|
|
                    
Basics
deel 2
Meer
basics:
Apertuur
rendement
Inzicht
in PV-module zendingen van twee kwaliteitsmerken en een OEM producent,
en meer info over module prestaties: flashdata
Kyocera:
9 maart 2010
SunPower:
12 maart 2010 (aanvulling)
Jiangsu ("Kingsun") OEM:
8 april 2010
Kyocera
Van
het reeds 14 jaar in het vak zittende Buro
Wilders uit Den Haag kreeg ik, zeer interessant, en zonder
dat ik daar expliciet naar vroeg, inzage in de in Nederland vaak
angstvallig verzwegen flashdata van een contingent
van 6 module types
die hun "hofleverancier" Kyocera - een reeds lang bestaand
topmerk uit Japan met lange traditie - aan hen had geleverd.
Voor wie dat "fenomeen" nog niet bekend is. Levering van
flashdata van individuele modules is in een markt als Duitsland doodnormaal.
Niet alleen aan de groothandel, leverancier of installateur. Ook, desnoods
op verzoek (maar vaak standaard bij "de levering" zittend),
aan de eindafnemer: mensen als u en ik, dus. U heeft recht op die data,
want daar uit blijkt exact wat u in totaal en specifiek per module aan "nominaal
STC vermogen" geleverd heeft gekregen. Systeemprijzen worden bij
het gros van de leveranciers gebaseerd op het nominale vermogen (zeg
maar: prijs in Euro per Wattpiek). Want ook zij worden "afgerekend" op
de ingekochte Wattpieken (cellen dan wel modules bij tussenhandel), en
niet op het "gemiddelde sticker vermogen". Dat laatste wordt
in Duitsland ook wel de "Nennleistung" genoemd, in het Engels
soms "name plate capacity". Het daadwerkelijk door de producent
bepaalde - en middels flasher gedocumenteerde - individuele vermogen
per module wordt bij de techneuten van het vakblad Photon de "STC-Leistung" genoemd.
(1)
Van de data die ik
van Buro Wilders toegestuurd kreeg bepaalde ik de procentuele afwijking
van de individuele module vermogens (STC waarde
bepaald bij instraling van 1.000 Watt/m², 25 graden celtemperatuur,
air-mass van 1,5) t.o.v. het "sticker vermogen": de klasse
waartoe het module door de producent wordt gerekend en onder welk "label"
het wordt verkocht (vaak wordt dat getal in de module "naam" opgenomen,
maar zeker niet altijd).

Fig. 1: screendump
van een klein stukje van het spreadsheet met data van enkele van de
geleverde 205 Wp modules, type KD205GH-2 (module type,
kolom A). Achtereenvolgens is in de kolommen zichtbaar: serienummer van
het module (B), het geflashte individuele STC vermogen in Watt DC vermogen
uit het module (C), de daaruit door mij berekende afwijking t.o.v. het
"sticker vermogen" in procent (D, rood), de bij Pmax behorende gelijkspanning
Vpmax in Volt (E), idem gelijkstroom Ipmax in Ampère (G), de openklem
spanning Voc in Volt (I), resp. de kortsluit stroom Isc in Ampère
(K).
Op basis van de door
mij berekende afwijking van het "sticker
vermogen" heb ik een grafiek met de spreiding van de afwijkingspercentages
gemaakt, en van die percentages een gemiddelde bepaald per module
type.
Voor
de
resulterende visualisatie,
zie de uit de Excel spreadsheet gegenereerde grafiek:

Graph
© 2010 Polder PV, Leiden, Netherlands (www.polderpv.nl);
data
kindly provided by Buro Wilders, the Hague, Netherlands (www.buro-wilders.nl)
Fig. 2. Spreiding
in afwijkingen van het "sticker vermogen" grafisch
weergegeven. Horizontale as: willekeurige individuele module, gesorteerd
op serienummer. Elke kleine punt geeft de afwijking per module weer t.o.v.
de "Nennleistung" van het module type. Elke kleur vertegenwoordigt
een van de 6 in de zending zittende typen modules. Gemiddeldes per groep
zijn met een dikke stip weergegeven met de daarbij behorende waarde.
Kleine modules
Duidelijk
wordt uit deze grafiek dat de "toleranties" die
Kyocera uitlevert in deze zending zeer acceptabel zijn, meestal in de
"plus-range" liggen,
maar wel per module type kunnen verschillen. Zo is er een forse spreiding
in het type KD95SX-1P, grofweg tussen de -2 en +1,5% (roze in grafiek),
met zelfs een gemiddelde wat iets onder nul ligt: -0,43%. Het iets minder
sterke 70 Wp zusje (KD70SX-1P, donkerblauw), doet het gemiddeld genomen
een stuk beter, met plus 0,42%. Dit soort – anno 2010 - relatief
laag vermogen hebbende module types zal echter nauwelijks meer voor netgekoppelde
installaties worden ingezet (het dominante, alles overheersende marktsegment).
Dit soort lagere vermogens zal eerder voor de "autonome" markt
interessant zijn (bijv. campers, volkstuintjes, scheepvaart), waar in
de vorm van de prijsstelling van het module een evt. "negatieve" tolerantie
ruimschoots gecompenseerd kan worden. In die specifieke deelmarkt is
het exacte vermogen ook niet zo heel erg relevant, al moet de afwijking
van het "stickervermogen" natuurlijk niet te gek worden.
Netgekoppeld
marktsegment
Veel
interessanter is natuurlijk het dominante netgekoppelde marktsegment,
waarbij het
immers belangrijk is dat in een in strings op te nemen hoeveelheid
zonnepanelen vooral niet te sterk van elkaar afwijkende STC vermogens
zullen mogen hebben (omdat het "minst goede" module doorslaggevend
zal zijn in het maximaal af te geven momentane vermogen). Met name de
135 Wp modules (KD135GH-2PU, gele datapunten), blijken dan allemaal een
fors hogere tolerantie te hebben ongeveer tussen de 1 en 4% boven het
sticker vermogen. Dat zou dus zeker voor mensen die niet zo’n behoefte
hebben aan hoge module vermogens (bijvoorbeeld genoeg dakruimte), en
bij gebleken "scherpe prijs" voor dit module type beslist
een zeer interessant type zonnepaneel kunnen zijn. Voorbeeld: 16 stuks
maakt een installatie van 2,16 kWp, met een plus tolerantie van gemiddeld
nog eens 2,57%, dus mogelijk zelfs zo’n 2,22 kWp werkelijk STC
vermogen.
Voor het zeker voor
particulieren met niet zo veel dakruimte steeds populairder en belangrijker
wordende marktsegment met de hogere module
vermogens zijn de laatste twee zonnepaneel types uiteraard het meest
interessant. Daaruit blijkt dat Kyocera dat zich ook bewust is, want
de gemiddelde "plus" toleranties liggen daar lager dan voor
het 135 Wp exemplaar. Gemiddeld 1,81% voor de 205 Wp modules (lichtblauw),
tot 0,36% voor de 210 Wp exemplaren (donkergroen). Maar, nog steeds:
grotendeels meer STC vermogen dan de categorie waarin het module wordt
ingedeeld.
Vreemd eendje
Als
ietwat "vreemde eend in de bijt" zijn er dan nog 4 kleine
16 Wp modules (stickervermogen) aanwezig in de zending (rood gemarkeerde
datapunten). Duidelijk "hobby paneeltjes", met een forse
spreiding in daadwerkelijk "geflasht" STC vermogen, maar
gemiddeld positief op 1,41%.
Toleranties en marketing
Voor de goede orde: van mijn verder prima werkende, in 2000 en 2001 gekochte
Shell Solar modules heb ik nooit van de leverancier noch van de producent
flashdata gekregen, ook niet bij navraag. Volgens de eveneens met zeer
veel moeite verkregen vrij summiere datasheets van onze Shell Solar
panelen hebben deze een vermogens-tolerantie van plus of min 5 %. Veel
"extremer" (ook "in
de min") dan bovengenoemde Kyocera modules, die bovendien grotendeels
"in de plus" blijken te zitten, gezien de data van deze specifieke
geleverde partij.
Er zijn tegenwoordig
zelfs leveranciers die uitsluitend "plus" toleranties
beloven, wat natuurlijk ook een slimme marketing techniek kan zijn. Want
het daarbij opgegeven "sticker" vermogen zegt uiteindelijk
niet zoveel. De crux blijft: wat is het werkelijk geflashte STC vermogen
van de individuele modules, en hoeveel wijkt dat af van het in de reclamefolders
en datasheets opgegeven "gemiddelde" vermogen? Als zou blijken
dat alle modules in de geleverde batch standaard ongeveer 5% hoger dan
het opgegeven "sticker" vermogen zouden blijken te liggen,
is dat "naamplaat" vermogen natuurlijk zeer misleidend veel
te laag opgegeven. Want dat zou dan eigenlijk 5% hoger dienen te liggen
dan de opgegeven waarde om de werkelijkheid beter te benaderen! De les:
kijk uit als leveranciers grote ophef van "alleen maar plus toleranties"
maken. Ook in de zonnestroom branche worden zaken soms mooier voorgesteld
dan
ze in werkelijkheid blijken te zijn...
Bij de eerder in
dit artikel besproken Kyocera flashdata blijken de toleranties niet
zo groot dat er van veel te hoge (systematische) "onderwaardering"
gesproken kan worden als het om de "sticker" waarde gaat. Want bijna
alles valt gemiddeld zo’n beetje binnen de 2,5% t.o.v. dat "naamplaat"
vermogen. Vermogensklassen worden vaak opgeknipt in stappen van 5 Wp,
en daar zit
Kyocera een behoorlijk stuk onder qua spreiding.
Nog enkele belangrijke
begrippen bij interpretatie van "module
prestaties"
In het onderaan geciteerde Photon artikel werden nog een paar in
deze materie belangrijke begrippen genoemd die ik u ook niet
wil onthouden.
Er is veel verwarring over en voor een goed begrip is het essentieel
dat de definities helder zijn.
(1) "Leistung". Het
(momentane) vermogen (eenheid: Watt) van een module is het product
van stroom (I in Ampère) en spanning
(V in Volt). Beide waarden variëren al naar gelang de belichtingscondities:
bij heldere hemel komt er meer vermogen uit het zonnepaneel dan bij bewolkte
hemel. De waarden (en dus ook het product vermogen) zijn nul als er geen
licht is. Let op dat het door het module afgegeven vermogen beslist niet
hetzelfde is als wat de omvormer(s) uiteindelijk op het huisnet (of in
Duitsland: grotendeels direct op het laagspanningsnet) afgeven. Want
er zitten nog diverse verliesposten in het systeem die met de "match"
en kwaliteit van de omvormer zelf hebben te maken. AC vermogen is altijd
minder dan het momentane (actuele) door de zonnepanelen afgegeven DC
vermogen (anders zouden de systeemverliezen vanaf de generator negatief
zijn, en dat lijkt me fysiek onmogelijk).
(2) "Wirkungsgrad". De werkingsgraad (eenheid: Watt/m²)
is de verhouding van het momentane vermogen en de (module) oppervlakte:
hoe hoger de werkingsgraad, hoe meer vermogen er door een gegeven oppervlakte
kan worden gegenereerd.
"Leistung"
en "Wirkungsgrad" dienen in ieder
geval onder STC condities te worden vastgesteld ter referentie. Dat is
de mondiale vergelijkingsbasis voor een "theoretische prestatie
vergelijking" van modules die overal op de wereld kunnen worden
gemaakt. Uit de aldus onder STC condities "geflashte" module
resulteert een individueel "flash rapport", wat aan de eindverbruiker
dient te worden overhandigd bij aankoop. Dat is de "standaard",
maar wat er uiteindelijk daadwerkelijk uit het module voor vermogen gaat
komen is natuurlijk afhankelijk van een serie dynamische impact hebbende
systeem- en klimatologische condities.
(3) "Ertrag".
De uiteindelijke energieproductie (output van elektriciteit, eenheid:
Wattuur, Wh, of het bekender klinkende duizendvoudige
daarvan: kWh)
van het module, of, beter: van het PV-systeem. Deze wordt altijd over
een bepaalde tijdseenheid
gemeten. Het voor de eindverbruikers meest relevant: de kWh productie
per jaar. Deze uiteindelijke opbrengst wordt door tal van "verliesposten"
bepaald, waaronder selectieve zoninstralings-verschillen (denk aan
de forse instralingsgradiënt van
west naar oost in Nederland, maar ook aan lokale weerverschillen moet
worden gedacht), beschaduwing, suboptimale oriëntatie en/of
hellingshoek, diverse verliesposten bij "mismatch" tussen
omvormer en de PV panelen, zowel DC- als AC kabelverliezen, omvormer
verliezen, etc. Alle verliesposten zijn in theorie wel redelijk nauwkeurig
"te berekenen" (zie het al uitgebreid in het verleden gepubliceerde
pionier werk van ElektroAdviesBureau
Baltus in de beroemde NOVEM
rapportage).
Maar vooral vrij onzekere factoren als tijdelijke en/of partiële
beschaduwing, temperatuur effecten van dakgeïntegreerde systemen,
typische lokale condities zoals reflecties veroorzakende naburige wateroppervlaktes,
e.d. maken dat zo’n
berekening altijd een benadering zal blijken te zijn. De voorspellende
modellen
worden
wel
steeds beter.
Vaak
wordt
er voor de zekerheid conservatief geschat (in een wereldmarkt als Duitsland,
maar ook in het snel groeiende Vlaanderen). Dan kan het finale resultaat
de kersverse eigenaar van een mooi PV-systeem alleen maar bekoren en
krijgt de leverancier geen problemen met de inschatting. Wellicht krijgt
hij/zij zelfs een schouderklopje, dat het systeem zo geweldig presteert,
"boven verwachting"...
Relativering werkingsgraad
Het is beslist niet zo dat modules met de hoogste werkingsgraad per definitie
beter presteren dan zonnepanelen met een lagere werkingsgraad. Dat wordt
het duidelijkst uit de door Photon gepubliceerde vergelijking op basis
van de energieproductie per [k]Wp ([k]Wh/[k]Wp per jaar). Want in 2009
blijken de dunnelaag CdTe modules van het Amerikaanse bedrijf First
Solar met het laagste geflashte STC vermogen van de 16 test panelen
(gemiddelde van 3 van dezelfde type modules slechts 65,4 Wp) nota bene
al op de 2e plaats te zijn beland qua genormeerde energie productie*
in het jaar. Slechts 0,4% achter de jarenlange kampioen, de 210 Wp multikristallijne
SolarWorld SW210
modules. Er staan diverse krachtige, hoog Wp vermogen hebbende kristallijne
en andere dunnelaag modules op vele procenten afstand van de FS exemplaren,
inclusief een BP
Solar module met de hoogste werkingsgraad binnen de testpopulatie.
Vooral de opmerkelijk goede prestaties van de CdTe modules van First Solar
in de warme zomermaanden blijken voor de jaaropbrengst van deze opmerkelijke
panelen van doorslaggevende betekenis te zijn. Voor de door Polder PV
berekende werkingsgraad (wg) van de hier genoemde drie
typen modules, zie onder de hier onder weergegeven voetnoot **.
* In
de testen van Photon wordt specifiek naar de jaarproductie aan DC ("direct
current", gelijkstroom) zijde van de individuele modules gekeken (kWh/kWp
per jaar). Deze worden bepaald door 1 maal per seconde een enorme reeks
data uit
te lezen
met een volautomatische logger en datavreter. Hiermee wordt voorkomen
dat allerlei mismatches met omvormerverliezen en slecht passende module
configuraties de meetresultaten onvergelijkbaar gaan beïnvloeden
per module type. Als die factoren ook een belangrijke rol zouden gaan
spelen, zou daarmee geen zuivere testopstelling zijn te bouwen die module
verschillen wil zien te traceren.
** Berekende werkingsgraden van de drie hierboven genoemde modules uit
de Photon 2009 testresultaten:
- SolarWorld
SW210 poly (1e plaats testjaar 2009): 1,68 m² geeft een
wg van gemiddeld 125,0 Wp/m² voor dat 210 Wp ("Nennleistung")
multikristallijne Si-module;
- FirstSolar FS-265 (2e plaats): 0,72 m² geeft een wg van gemiddeld
90,3 Wp/m² voor dat 65 Wp dunnelaag CdTe module;
- BP Solar
BP 7185 S (12e plaats): 1,26 m² geeft een wg van gemiddeld
146,8 Wp/m² voor dat 185 Wp monokristallijne Si-module.
Tot slot
Met hartelijke dank aan Buro Wilders voor het verstrekken van de
zeer interessante flashdata. Die wat Polder PV betreft iedere
koper van
zonnepanelen in Nederland standaard geleverd zou moeten krijgen.
Omdat u er recht op heeft.
SunPower
300 WHT 1 N
Van een mij bekend
zonnestroom opwekker die anoniem wenst te blijven, en die geen bedrijfsmatige
activiteit
in
zonne-energie heeft, ontving ik n.a.v. de publicatie van
bovenstaand artikel spontaan een spreadsheet van een zending van de
bekende monokristallijne "back-contact" Amerikaanse SunPower modules.
Het gaat om dertig exemplaren (waarschijnlijk een pallet vol) van het
type SPR-300-WHT-I N, met een vermogen van 300 Wattpiek ("Nennleistung").
Alle individuele
module
gegevens zijn door de producent beschikbaar gesteld, tot een minder bekende
specificatie als de vulfactor (2),
"FF" ("fill-factor") aan toe. Uiteraard maakte Polder PV weer
een "spreidingsplot" van de individuele afwijkingen van het nominale
stickervermogen van 300 Watt, net als voor genoemde Kyocera modules
in het hoofdartikel hierboven:

Goed
is te zien dat de tolerantie op de gemiddelde nominale waarde (300
Wp) van de 30 modules in deze zending relatief klein is ("strakke"
tolerantie), en binnen de minus 1 tot maximaal plus 2,5% range ligt.
Wat betekent
dat u minimaal
300
- (0,01*300) = 297 Wp per module zult krijgen (bij gelijksoortige zendingen!!!).
En maximaal zelfs ongeveer 300 + (0,025*300) = 307,5 Wp per module. Op
deze spreadsheet waren de minimum en maximum waarden ook expliciet
vermeld, met het gemiddelde per module. De gemiddelde afwijking van
het "sticker vermogen" ligt in deze zending een gezonde 0,8% boven
de 300 Wp. Gemiddeld zou u - onder gelijksoortige zending omstandigheden
- dan een 302,4 Wp module krijgen. En dat zou dan het actuele (daadwerkelijk
geleverde) STC vermogen zijn
waarmee
u zou
moeten rekenen
als
u de bekende
kostenfactor "Euro per Wattpiek" (voor alleen de modules) zou willen
bepalen. Zeker bij dit soort prijzige "topklasse" modules kan dat aardig
wat pecunia schelen.
NB,
dit specifieke SunPower module heeft een oppervlakte (buitenmaten)
van 1,559 x 1,046 = 1,63 m². De werkingsgraad van dit 300 Wp module
is dus gemiddeld 184,0 Wp/m². Heftig veel meer
dan de in het hoofdartikel op deze pagina geciteerde, al lang niet
meer geproduceerde BP module. Die een 20%
lagere werkingsgraad had dan het hier besproken, succesvolle, commercieel
verkrijgbare SunPower model (er zijn zelfs beter presterende nog krachtiger
zusjes verkrijgbaar). En ook is die 184 Wp/m² bijna twee maal zo veel
als de totaal achterlijke
100 Wp/m² die nog steeds heden ten dagen door "onafhankelijke" partijen
in Nederland wordt gebruikt - nota bene om zonnestroom aan te prijzen...
(3)
Met
dank aan de anonieme afzender voor de interessante spreadsheet!
Jiangsu
("Kingsun") OEM monokristallijne Chinese modules 185
Van weer een ander
spontaan aanbieder (zelf niet actief in handel met modules, maar particulier
PV-eigenaar die de beschikking kreeg over die lijst) kreeg ik een forse
spreadsheet met detailgegevens en flashdata van een container met monokristallijne
"JYM185" modules van de Chinese OEM producent Jiangsu
KingSun Solar Power Technology Co. Ltd uit
Gaoyou/Jiangsu provincie. Geïmporteerd door de handelaar Solarking
die op Gathering Tweakers actief is (zie ook de bespreking bij
de Sonnenertrag update van 6 april 2010). De code "JYM" kom je af en
toe tegen bij zoektochten op het internet. Zo vond ik vergelijkbare,
doch qua technische details niet identieke JYM modules bij de ook door
Jiangsu genoemde Chinese aanbieder Gaoyou Jinyang Engineerings Lamps
Co., Ltd. in dezelfde Chinese stad (datasheet hier beschikbaar). En
GoT contribuant Anton Rongen vond andere "JYM" modules, met weer iets
afwijkende
technische
specificaties (bericht
25 maart op GoT Duurzame Energie 17) ...
Het lijkt er op dat met de Chinese cellen (van nog niet gespecificeerde
afkomst)
door
verschillende
module
fabrikanten
bijna
gelijkwaardige (doch
niet identieke) modules worden gemaakt.
In ieder geval hieronder
een analyse van de "inhoud" van het spreadsheet van de "KingSun" modules.
Wat een gedetailleerd overzicht geeft van maar liefst 728 monokristallijne
zonnepanelen. Ze worden
verkocht als "185 Wp" module, maar direct aan de spreadsheet is
al te zien dat die "sticker" waarde een minimaal geflasht
STC vermogen betreft (laagste waarde: 185,003 Wp), en dat er een aanzienlijke
hoeveelheid van de panelen in die
container
behoorlijk
hogere geflashte vermogens geeft te zien. Zelfs, en dat is merkwaardig
in deze zending, tot een maximum STC waarde van 191,373 Wp. Een module
die bij een gemiddeld leverancier beslist in een "hogere vermogensklasse"
ingedeeld
zou zijn
geweest.
Waarbij de grens tussen een "185" resp. "190" Wp paneel met bijvoorbeeld
een tolerantie van 1,3% zou zijn aangegeven. Een "185 sticker" zou
dan staan voor modules met een geflashte STC waarde van 182,6 tot en
met
187,4
Wp.
"190" zou neerkomen op modules vallend binnen het traject 187,5 tot
en met 192,5 Wp.
In de volgende figuur
geef ik eerst in een plaatje de afwijking (%) van de individueel
geflashte STC vermogens t.o.v. de "sticker" waarde (185 Wp) weer in
die grote zending.
|
^^^
Note: flashdata from "JYM" 185 modules by Jiangsu
KingSun Solar Power Technology Co. Ltd.
Overzicht
van de afwijking van het nominale individuele geflashte STC vermogen
(Wp) van 728 stuks "JYM
185" monokristallijne
modules
t.o.v. de "sticker" waarde van 185 (Wp). Horizontale as: sortering
op serienummer. Alle STC vermogens van de modules in deze
zending liggen (een stuk) hoger dan die sticker waarde,
tot bijna
3,5% aan toe.
De bulk van de zending zit ongeveer een half tot anderhalf procent
boven het vermogen van 185 Wp. Met een dikke stip is de gemiddelde
afwijking van alle geflashte module vermogens t.o.v. die 185
Wp weergegeven: 1,22% boven die sticker waarde. |
In de tweede grafiek
die hier onder volgt heb ik de modules onderverdeeld in "Wp klassen"
om een iets beter beeld van de spreiding van de geflashte
vermogens te krijgen. De indeling die ik heb gemaakt is als volgt:
| 185
klasse, 142 stuks (19,5%):
186
klasse, 190 stuks (26,1%):
187
klasse, 196 stuks (26,9%):
188
klasse, 125 stuks (17,2%):
189
klasse, 54 stuks (7,4%):
190
klasse, 21 stuks (2,9%): |
185,000
- 185,999 Wp
186,000
- 186,999 Wp
187,000
- 187,999 Wp
188,000
- 188,999 Wp
189,000
- 189,999 Wp
> 190,000
Wp |
|
^^^
Modules onderverdeeld in 6 "klassen" (zie overzichtje boven de
grafiek, met identieke kleurcodes). Met een dikke stip is
het gemiddelde
nominale geflashte STC vermogen per "klasse" weergegeven achteraan
elke groep. Het gros van de modules heeft nominale vermogens
tussen de 186 en 188 Wp (dus 1-3 Wp hoger dan de "sticker"
waarde van
185), gevolgd door de "klasse" 185-186 Wp, vervolgens "klasse"
188-189 Wp, 189-190 Wp, en tot slot nog een "buitenstaander klasse"
van meer dan 190 Wp. Die eigenlijk niet het "sticker predikaat"
185 Wp opgespeld zou moeten krijgen, maar wat voor de eindgebruiker
die denkt dat hij/zij "slechts" 185 Wp krijgt natuurlijk
zonder meer aantrekkelijk is. De spreiding van de modules
is gelijkmatig over deze "kunstmatige" klassen
verdeeld.
Horizontale
as: sortering op serienummer per klasse. |
Tot slot, in de laatste
grafiek, geef ik de spreiding per (kunstmatige) klasse weer in procent
afwijking van het geflashte module vermogen t.o.v. het gemiddelde per
klasse.
|
^^^
De spreiding
per categorie valt grofweg binnen de 0,3% afwijking van het gemiddelde per (kunstmatige) klasse. Omdat de "190 klasse" niet
naar boven werd begrensd door mij, vallen de krachtigste
modules in deze
zending
(nominaal
geflasht
vermogen
191 Wp of meer, 2 stuks) enigzins buiten de boot. |
Uit de spreadsheet
gegevens blijkt verder ook dat, zelfs binnen de door mij "opgeknipte
klassen" per Wp, er een behoorlijk sterke variatie is in
de andere elektrische module data. Met name de kortsluitstroom van de
modules (Isc) kan fors variëren, in de gehele range van alle modules
in deze "zending" 21% meer dan het gemiddelde tot 8% minder dan het gemiddelde.
In ieder geval is
mij al ter ore gekomen dat in nieuwe zendingen geen "190 Wp" exemplaren
meer zouden moeten zitten, dus mogelijk wordt een homogenere
set modules uitgeleverd in de komende tijd. Of dat ook zal betekenen
dat de variatie in andere module data minder zal worden moet gaan blijken.
Afsluitend
Vooralsnog
lijken de - nog vrij prille - gebruikservaringen met deze Chinese OEM
modules goed gezien de reacties
op het Gathering Tweakers forum (Duurzame Energie, met name deel
17).
De tijd zal gaan leren of deze goedkoop aangeboden import modules
hun goede prestaties over de jaren heen kunnen blijven behouden,
en
de output op orde blijft (hetgeen uiteraard voor alle modules geldt,
van [verondersteld] topmerk tot [verondersteld] B-merk).
Verder lezen
& aanvullingen
(1) Uitvoerige
bespreking bij de resultaten van de 2009 resultaten van de test batterij
bij Photon in Aachen, met duidelijke uitleg wat er
allemaal bij zo’n test opzet komt kijken, en alle relevante
achtergronden (info bij Polder PV).
Siemer, J. (2010).
Was wirklich zählt: Leistung, Wirkungsgrad,
Ertrag. – Photon 2010/2: 62-65. (resultaten en
bespreking 2009)
Voor een eerdere
versie (testresultaten 2008), zie ook het elektronisch beschikbare
Engelstalige exemplaar gepubliceerd in Photon op de website
van - uiteraard - de winnaar SolarWorld:
http://www.solarworld.de/fileadmin/content_for_all/pdf/test_ergebnisse/photon-magazine-solarworld-2-2009-en.pdf
(2) De vulfactor
(Fill factor) is gedefinieerd als het quotiënt
van het maximale vermogen en het product van de kortsluitstroom en
de openklemspanning van een PV-module. Info en berekening van Baltus
ElektroAdviesBureau in de beroemde NOVEM publicatie over monitoring
van PV.
(3) Zoals
het "onafhankelijke", door de gemeentes Delft, Zoetermeer, en inmiddels
ook Rijswijk in het
leven geroepen Energieloket, wat "is opgezet om inwoners,
ondernemers en bestuurders te informeren over energiebesparing, duurzame
energie en alles wat daarbij komt kijken. Het loket is ontwikkeld en
wordt onderhouden door het Eerste Regionale Energie Agentschap." (intropagina).
Als je doorklikt via de opties "particulier", (woonplaats), "Duurzame
energie
toepassen in mijn woning", en "Zonne-energie" (of: directe
link), kom je op een pagina met nogal achterhaalde info. Zoals:
"Als vuistregel wordt gehanteerd dat een zonnepaneel van 1 m² ongeveer
100
Watt piek
(Wp)
levert". Wat natuurlijk rabiate kul is, zelfs als je niet van dure
SunPower modules zou uitgaan, maar van in gigantische aantallen en
soorten op de markt aangeboden "eenvoudiger" kristallijne modules die
een werkingsgraad hebben die onder of zelfs boven die van de hierboven
genoemde
niet meer
geproduceerde BP Solar panelen ligt (voorbeelden Sinosol 160 Wp multi
134 Wp/m², Sharp 185 Wp mono 141 Wp/m², Siliken 240 Wp mono 148 Wp/m²,
Solon 280 Wp multi 166 Wp/m²). Maar nog steeds zijn al die reguliere,
massaal op de markt aanwezige zonnepanelen rond de anderhalf maal zo
krachtig als
de
achterhaalde
"vuistregel"
modellen
van Energieloket.nl.
Die gezien de ook al absurde prijsstelling die daar wordt genoemd beslist
over die klassieke "kristallijne markt" gaat, en niet over het nog
steeds kleine dunnelaag marktsegment, zie verder. Gathering Tweakers
contribuant KetsOne maakte zich terecht druk over nog meer
foutieve/totaal
achterhaalde
informatie
op die nagelneue (...) website, en stuurde een leuke brief naar de
initiatiefnemers. Zie deze
post.
Zelfs een commercieel
verkocht modern dunnelaag
module zoals het 120 Wp Powermax® CIS paneel (Avancis) wat hetzelfde
Shell Solar
nog
heeft ontwikkeld
wat mijn antieke "100 Wp/m²" kristallijne ACN2000E moduultje nog
tot 2001 op de markt bracht, zit al op een voor dunnelaag respectabele
werkingsgraad van 110 Wp/m². Met grote potentie dat het
meer
kan gaan
worden bij voortschrijdende perfectie van de CIS productie techniek.
Het beroemde Amerikaanse FirstSolar zit met haar spotgoedkoop geproduceerde
en massaal verkochte FS-272 72,5 Wp dunnelaag CdTe
model al op 101 Wp/m² - maar die mogen in Nederland niet eens worden
geïnstalleerd wegens achterhaalde regelgeving. Tot slot, de 100-140
Wp range van de nieuwe SoloPower CIGS dunnelaag modules staat ook al
voor werkingsgraden van 83 tot zelfs 116 Wp/m²
Je vraagt je met
recht af waar dit soort "hoopvolle initiatieven" hun gegevens
vandaan halen. En wat de "waarde" dan wel zou moeten zijn van de aangeboden
"neutrale" (???) informatie.
Web pagina
gepubliceerd dd. 9 maart 2010; toevoeging SunPower 300 WHT 1 N op 12
maart 2010; toevoeging Jiangsu "Kingsun" 185 op 8 april 2010
|