cijferfetisjisme
ctd. |
index |
|
CBS cijfers "Hernieuwbare" Elektriciteit en Energie in Nederland 1990 - 2013 in grafieken*CBS data "renewable" electricity and energy in Netherlands 1990 - 2013 illustrated in graphs**
Basisgegevens © CBS,
status 2013 (StatLine data). Voor
diverse andere grafieken en data uit eerdere CBS rapporten: Hernieuwbare
stroom productie (totaal) Eindverbruik en vermeden verbruik fossiele energie (update 30 juni 2014) Elektriciteitsverbruik/aanbod in Nederland Glossary Andere gegevens zullen worden toegevoegd als daar tijd voor kan worden gevonden Hernieuwbare stroom productie (totaal) In de onderstaande grafieken de timeline voor de stroomproductie van (verondersteld) hernieuwbare bronnen vanaf 1990, tot en met 2013 (voorlopige resultaten CBS). 2012 zou "definitief" zijn volgens CBS / StatLine, al mag dat voor zonnestroom gezien de blijvend achterlopende "basis" best betwijfeld worden*. Bovendien wordt er niks gemeten, CBS schat PV af met - voor de overgrote meerderheid aan netgekoppelde systemen - jarenlang extreem lage specifieke opbrengsten van 700 kWh/kWp.jaar. Voor ALLE (verondersteld) geaccumuleerde capaciteit in Nederland. * De zeer laat verschenen "2011 update" van CBS, op 20 december van het jaar 2012, is gebaseerd op gegevens die het CBS kon afleiden van een door Polder PV aan hen op 3 oktober 2012 gestuurde lijst met 351 aanbieders van zonnepanelen in Nederland. Echter, momenteel, 26 feb. 2013 (bijna 5 maanden later), bevat de zeer sterk uitgebreide lijst alweer 460 leveranciers, 31% meer. Een deel van die getraceerde "nieuwe" bedrijven was al in of voor 2011 actief met PV verkoop als (deel-)activiteit. Ergo: zelfs die late CBS update voor het jaar 2011 kan en zal een "low estimate" zijn van de werkelijk toegevoegde en geaccumuleerde capaciteit voor dat jaar! In latere versies van mijn leverancierslijsten wordt sneller "bijgeplust" door CBS, maar het kan nog steeds zo zijn dat "nog niet door CBS gekende" leveranciers van zonnepanelen in eerdere jaren capaciteit hebben afgezet die dus "niet is meegeteld" in de nationale statistieken. Alleen "achteraf" kan door eventuele (maar niet wettelijk verplichte) registratie in het PIR register van de netbeheerders achterhaald worden of de volumes "naar elkaar toe groeien". Anno 2014 is er wel een "convergentie" tussen de datasets waar te nemen, maar zit er nog steeds een groot gat tussen. Bovendien blijven er vraagtekens rond zowel de cijfers van het CBS, als die van de netbeheerders. In eerste instantie de grafiek met "alle bronnen" opgeteld, waarbij er drie variaties worden opgevoerd. Volgens de definities van het CBS:
Duidelijk is dat de drie "soorten" curves in deze grafiek globaal genomen niet ver van elkaar af liggen. Maar dat na vele jaren de curve "netto productie" (na aftrek van eigen verbruik op lokatie om de stroomopwekking op orde te houden, groen) duidelijk een forse afwijking begint te vertonen. Het verschil tussen niet genormaliseerde bruto productie (12.192 GWh, blauwe curve) en niet genormaliseerde netto productie (11.446 GWh) is al opgelopen tot 746 GWh, 6,5% van de netto productie voor het instandhouden en continueren van de elektriciteit leverende productieprocessen. Met dat verschil in productie (niet energiebelasting-fähig eigenverbruik...) kun je ook het jaarlijkse particuliere stroomverbruik in een stad met zo'n 235.000 huishoudens afdekken... Het "effect" van de normalisatie procedure (EU verplichting) blijkt relatief gering te zijn: de uiteindelijk daar uit komende rode curve verschilt niet wezenlijk van de niet genormaliseerde bruto productie lijn (blauw). Alleen in 2010 en 2011 waren er opvallende "correcties", vermoedelijk vanwege het zeer slechte windjaar 2010 (correctie naar boven), en mogelijk een goed windjaar 2011 (Europees bezien), met als gevolg een correctie naar beneden. 2012 had kennelijk nauwelijks een correctie nodig gezien de vrijwel over elkaar heen liggende waarden. In 2013 was er weer een licht negatieve correctie, volgens de eerste - nog voorlopige - resultaten van de CBS rekenaars. Drama
compleet Over de "progressie" van de productie van elektriciteit uit "hernieuwbare" bronnen het volgende. Ik heb enkele CAGR berekeningen losgelaten op de in de grafiek weergegeven rode getallen (genormaliseerde bruto productie). Dat gaf de volgende YOY ("year-on-year") gemiddelde jaargroei percentages te zien in de volgende deelperiodes: Tijdvak / bruto genormaliseerd / specificatie periode
Voor de volgende twee tijdvakken heb ik ook de CAGR voor de reële bruto resp. netto jaarproductie berekend. Tijdvak / bruto genormaliseerd / bruto reëel / netto reëel / specificatie periode
De progressie is de laatste jaren gemiddeld genomen dus t.o.v. de vorige periode(s) beduidend afgenomen. En is zelfs geculmineerd in negatieve (jaar)groei cijfers in 2013, het zesde jaar dat de parlementair bezien veelbesproken en fors gesteunde SDE regeling haar "glorie tijd" had moeten hebben. Dat is niet best, en dan druk ik mij heel voorzichtig uit... Hernieuwbare stroom productie (per bron) In de volgende grafieken gaan we meer in detail in op de onderscheidende HE technieken.
In deze figuur heb ik de fysieke bruto, genormaliseerde stroomproductie (NB: PV is geschat**) van alle door CBS opgegeven "grote modaliteiten", "hernieuwbare energie opties", in een lijngrafiek uitgezet. Terwijl zowel windenergie als - afgeschat - zonnestroom productie behoorlijk zijn gegroeid, is biomassa fors in elkaar geklapt, na een heftige rollercoaster ride in het verleden. En is deze optie zelfs bijna op het niveau van windstroom productie is beland. Het gevolg is dat de totale productie van "als hernieuwbaar geachte" energie in 2013 (rode curve) is afgenomen in ons land. Meer details ziet u in de volgende grafiek.
Detail productie cijfers per deeloptie In de volgende grafiek de detail cijfers voor alle deelopties die in Nederland onder "duurzame stroomproductie" worden gerekend (volgens CBS jargon "hernieuwbaar").
In bovenstaande detail overzicht wordt meteen duidelijk dat de dubieuze (in kritische kringen beslist als "fragenwürdig duurzaam" beschouwde) bijstook van organisch materiaal, grotendeels pellets van bomen uit o.a. Amerikaanse bossen, in fossiele kolencentrales een flinke knauw gekregen heeft in de periode 2012-2013. Een direct gevolg van het verlopen van de MEP subsidies, de veel te goedkope (overvloed) aan steenkool, de bezopen lage "prijs" voor CO2 emissie"rechten", en de blijvende macht van grote energie holdings. Sowieso is die "bijmenging" (uitsluitend te "doen" door de zeer grote, kapitaalkrachtige oligopolisten als RWE/Essent, met joekels van centrales) gerelateerd aan het knettergek makende knipperlichtbeleid in ons land m.b.t. "subsidiejaofsubsidienee". Wat duidelijk is te zien aan de grafiek. Ook goed om te realiseren dat de 2005 piek van 3,45 terawattuur (zo'n 86% van de jaar-output van kernsplijter Borssele) grotendeels veroorzaakt zal zijn door bijstook van destijds niet gecertificeerde, waarschijnlijk regenwoud verwoestende palmolie. Maar in het "groene" stroomlabel van het oude (door RWE opgeslokte) Essent staat daar niks over vermeld. Zie het nog hoge 2006 aandeel biomassa in het Essent stroommix label bij groenestroomjagraag.nl, "bio" aandeel was toen 16,0% van totale productie, in 2013 is dat gekelderd naar 7,6%. Dat de biomassa "bijfik", zoals ik het een beetje stout (maar vind ik: volkomen terecht) noem is ingestort in deze CBS StatLine update (2013 minus 39% t.o.v. 2012) heeft met een combinatie van factoren te maken. Onder anderen met het in de vakpers gesignaleerde "gas/U.S.A. >> kolen/Europa" verdringings-probleem. In U.S.A. zijn de fossiele aarde rovers zich massaal op het grootschalige "fracken van gas" gaan werpen. En door de ongehoorde frack-frenzy daar zijn de gasprijzen op de Amerikaanse beurs (nu nog) in elkaar gesodemieterd. Gevolg: er wordt door U.S.A. steeds meer eigen gas gevroten, en de radeloze Amerikaanse kolenboeren zijn massaal hun "waardeloos wordende" kolen gaan dumpen richting Europa. Gevolg daar weer van is waarschijnlijk de - speculatieve - gedachte bij RWE/Essent: "Waarom zouden we nog zoveel moeite doen om die hout pellets uit U.S.A. te laten komen, als die spotgoedkope kolen (zeg maar: heeeele "oude" houtrestanten, een pot nat) met een andere boot van iets zuidelijker regionen vanzelf onze kant op komen waaien? Bijna gratis emissierechten genoeg in de portemonnee, dus lamaburnen die kolen, in de 'ollandsche Amer bak..." (zoiets, wellicht). Wel is een verheugende ontwikkeling dat windenergie, nog steeds de meest bijdragende optie aan de productie van elektriciteit uit hernhieuwbare - cq. als zodanig "geachte" - bronnen, een aardige doorstart heeft gemaakt na het byzonder slechte windjaar 2010. Met een opgaande lijn in de opvolgende jaren. In 2012 netto 161 nieuwbouw minus 44 sloop = 117 MW erbij volgens CBS. In 2013 zou er zelfs 289 MW zijn bijgeplaatst (belangrijk deel Zuidlob park, 122 MW, Vattenfall), en 15 MW uit gebruik genomen. Resulterend in een netto nieuwbouw van 274 MW. De totale windstroom productie, natuurlijk sterk afhankelijk van de gemiddelde jaarlijkse weer omstandigheden, lag volgens de voorlopige CBS cijfers voor 2013 alweer een fors percentage hoger dan het volume in 2012: 12,5% meer (5,603 TWh, bruto, niet genormaliseerde productie). Van de 2 al langer bestaande offshore windparken was het aandeel in de totale opbrengst uit windenergie bijna 14% (771 GWh), 2 procent lager dan het voorgaande jaar (geen nieuwbouw, tegenvallende productie). Elektriciteit productie uit windturbines op land, de meest significante factor in de duurzame stroomvoorziening in Nederland, lag op een niveau van 4.832 GWh in 2013, een toename van maar liefst 15,2% t.o.v. 2012. Andere "HE"
opties Pas een stuk lager op de productie ladder komen kleinere fracties, die nog relatief weinig bijdragen aan een duurza(a)me(re) stroomvoorziening in ons land. Verrassend is de positie van "overige biomassaverbranding", wat CBS definieert als "... onder andere het verbranden van papierslib, biomassa in cementovens en decentrale houtverbranding voor elektriciteits- en warmteproductie". Met 1.057 GWh (8,7% van bruto productie) neemt deze optie de 4e plaats in. Een stijging tonend van 4,7% t.o.v. de productie in 2012. Vervolgens komen de volgende opties in beeld: windenergie op zee met 771 GWh in 2013 (6,3% van totale bruto DE productie, en 2,3% minder opbrengst dan in 2012). Dan volgt biogas, co-vergisting van mest, met 524 GWh in 2013, niet tippend aan het in 2010 behaalde record (575 GWh) door duurder wordende bijmeng producten op een krappe markt. De productie lag 4,7% lager dan in 2012. Als - voor Polder PV niet verrassende - 7e kandidaat volgt de snel oprukkende optie zonnestroom, die zeer waarschijnlijk dit jaar co-vergisting qua productie gaat inhalen. Van zonnestroom moet echter worden gesteld dat deze productie niet wordt gemeten, maar wordt berekend met ter discussie staande kengetallen, zie het kader ** hierboven. Volgens CBS zou er in 2013, met de eind van het jaar 2013 geaccumuleerde hoeveelheid van 722 MWp aan opgesteld PV-vermogen, 504 GWh zijn geproduceerd. 4,1% van de totale bruto productie van "HE-bronnen". Tot slot eindigt de reeks met nog wat "klein grut". Drie van de vier zijn biogas opties, de een-na-laatste is het voor het platte Nederland kleinschalig blijvende fenomeen stroomproductie uit waterkracht. De productie volumes van biogas uit rioolwaterzuiverings-installaties, "biogas overig", en biogas uit de steeds verder slinkende, vaak al vele jaren oude stortplaatsen (denk bijv. aan Ecopark Waalwijk), bleven in 2013 (ver) onder de 200 GWh. Waterkracht kon 115 GWh er uit "persen". Weliswaar 11 GWh meer dan in 2012 (10,6%, vanwege regenrijk jaar), maar geen record (dat was het jaar 2000 met 142 GWh). En bovendien "genormaliseerd volgens EU regels" vrijwel even hoog als in 2012 (101 vs. 100 GWh). Resumerend:
aandelen in HE productie Hernieuwbare stroom productie: aandeel in totaal stroomverbruik per categorie In deze tweede grafiek staat het procentuele aandeel van alle categorieën in het totale stroomverbruik*** in Nederland weergegeven per jaar. Ook is het totale aandeel van alle - door de overheid - als "hernieuwbaar" gekwalificeerde bronnen weergegeven. Weergegeven is de StatLine kolom "niet-genormaliseerde bruto elektriciteit productie", in procenten van het totale binnenlandse stroomverbruik. Daarbij zijn de relatieve verhoudingen tussen de diverse HE opties weergegeven, waarbij "100 procent" het totaal van de HE bijdrage weergeeft. Dit was in 2013 nog slechts 10,29% van de totale productie van elektriciteit, die nog steeds gedomineerd wordt door kolen- en gas-gestookte centrales in ons land. *** Definitie CBS: "Hernieuwbare elektriciteitsproductie als percentage van het totale bruto binnenlands elektriciteitsverbruik (inclusief de netverliezen)." Zie opmerkingen hierboven over "normalisatie". Ook hieruit wordt weer duidelijk hoe slecht Nederland er voor staat met "hernieuwbare" stroom productie. Zeker als je de grote posten "biomassa bijstook" en "afvalverbranding" ("groene fractie") als dubieus terzijde schuift. Wat meteen een verlies van zo'n derde deel van het totaal aan "HE-opties" zou opleveren... Dan blijft eigenlijk alleen nog maar windenergie over als "betekenisvolle contribuant". De rest stelt (nog steeds) relatief weinig voor. Tellen we ondanks de bezwaren het spul bij elkaar op, komen we op een politiek "wenselijke" ("gewenste") totale hernieuwbare input van genoemde 10,29% van het verbruik. Die bedroeg in 2012 nog 10,49%. Als we zouden uitgaan van de "genormaliseerde bruto productie", zou volgens StatLine een iets lager getal voor 2013 van toepassing zijn, 10,12% (niet getoond). Trekken we dubieuze stook op een kolenbedje en verbranding van welvaartsrestanten af, blijft er slechts een miezerige, max. 7% over... Import en export van Garanties van Oorsprong Zoals eerder al uitgebreid besproken, is Nederland, vanwege de absurde onbalans van zeer matige "eigen" productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, en een "unieke", hoge (kunstmatig opgeklopte) "vraag" naar groene stroom contracten, al jaren lang kampioen importeur van een wezenloze hoeveelheid aan groene papiertjes genaamd "Garanties van Oorsprong". Die dienen om de in en in vieze fossiele "eigen" stroom mix te vergroenen. Het systeem erachter heet waterdicht te zijn, en wordt gecontroleerd door TenneT dochter CertiQ. Maar het kan uiteraard niet verhullen dat Nederland als gebruikelijk op neokoloniale wijze gewoon roofbouw in het buitenland pleegt omdat we zelf nauwelijks iets van de grond krijgen op "groen" gebied (elektriciteit, dan heb ik het nog niet over warmte en motorbrandstoffen gehad). Vanwege diverse redenen is de import van die GVO's de afgelopen jaren geëxplodeerd, en dat laat de volgende grafiek ontleend aan CBS StatLine data als geen ander zien (voor maand data zie ook een vorige bespreking van de CertiQ gegevens). Update tot en met 2013, nog voorlopige gegevens voor dat jaar.
Boven de horizontale X-as is import van GVO's Nederland in, er onder het veel kleinere volume aan geëxporteerde GVO's. Belangrijke "koerswijziging" t.o.v. de beginjaren: aanvankelijk "relatief veel" biomassa GVO's, maar sinds 2005 is het waterkracht GVO's wat de klok slaat. De import blijft sindsdien in extreem hoge mate gedomineerd worden door GVO's uit waterkracht, in 2010 was het aandeel bijna 100 procent. Het dominante deel daarvan komt al jaren lang van soms al decennia bestaande hydropower projecten (stuwmeren/dammen) in Noorwegen. Het aandeel GVO's uit Noorwegen is weliswaar gedaald, maar dat land en Zweden (ook grotendeels waterkracht) waren in 2013 goed voor 56% (45 / 11) van de totale GVO import (zie analyse Polder PV 24 april 2014). Daar zal mijns inziens geen structurele verandering in gaan komen, als er in beide landen niets verandert in politiek beleid m.b.t. de certificatie van stroom uit hydropower. De import van GVO's van al lang geleden gebouwde waterkracht projecten in Scandinavië is geëxplodeerd, zeker na de tijdelijke "eerste crisis dip" in 2009-2010. In 2010 was het volume nog "maar" 15,33 TWh, in 2011 22,21 TWh, in 2012 29,79 TWh, en in 2013 zou het al 33,98 TWh zijn geweest. Een groei van gemiddeld 30,4% per jaar in de afgelopen 4 jaar, terwijl dat over de hele getoonde periode, 2002-2013 "slechts" 22,2%/jaar is geweest! En de groei voor de totale GVO import "slechts" 15,5%/jaar was over die periode (CAGR methode). Met de GVO import van buitenlandse biomassa projecten in 2013 (2,08 TWh) en van windparken buiten onze landsgrenzen (2,74 TWh), komt het totaal (donkergroene lijn) aan import GVO's in 2013 op, alweer, een record hoeveelheid van 39,84 TWh. En t.o.v. 2010 een spectaculaire gemiddelde jaargroei van 35,6% per jaar volgens de CAGR methode... Die bijna 40 TWh GVO import in 2013 is het equivalent van 10,6 maal de gemiddelde (normale) jaarproductie van kernsplijter Borssele in Zeeland (gemiddelde van de fysieke productie van Borssele EPZ in 2002-2012, excl. "reparatie jaar" 2013: 3,768 TWh, bron IAEA). De hier boven genoemde bijna 34 TWh aan "groene hydropower waarde" (GVO import Nederland 2013) is 29,1% van de bijna 117 TWh totaal fysieke elektriciteitsverbruik die het CBS voor 2013 rapporteerde (voorlopig getal)! Met biomassa en windenergie GVO's meegerekend (import 2013 totaal 39,84 TWh) is het aandeel "groene papiertjes import" in de totale elektriciteitsvraag van Nederland het afgelopen jaar al tot een absurd aandeel gestegen van 34,1%! Terwijl er volgens de herziene CertiQ data in 2013 nog maar 11,9 TWh aan gecertificeerde duurzame stroom op eigen bodem / continentaal plat zou zijn geproduceerd. Een factor 3,3 maal zo weinig fysieke eigen productie dan de - papieren - GVO import! Ook de export van GVO's (die niet gelijk hoeft op te gaan met de fysieke elektriciteits-stromen) nam opvallend toe de laatste drie jaar (olijf-kleurige curve onder de X-as, met negatieve getallen, alleen "totaal" bekend). Maar dat volume, niet verder naar "soort" uitgesplitst in de CBS statistieken, 6,07 TWh† ("anderhalf maal Borssele jaarproductie"), viel in het niet bij de enorm sterk gestegen import van de groene papiertjes (import t.o.v. export: factor 6,6 : 1). Het grootste deel van de geëxporteerde GVO's ging volgens CertiQ naar België (72%), en kan ook "vanuit het buitenland via Nederland verhandelde" groene papiertjes hebben betroffen. Finland was verrassend 2e, met 23% aandeel. Verder was het hoge aandeel verlopen GVO's in 2013 opvallend, maar liefst goed voor het "niet meer kunnen vergroenen" van een hoeveelheid elektriciteit van 1,41 TWh... (zie jaarverslag CertiQ). Zeg maar een gemiste kans om het grotendeels fossiel opgewekte stroomverbruik van 441.000 Nederlandse huishoudens met certificaatjes te "vergroenen"... Als we voor Nederland GVO export aftrekken van GVO import, houden we in 2013 33,77 TWh over. Dit, in combinatie met de bijgestelde 11,90 TWh fysieke duurzame productie volgens het laatste, gereviseerde CertiQ overzicht, betekent, dat de verhouding tussen de balans GVO import - GVO export t.o.v. de fysieke binnenlandse "duurzame" stroomproductie vorig jaar op een verhouding 2,8 : 1 is gekomen. Een blamage. † Volgens opgave CBS, update 12 juni 2014: 6,067 TWh. Het CertiQ jaarverslag over 2013, gepubliceerd 14 april 2014, rapporteerde nog 6,184 TWh. Er is - nog steeds - maar een conclusie mogelijk: we MOETEN meer zelf gaan opwekken, als we niet levenslang willen krijgen in de EU gevangenis van afgeschreven landen op duurzaam gebied. Eindverbruik en vermeden verbruik fossiele energie (CBS StatLine update 30 juni 2014) Ook de CBS StatLine update van de totale energie productie cijfers in terajoule, en de percentages van de HE opties t.o.v. het totale verbruik en het vermeden verbruik van primaire (fossiele) energie stemmen niet tot vreugde. Zoals blijkt uit de volgende van het StatLine cijfermateriaal door Polder PV gemaakte vier grafieken: Bovenstaand plaatje toont het "bruto eindverbruik" van energie die afkomstig is uit bronnen die als "hernieuwbaar" worden beschouwd (bij grootschalige biomassa bijstook en afvalverbranding kunnen vraagtekens worden gezet). De definitie daarvan is vrij complex, en luidt letterlijk volgens de CBS opgave (vetdruk PPV): Het
bruto eindverbruik van hernieuwbare energie volgt de definitie uit de
EU Richtlijn Hernieuwbare Energie van 2009. Het wordt berekend als de
som van 3 componenten: Genoemd eindverbruik is vastgesteld cq. door CBS omgerekend in terajoules (TJ, "tera" = 10 tot de macht 12, zie ook Glossary), om alle opties qua energie inhoud met elkaar te kunnen vergelijken. Alleen de drie "hoofd"categorieën zijn in deze grafieken opgenomen, elektriciteit, warmte, en vervoer. Ik heb in de grafiek alleen de waarden voor 2013 (voorlopige resultaten) weergegeven (getallen). Duidelijk is dat er een uitermate teleurstellende, matige groei is geweest in het bruto eindverbruik, wat het totaal betreft een toename van slechts 1,2% t.o.v. het volume in 2012. Nadat warmte een lange tijd de grootste contribuant is geweest is tot en met 2004, heeft elektriciteit (zoals in bijna alle landen) die rol op zich genomen. Maar doordat biomassa bijstook in kolencentrales, uniek op de toen vertoonde schaal in ons land, een enorme dreun heeft gekregen (vrijval uit de MEP subsidies, bijstook gestaakt), is warmte in 2013 weer op hetzelfde niveau als elektriciteit beland in dat jaar. De aandelen in het totaal zijn voor 2013: elektra (rose) 43,6%, warmte (rood) 43,3%, en hekkesluiter (biobrandstoffen voor het) vervoer (blauw) 13,1%. Dat laatste aandeel viel zelfs met 3,2% terug t.o.v. 2012. Het percentage voor elektra gleed flink onderuit, 4,3% minder dan in 2012. Alleen de modaliteit warmte uit HE bronnen kon het gezicht van Nederland nog redden: er werd 9,1% meer geproduceerd dan in het voorgaande jaar. In deze tweede grafiek de aandelen van de drie grote HE-modaliteiten en het totaal van die 3 in procenten van het totale eindverbruik van energie in Nederland. Ook hier is vrijwel stagnatie zichtbaar, ondanks het feit dat er vanwege de crisis weer iets minder energie is verbruikt, mede dankzij de zachte winter 2013/2014. Het elektriciteitsverbruik is de afgelopen drie jaren continu gedaald volgens de reeks 2011: 122,1 TWh, 2012: 119,6 TWh (minus 2,0%), resp. 2013*: 116,8 TWh (minus 2,3%, ongeveer het niveau van 2004). Zie ook de laatste grafiek op deze pagina, onderaan. Het totale energieverbruik (CBS StatLine energiebalans update van 12 juni 2014) liet een iets grilliger beeld zien (is ook sterker afhankelijk van het weer vanwege de "warmte" component), al waren de fluctuaties gering: 2011 3.246 PJ, 2012 3.269 PJ (plus 0,7%), 2013* 3.255 PJ (minus 0,4%). De fluctuaties in deze totalen beïnvloeden natuurlijk ook de aandeel percentages van de "hernieuwbare energie fracties" binnen deze modaliteiten. Naast de "autonome groei" (of soms zelfs: "afname") van de HE productie. Het energetische aandeel van motorbrandstoffen ("vervoer") daalde in 2013 met twee-honderdste procentpunt (0,61 > 0,59%), dat voor elektra daalde, ondanks de afgenomen vraag naar stroom in 2013, zelfs met acht-honderdste procentpunt (2,06 > 1,98%), een nogal "ongebruikelijk fenomeen" in de Europese context. Alleen het aandeel van warmte steeg behoorlijk met zestien-honderdste procentpunt, van 1,80 naar 1,96%, uitkomend op een bijna even groot aandeel als dat voor elektra. Afgerond kwam het eindresultaat van 2013 (voorlopige cijfers) voor alle energietoepassingen volgens CBS neer op een toename van slechts 5/100e procent t.o.v. het voorgaande jaar, van 4,48 tot 4,53%. U mag dat best "vrijwel stagnatie" noemen. Flat-line. In deze derde grafiek de totale hoeveelheid "vermeden primaire energie" vanwege de toepassing van energie afkomstig uit hernieuwbare bronnen. Dit is aanzienlijk meer dan de resultaten zoals getoond in de eerste grafiek ("bruto productie"), omdat de nodige, soms fors verlieslijdende conversie stappen van normaal gesproken "conventionele" bronnen zoals steenkolen niet meer hoeven te geschieden. Een groot deel van de fossiele opwek geschiedt nogal inefficiënt en levert een hoop "geloosde" (niet "benutte") restwarmte op. Bovendien wordt voor het instandhouden van de stroomproductie ook een behoorlijke hoeveelheid van de opwek in eigen huis "weg geconsumeerd" - en zal dus nooit de eindverbruikers bereiken. Maar de verloren gegane primaire energie moet wel worden meegeteld. Waar het bij de bruto productie nog om relatief geringe verschillen ging tussen de opties elektriciteit en warmte, is dat in het huidige geval wezenlijk anders: elektriciteit opwekking uit hernieuwbare bronnen heeft een veel hogere impact op de vermeden fossiele opwek juist vanwege het bypassen van die verliesgevende conversie stappen en het in sommige gevallen niet benodigde (dan wel nauwelijks iets voorstellende) "eigenverbruik". Vandaar dat elektriciteit productie uit hernieuwbare bronnen de grote "winnaar" is op het totale aandeel m.b.t. die "vermeden primaire energie". Bij kolen ben je een fors deel van de ingekochte grondstoffen kwijt aan restwarmte. Dat is een non-issue bij (moderne) windturbines en zonnestroom opwekkende apparatuur. Bovendien kunnen wind en zonlicht gratis uit de lucht worden "gepakt", en hoef je die niet van een of andere moloch of buitenlandse potentaat "te kopen". Elektra (rose curve) had in 2013 derhalve, ondanks de ook hier duidelijke - door biomassa bijstook terugval veroorzaakte - dip in 2013, een aandeel van 66,2% op het totaal (groene curve). Warmte slechts 24,6%, al is het aandeel sinds 2012 al wel met 11,5% gestegen. En ook hier blijven de motorbrandstoffen hekkensluiter met 9,2% van het totaal. De opvallende dip in de elektra curve voor 2007 werd veroorzaakt door het feit dat met name Essent geen palmolie uit ongecertificeerde regenwoud plantages meer - tegen een hoogst interessante MEP subsidie - kon bijstoken in hun centrales vanwege aangescherpte eisen vanuit Den Haag. Dat was een lucratieve business voor hen, zoals de sterke groei in de jaren ervoor liet zien... In de laatste grafiek in deze paragraaf de procentuele aandelen van het vermeden primaire energieverbruik van de drie opties en de cumulatie ervan t.o.v. het totale binnenlandse verbruik van energie. Het totale percentage ligt hier iets lager dan bij het totale eindverbruik aan energie. Elektra is de enige "gunstige" uitzondering, maar daar is verder dan ook alles mee gezegd. Ook hier: stagnatie, zelfs een geringe terug-gang is het wat de klok slaat. Nederland heeft een harde schop onder de kont nodig, want dit kan gewoon niet! Elektriciteitsverbruik/aanbod in Nederland In onderstaande grafiek geef ik het totale verbruik (= aanbod) van elektriciteit weer sinds de eerste meetwaarde die CBS opgeeft voor het pre-WOII jaar 1938.
Duidelijk is dat vele gremia de langdurig in de grafiek weergegeven groei hebben gebruikt in hun inmiddels compleet achterhaalde "groeimodellen": sinds 2008 is er een "historische kentering" opgetreden bij de langjarige groei (die in WOII stagneerde, en een tijdelijke dip in de nasleep van de oliecrisis begin tachtiger jaren van de vorige eeuw liet zien). Zie ook de details in de inzet, linksboven. In crisisjaar 2009 ging de nationale stroomconsumptie fors onderuit, herstelde slechts 2 jaar lang, maar liet vanaf 2011 een tweede kentering zien: totale afname van elektriciteit wederom in een opvallende neergaande lijn. Slecht bekend "bij-effect": het "aandeel stroom uit hernieuwbare bronnen in de totale consumptie" werd daardoor ook feitelijk kunstmatig omhoog gekrikt. M.a.w., de op deze pagina getoonde "relatieve getallen", die toch al niet best zijn, moeten in dat licht nog slechter worden "gewaardeerd". Nederland presteert bizar slecht, bij de meest voor de hand liggende duurzame energie modaliteit: elektriciteit...
CBS StatLine tabellen updates 2014 en nieuwsberichten: Elektriciteitsbalans;
aanbod en verbruik (update 3 juli 2014) Hernieuwbare
elektriciteit; productie en vermogen (update 30 juni 2014 / meest
recent) Kerncijfers wijken en buurten 2009-2012 (update 11 apr. 2014) Nieuwsbericht
"Belang hernieuwbare energie in 2013 niet toegenomen" (CBS
Webmagazine, maandag 19 mei 2014) CBS rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2012" (30 aug. 2013) CBS rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2011" (23 aug. 2012) CBS rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2010" (Engelstalige, gereviseerde uitgave, 27 jan. 2012) CBS rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2010 (oorspronkelijke, NL-talige uitgave, 8 sep. 2011) Revisie "hernieuwbare energie" (juli 2010) CBS rapport "Hernieuwbare energie in Nederland 2009" (26 aug. 2010) Pagina voor het eerst gepubliceerd op 10 juli 2014 (leidraad: CBS StatLine update productie HE, 30 juni 2014).
|
|