|
Netbeheerder
Liander &
zonnestroom NL -
nieuwe statistieken†
Evolutie
PV installaties bij projecten klein- resp. grootverbruik
Basisgegevens
/ bron © Liander,
status update (2009 tm.) oktober 2021
Alle grafieken en tabellen © 2021
Peter J. Segaar/www.polderpv.nl
†
Data
en grafieken gebaseerd op cijfer reeks verkregen van Liander
op aanvraag door Polder PV.
Grafische uitwerking, analyse en interpretaties zijn de volledige verantwoordelijkheid
van Polder PV.
Voor kort
introductie artikel tot deze webpagina zie bijdrage
van 4 november 2021
Introductie
Polder
PV rapporteert al enige jaren regelmatig over de evolutie van zonnestroom
capaciteit bij de grootste netbeheerder van Nederland, Liander (dochter
van de holding Alliander). Tot en met het derde kwartaal van 2021 werd
daarover reeds een overzicht gemaakt, waarbij de focus vooral lag op
de verdeling over de provincies, en de totale volumes. Zie de analyse
van 14 oktober 2021.
Een
van de eigenaardigheden van die eens in het kwartaal gepubliceerde statistiek
is, dat recent is gebleken, dat de opgegeven totaal cijfers feitelijk
een kunstmatige optelling betreffen van het generator vermogen
(STC / DC) bij installaties achter kleinverbruik (KVB) aansluitingen,
en het zogenaamde gecontracteerde (AC !) vermogen van alle projecten
achter grootverbruik aansluitingen (GVB)*.
Dit geeft natuurlijk een artificieel resultaat, want feitelijk is het
optellen van appels en peren. Het generator vermogen van de GVB aansluitingen
is (nu) nog niet bekend, dus eigenlijk moet je KVB en GVB separaat behandelen,
om daar aparte trends in te kunnen ontdekken.
Om
die trends zichtbaar te maken, en de aandelen van de KVB en GVB marktsegmenten
beter in het vizier te krijgen, heeft Polder PV weer een expliciet dataverzoek
gedaan bij Liander, en, met grote dank, een flinke dataset ontvangen
met genoemde uitsplitsing tussen KVB en GVB. De dataset loopt van mei
2009, tot en met bijna eind oktober 2021, en geeft maandelijkse resultaten
weer. De huidige analyse bevat diverse grafieken, en duiding, van meerdere
aspecten rond de - gescheiden - evoluties van de trends bij KVB resp.
GVB aangesloten zonnestroom projecten. En gaat ook nog in op de status
van de grootste contribuerende gemeentes in Liander netgebied.
Opvallend
hierbij is, o.a., de verdergaande groei in het KVB segment. Op basis
van een extrapolatie heeft Polder PV berekend dat dit bij Liander in
2021 mogelijk 7% meer volume (generator capaciteit) zal omvatten, dan
de nieuwbouw in 2020. Voor het gecontracteerde vermogen in het GVB segment
is de verwachting beslist ook forse groei, maar deze is slechter af
te schatten vanwege de nodige onzekerheden, en de geïllustreerde
volatiele ontwikkeling in dit markt segment, met forse pieken en dalen.
Toch heeft Polder PV een poging gedaan om aan de hand van gesignaleerde
evoluties eerder in 2021 een eindejaars-accumulatie voor het totale
zonnestroom productie park te berekenen. Hij komt voor eind 2021 bij
Liander voorlopig op een geaccumuleerd (KVB + GVB) volume van 5,2 GWp
aan generator capaciteit. En een mogelijke jaargroei van zo'n 1.365
MWp.
Dit
is een actueel vervolg van een eerdere analyse die vooral veel details
liet zien over regionale verschillen, voor het eerst gepubliceerd
op 19 februari 2020. De focus ligt ditmaal op de grote verschillen
tussen de KVB en GVB marktsegmenten. Let op dat historische data enigszins
kunnen zijn gewijzigd, het huidige artikel bevat de meest recente, door
Liander verstrekte data. Het gaat meestal niet om grote wijzigingen.
*
KVB = cumulatief geïnstalleerd vermogen (resp. aantal installaties)
in MW (in terminologie Polder PV: MWp, DC capaciteit van de generator)
achter kleinverbruik aansluitingen, resp. GVB = gecontracteerd vermogen
/ installaties achter grootverbruik aansluitingen. Let daarbij op, dat
"gecontracteerd vermogen" bij GVB de AC-zijdige aansluiting
betreft van de omvormers van het project. De capaciteit van de DC generator
(de feitelijke PV installatie) ligt bijna altijd hoger, omdat omvormer
capaciteit wordt "onder-gedimensioneerd" t.o.v. de STC capaciteit
van de generator zelf. In een nadere toelichting van een Liander medewerker
werd eerder dan ook gesteld: "Het gecontracteerde vermogen is inderdaad
wat de klant met ons heeft afgesproken als maximale terugleverpiek.
Er kan wel degelijk meer vermogen geïnstalleerd zijn".
Inhoudsopgave
Introductie
(1)
Evolutie van aantallen PV installaties en capaciteit in netgebied Liander
- kleinverbruik
(2)
Evolutie van aantallen PV installaties en gecontracteerd vermogen in netgebied
Liander - grootverbruik
(3)
Evolutie van cumulaties van KVB en GVB volumes in netgebied Liander, per
kalenderjaar
(4)
Positie best performing gemeentes bij zonnestroom in netgebied Liander
(5)
Andere modaliteiten
(6)
Conclusies
(7)
Bronnen
Specifiek:
(1)
Evolutie van aantallen PV installaties en capaciteit in netgebied Liander
- kleinverbruik
1a
Accumulatie curves aantallen en capaciteit KVB
In bovenstaande
grafiek wordt de maandelijkse progressie van de evolutie van PV installaties
achter kleinverbruik aansluitingen in het complete netgebied van Liander
weergegeven. In de blauwe
curve (referentie rechter Y-as) het aantal installaties; in oranje
(linker Y-as), de accumulatie van het generator vermogen (DC) in MWp.
2
"break-points"
Er zijn
2 duidelijke versnellings-fases te zien in de evolutie. Na een relatief
"gezapig" begin traject tm. medio 2012, kwam er ongeveer vanaf
het derde kwartaal van dat jaar wat meer tempo in de uitbouw. Dit heeft
ongetwijfeld te maken met de Lenteakkoord afspraken van weleer, waarbij
huiseigenaren maximaal 650 Euro konden ontvangen als ze zonnepanelen op
hun dak lieten schroeven. Die regeling was van korte duur, medio 2013
was het subsidie plafond bereikt en keerde deze subsidie niet meer weerom.
Voor berichtgeving over deze lucratieve regeling, zie hier.
Voor de resultaten, zie hier.
Wel kwam
in de "slipstream" van het aflopen van die regeling de btw teruggaaf
regeling beschikbaar n.a.v. het beruchte "Fuchs-Arrest". Dit,
in combinatie met het principe van salderen van de zonnestroom overschotten
met de benodigde stroom afname in de rest van het jaar, maakte, dat zonnepanelen,
mede door de continue kosten reductie en efficiëntie verbetering,
populair begonnen te worden in Nederland, met name bij huisbezitters.
De curves raakten dus in een versnelling.
Dit bereikte
rond 2018 een nieuw punt, toen vooral ook de huursector grote volumes
zonnepanelen op huurwoningen ging aanbrengen, in combinatie met andere
positieve markt ontwikkelingen (doorbraak PV in de nieuwbouw sector, doorgaande
prijs erosie en forse efficiëntie verbetering van de zonnepanelen).
Vanaf 2018 werd dus wederom een nieuwe versnelling zichtbaar, met een
bijna rechtlijnige ontwikkeling bij het aantal geïnstalleerde installaties
op woningen tot gevolg, die tot op de dag van vandaag (in grafiek als
laatste datapunt nog niet volledig oktober 2021, dus even afvlakkend)
is gecontinueerd. Het aantal installaties evolueerde bij Liander van 186
duizend, eind 2018, tot al bijna 580 duizend exemplaren,
in oktober 2021 (met nog de nodige toevoeging te verwachten voor die maand).
Een factor 3,1 maal zo hoog, in minder dan vier jaar tijd.
Divergentie
van evoluties
Vóór
2018 nog nauwelijks opvallend, is er tussen 2018 en 2021 nog een duidelijke
trend zichtbaar: de oranje capaciteits-curve begint duidelijk opwaarts
af te wijken t.o.v. het verloop van de lijn voor aantallen. Dit is een
duidelijke aanwijzing voor de sterk gegroeide gemiddelde capaciteit van
zonnepanelen, een trend die nog steeds doorzet. Rond het begin van 2018
waren modules van 270-280 Wp nog "usance", dit is inmiddels,
in de tweede jaarhelft van 2021, al richting zonnepanelen aan het gaan
tussen de 350 en 400 Wp per stuk. De capaciteitsgroei van het totale aantal
projecten achter kleinverbruik aansluitingen gaat dus harder dan de groei
bij de aantallen systemen, omdat er gemiddeld ongeveer een vergelijkbaar
aantal panelen per woning wordt gelegd. Wat immers een beperkende factor
is, zeker in relatief klein behuisd Nederland. Rond begin 2018 lag dat
volume nog op ruim 700 MWp, eind oktober 2021 is dat al 2.332
MWp geworden. Dat is een factor 3,3 maal het volume begin 2018,
dus hoger dan de factor bij de aantallen projecten (3,1).
In ieder
geval is de groei van beide curves in de laatste paar jaar bijna rechtlijnig:
de residentiële markt is al jaren hard aan het groeien, ondanks alle
berichtgeving over de aangekondigde "afbouw van de salderings-regeling".
Hoge
CAGR groei cijfers
Laten
we enkele CAGR (Compound Annual Growth Rate) berekeningen los op de evolutie
van deze aantallen en capaciteiten voor de KVB deelmarkt, krijgen we het
volgende staatje:
Over
de gehele periode rekenend, en eind oktober als maatstaf nemend, is de
CAGR gemiddeld genomen zeer hoog geweest, 51,5%/jaar voor de aantallen,
en zelfs 57,3%/jaar voor de capaciteit achter KVB aansluitingen (periode
okt. 2009-okt. 2021). Die cijfers zijn zelfs nog wat hoger als we de periode
van eind 2009 tm. eind 2020 bekijken, 53,9%/jr, resp. 60,3%/jr gemiddeld.
Splitsen we de volledige periode in 3 blokken, krijgen we groeipercentages
van 67,9 resp. 82,7% gemiddeld per jaar tussen 2009 en 2012, 40,9 resp.
41,3% per jaar tussen 2013 en 2017, en nog steeds een hoge relatieve groei
van 35% (aantallen) resp. 37,6% per jaar bij de capaciteit, tussen 2018
en 2020. Dit zijn, zelfs in de recentere periodes met al hoge absolute
groei volumes, zeer hoge cijfers, waar menig land jaloers op zal zijn.
Aandelen
provincies bij KVB
Uit de
Liander data zijn ook de aandelen van de afzonderlijke provincies weer
te destilleren voor het KVB segment. Deze verhouden zich in de huidige
update als volgt. NB: hierin is ook al een deel van het volume in oktober
2021 opgenomen, hier zal nog het nodige bij gaan komen.
In deze
update heeft provincie Gelderland inmiddels een volume bereikt van ruim
210 duizend KVB projecten (ruim 36% van totaal volume), met een totale
capaciteit van ruim 903 MWp (bijna 39% van de totale capaciteit bij Liander).
Noord-Holland volgt op afstand, met bijna 193 duizend installaties, met
ruim 697 MWp. Flevoland sluit de rij in Liander netgebied, met bijna 41
duizend installaties, resp. bijna 181 MWp. Er is ook nog een kleine categorie
"overig", met zeer lage volumes, 0,2% van de totale aantallen
/ capaciteiten.
Noord-Holland
heeft bij de aantallen installaties 92% van het volume van Gelderland.
Bij de capaciteit ligt dat een stuk lager, op ruim 77%. Dit zien we terug
in de verhoudingen bij de systeemgemiddelde capaciteit in de laatste kolom.
Noord-Holland zit op een (laagste) gemiddelde van 3,62 kWp, Gelderland
heeft gemiddeld grotere KVB installaties, 4,29 kWp. Dat is echter niet
het hoogste niveau. Flevoland zit nog hoger, met 4,43 kWp.
Voor
een uitgebreidere analyse van de verhoudingen tussen de provincies in
de update tm. het derde kwartaal, zie mijn analyse
van 14 oktober jl, die gaat over de "totale" volumes (kunstmatige
optelling van KVB en GVB data).
1b
Maandelijkse nieuwbouw volumes PV installaties KVB
In deze
dubbel grafiek toon ik de maandelijkse nieuwbouw cijfers voor zowel de
capaciteit (oranje, hoofd-grafiek),
als voor de aantallen PV projecten achter KVB aansluitingen bij Liander
(blauw, inset linksboven).
Ook hier
zijn duidelijk de 3 "fases" te onderscheiden, lage groei tot
medio 2012, versnelde groei tot begin 2018, waarna hoge groei volumes
aanhouden tot en met het derde kwartaal van 2021. Er zijn ook afwijkende
"pieken" te zien, in met name oktober 2009, resp. januari 2016.
Dit zijn vermoedelijk administratieve inhaal operaties, al wordt daar
door Liander verder niet over gerept. Afgezien van die solitaire pieken,
zijn de hoge groeivolumes per maand grotendeels te zien in de periode
vanaf het eerste kwartaal van 2019, voor zowel de capaciteit toevoeging,
als de nieuwe aantallen projecten, piekend in maart 2021. Toen een spectaculair
volume van 47,8 MWp aan KVB installaties werd toegevoegd, verdeeld over
11.847 nieuwe installaties. De relatief lage volumes voor oktober 2021
zijn ongetwijfeld kunstmatig, waarschijnlijk moet daar nog het nodige
volume aan worden toegevoegd. En, wellicht, ook zelfs nog aan de voorgaande
maand cumulaties. De meest recente cijfers zijn altijd nog voorlopig,
en worden vaak achteraf (soms fors) bijgesteld.
1c
Maandelijkse evolutie van het systeemgemiddelde vermogen KVB installaties
Uit de
in de vorige paragrafen genoemde twee hoofd parameters, de aantallen KVB
installaties, en het daarmee gepaard gaande generator vermogen, is een
derde belangrijke direct af te leiden: het systeemgemiddelde vermogen
van de KVB installaties.
In bovenstaande
grafiek is dat ten eerste gedaan voor alle nieuwe installaties per maand
(groene curve), en, ten
tweede, voor de totale accumulatie aan het eind van elke maand (olijfkleurige
curve). Zoals verwacht mag worden uit een databestand wat waarschijnlijk
niet perfect is, en in ieder geval, als het ontleend is aan het register
schuil gaand achter energieleveren.nl,
ook beslist niet volledig, gaat de gemiddelde systeemcapaciteit van maand
tot maand flink op en neer. In eerdere jaren zelfs nogal heftig (in 2011
tussen de 2 en meer dan 5 kWp gemiddeld per maand), in latere jaren zijn
die heftige schommelingen sterk afgevlakt. Mogelijk heeft het ook te maken
met het feit dat er in de beginjaren de nodige kleinere projecten uit
de eerste SDE regelingen bij kleinverbruikers als kleine scholen, gymzalen
e.d. werden opgeleverd en de totale volumes in het marktsegment nog niet
zo groot waren. Die niet typisch residentiële systemen kunnen in
die beginperiode soms aanmerkelijke invloed op het gemiddelde per maand
hebben gehad.
Rond
2013 lag het gemiddelde iets boven de 4 kWp per installatie bij de nieuwe
installaties per maand. In de periode 2014 - 2017 lag het er gemiddeld
duidelijk onder. Maar vanaf 2018 is de gemiddelde capaciteit bij de nieuwe
KVB installaties op Liander netgebied regelmatig beduidend boven de 4
kWp uitgekomen, al is het recent weer iets terug gezakt. Het resultaat
voor oktober 2021 is waarschijnlijk nog kunstmatig laag (3,56 kWp), vermoedelijk
wordt dat nog gecorrigeerd bij de "definitieve" resultaten voor
die maand.
Kijken
we naar de accumulatie aan het eind van elke maand in de loop
van de tijd, zien we beslist progressie naar een steeds hoger gemiddeld
systeemvermogen in het hele bestand. Was dit tot medio 2012 (voor de subsidieregeling
uit het Lenteakkoord) gemiddeld duidelijk lager dan 3 kWp, is dit in ruim
2 jaar tijd gestegen naar zo'n 3,9 kWp, zakte dat even licht in, maar
is inmiddels al langere tijd rond de 4 kWp beland voor het volledige (KVB)
productie park. Let wel: dat is dus inclusief de inmiddels tienduizenden
woningen in de huursector, die stelselmatig mínder panelen krijgen
beleverd dan een gemiddelde woning bij eigenaren (vaak maar een stuk of
6, 8). De eerste heeft een drukkend effect op het systeemgemiddelde vermogen
van de hele populatie, dus vermoedelijk is de gemiddelde capaciteit bij
woningeigenaren, die zelf de omvang van hun generator bepalen / kiezen,
inmiddels een stuk hoger dan 4 kWp.
1d
Jaargroei volumes KVB - laatste stand van zaken
In deze
laatste grafiek voor alleen KVB installaties heb ik uit de data de jaargroei
volumes gedestileerd voor zowel de aantallen installaties (blauw),
de daarmee gepaard gaande capaciteit (oranje,
in kWp, beide parameters rechter Y-as ter referentie), als de evolutie
van het systeemgemiddelde vermogen in kWp, van jaar tot jaar (groene
curve, linker Y-as als referentie).
De al
jaren door Polder PV geventileerde schaalvergroting in de PV sector is
niet alleen van toepassing op de projecten markt (vrijwel exclusief GVB
aansluitingen, zie volgende sectie van deze analyse), maar is, zoals U
rechts in de grafiek ziet, beslist ook niet voorbij gegaan aan de residentiële
markt, die het KVB segment in alles domineert. Ten eerste zijn de jaarlijkse
nieuwbouw volumes veel groter geworden, ook bij Liander. Was dat bij de
aantallen installaties links in de grafiek nog nauwelijks zichtbaar, ging
dat al richting de 50.000 nieuwe installaties in 2017, en groeide het
daarna stevig verder naar zo'n 110 duizend nieuwe KVB projecten in 2019
en, zelfs, in Corona jaar 2020. 2021 heeft nu nog "maar" 93
duizend installaties staan. Dat is inclusief een "onzeker" (veel
te laag) volume voor oktober. De verwachting is dat hier nog veel bijgeplust
zal gaan worden, niet alleen voor november en december, maar ook nog volumes
uit eerdere maanden tm. oktober.
Bij de
capaciteit is het met name vanaf 2018 zeer hard gegaan. De nu uit de Liander
data vast te stellen jaargroei volumes voor de KVB sector in de jaren
2019 en 2020 hebben een omvang bereikt van bijna 458 MWp,
resp. 464 MWp. Hiermee zijn ook oudere, en deels onvolledige
opgaves zoals gepubliceerd in Solar Magazine (28
oktober 2020) inmiddels achterhaald. Daar stonden nog volumes KVB
van 456 MWp (2019), resp. 346 MWp voor de eerste 3 kwartalen van 2020,
vermeld. Voor de eerste 9 maanden staat, met de gereviseerde cijfers,
nu al ruim 353 MWp genoteerd bij Liander.
Vergelijkingen
van oudere cijfers met de meest recente, laten zien, dat voor de aantallen
installaties achter KVB aansluitingen er telkens - geringe - negatieve
bijstellingen zijn geweest, van 0,1 tot max. 0,15%. Maar bij de capaciteit
zijn de bijstellingen juist allemaal opwaarts gegaan, tussen
de 0,7 en ruim 1%.
Jaargroei
KVB segment in de laatste jaren in perspectief
Op basis
van deze nieuwste jaargroei volumes is het weer interessant om naar de
toenames van die groei in de laatste jaren te kijken. Deze komen voor
de KVB sector op de volgende percentages (kalenderjaar, relatieve toename
t.o.v. aanwas in voorgaand jaar voor de aantallen installaties, resp.
de toename voor de nieuw toegevoegde capaciteit, in procenten):
2016
6,8% 10,8%
2017 27,6% 19,0%
2018 80,3% 101,3%
2019 34,3% 39,3%
2020 1,4% 1,2%
2021* -16,1% -18,5%
De toenames
van de jaargroei cijfers in de KVB markt zijn fors, in 2018 zeer groot
(80 procent voor de aantallen, meer dan 100% voor het vermogen t.o.v.
de aanwas in 2017), en in 2019 nog steeds hoog (34% resp. 39%). In Corona
jaar 2020 lijkt een consolidatie van de groei te zijn opgetreden, wat
al een prestatie op zich was, er was nog een lichte toename van ruim 1%
t.o.v. de groei in 2019. 2021 is nog lang niet volledig, en zal nog heel
wat volume bijgeschreven krijgen, vandaar de "negatieve groeicijfers"
t.o.v. de aanwas in 2020.
Ontwikkeling
gemiddelde PV systeem capaciteit bij KVB projecten
In de
groene curve, tot slot
(referentie linker Y-as in bovenstaande grafiek), wordt de ontwikkeling
van het gemiddelde generator vermogen van de nieuwe installaties per kalenderjaar
getoond. Deze "hapert" tussen de 2,5 en ruim 3 kWp in 2009-2011,
maar neemt daarna rap toe, naar een plafond van iets meer dan 4 kWp in
2013-2014, zakt weer even in naar 3,6 kWp in 2017, en klimt vervolgens
door naar een iets hoger plateau van, gemiddeld, zo'n 4,2 kWp voor de
nieuwe installaties in 2019 en 2020. Het terug zakken naar 4,0 kWp in
2021 kan een artefact zijn. Pas later, als alle data voor dat jaar volledig
zijn, en geconsolideerd, zullen we zien of het hoge niveau van de voorgaande
jaren gehandhaafd is, of dat het lager (of mogelijk zelfs iets hoger)
is geworden.
1e
Afschatting potentie volumes 2021 - KVB
Als we
van de gemiddelde volumes tm. september voor het jaar 2021 uitgaan, en
3 van dergelijke "gemiddelde" maanden toevoegen aan de cumulatie
tm. september, zouden we puur theoretisch al voor heel 2021 op ruim 121
duizend installaties kunnen uitkomen (onvoorziene omstandigheden negerend,
dus status quo van de eerste drie kwartalen aanhoudend). Dat
is dus in potentie alweer fors hoger dan in de voorgaande twee jaar.
Doen
we hetzelfde voor de capaciteit, komen we mogelijk al uit op zo'n 495
MWp nieuwe capaciteit voor uitsluitend het KVB markt segment, wat dus
grofweg zo'n 7% hoger dan het volume voor 2020 zou kunnen
gaan worden. Aangezien het Liander netgebied zowel dichtbevolkte, stedelijke
agglomeraties kent, als behoorlijk grote agrarische gebieden, zou dit
een hanteerbaar kengetal kunnen zijn voor de toename in de KVB markt voor
heel Nederland, in 2021.
(2)
Evolutie van aantallen PV installaties en gecontracteerde capaciteit in
netgebied Liander - grootverbruik
2a
Accumulatie curves aantallen en capaciteit GVB
In bovenstaande
grafiek wordt de maandelijkse progressie van de evolutie van PV installaties
achter grootverbruik aansluitingen in het complete netgebied van Liander
weergegeven. In de blauwe
curve (referentie rechter Y-as) het aantal installaties; in oranje
(linker Y-as), de accumulatie van het gecontracteerde (AC) vermogen van
die projecten, in MWac. Data zijn, i.t.t. voor het
KVB segment, voorhanden tm. september 2021 (wat ook nog slechts een eerste,
nog onvolledig volume weergeeft).
Continue
groei aantallen, versnelling in capaciteit
In tegenstelling
tot de situatie in de KVB sector (eerste paragraaf), zijn er geen opvallend
scherpe "break-points" aan te geven in de curves, in ieder geval
niet bij de aantallen installaties, die een vrij geleidelijk verloop laten
zien. De curve heeft in het begin een lang plateau, begint licht te versnellen
vanaf medio 2013, en stijgt stap voor stap steeds sneller, tot het een
bijna rechtlijnig groei traject laat zien in 2019 tm. 2021.
Er is
uiteraard geen "Lenteakkoord effect" te zien in 2012-2013, omdat
die uitsluitend voor particuliere huiseigenaren was bedoeld die onder
kleinverbruik vallen. De heftige groei in de afgelopen vijf jaar is vooral
te danken aan het succes van de opeenvolgende SDE subsidieregelingen,
waarmee de projecten sector, grotendeels gerealiseerd op lokaties met
een grootverbruik aansluiting, een flinke schop onder de kont heeft gekregen.
Het voorlopige
"eindpunt" van de aantallen curve is momenteel, eind september
2021, 7.246 installaties achter GVB aansluitingen, een
ruime ver-viervoudiging sedert begin 2018. In september vlakt de curve
af, wat vermoedelijk een kunstmatig artefact is omdat er waarschijnlijk
nog een hoop installaties bijgeschreven moeten worden voor deze maand.
En mogelijk ook nog wat volume voor de voorgaande maanden.
Natuurlijk
vallen deze ruim zevenduizend projecten in het niet bij de 580 duizend
exemplaren onder KVB (eerste grafiek), maar bij de capaciteit is dat een
stuk beter in evenwicht. En zelfs, als er met een speculatieve factor
wordt omgerekend naar mogelijk gekoppeld generator vermogen, daar ver
boven uitstijgt.
Evolutie
accumulatie gecontracteerde capaciteit
De oranje
capaciteit curve kent een langere "plateau" fase in het begin,
dan de aantallen projecten. Op deze schaal is dat ook verklaarbaar, de
eerste opgeleverde projecten waren relatief klein, en ten opzichte van
de recente, vaak zeer grote projecten, vallen de daarmee gepaard gaande
totaal volumes dan ook bijna "in het niet", tot ongeveer halverwege
2014. Dan begint het tempo toe te nemen, om ongeveer begin 2018 duidelijker
te versnellen. Vanaf die periode zijn steeds grotere projecten opgeleverd,
en blijft de omvang per project (gemiddeld genomen) verder toenemen. Dit
resulteert uiteindelijk, tussen 2019 en 2021, in een steil verlopende
curve, waarvan de hellingshoek iets groter is dan voor het equivalente
exemplaar voor de aantallen. De oranje curve begint de blauwe te benaderen.
Dit betekent, het zal u niet vreemd in de oren klinken, dat de laatste
jaren de gemiddelde capaciteit van de opgeleverde GVB projecten (verder)
is gaan toenemen, de projecten worden steeds groter. Dat is een nationale
trend, die in de grafiek met de gemiddelde omvang voor GVB (paragraaf
2c) zeer duidelijk wordt.
De curve
eindigt in de waarschijnlijk nog erg onvolledige rapportage maand september
2021 op 2.081,6 MWac gecontracteerd vermogen. Hiermee
is echter nog niet zeker welk generator vermogen (STC / MWp) daar op is
aangesloten. Het zal sowieso veel groter zijn, want dat is al vele jaren
usance in de business. Hoeveel groter is echter nog niet duidelijk.
Wel werd daar door een medewerker van Liander een eerste aanzet toe gegeven.
Deze stelde na een eerste scan van hun data, dat er gemiddeld zo'n 20%
overgedimensioneerd leek te worden (generator vermogen t.o.v. gecontracteerd
AC vermogen, pers. comm. aan Polder PV). Als we dat als voorzichtige
"stelregel" hanteren voor de hele populatie bij GVB, zou er
eind september 2021 in Liander netgebied dus mogelijk (minimaal) al bijna
2,5 GWp (STC) zonnestroom generator vermogen kunnen staan bij
deze grote projecten. Dat zou dus al beduidend (plm. 7%) groter zijn dan
het generator vermogen in de KVB sector bij Liander, eind oktober (paragraaf
1a: 2.332 MWp). Sowieso lijkt dat een ondersteuning van de nationale trend,
dat er ook bij de accumulaties al meer (STC) vermogen zou staan "bij
bedrijven", dan "op woningen", volgens recent door Polder
PV bijgewerkte CBS statistieken voor heel Nederland (paragraaf
0(i) in detail overzicht CBS data, medio 2021). Dit lijkt bij Liander
trouwens minder grote verschillen op te leveren dan bij zuster netbedrijf
Enexis. Daar staat véél meer vermogen in grote zonneparken
en bij bedrijven opgesteld, en daar zal het verschil met de KVB sector
waarschijnlijk nog veel groter zijn (zie sectie
Enexis vs. Liander data in dezelfde detail analyse van de nieuwste
CBS cijfers).
Divergentie
van evoluties
De bij
KVB gesignaleerde "divergentie" tussen de capaciteit en aantallen
curves treedt ook op bij GVB, al is het door de presentatie van beide
curves binnen 1 grafiek met 2 verschillende Y-assen niet zo goed zichtbaar.
Accumulatie van gecontracteerde capaciteit groeit in ieder geval harder
dan de aantallen projecten. Teken aan de wand numero zoveel, dat de schaalvergroting
binnen de PV sector op alle fronten blijft doorgaan.
Ook
bij GVB hoge CAGR groei cijfers
Laten
we enkele CAGR (Compound Annual Growth Rate) berekeningen los op de evolutie
van deze aantallen en capaciteiten voor de GVB deelmarkt, krijgen we het
volgende staatje:
Over
de gehele periode rekenend, en eind september als maatstaf nemend, is
de CAGR gemiddeld genomen nog veel hoger geweest, dan in de KVB deelmarkt
(zie paragraaf 1a). Al is de huidige berekening vanaf 2010 gedaan, voor
KVB was deze vanaf 2009 i.v.m. beschikbaarheid van data. De CAGR groei
cijfers zijn 65,7%/jaar gemiddeld voor de aantallen, en 62,7%/jaar voor
de gecontracteerde capaciteit achter GVB aansluitingen (periode sep. 2010-sep.
2021). Die cijfers zijn ook weer hoger als we de periode van eind 2010
tm. eind 2020 bekijken, 69,6%/jr, resp. 65,8%/jr gemiddeld. Splitsen we
de volledige periode in 3 blokken, krijgen we hoge groeipercentages van
83,7% resp. lage van 29,9% gemiddeld per jaar tussen 2010 en 2012, weer
hoge toenames van 58,6 resp. 83,4% per jaar tussen 2013 en 2017, en blijvend
hoge relatieve groei van 49,7% (aantallen) resp. 66,1% per jaar bij de
capaciteit, tussen 2018 en 2020.
Deze
relatieve groei cijfers zijn, zelfs in de recentere periodes met al forse
absolute groei volumes, wederom zeer hoog, en zelfs nog een stuk hoger
dan de al florissante groei cijfers voor de projecten achter KVB aansluitingen.
De elke keer weer terugkerende reden: de schaalvergroting, met name ook
bij GVB projecten, is een blijvertje, de opgeleverde projecten worden
gemiddeld genomen steeds groter.
Aandelen
provincies bij GVB
Uit de
Liander data zijn, in navolging van de opgaves onder KVB, ook in het GVB
segment uiteraard de aandelen van de afzonderlijke provincies weer te
destilleren. Deze verhouden zich in de huidige update als volgt. NB: hierin
is, i.t.t. de situatie in het KVB segment, ditmaal als laatste een deel
van het volume in september 2021 opgenomen, hier zal waarschijnlijk nog
het nodige bij gaan komen.
In deze
update voor het GVB segment heeft provincie Gelderland wederom de hoogste
niveaus bereikt. Bij de installaties 2.593 projecten (wederom 36% van
totaal volume), met een totale gecontracteerde capaciteit van bijna 730
MWac (ruim 35% van de totale capaciteit bij Liander, een wat lager relatief
aandeel dan in het KVB segment, zie paragraaf 1a). Noord-Holland volgt
bij de aantallen op de voet, met 2.391 projecten, en bijna 541 MWac. Itt
in het KVB segment staat nu niet Flevoland, maar het noordelijke deel
van Zuid-Holland op de laatste plaats. Sowieso met de aantallen (509 stuks,
slechts 7,0% van totaal). Maar bij de capaciteit is het nog een stuk minder,
bijna 92 MWac, wat slechts 4,4% van het totale volume is. Flevoland heeft
gemiddeld veel grotere projecten, wat we terugzien in het gemiddelde voor
het gecontracteerde vermogen. De kleine categorie "overig",
met zeer lage volumes, omvat 0,4% resp. 0,3% van de totale aantallen /
gecontracteerde capaciteit.
Noord-Holland
heeft bij de aantallen installaties wederom 92% van het volume van Gelderland.
Bij de capaciteit ligt dat nog lager dan in het KVB segment, op 74%. Dit
zien we wederom terug in de verhoudingen bij het gemiddelde van de gecontracteerde
capaciteit per project, in de laatste kolom. Noord-Holland zit op een
laag gemiddelde van 226 kWac, Gelderland heeft gemiddeld grotere GVB projecten,
met een gecontracteerd vermogen van ruim 281 kWac per installatie. Dat
is echter in dit segment beslist niet het hoogste niveau. Flevoland en
Friesland zitten hier veel hoger, met 401 resp. 423 kWac gemiddeld per
installatie. Het laagste niveau vinden we ditmaal in het noordelijke deel
van Zuid-Holland, 180 kWac gemiddeld per project.
Voor
een uitgebreidere analyse van de verhoudingen tussen de provincies in
de update tm. het derde kwartaal, zie wederom mijn analyse
van 14 oktober jl, die gaat over de "totale" volumes (kunstmatige
optelling van KVB en GVB data).
Tot
slot - volumes netinvoeding per maand
In de
primaire data van Liander is ook een interessant extra veld terug te vinden
voor de GVB sector. Daarin vinden we de volumes aan netinvoeding in MWh
terug, per regio, per maand. Bij de totale volumes was er in september
al sprake van een netinvoeding van bijna 123 GWh voor uitsluitend de GVB
projecten. Uiteraard lag dit in de zomermaanden, ondanks het geringere
aantal toen invoedende GVB projecten, op een fors hoger niveau. Record
houder tot nog toe is juni 2021, met maar liefst 216 GWh invoeding door
de GVB projecten.
2b
Maandelijkse nieuwbouw volumes PV installaties GVB
In deze
dubbel grafiek toon ik, net als eerder voor het KVB segment (paragraaf
1b), hier de maandelijkse nieuwbouw cijfers voor zowel de gecontracteerde
(AC) capaciteit (oranje,
hoofd-grafiek), als voor de aantallen PV projecten achter GVB aansluitingen
bij Liander (blauw, inset
linksboven).
Vanwege
het nogal grillige nieuwbouw gedrag bij de grotere projecten, met heftige
schommelingen als gevolg daarvan, zijn echte piketpalen cq. stemmingswisselingen
hier wat lastiger aan te geven. Bij de aantallen zien we een lange aanloop
periode met weinig toevoegingen per maand, een korte opleving begin 2014,
en begin 2015 weer een lichte terugval. Daarna beginnen de aantallen nieuwe
projecten achter GVB aansluitingen sterk toe te nemen tm. het eerste half
jaar van 2019. Vervolgens worden de volumes per maand fors hoger, tot
een maximum van 203 nieuwe exemplaren in mei 2019. Waarna weer terug gekeerd
wordt naar wat lagere niveaus tussen de 100 en 125 nieuwe projecten in
2021. Waarschijnlijk moeten er nog de nodige projecten toegewezen worden
aan 2021, het sterke "verval" aan het eind is waarschijnlijk
weer kunstmatig. De drie pieken van aug. en dec. 2013, en het exemplaar
van jan. 2016 zijn vermoedelijk ook artificieel, en mogelijk administratieve
"inhaal operaties" geweest voor dit dossier.
Een vergelijkbare
trend zien we door de bank genomen ook bij de gecontracteerde capaciteit
in de grote grafiek, waar het grillige gedrag in met name de periode vanaf
eind 2018 opvalt. Hier volgen hoge pieken op diepere dalen. Met als extremen
de opvallend lage score van 9,3 MWac in oktober 2020, en het voorlopige
maximum van 95,3 MWac (het tienvoudige volume) in mei 2021. Het grillige
gedrag zou, wat de positieve extremen betreft, verklaard kunnen worden
door de bijschrijving van met name de grotere zonneparken in de administratie
van Liander, die immers soms zéér hoge capaciteiten inbrengen.
Het grootste opgeleverde exemplaar (Ooststellingwerf) heeft een vermogen
van meer dan 50 MWp (generator capaciteit), en als je 2 van dergelijke,
wat minder grote projecten in 1 maand bijschrijft, krijg je zelfs bij
het gecontracteerde AC vermogen (een stuk lager dan de DC capaciteit),
vanzelf een zeer hoge maand piek.
In ieder
geval kan geconcludeerd worden dat de algemene trend bij de GVB projecten
in Liander netgebied is: zeer lage gecontracteerde vermogens tot en met
2015, eerste groei van volumes in 2016 - 2017, waarna een periode van
zeer grote toevoegingen per maand volgt, maar wel met grote fluctuaties
van maand tot maand. Van de hoogste 10 pieken liggen er 8 in de jaren
2020 en 2021.
2c
Maandelijkse evolutie van het systeemgemiddelde vermogen biij GVB installaties
Uit de
in de vorige paragrafen genoemde twee hoofd parameters, de aantallen GVB
installaties, en het daarmee gepaard gaande gecontracteerde AC vermogen,
is, net als voor de KVB sector, wederom een derde belangrijke parameter
af te leiden: het gemiddelde gecontracteerde (AC) vermogen van de GVB
installaties.
In bovenstaande
grafiek, die een sterk verschillend karakter vertoont van dat getoond
voor het KVB segment (paragraaf 1c), is dat ten eerste gedaan voor alle
nieuwe installaties per maand (groene
curve), en, ten tweede, voor de totale accumulatie van de gecontracteerde
capaciteit aan het eind van elke maand (olijfkleurige
curve).
Bij de
gemiddelde gecontracteerde nieuwe capaciteit per maand is over de hele
periode een behoorlijk sterke afwisseling geweest, met de nodige piekjes.
In de beginperiode waren er ook nog enkele onbekende cq. "nul"
volumes, waardoor er daar wat gaten zijn te zien. De gecontracteerde capaciteit
van de nieuwe installaties bleef lang onder de 200 kWac hangen, met slechts
enkele outliers die al over de 300 kWac heen gingen. Vanaf 2016
beginnen de toegekende capaciteiten duidelijk hoger te worden, overschrijden
ze al enkele malen de 200 kWac grens, zakken in 2017 weer wat in, maar
vanaf 2018 treden er al hoge pieken op, van 705 kWac (dec. 2017), resp.
645 kWac (nov. 2018). Daarna zijn de fluctuaties heftig, met ook een negatieve
uitschieter (69 kWac, okt. 2020), en weer een sterk positief exemplaar
in mei 2021 (851 kWac). De zeer hoge uitschieter aan het eind, 1.911 kWac
in sep. 2021, wijt ik aan een nog onvolledige inventaris in die maand,
waarbij mogelijk een vroeg geregistreerd, zeer groot zonnepark, een hoge
invloed heeft gehad op het totale gemiddelde van de mogelijk nog weinig
geadministreerde projecten in die maand. We zullen later zien of die zeer
hoge piek inderdaad zal verdwijnen, dan wel fors lager zal worden, als
deze aanname klopt.
In ieder
geval kunnen we uit het reguliere verloop van de curve wel duidelijk een
gemiddeld opwaartse trend terug zien, wat logisch is gezien de al vaak
gememoreerde schaalvergroting binnen diverse sectoren in de projecten
markt.
Kijken
we weer naar de accumulatie aan het eind van elke maand in de
loop van de tijd (de olijfkleurige lijn) zien we een zeer duidelijk verschillende
evolutie dan bij de gemiddelde project omvang in het KVB segment. Laatstgenoemde
werd gekarakteriseerd door een lage startfase, in een paar jaar doorgroei
naar een veel hoger gemiddelde, en een lange, hoge plateau fase met nog
maar geringe groei. Bij de evolutie van het gemiddelde van de gecontracteerde
capaciteit van alle installaties bij elkaar achter GVB aansluitingen,
blijkt een compleet andere evolutie uit de grafiek. In het begin lag het
voortschrijdend gemiddelde nog relatief hoog (456 kWac, eerst beschikbare
cijfer voor feb. 2010), vervolgens begon dat stapsgewijs te dalen naar
een minimum van 83 kWac in januari 2014, waarna dat gemiddelde weer langzaam
begon te stijgen. Om in september 2021 weer op een voorlopig, sedert maart
2011, hoogste niveau van 287 kWac te eindigen.
Verklaring
vorm GVB curve
De verklaring
is vermoedelijk als volgt: in het begin waren er maar een gering aantal
installaties achter grootverbruik aansluitingen, met een relatief hoog
vermogen. Denk bijvoorbeeld aan het voor die tijd unieke Floriade dak
in Vijfhuizen, lang jarig sedert 2002 (!) het grootste PV project van
Nederland, met 2,3 MWp generator vermogen schoon aan de haak, en liggend
in het verzorgingsgebied van Liander. De subsidie omstandigheden waren
in de beginjaren echter de facto een "no going" area
voor ontwikkelaars van grote (rooftop) projecten, want blijvend onaantrekkelijk.
Dus gebeurde er verder langdurig erg weinig op dit gebied.
Pas met
de invoering van de SDE 2011 werd het mogelijk om grotere projecten te
ontwikkelen vanwege het verwijderen van de beruchte "bovencap"
van 100 kWp (generator vermogen) per aanvraag. Het heeft toen even geduurd
voordat er een een beschikte portfolio "los" kwam voor projecten
achter GVB aansluitingen, die ook daadwerkelijk gerealiseerd begon te
worden. Maar dat ging zeker in die begin jaren nog om relatief kleine
projecten, die kennelijk het voortschrijdend gemiddelde onder druk begonnen
te zetten, waardoor dat voor de hele populatie gemiddeld begon af te nemen.
De situatie stabiliseerde pas medio 2014, er werden steeds grotere projecten
gebouwd, de eersten ook al ver over de 1 MW aan AC capaciteit. Door de
instroom van deze steeds grotere projecten, begon het gemiddelde over
het geaccumuleerde GVB volume weer langzaam te stijgen. En, zoals al vaak
gememoreerd, is de voortdurende schaalvergroting in de sector de oorzaak
van het feit dat ook de gemiddeldes van het geaccumuleerde bestand aan
GVB installaties voortdurend verder zijn blijven toenemen. Die ontwikkeling
is nog lang niet gestopt, dus de curve voor GVB projecten zal ook verder
gaan stijgen.
Van
AC naar DC
Genoemde
287 kWac in september 2021 zou, bij de reeds eerder genoemde - mogelijke
- 20% over-dimensionering van de generator t.o.v. het gecontracteerde
vermogen, een gemiddelde generator capaciteit van zo'n 344 kWp kunnen
inhouden. Dat ligt veel hoger dan het voortschrijdende gemiddelde bij
de gecertificeerde installaties bij CertiQ (228
kWp, eind sep. 2021). Wat logisch is: bij CertiQ zit in de weergegeven
populatie ook nog een groot bestand van zeer kleine, residentiële
installaties, die al jarenlang het systeemgemiddelde vermogen daar fors
drukken.
2d
Jaargroei volumes GVB - laatste stand van zaken
In deze
laatste grafiek voor alleen GVB installaties heb ik uit de data de jaargroei
volumes gedestilleerd voor zowel de aantallen installaties (blauw),
de daarmee gepaard gaande gecontracteerde capaciteit (oranje,
in MWac, beide parameters rechter Y-as ter referentie), als de evolutie
van het gemiddelde gecontracteerde vermogen in kWac per project, van jaar
tot jaar (groene curve,
linker Y-as als referentie).
In deze
grafiek is ook weer de schaalvergroting in de projecten markt goed zichtbaar.
Onder andere te zien aan de rappe groei van de aantallen projecten die
gecontracteerd vermogen voor GVB aansluitingen hebben verzilverd, met
een toename van 32 nieuwe projecten in 2010 (NB: volume in januari niet
bekend), via 533 in 2017, 1.075 in 2018, naar alweer 1.729 resp. 1.764
in de jaren 2019 en 2020. Dan is er een forse terugval naar 939 nieuwe
projecten in 2021, maar dat is waarschijnlijk weer een kunstmatig effect,
omdat het huidige jaar slechts data had tm. september voor deze populatie,
én er waarschijnlijk nog het nodig volume uit eerdere maanden bijgeschreven
moet gaan worden. 2021 kan dus beslist nog véél hoger gaan
worden, de vraag is vooralsnog "hoe hoog".
Ook bij
de capaciteit is het hard gegaan. In 2010 was het nieuwbouw volume nog
zo'n 10 MWac, pas in 2015 begon daar wat betekenis in te komen, met ruim
33 MWac. In 2018 heeft een forse versnelling plaatsgevonden, met 306 MWac.
Dit groeide verder naar 419 MWac in 2019, en 581
MWac in 2020. Waarbij ook duidelijk wordt, dat die toename veel
groter was (39%), dan de toename bij de aantallen nieuwe projecten (slechts
2% !). Wat wederom duidt op een snelle verdere schaalvergroting van de
omvang van de in 2020 geadministreerde nieuwe projecten.
Voor
de gecontracteerde capaciteit in 2018 is de nieuwbouw stabiel gebleven
sedert het volume gepubliceerd in Solar Magazine (28
oktober 2020). Voor de eerste 3 kwartalen van 2020 stond toen nog
416 MWac vermeld. Dit is voor het hele kalenderjaar, met de huidige gereviseerde
en aangevulde cijfers, nu al op een 40% hoger niveau beland in de recente
data van Liander.
Ook voor
de gecontracteerde capaciteit is er in 2021 weer een terugval te zien,
die, zoals hierboven gemeld, waarschijnlijk kunstmatig is. T.o.v. het
huidige volume in 2020 is die terugval 12% geweest, maar bij de aantallen
was het zelfs 47%. Ook hier weer een - indirecte - aanwijzing dat de nieuwe
projecten in 2021 alweer groter zijn uitgevallen dan in het voorgaande
jaar.
Uiteraard
zal er voor 2021 nog heel veel gecontracteerde capaciteit worden bijgeplust,
waarvan nog niet goed duidelijk is hoeveel dat dan zal gaan worden. Ook
al vanwege de nodige onzekerheden over de fysieke netkoppeling van de
nodige grote projecten aan het eind van het jaar. Lukt dat voor 1 januari,
moeten die projecten aan 2021 toegerekend worden. Is dat om wat voor reden
dan ook niet gelukt, en vindt de netkoppeling pas in 2022 plaats, moeten
dergelijke projecten onverbiddelijk pas aan dat jaar worden toegewezen.
Het is dus van wezenlijk belang voor de zonnestroom statistieken, dat
die netkoppelingsdatum correct en helder wordt gecommuniceerd, ook omdat
het vaak om zeer grote volumes gaat.
Vergelijkingen
van oudere cijfers destijds gepubliceerd in bovengenoemd Solar Magazine
artikel, met de meest recente van Liander, laten zien, dat voor de opgegeven
aantallen installaties achter GVB aansluitingen er telkens negatieve
bijstellingen zijn geweest, van 0,7 tot max. 3,2%. Maar, wederom, bij
de gecontracteerde capaciteit, zijn de bijstellingen juist allemaal opwaarts
gegaan, tussen de 0,02 en 1,1%. Voor september 2020 lag het zelfs op een
wat hoger niveau, 2,3%.
Jaargroei
GVB segment in de laatste jaren in perspectief
Op basis
van deze nieuwste jaargroei volumes gaan we weer kijken naar de toenames
van die groei in de laatste jaren, naar analogie van de situatie voor
de KVB sector (paragraaf 1d). Deze komen voor de GVB sector op de volgende
percentages (kalenderjaar, relatieve toename t.o.v. aanwas in voorgaand
jaar voor de aantallen installaties, resp. de toename voor de nieuw toegevoegde,
gecontracteerde AC capaciteit, in procenten):
2016
77,3% 157,4%
2017 6,6% 23,0%
2018 101,7% 191,1%
2019 60,8% 36,7%
2020 2,0% 38,7%
2021* -46,8% -11,4%
De toenames
van de jaargroei cijfers in de GVB markt zijn ook zeer hoog, en af en
toe duidelijk verschillend van de situatie in het KVB segment. 2016 bijvoorbeeld
had veel hogere toenames van de jaargroei, 77% resp. 157%, waar dat in
de KVB sector "slechts" 7% resp. 11% was. In 2017 was de toename
t.o.v. de aanwas in 2016 juist flink kleiner bij de aantallen (7%, bij
KVB 28%), maar bij de gecontracteerde AC capaciteit iets hoger (23% versus
19%). De grote groei in 2018 was nog een stuk hoger dan in het KVB segment:
102 procent voor de aantallen, en maar liefst 191% voor het gecontracteerde
vermogen t.o.v. de aanwas in 2017. In 2019 was de toename bij de aantallen
weer opvallend, 61% (in KVB segment slechts 34%), bij de capaciteit was
de groei iets minder dan bij de KVB installaties (37% t.o.v. 39%). In
tegenstelling tot de "marginale" toename van de jaarlijkse aanwas
bij de KVB sector in 2020, was de groei voor de GVB installaties opvallend.
Althans, niet voor de aantallen projecten, die 2% hoger lagen dan bij
de aanwas in 2019. Maar de capaciteitsgroei was, met 39%, ronduit respectabel
te noemen voor dat jaar (bij KVB was dit slechts ruim 1%).
Ook hier
is 2021 uiteraard nog lang niet volledig, ook al omdat de laatste data
voor het GVB segment voor september zijn opgegeven. Voor dat jaar zal
vermoedelijk nog zeer veel volume bijgeschreven gaan worden. De "negatieve
groeicijfers" t.o.v. de aanwas in 2020 zijn uiteraard nog volstrekt
artificeel in deze vergelijking.
Ontwikkeling
van het gemiddelde van het gecontracteerde AC vermogen bij GVB projecten
In de
groene curve, tot slot
(referentie linker Y-as in bovenstaande grafiek), wordt de ontwikkeling
van het gemiddelde gecontracteerde (AC) vermogen van de nieuwe GVB installaties
per kalenderjaar getoond. Deze curve toont een compleet ander beeld dan
dat voor de KVB installaties (paragraaf 2d). Aanvankelijk ligt het gemiddelde
namelijk op een relatief hoog niveau van 312 kWac, en zakt dat rap in
naar nog maar 37 kWac in 2013. Met als waarschijnlijke reden de oplevering
van slechts een paar grotere projecten in 2010, waarna veel kleinere projecten
met name in de jaren 2011-2014 werden opgeleverd, die het voortschrijdend
gemiddelde onder druk hebben gezet.
Vanaf
2014 begint de gemiddelde gecontracteerde capaciteit weer flink te groeien,
bereikt een maximum van 285 kWac in 2018, waarna dat gemiddelde weer iets
onderuit gaat in 2019 (242 kWac). In 2020 en 2021 is de groei onstuimig,
de gemiddelde capaciteit neemt snel toe naar 329 kWac in 2020, en alweer
naar 548 kWac in 2021. Dat laatste cijfer kan echter nog fors wijzigen,
afhankelijk van toevoegingen in het laatste kwartaal, en eventuele met
terugwerkende kracht bij te schrijven oudere volumes. Maar dat de gemiddelde
gecontracteerde capaciteit zeer sterk is toegenomen in enkele jaren tijd,
is kristalhelder in deze grafiek. Tussen 2013 en 2021 is dat gemiddelde
al ver-vijf-tien-voudigd ...
2e
Afschatting potentie volumes 2021 - GVB
Als we,
wederom, van de gemiddelde volumes tm. september voor het jaar 2021 uitgaan,
en 3 van dergelijke "gemiddelde" maanden toevoegen aan de cumulatie
tm. september, zouden we puur theoretisch al voor heel 2021 op iets meer
dan 1.250 installaties achter GVB aansluitingen kunnen uitkomen (ook hier
weer: onvoorziene omstandigheden negerend, dus status quo van
de eerste drie kwartalen aanhoudend). Dat lijkt veel lager dan in de voorgaande
twee jaar, toen er meer dan 1.700 nieuwe GVB projecten werden gemeld.
Echter, de cijfers voor de laatste maand in de Liander data kunnen beslist
nog fors achterlopen. Ze lopen sowieso een maand achter bij de eerste
cijfers voor KVB (oktober al deels beschikbaar), en het is vaker voorgekomen
dat er achteraf nog flink met terugwerkende kracht moet worden bijgeplust,
zeker bij de grotere projecten. Het is al heel lang bij Polder PV bekend,
dat met name ook in het SDE dossier, de vertragingen bij RVO hoog oplopen,
en bij de netbeheerders lijkt dat niet anders te zijn in de administratieve
bijschrijvingen.
In het
tweede kwartaal van 2020 werd een groot volume aan projecten in de administratie
van Liander bijgeschreven, waaronder installaties zaten die drie kwartalen
eerder (grotendeels in het voorgaande jaar, dus) al netgekoppeld waren
opgeleverd (zie de opvallende "sprong" in Q2 2020 in de 2e grafiek
van mijn
recente analyse. Dus wat de volumes in 2021 aangaat, is daar pas later
meer betrouwbaar over te berichten.
Hetzelfde
geldt uiteraard voor de gecontracteerde AC capaciteit. Als we hier echter
het rekensommetje doen uitgaande van status quo (gemiddeld evenveel toegevoegd
in de laatste drie maanden als gemiddeld per maand in de eerste 3 kwartalen),
komen we mogelijk zelfs al uit op zo'n 686 MWac nieuwe gecontracteerde
capaciteit voor uitsluitend het GVB markt segment. Alleen dat al zou zo'n
18% hoger zijn dan het volume voor 2020. Daarbij moeten
we wederom niet vergeten dat er nog heel wat capaciteit met terugwerkende
kracht kan worden toegevoegd. Én de wetenschap, dat meerdere grote
zonneparken nog voor het eind van het jaar netgekoppeld kunnen worden
opgeleverd. Dat volume kan dus substantieel hoger gaan worden. De trend
bij de ontwikkeling van de (gecontracteerde) capaciteit bij GVB projecten
is dus veel sterker, dan de groei bij het KVB segment (in paragraaf 1d
berekend als potentie voor 7% meer dan in 2020, op basis van onvolledige
cijfers tm. oktober dat jaar). Hoe het uiteindelijk precies zal gaan uitpakken,
is nu echter ongewis, ook vanwege de sterke volaliteit van de nieuwbouw
cijfers per maand in dit belangrijke segment.
(3)
Evolutie van cumulaties van KVB en GVB volumes in netgebied Liander, per
kalenderjaar
3a
Evolutie van totaal aantal installaties in netgebied Liander (KVB + GVB)
In bovenstaande
grafiek toon ik de synthese van paragrafen 1 en 2 bij de nieuwe aantallen
installaties in het netgebied van Liander, kolomsgewijs gestapeld weergegeven
per kalenderjaar.
Uiteraard
blijven hier de aantallen projecten in de KVB sector veruit domineren,
in blauw weergegeven. Daar
bovenop zijn smalle segmentjes met de aantallen nieuwe GVB projecten gestapeld
(oranje, beide parameters
met als referentie de rechter Y-as), die tot nog toe alleen in de jaren
2019 en 2020 "enige substantie" hebben gekregen. Vermoedelijk
zal dit ook nog volgen voor het jaar 2021, als alle volumes die aan dat
jaar toekomen bij het nu nog voorlopige resultaat worden opgeteld. Daarmee
zal sowieso de hoogte van de kolom waarschijnlijk nog substantieel toenemen,
de data zijn immers nog slechts tm. september voor GVB, en tm. oktober
voor KVB, en dan nog ook nog onvolledig, beschikbaar. Waarschijnlijk zal
dit weer de hoogste kolom gaan worden, ook gezien andere markt ontwikkelingen.
In ieder
geval zijn de "afgesloten" jaren 2019 en 2020 tot nog toe veruit
kampioen, na al langere tijd flinke groei in de periode 2013-2017 te hebben
laten zien. In 2018 kwam de eerste "grote versnelling".
Bovenaan
de kolommen staan de cumulaties van KVB + GVB vermeld. 4.241 exemplaren
in 2009, en na een lichte inzinking in 2010-2011 nam het snel toe, naar
ruim 27 duizend nieuw in 2013, 45 en een half duizend in 2017, ruim 82
duizend in 2018, tot record volumes van 111 duizend in 2019 en ruim 112
duizend in 2020. We zullen pas later vernemen, hoe dit voor 2021 zal gaan
uitpakken. Nu al zijn er bijna 94 duizend nieuwe projecten bekend.
In de
lichtgroene curve, met
als referentie de linker Y-as, wordt de eindejaars-accumulatie van alle
KVB + GVB projecten getoond. Deze rap evoluerende curve groeide van ruim
4.200 EOY 2009, via 2 vooral door de KVB sector getypeerde versnellings-punten,
2012 (ruim 20 duizend projecten), en 2017 (dik 187 duizend installaties),
naar al een zeer groot volume van bijna 587 duizend installaties. Dit,
met de voorlopige cijfers voor eind derde kwartaal van 2021, en nog een
hoop extra volume te verwachten voor dat jaar.
3b
Kunstmatige optelling van generator capaciteit (MWp, KVB) en
gecontracteerd vermogen (MWac, GVB), in netgebied Liander
In deze laatste grafiek
wordt getoond hoe Liander de twee onvergelijkbare grootheden, het opgestelde
generator vermogen achter KVB aansluitingen (blauwe
kolom segmenten), optelt met het gecontracteerde AC vermogen achter GVB
aansluitingen (oranje kolom
segmenten), om tot een "totaal vermogen" per kalenderjaar te
komen in hun verzorgings-gebied. Zoals al duidelijk gemaakt, mag je die
grootheden niet zomaar optellen, als je niet weet hoeveel DC generator
capaciteit met de cijfers voor gecontracteerd vermogen in de GVB sector
zijn gemoeid. Omdat Liander wel degelijk zoiets doet in hun publiek getoonde
grafieken op de Alliander website, wordt hier boven, met de laatst bekende
gegevens van Liander, hetzelfde gedaan. Met als blijvende waarschuwing:
dit is een kunstmatige optelling van de facto onverenigbare eenheden.
Kristalhelder wordt
uit deze grafiek voor het netgebied van Liander in ieder geval het volgende:
(1) De groei van de
vermogens en gecontracteerde capaciteiten is onstuimig, beiden (artificieel)
bij elkaar opgeteld geeft een explosieve ontwikkeling, met name vanaf
2018.
(2) In 2018-2019 was
de generator capaciteit bij KVB nog iets groter dan het gecontracteerde
AC vermogen bij GVB. Vanaf 2020 zijn de rollen omgedraaid, en is alleen
al het gecontracteerde (AC) vermogen van het GVB bestand (veel) groter
dan de cumulatie van het generator vermogen bij de KVB installaties.
(3) 2021 mist nog
een hoop volume, in ieder geval uit het laatste kwartaal (en voor GVB
vanaf oktober), en zal nog veel groter gaan worden bij de cumulatie van
KVB en GVB.
(4) De voorlopige
- artificiële - accumulatie van KVB en GVB is in 2021 al opgelopen
tot 4.413 "MW" (KVB 2.332 MWp, GVB 2.082 MWac).
Trekken we hier het reeds in het KVB dossier weergegeven volume van 6,8
MW(p) voor oktober vanaf, komen we op een accumulatie van 4.407 MW eind
september (QIII) 2021. Dat is het volume wat al enige tijd terug te vinden
is in de betreffende grafiek
op de Alliander website voor kalenderjaar 2021, en waar Polder PV
reeds eerder een uitgebreide
analyse van heeft gepubliceerd.
(5) Eerder werd voor
het totaal vermogen bij Liander, voor het kalenderjaar 2020 een groei
van mogelijk 976 MW voorspeld op basis van de toen voorhanden zijnde informatie
(analyse
17 jan. 2021). Bovenstaande grafiek toont nu een potentie van 1.044
MW, alweer 7% meer dan toen gedacht. Hieruit blijkt wederom, dat Polder
PV, ondanks jarenlange ervaring met dit soort lastige, vaak op drijfzand
berustende voorspellingen, hij alweer "te conservatief" had
ingeschat, en de realiteit is dat er weer meer is geplaatst. Dit is geen
incident: de solar historie is vergeven van (veel) te lage inschattingen,
de realiteit is dat de sector altijd harder is gegroeid dan meestal gedacht.
Zelfs door branche organisaties.
3c
Totaal PV generator vermogen en nieuwbouw bij Liander - een afschatting
In paragraaf 2a heb
ik laten zien, dat op basis van een aanname van 20% overdimensionering
van generator vermogen t.o.v. gecontracteerde capaciteit, voor het GVB
segment eind september mogelijk al zo'n 2,5 GWp aan generator capaciteit
zou kunnen staan. Op basis van een conservatieve inschatting van evenveel
gecontracteerde capaciteit per maand in QIV, als in de voorgaande drie
kwartalen, kom ik op een mogelijke minimale toevoeging van zo'n
171 MWac gecontracteerde capaciteit in de laatste drie maanden van het
jaar. Wat bij 20% overdimensionering van de generator, tot een extra minimaal
volume van dik 200 MWp generator capaciteit zou kunnen leiden. Daarmee
zou eind 2021 er minimaal mogelijk zo'n 2,7 GWp kunnen staan in het netgebied
van Liander. Waarschijnlijk het nodige meer, vanwege de hoge activiteit
bij de bouw van grote zonneparken aan het eind van het jaar.
Eind oktober was er
minimaal 2.332 MWp aan KVB capaciteit bij Liander genoteerd (paragraaf
1a). Op basis van de aanname evenveel nieuwe capaciteit per maand in het
laatste kwartaal, als het gemiddelde in jan. - sep. 2021 (paragraaf 1d),
zou je daar aan minimaal 124 MWp kunnen toevoegen om de eindejaars-accumulatie
te verkrijgen. Dan kom je op minimaal 2.456 MWp generator vermogen in
het KVB segment uit. Ook hier waarschijnlijk meer, omdat sowieso de cijfers
voor oktober lang niet definitief konden zijn, en vermoedelijk die van
voorgaande maanden deels ook niet.
Combineren we de berekende
(minimale) eindejaars-volumes voor GVB, en KVB, komen we op een speculatieve
2,7 (GVB) + 2,5 (KVB) = 5,2 GWp aan generator capaciteit
in het netgebied van Liander. Polder PV is benieuwd wat het "definitieve"
resultaat uiteindelijk zal gaan worden.
Eind 2020 zou er volgens
de meest recente cijfers van Liander 1.567 MW gecontracteerde AC capaciteit
gestaan kunnen hebben. Bij 20% overdimensionering van die populatie, zou
dat in totaal zo'n 1.881 MWp generator capaciteit hebben vertegenwoordigd.
Gecombineerd met het KVB volume van 1.954 MWp, tot een mogelijk totaal
volume van 3.835 MWp EOY 2020 (combinatie accumulaties KVB en 20% overgedimensioneerde
GVB) zou dit t.o.v de hierboven berekende 5,2 GWp eind 2021 mogelijk een
jaargroei van zo'n 1.365 MWp aan generator vermogen kunnen
opleveren voor 2021, bij Liander.
(4)
Positie best performing gemeentes bij zonnestroom in netgebied Liander
Uit de primaire data
van Liander zijn ook interessante "rating" lijstjes te extraheren
van de best presterende gemeentes in hun netgebied als het om aantallen
PV projecten en daarmee gepaard gaande (gecontracteerde) vermogens betreft.
Hiertoe volgen twee tabellarische overzichten.
4a
Beste 10 gemeentes absolute volumes bij projecten achter KVB resp. GVB
aansluitingen
^^^
KLIK op plaatje voor vergroting in nieuw venster
In deze
eerste tabel worden de absolute aantallen door Liander geregistreerde
projecten per gemeente getoond. In de linker helft voor de KVB installaties,
rechts van de grijze band volgen de GVB projecten. Beide deelmarkten zijn
weer onderverdeeld in de aantallen installaties (linker kolommen), resp.
het opgestelde generator vermogen voor KVB (in MWp, rechter deel kolom),
en voor GVB de gecontracteerde capaciteit (MWac, laatste deel kolom).
Amsterdam
voert in Liander netgebied bij de absolute volumes op alle punten de boventoon,
de gemeente is al vele jaren bezig met het stimuleren van zonnepanelen,
op alle mogelijke vlakken. In het derde kwartaal waren al ruim 21 duizend
KVB installaties bekend, met een gezamenlijk vermogen van 66,0 MWp. Almere
en Apeldoorn zijn de nrs. 2 en 3, met beiden bijna 17 duizend KVB installaties,
en 63,8 resp. 60,4 MWp. Bij de eerste tien gemeentes zijn er drie uit
provincie Noord-Holland en 3 uit Gelderland, 2 uit Friesland en 1 uit
Flevoland bij de aantallen installaties. Ook 1 uit Zuid-Holland (Alphen
aan den Rijn), maar dat betreft alleen het kleinere noordelijke deel van
de provincie. De rest, wat de grootste steden agglomeraties bezit, ligt
in het netgebied van Stedin. Alkmaar, op de tiende plek, had in de status
update van 29 oktober 2021 ruim de helft van het vermogen in Amsterdam.
Bij de generator vermogens bij kleinverbruik is de volgorde vanaf plek
4 iets anders dan bij de aantallen, zie de tabel voor de data.
Bij grootverbruik
is weliswaar Amsterdam nog steeds nummer 1 (508 projecten, met een gecontracteerd
vermogen van 86,8 MWac), de volgorde verderop is flink gehusseld, en er
staan nieuwe namen bij. Dit komt, omdat gemeentes met 1 (of meer) zonneparken
op het grondgebied, en/of bedrijfsterreinen met flink wat met PV gevulde
platte daken, hier al snel komen bovendrijven. Zo volgt de Noordoostpolder
de hoofdstad op de voet, zei het met veel minder projecten (258), maar
wel met een hoog gecontracteerd vermogen op positie 3 (84,9 MWac), deels
vanwege een drietal gerealiseerde zonneparken in die gemeente. De grote
agrarische gemeente Hollands Kroon, bij de aantallen installaties op plaats
drie, heeft vooral heel veel boerderijen met daken vol PV, maar die zijn
in de rating, bij elkaar genomen, kennelijk toch te klein voor een ere-positie
in het top tien lijstje voor gecontracteerde capaciteit.
Op provinciaal
niveau zijn hier bij de aantallen projecten onder GVB Noord-Holland en
Gelderland gedeeld kampioen, met maar liefst 4 vertegenwoordigers bij
de eerste tien. Dit is echter bij de gecontracteerde capaciteit duidelijk
anders: daar heeft Noord-Holland er nog maar 3, evenals zowel provincie
Friesland, als de Flevopolder. Waarbij het Friese Ooststellingwerf natuurlijk,
met het ruim 50 MWp grote zonnepark daar, een enorm effect heeft gehad
op de rating voor die gemeente, op de 2e positie, terwijl het niet eens
zichtbaar is in de top tien bij de aantallen GVB projecten. Noordoostpolder
bezet de derde plaats vanwege een combinatie van zowel enkele grotere
zonneparken, als ook een byzonder hoog aantal boerderijen met grote "voldak
systemen". Gelderland komt er met Apeldoorn relatief "bekaaid"
van af, als enige gemeente in deze laatste top tien.
Het noordelijke
deel van Zuid-Holland is in het geheel niet vertegenwoordigd in de GVB
ratings: we hebben in dat relatief kleine gebied geen steden met voldoende
geschikte industriële daken voor flinke PV projecten, en het ontwikkelen
van serieuze, grote zonneparken op de dure Zuid-Hollandse bodem is kennelijk
een brug te ver voor ontwikkelaars. Een hoge uitzondering is het byzondere
project van Pure Energie in Hazerswoude op het extreem lange, smalle erf
van een boomkweker die met pensioen is gegaan. Echt grote projecten in
onze provincie zijn er wel, maar 3 van de grootste liggen op Goeree Overflakkee.
Die, en enkele andere, kleinere projecten, liggen allemaal in het netgebied
van de collega's van Stedin.
4b
Beste 10 gemeentes relatieve volumes per inwoner, bij projecten achter
KVB resp. GVB aansluitingen
^^^
KLIK op plaatje voor vergroting in nieuw venster
In deze
tweede tabel, zijn de gemeentes gerangschikt door de in paragraaf 4a genoemde
"absolute" volumes te delen op het aantal inwoners in alle gemeentes
in Liander netgebied. Hiervoor zijn de inwoners-aantallen per gemeente
aan het begin van 2021 gebruikt, volgens de CBS tabel "Bevolking
op 1 januari en gemiddeld; geslacht, leeftijd en regio" (gewijzigd
9 juni 2021). Daarmee wordt meer recht gedaan aan de relatieve verhoudingen
tussen gemeentes onderling, al spelen er natuurlijk veel meer factoren
bij die verhoudingen (zoals oppervlakte, grondprijzen, etc.). Maar het
geeft een mooi inzicht hoe de ratings fundamenteel wijzigen als naar dit
soort belangrijke relatieve maatvoeringen wordt gekeken.
Bij de
aantallen installaties achter KVB aansluitingen per duizend inwoners,
is de provincie Friesland dominant met 6 vertegenwoordigers in de top
tien, en met Schiermonnikoog als beste "relatieve performer".
Terug gerekend naar aantal installaties per 1.000 inwoners kwam dit Waddeneiland
op 190 KVB PV-installaties, nog voor de zuster gemeentes op het vasteland,
Harlingen (186) en Ooststellingwerf (181). Van Harlingen was al langer
bekend dat met name door voortvarend plaatsings-beleid bij een woningbouw
coöperatie, er relatief veel residentiële installaties waren
gerealiseerd, in een niet zeer veel inwoners hebbende gemeente (zie paragraaf
16 in mijn uitvoerige analyse van de CBS data tm. 2020). Schiermonnikoog
is dermate klein en dunbevolkt, dat elke installatie daar een "relatief
hoge" impact heeft.
Noord-Holland
heeft drie vertegenwoordigers in de top tien, waarbij Bergen en Heiloo
op nrs. 5 en 6 uitkomen met een gelijk volume van 159 PV KVB installaties
per 1.000 inwoners in de oktober 2021 update voor Liander. De provincie
Gelderland heeft slechts 1 vertegenwoordiger, op plaats 4 in deze top
tien (West Maas en Waal, 169 inst./1.000 inwoners).
Capaciteit
per inwoner KVB
In de
tweede kolommen reeks wordt de opgestelde zonnestroom genererende capaciteit
bij KVB aansluitingen terug gerekend naar een hanteerbare, en ook elders
vaker gebruikte factor van Wattpiek opgesteld vermogen per inwoner. Hier
komt een nogal ongebruikelijke gemeente bovendrijven, het rijke Gelderse
dorp Rozendaal, wat, gezien haar lage inwoners aantal, en inmiddels een
"aardig" bestand van ruim 1,3 MWp aan opgesteld vermogen in
het KVB segment, op nummer 1 is gearriveerd, met 773 Wp per inwoner. In
andere bewoordingen: dat is het equivalent van bijna 2 moderne "high-power"
400 Wp PV-modules voor elke ingezetene van die nog steeds onafhankelijke,
kleine gemeente.
Gelderland
heeft nog 3 andere gemeentes in deze top tien, wederom West Maas en Waal,
Montferland, en Heumen. De 2e en 3e plaats worden echter weer door Friese
gemeentes bezet, 737 Wp/inwoner voor Ooststellingwerf, resp. 730 Wp/inwoner
voor het reeds genoemde Schiermonnikoog.
Op de
laatste 2 plaatsen in de top tien vinden we nog twee Friese gemeentes
terug (De Fryske Marren en het wadden eiland Vlieland, beiden met 661
Wp/inwoner). In de "middenmoot" van deze top tien hebben dan
nog 2 gemeentes uit Flevoland hun plek gevonden, met 707 (Zeewolde), resp.
703 Wp per inwoner in Dronten.
Relatieve
statistiek GVB projecten
Eerst
kijken we naar het aantal GVB installaties per duizend inwoners, wat "voorstelbare"
getallen oplevert. Amsterdam en vele andere top scorers in de vorige tabel
zult u hier ook niet meer aantreffen, die verkeren vanwege hun soms zeer
hoge inwoner aantallen ergens onderaan in de ratings. Schiermonnikoog
is ditmaal wederom, verrassend, de nummer 1. Maar wel slechts met 9 installaties
met GVB aansluiting die vanwege het zeer lage inwoner aantal (slechts
931 personen) desondanks de hoogste score van 967 "exemplaren"
per 100.000 inwoners oplevert. Friesland scoort sowieso weer sterk in
deze afgeleide rating, met nog eens 3 andere gemeentes, op de plaatsen
2 (Vlieland, 838x GVB/100.000 inw.), en 6 en 7 (Fryske Marren en Terschelling,
396 resp. 349x GVB/100.000 inw.).
Ditmaal
is Flevoland ook goed vertegenwoordigd met 3 gemeentes, op erepodium plaats
3 Noordoostpolder, en op posities 5 en 8 Zeewolde en Dronten, met volumes
van 542, 415, resp. 293 GVB aansluitingen met zonnestroom installaties
per 100 duizend inwoners. Noord-Holland volgt met 2 gemeentes, Hollands
Kroon op 4 (418), resp. Schagen op 9 (290x GVB/100.000 inw.). Het Gelderse
Barneveld sluit af op de tiende plek, met 263 PV projecten achter GVB
aansluitingen per 100 duizend inwoners.
De laatste
kolom sectie toont een vergelijkbare maatvoering, hier is de gecontracteerde
AC capaciteit bij de GVB projecten terug gerekend naar een hanteerbare
MWac per 100.000 inwoners.
Het wordt
saai, wederom is Friesland hier dominant aanwezig, 5 maal nog wel in de
top tien, met als ereplaats bezetter Ooststellingwerf (bekend geworden
door het zeer grote zonnepark in Oosterwolde, van GroenLeven). Die, bij
een absoluut volume van 85,9 MWac, een relatieve prestatie neerzet van
337 MWac per 100.000 inwoners. 3 Waddeneilanden (Schiermonnikoog op 3,
Ameland op 5, en Vlieland op 8) zitten ook in de top tien, naast de vasteland
gemeente Heerenveen (met o.a. een veel besproken dak van een befaamde
"groot verbruikende" ijstempel, waar nogal wat over te doen
is geweest).
Ver achter
Ooststellingwerf figureert Noordoostpolder (FL) met 178 MWac gecontracteerd
PV vermogen per 100.000 inwoners op de 2e positie. Zuster gemeente in
de Flevopolder, Zeewolde, staat op plek 6, met 106 MWac/100.000 inw. Ditmaal
zijn er 2 Gelderse gemeentes in de top tien aanwezig, Druten, met 146,
en Voorst, met 103 MWac per 100.000 inwoners. Belangrijke contribuanten
aan deze relatief hoge posities zijn het drijvende
zonnepark "de Uivermeertjes" te Deest, resp. het grootste
"private" zonnepark initiatief, zonnepark
Voorst te Wilp. Wat kennelijk toch aan Voorst is toegewezen, al is
de netkoppeling, onder de IJssel door, fysiek in Deventer (Overijssel)
geweest, nota bene op een station van de collegae van Enexis. Het veel
later gebouwde park in het buitengebied van Klarenbeek in gemeente Voorst
is pas in oktober 2021 opgeleverd, en kan de facto nog niet in
deze Liander cijfers voor GVB opgenomen zijn (de cijfers voor dit segment
gaan slechts tot en met september).
Tot slot,
staat Medemblik in Noord-Holland er een beetje "verloren" bij,
op de 9e positie, met slechts 96 MWac per 100.000 inwoners. Het noordelijke
segment van Zuid-Holland komt weer in het geheel niet voor in deze top
tien rating.
(5)
Andere modaliteiten
In de registers van
Liander worden ook data bijgehouden voor windenergie en voor de "groen
gas" productie.
Er stond in de update
van oktober 2021, voor eind september, 1.723 MW aan windturbine vermogen
opgesteld achter GVB aansluitingen genoteerd. Het gros daarvan in Noord-Holland,
747 MW, met Flevoland goede tweede (553 MW).
Op het gebied van
de groen gas productie, is de som van de invoeding in de periode 2020
tm. september 2021 gecumuleerd op bijna 99 miljoen kubieke meter. De invoeding
in het bestaande gas-net varieerde tussen de 3,9 en de 5,3 miljoen m³
per maand.
(6)
Conclusies
Uit deze nieuwe analyse
kunnen meerdere zaken worden geconcludeerd.
(1) Zowel de PV installaties
achter KVB als achter GVB aansluitingen groeien (ook) in Liander gebied
onstuimig door. Zowel in aantallen als in het opgeleverde generator (KVB)
dan wel gecontracteerde AC vermogen (GVB).
(2) De residentiële
markt blijft, ondanks berichtgeving over afbouw van salderen, kennelijk
"ongestoord" doorgroeien. Focussen we op het KVB marktsegment,
wat door particulieren woning projecten (incl. huursector) wordt gedomineerd,
kan dat segment een mogelijke groei van 7% t.o.v. het jaarvolume in 2020
tegemoet gaan zien in het huidige jaar, bij ongewijzigde trend.
(3) Wat de totale
volumes betreft is er nog geen zekerheid over generator vermogen. Middels
een aanname van gemiddeld 20% overdimensionering van de generator t.o.v.
het gecontracteerde vermogen voor GVB installaties, en een minimaal gelijke
groei in de laatste maanden, als gemiddeld tot en met de herfst dit jaar,
komen we grofweg op een totaal geaccumuleerd volume van mogelijk 5,2 GWp
eind 2021. Al is dat nog met onzekerheden omgeven vanwege forse fluctuaties
in de maandelijkse nieuwbouw cijfers, én onzekerheden over de exacte
datum van netkoppeling voor veel grote projecten (hetzij eind 2021, hetzij
begin 2022). Meer dan de helft van dat totale volume zal in ieder geval
zijn gerealiseerd in het GVB segment.
(4) Mogelijk kan er
zo'n 1.365 MWp aan groei van het generator vermogen plaatsvinden in 2021.
Hierbij is rekening gehouden met een speculatieve vaste factor van 20%
overdimensionering van de gecontracteerde AC populatie bij de GVB aansluitingen.
Deze berekening is echter nog zeer onzeker.
(5) Voorlopig is in
de kleinverbruikers markt reeds een accumulatie van bijna 580 duizend
PV installaties gemeld in Liander netgebied (status oktober 2021, met
nog het nodige aan toe te voegen volume te verwachten). Het DC vermogen
van al die installaties telt al op tot 2.332 MWp aan opgestelde generator
capaciteit.
(6) De bijna 7.250
projecten achter GVB aansluitingen hadden bij Liander eind september 2021
al een gecontracteerd vermogen van 2.082 MWac. Ook hiervoor zal nog veel
volume worden bijgeschreven, zo is de verwachting.
(7) In de gemeente
rating lijstjes komen gemeentes met een jarenlang actief ondersteuningsbeleid,
en gemeentes met zonneparken en/of groter industriegebieden met veel platte
daken hoog in de lijstjes voor, met Amsterdam nog steeds (in Liander gebied)
kampioen. Bij de relatieve terugrekening naar volumes per inwoner, komen
landelijke gemeentes meer naar voren. Friese gemeentes inclusief de Wadden
eilanden zijn hierbij frequent terug te vinden in de top-ratings van de
Liander lijsten.
(7)
Bronnen
Extern:
Data bestand op aanvraag
bij Liander, door Polder PV ontvangen 29 oktober 2021
Intern:
Polder PV heeft regelmatig
(diepgaand) over PV statistiek cijfers van Liander gepubliceerd. De meest
recente artikelen staan bovenaan:
Kwartaal
update zonnestroom capaciteit Alliander tm. Q3 2021. 4.407 MW accumulatie,
kwartaalgroei terug gevallen naar 301 MW
(14 okt. 2021)
Kwartaal
update zonnestroom capaciteit Alliander tm. Q2 2021. 4 GW accumulatie
gepasseerd (4.025 MW), vermoedelijk hoogste kwartaalgroei, 316 MW
(15 juli 2021)
Laatste
kwartaal update zonnestroom capaciteit Alliander tm. Q4 2020. Accumulatie
3.444 MW, kwartaalgroei van 222 MW, mogelijke jaargroei 976 MW ? (17
jan. 2021)
Kwartaal
update zonnestroom capaciteit Alliander tm. Q3 - historische correcties,
accumulatie 3.222 MWp, hoge kwartaalgroei van 245 MWp (24 okt. 2020)
"Zeer
opvallende" groei PV vermogen in Liander netgebied ... maar niets
is wat het lijkt (19 juli 2020)
Eerste
kwartaal cijfers PV capaciteit Liander 2020 - voortgaande groei, maar
stabilisering van kwartaal toenames (15 apr. 2020)
Polder
PV presenteert unieke historische PV data netbeheerder Liander en voorlopige
resultaten voor 2019 incl. segmentaties klein- en grootverbruik (19
feb. 2020)
Evolutie
zonnestroom capaciteit netgebied Alliander - 721 MWp groei, EOY 2019 2.222
MWp accumulatie (15 jan. 2020)
Alliander
update PV capaciteit groei van 579 MWp 1e 9 maanden 2019 / accumulatie
> 2 GWp (15 okt. 2019)
Alliander
update PV capaciteit groei van 434 MWp 1e half jaar 2019 (13 juli
2019)
Polder
PV presenteert - unieke historische PV data netbeheerder Liander en eerste
resultaten voor Q1 2019 (nieuw record volume) (11 apr. 2019)
Jaargroei
cijfers zonnestroom bij grootste netbeheerder, Alliander, 2018 (21
jan. 2019)
Nieuwe
cijfers Alliander geplaatste zonnestroom capaciteit QIII (12 okt.
2018)
4e
revisie CBS cijfers Nederlandse zonnestroom markt - eerste resultaten
compleet nieuwe aanpak (31 jul. 2018, met name paragraaf "Opvallende
correctie voor 2014")
Nieuwe
cijfers Alliander geplaatste zonnestroom capaciteit - afstevenend op nieuw
record jaar, 1 GWp reeds ver overschreden. Implicaties voor nationale
volumes (26 jul. 2018)
Ook
klein puzzelstukje (Al)Liander (30 jul. 2014)
Zonnestroom
in NL vanaf 2013, update 6. Liander schoont PIR op, verschuivingen bij
Klimaatmonitor (17 jul. 2014)
Polder PV
publiceert al enige jaren progressie status updates van zijn omvangrijke
spreadsheets met gerealiseerde grote PV projecten. De laatste was van
7 november 2018. In de uitgebreide analyse is de laatste jaren ook
een overzichtje opgenomen met de verdeling over de diverse netgebieden,
inclusief dat van Liander. Zie daarvoor in de laatste update paragraaf
5, inclusief de grafiek met 5 parameters per netbeheerder.
In eerdere
jaren is diverse malen ook nader op de stand van zaken ingegaan bij provincies,
gemeentes, en de netbeheerders inclusief Liander in de PIR cijfers bij
Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat. Voor overzicht van artikelen, zie
onderaan de uitgebreide
bijdrage van 26 oktober 2015.
Nagekomen
Bericht NOS
(17 januari 2022) - Netbeheerder: 'Stroomnet
te vol, stop met gunstige regeling zonnepanelen'. Liander roept op
om afbouw salderingsregeling te versnellen / in te ruilen voor een subsidieregeling
voor (thuis) accu's wegens "te groot succes" zonnepanelen in
de kleinverbruik sector. Volgens een Liander woordvoerder zouden "...
er vorig jaar [2021] 124.000 woningen en kleine bedrijven
met zonnepanelen bijgekomen" zijn.
Samenstelling
van data en grafieken voor deze webpagina 29 oktober - 4 november 2021.
Eerste publicatie door Polder PV: 4 november 2021.
Indien fouten
in de grote hoeveelheid cijfers worden gevonden gaarne bericht
aan Polder PV. Waarvoor dank.
|
|