|
Zonnestroom
in Nederland:
gecertificeerd vermogen
CertiQ
2017 - belangrijkste grafieken zonnestroom (oud) *
Inhoud
van deze web pagina:
Introductie
1.
Aantallen gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ
2.
Capaciteit van gecertificeerde PV-installaties
3.
Accumulaties alle project categorieën
4.
Gecertificeerde zonnestroom productie in 2017
Disclaimer
CertiQ
Links
Grafieken:
Evolutie accumulatie aantallen installaties
per categorie
Evolutie jaarlijkse groei
aantallen installaties per categorie
Relatieve groei aantallen installaties
per jaar, per categorie
Evolutie accumulatie gecertificeerde
capaciteit per categorie
Evolutie jaarlijkse groei
capaciteit per categorie
Evolutie cumulaties totalen
aantallen installaties en capaciteit
Evolutie gecertificeerde
zonnestroom productie (GvO's)
All
graphs © Peter J. Segaar / www.polderpv.nl
Voor
oudere marktdata CBS en CertiQ zie de hoofdpagina in deze sectie
Voor
preliminaire CertiQ resultaten 2013 zie deze pagina
Voor
CertiQ resultaten 2012 zie deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2011 zie
deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2010 zie
deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2009 zie
deze pagina
*
Deze analyse is inmiddels vervangen door het exemplaar
met definitieve cijfers voor 2017 gepubliceerd op 4 september 2018.
Introductie
In eerdere
jaren heb ik vrij uitgebreide rapportages over de CertiQ jaar rapporten
gepubliceerd, zie de links bovenaan. Dit deed ik tot en met een "preliminaire"
versie voor het jaar 2013. Toen werd het tijdelijk een chaos met de cijfers,
omdat destijds eerder geregistreerde (gecertificeerde) projecten moesten
her-inschrijven bij de TenneT dochter, wat een lange periode van forse
cijfermatige "verwarring", deels "negatieve groeicijfers"
e.d. veroorzaakte. Verwarrende cijfers die u trouwens nog steeds terug
ziet in evolutie grafieken in de - al jaren lang - door Polder PV besproken
maandelijkse rapportages van deze groene stroom (en warmte) certificerende
organisatie.
Sowieso
werd een terugkerende, uitgebreide bespreking, inclusief cijfers over
andere modaliteiten als zonnestroom teveel hooi op de vork voor Polder
PV, omdat de eigen PV markt zeer hard is gaan groeien. En de webmaster
al op talloze andere fronten actief was - en nog steeds is - met data
"mining", feiten onderzoek, en diverse eigen cijfer analyses.
Waarbij in de laatste jaren het extreem intensieve werk aan het bijhouden
van de grote PV projecten in ons land de meeste tijd opslokte - en nog
steeds doet. Dat gaat overigens in 2018 nog veel meer worden, gezien de
verwachtingen voor dat jaar.
Derhalve
geen uitgebreide "extra" rapportages meer voor de CertiQ data,
daarvoor verwijs ik een ieder naar de website van deze organisatie, waar
u de maand rapporten van de laatste twee jaar, en alle jaar rapportages
en -verslagen van de laatste jaren zelf "tot u kunt nemen".
En eventueel voor uw eigen discipline kunt uitwerken.
In het
huidige document zal ik een grafisch verslag doen van de stand van zaken
van de belangrijkste parameters in de jaarlijkse rapportages, en de revisies
daarvan. En waar de tijd daar gelegenheid voor geeft, eventueel later
updates van de informatie, indien die beschikbaar komt.
1.
Aantallen gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ
In bovenstaande
grafiek de laatst bekende cijfers van de aantallen gecertificeerde
PV projecten die zijn ingeschreven bij CertiQ, ingedeeld per grootte categorie
(aangegeven op X-as, in kWp, van 0,601-1,5, links tm. groter dan 100 kWp,
rechts), en weergegeven van kalenderjaar tot kalenderjaar (gekleurde kolommen,
zie legenda). Dát CertiQ überhaupt een dergelijke indeling
in grootte klasses is gaan maken (in de jaar rapportages), ligt aan ondergetekende,
die een expliciet verzoek daartoe reeds in 2010 heeft gedaan. Waar tot
mijn grote instemming ook daadwerkelijk gevolg aan is gegeven. Zie de
eerste
tabel van 31 december 2010, die zo'n eerste segmentatie in grootte
categorieën bij CertiQ liet zien.
De voorlopige,
eerste resultaten voor het jaar 2017
zijn gearceerd weergegeven (en de bijbehorende cijfers grijs i.p.v. zwart),
omdat de verwachting is, dat deze later nog behoorlijk kunnen worden bijgesteld.
In ieder geval in het medio 2018 te verwachten revisie rapport van deze
eerste cijfers voor dat jaar. Alle andere cijfers (vorige jaargangen)
zijn ontleend aan de meest recente (bekende) versies gepubliceerd in revisies
van eerdere jaar rapportages (soms ook nog aangepast in rapportages van
opvolgende jaargangen). Die (eerste) rapportages zijn namelijk niet "statisch".
Door allerlei procedurele problemen, nagekomen bijschrijvingen, verhuisde
en/of afgebroken installaties, andersoortige mutaties e.d., worden de
aanvankelijk gepubliceerde data in de loop van de tijd vaak aangepast.
Het meest significant vrij kort na eerste publicatie (het opvolgende halfjaar
rapport), maar het kan voorkomen dat ook na langere tijd (tot langer dan
een jaar), data nog worden aangepast. Zelfs nádat de laatst bekende
detail data zijn gepubliceerd, kunnen in theorie nog wijzigingen zijn
opgetreden. Polder PV gaat er van uit, dat dergelijke "laatste wijzigingen"
marginaal zullen zijn, en dat het laatst bekende "beeld", zoals
bijvoorbeeld in bovenstaande grafiek gevisualiseerd, vrij dicht bij de
ultieme "waarheid" zal blijken te liggen. Dát die data
op het niveau van de grootte klassen moeten wijzigen, wordt duidelijk
uit later bekend wordende veranderingen in de totale volumes (waarbij
geen deel segmentaties meer worden gegeven).
Kleinste
categorieën
In bovenstaande
grafiek zien we aanzienlijke volumes voor de 3 kleinste capaciteits-categorieën,
links in de grafiek. Dat zijn grotendeels duizenden kleine, residentiële
installaties die nog onder de SDE 2008 tm. SDE 2010 "klein"
subsidie regelingen konden participeren. Per SDE 2011 (eerste "SDE+
regeling") werd de "ondercap" verhoogd naar 15 kWp, en
later werd ook een grootverbruik aansluiting verplicht. Derhalve werd
het de facto (vrijwel) onmogelijk om als particulier gebruik
te kunnen maken van de steeds "zwaarder" wordende SDE "+"
regelingen. Tenzij hij/zij zou participeren in bijvoorbeeld een crowdfund
collectief, wat een grotere installatie co-financierde, en waarbij vaak
van een SDE beschikking gebruik wordt gemaakt.
We zien
in de eerste drie (kleine) categorieën, met installaties tm. 3,5
kWp, en de vijfde deel-categorie (installaties van 4,5-5,5 kWp) aanvankelijk
groei tot 2012/2013, waarna de volumes tijdelijke terugvallen. Voor genoemde
vijfde categorie was er een lichte terugval in 2015. Dat heeft te maken
met een destijds geldende her-registratie verplichting bij CertiQ, waardoor
tijdelijk behoorlijke volumes uit de databank verdwenen (in grafiek in
witte tekst-veld benadrukt, zie ook tekst fragment uit december - en eerste
jaar rapport van 2013 onderaan deze pagina). De meeste van die installaties
kwamen na her-registratie weer terug in the picture, de aantallen
groeiden weer aan tot in het jaar 2017. Het oude niveau werd echter alleen
in de categorie 1,5-2,5 kWp overtroffen, door latere groei met installaties
die (deels) beslist geen SDE beschikking kunnen hebben gehad, gezien het
late tijdstip, en die waarschijnlijk via platforms als Vandebron e.d.
zijn ingestroomd. Dat soort "platforms" verkopen GvO's van specifieke
duurzame stroom producerende installaties door aan eindverbruikers, en
dat kunnen ook / zelfs kleine installaties van particulieren zijn. De
twee andere "kleine" categorieën bleven echter zelfs in
2017 (eerste cijfers) nog onder het volume bereikt in 2013 steken. Wat
aangeeft, dat beslist niet alle door CertiQ in 2013-2014 uitgeschreven
kleine installaties zich ook daadwerkelijk hebben laten her-registreren.
Die zijn of afgebroken, of wellicht zijn ze overgegaan op een nieuwe eigenaar
(die van heg nog steg wist op dit gebied), of men had mogelijk geen zin
(meer) in de moeizame bureaucratie van de SDE administratie, en heeft
men wellicht zelfs de subsidie gelaten voor wat het was (?). Immers: zonder
inschrijving bij CertiQ, geen SDE subsidie (meer).
De uiteindelijk
bereikte accumulaties voor de drie kleinste project categorieën in
de voorlopige cijfers voor 2017 waren achtereenvolgens 2.422 (0,601 tm.
1,5 kWp), 2.118 (>1,5 tm. 2,5 kWp) en 2.120 exemplaren (>2,5 tm.
3,5 kWp). Alleen deze drie categorieën claimden daarmee 6.660 projecten,
46% van de 14.430 geaccumuleerde projecten bij het totaal.
In de
andere grootte categorieën, behalve die van 5,5-15,5 kWp (een populaire
categorie, omdat de 15 kWp lange tijd een bovengrens is geweest voor "de
kleinere systemen" in de SDE regeling), is de groei van de aantallen
projecten continu geweest, zonder vreemde terugval. Zo groeide de door
CertiQ onderscheiden systeem categorie 3,5-4,5 kWp van 218 installaties
(2009) continu door naar (voorlopig) 1.376 projecten in 2017 (bijna 10%
van totaal). De opvolgende categorie 4,5-5,5 kWp (tegenwoordig goed voor
zo'n 17-20 270 Wp modules, wat een "behoorlijk groot" residentieel
dak vergt) is, merkwaardigerwijs, kennelijk niet erg populair. De groei
bleef na 2011 zeer bescheiden, en kwam in de voorlopige cijfers voor 2017
op slechts 423 installaties steken (3% van totaal).
Bijna
even populair als de drie kleinste project categorieën is de volgende
groep, systemen tussen 5,5 en 15,5 kWp. Die van slechts 45 installaties
in 2009 sterk groeide naar 2.155 projecten in 2014, even terugviel (waarschijnlijk
door her-registratie perikelen), en vanaf 2016 weer in de lift zit, tot,
voorlopig, 2.246 installaties in 2017 (16% van totaal).
De twee
laatste categorieën zijn vooral van betekenis voor de recentere jaargangen
van de SDE, omdat ze groter zijn dan 15,5 kWp. 15 kWp was de ondergrens
vanaf SDE 2011, toen ook de "bovencap van 100 kWp" (geldig tm.
SDE 2010 categorie "groot") werd opgeheven. Toen is het hard
gegaan, al duurde het even voordat de boel echt op gang kwam. De categorie
15,5-100 kWp groeide van 1 project in 2009 stapsgewijs zeer krachtig,
om met de voorlopige cijfers voor 2017 al op 2.194 projecten te eindigen
(ruim 15% van totaal).
Bij de
grootste categorie, groter dan 100 kWp, is de "versnelling"
zelfs nog duidelijker te zien. Aanvankelijk maar 9 projecten in 2010,
vrij langzaam groeiend tm. 2013 tot 49 stuks. Daarna ging het snel, in
de reeks 2014 tot - voorlopig - 2017 van 133 via 425 en 1.018 naar een
spectaculair volume van 1.531 grote projecten elk >100 kWp in 2017
(bijna 11% van totaal). Met nog meer bij te boeken als er een revisie
van de cijfers voor 2017 gaat verschijnen.
Voor
de grafiek met de bijbehorende capaciteiten,
zie verder naar onder.
Meer
grote PV projecten bij Polder PV dan bij CertiQ (1e status overzicht 2017)
Hoe verhoudt
dat laatste cijfer zich tot de hoeveelheden die Polder PV tot nog toe
heeft verzameld in zijn grote projectenlijst met realisaties (laatste
update begin
juni 2017)? Daar ga ik later meer over uitweiden, maar ik kan nu al
zeggen, dat ik al een honderdtal gerealiseerde single-site projecten méér
in mijn lijst heb staan per stuk groter dan 100 kWp. Van ruim 200 projecten
heb ik geen (waarschijnlijke) SDE beschikking gevonden. Het is beslist
mogelijk dat dergelijke projecten zonder zo'n beschikking zijn en/of worden
gebouwd. Dit betekent mogelijk, dat niet alle grote projecten op het netvlies
van CertiQ komen, en dat een behoorlijk deel mogelijk zelfs nooit daar
ingeschreven is of zal worden. Het is goed om dat in het achterhoofd te
houden: Ook het CertiQ register is niet een "volledige", waterdichte
registratie van grote projecten. Natuurlijk is dat bij de kleinere categorieën
zelfs nog veel duidelijker: vele duizenden (niet residentieel) tot honderdduizenden
PV projecten (huishoudens en kleine projecten elders) zullen nooit zijn
terug te vinden in de CertiQ databanken.
In deze
tweede grafiek de jaargroei volumes, afgeleid uit het verschil tussen
de aantallen geaccumuleerde projecten per deel-categorie weergegeven in
de eerste grafiek. Gezien de soms tijdelijke terugval in accumulaties,
kunnen hier dus ook in sommige jaren negatieve "groei" cijfers
optreden. Die ziet u terug onder de X-as in deze grafiek.
Goed
is hier te zien dat voor de jaargang nieuwe realisaties in 2010
het grootste deel in de kleinste grootte klasses ligt (2.803 van 3.805,
79%, tm. 5,5 kWp), de klasse 5,5-15,5 nog een aardige rol speelt (17%),
maar het vanaf 15,5 kWp bijna "gedaan" is met projecten. 175
stuks tm. 100 kWp (minder dan 5% van totaal). En nog maar 9 stuks een
groter volume. Laatstgenoemden zijn waarschijnlijk enkele projecten van
Horizon Energy die destijds soms meerdere beschikkingen "groot"
(elk gecapt op max. 100 kWp) voor een adres wist te verzilveren.
Ook in
2011 is er een aflopende
trend bij de kleinste categorieën (1.515 van 2.602, 58% tm. 5,5 kWp).
Hier is de opvolgende categorie 5,5-15,5 zeer populair geweest, met 910
stuks een aandeel van 35% van het totaal innemend. Ook hier nog weinig
grotere projecten. 174 tm. 100 kWp minder dan 7% van totaal), en zelfs
maar 3 exemplaren groter dan 100 kWp.
In 2012
was de verdeling gemeleerd. Bij de kleinste installaties was de grootte
klasse 2,5-3,5 kWp (toen ook qua aanschaf prijs vaak het maximaal haalbare
op een gemiddeld residentieel dak) de grootste, met 372 stuks (48% van
781 stuks tm. 5,5 kWp). De 5 kleine klasses tm. 5,5 kWp namen toen ruim
de helft van de totaal 1.550 geregistreerde nieuwe projecten in. Ook hier
was weer de klasse 5,5-15,5 kWp de grootste categorie, zei het iets minder
dominant dan in het voorgaande jaar: 484 stuks resp. 31% van het totaal.
Met al 269 stuks had de klasse tm. 100 kWp, al een groter aandeel dan
in voorgaande jaren, ruim 17% van het totale volume. Er was ook al een
opleving van de nog grotere projecten zichtbaar, 16 maal >100 kWp per
stuk. Wat een "marktaandeel" van een procent was in dat jaar.
In 2013
en 2014 een zeer verwarrende periode met zéér lage (2013)
resp. zelfs 1 maal (2013) en drie maal negatieve groeicijfers (2014).
Dit heeft te maken met de her-registratie verplichting, waardoor talloze
bestaande projecten niet fysiek verdwenen, maar wel tijdelijk administratief.
Vandaar dat er zeer weinig overbleef van de netto nieuwe registraties,
wat vooral in 2013 zeer duidelijk zichtbaar is. Van de in totaal (netto)
274 nieuw ingeschreven projecten in dat jaar zijn vooral de grotere exemplaren
manifest, wat met uitvoering van met name de SDE 2009-2010 "groot"
project categorieën heeft te maken. 63 stuks in de categorie 5,5-15,5
kWp, 131 stuks tm. 100 kWp, en nog eens 21 stuks groter dan 100 kWp werden
"netto" ingeschreven (in het totaal zit ook een negatieve groei
van netto 5 installaties in de kleinste categorie).
In 2014
werden de tijdelijke uitschrijvingen manifester, met name in de kleinste
3 project categorieën. Toen in totaal 382 projecten tijdelijk "administratief
afscheid namen". Alleen in de grotere project klassen werden (netto)
positieve groeicijfers getoond (voortgang realisaties eerdere SDE regelingen):
135 stuks tussen de 3,5-4,5 kWp, slechts 3 stuks tussen de 4,5-5,5 kWp,
19 in de voorheen "populaire" categorie 5,5-15,5 kWp, en een
fors aantal van 211 tm. 100 kWp. Dat is 3 maal zoveel projecten dan de
totale "netto" groei van slechts 70 projecten in dat jaar (nieuwe
registraties minus tijdelijk uitgeschreven projecten). Er waren ook nog
(netto) 84 nieuwe projecten per stuk groter dan 100 kWp in 2014.
De "verwarring"
m.b.t. de tijdelijke uit- en weer in-schrijvingen van bestaande projecten
duurde voort tot ver in 2015,
zoals we weer zien aan negatieve groei cijfers in maar liefst 5 van de
8 door CertiQ onderscheiden grootte klasses. In totaal kwamen er netto
in dat jaar slechts 148 nieuwe projecten bij. Grote - tijdelijke - verliezen
zien we weer met name bij de kleinste project categorieën, het meest
bij de klasse 1,5-2,5 kWp (netto minus 145 projecten). De verliezen bij
de categorieën 4,5-5,5 kWp en 5,5-15,5 kWp waren wat minder groot.
In totaal werden (netto) maar liefst 414 projecten (tijdelijk) uitgeschreven.
Daar stond een (netto) groei tegenover van 562 projecten. Waarvan met
name de grootste 2 klassen de grootste volumes voor hun rekening namen:
236 stuks tm. 100 kWp, en maar liefst 292 stuks groter dan 100 kWp. Met
name in deze laatste categorie zullen de eerste grotere volumes met beschikkingen
vanaf SDE 2011 hebben gezeten, waarin immers de "bovencap" van
100 kWp was verdwenen (met wel de inperking maar 1 aanvraag mogelijk per
adres, wat voorheen niet zo was).
Vanaf
2016 lijken de problemen
met de her-registraties tot het verleden zijn gaan behoren: er is per
klasse weer slechts positieve groei te zien. Ook hier weer een zeer duidelijke
verschuiving naar realisaties in de grootste project klassen. Tot en met
5,5 kWp werden er 559 installaties (netto) nieuw geregistreerd, 33% van
de totaal 1.711 nieuwe installaties. De toevoeging van slechts 87 projecten
in de categorie 5,5-15,5 kWp is een schijntje vergeleken met de volumes
in 2010-2012. Veruit de grootste nieuwe volumes gingen naar de projecten
tm. 100 kWp (472 stuks, 28%), en naar de grootste installaties, per stuk
groter dan 100 kWp (netto 593 exemplaren, 35% van totaal). Dat laatste
cijfer is tot nog toe het hoogst binnen de grootste project categorie,
maar omdat 2017 nog niet definitief is, kan dat nog veranderen.
Opvallend
in 2017 (gearceerde kolommen)
zijn de behoorlijke aantallen nieuwe projecten in de lagere grootte klassen,
met name voor het traject 1,5-2,5 kWp, waarbinnen (netto) 178 nieuwe installaties
erbij zijn gekomen. Dit kunnen nooit residentiële systemen met een
oude SDE beschikking zijn geweest, omdat de laatsten daarvan uiterlijk
zo'n beetje in 2014 moeten zijn opgeleverd. Het zijn dus kennelijk nieuwe
particuliere systeempjes, die waarschijnlijk via een van de verschillende
platforms voor de verkoop van GvO's van specifiek door stroomklanten gekozen
duurzame elektra producerende bronnen aan die afnemers worden "gekoppeld".
Zoals Vandebron, en de off-shoot van Nuon, Powerpeers. De impact van de
5 kleinste grootte klassen (tm. 5,5 kWp) op het totaal is, met de voorlopig
cijfers van 2017, 341 op 1.441 (24%) geweest. Het aantal nieuwkomers bij
de voorheen populaire categorie tm. 15,5 kWp is, net als in 2016, zeer
bescheiden, slechts 62 netto nieuwe projecten (ruim 4%). Veel groter daarentegen
blijft, net als in het voorgaande jaar, de impact van de 2 grootste categorieën.
Tm. 100 kWp 525 stuks (36% van totaal), de grootste categorie projecten
>100 kWp iets lager dan in 2016, 513 stuks (krap 36%). We zullen echter
verderop zien, dat het met een grotere capaciteit gepaard is gegaan in
die grootste categorie (ergo: gemiddeld grotere projecten in deze categorie
t.o.v. 2016). En nogmaals: dit zijn nog maar voorlopige cijfers voor 2017,
waar nog e.e.a. bij kan gaan komen in een "definitievere" versie.
Voor
de grafiek met de bijbehorende
capaciteits-groei per jaar, zie verder naar onder.
In deze
derde grafiek over de aantallen projecten geef ik de groei van het nieuwe
jaarvolume t.o.v. de eindejaars-accumulatie (EOY) van het voorafgaande
jaar weer, in procent. De Y-as is logarithmisch, om ook de zeer hoge groei
percentages in het eerste jaar, 2010 enigszins in de grafiek "passend"
te krijgen. Die hoge groeipercentages in het eerste jaar waren natuurlijk
logisch, omdat de SDE regelingen slechts "moeizaam" op gang
kwamen in de eerste jaren, en er pas vanaf 2010 een versnelling viel waar
te nemen. Let op dat voor 2010 in de grootste categorie >100 kWp geen
opgave is gedaan, omdat in het vergelijkingsjaar 2009 die categorie ontbreekt.
In 2011
zijn die percentages al een stuk minder hoog, ditto in 2012, behalve voor
de toen nog vrij "nieuwe" categorie >100 kWp, met hoge impact
(133% jaargroei t.o.v. EOY 2011). De her-registratie periode 2012-2014
en het nog sterk daardoor beïnvloede jaar 2015 laten "mixed
results" zien. 2016 toont percentages tussen de 4,1% in de categorie
5,5-15,5 kWp en een hoge toename van bijna 140% in de categorie >100
kWp. In 2017 liggen voor met name de kleinere grootte klassen de groeicijfers
op bescheiden niveaus (1,6 - 9,2%), maar voor de grootste categorieën
hoog (32% in de al flink gegroeide klasse tm. 100 kWp, ruim 50% voor de
grootste categorie >100 kWp).
Achteraan
in de grafiek de jaar groei percentages voor alle systemen bij elkaar
(totalen). Met zeer hoge groei voor de kleinste 3 categorieën (17-134%),
nauwelijks tot bijna nihil groei in 2013-2015. En weer relatief hoge groei
in 2016 (ruim 15%) resp. 2017 (eerste resultaten, ruim 11%).
2.
Capaciteit van gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ
(nominaal, STC generator vermogen)
Deze
nieuwe grafiek, waarin uitsluitend de geaccumuleerde capaciteit per grootteklasse,
en per jaargang (kleurcodes in legenda) zijn weergegeven, is vergelijkbaar
met de grafiek voor de aantallen installaties
per categorie en per jaar. Met uitzondering van het jaar 2009, waarvoor
destijds géén capaciteits-cijfers zijn bekend gemaakt. Hierin
is meteen duidelijk waarom het binnen de SDE regelingen (die de "major
feeders" van de CertiQ databanken zijn geworden) feitelijk gaat:
volumegroei in megawattpieken. En die "volumes" worden vrijwel
niet geleverd door de kleinste project categorieën tm. 5,5 kWp, met
zeer lage volumes aan de linkerzijde. Maar door de grotere project categorieën
onderscheiden door CertiQ. Categorie 5-15,5 kWp levert nog een "beetje"
capaciteit, geaccumuleerd tot (voorlopig) 22,1 MWp in 2017. Maar de 2
grootste categorieën zijn het belangrijkst. Binnen de vermogens-categorie
15,5 - 100 kWp, klom de geaccumuleerde capaciteit op redelijk regelmatige
wijze jaarlijks van 6,8 MWp (2010) naar al 113,2 MWp in 2017 (kan nog
worden bijgesteld). Het echte "spektakel" geschiedde echter
bij de categorie installaties per stuk groter dan 100 kWp, in de laatste
kolommen groep. Daar groeide het volume relatief gestaag, van 5,3 MWp
in 2010, naar 36,3 MWp in 2014. Daarna ging er een forse booster op, met
bijna 114 MWp in 2015, ruim 302 MWp in 2016, en - voorlopig - al een spectaculair
volume van ruim 516 MWp in 2017 (kan nog hoger gaan worden).
Deze
enorme versnelling in geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteit geeft
feilloos de trend weer bij de implementatie van de SDE portfolio's: waar
het bij de aantallen gerealiseerde projecten nog niet om "extreme"
volumes gaat, neemt de accumulatie curve voor capaciteit zeer sterk toe
doordat gemiddeld genomen (ook) steeds grotere projecten worden opgeleverd.
M.a.g. een zeer hoge capaciteit in met name de laatste project categorie.
Die ook geen "maximum begrenzing" heeft. Deze trend zal verder
gaan doorzetten, als diverse grote grondgebonden zonneparken in toekomstige
versies van deze grafiek opgenomen zullen gaan worden.
Meer
capaciteit bij grote PV projecten lijst Polder PV dan bij CertiQ (1e status
overzicht 2017)
Wederom
kunnen we ons gaan afvragen hoe met name de 516 MWp voorlopig vastgesteld
voor de projecten >100 kWp in de CertiQ registers, zich verhoudt tot
het volume wat Polder PV tot nog toe heeft staan in zijn grote projecten
lijst. Ook daar voor mij geen, voor u wellicht wel een verrassende conclusie:
in mijn projecten lijst staat al een fors groter volume voor deze (single-site)
projecten categorie >100 kWp. Ik heb weliswaar voor alle projecten
waarvoor ik (waarschijnlijk) SDE beschikkingen heb kunnen vinden namelijk
ongeveer hetzelfde volume gevonden (517 MWp). Maar voor alle
grote single-site projecten, per stuk >100 kWp, inclusief diegenen
waarvoor een SDE beschikking niet (eenduidig) was te traceren, heb ik
begin januari 2018 zelfs al een volume van 565 MWp staan. Dat is bijna
9,5% meer capaciteit dan in de grootste CertiQ klasse!
Deze
tweede grafiek voor de capaciteiten, corresponderend met het exemplaar
voor de aantallen projecten
nieuw per jaar, laat nog pregnanter de enorme verschillen in geaccumuleerde
capaciteit per grootte-klasse van de projecten zien. Tot en met de klasse
5,5-15,5 kWp stellen de nieuwe volumes aan vermogen per jaar t.o.v. het
geheel aan realisaties nauwelijks iets voor. Dat, ondanks de forse hoeveelheid
nieuwe projecten die hiermee gepaard zijn gegaan (2e
grafiek, "aantallen nieuw per jaar"). Vrijwel alle capaciteits-groei
per jaar is gegenereerd in de twee grootste project categorieën,
in de meest recente jaargangen. Een relatief bescheiden deel in de categorie
15,5-100 kWp (totaal voorlopig bijna 31 MWp in 2017). En een zeer groot
volume in de categorie projecten per stuk >100 kWp. Al bijna 189 MWp
nieuwe capaciteit in 2016 (zeer groot verschil, 111 MWp, t.o.v. groei
in 2015), toegenomen tot, voorlopig, 214 MWp nieuwe capaciteit in 2017.
Dat laatste cijfer kan beslist nog fors hoger gaan worden, in het te verwachten
revisie rapport van medio 2018.
3.
Accumulaties alle project categorieën - aantallen en capaciteiten,
tm. 2017*
In deze grafiek worden,
van jaar tot jaar, de cumulerende totalen van alle 8 zonnestroom project
categorieën getoond in de databank van CertiQ. Voor zowel de aantallen
(gestreepte blauwe lijn,
linker Y-as) als de capaciteiten (oranje
kolommen, rechter Y-as, in MWp). Duidelijk is de forse "stagnatie"
in - met name - de accumulerende aantallen projecten te zien in de jaren
2013-2015. Een gevolg van de verplichte "her-registratie operatie"
in die jaren. Daarna trok het aantal weer aan door nieuwe inschrijvingen
van, met name project realisaties vanuit de SDE 2013 en, vooral SDE 2014
regelingen, en de latere jaargangen. Al was het tempo niet zo hoog als
in de beginjaren, toen vooral kleine residentiële projectjes nog
toegang hadden tot de (oude) SDE subsidie rondes. Het voorlopige eindtotaal
in 2017 is op 14.430 gecertificeerde PV projecten komen te liggen. Dit
getal kan later nog worden aangepast, met name in de revisie verwacht
medio 2018.
Bij de capaciteit
cumulatie is de ontwikkeling, ondanks de her-registratie, continu verder
gegaan, en ging deze vanaf 2014 zelfs fors in de versnelling. In twee
jaar tijd werd het volume (119 MWp eind 2014) bijna verviervoudigd tm.
2016. In 2017 is met de eerst bekende rapportage van CertiQ daar alweer
bijna 250 MWp bijgekomen. En de verwachting is, dat het geaccumuleerde
volume - vooralsnog 672 MWp eind 2017 - in een herziening komende zomer
nog eens fors bijgesteld zal gaan worden (omhoog). Omdat de waarden voor
2017 nog zeer voorlopig zijn, is de layout voor dat jaar aangepast.
4.
Gecertificeerde zonnestroom productie in 2017 volgens zeer voorlopige
opgave CertiQ (voorlopige
status november)
Voor de volledigheid
geef ik hier onder ook de reeds eerder besproken grafiek met de capaciteitsgroei
per jaar, en de door CertiQ afgegeven Garanties van Oorsprong in de afgelopen
jaren, en, nog zeer voorlopig, voor 2017 (status november 2017).
Blauw:
capaciteits-groei per jaar (totaal volume alle categorieën; MWp per
jaar). Geel: (geijkt bemeten) totale zonnestroom productie van deze volumes,
bekend tm. november 2017, vertaald in de door CertiQ afgegeven Garanties
van Oorsprong. Rechter Y-as in GWh/jaar. Voor commentaar op dit diagram,
zie bespreking van laatste grafiek in het CertiQ
december maandrapport 2017 artikel van 5 januari 2018.
Disclaimer
CertiQ in maandrapport december 2013 en in 1e jaarrapport 2013 (24
jan. 2014)
Links
Statistieken
CertiQ (jaar overzichten vanaf 2012; alleen meest recente maandoverzichten
vanaf 2016)
Eerste
- zeer voorlopige - jaaroverzicht elektriciteit 2017 van CertiQ (in
pdf format, 3 januari 2018)
Jaarverslagen
CertiQ
"Vooral
kleinere PV-systemen nieuw op zonne-energie markt; SDE geld blijft onbenut"
(Wayback Archive weergave van artikel van 12 januari 2010 van DuurzameEnergie
Thuis, met interessante tabel met uitsplitsing systeemgrootte van CertiQ,
en commentaar van Polder PV. Tabel niet meer te zien. Zie data
en grafiek die PPV daar van maakte)
Webpagina
opgemaakt 5-6 januari 2018; gepubliceerd dd. 6 januari 2018
|
|