Flashdata
onderzocht |
huurwoningen | index |
|
Basics deel 2Meer basics: Inzicht in PV-module zendingen van twee kwaliteitsmerken en een OEM producent, en meer info over module prestaties: flashdataKyocera:
9 maart 2010 Van het reeds 14 jaar in het vak zittende Buro Wilders uit Den Haag kreeg ik, zeer interessant, en zonder dat ik daar expliciet naar vroeg, inzage in de in Nederland vaak angstvallig verzwegen flashdata van een contingent van 6 module types die hun "hofleverancier" Kyocera - een reeds lang bestaand topmerk uit Japan met lange traditie - aan hen had geleverd. Voor wie dat "fenomeen" nog niet bekend is. Levering van flashdata van individuele modules is in een markt als Duitsland doodnormaal. Niet alleen aan de groothandel, leverancier of installateur. Ook, desnoods op verzoek (maar vaak standaard bij "de levering" zittend), aan de eindafnemer: mensen als u en ik, dus. U heeft recht op die data, want daar uit blijkt exact wat u in totaal en specifiek per module aan "nominaal STC vermogen" geleverd heeft gekregen. Systeemprijzen worden bij het gros van de leveranciers gebaseerd op het nominale vermogen (zeg maar: prijs in Euro per Wattpiek). Want ook zij worden "afgerekend" op de ingekochte Wattpieken (cellen dan wel modules bij tussenhandel), en niet op het "gemiddelde sticker vermogen". Dat laatste wordt in Duitsland ook wel de "Nennleistung" genoemd, in het Engels soms "name plate capacity". Het daadwerkelijk door de producent bepaalde - en middels flasher gedocumenteerde - individuele vermogen per module wordt bij de techneuten van het vakblad Photon de "STC-Leistung" genoemd. (1) Van de data die ik van Buro Wilders toegestuurd kreeg bepaalde ik de procentuele afwijking van de individuele module vermogens (STC waarde bepaald bij instraling van 1.000 Watt/m², 25 graden celtemperatuur, air-mass van 1,5) t.o.v. het "sticker vermogen": de klasse waartoe het module door de producent wordt gerekend en onder welk "label" het wordt verkocht (vaak wordt dat getal in de module "naam" opgenomen, maar zeker niet altijd).
Fig. 1: screendump van een klein stukje van het spreadsheet met data van enkele van de geleverde 205 Wp modules, type KD205GH-2 (module type, kolom A). Achtereenvolgens is in de kolommen zichtbaar: serienummer van het module (B), het geflashte individuele STC vermogen in Watt DC vermogen uit het module (C), de daaruit door mij berekende afwijking t.o.v. het "sticker vermogen" in procent (D, rood), de bij Pmax behorende gelijkspanning Vpmax in Volt (E), idem gelijkstroom Ipmax in Ampère (G), de openklem spanning Voc in Volt (I), resp. de kortsluit stroom Isc in Ampère (K). Op basis van de door mij berekende afwijking van het "sticker vermogen" heb ik een grafiek met de spreiding van de afwijkingspercentages gemaakt, en van die percentages een gemiddelde bepaald per module type. Voor de resulterende visualisatie, zie de uit de Excel spreadsheet gegenereerde grafiek:
Fig. 2. Spreiding in afwijkingen van het "sticker vermogen" grafisch weergegeven. Horizontale as: willekeurige individuele module, gesorteerd op serienummer. Elke kleine punt geeft de afwijking per module weer t.o.v. de "Nennleistung" van het module type. Elke kleur vertegenwoordigt een van de 6 in de zending zittende typen modules. Gemiddeldes per groep zijn met een dikke stip weergegeven met de daarbij behorende waarde. Kleine modules Netgekoppeld
marktsegment Voor het zeker voor particulieren met niet zo veel dakruimte steeds populairder en belangrijker wordende marktsegment met de hogere module vermogens zijn de laatste twee zonnepaneel types uiteraard het meest interessant. Daaruit blijkt dat Kyocera dat zich ook bewust is, want de gemiddelde "plus" toleranties liggen daar lager dan voor het 135 Wp exemplaar. Gemiddeld 1,81% voor de 205 Wp modules (lichtblauw), tot 0,36% voor de 210 Wp exemplaren (donkergroen). Maar, nog steeds: grotendeels meer STC vermogen dan de categorie waarin het module wordt ingedeeld. Vreemd eendje Toleranties en marketing Er zijn tegenwoordig zelfs leveranciers die uitsluitend "plus" toleranties beloven, wat natuurlijk ook een slimme marketing techniek kan zijn. Want het daarbij opgegeven "sticker" vermogen zegt uiteindelijk niet zoveel. De crux blijft: wat is het werkelijk geflashte STC vermogen van de individuele modules, en hoeveel wijkt dat af van het in de reclamefolders en datasheets opgegeven "gemiddelde" vermogen? Als zou blijken dat alle modules in de geleverde batch standaard ongeveer 5% hoger dan het opgegeven "sticker" vermogen zouden blijken te liggen, is dat "naamplaat" vermogen natuurlijk zeer misleidend veel te laag opgegeven. Want dat zou dan eigenlijk 5% hoger dienen te liggen dan de opgegeven waarde om de werkelijkheid beter te benaderen! De les: kijk uit als leveranciers grote ophef van "alleen maar plus toleranties" maken. Ook in de zonnestroom branche worden zaken soms mooier voorgesteld dan ze in werkelijkheid blijken te zijn... Bij de eerder in dit artikel besproken Kyocera flashdata blijken de toleranties niet zo groot dat er van veel te hoge (systematische) "onderwaardering" gesproken kan worden als het om de "sticker" waarde gaat. Want bijna alles valt gemiddeld zo’n beetje binnen de 2,5% t.o.v. dat "naamplaat" vermogen. Vermogensklassen worden vaak opgeknipt in stappen van 5 Wp, en daar zit Kyocera een behoorlijk stuk onder qua spreiding. Nog enkele belangrijke
begrippen bij interpretatie van "module
prestaties" (1) "Leistung". Het (momentane) vermogen (eenheid: Watt) van een module is het product van stroom (I in Ampère) en spanning (V in Volt). Beide waarden variëren al naar gelang de belichtingscondities: bij heldere hemel komt er meer vermogen uit het zonnepaneel dan bij bewolkte hemel. De waarden (en dus ook het product vermogen) zijn nul als er geen licht is. Let op dat het door het module afgegeven vermogen beslist niet hetzelfde is als wat de omvormer(s) uiteindelijk op het huisnet (of in Duitsland: grotendeels direct op het laagspanningsnet) afgeven. Want er zitten nog diverse verliesposten in het systeem die met de "match" en kwaliteit van de omvormer zelf hebben te maken. AC vermogen is altijd minder dan het momentane (actuele) door de zonnepanelen afgegeven DC vermogen (anders zouden de systeemverliezen vanaf de generator negatief zijn, en dat lijkt me fysiek onmogelijk). (2) "Wirkungsgrad". De werkingsgraad (eenheid: Watt/m²) is de verhouding van het momentane vermogen en de (module) oppervlakte: hoe hoger de werkingsgraad, hoe meer vermogen er door een gegeven oppervlakte kan worden gegenereerd. "Leistung" en "Wirkungsgrad" dienen in ieder geval onder STC condities te worden vastgesteld ter referentie. Dat is de mondiale vergelijkingsbasis voor een "theoretische prestatie vergelijking" van modules die overal op de wereld kunnen worden gemaakt. Uit de aldus onder STC condities "geflashte" module resulteert een individueel "flash rapport", wat aan de eindverbruiker dient te worden overhandigd bij aankoop. Dat is de "standaard", maar wat er uiteindelijk daadwerkelijk uit het module voor vermogen gaat komen is natuurlijk afhankelijk van een serie dynamische impact hebbende systeem- en klimatologische condities. (3) "Ertrag". De uiteindelijke energieproductie (output van elektriciteit, eenheid: Wattuur, Wh, of het bekender klinkende duizendvoudige daarvan: kWh) van het module, of, beter: van het PV-systeem. Deze wordt altijd over een bepaalde tijdseenheid gemeten. Het voor de eindverbruikers meest relevant: de kWh productie per jaar. Deze uiteindelijke opbrengst wordt door tal van "verliesposten" bepaald, waaronder selectieve zoninstralings-verschillen (denk aan de forse instralingsgradiënt van west naar oost in Nederland, maar ook aan lokale weerverschillen moet worden gedacht), beschaduwing, suboptimale oriëntatie en/of hellingshoek, diverse verliesposten bij "mismatch" tussen omvormer en de PV panelen, zowel DC- als AC kabelverliezen, omvormer verliezen, etc. Alle verliesposten zijn in theorie wel redelijk nauwkeurig "te berekenen" (zie het al uitgebreid in het verleden gepubliceerde pionier werk van ElektroAdviesBureau Baltus in de beroemde NOVEM rapportage). Maar vooral vrij onzekere factoren als tijdelijke en/of partiële beschaduwing, temperatuur effecten van dakgeïntegreerde systemen, typische lokale condities zoals reflecties veroorzakende naburige wateroppervlaktes, e.d. maken dat zo’n berekening altijd een benadering zal blijken te zijn. De voorspellende modellen worden wel steeds beter. Vaak wordt er voor de zekerheid conservatief geschat (in een wereldmarkt als Duitsland, maar ook in het snel groeiende Vlaanderen). Dan kan het finale resultaat de kersverse eigenaar van een mooi PV-systeem alleen maar bekoren en krijgt de leverancier geen problemen met de inschatting. Wellicht krijgt hij/zij zelfs een schouderklopje, dat het systeem zo geweldig presteert, "boven verwachting"... Relativering werkingsgraad * In de testen van Photon wordt specifiek naar de jaarproductie aan DC ("direct current", gelijkstroom) zijde van de individuele modules gekeken (kWh/kWp per jaar). Deze worden bepaald door 1 maal per seconde een enorme reeks data uit te lezen met een volautomatische logger en datavreter. Hiermee wordt voorkomen dat allerlei mismatches met omvormerverliezen en slecht passende module configuraties de meetresultaten onvergelijkbaar gaan beïnvloeden per module type. Als die factoren ook een belangrijke rol zouden gaan spelen, zou daarmee geen zuivere testopstelling zijn te bouwen die module verschillen wil zien te traceren. ** Berekende werkingsgraden van de drie hierboven genoemde modules uit de Photon 2009 testresultaten:
Tot slot Met hartelijke dank aan Buro Wilders voor het verstrekken van de zeer interessante flashdata. Die wat Polder PV betreft iedere koper van zonnepanelen in Nederland standaard geleverd zou moeten krijgen. Omdat u er recht op heeft. Van een mij bekend zonnestroom opwekker die anoniem wenst te blijven, en die geen bedrijfsmatige activiteit in zonne-energie heeft, ontving ik n.a.v. de publicatie van bovenstaand artikel spontaan een spreadsheet van een zending van de bekende monokristallijne "back-contact" Amerikaanse SunPower modules. Het gaat om dertig exemplaren (waarschijnlijk een pallet vol) van het type SPR-300-WHT-I N, met een vermogen van 300 Wattpiek ("Nennleistung"). Alle individuele module gegevens zijn door de producent beschikbaar gesteld, tot een minder bekende specificatie als de vulfactor (2), "FF" ("fill-factor") aan toe. Uiteraard maakte Polder PV weer een "spreidingsplot" van de individuele afwijkingen van het nominale stickervermogen van 300 Watt, net als voor genoemde Kyocera modules in het hoofdartikel hierboven: Goed is te zien dat de tolerantie op de gemiddelde nominale waarde (300 Wp) van de 30 modules in deze zending relatief klein is ("strakke" tolerantie), en binnen de minus 1 tot maximaal plus 2,5% range ligt. Wat betekent dat u minimaal 300 - (0,01*300) = 297 Wp per module zult krijgen (bij gelijksoortige zendingen!!!). En maximaal zelfs ongeveer 300 + (0,025*300) = 307,5 Wp per module. Op deze spreadsheet waren de minimum en maximum waarden ook expliciet vermeld, met het gemiddelde per module. De gemiddelde afwijking van het "sticker vermogen" ligt in deze zending een gezonde 0,8% boven de 300 Wp. Gemiddeld zou u - onder gelijksoortige zending omstandigheden - dan een 302,4 Wp module krijgen. En dat zou dan het actuele (daadwerkelijk geleverde) STC vermogen zijn waarmee u zou moeten rekenen als u de bekende kostenfactor "Euro per Wattpiek" (voor alleen de modules) zou willen bepalen. Zeker bij dit soort prijzige "topklasse" modules kan dat aardig wat pecunia schelen. NB, dit specifieke SunPower module heeft een oppervlakte (buitenmaten) van 1,559 x 1,046 = 1,63 m². De werkingsgraad van dit 300 Wp module is dus gemiddeld 184,0 Wp/m². Heftig veel meer dan de in het hoofdartikel op deze pagina geciteerde, al lang niet meer geproduceerde BP module. Die een 20% lagere werkingsgraad had dan het hier besproken, succesvolle, commercieel verkrijgbare SunPower model (er zijn zelfs beter presterende nog krachtiger zusjes verkrijgbaar). En ook is die 184 Wp/m² bijna twee maal zo veel als de totaal achterlijke 100 Wp/m² die nog steeds heden ten dagen door "onafhankelijke" partijen in Nederland wordt gebruikt - nota bene om zonnestroom aan te prijzen... (3) Met dank aan de anonieme afzender voor de interessante spreadsheet! Jiangsu ("Kingsun") OEM monokristallijne Chinese modules 185 Van weer een ander spontaan aanbieder (zelf niet actief in handel met modules, maar particulier PV-eigenaar die de beschikking kreeg over die lijst) kreeg ik een forse spreadsheet met detailgegevens en flashdata van een container met monokristallijne "JYM185" modules van de Chinese OEM producent Jiangsu KingSun Solar Power Technology Co. Ltd uit Gaoyou/Jiangsu provincie. Geïmporteerd door de handelaar Solarking die op Gathering Tweakers actief is (zie ook de bespreking bij de Sonnenertrag update van 6 april 2010). De code "JYM" kom je af en toe tegen bij zoektochten op het internet. Zo vond ik vergelijkbare, doch qua technische details niet identieke JYM modules bij de ook door Jiangsu genoemde Chinese aanbieder Gaoyou Jinyang Engineerings Lamps Co., Ltd. in dezelfde Chinese stad (datasheet hier beschikbaar). En GoT contribuant Anton Rongen vond andere "JYM" modules, met weer iets afwijkende technische specificaties (bericht 25 maart op GoT Duurzame Energie 17) ... Het lijkt er op dat met de Chinese cellen (van nog niet gespecificeerde afkomst) door verschillende module fabrikanten bijna gelijkwaardige (doch niet identieke) modules worden gemaakt. In ieder geval hieronder een analyse van de "inhoud" van het spreadsheet van de "KingSun" modules. Wat een gedetailleerd overzicht geeft van maar liefst 728 monokristallijne zonnepanelen. Ze worden verkocht als "185 Wp" module, maar direct aan de spreadsheet is al te zien dat die "sticker" waarde een minimaal geflasht STC vermogen betreft (laagste waarde: 185,003 Wp), en dat er een aanzienlijke hoeveelheid van de panelen in die container behoorlijk hogere geflashte vermogens geeft te zien. Zelfs, en dat is merkwaardig in deze zending, tot een maximum STC waarde van 191,373 Wp. Een module die bij een gemiddeld leverancier beslist in een "hogere vermogensklasse" ingedeeld zou zijn geweest. Waarbij de grens tussen een "185" resp. "190" Wp paneel met bijvoorbeeld een tolerantie van 1,3% zou zijn aangegeven. Een "185 sticker" zou dan staan voor modules met een geflashte STC waarde van 182,6 tot en met 187,4 Wp. "190" zou neerkomen op modules vallend binnen het traject 187,5 tot en met 192,5 Wp. In de volgende figuur geef ik eerst in een plaatje de afwijking (%) van de individueel geflashte STC vermogens t.o.v. de "sticker" waarde (185 Wp) weer in die grote zending.
In de tweede grafiek die hier onder volgt heb ik de modules onderverdeeld in "Wp klassen" om een iets beter beeld van de spreiding van de geflashte vermogens te krijgen. De indeling die ik heb gemaakt is als volgt:
Tot slot, in de laatste grafiek, geef ik de spreiding per (kunstmatige) klasse weer in procent afwijking van het geflashte module vermogen t.o.v. het gemiddelde per klasse.
Uit de spreadsheet gegevens blijkt verder ook dat, zelfs binnen de door mij "opgeknipte klassen" per Wp, er een behoorlijk sterke variatie is in de andere elektrische module data. Met name de kortsluitstroom van de modules (Isc) kan fors variëren, in de gehele range van alle modules in deze "zending" 21% meer dan het gemiddelde tot 8% minder dan het gemiddelde. In ieder geval is mij al ter ore gekomen dat in nieuwe zendingen geen "190 Wp" exemplaren meer zouden moeten zitten, dus mogelijk wordt een homogenere set modules uitgeleverd in de komende tijd. Of dat ook zal betekenen dat de variatie in andere module data minder zal worden moet gaan blijken. Afsluitend Verder lezen & aanvullingen (1) Uitvoerige bespreking bij de resultaten van de 2009 resultaten van de test batterij bij Photon in Aachen, met duidelijke uitleg wat er allemaal bij zo’n test opzet komt kijken, en alle relevante achtergronden (info bij Polder PV). Siemer, J. (2010). Was wirklich zählt: Leistung, Wirkungsgrad, Ertrag. – Photon 2010/2: 62-65. (resultaten en bespreking 2009) Voor een eerdere versie (testresultaten 2008), zie ook het elektronisch beschikbare Engelstalige exemplaar gepubliceerd in Photon op de website van - uiteraard - de winnaar SolarWorld: (2) De vulfactor (Fill factor) is gedefinieerd als het quotiënt van het maximale vermogen en het product van de kortsluitstroom en de openklemspanning van een PV-module. Info en berekening van Baltus ElektroAdviesBureau in de beroemde NOVEM publicatie over monitoring van PV. (3) Zoals het "onafhankelijke", door de gemeentes Delft, Zoetermeer, en inmiddels ook Rijswijk in het leven geroepen Energieloket, wat "is opgezet om inwoners, ondernemers en bestuurders te informeren over energiebesparing, duurzame energie en alles wat daarbij komt kijken. Het loket is ontwikkeld en wordt onderhouden door het Eerste Regionale Energie Agentschap." (intropagina). Als je doorklikt via de opties "particulier", (woonplaats), "Duurzame energie toepassen in mijn woning", en "Zonne-energie" (of: directe link), kom je op een pagina met nogal achterhaalde info. Zoals: "Als vuistregel wordt gehanteerd dat een zonnepaneel van 1 m² ongeveer 100 Watt piek (Wp) levert". Wat natuurlijk rabiate kul is, zelfs als je niet van dure SunPower modules zou uitgaan, maar van in gigantische aantallen en soorten op de markt aangeboden "eenvoudiger" kristallijne modules die een werkingsgraad hebben die onder of zelfs boven die van de hierboven genoemde niet meer geproduceerde BP Solar panelen ligt (voorbeelden Sinosol 160 Wp multi 134 Wp/m², Sharp 185 Wp mono 141 Wp/m², Siliken 240 Wp mono 148 Wp/m², Solon 280 Wp multi 166 Wp/m²). Maar nog steeds zijn al die reguliere, massaal op de markt aanwezige zonnepanelen rond de anderhalf maal zo krachtig als de achterhaalde "vuistregel" modellen van Energieloket.nl. Die gezien de ook al absurde prijsstelling die daar wordt genoemd beslist over die klassieke "kristallijne markt" gaat, en niet over het nog steeds kleine dunnelaag marktsegment, zie verder. Gathering Tweakers contribuant KetsOne maakte zich terecht druk over nog meer foutieve/totaal achterhaalde informatie op die nagelneue (...) website, en stuurde een leuke brief naar de initiatiefnemers. Zie deze post. Zelfs een commercieel verkocht modern dunnelaag module zoals het 120 Wp Powermax® CIS paneel (Avancis) wat hetzelfde Shell Solar nog heeft ontwikkeld wat mijn antieke "100 Wp/m²" kristallijne ACN2000E moduultje nog tot 2001 op de markt bracht, zit al op een voor dunnelaag respectabele werkingsgraad van 110 Wp/m². Met grote potentie dat het meer kan gaan worden bij voortschrijdende perfectie van de CIS productie techniek. Het beroemde Amerikaanse FirstSolar zit met haar spotgoedkoop geproduceerde en massaal verkochte FS-272 72,5 Wp dunnelaag CdTe model al op 101 Wp/m² - maar die mogen in Nederland niet eens worden geïnstalleerd wegens achterhaalde regelgeving. Tot slot, de 100-140 Wp range van de nieuwe SoloPower CIGS dunnelaag modules staat ook al voor werkingsgraden van 83 tot zelfs 116 Wp/m² Je vraagt je met recht af waar dit soort "hoopvolle initiatieven" hun gegevens vandaan halen. En wat de "waarde" dan wel zou moeten zijn van de aangeboden "neutrale" (???) informatie. Web pagina
gepubliceerd dd. 9 maart 2010; toevoeging SunPower 300 WHT 1 N op 12
maart 2010; toevoeging Jiangsu "Kingsun" 185 op 8 april 2010 |
|