Interview
Mycle Schneider
Door Björn
Slawik voor fesa e.V.*
De
toekomst van kernenergie –
renaissance
of afvloeiingsregeling?
Gepubliceerd
in Die SolarRegion 9(1)/2006: pp. 20-21.
Vertaling/Übersetzung:
april 2006 Peter J. Segaar/Polder PV
Binnen het
programma "Zukunft für möglich halten" van
de katholieke Akademie Freiburg onderhield Björn Slawik zich met
Mycle Schneider over kernenergie en een duurzame energievoorziening.
Mycle Schneider is een onafhankelijke internationale kernenergie adviseur
en hij heeft in 1997 de alternatieve Nobelprijs ontvangen.
Wat steekt er volgens u achter de discussie voor de verlenging van de
levensduur van de Duitse kerncentrales? Moeten we vrezen voor het begin
van het einde van het afbouwbeleid?
Zoals ik het inschat
heeft de Duitse elektriciteitssector er geen belang bij om de nieuwbouw
van kerncentrales te forceren. Heden ten dage is
er een gigantisch overschot aan productie capaciteit voor elektriciteit
in Duitsland. Bovendien zijn er in de laatste jaren nog diverse duurzame
energiebronnen bijgekomen; dit alles tegen de achtergrond van een structurele
overcapaciteit in Europa. De grote energieproducenten zijn vooral geïnteresseerd
in financieel rendement aangezien veel van de Duitse kerncentrales zich
in de voor de concerns meest lucratieve fase bevinden: de centrales zijn
reeds afgeschreven en tegelijkertijd zijn er nog geen grote reparaties
nodig. Elke verlenging van de bedrijfstijd levert op deze wijze veel
winst op.
Internationaal gezien lijkt kernenergie flink in opmars te zijn. Wat
voor waarde moeten we hechten aan de nieuwbouwplannen in de voormalige
USSR en vooral in China?
In de voormalige
Oostblok staten is door de dramatische economische terugval tussen
1990 en 1995 ook het energieverbruik fors omlaag gegaan.
Bij de drie grootste kernenergie producenten Rusland, Oekraïne en
Litouwen was de terugval in stroomconsumptie hoger dan de totale productie
van alle kerncentrales. De economische groei van de laatste jaren heeft
deze terugval nog lang niet gecompenseerd. Bovendien weten de Russen
en de Oekraïners nog steeds niet de bouwvallen van zes reeds 19
tot 23 jaar oude kernenergie centrales te voltooien. In China en India
is de situatie heel anders. China groeit de laatste jaren gemiddeld genomen
met ongeveer 10 procent. De toename van het elektriciteitsgebruik is,
ondanks de ontkoppeling van de economische groei dienovereenkomstig opmerkelijk.
Bovendien heeft China het nodige kapitaal beschikbaar voor de bouw van
kerncentrales. Echter, tot nu toe hebben de Chinezen vooral technologie
in het buitenland gekocht. Het aandeel atoomstroom in de totale elektriciteitsproductie
blijft in China steken op 2 procent.
India is heden ten
dage een van de weinige landen die gelijktijdig meerdere kerncentrales
bouwt. De atoomtechniek in India onderscheidt zich daarbij
door een geringe productiviteit en grote milieuproblemen. Daarbij komt
dat in India, net als in China er een kritische publieke opinie is die
sceptisch staat tegenover kernenergie. Het is bijvoorbeeld nauwelijks
bekend dat de grootste protesten tegen het gebruik van kernenergie in
Hongkong plaatsvinden. Zoals ook een internationale enquête door
de in Wenen zetelende kernenergie organisatie IAEO opnieuw laat zien
dat een grote meerderheid van de ondervraagden zich uitspreekt tegen
de nieuwbouw van kerncentrales.
Telkenmale
weer wordt door politici beweerd dat de doelstellingen ter bescherming
van het klimaat makkelijker bereikt zullen worden door kernenergie
te gaan inzetten. Wat vindt u van dat argument?
Deze stellingname gaat uit van de analyse dat de berekende CO2 emissies
bij de stroomproductie in kerncentrales in verhouding tot de fossiele
energiedragers lager zijn, wat in theorie ook zo is.
Het tegenover elkaar stellen van afzonderlijke technologieën
voor de energieproductie geeft echter geen antwoord op de vraag op welke
meest milieuvriendelijke wijze
energiediensten gerealiseerd kunnen worden. Veel belangrijker is de beantwoording
van de vraag op welke wijze de centralistische aard van onze energievoorziening
tot onze verspillende economiestructuur voert. Is het toeval dat juist die
landen die over kerncentrales beschikken de grootste CO2 producenten zijn?
Kernenergie blijft de meest verspillende en meest inflexibele vorm van energieproductie.
De lange planningsfase, bouwtijd en de immer hogere investeringskosten leiden
tot overdimensionering van energiecentrales. De winst van de ondernemingen
hangt af van de verkoop van zo groot mogelijke hoeveelheden elektriciteit.
Het belang van het besparen op stroomverbruik komt in deze logica niet voor.
Zolang op deze wijze grote overcapaciteit blijft bestaan wordt het moeilijk
om tot significante CO2 besparingen te komen. Men zou zich dus terecht omgekeerd
kunnen afvragen: Hebben de miljarden investeringen in kernenergie niet juist
tot hogere emissies geleid dan het geval was geweest bij besteding van dezelfde
sommen geld aan energiebesparing of –efficiëntie?
Hoe moet naar
uw mening de structuur van de energievoorziening er uit komen te
zien
om een succesvolle politiek op het vlak van energie-efficiëntie
te realiseren?
Grafiek
met de enorme daling van de hoeveelheid
CO2 productie per kWh door daadkrachtig politiek
beleid in Denemarken.
Volgens
mij zijn er twee wegen naar een efficiënte energiepolitiek.
Ten eerste door publieke maatregelen die door het stellen van regels
en standaarden tot een efficiëntere omgang met energie moeten
leiden. Als succesvol voorbeeld dient het Deense politieke beleid
wat de bouw van inefficiënte
grote energiecentrales inperkt en de inzet van warmte-kracht-koppeling
en de hernieuwbare bronnen massaal ondersteund heeft. Op deze wijze
is de CO2 uitstoot per kilowattuur dramatisch gedaald (zie grafiek),
het
aandeel WKK is naar 55 procent, en alleen al windenergie naar 23
procent van de elektriciteitsproductie gestegen. Aangescherpte
standaarden voor
apparaten en machines maken het ook mogelijk het verbruik verder
in te perken.
Naast de benodigde maatregelen van staatswege, gaat de tweede weg uit
van de energieconsument, want ook met efficiënte apparaten kan nog
te veel energie verbruikt worden.
Veel intensiever nog dan voorheen moet over de opbouw van organisatievormen
worden nagedacht die een duurzame omgang met energie mogelijk maken. Een concreet
voorbeeld: Natuurlijk is het beter om met de tram naar de bakker te gaan dan
met de auto. Veel beter is het echter als de bakker op de hoek van de straat
zit. Hiervoor is een nieuwe wijze van stadsplanning nodig die onnodige mobiliteitsbehoefte
en het daarmee gepaard gaande zinloze energieverbruik vermijdt.
*Artikel
vertaald en gepubliceerd met toestemming van fesa e.v.,
www.fesa.de www.solarregion.net en
Mycle Schneider (31 maart 2006).
"fesa" staat voor: "förderverein energie-
und solaragentur regio freiburg e.V." en moet gezien
worden als een platform tussen burgers, bedrijfsleven
en politiek ter bevordering van duurzame energie in al haar vormen, zonne-energie
in het byzonder. Deze organisatie is actief in de "Oberrhein" regio aan
weerszijden van de Rijn in de Elsas (Frankrijk) en het Zwarte Woud (Duitsland),
en heeft haar zetel in de "zonnestad" Freiburg aan de voet van het Zwarte
Woud.
"Nuclear
power, far from being a fatality, is a choice. ... Plutonium production
and use continue. I am nevertheless confident
that it is possible
to stop this completely autocratic activity."
"Nuclear power is most likely on its way out. And it does not make a
difference whether you like it or not."
- Mycle Schneider
Biografische
gegevens Mycle Schneider:
http://www.rightlivelihood.org/recip/mycle.htm
http://www.tschernobylkongress.de/ReferentInnen/ref_schneider.html
http://www.utne.com/webwatch/2005_195/news/11620-1.html
|