|
Zonnestroom
in Nederland:
gecertificeerd vermogen
CertiQ
2018 - belangrijkste grafieken zonnestroom
Status update: 2018 1e versie*
Inhoud
van deze web pagina:
Introductie
1. Aantallen gecertificeerde PV-installaties
geregistreerd bij CertiQ
2. Capaciteit van gecertificeerde
PV-installaties
3. Accumulaties alle
project categorieën
4. Gecertificeerde zonnestroom
productie in 2018
5. Alle wijzigingen in data
gepubliceerd door CertiQ
6. Status CertiQ
tot en met 2018 t.o.v. status CBS nationaal
Disclaimer CertiQ
Links
Grafieken:
Evolutie accumulatie aantallen installaties
per categorie
Evolutie jaarlijkse groei
aantallen installaties per categorie
Relatieve groei aantallen installaties
per jaar, per categorie
Evolutie accumulatie gecertificeerde
capaciteit per categorie
Evolutie jaarlijkse groei
capaciteit per categorie
Totale aantallen installaties,
capaciteit, en systeem gemiddeld vermogen
Ingeschreven
PV installaties per maand (grafiek CertiQ)
Evolutie
gecertificeerde zonnestroom productie (GvO's)
All
graphs © Peter J. Segaar / www.polderpv.nl
Voor
oudere marktdata CBS en CertiQ zie de hoofdpagina in deze sectie
Voor
"definitieve" CertiQ resultaten 2017 zie deze pagina
Voor
preliminaire CertiQ resultaten 2013 zie deze pagina
Voor
CertiQ resultaten 2012 zie deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2011 zie
deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2010 zie
deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2009 zie
deze pagina
*
Deze cijfer analyse geeft de eerste, nog zeer voorlopige cijfers van CertiQ
voor het jaar 2018, gepubliceerd op 3 januari 2019.
Jaarcijfers kunnen achteraf altijd nog worden bijgesteld, meestal opwaarts.
Gezien de zeer hoge nieuwbouw cijfers in de laatste 3 jaren, kan het daarbij
om de nodige volumes gaan in de te verwachten bijstellingen. Derhalve,
is de referentie 2018* met ster gemarkeerd: nog (zeer) voorlopige resultaten.
Stroom productie data in deze update zijn slechts beschikbaar tm. november
2018,
en zullen ook later nog fors opwaarts bijgesteld gaan worden door CertiQ.
OPGELET!
Gereviseerde jaarcijfers zijn pas op 21 oktober
2019 gepubliceerd. Analyse zie HIER
!
Introductie
tot deze analyse gepubliceerd
op 6 januari 2019
Introductie
In dit
document doe ik wederom een grafisch verslag van de nog zeer voorlopige
stand van zaken van de belangrijkste parameters bij CertiQ over het jaar
2018, en de data uit de laatst bekende (gereviseerde) versies van eerdere
jaarlijkse rapportages. Het huidige verslag is gebaseerd op de 1e, nog
onvolledige en/of nog bij te werken cijfers voor het kalenderjaar 2018.
NB: voor
alle grafieken geldt, dat in de jaren 2013-2014, nog flink na-ijlend tot
in 2015, project eigenaren hun registratie bij CertiQ moesten her-bevestigen,
of dat pas zeer laat hebben gedaan. Dit heeft in die periode de toename
van de officiële registraties bij de TenneT dochter flink in de war
geschopt, waardoor een chaotisch beeld is ontstaan van de werkelijk opgeleverde
projecten in die periode. Het is meermalen voorgekomen dat opeenvolgende
maandrapportages negatieve groeicijfers lieten zien, terwijl die projecten
natuurlijk niet verdwenen waren, maar fysiek bleven bestaan. Ze moesten
alleen "her-ingeschreven" worden. Later zijn de her-registratie
verplichtingen strenger geworden, en kan uitgave van Garanties van Oorsprong
voor duurzame opwek door CertiQ stopgezet worden als de verplichte her-inschrijving
niet tijdig wordt opgevolgd. Het is dus te verwachten dat latere statistieken
veel accurater, vollediger, en actueler zullen zijn dan in genoemde "afwijkende"
periode.
1.
Aantallen gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ
Opgelet!
CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015)
- afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.
In bovenstaande
grafiek de laatst bekende cijfers van de aantallen gecertificeerde
PV projecten die zijn ingeschreven bij CertiQ, ingedeeld per grootte categorie
(aangegeven op X-as, in kWp, van 0,601-1,5, links tm. groter dan 100 kWp,
rechts), en weergegeven van kalenderjaar tot kalenderjaar (gekleurde kolommen,
zie legenda). Dát CertiQ überhaupt een dergelijke indeling
in grootte klasses is gaan maken (in de jaar rapportages), ligt aan ondergetekende,
die een expliciet verzoek daartoe reeds in 2010 heeft gedaan. Waar tot
mijn grote instemming ook daadwerkelijk gevolg aan is gegeven. Zie de
eerste
tabel van 31 december 2010, die zo'n eerste segmentatie in grootte
categorieën bij CertiQ liet zien.
De nog
zeer voorlopige resultaten voor het jaar 2018*
zijn in de grafiek toegevoegd, en zullen hoogstwaarschijnlijk nog behoorlijk
kunnen wijzigen in een later in 2019 te publiceren update door de TenneT
dochter. Alle andere cijfers (vorige jaargangen) zijn ontleend aan de
meest recente (bekende) versies gepubliceerd in revisies van
eerdere jaar rapportages (soms ook zelfs nog aangepast in rapportages
van de opvolgende jaargangen). Die (eerste) rapportages zijn namelijk
niet "statisch". Door allerlei administratieve vertragingen,
procedurele problemen, nagekomen, met terugwerkende kracht geldende bijschrijvingen,
verhuisde en/of afgebroken installaties, andersoortige mutaties e.d.,
worden de aanvankelijk gepubliceerde data in de loop van de tijd regelmatig
aangepast. Het meest significant vrij kort na eerste publicatie (het opvolgende
halfjaar rapport), maar het kan voorkomen dat ook na langere tijd (tot
langer dan een jaar), data nog worden aangepast. Zelfs nádat de
laatst bekende detail data zijn gepubliceerd, kunnen in theorie dus nog
wijzigingen zijn opgetreden. Polder PV gaat er van uit, dat dergelijke
"laatste wijzigingen" marginaal zullen zijn, en dat het laatst
bekende "beeld", zoals bijvoorbeeld in bovenstaande grafiek
gevisualiseerd, vrij dicht bij de ultieme "waarheid" zal blijken
te liggen. Dát die data op het niveau van de grootte klassen moeten
wijzigen, wordt duidelijk uit later bekend wordende veranderingen in de
totale volumes (waarbij geen deel segmentaties meer worden gegeven).
Nieuwe
accumulaties en voorlopige jaargroei cijfers - aantallen
Totale
volumes in voorlopige eerste jaaroverzicht van 2018*, later nog bij te
stellen aantallen: 16.946 projecten (2017 revisie nog:
14.706 projecten). Jaargroei 2018*, nog zeer voorlopig: 2.240
netto nieuwe projecten. Netto = verschil tussen nieuwe inschrijvingen
minus uitschrijvingen in hetzelfde kalenderjaar (!).
Kleinste
categorieën
In bovenstaande
grafiek zien we aanzienlijke volumes voor de 3 kleinste capaciteits-categorieën,
links in de grafiek. Dat zijn grotendeels duizenden kleine, residentiële
installaties die nog onder de SDE 2008 tm. SDE 2010 "klein"
subsidie regelingen konden participeren. Per SDE 2011 (eerste "SDE+
regeling") werd de "ondercap" verhoogd naar 15 kWp, en
later, sedert SDE 2012, werd ook een grootverbruik aansluiting verplicht.
Derhalve werd het de facto (vrijwel) onmogelijk om als particulier
gebruik te kunnen maken van de steeds "zwaarder" wordende SDE
"+" regelingen. Tenzij hij/zij zou participeren in bijvoorbeeld
een crowdfund collectief, wat een grotere installatie co-financierde,
en waarbij vaak van een SDE beschikking gebruik wordt gemaakt.
We zien
in de eerste drie (kleine) categorieën, met installaties tm. 3,5
kWp, en de vijfde deel-categorie (installaties van 4,5-5,5 kWp) aanvankelijk
groei tot 2012/2013, waarna de volumes tijdelijke terugvallen. Voor genoemde
vijfde categorie was er een lichte terugval in 2015. Dat heeft te maken
met een destijds geldende her-registratie verplichting bij CertiQ, waardoor
tijdelijk behoorlijke volumes uit de databank verdwenen. De meeste van
die installaties kwamen na her-registratie weer terug in the picture,
de aantallen groeiden weer aan tot in het jaar 2017. Het oude niveau werd
echter alleen in de categorie 1,5-2,5 kWp en 3,5-4,5 kWp overtroffen,
door latere groei met installaties die (deels) beslist geen SDE beschikking
kunnen hebben gehad, gezien het late tijdstip, en die waarschijnlijk via
platforms als Vandebron e.d. zijn ingestroomd. Dat soort "platforms"
verkopen GvO's van specifieke duurzame stroom producerende installaties
door aan eindverbruikers, en dat kunnen ook / zelfs kleine installaties
van particulieren zijn. De twee andere "kleine" categorieën
bleven echter zelfs in 2017 onder het volume bereikt in 2013 steken. In
het eerste jaaroverzicht voor 2018* is nu ook in categorie 2,5-3,5 kWp
het oude niveau van 2013 bijna bereikt. Maar de kleinste categorie, tm.
1,5 kWp, is zelfs weer (netto) 6 installaties kwijtgeraakt. Wat aangeeft,
dat beslist niet alle door CertiQ in 2013-2014 uitgeschreven kleine installaties
zich ook daadwerkelijk weer hebben laten her-registreren. En dat er zelfs
projecten "verloren gaan". Die zijn óf afgebroken, of
wellicht zijn ze overgegaan op een nieuwe eigenaar (die van heg nog steg
wist op dit gebied), of men had mogelijk geen zin (meer) in de moeizame
bureaucratie van de SDE administratie. En heeft men wellicht zelfs de
subsidie gelaten voor wat het was (?). Immers: zonder inschrijving bij
CertiQ, geen SDE subsidie (meer).
De uiteindelijk
bereikte accumulaties voor de drie kleinste project categorieën in
de voorlopige eerste cijfers voor 2018* zijn achtereenvolgens 2.414 (0,601
tm. 1,5 kWp; 6 projecten minder dan in revisie 2017), 2.126 (>1,5 tm.
2,5 kWp; 9 projecten meer dan in revisie 2017) en 2.144 exemplaren (>2,5
tm. 3,5 kWp; 24 projecten meer dan in revisie 2017). Alleen deze drie
categorieën claimden daarmee 6.684 projecten (revisie 2017 nog 6.657),
ruim 39% van de 16.946 geaccumuleerde projecten bij het totaal (was in
revisie 2017 nog 45%).
Grotere
project klasses
In de
andere grootte categorieën, behalve die van 5,5-15,5 kWp (een populaire
categorie, omdat de 15 kWp lange tijd een bovengrens is geweest voor "de
kleinere systemen" in de SDE regeling), is de groei van de aantallen
projecten continu geweest, zonder vreemde terugval. Zo groeide de door
CertiQ onderscheiden systeem categorie 3,5-4,5 kWp van 218 installaties
(2009) continu door naar 1.403 projecten in 2018* (8,3% van totaal, in
revisie 2017 nog ruim 9%). De opvolgende categorie 4,5-5,5 kWp (tegenwoordig
goed voor zo'n 16-20 280 Wp modules, wat een "behoorlijk groot"
residentieel dak vergt) is, merkwaardigerwijs, kennelijk niet erg populair
geweest onder de oude SDE regimes. De groei bleef na 2011 zeer bescheiden,
en bleef in 2018* op slechts 442 installaties steken (2,6% van totaal).
Ongeveer
even populair als de drie kleinste project categorieën is de volgende
groep, systemen tussen 5,5 en 15,5 kWp. Die van slechts 45 installaties
in 2009 sterk groeide naar 2.155 projecten in 2014, even terugviel (waarschijnlijk
door her-registratie perikelen), en vanaf 2016 weer in de lift zit, tot
2.298 installaties in 2018* (13,6% van totaal, dat was ruim 15% in de
revisie van 2017).
De twee
laatste categorieën zijn vooral van betekenis voor de recentere jaargangen
van de SDE (collectief bekend onder "SDE +"), omdat ze groter
zijn dan 15,5 kWp. 15 kWp was de ondergrens vanaf SDE 2011, toen ook de
"bovencap van 100 kWp" (geldig tm. SDE 2010 categorie "groot")
werd opgeheven. Toen is het hard gegaan, al duurde het even voordat de
boel echt op gang kwam. De inmiddels populairste categorie 15,5-100 kWp
groeide van 1 project in 2009 stapsgewijs krachtig door, om in 2018* al
op 3.208 projecten te eindigen (18,9% van totaal, in de revisie van 2017
was dat nog bijna 16%).
Bij de
grootste categorie, groter dan 100 kWp, is de "versnelling"
ook zeer duidelijk te zien. Aanvankelijk maar 9 projecten in 2010, vrij
langzaam groeiend tm. 2013 tot 49 stuks. Daarna ging het snel, in de reeks
2014 tot 2018* van 133 via 425, 1.018, en 1.653, naar een spectaculair
volume van 2.911 grote projecten elk >100 kWp in 2018* (17,2% van totaal,
in revisie 2017 nog slechts ruim 11%). De groei van deze grootste project
categorie is beslist opmerkelijk.
Polder
PV heeft momenteel een paar honderd "single-site" PV projecten
minder in zijn sheet staan van deze omvang, maar wellicht worden bij CertiQ
ook multi-sites zoals huizenblokken e.d. onder deze categorie geschaard.
Of, dat kan ook: verschillende beschikkingen voor een en hetzelfde object
/ project / erf worden wellicht separaat behandeld cq. ingevoerd, door
de TenneT dochter. Polder PV heeft veel "projecten" met meerdere
SDE beschikkingen in zijn single-site projecten verzameling staan, waardoor
het forse verschil mede verklaard kan worden. Er is natuurlijk ook nog
een derde reden: ik zal beslist nog veel projecten niet hebben gevonden
van die omvang, gezien de enorme groei in de sector. De zoektocht blijft
doorgaan, ik heb nog veel overzichten na te vlooien, dus het verschil
zal beslist weer kleiner kunnen worden.
Voor
de grafiek met de bijbehorende capaciteiten,
zie verder naar onder.
Opgelet!
CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015)
- afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.
In deze
tweede grafiek de jaargroei volumes, afgeleid uit het verschil tussen
de aantallen geaccumuleerde projecten per deel-categorie weergegeven in
de eerste grafiek. Gezien de soms tijdelijke terugval in accumulaties
(vanwege het reeds genoemde langdurige her-registratie proces), kunnen
hier dus ook in sommige jaren negatieve "groei" cijfers optreden.
Die ziet u terug onder de X-as in deze grafiek.
Goed
is hier te zien dat voor de jaargang nieuwe realisaties in 2010
het grootste deel in de kleinste 4 grootte klasses ligt (2.987 van 3.805,
79%, tm. 5,5 kWp), de klasse 5,5-15,5 nog een aardige rol speelt met 634
installaties in dat jaar (17%), maar het vanaf 15,5 kWp bijna "gedaan"
is met projecten. 175 stuks tm. 100 kWp (minder dan 5% van totaal). En
nog maar 9 stuks een groter volume. Laatstgenoemden zijn waarschijnlijk
enkele projecten van Horizon Energy (later overgedaan aan HVC) die destijds
soms meerdere beschikkingen "groot" (elk gecapt op max. 100
kWp) voor een adres wist te verzilveren.
Ook in
2011 is er een aflopende
trend bij de kleinste categorieën (1.515 van 2.602, 58% tm. 5,5 kWp).
Hier is de opvolgende categorie 5,5-15,5 zeer populair geweest, met 910
stuks een aandeel van 35% van het totaal innemend. Ook hier nog weinig
grotere projecten. 174 tm. 100 kWp minder dan 7% van totaal), en zelfs
maar 3 exemplaren groter dan 100 kWp.
In 2012
was de verdeling gemeleerd. Bij de kleinste installaties was de grootte
klasse 2,5-3,5 kWp (toen ook qua aanschaf prijs vaak het maximaal haalbare
op een gemiddeld residentieel dak) de grootste, met 372 stuks (48% van
781 stuks tm. 5,5 kWp). De 5 kleine klasses tm. 5,5 kWp namen toen ruim
de helft van de totaal 1.550 geregistreerde nieuwe projecten in. Ook hier
was weer de klasse 5,5-15,5 kWp de grootste categorie, zei het iets minder
dominant dan in het voorgaande jaar: 484 stuks resp. 31% van het totaal.
Met 269 stuks had de klasse tm. 100 kWp, al een groter aandeel dan in
voorgaande jaren, ruim 17% van het totale volume. Er was ook al een opleving
van de nog grotere projecten zichtbaar, 16 maal >100 kWp per stuk.
Wat een "marktaandeel" van een procent was in dat jaar (voor
de gecertificeerde projecten).
In 2013
en 2014 een zeer verwarrende periode met zéér lage (2013)
resp. zelfs 1 maal (2013) en drie maal negatieve groeicijfers (2014).
Dit heeft te maken met de her-registratie verplichting, waardoor talloze
bestaande projecten niet fysiek verdwenen, maar wel tijdelijk administratief.
Vandaar dat er zeer weinig overbleef van de netto nieuwe registraties,
wat vooral in 2013 zeer duidelijk zichtbaar is. Van de in totaal (netto)
274 nieuw ingeschreven projecten in dat jaar zijn vooral de grotere exemplaren
manifest, wat met uitvoering van met name de SDE 2009-2010 "groot"
project categorieën heeft te maken. 63 stuks in de categorie 5,5-15,5
kWp, 131 stuks tm. 100 kWp, en nog eens 21 stuks groter dan 100 kWp werden
"netto" ingeschreven (in het totaal zit ook een negatieve groei
van netto 5 installaties in de kleinste categorie).
In 2014
werden de tijdelijke uitschrijvingen manifester, met name in de kleinste
3 project categorieën. Toen in totaal 382 projecten tijdelijk "administratief
afscheid namen". Alleen in de grotere project klassen werden (netto)
positieve groeicijfers getoond (voortgang realisaties eerdere SDE regelingen):
135 stuks tussen de 3,5-4,5 kWp, slechts 3 stuks tussen de 4,5-5,5 kWp,
19 in de voorheen "populaire" categorie 5,5-15,5 kWp, en een
fors aantal van 211 tm. 100 kWp. Dat is 3 maal zoveel projecten dan de
totale "netto" groei van slechts 70 projecten in dat jaar (nieuwe
registraties minus tijdelijk uitgeschreven projecten). Er waren ook nog
(netto) 84 nieuwe projecten per stuk groter dan 100 kWp in 2014.
De "verwarring"
m.b.t. de tijdelijke uit- en weer in-schrijvingen van bestaande projecten
duurde voort tot ver in 2015,
zoals we weer zien aan negatieve groei cijfers in maar liefst 5 van de
8 door CertiQ onderscheiden grootte klasses. In totaal kwamen er netto
in dat jaar slechts 148 nieuwe projecten bij. Grote - tijdelijke - verliezen
zien we weer met name bij de kleinste project categorieën, het meest
bij de klasse 1,5-2,5 kWp (netto minus 145 projecten). De verliezen bij
de categorieën 4,5-5,5 kWp en 5,5-15,5 kWp waren wat minder groot.
In totaal werden (netto) maar liefst 414 projecten (tijdelijk) uitgeschreven.
Daar stond een (netto) groei tegenover van 562 projecten. Waarvan met
name de grootste 2 klassen de grootste volumes voor hun rekening namen:
236 stuks tm. 100 kWp, en maar liefst 292 stuks groter dan 100 kWp. Met
name in deze laatste categorie zullen de eerste grotere volumes met beschikkingen
vanaf SDE 2011 hebben gezeten, waarin immers de "bovencap" van
100 kWp was verdwenen (met wel de inperking maar 1 aanvraag mogelijk per
adres, wat voorheen niet zo was).
Vanaf
2016 lijken de problemen
met de her-registraties tot het verleden zijn gaan behoren: er is per
klasse weer slechts netto positieve groei te zien. Ook hier weer een zeer
duidelijke verschuiving naar realisaties in de grootste project klassen.
Tot en met 5,5 kWp werden er 559 installaties (netto) nieuw geregistreerd,
33% van de totaal 1.711 nieuwe installaties. De toevoeging van slechts
87 projecten in de categorie 5,5-15,5 kWp is een schijntje vergeleken
met de volumes in 2010-2012. Veruit de grootste nieuwe volumes gingen
naar de projecten tm. 100 kWp (472 stuks, 28%), en naar de grootste installaties,
per stuk groter dan 100 kWp (netto 593 exemplaren, 35% van totaal).
Opvallend
in 2017 zijn de behoorlijke
aantallen nieuwe projecten in de lagere grootte klassen, met name voor
het traject 1,5-2,5 kWp, waarbinnen (netto) 177 nieuwe installaties erbij
zijn gekomen. Dit kunnen nooit residentiële systemen met een oude
SDE beschikking zijn geweest, omdat de laatsten daarvan uiterlijk zo'n
beetje in 2014 moeten zijn opgeleverd. Het zijn dus kennelijk nieuwe particuliere
systeempjes, die waarschijnlijk via een van de verschillende platforms
voor de verkoop van GvO's van specifiek door stroomklanten gekozen duurzame
elektra producerende bronnen aan die afnemers worden "gekoppeld".
Zoals bij Vandebron, en de off-shoot van Nuon, Powerpeers. De impact van
de 5 kleinste grootte klassen (tm. 5,5 kWp) op het totaal is, met de nu
"definitieve" cijfers van 2017, 340 op 1.717 (bijna 20%) geweest.
Het aantal
nieuwkomers bij de voorheen populaire categorie 5,5 tm. 15,5 kWp is, net
als in 2016, zeer bescheiden, slechts 79 netto nieuwe projecten (ruim
4,5%). Het hoogst, daarentegen, blijft, net als in het voorgaande jaar,
de impact van de 2 grootste categorieën. Tm. 100 kWp 663 stuks (39%
van totaal). En ook de grootste categorie projecten >100 kWp krap hoger
dan in 2016, 635 exemplaren (37% van totaal, 7% meer dan in 2016). Waar
dat in het voorlopige overzicht van jan. 2018 nog op een iets láger
niveau lag dan in 2016 (513 stuks t.o.v. 593 exemplaren). Dit laat ook
weer zien, dat de voorlopige cijfers van CertiQ met prudentie "genoten"
dienen te worden, om foute conclusies over de evolutie trend te voorkomen.
Het in
de revisie bekend gemaakte totale nieuwe volume voor 2017 (1.717 projecten
netto nieuw) is met 19% toegenomen t.o.v. de voorlopige status in het
januari rapport van CertiQ over 2017 (1.441 projecten).
De eerste
cijfers voor 2018* laten
al een zeer duidelijk beeld zien wat ook in komende jaren visueel zal
gaan worden: nauwelijk nieuwe installaties in de kleinere project categorieën,
maar vooral in de grootste 2 klassen. De voorlopige groei van het (netto)
aantal installaties was 2.240 projecten (ruim 30% meer nieuwe projecten
dan de 1.717 in 2017), en kan uiteraard nog wijzigen in het later te verwachten
"definitieve" rapport. Er zijn, opvallend, zelfs weer 6 projecten
in de kleinste categorie verloren gegaan (diverse redenen mogelijk), het
totaal volume aan netto bijschrijvingen voor de 5 kleinste klassen was
71 installaties, slechts 3,2% van totaal. Alweer véél lager
dan de 20% in 2017. De voorheen populaire categorie 5,5-15,5 kWp heeft
weer minder nieuwe projecten dan in 2017, nog maar 35 stuks. De 2 grootste
categorieën, echter, hebben grote toenames laten zien. Categorie
15,5-100 kWp leverde netto 876 nieuwe projecten, 32% meer dan in 2017
(revisie data). In de grootste categorie, >100 kWp, zijn zelfs 1.258
(!) nieuwe projecten ingeschreven door CertiQ, een verdubbeling van het
nieuwe volume in 2017 (635 nieuwe installaties). Ook hier is weer de enorme
schaalvergroting van de projecten markt, gedreven door de SDE subsidies,
goed terug te zien.
Voor
de grafiek met de bijbehorende
capaciteits-groei per jaar, zie verder naar onder.
Opgelet!
CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015)
- afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.
In deze
derde grafiek over de aantallen projecten geef ik de groei van het nieuwe
jaarvolume t.o.v. de eindejaars-accumulatie (EOY) van het voorafgaande
jaar weer, in procent. De Y-as is logarithmisch, om ook de zeer hoge groei
percentages in het eerste jaar, 2010 enigszins in de grafiek "passend"
te krijgen. Die hoge groeipercentages in het eerste jaar waren natuurlijk
logisch, omdat de SDE regelingen voor grotere projecten slechts moeizaam
op gang kwamen in de eerste jaren, en er pas vanaf 2010 een versnelling
viel waar te nemen. Let op dat voor 2010 in de grootste categorie >100
kWp geen opgave is gedaan, omdat in het vergelijkingsjaar 2009 die categorie
ontbreekt.
In 2011
zijn die percentages al een stuk minder hoog, ditto in 2012, behalve voor
de toen nog vrij "nieuwe" categorie >100 kWp, met hoge impact
(133% jaargroei t.o.v. EOY 2011). De her-registratie periode 2012-2014
en het nog sterk daardoor beïnvloede jaar 2015 laten "mixed
results" zien. 2016 toont percentages tussen de 4,1% in de categorie
5,5-15,5 kWp en een hoge toename van bijna 140% in de categorie >100
kWp. In 2017 liggen voor met name de kleinere grootte klassen de groeicijfers
op bescheiden niveaus (1,6 - 9,1%), maar voor de grootste categorieën
hoog (40% in de al flink gegroeide klasse tm. 100 kWp, ruim 62% voor de
grootste categorie >100 kWp).
In het
eerste jaar rapport voor 2018* vinden we nog maar zeer bescheiden - tot
non-existente - groei percentages in de kleinste categorieën (behalve
een nog aardige 4,2% in categorie 4,5-5,5 kWp), en vooral ook weer hoge
groei percentages in de al flinke volumes bevattende grootste segmenten:
38% voor de categorie 15,5-100 kWp, en 76% voor de grootste categorie
>100 kWp.
Achteraan
in de grafiek de jaar groei percentages voor alle systemen bij elkaar
(totalen). Met zeer hoge groei voor de eerste drie hier weergegeven jaren
(17-134%), nauwelijks tot bijna nihil groei in 2013-2015. En weer relatief
hoge, stabiele groei in 2016 (ruim 15%), 2017 (ruim 13%), resp. 2018*
(ruim 15% t.o.v. het - gereviseerde - eindejaars-volume bereikt eind 2017).
2.
Capaciteit van gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ
(nominaal, STC generator vermogen)
Opgelet!
CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015)
- afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.
Deze
nieuwe grafiek, waarin uitsluitend de geaccumuleerde capaciteit per grootteklasse,
en per jaargang (kleurcodes in legenda) zijn weergegeven, is vergelijkbaar
met de grafiek voor de aantallen installaties
per categorie en per jaar. Met uitzondering van het jaar 2009, waarvoor
destijds géén capaciteits-cijfers zijn bekend gemaakt. Hierin
is meteen duidelijk waarom het binnen de SDE regelingen (die de "major
feeders" van de CertiQ databanken zijn geworden) feitelijk gaat:
volumegroei in megawattpieken (zonnestroom). En die "volumes"
worden vrijwel niet geleverd door de kleinste project categorieën
tm. 5,5 kWp, met zéér lage volumes aan de linkerzijde. Maar
door de grotere project categorieën onderscheiden door CertiQ. Categorie
5-15,5 kWp levert nog een "beetje" capaciteit, geaccumuleerd
tot 22,6 MWp in 2018* (marginaal hoger t.o.v. revisie van 2017). Maar
de 2 grootste categorieën zijn het belangrijkst.
Binnen
de vermogens-categorie 15,5 - 100 kWp, klom de geaccumuleerde capaciteit
op redelijk regelmatige wijze jaarlijks van 6,8 MWp (2010) naar al 171,6
MWp in 2018* (42% meer volume t.o.v. gereviseerde 120,7 MWp eind 2017).
Het echte "spektakel" geschiedde echter bij de categorie installaties
per stuk groter dan 100 kWp, in de laatste kolommen groep. Daar groeide
het volume relatief gestaag, van 5,3 MWp in 2010, naar 36,3 MWp in 2014.
Daarna ging er een forse booster op, met bijna 114 MWp in 2015, ruim 302
MWp in 2016, dik 565 MWp in het gereviseerde jaaroverzicht voor 2017.
En een ronduit spectaculair volume van ruim 1.308 MWp in 2018*.
Een factor 2,3 maal het gereviseerde eindejaars-volume van 2017, en reeds
11,5 maal zoveel dan eind 2015 (het eerste echte "versnellings-jaar").
Nieuwe
accumulaties en voorlopige jaargroei cijfers - capaciteiten
Totale volumes in
voorlopige eerste jaaroverzicht van 2018*, later nog bij te stellen capaciteit:
1.523,3 MWp (2017 revisie nog: 729,1 MWp). Jaargroei
2018*, nog zeer voorlopig: 794,2 MWp nieuwe capaciteit.
Netto = verschil capaciteit tussen nieuwe inschrijvingen minus uitschrijvingen
in hetzelfde kalenderjaar (!).
Deze
enorme versnelling in geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteit geeft
feilloos de trend weer bij de implementatie van de SDE portfolio's, waar
Polder PV regelmatig op hamert. Waar het bij de aantallen gerealiseerde
projecten nog niet om "extreme" volumes gaat, neemt de accumulatie
curve voor capaciteit zeer sterk toe doordat gemiddeld genomen (ook) steeds
grotere projecten worden opgeleverd. Met als gevolg een zéér
hoge capaciteit in met name de laatste project categorie. Die ook geen
"maximum begrenzing" heeft. Deze trend zal verder gaan doorzetten,
als met name meer grote grondgebonden zonneparken, en vele grote rooftop
projecten in toekomstige versies van deze grafiek opgenomen zullen gaan
worden.
Wederom
kunnen we ons gaan afvragen hoe met name de 1.308 MWp voorlopig vastgesteld
voor de projecten >100 kWp in de CertiQ registers, eind 2018*, zich
verhoudt tot het volume wat Polder PV tot nog toe heeft staan in zijn
grote projecten lijst. Hier wat minder achterstand in mijn recente overzichten.
Wat niet vreemd is, omdat ik me bij de project inventarisaties juist zwaar
concentreer op de grootste projecten. Ik blijk in de huidige update van
mijn inventarisatie nog maar 85 MWp (6,5% van de door CertiQ gemelde 1.308
MWp in deze grootste project klasse) achter te lopen in deze categorie.
Ik vermoed dat ik dit wel grotendeels terug kan gaan vinden als ik de
talloze "kleinere >100 kWp" projecten die al zijn opgeleverd
stuk voor stuk op het spoor kom.
Opgelet!
CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015)
- afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.
Deze
tweede grafiek voor de capaciteiten, corresponderend met het exemplaar
voor de aantallen projecten
nieuw per jaar, laat wederom de enorme verschillen in nieuwe capaciteit
per grootte-klasse van de projecten goed zien. In 2018* kwam er in totaal
een nieuw volume bij van 794,2 MWp, met in een later te publiceren herziene
versie naar verwachting nog meer capaciteit toe te voegen.
Tot en
met de klasse 5,5-15,5 kWp stellen de nieuwe volumes aan vermogen per
jaar t.o.v. het geheel aan realisaties nauwelijks iets voor. Dat, ondanks
de forse hoeveelheid nieuwe projecten die hiermee gepaard zijn gegaan
(2e grafiek, "aantallen
nieuw per jaar"). Vrijwel alle capaciteits-groei per jaar is
gegenereerd in de twee grootste project categorieën, en wel in de
meest recente jaargangen. Een relatief bescheiden deel in de categorie
15,5-100 kWp. Totaal voorlopig bijna 51 MWp in 2018*, 12,7 MWp (33%) meer
dan in de revisie van de cijfers voor 2017. En een zeer groot volume in
de categorie projecten per stuk >100 kWp. Al bijna 189 MWp nieuwe capaciteit
in 2016 (al groot verschil, 111 MWp, t.o.v. groei in 2015), toegenomen
tot ruim 263 MWp capaciteit in 2017 (gereviseerde cijfers). En wederom
een enorme sprong omhoog in 2018*, van maar liefst 480 MWp meer dan nieuw
in 2017 werd gemeld: bijna 743 MWp nieuwe capaciteit in de grootste project
categorie. Een factor 2,8 maal het nieuwe volume in 2017. Het nieuwe jaarvolume
in 2018* is daarmee al een factor 9,6 maal zo groot dan dat in 2015.
3.
Accumulaties alle project categorieën - aantallen en capaciteiten,
tm. 2018*
Grafiek op
1 punt gereviseerd (data 2015: totalen gepresenteerd zijn afwijkend van
sommaties van deel-cijfers voor zonnestroom in CertiQ tabellen)
In deze grafiek worden,
van jaar tot jaar, de cumulerende totalen van alle 8 zonnestroom project
categorieën getoond in de databank van CertiQ, zoals gepubliceerd
in de gereviseerde jaar rapportages, en, in het eerste, nog voorlopige
rapport voor het jaar 2018*. Voor zowel de aantallen (gestreepte blauwe
lijn, linker Y-as) als de capaciteiten (oranje
kolommen, rechter Y-as, in MWp). Duidelijk is de forse "stagnatie"
in - met name - de accumulerende aantallen projecten te zien in de jaren
2013-2015. Een gevolg van de verplichte "her-registratie operatie"
in die jaren. Daarna trok het aantal weer aan door nieuwe inschrijvingen
van, met name project realisaties vanuit de SDE 2013 en, vooral, de SDE
2014 regelingen, aangevuld met een sterk groeiend contingent uit de latere
jaargangen. Al was het tempo niet zo hoog als in de beginjaren, toen vooral
kleine residentiële projectjes nog toegang hadden tot de (oude) SDE
subsidie rondes. Het eindtotaal in 2018* is voorlopig op 16.946 gecertificeerde
PV projecten komen te liggen. Dat ligt, met 2.240 nieuwe projecten t.o.v.
het gereviseerde eindejaarsvolume voor 2017 (14.706 projecten), ruim 15%
boven dat jaarcijfer. Maar 2018 zal nog worden bijgesteld, zeer waarschijnlijk
opwaarts. Vandaar het gestippelde eind-deel van de blauwe curve.
Bij de capaciteit
cumulatie is de ontwikkeling, ondanks de her-registratie, continu verder
gegaan, en ging deze vanaf 2014-2015 zelfs fors in de versnelling. In
twee jaar tijd werd het volume (119 MWp eind 2014) bijna verviervoudigd
tm. 2016. In 2017 is met de "definitieve" (bijgestelde) rapportage
van CertiQ daar alweer ruim 303 MWp bovenop gekomen, tot een accumulatie
van ruim 729 MWp. De eerste cijfers over 2018* geven een nog spectaculairder
nieuw volume te zien, waarbij wederom de verwachting is dat het later
nog behoorlijk opwaarts bijgesteld zal gaan worden. T.o.v. het gereviseerde
eindejaars-cijfer voor 2017 is er zeker al 794 MWp bijgekomen, meer dan
een verdubbeling van genoemde eindejaars-capaciteit van 2017. Leidend
tot al minimaal 1.523 MWp.
Discrepantie
met cijfers uit maand rapportages, en nog te verwachten bijstelling
Als
we de laatste cijfers vergelijken met de uitsluitend
uit de maandrapportages gedestilleerde jaargroei, ruim 851 MWp, is
dat laatste cijfer veel hoger. Dat komt door de forse bijstelling van
het "oude" eindejaars-cijfer voor 2017, in de revisie die pas
eind augustus van 2018 werd gepubliceerd (veel later dan normaal). Maar
ook het nieuwe cijfer gebaseerd op de voorlopige rapportage over 2018*,
en de gereviseerde cijfers voor 2017 (794 MWp groei, zie laatste grafiek
in dit artikel, inset) is beslist nog niet het definitieve
cijfer voor 2018. Tussen het gereviseerde cijfer van 2017 en het oorspronkelijke
voor dat jaar (ook gepubliceerd aan het begin van het volgende jaar, jan.
2018), zat een verschil van 8,5%. Als een vergelijkbare (doch nog niet
gekende) bijstelling voor 2018 zou volgen, zou die 794 MWp jaargroei voor
2018*, die we nu hebben gereconstrueerd zomaar weer eens zo'n 861 MWp
kunnen gaan worden. Maar dat zullen we moeten gaan afwachten. Mijn vermoeden
is, dat het verschil beslist groot zal kunnen worden, omdat er eind 2018
meerdere grote grondgebonden zonneparken zijn opgeleverd, die mogelijk
nog niet in de laatst bekende cijfers van CertiQ zijn opgenomen. Als dat
zo is, voegen die later alsnog op te nemen parken, vele megawatten aan
de nog bij te schrijven capaciteit toe ...
Evolutie systeemgemiddelde
capaciteit
Tot slot heb ik in de laatste grafiek ook nog het voortschrijdend systeemgemiddelde
volgend uit voornoemde 2 curves in de grafiek weergegeven (groene
lijn; referentie tevens rechter Y-as, in kWp gemiddeld per project). Hierbij
zien we ook een opvallend progressieve ontwikkeling, ook al betreft het
de accumulatie van alle installaties bij CertiQ. Ik heb de begin (2009)
en eindwaardes (2017 revisie, 2018* voorlopig resultaat) weergegeven in
de grafiek. Eind 2017 was het systeemgemiddelde al zo'n 50 kWp. In het
voorlopige eerste jaaroverzicht voor 2018 volgt al een systeemgemiddelde
van 90 kWp voor alle CertiQ projecten in dat rapport (16.946). Wat een
factor bijna 13 maal zo hoog is dan de gemiddelde capaciteit
eind 2009, 7 kWp gemiddeld per project.
CertiQ geeft zelf
ook nog een progressie grafiek van de maandelijkse evolutie in haar eerste
jaaroverzicht over 2018*. In die grafiek de evolutie van de aantallen
PV projecten (gele kolommen, linker Y-as), resp., het daarmee gepaard
gaande volume in MWp (rode lijn, rechter Y-as), van januari 2017 tm. december
2018*:
De groei
over de getoonde periode is evident, en wat de aantallen betreft, met
een duidelijk versnelling vanaf eind 2017. Wat overeenkomt met mijn bevindingen
dat er "nieuwe piketpalen" zijn gezet met de implementatie van
de SDE in 2018, met zeer hoge maandelijkse toevoegingen (zie grafieken
in aparte
analyse van die maandrapporten, met name de derde grafiek). Deze groei
zal ook wel nog langere tijd zo doorgaan, gezien de immense portfolio
aan SDE beschikte PV projecten die wachten op realisatie.
4.
Nieuwe PV capaciteit per jaar bij CertiQ, en gecertificeerde zonnestroom
productie in 2018*
Tot slot hier onder
ook de reeds eerder besproken (voorlopige) grafiek met de capaciteitsgroei
per jaar, en de door CertiQ afgegeven Garanties van Oorsprong voor (gecertificeerde)
zonnestroom, in de afgelopen jaren. Capaciteit is ditmaal gebaseerd op
eerdere revisies van historische cijfers, die niet
openbaar zijn gepubliceerd door CertiQ (tm. april 2015, in bezit van Polder
PV), en op basis van de daarna wel openbaar gepubliceerde gereviseerde
jaar rapportages. De status van de GvO's is gebaseerd op de gereviseerde
jaar rapportages tot en met het exemplaar voor 2017, gepubliceerd op 27
augustus 2018. Voor 2018* moet hier expliciet worden benadrukt, dat het
eerste jaaroverzicht expliciet aangeeft, dat slechts de GvO's worden gemeld
die zijn uitgegeven / geadministreerd tot en met november. Daar moeten
dus de certificaten uit december nog bij, plus alle inhaal werk van nog
niet verwerkte "oudere" GvO's. De gele kolom voor 2018* zal
dus beslist nog behoorlijk veel hoger kunnen gaan worden! Daarom is deze
ook met gestreepte kolomrand weergegeven.
Blauw
(inset): capaciteits-groei per jaar (totaal volume alle
categorieën; MWp per jaar). Geel (grote grafiek): (geijkt bemeten)
totale zonnestroom productie van deze volumes, vertaald in de door CertiQ
afgegeven Garanties van Oorsprong weergegeven in de gereviseerde jaar
rapporten tm. 2017, en het nog zeer voorlopig overzicht voor 2018*, met
data tm. november. De - opwaartse - bijstelling voor 2016 is, in diverse
stappen, 46,5 GWh geweest, een toename van bijna 16%. Die voor 2017 was
tot nog toe een stuk lager, bijna 12 GWh (2,1% meer dan in de eerste publicatie).
Het eerste, nog onvolledige cijfer voor 2018* is 1.066 GWh (hoogste kolom
met gestippelde buitenrand). Bijstellingen zijn te verwachten in het gereviseerde
jaaroverzicht in 2019, maar ook in de jaaroverzichten te publiceren in
2020. In ieder geval is het nu al bekende volume aan gecertificeerd gemeten
zonnestroom productie een kwart van de maximale jaarproductie van kerncentrale
Borssele (4 TWh). En deze uitsluitend gecertificeerde productie (exclusief
het grotere, onbekende niet-gecertificeerde deel) is al bijna de helft
van de 2.204 GWh die het CBS in
haar laatste revisie heeft berekend voor de totale nationale
zonnestroom productie in het kalenderjaar 2017. Rechter Y-as is in GWh/jaar.
Duidelijk
is in ieder geval dat, met de zeer sterke groei van de opgestelde gecertificeerde
capaciteit per jaar (inzet: blauwe
kolommen, met eigen Y-as, links), ook de daardoor geijkt bemeten productie
(hoofd grafiek, gele kolommen)
zeer sterk is toegenomen per jaar. Was dat in 2014, voor de onstuimige
groei van de nieuwe jaar volumes, nog slechts 75 GWh in het jaar, is dat
in 2018* al - met voorlopige, later nog aan te passen cijfers - ruim een
veertien-voudige hoeveelheid geworden. Als we alle jaren middelen, resteert
een gemiddelde hoeveelheid van 194 GWh/jaar, een volume wat snel stijgt
met elk toegevoegd jaar (laatste, gearceerde kolom, was in vorige update
nog slechts 113 GWh/jaar). Van 2007 tm. 2018* is de jaarlijks toegevoegde
capaciteit gemiddeld genomen 95 MWp/jaar geweest (blauwe gearceerde kolom
in de inzet, vorige update: 48 MWp/jaar). Alleen in 2018* werd met de
nog zeer voorlopige cijfers al ruim het acht-voudige gecertificeerde volume
aan de CertiQ databank toegevoegd t.o.v. dat lang-jarige gemiddelde.
Voor
eerder commentaar op een eerste versie van dit diagram, zie bespreking
van laatste grafiek in het CertiQ
december maandrapport 2017 artikel van 5 januari 2018.
5.
Alle wijzigingen in data gepubliceerd door CertiQ
In onderstaand tabelletje
een overzicht van de wijzigingen tussen de oorspronkelijke jaar rapporten,
en de (finaal) gereviseerde exemplaren van CertiQ, m.b.t. de eindejaars-cijfers
voor gecertificeerde zonnestroom installaties.
jaaroverzicht
CertiQ |
Aantallen |
|
Capaciteit
(MWp) |
2013
|
2014
|
2015
|
2016
|
2017
|
2018*
|
2013
|
2014
|
2015
|
2016
|
2017
|
2018*
|
oorspronkelijk
JO |
11.060 |
10.804* |
11.278 |
12.532 |
14.430 |
16.946 |
87,5 |
113,4 |
207,7 |
398,6 |
672,0 |
1.523,3 |
"finaal"
JO |
11.148 |
11.130* |
11.585 |
12.989 |
14.706 |
- |
91,5 |
118,6 |
234,0 |
426,0 |
729,1 |
- |
verschil
(abs.) |
88 |
326 |
307 |
457 |
276 |
- |
4,0 |
5,2 |
26,3 |
27,4 |
57,1 |
- |
verschil
(%) |
0,8% |
3,0% |
2,7% |
3,6% |
1,9% |
- |
4,6% |
4,6% |
12,7% |
6,9% |
8,5% |
- |
Oorspronkelijk
was de capaciteit met 3 cijfers achter de komma weergegeven, is later
nog maar 1 cijfer geworden. * 2014 gaf iets lagere eindcijfers bij de
aantallen te zien dan in de 2013 rapportages vanwege de impact van de
"herinschrijvings-operatie" die toen nog volop aan de gang was.
Bij de aantallen blijkt
gemiddeld een verschil te zijn opgetreden van zo'n 2,4% tussen het originele
en het definitieve jaar rapport. Bekijken we alleen de laatste 3 jaar
(weinig perikelen meer m.b.t. herinschrijving van projecten bij CertiQ),
is het gemiddelde percentage 2,7%. Bij de capaciteiten is het gemiddelde
percentage duidelijk hoger. Over de jaren 2013-2017 gemiddeld 7,5% verschil
tussen de originele en de definitieve jaar rapportages. Over de jaren
2015-2017 zelfs gemiddeld 9,4%. Dit komt, omdat nog "missende"
volumes in de oorspronkelijke jaar rapportages de laatste jaren fors groter
zullen zijn dan in eerdere jaren, vanwege de forse schaalvergroting bij
de rooftop projecten, en de toenemende instroom van grote, veel MWp-en
toevoegende grondgebonden projecten in latere jaren. Dit, in combinatie
met de altijd optredende vertragingen bij de administratie van dit soort
projecten. Dat maakt, dat de afwijking tussen het "finale" en
het oorspronkelijke rapport significant is wat de toegevoegde megawattpieken
betreft. Waarmee dus rekening gehouden moet worden als alleen nog maar
een eerste, voorlopige rapportage beschikbaar is (in komende jaren). En,
naar verwachting, de schaalvergroting verder zal gaan toenemen.
In het uitgebreidere
overzicht heb ik bijgehouden welke (andere) wijzigingen er zijn geweest
in de loop van de tijd, m.b.t. gepubliceerde jaar data over zonnestroom
bij CertiQ (en deels in MEP / SDE rapportages). Dit, om aan te geven dat
dit soort cijfers zelden "statisch" zijn, maar vaak achteraf
en/of in andere publicaties tussentijds kunnen worden bijgesteld:
^^^
Klik op plaatje voor presentatie
in separaat venster
6.
Status CertiQ t.o.v. status CBS
De "definitieve"
EOY cijfers van CertiQ voor 2017 zijn eerder al bekend gemaakt. We kunnen
deze weer gaan vergelijken met de allernieuwste inzichten voor de totale
jaarvolumes zoals CBS die voor heel Nederland heeft vastgesteld met een
totaal nieuwe cijfer methodiek. Deze werden 21 december weer gereviseerd
(bespreking
methodiek, nieuwste
resultaten van 21 dec. 2018 volgend uit dat CBS onderzoek).
- CBS cijfers nationaal
PV vermogen EOY (eindejaar) 2017: 2.903 MWp verdeeld over 576.340 installaties
- CertiQ cijfers
gecertificeerd PV vermogen EOY 2017 (revisie): 729 MWp verdeeld over
14.706 projecten
Uit bovenstaande volgt,
dat met de huidige stand van zaken bij de twee grote nationale cijfer
instituten op het gebied van energie data, de CertiQ databank eind 2017
slechts 2,6% van het aantal van de totaal door CBS vastgestelde
PV projecten moet hebben bevat. Maar dat het bij de geaccumuleerde (gecertificeerde)
PV capaciteit al om ruim 25% moet zijn gegaan. Ook al
is het theoretisch mogelijk dat CBS alsnog met (licht?) aangepaste cijfers
voor 2017 zou kunnen komen, we kunnen er waarschijnlijk van uitgaan, dat
er bij CertiQ al een kwart van de totale PV capaciteit geregistreerd
stond, eind 2017. In 2014 (vóór de rappe groei in de implementatie
van de SDE beschikkingen), was dat volume bij het vermogen nog maar een
krappe 12%.
Conclusie: zeker met
de komende stortvloed aan in te vullen SDE "+" beschikkingen
(met name de SDE 2016 tm. 2018 regelingen), zal het nu al significantie
CertiQ dossier nog verder aan belang winnen. En een steeds groter deelvolume
van de totale PV capaciteit in Nederland gaan bevatten. Het werd de hoogste
tijd, dat de cijfers van CertiQ, ook wat dat betreft, meer aandacht gaan
krijgen, dan ze jaren hebben gehad in ons land.
Uit bovenstaande data
van CBS versus CertiQ is ook te destilleren dat eind 2017 een gemiddeld
PV project bij CBS een omvang had van ongeveer 5,0 kWp. Bij CertiQ lag
dat niveau bijna een factor 10 hoger, 49,6 kWp ! Uiteraard heeft dit alles
te maken met het feit, dat in het CBS dossier honderdduizenden kleine
residentiële installaties zijn opgenomen (naast alle andere projecten),
terwijl de CertiQ databank voor het overgrote merendeel alle grote(re)
PV projecten bevat.
Disclaimer
CertiQ in maandrapport december 2013 en in 1e jaarrapport 2013 (24
jan. 2014)
Links
Zonnestroom
in Nederland: gecertificeerd vermogen. CertiQ 2017 - belangrijkste grafieken
zonnestroom Status update: 2017 definitief (definitieve CertiQ cijfers
voor 2017 door PPV, 4 september 2018)
Zonnestroom
in Nederland: gecertificeerd vermogen. CertiQ 2017 - belangrijkste grafieken
zonnestroom (voorlopige inventarisatie CertiQ cijfers 2017 door PPV,
6 januari 2018)
Extern:
Statistieken
CertiQ (jaar overzichten vanaf 2012; alleen meest recente maandoverzichten
vanaf 2016)
Statistisch
jaaroverzicht CertiQ 2018 (in pdf format, 1e, zeer voorlopige versie,
3 januari 2019)
Gereviseerd
jaaroverzicht elektriciteit 2017 van CertiQ (in pdf format, 27 augustus
2018)
Eerste
- zeer voorlopige - jaaroverzicht elektriciteit 2017 van CertiQ (in
pdf format, 3 januari 2018)
Jaarverslagen
CertiQ
"Vooral
kleinere PV-systemen nieuw op zonne-energie markt; SDE geld blijft onbenut"
(Wayback Archive weergave van artikel van 12 januari 2010 van DuurzameEnergie
Thuis, met interessante tabel met uitsplitsing systeemgrootte van CertiQ,
en commentaar van Polder PV. Tabel niet meer te zien. Zie data
en grafiek die PPV daar van maakte)
Webpagina
opgemaakt 5-6 januari 2019; gepubliceerd dd. 6 januari 2019
|
|