Jaaroverzicht PV CertiQ
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index
 

SOLARENERGYERGY

Zonnestroom in Nederland:
gecertificeerd vermogen

CertiQ 2017 - belangrijkste grafieken zonnestroom (oud) *

Inhoud van deze web pagina:

Introductie
1. Aantallen gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ
2. Capaciteit van gecertificeerde PV-installaties
3. Accumulaties alle project categorieën
4. Gecertificeerde zonnestroom productie in 2017
Disclaimer CertiQ
Links

Grafieken:
Evolutie accumulatie aantallen installaties per categorie
Evolutie jaarlijkse groei aantallen installaties per categorie
Relatieve groei aantallen installaties per jaar, per categorie
Evolutie accumulatie gecertificeerde capaciteit per categorie
Evolutie jaarlijkse groei capaciteit per categorie
Evolutie cumulaties totalen aantallen installaties en capaciteit
Evolutie gecertificeerde zonnestroom productie (GvO's)

All graphs © Peter J. Segaar / www.polderpv.nl

Voor oudere marktdata CBS en CertiQ zie de hoofdpagina in deze sectie

Voor preliminaire CertiQ resultaten 2013 zie deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2012 zie deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2011 zie deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2010 zie deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2009 zie deze pagina

* Deze analyse is inmiddels vervangen door het exemplaar met definitieve cijfers voor 2017 gepubliceerd op 4 september 2018.



Introductie

In eerdere jaren heb ik vrij uitgebreide rapportages over de CertiQ jaar rapporten gepubliceerd, zie de links bovenaan. Dit deed ik tot en met een "preliminaire" versie voor het jaar 2013. Toen werd het tijdelijk een chaos met de cijfers, omdat destijds eerder geregistreerde (gecertificeerde) projecten moesten her-inschrijven bij de TenneT dochter, wat een lange periode van forse cijfermatige "verwarring", deels "negatieve groeicijfers" e.d. veroorzaakte. Verwarrende cijfers die u trouwens nog steeds terug ziet in evolutie grafieken in de - al jaren lang - door Polder PV besproken maandelijkse rapportages van deze groene stroom (en warmte) certificerende organisatie.

Sowieso werd een terugkerende, uitgebreide bespreking, inclusief cijfers over andere modaliteiten als zonnestroom teveel hooi op de vork voor Polder PV, omdat de eigen PV markt zeer hard is gaan groeien. En de webmaster al op talloze andere fronten actief was - en nog steeds is - met data "mining", feiten onderzoek, en diverse eigen cijfer analyses. Waarbij in de laatste jaren het extreem intensieve werk aan het bijhouden van de grote PV projecten in ons land de meeste tijd opslokte - en nog steeds doet. Dat gaat overigens in 2018 nog veel meer worden, gezien de verwachtingen voor dat jaar.

Derhalve geen uitgebreide "extra" rapportages meer voor de CertiQ data, daarvoor verwijs ik een ieder naar de website van deze organisatie, waar u de maand rapporten van de laatste twee jaar, en alle jaar rapportages en -verslagen van de laatste jaren zelf "tot u kunt nemen". En eventueel voor uw eigen discipline kunt uitwerken.

In het huidige document zal ik een grafisch verslag doen van de stand van zaken van de belangrijkste parameters in de jaarlijkse rapportages, en de revisies daarvan. En waar de tijd daar gelegenheid voor geeft, eventueel later updates van de informatie, indien die beschikbaar komt.


1. Aantallen gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ

In bovenstaande grafiek de laatst bekende cijfers van de aantallen gecertificeerde PV projecten die zijn ingeschreven bij CertiQ, ingedeeld per grootte categorie (aangegeven op X-as, in kWp, van 0,601-1,5, links tm. groter dan 100 kWp, rechts), en weergegeven van kalenderjaar tot kalenderjaar (gekleurde kolommen, zie legenda). Dát CertiQ überhaupt een dergelijke indeling in grootte klasses is gaan maken (in de jaar rapportages), ligt aan ondergetekende, die een expliciet verzoek daartoe reeds in 2010 heeft gedaan. Waar tot mijn grote instemming ook daadwerkelijk gevolg aan is gegeven. Zie de eerste tabel van 31 december 2010, die zo'n eerste segmentatie in grootte categorieën bij CertiQ liet zien.

De voorlopige, eerste resultaten voor het jaar 2017 zijn gearceerd weergegeven (en de bijbehorende cijfers grijs i.p.v. zwart), omdat de verwachting is, dat deze later nog behoorlijk kunnen worden bijgesteld. In ieder geval in het medio 2018 te verwachten revisie rapport van deze eerste cijfers voor dat jaar. Alle andere cijfers (vorige jaargangen) zijn ontleend aan de meest recente (bekende) versies gepubliceerd in revisies van eerdere jaar rapportages (soms ook nog aangepast in rapportages van opvolgende jaargangen). Die (eerste) rapportages zijn namelijk niet "statisch". Door allerlei procedurele problemen, nagekomen bijschrijvingen, verhuisde en/of afgebroken installaties, andersoortige mutaties e.d., worden de aanvankelijk gepubliceerde data in de loop van de tijd vaak aangepast. Het meest significant vrij kort na eerste publicatie (het opvolgende halfjaar rapport), maar het kan voorkomen dat ook na langere tijd (tot langer dan een jaar), data nog worden aangepast. Zelfs nádat de laatst bekende detail data zijn gepubliceerd, kunnen in theorie nog wijzigingen zijn opgetreden. Polder PV gaat er van uit, dat dergelijke "laatste wijzigingen" marginaal zullen zijn, en dat het laatst bekende "beeld", zoals bijvoorbeeld in bovenstaande grafiek gevisualiseerd, vrij dicht bij de ultieme "waarheid" zal blijken te liggen. Dát die data op het niveau van de grootte klassen moeten wijzigen, wordt duidelijk uit later bekend wordende veranderingen in de totale volumes (waarbij geen deel segmentaties meer worden gegeven).

Kleinste categorieën

In bovenstaande grafiek zien we aanzienlijke volumes voor de 3 kleinste capaciteits-categorieën, links in de grafiek. Dat zijn grotendeels duizenden kleine, residentiële installaties die nog onder de SDE 2008 tm. SDE 2010 "klein" subsidie regelingen konden participeren. Per SDE 2011 (eerste "SDE+ regeling") werd de "ondercap" verhoogd naar 15 kWp, en later werd ook een grootverbruik aansluiting verplicht. Derhalve werd het de facto (vrijwel) onmogelijk om als particulier gebruik te kunnen maken van de steeds "zwaarder" wordende SDE "+" regelingen. Tenzij hij/zij zou participeren in bijvoorbeeld een crowdfund collectief, wat een grotere installatie co-financierde, en waarbij vaak van een SDE beschikking gebruik wordt gemaakt.

We zien in de eerste drie (kleine) categorieën, met installaties tm. 3,5 kWp, en de vijfde deel-categorie (installaties van 4,5-5,5 kWp) aanvankelijk groei tot 2012/2013, waarna de volumes tijdelijke terugvallen. Voor genoemde vijfde categorie was er een lichte terugval in 2015. Dat heeft te maken met een destijds geldende her-registratie verplichting bij CertiQ, waardoor tijdelijk behoorlijke volumes uit de databank verdwenen (in grafiek in witte tekst-veld benadrukt, zie ook tekst fragment uit december - en eerste jaar rapport van 2013 onderaan deze pagina). De meeste van die installaties kwamen na her-registratie weer terug in the picture, de aantallen groeiden weer aan tot in het jaar 2017. Het oude niveau werd echter alleen in de categorie 1,5-2,5 kWp overtroffen, door latere groei met installaties die (deels) beslist geen SDE beschikking kunnen hebben gehad, gezien het late tijdstip, en die waarschijnlijk via platforms als Vandebron e.d. zijn ingestroomd. Dat soort "platforms" verkopen GvO's van specifieke duurzame stroom producerende installaties door aan eindverbruikers, en dat kunnen ook / zelfs kleine installaties van particulieren zijn. De twee andere "kleine" categorieën bleven echter zelfs in 2017 (eerste cijfers) nog onder het volume bereikt in 2013 steken. Wat aangeeft, dat beslist niet alle door CertiQ in 2013-2014 uitgeschreven kleine installaties zich ook daadwerkelijk hebben laten her-registreren. Die zijn of afgebroken, of wellicht zijn ze overgegaan op een nieuwe eigenaar (die van heg nog steg wist op dit gebied), of men had mogelijk geen zin (meer) in de moeizame bureaucratie van de SDE administratie, en heeft men wellicht zelfs de subsidie gelaten voor wat het was (?). Immers: zonder inschrijving bij CertiQ, geen SDE subsidie (meer).

De uiteindelijk bereikte accumulaties voor de drie kleinste project categorieën in de voorlopige cijfers voor 2017 waren achtereenvolgens 2.422 (0,601 tm. 1,5 kWp), 2.118 (>1,5 tm. 2,5 kWp) en 2.120 exemplaren (>2,5 tm. 3,5 kWp). Alleen deze drie categorieën claimden daarmee 6.660 projecten, 46% van de 14.430 geaccumuleerde projecten bij het totaal.

In de andere grootte categorieën, behalve die van 5,5-15,5 kWp (een populaire categorie, omdat de 15 kWp lange tijd een bovengrens is geweest voor "de kleinere systemen" in de SDE regeling), is de groei van de aantallen projecten continu geweest, zonder vreemde terugval. Zo groeide de door CertiQ onderscheiden systeem categorie 3,5-4,5 kWp van 218 installaties (2009) continu door naar (voorlopig) 1.376 projecten in 2017 (bijna 10% van totaal). De opvolgende categorie 4,5-5,5 kWp (tegenwoordig goed voor zo'n 17-20 270 Wp modules, wat een "behoorlijk groot" residentieel dak vergt) is, merkwaardigerwijs, kennelijk niet erg populair. De groei bleef na 2011 zeer bescheiden, en kwam in de voorlopige cijfers voor 2017 op slechts 423 installaties steken (3% van totaal).

Bijna even populair als de drie kleinste project categorieën is de volgende groep, systemen tussen 5,5 en 15,5 kWp. Die van slechts 45 installaties in 2009 sterk groeide naar 2.155 projecten in 2014, even terugviel (waarschijnlijk door her-registratie perikelen), en vanaf 2016 weer in de lift zit, tot, voorlopig, 2.246 installaties in 2017 (16% van totaal).

De twee laatste categorieën zijn vooral van betekenis voor de recentere jaargangen van de SDE, omdat ze groter zijn dan 15,5 kWp. 15 kWp was de ondergrens vanaf SDE 2011, toen ook de "bovencap van 100 kWp" (geldig tm. SDE 2010 categorie "groot") werd opgeheven. Toen is het hard gegaan, al duurde het even voordat de boel echt op gang kwam. De categorie 15,5-100 kWp groeide van 1 project in 2009 stapsgewijs zeer krachtig, om met de voorlopige cijfers voor 2017 al op 2.194 projecten te eindigen (ruim 15% van totaal).

Bij de grootste categorie, groter dan 100 kWp, is de "versnelling" zelfs nog duidelijker te zien. Aanvankelijk maar 9 projecten in 2010, vrij langzaam groeiend tm. 2013 tot 49 stuks. Daarna ging het snel, in de reeks 2014 tot - voorlopig - 2017 van 133 via 425 en 1.018 naar een spectaculair volume van 1.531 grote projecten elk >100 kWp in 2017 (bijna 11% van totaal). Met nog meer bij te boeken als er een revisie van de cijfers voor 2017 gaat verschijnen.

Voor de grafiek met de bijbehorende capaciteiten, zie verder naar onder.

Meer grote PV projecten bij Polder PV dan bij CertiQ (1e status overzicht 2017)

Hoe verhoudt dat laatste cijfer zich tot de hoeveelheden die Polder PV tot nog toe heeft verzameld in zijn grote projectenlijst met realisaties (laatste update begin juni 2017)? Daar ga ik later meer over uitweiden, maar ik kan nu al zeggen, dat ik al een honderdtal gerealiseerde single-site projecten méér in mijn lijst heb staan per stuk groter dan 100 kWp. Van ruim 200 projecten heb ik geen (waarschijnlijke) SDE beschikking gevonden. Het is beslist mogelijk dat dergelijke projecten zonder zo'n beschikking zijn en/of worden gebouwd. Dit betekent mogelijk, dat niet alle grote projecten op het netvlies van CertiQ komen, en dat een behoorlijk deel mogelijk zelfs nooit daar ingeschreven is of zal worden. Het is goed om dat in het achterhoofd te houden: Ook het CertiQ register is niet een "volledige", waterdichte registratie van grote projecten. Natuurlijk is dat bij de kleinere categorieën zelfs nog veel duidelijker: vele duizenden (niet residentieel) tot honderdduizenden PV projecten (huishoudens en kleine projecten elders) zullen nooit zijn terug te vinden in de CertiQ databanken.



In deze tweede grafiek de jaargroei volumes, afgeleid uit het verschil tussen de aantallen geaccumuleerde projecten per deel-categorie weergegeven in de eerste grafiek. Gezien de soms tijdelijke terugval in accumulaties, kunnen hier dus ook in sommige jaren negatieve "groei" cijfers optreden. Die ziet u terug onder de X-as in deze grafiek.

Goed is hier te zien dat voor de jaargang nieuwe realisaties in 2010 het grootste deel in de kleinste grootte klasses ligt (2.803 van 3.805, 79%, tm. 5,5 kWp), de klasse 5,5-15,5 nog een aardige rol speelt (17%), maar het vanaf 15,5 kWp bijna "gedaan" is met projecten. 175 stuks tm. 100 kWp (minder dan 5% van totaal). En nog maar 9 stuks een groter volume. Laatstgenoemden zijn waarschijnlijk enkele projecten van Horizon Energy die destijds soms meerdere beschikkingen "groot" (elk gecapt op max. 100 kWp) voor een adres wist te verzilveren.

Ook in 2011 is er een aflopende trend bij de kleinste categorieën (1.515 van 2.602, 58% tm. 5,5 kWp). Hier is de opvolgende categorie 5,5-15,5 zeer populair geweest, met 910 stuks een aandeel van 35% van het totaal innemend. Ook hier nog weinig grotere projecten. 174 tm. 100 kWp minder dan 7% van totaal), en zelfs maar 3 exemplaren groter dan 100 kWp.

In 2012 was de verdeling gemeleerd. Bij de kleinste installaties was de grootte klasse 2,5-3,5 kWp (toen ook qua aanschaf prijs vaak het maximaal haalbare op een gemiddeld residentieel dak) de grootste, met 372 stuks (48% van 781 stuks tm. 5,5 kWp). De 5 kleine klasses tm. 5,5 kWp namen toen ruim de helft van de totaal 1.550 geregistreerde nieuwe projecten in. Ook hier was weer de klasse 5,5-15,5 kWp de grootste categorie, zei het iets minder dominant dan in het voorgaande jaar: 484 stuks resp. 31% van het totaal. Met al 269 stuks had de klasse tm. 100 kWp, al een groter aandeel dan in voorgaande jaren, ruim 17% van het totale volume. Er was ook al een opleving van de nog grotere projecten zichtbaar, 16 maal >100 kWp per stuk. Wat een "marktaandeel" van een procent was in dat jaar.

In 2013 en 2014 een zeer verwarrende periode met zéér lage (2013) resp. zelfs 1 maal (2013) en drie maal negatieve groeicijfers (2014). Dit heeft te maken met de her-registratie verplichting, waardoor talloze bestaande projecten niet fysiek verdwenen, maar wel tijdelijk administratief. Vandaar dat er zeer weinig overbleef van de netto nieuwe registraties, wat vooral in 2013 zeer duidelijk zichtbaar is. Van de in totaal (netto) 274 nieuw ingeschreven projecten in dat jaar zijn vooral de grotere exemplaren manifest, wat met uitvoering van met name de SDE 2009-2010 "groot" project categorieën heeft te maken. 63 stuks in de categorie 5,5-15,5 kWp, 131 stuks tm. 100 kWp, en nog eens 21 stuks groter dan 100 kWp werden "netto" ingeschreven (in het totaal zit ook een negatieve groei van netto 5 installaties in de kleinste categorie).

In 2014 werden de tijdelijke uitschrijvingen manifester, met name in de kleinste 3 project categorieën. Toen in totaal 382 projecten tijdelijk "administratief afscheid namen". Alleen in de grotere project klassen werden (netto) positieve groeicijfers getoond (voortgang realisaties eerdere SDE regelingen): 135 stuks tussen de 3,5-4,5 kWp, slechts 3 stuks tussen de 4,5-5,5 kWp, 19 in de voorheen "populaire" categorie 5,5-15,5 kWp, en een fors aantal van 211 tm. 100 kWp. Dat is 3 maal zoveel projecten dan de totale "netto" groei van slechts 70 projecten in dat jaar (nieuwe registraties minus tijdelijk uitgeschreven projecten). Er waren ook nog (netto) 84 nieuwe projecten per stuk groter dan 100 kWp in 2014.

De "verwarring" m.b.t. de tijdelijke uit- en weer in-schrijvingen van bestaande projecten duurde voort tot ver in 2015, zoals we weer zien aan negatieve groei cijfers in maar liefst 5 van de 8 door CertiQ onderscheiden grootte klasses. In totaal kwamen er netto in dat jaar slechts 148 nieuwe projecten bij. Grote - tijdelijke - verliezen zien we weer met name bij de kleinste project categorieën, het meest bij de klasse 1,5-2,5 kWp (netto minus 145 projecten). De verliezen bij de categorieën 4,5-5,5 kWp en 5,5-15,5 kWp waren wat minder groot. In totaal werden (netto) maar liefst 414 projecten (tijdelijk) uitgeschreven. Daar stond een (netto) groei tegenover van 562 projecten. Waarvan met name de grootste 2 klassen de grootste volumes voor hun rekening namen: 236 stuks tm. 100 kWp, en maar liefst 292 stuks groter dan 100 kWp. Met name in deze laatste categorie zullen de eerste grotere volumes met beschikkingen vanaf SDE 2011 hebben gezeten, waarin immers de "bovencap" van 100 kWp was verdwenen (met wel de inperking maar 1 aanvraag mogelijk per adres, wat voorheen niet zo was).

Vanaf 2016 lijken de problemen met de her-registraties tot het verleden zijn gaan behoren: er is per klasse weer slechts positieve groei te zien. Ook hier weer een zeer duidelijke verschuiving naar realisaties in de grootste project klassen. Tot en met 5,5 kWp werden er 559 installaties (netto) nieuw geregistreerd, 33% van de totaal 1.711 nieuwe installaties. De toevoeging van slechts 87 projecten in de categorie 5,5-15,5 kWp is een schijntje vergeleken met de volumes in 2010-2012. Veruit de grootste nieuwe volumes gingen naar de projecten tm. 100 kWp (472 stuks, 28%), en naar de grootste installaties, per stuk groter dan 100 kWp (netto 593 exemplaren, 35% van totaal). Dat laatste cijfer is tot nog toe het hoogst binnen de grootste project categorie, maar omdat 2017 nog niet definitief is, kan dat nog veranderen.

Opvallend in 2017 (gearceerde kolommen) zijn de behoorlijke aantallen nieuwe projecten in de lagere grootte klassen, met name voor het traject 1,5-2,5 kWp, waarbinnen (netto) 178 nieuwe installaties erbij zijn gekomen. Dit kunnen nooit residentiële systemen met een oude SDE beschikking zijn geweest, omdat de laatsten daarvan uiterlijk zo'n beetje in 2014 moeten zijn opgeleverd. Het zijn dus kennelijk nieuwe particuliere systeempjes, die waarschijnlijk via een van de verschillende platforms voor de verkoop van GvO's van specifiek door stroomklanten gekozen duurzame elektra producerende bronnen aan die afnemers worden "gekoppeld". Zoals Vandebron, en de off-shoot van Nuon, Powerpeers. De impact van de 5 kleinste grootte klassen (tm. 5,5 kWp) op het totaal is, met de voorlopig cijfers van 2017, 341 op 1.441 (24%) geweest. Het aantal nieuwkomers bij de voorheen populaire categorie tm. 15,5 kWp is, net als in 2016, zeer bescheiden, slechts 62 netto nieuwe projecten (ruim 4%). Veel groter daarentegen blijft, net als in het voorgaande jaar, de impact van de 2 grootste categorieën. Tm. 100 kWp 525 stuks (36% van totaal), de grootste categorie projecten >100 kWp iets lager dan in 2016, 513 stuks (krap 36%). We zullen echter verderop zien, dat het met een grotere capaciteit gepaard is gegaan in die grootste categorie (ergo: gemiddeld grotere projecten in deze categorie t.o.v. 2016). En nogmaals: dit zijn nog maar voorlopige cijfers voor 2017, waar nog e.e.a. bij kan gaan komen in een "definitievere" versie.

Voor de grafiek met de bijbehorende capaciteits-groei per jaar, zie verder naar onder.



In deze derde grafiek over de aantallen projecten geef ik de groei van het nieuwe jaarvolume t.o.v. de eindejaars-accumulatie (EOY) van het voorafgaande jaar weer, in procent. De Y-as is logarithmisch, om ook de zeer hoge groei percentages in het eerste jaar, 2010 enigszins in de grafiek "passend" te krijgen. Die hoge groeipercentages in het eerste jaar waren natuurlijk logisch, omdat de SDE regelingen slechts "moeizaam" op gang kwamen in de eerste jaren, en er pas vanaf 2010 een versnelling viel waar te nemen. Let op dat voor 2010 in de grootste categorie >100 kWp geen opgave is gedaan, omdat in het vergelijkingsjaar 2009 die categorie ontbreekt.

In 2011 zijn die percentages al een stuk minder hoog, ditto in 2012, behalve voor de toen nog vrij "nieuwe" categorie >100 kWp, met hoge impact (133% jaargroei t.o.v. EOY 2011). De her-registratie periode 2012-2014 en het nog sterk daardoor beïnvloede jaar 2015 laten "mixed results" zien. 2016 toont percentages tussen de 4,1% in de categorie 5,5-15,5 kWp en een hoge toename van bijna 140% in de categorie >100 kWp. In 2017 liggen voor met name de kleinere grootte klassen de groeicijfers op bescheiden niveaus (1,6 - 9,2%), maar voor de grootste categorieën hoog (32% in de al flink gegroeide klasse tm. 100 kWp, ruim 50% voor de grootste categorie >100 kWp).

Achteraan in de grafiek de jaar groei percentages voor alle systemen bij elkaar (totalen). Met zeer hoge groei voor de kleinste 3 categorieën (17-134%), nauwelijks tot bijna nihil groei in 2013-2015. En weer relatief hoge groei in 2016 (ruim 15%) resp. 2017 (eerste resultaten, ruim 11%).


2. Capaciteit van gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ (nominaal, STC generator vermogen)

Deze nieuwe grafiek, waarin uitsluitend de geaccumuleerde capaciteit per grootteklasse, en per jaargang (kleurcodes in legenda) zijn weergegeven, is vergelijkbaar met de grafiek voor de aantallen installaties per categorie en per jaar. Met uitzondering van het jaar 2009, waarvoor destijds géén capaciteits-cijfers zijn bekend gemaakt. Hierin is meteen duidelijk waarom het binnen de SDE regelingen (die de "major feeders" van de CertiQ databanken zijn geworden) feitelijk gaat: volumegroei in megawattpieken. En die "volumes" worden vrijwel niet geleverd door de kleinste project categorieën tm. 5,5 kWp, met zeer lage volumes aan de linkerzijde. Maar door de grotere project categorieën onderscheiden door CertiQ. Categorie 5-15,5 kWp levert nog een "beetje" capaciteit, geaccumuleerd tot (voorlopig) 22,1 MWp in 2017. Maar de 2 grootste categorieën zijn het belangrijkst. Binnen de vermogens-categorie 15,5 - 100 kWp, klom de geaccumuleerde capaciteit op redelijk regelmatige wijze jaarlijks van 6,8 MWp (2010) naar al 113,2 MWp in 2017 (kan nog worden bijgesteld). Het echte "spektakel" geschiedde echter bij de categorie installaties per stuk groter dan 100 kWp, in de laatste kolommen groep. Daar groeide het volume relatief gestaag, van 5,3 MWp in 2010, naar 36,3 MWp in 2014. Daarna ging er een forse booster op, met bijna 114 MWp in 2015, ruim 302 MWp in 2016, en - voorlopig - al een spectaculair volume van ruim 516 MWp in 2017 (kan nog hoger gaan worden).

Deze enorme versnelling in geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteit geeft feilloos de trend weer bij de implementatie van de SDE portfolio's: waar het bij de aantallen gerealiseerde projecten nog niet om "extreme" volumes gaat, neemt de accumulatie curve voor capaciteit zeer sterk toe doordat gemiddeld genomen (ook) steeds grotere projecten worden opgeleverd. M.a.g. een zeer hoge capaciteit in met name de laatste project categorie. Die ook geen "maximum begrenzing" heeft. Deze trend zal verder gaan doorzetten, als diverse grote grondgebonden zonneparken in toekomstige versies van deze grafiek opgenomen zullen gaan worden.

Meer capaciteit bij grote PV projecten lijst Polder PV dan bij CertiQ (1e status overzicht 2017)

Wederom kunnen we ons gaan afvragen hoe met name de 516 MWp voorlopig vastgesteld voor de projecten >100 kWp in de CertiQ registers, zich verhoudt tot het volume wat Polder PV tot nog toe heeft staan in zijn grote projecten lijst. Ook daar voor mij geen, voor u wellicht wel een verrassende conclusie: in mijn projecten lijst staat al een fors groter volume voor deze (single-site) projecten categorie >100 kWp. Ik heb weliswaar voor alle projecten waarvoor ik (waarschijnlijk) SDE beschikkingen heb kunnen vinden namelijk ongeveer hetzelfde volume gevonden (517 MWp). Maar voor alle grote single-site projecten, per stuk >100 kWp, inclusief diegenen waarvoor een SDE beschikking niet (eenduidig) was te traceren, heb ik begin januari 2018 zelfs al een volume van 565 MWp staan. Dat is bijna 9,5% meer capaciteit dan in de grootste CertiQ klasse!


Deze tweede grafiek voor de capaciteiten, corresponderend met het exemplaar voor de aantallen projecten nieuw per jaar, laat nog pregnanter de enorme verschillen in geaccumuleerde capaciteit per grootte-klasse van de projecten zien. Tot en met de klasse 5,5-15,5 kWp stellen de nieuwe volumes aan vermogen per jaar t.o.v. het geheel aan realisaties nauwelijks iets voor. Dat, ondanks de forse hoeveelheid nieuwe projecten die hiermee gepaard zijn gegaan (2e grafiek, "aantallen nieuw per jaar"). Vrijwel alle capaciteits-groei per jaar is gegenereerd in de twee grootste project categorieën, in de meest recente jaargangen. Een relatief bescheiden deel in de categorie 15,5-100 kWp (totaal voorlopig bijna 31 MWp in 2017). En een zeer groot volume in de categorie projecten per stuk >100 kWp. Al bijna 189 MWp nieuwe capaciteit in 2016 (zeer groot verschil, 111 MWp, t.o.v. groei in 2015), toegenomen tot, voorlopig, 214 MWp nieuwe capaciteit in 2017. Dat laatste cijfer kan beslist nog fors hoger gaan worden, in het te verwachten revisie rapport van medio 2018.


3. Accumulaties alle project categorieën - aantallen en capaciteiten, tm. 2017*

In deze grafiek worden, van jaar tot jaar, de cumulerende totalen van alle 8 zonnestroom project categorieën getoond in de databank van CertiQ. Voor zowel de aantallen (gestreepte blauwe lijn, linker Y-as) als de capaciteiten (oranje kolommen, rechter Y-as, in MWp). Duidelijk is de forse "stagnatie" in - met name - de accumulerende aantallen projecten te zien in de jaren 2013-2015. Een gevolg van de verplichte "her-registratie operatie" in die jaren. Daarna trok het aantal weer aan door nieuwe inschrijvingen van, met name project realisaties vanuit de SDE 2013 en, vooral SDE 2014 regelingen, en de latere jaargangen. Al was het tempo niet zo hoog als in de beginjaren, toen vooral kleine residentiële projectjes nog toegang hadden tot de (oude) SDE subsidie rondes. Het voorlopige eindtotaal in 2017 is op 14.430 gecertificeerde PV projecten komen te liggen. Dit getal kan later nog worden aangepast, met name in de revisie verwacht medio 2018.

Bij de capaciteit cumulatie is de ontwikkeling, ondanks de her-registratie, continu verder gegaan, en ging deze vanaf 2014 zelfs fors in de versnelling. In twee jaar tijd werd het volume (119 MWp eind 2014) bijna verviervoudigd tm. 2016. In 2017 is met de eerst bekende rapportage van CertiQ daar alweer bijna 250 MWp bijgekomen. En de verwachting is, dat het geaccumuleerde volume - vooralsnog 672 MWp eind 2017 - in een herziening komende zomer nog eens fors bijgesteld zal gaan worden (omhoog). Omdat de waarden voor 2017 nog zeer voorlopig zijn, is de layout voor dat jaar aangepast.


4. Gecertificeerde zonnestroom productie in 2017 volgens zeer voorlopige opgave CertiQ (voorlopige status november)

Voor de volledigheid geef ik hier onder ook de reeds eerder besproken grafiek met de capaciteitsgroei per jaar, en de door CertiQ afgegeven Garanties van Oorsprong in de afgelopen jaren, en, nog zeer voorlopig, voor 2017 (status november 2017).


Blauw: capaciteits-groei per jaar (totaal volume alle categorieën; MWp per jaar). Geel: (geijkt bemeten) totale zonnestroom productie van deze volumes, bekend tm. november 2017, vertaald in de door CertiQ afgegeven Garanties van Oorsprong. Rechter Y-as in GWh/jaar. Voor commentaar op dit diagram, zie bespreking van laatste grafiek in het CertiQ december maandrapport 2017 artikel van 5 januari 2018.


Disclaimer CertiQ in maandrapport december 2013 en in 1e jaarrapport 2013 (24 jan. 2014)


Links

Statistieken CertiQ (jaar overzichten vanaf 2012; alleen meest recente maandoverzichten vanaf 2016)

Eerste - zeer voorlopige - jaaroverzicht elektriciteit 2017 van CertiQ (in pdf format, 3 januari 2018)

Jaarverslagen CertiQ

"Vooral kleinere PV-systemen nieuw op zonne-energie markt; SDE geld blijft onbenut" (Wayback Archive weergave van artikel van 12 januari 2010 van DuurzameEnergie Thuis, met interessante tabel met uitsplitsing systeemgrootte van CertiQ, en commentaar van Polder PV. Tabel niet meer te zien. Zie data en grafiek die PPV daar van maakte)


Webpagina opgemaakt 5-6 januari 2018; gepubliceerd dd. 6 januari 2018


 
 
 
© 2018 Peter J. Segaar/Polder PV, Leiden (NL)
^
TOP