de
salderende meter |
index |
Meterstanden
netbeheerder
|
Lange termijneffecten. Voor detail periode 2000 ff., zie 2e grafiek. Maandelijkse meterstanden (1e van de maand) van analoge "salderende" ferrarismeter met enkel telwerk (tegenwoordig bij NUON/Continuon (medio nov. 2008: "Alliander") "Continu-tarief" geheten). In grijs is de normale uitgangssituatie weergegeven: meterstanden vrijwel rechtlijnig oplopend in een (reeds van meet af aan energiezuinig) huishouden zonder zonnestroomsysteem (1 dec. 1996 tm. 12 mrt. 2000). Bij een relatief "stabiel" verbruik zal in een gemiddeld Nederlands huishouden over langjarige periodes ook een vrijwel rechtlijnig oplopende "curve" te zien zijn, al zal het verbruik in de winter waarschijnlijk hoger zijn door de in veel huishoudens aanwezige forse hoeveelheid extra verlichting door de korte daglengtes en sombere dagen, vooral als er weinig van spaarlampen gebruik wordt gemaakt (licht schommelende curve op jaarbasis). Bovendien zal de curve een veel steilere hellingshoek hebben bij een gemiddeld NL huishouden (verbruik Polder PV op jaarbasis reeds 3x minder dan gemiddeld vóórdat zonnepanelen werden aangeschaft). Op 13 maart 2000 werden onze eerste 4 zonnepanelen op ons huisnet aangesloten (maandelijkse meterstanden weergegeven in lichtblauw). Aan de m.b.v. Excel berekende lineaire trendlijnen over de getoonde periodes (zwart voor de uitgangs-situatie, donkerblauw voor de situatie met de eerste 4 PV-modules) is direct goed te zien dat de hellingshoek van de tot en met 10 oktober 2001 durende nieuwe "status quo" situatie een stuk minder is dan die in de "oude" situatie: er wordt netto minder stroom van het net afgenomen omdat ongeveer een kwart van het jaarlijkse verbruik door de 4 zonnepanelen zelf wordt opgewekt (4x 93 Wp = 372 Wp, levert gemiddeld in NL op jaarbasis [volgens de veel te conservatieve en niet nader toegelichte schatting van ECN in 2007: 850 kWh/kWp.jaar] ongeveer 316 kWh op, in de kuststrook, waar PPV woont, is dat echter nog veel hoger. Er is vanaf maart 2000 een duidelijker "schommeling" in de meterstanden "curve" zichtbaar omdat er in de zomerperiode veel meer elektriciteit wordt opgewekt dan in de winterperiode. De totale "curve" vertoont dus een duidelijke "knik", waarbij de meterstanden gemiddeld langzamer zullen oplopen. Op 12 oktober 2001 werden 6 nieuwe (108 Wp) panelen bijgeplaatst (maandelijkse meterstanden vanaf dat moment weergegeven in felgroen). Het effect hiervan is aanvankelijk niet groot door de er op volgende winterperiode, maar in de loop van de tijd wordt duidelijk dat in deze nieuwe situatie een dramatische neerwaartse "ombuiging" plaatsvindt van de oplopende meterstanden curve, waarmee een heel nieuw "pad" wordt ingeslagen. Een tweede, zeer duidelijk effect is de forse schommelingen in de curve die worden veroorzaakt door de grote discrepantie tussen zonnestroom productie in de zomer (curve buigt neerwaarts) en de winterperiode (curve buigt opwaarts; dit geldt vooral bij relatief stabiel elektra verbruik door het jaar heen). Vooral in 2003, een extreem zonrijk jaar, is deze schommeling (neerwaarts in de extreem zonrijke en lange zomerperiode) opvallend. De bij deze nieuwe situatie (1.020 Wp totaal geïnstalleerd PV-vermogen) behorende trendlijn is donkergroen gekleurd. Op 14 augustus 2007 werden 2 "nieuwe" 108 Wp modules aan het systeem toegevoegd, de data van het resulterende 1.236 Wp systeem zijn. Kleuren: curve in oranje, en trendlijn in bruin (rechts alweer onder de donkergroene trendlijn duikend). Op 20 april 2010 werden 2 voor bijna nop gekregen prima werkende 50 Wp multikristallijne Kyocera modules bijgeprikt, in serie aangesloten op 1 OK4 omvormer. Datapunten in geel weergegeven, de resulterende trendlijn in rood. Omdat het maar om een kleine uitbreiding van de installatie gaat, is de verwachting dat het totale effect relatief gering zal zijn op het "gedrag" van de salderende Ferrarismeter. Prognoses. Als we nu van alle vier de periodes de trendlijnen extrapoleren naar de actuele opnamedatum (Y-as rechterzijde) kunnen we direct zien wat het verschil in accumulerende meterstanden is tussen een "Polder PV huishouden zonder zonnepanelen" (zwarte trendlijn), idem met een nominaal DC vermogen van 372 Wp (blauwe trendlijn), met in totaal 1.020 Wp (groene trendlijn voor de bijbehorende datapunten, met daarbij de aantekening dat het 2e deel van het systeem anderhalf jaar na de eerste set is aangesloten. Vervolgens de bruine trendlijn voor het uitgebreide systeem van in totaal 1,236 kWp. En tenslotte de rode trendlijn voor het geaccumuleerde 1.336 Wp systeem. Anno 1 februari 2006 is het verschil voor de 3 eerstgenoemde "situaties" bijvoorbeeld al opgelopen tot ongeveer 2.950 kWh tussen "geen" resp. "4 zonnepanelen" (bijna 6 jaar), en tot ongeveer 4.900 kWh tussen "geen" en "10 zonnepanelen sinds oktober 2001". Het verschil tussen de snijpunten met de Y-as geeft dus globaal de behaalde besparing aan met de geplaatste zonnepanelen. De accolade rechts geeft het verschil tussen "business-as-usual" en het laatste scenario, met 14 zonnepanelen op het dak. Deze grafiek zal in de loop van de tijd worden "vervolgd", zodat het cumulerende, dramatische effect van het in/op huis halen van een redelijke set zonnepanelen (in een reeds relatief zuinig huishouden, mind you) goed zichtbaar wordt gemaakt. Kort gezegd: bovenste trendlijn geeft de situatie: niks doen weer, de onderste trendlijn de situatie: zo ver kun je komen door stapsgewijs uit te breiden met zonnepanelen, met als uiteindelijk doel (indien realiseerbaar): aansturend op gemiddeld ongeveer "nulverbruik op jaarbasis". In het kalenderjaar 2012 is het zelfs uitgedraaid op een klein overschot van 4 kWh, schoon aan de haak... |
NB: status 1 mei 2015. In totaal met alle deelsystemen al 14.911 kWh geaccumuleerd opgewekt sinds maart 2000. Volgens de kencijfers publicatie "Cijfers en tabellen 2007"* van SenterNovem (gemiddelde emissies gehele NL elektra productiepark) was die oude emissie "waarde" nog 0,566 kg CO2/kWh. NB: dit leek uitsluitend primaire productie te betreffen. Voor aflevering "aan huis" zou nog 3,9% aan transportverlies extra gerekend moeten worden, waardoor de feitelijk vermeden emissie uitstoot van centraal opgewekte fossiele elektriciteit ongeveer een vergelijkbaar percentage hoger zal zijn in de praktijk.
Volgens het nieuwe, eind april 2015 uitgebrachte, weer fors bijgewerkte Protocol Monitoring "Hernieuwbare" Energie update 2015 (tabel F1, pagina 37) is dit sinds "ijk"jaar 2007 gestegen tot een factor van 0,610 kg CO2/kWh afgeleverd bij die eindverbruiker, voor het nieuwe referentie jaar 2012.
Vermeden per niet afgenomen kWh "aan Nederland toe te rekenen" stroommix op lokatie, resp. de bijdrage van Polder PV tot en met april 2015 middels zelf opgewekte zonnestroom, dus "vermeden levering uit het net" (14.911 kWh):
NL productiepark emissie/kWh ("ijkjaar 2012") | PPV vermeden |
0,610 kg CO2 >>> |
9,10
ton** |
0,15 g NOx*** >>> |
2,24
kg |
0,425 g SO2*** >>> |
6,34
kg |
0,01648 zuureenheden*** >>> | 246
ZE |
*Indirect
te downloaden
via website van RVO. Lukt het niet (lokatie wisselt nogal eens), stuur
dan evt. een e-mail
aan PPV.
** 1 ton = 1.000 kg.
*** Rekeneenheden uit "Cijfers en tabellen 2007"
NB: RVO rekent per 2011 (met terugwerkende kracht vanaf het jaar 2015) met een nieuw kengetal van 875 kWh/kWp.jaar. Zie analyse van Protocol 2015 dd. 1 mei 2015.
3. Korte termijneffecten, tijdelijke terugloop en jaaropnames meterstanden
update datum grafiek: 1 februari 2013
Korte termijneffecten. Als we gedetailleerder naar de voortschrijdende meterstanden gaan kijken (grafiek per 1 januari 2000), zien we duidelijk het opvallende "gedrag" van de salderende Ferrarismeter. Na de plaatsing van 4 93 Wp panelen in het voorjaar van 2000 (grijze meetpunten worden nu lichtblauw weergegeven) zien we de oplopende meterstanden curve tijdelijk iets langzamer "klimmen", om in de winterperiode weer vrijwel rechtlijnig omhoog te gaan. In de relatief mooie zomer van 2001 is het effect van de 4 zonnepanelen een stuk sterker en loopt de curve zelfs even "horizontaal" (op maandbasis is de meter ongeveer evenveel "vooruit" als "achteruit" gelopen). Na bijplaatsing van 6 nieuwe panelen in oktober 2001 (lichtblauwe meetpunten worden nu groen weergegeven) is er aanvankelijk nog weinig "effect" zichtbaar door de erop volgende winterperiode. Echter, vanaf het voorjaar 2002 is het effect van de inmiddels tot 1.020 Wp aangegroeide PV-installatie op het energiezuinige huishouden dramatisch en vindt voor het eerst een tijdelijke "omkering" of "terugloop" van de accumulatie van de verbruikte kWh plaats doordat er in de zomermaanden meer elektriciteit wordt opgewekt dan er wordt afgenomen, zodat het overschot op het net wordt gezet door de terugdraaiende/salderende meter. In de winter van 2002, bij lage opbrengst en relatief hoge elektra consumptie, keert de accumulerende meter weer snel op zijn schreden terug, om in het volgende jaar (topjaar 2003 met extreem hoog aantal zonuren) weer hard gesaldeerd terug te lopen (maandenlang op rij meer opbrengst dan verbruik). Doordat vanaf eind 2003 de hoeveelheid werk op de computer extreem toeneemt, wordt er op maandbasis weer een groeiend aantal kWh van het net afgenomen, zodat de curve gemiddeld genomen weer langzaam omhoog buigt, echter wel met forse fluctuaties door de grote opbrengstverschillen tussen zomer en winterperiode. Vanaf 14 augustus 2007, bijplaatsing van 2 "nieuwe" 108 Wp modules, worden de groene meetpunten oranje van kleur om de upgrading naar het 1.236 Wp systeem zichtbaar te maken. Vanaf 20 april 2010, met 2 stuks 50 Wp Kyocera modules erbij, verandert de kleur van de datapunten naar geel. In de grafiek zijn ook de jaarlijkse meterstand opnames ingetekend zoals aanvankelijk werden verwerkt in de jaaroverzichten van het energiebedrijf. Tegenwoordig geef ik zelf de meterstanden door naar Greenchoice (contract termijn loopt niet goed synchroon meer met de meterstandopname aan het eind van het jaar), omdat netbeheerders nog steeds, na zes jaar artikel 31-c in de E-Wet, regelmatig lopen te zieken over door hen blijkbaar als bedenkelijk bevonden meterstanden en daar uit resulterende zeer lage "restverbruiken". En ik natuurlijk geen gesodemieter met mijn volkomen legitieme volautomatische saldering wil hebben. Uit het niveau van die meterstanden wordt duidelijk dat deze, met name in de periode 2002-2003, steeds "dichter" op elkaar kwamen te liggen door de toenemende hoeveelheid zelf opgewekte zonnestroom in relatie tot het verbruik van elektra. Anno 2004 is echter de consumptie dermate gestegen (doch nog steeds minder dan een derde van het gemiddelde verbruik van een NL huishouden), dat de meterstand opname aan het eind van het jaar weer fors boven die van het voorafgaande jaar ligt. Ondanks de bijplaatsing van 2 overgenomen modules in augustus 2007, is door het zeer intensieve (computer)werk aan Polder PV, de curve nog net op jaarbasis gestegen, al is de "fluctuatie" er in wat toegenomen door het grotere verschil in gesaldeerde opwek/verbruik tussen de zonrijke zomer- en zonarme winterperiode. Met name in 2008-2011 is het werk aan Polder PV zeer intensief, is het elektraverbruik gestegen, en konden de nieuw bijgeplaatste Kyocera modules (april 2010) het totale meerverbruik gedeeltelijk weer opvangen. Met de aanschaf van een nieuwe, energiezuinige computer ter vervanging van de 8 jaar oude "bak" hoopte Polder PV nog verder in de richting van de "beroemde nul" te gaan komen op het gebied van elektriciteit opwek minus verbruik. Voor het kalenderjaar 2011 is dat inmiddels gelukt: de meterstand op de Ferrarismeter bleek tijdens de jaarwisseling van 2011/2012 exact hetzelfde getal weer te geven als tijdens de jaarwisseling van 2010/2011! Voor 2012 is de meter zelfs, nadat er flink is gesleuteld om een omvangrijk zonnestroom overschot opgebouwd in de zomer "weg te krijgen", 4 kWh "door de nul heen" gedraaid op de jaargrens met 2013. Ergo: Polder PV is voor het eerst "formeel" een neggie geworden... |
NB: voor gedetailleerde grafiek met het verloop van dagelijkse opnames van de meterstanden, zie de aparte pagina met "tussenmeterstanden".
Bovenstaande grafieken geven de gesaldeerde meterstanden op maandbasis weer. Het kan heel goed zijn dat er dagen in een produktieve zomerse maand zijn waarbij er meer elektra wordt geconsumeerd dan er wordt opgewekt, bijv. op een zeer regenachtige zomerdag. Het werkelijke verloop van de meterstanden is dus nog veel grilliger dan in deze "maandelijkse" grafieken wordt weergegeven. Aangezien het verbruik van dag tot dag bij ons extreem kan fluctueren (nauwelijks verbruik als we een weekend weg zijn omdat wij vrijwel geen sluipverbruikers in huis hebben; hoog verbruik als er op een dag 2 wassen worden gedraaid, uren achter de computer wordt gewerkt, en een taart in de elektrische oven wordt gebakken), is zo'n curve voor ons niet echt interessant. Per maand worden deze "onnatuurlijke" fluctuaties goed uitgemiddeld en geven de bovenstaande grafieken dus mooi weer wat de trendmatige invloed van de seizoenen is in combinatie met de globale, gemiddelde elektriciteitsconsumptie op het "gedrag" van de analoge, salderende Ferrarismeter.
Grafieken als bovenstaande zullen veel minder "grillig" van karakter zijn in huishoudens met een hoog basis elektra verbruik en een niet al te groot PV-systeem, omdat het in zo'n situatie niet vaak zal voorkomen dat op maandbasis de salderende meter evenveel vooruit als achteruit zal draaien, of dat er zelfs netto is teruggeleverd. Hoe meer sluipverbruik er is, hoe sterker de "effecten" van een aangesloten zonnestroomsysteem zullen worden gedempt.
Tenslotte: voor de meeste huishoudens met een dubbel-tarief telwerk (hoog/laag tarief) zal de meterstand van beide telwerken gevolgd moeten worden. Het is echter wel zo dat het overgrote deel van de teruglevering overdag, dus op het hoge tarief plaatsvindt, en dat er zelfs op lange zomerse dagen 's ochtends en 's avonds waarschijnlijk weinig via het lage tarief wordt teruggeleverd bij overschot. Wel is het belangrijk om te realiseren dat in het weekend het lage tarief "geldt", en dat dus de teruglevering 2 van de 7 dagen in de week (minstens 8 dagen in de maand) op het lage tarief plaatsvindt. Hier moet rekening mee gehouden worden bij het maken van vergelijkbare grafieken voor huishoudens met een dubbel tariefmeter. Alleen als dagelijkse opbrengsten van het PV-systeem worden bijgehouden, kan uiteindelijk "berekend" worden, hoeveel invloed het systeem door de week heeft (grotendeels teruglevering in het hoge tarief), en hoeveel effect het in het weekend heeft (teruglevering geheel in het lage tarief). Als die tarieven nog verfijnder/ingewikkelder worden, zoals sommige energiebedrijven van plan lijken te zijn (op de schop nemen van de kleinverbruikersmarkt met inzet van de zogenaamde "slimme" meters), zullen de berekeningen zeer ingewikkeld kunnen worden en zou er eigenlijk continu gemonitord moeten worden om precies te kunnen achterhalen wat de "opbrengsten" van het PV-systeem zullen worden.
|