangen staan niet in deze tabel, wel in de klassieke "Kerncijfers wijken en buurten" serie, eerste versie van 2009, en oudere exemplaren (zie hier onder).
"Kerncijfers wijken en buurten 2016" Update van 18 oktober 2017. Selectie Polder PV: energie, Nederland totaal (tabel mooier sorteren: bij veldje "Onderwerpen" op pijltje klikken)
Statline CBS. Verzameling oudere tabellen, waar onder diverse met energie verbruik cijfers huishoudens (opgenomen vanaf 2004 in grafieken in dit artikel)
1 maart 2017: SDE subsidies en bloedkolen. Het gebeurt niet vaak dat Polder PV stukken van derden accepteert, maar het gaat hier om kennelijk nogal onbekende, en dramatische materie. De herkomst van de in Nederlandse kolencentrales verstookte steenkolen is "vanwege concurrentie redenen" niet "geoormerkt", en kan (dus) nog steeds uit regio komen waar men het niet zo nauw neemt met de mensenrechten (of "het milieu"). Zo'n regio is Colombia, waar mensen zijn - en nog steeds worden - vermoord omdat ze hun (land-) rechten opeisten en proberen iets aan de hen aangedane onrechtvaardigheid te doen. In Nederlandse steenkolencentrales kan, vanwege de bizarre combinatie "afspraken gemaakt binnen het Energieakkoord" en "mogelijkheiden die binnen de SDE subsidie regimes worden of zijn geboden", voor maximaal 3,6 miljard Euro aan buitenlandse houtige biomassa worden "mee" verbrand. Let wel: op een bed van steenkolen van "onbekende" (dus inherent ook: dubieuze) herkomst. En van de elektriciteit die daarmee wordt gemaakt worden ook alle stopcontacten in uw huis mede voorzien, gezien het nog lage aandeel aan duurzaam opgewekte stroom in ons land (en het feit dat op het publieke distributienet ingevoede elektriciteit niet "fysiek is te scheiden" in bijvoorbeeld "grijs" resp. "groen").
Over alle afgenomen stroom worden door de burgers en het bedrijfsleven beiden de helft van de (meer-) kosten van de te verstrekken SDE subsidies (incl. die voor bijstook in kolencentrales), in de vorm van de slecht begrepen SDE heffing ("ODE") meebetaald. Die heffing is inmiddels, voor de bijdrage aan alle - verondersteld "duurzaam" op te wekken - stroom, opgelopen tot 0,74 ct/kWh ex btw voor de eerste (voor de meeste burgers geldende) staffel tm. 10.000 kWh/jaar. En zal snel verder stijgen (zie tarieven overzicht door Polder PV van eind 2016).
Floris van Bodegraven van Pax Christi Nederland licht het "bloedkolen" probleem in een korte eigen bijdrage voor u toe. Zie zijn artikel op de "nieuws - externen" pagina.
31 december 2016: Energiebelastingen voor het kalenderjaar 2017 (upload 11 jan. 2017). Noot: door een server crash op 30 december 2016 kon dit op 31 december reeds geschreven artikel helaas niet worden geplaatst op de laatste dag van 2016. Het heeft even geduurd voordat de server problemen door de provider konden worden getackled. Nu is het dan eindelijk op Polder PV live beschikbaar. Enjoy!
Introductie
Op 20 december 2016 heeft de Eerste Kamer voor de wijzigingen in de
belastingen voor 2017 gestemd, met als uitzondering de PVV. Een van
de talloze wijzigingen betreft veranderingen in de tarieven van de energiebelastingen
op drinkwater, gas, en elektriciteit. Voor de twee laatste, waren de
plotselinge wijzigingen, aangekondigd eind van 2015, voor het jaar 2016,
ronduit dramatisch te noemen ("gevolgen
belastingschuif tussen elektra en gas"). Ditmaal zijn de wijzigingen
gering, maar ze moeten wel in het tijdspad van de historische aanpassingen
worden bezien. Daarnaast is in een apart wetsvoorstel bepaald wat de
tarieven voor de heffing op duurzame energie productie zullen gaan worden
voor (alleen) het jaar 2017. Daaraan zouden burgers en het bedrijfsleven,
zo wordt gesuggereerd elk voor de helft aan bijdragen. De wijzigingen
in die SDE heffingen zijn fors, zoals u verderop kunt zien. In grafiek-vorm
wordt dit alles door Polder PV toegelicht. Alle tarieven zijn weergegeven
ex btw. Op uw nota zult u daaroverheen nog eens 21% btw betalen (btw
over energiebelasting; dit is "normale EU policy", ook al
zien we commentaar hierop regelmatig opflakkeren). Over drinkwater tarieven
(inclusief belastingen) betaalt u echter slechts 6% btw ("primaire
levensbehoefte").
Energiebelasting op aardgas verbruik
Na de enorme wijziging van de tarieven voor de kleinverbruikers per 1-1-2016 (tarief tm. 170.00 m³ 25,17 Eurocent/m³ ex btw), is er een nu nauwelijks merkbare stijging van 0,3% ingevoerd. Per 1 januari wordt dat tarief 25,24 Eurocent/m³. Vergelijkbare ordegrootte wijzigingen zien we bij alle overige verbruiks-categorieën (incl. autogas uit CNG vulstations), maar 2 daarvan worden in 2017 "gematst": groepen afnemers die meer dan 170.000 m³/jaar verbruiken, en diegenen met een jaarverbruik van ruim 1 miljoen tm. 10 miljoen m³ hoeven maar liefst 10,6 resp. 10,7% minder te betalen. Deze categoriëen komen op tarieven van 6,22 resp. 2,27 Eurocent/m³ (was in 2016 nog 6,95 resp. 2,54 Eurocent/m³).
Het verschil tussen de laagste tariefgroep (25,24 ct, consumenten) en de hoogste verbruiksgroep (>10 miljoen m³/jaar, 1,22 ct/m³) is in 2017 een factor 21.
SDE heffing ("ODE") op aardgas verbruik
Náást de energiebelasting wordt sedert 2013 ook SDE* heffing geheven (formeel "opslag duurzame energie", ODE), zowel op gas als op elektra. De expliciete opzet van die heffing is, om de burger te laten zien wat zijn/haar "gesocialiseerde" bijdrage aan de honderden tot paar duizend duurzame energie projecten is die dezer jaren worden gebouwd met SDE exploitatie subsidies. Althans, dat was de uitdrukkelijke insteek van voormalig Minister Verhagen. Er gaan echter alweer geluiden rond, dat de ODE en de energiebelasting maar weer op een grote hoop geveegd zouden moeten worden. Omdat dat minder "ingewikkeld" en "goedkoper" zou zijn. En mogelijk met de impliciete insteek dat de burger toch geen moer van zijn/haar e-nota zal begrijpen, wat voor massieve informatie campagne er ook tegenaan wordt gegooid. Ik heb het u elk jaar weer verteld: in Den Haag is het flipperkast-knipperlicht beleid op dit gebied nooit weg geweest. Het wordt gewoon gecontinueerd, ook al roepen sommige politici en ministers regelmatig dat het niet waar zou zijn, en dat we "stabiel" beleid zouden hebben. Don't you believe it...
* "Stimulering Duurzame Energieproductie", sedert SDE 2011 omgetoverd in "SDE+". Zie RVO site.
Bij dat alles kwam specifiek voor komend jaar ook nog een "akkefietje", dat bij in het verleden gemaakte afspraken over de tarief ontwikkeling van die ODE heffing even "vergeten" was dat er voor 2017 geen tarieven waren vastgesteld. Die moesten dus weer even in een apart wetje worden "geregeld". Zie de link onderaan dit artikel.
Dit alles terzijde: hieronder de volledige tarief ontwikkeling van de ODE voor aardgas, tm. 2017.
In turquoise toegevoegd de recent bepaalde tarieven voor ODE gas voor 2017. Daarin zijn heftige wijzigingen geweest, die natuurlijk worden gevoed door het feit dat er reeds enorme bedragen aan lang-jarige exploitatie subsidies zijn toegezegd voor diverse grote projecten die onder het kopje "hernieuwbaar" worden geschaard.
Toenames t.o.v. de tariefstellingen voor 2016 zijn als volgt (categorieën in m³/jaar):
Cumulatie heffingen energiebelasting, ODE, én btw voor aardgas 2012 tm. 2017 kleinverbruik
In deze derde "gas" belastingen grafiek het cumulatieve effect van de energiebelasting, de ODE heffing, vermeerderd met de (21%) btw geheven over beide posten. Hieruit resulteert de totale belastingdruk van overheidswege op elke kubieke meter gas die u verbruikt. Tarieven voor laagste staffel (oorspronkelijk tm. 5.000 m³/jaar, wat bijna geen "normaal" huishouden zal halen, categorie is later "opgerekt" naar max. 170.000 m³/jr).
In 2012 (1e resp. 2e jaarhelft) was er nog geen ODE heffing. Die kwam pas voor het eerst voor het verbruik in 2013 op de nota te staan, en was nog zeer laag. Maar hij neemt zeer snel toe, vanwege nieuwbouw van talloze SDE gesubsidieerde projecten (meestal met een forse capaciteit), waar die "bronbelasting" naar toe vloeit in de vorm van maandelijkse subsidies. Dat zijn feitelijk door RVO uitbetaalde voorschotbedragen, die later worden "verrekend" met geactualiseerde correctiebedragen. Ook de energiebelasting is fors toegenomen, met name a.g.v. de beruchte "energiebelastings-schuif" per 1 jan. 2016 (stijging van 32% t.o.v. tariefstelling 2016 !). Met de gestegen SDE heffing gecombineerd, werd daarmee ook de door de Staat over beide posten afgeroomde btw fors hoger. Een combinatie van deze effecten is, dat de belastingdruk op elke m³ gas die u verbruikt, van de eerste jaarhelft van 2012 tm. 2017 is toegenomen van, totaal, 19,84 ct/m³ tot maar liefst 32,47 ct/m³. Een toename van maar liefst 64% in 5 jaar tijd. Met de CAGR methodiek komt dat neer op een stijging van maar liefst 10,4% gemiddeld per jaar. Nogmaals: dit betreft uitsluitend de dikke slagroom die de Staat van elke kubieke meter gas die u verbruikt afroomt. We hebben het hier nog niet over leverings-tarieven gehad (die een dalende trend hebben gekend), noch over transportkosten (vaste bedragen per jaar voor netbeheer).
Energiebelasting op elektra verbruik
De energiebelastings-schuif truuk m.b.t. de tarieven voor de kleinverbruikers per 1-1-2016 hield voor elektra juist een heftige verláging in, van 11,96 naar 10,07 Eurocent/kWh (ex btw), minus 16%. Een unicum in de Nederlandse energiebelasting historie (tarief tm. 10.000 kWh/jaar). Bij andere verbruiksgroepen gingen de energiebelastingen in 2016 wel iets omhoog.
Voor elektra wordt per 1 januari 2017 ditmaal wederom een kleine stijging van 0,6% ingevoerd voor kleinverbruikers (tot max. 10.000 kWh/jr). Waarbij het al lang niet meer uitmaakt of u "grijze" of "groene" stroom afneemt, ze hebben identieke tariefstellingen sedert 2005. Per 1 januari wordt dat energiebelasting tarief nu 10,13 Eurocent/kWh. De grotere verbruikers worden wederom in 2017 "gematst": groepen afnemers die meer dan 10.000 kWh/jaar verbruiken, en diegenen met een jaarverbruik van ruim 50.000 kWh/jaar tm. 10 miljoen kWh/jaar gaan 1,9 resp. 1,95% minder betalen. Deze categoriëen, ook wel "schijven" genoemd in belasting kringen, komen op tarieven van 4,90 resp. 1,31 Eurocent/kWh (was in 2016 nog 5,00 resp. 1,33 Eurocent/kWh).
De allerhoogste verbruikscategorieën, meer dan 10 mln. kWh/jaar (zakelijk én niet zakelijk), hebben in de hele EB historie slechts in 2016 een eenmalige verhoging (7 resp. 6%) gehad. Maar zijn nu weer op de "nullijn" gehouden, ze betalen in 2017 hetzelfde tarief als in 2016. Een absurd laag bedrag van 0,107 resp. 0,053 Eurocent/kWh ...
Het verschil tussen de laagste tariefgroep (10,13 ct, consumenten) en de hoogste verbruiksgroep (>10 miljoen kWh/jaar zakelijk, 0,053 ct/kWh) is in 2017 een factor 191 (!).
Voor de "postcoderoos" (PCR) projecten, die vallen onder de "Regeling Verlaagd Tarief", verandert er niets. Die werden, sedert de nogal ongelukkig verlopen start in 2014-2015, in 2016 al op "nihil" tarief gezet voor de eerste (maximale) 10.000 kWh opwek die van het betreffende PV project "op vreemd dak" afkomstig is. En dat wordt gecontinueerd in 2017 (ook voor nieuwe PCR projecten). Het "verlaagde tarief" staat binnen een project vast voor een periode van 15 jaar, en wordt derhalve door sommigen als "zekerder" gezien, dan klassiek thuis salderen. Waarover nog onbekende "wijzigingen" zijn aangekondigd.
In 2017 is ook voor het eerst in de geschiedenis op verzoek van het parlement een verlaagd tarief voor laadpaal infrastructuur voor elektrisch vervoer geïntroduceerd (oranje kolom). Dit verlaagde tarief geldt voor de periode 2017 tm. 2020, slechts voor de eerste 10.000 kWh "elektriciteit die geleverd wordt aan oplaadinstallaties voor elektrische voertuigen (bestaande uit een of meer oplaadpunten) die beschikken over een zelfstandige aansluiting". Het tarief wat wordt geheven is hetzelfde als dat in de tweede belastingschijf: 4,9 ct/kWh.
SDE heffing ("ODE") op elektra verbruik
Zie ook intro tekst onder "gas". Hieronder de volledige tarief ontwikkeling van de ODE voor elektriciteit.
In turquoise toegevoegd de recent bepaalde tarieven voor ODE elektra voor 2017. Daarin zijn net als bij gas heftige wijzigingen geweest, die natuurlijk ook worden gevoed door het feit dat er enorme bedragen subsidies zijn toegezegd voor, in deze categorie met name vanwege de vele beschikkingen voor zonnestroom projecten, duizenden installaties, die onder het kopje "hernieuwbaar" worden geschaard. Overigens gaat het veelvoud aan subsidies naar windenergie toe. En worden sedert SDE 2016, tot mijn grote woede, massaal in de vorm van een paar miljard (!) Euro, weggegeven als feitelijke steenkolen subsidies voor internationale energie molochs ("bij- en meestook van biomassa" heet dat in verhullend ambtelijk jargon). U betaalt aan die blijvende ongein en pure volksverlakkerij mee via de ODE over elke kWh die u (netto) afneemt.
Toenames t.o.v. de tariefstellingen voor 2016 zijn als volgt (categorieën in kWh/jaar):
Cumulatie heffingen energiebelasting, ODE, én btw voor elektra 2012 tm. 2017 kleinverbruik
In deze derde "elektra" belastingen grafiek het cumulatieve effect van de energiebelasting, de ODE heffing, vermeerderd met de (21%) btw geheven over beide posten. Hieruit resulteert de totale belastingdruk van overheidswege op elke kWh elektriciteit die u verbruikt. Tarieven voor laagste staffel, tm. 10.000 kWh/jr.
In 2012 (1e resp. 2e jaarhelft) was er nog geen ODE heffing. Die kwam pas voor het eerst voor het verbruik in 2013 op de nota te staan, en was ook voor elektra aanvankelijk nog zeer laag. Maar ook deze heffing neemt zeer snel toe, vanwege nieuwbouw van talloze SDE gesubsidieerde projecten (meestal met een forse capaciteit), waar de ODE heffing - via de burelen van RVO - naar toe vloeit in de vorm van maandelijkse subsidies. De energiebelasting is echter sedert 2016 fors áfgenomen vanwege de "energiebelastingschuif met aardgas". Met de gestegen SDE heffing gecombineerd, werd daarmee ondanks de stijgingen van zowel EB, als van ODE, in 2016 de btw post over het totaal weliswaar wat hoger dan in 2016. Maar het niveau van die btw ligt momenteel weer ergens tussen de twee jaarhelften van 2012 in qua omvang.
Een combinatie van al deze effecten (met name de e-belasting-schuif) is, dat de belastingdruk op elke kWh elektra die u verbruikt, van de eerste jaarhelft van 2012 tm. 2017 licht is áfgenomen van, totaal, 13,57 ct/kWh tot 13,15 ct/kWh in 2017. Een netto afname van -3% in 5 jaar tijd. Met de CAGR methodiek komt dat neer op een netto dáling van -0,6% gemiddeld per jaar. Echter, gezien de forse ontwikkeling van de SDE heffing, zou het in 2018, met een eventuele weer lichte verhoging van de grote EB post, best wel eens zo kunnen zijn, dat het totaal bedrag EB + ODE + btw uiteindelijk weer boven het niveau van 2012 zou kunnen gaan komen. Dat is vooralsnog grijze bollen werk, want met de politiek weet je het maar nooit, als het om belasting heffingen gaat. Die kunnen, zoals u hier heeft gezien, echt alle kanten op dansen...
Teruggave energiebelasting
Tot slot resteert die merkwaardige post, door velen onterecht "heffingskorting" genoemd, die volgens Polder PV als een "negatieve vastrecht post" gezien kan worden. Een vast bedrag wat ieder huishoudens achter een aansluiting met woonfunctie "per kalenderjaar" van de Belastingdienst - via het elektra deel op de jaarnota van de (elektra) leverancier - krijgt "uitgekeerd". Zogenaamd ooit in het leven geroepen om "een minimum benodigde hoeveelheid energie" te kunnen garanderen bij huishoudens. Die de "hoge kosten voor elektra én gas zou moeten compenseren". Echter, deze post is onderdeel geworden van politieke schaakspelletjes, werd noodgedwongen enorm opgehoogd toen het capaciteitstarief voor elektra werd geïntroduceerd, begin 2009, en is later stukje bij beetje weer afgeknabbeld tot een lager niveau. Zoals deze evolutie grafiek kristalhelder laat zien.
In deze grafiek zijn de kolommen van boven naar beneden "getekend", omdat het om een teruggave post (niet "een te betalen belasting") gaat. U ziet dat in de historie deze post flink opliep van 141,58 in 2001 tot 199 Euro in 2007. In 2008 stabiliseerde dit, maar in 2009 (na rode lijn, invoering capaciteitstarief elektra) werd de post nog eens enorm opgehoogd, en kregen alle huishoudens op kalenderjaar basis maar liefst EUR 318,62 retour op hun elektra nota (NB: ook hier ex btw, daar kwam dus nog 19-21% btw overheen). Dit bedrag bleef vervolgens stabiel tm. 2014, ondanks inflatiecorrecties die wel op te betalen tarief posten werden toegepast, en tussentijdse wijzigingen van de netbeheers-kosten. In 2015 tm. 2017 werden er stapsgewijs weer stukjes van die teruggave EB afgeknabbeld, vanwege allerlei politieke toezeggingen - die in de belastingen weer moesten worden "gerepareerd". Sinds 2014 is er nu met de laatste knabbel voor het tarief in 2017, alweer EUR 10,08 verdwenen van het langere tijd stabiele teruggave bedrag, een verlies van 3,2%. De vraag is wat er de komende jaren met deze politiek gevoelige teruggavepost aan de Nederlandse huishoudens gaat geschieden...
Er was ook kort een apart teruggave tarief voor aansluitingen zónder verblijfsfunctie, zoals garageboxen e.d. Ongewijzigd sedert de invoering in 2010, is deze post in 2015 alweer geschrapt: geen teruggave energiebelasting meer voor dergelijke aansluitingen. En zo blijft het voor velen compleet onnavolgbare gekkenhuis genaamd "energiebelastingen sensu lato" veranderen waar je bij staat. Zodat (bijna) niemand meer weet waar hij/zij aan toe is. Dat heet in politieke kringen, met historisch bezien een flinke Franse inslag in het Nederlandse bestel, ook wel: verdeel en heers politiek.
Meer tarief componenten besprekingen van Polder PV zullen volgen in het nieuwe jaar. Dat zal, naar zijn inschatting, op het gebied van zonnestroom, weer genadeloos druk worden. Dus u zult moeten afwachten wanneer het volgende hoofdstuk aan dit tarieven festijn zal worden toegevoegd.
Bronnen / verder lezen
Belangrijkste wijzigingen belastingen 2017 (Min. Fin., 20 dec. 2016, incl. energiebelastingen)
Vaststelling tarieven 2017 voor opslag duurzame energie (Eerste Kamer vaststelling ODE heffingen voor 2017)
Wet opslag duurzame energie (Eerste Kamer dossier "ODE" - SDE heffing)
Waarom betalen we energiebelasting? (Een van diverse zeer interessante bijdragen van Henri Bontenbal, dit stuk van 4 november 2012)
Belastingplan 2016 aangenomen - salderen zonnestroom minder profitabel, gas (netto) fors duurder (23 dec. 2015, verslag van details en effecten van de beruchte "energiebelasting-schuif" tussen elektra en gas voor het kalenderjaar 2016, op Polder PV)
2 december 2016: Gemiddelde elektriciteit & gas verbruiken & aandeel stadswarmte Nederlandse huishoudens. Medio vorige maand werden, zo is gebleken, eindelijk, na lange tijd "lege data velden" gezien te hebben, de gemiddelde verbruiks-cijfers per type huishouden gepubliceerd door het CBS. Polder PV heeft die data, die helaas slechts over 2015 gaan, inmiddels met die van voorgaande jaren, vanaf 2009, bij elkaar in twee grafieken gezet. Zodat de trends duidelijk worden. Hieruit blijkt duidelijk dat Nederlandse huishoudens hun best doen bij het verminderen van hun verbruik, wekken ze steeds meer elektra zelf duurzaam van eigen dak op, en zijn ze derhalve een dragende pijler van de - moeizame - Nederlandse energie transitie.
Elektriciteit
Deze grafiek is een samenstelling van data uit 5 separate CBS tabellen over kerngetallen van wijken en buurten. Gelumpt van 2009-2012, en daarna per jaar apart gepubliceerd in het Statline portal*. Let op: de Y-as loopt van 1.000 tm. 5.000 kWh/HH.jaar. Dit om de verschillen tussen de diverse huishouden types zo goed mogelijk "uit elkaar te trekken", en de curves niet te dicht bij elkaar te krijgen. Er zijn natuurlijk al de nodige huishoudens die op jaarbasis een "netto nul" (verbruiks-) nota hebben. Zo saldeert Polder PV zijn bescheiden 1.100-1.200 kWh/jaar verbruik helemaal weg met de eigen zonnestroom opwek - en houdt hij nog een beetje elektra uit de zonnepanelen over. Maar dat zijn nog vrij uitzonderlijke gevallen, en beslist geen "gemiddeldes".
* Na publicatie van dit artikel werd ik door Casper Tigchelaar, werkzaam bij ECN, gewezen op een doorlopende tabel met alle data, die ik nog niet kende (de CBS data verzameling is omvangrijk, je verliest er al snel het overzicht over). Vandaar hier de link naar dat separate overzicht. In Statline bekend onder "Energieverbruik particuliere woningen; woningtype en regio's". De update daar is zelfs van iets eerder: 13 oktober 2016. Enige "minpuntje": 2009 staat daar weer niet bij... Casper: dank!
Over de hele linie genomen is het gemiddelde stroomverbruik per huishoudens behoorlijk afgenomen in 6 jaar tijd, bij alle typen huishoudens. Het gemiddelde, weergegeven door de dikke zwarte lijn, viel terug van 3.300 kWh/HH.jr in 2009 naar nog maar 2.980 kWh/HH.jr in 2015 (10% minder). En zal, bij toenemende besparing gecombineerd met eigen opwek van zonnestroom, verder omlaag gaan. Daarbij is nog niet gerekend met een - vooralsnog theoretische - zeer significante stijging van het gebruik van elektrische auto's, warmtepompen, e.d. We zullen moeten afwachten hoe hard die ontwikkelingen zullen gaan. En, bijvoorbeeld, welk deel van het "gebruik" van elektra voor auto's straks uit het eigen bemeten stopcontact zal gaan komen. Een groot deel zal namelijk "elders" worden getankt, en dat telt niet mee voor het verbruik zoals hier weergegeven. Bij warmtepompen is het natuurlijk echt "in-house" verbruik, en dat kan een enorme boost opwaarts gaan geven, als de elektrificering van de warmtevraag echt "los" gaat komen. Daar zijn beslist aanwijzingen voor, onder de sedert 2016 geldende ISDE subsidie regeling, zijn warmtepompen zowel bij bedrijven als bij huishoudens zonder meer de populairste categorie.
De "maximale" gemiddelde waarde in deze grafiek is 4.600 kWh/HH.jr in vrijstaande woningen in 2010 geweest, maar ook daar heeft een forse erosie plaatsgevonden. Het verbruik in die "rijkeluis" categorie was anno 2015 nog maar 4.220 kWh/HH.jr, ruim 8% minder.
Er is een kleine afwijking van de neergaande "globale" trends bij de categorie "tussenwoning" te zien (kleine tussentijdse stijging in 2013), maar ook daarna gaat daar de trend daar weer verder omlaag. Het kan ook een statistisch artefact zijn, maar dat is niet zeker.
"Huurwoningen" (blauw gestreept) resp. "Koopwoningen" (bruin gestreept) worden apart sedert 2013 opgevoerd in het Statline portal van CBS. Koopwoningen zitten gemiddeld flink boven het gemiddelde (zwarte continue lijn). In 2015 (3.480 kWh/HH.jr) lag dat 17% boven dat totaal gemiddelde niveau (2.980 kWh/HH.jr). Huurwoningen zitten met hun stroomverbruik zelfs op een aanzienlijk niveau lager (2015: 2.300 kWh, 23% onder het totaal gemiddelde). Huurders zijn - vaak noodgedwongen - zuinig, zijn vaak klein behuisd, en hebben gemiddeld genomen (veel) minder elektrische apparatuur dan mensen in koopwoningen. Ook uit dat oogpunt, zouden huurders op handen gedragen moeten worden door welke regering dan ook die energiebesparing als heilig doel ziet, om versneld aan de "klimaat doelen" te geraken ...
Goed om hier te vermelden dat het NIET GEMETEN eigenverbuik van zonnestroom niet in deze grafiek is weergegeven, zoals de belangrijke voetnoot van CBS weergeeft (hier boven weergegeven, mijn rode kader). Ergo, het totale eigen verbruik is gemiddeld genomen hoger, er wordt echter in-house een deel van de eigen opgewekte stroom direct verbruikt. Dat wordt uiteraard niet zichtbaar op de jaarnota, is niet bij netbeheer bekend (zelfs niet bij gebruik van slimme meters), en dat kan het CBS dan ook nooit "te weten" komen. U moet zichzelf trouwens niet rijk rekenen op dit punt: het fysieke aandeel direct in huis verbruikte zonnestroom valt in de meeste huishoudens flink tegen. Je mag blij zijn, in een gemiddelde situatie, dat je 30% van je eigen opwek direct verbruikt. De meeste mensen zijn dan ook overdag gewoon van huis, en dan staan er weinig apparaten aan... En zelfs bij al zeer lang energiezuinige huishoudens als Polder PV, gaan grote hoeveelheden van de opwek van de qua dimensie zeer bescheiden PV generator (1,34 kWp) maandenlang netto het net op, zoals zichtbaar in de bekende opwek / verbruik grafiek ...
Ook in de hierboven getoonde opmerking van het CBS het feit dat gemeenschappelijk stroomverbruik in flats e.d., gemeten over een aparte aansluiting, natuurlijk ook niet meegenomen wordt in het "gemiddelde huishoudelijk verbruik". Dat is logisch, want het gaat om een totaal ander "soort" aansluiting, en bovendien kunnen die verbruiken van complex tot complex aanzienlijk verschillen (hoeveelheid verlichting, al of niet aanwezig zijn van grote andere stroom verbruikers zoals liften, oprijlaan verwarming parkeerkelders (!), centrale warmtepompen, e.d.).
Gas
Gas is dat "spul" waar we zo snel mogelijk van af zouden moeten. Althans als je sommige politici en "warmtenetten" bevorderende bobo's zou moeten geloven. Welnu, ook daarin nemen huishoudens al lang "the lead". Het aandeel gas in het totale energieverbruik (excl. vervoer) bij huishoudens is, dank Slochteren, weliswaar hoog, maar al lang, gemiddeld genomen, ook wat energetisch verbruik betreft, dalend, zie grafiek PBL. Wat die dalende lijn betreft, is het bij het gas verbruik altijd gecompliceerder. Want het gebouw-gebonden verbruik van die energie modaliteit wordt in extremo bepaald door de warmte vraag. En zelfs in "redelijk" geïsoleerde woningen, komen twee strenge wintermaanden in een stookseizoen nu eenmaal hard aan. Dan wordt er "gewoon" flink gestookt, en stijgt het gemiddelde jaarverbruik door die korte, maar heftige stook periode, navenant. Daar heeft eventueel op gas of elektrisch koken vrijwel geen invloed op, dat gaat om een fractie van de volumes die naar ruimteverwarming toe gaan. Vandaar dat de "gas grafiek" een veel grilliger verloopt kent dan die voor elektra - wat een véél homogener patroon laat zien. Koude jaren geven een verbruiks-piek te zien, warme jaren een dal. Maar globaal genomen gaan ook hier weer de verbruiken gemiddeld genomen omlaag. Wat het totaal gemiddelde (zwarte getrokken lijn) betreft, van 1.600 m³/HH.jr in 2009 naar slechts 1.250 m³/HH.jr in het - volgens KNMI wederom zeer warme - jaar 2015. Een vermindering van maar liefst 22%, het dubbele van de "score" bij elektra in dezelfde periode !
Uiteraard kan elke eventuele toekomstige winterperiode met langdurige koude in dat plaatje tijdelijk roet in het eten gaan gooien, maar de vraag is of die langdurig koude winters nog wel (frequent) op gaan treden, in een klimaat waarbij de poolkappen smelten waar je bij staat. De trend blijft staan: de verbruiken gaan gemiddeld genomen fors omlaag. Het hoogste gemiddelde verbruik in deze grafiek, uiteraard weer bij "die grote vrijstaande woningen", was 3.100 m³/HH in 2010, maar ook daar daalde het gemiddelde verbruik naar "nog maar" 2.210 m³/HH in 2015. Een daling t.o.v. die "piek" van maar liefst 29%. Het laagste gesignaleerde gemiddelde in alle reeksen lag bij de appartementen in het - volgens KNMI - "uitzonderlijk warme jaar" 2014, slechts 800 m³/HH. Door een "iets minder warm" jaar (veroorzaakt door slechts een korte vorst periode) nam dat licht toe tot 840 m³/HH in 2015. T.o.v. het uitgangspunt in 2009 (1.050 m³/HH), is de gemiddelde daling in dit woning segment 20% geweest. De verwachting is dat ook in deze al zeer weinig gas verbruikende woning categorie gemiddeld genomen het verbruik ook weer lager gaat worden. Zeker ook als isolatie in de huursector en bij andere hoogbouw eigenaren met appartementen versterkt ter hand genomen gaat worden.
Opvallend is tot slot, dat het verschil t.o.v. het gemiddelde voor huur- resp. koopwoningen kleiner is dan bij elektra. Beide categorieën liggen dicht tegen dat gemiddelde aan, met koopwoningen er licht boven, huurwoningen er iets onder. Dat komt, omdat bij warmte de "keus" om niet te stoken relatief klein is (er zijn niet echt veel huishoudens als Polder PV die bewust zéér kritisch weinig "stoken"), dan bij de ronduit verpletterende keuze uit elektrische (hulp) middelen voor wat voor doel dan ook. Die vooral door mensen in grotere (koop) woningen worden gekocht - en gebruikt. Vandaar dat het verschil tussen die twee woning categorieën bij "gas" veel kleiner is dan bij de optie elektra.
Stadswarmte
Tot slot nog enkele opmerkingen over het door CBS / Statline opgevoerde "percentage woningen met stadsverwarming", in de bekeken periode van 2009-2015. Het percentage bleef tm. 2011 op 4% hangen, steeg in 2012 naar 5%, bleef stabiel in 2013, daalde kort naar 4,8% in 2014, en steeg vervolgens fors door naar 5,5% in 2015. Dat laatste is opmerkelijk, omdat het verzet tegen gebonden stadswarmte, met o.a. de torenhoge vastrecht tarieven, de laatste jaren sterk is toegenomen. Wat zijn culminatie heeft gekend in een zwaar bevochten schikking tussen de spraakmakende Stichting Reeshofwarmte en Essent warmte opvolger Ennatuurlijk (wordt inmiddels ook aan Eindhoven voorgelegd). Ook moet hierbij genoemd worden de ronduit opmerkelijke serie ontwikkelingen in stadswarmte gebied Utrecht. Waar Bart van den Heuvel het met zijn Stichting Stadsverarming het voor elkaar heeft gekregen dat mensen die schoon genoeg hebben van (onder anderen) het vastrechtwoeker monopolie van de lokale partij (Eneco), voor een zeer billijk bedrag definitief afscheid kunnen gaan nemen van de aansluiting. En bijvoorbeeld over kunnen gaan stappen naar eigen oplossingen als een warmtepomp eventueel in combinatie met een thermisch zonnecollector systeem. En, tenslotte, ook belangrijk om hier te noemen, de glorieuze overwinning van Nautilus op de schandalige "aansluit verplichting" op het warmtenet in Amsterdam. Nautilus kon met de door haar verkozen warmte oplossing aantonen dat ze véél duurzamer waren dan de op grotendeels afval verbranding draaiende "collectieve voorziening". Maar liefst 60% meer CO2 besparing kunnen zij realiseren dan dat zwaar door de gemeente gepushte, prehistorische stadswarmte systeem, aldus de documentatie...
Er is zeer zware druk van zeer grote commerciële partijen (en vaak met hen mee-liftende gemeentelijke en provinciale instanties), om die vermaledijde stadswarmte netten te gaan uitbreiden en nieuwe (soms gigantisch uitgebreide) netten te gaan leggen. Dit, in combinatie met het sterk gegroeide verzet tegen dit nieuwe energie monopolie, geeft een nog ongewis effect op genoemd groeipercentage wat in 2015 werd "vastgesteld" door het CBS. De druk om dat percentage verder op te gaan krikken is echter zeer groot.
Verbruiksdata
stadswarmte: onbekend
Tot slot: er worden géén verbruiksdata voor stadswarmte
gepubliceerd door het CBS. Ze zijn "niet bekend". Er wordt
landelijk met een totaal oncontroleerbaar ("want commercieel
gevoelig") verondersteld gemiddeld verbruik van 35 GJ/jaar
gerekend. U kunt er vergif op innemen dat met name in de kwetsbare,
vaak aan stadswarmte "gebonden" verbruiksgroepen in appartementen,
meestal huurders, het totale verbruik véél lager zal blijken
te liggen, dan dat veronderstelde gemiddelde verbruik. Met name voor
die zeer kwetsbare verbruiksgroepen, zijn de niet te vermijden kosten
voor de (instandhouding van de) aansluiting, wat ik al sinds enkele
jaren de #vastrechtwoeker ben gaan noemen, een molensteen om de nek
geworden. Er gaat geen enkele incentive uit om te besparen
op het verbruik, omdat de grootste kostenpost die vermaledijde vaste
kosten zijn geworden (voorbeeld
grafiek Polder PV met "optimistisch" verbruik van 9 GJ/jaar).
Jaar in jaar uit. Vandaar wellicht, dat het landelijke verbruik per
bewonerscategorie stadswarmte het best bewaarde geheim van de energiesector
is geworden. En we daarover kennelijk niets mogen - of kunnen - vernemen
van de nationale statistici van het CBS.
Mocht u dat bij een uitzonderlijk geval als Polder PV wel willen zien, heeft u hier de hele verbruiksreeks in maandverbruik, en jaarverbruik. Gemiddeld genomen van 1997 tm. 2015, hadden wij een ultra laag verbruik van slechts 8,25 GJ/jaar. Ook in 2016 gaan we, op basis van de langjarige gemiddeldes, het gemeten verbruik tot en met november, en het verbruik gemeten in december 2015, wederom af op een historische "low": vermoedelijk gaan we dit kalenderjaar naar zo'n 7 GJ warmte verbruik (ruimteverwarming plus tapwater, koken doen we op gas). Dat is VIJF MAAL zo laag dan het "veronderstelde" gemiddelde verbruik zoals dat al lang door de sector wordt "gedicteerd" (en waar het hele absurde tarief systeem op wordt uitgelegd). Toch blijven we een absurde vastrecht woeker van (tariefstelling 2016) 466 Euro betalen. Per jaar.
Kerncijfers wijken en buurten 2015 update 18 november 2016 (selectie Polder PV: energie, Nederland totaal)
22 december 2015: Tweede achtereenvolgende jaar - Nederland produceert minder "duurzame" elektriciteit, biomassa bijstook in elkaar gestort. Eind van het jaar is een drukke tijd voor CBS, want er moeten veel energie statistieken worden bijgewerkt. Daarnaast is er een herziening geweest van de zogenaamde "energiebalans", a.g.v. wijzigingen in het "Protocol Monitoring HE" van RVO.nl. Dit heeft o.a. geleid tot een - bescheiden - herziening van de historische energie productie cijfers voor zonnestroom en voor biogas (link onderaan, rapport).
U heeft van mij al drie analyses van hun laatste cijfers voor zonnestroom kunnen nalezen op Polder PV, en de context waarin die "moeten" worden gezien. Zie ook lijstje onderaan dit artikel. Het huidige stuk gaat grafisch in op de status voor alle (vermeend) "hernieuwbare" energiebronnen op het vlak van elektriciteit, met de laatst beschikbare cijfers voor CBS. Het drama is compleet: voor het tweede achtereenvolgende jaar produceerde ons intens fossiele land weer minder "groene" stroom, en viel ook het aandeel op de totale stroom consumptie verder terug (van 10,12% in 2012 naar 9,73% in 2014). En dat had alles te maken met de enorme terugval van bijstook van biomassa in kolencentrales, al mogen we kennelijk niet weten wat de "exacte" impact is geweest in 2014. Polder PV doet u de details uit de doeken - voor zover mogelijk - en geeft uiteraard de tale-telling jaartrends grafisch weer.
1 TWh = 1.000 GWh = 1 miljoen MWh = 1 miljard kWh
(1) Elektriciteit uit "hernieuwbare bronnen" in drie tijdreeksen
In de eerste grafiek hier onder de evolutie van de stroomproductie uit hernieuwbaar veronderstelde bronnen in Nederland, in drie tijdreeksen. "Verondersteld", omdat een belangrijk deel van deze productie jaren lang biomassa bijstook in fossiele kolencentrales heeft betroffen, waarvan met recht afgevraagd kan en mag worden wat daar "hernieuwbaar" aan zou zijn geweest. En niet alleen wat betreft de "palmolie piek" in 2005-2006, maar ook in recentere jaren, toen massaal Amerikaanse bossen in Nederlandse kolencentrales werden weg gebrand, omdat er nog MEP subsidies voor werden uitgekeerd (zie ook analyse door hard-liner Zeilmaker in een Climategate.nl reeks).
Dat was dan ook het "probleem", de extreem lucratieve MEP subsidies (Zeilmaker: Amer zou geschat gemiddeld 5.000 Euro subsidie PER UUR hebben weg gebrand !) voor enige vorm van biomassa bijstook vervielen na tien jaar, die voor bij-en meestook in kolencentrales liepen op hun eind in 2015. De gevolgen lieten zich raden: er werd gewoon, zonder enige gewetenswroeging, weer massaal, 100% steenkolen in de brand gestoken. Want kolen zijn en blijven spotgoedkoop, en de CO2 emissie certificaten zijn ook al geen drol waard. Die certificaten koop je er gewoon voor een prikkie bij, en je hebt nog steeds een lucratieve business-case. De vergroening van de samenleving is immers niet jouw taak, als kolencentrale uitbater: je moet de aandeelhouders van het met forse investeringen in het leven geroepen monster tevreden houden. That's the only thing that counts...
Accidentje
maakte het bijstook / kolen drama af
Daar kwam ook nog eens bij dat de grootste groen spul stokers van allemaal,
RWE/Essent's Amer centrale bij Geertruidenberg een "accidentje"
voor haar kiezen kreeg op 10 september 2014: de biomassa lijn kwam stil
te liggen na een - onbevredigend verklaarde - stofexplosie
a.g.v. broei, en een forse brand die vier houtsilo's zwaar beschadigde.
Essent was verantwoordelijk voor maar liefst ruim 80% (!) van alle bij-
en meestook in ons land, en stookte in een experiment in Amer9 in 2010
maar liefst meer dan de helft aan biomassa bij (rapportage
RVO). Sinds het ongeluk met de biomassa input lijn, wordt de Amer
centrale gewoon knallhart weer voor de volle 100 procent op
steenkolen gedraaid, waardoor om te beginnen dus al een kwartaal
lang in 2014 de productie cijfers voor "hernieuwbaar veronderstelde
stroom productie" in forse mate negatief zijn beïnvloed.
Daarnaast zijn sinds het najaar van 2014 dus ook alle arme gebonden stadswarmte klanten (van Ennatuurlijk, "rechtsopvolger van Essent") in steden als Tilburg en Breda massaal noodgedwongen met pure kolenwarmte het - vaak slechter geïsoleerde - huis aan het verwarmen. Je zou enigszins wrang kunnen stellen dat de absurde hoge winter temperaturen van dit jaar ze nog enigszins "spaart", en ze het geweten nog een beetje "groen" kunnen houden, ondanks die massale kolenstook in de Amer. De gevolgen van de combinatie "Amer sedert september 2014 weer 100% kolen", én de input van de drie op full-steam komende NIEUWE kolencentrales laten zich raden: de inzet van steenkool in de stroom productie in ons land is met absurd tempo omhóóg aan het gaan, i.p.v. in de gewenste richting: omlaag... (zie met name de dramatische grafiek in het vorige artikel).
Het gevolg van dat alles was dit, ondanks een toegenomen aandeel windenergie (zie verderop voor details):
De feitelijk belangrijkste kolommengroep is de grijze, die de "netto" productie weergeeft. Dat is de fysieke stroom productie die overblijft nadat de hoeveelheid elektriciteit benodigd voor het (eventuele) bedrijfsproces voor de stroom productie is afgetrokken (er is bijvoorbeeld nogal wat stroom nodig voor ingewikkelde, grote elektriciteitscentrales met biomassa bijstook, wat allemaal al direct wordt verbruik on-site). Na de piek in 2012 (11,8 TWh), is die netto productie in 2014 terug gezakt naar slechts 11,0 TWh, 6,3% minder. Grotendeels het gevolg van de fors verminderde inzet van biomassa in steenkolen centrales.
Bij de bruto productie (oranje kolommen) is het eigen verbruik van de installaties voor het opwekken van elektriciteit meegeteld, en zijn de cijfers dus wat hoger. Na de record productie in 2012 (12,5 TWh, 6,3% hoger dan netto productie) viel de bruto productie in Nederland terug naar 11,7 TWh in 2014, een terugval van 6,5%. In 2014 was de bruto productie 6,1% hoger dan de netto productie.
Normalisatie
wind & hydro
Deze twee productie series zijn "niet genormaliseerd". Vanwege
de hoge impact van windenergie en hydropower (waterkracht) in de Europese
stroom productie mix uit hernieuwbare bronnen, en hun variabele karakter,
wordt door het CBS een derde reeks berekend en hier weergegeven (blauwe
kolommen), die de bruto productie cijfers normeert naar een
referentie jaar productie. Daarmee kunnen de prestaties van Europese
landen die, onder verschillende "windcondities" en droge/natte
jaren, fors kunnen afwijken van de trend, beter (zo u wilt: eerlijker)
met elkaar worden vergeleken. Daardoor komt die genormaliseerde waarde
soms onder het niet gecorrigeerde (fysieke bruto productie) cijfer uit,
en in andere jaren kan hij er zelfs bovenuit komen. In 2012 waren ze
beiden vrijwel gelijk (genormaliseerd: 12,5 TWh, nauwelijks lager dan
niet-genormaliseerd). In 2013 was de genormaliseerde waarde iets lager
(minus 1,7%), in 2014 echter iets hoger dan de niet-genormaliseerde
waarde (plus 0,7%). NB: voor zonnestroom wordt zo'n correctie (nog)
niet uitgevoerd, waarschijnlijk omdat het aandeel nog te gering is om
grote verschillen tussen landen onderling op te leveren. Maar ik denk
dat het onvermijdelijk zal zijn dat zo'n correctie er binnenkort zal
moeten komen. De impact op bijvoorbeeld de productie in zonnige landen
als Italië (tweede hoogste productie capaciteit in Europa, na Duitsland),
kan fors zijn, als er toevallig een "zeer somber" of wellicht
"extreem zonrijk" jaar (zoals in 2003) zou komen.
Bij alle drie de curves blijkt in ieder geval kristalhelder, dat in het ooit zich op de groene borst trommelende, milieu"bewuste" Nederland, het drama op het gebied van stroomopwekking zich nu voor het tweede achtereenvolgende jaar knallhart in de historische cijfers aftekent. We hebben "genormaliseerd", in 2014, 5,7% minder (bruto) stroomproductie dan in het "top"jaar 2012. En dat was al niet veel... Nederland had nooit naar die Klimaatconferentie in Parijs mogen gaan. Wij, super rijk VOC land, doen het op het gebied van fysieke stroom productie uit (vermeend) groene bronnen namelijk hyperslecht. En we hebben eerst het eigen smerige huis op orde te brengen voordat we anderen op dat vlak "de maat gaan nemen"...
(2) Netto stroom productie "hernieuwbare" bronnen voor 4 modaliteiten tm. 2014
In de volgende serie grafieken gaan we de hiervoor genoemde "netto" productie (exclusief eigen verbruik voor de stroom productie on-site) verder ontrafelen op basis van de nieuwe CBS cijfers. Eerst een grove splitsing in vier modaliteiten, waterkracht, zonnestroom, totaal biomassa, en windenergie.
Uit deze eerste "details" blijkt dat, ondanks massief verzet tegen windturbines, en jarenlang sector-verstorend wipkip beleid in Den Haag, het aandeel windenergie inmiddels in 2014 de hoogste impact heeft van de vier getoonde modaliteiten. Er werd in dat jaar bijna 5,8 TWh geproduceerd (45% meer dan de maximale jaarproductie van kerncentrale Borssele). Daarnaast, fors in elkaar geklapt sinds het productie record in 2012 (bijna 6,5 TWh), de productie van "totaal aan biomassa" (gedomineerd door bijstook in kolencentrales). Ineengeschrompeld tot nog maar ruim 4,3 TWh in 2014. Lag de verhouding "totaal biomassa" t.o.v. windenergie in record jaar 2012 nog 30% hoger, in 2014 is door het instorten van het aandeel van eerstgenoemde, die verhouding compleet omgedraaid. Windenergie droeg in dat jaar maar liefst ruim 33% méér bij dan biomassa "totaal". In een blauwe stippellijn heb ik een 4e graads polynoom trendlijn laten berekenen voor windenergie. We hopen natuurlijk dat die lijn vooral in positieve zin verder kan worden doorgetrokken, het is immers (nu nog) de goedkoopste opwekkings-methode voor duurzame elektriciteit op land.
Ook duidelijk in deze grafiek, is de beruchte "palmolie piek" in 2005-2006, toen onder de MEP regeling nog massaal "oerwoud vernietigende, ongecertificeerde palmolie" op een kolenbedje mocht worden bijgestookt, en Den Haag zat te soppen dat het zo "hard" ging met de "duurzame" stroom productie in ons land. Totdat Joop Wijn op een vrijdagmiddag een streep zette door de MEP, en ook alle hitsige plannen om nog meer uit ongecertificeerde oerwoud plantages afkomstige palmolie te gaan verstoken - hopelijk definitief - in de ijskast konden worden bijgezet...
Zonnestroom is, u als Polder PV lezer vast niet onopgemerkt gebleven, de grootste "continue stijger" van allemaal, met elk jaar weer meer veronderstelde (helaas niet fysiek gemeten, maar "berekende") productie. Dat heeft alles te maken met de heftige groei die we de afgelopen jaren hebben gezien in de markt, en waarvoor ik net weer de voorlopig laatste balans heb opgemaakt (laatste CBS cijfers, marktsegmentatie, vergelijking met 2 andere grote dossiers). Volgens de CBS "berekeningen", zou in 2014 het voorlopig laatste "record" zijn gevestigd, met 785 GWh veronderstelde zonnestroom productie. Een heftige toename van 61% t.o.v. de (berekende) productie in 2014. Wat er precies door alle, volgens Klimaatmonitor eind dat jaar bijna 246.000 zonnepanelen hebbende locaties is geproduceerd, blijft in ons land een enigma.
Hydropower (energie uit water, in NL uitsluitend stromings-energie) heeft in een plat land als Nederland haar permanent fysieke beperkingen, en zal zolang er nog geen low-cost oplossingen voor toepassingen op bijvoorbeeld zee zijn, een relatief bescheiden aandeel houden. De maximale door CBS gerapporteerde productie ligt alweer in een grijs verleden: in 2000 zou er 142 GWh zijn geproduceerd. Het schoot tot nog toe niet echt op, in 2014 stond er nog maar 112 GWh op de teller, 21% minder dan dat "record" jaar. We mogen alleen maar hopen dat de in september 2015 geplaatste, eind november in bedrijf gestelde 5 Tocardo turbines in de Oosterscheldekering daar nu structureel verandering in zullen gaan brengen. Daarvoor moet natuurlijk eerst afgewacht worden wat deze op jaarbasis zullen gaan opwekken, en of er geen problemen met deze "commerciële pilot" zullen ontstaan. De initiatiefnemers hebben de overheid om een "experimenteer SDE" en verhoging van de DEI investerings-subsidie regeling gevraagd, om de noodzakelijke opschaling en kostenreductie ("leercurve") van getijde-energie mogelijk te maken (pdf van Tocardo).
Al met al, is de verhouding tussen de vier getoonde modaliteiten in 2014 als volgt geworden. Windenergie : biomassa : zonnestroom : hydropower = 52 : 39 : 7 : 1. Of, m.b.t. zonnestroom anders gesteld: een factor 7,4 maal zoveel windenergie dan zonnestroom in dat jaar.
(3) Netto stroom productie "hernieuwbare" bronnen voor 11 deel-opties tm. 2014
In de volgende grafiek gaan we de hiervoor genoemde 4 modaliteiten in 11 deel-opties opsplitsen om nog beter te kunnen zien wat de trends waren.
KLIK op plaatje voor uitvergroting
Uiteraard is windenergie nog steeds de alles overrompelende optie in deze fijnste "segmentatie" die CBS geeft. Dat zal zo blijven, en zo hoort dat ook, in een "natuurlijke windnatie" als Nederland. Het allergrootste aandeel heeft natuurlijk wind op land, met een record van ruim 5,0 TWh productie in 2014, 25% meer dan de maximale jaarproductie van kerncentrale Borssele. Wind op zee, al jaren lang uitsluitend uit de twee eerste windparkjes, is helaas - maar zo gaat dat bij een "weersafhankelijke" optie - terug gevallen van een maximum van 802 GWh in "top"jaar 2011, naar 748 GWh in "relatief wind-op-zee-arm" 2014, 6,7% minder productie.
Omdat biomassa in deze grafiek nu "ontleed" is in de deel-opties, wordt meteen duidelijk welke deel-optie 11 jaar lang de grootste cq. (na wind op land) op-een-na-grootste contribuant was. Jawel, bijstook van (tegenwoordig) grotendeels uit het buitenland naar Nederland geëxporteerde houtsnippers in intens fossiele steenkolen centrales. In 2005 zelfs een record van 3,3 TWh "op haar geweten" hebbend. Dat bestond destijds echter grotendeels uit palmolie verbranding op een kolenbed, en werd grootschalig toegepast (met subsidie), voordat de maatschappelijke verontwaardiging - en het Nederlandse parlement - daarmee afrekende. Het is maar wat je "duurzaam" noemt. De politici en de vlijtig op de achtergrond door werkende ambtenaren die dat hebben toegelaten zijn er helaas nooit op "afgerekend". Maar het staat wel in de historische overzichten nog steeds als iets "duurzaams" vermeld (dit is NEEderland)... Gelukkig is die ongein afgelopen, maar het op grote schaal verstoken van hout uit landen als Canada en Amerika ging in de versnelling, zodat bijstook alsnog een nieuw (tussen-)record tegemoet kon zien in 2010, met ruim 3,0 TWh op de teller. Toen droogden echter de MEP subsidies op, onder SDE was het Gaia zij dank nog niet mogelijk om gesubsidieerd biomassa in de hens te steken, dus ging er gewoon weer, net zo makkelijk, honderd procent kolen in de ketel. Met de "dramatische" gevolgen voor het aandeel "vermeend hernieuwbaar" tot gevolg. De verondersteld "duurzame" productie uit bijstook kachelde achteruit tot nog maar 1,7 TWh in 2013 en ... ??? in 2014. Dat laatste, daar kom ik zo op, zie paragraaf 4. Feit is: de inzet van biomassa in kolencentrales viel, met het wegvallen van het subsidiekanaal, net zo sterk terug als het - met gigantische subsidies - was opgebouwd (of, zo u wilt: "gepusht").
De derde, ook af en toe fel bestreden "duurzame" optie waarmee we onze miezerige "doelstelling" in 2020 (14% duurzame energie, waarvan elektriciteit het belangrijkste aandeel zou moeten leveren) zouden moeten gaan halen is de verbranding van afval in een overschot aan "hypermoderne" afvalverbranders (AVI's). Door een toenemend aantal bezorgde medelanders "grondstoffencrematoria" gedoopt. Dat een toenemende hoeveelheid afval uit het buitenland hierheen wordt gesleept (sterke stijging sinds 2010), maakt kennelijk niks uit voor Den Haag, als het hier verbrand wordt mag de "groene fractie" kennelijk gewoon als "duurzaam" meetellen. Mij maakt u de kat niet wijs, maar het resultaat van die krampachtige poging nog "iets" voor te stellen is, dat AVI's in 2014 ruim 1,48 TWh aan "duurzaam veronderstelde" elektriciteit genereerden. Wat nog niet eens een record was, want dat werd in "top"jaar 2012 gevestigd, met 1,8 TWh productie, 22% hoger dan in 2014.
In 2013 was de verbranding van biomassa in ketels bij bedrijven de vierde hoogst contribuerende optie, met 961 GWh productie. Maar, net als bij biomassa bijstook in de grote kolencentrales, is er voor 2014 geen cijfer gegeven (zie verderop)...
Zonnestroom
haalde in 2014 wind-offshore in...
Zonnestroom (ook al is
de productie berekend door CBS, niet gemeten), rukte zeer snel op de
afgelopen jaren. Deze zeer duurzame optie heeft achtereenvolgens biogas
uit stortplaatsen en waterkracht
(2011), biogas uit RWZI's
(rioolwater zuivering) en "overig"
biogas (2012), biogas
uit co-vergisting van mest, en zélfs, big
news, de productie van windenergie
op zee, de laatste
met de hakken over de sloot, ingehaald in 2014. Volgens
de berekening van CBS zou zonnestroom in 2014 een record productie van
785 GWh hebben behaald, terwijl de twee windparken op zee slechts 748
GWh zouden hebben geproduceerd, 4,7% minder...
Van de in de laatst genoemde alinea opgesomde overige elektriciteit productie mogelijkheden, was alleen biogas uit co-vergisting van mest nog een "betekenisvolle" optie in 2014, met 509 GWh/jaar. De overige opties zaten iets boven de 200 GWh (overige biogas), of (veel) lager.
(4) Netto stroom productie "hernieuwbare" bronnen gestapeld tm. 2014
In de volgende grafiek gaan we de hiervoor genoemde 11 deel-opties "stapelen" om de onderlinge verhoudingen per jaar goed te kunnen zien, en om de totale impact van het geheel helder te kunnen tonen.
KLIK op plaatje voor uitvergroting
NB: de productie voor "biomassa bij- en meestook centrales" en dat voor "biomassa ketels bedrijven" in 2014 is wel bekend bij CBS, maar geheim gehouden (!). Beiden bij elkaar opgeteld moeten qua volume de omvang hebben van het gestippelde open blok bovenaan de kolom, om op het "totaal" te komen wat CBS wél heeft opgegeven (11.039 GWh)...
Als we alle 11 deel-opties op elkaar stapelen, zien we wederom de schaamrood op de kaken brengende terugval van de "duurzame" stroom productie terug bij de totalen die ik bovenaan de kolommen heb weergegeven, en die direct uit de CBS tabellen komen ("totaal hernieuwbare energiebronnen"). Van 11,8 TWh in 2012 via 11,5 TWh in 2013, naar nog maar een schamele 11,0 TWh in 2014. 6,8% minder totaal productie (uit verondersteld "hernieuwbare" bronnen) dan twee jaar geleden... Maar u ziet aan de laatste kolom alweer, dat er iets heel geks is met dat - t.o.v. 2012 fors terug gevallen - totaal. Er zit een akelig, groot "gat" in de opsomming, wat ik bovenaan heb weergegeven met een open kolom segment met gestippelde rand. Als we beter gaan kijken, zien we dat er twee opties in de cumulatie ontbreken, waarvoor dus géén detail cijfers door het CBS zijn verstrekt (terwijl de totale productie wél werd gepubliceerd, 11.039 GWh in 2014). En die twee opties zijn de hierboven al vermelde "bij- en meestook biomassa in centrales" en "biomassaketels bedrijven, elektriciteit".
Je zou als leek kunnen denken dat er wellicht nog cijfers ontbreken, en dat die toegevoegd zouden gaan worden. Maar hoe zou CBS dan wel al aan een totale stroomproductie kunnen komen, uit "hernieuwbare" bronnen, als er twee essentiële data ontbreken voor een optelsom? Ik had wel al een vermoeden, maar ik heb het CBS dan ook expliciet per mail gevraagd of die cijfers nog zouden komen. Het antwoord was, zoals ik al vreesde, ontnuchterend.
"Cijfers voor het meestoken van biomassa en biomassaketels bedrijven elektriciteit voor 2014 zullen niet komen vanwege de vertrouwelijkheid. Het aantal elektriciteitscentrales dat biomassa meestookt is inmiddels dusdanig klein dat, als we daarover cijfers zouden publiceren, deze door ingewijden te herleiden zouden kunnen zijn tot 1 bedrijf. In die gevallen mag CBS alleen cijfers publiceren als we toestemming hebben van de betreffende bedrijven. Die toestemming hebben we gevraagd, maar niet gekregen. Om wel totaalcijfers te kunnen publiceren, zonder het meestoken terugrekenbaar te maken, hebben we ook de cijfers voor biomassaketels bedrijven elektriciteit weggelaten." CBS in reply aan Polder PV, per e-mail, 18 dec. 2015 |
Een nogal ontluisterend antwoord van CBS (die zich kennelijk aan "afgesproken spelregels" moet houden, ze maken immers zelf geen "beleid"). Maar terwijl de "sector van onderop", zeg maar "coöperatief Nederland" zich inmiddels de schompes publiceert om bij te houden wat ze met afgrijselijke veel moeite fysiek werkelijk aan capaciteit van windturbines en wat zonnestroom projectjes hebben opgebouwd, zouden de Groten Der Aarde dus kennelijk "niet vermeld hoeven te laten zien vanwege mysterieuze geheimhoudings-regels". En mogen we niet weten wat er fysiek aan elektriciteit uit biomassa bijstook is geproduceerd in die paar overgebleven kolencentrales? Dat is toch te gek voor woorden, er is enorm veel subsidie in gegaan, in die tropisch oerwoud en Amerikaanse bosverbranding op Nederlandse bodem. En de burgers hebben er recht op te weten hoeveel stroom daar uit zou zijn geproduceerd!
KLIK op plaatje voor uitvergroting
De wijze waarop CBS "geheime" data weergeeft in haar on-line StatLine tabellen: dan wordt er een "x" weergegeven, terwijl die data beslist wel bekend zijn bij het statistiek bureau. Nederland mag wel veel, maar beslist niet "alles" te weten komen. Zeker niet als het om (veronderstelde) "gevoelige" informatie van de grote energiebedrijven gaat - of "zou gaan". Misschien zouden hier wat "kamervragen" over kunnen worden gesteld. We leven immers in een ogenschijnlijke "open" democratie. Zo wordt tenminste regelmatig gesuggereerd...
Reconstructie
mogelijke output biomassa bijstook 2014
Een poging van mij om die "geheime cijfers" toch "enigszins
te kunnen reconstrueren" is, gezien de trends in bovenstaande grafiek,
ervan uit te gaan dat de output van die andere optie die is gebruikt
om de totale productie van biomassa bijstook te "verhullen",
die van biomassa ketels bij bedrijven, ongeveer gelijk te stellen voor
de jaren 2013 en 2014. De totale productie van álle opties zou
volgens het CBS 11.039 GWh hebben bedragen, die voor alle opties behalve
de hierboven genoemde "missende 2" is 9.151 GWh geweest (optelling
van de aparte opgaves in de StatLine opsomming van CBS). Dus dan zou
je voor de twee niet ingevulde (grote) opties 1.888 GWh overhouden in
2014. Als we er van uitgaan dat de stroomproductie uit biomassa ketels
bij bedrijven gelijk zou zijn gebleven, dus de 961 GWh geproduceerd
in 2013, zou je voor de enige resterende elektra optie, biomassa bijstook,
in 2014 nog maar 927 GWh overhouden. Wat zelfs al minder
zou zijn dan de biomassa stook in ketels bij (overige) bedrijven. Ook
al veel minder dan de tot 1.481 GWh terug gelopen hoeveelheid uit de
"groene fractie" verbrand in afvalcentrales. En nog maar 18%
meer dan de snel aangroeiende hoeveelheid zonnestroom, door het CBS
berekend voor 2014. Van het al flink omlaag gestorte volume aan elektriciteit
uit biomassa verbranding in kolencentrales in 2013 zou met deze door
mij geschatte hoeveelheid nog maar 45% zijn overgebleven in 2014.
Als we de hierboven "gecalculeerde" 927 GWh in 2014 aanhouden, zou dat nog maar 8,4% aandeel van biomassa bijstook in de totale "duurzaam veronderstelde" stroom productie (van 11.039 GWh) zijn geweest. In record jaar 2005 was de toendertijd grotendeels door oerwoud - palmolie verbranding veroorzaakte enorme hoeveelheid van 3.310 GWh nog goed voor een maximum aandeel van maar liefst 47,3% op de totale "HE" stroomproductie. In 2014 is daar nog minder dan een vijfde deel van over (i.p.v. palmolie nu hout pellets uit grotendeels Noord Amerika omvattend). En bij eventuele gegroeide productie van stroom uit biomassa ketels bij (overige) bedrijven zelfs nog minder...
Biomassa
bijstook kolencentrales in elkaar gestort
Anders gezegd, uitgaande wederom van de berekende 927 GWh, zou er van
de record hoeveelheid van zwaar middels de MEP gesubsidieerde 3.310
GWh in 2012 (vorige grafiek) nog maar 28% zijn overgebleven in 2014.
Maar als we er van uitgaan, dat de modaliteit biomassa ketels bij bedrijven
méér hebben geproduceerd in 2014, wat waarschijnlijk lijkt
gezien de trend, is de biomassa bijstook in steenkolen centrales "vanwege
het verdwijnen van de MEP subsidie" in 2014 volledig in elkaar
geklapt. Dat is geen prettig nieuws voor de aandeelhouders van die paar
overgebleven kolencentrales die "het" nog - gesubsidieerd
- deden. Exclusief in het laatste kwartaal, de "noodgedwongen"
op 100% kolen draaiende (mega-) Amer. Want die overgebleven paar "kleintjes"
moeten door massale inkoop van spotgoedkope steenkolen het verschil
in verdienste (wegvallen lucratieve subsidie minus meerkosten biomassa
bijstook) goed hebben zien te maken. Die hebben in 2014 waarschijnlijk
helemaal geen "boodschap" meer aan duurzaamheid gehad. Er
moest immers, goed "klassiek aandeelhouderschap indachtig",
financieel rendement worden gehaald, al was dat gitzwart fossiel opgewekt.
Alleen als er weer nieuwe miljarden klaar staan voor de kolenboeren,
gaan ze "het" (bijstook) natuurlijk weer doen. Vandaar waarschijnlijk
dat er een maximale speelruimte van 8 miljard Euro te vergeven klaar
staat binnen SDE 2016, door de plotseling wel erg "ruimhartig"
belasting geld uitgevende, normaliter nogal calvinistische, te pas en
te onpas "kostenefficiëntie" van de toren roepende minister
Kamp. En de voortgang over het aangevraagde en toegekende subsidie verloop
een Staatsgeheim gaat worden, om te voorkomen dat Henk en Ingrid
vroegtijdig te weten gaan komen dat een fors deel van de door hen mede
op te hoesten SDE heffing ("ODE") richting de machtige kolenboeren
in ons land zal gaan wegvloeien (zie commentaar in mijn artikel
over het treurige "resultaat" van SDE 2015). U mag ook
stellen: richting een bodemloze, onduurzame, bos-overexploitatie, en
op termijn ecologische verwoestijning uitlokkende, rampzalige zoveelste
oer-hollandsche subsidieput.
(5) Aandeel "duurzaam geproduceerde" elektriciteit tm. 2014
Tot slot de grafiek waar het eigenlijk uiteindelijk allemaal om zou moeten draaien. Die voor het totale aandeel van elektriciteit verkregen uit als "hernieuwbaar bestempelde" bronnen (de aanhalingstekens zet ik er niet voor niks bij), t.o.v. de totale stroom consumptie in Nederland. Dat laatste is een voorwaarde vanwege Europese regelgeving, die voorschrijft hoe dit soort best wel ingewikkelde zaken berekend "moeten" worden. Om de prestaties van landen op een correcte wijze met elkaar te kunnen vergelijken. Ook deze cijfers komen direct uit de StatLine tabel van CBS. Wederom zijn - natuurlijk - de deelcijfers voor de "gewraakte" opties biomassa bijstook in kolencentrales, en, noodzakelijk om voornoemde cijfers te "maskeren", ook voor biomassa ketels bij (andere) bedrijven "geheim" gehouden.
In deze grafiek tot slot de "aandelen" van elke stroom opwekkende optie ("hernieuwbaar", zoals geclaimd in de nationale statistieken) in de totale stroom consumptie in Nederland. De sterke fluctuaties in het totale aandeel (cijfers bovenaan de kolommen) - en ook in die voor sommige opties, met name biomassa bijstook in kolencentrales - zijn een goede weergave van het permanente knipperlicht beleid waar we al vele jaren lang onder zuchten, en wat maar niet lijkt te verdwijnen. Biomassa bijstook nam zeer fors toe in de MEP periode waarin massaal palmolie in de hens werd gestoken (2004-2006), totdat Joop Wijn daar noodgedwongen een flinke streep door moest zetten vanwege dreigende, exploderende budget claims. Na een korte "rust" periode ging er vervolgens massaal Amerikaans hout doorheen bovenop de geduldige - el cheapo - steenkolen, totdat de MEP op z'n eind liep en het korte biomassa bijstook feestje weer was afgelopen. Het aandeel bijstook viel heftig terug, al mogen we (nog) niet weten "hoe heftig" wel in het jaar 2014.
Het meest opvallende positieve nieuws, naast natuurlijk het verder groeiende aandeel van wind (4,45% van de stroom consumptie in 2014, 0,26 procent-punt hoger dan in 2013), is het fors gestegen aandeel van zonnestroom. Dat nam van 2013 naar 2014 toe (berekend door CBS) van 0,42% naar 0,69% van de stroom consumptie, wat zelfs een iets hogere stijging is geweest dan bij wind. En, nogmaals hier benadrukt, het aandeel van zonnestroom is in 2014 dus al hoger geworden dan de productie van elektriciteit op zee door off-shore windturbines (0,66% in 2014). Dit gaat vanaf 2016 zeer waarschijnlijk weer fors ten nadele van zonnestroom veranderen omdat het eerste nieuwe off-shore windpark van Eneco / Mitsubishi Corporation - Luchterduinen 129 MW - in september 2015 volledig operationeel is geworden (3 maanden voor de geplande oplever datum, eerste stroom werd al in mei 2015 geleverd). Bovendien zijn er nog meer off-shore parken in voorbereiding. Dan moet je extreem veel PV capaciteit bijbouwen, om de te verwachten, hoge stroomproductie daarvan te kunnen bijbenen. Daarnaast zijn er maar liefst 57 windparken beschikt binnen alleen al de SDE 2015. Dus windenergie blijft op alle fronten dé dominante duurzame stroom opwekkende optie. Of u het nu wilt of niet, het gaat gewoon gebeuren.
In ieder geval zijn de getallen bovenaan de kolommen voor nu het belangrijkst: het aandeel als "duurzaam" veronderstelde elektriciteit op de totale stroom consumptie was in 2014 fors terug gevallen naar slechts 9,73%. 0,39% minder dan in 2012. Wat de "oude" beloftes, dat we in 2010 "probleemloos" 9% duurzaam opgewekte elektriciteit zouden gaan halen in een schril daglicht stelt. We zaten in 2014 alweer behoorlijk ver onder de 10%, en als we niet uitkijken gaat het nog minder worden, vijf jaar later dan dat "ijkjaar" 2010. Zelfs als je rekening zou houden met het ook bij StatLine terug te vinden "bruto productie" aandeel in 2014 (9,91% van stroom consumptie) of "genormaliseerd bruto productie" aandeel (9,98%): het blijft allemaal schraalhans keukenmeester werk.
Belangrijke voetnoten bij de herziene CBS statistieken, update 17 december 2015
(1) Wijziging per 17 december 2015 volgens CBS: "Bij de revisie van de Energiebalans zijn onder andere de reeksen van het totale binnenlandse bruto en netto elektriciteitsverbruik bijgesteld. Hierdoor zijn de in deze tabel genoemde reeksen van aandelen van hernieuwbare elektriciteit in het totale verbruik opnieuw berekend voor de jaren 1995 tot en met 2014."
(2) "De cijfers over zonnestroom en biogas zijn vanwege methodologische verbeteringen gereviseerd. Een toelichting op deze revisie staat in het artikel Hernieuwbare Energie Revisie 2015" (link zie hier onder).
NB: de wijzigingen, inclusief die voor de "energiebalans" vindt u, met de herziene statistiek voor elektriciteit productie uit hernieuwbare bronnen in de hier onder weergegeven referenties. De laatste drie komen uit de CBS StatLine databank (u kunt zelf naar keuze verder selecteren, andere productie jaren toevoegen, zaken weglaten, etc.):
Revisie
Hernieuwbare Energie 2015 (juni 2015, pdf. Gevolg voor zonnestroom:
102 terajoule extra "eindverbruik" = ruim 28 GWh productie,
in het jaar 2013)
Energiebalans;
kerncijfers (update 2 december 2015, selectie: 2013-2014)
Elektriciteitsbalans;
aanbod en verbruik (update 14 december 2015, selectie 2010-2014)
Hernieuwbare
elektriciteit; productie en vermogen (update 17 december 2015, selectie:
2013-2014)
Analyse
van eerdere updates van de CBS statistieken op Polder PV, voor zonnestroom:
CBS
PV cijfers vergeleken met Klimaatmonitor en PIR 18-12-2015
CBS
PV marktsegmentatie 2011-2014 17-12-2015
CBS: Definitieve
eindstand PV NL 2014 1.048 MWp 17-12-2015
14 december 2015: 2 dagen na het "historische" Klimaatakkoord - Nederland bereikt nieuw record verbranding van steenkolen in recente statistiek update. Over het door 195 landen uit-onderhandelde - en nog te ratificeren "historische" Klimaatakkoord in Parijs hoef ik u niets meer te vertellen. De media staan er bol van, voor iedereen is er wel wat te vinden. Er hoop uit te putten. Een "nieuw begin" te maken met (de versnelling van) duurzame energie. Nu definitief afscheid te nemen van de fossielen. Of cynisme over de gang van zaken. Tot sarcasme, en bij een selecte groep lieden zelfs mogelijk weerzin. Of wat dan ook. Voor ieder wat wils.
Maar in de nog prille nadagen van deze zonder meer "fascinerende" gebeurtenis die bedoeld lijkt te zijn om Homo sapiens nog wat jaartjes te gunnen op deze prachtige planeet, kan ik het toch niet laten om u even op de recentste update van een CBS dataset te wijzen, die vandaag werd gepubliceerd. Een statistiek die ik nu al enige tijd bijhoud, en waarvan ik af en toe een kopie het internet op slinger. Om iedereen weer even "bij de leest" te houden over welke klimaatgruwelen zich er in een "beschaafd" land als Nederland dagelijks afspelen. Ik had de al vreselijke recente stand van zaken in mijn artikel over het november rapport van CertiQ laten zien (dd. 3 december, grafiek onderaan artikel).
Ik doel natuurlijk op de grafiek "inzet van steenkolen bij de elektriciteitsproductie". Ik had hem tijdens de klimaatbesprekingen al ingezet om de onderhandelaars van NL origine wat op te porren (tweet 27 november 2015). Ik zet hem nu weer in met het allerlaatste, werkelijk verschrikkelijke cijfer voor de maand september van het Jaar des Heren 2015. Nederland is nog nooit zo diep gezonken op het internationale platform. Haar reputatie als "duurzaam" voorloper is met dat laatste cijfer volkomen naar de ratsmedee geholpen. We kunnen ons niet langer verschuilen achter holle retoriek. We moeten door de internationale gemeenschap tot de orde worden geroepen. Genoeg gepraat, de grafiek, met het eerste, gruwelijke cijfer voor de maand september 2015:
KLIK op plaatje voor uitvergroting
Het nieuwe, verpletterende resultaat: in september werd volgens CBS een nieuw record behaald met het verbranden van maar liefst 1,332 miljard kilogram steenkolen (van onbekende herkomst, mogelijk uit landen die bekend staan vanwege hun "bloedkolen", zoals Colombia). Voor de productie van elektriciteit. Die u en ik al dan niet "gewild" afnemen wanneer we de stekker in het stopcontact steken en eventueel aanwezige zonnepanelen niets produceren (in ieder geval altijd 's avonds en 's nachts niet, zelfs bij ons). En windturbines (bijna) stil staan tijdens een tijdelijke wind"flauwte". De stijging (CAGR groei over vijf jaar) sinds 2011 is verpletterend: die was in september 2015 maar liefst 23,4% gemiddeld per jaar t.o.v. september 2011. Alweer een stuk hoger dan in de voorgaande maanden in het betreurenswaardige, diep-fossiele jaar 2015 (zie blauwe pijlen voor gemiddelde jaarlijkse toenames, te schokkend voor woorden).
Als je de hele reeks op een rijtje zet krijg je deze grafiek:
KLIK op plaatje voor uitvergroting
U ziet: een record hoeveelheid verbranding van prehistorische steenkolen in onze "hypermoderne" kolen crematoria in september. Dát, beste mensen, is onze "climate legacy" die wij onszelf, uw eventuele nageslacht, en de wereld nalaten.
Minister President Rutte - en de "klassieke energiesector" hebben heel wat aan het parlement, en aan het Nederlandse volk "uit te leggen", 2 dagen na publicatie van het sjieke "The Paris Agreement" klimaataccoord document...
U kunt nog steeds die petitie tegen het (nog) langer openhouden van steenkolen centrales ondertekenen...
Steenkoolbalans; aanbod en verbruik (CBS, selectie: september in de jaren 2000 tm. 2015, vanaf 2013 kan nog worden gecorrigeerd)
ADOPTION
OF THE PARIS AGREEMENT - Proposal by the President - Draft decision
-/CP.21 (UNFCCC website)
Kolenexit. Sluit alle kolencentrales in Nederland (Petities.nl)
4 april 2015: Evolutie gas tarieven. Al heel lang staan bij mij diverse tabellen en grafieken klaar met evolutie van gasprijzen bij Vattenfall/NUON (ons "klassieke" referentie punt). Het is er wegens continu aanhoudende drukte alhier (lees: een permanent gekkenhuis) nog niet van gekomen die te publiceren. Omdat stadswarmte - altijd "afgezet tegenover gas" - weer vet in de politieke "belangstelling" staat, vooral door een nogal bombastische en hyperambitieuze "Warmtevisie" van, hoe kan het ook anders, het Ministerie van Economische Zaken, werd het tijd voor wat harde feiten.
Ik laat hier enkele grafieken zien met de snoeiharde prijs evolutie van gasprijzen en alle daarmee gepaard gaande "heffingen", transport/aansluit kosten, en belastingen. Ik maak voor de vaste kosten, die u altijd zult moeten betalen als u een niet officieel afgesloten gas-aansluiting heeft (ook al blijft u het hele jaar in de kou zitten, verbruikt u geen warm tapwater, en kookt u elektrisch), ook nog een splitsing in de "klassieke" gas situatie, en eentje die voor o.a. de Leidse Stevenshof relevant is: alleen kookgas. Laatstgenoemde situatie is óók van toepassing op mensen die er in zijn geslaagd om hun huis zo goed te isoleren, en met zonnecollectoren en/of warmtepompen e.d. te verwarmen, dat een eventueel "rest"verbruik aan gas structureel onder de 500 kubieke meter per jaar is gezakt (alleen zijn daar helaas heel veel problemen mee, bij de "afrekening" met de gas leverancier cq. de netbeheerder).
Alle tarieven zijn keihard ontleend aan de tariefbladen van Vattenfall/NUON, netbeheerder Liander, en aan eindejaars-persberichten van het Ministerie van Financiën (energiebelasting, SDE heffing). Ergo: ik maak voor dit soort overzichten nooit gebruik van nota's, omdat daar altijd gemiddelde bedragen over verschillende tariefperiodes in worden weergegeven. Bovendien zouden nota's beslist fouten kunnen bevatten, en dan gebruik je dus bagger als input. Moeten we niet hebben. Vandaar: de originele tarieven. Ik heb ze hier vanaf 2002.
Kaal gas leveringstarief in €/m³ van Vattenfall/NUON van eerste jaarhelft 2002 tm. ditto 2015. Ex btw, ook regiotoeslag niet meegerekend. Gemiddelde tariefstijging over deze periode volgens de CAGR systematiek: 2,92%/jaar gemiddeld. Met, zeer belangrijk, vermelding dat de tarieven net als bij elektriciteit ook soms omlaag bijgesteld kunnen worden: 2004-I, 2007-II, 2009-II (omlaag "gestort" door crisis), 2011-I, en vanaf 2012-III (ingevoegd voor grafieken met btw, werd 4e kwartaal van dat jaar verhoogd van 19-21%) meermalen stapsgewijs (verder) omlaag. Lieden die schaamteloos blijven beweren dat "energieprijzen altijd weer stijgen" moeten nu met een doek over het hoofd in de hoek gaan staan. Ik ben barmhartig: het hoeft maar een uurtje.
KLIK
op plaatje voor uitvergroting
De "andere kant van het spectrum": "de" gasprijs met alle toeslagen en heffingen die per kubieke meter gas worden gerekend, inclusief btw (19% tm. derde kwartaal 2012, erna 21%). Althans, "bijna" alle toeslagen. De beruchte "calorische correctie" factor zit hier niet in, die pas helemaal aan het eind van de rit, bij de verrekening op uw nota wel "verschijnt". Want die kan voor elke plek verschillen, veranderen per maand, per nota wijzigen (afhankelijk van boekingsperiode, want die kan sowieso anders zijn per huishouden, zelfs binnen een gebied). En voor zover ik weet zijn/worden daar geen "overzichten" van gepubliceerd. Die blijft hier dus achterwege. Voor de goede orde: op onze laatste nota (voor uitsluitend kookgas, verbruik van 19 kuub in 397 dagen...) was deze factor 0,98886. Hij kan ook "iets hoger dan 1" zijn. Dit kan wel een issue gaan worden als ons laagcalorische Grunneger Gas op gaat raken, en er meer hoogcalorisch gas van elders hierheen gesleept zou moeten gaan worden. Maar zover is het nog niet (zie bericht Rijkshoverheid over situatie tot plm. 2021).
Hier wordt meteen al duidelijk dat de Staat net als bij elektra ("gelukkig" in minder excessieve mate) vet afroomt per kubieke meter "afgezet" gas, in de vorm van de elk jaar weer stijgende energiebelasting (violet in de grafiek). Tussen de grijze balk "levering incl. btw" en genoemde energiebelasting kolom (incl. btw), zit nog een klein schijfje "regiotoeslag" (bruin). Waar de betreffende leverancier in principe mee mag doen en laten wat 'ie wil, maar bij Vattenfall/NUON al jaren op het bekende lage pitje is blijven staan. De laatste opvallende toevoeging is de post "ODE" (oranje segmentjes bovenaan kolommen). Die ik liever gewoon "duurzame energie heffing" of, korter, "SDE-heffing" noem. Die is begin 2013 ingevoerd om de miljarden Euro's (geplande) uitgaven voor de SDE"+" regelingen van te bekostigen, en verdubbelt bijna per jaar. En die heffing zou "voor de helft door particulieren, en voor de helft door bedrijven" betaald worden (volgens suggesties van Min. EZ). De pest is natuurlijk dat vrijwel uitsluitend bedrijven ooit in staat zullen zijn om ingewikkelde en dure gas / warmte gerelateerde SDE projecten te trekken. En particulieren daar vrijwel geen inbreng in hebben, laat staan participatie in krijgen. Wel dokken, niet profiteren, zo doen wij dat in "ondernemend" NEEderland. Burgers moet je "kort houden", kennelijk...
Het resultaat van, met name, de enorme energiebelasting post, de twee andere segmentjes, én natuurlijk, de al "verwerkte" btw, leidt ertoe dat, heel toevallig, het groeipercentage voor deze (voor particulieren meest relevante) curve identiek is aan die voor het "kale" leveringstarief ex btw. Bij deze "all-in" kostprijs voor de variabele, aan m³ toegerekende posten komt de CAGR som tussen de eerste helft van 2002 en 2015 namelijk óók uit op 2,92% gemiddeld per jaar over deze periode. Bij een andersoortige evolutie van het belasting-regime, had daar best een afwijkend percentage uit kunnen komen.
Let in de curve trouwens op het verdwijnen van de variabele, transport-georiënteerde netbeheers-component (lichtblauwe kolom segmenten links in grafiek). Gas heeft altijd al een soort "capaciteitstarief" gehad (i.t.t. elektra). Maar de daarnaast bestaande "volume-georiënteerde" component is, met de introductie van het capaciteitstarief voor elektra begin 2009, ook weg gestreept. O.a. leidend tot een lichte verhoging van het al bestaande capaciteitstarief voor gas op dat moment.
Synthese
Synthese van de wijzigingen tussen de eerste jaarhelft van 2002 en die van 2015. De "rol" verdelingen zijn ook bij gas gewijzigd in die periode. Ging er in de eerste jaarhelft van 2002 nog ruim de helft (50,5%) van de toen nog lage gasprijs (m3 incl. btw) naar de leverancier toe. Is dat dit jaar niet veel anders geworden (50,8%). Maar de Staat heeft haar "aandeel" ten koste van netbeheer vergroot. Van 44,2% van elke verkochte m³ gas (energiebelasting plus btw) naar 48,4% (idem, plus de SDE heffing). Terwijl netbeheer haar inkomstenbron uit getransporteerde, de aansluiting passerende kubieke meters gas zag verdwijnen (van 5,3% naar nul, al in 2009), maar dat "gecompenseerd" kreeg in de vorm van verhoogde vastrechten voor gas (en natuurlijk een heel erg vet cadeau in de vorm van capaciteitstarief voor elektra).
De "regiotoeslag" (RT) is een beetje vreemde eend in de bijt. Wordt feitelijk door de leverancier geïnd, maar ik heb hem rechts apart weergegeven (0,8% van de m³ prijs in 2015-I). Volgens mijn gegevens werd deze component in 2005 ingevoerd.
Ook s.v.p. goed beseffen dat de gasprijs (totaal) hoger is geweest (excessief hoog in 2009-I, 71 ct/m³ all-in bij Vattenfall/NUON, en 67,4 ct/m³ in het laatste kwartaal van 2012, na invoering 21% btw). En dat die alweer, bij NUON, "standaard gas" contract, sinds eind 2012 stapsgewijs licht daalt (daarbij neemt het aandeel van de Staat op de totale m³ prijs licht toe, de component "levering" neemt juist af).
Vastrecht gas - a big pain in the ass
Ontwikkeling van de totale vastrecht load voor gas in een "klassieke" situatie: woning met ruimteverwarming en tapwater op gas (incl. koken, kan ook elektrisch zijn, dat maakt niet uit voor vastrecht), en een "standaard" gasmeter (capaciteit G4 tot G6). Liander nettarieven (sinds 2005 vier posten incl. meetdienst), plus vastrecht levering Vattenfall/NUON (bruin segment). Laatstgenoemde post is extreem gestegen in 2014, maar daarna niet meer verhoogd. Het onderscheid met een (stadswarmte) woning met kookgas zit hem in de hoogte van het capaciteitstarief, zie verderop.
Ook hier ziet u dat het zelfs tijdelijk kan voorkomen dat de totale vastrecht load vermindert, i.p.v. "altijd maar blijft stijgen" (2008-II, 2015-I). Maar de overweldigende boodschap blijft zeker bij de vastrechten: u betaalt gemiddeld genomen steeds meer aan kosten waar u geen enkele invloed (meer) op heeft: vastrechtwoeker, dus. Tot de marktliberalisering een gigantische toename van 97% (2002-II tm. 2005). Erna "moderater", maar wel nog eens 26% er bovenop tot en met 2015. End not in sight, de nu tijdelijke kleine daling betekent beslist niet dat de trend niet wederom omhoog kan buigen... Het betekent mogelijk, bij stabiliserende of zelfs soms licht dalende energie (m³) prijzen: op termijn steeds meer betalen aan "onvermijdbare kosten". Ongeacht uw gedrag.
De meest opvallende ingreep (door ACM) is een verlaging van het capaciteitstarief in 2015. Desondanks moet geconcludeerd worden dat tussen 2002 en 2015 de hele vastrecht pyramide gemiddeld genomen met 7,25% per jaar is toegenomen! Véél meer dan bij de gemiddelde stijging van de (all-in) gasprijs (per m³)! Een kostenstijging die feitelijk niet valt te vermijden. Ook een zoektocht naar een andere leverancier die een lagere vastrecht post berekent, zal slechts een relatief bescheiden effect sorteren. De crux is de grote gemiddelde stijging van de vastrecht druk bij netbeheer.
Synthese vastrecht load gas "standaard" en "alleen kookgas" cq. < 500 Nm³
Tot slot twee grafieken om het verschil weer te geven tussen twee fundamenteel verschillende typen "Nederlandse" huishoudens. Ten eerste het "klassieke" gasgestookte huishouden, met meestal een G4 tot G6 gasmeter in huis, waarbij gas minimaal (als hoofdbron) wordt ingezet voor ruimteverwarming, meestal ook voor tapwater, en in veel gevallen ook voor kookgas (vaak marginaal qua omvang van m³ verbruik, zeker als er geen gasoven wordt gebruikt). Het grootste deel van dergelijke huishoudens verbruikt zelden meer dan 4.000 m³/jaar (NB: gemiddeld verbruik per huishouden was in 2013 al gezakt naar 1.600 m³/jaar, StatLine), de sinds 2009 geldende "nieuwe" grens tussen de laagste en op-een-na-laagste capaciteits-categoriën (grens lag daarvoor fors hoger, op 7.500 m³/jaar). Onder die 4.000 kuub geldt het volgende plaatje voor de vastrechten:
Linker kolom maandelijkse vastrechten voor gas in eerste helft van 2002, rechts ditto voor 2015, tarief componenten ex btw. Blauw zijn kosten netbeheer inclusief meetdienst (in 2002 rest netkosten nog niet uitgesplitst, gearceerd), grijs is het - beruchte - "vastrecht leverancier", waarvoor ik hier standaard Vattenfall/NUON "grijs gas contract" heb genomen (kan natuurlijk worden verkozen, het gaat hier om een basis referentie). Daar bovenop de over alle voornoemde posten geldende btw heffing (19% in 2002, 21% in 2015), in rood. Bovenaan de kolom het resulterende maandbedrag inclusief btw in vetdruk (met 12 vermenigvuldigen voor de equivalente jaar last op basis van tariefstelling in het afgebeelde half jaar). "Evolutie" van EUR 6,71 naar het lieve sommetje van EUR 17,14 per maand incl. btw, wat neerkomt op een CAGR gemiddelde groei van maar liefst 7,48% per jaar (licht verschil met vorige plaatje omdat als referentie hier de tariefstelling in de eerste jaarhelft van 2002 resp. 2015 is genomen). Veel hoger qua impact dan de jaarlijkse groei bij de m³ prijs, en nooit te beïnvloeden. Op de post vastrecht levering na, maar de impact van zo'n keuze op het totaal zal meestal niet heel erg groot zijn. Al kan het beslist schelen. Ik heb zelf noodgewongen tot twee keer toe binnen een jaar een geforceerde contractwijziging moeten bewerkstelligen omdat ik anders besodemieterd zou gaan worden met de absurde tariefstelling van de concurrent van mijn leverancier (waar ik nooit meer dan 20 m³/jaar kookgas van afneem...).
De Staat roomt wederom lekker af van de tariefpyramide, in de eerste jaarhelft van 2015 al 17,4% van het totaal aan te betalen vastrecht incl. btw (in de vorm van de btw post). De leverancier - in dit geval heftig het tarief de hoogte in drijvend sinds 2002 Vattenfall - mag ruim 18% van de totale vastrecht load factureren. De netbeheerder Liander incasseert in dit geval de hoofdprijs: 64,6% van de vastrecht load gaat naar hen toe. Dat aandeel is trouwens wel gedaald, in de eerste helft van 2002 was dat zelfs nog 75,9%.
Vastrechten betaalt u altijd. U kunt ze niet door spaarzaam gedrag (weinig m³ afnemen) voorkomen. Dokken, dus.
Kookgas
vastrecht
In onze wijk (en in sommige andere flats in Leiderdorp etc.) hebben
we de byzondere situatie dat we naast stadswarmte (compleet ander verhaal,
zie laatste
bijdrage) ook een lagedruk kookgas net hebben. Daarvoor betalen
we helaas sinds 2005 óók vastrechten, die gerelateerd
worden aan een verbruik onder de 500 m³/jaar. Deze "capaciteits-categorie"
komt ook in zicht voor mensen die structureel onder
dat jaarvolume zijn gekomen, en zouden zich dus in theorie (!) ook op
hetzelfde referentie vastrecht scenario kunnen beroepen (hier is helaas
weer een
enorme hoop gesodemieter over, met heel wat schuim op de mond van
getroffen klanten, dit is en blijft immers NEEderland).
Zelfde soort plaatje als het vorige (voor "klassieke gas woning"), maar nu dus voor mensen die alleen kookgas verbruiken en/of lieden die achter hun gas aansluiting structureel minder dan 500 Nm³/jaar verbruiken (bijv. huishoudens met zeer goede isolatie, zonneboilers, en/of elektrische warmtepompen, met nog een niet te vermijden geringe "rest" behoefte aan gas voor de zeer koude dagen).
Het enige wat wijzigt t.o.v. het vorige plaatje is het capaciteitstarief voor zo'n verbruik in 2015, wat ongeveer de helft bedraagt van dat voor een "normale" gas aansluiting. Daarmee wordt natuurlijk ook een lagere btw post "uitgelokt". Het verschil tussen 2002 en 2015 loopt in dit soort situaties op van EUR 6,71/mnd tot EUR 13,38/mnd incl. btw. Een CAGR toename van, nog steeds een "respectabele" 5,45%/jaar gemiddeld. Ook de verhoudingen tussen de procentuele bijdragen wijzigen daardoor iets. Het aandeel "vastrecht leverancier" (indien Vattenfall/NUON, in veel gevallen in Leiden ongetwijfeld nog steeds zo, bij stadswarmte / kookgas verbruikers) neemt hierin toe tot 23,2% van het totale maandbedrag incl. btw. Ten koste van het aandeel netbeheer, wat krimpt naar 59,5%. Het aandeel btw (>> De Staat) op het totale maandbedrag (incl. btw) blijft steken op 17,4%.
Conclusies
Zoals ook al zeer uitgebreid voor elektriciteit
behandeld, is de conclusie onvermijdelijk. De "energiekosten"
moeten voor eerlijke discussies in drie hoofdmoten worden verdeeld,
ook voor "gas".
(a) De door gedrag te beïnvloeden kosten, die 100 procent zijn gerelateerd aan de betreffende verbruiksmodaliteit (dus: kWh bij elektra, m³ bij gas, en, elders besproken, GJ bij stadswarmte), zijn in het geval van elektriciteit, gas en stadswarmte, weliswaar "gemiddeld aan het stijgen". Maar terugval in het (totaal) tarief komt ook regelmatig voor, zelfs een zeer forse jump in het diepe in de tweede jaarhelft van 2009. De laatste jaren lijken de "all-in" stroom- en gas tarieven te stagneren, nauwelijks meer te groeien, danwel zelfs licht af te nemen. Alleen met deze tarieven kunt u "besparen" door zuiniger aan te doen met stroom vretende of gas (of warmte) opslokkende apparatuur. En/of door zelf (meestal stroom, in mindere mate warm water via thermische collectoren of, toenemend, via diverse typen warmtepompen) zelf op te wekken.
Gemiddeld genomen zijn over een lange historische periode déze tarieven, in weerwil van de rabiate kul die er vaak wordt geuit (stijgingen van 7 tot zelfs 11%/jaar!) slechts minder dan 3% per jaar gestegen, met een tale-telling en zeer duidelijk afvlakking / stagnatie in de laatste jaren.
(b) Vastrechten zijn WEL heftig geëxplodeerd, met absurde gemiddelde stijgingen tussen de 5 en 7,5%/jaar. Die prijsstijgingen kunt u NIET beïnvloeden door besparen en/of zelf opwekken. U betaalt ze altijd. Dát is waar het mis gaat, en wat gemiddeld genomen elk jaar weer erger dreigt te worden. Ik noem het al jaren gewoon waar het op staat: #vastrechtwoeker. Het is het wurgkoord, waardoor structurele, zoden aan de dijk zettende energiebesparing financieel bezien steeds meer op het spel komt te staan.
(c) Tot slot is er de post "teruggaaf energiebelasting", ook wel "belastingvermindering" (wat te pas en te onpas onterecht "heffingskorting" wordt genoemd, wat het uitbetalende Ministerie van Financiën echter nooit zo noemt). Die post is historisch bezien een zogenaamde, door de Staat verleende "compensatie" voor "hoge elektriciteit EN gas kosten". Maar omdat niet iedereen (meer) een gas aansluiting heeft, wordt die complexe, en vaak slecht begrepen post terug geboekt onder - uitsluitend - het stroom gedeelte op uw nota (nota bene: ook bij huishoudens als onderhavige die elektra, kookgas én stadswarmte hebben). Vandaar dat ik hem ook altijd onder die sectie bespreek, zie mijn analyses (uitgebreid, en beknopt). Goed om in uw oren te knopen dat het "dus" ook een compensatie voor al dan niet gerealiseerd "gas verbruik" betreft. En dat de "financieel compenserende werking" dus absoluut niet alleen aan "elektriciteit" mag worden toebedeeld...
Maar onze graaizuchtige Staat zou de Staat niet zijn als in die per 1 januari 2009 heftig (noodzakelijk vanwege invoering capaciteitstarief elektra!) gestegen teruggaaf post niet alsnog een greep zou worden gedaan. En dat is per begin 2015 voor het eerst geschied. De teruggaaf begint stiekem weer opgegeten te worden (zie uitstekend artikel van collega Bontenbal), omdat douceurtjes voor de huursector en vanwege "het succes van het Fuchs arrest" (btw teruggaaf regeling voor aanschaf van zonnepanelen) "belastingneutraal" verwerkt moesten worden in de Rijksbegroting.
Of die teruggave post van - momenteel EUR 377,33 incl. btw - (ook al) "gebruikt" mag gaan worden om de al flink in de papieren lopende salderingsregeling voor zonnestroom te gaan "renoveren", zoals dezelfde Bontenbal in zijn laatste hete oortjes opiniestuk (Energeia, 3 april 2015) heeft gepresenteerd, is een heel ander verhaal...
De afbraak van dat "basisloon voor de energie verbruikende burger" gaat in ieder geval verder, en het netto resultaat is dat uw "vastrecht load" op uw energierekening stapsgewijs, de beruchte salami tactiek in de energiesector indachtig, verder wordt verergerd.
Hoogste tijd voor revolutie.
Bronnen
|